Spare parts list Liste de pièces de rechange
Ersatzteilliste Manual
(6300.30)
(6300.30)
Stand / as of:
Sweepmaster B1200 Hako Jonas 1200 E RH
4-10-2012
24.07.2014
Bestelformulier
Who is who bij Hako B.V.
Afdeling
Per mail
Telefonisch
Bestellen van onderdelen
Verkoop
[email protected]
0488-473 338
Aanvraag reparatie / onderhoud
Technische Dienst
[email protected]
0488-473 332
Algemene informatie
Klantenservice
[email protected]
0488-473 333
De onderdelenlijsten zijn on-line te raadplegen via www.hako.nl Uw gegevens
Besteldatum:
Firmanaam
:
Contactpersoon :
Adres
:
Telefoon
:
E-mail
:
PC en Plaats :
Artikelnummer
Sweepmaster 1200 RH
Aantal
99631200
Hoofdveegborstel polyamide beharing
99631800
Hoofdveegborstel polyester beharing
99641400
Zijborstel Perlon beharing PA 1,5
99642300
Zijborstel Perlon beharing PA 2,0
99641500
Zijborstel polyester beharing
01110010
High-Performance filter
99631900
Stofzuiger 24V (alleen bij de B1200 RH)
99709300
Comfortabele bestuurdersstoel
Alleen te bestellen voor de Sweepmaster P/D1200 RH: 99630600
Flitslicht 12 V op paal
99630500
Flitslicht 12 V voor opbouw op veiligheidsdak
99633900
„Silence-Kit“
99633400
Lekvrije SE banden (2 achterbanden met velg)
99634200
Lekvrije SE banden, niet krijtend (2 achter- en 1 voorband met velg) Flitslicht 24 V op paal
97630700
Flitslicht 24 V voor opbouw op veiligheidsdak
99633500
Lekvrije SE banden, niet krijtend (2 achterbanden met velg)
Vo o r a n d e r e d a n g e n o e m d e p r o d u c t e n s t a a n w i j u g r a a g t e w o o r d ! Ve r z e n d k o s t e n: O r d e r b e d r a g < € 5 0 0 ,0 0 : w e r k e l i j k e v e r z e n d k o s t e n w o r d e n b e r e k e n d O r d e r b e d r a g > € 5 0 0 ,0 0 : f r a n c o h u i s Betaling binnen 30 dagen na factuurdatum. H a k o B .V.
· Industrieweg 7
· 6 673 D E · A n d e l s t
H a k o - B e l g i u m N V/S A · I n d u s t r i e w e g 27 · 9 42 0
In het belang van technische vooruitgang behouden we het recht v e r a n d e r i n g i n u i t v o e r i n g e n d o o r t e v o e r e n z o n d e r b e r i c h t v o o r a f. De algemene verkoop- en lever voor waarden zijn van toepassing.
· Te l e f o o n 0 4 8 8 - 473 3 3 3 · F a x 0 4 8 8 - 473 3 3 4 · E - m a i l i n f o @ h a k o . n l · I n t e r n e t w w w. h a k o . n l
· E r p e - M e r e · Te l e f o o n 0 5 3 - 8 0 2 0 4 0
· F a x 0 5 3 - 8 0 6 24 3
· E - m a i l i n f o @ h a k o . b e · I n t e r n e t w w w. h a k o . b e
G e l d i g v a n a f 24 .07. 2 014
97630800
B e s t e l f o r m u l i e r S w e e p m a s t e r 12 0 0 R H
Alleen te bestellen voor de Sweepmaster B1200 RH:
Inleiding Woord vooraf Geachte klant, Wij hopen dat de goede eigenschappen van de machine het vertrouwen rechtvaardigen dat u in ons hebt gesteld. Om veilig met de machine te kunnen werken, dient u eerst het hoofdstuk Veiligheidsinformatie te lezen voor u de machine in gebruik neemt. Uw eigen veiligheid en die van anderen hangt in grote mate af van uw controle over de machine. Lees daarom de bedieningshandleiding grondig voor u de machine voor het eerst gebruikt. In de bedieningshandleiding vindt u alle belangrijke informatie voor werking, onderhoud en verzorging. In deze handleiding hebben we de paragrafen die betrekking hebben op uw veiligheid, voorzien van het gevarensymbool. Voor bijkomende vragen over de machine of over de bedieningshandleiding kunt u altijd contact opnemen met uw Hako-filiaal. We wijzen er uitdrukkelijk op dat juridische aanspraken met betrekking tot de informatie in deze bedieningshandleiding niet worden aanvaard. Let er bij de nodige onderhoudswerkzaamheden op dat enkel originele onderdelen worden gebruikt. Enkel originele onderdelen waarborgen een constante en betrouwbare paraatheid van uw machine. Wijzigingen met het oog op de technische ontwikkeling voorbehouden. Geldig vanaf: Juli 2007 Vertaling van de oorspronkelijke versie. De oorspronkelijke versie is te allen tijde bij Hako B.V. op te vragen. Hako B.V. Industrieweg 7 NL-6673 DE ANDELST T: 0488-473333 F: 0488-473334 www.hako.nl Juist gebruik van de machine De Sweepmaster B1200 RH is een veegmachine die uitsluitend bedoeld is om droog en vochtig materiaal op te nemen in bijvoorbeeld productieateliers, magazijnen, parkings en voetgangerpassages. Elk ander gebruik wordt beschouwd als onregelmatig gebruik. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade die het gevolg is van onregelmatig gebruik. De veegmachine mag niet worden gebruikt voor het opnemen van giftige, brandbare of andere stoffen die gevaarlijk zijn voor de gezondheid. Tot het juist gebruik behoort ook de naleving van de door de fabrikant voorgeschreven gebruiks-, onderhouds- en herstelbepalingen. De Sweepmaster B1200 RH mag enkel worden gebruikt, onderhouden en hersteld door personen die ermee vertrouwd zijn en die op de hoogte zijn van de gevaren. U dient de relevante ongevalpreventievoorschriften en de algemeen erkende regels in verband met de technische veiligheid en de arbeidsgeneeskunde na te leven. Eigenmachtige veranderingen aan de machine sluiten elke aansprakelijkheid van de fabrikant voor daaruit voortvloeiende schade uit. 2
Inleiding Informatie over de garantie Principieel gelden de voorwaarden van het aankoopcontract. Schade wordt niet door de garantie gedekt als ze het gevolg is van het niet naleven van de voorschriften inzake verzorging en onderhoud. Onderhoudswerken moeten worden uitgevoerd door een erkende Hako-onderhoudsdienst; deze werken moeten worden bevestigd in het “onderhoudsattest”, dat als garantiebewijs geldt. Volgende zaken vallen niet onder de garantie: Natuurlijke slijtage en schade door overbelasting, zekeringen, onvakkundige behandeling of ontoelaatbare wijzigingen. De garantie geldt eveneens niet als aan de machine schade ontstaat die te wijten is aan door ons niet uitdrukkelijk erkende onderdelen en toebehoren of die te wijten is aan het verwaarlozen van de onderhoudsvoorschriften. Aanvaarding Zodra uw machine aankomt, moet u nagaan of er geen transportschade is opgetreden. Deze schade wordt vergoed als u de schade onmiddellijk door de spoorwegmaatschappij of door de transporteur laat bevestigen en als u het schaderapport samen met de vrachtbrief naar ons stuurt. Hako B.V. Industrieweg 7 NL-6673 DE ANDELST Toelatingsvoorwaarden De Sweepmaster B1200 RH is een zelfrijdende werkmachine volgens StVZO §18. De fabrikant levert een rapport mee voor het verkrijgen van de gebruiksvergunning. Op basis van dit attest reikt de lokale overheid een geldige gebruiksvergunning uit. Een officiële nummerplaat is niet vereist. Een hoofdonderzoek overeenkomstig § 29 StVZO is eveneens niet vereist, want de maximale snelheid is kleiner dan 20 km/h. Volgens StVZO moet bij gebruik op de openbare weg en openbare plaatsen een EHBOkist, een waarschuwingsdriehoek en de gebruiksvergunning worden meegevoerd. Als aanpassingen of verbouwingen aan de Sweepmaster B1200 RH worden uitgevoerd die de informatie in de gebruiksvergunning beïnvloeden en niet vermeld zijn in de gebruiksvergunning, wordt deze vergunning ongeldig. Om een nieuwe vergunning aan te vragen, moet de machine worden aangeboden aan een officieel erkende specialist om een nieuw certificaat op te stellen. Door afstempeling van de toelatende instantie wordt het certificaat een gebruiksvergunning. Rijbewijs Volgens de relevante voorschriften moet iedereen die een motorvoertuig met een maximale snelheid van meer dan 6 km/h op de openbare weg en op openbare plaatsen wenst te besturen, een geldig rijbewijs hebben. Voor het besturen van de Sweepmaster B1200 RH is een rijbewijs klasse L vereist (zelfrijdende werkmachine tot 25 km/h).
3
Inhoud Inleiding Woord vooraf ........................................................................................................2 Juist gebruik van de machine................................................................................2 Informatie over de garantie ...................................................................................2 Aanvaarding..........................................................................................................3 Toelatingsvoorwaarden.........................................................................................3 Rijbewijs................................................................................................................3 1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
Veiligheidsinformatie..........................................................................................6 Veiligheids- en waarschuwingssymbolen..............................................................6 Algemene instructies.............................................................................................6 Gebruiksinstructies................................................................................................7 Onderhoudsvoorschriften......................................................................................8 Bijzondere gevaren ...............................................................................................9 Zorg voor het milieu ............................................................................................10 Plaatjes op de machine.......................................................................................11
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
In gebruik nemen ..............................................................................................17 Opleiding.............................................................................................................17 Eerste lading .......................................................................................................17 Voor de ingebruikname .......................................................................................17 Machine starten ..................................................................................................17 Gebruik ...............................................................................................................18 Machine stoppen en parkeren.............................................................................18 Na het werk .........................................................................................................18 Transport en slepen ............................................................................................19
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.1.4 3.1.5 3.1.6 3.1.7 3.1.8 3.2 3.2.1 3.2.2
Bediening...........................................................................................................20 Werkwijze............................................................................................................20 Hoofdborstel........................................................................................................21 Zijborstel .............................................................................................................21 Sturen .................................................................................................................21 Filtersysteem.......................................................................................................22 Schudsysteem ....................................................................................................22 Rem ....................................................................................................................23 Rijaandrijving ......................................................................................................23 Hydraulisch systeem ...........................................................................................23 Bedieningselementen..........................................................................................24 Bedieningspaneel................................................................................................26 Vuilvergaarbak leegmaken..................................................................................31
4
Technische gegevens.......................................................................................33
5 5.1 5.2 5.3 5.4 5.4.1 5.4.2
Onderhoud en verzorging ................................................................................35 Hako-systeemonderhoud ....................................................................................35 Onderhoudsattest................................................................................................37 Onderhoudsschema............................................................................................37 Batterijsysteem ...................................................................................................41 Batterijalarm........................................................................................................42 Laadtoestandsindicator .......................................................................................42 4
Inhoud 5.4.3 5.4.4 5.4.5 5.4.6 5.5 5.5.1 5.5.2 5.5.3 5.5.4 5.5.5 5.5.6 5.6 5.6.1 5.6.2 5.6.3 5.6.4 5.7 5.8 5.9
Bedrijfsurenteller .................................................................................................43 Omschakeling naar een ander batterijtype..........................................................43 Codering van de steekverbindingen....................................................................43 Plaats de batterij .................................................................................................45 Veegeenheid.......................................................................................................49 Hoofdborstel demonteren/monteren....................................................................49 Veegspiegel instellen ..........................................................................................50 Dichtingsrubbers voor borstelruimte....................................................................51 Zijborstel vervangen............................................................................................51 Plaatfilter demonteren .........................................................................................53 Reiniging van de plaatfilter..................................................................................54 Hydraulisch systeem ...........................................................................................55 Hydraulische olie controleren..............................................................................55 Hydraulische olie bijvullen...................................................................................56 Hydraulische filter vervangen..............................................................................56 Hydraulische olie verversen ................................................................................57 V-riem Sweepmaster B1200 RH .........................................................................58 Elektrisch systeem Sweepmaster B1200 RH......................................................59 Speciale uitrusting en wisselstukken...................................................................61
5
Veiligheidsinformatie
1 Veiligheidsinformatie 1.1 Veiligheids- en waarschuwingssymbolen In de bedieningshandleiding zijn alle plaatsen die betrekking hebben op uw veiligheid, de veiligheid van de machine en van het milieu, voorzien van volgende waarschuwingssymbolen: Symbool
Schade voor
Definitie
Veiligheidsinformatie
personen of eigendommen
Veiligheidsinstructies om gevaarlijke situaties te vermijden door het onnauwkeurig of niet opvolgen van instructies of voorgeschreven werkprocessen.
Opmerking
de machine
Belangrijke opmerkingen om de goede werking van de machine te verzekeren
Milieugevaar
het milieu
Milieugevaar door gebruik van materialen die een gevaar inhouden voor de gezondheid en het milieu
1.2 Algemene instructies • Naast de instructies in deze handleiding moet u rekening houden met de algemene veiligheidsvoorschriften en de wettelijke bepalingen in verband met het voorkomen van ongevallen. • Voor de machine in gebruik wordt genomen, dient u de overhandigde gebruikshandleiding grondig te lezen en tijdens het werk dient u rekening te houden met alle punten. • De machine mag enkel worden gebruikt, onderhouden en hersteld door personen die door de Hako-specialist werden opgeleid. • Schenk zeer goed aandacht aan de veiligheidsinformatie. Want enkel met een goede kennis kunt u fouten tijdens het gebruik van de machine vermijden of kan de machine storingsvrij worden gebruikt. • De bedieningshandleiding moet altijd beschikbaar zijn op de plaats waar de machine wordt gebruikt. Daarom moet ze zorgvuldig op de machine worden bewaard. • Als de machine wordt verkocht of verhuurd, moeten deze documenten aan de nieuwe eigenaar/gebruiker worden overhandigd. Laat de overhandiging bevestigen!
6
Veiligheidsinformatie • De waarschuwingsstickers op de machine geven belangrijke informatie om gevaar tijdens het werk te vermijden. Als waarschuwingsstickers onleesbaar of verdwenen zijn, moeten ze worden vervangen. • Wisselstukken moeten even veilig zijn als de originele onderdelen. • Er mag zich niemand in de gevarenzone van de machine bevinden. • Gebruik een mobiele telefoon enkel terwijl de machine stilstaat. • Passagiers mogen niet worden meegevoerd!
1.3 Gebruiksinstructies • Voor elke ingebruikname moet de veilige toestand van de machine worden gecontroleerd! Storingen moeten onmiddellijk worden verholpen! • Voor de gebruiker met de machine begint werken, dient hij zich vertrouwd te maken met alle inrichtingen en bedieningselementen! Tijdens het werk is het daarvoor te laat! • Tijdens het werk met de machine dient u stevige en slipvrije schoenen te dragen. • Enkel de door de ondernemer of zijn afgevaardigde voor aanwending van de machine vrijgegeven oppervlakken mogen worden bereden. • Tijdens het werk met de machine dient u aandacht te schenken aan derden, met name kinderen. • De machine is niet geschikt voor het opnemen van gevaarlijke, brandbare of explosieve vloeistoffen, stoffen of materialen. • Deze machine mag niet als stofverwijderende machine met stoffilterelement (afscheider) worden gebruikt voor het verwijderen van stof dat gevaarlijk is voor de gezondheid. • De machine mag niet worden gebruikt in omgevingen waar er gevaar is voor explosies. • Om onbevoegd gebruik van de machine te vermijden, dient u de sleutel uit te trekken. • Voor het gebruik moet de machine met haar werkinrichtingen worden gecontroleerd op perfecte toestand en werkveiligheid. Als de machine niet in orde is, mag ze niet worden gebruikt. • Voor het gebuik de bestuurdersstoel zo instellen, dat de rijbaan en het werkbereik achter de machine volledig zichtbaar is! • Om veiligheidsredenen is de bestuurdersstoel uitgerust met een stoelcontactschakelaar; de functie van de stoelcontactschakelaar mag niet worden omzeild! • De stoelcontactschakelaar wordt elektronisch bewaakt. Elke manipulatie kan tot een automatische blokkering van de machine leiden. • Voor het starten van de machine altijd alle aandrijvingen uitschakelen. • De machine mag enkel vanuit de stoel worden gestart, in beweging gezet en gestopt. • Laat de machine niet draaien in gesloten ruimtes! Gevaar voor vergiftiging! • Als in gesloten ruimtes moet worden gewerkt, moet voor voldoende ventilatie (stof en rookgassen) worden gezorgd. Gevaar voor vergiftiging! • De rijsnelheid moet altijd worden aangepast aan de werkomstandigheden en aan de belastingstoestand. Machines met drie wielen zijn minder stabiel dan machines met vier wielen, daarom: Abrupte stuurbewegingen bij hoge snelheid of te hoge bochtsnelheden kunnen het voertuig doen kantelen. 7
Veiligheidsinformatie
• • • • • • • • •
Neem enkel bochten op een effen ondergrond, nooit op hellingen. Rij altijd in een rechte lijn op of af een helling. Wanneer u bergop/bergaf of dwars op de helling rijdt, dient u plotse bochten te vermijden. In schuine positie bestaat er kantelgevaar! De machine is enkel geschikt voor gebruik op terreinen met een maximale hellingsgraad van 16 %. Het toegelaten totaalgewicht en de toegelaten asbelastingen mogen nooit worden overschreden. Controleer regelmatig het vulpeil van de vuilvergaarbak. Voor u de vuilvergaarbak omhoog of omlaag brengt, dient u na te gaan of er zich geen personen, dieren of voorwerpen in de werkzone ophouden. Knel- en knijpgevaar. Voor de vuilvergaarbak omhoog of omlaag wordt gezet, dient u na te gaan of er een voldoende grote veiligheidsafstand is. De vuilvergaarbak mag enkel in de onmiddellijke nabijheid van de container worden opgetild. Maak de vuilvergaarbak enkel leeg op een effen en stevige ondergrond. Vegen met omhoog geplaatste vuilvergaarbak is verboden. Bij het leegmaken van de vuilvergaarbak op omstanders letten. De filter mag enkel worden geschud als de vuilvergaarbak zich in gesloten positie bevindt. Let op voor hete onderdelen, zoals koelwater, uitlaat enz.
1.4 Onderhoudsvoorschriften • Dagelijkse en wekelijkse onderhoudswerken moeten worden uitgevoerd door het bedieningspersoneel. Voor alle andere onderhoudswerken dient u contact op te nemen met de Hako-onderhoudsdienst in uw buurt. • De in de bedieningshandleiding voorgeschreven onderhoudswerken en onderhoudsintervallen moeten worden nageleefd. • Voor reinigings- en onderhoudswerken moet geschikt gereedschap worden gebruikt. • Overeenkomstig de ongevalpreventievoorschriften moet de veilige toestand van de machine regelmatig (wij adviseren minstens 1 keer per jaar) en na wijzigingen of herstellingen door een specialist worden gecontroleerd. • Wisselstukken moeten minstens voldoen aan de door de fabrikant vastgelegde technische vereisten! Dit is gewaarborgd met originele wisselstukken. • Gebruik enkel de door de fabrikant toegelaten hoofdborstels en zijborstels (zie technische gegevens). Als andere hoofdborstels en zijborstels worden gebruikt, kan de veiligheid in het gedrang komen. • Gebruik enkel de door de fabrikant toegelaten oliefilters (zie technische gegevens). Als andere filters worden gebruikt, kan de veiligheid in het gedrang komen. • Als u de machine reinigt of onderhoudt, of als u onderdelen vervangt, moet de machine worden uitgeschakeld. De sleutel moet worden uitgetrokken. • De vuilvergaarbak moet regelmatig worden gereinigd om groei van bacteriën te voorkomen. • De machine is beveiligd tegen spatwater (IPX3). • De machine mag niet worden gereinigd met hogedrukreiniger of stoomstraler. • Bij het transport van de machine moet de machine worden stilgelegd. • Als de Sweepmaster B1200 RH met een wagenkrik opgekrikt is, moet hij bijkomend worden ondersteund overeenkomstig de voorschriften. 8
Veiligheidsinformatie • Op een opgekrikte of opgetilde Sweepmaster B1200 RH mogen er zich geen personen ophouden. • Als een wiel wordt verwisseld, moet de machine ook worden beveiligd met blokken tegen de wielen, zodat ze niet kan wegrollen. Vervang een wiel zoveel mogelijk op een effen en stevige ondergrond. • Geen banden afnemen, optrekken of op een velg herstellen. Voor werken aan de band en de velg altijd naar een werkplaats gaan die over speciaal opgeleid personeel en speciaal veiligheidsgereedschap beschikt. • Op chassisonderdelen mogen geen las-, boor-, zaag- en slijpwerken worden uitgevoerd. Beschadigde onderdelen mogen enkel door een Hako-werkplaats worden vervangen. • Gebruik enkel originele zekeringen. Als u te sterke zekeringen gebruikt, kan het elektrisch systeem beschadigd raken en kan er brand optreden. • Bij werken aan het elektrisch systeem altijd de batterijstekker uittrekken. • Laat batterijen nooit leeg achter, maar laad ze zo snel mogelijk weer op. • Vul enkel gedestilleerd water bij. Als de cellen in perfecte staat verkeren, nooit batterijzuur toevoegen. • Om kruipstromen te vermijden, de batterij altijd schoon en droog houden en ze beschermen tegen verontreiniging door bijvoorbeeld metaalstof. • Batterijzuur is sterk bijtend (op een veilige afstand van kinderen houden). Als u het zuurpeil controleert, altijd een veiligheidsbril dragen. Als er zuurspatten op het oog komen, het oog ca. 15 minuten met water spoelen en onmiddellijk een arts raadplegen. Gebruik geschikte beschermmiddelen (bijv. veiligheidshandschoenen, vingerlingen) als u met de batterij omgaat. Gebruik geen open vuur (explosiegevaar). • Wanneer u de batterij demonteert/monteert of vervangt, bestaat er knel- en knijpgevaar. • Onder hoge druk naar buiten tredende vloeistof (bijv. hydraulische olie) kan de huid doorboren en tot zware letsels leiden. In dit geval onmiddellijk een arts raadplegen om infecties te vermijden. Let op wanneer u hete olie aflaat - verbrandingsgevaar. • Onderwerp de remsystemen regelmatig aan een grondige controle! Instel- en herstellingswerken aan het remsysteem mogen enkel worden uitgevoerd door de gespecialiseerde Hako-onderhoudsdienst of door erkende remdiensten. • Onderwerp het hydraulisch systeem regelmatig aan een grondige controle! Instel- en herstellingswerken aan het hydraulisch systeem mogen enkel worden uitgevoerd door een Hako-werkplaats. • Hydraulische leidingen en slangen moeten regelmatig worden gecontroleerd op schade en lekken. Beschadigde leidingen en slangen onmiddellijk vervangen.
1.5 Bijzondere gevaren Bescherminrichtingen • De Sweepmaster B1200 RH nooit gebruiken zonder goed werkende bescherminrichtingen. (Hiertoe behoren alle beplatingsonderdelen, ook de zijdelingse beplatingsonderdelen)! Elektrisch systeem • Gebruik enkel originele zekeringen van de voorgeschreven stroomsterkte. • Als er zich storingen in de elektrische installatie voordoen, dient u de machine onmiddellijk uit te schakelen en de storing te verhelpen. 9
Veiligheidsinformatie • Werken aan de elektrische uitrusting mogen enkel worden uitgevoerd door een daartoe opgeleide vakman overeenkomstig de elektrotechnische regels. • De elektrische uitrusting van de machine moet regelmatig worden geïnspecteerd / gecontroleerd. Gebreken, zoals loszittende verbindingen of beschadigde kabels, moeten onmiddellijk worden verholpen. • De bedieningshandleidingen van de batterijfabrikant moeten worden nageleefd. • Geen metalen voorwerpen of gereedschap op de batterijen leggen – kortsluitgevaar! • Tijdens het opladen van de batterijen moet in de laadzone voldoende ventilatie worden voorzien. Explosiegevaar! Tijdens het laden de stoelkap openen.
1.6 Zorg voor het milieu • Er is voldoende kennis vereist als u moet omgaan met materialen die een gevaar inhouden voor de gezondheid en het milieu. • Werkmedia moeten tijdens onderhouds- en herstellingswerken en bij het verversen van olie worden opgevangen in geschikte reservoirs en overeenkomstig de afvalwetgeving worden weggedaan. • Lekken van olie, smeermiddelen, hydraulische vloeistoffen e.d. mogen niet in de grond terechtkomen. Er bestaat groot gevaar voor verontreiniging van het grondwater. Verontreinigingen door lekken moeten onmiddellijk worden opgenomen en overeenkomstig de voorschriften worden weggedaan. • Gebruikte filterelementen moeten, afhankelijk van het gefilterde materiaal, meestal als speciaal afval worden behandeld. • Batterijen bevatten bijtend zwavelzuur. Wees dus zeer voorzichtig wanneer u met batterijen omgaat. Oude batterijen horen thuis bij het gevaarlijk afval. • Gebruikte batterijen die voorzien zijn van het recyclagesymbool, bevatten recycleerbaar materiaal. Zoals aangegeven door het logo met de doorstreepte vuilnisbak mogen deze batterijen niet worden meegegeven met het gewone huisvuil. De terugname en de verdere verwerking moeten worden afgesproken met het Hakofiliaal!
10
Veiligheidsinformatie
1.7 Plaatjes op de machine Volgende veiligheids- en informatieplaatjes zijn goed leesbaar aangebracht op de machine. Als plaatjes ontbreken of onleesbaar zijn, moeten ze onmiddellijk worden vervangen. Firmalogo vooraan (afb. 1/1) en achteraan (afb. 2/1)
Kenplaatje (afb. 1/2)
Bedieningshandleiding lezen en opvolgen (afb. 1/3)
Sleutelschakelaar (afb. 1/4)
Rem (afb. 1/5)
11
Veiligheidsinformatie Parkeerrem (afb. 1/6)
Klapschort (afb. 1/7)
Hogedrukreiniger Stoomreiniger (afb. 1/8)
Hoogtelossing (afb. 1/9)
12
Veiligheidsinformatie Geluidsvermogen / hellingsgraad (afb. 1/10)
Veegspiegel zijborstel instellen (afb. 1/11)
Rekening houden met maximale snelheid (afb. 1/12) en (afb. 2/7) (optie)
Knelgevaar (beide zijden) (afb. 2/2)
Slijtagecompensatie hoofdborstel (afb. 2/3)
Draaiende onderdelen (afb. 2/4)
13
Veiligheidsinformatie Hydraulische olie (afb. 2/5)
Logo Sweepmaster (afb. 2/6)
14
Veiligheidsinformatie
Afb. 1
15
Veiligheidsinformatie
Afb. 2 16
In gebruik nemen
2 In gebruik nemen 2.1 Opleiding Voor de eerste ingebruikname is een opleiding vereist. De eerste opleiding van de machine mag enkel worden gegeven door het gespecialiseerd personeel van uw Hakofiliaal. Het filiaal wordt onmiddellijk na de levering van de machine door de fabriek op de hoogte gebracht, zodat het filiaal contact met u kan opnemen om een afspraak te maken voor de opleiding.
2.2 Eerste lading Voor de machine voor het eerst in gebruik wordt genomen, moeten de gebruikte batterijen op de voorgeschreven wijze volledig worden opgeladen met een eerste lading. Hou rekening met de bedieningshandleiding bij de lader en met de bedieningshandleiding van de batterijfabrikant. Hako is niet aansprakelijk voor batterijschade ten gevolge van een gebrekkige eerste lading.
2.3 Voor de ingebruikname Voor de machine in gebruik wordt genomen, moeten volgende controles worden uitgevoerd: 1. De parkeerplaats controleren op sporen van lekken. Slangen, leidingen en tanks mogen geen lekken of beschadigingen vertonen. 2. Open de stoelkap. 3. Controleer de laadtoestand van de batterij, laad de batterij evt. op. 4. Stoelkap sluiten
2.4 Machine starten Voor u de machine start, dient u rekening te houden met de gebruiksinstructies in het hoofdstuk Veiligheidsinformatie! Om te starten moeten volgende bedieningselementen na elkaar worden bediend: 1. Alle bedieningshendels en schakelaars moeten in de nulstand staan. 2. Het voertuig moet vastgezet zijn met de parkeerrem. 3. Draai de sleutelschakelaar en start de machine. - Na het inschakelen van de machine brandt de laadtoestandsindicator (TSG) als de batterijen volledig geladen zijn. De Sweepmaster B1200 RH mag enkel worden gebruikt omgevingstemperatuur tot 40°C. De machine mag niet worden ingeschakeld bij temperaturen <0°C.
bij
een
Inschakelen is niet mogelijk als het rijpedaal niet in de neutrale stand staat.
17
In gebruik nemen
2.5 Gebruik Tref volgende voorbereidende maatregelen voor het gebruik: 1. Controleer de machine, zie paragraaf 2.3 - Voor de ingebruikname 2. Start de machine, zie paragraaf 2.4. In de basisinstelling is de afzuiging actief. Bij nat veegmateriaal moet de trekknop worden uitgetrokken. 3. 4. 5. 6.
De hoofdborstel en de zijborstel omlaag zetten. De parkeerrem afzetten. Het rijpedaal langzaam indrukken tot de gewenste rijsnelheid bereikt is. Het veegmateriaal in de vuilvergaarbak controleren, eventueel vuilvergaarbak leegmaken. 7. De schudinrichting voor de reiniging van de filter regelmatig bedienen.
de
2.6 Machine stoppen en parkeren 1. Rijpedaal loslaten, het keert automatisch terug naar de uitgangspositie en de machine vertraagt. 2. Zet de parkeerrem aan. 3. Zet de hoofdborstel en de zijborstel omhoog. 4. Parkeer de machine. De Sweepmaster B1200 RH kan door tegensturen met het rijpedaal of de bedrijfsrem worden afgeremd.
De sleutel uittrekken als u de machine achterlaat, zodat onbevoegde personen de machine niet kunnen gebruiken
2.7 Na het werk 1. 2. 3. 4. 5.
Rij naar een geschikte onderhoudsplaats. Stop de machine, zet de hoofdborstel en de zijborstel omhoog. Schud de filter af. Maak de vuilvergaarbak leeg, zie hoofdstuk Bediening, paragraaf 3.2.2. Reinig de machine. De machine mag niet worden gereinigd met hogedrukreiniger of stoomstraler.
18
In gebruik nemen
2.8 Transport en slepen Transport Tijdens het transport op een laadvloer moet de Sweepmaster B1200 RH met de parkeerrem worden vastgezet, bovendien moeten blokken tegen de wielen worden geplaatst en moet de machine met riemen worden vastgezet aan de sjorpunten vooraan (afb. 3/1) en achteraan (beide zijden) (afb. 3/2). Om veiligheidsredenen weerklinkt een waarschuwingssignaal als de machine ingeschakeld is en de bestuurdersstoel wordt verlaten.
Wegslepen Sleep de machine enkel weg terwijl het voorwiel omhoog staat.
Afb. 3
19
Bediening
3 Bediening 3.1 Werkwijze Algemeen De Sweepmaster B1200 RH is een veegmachine die uitsluitend bedoeld is om droog en vochtig materiaal op te nemen in bijvoorbeeld productieateliers, magazijnen, parkings en voetgangerpassages. Functiebeschrijving De zijborstel (afb. 4/1) dient om het vuil uit hoeken en kanten te halen, en om de werkbreedte en het oppervlakterendement op open ruimtes te vergroten. De hoofdborstel (afb. 4/2) slingert het vuil overkop in de vuilvergaarbak (afb. 4/3). Het opgenomen fijne stof wordt door de zuiger opgezogen en door het filtersysteem (afb. 4 /4) afgescheiden. Enkel zuivere lucht keert terug naar de omgeving. Bij de Sweepmaster B1200 RH wordt het vuil weggedaan via een hoogtelossing (hefhoogte > 1420mm) rechtstreeks in een standaard-vuilcontainer.
Afb. 4
20
Bediening
3.1.1 Hoofdborstel De hoofdborstel (afb. 4/2) is voorzien van 12 v-vormig geplaatste borstelrijen. De hoofdborstel heeft een breedte van 800 mm en een diameter van 430 mm. De borstel wordt met een hendel (afb. 5/1) omhoog en omlaag gezet. 3.1.2 Zijborstel De zijborstel (afb. 5/2) bevindt zich vooraan rechts op de machine (standaarduitvoering). De borstel wordt met een hendel (afb. 5/3) omhoog en omlaag gezet. Het pendelbereik van de zijborstelarm is begrensd door aanslagen. De aandrijving gebeurt door middel van een hydraulische motor. Voor speciale toepassingen kan links een tweede zijborstel worden gemonteerd.
3.1.3 Sturen De stuuroverbrenging van het stuurwiel (afb. 5/4) naar het voorwiel gebeurt mechanisch door middel van een ketting, deze moet indien nodig worden bijgeregeld.
Afb. 5 Werken aan de besturing mogen enkel worden uitgevoerd door een erkende Hakoonderhoudsdienst. 21
Bediening
3.1.4 Filtersysteem Stofafzuiging Het filtersysteem zit in de filterkast (afb. 6/1) boven de vuilvergaarbak (afb. 6/2). Het door de hoofdborstel opgewervelde fijne stof wordt door de zuiger tegen de plaatfilter (afb. 6/3) gevoerd en daar afgescheiden. Het fijne stof zet zich af op de buitenkant van de filterlamellen. Als er veel stof in het veegmateriaal zit, moet de plaatfilter (afb. 6/3) regelmatig worden gecontroleerd en gereinigd.
3.1.5 Schudsysteem Het op de plaatfilter (afb. 6/3) afgezette stof wordt gedeeltelijk door de werktrillingen afgeschud en valt in de vuilvergaarbak (afb. 6/2). Om absoluut stofvrij te werken, moet het schudsysteem echter regelmatig worden bediend, maar uiterlijk als het controlelampje (afb. 10/5) aangaat.
Afb. 6
22
Bediening
3.1.6 Rem De Sweepmaster B1200 RH is uitgerust met een bedrijfsrem. De bedrijfsrem is uitgevoerd als klossenrem en dient ook als parkeerrem. De rem bevindt zich in de achterwielen en wordt bediend via kabels. Voor de bijregeling van de rem zijn twee stelschroeven (afb. 7/2) voorzien vooraan in het chassis, achter de frontbeplating (afb. 7/1). Werken aan het remsysteem mogen enkel worden uitgevoerd door een erkende Hako-onderhoudsdienst.
3.1.7 Rijaandrijving De Sweepmaster B1200 RH is uitgerust met een elektrische rijaandrijving. 3.1.8 Hydraulisch systeem Het hydraulisch systeem bestaat uit hydraulische ventielen en een hydraulische pomp met hydraulisch oliereservoir (afb. 7/3). Het hydraulisch systeem dient voor de werking van de hoogtelossing en van de zijborstel.
Afb. 7
23
Bediening
3.2 Bedieningselementen 1. 2 3 4 5 6 7 8
Bediening klapschort Vergrendeling voor bedrijfsrem Pedaal voor bedrijfs-/ parkeerrem Pedaal, achteruit Pedaal, vooruit Bedieningspaneel Stoelverplaatsing Hendel voor vuilvergaarbak (omhoog-omlaag-zwenken)
Afb. 8
24
Bediening Bediening klapschort (afb. 8/1) Hiermee wordt de klapschort geopend en gesloten wanneer tijdens het vegen grof vuil wordt opgenomen. Vergrendeling voor de bedrijfsrem/parkeerrem (afb. 8/2) Hiermee wordt de bedrijfsrem/parkeerrem geblokkeerd. Het pedaal wordt ingedrukt en vastgezet met de vergrendeling. De bedrijfsrem werkt dan als parkeerrem. De blokkering wordt opgeheven door op het pedaal voor de bedrijfsrem (afb. 8/3) te drukken. Pedaal voor bedrijfsrem/parkeerrem (afb. 8/3) Hiermee wordt de bedrijfsrem op de achterwielen bediend. Voor de machine wordt verlaten, moet de bedrijfsrem worden bediend en met de blokkering worden vastgezet. Rijpedaal, vooruit (afb. 8/5) Dient om vooruit te rijden en tegelijk de snelheid traploos te regelen. Als het pedaal wordt losgelaten, keert het automatisch terug naar de uitgangspositie; de machine komt tot stilstand. Rijpedaal, achteruit (afb. 8/4) Dient om achteruit te rijden en tegelijk de snelheid traploos te regelen. Als het pedaal wordt losgelaten, keert het automatisch terug naar de uitgangspositie; de machine komt tot stilstand. Bedieningspaneel (afb. 8/6) Beschreven in de paragraaf “Bedieningspaneel”. Stoelverplaatsing (afb. 8/7) Hiermee wordt de stoel aangepast aan de grootte van de gebruiker. De bestuurdersstoel moet zo worden ingesteld, dat de bestuurder comfortabel zit en probleemloos alle bedieningselementen kan bereiken. - De stoel in de langsrichting verstellen: De hendel iets naar rechts duwen, de bestuurdersstoel vooruit of achteruit schuiven naar de gewenste stand, de hendel weer laten vergrendelen. Hendel voor vuilvergaarbak (afb. 8/8) (omhoog-omlaag-zwenken) Hiermee wordt de vuilvergaarbak omhoog en omlaag gebracht en gezwenkt. Om de vuilvergaarbak omhoog of omlaag te brengen, moet de bedieningshendel (afb. 9/1) tegelijk achteruit worden getrokken. Zwenken is mogelijk zonder de hendel (afb. 9/1) te bedienen.
25
Bediening
3.2.1 Bedieningspaneel Sweepmaster B1200 RH 1. Hendel voor hoofdborstel en vrijgave hoogtelossing 2. Hendel voor zijborstel of voor zijborstel en hoofdborstel 3. Trekknop voor zuiger/schudinrichting 4. Controlelampje, schudinrichting 5. Controlelampje rijrichtingsindicator (optie) 6. Bedrijfsurenteller / laadtoestandsindicator (TSG) 7. Controlelampje, parkeerrem 8. Claxon 9. Sleutelschakelaar 10. Knipperhendel (optie) 11. Verlichting (optie) 12. Waarschuwingsknipperlichten (optie) 13. Zwaailicht (optie) 14. Zijborstel links (optie)
Afb. 9
26
Bediening
Hendel voor hoofdborstel en vrijgave hoogtelossing (afb. 9/1) Twee-handbediening Hiermee wordt de hoofdborstel omhoog en omlaag gebracht en in- en uitgeschakeld, en wordt de hoogtelossing vrijgegeven. - Hoofdborstel neerlaten en inschakelen = Hendel naar voor duwen. - Hoofdborstel optillen en uitschakelen = Hendel in middenpositie. - Vrijgave voor hoogtelossing = Hendel naar u toe trekken. (zie paragraaf 3.2.2 Vuilvergaarbak leegmaken).
De hoofdborstel kan enkel worden opgetild en uitgeschakeld als de hendel voor de rechter zijborstel in opgetilde positie staat.
Hendel voor zijborstel (afb. 9/2) Hiermee wordt de zijborstel omhoog en omlaag gebracht of worden de zijborstel en de hoofdborstel (afb. 9/1) tegelijk omlaag gebracht en ingeschakeld. - Zijborstel omlaag = hendel naar voor duwen - Zijborstel omhoog = hendel naar u toe trekken
Trekknop voor zuiger/schudinrichting (afb. 9/3)
27
Bediening Stand van de trekknop (van onder naar boven): 0
Afzuiging actief
1
Afzuiging inactief
2
Schudinrichting ingeschakeld (de trekknop moet tot tegen de aanslag worden uitgetrokken en dan worden losgelaten).
Als het controlelampje (afb. 9/5) geel oplicht, moet de schudinrichting worden bediend (stand 2). In deze stand wordt 7 keer geschud.
Trekknop na het schudden gedurende ca. 25 seconden in stand 1 laten staan.
Controlelampje, schudinrichting (afb. 9/4) Als dit controlelampje brandt, moet het filtersysteem worden afgeschud. Daartoe moet de trekknop (afb. 9/13) in stand 2 worden getrokken. Tijdens het schudden knippert het controlelampje; het gaat uit als de filter gereinigd is. Er worden 7 schudintervallen uitgevoerd.
Controlelampje, rijrichtingsindicator (optie) (afb. 9/5) Als de knipperhendel wordt bediend om van richting te veranderen, geeft dit controlelampje de rijrichting aan.
28
Bediening
Bedrijfsurenteller / laadtoestandsindicator (TSG) (afb. 9/6) Geeft de bedrijfsuren aan. De teller werkt enkel als de bestuurder op de stoel zit en de machine ingeschakeld is. Laadtoestandsindicator (TSG) zie paragraaf 5.4 Batterijsysteem.
Controlelampje, parkeerrem (afb. 9/7) Gaat aan als de parkeerrem wordt bediend. Als de parkeerrem wordt afgezet, gaat het controlelampje uit.
Claxon (afb. 9/8) Als deze knop wordt bediend, weerklinkt een akoestisch signaal.
Sleutelschakelaar (afb. 9/9) Dient om de machine in- en uit te schakelen en om ze te beschermen tegen onbevoegd gebruik. Om veiligheidsredenen weerklinkt een waarschuwingssignaal als de machine ingeschakeld is en de bestuurdersstoel wordt verlaten.
29
Bediening Knipperhendel (optie) (afb. 9/10) Hiermee wordt de richtingswijziging aangegeven. - Hendel omlaag = naar links. - Hendel omhoog = naar rechts.
Verlichting (optie) (afb. 9/11) Hiermee wordt het dimlicht in- en uitgeschakeld.
Waarschuwingsknipperlicht (optie) (afb. 9/12) Bedien deze schakelaar als de machine niet meer kan worden verplaatst ten gevolge van een technisch defect. De knipperlichten gaan afwisselend aan en uit.
Zwaailicht (optie) (afb. 9/13) Om het zwaailicht in en uit te schakelen.
Zijborstel links (optie) (afb. 9/14) Voor speciale toepassingen kan links een tweede zijborstel worden gemonteerd. - Schakelaar bediend = Zijborstel gaat omlaag en wordt ingeschakeld. - Schakelaar niet bediend = Zijborstel gaat omhoog en wordt gestopt.
30
Bediening
3.2.2 Vuilvergaarbak leegmaken De vuilvergaarbak wordt als volgt leeggemaakt: • De zijborstel en de hoofdborstel omhoog zetten en uitschakelen. • Het filtersysteem afschudden. • Zet de vuilvergaarbak als volgt omhoog: trek de hendel voor de vuilvergaarbak (afb. 10/1) omhoog en trek tegelijk de hendel voor de vrijgave van de hoogtelossing (hoofdborstel) (afb. 10/2) naar u toe (zie richting van de pijl). • Breng de vuilvergaarbak naar een geschikte hoogte om hem leeg te maken. • De Sweepmaster B1200 RH achteruit rijden tot de vuilvergaarbak zich boven de afvalcontainer bevindt. • Trek de hendel voor de vuilvergaarbak (afb. 10/1) naar u toe (zie richting van de pijl), zodat de vuilvergaarbak naar de leegmaakpositie zwenkt. • Maak de vuilvergaarbak volledig leeg, rij de Sweepmaster B1200 RH dan vooruit, weg van de afvalcontainer.
Afb. 10
31
Bediening Let op bij het wegrijden dat de gezwenkte vuilvergaarbak niet in de container steekt: Gevaar voor beschadiging! • Breng de vuilvergaarbak als volgt omlaag: duw de hendel voor de vuilvergaarbak (afb. 10/1) omlaag en trek tegelijk de hendel voor de vrijgave van de hoogtelossing (hoofdborstel) (afb. 10/2) naar u toe (zie richting van de pijl). • Terwijl de vuilvergaarbak omlaag gaat, zwenkt hij automatisch terug naar de uitgangspositie. • De vuilvergaarbak bevindt zich weer in de werkpositie. De hoogtelossing kan niet worden bediend zolang de veegfunctie ingeschakeld is. Terwijl de vuilvergaarbak omhoog staat, de hoofdborstel niet inschakelen.
Rijden met omhoog geplaatste vuilvergaarbak vermindert de stabiliteit van de machine. Breng de vuilvergaarbak dus pas omhoog wanneer u hem effectief wenst leeg te maken. Voor de vuilvergaarbak omhoog wordt gezet, dient de gebruiker na te gaan of er zich geen personen of voorwerpen achter of naast de machine bevinden. De vuilvergaarbak enkel omhoog brengen op een effen, horizontale ondergrond. Als de vuilvergaarbak omhoog staat, mag u slechts langzaam rijden.
Er mag zich niemand in de gevarenzone bevinden. Knel- en knijpgevaar! Voor de vuilvergaarbak omhoog of omlaag wordt gezet, dient u na te gaan of er een voldoende grote veiligheidsafstand is. De vuilvergaarbak mag slechts tot een maximaal vulvolume van 130 liter, maar niet meer dan 220 kg worden gevuld.
Tijdens het omhoog brengen van de vuilvergaarbak de machine niet bewegen.
De vuilvergaarbak moet regelmatig worden gereinigd. 32
Technische gegevens
4 Technische gegevens Afmetingen en gewicht Lengte met zijborstel
mm
1998
Breedte zonder zijborstel
mm
800
Breedte met 1 zijborstel
mm
1142
Breedte met 2 zijborstels
mm
1470
Hoogte inclusief bestuurdersstoel
mm
1520
Leeg gewicht
kg
735
Toel. totaal gewicht
kg
1395
Rijsnelheid - vooruit
km/h
0-8
Rijsnelheid - achteruit
km/h
0-4
Max. veegsnelheid (aanbevolen 4,0 km/h)
km/h
8,0
Hoofdborstel zonder / met 1 zijborstel
mm
800 / 1150
Hoofdborstel met 2 zijborstels
mm
1470
Theoretisch veegrendement met 1 of 2 zijborstels
m²/h
9200/11700
Theoretisch veegrendement zonder zijborstels
m²/h
6800
%
16
m²
5,0
aantal
1
Lengte / diameter
mm
800 / 430
Slijtagegrens
mm
350
omw/min
500+/-20
mm
50+10
Rij- en veegprestaties
Klimvermogen (max. 1 min) Filtersysteem Filteroppervlak Plaatfilter Hoofdborstel
Toerental Veegspiegel Aantal borstels
12 v-vormig
Standaard beborsteling Vloerafstand van dichtingsrubbers op borstelruimte Dichtingsrubbers, links / rechts / achter
PES mm
1/1/4 rust op de vloer
Dichtingsrubber, voor
33
Technische gegevens
Zijborstel Diameter
mm
600
Toerental
omw/min
85+/-4
Standaard beborsteling
PES
Vuilvergaarbak Vergaarbakvolume
liter
130
Aandrijfwiel Wielbekleding: D=300/B=100
Aandrijfwiel voor, PU-band
4.00-8
Volrubberen banden (achter) Hydraulisch systeem rijaandrijving
DTE 15 M (of een gelijkaardige olie)
Hydraulische olie, bijv. Mobiloil liter
13
bestelnr.
01133510
V
24
Rij-aandrijving (toegevoerd vermogen)
KW
1,875
Hoofdborstelaandrijving (toegevoerd vermogen)
KW
1,25
Zijborstelaandrijving (toegevoerd vermogen)
KW
1,25
Zuigeraandrijving (toegevoerd vermogen)
KW
1,25
Tankinhoud Oliefilterpatroon Elektrisch systeem Bedrijfspanning
Beschermingsgraad tegen binnendringen van water
IPX3
Geluidsemissiewaarde Het volgens DIN IEC 60335-2-72 berekende geluidsdrukniveau (LpA) aan het oor van de gebruiker bedraagt bij normale gebruiksomstandigheden:
dB (A)
71
Het volgens DIN IEC 60335-2-72 bij normale gebruiksomstandigheden en maximale volumestroom gemeten geluidsvermogensniveau (LwA) bedraagt:
dB (A)
88
34
Onderhoud en verzorging
5 Onderhoud en verzorging Algemeen Voor u verzorgings- en onderhoudswerken uitvoert, dient u absoluut rekening te houden met het hoofdstuk Veiligheidsinformatie! Als de door ons voorgeschreven onderhoudswerken worden uitgevoerd, bent u zeker steeds een bedrijfsklare machine ter beschikking te hebben. Dagelijkse en wekelijkse onderhouds- en herstellingswerken kunnen worden uitgevoerd door een daartoe opgeleide bestuurder; al het andere Hako-systeemonderhoud mag enkel worden uitgevoerd door geschoold en gekwalificeerd personeel. Neem contact op met de Hako-onderhoudsdienst of het Hako-filiaal in uw buurt. Als u hiermee geen rekening houdt en als daardoor schade ontstaat, vervalt elke aanspraak op de garantie. Vermeld bij alle vragen en bestellingen van wisselstukken altijd het serienummer, zie paragraaf 1.7 Kenplaatje.
5.1 Hako-systeemonderhoud Het Hako-systeemonderhoud: • waarborgt de betrouwbare werking van Hako-machines (preventief onderhoud) • beperkt de werkingskosten, herstellingskosten en kosten voor instandhouding tot een minimum • waarborgt een lange levensduur en de paraatheid van de machine. Het Hako-systeemonderhoud vermeldt in verschillende modules de uit te voeren speciale technische werken en definieert de intervallen voor het onderhoud. Voor de verschillende onderhoudssystemen zijn de te vervangen onderdelen vastgelegd en in ET-kits vervat. Hako-systeemonderhoud K: Door de klant uit te voeren werken aan de hand van de in de bedieningshandleiding beschreven verzorgings- en onderhoudsinstructies (dagelijks of wekelijks). Bij levering van de machine wordt de bestuurder/gebruiker vakkundig opgeleid. Hako-systeemonderhoud I: (na 50 bedrijfsuren - eenmalig) Uitvoering door de specialist van een erkende Hako-onderhoudsdienst. Hako-systeemonderhoud II: (om de 125 bedrijfsuren) Uitgevoerd door een specialist van een erkende Hako-onderhoudsdienst aan de hand van het voor de machine specifieke systeemonderhoud met ET-kit.
35
Onderhoud en verzorging
Hako-systeemonderhoud III: (om de 250 bedrijfsuren) Uitgevoerd door een specialist van een erkende Hako-onderhoudsdienst aan de hand van het voor de machine specifieke systeemonderhoud met ET-kit. Hako-systeemonderhoud S: (om de 500 bedrijfsuren veiligheidscontrole) Uitgevoerd door een specialist van een erkende Hako-onderhoudsdienst aan de hand van het voor de machine specifieke systeemonderhoud met ET-kit. Uitvoeren van alle wettelijk voorgeschreven veiligheidsrelevante controles overeenkomstig UVV-BGV-TÜV-VDE.
36
Onderhoud en verzorging
5.2 Onderhoudsattest Overhandiging Uitrusting Proefrit Overdracht aan klant Opleiding
HakoHakoHakosysteemonderhoud I systeemonderhoud II systeemonderhoud 50 bedrijfsuren 125 bedrijfsuren III Stempel werkplaats Stempel werkplaats 250 bedrijfsuren Stempel werkplaats
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
bij_________bedrijfsuren
bij_________bedrijfsuren
bij_________bedrijfsuren
bij_________bedrijfsuren
HakoHakoHakoHakosysteemonderhoud II systeemonderhoud systeemonderhoud II systeemonderhoud 375 bedrijfsuren 625 bedrijfsuren III+S III Stempel werkplaats Stempel werkplaats 500 bedrijfsuren 750 bedrijfsuren Stempel werkplaats
Stempel werkplaats
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
bij_________bedrijfsuren
bij _________bedrijfsuren
bij _________bedrijfsuren
bij _________bedrijfsuren
HakoHakoHakoHakosysteemonderhoud systeemonderhoud II systeemonderhoud systeemonderhoud II III+S 1125 bedrijfsuren III 875 bedrijfsuren Stempel werkplaats 1000 bedrijfsuren 1250 bedrijfsuren Stempel werkplaats
Stempel werkplaats
Stempel werkplaats
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
uitgevoerd op:
bij _________bedrijfsuren
bij _________bedrijfsuren
bij _________bedrijfsuren
bij _________bedrijfsuren
5.3 Onderhoudsschema Hako-systeemonderhoud klant Volgende onderhoudsintervallen moeten door de klant worden uitgevoerd. Activiteit Vuilvergaarbak controleren, eventueel leegmaken
Interval dagelijks o
Stoffilter afschudden
o
Proefrit en functietest
o
37
Onderhoud en verzorging Hako-systeemonderhoud klant Volgende onderhoudsintervallen moeten door de klant worden uitgevoerd. Activiteit Batterij controleren (zuurpeil), evt. gedestilleerd water bijvullen (enkel tegen het einde van het laadproces) Vuilvergaarbak: dichtingen controleren, evt. vervangen
Interval wekelijks o o
Hoofdborstel controleren op slijtage en vreemde voorwerpen, evt. bijregelen of vervangen Elektrisch systeem controleren
o
Hydraulisch oliepeil controleren, eventueel bijvullen
o
Zijborstel controleren op slijtage, evt. bijregelen of vervangen
o
Borstelschorten controleren op slijtage en beschadiging, evt. bijregelen of vervangen Visuele controle op olielekken (motor en hydraulisch systeem)
o
De machine reinigen
o
Proefrit en functietest
o
o
o
Hako-systeemonderhoud I Volgende onderhoudsintervallen moeten door een erkende Hako-onderhoudsdienst worden uitgevoerd. Activiteit
Filtersysteem op dichtheid controleren
Interval na 50 bedrijfsuren (eenmalig) o
Visuele controle V-riemen
o
Hydraulische oliefilter vervangen en ontbrekende olie bijvullen
o
Optische toestand van de machine controleren Proefrit en functietest
o o
38
Onderhoud en verzorging Hako-systeemonderhoud II Volgende onderhoudsintervallen moeten door een erkende Hako-onderhoudsdienst worden uitgevoerd. Activiteit
Interval om de 125 bedrijfsuren o
Batterijpolen reinigen Bedrijfs- en parkeerrem controleren, eventueel bijregelen
o
Peil hydraulische olie controleren
o
Veegspiegel controleren, evt. instellen (hoofd- en zijborstel) Borstelschort controleren, evt. corrigeren of vervangen
o o
Filtersysteem op dichtheid controleren
o
V-riemen controleren op slijtage en spanning, eventueel bijregelen Plaatfilter reinigen
o
Optische toestand van de machine controleren
o
Proefrit en functietest
o
o
Hako-systeemonderhoud III Volgende onderhoudsintervallen moeten door een erkende Hako-onderhoudsdienst worden uitgevoerd. Activiteit
Interval om de 250 bedrijfsuren
Alle onderhoudswerken volgens Hako-systeemonderhoud II
o
Spanning van de stuurketting controleren, eventueel bijregelen Loopvlakken van wielen controleren Plaatfilter vervangen
o
Hoogtelossing controleren (twee-handbediening)
o
Hydraulische slangen controleren, eventueel vervangen
o
Goede werking van stoelcontactschakelaar controleren
o
Kabels en stekkers controleren op beschadiging en op vaste zitting Koolborstels van de elektromotoren op vlotte werking en slijtage controleren, het koolstof van de motor verwijderen, evt. de koolborstels vervangen (Hako-onderhoudsdienst)
o
o o
o
39
Onderhoud en verzorging Hako-systeemonderhoud S (veiligheidscontrole) Volgende onderhoudsintervallen moeten minstens 1 keer per jaar door een erkende Hakoonderhoudsdienst worden uitgevoerd. Activiteit Alle onderhoudswerken volgens Hako-systeemonderhoud II en III Hydraulische olie en filter vervangen
Interval om de 500 bedrijfsuren o o
Bevestigingsschroeven (rem, stuursysteem en hoogtelossing) controleren, evt. aanspannen (veiligheidscontrole) Remsysteem controleren (veiligheidscontrole)
o
Stuursysteem controleren (veiligheidscontrole)
o
Proefrit en test van alle veiligheidsrelevante componenten
o
o
40
Onderhoud en verzorging
5.4 Batterijsysteem Sweepmaster B1200 RH
Aantal
Bestelnr.
4
7401
Batterijsysteem A: Blokbatterij 6 Volt/240 Ah, GiV onderhoudsvrij Kabelsets voor batterijaansluiting
6503
Lader 24 Volt/35A, variabele karakteristiek IUIola en IUIoU, 230 Volt wisselstroomaansluiting
4003
Batterijsysteem B: Trogbatterij 24 Volt/420 Ah, EPzS, met Aquamatik
7408
Lader 24 V/50 A, variabele karakteristiek IUIola en IUIoU, 230 V wisselstroomaansluiting
4008
Voor werken aan het elektrisch systeem moet u altijd de batterijstekker uittrekken. Als u aan batterijen werkt, met name bij het controleren van het zuurpeil, mag u geen open vuur gebruiken. In de laadomgeving moet voldoende ventilatie voorhanden zijn. Gemorst batterijzuur mag nooit zonder meer in de riolering terechtkomen, maar moet eerst worden geneutraliseerd. Hou rekening met de wettelijke bepalingen en de plaatselijke voorschriften. De batterijen mogen enkel worden opgeladen terwijl de stoelkap geopend is, anders kunnen er tijdens het laden explosieve gassen ontstaan.
41
Onderhoud en verzorging
5.4.1 Batterijalarm
Afb. 11 In de fabriek is het batterijalarm ingesteld op: Trogbatterij 420 Ah EPzS.
5.4.2 Laadtoestandsindicator Na het inschakelen van de sleutelschakelaar wordt de laadtoestand van de batterij aangegeven met een blokindicator (afb. 11/1). Tijdens de werking van de machine gaan de blokjes één voor één uit en geven zo altijd de actuele laadtoestand van de batterij aan. Kort voor de ontladingstoestand „batterij leeg“ knipperen de laatste twee blokjes (afb. 11/3). Om de batterij te beschermen tegen schadelijke ontlading, worden de veegaggregaten uitgeschakeld en wordt de rijsnelheid met 50% verminderd als de batterij leeg is. De rode LED (afb. 11/4) knippert. De vuilvergaarbak kan nog gedurende 3 minuten worden leeggemaakt, om bijv. een leegmaakproces te voltooien. Als deze tijd niet volstaat, kunt u, nadat u de machine opnieuw heeft gestart met de sleutelschakelaar, gedurende nogmaals 3 minuten de vuilvergaarbak leegmaken en de zijborstel omhoog brengen zonder de batterij op te laden. Afhankelijk van het gebruik van de machine kunnen de balkjes (afb. 11/3) van de laadtoestandsindicator sneller uitgaan; dit is normaal. De batterijindicator berekent voor elke gebruikssituatie de optimale batterijbenutting.
42
Onderhoud en verzorging
5.4.3 Bedrijfsurenteller Op het display (afb. 11/2) worden de bedrijfsuren van de machine aangegeven. De bedrijfsurenteller werkt enkel tijdens werk- en transportritten. Enkel de volle uren worden aangegeven. 5.4.4 Omschakeling naar een ander batterijtype Het batterijalarm mag enkel naar een ander batterijtype worden overgeschakeld door vakkundig personeel in daartoe erkende werkplaatsen. 5.4.5 Codering van de steekverbindingen De batterijstekkers op machines, batterijen en stationaire laders moeten met gekleurde codeerpennen volgens batterijtype en nominale spanning worden gecodeerd. De stekkers op de lader zijn in de fabriek gecodeerd volgens de laadkarakteristiek, zodat bij verandering van de laadkarakteristiek (volgens het type batterij) de stekkercodering moet worden gewijzigd. Stekkerbehuizing van laders: - Grijs voor natte batterijen - Groen voor onderhoudsvrije gel-batterijen Stekkerbehuizing van de machine: - Enkel geel voor beide batterijtypes Busbehuizing van de batterij: - Grijs voor natte batterijen - Groen voor onderhoudsvrije gel-batterijen
Elke zijde van de zeshoek vermeldt de nominale spanning voor stekkers (Opschrift staat op zijn kop)
Gemarkeerd volgens de nominale spanning voor bussen
De codeerpen verwisselen door het uiteinde samen te drukken met een punttang. Samendrukken om te monteren.
43
Onderhoud en verzorging De pen zo plaatsen, dat de nominale spanning leesbaar is door het venster in de behuizing. Voor bus en stekker altijd dezelfde nominale spanning. Voor het volledige systeem moeten de volgende drie voorwaarden vervuld zijn: 1. De spanningscodering moet gelijk zijn voor alle stekkers en bussen 2. Kleur van de codeerpen in de machine = geel 3. Kleur van de codeerpen Voor de machine in gebruik wordt genomen, moet de gebruikte batterij op de voorgeschreven wijze volledig worden opgeladen met een eerste lading. Hou daarbij rekening met de gebruiksaanwijzing bij de lader. Hako is niet aansprakelijk voor batterijschade ten gevolge van een gebrekkige eerste lading.
44
Onderhoud en verzorging Codeersysteem in de laadsteekinrichting voor natte en droge batterijen Voorbeeld 24 V
5.4.6 Plaats de batterij • Parkeer de machine en trek de sleutel uit. • Zet de machine vast met de parkeerrem. • Klap de stoelkap omhoog. • Plaats de batterijen langs boven in de batterijbak. (afb. 12/)
Afb. 12
45
Onderhoud en verzorging
Afb. 13 6 V/240 Ah, GiV onderhoudsvrij • De batterijen met de bijgeleverde kabels verbinden zoals in afb. 13 (zorg voor een goed contact) en de polen invetten. • Het batterijtype op het batterijalarm controleren, eventueel laten instellen. • Sluit de laadstekker van de batterijaansluitkabels aan op de laadkabel van de lader en voer de eerste oplading uit. • Na het opladen van de batterijen de laadstekker van de batterijen (afb. 13/1) verbinden met de toestelstekker. De elektrische aansluiting is tot stand gebracht en de Sweepmaster B1200 RH is gebruiksklaar. Als de instelling van het batterijtype op het batterijalarm niet correct is, dient u deze instelling onmiddellijk te laten uitvoeren door gespecialiseerd personeel in een daartoe bevoegde werkplaats.
Trogbatterij 24V/420 Ah, EpZS met Aquamatik 46
Onderhoud en verzorging Afb. 14
47
Onderhoud en verzorging Parkeer de machine en trek de sleutel uit. Zet de machine vast met de parkeerrem. Klap de stoelkap omhoog. Plaats de batterij. Sluit de laadstekker van de batterijaansluitkabels aan op de laadkabel van de lader en voer de eerste oplading uit. • Verbind na het opladen van de batterij de laadstekker van de batterijen met de toestelstekker.
• • • • •
Als de instelling van het batterijtype op het batterijalarm niet correct is, dient u deze instelling onmiddellijk te laten uitvoeren door gespecialiseerd personeel in een daartoe bevoegde werkplaats. Gebruik enkel toegelaten hef- en transportinrichtingen, bijv. hefharnas overeenkomstig VDI 3616. Hefhaken mogen geen beschadigingen veroorzaken aan cellen, verbindingen of aansluitkabels.
48
Onderhoud en verzorging
5.5 Veegeenheid 5.5.1 Hoofdborstel demonteren/monteren De hoofdborstel is toegankelijk aan de linker zijde van de machine en wordt als volgt vervangen: • De hoofdborstel omlaag zetten. • De sleutel uitrekken en de machine blokkeren met de parkeerrem. • De vergrendelingen (afb. 15/1) met de bijgeleverde vierkantsleutel openen (linksom draaien). • De afdekking (afb. 15/2) afnemen. • De kruisgreep (afb. 15/3) losmaken en verwijderen. • De hoofdborstelhouder (afb. 15/4) afnemen. • De knevel (afb. 15/5) ter ontgrendeling omhoog draaien. • De plaat met dichtingsrubber (afb. 15/6) afnemen. • De hoofdborstel (afb. 15/7) uittrekken. De montage van de hoofdborstel gebeurt in omgekeerde volgorde.
Afb. 15 49
Onderhoud en verzorging
5.5.2 Veegspiegel instellen De borstelslijtage kan dankzij een instelinrichting worden gecompenseerd. De hoofdborstel moet voor normaal gebruik en geringe slijtage als volgt worden ingesteld. De instelling van de borstel wordt gecontroleerd op een gladde en effen ondergrond: Voor de controle: Om de instelling van de hoofdborstel te controleren, een effen vlak met krijt markeren (ca. 1000 x 300 mm). De hoofdborstel over het gemarkeerde vlak rijden. De luchtdruk in de banden controleren (6 bar). Enkel bij luchtbanden. • Zet de machine vast met de parkeerrem. • Breng de hoofdborstel omlaag en laat hem korte tijd in die stand draaien. • Breng de hoofdborstel omhoog en rij de Sweepmaster B1200 RH iets vooruit. Als de hoofdborstel juist ingesteld is, moet een parallel veegspoor op de vloer zichtbaar zijn (veegspiegel). Bij de Sweepmaster B1200 RH moet de veegspiegel 70 mm breed zijn. De breedte van de veegspiegel wordt als volgt ingesteld met de kruisgreep (afb. 16/1): • Parkeer de machine en trek de sleutel uit. • Zet de parkeerrem aan. • Open de stoelkap. • Draai de kruisgreep (afb. 16/1) links = veegspiegel breder rechts = veegspiegel smaller (sticker borstelverstelling (afb. 16/2)). • Controleer de veegspiegel.
Afb. 16
50
Onderhoud en verzorging Per volledige omwenteling van het verstelwiel wordt de veegspiegel ca. 10 mm groter of kleiner
Als de veegspiegel wordt overschreden, is de hoofdborstel sneller versleten en wordt de aandrijving meer belast.
5.5.3 Dichtingsrubbers voor borstelruimte De perfecte toestand van de dichtingsrubbers is absoluut noodzakelijk voor een goede werking van de veegmachine, met name om de voorgeschreven onderdruk in de borstelruimte, een net veegbeeld en geringe slijtage van de dichtingsrubbers te verzekeren. Controleer de dichtingsrubbers op de borstelruimte regelmatig op slijtage en beschadiging. Defecte dichtingsrubbers onmiddellijk vervangen. De vloerafstand van de zijdelingse en achterste dichtingsrubbers kan worden ingesteld (langsgaten in de dichtingsrubbers). Vloerafstand: Zijdelings ca. 1mm Achter ca. 4mm De instelling moet worden uitgevoerd bij een banddruk van 6 bar. Het voorste dichtingsrubber (klapschort) is niet in de hoogte verstelbaar. Dit sleept op de vloer.
5.5.4 Zijborstel vervangen De zijborstel bevindt zich vooraan rechts op de machine (standaarduitvoering). De zijborstel wordt met de hendel (paragraaf 3.2.1, afb. 10/2) omhoog en omlaag gezet. Het pendelbereik van de zijborstelarm is begrensd door veerbelaste aanslagen. De aandrijving gebeurt door middel van een hydraulische motor. Voor speciale toepassingen kan links een tweede zijborstel worden gemonteerd. De zijborstel wordt als volgt gedemonteerd: • • • •
• Schakel de motor uit en trek de sleutel uit. Zet de machine vast met de parkeerrem. De zijborstel moet omhoog staan. Draai de centrale 6-kantschroef, onverliesbaar, (afb. 17/1) onder de borstel los. Neem de zijborstel af.
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde. Let tijdens de montage op de juiste zitting van de meenemer.
51
Onderhoud en verzorging
Afb. 17
52
Onderhoud en verzorging
5.5.5 Plaatfilter demonteren De plaatfilter wordt als volgt gedemonteerd: Parkeer de machine en trek de sleutel uit. Zet de machine vast met de parkeerrem. Maak de snelsluitingen (afb. 18/1) los en neem het deksel (afb. 18/2) af. Verwijder het deksel (afb. 18/3) van het filtersysteem. Draai de vleugelschroeven, 4 stuks, (afb. 18/4) los en verwijder ze. Klap het frame (afb. 18/5) omhoog en haak het in de aangegeven positie vast door de rubberbevestiging (afb. 18/6). • Neem de plaatfilter (afb. 18/7) uit. • • • • • •
De montage gebeurt in omgekeerde volgorde.
Afb. 18
53
Onderhoud en verzorging Filterruimte reinigen Plaatfilter controleren op beschadiging. Dichtingen controleren. Luchtrichting op plaatfilter controleren. Juiste zitting van plaatfilter in machineframe controleren.
5.5.6 Reiniging van de plaatfilter De plaatfilter (afb. 19/1) horizontaal vanaf een hoogte van ca. 1m op een gladde vloer laten vallen zoals aangegeven in afb. 19. De vuile zijde van de plaatfilter moet naar de vloer gericht zijn.
Vuile zijde
Vloerafstand ca. 1m
Vloer
Afb. 19 54
Onderhoud en verzorging
5.6 Hydraulisch systeem De hydraulische aggregaten zijn onderhoudsvrij. De onderhoudswerken zijn beperkt tot de controle van de hydraulische slangen en van het oliepeil en het vervangen van de olie en de oliefilter. Bij een regelmatige controle en periodiek onderhoud volgens het onderhoudsschema kunnen defecten vroegtijdig worden voorkomen. Het is aan te bevelen alle werken aan het hydraulisch systeem die voorbij eenvoudig onderhoud gaan, enkel te laten uitvoeren door een erkende Hakoonderhoudsdienst.
Afb. 20
5.6.1 Hydraulische olie controleren • • • • •
Parkeer de machine en trek de sleutel uit. Zet de machine vast met de parkeerrem. Maak de snelsluitingen (afb. 20/1) los en neem het deksel (afb. 20/2) af. Reinig de omgeving rond de peilstok. Trek de peilstok (afb. 20/3) uit. 55
Onderhoud en verzorging • Veeg af met een schone doek. • Steek het afsluitdeksel tot tegen de aanslag in. • Trek het afsluitdeksel met de peilstok (afb. 20/3) uit en lees het peil van de hydraulische olie af, vul evt. hydraulische olie bij.
5.6.2 Hydraulische olie bijvullen • Trek het afsluitdeksel met de peilstok (afb. 20/3) uit en lees het peil van de hydraulische olie af, zie paragraaf 5.6.1. • Om bij te vullen gebruikt u een geschikt vat met een gieter of trechter; beide moeten bestand zijn tegen olie. • Na het bijvullen dient u het oliepeil opnieuw te controleren. • Het oliepeil moet tussen de min- en max-markering (afb. 20) staan.
5.6.3 Hydraulische filter vervangen De hydraulische filter moet overeenkomstig het onderhoudsschema worden vervangen. Ga als volgt te werk om de hydraulische filter te vervangen: Parkeer de machine en trek de sleutel uit. Zet de machine vast met de parkeerrem. Open de stoelkap en draai de vleugelschroeven van de zijbeplating los en verwijder ze. Maak de hydraulische oliefilter (afb. 21/1) los door hem linksom te draaien en schroef hem af. • Schroef een nieuwe filter op, vul hem voordien met olie. • Rij een eindje met de machine. • Vul hydraulische olie bij tot het peil op de juiste hoogte staat. • Controleer het oliepeil. • • • •
Afb. 21 56
Onderhoud en verzorging
5.6.4 Hydraulische olie verversen De hydraulische olie moet overeenkomstig het onderhoudsschema worden ververst. Ga als volgt te werk om de hydraulische olie te verversen: • Breng de vuilvergaarbak (afb. 22/1) omhoog. • Parkeer de machine en trek de contactsleutel uit. • Zet de machine vast met de parkeerrem. • Plaats een opvangbak onder de aflaatschroef (afb. 22/2) (de aflaatschroef (afb. 22/2) bevindt zich onder het hydraulisch reservoir (afb. 22/3)) en demonteer de aflaatschroef (afb. 22/2). • Draai de schroef in, let op de O-ring. • Vul met hydraulische olie (zie paragraaf 5.6.2).
Afb. 22
57
Onderhoud en verzorging
5.7 V-riem Sweepmaster B1200 RH 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
V-riem voor afzuigsysteem (75 Hz) Spaninrichting voor afzuigsysteem V-riem voor hydraulische pomp (150 Hz) Spaninrichting voor hydraulische pomp V-riem voor hoofdborstel (75 Hz) Spanrolhefboom voor hoofdborstel V-riem voor hoofdborstelaandrijving (90 Hz) Spaninrichting voor hoofdborstelaandrijving
Afb. 23
58
Onderhoud en verzorging
5.8 Elektrisch systeem Sweepmaster B1200 RH F1 Rij-aandrijving (160A) F2 Voorz. sleutelschakelaar (15A) F3 Rijbesturing (10A) F4 Laadtoestandsindicator (5A) F5 Claxon/zijborstel links (optie) (7,5A) F6 Hefelement zijborstel (optie) (2A) F7 Filterbewaking/stuureenheid schudmotor (optie) (5A) F8 Stofzuiger (30A), optie F9 F10 Schijnwerper/achterlicht (10A) (optie) F11 Schijnwerper/waarschuwingsknipperlicht (11A) (optie) F12 Parkeerlicht/achterlicht links (5A), optie F13 Parkeerlicht/achterlicht rechts (5A), optie F14 Waarschuwingsknipperlicht (10A), optie F15 Remlicht (7,5A), optie F16 Schudmotor (35A) F17 F18 Hoofdborstelmotor (63A) F19 Blazer/hoogtelossingsmotor (63A)
Afb. 24
59
Onderhoud en verzorging K1 Hoofdcontactgever rijbesturing K2 Stuurkring K3 Hoofdborstelmotor K4 Zuigermotor/hoogtelossing K5 K6 K7 Aanzetvertraging filterbewaking K8 Schudmotor K9 Verlichting (optie) K10 Knipperrelais (optie) Batterijstekker (afb. 24/A)
Afb. 25
60
Onderhoud en verzorging
5.9 Speciale uitrusting en wisselstukken Benaming Bestuurderbeschermdak Zijborstelsteun links Zwaailicht Zwaailicht High Performance-filter Comfortzwenkstoel Volrubberen wielen Volrubberen wielen Verlichtingssysteem Verlichtingssysteem TÜV-rapport Vervang-hoofdborstel Vervang-hoofdborstel Vervang-zijborstel Vervang-zijborstel Vervang-zijborstel
Beschrijving Reeks Sweepmaster B1200 RH Met schotel, zonder borstel Voor bevestiging op het bestuurderbeschermdak Op stok Speciaal beklede uiterst fijne filter voor stofvrij vegen in probleemomgevingen Met instelbare vering Set defectvrije SE-Superelastic wielen 4.00-4 (2 achterwielen met velgen) Set defectvrije SE-Superelastic wielen 4.00-4, niet krijtend (2 achterwielen met velgen) Frontverlichtingssysteem om het werkterrein te verlichten Volgens StVZO, 24V Af fabriek Polyester Polyamide Polyester Perlon (PA 2) Perlon (PA 1,5)
Bestelnr. 6304 6315 6307 6308 zie wisselstukcatalogus 7093 6334 6335 6341 6310 9022 6318 6312 6415 6423 6414
61
EG-conformiteitsverklaring (overeenkomstig EG-richtlijn 2006/42/EG) Hako B.V. Industrieweg 7 NL-6673 DE ANDELST verklaart in eigen verantwoording dat het product Sweepmaster B1200 RH Type: 6300 waarop deze verklaring betrekking heeft, voldoet aan de desbetreffende fundamentele veiligheids- en gezondheidsvereisten van de EG-richtlijn 98/37/EG en de vereisten van 89/336/EEG en 2006/42/EG. Voor de vakkundige omzetting van de in de EG-richtlijnen vermelde veiligheids- en gezondheidsvereisten werd(en) volgende norm(en) en/of technische specificatie(s) gebruikt:
DIN EN 60335-2-72 DIN EN 61000-6-2 DIN EN 61000-6-3 Andelst, 23.12.2009
Bernd Heilmann Directie
62
Hako B.V. · Industrieweg 7 · 6673 DE ANDELST · Tel. +31(0)488 - 473333 · www.hako.nl ·
[email protected]
Individuele opgaven vragen om individuele oplossingen, afhankelijk van het te reinigen oppervlak of de plaats waar de machine ingezet gaat worden. Met de virtuele adviseur van Hako vindt u voor uw specifieke inzet de passende machine, eenvoudig op www.hako.nl. U kunt u natuurlijk ook persoonlijk laten adviseren door een van onze adviseurs.
Uw interactieve adviseur leidt u naar een passende machine