Nr.
20
Jaargang 32
weken 45 en 46 2014
Verschijnt tweewekelijks, behalve in weken 1 en 28 tot en met 32
inhoud management- en bestuurdersvergoedingen De verschillen toegelicht
1
CBN-advies Commissie adviseert over het afronden van betalingen op een veelvoud van vijf eurocent 4 successieplanning in extremis De buitengerechtelijke bescherming bij wijze van lastgeving 5
Afgiftekantoor Brussel X
P2A9354
management- en bestuurdersvergoedingen De verschillen toegelicht Roel VAN HEMELEN
Manager Tax & Legal – Moore Stephens
Management- en bestuurdersvergoedingen, het blijft soms een doorn in het oog van de fiscus. Niet altijd terecht, een goed gestructureerde en goed onderbouwde bestuurders- of managementvergoeding kan perfect worden toegekend. Waarin verschillen bestuurders- en managementvergoedingen nu juist? Bestuurders- en managementvergoedingen blijven beroeren. Getuige ook de uiteenzettingen over de fiscale aftrekbaarheid van deze vergoedingen in een voorgaande uitgave (Acc.Act. nr. 2013/1) alsook de fiscale aftrekbaarheid van tantièmes (Acc.Act. nr. 2014/12). Deze bijdrage licht het verschil tussen management- en bestuurdersvergoedingen toe.
Bestuurdersvergoedingen Voor alle duidelijkheid, als we spreken over bestuurdersbezoldigingen in dit artikel, gaat het om de vergoeding toegekend voor officiële bestuurdersmandaten. Een bestuurdersvergoeding zal dus in de meeste vennootschappen worden teruggevonden. Het betreft namelijk de vergoeding toegekend aan de zaakvoerders, bestuurders, bedrijfsleiders, vereffenaars, ... Deze vergoeding kan worden toegekend aan natuurlijke personen voor de uitoefening van hun mandaat of aan een vennootschap die het bestuur waarneemt met behulp van een natuurlijk persoon die optreedt als vaste vertegenwoordiger,
Directe belastingen
0000081.NN
KL-NN01
Bestuurdersbezoldigingen zijn in principe aftrekbare beroepskosten, zeker indien ze worden uitgekeerd aan natuurlijke personen en er hiervoor een fiche wordt opgemaakt. In dit geval zal de fiscus geen probleem hebben met de betaalde vergoeding. Wanneer er echter een vennootschap wordt aangeduid als bedrijfsleider liggen de kaarten iets anders, getuige ook het eerder gepubliceerde artikel in deze nieuwsbrief (Acc.Act. nr. 2013/1). Een van de stelregels die steeds terugkomen is de marktconformiteit of het arm’s length principe. Van zodra de fiscus kan aantonen dat de betaalde vergoedingen niet marktconform zijn, bestaat de mogelijkheid dat ze door de fiscus worden verworpen. Alles staat of valt uiteraard met de argumentatie en onderbouwing. Zonder het volledige voorgaande artikel te herhalen, kunnen we samenvatten dat volgende principes hanteren, voornamelijk met betrekking tot consistentie : Á De vergoeding van een gewone bestuurdersvergoeding mag in principe niet hoger zijn dan de vergoeding van een gedelegeerd bestuurder. Á Bestuurders onderling of gedelegeerd bestuurders onderling zouden min of meer dezelfde vergoeding moeten ontvangen. Á De vergoeding zou niet te hard mogen schommelen en in principe ook niet afhankelijk zijn van de jaarlijkse winst.
2
ACCOUNTANCY ACTUALITEIT NR. 20
Á
WEKEN 45 EN 46
KLUWER
Tot slot is het raadzaam de bestuurdersvergoeding regelmatig toe te kennen, bijvoorbeeld maandelijks. Het is af te raden deze vergoeding slechts één keer per jaar te betalen.
Van bovenstaande principes kan uiteraard worden afgeweken indien hiervoor goede argumenten gevonden kunnen worden. Sommige bestuurders hebben nu eenmaal een hogere marktwaarde dan anderen… Zolang voormelde regels worden gerespecteerd, zal de fiscus allicht weinig vragen stellen bij deze vergoeding. In tegenstelling tot managementvergoedingen (zie hieronder) zijn bestuurdersvergoedingen niet enkel betaald ter vergoeding van effectief geleverde prestaties. De vergoeding van een bestuurder omvat bijvoorbeeld ook een vergoeding voor de bijkomende aansprakelijkheid als bestuurder. Effectieve prestaties moeten tegenover vergoeding staan
Het blijft natuurlijk wel belangrijk om ervoor te zorgen dat tegenover deze bestuurdersvergoedingen effectieve prestaties staan. Een verlieslatende groepsvennootschap mee bestuurder maken in een winstgevende vennootschap, waarbij een ‘evenwaardige’ vergoeding wordt toegekend, maar waar weinig of geen prestaties tegenover staan, zal ook hier op weinig begrip van de fiscus kunnen rekenen. Indien er met een bestuurdersvennootschap wordt gewerkt, dient ook deze ‘tussenstap’ te worden gerespecteerd. Dit wil zeggen dat de vaste vertegenwoordiger(s) van de bestuurdersvennootschap best niet in persoonlijke naam benoemd zijn in dezelfde bestuurde vennootschap. De vraag die de fiscus dan zeer snel zal stellen is in welke hoedanigheid uw prestaties worden geleverd. Als bestuurder natuurlijk persoon ? Of als vast vertegenwoordiger van de bestuurder-vennootschap ? De fiscus zal veelal geneigd zijn de eerste situatie te weerhouden, waardoor de vergoedingen aan de bestuurdersvennootschap in vraag kunnen worden gesteld. Ook op het vlak van voordelen dient deze tussenvennootschap te worden gerespecteerd. Een bestuurder die in eigen persoon het bestuur van een vennootschap waarneemt kan bepaalde voordelen toegekend krijgen. Denken we bijvoorbeeld aan een personenwagen, een laptop, een gsm, ... De voordelen alle aard die op deze extra’s worden berekend zijn immers ook belast als bedrijfsleidersbezoldiging. Wanneer dergelijke voordelen echter aan de vaste vertegenwoordiger van een bestuurdersvennootschap worden toegekend, dienen deze voordelen in principe door de bestuurdersvennootschap als voordeel alle aard te worden aangegeven voor haar eigen bedrijfsleider. Bovendien dient de bestuurde vennootschap deze kosten door te rekenen aan de bestuurdersvennootschap. Niet voor het forfaitaire bedrag van het voordeel van alle aard, maar voor de werkelijke kostprijs. Het is op zich dus makkelijker om de lijn volledig door te trekken, en gewoon deze extra vergoedingen mee op te nemen in de maandelijkse vergoedingen en de bestuurdersvennootschap zelf de voordelen te laten aankopen.
Tantièmes Toets met markconformiteit niet nodig
Voor wat betreft de tantièmes verwijzen we naar Acc.Act. nr. 2014/12. Daar waar de fiscus voor bestuurdersvergoedingen steeds de toets mag maken met de marktconformiteit (zonder te vervallen in opportuniteitsoordelen uiteraard) mag zij dit niet doen met tantièmes. Het Hof van Cassatie heeft namelijk beslist dat een tantième een winstuitkering is, waarbij de algemene vergadering het volle beslissingsrecht heeft over de verdeling hiervan, zonder dat dit verder dient onderbouwd te worden.
Btw Op het vlak van de btw dient er een onderscheid gemaakt te worden tussen de bestuurders natuurlijke personen en de bestuurdersvennootschappen. Natuurlijke personen : geen btw
Bestuurders natuurlijke personen worden in principe geacht zich in ondergeschikt verband te bevinden, waardoor zij nooit aan btw onderworpen zijn. Dit is zeer belangrijk, want indien zij toch btw aanrekenen op hun factuur, bestaat het risico dat deze btw bij de bestuurde vennootschap niet kan worden gerecupereerd.
Bestuurdersvennootschap : Een bestuurdersvennootschap heeft qua btw de keuze. In principe zijn deze handekeuze lingen steeds aan btw onderworpen, een vennootschap kan zich namelijk niet in ondergeschikt verband bevinden. De fiscus tolereert echter dat ook vennootschappen die als bestuurder zijn aangeduid hun facturen zonder btw verzenden.
KLUWER
ACCOUNTANCY ACTUALITEIT NR. 20
WEKEN 45 EN 46 3
Zoals gezegd betreft dit voor vennootschappen echter een keuze. Een vennootschap die als bestuurder is aangeduid mag dus perfect btw aanrekenen op de bestuurdersbezoldigingen. Eens de keuze voor toepassing van btw is gemaakt, dient deze wel te worden toegepast op alle huidige en toekomstige bestuurdersmandaten. Dit is belangrijk indien sommige bestuurde vennootschappen geen recht op aftrek van btw hebben. Toepassing btw op alle vergoedingen
Indien de keuze voor de toepassing van btw wordt gemaakt, dient deze op alle vergoedingen te worden toegepast. Dus ook op variabele vergoedingen of tantièmes. Tot slot dient nog te worden vermeld dat de fiscus er vanuit gaat dat deze keuze onherroepelijk is. Van zodra een bestuurdersvennootschap heeft geopteerd om onder het btw-stelsel te werken, kan deze keuze niet worden gewijzigd, tenzij er duidelijk gewijzigde bedrijfseconomische omstandigheden kunnen worden ingeroepen.
Managementvergoedingen Alle betaalde vergoedingen voor beheer en/of management die niet onder officiële mandaten vallen, alsook alle andere specifieke opdrachten die worden doorgerekend vatten wij hier samen onder de managementvergoedingen.
Directe belastingen Stevige onderbouwing noodzakelijk
Managementvergoedingen vallen niet onder een mandaat als bestuurder en dienen dus effectieve prestaties te vergoeden. Zoals in de eerdere bijdragen al werd benadrukt verwacht de fiscus voor dergelijke vergoedingen een stevige onderbouwing. Ook voor managementvergoedingen kunnen dus enkele principes worden samengevat : Á Zorg ervoor dat voor managementvergoedingen steeds een contract wordt opgemaakt, dat ook effectief wordt nageleefd. Á Zorg ervoor dat de onderliggende prestaties, waarvoor de vergoeding wordt betaald, ook effectief kunnen worden aangetoond. Á Hou het arm’s length principe aan : zorg ervoor dat de vergoedingen marktconform zijn. Á De managementvennootschap dient eigen werkingsmiddelen (bedrijfsruimte, computer, ...) en eigen personeel (eventueel enkel een bedrijfsleider) te hebben. Zolang bovenstaande voorwaarden voldaan zijn, zal de fiscus in principe niet veel problemen maken van deze vergoedingen.
Btw Daar waar bestuurdersvennootschappen de keuze hebben hun vergoeding al dan niet aan btw te onderwerpen, kan deze keuze voor managementvennootschappen niet worden gemaakt. In principe zullen deze vennootschappen steeds onderworpen zijn aan btw. Het betreft hier namelijk extern advies of externe prestaties die wordt ingeroepen, en waarvoor geen specifieke btw-vrijstelling bestaat. Daar waar er bij bestuurdersvergoedingen nog een klein beetje vrijheid bestaat in het toekennen van een vergoeding – deze vergoeding dekt namelijk ook andere, niet-tastbare prestaties – dient er bij managementvergoedingen wel aan een zwaardere bewijslast te worden voldaan. Ook wat betreft btw zijn er belangrijke verschillen. Enkel in geval van bestuurdersvennootschappen kan de btw in bepaalde gevallen worden vrijgesteld. Dit kan van groot belang zijn in geval van prestaties geleverd aan vennootschappen die van btw vrijgestelde activiteiten verrichten.
4
ACCOUNTANCY ACTUALITEIT NR. 20
WEKEN 45 EN 46
KLUWER
CBN-advies Commissie adviseert over het afronden van betalingen op een veelvoud van vijf eurocent Prof. dr. Stijn GOEMINNE Bedrijfskunde
Universiteit Gent, Faculteit Economie &
Indien de consument in speciën betaalt, hebben ondernemingen volgens het Wetboek Economisch Recht de mogelijkheid om betalingen af te ronden op een bedrag dat een veelvoud is van vijf eurocent. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen formuleert in advies 2014/9 hoe de boekhoudkundige verwerking van afgeronde betalingen dient te gebeuren.
De afronding Geen verplichting voor ondernemingen
Ondernemingen kunnen bij de ontvangst van betalingen in speciën het totaal te betalen bedrag afronden op een veelvoud van vijf eurocent. Een aantal toelichtingen bij deze regel. Vooreerst betreft het een symmetrische afronding naar boven of beneden op het dichtstbijzijnde veelvoud van vijf eurocent. Ten tweede mag de afronding enkel gebeuren op het totaalbedrag, niet op de samenstellende bestanddelen van het bedrag. Ten derde is de toepassing van de afrondingsregel een mogelijkheid voor de onderneming, geen verplichting. De keuze om de regel al dan niet in te voeren, behoort toe aan de onderneming.
Enkel bij betalingen in speciën
Ten vierde is de afrondingsmogelijkheid uitdrukkelijk enkel toepasbaar wanneer de klant betaalt in speciën, dat is met eurobankbiljetten of -munstukken, of met een vergelijkbaar betaalmiddel zoals een tegoedbon, papieren maaltijd-, eco-, sport-, cultuur-, cadeau- of andere vergelijkbare cheques. Bij een gehele of zelfs gedeeltelijke elektronische betaling vervalt de mogelijkheid tot afronding. Ten vijfde moet de onderneming de toegepaste afrondingsregel uitdrukkelijk vermelden op elk document waarop het te betalen totaalbedrag is vermeld.
Boekhoudkundige complicaties Kleine verschillen
Wanneer de onderneming de afrondingsregel toepast, zal deze in de praktijk geconfronteerd worden met kleine verschillen tussen de loutere som van de aangerekende prijs van de verrichte prestaties en het totaalbedrag van de te betalen prijs. Dit verschil kan zowel positief als negatief zijn. De Commissie voor Boekhoudkundige Normen is in haar advies 2014/9 van mening dat het totale verschil tussen het totaalbedrag van de te betalen prijs en de som van de prijzen van de individuele prestaties, slechts een marginaal bedrag is ten opzichte van de totale omzet. Bovendien zal het symmetrisch karakter van de afronding ervoor zorgen dat er een compensatie kan plaatsvinden tussen de positieve en de negatieve afrondingsverschillen, wat maakt dat het globale effect van de afrondingen op de omzet hoogstwaarschijnlijk dus beperkt zal zijn.
KLUWER
ACCOUNTANCY ACTUALITEIT NR. 20
WEKEN 45 EN 46 5
Boekhoudkundige verwerking CBN stelt aantal mogelijkheden voor
Wat betreft de boekhoudkundige verwerking van de afrondingsverschillen stelt de CBN een drietal mogelijkheden voor. In een eerste mogelijkheid stelt ze voor dat de onderneming in het verkoopdagboek het bedrag invult dat de consument effectief (afgerond dus) heeft betaald. Zo de transactie uit verschillende elementen bestaat, worden de samenstellende delen die zijn vermeld op het uitgereikte document niet verder uitgesplitst in het verkoopdagboek. Het mogelijke afrondingsverschil moet niet afzonderlijk geboekt worden. In een tweede mogelijkheid worden de verschillende bestanddelen die zijn vermeld op het uitgereikte document wel gesplitst. Het eventuele verschil tussen de som van de samenstellende bestanddelen en het totaalbedrag dat het gevolg is van de afronding, wordt geboekt als een financieel resultaat. In het geval het een kost betreft, komt dit op een rekening «657-659 Diverse financiële kosten», in het geval het een opbrenst betreft komt dit op een rekening «756-759 Diverse financiële opbrengsten». Bemerk dat de CBN toelaat om gedurende het boekjaar alle betalingsverschillen op één rekening te boeken, waarbij slechts op balansdatum per saldo een positief of negatief betalingsverschil wordt overgebracht naar een financiële kosten-, dan wel financiële opbrengstenrekening. Ten derde geeft de Commissie weer dat een onderneming de vrije keuze heeft tussen beide bovenstaande methoden, maar evenzeer zelf een gelijkwaardige methode mag ontwikkelen om de wettelijke afrondingsverschillen te boeken.
successieplanning in extremis De buitengerechtelijke bescherming bij wijze van lastgeving Rutger VAN BOVEN
SBB Accountants & Adviseurs
De wet van 17 maart 2013 heeft de mogelijkheid ingevoerd om, voor het geval men wilsonbekwaam wordt, een of meerdere personen bij wijze van lastgeving aan te duiden die in naam en voor rekening van de wilsonbekwame persoon rechtshandelingen met betrekking tot diens vermogen kunnen stellen. Voorheen werd de geldigheid van een dergelijke volmacht betwist in geval de volmachtgever op het ogenblik van het stellen van de betreffende rechtshandeling wilsonbekwaam was. De zogenaamde buitengerechtelijke bescherming1 geboden door deze wet kan opportuniteiten bieden in het kader van een successieplanning. We bespreken hierna het toepassingsgebied en de modaliteiten van de nieuwe regeling.
Hoedanigheid van de lastgever Elke wilsbekwame meerderjarige of ontvoogde minderjarige, die niet het voorwerp uitmaakt van een beschermingsmaatregel (in de zin van artikel 492/1 BW : bewind), kan een beroep doen op de buitengerechtelijke bescherming middels een lastgevingsovereenkomst. 1
Artikelen 489 t.e.m. 490/2 van het Burgerlijk Wetboek.
6 ACCOUNTANCY ACTUALITEIT NR. 20
WEKEN 45 EN 46
KLUWER
Hoedanigheid van de lasthebber Bepaalde categorieën uitgesloten
Bepaalde categorieën van personen kunnen niet optreden als lasthebber in het kader van de buitengerechtelijke bescherming. Meer bepaald gaat het om personen die zelf onder een buitengerechtelijke of rechtelijke beschermingsmaatregel werden geplaatst, rechtspersonen (met uitzondering van de private stichting die zich uitsluitend inzet voor de beschermde persoon), bestuurs- of personeelsleden van de instelling waar de beschermde persoon verblijft, personen die niet vrij over hun goederen kunnen beschikken en personen die volledig ontzet zijn uit het ouderlijk gezag.
Voorwerp van de lastgevingsovereenkomst Enkel met betrekking tot goederen
De lastgevingsovereenkomst kan enkel betrekking hebben op daden van vertegenwoordiging met betrekking tot de goederen (het vermogen), en nooit met betrekking tot de persoon. Bijgevolg kan geen beroep worden gedaan op de buitengerechtelijke bescherming voor het opmaken van een testament, en evenmin voor het aangaan van een huwelijk of van een wettelijke samenwoning. Wel kan de lastgevingsovereenkomst de hiernavolgende rechtshandelingen omsluiten : Á het herroepen van een testament; Á het aanvaarden of verwerpen van een nalatenschap of een legaat; Á het opmaken of het wijzigen van een huwelijkscontract; Á het doen van een schenking(saanbod); Á het aanvaarden van een schenking; Á de door de schenker aan de bank gegeven volmacht om op verzoek van de optredende notaris een provisie te storten voor de registratierechten (bij een planning in extremis); Á de volmacht om een handgift, een onrechtstreekse schenking of een voor een buitenlandse notaris verleden schenkingsakte ter registratie aan te bieden of neer te leggen onder de minuten van een Belgische notaris, met het oog op de heffing van 3% of 7% schenkingsrechten.
Inhoud van de volmacht Het verdient aanbeveling om alle modaliteiten van de lastgeving te regelen in de lastgevingsovereenkomst, zodat er later geen moeilijkheden kunnen ontstaan omtrent de uitvoering ervan. Wat best opnemen in De volgende aspecten kunnen best worden opgenomen : lastgevingsovereenkomst ? Á de bevoegdheden van de lasthebber (bv. beheer en/of beschikking); Á ogenblik van uitwerking van de lastgeving; Á manier waarop de lasthebber kan aantonen dat de lastgeving uitvoering kan krijgen (bv. de wilsongeschiktheid moet worden aangetoond aan de hand van een medisch attest uitgereikt door een geneesheer die door de lastgever of de lasthebber wordt aangewezen); Á eventueel een controleregeling opnemen in de overeenkomst (bv. een of meerdere personen aanduiden in de lastgeving waaraan de lasthebber periodiek verantwoording en rekening over zijn beheer moet afleggen); Á eventueel een regeling opnemen omtrent de vergoeding van de lasthebber; Á regeling in geval van een belangentegenstelling tussen de lastgever en de lasthebber; Á regeling aangaande de opvolging of de vervanging van de lasthebber; Á indien de lastgeving niet onmiddellijk wordt geregistreerd : het tijdstip van het verzoek tot registratie van de lastgeving.
Toepassing in de tijd van de volmacht Voortdurende lastgeving is mogelijk
In principe neemt de lastgeving slechts een aanvang op het ogenblik dat de lastgever wilsonbekwaam wordt.
KLUWER
ACCOUNTANCY ACTUALITEIT NR. 20
WEKEN 45 EN 46 7
Uiteraard is het steeds mogelijk om ook volmacht te verlenen tot het stellen van rechtshandelingen terwijl de volmachtgever wilsbekwaam is. Men spreekt in dit verband over een voortdurende lastgeving, waarbij de volmacht tot het stellen van rechtshandelingen tijdens de wilsbekwaamheid van de volmachtgever wordt beheerst door het gemene recht inzake lastgeving, en vanaf diens wilsonbekwaamheid onderworpen is aan de bijzondere regels van de buitengerechtelijke bescherming.
Vormvoorschriften De buitengerechtelijke bescherming is onderworpen aan de volgende voorwaarden : 1] Het moet gaan om een algemene of een bijzondere lastgeving, vastgesteld bij onderhandse of authentieke akte, verleend door een wilsbekwame meerderjarige of ontvoogde minderjarige persoon voor wie geen enkele beschermingsmaatregel werd getroffen. Een bijzondere lastgeving heeft betrekking op het stellen van een of meer rechtshandelingen aangaande een of meer bepaalde zaken van de lastgever. Een algemene lastgeving betreft daarentegen alle zaken van de lastgever. Indien de lastgeving doelt op de opmaak of de wijziging van een huwelijkscontract of op het doen van een schenking(saanbod), dan dient deze uitdrukkelijk en bijzonder te zijn. Een uitdrukkelijke lastgeving heeft betrekking op het verrichten van (bepaalde) daden van beschikking. Gelet op de registratieverplichting van de lastgeving (zie infra, 3°) in het kader van de buitengerechtelijke bescherming, moet zij verplicht schriftelijk worden opgemaakt. In principe heeft de lastgever de vrije keuze om de lastgeving op te nemen in een onderhandse of een authentieke akte. Voor het opmaken of de wijziging van een huwelijkscontract is evenwel een notariële volmacht vereist, evenals voor het doen van een schenking(saanbod) en het aanvaarden van een schenking voor een Belgische notaris, en voor het stellen van daden van beschikking met betrekking tot onroerende goederen. 2] De lastgeving heeft in het bijzonder tot doel om voor de lastgever een buitengerechtelijke bescherming te organiseren. Het verdient aanbeveling om dit uitdrukkelijk in de lastgeving te vermelden. 3] De lastgeving moet worden geregistreerd in een centraal register dat wordt bijgehouden door de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat. Het verzoek tot registratie gebeurt door de neerlegging van een voor eensluidend verklaard afschrift van de lastgevingsovereenkomst ter griffie van het vredegerecht van de verblijfplaats van de lastgever, of door tussenkomst van de notaris die de lastgevingsovereenkomst heeft opgesteld. De registratie geschiedt binnen de 15 dagen na het verzoek. Het is niet vereist om de lastgeving onmiddellijk te laten registreren. De lastgever kan – bv. om redenen van discretie – ertoe beslissen om op een later ogenblik te verzoeken om registratie. Ook de lasthebber kan de lastgeving nog steeds laten registreren wanneer deze uitwerking moet krijgen. De registratie van de lastgevingsovereenkomst kan geschieden tot op het ogenblik dat de lastgever het voorwerp uitmaakt van een beschermingsmaatregel zoals bedoeld in artikel 488/1 (wilsonbekwaamheid) of 488/2 (verkwisting) van het Burgerlijk Wetboek.
Beëindiging of wijziging van de lastgevingsovereenkomst Op elk ogenblik
Zowel de lastgever als de lasthebber kunnen de lastgevingsovereenkomst op elk ogenblik beëindigen. De lastgever kan ook de richtlijnen die hij in de overeenkomst heeft opgelegd aan de lasthebber wijzigen. De beëindiging of de wijziging moet schriftelijk ter kennis worden gebracht van de bevoegde griffie of notaris, in voorkomend geval met opgave van de redenen van de beslissing tot beëindiging.
8
ACCOUNTANCY ACTUALITEIT NR. 20
WEKEN 45 EN 46
KLUWER
Bovendien kan de vrederechter, ambtshalve of op verzoek van iedere belanghebbende of van de procureur des Konings, te allen tijde geheel of gedeeltelijk een einde maken aan de lastgeving, in geval de uitvoering ervan van die aard is dat de belangen van de lastgever in gevaar worden gebracht of de lastgeving geheel of gedeeltelijk vervangen moet worden door een rechterlijke beschermingsmaatregel (bewind) die de belangen van de lasthebber beter dient. Hij kan tevens, in plaats van de lastgeving te beëindigen, de uitvoering van de lastgeving onderwerpen aan dezelfde vormvereisten (bijzondere machtiging) als deze die gelden bij een rechterlijke beschermingsmaatregel.
Lastgevingen die dateren van vóór de inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2013 (1 september 2014) De wet voorziet niet in de mogelijkheid om lastgevingen die dateren van vóór 1 september 2014 te laten registreren. Er wordt aangenomen dat pas vanaf de inwerkingtreding van de wet van 17 maart 2013 een buitengerechtelijke bescherming in de zin van die wet kan worden uitgewerkt1. Dit is des te belangrijker in het licht van de recente wijziging van artikel 2003 van het Burgerlijk Wetboek, volgens dewelke de gemeenrechtelijke lastgeving eindigt wanneer een persoon verkeert in een toestand zoals bedoeld in artikel 488/1 (wilsonbekwaamheid) of 488/2 (verkwisting), tenzij de lastgeving beantwoordt aan de vereisten die gesteld worden in het kader van de buitengerechtelijke bescherming.
Hebt u een suggestie voor een onderwerp of wilt u een specifiek thema in deze nieuwsbrief behandeld zien ? Laat het ons weten. Mail uw suggesties naar
[email protected].
1
C. CASTELEIN en J. DIERYNCK, Vermogensplanning voor en door beschermde personen, Antwerpen, Intersentia, 2014, 24.
colofon Redactie: Gislenus Bats, Stijn Goeminne, Geert Lenaerts, Robin Messiaen, Sadi Podevijn, Rutger Van Boven, Ben Van Bruystegem (†), Katleen Van Havere, Peter Verschelden. Eindredactie: Chantal Demoor –
[email protected]. Accountancy Actualiteit is een uitgave van Wolters Kluwer – www.wolterskluwer.be. Verantwoordelijke uitgever: Hans Suijkerbuijk, Ragheno Business Park, Motstraat 30, B-2800 Mechelen. Wolters Kluwer klantenservice: tel. 0800 40 300 (gratis oproep) – +32 15 78 76 00 (vanuit het buitenland), fax 0800 17 529, e-mail:
[email protected]. ISSN: 07732155 © 2014 Wolters Kluwer Belgium NV. Behoudens de uitdrukkelijk bij wet bepaalde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, op welke wijze ook, zonder de uitdrukkelijke voorafgaande en schriftelijke toestemming van de uitgever.