Maniok en Patatten Omgaan met diversiteit door Afrikaanse ogen Educatief pakket bij de dvd
Partners: •
Mwangaza vzw
•
Apimee vzw
•
Sering vzw
•
Antwerps Minderhedencentrum de8 vzw
•
Met dank aan de stad Antwerpen, cultuurdienst, en de Vlaamse overheid, Gelijke Kansen.
www.maniok-en-patatten.be
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
1
Inhoudstafel Inleiding ......................................................................................................................... 4 Hoe dvd bestellen? .......................................................................................................... 6
DEEL I. Scènes, vaardigheden en werkvormen. ..................................................7 1. Problemen op school!................................................................................................... 8 Vaardigheid 1 .............................................................................................................. 8 Werkvorm: Kijk naar mij als ik spreek! .......................................................................... 9 2. Dit is mijn kleur ......................................................................................................... 11 Vaardigheid 2 ............................................................................................................ 12 Werkvorm: Wie is beter dan wie? ............................................................................... 12 Vaardigheid 3 ............................................................................................................ 12 Werkvorm: ‘Wie zijn ik?’............................................................................................. 14 Extra werkvorm: De Oriënt Express ............................................................................ 17 3. Samen eten............................................................................................................... 20 Vaardigheid 4 ............................................................................................................ 23 Werkvorm: Ade en Mieke ........................................................................................... 21 Extra werkvorm: ‘Zie jij wat ik zie?’ ............................................................................. 23 Vaardigheid 5 ............................................................................................................ 23 Werkvorm: Wat hebben we gemeen? ......................................................................... 25 4. O dierbaar België ....................................................................................................... 27 Vaardigheid 6 ............................................................................................................ 28 Werkvorm: ‘Een antwoord geven op racisme.’ ............................................................. 28 5. Kindermishandeling? .................................................................................................. 31 Vaardigheid 7 ............................................................................................................ 32 Werkvorm: Het eiland ................................................................................................ 32 Vaardigheid 8 ............................................................................................................ 38 Werkvorm: Aan welke kant sta jij?.............................................................................. 38
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
2
DEEL II. Begrippen............................................................................................ 40
DEEL III. Bijlagen ............................................................................................. 47 Bijlage 1. Afrikaanse jongeren in België....................................................................... 48 Bijlage 2. Communiceren kan je leren ......................................................................... 53 Bijlage 3. Papa, mama en de kinderen ........................................................................ 58 Bijlage 4. Zoals ogen ................................................................................................. 62 Bijlage 5. Maniok en Moambe ..................................................................................... 65 Bijlage 6. Congo actualiteit......................................................................................... 68 Bijlage 7. Congo Geschiedenis .................................................................................... 73 Bijlage 8. De hoogvlaktes ........................................................................................... 78 Bijlage 9. Volkslied België en Congo............................................................................ 82 Bijlage 10. Propaganda via schoolboeken .................................................................... 85 Bijlage 11. Medicijnmannen........................................................................................ 88 Bijlage 12. Aids.......................................................................................................... 91 Bijlage 13. Biopiraterij................................................................................................ 93
De competentie ‘omgaan met diversiteit’ ......................................................... 96
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
3
Inleiding Dit educatief pakket helpt om sociale en culturele vaardigheden te ontwikkelen om om te gaan met diversiteit. De competentie ‘omgaan met diversiteit’ brengen we in de praktijk via acht vaardigheden.
De inhoud van het pakket • • • •
•
1 competentie: omgaan met diversiteit. 8 vaardigheden: om dit brede en abstracte begrip in praktijk te brengen. werkvormen: bij elke vaardigheid hoort een werkvorm die dient om de vaardigheid duidelijk te maken aan een groep en ze in te oefenen. 1 dvd: het pakket zoemt in op 5 scénes uit de dvd. Bij deze 5 scènes werken we telkens 1 of 2 vaardigheden uit. Het staat je natuurlijk vrij om ook andere vaardigheden te koppelen aan een bepaalde scène. Want de vaardigheden zijn in realiteit verschillende aspecten van een bepaald gedrag. Ze lopen door elkaar. De website www.maniok-en-patatten.be: op de website vind je al het materiaal om met de dvd aan de slag te gaan, contactgegevens en historiek van het project.
Hoe eraan beginnen? Bekijk de dvd. De beelden spreken voor zich. Geniet van de verhalen van mama Véronique, mama Lauraine en mama Elisabeth. Kijk mee door hun Afrikaanse ogen, laat je meeslepen door hun enthousiasme en humor. En leer uit hun scherpe observaties en confronterende vragen. Stel jezelf in vraag.
Achtergrond en oefeningen. Als je daarna meer achtergrond wil, vind je in dit educatief pakket het aansluitende theoretische kader. Als je met het beeldmateriaal aan de slag wil met een klas of andere groep, dan bieden we je enkele werkvormen aan.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
4
Leren omgaan met diversiteit Omgaan met diversiteit. Het klinkt simpel en vaag tegelijkertijd. Wat wij zo gemakkelijk als omgaan met diversiteit benoemen, is alleen een beknopte samenvatting van een complexe competentie met verscheidene niveaus. Want hoe wil je omgaan met diversiteit? Wat wil je ermee bereiken? Je kan diversiteit erkennen en aanvaarden. Maar je kan ook manieren zoeken om er constructief en effectief mee aan de slag te gaan. Als je door je diverse woonbuurt loopt, kan het volstaan om al wat je hoort en ziet te aanvaarden, te nemen zoals het is. Maar als je met een multiculturele groep ouders een schoolfeest plant, moet je je constructieve vaardigheden inzetten. Hoewel omgaan met diversiteit een complexe competentie is, willen we één vaardigheid benadrukken: de dialoog. Een open en respectvolle dialoog kunnen voeren, is de basis van omgaan met diversiteit. Want telkens weer hebben mensen de dialoog nodig om elkaar te begrijpen, misverstanden op te lossen, een stap verder te raken. In wezen gaat het hier niet om iets bijzonders. Een goede dialoog betekent actief luisteren, geïnteresseerd vragen stellen en bereid zijn om je eigen standpunten in vraag te stellen. Leren omgaan met diversiteit is een permanent proces. Als je alle scènes en oefeningen van de dvd en het educatief pakket hebt doorlopen, ben je nog niet volleerd. De samenleving is dynamisch, culturen zijn niet af te bakenen en bovendien is elk individu verschillend. Je succesvolle aanpak van vandaag, kan morgen vastlopen in onbegrip en misverstanden. De belangrijkste leerschool voor je interculturele vaardigheden blijven daarom de dagelijkse contacten.
Waarom inspanningen doen om actiever om te gaan met diversiteit? Nieuw samengestelde gezinnen, holebi's, thuiswerkende vaders en carrièremoeders, mensen van andere herkomst… Elke persoon heeft zijn eigenheid, zijn geschiedenis. Diversiteit komen we elke dag tegen. We zitten er middenin, of we nu willen of niet. Toch aarzelen we om ons echt open te stellen voor diversiteit in de samenleving. Uit angst om onze eigenheid te verliezen. Uit angst voor de onvoorziene complexiteit die op ons af komt. Maar op een bepaald moment kan je niet terug. Diversiteit is een feit. We kunnen er beter mee leren omgaan in plaats van het thema zoveel mogelijk uit de weg te gaan. Hoever we hierin gaan, kiezen we binnen het kader van de wettelijke bepalingen, gangbare waarden en normen en economische belangen. Algemeen kunnen we die argumenten indelen in drie groepen: moreel-ethische, juridische en economische argumenten. •
Moreel-ethisch. Vanuit aandacht voor sociale ongelijkheid zetten mensen zich in voor gelijke kansen en een meer rechtvaardige verdeling van middelen. Heel wat organisaties, scholen, verenigingen… willen hierin hun verantwoordelijkheid nemen. Ze werken aan gelijke kansen voor een divers publiek. Maar echte gelijke kansen
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
5
kan je pas realiseren als je inzicht hebt in wat diversiteit betekent, als je mensen in hun totaliteit benadert en niet vastpint op groepskenmerken of stereotypen. •
Juridisch. De overheid heeft een wet- en regelgeving rond discriminatie en diversiteit ontwikkeld om ongelijkheid tussen minderheid en meerderheid weg te werken. Organisaties hebben soms aandacht voor diversiteit omdat de wet hen ertoe stimuleert of verplicht.
•
Economisch. Meer en meer raken organisaties ervan overtuigd dat diversiteit ook effect heeft op kwaliteit en rentabiliteit. Aandacht voor diversiteit kan zorgen voor een groter cliëntenbestand. Een diverse groep medewerkers leidt vaak tot creativiteit, brengt verschillende perspectieven in huis en vormt een goede voedingsbodem om complexe problemen op te lossen.
Deze drie invalshoeken staan met elkaar in verband. Meer en meer kiezen mensen voor organisaties die zich moreel-ethisch gedragen. Bedrijven die diversiteit respecteren komen positief in het nieuws waardoor hun imago en reputatie klanten en potentiële werknemers aantrekken.
Bronvermeldingen werkvormen Oomkes, Frank R., Training als beroep, deel 3 oefenen van interculturele vaardigheden, Meppel: Boom, 2005. http://www.vormen.org/educatie/ • http://www.vormen.org/AllemaalAnders/ (september 2008) • http://www.vormen.org/Kompas/ (september 2008)
Hoe dvd bestellen? De dvd (Nederlands en Frans gesproken, met ondertiteling) kost 15 euro + 3 euro verzendingskosten. Stuur een mail naar
[email protected] met je naam, organisatie, adres, aantal exemplaren. Na ontvangst van 18 euro op het rekeningnummer van vzw de8 (001-1852112-70) met de vermelding “dvd + maniok + naam” krijg je de dvd opgestuurd. Meer informatie vindt u op www.maniok-en-patatten.be
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
6
Maniok en Patatten Omgaan met diversiteit door Afrikaanse ogen DEEL I. Scènes, vaardigheden en werkvormen.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
7
1. Problemen op school! Een Afrikaanse jongen zorgt al een tijdje voor problemen in de klas. De leerkracht geeft hem een uitbrander en nodigt daarna de ouders uit. De moeder komt samen met twee zussen van de vader. De leerkracht wil de vader zelf zien en laat dat duidelijk merken. Op weg naar huis krijgt de moeder heel wat kritiek te verwerken van de schoonzussen waardoor ze zich helemaal ontredderd voelt. Een van de tantes neemt thuis de jongen onder handen, maar hij kent zijn rechten en belt de politie wegens mishandeling. De politie komt langs en de jongen triomfeert. Zowel de moeder, de tantes als de juf zijn bezorgd om de jongen. De moeder voelt zich verloren, ze is hopeloos op zoek naar steun maar krijgt alleen kritiek. De tantes voelen zich heel verantwoordelijk voor de zoon van hun broer en willen in hun rol als ‘tweede papa’ erkend worden. De leerkracht is ten einde raad omdat ze geen vat krijgt op de jongen. Onze eigen manier van denken en handelen is niet de enige juiste. Als we tot een oplossing van een probleem willen komen, moeten we leren om het gebeuren ook te bekijken vanuit het perspectief van de andere. Ook onze eigen stijl van communiceren kan anders overkomen dan we zelf bedoelen. Pas als we ons hiervan bewust worden, kunnen we er ook aan werken.
Vaardigheid 1
Je kent je eigen communicatiestijl en weet hoe anderen die ervaren. Naast de inhoud voegt ook de manier van communiceren veel toe aan de dialoog. Tot de non-verbale communicatie behoren houding, gezichtsuitdrukkingen en stemintonatie, maar ook symbolen, kledij, locatie,... Lichaamstaal gebruiken we altijd. Je kan niet niet communiceren. Iemand aankijken betekent al iets heel anders dan iemand niet aankijken. Onderzoekers schatten dat minstens 70% van de communicatie tussen mensen gebeurt via stemintonatie en lichaamstaal. Communicatiestijlen zijn persoonlijk en tegelijk beïnvloed door je sociale en culturele achtergrond. Ze maken deel uit van je referentiekader. Weet dat communicatiestijlen daarom belangrijk zijn in het omgaan met diversiteit. Theorieën of indelingen van communicatiestijlen helpen om inzicht te verwerven in je eigen communicatiestijl. Maar vooral reacties van anderen leveren waardevolle informatie op. Als je weet welk effect je communicatiestijl op anderen heeft, kan je ermee rekening houden. Je kan je dan beter voorbereiden op niet-bedoelde effecten van je communicatie. Zeker in moeilijke situaties, wanneer je een negatieve boodschap moet brengen, maakt de wijze van communiceren het verschil.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
8
Vaardigheid 1
Werkvorm: Kijk naar mij als ik spreek!
Doelstellingen: • Laten zien dat er tussen culturen belangrijke verschillen in non-verbaal gedrag bestaan, vb. op gebied van afstand houden, aanraken en aankijken. • Deelnemers de verwarring en misverstanden leren ervaren die zich kunnen voordoen als deze gedragingen verkeerd beoordeeld worden. • De deelnemers zich laten bewust worden van hun eigen communicatiestijl.
Groepsgrootte: vanaf 10, liefst even aantal deelnemers Tijd: 60 min. Wat heb je nodig: Twee gescheiden ruimtes
Verloop Je leidt de oefening in en legt uit dat het over culturele verschillen gaat. Je vernoemt het onderwerp ‘non-verbale communicatie’ niet, omdat het effect van de oefening dan verloren gaat. De groep wordt gesplitst in 2 groepen van dezelfde grootte: A en B. Bij multiculturele groepen moet bij de verdeling gezorgd worden dat elk lid van groep A aan iemand uit een andere cultuur in groep B kan gekoppeld worden. Maak op voorhand een lijst op van de geplande discussieparen. Bij monoculturele groepen maakt de verdeling niet uit. Groep A vertrekt naar een andere ruimte.
1 - Aan de leden van groep A vertel je dat zij door iemand uit groep B als gesprekspartner zullen worden gekozen. Zij zullen 5 minuten met hun partner praten. Het onderwerp zal door de leden van groep B bepaald worden en zal te maken hebben met interculturele verschillen. - De leden van groep A mogen gedurende het hele gesprek niet verder dan 30 cm van hun gesprekspartner staan of zitten. Zij moeten de ander ook vaak aanraken. Bij het begin van het gesprek leggen ze een hand op de schouder of arm van hun partner, of, als ze zitten, op zijn knie. Ze oefenen dit gedrag onderling gedurende 10 minuten. - Aan de leden van groep B vertel je dat zij 5 minuten met de leden van subgroep A zullen praten. Als de groep multicultureel is, krijgen zij een lijst van de discussieparen. B-leden kunnen A-leden vragen stellen over een aspect van hun cultuur. Als de groep monocultureel is, kiezen de leden van groep B naar eigen goeddunken een partner uit groep A en kunnen ze praten over hun ervaringen met mensen uit andere culturen.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
9
- Groep B krijgt 10 minuten tijd om een korte lijst op te stellen met gespreksonderwerpen op het gebied van interculturele verschillen. Mogelijke onderwerpen zijn: de behandeling van vrouwen, meningen over werk en vrije tijd, godsdienstige overtuigingen, de positie van bejaarden, de opvoeding van kinderen. Elk lid van groep B kiest een onderwerp uit de lijst.
2 De 2 subgroepen komen bij elkaar en beginnen te converseren. Je observeert de gesprekken. Na 5 minuten beëindig je de conversaties en je vraagt aan de 2 groepen om terug te keren naar hun lokalen voor een volgende opdracht.
3 Aan de leden van groep A vraag je om gedurende 5 minuten een gesprek in te oefenen zonder enig oog- en lichamelijk contact. Ze mogen overal naar kijken, maar niet in de ogen van de ander. Ze kunnen zich concentreren op de mond van de ander of een denkbeeldig punt boven zijn schouder. De afstand tussen de gesprekspartners mag niet kleiner zijn dan 80 cm.
4 De 2 groepen komen terug bijeen en spreken weer met hun partner uit de eerste ronde. Je observeert de gesprekken en na 5 minuten vraag je hen om te stoppen.
Nabespreking Eerst vraag je aan groep B of zij tijdens de gespreksrondes iets merkwaardigs hebben opgemerkt. Vervolgens vraag je aan alle deelnemers welke gevoelens bij hen opkwamen door zeer dicht bij elkaar te staan en elkaar aan te raken. Welke gevoelens kwamen bij hen op toen ze ver van elkaar stonden en er geen oogcontact was? Vonden de leden van groep A het moeilijk of gênant om deze opdracht uit te voeren? Waarom? Hadden hun partners de neiging om terug te deinzen toen ze zo dicht stonden? Had het aanraken een reactie tot gevolg? Stokte het gesprek door het gebrek aan oogcontact? Had men de neiging om dichter bij elkaar te komen in het tweede gesprek? Welke communicatie vinden de deelnemers het meest comfortabel voor zichzelf? Kunnen zij voorbeelden geven van specifieke verschillen in non-verbaal gedrag bij mensen die ze kennen?
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
10
2. Dit is mijn kleur Een kind vraagt aan een Afrikaanse vrouw op de bus waarom ze zo vuil is. Anders zijn lokt reactie uit, soms onschuldig, vaak kwetsend. Vanwaar komen die reacties? Hoe ga je ermee om? Een klein kind kijkt vanuit een eigen, nog beperkt referentiekader, naar de wereld. Is de reactie spontaan bij het zien van de zwart Afrikaanse vrouw of heeft het kind de uitdrukking ‘vuile zwarte’ al eerder horen vallen? De Afrikaanse vrouw reageert met een open positieve blik op het kind: ‘Dit is mijn kleur!’ Ze had zich ook verontwaardigd en beledigd kunnen voelen over deze reactie. Het gaat erom dat we allemaal verschillend zijn en toch ook gelijk. We nemen onszelf, onze eigen gewoonten, onze eigen manier van doen als standaard. Zelfs al weten we al lang niet meer waarom we het zo doen. Bij iemand die er anders uitziet of zich anders gedraagt, voelen we ons onwennig. Dit ongemakkelijke gevoel stuurt dikwijls onze attitude in negatieve zin: we geven een negatief waardeoordeel aan het anders zijn.
Vaardigheid 2
Je ziet diversiteit als een normaal fenomeen waar iedereen dagelijks in verschillende situaties mee te maken krijgt en je geeft geen waardeoordeel aan verschillen.
Diversiteit is eigen aan de samenleving. Diversiteit zit vervat in iedere ontmoeting tussen mensen. Maniok en patatten vertrekt vanuit de etnischculturele diversiteit en portretteert deze in dagdagelijkse situaties. Want tijdens dagelijkse contacten vervaagt het belang van etniciteit en ervaar je de brede diversiteit, de verschillen tussen mensen en in mensen. Iedere persoon verzamelt een reeks deelidentiteiten. Een allochtone vrouw van Afrikaanse herkomst kan bijvoorbeeld tegelijk moeder, schooljuffrouw en alleenstaand zijn. Ze houdt van jazzmuziek, is katholiek en stemt al jaren voor een conservatieve partij. Deelidentiteiten leggen verbanden tussen mensen. Deelidentiteiten brengen gelijkenissen en verschillen tussen mensen naar boven en creëren zo tal van subgroepen. Ze brengen mensen samen met telkens andere mensen. Zo gaat diversiteit uiteindelijk over de diversiteit in iedere persoon. Wie kijkt naar diversiteit als een opeenstapeling van deelidentiteiten in iedere persoon en dus in zichzelf, geeft geen waardeoordeel meer aan verschillen.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
11
Vaardigheid 2
Werkvorm: Wie is beter dan wie?
Doelstellingen: •
Leren zien dat verschillen, zowel uiterlijk als in gedrag, normaal zijn en dat mensen daardoor niet meer of minder waard zijn.
Tijd: 60 min. Groepsgrootte: vanaf 8 deelnemers Wat heb je nodig: een ruim lokaal
Verloop Leg uit dat het de bedoeling is om te praten over ervaringen waarbij de deelnemers anders waren en anderen een negatief waardeoordeel toekenden aan dat verschil. In de groep wordt gepraat over het kwetsende en onrechtvaardige karakter van dat waardeoordeel. Deze oefening doe je in twee stappen: eerst met een gemakkelijke ervaring, over uiterlijkheden. Daarna ga je naar een meer complexe ervaring, over manier van handelen.
1 Uiterlijke verschillen en waardeoordelen De deelnemers denken 5 minuten na over een moment waarop zij beoordeeld werden op hun anders-zijn. Wanneer kregen zij een negatieve reactie omwille van uiterlijkheden, zoals huidskleur, dikker of dunner zijn, een bril, andere kleren, …? Mogelijke vragen: • In welk opzicht zag je er anders uit? • Hoe lieten de anderen hun waardeoordeel merken? • Waarom vond je hun reactie kwetsend? • Waarom was hun waardeoordeel onterecht? Daarna vertellen de deelnemers gedurende 10 minuten per twee hun ervaring aan elkaar. Ter afronding vraag je aan enkele deelnemers om hun ervaring aan de groep te vertellen. In groepen waar uiterlijkheden een grote rol spelen, kan je deze eerste oefening grondig uitdiepen. Tieners zijn soms ongenadig voor verschillen, wie er anders uitziet telt niet
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
12
mee. Hoe diep gaat hun waardeoordeel? Hoe ernstig kunnen de gevolgen zijn? In andere groepen zal vooral de tweede oefening interessante discussies uitlokken.
2 Verschil in gedrag en waardeoordelen Een andere aanpak hoeft niet altijd beter of slechter te zijn. Vaak oordelen we te snel over afwijkend gedrag. De deelnemers denken 5 minuten na over een ervaring waarbij zij een andere manier van aanpakken eerst afkeurden en daarna aanvaardden. Het kan gaan over dagdagelijkse handelingen zoals een groepswerk maken, samen een wijkfeest organiseren, een uitstap plannen. Mogelijke vragen: • Wat deed iemand op een andere manier? • Waarom vond je dat eerst geen goede aanpak? • Wat deed je van gedacht veranderen? • Hoe moeilijk was het voor je om de andere aanpak werkelijk te aanvaarden? Daarna vertellen de deelnemers gedurende 10 minuten per twee hun ervaring aan elkaar. Ter afronding vraag ja aan enkele deelnemers om hun ervaring aan de groep te vertellen.
Tips voor de begeleider Het is heel belangrijk dat er voor dit gesprek voldoende vertrouwen heerst in de groep. Iedereen moet met respect behandeld worden en niemand mag zich gedwongen voelen om dingen te vertellen waarbij hij/zij zich ongemakkelijk voelt. Houd er rekening mee dat deze activiteit allerlei emoties kan naar boven brengen. Zorg ervoor dat deelnemers opgevangen worden die het moeilijk krijgen.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
13
Vaardigheid 3
Je beschouwt de ander als een uniek persoon en stopt mensen niet in hokjes. Je gebruikt geen stereotypen.
Iedere persoon omvat een unieke opeenstapeling van deelidentiteiten. Daardoor schiet iedere veralgemening te kort. Geen enkel individu past precies in een hokje. Verwacht niet van mensen dat ze voldoen aan de stereotypen van de groepen waartoe ze behoren. Een groep is immers niet meer dan een veralgemening van kenmerken, handig in het dagelijkse taalgebruik. Een groep draagt een gemiddeld profiel dat in de praktijk geen enkele mens past. De ene moslim gaat dagelijks naar de moskee, een andere enkel in de ramadan, een derde nooit. De ene katholiek gaat dagelijks naar de kerk, de andere enkel met Kerstmis en Pasen, een derde nooit. Laat je gedrag of denkwijze dus niet leiden door stereotypen. Wees voorzichtig met groepsprofielen en weet dat geen enkel persoon daar helemaal aan beantwoordt.
Vaardigheid 3
Werkvorm: ‘Wie zijn ik?’
Doelstellingen: • • • •
Ons bewust leren worden van onze eigen identiteit en van die van anderen. Leren zien dat iedere persoon meerdere deelidentiteiten heeft. Zoeken wat we gemeenschappelijk hebben met anderen. Inzien dat stereotypen afbreuk doen aan onze identiteit.
Groepsgrootte: vanaf 8 deelnemers Tijd: 30 min. Wat heb je nodig: gekleurde balpennen en stiften, indien mogelijk, 1 kleur per deelnemer 1 blad papier per deelnemer flip-over met stiften
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
14
Verloop
1 Wie ben (zijn) ik? Vraag de deelnemers om paren te vormen. Ze doen hierbij alsof ze vreemden zijn voor elkaar en stellen zich aan elkaar voor aan de hand van volgende items: naam, leeftijd, geslacht, nationaliteit, familiale positie, godsdienst, gender, etniciteit, beroep/studie, muzieksmaak, hobby’s, beoefende sporten, algemene voorkeuren en afkeuren, enz. Je kan jezelf als voorbeeld geven, of een denkbeeldige persoon gebruiken. Bijvoorbeeld: Ade, vrouw, Congolese, moeder, echtgenote, verpleegster, reiziger, houdt van dansen. Deel bladen papier en kleurstiften/pennen uit. Het doel van het geven van 1 kleur per deelnemer is te benadrukken dat iedereen uniek is en dat de groep bestaat uit een regenboog van identiteiten. Als je een grote groep hebt en twee of meer mensen gebruiken dezelfde kleur, vraag hen dan om elk een eigen schrijfstijl te gebruiken.
2 De deelnemers tekenen een ster Vraag aan de deelnemers om een ster met een tiental stralen te tekenen. Deze ster stelt hun identiteit voor. Midden in de ster schrijven ze hun naam en in elke straal schrijven ze een belangrijk aspect van hun identiteit. Je kan vragen om in hun ster langere of kortere stralen te tekenen naargelang ze het betreffende aspect van hun identiteit belangrijker of minder belangrijk vinden.
3 Wat hebben we met elkaar gemeen? Vraag de deelnemers om de andere sterren te bekijken. Wanneer ze iemand vinden met dezelfde straal, dan schrijven ze de naam van die persoon bij de straal van hun eigen ster. Bijvoorbeeld: als Jan en Denzel allebei een ‘hiphopper’-straal hebben, dan schrijven ze elk de naam van de andere naast hun straal. Geef de groep hiervoor 15 minuten.
4 Gemeenschappelijkheden en stereotypen Vraag aan de deelnemers om op basis van gemeenschappelijkheden groepjes te vormen. De groepjes bespreken welke stereotype kenmerken aan hun groep worden toegekend en schrijven die op een grote flap. Enkele mogelijkheden: • Alle vrouwen zijn ... • Alle moslims zijn … • Alle hiphoppers zijn … • Alle scouts/chiro zijn … www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
15
Nabespreking Mogelijke vragen: Wat hebben de deelnemers over zichzelf geleerd? Hadden ze het moeilijk om te kiezen welke hun meest belangrijke karakteristieken waren? Waren de deelnemers verrast toen ze de andere sterren zagen? Welke aspecten waren gemeenschappelijk voor verschillende mensen, welke waren uniek? Hadden ze meer of minder gemeenschappelijk dan verwacht? Wat vinden de deelnemers van de verscheidenheid in de groep? Vinden ze dat dit de groep interessanter maakt of wordt het hierdoor juist moeilijker om samen te werken? Welk gevoel geeft het om tot een bepaalde groep te behoren? Heb je er last van om vastgepind te worden op de stereotypen die er leven over je groep? Maak de terugkoppeling van de stereotypen naar de individuele sterren: ‘Het is belangrijk om mensen in hun totaliteit te benaderen!’
Mogelijk vervolg Eindig met een brainstorm in de hele groep over de aspecten van hun identiteit. Onderscheid de kenmerken waarmee ze geboren zijn en die waarvoor ze zelf hebben gekozen. Schrijf ze op in twee kolommen op een groot blad papier. • •
Aspecten van je identiteit waarmee je geboren wordt: geslacht, leeftijd, grootte, kleur van je ogen. Aspecten van je identiteit die je kan kiezen: naam, vrienden, werk, lidmaatschap in een politieke partij, favoriete muziek, kledingstijl, het voetbalteam waarvoor je supportert, waar je woont.
Sommige aspecten kunnen aanleiding geven tot discussie zoals nationaliteit, gender en seksualiteit, religie, lidmaatschap van een minderheid. In welke mate vinden de deelnemers dat ze vrij zijn om hun identiteit zelf te bepalen? Vraag de deelnemers welke aspecten van hun identiteit veranderden gedurende hun leven, misschien zijn het net die aspecten die ze als vaststaand beschouwden.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
16
Vaardigheid 3
Extra werkvorm: De Oriënt Express
Doelstellingen • • •
Stereotypen en vooroordelen die in de groep leven blootleggen. Nadenken over het beeld dat je hebt van minderheden. Leren om het gedrag van anderen vanuit de verschillende mogelijke perspectieven te bekijken en om op zoek te gaan naar de positieve redenen van andermans gedrag.
Tijd: ’60-‘70 Groepsgrootte: vanaf 8 deelnemers Wat heb je nodig: - kopieën van het scenario - balpen of potlood voor elke deelnemer - fiche met scenario
Verloop Vertel de deelnemers dat ze op wereldreis gaan. Ze beginnen de reis met een lange treinrit van 12 dagen met de Orient Express naar Peking. In de coupé waarin ze zitten is nog plaats voor 3 mensen, er staan echter nog 12 mensen op het perron. De deelnemer mag zelf kiezen wie hij in zijn coupé wil en wie niet.
1 Je neemt het lijstje met personen samen met de deelnemers door (zie scenario). Iedereen krijgt 10 minuten om voor zichzelf uit te maken welke 3 personen wel mee mogen en welke 3 zeker niet. Daarbij is het belangrijk dat de deelnemers kunnen motiveren waarom ze iemand wel of niet meenemen.
2 Je zet de deelnemers samen in groepjes van 4 à 5 en laat hen 10 minuten stilstaan bij volgende vragen: • •
Wie neemt wie mee? Waarom? Zijn er veel gelijkenissen of heeft iedereen een verschillende keuze gemaakt?
Laat iedere groep een lijst maken met de 3 mensen die wel mee mogen en de 3 die niet mee mogen. Ook hier is het belangrijk dat de groep kan staven waarom ze juist die personen kiezen. Ze krijgen hiervoor opnieuw 10 minuten.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
17
Nabespreking De groepjes stellen kort aan elkaar voor wie mee mag en wie niet, en ze motiveren hun keuze. Bespreek dan de verschillende resultaten aan de hand van volgende richtvragen: • • • • •
Was er over sommige mensen snel consensus? Waarom? Welke personen leverden het meest discussie op? Waarom? Welke factoren hebben de doorslag gegeven om te komen tot een beslissing binnen de groep? Waarom hebben ze juist die mensen in hun groep gekozen? Waarom andere dan weer niet? Zijn er tussen de groepen opvallende verschillen of overeenkomsten?
Mogelijk vervolg Je kan de discussie afsluiten door verder in te gaan op volgende vragen: • • • •
In welke mate is de voorgestelde situatie realistisch? Heeft iemand van de groep zo’n situatie al eens meegemaakt? Hoe zou het zijn om zelf tussen de geweigerde personen te staan? Welke stereotypen of vooroordelen zijn hier naar voor gekomen? Hoe komen we tot deze beelden?
Tips voor de begeleider Het kan zijn dat een groep niet tot een gezamenlijke lijst komt. Benadruk dit aspect van de activiteit niet teveel omdat het misschien kan leiden tot een valse consensus. Het is interessanter om te kijken waarom het zo moeilijk is om tot een consensus te komen. Het is belangrijk dat mensen elkaar niet aanvallen omwille van een persoonlijk standpunt en dat iedereen elkaars mening respecteert. Als sommige beslissingen twijfelachtig van aard zijn, is het beter de reden waarom te bespreken dan de persoonlijke beslissing in vraag te stellen. Volgende vragen zijn belangrijk: • Van waar komen vooroordelen? • Hoe kunnen we omgaan met vooroordelen? Een beperking bij deze oefening is dat de beschrijving van de personen beknopt is. Er is maar weinig geweten over de persoonlijkheid en de achtergrond van deze mensen. Maar is dat niet de manier waarop we meestal reageren bij informatie in nieuwsbladen en televisie, in gesprekken of wanneer we iemand voor de eerste keer ontmoeten?
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
18
Scenario
Je gaat een grote wereldreis maken. Om te beginnen plan je een reis met de Oriënt Express naar Peking. Dit is een lange treinrit van 12 dagen. In je coupé is nog plaats voor 3 personen. Er staan echter nog 12 personen op het perron. Jij mag zelf kiezen wie je wel in je coupé wilt en wie niet. 1.
Een Antwerpenaar van middelbare leeftijd die niet is opgezet met mensen van een andere nationaliteit. Je hoorde hem negatieve opmerkingen maken over mensen met een andere huidskleur.
2.
Een lesbisch koppel dat niet gesplitst wenst te worden. Ze knuffelen mekaar erg graag.
3.
Een Afrikaanse vrouw die reist met haar dochter. Ze zijn de hele tijd luidruchtig aan het praten en het lachen. Ook zij mogen niet worden gesplitst.
4.
Een Marokkaanse gesluierde vrouw. Ze kijkt triest en praat gebrekkig Nederlands.
5.
Een man van middelbare leeftijd in rolstoel. Hij moet worden geholpen bij moeilijke verplaatsingen. Hij kijkt voortdurend op zijn horloge.
6.
Een minderjarig meisje dat haar verhaal aan het vertellen is tegen de Antwerpenaar. Ze is thuis weggelopen omdat ze de voortdurende discussies met haar moeder en stiefvader beu was.
7.
Een oudere man in kostuum en met laptop. Hij heeft zich wat afgezonderd en is aan het bellen met zijn GSM.
8.
Een man die enkel Frans spreekt en begrijpt. Zijn kleren zijn versleten. Hij heeft enkel een klein kinderrugzakje bij als bagage.
9.
Een Aziatische vrouw in hippe kledij. Uit haar koptelefoon komt luide muziek. Ze heeft een reisgids van Europa in de hand.
10. Een linkse activiste die badges draagt van een milieuorganisatie. In haar felgekleurde tas zit een tijdschrift met artikels over de vrije vrouw en de vrouwenemancipatie.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
19
3. Samen eten Een Afrikaanse vrouw nodigt de Vlaamse buurkinderen uit voor het eten. De buurvrouw komt thuis en vindt haar kinderen niet. Ze is ongerust en maakt zich kwaad. Je gaat toch niet zomaar bij de buren eten! De Afrikaanse vrouw op haar beurt is geschrokken en ontgoocheld door deze reactie. Ze was bezorgd om de kinderen en wilde ze niet alleen op straat achterlaten. Beide moeders handelen vanuit hun eigen referentiekader: ze zijn bezorgd om het welzijn van de kinderen. Het is echter belangrijk dat ze dit ook uitspreken, dat ze met elkaar in dialoog gaan en niet elk met een vervelend gevoel blijven rondlopen. Wat als het twee Vlaamse buurvrouwen waren geweest? Had zich dan hetzelfde tafereel afgespeeld?
Vaardigheid 4
Je bent je bewust van je eigen referentiekader en houdt er rekening mee dat anderen handelen vanuit hun referentiekader.
Iedere persoon handelt volgens eigen normen en waarden, eigen logica en eigen behoeften. Van een deel van dit referentiekader ben je je bewust: het zijn regels en principes die je meekreeg in je opvoeding of later in je leven. Referentiekaders zijn ook beïnvloed door maatschappelijke breuklijnen: zo maakt het een verschil of je ouders zelfstandig zijn, arbeider of kaderpersoneel; of ze gelovig zijn of vrijzinnig. Maar van een groot deel van je referentiekader ben je je niet bewust. Het blijft onuitgesproken en vooral, het wordt nooit in vraag gesteld. De interne logica van iemands referentiekader sluit zo goed aan bij de omgeving waarin je je bevindt, dat het lijkt alsof je handelt volgens universele waarden en normen. De confrontatie met anderen die anders denken en andere prioriteiten stellen, komt dan bevreemdend over. Een referentiekader maakt deel uit van iemands persoonlijkheid. Niemand kan zich ervan losmaken. Het vraagt geduld en openheid om de interne logica van anderen te erkennen. Wie inziet dat de motivaties en behoeften van anderen binnen een eigen context tot stand kwamen, brengt gemakkelijker respect op voor andere referentiekaders. Sommige referentiekaders botsen op fundamentele wijze met elkaar. Wanneer mensen vanuit hun omgeving consequent vijandige boodschappen kregen of wanneer persoonlijk leed diep gegroefd zit. Oorlogen, bezettingen of kolonisatie
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
20
laten diepe sporen na in de referentiekaders van mensen. Een wederzijdse openheid tot stand brengen zal niet altijd lukken en vraagt steeds immense inzet en geduld.
Vaardigheid 4
Werkvorm: Ade en Mieke
Doelstellingen: • •
Beseffen dat iedereen een eigen waarheid heeft, er bestaat niet “één waarheid”. Beseffen dat we door een gekleurde bril naar de werkelijkheid kijken.
Tijd: 30’ Groepsgrootte: 8-10 deelnemers (een grotere groep kan onderverdeeld worden) Wat heb je nodig: een ruim lokaal een bal flip-over en viltstiften pen en papier voor waarnemers
Verloop 1.
Vraag aan de deelnemers om (per 8) in een cirkel te gaan zitten.
2.
Vraag per groep iemand om waarnemer te zijn. De waarnemer gaat buiten de cirkel zitten om het verhaal neer te schrijven dat de rest van de groep zal vertellen.
3.
Leg aan de groep uit dat ze samen een verhaal gaan maken. Hierbij wordt een bal gebruikt.
4.
In elk deelgroepje wordt dezelfde aanzet tot het verhaal gegeven: ‘Ade is een vrouw uit Oost-Congo die nu met haar man en vijf kinderen in Antwerpen woont.’ Na de start wordt de bal naar één van de deelnemers gegooid die één of twee zinnen aan het verhaal toevoegt.
5.
De bal wordt doorgegeven tot iedereen aan de beurt is geweest.
6.
Dan wordt door de begeleider een tweede element aan het verhaal toegevoegd: ‘ Naast Ade woont Mieke, een alleenstaande moeder met twee kinderen’.
7.
Hetzelfde scenario herhaalt zich waarbij de bal terug wordt doorgegeven tot iedereen aan de beurt is geweest. (of tot er voldoende gesprekstof in het verhaal zit)
Nabespreking De waarnemers lezen het verhaal aan hun eigen groep voor.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
21
Daarna kunnen volgende vragen aan bod komen: • • •
Wat vertelt het verhaal over de levensstijl van de twee vrouwen? Wat vertelt het verhaal over de manier waarop de deelnemers naar de vrouwen kijken? Door welke bril kijken ze (vanuit welk referentiekader)?
Mogelijk vervolg Je kan terug groepjes van 8 vormen, waarin telkens twee mensen in de rol van de vrouwen kruipen. Ze spelen het vervolg op de scène uit de dvd en volgen hierbij de aanwijzingen die door de groep worden gegeven. Het is hierbij belangrijk dat de groep zoekt naar een positieve, constructieve oplossing/uitweg.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
22
Vaardigheid 4
Extra werkvorm Zie jij wat ik zie?
Doelstelling: •
De deelnemers zijn zich bewust van hun referentiekader en kunnen waarden en normen die de interpretatie van hun observaties beïnvloeden, benoemen.
Groepsgrootte: min. 8 personen Tijd: vanaf 30’, afhankelijk van de grootte van de groep. Wat heb je nodig: - een foto per groepje deelnemers - blad en balpen per deelnemer
Verloop: De deelnemers verdelen zich in groepjes van ongeveer 4 personen. Elk groepje krijgt een foto (als je foto’s neemt van een bepaalde reclame, zorg dan dat dit niet zichtbaar is) De deelnemers van elk groepje bekijken individueel de foto die ze gekregen hebben. Op hun blad beantwoorden ze 3 vragen onderverdeeld in 3 kolommen: Wat zie je op de foto?
Wat roept dit bij je op? Hoe interpreteer je dit?
Vanwaar komen die interpretaties?
In de kleine groepjes vergelijken de deelnemers hun antwoorden.
Nabespreking Elke foto wordt getoond aan de grote groep. De deelnemers die de foto bekeken hebben, vertellen wat zij gezien hebben en hoe ze dat geïnterpreteerd hebben. Ze vertellen ook waarop hun interpretaties gebaseerd zijn. Meestal zijn er verschillende interpretaties van wat men op de foto ziet. Dit biedt je de gelegenheid om te praten over het referentiekader dat bij iedereen verschillend is, over waarden en normen die iedereen meegekregen heeft in de opvoeding, over ieders persoonlijke geschiedenis.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
23
Belangrijk is dat de deelnemers zich realiseren dat • iedereen observeert en interpreteert vanuit zijn eigen referentiekader; • ieder referentiekader zijn waarde heeft; • we te snel waardeoordelen geven vanuit ons eigen referentiekader. Tot slot kan je vertellen waarover de foto werkelijk gaat. Meestal is dit nog een heel ander verhaal.
Mogelijke variatie In plaats van te werken met foto’s, stuur je duo’s of kleine groepjes (maximum 4 personen) de straat op. Zij observeren dezelfde persoon, situatie,… Daarna vullen zij de vragen in de kolommen individueel in en bespreken dit met de andere deelnemers. Ze kunnen ook aan de geobserveerde persoon vragen of hun interpretatie klopt. De nabespreking gebeurt op dezelfde manier als bij de oefening met de foto’s.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
24
Vaardigheid 5
Je zoekt het gemeenschappelijke binnen een bepaalde context.
Mensen verschillen van elkaar en hebben tegelijk heel wat gemeenschappelijk. Iedere persoon omvat tal van deelidentiteiten en stelt daarbovenop de meest uiteenlopende handelingen. Verschil structureert de samenleving, onderscheidt groepen en levert inzichten. Maar gemeenschappelijkheid brengt mensen dichter bij elkaar, overbrugt tegenstellingen en brengt oplossingen in zicht. Zoeken naar het gemeenschappelijke is daarom een constructieve reflex. In dagelijkse meningsverschillen of conflicten helpt het om steeds te zoeken naar gemeenschappelijkheden. In zware onderhandelingen begint men ook met de eenvoudigste dossiers, waar de gelijkgezindheid het grootst is. Zo creëren onderhandelaars een goede sfeer om van daaruit de moeilijkere dossiers aan te pakken. Wie actief gemeenschappelijke interesses, zorgen of waarden benoemt, legt de basis voor constructief samenwerken.
Vaardigheid 5
Werkvorm: Wat hebben we gemeen?
Doelstellingen: • •
Zoeken van het gemeenschappelijke doorheen de verschillen. Positief en constructief denken en handelen vanuit gemeenschappelijkheden.
Tijd: 30’ Groepsgrootte: vanaf 8 deelnemers Wat heb je nodig: - een ruim lokaal - pen en papier - grote papierflappen en viltstiften
Verloop 1. Vraag de deelnemers om individueel minimum vijf kenmerken op te schrijven waarin de vrouwen uit de scène van elkaar verschillen en minimum vijf gemeenschappelijke kenmerken. 2. Vorm groepjes van vier waarin de lijstjes met kenmerken van elke deelnemer met elkaar vergeleken worden en vorm een nieuwe lijst met de 5 belangrijkste verschillen en gemeenschappelijkheden. 3. Herhaal dezelfde oefening opnieuw in groepjes van 8 deelnemers 4. Bekijk het resultaat in de grote groep, schrijf de verschillen en gemeenschappelijkheden uit de verschillende groepjes op grote flappen.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
25
Nabespreking Volgende vragen kunnen aan bod komen: • • • •
Welke gemeenschappelijkheden zijn er tussen de vrouwen en welke mogelijkheden bieden ze? Was het moeilijk om tot een gemeenschappelijk resultaat te komen? Welke discussiepunten waren er? Hoe zit het in de eigen groep? Waarin verschillen de deelnemers en wat bindt hen? Zien ze het belang van het zoeken naar gemeenschappelijkheden?
Tip voor begeleider Je kan de oefening ook doen aan de hand van verschillen en gemeenschappelijkheden van de eigen groep.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
26
4. O dierbaar België Drie Congolese vrouwen zingen het Belgisch volkslied in het Frans. Dit hebben ze in Congo op de lagere school geleerd. Nu ze in Antwerpen wonen, wijzen mensen hen terecht omdat ze onvoldoende Nederlands spreken. Wisten zij veel dat er in België naast Frans ook nog andere talen bestonden. Bovendien was het niet de bedoeling om hier lang te blijven, alleen de omstandigheden hebben ervoor gezorgd dat ze niet terugkeerden. Wij ver-oordelen mensen te gemakkelijk op hun anders zijn, zonder ons bewust te zijn van de discriminerende houding die we hierbij aannemen.
Vaardigheid 6
Je houdt rekening met je eigen culturele identiteit en de machtsverhoudingen die daarmee samengaan. Je gedraagt je niet discriminerend.
Je culturele identiteit is verbonden met historische en maatschappelijke gebeurtenissen. Of je wil of niet, je behoort tot een meerderheid of een minderheid, nu of in het verleden, in het eigen land of elders in de wereld. Je draagt de gevolgen van machtsverhoudingen tussen groepen. In interactie met anderen moet je je bewust zijn van historische en sociale machtsverhoudingen. Houd er rekening mee dat anderen je gedrag en uitspraken binnen dit kader plaatsen. Anderen kunnen jouw goedbedoelde opmerkingen ervaren als vernederend, discriminerend of neo-koloniaal. Er bestaat geen objectieve, universele schaal die bepaalt wat discriminerend gedrag is en wat niet. Wat mensen als discriminerend ervaren is afhankelijk van de culturele identiteit van ieder van de betrokkenen en van de context. Ook moeten we onze ogen openen voor de discriminatie die ingebakken zit in onze maatschappelijke structuren. Het kolonialisme mag dan strikt genomen tot het verleden behoren, hedendaagse vormen van kolonialisme vergoelijken nog steeds discriminatie en racisme. De globalisering legt mensen waarden op die niet de hunne zijn en ontwricht lokale samenlevingen. Economisch machtige westerse landen verlammen internationale overlegfora. Internationale akkoorden houden in eerste instantie de westerse welvaart in stand, ten koste van een volwaardige ontwikkeling van de economie in het zuiden.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
27
Vaardigheid 6
Werkvorm: ‘Een antwoord geven op racisme.’
Doelstellingen: • • •
Zich bewust worden van de eigen culturele identiteit. Leren om racistisch/discriminerend gedrag te herkennen en te vermijden. Leren omgaan met racisme van anderen.
Tijd: 60’ Groepsgrootte: vanaf 10 deelnemers Wat heb je nodig: - grote papierflappen en stiften - vrijwilligers om een rollenspel naar voor te brengen - fiche 1 rollenspel ‘Controle op de tram’ (6 spelers) - fiche 2 rollenspel ‘Mijn gsm is verdwenen’ (2 spelers)
Verloop
1 In het midden van een grote flap schrijf je het woord RACISME. De deelnemers schrijven op de flap wat het woord bij hen oproept en iedereen leest de eigen reacties voor. Racistische incidenten en potentiële interculturele misverstanden gebeuren elke dag. Vraag aan de deelnemers of ze zelf al in aanraking kwamen met racisme, hoe hebben ze in die situatie gereageerd? Eventueel kan je als opener eerst zelf een concrete situatie vertellen.
2 Een rollenspel - Bekijk de situatie op de fiches en pas deze eventueel aan zodat ze aansluit bij de leefwereld van de deelnemers. - Vraag vrijwilligers om zich voor te bereiden om een heel kort rollenspel naar voor te brengen dat gebaseerd is op deze situatie. - Deel pennen en papier uit aan de andere deelnemers en vraag om in de korte pauze tussen de twee scènes op te schrijven hoe het verhaal volgens hen verder gaat. Laat de vrijwilligers het rollenspel spelen. Houd een korte bespreking van de verschillende commentaren:
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
28
• • •
Wat schreven mensen op in de pauze? Welke veronderstellingen hadden ze gemaakt? Wat was hun reactie op het einde? Wat hebben ze hieruit geleerd? Welke ervaring hebben ze zelf met soortgelijke situaties?
Nabespreking Volgende vragen kunnen aan bod komen: • • •
Hoe gangbaar is racisme in de eigen groep? En in de samenleving in het algemeen? Welke groepen hebben er het meest onder te lijden? Waarom? Werden twintig of vijftig jaar geleden dezelfde groepen geviseerd? Wat kunnen ze zelf doen om de oorzaken van racistisch gedrag aan te pakken op school, in hun organisatie, in de samenleving in het algemeen?
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
29
Fiche 1 Rollenspel Controle op de tram
Scène 1. Op de tram zitten twee oudere dames schuin achter een jonge Afrikaanse vrouw. Op het moment dat twee controleurs opstappen, begint de jonge vrouw zenuwachtig in haar handtas te rommelen. De twee dames wisselen een veelbetekenende blik ...
pauze Scène 2. De controleurs geven een boete aan een ‘blanke man’ die geen geldig vervoerbewijs bij zich heeft. De Afrikaanse vrouw toont haar abonnement aan de controleurs en lacht opgelucht naar beide dames ...
Fiche 2 Rollenspel Mijn GSM is verdwenen
Scène 1. Een Afrikaanse jongen komt langs bij de leerlingenbegeleider voor een gesprek nadat er op school verschillende klachten over hem waren. De leerlingenbegeleider wordt even weggeroepen. Een tijdje na het gesprek merkt hij dat zijn nieuwe GSM verdwenen is.
pauze Scène 2. De leerlingenbegeleider is nogal een sloddervos, nadat hij een beetje orde geschapen heeft op zijn bureau, vindt hij de GSM terug onder een stapeltje papieren…
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
30
5. Kindermishandeling? Een baby krijgt stuipen en wordt door zijn Afrikaanse moeder met jonge twijgen op de rug geklopt. De buurvrouw ziet het gebeuren en belt de politie. Het kindje wordt weggehaald wegens mishandeling en kan pas drie weken later terug naar huis. Beide vrouwen zijn even bezorgd om het kind. De moeder heeft in haar thuisland geleerd om jonge twijgen van een speciale plant te gebruiken bij stuipen. De buurvrouw ziet alleen een moeder die haar baby mishandelt en belt uit bezorgdheid naar de politie. Wanneer wordt een handeling mis-handeling? Het is niet altijd duidelijk waar de grens ligt van wat toelaatbaar is, behalve als het heel duidelijk gaat om een schending van de mensenrechten. Veroordeel daarom niet te snel, maar treed in dialoog zodat je de redenen van het gedrag kunt achterhalen.
Vaardigheid 7
Je gaat zonder vooroordelen op zoek naar de positieve redenen van het gedrag van iemand.
Om iemands gedrag te begrijpen, probeer je het te bekijken vanuit het perspectief van de andere. Je tracht de volledige context in beeld te krijgen. Wil je een stap verder gaan en constructief en oplossingsgericht werken, dan helpt het op zoek te gaan naar de positieve beweegredenen achter iemands gedrag. Wanneer je de positieve redenen begrijpt en erkent, kan je komen tot een gevoel van herkenning en gemeenschappelijkheid. Vanuit dat besef kan je constructief samenwerken. Soms bots je tegen grenzen. Positieve redenen van de ene persoon betekenen niet altijd een rechtvaardiging voor de andere. Soms benadrukken beweegredenen eerder de verschillen tussen mensen dan het gemeenschappelijke. Je weet bijvoorbeeld dat ouders hun kind af en toe thuis houden van school. Maar doen ze het omdat het kind moet zorgen voor de grootouders of omdat ze vinden dat de school kinderen opzet tegen hun ouders. Als leraar zal het bijzonder moeilijk zijn om in dit laatste geval een constructief gesprek aan te gaan met de ouders.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
31
Vaardigheid 7
Werkvorm: Het eiland
Doelstellingen: • • • •
Onbevangen en zonder vooroordelen leren kijken naar het gedrag van ‘de andere’ en zoeken naar de positieve beweegredenen van dat gedrag. Bewust worden hoe mensen van verschillende culturen communiceren en op elkaar reageren. De culturele taboes en de grenzen van tolerantie bestuderen. Bewust worden van de mogelijkheden die ons geboden worden via interculturele samenwerking.
Tijd: 120 min. Groepsgrootte: vanaf 10 deelnemers Wat heb je nodig: − Een ruim lokaal − Pen en papier. − Kopieën van de rolfiches voor de stammen. − Genoeg drank, bekers en koekjes voor iedereen. − Een kaart met de plaatsaanduiding van de verstopte ballonnen. − 5 ronde, rode ballonnen. − 3 andere ballonnen van een verschillende vorm en kleur, bijvoorbeeld een ronde gele, een lange groene, een lange blauwe ballon. − 2 gelijke ballonnen, maar verschillend van de andere verstopt op een geheime plek. − Een touw om de ballonnen dicht te knopen. − Plakband om de ballonnen aan de muur te kunnen vastplakken. − Een gereedschapsdoos met spelden, scharen, rode lippenstift, rode clownneus, plakband.
Extra voorbereiding Het is belangrijk op voorhand alle instructies door te lezen en alles goed op te stellen om dit spel te laten slagen. •
• • •
Deel de zaal in twee: de heuvels waar stam Y woont; de kust waar stam Z woont. Zoek een geschikt plekje om de twee gelijke ballonnen te verbergen, maar blaas ze niet op. Teken een kaart met de plaatsaanduiding van deze ballonnen zo dat deze op een vierde van de kaart kan worden afgelezen. Snijd de kaart in vier en steek twee onbelangrijke delen in een enveloppe. Vouw de andere twee delen op en steek deze in twee ballonnen voor stam Y.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
32
• • • •
Blaas de 8 gekleurde ballonnen op en maak ze met touw vast zodat ze kunnen worden afgelaten zonder ze te beschadigen. Maak vier rode ballonnen vast aan de muur van de kust waar stam Z woont en de vier andere ballonnen aan de muur van de heuvels waar stam Y woont. Leg de enveloppe met de twee kaartdelen bij stam Z. Plaats de doos met gereedschap in het midden van de zaal. Vertel niet waarvoor het gereedschap kan worden gebruikt. Het is aan de deelnemers om te beslissen of ze het al dan niet zullen gebruiken, afhankelijk van de regels van hun cultuur. Voeg er andere zaken aan toe als je denkt dat ze nuttig kunnen zijn, bijvoorbeeld een vergrootglas als de kaart heel klein is, een zaklamp als de kaart op een donkere plaats verstopt is, een sleutel om een doos te openen als de kaart daarin zit.
Verloop
1 Deel de groep in twee en lees het spelschema voor. Op een eiland leven twee aparte stammen. Stam Y leeft in het heuvelachtige binnenland en stam Z leeft aan de kust. Ze bestaan naast elkaar en hebben zelden contact met elkaar. De twee stammen hebben verschillende talen en culturen, alhoewel voor beide stammen ballonnen een speciale betekenis hebben. •
•
In stam Y hechten de mensen om godsdienstige redenen veel waarde aan de verscheidenheid van de ballonnen en proberen ze zo veel mogelijk verschillende soorten, vormen en kleuren te verzamelen. In stam Z gebruiken de mensen om medische redenen voornamelijk ronde, rode ballonnen.
Onlangs is er bij mensen van stam Z een vreemde ziekte uitgebroken, waartegen er volgens de legende maar één therapie bestaat, namelijk een ballon met magische krachten die enkel gevonden kan worden op een onbekende plaats op het eiland. Gelukkig voor hen bestaat er een kaart die van generatie op generatie overgeleverd is en waarvan ze zeker zijn dat die hen naar de zeldzame ballon zal leiden. Jammer genoeg is de kaart heel wat jaren geleden verscheurd en stam Z heeft nog maar de helft van de kaart. De legende zegt dat stam Y de andere helft heeft. Het doel van het spel is voor stam Y om hun ballonnen te beschermen en voor stam Z om de magische ballon te vinden. Maar, net zoals in het echte leven, kunnen de deelnemers misschien onverwachte uitwegen vinden.
2 De twee stammen leren hun cultuur en creëren hun eigen taal. • •
Stuur de twee groepen naar hun kant in de zaal. Deel per stam de kopieën met de rolfiches uit, en pen en papier om notities te maken. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
33
• •
Vraag de groepen een naam te kiezen voor hun stam, de regels van hun cultuur te leren en een speciale taal te creëren. Daarna krijgen ze 20 minuten om hun taal samen te ontwikkelen en te oefenen en ervoor te zorgen dat iedereen van de groep deze vlot beheerst.
Dit is een goede kans voor de groep om creatief uit de hoek te komen. Als een groep het moeilijk vindt om dit te doen, kan je voorstellen dat ze alle medeklinkers door één enkele letter vervangen, bijvoorbeeld ‘l’ of ‘r’; elk woord achterstevoren zeggen of elk woord met een bepaalde letter beginnen. Zorg ervoor dat alle leden van de groep hun taal vlot beheersen vooraleer verder te gaan en zorg dat ze hun cultuur kennen.
3 De twee stammen ontmoeten elkaar. Dit is een gelegenheid om met elkaar te leren communiceren en samen te werken door het eten en de drank met elkaar te delen: 1. Geef stam Y de koekjes en stam Z het drinken en de bekers. 2. Vraag de twee groepen samen te komen in het midden van de zaal (neutraal terrein). 3. Vertel iedereen dat de simulatie vanaf nu begint. Vanaf nu moet iedereen zijn of haar rol spelen, ze moeten dus de taal en de cultuur van hun stam gebruiken.
4 De zoektocht naar de ballonnen. Hiervoor heeft de groep 45 minuten. Stam Z kan beginnen onderhandelen over het gemiste deel van de kaart en proberen om de verstopte ballonnen te vinden. Er zijn veel mogelijke uitwegen, afhankelijk van de onderhandelingsvaardigheden, het temperament en de belangrijkheid van culturele waarden voor de deelnemers.
Tips voor de begeleider Als het spel in het slop geraakt, kan je tussenkomen met één of meer tips. Het scenario zou als volgt kunnen gaan: De spelers van stam Z moeten de stukjes papier zoeken in de ballonnen van stam Y. Ze moeten uitzoeken hoe ze de stukjes van de kaart kunnen verkrijgen en tegelijkertijd toch de ballonnen van stam Y respecteren. Door aandachtig te observeren kunnen de stammen erachter komen dat de ballonnen opengemaakt, afgelaten en weer opgeblazen kunnen worden. Leden van stam Z zullen heel goed moeten onderhandelen om stam Y ervan te overtuigen dit te laten doorgaan. Iemand zal het culturele taboe moeten doorbreken dat ballonnen niet aangeraakt mogen worden en stam Y mag degene die dit doet vragen om bijvoorbeeld een rode neus te dragen en ‘in een cirkel te lopen’. Dit is dan een ander taboe om te doorbreken.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
34
In het begin blijkt er totaal geen voordeel in te zitten voor stam Y om stam Z te helpen omdat stam Z alleen maar rode ballonnen heeft en stam Y daar al één van heeft. Maar op het einde zal blijken dat stam Y er toch ook haar voordeel uit kan halen omdat er twee nieuwe ballons verstopt zijn en stam Z ze misschien wel wil delen.
Nabespreking Begin met vragen over het spel zelf: • Was het moeilijk om de talen te gebruiken en te begrijpen? • Hoe communiceerde je tijdens de zoektocht? Maakte je gebruik van één taal of van beide talen? • Werkte je door middel van tekens? Wat voor misverstanden waren er? • Hoe loste je de problemen op als het ging over het aflaten van de ballonnen van stam Y? • Wie deed dit? Hoe voelde je je als je de culturele taboes doorbrak? Mogelijke vragen over wat de deelnemers uit het spel geleerd hebben en de relatie met ons dagdagelijks leven: • Is jouw cultuur belangrijk voor je? Waarom? • Wat hindert ons om andere culturen te begrijpen? • Wat verliezen mensen als ze hun cultuur openstellen voor andere culturen? Wat kunnen ze erbij winnen? • Wat voor culturele taboes zijn er in onze samenleving? Wat is hun functie? • Kunnen we ons voorstellen dat we enkel leven met datgene wat uit onze eigen cultuur of ons eigen land voortkomt?
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
35
Rolfiche voor stam Y Je woont op een eiland samen met een andere stam. De twee stammen leven samen maar je hebt een verschillende taal en cultuur en je ontmoet elkaar nauwelijks.
Je taal Je moet een speciale eenvoudige taal uitvinden om tijdens het spel te gebruiken. Zorg ervoor dat iedereen in de stam die goed onder de knie heeft.
Je cultuur Je hecht grote waarde aan de diversiteit van ballonnen om godsdienstige redenen. Je probeert zo veel mogelijk verschillende soorten, vormen en kleuren te verzamelen. De ballonnen zijn heilig verklaard en niemand mag ze aanraken. Als men dit doet, kan men een straf verwachten. De enige mensen die deze ballonnen mogen aanraken zijn zij die het ritueel geleerd hebben om in een cirkel rond te lopen. Tijdens dit ritueel moet die persoon een rode neus opzetten. Enkele andere aspecten van jouw cultuur moet je zelf uitvinden, onder meer een naam voor jouw stam, een groetritueel en regels over jouw sociale organisatie, bijvoorbeeld wie neemt er de beslissingen en wie is de woordvoerder van de groep.
Rolfiche voor stam Z Je woont op een eiland samen met een andere stam. De twee stammen leven samen maar je hebt een verschillende taal en cultuur en je ontmoet elkaar nauwelijks.
Je taal Je moet een speciale eenvoudige taal uitvinden om tijdens het spel te gebruiken. Zorg ervoor dat iedereen in de stam die goed onder de knie heeft.
Je cultuur Je bent een vredevol en sociaal volk. Als je elkaar begroet, doe je dat door neuzen te wrijven. Daarom vindt men het zeer antisociaal als men niet altijd een propere neus heeft. Je hecht heel veel waarde aan ronde, rode ballonnen die je gebruikt als medicijn. Rode ballonnen zijn ook heel schaars. Enkele andere aspecten van jouw cultuur moet je zelf uitvinden, onder meer een naam voor jouw stam en regels over jouw sociale organisatie, bijvoorbeeld wie neemt er de beslissingen en wie is de woordvoerder van de groep.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
36
Vaardigheid 8
Je houdt geen waarheidsgevechten, maar gaat in dialoog over achterliggende motieven, behoeften of belangen.
Een open en respectvol gesprek kunnen voeren, is waarschijnlijk de belangrijkste vaardigheid voor het omgaan met diversiteit. Een open dialoog vertrekt vanuit een oprechte interesse voor de ander. Je wil zijn mening of manier van handelen begrijpen. Daarvoor vraag je naar achterliggende motieven, waarden, logica en belangen. En tegelijk ga je ook bij jezelf op zoek naar de onderliggende verklaring voor jouw houding. Als je de diepere beweegredenen van gedrag of opinies kent, kan je op zoek gaan naar praktijkgerichte compromissen met respect voor diepere waarden en motieven. Je kan je oplossingsgericht opstellen, zonder de eigenwaarde van de betrokkenen en van jezelf te kwetsen. Te vaak raken mensen echter verwikkeld in een waarheidsgevecht. We hebben immers de reflex om de ander koste wat kost te overtuigen van onze eigen mening. In een waarheidsgevecht blijven mensen hun standpunt herhalen en verdedigen met argumenten vanuit de eigen logica. Meestal leidt dit niet tot oplossingen. Een open dialoog voeren is de enige manier om daadwerkelijk te leren van anderen, en zo je referentiekader bij te stellen. Gebruik je de informatie enkel hier en nu, of neem je ze mee naar volgende situaties? Pas je ze eenmalig toe of ook in de toekomst? Beschouw je dit nog als externe informatie, of neem je ze op in jezelf? Ben je bereid om je eigen referentiekader bij te stellen? Bewaak hierbij je grenzen en behoud je zelfrespect. Wie zijn eigen waarden verloochent, zijn eigen grenzen niet erkent, heeft geen duurzame basis voor het omgaan met diversiteit.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
37
Vaardigheid 8
Werkvorm: Aan welke kant sta jij?
Doelstellingen: • • • •
Standpunten en ideeën tegenover elkaar plaatsen Verschillen in denken binnen de groep duidelijk maken Bewust worden van het mechanisme van waarheidsgevechten Bij een meningsverschil niet terugplooien op de eigen waarheid en de eigen argumenten, maar vragen stellen naar de beweegredenen en motieven van de ander en tegelijkertijd de eigen diepere beweegredenen kunnen verwoorden.
Tijd: Groepsgrootte: 8 tot 30 deelnemers Wat heb je nodig: - Ruim lokaal waarin je aan de ene kant een plusteken (+) ophangt en aan de andere kant een minteken (-) - Flapbord en stiften - Lijst met stellingen op flapbord (of powerpoint)
Verloop
1 Leg uit dat je een aantal stellingen zal voorlezen waarbij de deelnemers moeten kiezen: • • •
gaan ze akkoord met de stelling dan gaan ze aan de pluskant staan; gaan ze niet akkoord met de stelling dan gaan ze aan de minkant staan; hebben ze geen mening, dan blijven ze in het midden staan, maar mogen dan niet deelnemen aan de discussie.
2 Lees de eerste stelling voor en vraag de deelnemers om een kant te kiezen. Als iedereen hiermee klaar is, vraag je aan de deelnemers om te verdedigen waarom ze die kant gekozen hebben. Ze mogen daarbij met alle middelen proberen mensen van de overkant te overtuigen om over te steken. Als iedereen gesproken heeft, vraag je om de definitieve posities in te nemen. Herhaal het proces met en drietal stellingen.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
38
3 Je leest een volgende stelling en vraagt de deelnemers om een kant te kiezen. Als iedereen hiermee klaar is, vraag je aan de deelnemers om aan de mensen van de overkant vragen te stellen over het WAAROM van hun keuze. Deze keer is het niet langer belangrijk om de andere kant te overtuigen van het eigen gelijk, maar om te begrijpen waarom ze een bepaalde keuze gemaakt hebben. Als iedereen aan de beurt geweest is, vraag je om de definitieve posities in te nemen. Herhaal dit proces terug met een drietal stellingen.
Nabespreking Volgende vragen kunnen aan bod komen: • • • • • • •
Hoe voelde je je bij het eerste deel van de oefening? Was het moeilijk om te kiezen? Waarom? Welke argumenten werden er gebruikt in het eerste deel, waren ze gebaseerd op feiten of waren ze emotioneel? Welke argumenten waren meest effectief? Hoe voelde je je bij het tweede deel van de oefening? Hoe voelde het om te vragen naar de diepere beweegredenen van gemaakte keuzes in plaats van je eigen standpunt te verdedigen? Welke gelijkenissen zie je met de realiteit?
Tip voor begeleider Je kan de groep zelf in twee te splitsen, de deelnemers moeten dan een standpunt verdedigen dat niet noodzakelijk het hunne is.
Mogelijke stellingen • • • • • • • • • • • •
Natuurgeneeswijzen = kwakzalverij In België wordt de term ‘mishandeling’ veel te gemakkelijk gebruikt. Afrikanen geloven nog in geesten, dat is gewoon achterlijk. Als je goed verdient is het je plicht je familie te helpen. Als vrouwen van andere herkomst gevraagd worden om mee te werken aan een project, is het enkel om het kleurtje te doen, niet om wie ze zijn. Je moet je niet bemoeien met het huishouden van de buren. Over gezinsproblemen praat je niet met buitenstaanders. Het is belangrijk om rituelen en tradities te respecteren. Jongens hebben veel vrijheid nodig, meisjes moeten beschermd worden. Vroeger hadden de vrouwen het beter, toen konden ze thuis blijven met hun gezin, nu verwacht de samenleving dat ze buitenshuis werken. Je kan als Vlaamse vrouwenvereniging nog zo hard je best doen om allochtone vrouwen uit te nodigen, ze komen toch nooit. Hoe hard allochtone vrouwen ook hun best doen, ze krijgen altijd minderwaardige jobs. www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
39
Maniok en Patatten Omgaan met diversiteit door Afrikaanse ogen DEEL II. Begrippen
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
40
Enkele begrippen uitgelegd 1. Cultuur. “Mannen en vrouwen zijn niet zomaar zichzelf. Ze zijn ook de streek waarin ze geboren werden, het stadsappartement of de boerderij waar ze leerden lopen, de spelletjes die ze als kinderen speelden, de verhalen die ze hoorden, het voedsel dat ze aten, de scholen die ze bezocht hebben, de sporten die ze beoefenden, de dichters die ze lazen en de God waarin ze geloofden.”
(W. Somerset Maugham. The Razor’s Edge) Er bestaan honderden definities van cultuur, de ene al langer en moeilijker dan de andere. Het is gebruikelijk geworden om het te hebben over organisatieculturen, vooral in de context van transnationale bedrijven. Het eerste waaraan we denken is misschien wat we op de culturele pagina’s van een krant kunnen vinden: ballet, opera, muziek, boeken en andere intellectuele of artistieke activiteiten. Hier bekijken we cultuur ruimer. We kijken naar de waarden en gedragssystemen die groepen mensen toelaten om de wereld te begrijpen. Het gaat om een complexe notie. Culturen (waaronder je eigen cultuur) trachten te begrijpen betekent dat je veel aspecten van het leven moet bestuderen. Enkele daarvan zijn onmiddellijk zichtbaar, voor andere zul je dieper moeten graven: • • • • • • • • • • • •
• • • • • • • • • • • •
Wat definieert men als “goed”, wat als “slecht”? Hoe zien de familiestructuren eruit? Wat is de relatie tussen man en vrouw? Hoe ervaart men tijd? Welke tradities zijn belangrijk? Welke talen worden gesproken? Welke regels gelden op het gebied van eten en drinken? Hoe deelt men informatie? Wie heeft macht en hoe krijgen zij die? Wat zijn de reacties op andere culturen? Wat is grappig? Welke rol speelt religie?
Deze lijst kan nog veel langer zijn en je kan zelf aspecten bedenken om toe te voegen. Al deze aspecten samen vormen je referentiekader.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
41
Het is belangrijk te benadrukken dat de antwoorden op deze vragen voor een groot deel dezelfde zijn voor leden van eenzelfde cultuur. Dat is duidelijk en normaal, zo zit het nu eenmaal. Zij gedragen zich gelijkaardig, ze delen hetzelfde referentiekader en beoordelen de zaken op dezelfde manier. Die vaststelling is gemakkelijker als je met een vreemde cultuur geconfronteerd wordt of in het buitenland reist. Culturen zijn niet statisch, ze veranderen en dus veranderen de antwoorden en zelfs de vragen mettertijd. Zelfs binnen culturen zijn er mensen die zich niet conform de gangbare normen gedragen en zij worden dan dikwijls geïdentificeerd als subculturen. Leden van subculturen zijn vaak het slachtoffer van intolerantie in onze samenlevingen. Voorbeelden hiervan zijn mensen men een handicap, holebi’s, bepaalde religieuze groepen en het breed gamma aan subculturen bij de jeugd. Zij kunnen zich onderscheiden door taalgebruik, kledij, muziek en “rituelen”. We worden in een bepaalde cultuur geboren en in de eerste fase van ons leven leren we de regels, normen en waarden van onze cultuur aan. Dit proces noemt men socialisatie. Kinderen leren hoe symbolen en tekens te begrijpen en te gebruiken, hoewel de betekenis van cultuur tot cultuur kan verschillen. Zonder dit proces zou een kind onmogelijk binnen een bepaalde cultuur kunnen leven. Om een banaal voorbeeld te noemen: wat zou er gebeuren als kinderen de betekenis van een rood verkeerslicht niet zouden begrijpen. Er is geen enkele objectieve reden waarom rood “stop” of groen “ga door” zou betekenen. Ouders en familie, de school, vrienden, massamedia, met name de TV, dragen allen bij tot de socialisatie van kinderen, en vaak zijn we ons er zelfs niet van bewust dat we deel uitmaken van dit proces.
2. Regels, normen en waarden. Regels hebben vaak betrekking op gewoonten. Gewoonten zijn gangbare manieren van gedrag. Soms is er een goede reden voor gewoonten, soms is het toevallig dat deze bepaalde gewoonte bestaat en had het ook een andere gewoonte kunnen zijn. Zo is het de gewoonte elkaar de rechterhand te geven, maar er is geen reden waarom dat ook niet de linkerhand had kunnen zijn, zoals kleine kinderen ook vaak lijken te denken. Een aantal regels is gebaseerd op normen. Normen zijn niet zo vrijblijvend als regels. Normen zijn richtlijnen voor gedrag waaraan je je in principe hoort te houden en hebben dus ook een morele lading. Normen hebben vaak een meer emotionele lading dan regels en als je ze overtreedt volgen er sancties. Een norm is meer dan een gewoonte. Normen schrijven duidelijk bepaalde gedragingen voor of verbieden andere gedragingen. Verschillende normen zijn omgezet in wetten, zoals de wetgeving in verband met abortus, euthanasie. Normen zijn gebaseerd op waarden. Waarden zijn algemenere principes dan normen en hebben vaak een nog sterkere emotionele lading. Omdat ze algemener zijn kan men uit dezelfde waarde soms meerdere normen afleiden.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
42
In een team kan een regel zijn dat men probeert evenveel vrouwelijke als mannelijke teamleden in dienst te hebben. Mannen en vrouwen gelijk behandelen kan een norm zijn. Dat alle mensen gelijkwaardig zijn kan een waarde zijn. Het verschil tussen regels, normen en waarden is niet zo precies. Wat voor de een slechts een regel is, kan voor de ander een norm zijn. Ze regelen het gedrag van mensen onderling en maken hun gedrag ook voorspelbaar. Dankzij regels en normen kunnen we bepaalde gedragingen verwachten en mogen we verwachten dat andere gedragingen achterwege blijven. Ze voorkomen conflicten en zorgen voor orde. Regels en normen gelden in principe voor iedereen in de groep. Dat betekent dat er een reactie komt van de andere groepsleden, als een van de groepsleden zich niet aan die normen of regels houdt. Er zijn niet alleen normen voor gedrag, maar ook voor meningen en gevoelens. Sommige meningen mag je in ons land niet hebben, bijvoorbeeld dat een dictatuur beter is dan een democratie of dat racisme prima is. Bij een begrafenis hoor je niet vrolijk te zijn en ouders horen vanaf het begin van hun kind te houden. Regels, normen en waarden veranderen langzaam, maar wel voortdurend. Abortus en euthanasie waren enkele jaren geleden nog een misdrijf, nu zijn ze wettelijk toegestaan onder bepaalde voorwaarden.
3. Identiteit. Wie ben ik? Wat ben ik? Met identiteit is het net hetzelfde als met cultuur: ze heeft verschillende aspecten, sommige zichtbaar, andere verborgen. Een manier om dit te begrijpen is om je jezelf voor te stellen als een ajuin (zelfs al vind je die niet lekker). Elke laag komt overeen met een ander aspect van je identiteit. Sommige van deze aspecten zullen verband houden met: • • • • • •
De rollen die je in je leven vervult : dochter, vriend, student, bakker, bankier. Die delen van je identiteit die je zelf kan kiezen: fan van een bepaald soort muziek, lid van een politieke partij, stijl van kleden. Waar je bent geboren, waar je woont. Al dan niet tot een minderheid behorend. Je geslacht en je seksualiteit. Je godsdienst.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
43
4. Stereotypen. Stereotypen bestaan voornamelijk uit gedeelde opvattingen of gelijke gedachten over een bepaalde groep mensen. Een stereotype is een geheel van eigenschappen die een groep mensen meestal samenbrengt in termen van gedrag, gewoontes, enzovoort. Het doel van stereotypen is om de realiteit te vereenvoudigen: “zo zijn ze”. Bazen zijn tiranniek, die mensen zijn lui, deze punctueel; de mensen uit die wijk zijn gevaarlijk – één of enkele van die mensen zullen dat ongetwijfeld zijn, maar allemaal? – Soms gebruiken we in verband met de groep waar wij zelf toe behoren stereotypen om ons sterker of superieur te voelen ten opzichte van anderen. ( Of als excuus voor onze minder goede eigenschappen – “Wat kan ik eraan doen? We zijn allemaal zo…” -) Stereotypen zijn meestal gebaseerd op een bepaald contact of op bepaalde beelden die we hebben opgedaan op school, via de massamedia of thuis. Ervaringen die dan gegeneraliseerd worden en toegepast op alle mensen die we ermee kunnen associëren.
5. Vooroordelen. Een vooroordeel is een oordeel dat we vellen over een ander persoon of een ander volk zonder dat we hen echt kennen. Vooroordelen kunnen negatief of positief zijn. Vooroordelen worden aangeleerd als deel van ons socialisatieproces, en zijn daarom zeer moeilijk om te vormen of uit te roeien. Hierom is het belangrijk te beseffen dat we er hebben. Om dit concept beter uit te leggen kan het helpen eens te onderzoeken hoe goed we onze vrienden kennen. We hebben misschien andere vrienden, naargelang de situatie, om mee naar de film te gaan, om mee te gaan wandelen, voor hulp bij huiswerk, om mee te voetballen, om naar concerten te gaan. Weten we van welk soort muziek onze voetballende vrienden houden? Of hebben we hier het raden naar? Hierover dingen veronderstellen is gemakkelijk en zeer gewoon. Als het zo gewoon is om dingen te vooronderstellen over vrienden, bedenk dan eens hoe gemakkelijk het is om foute oordelen te vellen over mensen die je niet kent. Vooroordelen en stereotypen zijn schema’s die ons in staat stellen de werkelijkheid te vatten. Als de realiteit niet met onze vooroordelen overeenstemt, is het eenvoudiger voor onze hersenen om onze interpretatie van die realiteit aan te passen, dan om onze vooroordelen te veranderen. In situaties waarin we niet over alle informatie beschikken helpen vooroordelen ons om dit aan te vullen. In het dagelijks taalgebruik is het soms moeilijk om een onderscheid te maken tussen stereotypen en vooroordelen.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
44
Vooroordelen en stereotypen over andere culturele groepen. Soms absorberen we onbewust vooroordelen en stereotypen over andere culturele groepen, maar ze komen ergens vandaan en ze dienen verschillende doeleinden: • • • •
Ze helpen ons onze eigen culturen te evalueren. Om andere culturen en hun levenswijzen te evalueren. Om het patroon van relaties tussen onze en andere culturen te regelen. Ze dienen als rechtvaardiging voor de behandeling en discriminatie van mensen uit andere culturen.
6. Etnocentrisme. Onze oordelen, evaluaties en rechtvaardigingen zijn sterk beïnvloed door ons etnocentrisme. Dit houdt in dat we geloven dat ons antwoord op de wereld – onze cultuur- het juiste is, andere zijn op een of andere manier niet normaal. We hebben het gevoel dat onze waarden en levenswijzen universeel zijn, de juiste voor alle mensen, de “anderen” zijn gewoon te dom om dit evidente feit te begrijpen. Oppervlakkig contact met mensen van andere culturen kan onze vooroordelen, onze etnocentrische bril die ons blind maakt voor alles wat we niet verwachten, juist versterken. Andere culturen lijken ons misschien aantrekkelijk of exotisch, maar doorgaans is onze bril gekleurd door negatieve vooroordelen en stereotypen, en dus wijzen we hen af.
7. Discriminatie. Discriminatie is vooroordeel in praktijk. Groepen worden gekenmerkt als ‘anders’ en worden gediscrimineerd. Ze worden misschien geïsoleerd, tot criminelen gemaakt door wetten die hun levenswijze als illegaal bestempelen. Men laat ze in ongezonde omstandigheden leven, neemt hen hun politieke stem af, geeft hen de slechtste jobs of helemaal geen werk. De toegang tot discotheken wordt hen geweigerd, ze worden onderworpen aan lukrake politiecontroles. Binnen minderheden zijn er mensen die zich tegen zulke negatieve discriminatie verzetten, soms met de steun van mensen uit de meerderheid. Zij verdedigen de idee dat maatregelen van positieve discriminatie nodig zijn om gelijkheid te kunnen bewerkstelligen.
8. Xenofobie. Het woord “xenofobie is afgeleid van een Griekse term die “vreemdelingenangst” betekent. Het gaat hier om een goed voorbeeld van een vicieuze cirkel: ik ben bang van mensen die anders zijn omdat ik hen niet ken en ik leer hen niet kennen omdat ik bang ben van hen.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
45
Net zoals racisme en discriminatie, wordt xenofobie gedreven door stereotypes en vooroordelen, hoewel ze haar bron heeft in gevoelens van onzekerheid en angst die op “de andere” worden geprojecteerd. Deze angst voor de andere uit zich vaak in afwijzing, vijandigheid of geweld ten opzichte van mensen uit andere landen of leden van minderheden.
9. Intolerantie. Intolerantie is een gebrek aan respect voor gebruiken en overtuigingen van anderen. Dit uit zich in het niet toestaan dat mensen op een andere wijze handelen, of er een andere mening op nahouden dan jijzelf. Intolerantie kan ertoe leiden dat mensen worden buitengesloten of afgewezen wegens hun religieuze overtuiging, hun seksuele voorkeur, of zelfs omwille van hun kleren en haartooi.
10. Racisme. Een definitie geven van racisme is niet eenvoudig. Het zodanig definiëren dat je van elke handeling, gedachte of proces– doorheen Europa- zou kunnen bepalen of het al dan niet racistisch is, lijkt praktisch uitgesloten. Racisme is gebaseerd op de aan elkaar verwante overtuigingen dat bepaalde menselijke eigenschappen, mogelijkheden en zo meer bepaald worden door het ras en dat er superieure en inferieure rassen bestaan. Het is logisch dat je om deze redenering te aanvaarden eerst moet geloven dat er zoiets bestaat als verschillende menselijke rassen. De gevolgen van racisme zijn afschrikwekkend, zelfs het woord racisme is al beangstigend. Het is het concept van superioriteit dat zo gevaarlijk is, superioriteit van de ene groep mensen boven de andere.
Bronnen: • •
Rooijendijk, L., Werken in instellingen 1, werkboek groep en team,H.Nelissen/Baarn, 2000 http:/www.vormen.org/educatie/allemaal anders,allemaal gelijk, september 2008
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
46
Maniok en Patatten Omgaan met diversiteit door Afrikaanse ogen DEEL III. Bijlagen
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
47
Bijlage 1. Afrikaanse jongeren in België
‘Je suis un black’ Stadsbendes verraden diepe malaise in Afrikaanse gemeenschap De Standaard, 06-09-2008, © Corelio
Is met de afrekeningen tussen de zwarte bendes in Brussel het geweld van de Afrikaanse brandhaarden verhuisd naar de straten van de hoofdstad? 'Het probleem van de zwarte bendes is geen importprobleem. Het is er een van onze eigen samenleving.' Twee weken geleden kreeg bij een gevecht tussen rivaliserende gangs bij de Hallepoort een bendelid vijf messteken in de borst. Het was de zoveelste veldslag op een schimmig front deze zomer. In juli werd op het Anneessensplein de chef van de 'Versailles'-bende met vier messteken omgelegd door '1140', enkele dagen nadat die een vechtpartij hadden verloren van hun rivalen. Die zogenaamde Afrikaanse bendes in de hoofdstad bezorgen het parket en de politie al een decennium lang kopzorgen. 'Het gaat in golven', zegt de Brusselse magistraat Frédéric Van Leeuw, deskundige inzake zwarte stadsbendes. 'Het begint met een klein incident en als er dan niet snel wordt ingegrepen, zit je in een vicieuze cirkel van geweld.' 'De laatste jaren wordt er steeds meer via het internet afgesproken voor afrekeningen. Soms is de politie tijdig op de hoogte en kan ze die veldslagen verhinderen, soms is ze net te laat op het spoor en kan ze alleen achteraf de schade opmeten. Men doet het wel eens voorkomen alsof de stad levensgevaarlijk is geworden. Het bendeprobleem ís prangend. Maar men mag niet vergeten dat het geweld vooral gericht is tegen leden van andere bendes.' Net daarom heeft het lang geduurd voor de overheid zich acuut bewust werd van de zwarte stadsbendes, meent Van Leeuw. 'Het was black-on-black violence, er vielen zelden blanke slachtoffers. De grootste slachtoffers waren de Afrikanen zelf.' Bendeleden, maar vooral ook gewone Afrikanen die op straat geterroriseerd werden of tijdens soirées of andere feesten bedreigd werden. Het was de Afrikaanse gemeenschap in Brussel die jaren geleden als eerste smeekte om in te grijpen, zegt Van Leeuw, op een moment dat het gerecht zich nog aan het afvragen was of het wel om een specifiek fenomeen ging. Het wilde te allen prijze
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
48
vermijden dat het zou worden beschuldigd van racisme, omdat het een fenomeen linkte aan een huidskleur.
Stadsbendes Het is een van de intrigerende aspecten aan de stadsbendes in Brussel, zegt Van Leeuw. 'De zwarte bendes zijn de enige "echte" bendes in de stad: hiërarchisch gestructureerd, met een leider aan wie de leden verantwoording afleggen, en met een afgebakend territorium dat ze verdedigen.' Ze zijn vaak erg gewelddadig. 'Geweld is een manier om zichzelf te bewijzen en op te klimmen in de pikorde.' 'Het begint als een spel, cowboy en indiaan, pubers die samen rondhangen en elkaar uitdagen. Geleidelijk steken ze de grens over naar het criminele en naar het zware geweld. Deze zwarte bendes worden niet opgericht om misdrijven te plegen. Het is omgekeerd: omdat ze samen zijn, worden uiteindelijk misdrijven gepleegd.' Het begint met een afgerukte handtas en het eindigt met een bende als Black Demolition, die enkele jaren geleden Pizza Huts overviel en zich schuldig maakte aan moord en groepsverkrachting. In de strijd tegen de stadsbendes roept het Brusselse parket de ouders van elke jongere die van ver of dichtbij in de bende zit, bij zich. De ouders zijn vaak verbijsterd. Hun Mamadou, tot zulke dingen in staat? 'Ze hebben het gevoel dat hun zoon doctor Jekyll en mister Hyde is.' Het lijkt wel of het kind zich geen enkele limiet heeft eigen gemaakt.
Samen zwart-zijn Er zijn twee soorten jongeren te vinden in de Afrikaanse bendes, zegt Van Leeuw: jongeren die in Afrika zijn opgegroeid en op jonge leeftijd naar België kwamen en jongeren die hier geboren en getogen zijn. Die eersten komen vaak uit conflictgebieden zoals Centraal-Afrika. Sommigen waren kindsoldaat, de meerderheid groeide op meestal zonder hun ouders - in gevaarlijke zones of in vluchtelingenkampen, waar ze hun eigen boontjes dopten. De zwarte bendes in Brussel worden daarom vaak voorgesteld als importprobleem: jongeren, dolgedraaid door moorddadige Afrikaanse brandhaarden, die hun overlevingsinstincten niet kunnen uitschakelen en hier over de rooie gaan. 'Zo zitten er enkelen bij', zegt Van Leeuw. 'Zij staan vaak aan de top bij de bendes, omdat ze met meer gemak geweld gebruiken. Maar het gaat om een absolute minderheid in het geheel van de bendes. De meeste leden zijn jongens die hier geboren zijn, Belgen dus, of die naar hier kwamen toen ze klein waren. Het probleem van de zwarte bendes is geen import. Het is een probleem van onze samenleving.' BLACK Wolves, Black Solo, Black Demolition. Wat hen verenigt, is dat ze zwart zijn. 'Etniciteit speelt geen rol', zegt Van Leeuw. 'In dezelfde bende heb je jongens met ouders uit Rwanda, Oost-Congo of Angola. Het gaat niet over rivaliteiten die in Afrika aan de basis van conflicten liggen. Het gaat over samen zwartzijn.' "Toen hij klein was", vertelden ouders me, "had hij vriendjes van alle kleuren, maar zodra hij ging puberen, ging hij alleen nog met zwarte jongeren om." Die bendes zijn
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
49
een extreme vorm van afwijzing van al wat blank is. Het lijkt of de rest van de wereld niet bestaat. Alles speelt zich volledig onder en tussen hen af.' Hun culturele referenties zijn ook niet Afrikaans. Ze claimen voor zichzelf een Afrikaanse identiteit, maar hun kennis is oppervlakkig en hun nieuwsgierigheid naar de cultuur van hun ouders gering. 'Als de ouders Afrikaanse waarden willen doorgeven, staat het kind er vaak niet voor open en verkiest het alleen de samenleving waarin het opgroeit', zegt Frédéric Gaza, een Congolese psychiater die samen met de Congolese criminoloog Franck Mulisi in de vzw CCB actief is als bemiddelaar voor Belgisch-Afrikaanse jongeren en families. Je suis un black, zeggen deze jongeren, en met die Engelse term zetten ze zich in een klap af tegen hun Afrikaanse ouders én tegen le blanc. Het ontbreekt hun aan voorbeelden. Ze zoeken aansluiting bij de Amerikaanse gang-cultuur. 'Hun culturele referenties komen uit de Verenigde Staten', zegt Gaza. Een van de eerste bendes in Brussel heette trouwens New Jacks, naar de film New Jack City, over het bendeleven. 'Ze kopiëren voorbeelden uit de VS, het geweld en de stoerdoenerij die ze zien op tv en in films.'
Verkwist talent Het is die zoektocht naar een identiteit als zwarte in de Belgische samenleving die mee aan de basis ligt van de groei van deze bendes, zegt Gaza. 'Vertel eens iets over je cultuur.' Hoe dikwijls krijgt zo'n jongen die goedbedoelde vraag niet op school? Maar hij is Belg, geboren en getogen in Brussel. Zijn cultuur is die van de blanke jongens en meisjes die links en rechts van hem zitten. Hij voelt zich door de samenleving beoordeeld op zijn huidskleur en gewezen op de verschillen. Een Bounty noemt hij zichzelf - zwart vanbuiten, wit vanbinnen. Hij lijkt niet te kunnen ontsnappen aan zijn huidskleur. Dus claimt hij ze als een embleem.' 'Onze jongeren voelen zich afgewezen en begrijpen niet waarom', zegt Gaza. 'Racisme en angst voor het onbekende: ze bestaan en onze jongeren voelen dat. Het is al verbeterd, hoor. Toen ik hier als jongere kwam, werd je nog openlijk beledigd. Tijdens mijn artsenopleiding zei een gynaecoloog dat een zwarte arts nooit een blanke vrouw kon onderzoeken. Het is nu veel minder cru.' 'Maar vooral op het vlak van werk en logement blijft uitsluiting een probleem in België. Het leven is nog altijd niet gemakkelijk voor wie een andere naam of kleur heeft. Onze jongeren zien elke dag hoe hun ouders die een stevig diploma in handen hebben, geen werk vinden, of met een krantenronde de eindjes aan elkaar proberen te knopen.' Mulisi: 'Ik ken een doctor in de wetenschappen die opbouwwerker is voor kinderen. Fijne baan, daar niet van, maar voor een man met zijn diploma's?' Wat moet een kind als het ziet hoe zijn vader in de marginaliteit is beland, hoe zijn grote broer in de marginaliteit belandt. Hoor ik bij deze samenleving, vraagt het zich af. 'Ik ken Afrikaans-Belgische studenten die vloeiend vier talen spreken en niet eens aan een stageplaats raken', zegt Billy Kalonji van het Afrikaans Platform in Antwerpen, voorzitter van de vzw Mwinda Kitoko. Hij is de bezieler van de Talentendag, die elk najaar Afrikaans-Belgisch jong talent in de bloemetjes zet. 'Talent word verkwist. Is het verwonderlijk dat ze afhaken?'
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
50
'Wij kwamen vanuit Congo naar hier in de jaren tachtig, de meesten met diploma's. Maar wat zijn onze kinderen aan het worden? Hoeveel Afrikaanse kinderen zitten er aan de universiteit in Antwerpen? Ze volgen allemaal technisch en beroepsonderwijs. U gaat me toch niet vertellen dat er niet één de universiteit aankan?' Afrikaans-Belgische jongeren leven met de frustraties van hun ouders, ze hebben eigen frustraties. 'De malaise is algemeen', zegt Gaza. Ze hebben allemaal dezelfde problemen. En ze zoeken allemaal een chez soi, een thuis. 'Kinderen die het al moeilijker hebben thuis, zoeken die dan soms in de bende', zegt Van Leeuw. 'Het blijft een kleine minderheid, maar ze bepalen het imago van de hele Afrikaanse gemeenschap in Brussel.' Ze trekken elkaar als magneten aan, zegt Kalonji: de gastjes die hier geboren zijn en jongens die in Afrika zijn opgegroeid. 'Wanneer die hier komen, hebben ze maar weinig besef van de regels en limieten, maar ze maken hun eigen weg, omdat ze geleerd hebben van hun plan te trekken. De jongeren die hier geboren zijn, kijken met grote ogen naar die gasten en zien in hen een rolmodel. Ze haken zich aan hen vast.' Maar ze snijden zich los van de rest van de samenleving.
Instabiliteit 'Eigenlijk liggen de wortels van jongeren die ontsporen, in de instabiliteit van de familie', meent Billy Kalonji. 'Ouders die leven in precaire omstandigheden: financiële problemen, de slechte behuizing, geen werk of werk onder hun opleidingsniveau.' Tachtig procent van de Afrikaanse families is onvolledig, schat hij. Ouders gescheiden, moeder voedt de kinderen alleen op. De vader of de moeder waren al enkele jaren hier voor het kind kwam uit Afrika, of de ouders werken elders en het kind leeft hier bij een oom of tante. 'Als ouders en kinderen elkaar dan terugzien, gaapt er een kloof. Het ouderlijk gezag is aangetast.' 'Veel Afrikaanse ouders gebruiken ook de opvoedingsschema's waarmee zij zijn opgegroeid', zegt Van Leeuw. 'In Afrika worden kinderen collectief opgevoed. Ze gaan en staan waar ze willen, maar zodra ze iets mispeuteren, zal de dichtstbijzijnde volwassene hen terechtwijzen. Hier is dat niet zo. Je kunt dat jammer vinden, maar hier zeggen volwassenen: alleen mijn kind is mijn zaak. Als je kinderen in zo'n context hun gang laat gaan, zijn ze een vogel voor de kat.' In sommige gevallen waarin het fout loopt met deze jongeren, gaat het om nalatigheid, maar in de meeste gevallen is het ouders gewoon boven het hoofd gegroeid, zeggen alle betrokkenen. 'Afrikaanse ouders worden bovendien te snel uitgesloten', zegt Van Leeuw. Gaza: 'Er wordt te weinig naar hen geluisterd bij allerlei instanties.' En de rebellerende puber heeft snel in de smiezen dat zijn vader weinig gewicht heeft in deze samenleving. 'Je moet de ouders er snel bij betrekken', zegt Van Leeuw. 'Als je dat niet doet, voelen ze zich vernederd. En een kind dat zijn ouders te schande heeft gemaakt, wordt van huis gestuurd. In Afrika is dat geen probleem: er is altijd de extended family tot de gemoederen bedaard zijn. Maar hier wordt het kind een gemakkelijke prooi voor bendes.' Afrikaanse ouders weten niet waar ze hulp moeten vinden. Ze weten ook niet altijd welke hier de rechten en plichten zijn. 'Een vader deelt een mep uit aan zijn
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
51
recalcitrante tienerzoon en voor hij het beseft, wordt hij op het matje geroepen bij politie en justitie', zegt Mulisi. Terecht: het kan en mag niet. Maar de vader is verloren: voor hem is dit hoe hij zijn ouderlijk gezag uitoefent. Mulisi: 'Wij proberen te zien wat er in de families niet gaat en er samen met de diensten voor jeugdbescherming uit te komen. De overheid moet minder met de botte bijl ingrijpen zonder te begrijpen hoe het cultureel zit. Dat doet de situatie vaak volledig blokkeren.' 'Wie hier geboren is uit Belgische ouders, begrijpt op een natuurlijke manier het kader van deze samenleving', zegt Kalonji. 'Je moet Afrikaanse ouders ook de kans geven om te begrijpen hoe de dingen in elkaar zitten. Je moet het hun uitleggen. Dat is echte gelijkheid van kansen. Ouders krijgen te weinig steun, op alle vlakken. De overheid heeft de situatie laten verrotten. Er wordt geoogst wat er is gezaaid. Die bendes, dat is eigenlijk een alarmkreet.'
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
52
Bijlage 2. Communiceren kan je leren
Communiceren kan je leren?! Communiceren is spreken met iemand, in dialoog gaan. Maar hoe doe je dat juist? En stopt communiceren bij de overdracht van woorden of communiceren we met gans ons lichaam? Hoe kunnen we communiceren over culturele grenzen heen? Een aantal vaardigheden helpen om te komen tot een betere communicatie. Actief luisteren en het vermijden van foutieve interpretaties schuiven we naar voren als de twee belangrijkste vaardigheden. Maar om deze in de praktijk te brengen, heb je meer nodig dan goed gekozen woorden. Lichaamstaal levert een essentiële bijdrage tot communicatie.
Communicatie is meer dan spreken Terwijl je woorden gebruikt om je gesprek te voeren, vertelt ook je lichaam een verhaal. Ook de persoon waarmee je praat, geeft signalen via zijn non-verbaal gedrag. Dat nonverbale gedrag heeft een grote impact op de communicatie. Bepaalde handelingen ondersteunen de verbale boodschap en geven deze meer betekenis: jaknikken, oogcontact maken, wenkbrauwen fronsen. Een open houding of een aangename glimlach op je gezicht maken duidelijk dat je open staat voor vragen. Non-verbaal gedrag kan op subtiele wijze aangeven welk gedrag is toegestaan. Non-verbaal gedrag bestaat ook als communicatie op zich. Soms slaag je er niet in om de goede woorden te vinden. Non-verbaal gedrag kan dan volstaan om elkaar toch te begrijpen. Gebaren met de handen, knikken, zuchten…zijn allemaal manieren om duidelijk te maken aan de ander wat je denkt of wilt zeggen. Non-verbaal gedrag is echter niet altijd in overeenstemming met het verbale. Wanneer je een tegenstelling opmerkt tijdens een gesprek, is het interessant om na te gaan waarom dit gedrag zich voordoet. Dit gedrag onthult interessante informatie over de persoon in kwestie. Non-verbaal gedrag is cultuurgebonden. Wij vinden het als Belgen niet leuk om tijdens een gesprek constant te worden aangeraakt, terwijl je in Zuid-Amerikaanse culturen zo blijk geeft van interesse. Maar culturen zijn dynamisch en niet af te grenzen. Pin je niet vast op regeltjes en tips over cultuurverschillen. In een interculturele dialoog ben je attent op verschillen in non-verbaal gedrag en probeer je er rekening mee te houden.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
53
Actief luisteren Actief luisteren toont aan dat je je kan inleven in de andere, dat je respect toont. Je geeft de ander het gevoel dat je echt naar hem luistert. Actief luisteren is meer dan alleen maar aanhoren. Het is een actieve opstelling en een grote hulp om een duidelijk en overzichtelijk beeld te krijgen van het ganse verhaal. Actief luisteren is meer dan kunnen verwoorden wat iemand tegen je zegt. Het moet eigenlijk uitmonden in begrijpen wat iemand bedoelt. Daarvoor moet je je actief verdiepen in de inhoud en emotionele betekenis van het verhaal. Bij actief luisteren gelden drie principes: • • •
Acceptatie van de ander; Respect voor de gevoelens van een ander; Tolerantie ten aanzien van iemands eigenaardigheden.
Deze drie principes vormen de voedingsbodem voor goed luistergedrag. Als je dit niet kunt of wilt opbrengen, komt er van luisteren niet veel terecht. Maar met deze drie principes alleen ben je nog niet aan het luisteren. Actief luisteren in de praktijk brengen, doe je op de volgende manieren: • Maak oogcontact: Iemand regelmatig aankijken maakt duidelijk dat je op hem bent gericht, dat je aandacht hebt voor hem. Het is heel vervelend praten tegen iemand die de hele tijd uit het raam zit te kijken, die meer naar het plafond of zijn eigen schoenen staart dan naar jouw gezicht. • Neem een geïnteresseerde houding aan: Niet alleen je woorden maar je hele houding heeft invloed. Je toont je veel minder uitnodigend als je onderuitgezakt op een stoel zit dan wanneer je je geïnteresseerd naar voren buigt. Een open, uitnodigende lichaamshouding is van groot belang. Als je iemand iets belangrijks vertelt, wil je ook aan zijn houding en gezicht zien dat hij geïnteresseerd is. • Moedig de verteller aan: Af en toe knikken, een gebaar maken, verbaasd kijken, wenkbrauwen fronsen, ja zeggen, enz. zijn wat we noemen kleine aanmoedigingen. Zij houden de ander aan de praat. • Vraag om verduidelijking als je iets niet begrijpt: Verduidelijkende vragen stellen is heus geen blijk van domheid. Het is integendeel een blijk van interesse. Maar beperk je in eerste instantie tot zaken die betrekking hebben op hetgeen verteld wordt. Vragen over zaken waar je ook wel benieuwd naar bent, kun je nog altijd stellen. Vragen als ‘ Hoe bedoel je precies?’ en ‘kun je daar wat meer over vertellen?’ geven blijk van interesse. • Vraag gerust door: Als iemand je iets vertelt, dan heeft dat verhaal altijd een bepaalde betekenis voor hem. Hij vond het fijn of vervelend , ziet ernaar uit of ziet ertegenop, is erdoor verrast, enz. Als we iemand iets vertellen, laten we deze emotionele betekenis vaak weg. Het getuigt van interesse om daar naar te vragen. Omgekeerd kan het ook gebeuren dat iemand alleen maar vertelt hoe vervelend hij iets heeft gevonden, zonder er precies bij te zeggen wat er is gebeurd. Ook dan kun je als luisteraar daar gerust naar vragen. Je vragen moeten de ander de kans geven het verhaal zo volledig mogelijk te vertellen. Zij moeten niet het karakter hebben van een kruisverhoor om je nieuwsgierigheid te bevredigen.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
54
• Vat af en toe samen: Zeker als iemand een lang of verward verhaal vertelt, is het voor beide zinvol dat er af en toe wordt samengevat. Zo hou je de lijn van het verhaal vast. Doe dit wel op momenten van natuurlijke stiltes. Onderbreek de ander enkel wanneer het verhaal echt te verwarrend wordt. • Laat eigen associaties, meningen en opvattingen achterwege: Misbruik het verhaal van de ander niet om zelf op een praatstoel te raken. Verdiep je eerst in de situatie zoals die volgens de ander in elkaar zit. Probeer met vragen direct aan te sluiten bij wat de ander vertelt. Stel geen suggestieve vragen. Doe er in je samenvattingen geen schepje bovenop: als iemand iets ‘niet leuk’ vindt, maak er dan niet van dat hij het ‘vreselijk’ vindt. • Houd je eigen emoties onder controle: Iedereen heeft recht op zijn eigen mening, ook al wijkt die af van de jouwe. Dat moet je kunnen accepteren. Lichtgeraaktheid leidt er snel toe dat alles wat je hoort, vertekend wordt door je eigen afkeuring. • Jaag de ander niet op: Luisteren betekent de tijd nemen. Niet iedereen vertelt even vlot wat hem op het hart ligt. Voorkom dat je in zo’n geval het initiatief naar je toetrekt door vragen als: ‘bedoel je soms dat…’ Voor mensen die moeilijk uit hun woorden komen of de taal niet helemaal machtig zijn, is dat heel vervelend. Andere blijken van ongeduld zijn bijvoorbeeld: op je horloge kijken, je papieren alvast in je tas doen,… • Wees niet bang voor stiltes: Soms moet de ander even nadenken hoe de situatie weer in elkaar zat. Wat hij erover zou willen vertellen. Soms zoekt hij naar een goede formulering. Geef hem daar de tijd voor. Je hoeft niet elke stilte direct op te vullen met je eigen woorden. Probeer het tempo van de ander te accepteren en te volgen. Dring je eigen tempo niet op. Toch loopt het nog vaak fout. Heel wat mensen hebben de juiste luisterhouding nog niet onder de knie. Hieronder vind je een paar veel gemaakte luisterfouten. • • • • • • •
Een ongeïnteresseerde luisterhouding; De ander niet laten uitspreken; Je eigen verhaal gaan vertellen; Met je gedachten ergens anders zijn; Impulsief reageren; Waarderend reageren; Veronderstellingen uiten.
Foute interpretaties vermijden Alle informatie die binnenkomt in onze hersenen, wordt op een of andere manier geïnterpreteerd. Een interpretatie is een persoonlijk beredeneerd oordeel over de betekenis. Wanneer we communiceren met mensen, interpreteren we dingen op onze eigen persoonlijke manier. Zo kunnen er bij een correcte waarneming toch interpretatiefouten ontstaan. Het is belangrijk om te weten wat de oorzaak kan zijn van interpretatiefouten. Ze zorgen immers voor wrevels en onbegrip.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
55
•
Te snel begrijpen en reageren: Je reageert nog voor je zicht hebt gekregen op de ganse situatie. Je reageert maar op een klein aspect en dus niet op iemands hele verhaal. Ongeduld en impulsiviteit staan een goede communicatie in de weg.
•
Generaliseren: Vaak komen we te snel tot een algemeen oordeel op grond van enkele gebeurtenissen.
•
Vooroordelen: Informatie wordt gekleurd door ongegronde of voorbarige opvattingen over personen of situaties. Deze zijn vaak uit de lucht gegrepen, eerder emotioneel dan rationeel opgebouwd. Docenten zijn autoritair, alle politiekers machtsgeil, alle werklozen lui…
•
Stereotypering: Maar al te vaak scheren we hele groepen over eenzelfde kam. Door iedereen die tot die groep behoort vaste eigenschappen of kenmerken toe te schrijven. In een stereotype zit vaak een grond van waarheid. Maar het kenmerk wordt zodanig vergroot dat het bijna absurd lijkt. Zo zijn mannen altijd ambitieus en carrièregericht.
•
Halo-effect: Bij de interpretatie van informatie worden we vaak misleid door het uitstralingseffect van een of enkele eigenschappen. Bijvoorbeeld: iemand die met een dure auto rijdt zal wel heel rijk zijn.
•
Identificatie: Wanneer je je sterk met iemand identificeert, beïnvloedt dat de interpretatie van informatie over die persoon. We spreken van positieve identificatie wanneer er vooral positieve informatie wordt opgenomen en geselecteerd. Als er dan iets negatiefs wordt verteld, kan je dat haast niet geloven. Er kan ook sprake zijn van negatieve identificatie. Dan kan iemand haast niets goeds meer doen.
•
Projectie: Soms schrijf je je eigen gevoelens toe aan een ander. Gevoelens waarvan je je niet bewust bent, verschijnen dan als gedrag bij de ander. Althans, zo neem jij het waar. Je ziet als het ware jezelf in de ander, maar daar ben je je niet van bewust.
•
Persoonlijke norm: We hebben de neiging om het gedrag van anderen af te meten aan de manier waarop we zelf iets zouden doen. We nemen ons gedrag als norm. Zo bepalen we wat we goed en minder goed vinden. We vergeten hier echter dat de ander evengoed van een persoonlijke norm uitgaat, waardoor het gedrag voor hem een geheel andere betekenis heeft.
Je kan persoonlijke interpretaties niet uitschakelen. Maar je moet alert zijn voor interpretatiefouten. Door aandacht te schenken aan deze factoren, kunnen we foute interpretaties voorkomen. Weet dat alle communicatie gekleurd is. Ik ben ik, jij bent jij en zij is zij. Gedrag is bovendien maar het topje van de ijsberg, terwijl er onder dat topje heel wat verborgen zit. Het gedrag dat iemand toont, zegt dus niet altijd wie die persoon juist is. Er zit meer in een persoon dan je ziet. Oordeel tijdens het communiceren niet te snel. Als je gedrag interpreteert, wees je ervan bewust dat je maar over een klein stukje informatie beschikt. Neem de tijd om goed te kijken, te luisteren en gegevens te verzamelen.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
56
Duidelijkheid en echtheid Tenslotte wijze ze nog op de waarde van duidelijkheid en echtheid. Een goede dialoog begint bij duidelijke communicatie. Geef aan wat je wil en wat niet, stel grenzen en handel ernaar, spreek in verstaanbaar Nederlands of de taal van de toehoorder, vermijd vakjargon wanneer de ander er niet vertrouwd mee is. Duidelijk zijn is cultuurbepaald. In bepaalde culturen wordt duidelijkheid anders ingevuld. In sommige culturen ben je duidelijk als je in metaforen, verhalen of parabels spreekt. Dat vinden Belgen dan weer een grote omweg als je hetzelfde in twee zinnen kan zeggen. Je bevordert duidelijkheid door na te gaan of de toehoorder je begrepen heeft. Stel vragen en poog ook de non-verbale tekens van je toehoorders goed in te schatten. Op deze manier krijgen beide partijen meer oog voor mogelijke andere opvattingen en invalshoeken. Je wordt je bewuster van de eigen (organisatie-) cultuur en leert beseffen dat die niet vanzelfsprekend is. In je communicatie is het ook belangrijk om je echtheid te bewaren. Echtheid houdt in dat hetgeen je zegt en hoe je handelt klopt met je gevoel en overtuiging. Maar ook dit principe heeft vele kanten. In de westerse cultuur is het de gewoonte dat je meent wat je zegt en dat je eerlijk bent. Deze directe manier van communiceren en vragen stellen wordt echter niet door iedereen gewaardeerd. Wees je ervan bewust van dat in sommige culturen mensen antwoorden wat ze denken dat je wil horen. Sta er bij stil dat niet elke cultuur op dezelfde manier communiceert.
Bronnen Van Meer, K., Van Neijenhof, J., Elementaire sociale vaardigheden, Diegem, Kluwer, 2000. De8 vzw, Tips: werken met allochtone vrijwilligers, Borgerhout, De8: Divers!City, 2008. Dr. Hoffman, E., Dialoog, Eindhoven, Fontyns hogeschool:sociaal werk.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
57
Bijlage 3. Papa, mama en de kinderen
Papa, maman, enfants. Papa, mama en de kinderen. De Afrikaanse familie naast het westerse kerngezin
Kan men spreken over dé Afrikaanse cultuur of over dé Afrikaanse familie? Vanzelfsprekend niet. Geen enkele traditie verspreidt zich over alle Afrikaanse regio’s en etnieën. Ook om de Afrikaanse familie te beschrijven kan je tal van referentiepunten nemen. Heel wat studies beschrijven bovendien traditionele Afrikaanse gemeenschappen en samenlevingsvormen. Terwijl culturen niet statisch en onveranderlijk zijn. Ze zijn onderhevig aan allerlei invloeden, waaronder de kolonisaties. Deze bijlage geeft zeker geen tijdloze en algemene waarheden. Maar toch willen we de basisstructuren van de Afrikaanse familie meegeven. De ideeën en waarden achter de Afrikaanse familie verschillen immers merkbaar van deze achter het Westerse kerngezin. Bovendien spelen traditionele Afrikaanse familiestructuren ook vandaag nog in meer of mindere mate een rol, ook voor Afrikanen die uitwijken naar Westerse landen.
Familie en verwanten In de Afrikaanse maatschappij speelt familie een centrale rol. Het kader van verwantschap en huwelijk regelt immers de onderlinge solidariteit en samenwerking. Om de Afrikaanse familie beter te begrijpen, moet je loskomen van het begrip bloedverwantschap. In plaats daarvan worden verwanten personen die iets gemeenschappelijks hebben, die een aantal sociale kenmerken delen. Verwantschap krijgt zo een sociale eerder dan een biologische betekenis. Afrikanen kunnen zich perfect verwant noemen met anderen zonder enige bloedverwantschap. Het kan volstaan om op dezelfde plaats te komen, dagelijks samen te eten of om een gedeeld verleden te hebben. Het begrip generatie structureert verwantschap in sterke mate. Je kan alle personen met de leeftijd van je vader papa noemen, en alle vrouwen met de leeftijd van je moeder mama. Iedereen van de eigen generatie kan je aanspreken als broer of zus. In zwarte gemeenschappen in de Verenigde Staten hebben de termen brothers en sisters gelijkaardige betekenissen. Daarin leeft het begrip sociale verwantschap voort. Volgens dezelfde logica kennen traditioneel Afrikaanse culturen geen categorieën als ‘neef’ ‘halfbroer’ of ‘schoonmoeder’.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
58
Huwelijk en kinderen Een kindrijk huwelijk geldt als het ideaal. Het huwelijk verbindt twee families omwille van de kinderen. Het huwelijk wordt pas als definitief beschouwd bij de geboorte van een kind. Indien de vrouw onvruchtbaar blijkt, kunnen man en vrouw uiteengaan. De bruidsschat of een deel ervan wordt teruggegeven na onderhandelingen tussen de families. Eenmaal men definitief getrouwd is, blijft het mogelijk om te scheiden. Dit kan via een interfamiliale regeling, niet louter op vraag van één der echtgenoten of zonder gegronde redenen. Het recht op de kinderen en de bruidsschat staan immers op het spel. Kinderen zetten de afstammingslijn voort. Hierbij kijkt men niet alleen naar de toekomst, ook de band met de overledenen speelt een grote rol. De Afrikaanse traditie kent immers een sterk respect voor de ouderen, in de eerste plaats voor de ouders, zowel de biologische als de sociale. Op latere leeftijd zorgen kinderen voor het eren van ouders en voorouders. Grote families zijn ook vanuit economisch en politiek standpunt belangrijk. De man die aan het hoofd van een grote groep staat, heeft meer gezag. In deze context is het huwelijk en de keuze van de partner een aangelegenheid bij uitstek van de familie. Het huwelijk is een verbintenis tussen twee families met verstrekkende wederzijdse verplichtingen. De partner moet dus zorgvuldig geselecteerd worden. Daarbij kan de familie rekening houden met de voorkeuren van het individu, maar in laatste instantie is het woord steeds aan de ouderen. De afstamming kan volgens twee lijnen verlopen, de matrilineaire en de patrilineaire afstammingslijn. Bij een matrilineaire afstamming loopt de lijn via de moeder. Bij een patrilineaire behoren de kinderen tot de groep van de vader. Een afstammingslijn bestaat patrilineair uit een man en zijn vrouw, hun zonen met hun vrouwen, hun ongetrouwde dochters en (eventuele) kleinkinderen. Bij een matrilineaire structuur is dit een vrouw en haar man, hun dochters en aangetrouwde mannen, hun ongetrouwde zonen en kleinkinderen. Tot de Afrikaanse familie horen ook heel vaak de broers van de vader of van de moeder (afhankelijk van het verwantschapssysteem). In het Kongo-bekken is het matrilineaire systeem wijd verspreid, de patrilineariteit komt minder voor.
Opvoeding Ook de opvoeding van kinderen is een familiekwestie. Waar in het Westen de ouders onderling overleggen, is in Afrika de hele familie verantwoordelijk. Er bestaat een systeem van sociaal ouderschap: verschillende personen kunnen de rol van de ouders op zich nemen. Traditioneel was zelfs de gehele gemeenschap betrokken bij de opvoeding van een kind, iedere volwassene kon een kind begeleiden en terechtwijzen. Niettemin heeft de familie de grootste taak. In het bijzonder krijgen de grootouders een belangrijke rol, zij leren het kind enorm veel door verhalen te vertellen. Ook tussen de oom en de kinderen van zijn zus (in een matrilineair systeem) of broer (patrilineair systeem) bestaat er en speciale relatie. In veel stammen heeft de oom evenveel of meer gezag over de kinderen dan de biologische vader. Ten slotte neemt het oudste kind vaak dezelfde houding aan tegenover de jongere kinderen als de volwassen familieleden tegenover de kinderen. Het Westerse gezin bestaat uit man, vrouw en hun kinderen. In Afrika bestond dit kerngezin niet, het werd er ingevoerd door de christelijke missionarissen. Zij hadden het niet zo www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
59
begrepen op de traditionele familiestructuren. Daar waar in het Westen de kinderen wettelijk aan de ouders behoren, behoren de kinderen in Afrika tot de familie van de vader of van de moeder, naargelang de afstammingslijn.
Tradities om de familie veilig te stellen Om de sociale en economische belangen van de familie veilig te stellen ontstonden een aantal “alternatieve huwelijksvormen” die nu nog in mindere of meerdere mate voorkomen. •
Leviraat. Leviraat betekent het "overerven" van een weduwe door de broer van een overledene. Deze gewoonte was bedoeld om de vrouw en haar kinderen te beschermen. Soms diende het ook om de vrouw kinderen te schenken indien zij kinderloos gebleven was. Deze kinderen werden beschouwd als zijnde van de overledene.
•
Vrouw-vrouw huwelijk. Het vrouwenhuwelijk of gynaegamie is terug te vinden bij een veertigtal etnieën in Afrika. Hier trouwt een vrouw met een vrouw, betaalt een bruidsschat, en krijgt hierdoor het recht op het nakomelingenschap van de kinderen. Bij bepaalde stammen is de vrouwechtgenoot ("woman-husband") al getrouwd met een man, bij andere niet. Het doel is om de toekomst van de kinderen veilig te stellen en zichzelf een veilige economische positie te verzekeren bij het ouder worden. Er zijn geen seksuele connotaties.
•
Sorroraat. Het sorroraat verplicht de familie van een overleden of onvruchtbaar gebleven vrouw ertoe om een andere echtgenote te bezorgen aan de man (meestal een zuster).
•
Polygamie Polygamie betekent elke legitieme vereniging (= huwelijk) van één man met twee of meer vrouwen. Polyandrie, het huwelijk van één vrouw met meerdere mannen, komt in Afrika nauwelijks voor. Je kan "grote" en "kleine" polygamie onderscheiden. De kleine polygaam had maximaal 4 à 5 vrouwen. De grote harems kwamen hoofdzakelijk omwille van politieke redenen tot stand. De grote polygamen hadden een heel hoge status. Hoewel polygamie slechts bij een minderheid van de bevolking voorkwam, was deze minderheid niet onbelangrijk. Enkel de rijke mannen, de chefs en de notabelen, konden immers meerdere bruidsschatten betalen.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
60
Bronnen De Boeck, Guy (1995) Parenté Afrique, www.congoforum.be Eggermont, Betty (1989 – 1990) Inculturatie van het christelijk huwelijk in Belgisch Kongo. 1919-1950. De beleidsvorming van de Missie-Oversten omtrent polygamie; hun richtlijnen aan de missionarissen en inwerking op het beleid van de Staat. Scriptie voorgelegd aan de Faculteit Letteren en Wijsbegeerte, voor het behalen van de graad van Licentiaat in de Geschiedenis, Universiteit Gent Muanza M. Kabangu (2004) L’immigration africaine en France: ses diversités et ses constantes culturelles, Conférence du Casnav de l’académie de Paris. E. Tietmeyer, Gynaegamie im Wandel. Die Agikuyu swischenTraditionund Anpassung. Pierre Erny, www.persee.fr
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
61
Bijlage 4. Zoals ogen
‘Zoals ogen’ Historisch kader bij een mooie uitspraak. ‘Until the colour of a man's skin, is of no more significance than the colour of his eyes, me say war.’ De beeldspraak kennen we uit ‘War’, opgenomen door Bob Marley in 1976. De zanger haalde de woorden bij de Ethiopische Keizer Haile Selassie I. De keuze voor de Ethiopische keizer was allesbehalve toevallig. De persoon Haile Selassie had een bijzondere betekenis voor rastafari’s of rasta’s, waartoe ook Bob Marley behoorde. De rasta’s groeiden vanuit de arme zwarte bevolking van Jamaica. Door hun slavernijverleden stonden zij onderaan de sociale ladder. Rond 1930 groeide het zwarte bewustzijn en klonk de roep om repatriëring van zwarten naar Afrika. De Jamaicaanse bevolking geloofde in de voorspelling dat ooit een zwarte koning zou worden gekroond die op zou komen voor de zwarte bevolking. In 1930 werd in Ethiopië Ras Tafari Makonnen gekroond tot Keizer Haile Selassie. Foto's van de kroning maakten in Jamaica grote indruk. Blanken knielden voor een zwarte! Door de
grote sociale achterstand werd Haile Selassie al snel populair onder de Jamaicaanse bevolking De Ethiopische keizer gaf uiteindelijk zijn naam aan de Rastafaribeweging. Rasta’s zagen in Haile Selassie de koning waar ze al jaren op wachtten. Hij kreeg een goddelijke status, werd aanzien als de reïncarnatie van Jezus. Internationaal was Haile Selassie een man met gezag en aanzien. Hij had veel invloed binnen de Organisatie van Afrikaanse Staten en bracht staatsbezoeken aan de V.S. en diverse Europese landen. In de jaren vijftig groeide hij uit tot een voorbeeld voor veel Afrikanen, die het koloniale juk wilden afschudden. In 1963 sprak Haile Selassie (foto hiernaast) de Verenigde Naties toe in New York. In die periode waren heel wat Afrikaanse landen in een onafhankelijkheidsstrijd verwikkeld. Enkele weken www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
62
daarvoor was de Organisatie van Afrikaanse Eenheid opgericht, dankzij een diplomatische krachttoer van Haile Selassie. De speech werd een symbool voor de strijd van alle verdrukte volkeren over heen de wereld. Voor de Verenigde Naties sprak hij: ‘Zolang de kleur van iemands huid meer betekenis heeft dan de kleur van iemands ogen, is het oorlog.’ War van Bob Marley nam een stuk uit deze speech over.
In de laatste jaren van zijn bewind verzwakte zijn positie intern in Ethiopië. Ethiopië bestond uit vele religieuze groeperingen en Haile Selassie probeerde met een soort verdeel-en-heers-politiek de onderlinge vrede te bewaren. In 1961 annexeerde Selassie Eritrea, dat daarvoor een grote autonomie had gekend. Een gewapend conflict barstte hierop los. Dit conflict zou 32 jaar duren. Begin jaren zeventig stortte de economie in en, na een periode van lange droogte, greep de hongersnood om zich heen. De keizer bleef schijnbaar onverschillig. In 1974 voerden militairen een staatsgreep uit en namen Haile Selassie gevangen. Toen hij in 1975 overleed, vermoedden velen moord. Nog altijd zien de rasta’s Ethiopië als het beloofde land, waarnaar alle zwarten ooit terug zullen keren. De westerse wereld wordt gezien als Babylon dat ten onder zal gaan. Rasta's kleden zich graag in de kleuren van de Ethiopische vlag: rood, geel en groen, kleuren die ook in de rastavlag voorkomen. Rood staat voor het bloedvergieten voor de vrijheid van Afrika, groen voor vruchtbaarheid van het Afrikaanse land en geel voor goud en rijkdom. Het rastafarianisme is een heel diverse beweging, voor sommigen is het een religie.
Bron tekst en foto: www.wikipedia.org en http://nl.wikipedia.org
Bob Marley, War (album Rastaman Vibration) What life has taught me I would like to share with Those who want to learn... Until the philosophy which hold one race Superior and another inferior Is finally and permanently discredited and abandoned Everywhere is war, me say war That until there are no longer first class And second class citizens of any nation Until the colour of a man's skin Is of no more significance than the colour of his eyes Me say war That until the basic human rights are equally Guaranteed to all, without regard to race Dis a war That until that day The dream of lasting peace, world citizenship Rule of international morality www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
63
Will remain in but a fleeting illusion To be persued, but never attained Now everywhere is war, war And until the ignoble and unhappy regimes that hold our brothers in Angola, in Mozambique, South Africa sub-human bondage Have been toppled, utterly destroyed Well, everywhere is war, me say war War in the east, war in the west War up north, war down south War, war, rumours of war And until that day, the African continent Will not know peace, we Africans will fight We find it necessary and we know we shall win As we are confident in the victory Of good over evil, good over evil, good over evil Good over evil, good over evil, good over evil
Bron: www.rastafarispeaks.com
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
64
Bijlage 5. Maniok en Moambe
Maniok bron: www.nl.wikipedia.org
Cassave of maniok Cassave of maniok is de eetbare wortelknol van Manihot esculenta, een verhoutende, overblijvende heester. Cassave wordt in Afrika en Zuid-Amerika veel gegeten. Oorspronkelijk komt hij uit Brazilië. Alle huidige geteelde planten zijn cultivars.
Geschiedenis Cassave is van oorsprong een Zuid-Amerikaanse savanneplant. De plant kan groeien op zeer arme gronden, al zjn de opbrengsten dan relatief laag. Hij is ook goed bestand tegen droge periodes (behalve kort na het planten van jong gewas) en tegen sprinkhanenplagen. De cassave werd in Brazilië en Venezuela zeker al sinds 3000 v.Chr. verbouwd, zoals blijkt uit archeologische vondsten van gereedschappen gebruikt voor het schrappen van de knollen. Na de ontdekking van Amerika hebben de Portugezen de knol verspreid naar Afrika (vanaf ca. 1600) en Zuid- en Zuidoost-Azië. Thans leven in de tropische ontwikkelingslanden enkele honderden miljoenen mensen voor een groot deel van de cassave. In 2002 bedroeg de wereldproductie 184 miljoen ton.
Gebruik Hoewel de plant veel zetmeel bevat en voedzaam is, bevat hij ook het giftige blauwzuur in de vorm van glycosiden, dat er bij soorten met hoge gehalten voor de consumptie eerst uit moet worden verwijderd. Het gehalte loopt uiteen van 20 mg HCN/kilo verse knollen tot wel 1000 mg/kilo. Soorten met hoge gehalten worden 'bittere cassave' genoemd, met lage 'zoete'. Het eten van rauwe bittere cassave is gevaarlijk, maar ook de zoete cassave kan beter worden gekookt. De ziekte konzo is in feite een vorm van chronische cyanidevergiftiging, veroorzaakt door het eten van cassave, tapioca of fufu waaruit het blauwzuur niet of onvoldoende is verwijderd. Dit kan leiden tot gebreksziekten door jodiumdeficiëntie.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
65
Maniokbloem kan ook gebruikt worden om tarwebloem te vervangen, het wordt daarom ook wel gebruikt door mensen met allergieën. Tapioca en fufu worden gemaakt van de zetmeelrijke bloem van de maniokwortel. In Congo worden ook de bladeren van de cassaveplant bereid als een soort spinazie, onder andere in het typische Congolese gerecht sakasaka. Een ander Congolees gerecht waarin maniokbladeren worden gebruikt, is Moambe. In Tanzania worden de bladeren gebruikt voor het gerecht kisamvu. In tegenstelling tot de knollen, die heel arm aan eiwit zijn, bevatten de bladeren veel eiwit.
Moambe Bron: www.nl.wikipedia.org Moambe is een Congolees gerecht, gemaakt van 8 ingrediënten. Moambe betekent acht in het Lingala. De bestanddelen zijn: • palmnoten • kip • gedroogde vis • gemalen aardnoten • rijst • maniokbladeren (saka saka of sombe) • bananen • pili pili in een pikante saus. De palmnoten worden eerst gekookt en vervolgens fijngestampt. Daarna wordt de pulp vermengd met water, gezeefd en opnieuw gekookt. Het eindresultaat is een soort 'pindasaus'. Het fijnstampen en/of vermalen van de bladeren van de cassaveplant, welke vervolgens wordt gekookt, heet Saka Saka.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
66
Kip Moambe Bron: www.omasrecepten.com
Ingrediënten : • • • • •
800 g moambe (kant-en klaar saus met als ingredienten palmnotensaus, kruiden zout en water) 2 ajuinen pili-pili 1 rood piment 4 kipfilets
Bereiding : Bak de in stukken verdeelde kip in een weinig boter of olie op. Haal de stukken uit de bakpan en stoof de gesnipperde uien tot ze glazig zijn. De kip opnieuw toevoegen en het blik moambe bijvoegen . Indien de saus te dik is een beetje water toevoegen. Laat rustig stoven tot de kip gaar is. Laat lang genoeg trekken, dit komt de smaak zeker ten goede. Opdienen met rijst, gebakken banaan, ananasblokjes, geraspte aardnoten en kokosnoten. Als bijgerecht Saka-Saka of onze eigenste spinazie met tomaat.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
67
Bijlage 6. Congo actualiteit
“U bent mij vergeten, I presume?": De actualiteit van de koloniale geschiedenis Bambi Ceuppens - MO*magazine, februari 2007
"Keer op keer wordt in dit land het Belgische koloniale verleden gereduceerd tot een twistappel in een interne discussie. Congolezen staan erbij en zijn verplicht ernaar te kijken als passieve toeschouwers." Bambi Ceuppens, antropologe en gespecialiseerd in het Belgische koloniale verleden, heeft een eitje te pellen met haar landgenoten.
Met de regelmaat van de klok bevestigt een of andere Belgisch politicus het belang van de "expertise" die ons land heeft op het vlak van Afrika, en meer bepaald Centraal-Afrika. Dat zal wel, maar ik herinner me niet dat ik tijdens mijn schooljaren en licentieopleiding in de Afrikaanse talen en geschiedenis wat dan ook heb geleerd over het Belgische koloniale verleden, al hadden drie professoren onderzoek verricht in Belgisch Congo. In geen enkele Belgische universiteit wordt momenteel een vak Geschiedenis van de Belgische kolonisatie gedoceerd. Het algemene gebrek aan kennis over de periode is schrijnend, het onderzoeksgeld dat ervoor vrijgemaakt wordt, is navenant. De Koning Boudewijnstichting heeft wel de volledige archieven van Henry Stanley Morton aangekocht en in bewaring gegeven aan het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, maar nog geen enkele Belgische onderzoeker of journalist heeft zich aan de notities gewaagd. De Amerikaanse geograaf James L. Newman heeft er zich wel jarenlang in ondergedompeld en heeft op basis van dat onderzoek nu een biografie geschreven: Stanley, ontdekkingsreiziger in Afrika. Anders dan andere recente psychologische biografieën, die aan het licht brachten dat Stanley een gepatenteerde leugenaar was, wil Newman Stanley's rol als ontdekkingsreiziger centraal te stellen. Daar is niets mis mee, alleen laat de uitwerking veel te wensen over. Newmans vlot geschreven boek laat de recente theoretische inzichten links liggen en beperkt zich tot een chronologie van de feiten. De koloniale context waarbinnen Stanley opereerde komt niet uit de verf en Afrikanen lopen alweer verloren in hun eigen geschiedenis. Nu eens zijn de "inboorlingen" gastvrij, dan weer vijandig, maar bijna nooit wordt duidelijk waarom ze zo reageren. Als Centraal-Afrika inderdaad een groot gat was
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
68
waarin de Europeanen beschaving dropten -een bewering die tot vandaag centraal staat in het vertoog van de (oud)kolonialen, maar waaraan Newman weinig aandacht geeftwaar haalden de Afrikanen dan de geweren vandaan waarmee ze Stanley en zijn gevolg bestookten? Newman neemt ook voetstoots aan dat Stanley zoveel bloedbroederschappen sloot met lokale politieke leiders dat hij een pijnlijke arm kreeg en vreesde voor bloedvergiftiging, terwijl hij die rituelen gewoon uit zijn duim zoog. Al bij al toont het boek onvoldoende aan dat Centraal-Afrika op het einde van de negentiende eeuw niet het hart van een donker continent was. De duisternis viel er pas in op het moment dat blanken er zogezegd het licht van hun beschaving over lieten schijnen. Maar wie gedacht had dat die vaststelling ook gedaan zou worden op basis van jarenlang onderzoek in de kelders van Tervuren, die komt bij lezing van Stanley, ontdekkingsreiziger in Afrika bedrogen uit. De jongste biografie voegt zeer weinig toe aan het debat dat in België gevoerd moet worden over onze gedeelde geschiedenis. Veel belangrijker echter dan de vraag of het eerste onderzoek gebaseerd op de aanschaf van het Stanley-archief een gedegen studie heeft opgeleverd, is dan ook de vraag of de aankoop en het beheer van dit archief zo'n hoge prioriteit verdiende in België. In Nederland heeft de Stichting Mondelinge Geschiedenis Indonesië in 2001 een mondeling geschiedenisproject afgerond, met 1190 interviewsessies van 724 mensen. Er kwamen twee coördinatoren en veertien interviewers aan te pas. Daarvan kunnen we in België slechts dromen. Een dergelijk grootschalig project mondelinge geschiedenis opzetten over het vroegere Belgisch Afrika zou wellicht stukken goedkoper uitvallen, het is ook urgenter en sterker plaatsgebonden. Het Engelstalige Stanley-archief kan op eender welke plek ter wereld bewaard en geraadpleegd worden, maar alleen België heeft, in samenwerking met Burundi, Congo en Rwanda, de nodige expertise in huis om, nu het nog kan, getuigen van het Belgische koloniale verleden te interviewen in het Frans, Nederlands en de circa 250 talen die in Centraal-Afrika gesproken worden. Het feit dat men er de voorkeur aan heeft gegeven het Stanley-archief te kopen voor de natie, zegt veel over de manier waarop we in dit land omgaan met het koloniale verleden dat we delen met Afrikanen. In een ware koloniale geest blijft de nadruk liggen op de verwerving van "onze" Congo en de schriftelijke, exclusief blanke bronnen die daarover getuigen. België heeft nood aan gedegen wetenschappelijk onderzoek over de Belgische aanwezigheid in Centraal-Afrika, van 1885 tot nu. Precies om te vermijden dat we Afrikanen opnieuw reduceren tot figuranten in hun eigen geschiedenis, is het belangrijk hen zoveel mogelijk als onderzoekers en onderzoekssubjecten te betrekken bij dat onderzoek. Gebeurt dat niet, dan doen we de kolonisatie nog eens dunnetjes over. We reduceren de Afrikanen opnieuw tot voorwerpen van debat in een interne, blanke discussie -beperkt tot Belgische "stammenoorlogen" of uitgebreid naar een exclusief blanke geschiedschrijving- en plaatsen hen zo resoluut buiten de gedeelde, menselijke geschiedenis.
Foute Walen, correcte Vlamingen? In België gaan debatten over de koloniale geschiedenis minder over het verleden van Congo dan over de toekomst van België. Eind december eiste het overwegend Franstalige Collectif Manifestement1 zelfs de (weder)aanhechting van België aan Congo. Het collectief pleit voor de overplaatsing van de zetel van de Europese instellingen naar
1
"Beweging voor de aanhechting van België bij Congo www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
69
Kinshasa en de erkenning van het Lingala als de officiële taal van de Koninklijke Volksrepubliek Congo. Op 22 december hechtte het collectief een blanke hand aan de pols van een van de Afrikaanse figuren die het standbeeld van Leopold II in Oostende flankeren. Daarbij gaven de actievoerders een aangepaste versie van Hervé Villard's kaskraker Reviens ten beste (Reviens, tu nous manques, Léopold, ô sauveur !/ Tout le sang " indigène " a séché ! /Tout' les mains sectionnées ont r'poussé !...) Ogenschijnlijk bevestigt het initiatief een tegenstelling tussen Vlamingen -die uitermate kritisch staan tegenover Leopold II's wanbeheer in Congo- en Franstalige Belgen- die van geen kritiek op de vorst willen weten. Wie enigszins vertrouwd is met het wereldje van academici, journalisten, kunstenaars, schrijvers en dies meer dat zich in België voor Congo interesseert, zal vlug genoeg inzien dat men de leden van het Collectif Manifestement moet zoeken in antikoloniale kringen. De ontbrekende zwarte hand die het Collectif Manifestement verving door een blanke, werd in april 2004 afgehakt door De Stoete Oostendenoare.2. Die haalden opnieuw het nieuws op 17 januari 2005, precies veertig jaar na de moord op Patrice Lumumba. Toen bekladden ze een standbeeld van Boudewijn in Oostende met ketchup, ter herinnering aan "het bloed dat aan de handen van het Belgische vorstenhuis kleeft." Daarmee onderscheiden de Stoete Ostendenoare zich van andere Vlamingen die zich ertoe beperken Leopold II's bewind in Congo aan de kaak te stellen. Oostends gemeenteraadlid Piet Wittevrongel legde in 2004 het stadsbestuur een officieel verzoek voor om alles wat in de stad naar Leopold II en/of diens Congo verwijst uit het straatbeeld te verwijderen of te laten begeleiden door een kunstwerkje dat de "ware historische toedracht" verduidelijkt. Toenmalig VLD-lid Jean-Marie Dedecker zegde hem zijn volle steun toe. Naar aanleiding van de 175ste verjaardag van de Belgische onafhankelijkheid in 2005, voerde Linx+, de syndicaal-culturele vereniging van het ABVV, ludieke acties om de verwijdering te eisen van het standbeeld van baron generaal Jacques de Dixmude op de grote markt van Diksmuide, omwille van zijn vermeende betrokkenheid bij Leopold's bewind in Congo. Adam Hochschild baseerde zijn bestseller, De Geest van Leopold II en de plundering van Congo, grotendeels op boeken van de Vlamingen Daniel Vangroenweghe en Jules Marchal. De Vlamingen die meewerkten aan de Britse documentaire Blanke koning, rood rubber, zwarte dood, waren bereid toe te geven dat Leopolds Congo geen paradijs was geweest, terwijl geen enkele Franstalige historicus voor de BBC-camera wou getuigen. De VRT toonde de documentaire in verkorte versie zonder commentaar, de RTBF zond de integrale versie uit, gevolgd door een debat met Franstalige historici die de kritiek op Leopold II nuanceerden of zelfs weerlegden. Ogenschijnlijk is de discussie over wat er nu al dan niet loos was in Leopolds Congo inzet geworden van een intern, Belgisch debat. De Franstalige verdediging van Leopold II zou uiting geven aan hun gehechtheid aan België, de kritiek van vele Vlamingen op Leopold II zou kaderen in een republikeinse of op zijn minst antiroyalistische en alleszins onverholen Vlaamse visie. De apologeten van Leopold II zijn aan deze kant van de
2
Uittreksel uit de notulen van de Gemeenteraad van de Stad Oostende, 23 april 2004 www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
70
taalgrens ondertussen zo geïsoleerd dat ze vrijwel exclusief in kringen van Belgische unitaristen en royalisten gezocht moeten worden. Het Belgo-Belgische karakter van de discussie over het koloniale verleden werd al eerder duidelijk, toen Vlamingen zich kantten tegen het standbeeld van Jacques de Dixmude te Diksmuide omdat hij Franstalig was. Het vandaliseren van twee royalistische monumenten leverde De Stoete Ostendenoare een prijs op van de Republikeinse Kring. Het feit dat voor- en tegenstanders van Leopold II zich niet of amper engageren met Congolezen suggereert dat hun belang niet voorop staat in de hele controverse. De Stoete Ostendenoare schonk de afgehakte hand van Oostende weg aan "de Congolese gemeenschap in Matonge," niet gehinderd door kennis van het feit dat er amper Congolezen wonen in deze Brusselse wijk, die voor Afrikanen vooral een winkel- en uitgangsbuurt is. Het Collectif Manifestement, waarbij ook Congolezen betrokken zijn, bestaat uitzonderlijk wel uit mensen die al vele jaren blijk hebben gegeven van een echt engagement met Congo.
De obsessie met Leopold II De Belgische interesse in het koloniale verleden beperkt zich vrijwel volledig tot twee gewelddadige scharniermomenten: de overdracht van Congo aan België omwille van Leopold II's terreurbewind en de bloedige periode na de onafhankelijkheid. Kan men voor de periode 1885-1908 moeilijk over de vele Congolese slachtoffers heenkijken, dan krijgt men wat 1960-1965 betreft vaak de onterechte indruk dat Belgen de voornaamste slachtoffers waren. Zo wilden sommige CD&Vers het parlementaire onderzoek naar de betrokkenheid van de toenmalige Belgische regering bij de moord op Patrice Lumumba koppelen aan een onderzoek naar het geweld dat Belgen ondergingen in de woelige dagen na de Congolese onafhankelijkheid. Gelet op de gruwelijkheden is het niet zo verwonderlijk dat de periode 1885-1908 zo tot de verbeelding spreekt. Het is ook geen toeval dat het in eerste instantie buitenlandse historici waren die het uit de hand gelopen systeem van de rubberexploitatie aan de kaak stelden. Te veel instanties hadden er immers belang bij om dat potje gedekt te houden. Erger is dat de Belgische geschiedschrijving nog altijd achterop hinkt. Vele historici hebben methodologische problemen met de studies van Vangroenweghe en Marchal en plaatsen vraagtekens bij de populariteit van Hochschilds boek. Dat werk schrijft de wanpraktijken in Congo toe aan Leopolds ongelukkige jeugd en reduceert de hele periode tot een confrontatie tussen "de goede" (Edmund Dene Morel) en "de slechte" (Leopold II). Het vermeldt niet dat Morel van 1919 tot 1924 met zijn Union of Democratic Control een racistische campagne voerde tegen de aanwezigheid van Afrikaanse soldaten van de Franse bezettingsmacht in Duitsland. Net zoals andere tegenstanders van Leopold II stelde Morel slechts de excessen van zijn schrikbewind aan de kaak. Dat blanken het recht, om niet te zeggen de plicht hadden om Afrikanen te koloniseren, trok hij niet in twijfel. Volgens de toen gangbare opvattingen waren Afrikanen nu eenmaal onbeschaafd en konden zij zich zonder de interventie van de superieur geachte blanken de beschaving niet eigen maken - als dat ze dat zelfs op die manier al konden. Hochschild vermeldt dit alles niet. Bij ontstentenis van goede en vooral leesbare, Nederlandstalige studies over de hele periode kan men het grote publiek echter niet verwijten dat het zijn mosterd noodgedwongen bij Hochschild haalt. Onbewust komt de demonisering van Leopold II vele Belgen echter ook goed uit. Omdat alleen hij eindverantwoordelijkheid droeg voor wat er mis ging in zijn Congo, kan
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
71
iedereen zijn handen in onschuld wassen. En de obsessie met de terreur in Leopolds Congo leidt gemakshalve ook de aandacht af van het feit dat de Pax Belgicana in Belgisch Congo een eufemisme was. De overgang van Leopolds Congo naar Belgisch Congo beantwoordt aan wat de Franse filosoof Michel Foucault een overgang heeft genoemd van een maatschappij waarin individuele lichamen fysiek worden mishandeld naar een maatschappij waarin een sociaal lichaam wordt gedisciplineerd. Afgezien van dit verregaande verschil was er echter ook grote continuïteit op het vlak van inrichting en bestuur, de machtspositie van de katholieke kerk en het voortbestaan van dwangteelten. We kunnen Belgisch Congo dan ook niet begrijpen zonder inzicht te hebben in de daaraan voorafgaande periode.
Heart of darkness Ook onze beeldvorming over Afrikanen blijft schatplichtig aan de kolonisatie en de argumenten die haar moesten rechtvaardigen. De meeste Belgen hebben Joseph Conrads beroemde novelle niet gelezen, maar "het donkere hart van Afrika" kennen ze allemaal. Dit beeld suggereert dat de regio en haar bewoners ondoordringbaar en dus ook onkenbaar zijn: ze zijn niet voor rede vatbaar en kunnen ook niet door de rede, de menselijke gave bij uitstek, gevat worden. Na meer dan een eeuw blijft de idee overheersen dat de inwoners van Centraal-Afrika geen mensen zijn zoals u en ik, maar wezens die dichter bij de natuur staan en die men daarom slechts kan aanvoelen, niet rationeel doorgronden. Voor deze halfdierlijke wezens blijkt de zogenaamde beschaving niet meer dan een dun laagje vernis. Je kan je rug niet keren, of ze gaan zich te buiten aan de meest gruwelijke slachtpartijen die gegarandeerd uitlopen op kannibalisme of seksorgieën (mogelijk met mensapen) met aids als onvermijdelijk gevolg. Daar kunnen zelfs de pioniers van Leopold II niet tegenop: zo bruin als Afrikanen zelf, kunnen blanken het nooit bakken. De visie dat zonder hun zogenaamd beschaafde interventie Centraal-Afrika onherroepelijk vervalt in zijn vermeende natuurlijke en gewelddadige oerstaat komt, alweer, vooral blanken goed uit. Ofwel noopt ze hen hun handen volledig af te trekken van de streek en daarmee ook hun eigen verantwoordelijkheid te ontlopen. Ofwel bevestigt ze de idee dat ze de inwoners mogen behandelen op een manier die op zijn best paternalistisch, op zijn slechtst racistisch is. Congo blijft, met andere woorden, het Belgische denken en handelen bepalen. Het wordt de hoogste tijd dat we met die realiteit wat ernstiger en wetenschappelijker omgaan.
(Met dank aan Karel Arnaut)
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
72
Bijlage 7. Congo Geschiedenis
Congo-Kinshasa Geschiedenis en algemene informatie Bron: www.nl.wikipedia.org
Congo-Kinshasa of de Democratische Republiek Congo (vaak afgekort als DR Congo), het vroegere Zaïre, is een onafhankelijk land in centraal Afrika en grenst aan Congo-Brazzaville, de Centraal-Afrikaanse Republiek, Soedan, Oeganda, Rwanda, Burundi, Tanzania, Zambia, Angola alsmede de exclave Cabinda van Angola. Het is een voormalige Belgische kolonie. Kongo betekent jager in het Kikongo, één van de oorspronkelijke talen die in het Zuidwesten van Congo wordt gesproken en was eveneens de naam van een prekoloniaal koninkrijk. Congo-Kinshasa is onderverdeeld in 11 provincies.
Geschiedenis Prekoloniale periode Het gebied waar nu Congo-Kinshasa is, werd 10.000 jaar geleden al bevolkt. Van 2000 v.Chr. tot 500 na Chr. kwamen migratiegolven van Bantoes het land waar nu Congo is (Congo-Brazzaville inbegrepen), binnen vanuit het noordwesten, waarbij de oorspronkelijke pygmeebevolking naar het zuiden verdreven werd. De etnische diversiteit werd aangevuld met daaropvolgende migraties vanuit Darfoer en Kordofan in Soedan in het noordoosten, en vanuit Oost-Afrika in het oosten. Hierdoor werd de Bantoe-taalfamilie ook de overheersende talengroep. Tegen de 15e eeuw was de dominante politieke macht in Congo het Koninkrijk Kongo. Dit was een hoger ontwikkelde staat in het zuidwesten van het moderne Congo en het noorden van Angola. Op zijn hoogtepunt reikte het rijk van de Atlantische Oceaan in het westen tot de rivier de Kwango in het oosten, en van de rivier de Kongo in het noorden tot de rivier de Loje in het zuiden. Het was een koninkrijk, met aan het hoofd de Mwene Kongo (Manikongo) die heerste over de Bakongo vanuit zijn hoofdstad Mbanza-Kongo. Het rijk vormde het centrum voor een intensieve handel van grote hoeveelheden ivoor in Centraal-Afrika, en er werd koperwerk, raffiakledij en aardewerk geproduceerd, naast
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
73
de natuurlijke producten. Deze handelsgoederen zouden, naast de slaven, de ruggengraat vormen van de handel van Kongo met de Europeanen (vooral de Portugezen). De slavenhandel was een belangrijke factor in de ondergang van het koninkrijk, omdat toegelaten werd dat de Europese slavenhandelaars een groot percentage van de bevolking wegvoerden. Hoewel de historische bronnen schaars zijn doordat de invallende Europeanen bijna alles vernietigden, is het duidelijk dat de Kongo-beschaving erg geavanceerd was. Zo was er bijvoorbeeld een nauwkeurig systeem van belastingheffing, en een officiële Kongo-taal. Naast het Kongo-rijk waren er nog andere, kleinere staten verspreid over het land, zoals de pygmeeën en andere stammen, voornamelijk jagers-verzamelaars. De oostelijke bevolking werd sterk geteisterd door slavenhandel vanuit Zanzibar, die vooral van Arabische oorsprong was, in tegenstelling tot de Atlantische slavenhandel.
Koloniale periode (1870-1960) Vanaf de jaren 1870 werd het land voor het eerst verkend door Europeanen en ontstond de eerste administratie. Het gebied werd voor het eerst in kaart gebracht door de Welsh-Amerikaanse ontdekkingsreiziger Henry Morton Stanley. In 1885 werd het land op de Conferentie van Berlijn toegekend aan koning Leopold II van België. Hij maakte er zijn persoonlijke eigendom van en noemde het 'Congo Vrijstaat'. Toen kort daarna rubber een fel begeerd product werd, bracht het land een fortuin op voor Leopold, waarmee hij gebouwen oprichtte in Brussel, Tervuren en Oostende. De Congolezen werden ondertussen uitgebuit, en tussen 1885 en 1908 stierven naar schatting ongeveer 5 miljoen mensen (volgens sommige ramingen zelfs nog meer) aan uitbuiting en ziekten. Dit misbruik werd veroordeeld in een rapport van de Britse diplomaat Roger Casement en in internationaal protest waarin de Britse journalist E.D. Morel een centrale rol nam, en welk onder andere door de schrijver Mark Twain gesteund werd. In 1908 moest het Belgische Parlement plooien onder de druk en nam het de kolonie over van de koning. Het land werd nu Belgisch Kongo genoemd. Het bestuur verbeterde aanzienlijk en er werd een niet onaanzienlijke economische en maatschappelijke vooruitgang gerealiseerd. De blanke koloniale heersers legden echter over het algemeen een neerbuigende, bevoogdende houding aan de dag ten opzichte van de inheemse bevolking, welke tot bittere rassentimenten aanleiding gaf. Tijdens de Tweede Wereldoorlog behaalde het kleine Congolese leger verschillende overwinningen tegen de Italianen in Noord-Afrika.
Eerste Republiek (1960-1965) Congo werd onafhankelijk op 30 juni 1960. België trok zich uiteindelijk terug uit angst voor een onafhankelijkheidsoorlog zoals in Algerije. Patrice-Emery Lumumba (19251961) werd eerste minister. Kort na de onafhankelijkheid ontstond er muiterij in het leger, dat nog steeds geleid
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
74
werd door Belgische officieren. Lumumba verving daarop deze officieren door Congolezen, waarna veel Belgen op de vlucht gingen en de administratie in elkaar stortte. De Belgische regering zond troepen om de Belgische burgers te beschermen en Lumumba riep de hulp van de Verenigde Naties in. De VN stuurde troepen om de orde te herstellen, met de steun van de Verenigde Staten, die in Lumumba een communist zagen en die wilden vermijden dat Congo zich tot de Sovjet-Unie zou richten. Op hetzelfde moment scheidde de relatief rijke provincie Katanga zich af en riep haar onafhankelijkheid uit. President Joseph Kasavubu probeerde Lumumba af te zetten, en Lumumba ontsloeg op zijn beurt Kasavubu als president. Kort daarna werd Lumumba onder huisarrest geplaatst door kolonel Joseph Mobutu. Lumumba ontsnapte, maar werd opnieuw opgepakt en in januari 1961 naar zijn vijanden in Katanga gevlogen, in opdracht van de Belgische minister voor Afrikaanse zaken. Daar werd Lumumba vermoord in onopgehelderde omstandigheden. Zijn lichaam zou opgelost zijn in zwavelzuur en werd nooit gevonden. De CIA had Mobutu geholpen en was blij dat ze de door de Sovjet-Unie gesteunde Lumumba kwijt waren. Mobutu kreeg hierdoor meer macht en werd beschuldigd een Amerikaanse stroman te zijn. De Belgische regering heeft recent toegegeven dat zij in de omverwerping van Lumumba betrokken was.
Tweede Republiek (1965-1997) Na vijf jaar van onstabiliteit en wanorde zette Mobutu, nu luitenant-generaal, Kasavubu af in 1965. Hij installeerde een één-partijstaat, en verklaarde zichzelf staatshoofd. Af en toe waren er verkiezingen waarbij hij de enige kandidaat was. Er ontstond een periode van relatieve vrede en stabiliteit, maar het regime werd regelmatig beschuldigd van mensenrechtenschendingen, onderdrukking en ongebreidelde corruptie. Het persoonlijke bezit van Mobutu werd in 1984 geschat op 4 miljard dollar, ongeveer even groot als de nationale schuld van Congo. In een poging om de Afrikaanse bewustwording uit te dragen hernoemde Mobutu het land en de rivier naar Zaïre, en zichzelf naar Mobutu Sese Seko. Hij nationaliseerde in 1973 in één klap alle buitenlandse bedrijven (de Zairisering), en kleine bedrijven in handen van buitenlanders werden verplicht een Zaïrees aan het hoofd te zetten. Drie jaar later was hij verplicht dit besluit terug te draaien. Na de ineenstorting van de Sovjet-Unie bekoelden de relaties tussen Mobutu en de Verenigde Staten, hij werd niet langer beschouwd als een bondgenoot in de koude oorlog en de oppositie in Zaïre begon zich te roeren.
Derde Republiek (1997-heden ) Sinds 1994 werd Congo getroffen door etnische onlusten en burgeroorlog, mede door de instroom van vluchtelingen uit Rwanda en Burundi. Op 18 mei 1997 trokken de soldaten van de Alliantie van Democratische Krachten onder leiding van Laurent-Désiré Kabila de Zaïrese hoofdstad Kinshasa binnen, waar zij als bevrijders werden binnengehaald. Meer dan 3000 kilometer hadden zij gelopen sinds zij eind oktober 1996 aan hun overwinningstocht begonnen. Twee dagen later riep Kabila
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
75
zichzelf uit tot president van Congo-Kinshasa. Daarmee kwam een eind aan het jarenlange bewind van dictator Mobutu Sese Seko, maar niet aan de strubbelingen. De burgeroorlog in Congo sleepte zich jaren voort en verergerde in 1998 toen rebellen met steun van Rwanda en Oeganda probeerden president Laurent Kabila weg te jagen. Twee van de bekendste rebellengroepen zijn: de Beweging voor Congolese Bevrijding (MLC, door Oeganda gesteund) en de Congolese Unie voor Democratie (RCD, door Rwanda geholpen). Op 16 januari 2001 kwam Kabila tijdens een mislukte staatsgreep om het leven. Zijn zoon, Joseph Kabila, volgde hem op. Rond die moord speelde lange tijd een rechtszaak. In december 2002 werd in Pretoria, onder druk van onder meer Zuid-Afrika en België een akkoord gesloten tussen de partij van Kabila, de rebellengroepen en de politieke oppositie. Deze afspraken leidden tot het vormen van een overgangsregering onder leiding van Joseph Kabila, waarin zowel de voormalige rebellen en de politieke oppositie ook posten kregen toegewezen. Enkel de grootste oppositiepartij, de UDPS onder leiding van ötienne Tshisekedi, is niet akkoord gegaan met de voorwaarden. Verder werd afgesproken dat er democratische verkiezingen zouden worden gehouden. Op 30 juli 2006 hield Congo de eerste ronde van haar eerste echte verkiezingen sinds de onafhankelijkheid in 1960. Joseph Kabila kreeg 45% van de stemmen, en zijn voornaamste opponent Jean-Pierre Bemba kreeg 20%. Dit leidde tot twee dagen van straatgevechten in de hoofdstad tussen beide fracties. Hierbij kwamen 16 mensen om het leven voordat de politie en MUNOC, de UNO-missie, de controle over Kinshasa herstelden. De tweede ronde van de verkiezingen werd gehouden op 29 oktober 2006. Opnieuw was er onrust: vernielde stembureaus in het oosten, en verbrande stembrieven in het noorden. Toch waren de verkiezingen een succes. Zowel Kabila als Bemba verzekerden dat ze de uitslag zouden eerbiedigen, maar toch protesteerden de aanhangers van Bemba tegen de beslissing van het hooggerechtshof, dat de overwinning van Kabila bevestigde (58% tegen 42%). De rust keerde pas terug nadat Bemba zijn nederlaag aanvaardde, en beloofde de rol van democratische oppositieleider op zich te nemen. Op 22 maart 2007 braken in Kinshasa opnieuw gevechten uit tussen het regeringsleger en de privé-militie van Bemba. Bemba moest vluchten naar de ambassade van Zuid-Afrika.
Politiek Tot 1992 was Congo een eenpartijstaat met de Mouvement Populaire Révolutionnaire (MPR, de partij van Mobutu) als enige toegestane partij. Alhoewel daarna, onder toenemende druk van binnen- en buitenland, op papier een meerpartijenstelsel werd ingevoerd, bleef de MPR tot de val van Mobutu in 1997 de dominerende partij. Na de machtsovername van Laurent-Désiré Kabila verkreeg de AFDL (Alliance des Forces Démocratiques pour la Libération du Congo; Alliantie van de Democratische Krachten voor de Bevrijding van Congo) een bevoorrechte positie. Al snel echter leidde onenigheid binnen de partijen in de Alliantie tot een nieuwe burgeroorlog. Kabila werd op 16 januari 2001 doodgeschoten door een van zijn lijfwachten. Zijn zoon Joseph wordt naar voren geschoven als de nieuwe president van het land. De nieuwe
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
76
president zette in op besprekingen met de verschillende strijdende partijen en de internationale gemeenschap. Dit leidde in december 2002, na bemiddeling van België en Zuid-Afrika tot een vredesakkoord en het vormen van een overgangsregering onder leiding van Joseph Kabila, waar ook de andere strijdende partijen en leden van de oppositie plaatsnamen.
Religie Meer dan 80% van de bevolking is christen, waarvan 50% rooms-katholiek, 30% protestants en 17% behoort tot de diverse inheemse kerkgenootschappen, waaronder de Kimbanguïstische Kerk (ca. 5 miljoen leden). Onder president Mobutu Sese Seko waren de betrekkingen in de jaren zeventig en jaren tachtig tussen de diverse kerkgenootschappen enerzijds en de staat anderzijds gespannen. Aartsbisschop Malula van de katholieke kerk moest in de jaren '70 in ballingschap gaan vanwege zijn kritiek op het regime. In 1973 werden onafhankelijke kerkelijke dagbladen verboden en moesten de protestantse kerken zich verplicht aaneensluiten. In 1990 werden de beperkingen rond de kerk en religie opgeheven en sindsdien genoot de bevolking godsdienstvrijheid. Desondanks bleven de kerken ageren tegen het ondemocratisch karakter van het regime en de schendingen van de mensenrechten. Naast de officieel erkende kerken zijn er nog diverse nietgeregistreerde kerkgenootschappen. Naast christenen zijn er ook moslims in Congo. Hoewel zij slechts een klein deel van de bevolking uitmaken, hebben zij een belangrijke plaats in de geschiedenis. Daarnaast zijn er nog baha'i's en aanhangers van inheemse religies.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
77
Bijlage 8. De hoogvlaktes
De hoogvlaktes, Lieve Joris. Augustus 2008, Amsterdam, 144 blz.
Interview in Knack, 01-10-2008, Piet Piryns
Thuiskomen in Congo Reisschrijver Lieve Joris op zoek naar de grote geschiedenis in kleine verhalen: 'Je moet de dorpspomp weten te vinden.' 'Waar ik ook ga,' zegt ze, 'ik zal Afrika altijd op mijn rug dragen. Maar ik ben nu wel eventjes klaar met Congo. Je raakt op den duur je onbevangenheid kwijt. Je blik wordt dof. Dan is het tijd voor iets anders. Ik ken nogal wat mensen die te lang zijn gebleven: er komt een moment dat ze de grens bereiken van wat ze kunnen begrijpen. Dan hoor je ze zeggen: het zijn allemaal stommeriken, ze leren het nooit, ze kunnen het niet. Maar ik wil niet cynisch worden. Ik wil iets nieuws blijven zien.' De hoogvlaktes, het nieuwe boek van Lieve Joris, completeert een cyclus die meer dan twintig jaar geleden begon met Terug naar Congo (1987), het verslag van een reis in de voetsporen van haar heeroom die missionaris was in wat toen nog Belgisch Congo heette. Met Terug naar Congo vestigde Joris definitief haar naam als reisschrijver. Het land bleef haar fascineren: na het vertrek van Mobutu, in 1997, keerde ze herhaaldelijk terug om de oorlog en de chaos te beschrijven. Dat resulteerde in boeken als Dans van de luipaard (2001) en Het uur van de rebellen (2006). Maar het werk moest nog worden afgezoomd, vond ze. 'Je zou kunnen zeggen dat ik in De hoogvlaktes thuiskom in een landschap dat heel anders is dan het onze, maar tegelijkertijd, omdat het een soort eenvoud heeft, ook op het onze lijkt. De genoegens zijn er klein, maar omdat ze zo zeldzaam zijn, zijn het ook echte genoegens. Soms kwam iemand langs met een houten thermoskan met verse melk. Dat was even aangenaam als wanneer we als kind op zondagmiddag op de fiets een ijsje gingen kopen. De reis had iets magisch: geuren van vroeger waaiden aan, ik droomde van de Dommel - de beek in Neerpelt, waar ik als kind speelde - allerlei associaties drongen zich aan me op. Toen ik klaar was, wist ik: nu kan ik Congo met een gerust hart verlaten.' Ze reist in het tempo van een slak. 'Traagheid is de sleutel tot mijn werk. Ik val stil, ga naast de mensen zitten in plaats van tegenover ze, en kijk samen met hen naar wat er
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
78
om ons heen gebeurt. Je moet de dorpspomp weten te vinden, waar de nieuwtjes en de verhalen worden uitgewisseld.' Dat leerde ze van haar betreurde leermeester, de vorig jaar overleden Poolse chroniqueur en wereldreiziger Ryszard Kapuscinski: 'Kapuscinski was - met V.S. Naipaul - voor mij een soort fakkeldrager, die in de duisternis voor me uitliep en het pad belichtte. Die me liet zien: hier ligt een verhaal, hier kun je over schrijven.'
Schaamte Ze is in de loop der jaren haar schaamte kwijtgeraakt. 'Toen ik in 1985 voor het eerst naar Congo trok, dacht ik dat ik een onbevooroordeelde blik had. Gaandeweg realiseerde ik me dat het onmogelijk was de beelden van mijn jonge jaren van me af te schudden. Hoe je ook je best doet om anders te kijken, je wordt bepaald door de eerste beelden op je netvlies. In mijn geval was dat: de witte handen van mijn heeroom op het kroezelkopje van een negerke dat op blote voetjes door het zand naar de missiepost liep. De paters hebben me tijdens die eerste reis ontzettend geholpen, maar heimelijk was ik ook wel blij dat mijn heeroom niet meer leefde. Ik denk dat we het over veel dingen oneens zouden zijn geweest. We hadden misschien wel ruzie gemaakt.' Een jonge schrijver als David van Reybrouck, die nu naar Congo trekt - 'ik ben blij dat ik het estafettestokje mag doorgeven' - zal er minder last van hebben, denkt ze. 'Maar ik ben hoe dan ook getekend door het koloniale verleden. Soms spoelde ik ergens in het binnenland van Congo aan en vroeg ik me af: hoe komt het toch dat deze mensen niet voor zichzelf opkomen? Dat ze alles zomaar accepteren? Is er, tijdens de plundertochten van de agenten van Leo-pold II aan het einde van de negentiende eeuw, misschien iets definitief geknakt? Congolezen laten overigens geen gelegenheid voorbijgaan om je de fouten van het koloniale verleden in te peperen. Toen ik in 1985 bij de pygmeeën was, zei iemand: "Jij moet me geld geven voor elke klap die ik van je voorouders gekregen heb omdat ik geen toilet achter mijn huis wilde bouwen." Gelukkig had ik het allemaal al eens eerder meegemaakt, tijdens mijn reizen in Libanon, Syrië, Irak, Egypte en de Golfstaten. In de Arabische wereld hebben ze er ook een handje van om westerlingen overal de schuld van te geven. Wat dat betreft was ik wel enigszins gepokt en gemazeld.' In 1985 was Congo er slecht aan toe - vandaag nog steeds. 'Sterker nog: de puinhoop is vandaag veel groter dan toen. Wat het regime van Mobutu had aangericht, kon je destijds nog niet bevatten. Dat is pas later duidelijk geworden. Inmiddels is de zweer gebarsten, je kunt de etterende wonden zien. Het is lelijk, schrijnend, maar ik vrees dat het ook noodzakelijk is.' Ze verklaart zich nader. 'Een paar jaar geleden hield de ZuidAfrikaanse schrijfster Antjie Krog in Groningen de Van der Leeuw-lezing; ik was uitgenodigd als coreferent. Dat dwong mij na te denken over de verhouding tussen Zuid-Afrika en Congo. Toen ik voor het eerst in Zuid-Afrika kwam en al die mooie wegen, winkelcentra en prachtige huizen zag, betrapte ik mezelf op de gedachte: hier valt nog een hoop te plunderen en te vernielen. Ik hoop natuurlijk dat Zuid-Afrika niet dezelfde weg op zal gaan, maar mocht dat wel zo zijn, dan hebben de Congolezen veertig jaar voorsprong, want zij hebben dat allemaal al achter de rug.' Op de langere termijn is ze, welja, optimistisch. 'Het valt me altijd op als ik onder Congolese vrienden ben: iedere Congolees weet dat hij in een rijk land leeft, maar op geen enkele manier profiteert van die rijkdom. Als je ze de les niet leest en maar lang
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
79
genoeg je mond houdt, komt er een moment waarop iemand uit zichzelf zegt: we moeten ophouden de Belgen of de Rwandezen overal de schuld van te geven, we hebben het aan onszelf te wijten. Iemand die dat beseft, kan beginnen na te denken over de oplossing. Kennelijk moet alles tot op de grond worden afgebroken, voor je kunt gaan bouwen. Ik zou honderd jaar willen slapen en dan wakker worden: benieuwd hoe Congo er dan uitziet.'
Revanche De reis die ze in De hoogvlaktes beschrijft, bracht haar naar het onherbergzame rebellengebied in de Congolese provincie Zuid-Kivu, aan de grens met Rwanda en Burundi, een gebied zonder wegen en elektriciteit 'met een bevolking zo wars van bureaucratie dat mijn Belgische voorouders er niet in geslaagd waren haar te onderwerpen. Wij hebben de neiging te denken dat het hele land gekoloniseerd is geweest, maar de Belgen konden natuurlijk niet overal zijn. Juist in regio's die tijdens de kolonisatie zijn achtergebleven, ontstaan vaak conflicten - kijk maar naar Darfur. Wat in Oost-Congo gebeurt, is exemplarisch voor veel gebieden in het Afrikaanse binnenland. Ik beschouwde het als een soort revanche op de geschiedenis om daar te gaan kijken.' Men zat er niet echt op haar te wachten. 'De mensen in de hoogvlaktes zijn erg wantrouwig, veel meer dan in andere streken van Congo. Ze zien je komen en ze denken: ah, daar heb je de Verenigde Naties ook! Je wordt meteen geïdentificeerd met iets wat onzichtbaar achter je aan loopt. Maar als je ergens lang genoeg blijft, neem je op den duur vanzelf de kleur van je omgeving aan. Ik heb er weleens zitten foeteren, maar ik ben toch ook het dorpsmeisje dat het prettig vindt haar wasje op te hangen op een plek waar niks gebeurt.' Ze maakte de reis al in 2004, maar het duurde even voor het verhaal zijn huidige vorm vond. Eerst moest Het uur van de rebellen nog worden geschreven. En dat ging moeizaam. 'Toen ik in 2004 terugkwam in Amsterdam, was ik de weg een beetje kwijt. Zeven jaar lang had ik almaar met mijn kop in Congo gezeten. In de tussentijd waren mijn oudste broer en mijn moeder overleden, maar het drama in Congo is zoveel groter dan je eigen verdriet dat je geneigd bent daar gauw overheen te stappen. Eenmaal thuis, kwam de klap.' Daar kwam nog bij dat de wereld om haar heen dezelfde niet meer was. 'In november 2004, twee maanden na mijn terugkeer, werd Theo van Gogh vermoord. Nederland was voor mij altijd een veilige thuishaven geweest, maar ineens had ik het gevoel dat het halve land hysterisch was geworden. Iedereen was met de moslimwereld bezig. Een ex-collega die ik in het postkantoor tegenkwam, vroeg: "Ben je aan het schrijven? Waarover? Wéér over Congo? Ach, houd daar toch eens mee op, meid!" Normalerwijze slaag ik er heel goed in om me af te sluiten, maar als je aan het schrijven bent, ben je op de een of andere manier poreus: de gekte kwam door ramen en kieren naar binnen.' Na vijf maanden ploeteren had ze honderdvijftig pagina's geschreven, die ze in de gracht kon kieperen: het moest anders. 'Ik heb me vervolgens negen maanden teruggetrokken in een abdij bij Brugge en ben helemaal opnieuw begonnen. Ik denk, achteraf, dat ik behoefte had om weer in België te zijn. Ging ik fietsen, zag ik madammen met hun sacoche voorbijrijden, dacht ik aan mijn moeder. Zag ik stinkertjes, dacht ik aan de bloemen in haar tuin. De geur van wierook, het geluid van die langzaam schuifelende paters met hun stokken in de kloostergangen - het was een
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
80
gelukkige tijd. Ik kwam eindelijk weer tot rust. Om te kunnen schrijven, moet je stevige grond onder je voeten hebben.'
Chinezen De komende jaren wil ze in Azië gaan rondsnuffelen. 'Ik zou ook naar de Arabische wereld kunnen terugkeren. Ik hoef bij wijze van spreken mijn hand maar uit te steken en ik kan erbij. Maar ik ben nu 55 en ik wil er nog graag een gebied bijnemen. Zijdelings heeft het toch ook weer met Afrika te maken. Ineens zag ik in Congo overal Chinezen opduiken. Een zondagmiddag in een boot op de Congostroom. Die boot wordt bestuurd door een Belg. Iedereen leunt rustig achterover, behalve die ene Chinees aan boord. Die vraagt: "Dat schroefje daar, waar komt dat vandaan? En hoeveel kost die boot daar?" Aan het eind van de middag zegt de Chinees tegen de Belg: "Ik kom morgenochtend bij je op bezoek, want alles wat ik gezien heb, kan ik je goedkoper leveren. " Dat vond ik ongelooflijk interessant. Ik dacht: ik wil naar de plek waar die man vandaan komt. Ik ga daar kijken.' Of Afrika nu een Chinees wingewest wordt? 'Maar daar zijn de Afrikanen toch zelf bij! Uiteindelijk doen de Chinezen nu gewoon wat wij altijd hebben gedaan. Het is een rare vorm van paternalisme om te zeggen: de Chinezen zijn aan het plunderen - wij mochten het, maar zij mogen het niet. Ik vind het heel interessant dat de Afrikanen nu te maken krijgen met landen waar ze geen koloniaal verleden mee hebben. Bij de Chinezen moeten ze niet aankomen met smoesjes. "Jullie zijn onze ooms, jullie moeten ons helpen!" Ik denk dat de Afrikanen, als ze dat zouden willen, ontzettend veel van de Chinezen kunnen opsteken. Maar laat ik eerst maar eens in Azië gaan kijken. De grote analyses laat ik graag aan anderen over. Ik ga op zoek naar het kleine verhaal. Binnen een paar jaar zien we wel wat dat heeft opgeleverd.' En het boek over haar jeugd in Neerpelt, moet dat niet eindelijk worden geschreven? 'Ach, Neerpelt loopt niet weg. Misschien dat het er ooit van komt. Het is mooi als je, zoals Leo Pleysier, kunt schrijven op de plek waar je geboren bent. Maar hij heeft ook gelijk als hij zegt: wie schrijft, verkeert in een andere wereld. Onlangs heb ik een verhaal geschreven over mijn vader, als radioboek. Nadat het in het Engels was vertaald, stuurde mijn Engelse agente mij een mailtje: it's loving and unsentimental. Daar was ik ontzettend blij om. Ik denk dat ik mijn vak intussen goed genoeg beheers om ook over mijn eigen achtergrond te schrijven op een overdrachtelijke manier. "Schaamte overwinnen door stijl" - dat blijft toch de essentie van het schrijven.'
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
81
Bijlage 9. Volkslied België en Congo
Belgisch volkslied Nederlandse versie O dierbaar België o heilig land der vaad'ren Onze ziel en ons hart zijn u gewijd. Aanvaard ons hart en het bloed van onze adren, Wees ons doel in arbeid en in strijd. Bloei, o land, in eendracht niet te breken ; Wees immer u zelf en ongeknecht, Het woord getrouw, dat ge onbevreesd moogt spreken: Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. O dierbaar België o heilig land der vaad'ren Onze ziel en ons hart zijn u gewijd. Aanvaard ons hart en het bloed van onze adren, Wees ons doel in arbeid en in strijd. Bloei, o land, in eendracht niet te breken ; Wees immer u zelf en ongeknecht, Het woord getrouw, dat ge onbevreesd moogt spreken: Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht.
Franse versie Aprés des siécles d'esclavage, Le Belge sortant du tombeau A reconquis par son courage Son nom,ses droits et son drapeau. Et ta main souveraine et fiére, Désormais,peuple indompté, Grava sur ta vieille banniére:
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
82
Le Roi,la Loi,la Liberté! Grava sur ta vieille banniére: Le Roi,la Loi,la Liberté! Le Roi,la Loi,la Liberté! Le Roi,la Loi,la Liberté! O Belgique, ô mère chérie, A toi mos coeurs,à toi nos bras! A toi notre sang,ô Patrie, Nous le jurons tous,tu vivras! Tu vivras toujours grande et belle Et ton invincible unité Aura pour devise immortelle : Le Roi,la Loi,la Liberté! Le Roi,la Loi,la Liberté! Le Roi,la Loi,la Liberté!
Duitse versie Edles Belgien, ewig geliebtes land, Dir gehören unsere herzen, unsere arme. Beim reinen blut, das für dich geflossen ist, vaterland, Schwören wir dir mit einstimmigem ruf : du wirst leben ! Groß und schön wirst du immer leben, Und der ewige wahlspruch Deiner unverbrüchlichen einheit wird heißen : Für könig, recht und freiheit ! Für könig, recht und freiheit ! Für könig, recht und freiheit ! Edles Belgien, ewig geliebtes land, Dir gehören unsere herzen, unsere arme. Beim reinen blut, das für dich geflossen ist, vaterland, Schwören wir dir mit einstimmigem ruf : du wirst leben ! Groß und schön wirst du immer leben, Und der ewige wahlspruch Deiner unverbrüchlichen einheit wird heißen : Für könig, recht und freiheit ! Für könig, recht und freiheit ! Für könig, recht und freiheit !
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
83
Debout Congolais Het Congolees volkslied Debout Congolais ('Sta op, Congolezen') is het volkslied van de Democratische Republiek Congo. De tekst is van Simon-Pierre Boka di Mpasi Londi, de muziek van de hand van Joseph Lutumba. 'Debout Congolais' was het eerste volkslied van Congo toen het in 1960 onafhankelijk werd van België. In 1971 veranderde Mobutu Sese Seko de naam van Congo in Zaïre, en 'Debout Congolais' werd vervangen door 'La Zaïroise', van dezelfde tekstdichter. Onder Laurent-Désiré Kabila werd in 1997 het oude volksklied in ere hersteld.
Debout Congolais Unis par le sort Unis dans l'effort pour l'indépendance Dressons nos fronts Longtemps courbés Et pour de bon Prenons le plus bel élan Dans la paix Ô Peuple ardent Par le labeur Nous bâtirons un pays plus beau qu'avant Dans la paix Citoyens, Entonnez, L'hymne sacré de votre solidarité Fièrement Saluez L'emblème d'or de votre souveraineté Congo Don béni, Congo Des aïeux, Congo Ô Pays, Congo Bien aimé, Congo Nous peuplerons ton sol Et nous assurerons ta grandeur Trente juin, Ô doux soleil Trente juin, du trente juin Jour sacré, sois le témoin Jour sacré de l'immortel serment de liberté Que nous léguons A notre postérité Pour toujours www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
84
Bijlage 10. Propaganda via schoolboeken
Geleerd op de missieschool. Bron: www.aequatoria.be ‘Ideology in the schoolbooks in the Belgian Congo’ by Honoré Vinck
Niets zo doeltreffend als het onderwijs om een collectief geheugen te wissen. De kolonisator alfabetiseerde de Congolezen en introduceerde langs deze weg zijn eigen superioriteit. De westerse beschaving sloop onomkeerbaar het immense Afrikaanse land binnen.
Geschiedenis De kolonisatie van Congo ging hand in hand met haar missionering. Overwegend katholieke congregaties stuurden van bij het begin hun missionarissen uit: scheutisten, witte paters, jezuïeten, missionarissen van het Heilig hart. Zij namen er, samen met Engelse en Amerikaanse protestantse missies, de alfabetisering van de zwarte bevolking voor hun rekening. In die alfabetisering legden de missionarissen de focus op het basisonderwijs. Dat moest zoveel mogelijk kinderen bereiken. Na de Eerste Wereldoorlog werden de eerste secundaire scholen opgericht. Zij moesten zorgen voor welopgeleide kantoorbediendes, vakmannen en lokale leerkrachten. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het Congolese onderwijs tot volwassenheid. Het schoolsysteem sloot aan bij dat van ‘moederland’ België. In 1954 werd in Leopoldville de eerste universiteit opgericht.
Doe zoals de Blanken De kolonisatoren gebruikten het onderwijs om hun aanwezigheid in Congo te verantwoorden. Ze wilden goodwill creëren bij de lokale bevolking. De school was de uitgelezen plek om de blanke gewoontes ingang te doen vinden. Meer nog: de Belgische waarden en normen werden er opgelegd. De christelijke religie werd onderwezen als de enige ware religie. De meeste missiescholen waren internaten waar de kinderen in een gemengde groep leefden op vlak van etnische achtergrond en integratieniveau in de Westerse levensstijl. Ze werden er ondergedompeld in de gedragspatronen van de blanke samenleving.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
85
Volgens officiële instructies (1931) moesten vooral de geschiedenislessen voldoende nadruk leggen op de voordelen van de Europese bezetting. Deze had gezorgd voor de afschaffing van de (Arabische) slavenhandel, ze betekende het einde van barbaarse gewoontes en huiselijk geweld. De Europeanen brachten de evangelisatie en de zegeningen van de gezondheidszorg. Zij leidden het land naar een hogere vorm van beschaving. 20 jaar later was die visie geen duimbreed gewijzigd. In 1952 schreef Gustaaf Hulstaert, auteur van schoolboeken, een brief aan het ministerie van koloniën in Brussel: “Het onderwijssysteem in Congo staat niet ten dienste van de Congolezen maar wel van de blanken die gebruik maken van de Congolezen.” ‘Zijn zoals de blanken’ was het motto. De totaal negatieve voorstelling van de traditionele samenleving en gebruiken moet een belangrijke invloed gehad hebben op de leerlingen geboren en getogen in zo’n omgeving. Verschillende generaties van kinderen leerden dat hun ouders leefden als dieren.
Schoolboeken als propaganda Aanvankelijk werden de schoolboeken geschreven in de streektaal of in een van de vier handelstalen. De auteurs waren veelal katholieke missionarissen, dikwijls zonder pedagogische opleiding. Daarnaast gebruikten de protestantse missies doorgaans dezelfde leerboeken over heel Afrika. Dit zorgde soms voor bizarre situaties zoals de leesboekjes van de ‘Disciples of Christ’ die over een West-Afrikaanse samenleving met streng islamitische cultuur vertellen aan Congolese kinderen. Sommige van deze boeken werden meer dan 50 jaar gebruikt. Een lofzang uit 1920 over de heroïsche daden van Stanley en Leopold II werd in 1966 nog steeds voorgedragen. Vanaf de jaren ’50 baseerden de scholen zich meer en meer op Franstalige boeken van het Belgische schoolprogramma. De Congolese elite streefde ernaar om hetzelfde leerprogramma als de blanken te volgen. In de geschiedenisboeken stond voornamelijk de koloniale geschiedenis met de ontdekking door Stanley, de geschiedenis van het Belgische koningshuis en het ontstaan van de christelijke missies. Elke missie besprak enkel de eigen geschiedenis en negeerde de aanwezigheid van andere christelijke kerken, op enkele negatieve opmerkingen na. De leerboekjes stelden dat België het recht had om Congo te koloniseren. Het land was immers ‘ontdekt’ door Stanley. De Europese staatshoofden hadden het toegewezen aan koning Leopold II. De Belgen hadden met de kolonisatie de beschaving naar Congo gebracht. Een taalboekje uit 1920 schreef: ‘De Blanken leren ons veel bruikbare dingen en zo worden de zwarten stap voor stap beschaafd (ontwikkeld).’ In 1937 stond in een schoolboek te lezen: ‘De zwarten leven in Congo. In het verleden waren het wilden (basenji), nu heeft hun intelligentie zich snel ontwikkeld.’ Dat ‘de blanken de Arabieren verdreven en de zwarten nu in vrijheid leven,’ was algemeen de conclusie.
Ken uw plaats De kolonisatie introduceerde ook een totaal nieuwe machtsstructuur, met God als het hoogste gezag. Religie was een heel belangrijk aspect in de leerboekjes. We lezen dat de Congolezen voordien enkel in de duivel en tovenarij geloofden. ‘Priesters kwamen, onderwezen en doopten en zo werd de duivel overwonnen.’ Volgens de katholieke catechismus bevestigt God de heersende machtsstructuren: ‘Wie naar u luistert, luistert naar mij. Wie u verwerpt, verwerpt mij.’
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
86
God delegeert zijn macht respectievelijk naar de ouders (beperkt), de religieuze leiders, de politieke leiders zijnde de Koning en de blanke administrator. Pas dan volgt, en dan nog slechts sporadisch, de ‘chef du village’ als afgevaardigde van de blanke administrator. De nieuwe hiërarchie hield geen rekening met de bestaande traditionele vormen van gezag. De koning van de Belgen is ook de koning van de Congolezen. ‘Hij is goed, hij helpt de zwarten en hij houdt van hen,’ schreef een schoolboek. De administratie was blank en dikwijls werd het woord blanke als synoniem voor ‘autoriteit’ gebruikt. ‘De leraar moet de blanke eren.’ en ‘Hij moet zijn volk leren om de blanken te respecteren en te eren’ klinkt het dwingend. De zwarte moest immers zijn dank betuigen voor al het goede dat de blanke binnenbracht. ‘Kinderen, als er geen blanken waren dan zouden we niet de rijkdom kennen die we nu hebben.’
L’amour pour la patrie De Belgische vlag stond symbool voor de eenheid van alle Congolese volkeren en etnieën. In een boekje van 1950 werden de kinderen aangespoord om de geschiedenis van de vlag te bestuderen, het Belgisch volkslied in het Frans te leren en ook ‘Vers l’avenir’ te memoriseren. Dat was de koloniale hymne die de grootse daden van de Belgische veroveraars in Congo bezong. Ook belastingen en ‘corvées’ kwamen aan bod. De leraar moest het belang hiervan duidelijk maken en uitleggen wat de staat voor de mensen deed. Het was een privilege om belastingen te betalen! ‘We betalen allen belastingen. We denken dat we veel betalen, maar het is slechts een fractie van wat de staat nodig heeft om voor ons te zorgen.’ Gezondheidszorg kreeg in schoolboeken een plaats als een van de belangrijkste pijlers van de blanke beschaving. Ook het westerse arbeidssysteem werd volop geprezen. De boekjes zetten mensen aan om te werken zodat ze geld verdienden waarmee ze (westerse) goederen konden kopen ‘zoals de blanken doen.’
Onherstelbare schade Dit alles had een belangrijke invloed op de reactie van de Congolese elite tijdens de jaren net voor de onafhankelijkheid. Dat wordt ook duidelijk uit de speech van Lumumba op de dag van de onafhankelijkheid in 1960. Hij gebruikte de verdoken historische referenties in de schoolboeken om het kolonialisme te veroordelen. De eenmaking van Congo werd door deze traditionele elite gezien als een vernietiging van de traditionele gezagsdragers. De ‘echte eenheden’ als familie en dorpsgemeenschap verdwenen ten koste van de artificiële en door de politiek opgelegde nationale eenheid. De koloniale periode bracht de westerse beschaving naar Congo. Met eventuele gevolgen werd nooit rekening gehouden.
Wil je de originele schoolboeken bekijken? Ga dan naar het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren. In de zaal Koloniale Geschiedenis staan 2 monitoren. Kies "Bibliothèque coloniale" en dan "Manuels scolaires".
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
87
Bijlage 11. Medicijnmannen
Eerherstel voor Rwandese medicijnmannen www.mo.be auteur: Fulgence Niyonagize – IPS, 3 januari 2008.
Tot voor kort moest de traditionele geneeskunde er nog in het geheim uitgevoerd worden, maar nu worden medicijnmannen in Rwanda met open armen ontvangen door de wetenschap. Aan de Nationale Universiteit van Rwanda werken ze nauw samen met geneeskundestudenten. “Het is goed om kennis te maken met geneeskundige kruiden voor ons later onderzoek,” zegt Martin de Tours, verantwoordelijke voor het derde jaar farmacie aan de universiteit. De samenwerking is er gekomen toen de wetenschappers vaststelden dat de moderne geneeskunde steeds duurder werd, en dat de patiënten die beroep deden op een sjamaan best tevreden waren. In oktober 2006 werd daarom beslist dat het ministerie van Volksgezondheid de geneeskundestudenten zou aanmoedigen om zich ook in de traditionele geneeskunde te verdiepen. Binnen het IRST werd een speciale tak opgericht, waar de studenten kennismaken met verschillende lokale remedies en meehelpen met de bereiding van traditionele medicijnen. De medicijnmannen nemen de studenten ook mee naar het woud om er de verschillende planten te leren kennen. Verschillende producten van die door het IRST geproduceerd worden, zoals een hoestsiroop op basis van eucalyptusextracten, zijn verfijningen van middeltjes die frequent gebruikt worden op het Rwandese platteland.
Erkend medicijnman Maar het eerherstel betekent nog niet dat de medicijnmannen vrij spel krijgen. “Als een traditionele genezer een medicijn voorstelt, controleren we dat eerst via laboratoriumonderzoek. Als de therapeutische werking effectief blijkt, krijgt de medicijnman tien procent van de prijs van het medicament”, zegt Dr. Jean-Baptiste Nduwayezu, directeur-generaal van het IRST.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
88
Het instituut levert ook de vergunningen af voor sjamanen om hun beroep uit te oefenen of apotheken of klinieken te openen. “Geen enkele medicijnman mag werken zonder toestemming,” benadrukt Clément Ndibwami van het IRST. De medicijnmannen zijn bovendien verplicht zich te organiseren om charlatans die zonder vergunning werken sneller op te sporen. Wie zonder vergunning betrapt wordt, word gerapporteerd bij de overheid en krijgt een werkverbod. De traditionele sjamanen hebben op verschillende plaatsen in Rwanda hun krachten gebundeld en apotheken geopend waar patiënten met hun klachten terecht kunnen. In de Abaganga ba Gihanga Nyarwanda (Associatie van Rwandese traditionele medicijnmannen) in Huye, in het zuiden van het Land, werken vier medicijnmannen die door het IRST erkend zijn. Eén van hen is Sibomana Hamud, 28 die zijn kennis aan zijn grootvader te danken heeft. Hij is blij dat het beroep uit de illegaliteit is gehaald en is fier op zijn beroep sinds hij door het IRST erkend is. De associatie is van plan een boek te publiceren over kruiden om hun kennis te delen. “Die kennis kan ook de studenten goed van pas komen,” aldus Hamud.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
89
Traditionele geneeswijzen in Congo 9 weetjes bron: ‘Natuur en cultuur in de democratische republiek Congo’ Koninklijk Museum voor Midden-Afrika.
•
De meeste Congolese recepten voor geneesmiddelen zijn op basis van geneeskrachtige planten.
•
De recepten worden doorverteld van generatie op generatie.
•
Soms vinden genezers ook nieuwe recepten door intuïtie of in dromen…
•
Buikloopaandoeningen die in Congo vaak zorgen voor grote epidemieën, worden vaak enkel en alleen behandeld met geneeskrachtige planten.
•
Onderzoek naar geneeskrachtige planten is belangrijk omdat het kan helpen in de ontwikkeling van geneesmiddelen tegen allerlei levensbedreigende ziekten.
•
Wanneer men geneesmiddelen ontwikkelt op basis van geneeskrachtige planten spreken we van fytomedicamenten.
•
Het is wetenschappelijk aangetoond dat het blad en de zaadjes van de wilde munt inderdaad helpen tegen hoofdpijn, buikloop, griep, epilepsie en hoest.
•
Het is wetenschappelijk aangetoond dat het blad en de wortel van het citroenkruid inderdaad helpen tegen hoest, griep, steriliteit bij vrouwen en geslachtsziektes.
•
Het is wetenschappelijk aangetoond dat de bast en de zaadjes van de aromatische acacia inderdaad helpen tegen hoofdpijn, steriliteit bij vrouwen, diarree, vermoeidheid en maagvliesontsteking.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
90
Bijlage 12. Aids
Artsen en traditionele genezers steken koppen bij elkaar over aids Bron: www.mo.be
MAPUTO, 22 december 2006 (IPS) - Voor de eerste keer zaten artsen en traditionele genezers rondom dezelfde tafel in Mozambique om te praten over wat ze samen kunnen doen tegen aids. Mozambique heeft van de hoogste HIV-percentages ter wereld en telt maar 600 artsen, bijna allemaal in de hoofdstad Maputo. De meeste mensen bezoeken genezers, dus die kunnen een groot verschil maken.
Het twintigtal mannen en vrouwen bekijkt elkaar weifelend. Aan de ene kant van de tafel zitten de artsen, verpleegsters en therapeuten, net terug van een middagvergadering over de behandeling van seropositieve patiënten. Aan de andere kant de traditionele genezers – of "cureindeiros" zoals ze hier heten, die hier gebracht zijn met bussen van het Mozambikaanse Rode Kruis, in sommige gevallen van het platteland. Het Rode Kruis werkte jaren apart met genezers over HIV-preventie, maar vond het tijd voor deze historische ontmoeting. Maar de sfeer is ongemakkelijk. Amelia Macaringue van het Rode Kruis probeert het ijs te breken en stelt vragen. Ze vraagt hoe beide groepen kunnen samenwerken tegen de verspreiding van HIV. Niemand geeft een kik. Of ze met een actieplan kunnen komen. Geen reactie. Welke moeilijkheden ze denken dat zullen opduiken bij samenwerking, en wat de oplossing kan zijn. Die laatste vraag doet het. Aurelio Morasse, een traditioneel genezer, geeft antwoord. “Ik ben ook opgeleid. Ik was vroeger leraar, dus ik weet waarover ik het heb. Er zijn ziekten die alleen een traditionele genezer kan helen, maar jullie (de artsen) verwijzen die nooit naar ons door. We weten bijvoorbeeld hoe we mensen kunnen genezen van kwade geesten, en van sommige infectieziekten. Wie weet vinden we niet het middel tegen aids.” Vanop de andere kant van de tafel reageert Madelena Anapenje, een arts. “Maar jullie verspreiden HIV door hetzelfde scheermesje te gebruiken bij verschillende mensen. En
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
91
hoe kunnen we mensen naar jullie doorverwijzen als we niet begrijpen wat jullie doen, omdat jullie je methoden geheim houden?” De discussies duren voort, en op het eind gaan beide groepen akkoord dat dit de start is van maandelijkse ontmoetingen. Maar een datum wordt nog niet vastgelegd. Macaringue van het Rode Kruis vindt de bijeenkomst desondanks een succes. Op z’n minst is er een begin gemaakt. “In Mozambique raken dagelijks zo’n 600 mensen besmet met het aidsvirus, de meeste voor hun vierentwintigste verjaardag. De besmettingsgraad voor de leeftijdsgroep russen 15 en 59 bedraagt maar liefst 16,2 procent. Juist omdat zoveel mensen traditionele genezers bezoeken kunnen zij een groot verschil maken, vooral als ze meer de kans krijgen om samen met westers opgeleide artsen te werken,” vindt Macaringue. “Traditionele genezers hebben immense invloed in de gemeenschappen. Het zijn populaire gezondheidswerkers voor de meeste mensen, zowel op het platteland als in de steden. Mensen zouden niet alleen naar hun negatieve praktijken moeten kijken”, zegt ze. Ook Macaringue erkent wel dat die praktijken soms bijdragen aan de verspreiding van aids. Dat geldt bijvoorbeeld voor de zuiveringsrite die de genezers aanraden na een overlijden; Een mannelijk familielid moet dan seks hebben met een vrouwelijk lid, en in sommige dorpen zeggen de genezers dat de rest van de familie zal overlijden als dit niet of met een condoom gebeurt. Maar de Rode Kruiswerkster zegt dat dit soort gewoonten geleidelijk aan het veranderen zijn en dat meer en meer genezers een veilige houding aannemen en voorschrijven. Een voorbeeld is Alice Chauque. Als traditionele genezer ziet zij zo’n vijftig patiënten per maand in het landelijke plaatsje Moamba, op zo’n 45 kilometer van de Zuid-Afrikaanse grens. Velen lijden aan HIV-gerelateerde ziekten. “Ik heb mijn praktijken veranderd na een training van het Rode Kruis”, zegt Chauque . “We dachten vroeger dat de oorzaak van aids was dat iemand was behekst, maar nu weet ik hoe het overgedragen wordt. Als ik mijn patiënten moet vaccineren (snijden) om een kwade geest uit te drijven, vraag ik hen nu om hun eigen scheermesje mee te brengen. Ik gebruik handschoenen.” Chauque gelooft ook dat het drinken van kruiden een goede zuiveringsceremonie kan zijn, ter vervanging van onbeschermde seks. “En ik weet wanneer een van mijn patiënten naar het ziekenhuis moet gaan om een behandeling met aidsremmers te starten. Ik vind dat we goed kunnen samenwerken met de artsen in het ziekenhuis.” (ADR) MDG
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
92
Bijlage 13. Biopiraterij
Biopiraten plukken tropisch Congo-woud leeg Bron: www.indymedia.be By Raf Custers — 22/03/2006
Biopiraterij bloeit ongehinderd in Afrika. Eén voorbeeld: de Duitse firma Cognis beweert ontdekt te hebben hoe heilzaam de bladeren van Afrika's oerboom, de Baobab, voor de huid zijn en maakt er zalfjes mee. Westerse ondernemingen roven schaamteloos planten, organismen en (traditionele) kennis weg uit Afrika om er miljardenbusiness mee te bedrijven. Dat blijkt uit 'Out of Africa', een opmerkelijk onderzoek van Jay McGown, gemaakt in opdracht van het Amerikaanse Edmonds Institute.
Afrika kent de geneeskrachtige kwaliteiten van de Baobab-boom al sinds duizenden jaren. Ook de wetenschappelijke literatuur heeft uitvoerig beschreven hoe Afrikaanse traditionele genezers die eigenschappen hebben aangewend. McGown vond daarover in de (Belgische) online-databank Metafro-Prelude niet minder dan 51 artikels of vermeldingen. En toch heeft Cognis zijn "belangwekkende vinding" tegen namaak gepatenteerd en in productie gebracht. Daar vallen massa's geld mee te verdienen: volgens Cognis was de wereldwijde "wellness"-markt in 1995 goed voor een omzet van $100 miljard (!) maar zal dat tegen 2010... vertienvoudigen. De Cognis-case illustreert perfect het cynisme van veel multinationals uit de farmaceutische, cosmetische of agro-industriële sectoren. Jay McGown's rapport staat er bol van. Nog twee voorbeelden. • De okoumé-boom groeit vooral in de Centraal-Afrikaanse landen Gabon en Congo-Brazzaville. Hij wordt gekapt om er fineerhout of triplex mee te maken. Maar de Franse cosmetica-reus Dior verwerkt het hars van de okoumé-boom in crèmes, gels en mascaras. Dior verkreeg daarvoor in 2004 zowel in Europa als in de Verenigde Staten patenten. Vanwege de ingewikkelde structuur van de Dior-groep (waarin ook de luxemerken Christian Dior en Moët-Hennesssy-Luis Vuitton zitten) kon McGown niet achterhalen in welke Dior-producten er okoumé-hars zit. Maar Dior verwijst wel zelf naar de traditionele toepassingen van het hars, in rituelen, voor het maken van fakkels en de behandeling van abcessen en wonden.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
93
• De voedingsgigant Unilever verkreeg eind 2004 de rechten om extracten van de hoodia-cactus te commercialiseren. Unilever, maker van het dieetmiddel Slim Fast, hoopt over 2-3 jaar "functional food " op basis van hoodia in de handel te brengen. Hoodia is vooral als apetijtremmer bekend. Ze kwam in 1997 in het businesscircuit terecht, toen in Zuid-Afrika de Raad voor Wetenschappelijk en Industrieel Onderzoek (CSIR) er een patent op nam en de "exclusieve rechten" doorschoof naar de Britse firma Phytopharm. Daarmee begon het complexe gemarchandeer pas goed, want Phytopharm kende op zijn beurt een licentie toe aan de bekende farmareus Pfizer. Die deed er evenwel niets mee deed, zodat de licentie ten slotte in handen kwam van Unilever. Raar maar waar: aanvankelijk was iedereen de San vergeten – ook bekend als Bushmen, de bevolkingsgroep in de streek waar de hoodia-cactus vandaan komt die op zijn minst toch een vergoeding hoorde te krijgen. Toen er toch over een vergoeding gepraat werd, maakte Phytopharm zich ronduit belachelijk door te beweren dat "de San uitgestorven zijn". De CSIR beloofde dan aan de zowat 100.000 archi-levende San dat ze een deel van de royalties zouden krijgen die Phytopharm in ruil voor het patentrecht ging betalen: de vergoeding voor de San bedroeg om en bij de... 0,003% van de door Pfizer onder licentie gerealiseerde - winkelverkoop. Een peulschil natuurlijk, en bovendien, toen Pfizer de licentie teruggaf, ging de deal niet eens door. De San dreigen finaal elke vergoeding mis te lopen. Want niet alleen kondigt Unilever nu nieuwe patenten aan, maar intussen zijn andere eigenschappen van de hoodia-cactus ontdekt. De plant zou ook voor sexuele stoornissen en kwalen van de pancreas en de prostaat gebruikt kunnen worden. Daarvoor zouden er telkens nieuwe patenten aankomen. Vraag is of er dan ook zogenaamde Benefit Sharing-akkoorden onderhandeld zullen worden, en of daarin redelijke royalties voorzien zullen zijn. De patenthouder Phytopharm is van de hoodia-cactus wel stukken beter geworden: het kreeg al $12,5 miljoen van Unilever, verwacht nog een tweede schijf van $27,5 miljoen en een derde schijf, waarvan het bedrag onbekend is, eens Unilever zijn voedingsproducten op basis van hoodia in de winkelrekken zet. Deze business, dat zal al duidelijk zijn, is allesbehalve doorzichtig maar draait integendeel op een web van deals, commissies, bedrijfsgeheimen, patenthouders en (sub-)contractanten. Om het helemaal ingewikkeld te maken: de fabrikanten schuimen niet zelf de Afrikaanse natuur af, ze werken wel met prospectoren van zéér uiteenlopende pluimage. Er zijn wetenschappelijke instellingen bij zoals Botanische Tuinen, door regeringen gesponsorde diensten, maar ook ngo's en zelfs militaire laboratoria. De US-Navy heeft in zijn Namru3-lab in Kairo onderzoek op colibacillen gedaan en de resultaten verkocht aan de Britse vaccinproducent Acambis die er een middel tegen diarree mee zou maken. [Tussen haakjes: in november 2005 botste de Indonesische regering met de VS omdat het NAMRU2-lab in Jakarta zijn bevindingen over de H5N1vogelgriep niet publiek wou maken]. Frankrijk subsidieert in Gabon het Biodivalorproject dat het – volgens het Franse ministerie van Buitenlandse Zaken – " heeft mogelijk gemaakt om planten te verzamelen, stalen te inventariseren en ze te verkopen aan farmaceutische laboratoria voor onderzoek naar medische substanties". Er zouden zo al "1200 extracten uit 600 soorten" verkocht zijn (de winst zou in lokale ontwikkelingsprojecten zijn gereïnvesteerd). Volgens Jay McGown heeft Biodivalor de ronkende namen Dior, Aventis, GlaxoSmithKline, AstraZeneca en Roch als partners.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
94
Voor alle gevallen van bioprospectie die hij wist te achterhalen, vond McGown bijna nooit een treffelijke regeling om opbrengsten te delen. Volgens hem is er meestal sprake van echte biopiraterij en miljoenendiefstal. Deze praktijken vergroten de zo al immense commerciële druk op het tropisch woud van het Congo-bekken dat qua biodiversiteit nu op de tweede plaatse komt na het Amazone-gebied in Zuid-Amerika. De vraag naar biodiversiteit wreet letterlijk aan het woud. Dat blijkt opnieuw uit de okoumé-exploitatie voor onder meer de Dior-groep. De vraag naar okoumé-hars overtreft nu al wat de hoofdleverancier, het Centraal-Afrikaanse land Gabon, kan produceren. Gabon gaf in 2003 het monopolie voor de export aan de overheidsdienst Iphametra. Die meldt dat er een parallel circuit ontstaat van leveranciers zònder vergunning, die vermoedelijk enkel aan grof profijt op korte termijn denken en niet aan het voortbestaan van het woud. In dat kluwen verschijnt opnieuw het daarnet genoemde Biodivalorproject èn de ngo Pro-Natura, die zogenaamd aan natuurbescherming doet en gesponsord wordt door de petroleumreuzen Shell en Elf. "It's a free-for-all out there", besluit Jay McGown zijn rapport, de biopiraten hebben vrij spel. Hij pleit voor een moratorium: zolang er geen protocol is dat zowel de toegang tot biodiversiteit als de verdeling van de opbrengsten op een waterdichte manier regelt, moet de bioprospectie worden stilgelegd. Anders, waarschuwt McGown, blijft er van de biodiversiteit niets over en krijgen de biopiraten nog gelijk ook. Volgens hen bestaat biopiraterij namelijk eenvoudigweg niet.
Link: http://www.edmonds-institute.org/
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
95
Maniok en Patatten Omgaan met diversiteit door Afrikaanse ogen De competentie ‘omgaan met diversiteit’
Vaardigheid 1
Je kent je eigen communicatiestijl en weet hoe anderen die ervaren.
Vaardigheid 2
Je ziet diversiteit als een normaal fenomeen waar iedereen dagelijks in verschillende situaties mee te maken krijgt en je geeft geen waardeoordeel aan verschillen.
Vaardigheid 3
Je beschouwt de ander als een uniek persoon en stopt mensen niet in hokjes. Je gebruikt geen stereotypen.
Vaardigheid 4
Je bent je bewust van je eigen referentiekader en houdt er rekening mee dat anderen handelen vanuit hun referentiekader
Vaardigheid 5
Je zoekt het gemeenschappelijke binnen een bepaalde context.
Vaardigheid 6
Je houdt rekening met je eigen culturele identiteit en de machtsverhoudingen die daarmee samengaan. Je gedraagt je niet discriminerend.
Vaardigheid 7
Je gaat zonder vooroordelen op zoek naar de positieve redenen van het gedrag van iemand.
Vaardigheid 8
Je houdt geen waarheidsgevechten, maar gaat in dialoog over achterliggende motieven, behoeften of belangen over achterliggende motieven, behoeften of belangen.
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
96
Verantwoordelijke educatief pakket: Antwerps Minderhedencentrum de8 Van Daelstraat 35 2140 Borgerhout 03/270 33 33 www.de8.be
[email protected]
www.maniok-en-patatten.be educatief pakket bij dvd
97