MANAGEMENTLETTER AAN DE DIRECTIE VAN DE VALENTIJNSCHOOL 1. Algemene bevindingen
Populatie 2 100%
Populatie 98% 60
Populatie 345
Populatie 167 100%
Respons Er is sprake van een goede en representatieve respons voor alle doelgroepen. Dit betekent dat de resultaten van het onderzoek een goed beeld geven van de mening van alle betrokkenen bij de school, mits de respons aselect is opgebouwd.
39%
Respons 2
Respons 59
Respons 135
Respons 167
Management
Personeel
Ouders
Leerlingen
10 9 8
Rapportcijfers
9
8,7 8,1
7,7
8,1
7,6
7,9
7,5
7
Rapportcijfers Dit zijn de rapportcijfers die door de verschillende doelgroepen aan de school zijn toegekend. Deze liggen hoger dan het landelijk gemiddelde.
6 5
4 3 2
1 Management
4,0
3,9
Personeel
Ouders
Leerlingen
Gemiddelde scores 3,6
3,5
3,5 3,5
3,6
3,5
3,4
3,3
3,0
2,5 2,0 1,5
Gemiddelde scores Hiernaast staan de scores die gemiddeld aan alle stellingen zijn toegekend: 1 – helemaal mee oneens 2 – meer oneens dan eens 3 – meer eens dan oneens 4 – helemaal mee eens Ook deze scores liggen (iets) hoger dan het landelijk gemiddelde. Met name de managementleden zijn erg positief.
1,0 Management Van Beekveld & Terpstra
Personeel
Ouders
Leerlingen 1 van 4
RVKO - VALENTIJNSCHOOL
2. Wat valt ons op? Alle groepen respondenten geven de school een rapportcijfer dat aanmerkelijk hoger ligt dan het landelijk gemiddelde. Kennelijk is er een brede basis van waardering voor de school. Ook anderszins liggen de scores bij veel onderdelen op of net boven het landelijk gemiddelde, en dat bij de meeste groepen respondenten (zie ook het overzicht van gemiddelde itemscores). Dat het management vaak opvallend hoger dan wel lager scoort, zal grotendeels te verklaren zijn uit het gegeven dat deze groep slechts uit twee personen bestaat waardoor er nauwelijks sprake is van afronding. De respons van alle doelgroepen is groot, waardoor de resultaten als representatief mogen worden beschouwd voor alle doelgroepen. Het valt op dat er veel gebruik is gemaakt van de mogelijkheid om aanvullende opmerkingen te maken. De lange opsommingen van opmerkingen bevatten een aantal terugkerende thema’s ondanks de onduidelijke representativiteit van de opmerkingen die worden gemaakt. Hierover in de volgende paragraaf meer. Niettemin is het eindoordeel van de verschillende doelgroepen (leerlingen, ouders, medewerkers) die aan het onderzoek hebben meegewerkt zeker positief. Leerlingen en ouders zijn duidelijk tevreden over de kwaliteit van de lessen, met name in de variatie daarin. Hun waardering van de begeleiding en de leermiddelen liggen veelal rond het landelijk gemiddelde, terwijl met name over het laatste, de leermiddelen, door de leerkrachten duidelijk gunstiger geoordeeld wordt. Leerlingen zijn – in tegenstelling tot de overige groepen – wat kritisch over de mate waarin zij op de hoogte zijn van hun eigen vorderingen binnen het onderwijs. Voor het thema ICT zien we positieve scores (van leerlingen, ouders en medewerkers) die boven het landelijk gemiddelde liggen. Qua waardering onderscheidt de school zich dus op dit punt in gunstige zin. Binnen het thema Cultuur zien we veel items die rond het gemiddelde scoren. Leerlingen zijn bepaald tevreden over de sfeer in de school en gaan graag naar school. De sociale omgang op de school lijkt prettig te zijn en de veiligheid lijkt in orde, dit in tegenstelling tot een aantal opmerkingen over zogenaamd pestgedrag op school. Hoe serieus zijn deze opmerkingen te nemen? En hoe verhouden deze scores zich tot het toezicht voor én na schooltijd op het schoolplein? Voor het onderdeel Ouderbetrokkenheid zien we opvallende scores. Met name de leerkrachten zijn hier namelijk aanzienlijk kritischer, in vergelijking met de bovengemiddelde waardering van ouders. Heeft de school een duidelijke visie op de positie van ouders in relatie tot school en leerling en in hoeverre is de visie ook leidend in het handelen van medewerkers van de school? Voor het thema identiteit worden door met name ouders en medewerkers lagere waarderingen gegeven voor het belang van de Katholieke identiteit. Een aantal respondenten benoemt dit ook expliciet in de opmerkingen: zij geven aan dat je niet echt merkt dat de school een Katholieke school is. Hoe wil de school hiermee omgaan? De scores van medewerkers, ouders en leerlingen voor de wijze van leidinggeven is op verschillende punten zeker goed te noemen, en scoort regelmatig boven het landelijk gemiddelde. Met name de scores van ouders en medewerkers zijn zeker een compliment waard. Dit heeft waarschijnlijk zijn weerslag op de positieve scores voor het personeelsbeleid, werkklimaat, ontwikkelingsmogelijkheden, taakbeleid, arbobeleid en overleg: hier zien we overwegend positieve scores, met enkele kleine uitschieters.
Van Beekveld & Terpstra
2 van 4
RVKO - VALENTIJNSCHOOL
Iets lagere scores zijn zichtbaar op de thema’s: effectief vergaderen, piekbelasting in het schooljaar, aanspreekgedrag richting collega’s rondom kwaliteitszorg, eerlijke taakverdeling en invloed op schoolbeleid. Welke acties zijn wellicht noodzakelijk om op deze thema’s te interveniëren? In het bijzonder binnen bouw 5-6, waar de scores op dit thema lager liggen? Over de huisvesting zijn geen echt bijzondere opmerkingen te maken, met uitzondering van de lage scores voor het schoolplein en het toezicht hierop voor- en na schooltijd. Ook de veiligheid van de weg naar school wordt met lagere scores gewaardeerd. De informatievoorziening leidt tot zeer positieve scores van ouders.
Van Beekveld & Terpstra
3 van 4
RVKO - VALENTIJNSCHOOL
3. Wat geven we mee? Veel gaat goed, heel veel zelfs, en dat is ongetwijfeld een prettige constatering. Er zijn maar weinig punten in de enquête waarvan duidelijk is dat ze onmiddellijk verbetering behoeven. Proficiat. Op het gevaar af misverstaan te worden willen we, juist in verband met die positieve waardering, enkele waarschuwende opmerkingen maken. Juist als er veel goed gaat, kan de situatie ontstaan dat er minder alert wordt gereageerd op signalen die afwijkende geluiden laten horen. We kunnen ons vergissen, maar als we de aanvullende opmerkingen van met name ouders lezen, dan bekruipt ons enige malen het gevoel dat er iemand aan het woord was die zich niet voldoende gehoord voelt. Van belang is, ook óf juist als het goed is, open te blijven staan voor tegensignalen. Let wel: de cijfers bevestigen dit niet, maar we vestigen er toch graag uw aandacht op, mede gezien het feit dat de scores van de directie-groep in dit onderzoek vrijwel continu maximaal (4,0) zijn en hoger liggen dan de scores van leerlingen, ouders en medewerkers. In het verlengde hiervan ligt de iets lagere score van medewerkers voor inspraak op schoolbeleid (met name binnen PSZ en leerjaar 3-4). Hiervoor wordt door medewerkers verhoudingsgewijs een lagere score gegeven in vergelijking met de andere thema’s rondom personeelsbeleid. Eveneens zijn medewerkers wat kritisch over de effectiviteit van vergaderingen (met name bouw 1-2, 3-4 en 5-6) en mate van eerlijke verdeling van taken (met name bouw 3-4 en 5-6). Opvallend zijn de grote verschillen tussen de afzonderlijke bouwen op deze thema’s. Hoe verklaart de school deze verschillen en welke gerichte acties komen hieruit voort? Het aangaan van een educatief partnerschap met ouders lijkt in steeds meer scholen een belangrijk speerpunt, onder meer vanuit gericht overheidsbeleid én wetenschappelijke onderzoeken waaruit blijkt dat betrokkenheid van ouders positief van invloed is op de onderwijs- en leerresultaten van een leerling. Medewerkers van de Valentijnschool zijn kritisch over de betrokkenheid van ouders bij de school. Dit geldt met name voor medewerkers werkzaam in de bouwen 1-2, 3-4 en 7-8. In hoeverre beschikt de school over een duidelijke visie op de positie van de eigen ouderpopulatie bij de school en hoe vertaalt men deze in de praktijk? De overblijfvoorziening wordt niet expliciet bevraagd in het onderzoek, echter, de ouders maken hier veel opmerkingen over. Deze opmerkingen gaan met name over de kwaliteit van de medewerkers en de behoefte aan meer pedagogische vaardigheden van deze medewerkers. Het komt ons voor dat er, meer scherpte op de inhoud nodig is als het gaat om uw, dat wil zeggen van de school, verwachtingen ten aanzien van deze voorziening. In het verlengde hiervan ligt het (toezicht op) het schoolplein. Zowel ouders als medewerkers, maar ook leerlingen, waarderen het schoolplein in het onderzoek met lagere scores. Het schoolplein is toch een belangrijk visitekaartje voor een school. Welke mogelijkheden heeft de school om dit plein onder handen te nemen? Tot slot en in het verlengde van het voorgaande: uw school staat, net als andere scholen, de komende jaren voor de opgave om een stevige slag te maken op het vlak van professionalisering. Dit is een prioriteit van het kabinet, dat tot uiting komt in het bestuursakkoord. Bovendien ligt dit tevens in het verlengde van de trend van opbrengstgericht werken en past het in de beweging van adaptief onderwijs voor alle categorieën leerlingen. De enquête laat zien dat uw school beschikt over een goede uitgangspositie. Maak er wat moois van, met oog voor werkdruk en –belasting van medewerkers!
Van Beekveld & Terpstra
4 van 4
RVKO - VALENTIJNSCHOOL
3. Opbrengsten naar aanleiding van de zelfevaluatie De Valentijnschool heeft in begin 2013 een kwaliteitsonderzoek uitgezet middels het instrument: De Kwaliteitsvragenlijsten PO. Mede omdat het de eerste keer is dat dit instrument wordt gebruikt, vindt de school het van belang om deze tevredenheidsmetingen adequaat en zorgvuldig te analyseren. Hiertoe heeft de school zowel een externe, objectieve analyse laten maken van de onderzoeksresultaten (zie paragraaf hiervoor) als een zelfevaluatie uitgevoerd, waarbij de resultaten van het onderzoek met de voltallige managementteam werden bestudeerd, geanalyseerd en geduid. Hierbij is op verschillende manieren naar de resultaten gekeken: naar hoge en lage scores, naar verschillen in beleving tussen de onderzoeksgroepen en naar afwijkingen ten opzichte van het landelijk gemiddelde. Onderstaand worden de meest voorname aandachtspunten, opvallende zaken en eventuele acties genoemd die in de zelfevaluatie naar voren zijn gekomen. Onderwijs en leren • De scores ten aanzien van de onderwerpen binnen het domein ‘Onderwijs en leren’ zijn in algemene zin zeer positief. Alle groepen geven aan tevreden te zijn over thema’s als de lessen, de begeleiding, de leer- en hulpmiddelen en ICT. • Leerlingen waarderen de mate waarin zij maximaal worden uitgedaagd iets lager dan een aantal andere aspecten van het onderwijs en lager dan het management en de ouders. Mogelijk heeft dit te maken met de mate waarin ook de bovengemiddeld presterende leerlingen voldoende worden bediend. Dit is een punt waar de school de komende periode mee aan de slag wil. • Ook geven leerlingen aan dat zij vaker zouden kunnen worden geïnformeerd over hun vorderingen. Het team ziet dit eveneens als aandachtspunt, te meer omdat het geven van feedback een sterk leereffect kan bewerkstelligen. Daarnaast ziet de school het evalueren van lessen en het versterken van het eigenaarschap van leerlingen van hun eigen leerproces (bijvoorbeeld door hen zelf doelen te laten stellen) als verbeterpunten in dit kader. • Een ander punt dat door leerlingen iets lager wordt gewaardeerd is de aandacht voor maatschappelijke thema’s. Op school wordt gewerkt met Nieuwsbegrip, maar dit zou nog meer effect kunnen hebben wanneer er ook altijd tijd wordt ingeruimd om dit met de klas of in groepjes na te bespreken. • De ICT-voorzieningen en het gebruik hiervan worden door alle groepen zeer hoog gewaardeerd. De scores liggen hierbij aanzienlijk boven het landelijk gemiddelde. Tijdens het zelfevaluatiegesprek wordt echter duidelijk dat nog niet alle leerkrachten ook goed gebruik weten te maken van de ICT-voorzieningen, zoals de digiborden. Een kleine groep blijkt hier weinig interesse voor te hebben en zich dit zeer lastig eigen te maken. Voor de overige leerkrachten geldt dat men nog meer van elkaar zou kunnen leren. Het delen van goede voorbeelden en ideeën is dan ook een voornemen. • Het betrekken van ouders als partner bij het onderwijsleerproces van hun kind wordt redelijk hoog gewaardeerd, maar blijft een belangrijk thema binnen de school. Zeker gezien de kenmerken van de leerling- en ouderpopulatie. De school denkt na over een idee om bijvoorbeeld tips aan ouders mee te geven voor het stimuleren van de ontwikkeling van het leren tijdens de zomervakantie. • De invoering van Passend onderwijs zal het komende jaar eveneens aandacht vragen. Op verzoek van het nieuwe samenwerkingsverband is een vragenlijst ingevuld ten behoeve van een schoolondersteuningsprofiel van de Valentijnschool. Wanneer de resultaten van het collectief binnen het samenwerkingsverband zijn besproken en er hierover is gecommuniceerd zal er ook binnen de school nog over moeten worden gesproken. In hoeverre voldoet de school aan de geformuleerde basisondersteuning? Welke extra groepen zou de school kunnen en willen bedienen? Welke ambities heeft de school ten aanzien van de ontwikkeling van de ondersteuning? Wat vraagt dit van de didactische en pedagogische vaardigheden van leerkrachten? En van de voorzieningen binnen de school?
Van Beekveld & Terpstra
4 van 4
RVKO - VALENTIJNSCHOOL
Cultuur • De sfeer op school wordt hoog gewaardeerd en de leerlingen van de Valentijnschool blijken zelfs bovengemiddeld graag naar school te gaan. Over het algemeen zijn de scores op alle verschillende thema’s (sociale omgang, sfeer, veiligheid) hoog te noemen. Alleen de aandacht voor orde en discipline wordt door leerlingen lager gewaardeerd, medewerkers en ouders zijn hier positiever over. Mogelijk heeft dit te maken met de verschillen tussen klassen. In sommige klassen kan het redelijk druk zijn. De school wil in dit kader met name aandacht blijven besteden aan rustig gedrag op de gangen. • De scores op dit punt zijn hoog te noemen, maar de in de opmerkingen wordt een aantal keer gerefereerd aan pestgedrag op school. Pesten valt uiteraard nooit geheel uit te bannen en zal in zekere mate altijd voorkomen. De school besteedt hier aandacht aan door het organiseren van een anti-pest-dag en binnen de methode voor sociale vaardigheid. • Het toezicht op het schoolplein voor en na scholtijd wordt lager gewaardeerd door de medewerkers en het management. Dit wordt gezien de hoge waardering voor de sfeer en veiligheid echter niet als ontwikkelpunt gezien. • Men is positief over de interactie tussen medewerkers en leerlingen. Leerlingen geven aan dat niet alle leerkrachten open staan voor kritiek. Op dit punt zullen ongetwijfeld verschillen bestaan tussen leerkrachten, maar de school als geheel lijkt ook op basis van de andere scores voldoende leerlinggericht. • Ouders zelf zijn tevreden over de mogelijkheden die zij hebben om bij de school betrokken te zijn en over hun eigen betrokkenheid. Medewerkers zijn op dit punt kritischer. De school wil de stap maken van ouderbetrokkenheid naar educatief partnerschap en wil hier onder andere op in zetten door het stimuleren van een rijke leeromgeving in de thuissituatie van de leerlingen. Bedrijfsvoering • Binnen het thema bedrijfsvoering wordt de huisvesting hoog gewaardeerd, met uitzondering van het schoolplein. Dit geldt echter alleen voor de ouders en medewerkers. Leerlingen blijken op dit punt niet ontevreden. Hier zijn in de afgelopen periode reeds grote verbeteringen in aangebracht en men is tevreden over de invulling hiervan binnen de mogelijkheden die geboden zijn. • Medewerkers zijn daarnaast minder positief over de klimaatbeheersing binnen de school. Hierbij gaat het over de luchtvochtigheid in een deel van het gebouw. • De scores ten aanzien van de informatievoorziening vanuit de school zijn bij alle doelgroepen hoog. De school overweegt de nieuwsbrief digitaal te gaan verspreiden onder de ouders waarvan zij een emailadres hebben. Dit zou op termijn een aanzienlijke kostenbesparing op kunnen leveren. • Het management is kritisch in haar score voor het veiligheidsbeleid van de school. De school heeft hier niet een helder document voor dat zo uit de kast is te trekken. Het samenstellen van een dergelijk document wordt als actiepunt benoemd. Personeel • Ook de scores voor het werkklimaat, ontwikkelingsmogelijkheden, overleg en medezeggenschap en arbeidsomstandigheden zijn zeer positief. Opvallend binnen dit thema zijn de iets lagere scores voor het aanspreken op negatief gedrag en de effectiviteit van vergaderingen. Men ziet op dit punt met name de verdere ontwikkeling van een professionele cultuur als aandachtspunt. Hierbij gaat het om het geven van feedback , maar zeker ook het ontvangen daarvan. Medewerkers zouden zonder uitzondering zelf feedback moeten verzamelen en aantrekkelijk moeten zijn om feedback aan te geven. • Het management wil hierin graag het goede voorbeeld geven en zal elkaar feedback vragen bijvoorbeeld op het voorzitterschap van vergaderingen. • De taakbelasting kan met name bij de medewerkers van bouw 3-4 en bouw 5-6 op lagere scores rekenen. Het blijft lastig om de taakverdeling tussen parttimers en fulltimers goed te organiseren. Met name binnen de genoemde bouwen wil men hier dan ook extra aandacht aan besteden. Van Beekveld & Terpstra
4 van 4
RVKO - VALENTIJNSCHOOL
Verwachtingen • Ouders blijken zeer tevreden over hun keuze voor de Valentijnschool. De school biedt volgens hen kwalitatief goed onderwijs en maakt hun verwachtingen waar. Ook geven zij aan dat zij opnieuw voor de school zouden kiezen en andere ouders zouden aanraden ook voor de Valentijnschool te kiezen. De waardering van ouders ligt op dit punt aanzienlijk boven het landelijk gemiddelde. Dit is - naast de andere zeer positieve en op punten bovengemiddelde scores – een groot compliment voor alle medewerkers van de Valentijnschool!
Van Beekveld & Terpstra
4 van 4
RVKO - VALENTIJNSCHOOL