Magazine
Thales Nederland : High Tech uit Hengelo JSF Aanjager van Innovatief Werk Hillen ontvouwt Cyberstrategie Nationale Politie krijgt gestalte
02 - 2012
magazine
inhoudsopgave Profiel Thales Nederland
4
Minister Hillen over cyberstrategie
8
JSF aanjager innovatief werk
12
Energievoorziening krijgsmacht
16
Nationale Politie krijgt gestalte
20
Nieuwe medewerkers NIDV
23
Ruimtevaart biedt ondernemers kansen
24
Venko verft Walrus, CV90 onderhoud
26
Europese industrie in gevarenzone
27
Programma NIDV Symposium AHOY
28
Column Cent van Vliet: Deltaplan nodig
29
Colofon en NIDV nieuws
30
Innovative Solutions START WITH THALES Op het gebied van veiligheid is Thales één van de meest innovatieve bedrijven ter wereld. We bieden alle krijgsmachtonderdelen en civiele hulpdiensten de middelen om hun taken optimaal te kunnen uitvoeren. Onze producten kunnen overal ter wereld worden ingezet op vrijwel ieder type platform: te land, ter zee en in de lucht. www.thalesgroup.com/nl
SMART-L in aanbouw in Hengelo
Een F-35A test externe Sidewinder raket.
VNO-NCW voorzitter Bernard Wientjes Bij de voorplaat: Het patrouilleschip Hr. Ms. Holland is de eerste operationele gebruiker van de innovatieve Thales Mast, waarin alle sensorsystemen zijn geïntegreerd. Foto: AVDD
3
NIDV magazine _ november 2012 nr 2
Profiel: Thales Nederland
High tech uit Hengelo
Thales Nederland maakt momenteel internationaal furore met twee aandachttrekkende systemen. Dat zijn de Geïntegreerde Mast en de SMART-L EWC (Early Warning Capability) radar. Beide systemen konden ontwikkeld worden dankzij de uitstekende relatie met de Koninklijke Marine en TNO. Een klassiek voorbeeld van succesvolle samenwerking in de ‘gouden driehoek’ van bedrijfsleven, overheid en kennisinstituten. Maar Thales Nederland, waar met 2000 mensen een omzet wordt gerealiseerd van bijna een half miljard euro, kan en doet veel meer: militaire telecommunicatie, cyber security, high tech testlab, enz. High tech uit Hengelo (hoofdkantoor) en natuurlijk de vestigingen in Huizen, Enschede, Eindhoven en Delft. Lees het profiel van een fascinerende onderneming, die wereldwijd actief is. Foto’s: Thales Nederland
Het ruime paradeterrein fungeert als parkeerterrein, de Thales Nederland heeft met de ontwikkeling en productie van uiterst geavanceerde militaire defensiesystemen een vooraanstaande positie in de wereld veroverd. De basis van het bedrijf werd negentig jaren geleden gelegd met de oprichting van de N.V. Hazemeyer’s Fabriek van Signaalapparaten. Na de oorlog werd de Nederlandse staat eigenaar van het tot Hollandse Signaalapparaten B.V. omgedoopte bedrijf. Onder deze naam werd ‘Signaal’ een begrip over de hele wereld. De groei van het bedrijf zette door, mede te danken aan een sterk groeiend aantal orders uit het buitenland. In 1956 nam het Philips concern Signaal bijna geheel over. Aangezien er aspecten met betrekking tot de staatsveiligheid meespeelden, behield de overheid een klein deel van de aandelen. Onder Philips bleef Signaal groeien, niet alleen qua omzet en personeelsbestand; ook de variëteit aan producten werd groter. Aangezien de verschillende systemen meer en meer gebruik gingen maken van computers, werd de ontwikkeling van software een steeds belangrijkere activiteit binnen het bedrijf.
Excellerend
De sensors van het fregat Hr.Ms. De Zeven Provinciën zijn geleverd door Thales Nederland. De opvallende zwarte rechthoek is de SMART-L. (Foto: AVDD)
Begin jaren 90 werd het bedrijf geconfronteerd met twee gebeurtenissen die veel invloed hebben gehad: Signaal werd overgenomen door het internationale Thomson-CSF. Was Signaal al de grootste defensie-industrie van Nederland, in deze nieuwe structuur maakte het bedrijf deel uit van de grootste defensie-elektronica groep in Europa en de derde in de wereld. Signaal bleef bestaan als een Nederlandse B.V. en behield in deze nieuwe omgeving zijn eigen identiteit en zelfscheppend vermogen, maar de activiteiten werden aangepast aan het beleid van de Thomson-CSF groep. De tweede gebeurtenis was de verandering in de traditionele Oost-West verhouding. Vanwege de ontspanning in de betrekkingen tussen de landen van het voormalige Warschaupact en de NATO werden wereldwijd defensiebudgetten verlaagd. Ook Signaal voelde de gevolgen van deze marktverkleining. Het bedrijf concentreerde zich op datgene waarin het excelleert: marinesystemen, grondgebonden luchtverdedigingssystemen en militaire telecommunicatie. In het jaar 2000 veranderde Thomson-CSF zijn naam in Thales en daarmee veranderden de namen van alle bedrijven in de groep. De nieuwe naam van Hollandse Signaalapparaten werd Thales Nederland en zo verdween de vertrouwde naam Hollandse Signaal apparaten. Thales Nederland maakt momenteel internationaal furore met twee nieuwe systemen. Dat zijn de Geïntegreerde Mast en de SMART-L EWC (Early Warning Capability) radar.
Geïntegreerde Mast
De Geïntegreerde Mast is een constructie die als één plug & play systeem op een schip wordt geplaatst. NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
4
Het hoofdkantoor in Hengelo.
Het herbergt praktisch alle radars, optische sensoren en communicatieantennes van een marineschip. Op traditionele marineschepen komt het voor dat bepaalde systemen, bijv. een radar en een communicatieantenne, elkaar storen, vooral als deze systemen van verschillende leveranciers afkomstig zijn. In operationele omstandigheden kan dit tot grote problemen leiden. Thales Nederland heeft de meeste subsystemen in de Geïntegreerde Mast zelf ontwikkeld en geproduceerd en garandeert dus het optimaal functioneren van ieder subsysteem, onder alle omstandigheden. Aan boord van een modern marineschip staan tientallen sensoren en antennes. Er is echter maar één systeem dat bovenin de mast geplaatst kan worden. En dat systeem levert dus een perfect beeld over de hele 360°. Alle andere systemen worden in meer of mindere mate gehinderd door de aanwezigheid van allerlei structuren op het dek van het schip. In de Geïntegreerde Mast is dit probleem opgelost door alle systemen op of naast elkaar te plaatsen, waardoor ieder systeem een perfect beeld van de hele omgeving levert. De bouwtijd van een marineschip is lang. Het installeren en testen van iedere afzonderlijke sensor en antenne kost tussen een half en een heel jaar. Door de Geïntegreerde Mast wordt de periode die nodig is om een marineschip te bouwen, aanzienlijk verkort. Alle sensoren en antennes worden immers al bij Thales in de Mast geplaatst en getest. Als alles klaar is kan de Mast op het schip worden geplaatst. Alleen de aansluitingen voor stroom, data en koelvloeistof moeten dan nog worden gemaakt. Omdat de subsystemen in de Geïntegreerde Mast nauwelijks nog bewegende delen hebben, is er weinig 5
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
behoefte aan onderhoud. Bovendien zijn ze ontworpen vanuit dezelfde filosofie, waardoor ze in functie en onderhoud veel op elkaar lijken. Dit houdt in dat het volledige onderhoud kan worden uitgevoerd door één persoon. Thales levert hiermee een waardevolle bijdrage aan het ‘reduced manning’ concept. Thales Nederland heeft momenteel contracten voor vijf Geïntegreerde Masten: vier voor de patrouilleschepen van de ‘Holland’ klasse en één voor het Joint Support Schip ‘Karel Doorman’. De uitgekiende combinatie van sensoren in de Geïntegreerde Mast biedt de bemanning van het schip een zeer gedetailleerd en betrouwbaar beeld van de omgeving. Van het luchtruim tot een afstand van meer dan 200 km tot het zeeoppervlak zeer nabij. Dit maakt het schip bij uitstek geschikt voor patrouilletaken dicht onder de kust, maar ook op open zee.
SMART-L EWC
Sinds 2001 is de SMART-L radar operationeel op de vier “De Zeven Provinciën” klasse fregatten van de Koninklijke Marine. Ook de marines van Duitsland,
De Thales Mast is een innovatief hoogstandje. De opengewerkte tekening toont de vele geïntegreerde sensors. De voorpagina toont de Mast op de Hr.Ms. Holland.
Denemarken, Engeland, Frankrijk, Italië en Korea maken naar volle tevredenheid gebruik van deze radar. Dankzij het bereik van ruim 400 km dat SMART-L biedt, is deze radar van groot belang voor een effectieve verdediging tegen aanvallen vanuit de lucht. Steeds meer landen die op gespannen voet staan met de westerse wereld, hebben de beschikking over (intercontinentale) ballistische raketten. Deze wapens vormen een grote bedreiging: ze zijn relatief goedkoop en kunnen een zware lading meenemen. De verdediging tegen deze raketten is lastig. Ze naderen hun doel met een snelheid van enkele duizenden kilometers per uur en zijn daardoor nagenoeg onmogelijk te vernietigen. Zelfs als dit wel mogelijk is, zullen de brokstukken nog een aanzienlijke schade veroorzaken. Het is dus zaak om deze raketten op te sporen en te vernietigen voordat ze die enorme snelheid bereiken. Dat betekent dat ze vlak na de lancering gedetecteerd moeten worden. Hiervoor is een radar nodig met een bereik dat factoren hoger is dan de 400 km die SMART-L biedt. Voor dit doel heeft Thales Nederland een update voor SMART-L ontwikkeld: de SMART-L EWC (Early Warning Capability). Deze radar zal een bereik krijgen tussen 1000 en 2000 km. Het wordt dan mogelijk om vanaf zee het luchtruim boven een bepaald land in de gaten te houden. De lancering van een ballistische raket wordt dan door de radar opgemerkt. Bovendien is dit systeem in staat om het traject van de raket te berekenen waardoor het punt van inslag bekend is. Er is dan nog voldoende tijd om tegenmaatregelen te nemen. Met slechts enkele schepen voorzien van SMART-L EWC wordt het op deze manier mogelijk om Europa te beschermen tegen een aanval met ballistische raketten. Maar ook in andere delen van de wereld, bijvoorbeeld bij de inzet van een troepenmacht op een ander continent, kan een schip met SMART-L EWC beveiliging bieden. De Nederlandse marine kan dit niet alleen. Hier is internationale samenwerking nodig. Deze update wordt uitgevoerd in het kader van de NATO roadmap voor de beveiliging tegen ballistische raketten.
zonder problemen overal ter wereld kunnen functioneren. Dus ook in extreme omstandigheden als hoge luchtvochtigheid, verzengende hitte, ijzige koude en in een omgeving met veel zout water dat zeer corrosief is. Om een hoge bedrijfszekerheid te kunnen garanderen moeten alle componenten, maar ook complete systemen, grondig getest worden. Hiervoor maakt Thales Nederland gebruik van het Environmental Competence Centre (ECC). Het ECC maakt al ruim dertig jaar deel uit van de Thales Nederland organisatie, maar verricht ook testwerkzaamheden in opdracht van derden. Het ECC is volledig op zijn taak berekend: het bezit een STERLAB accreditatie en is tevens ‘Competent Body’ voor de EMC richtlijn. De mogelijkheden van het ECC zijn veelomvattend: – klimaatkasten en -kamers tot een maximale afmeting van 8 x 4 x 5 m; – meerdere schok- en trilsimulatie faciliteiten; – zoutnevel en SO2 kasten; – zes kooien van Faraday waarvan twee anechoïsche ruimtes; – metingen op locatie – workbench testmethoden
– single, dual en triple TEM cells. – allerlei testen op het gebied van elektronische straling en magnetische velden. Alle metingen worden geheel uitgevoerd in overeenstemming met de internationaal geaccepteerde normen MIL-STD, EN, IEC, VG, GAM, STANAG, enz. Het ECC kan uiteraard ook testen uitvoeren die benodigd zijn voor de CE markering. Voor meer informatie over het ECC, zie www.thales-ecc.nl
Thales Groep
De Thales Groep is vertegenwoorCEO ir. Gerben Edelijn digd in meer dan 50 landen verspreid over de gehele wereld, en biedt werkgelegenheid aan 65.000 mensen. In 2011 bedroeg de geconsolideerde omzet van de groep 13 miljard euro. Bij Thales Nederland werken 2000 mensen en de omzet in 2011 bedroeg zo’n 480 miljoen Euro. Zie www.thalesgroup.com
SOTAS is een digitaal communicatiesysteem voor (pantser) voertuigen. Het heeft een intercomfunctie en knoopt alle externe communicatiemiddelen aan elkaar. Wordt gebruikt in 15 landen in 12.000 voertuigen.
Cyber Security
Cyberaanvallen zijn aan de orde van de dag. Cybercrime neemt hand over hand toe. Ook in Nederland worden bedrijven steeds vaker geconfronteerd met tekortkomingen in hun IT-security. Schade aan het imago is dan wel het minste waar men zich zorgen over maakt. Kritieke infrastructuur is kwetsbaar voor kwaadwillenden. De Thales Group heeft world-class oplossingen voor een effectieve bescherming tegen cybercrime. Thales Nederland adviseert graag Nederlandse instellingen en bedrijven over hun IT-security.
Environmental Competence Centre
De systemen van Thales Nederland worden geïnstalleerd aan boord van marineschepen en moeten vervolgens NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
6
7
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
tot de primaire levensbehoeften. En dat terwijl ontwerp en bouwjaar van onze F-16’s antiek zijn.”
Lekken
Belangrijk is volgens de minister dat het leger innoveert. Zo komt er een cyberleerstoel op de Nederlandse Defensie Academie, wordt er geïnvesteerd in onderzoek en komt er een cyberlab en testomgeving om aanvallen te simuleren. Defensie moet bovendien eerst aan kennis zien te komen en kijkt daarvoor ook naar hackers. “Onze krijgsmacht stelt zich nadrukkelijk open voor mensen die digitale kennis in huis hebben, maar waar de overheid nog te weinig gebruik van maakt: de white hat hacker-community, ofwel de bonafide hackers”, aldus Hillen. “Zij wijzen ons vaak op lekken. Daar moeten we niet boos om worden, maar gebruik van maken, want zo maken we elkaar sterker. Waarom zou een white hat hacker zich niet willen inzetten om te helpen bij de verdediging van zijn eigen land? Zeker als hij daarvoor niet door de modder hoeft te kruipen, maar achter zijn computer kan blijven zitten.” Een white hat hacker wordt ook wel omschreven als ethische hacker. Zij hebben geen kwade bedoelingen, maar willen over het algemeen beveiliging verbeteren door lekken aan te tonen.
Bij het Cyber Command (Provisional) network center op Barksdale Air Force Base (Louisiana) wordt de operationele status van Amerikaanse bases wereldwijd op een groot scherm geprojecteerd. (Foto: USAF/Lance Cheung)
Hillen presenteert cyberstrategie op KMA symposium
Defensie investeert in cyber Op twee zaken wil minister Hillen van Defensie niet bezuinigen: onbemande vliegtuigen en cyberstrategie. “De volgende Pearl Harbor wordt een cyberaanval.” Om meteen maar met de deur in huis te vallen: Hillen vindt dat de krijgsmacht in de toekomst ook cyberaanvallen moet kunnen uitvoeren. “Als je weet hoe je moet aanvallen, weet je ook hoe je je moet verdedigen.” Tekst: Riekelt Pasterkamp (TekstPast) Het is een van de speerpunten van de zogeheten Cyber Strategie van Defensie. Volgens Hillen is cyber naast het land, de lucht, de zee en de ruimte inmiddels het vijfde domein voor militair optreden. Hillen presenteerde zijn plannen op 27 juni tijdens een speciaal opgetuigd symposium op de Koninklijke Militaire Academie in Breda. “Bij een cyber attack denken we nog te vaak aan een eenzame hacker die op zijn zolderkamer het netwerk van het Pentagon plat weet te leggen. Maar dit heeft waarschijnlijk weinig met de toekomstige realiteit te maken,” aldus NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
8
Hillen. “Defensie moet een volwaardige cybercapaciteit ontwikkelen. Hier geldt misschien nog wel meer dan elders dat stilstand achteruitgang is.” In het kader van “niet in het verleden blijven hangen” kon de minister het niet laten om criticasters van de Joint Strike Fighter, de mogelijke opvolger van het F-16gevechtsvliegtuig van de Koninklijke Luchtmacht, te kapittelen. “Bij de mensen die kritiek hebben op de JSF zie je dat voor zichzelf het nieuwste van het nieuwste nog niet goed genoeg is. Computers en tablets behoren voor hen
Zwaardmacht
Opvallend in de strategie is het aanvallende karakter. Het ministerie van Oorlog werd eind jaren ’50 van de vorige eeuw omgedoopt tot het ministerie van Defensie, maar voor de digitale ambities wordt actief oorlog voeren niet langer uitgesloten. De minister roept daarvoor het Cyber Defensie Commando in het leven. “Als zwaardmacht moet de krijgsmacht naar mijn overtuiging ook in het digitale domein offensief kunnen optreden. Het uitschakelen van een tegenstander blijft de bijzondere taak van de krijgsmacht. Ook in het digitale domein.” Om goed oorlogsvoering te kunnen bedrijven, leunt Hillen op de kunde van de Militaire Inlichtingen en Veiligheidsdienst (MIVD). “Bij het ontwikkelen van de offensieve operationele capaciteiten van de krijgsmacht zal gebruik worden gemaakt van kennis en capaciteit van de MIVD”, stelt hij. “De Commandant der Strijdkrachten kan de offensieve middelen op grond van een mandaat van de regering in een militaire operatie inzetten.” De rol van de MIVD wordt hiervoor ook verder uitgebreid. “Het bezitten van een hoogwaardige inlichtingenpositie in het digitale domein is nodig voor zowel de bescherming van de eigen infrastructuur als het uitvoeren van operaties”, meent Hillen. “De MIVD moet inzicht hebben in zowel de technische dreiging als in de intenties van aanvallers. Ook zullen zij over het vermogen moeten beschikken om pogingen tot digitale spionage te verstoren en te stoppen.” Dat klonk de directeur MIVD, schout-bij-nacht Pieter Bindt, natuurlijk als muziek in de oren. Hij benadrukte tijdens het symposium op de KMA in Breda het effect van solide inlichtingen. Aangevuld door de Commandant
Landstrijdkrachten, luitenant-generaal Mart de Kruif: “Het is de aloude militaire strategie: de tegenstander in kaart brengen en aangrijpen op de zwakke punten.” Als commandant van de zuidelijke NAVO-eenheden in Afghanistan maakte De Kruif in mei 2009 een aanval mee op het computernetwerk. “Dat liep via een BlackBerry die zich in een geclassificeerde ruimte bevond.” Volgens kenners heeft het Amerikaanse ministerie van Defensie, het Pentagon, dagelijks te maken met duizenden aanvallen op het computernetwerk. In dit verband zei een Amerikaanse generaal: “De volgende Pearl Harbor wordt een cyberaanval.”
Kwetsbaar
Volgens minister Hillen is de krijgsmacht bijna net zo afhankelijk van ICT als de internetwinkel Bol.com. “Zonder digitale middelen kan zowel onze samenleving als onze krijgsmacht nauwelijks meer functioneren. Zij zijn van levensbelang geworden. Tegelijk zijn we ontzettend kwetsbaar.” Dat bewees drs. Adriaan Blankenstein, directeur BG IVENT, de bedrijfsgroep Informatievoorziening en Technologie van het ministerie van Defensie. “Er wordt dag en nacht aan de achterdeur gerommeld. We hebben tot nu toe ruim 217.000 gerichte aanvallen op ons netwerk afgeslagen. Daarvan kwam 90 procent uit China. Hackers komen uit de hele wereld. Zij slapen nooit, wij wel. Dus moeten we 24/7 paraat zijn.”
Malcolm Smith controleert diverse servers voor een “live network acquisition classroom” op de Defense Cyber Investigations Training Academy in Linthicum (Maryland). Smith is forensisch track manager. (Foto: USAF/Lance Cheung)
9
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
Volgens Erik Akerboom, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding & Veiligheid, worden kwaadwillenden steeds sneller. Grenzeloosheid is uitgangspunt. Mobiel internet groeit van 9,5 miljard aansluitingen nu naar 20 miljard aansluitingen in 2020. Overheid en private sector moeten de handen ineen slaan, aldus Akerboom. “Security moet van de techneutenkamer naar de boardroom. Het is niet iets van computernerds, maar gaat ons allemaal aan.”
Spionage
Goed voorbeeld is de samenwerking tussen het technologiebedrijf Fox-IT en TNO. Om bedrijven en overheden te beschermen tegen digitale spionage ontwikkelen ze de Cyber Attack Detector (CAD). Door het analyseren van een groot aantal indicatoren voor digitale spionage wordt het mogelijk gebruikers direct te waarschuwen als er sprake is van activiteiten die duiden op spionage of fraude. De aanvalsmethoden van de digitale spion worden geraffineerder. Steeds vaker zijn er berichten over zeer specifieke en gerichte aanvallen. De traditionele beschermingsmiddelen zoals intrusion detection systems, firewalls, virusscanners en loganalyse bieden hier geen adequate bescherming tegen. Doel van het CAD-project is een sensor te ontwikkelen waarmee organisaties in hun ICTnetwerk kunnen vaststellen of zij slachtoffer zijn van spionage. Vroegtijdige detectie van infiltratie betekent dat
In Afghanistan logt korporaal-1 Sean Reuter, specialist network systems, in het Global Broadcast System in. Hiermee kunnen data en beelden tussen de strijdkrachten worden uitgewisseld. (Foto: USAF/ Christina Styer)
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
10
spionage of een aanval kan worden voorkomen of gestopt. Om dit mogelijk te maken worden in de CAD een aantal indicatoren voor cybercrime op intelligente manier met elkaar gecombineerd. Een cyberspionage aanval volgt in de praktijk namelijk een vast stramien: verleiden, besmetten, verzamelen en exfiltratie. De CAD legt tripwires aan voor iedere stap. Elk kenmerk op zichzelf genomen hoeft geen teken te zijn van een digitale aanval, maar de combinatie van karakteristieke kenmerken kan dit wel zijn. Om de ontwikkeling van dit innovatieve systeem mogelijk te maken werken Fox-IT en TNO nauw samen. Fox IT brengt haar uitgebreide ervaring met netwerkbeveiliging en het detecteren van aanvallen in het project in en TNO haar kennis op het gebied vitale ICT-infrastructuren, afwijkingspatronen en correlatie- en visualisatietechnieken.
Ahoy Rotterdam - 15 november 2012 NIDV Symposium & Tentoonstelling
Botnet
Henk-Jan Vink, Innovatiedirecteur van TNO, en Ronald Prins, CEO van Fox-IT, spraken beiden op het symposium in Breda. Volgens Prins moet Nederland zelf een botnet hebben voordat de vijand dit heeft. Een botnet is een serie besmette computers die aan het internet hangen. De gebruikers hebben vaak niet door dat hun machines worden misbruikt voor bijvoorbeeld een aanval op een server. Prins schetste een mogelijk scenario waarin een overheid op de zwarte markt een cyberwapen koopt, wat in de zaal vol militairen tot amusement leidde. De uitspraak van de IT-expert, die samenwerkt met overheidsdiensten als de AIVD, past goed in de agressievere aanpak van cyberoorlogvoering die minister Hillen voorstaat.
Drone
De twee sectoren waar Hillen niet op wil bezuinigen kwamen kort na het symposium in het nieuws. Hackers slaagden er namelijk in het commando over te nemen van een drone, een onbemand vliegtuig dat door het Amerikaanse leger ingezet wordt voor spionage en gevechtshandelingen. De hackers behoorden tot een team wetenschappers dat meedeed aan een wedstrijd uitgeschreven door het Amerikaanse ministerie van Homeland Security. De hackers konden het signaal van een van de GPS-en zo nabootsen dat het navigatiesysteem van de drone het als een valide signaal oppikte. Bij een crash van een drone, vorig jaar in Iran, is een vergelijkbare methode toegepast. De hack werd niet uitgevoerd op een vliegende drone, maar op een exemplaar van het GPS van een drone in het radionavigatielab van de Universiteit van Austin in Texas dat was ingebouwd in een minihelikopter. Die vloog voor de tests in een stadion in Austin. Volgens de wetenschappers is het eenvoudig het GPS van de drone te hacken omdat het gebruik maakt van een onversleuteld GPSsignaal. Dit systeem wordt normaal toegepast in de burgerluchtvaart. Het moet voor een deskundig hacker ook geen onoverkomelijk probleem zijn het voor militaire doeleinden versleutelde GPS-signaal te ontcijferen. Dat beperkt de inzet van drones tegen een geavanceerde tegenstander. Er is dus werk aan de cyberwinkel. NIDV MAGAZINE _ oktober 2009 nr. 3
36
FNV en Fokker sluiten convenant JSF Fokker Technologies en FNV Bondgenoten hebben een convenant gesloten over het belang van steun aan de luchtvaartsector en de inzet van beide partijen om werkgelegenheid, die voortvloeit uit deelname aan het F-35 project voor Nederland, te waarborgen. Fokker zet daarbij primair in op de keuze voor Nederland als locatie voor kennisontwikkeling en productie en zal zoveel mogelijk Nederlandse arbeidsplaatsen creëren. Ook neemt Fokker het op zich een extra bijdrage te leveren aan de scholing van toekomstig technisch personeel. De economische betekenis van de F-35 voor Nederland is groot, wat vooral tot uiting komt via aanzienlijke werkgelegenheid en industriële belangen. Dit levert belangrijke argumenten voor de economische wenselijkheid van Nederlandse deelname aan het F-35 project.
De eerste Nederlandse F-35A. Het rood-wit-blauw op de luchtinlaat is helaas gecamoufleerd, dat is overbodig bij een testvliegtuig.
Luchtvaartcluster belangrijk voor Nederland én Europa In 1997 besloot de regering dat het Nederlandse luchtvaartcluster belangrijk is voor Nederland en gestimuleerd diende te worden om het wegvallen van Fokker als vliegtuigbouwer op te vangen. Er werd met instemming van de Tweede Kamer besloten tot overheidsstimulering van deelname in de internationale vliegtuigprogramma’s Airbus A380 en F-35, het zogenaamde dubbelbesluit. Het kabinet Kok bevestigde deze besluitvorming in 2002, door deelname aan de ontwikkelingsfase van F-35. Op basis van deze afspraak heeft de industrie zich gericht op deze programma’s en geïnvesteerd in de Airbus A380 en de F-35. De Nederlandse industrie heeft in beide programma’s aanzienlijke werkpakketten verworven. Ongeveer 15.000 medewerkers verdienen hun brood in de Nederlandse luchtvaartindustrie. In andere sectoren vallen ontslagen, in deze industrie komen er banen bij.
Internationaal
Het F35-project is een zeer internationaal project en op dit moment de grootste industriële samenwerking in Europa. Zes Europese landen werken er al aan mee. Nederland is daarin een van de voortrekkers, ook op het gebied van onderhoud. Want dat levert straks, als de Europese landen met de F35 gaan vliegen, veel werkgelegenheid op. De Nederlandse luchtvaartindustrie zit op de voorstoel van het F35-project dankzij een investering, tien jaar geleden, van de overheid. Die investering heeft goed uitgepakt, want al jaren lang hebben vele honderden mensen in ons land werk dankzij de F35-opdrachten. Het totaalbedrag daarvan is inmiddels opgelopen tot 1 miljard euro, met nog eens 4 miljard euro aan getekende raamcontracten. In 2012 zijn er 1000 directe en indirecte voltijdbanen gemoeid met de F35 en vanaf 2019, als de NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
12
productie op toeren komt, 2200 voltijdbanen (ook direct en indirect).
Europa
F-35 is één van de grootste Europese defensieprogramma’s van de komende decennia, dit biedt grote samenwerkingsmogelijkheden. Door de continue doorontwikkeling van de F-35 loopt deze samenwerking minstens tot 2040 door. In juli 2012 is de eerste F-35 geleverd aan Engeland. Dit is de eerste levering aan een internationale klant. In september 2012 wordt de tweede internationale F-35 geleverd aan Nederland. Europese bestellingen zijn al geplaatst door Noorwegen, Italië en Turkije. Maar internationaal ook door Australië, Canada, Israël en Japan. De regering Obama heeft hoge prioriteit gegeven aan de F-35. Alleen al de VS zullen er 2443 aanschaffen. Het werk wordt in de komende jaren verdeeld onder landen die het vliegtuig ook kopen. Daarom is het zaak dat Nederland niet te lang wacht met het aanschafbesluit. In Europa werken Nederland, Engeland, Italië, Noorwegen, Denemarken en Turkije mee aan de F-35. Met een verwachtte afname van honderden vliegtuigen, is de Amerikaanse F-35 één van de grootste Europese defensieprojecten ooit. Nederland bestudeert of het samen met Noorwegen en Italië het onderhoud kan uitvoeren. De F-35 past dus binnen de Europese defensie samenwerking, zoals ook minister Hillen van Defensie uitdraagt.
Langdurig werk
De Nederlandse luchtvaartindustrie is betrokken bij het F-35 project dankzij een investering, tien jaar geleden, van de Nederlandse overheid. Al jaren hebben vele honderden mensen in ons land werk dankzij de F-35 opdrachten. Dit jaar zijn er in de gehele sector 1.000 directe en indirecte voltijdbanen gemoeid met de F-35. Vanaf 2019 als de productie op toeren komt, loopt dit aantal voor de sector op naar 2.200 voltijdbanen (ook direct en indirect). Voor Fokker gaat het in 2012 om ruim 500 banen in regio’s die qua werkgelegenheid kwetsbaar zijn zoals Drenthe en Noord-Brabant. “Het F-35 project levert cruciale banen op voor onze werknemers, het
biedt hun gezinnen een jarenlange toekomst. In 2011 hebben we bij Fokker 360 nieuwe mensen aangenomen. Dat is in deze financiële crisis zeer belangrijk. Het project stelt ons als geen ander in staat om Nederlandse ingenieurs en andere specialisten dagelijks mee te laten ontwerpen en te bouwen aan het meest ultramoderne vliegtuig ter wereld. Dat heeft vanzelfsprekend een positief effect op de kennisontwikkeling in de luchtvaartsector,” zegt Sjoerd Vollebregt, CEO Fokker Technologies. FNV Bondgenoten blijft buiten de politieke discussie. “Daar zijn immers verschillende opvattingen mogelijk. De werkgelegenheid en werkzekerheid zijn echter voor zichzelf sprekende belangen”, zegt bestuurder Koert Peperkamp. FNV Bondgenoten is blij met het convenant. “Dit komt ten goede van de werkgelegenheid, werkzekerheid en vakbondskracht binnen Fokker, de sector en internationaal”, aldus Peperkamp.
Extern kan de JSF aan zes ophangpunten extra wapenlast meevoeren.
Dagelijks een JSF drukt de prijs Tot aan 2038 worden er ruim 3200 F-35’s geproduceerd. Over enkele jaren moet er iedere werkdag een gloednieuwe F-35 uit de Lockheedfabriek in Fort Worth, Texas rollen. Er zijn eind 2012 ruim 120 toestellen in de diverse productiestadia. Ongeveer 30 toestellen maken lesvluchten vanaf Eglin Air Force Base in Florida, waar de opleiding is ondergebracht. Door het grootschalig internationale samenwerkingsverband ontstaan grote productieaantallen en is er sprake van een belangrijk schaalvoordeel hierdoor is de F-35 goedkoper in aanschaf, onderhoud en doorontwikkeling dan haar concurrenten Verder is het met een dergelijk productieaantal mogelijk om de F-35 gedurende vele decennia op een betaalbare en doelmatige wijze op het hoogste kwaliteitsniveau te houden De prijs van de F-35 is vergelijkbaar met een 4de generatie straaljager maar met een revolutionaire
v oorsprong in mogelijkheden. De prijs van het eerste Nederlandse testtoestel, een Low Rate Initial Production Block 3 (LRIP 3) toestel, bedraagt 158 miljoen euro (toestel + bijkomende middelen). De prijs van het tweede testtoestel, een LRIP 4 toestel, bedraagt 116,9 miljoen (toestel en bijbehorende middelen prijspeil 2011).Deze prijzen zijn inclusief reservemotor. Omdat de productie steeds verder wordt opgevoerd en door ervaring steeds efficiënter wordt ingericht, zal de stuksprijs steeds verder dalen. De geraamde gemiddelde stuksprijs bedraagt 61,5 miljoen euro (prijspeil 2011). 13
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
Iedere euro bij aanschaf levert twee euro aan werk op Duizenden banen tellen de Nederlandse bedrijven die bij JSF-opdrachten zijn betrokken, aldus het NIFARP, het samenwerkingsverband van deze bedrijven en instituten.“Het project heeft tot nu toe al honderden banen en 1 miljard aan innovatieve opdrachten opgeleverd voor de Nederlandse luchtvaartindustrie”, zegt NIFARP-voorzitter Erick Vink. “Op dit moment is sprake van een ontwikkeling- en testfase waarin de Nederlandse overheid en Nederlandse bedrijven volop deelnemen. De luchtvaartbedrijven in Nederland halen nu al veel werk uit het F35-project en later zal dat alleen maar meer worden.” Feit is dat er momenteel overal in Nederland zo’n 1250 mensen werken aan projecten voor de F-35, zoals de typeaanduiding van de Joint Strike Fighter luidt. Dat zijn er 600 in de provincie Drenthe, 300 in Brabant, 200 in Noord- en Zuid-Holland en 150 in de rest van Nederland. De Nederlandse overheid en bedrijven hebben samen zo’n 1 miljard euro in F-35-werk geïnvesteerd. Nu al heeft dat 1 miljard euro aan opdrachten opgeleverd, waarmee een enorme impuls is gegeven aan innovatieve en hoogwaardige kennisontwikkeling. Daarnaast staat er voor 5 miljard euro aan raamcontracten op stapel. De totale omzet die Nederlandse bedrijven uit productie kunnen
halen, bedraagt ongeveer 9 miljard euro. Voor onderhoud staat het dubbele in de planning. Het totaal aantal Nederlandse banen per jaar bedraagt dan ruim 6000 en dat tientallen jaren lang.
Inschakeling MKB
Volgens het NIFARP is voor iedere geïnvesteerde euro in de ontwikkelingsfase 1 euro aan opdrachten terugge komen. Voor iedere euro bij de aanschaf komt 2 euro terug aan werkgelegenheid. Niet alleen grote Nederlandse bedrijven profiteren van de F-35. “Een substantieel deel van onze JSF-werkzaamheden brengen we naar het MKB”, zegt Sjoerd Vollebregt, CEO Stork en Fokker Technologies. “Zo hebben we het ook afgesproken met de overheid.” Fokker heeft in 2011 bijna 400 extra medewerkers aangenomen, waarvan meer dan 100 in Hoogeveen. Bovendien is 1800 m2 extra productieruimte in Hoogeveen ingericht en met de gemeente Papendrecht contracten gesloten voor een nieuwe F-35 fabriek waar tussen de 100 en 150 mensen komen te werken. In totaal is door Fokker 80 miljoen geïnvesteerd ten behoeve van de F-35.
Enige westerse 5e generatie vliegtuig De F-35 is een supersoon, multirole, éénmotorig jachtvliegtuig. Het is als enige kandidaat een vijfde generatie jachtvliegtuig, de overige kandidaten zijn vierde generatie jachtvliegtuigen. Het onderscheid tussen vierde en vijfde generatie zit voornamelijk in het uitgebreide sensorenpakket en de stealth eigenschappen van de F-35. Het F-35 Joint Strike Fighter programma is het meest recente voorbeeld van de technologische vooruitstrevendheid en innovativiteit van de luchtvaartsector. Stealth, sensorintegratie, netwerk optreden, overlevingskansen, precisiewapens, communicatiemiddelen: de F-35 heeft veruit de meest geavanceerde apparatuur. De vraag wordt vaak gesteld of ons land de modernste apparatuur wel nodig heeft. Niet als we om de tien jaar de vliegtuigen zouden kunnen vervangen, wel als het vliegtuig meer dan dertig jaar mee moet gaan. De eerste F-16 werd al in 1979 geleverd. Kiezen voor een vliegtuig van de vierde generatie betekent dat je binnen tien jaar een ingrijpende en kostbare update moet doorvoeren, of het vliegtuig alsnog vervangen. De JSF is niet te vergelijken met een doorsnee gevechtsvliegtuig, dat bommen kan afwerpen en vliegtuigen kan onderscheppen. De F-35 kan veel meer dan dat. Met het sensorpakket is het een ISR-platform bij uitstek. ISR staat voor Intelligence, Surveillance en Reconnaissance. De vergaarde informatie kan real time worden gedeeld met bondgenoten te land, ter zee en in de lucht. Het
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
14
Intern kan de JSF twee lasergeleidebommen en twee luchtdoelraketten meenemen. De high tech deuren zijn ‘made in holland’.
F-35 is aanjager innovatie F-35 is het grootste innovatieplatform in Nederland met 20 nieuwe technologieën. Het F-35 programma is de aanjager van de kenniseconomie in Nederland en drijvende kracht achter de Nederlandse luchtvaartsector en het kenniscluster. Bedrijven die meedoen aan F-35 besteden ruim 11 procent van hun jaaromzet aan R&D. Dit is vier keer meer dan een gemiddeld bedrijf in Nederland.
De JSF wacht een gouden toekomst.
state of the art jachtvliegtuig is multi-inzetbaar en in staat om verantwoordelijkheid te nemen in de meest uiteenlopende veiligheidsoperaties. Het veelzijdige vliegtuig is het antwoord op de vraag hoe de nieuwe veiligheidsuitdagingen ook op langere termijn aan te gaan. Tegelijkertijd is het programma grensverleggend in de mondiale samenstelling van de partijen die betrokken zijn bij het ontwerp, de ontwikkeling, productie en onderhoud van het toestel.
Dit betekent zo’n 250 hoogwaardige arbeidsplaatsen voor een periode van meer dan 30 jaar. Nederlandse innovatie krijgt een versnelling door F-35 deelname doordat de USA belangrijke ondersteunende kennis in brengt. Er zijn meer dan 20 nieuwe technologieën ontwikkeld en toegepast door de Nederlandse luchtvaartsector op de F-35. Dit zijn onder andere nieuwe materialen zoals hoogwaardige composieten, verbeterde productietechnologieën, controle en logistiek van assemblage lijnen waar op hoog tempo complexe producten gemaakt worden en hoogwaardige hightech deelsystemen, software en processen. Deze innovaties
worden nu al weer door Nederlandse bedrijven toegepast op nieuwe civiele vliegtuigen van Airbus en Boeing.
Civiele toepassingen
Door de prestatie in de vroege ontwerpfase van F-35 heeft Fokker Elmo werk gekregen op de Boeing 737 AEW&C en op de Bombardier C-series. Dankzij F-35 werk voor Pratt & Whitney werkt Fokker Elmo nu aan de schoonste en stilste vliegtuigmotor ter wereld; de Pure Power engine. Dankzij F-35 deelname heeft Fokker Aerostructures innovaties in productieproces toe kunnen passen voor Boeing en Gulfstream producten, zoals robotics en titaniumverspaning. Het JSF-programma betreft een continue ontwikkelingscyclus van investeren, ontwikkelen en toepassen van innovatieve technologieën in militaire projecten. De ontwikkelingen en technologieën kunnen door de Nederlandse bedrijven veelal worden toegepast in de civiele aerospace sector of daarbuiten. 15
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
2009 gaat vervangen. In de DEM 2013 zal het thema ‘energie’ een veel belangrijker rol spelen dan in eerdere nota’s.
Daadwerkelijke kosten
De Hr.Ms. Holland neemt brandstof in. In plaats van 4 dieselmotoren en gasturbines staan er op deze patrouilleschepen nu 2 diesel- en 2 elektromotoren. De elektromotoren halen een snelheid van 10 knopen, zijn goedkoop in energieverbruik en milieuvriendelijk. De diesels voeren de snelheid op naar 20 knopen (37 km per uur). Foto: AVDD
Energiebesparing als operationele noodzaak
Tekst: Marcel Hendriks Vettehen, KTZT b.d. ‘Energie voor Inzet’, lid Defensie Kennisnetwerk Energie
Moderne legers gebruiken veel energie en het gebruik neemt eerder toe dan af. Echter de voorraden ruwe olie slinken en alternatieven zijn niet zomaar voor handen. De afnemende beschikbaarheid van natural resources , waaronder olie, is een veiligheidsrisico waar Defensie bij betrokken kan raken. Bij operationele inzet kan een tekort aan brandstof ook het voortzettingsvermogen ondermijnen met alle risico’s van dien. Daar komt bij dat de kosten van brandstof steeds zwaarder op de defensiebudgetten drukken en Defensie een bijdrage wil leveren aan het bereiken van milieudoelen.
Zijn het zorgen voor morgen? Nu al is de energiezekerheid in Afghanistan een voortdurende bron van zorg en inspanning. Er zijn inmiddels bij de bevoorrading veel doden gevallen en vele ISAF-tankwagens verloren gegaan. In het uiterste geval zijn geïsoleerde eenheden vanuit de lucht met brandstof voorzien. Van de Amerikaanse generaal der mariniers James Mattis, met veel operationele ervaring in Irak en Afghanistan, is de noodkreet ‘Unleash us from the tether of fuel – Maak ons vrij van het snoer van brandstof’. In de Verenigde NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
16
Staten onderkent men de risico’s. Sinds 2011 heeft het Pentagon een Operational Energy Strategy om minder energie te gebruiken en initiatieven om alternatieve technologieën en brandstoffen te ontwikkelen. Ook onze Defensie pakt de uitdaging op. Tijdens het op 5 september in Venlo gehouden NIDV Seminar ‘Operationele Energie’ kondigde schout-bij-nacht Rob Bauer, directeur Operationeel Beleid, Behoeftestelling & Plannen aan dat Defensie werkt aan de Defensie Energie en Milieu nota 2013 (DEM 2013) die de Defensie Duurzaamheidsnota
‘Energie’ staat terecht hoog op het prioriteitenlijstje van Defensie. Defensie geeft veel geld uit aan het kopen van brandstof, maar de daadwerkelijke kosten zijn een veelvoud van de prijs aan de pomp. In 2008 introduceerde het Department of Defense het begrip ‘Fully Burdened Costs of Fuel’ (FBCF). De FBCF omvatten niet alleen de verwervingskosten, maar ook de kosten van opslag, behandeling, transport, distributie en Force protection. Alles meegerekend kost het honderden dollars om een gallon brandstof af te leveren op een vooruitgeschoven basis in Afghanistan. Het energievraagstuk dringt zich bij Defensie ook eerder op dan bij andere sectoren. Defensie investeert immers in wapensystemen die van ontwerp tot afstoting wel 40 jaar meegaan. Nu anticiperen op de veranderde energiemarkt voorkomt dat wapensystemen voortijdig moeten worden afgestoten, omdat de brandstofkosten niet meer op zijn te brengen. Nu is Defensie natuurlijk niet de enige sector die hier mee te maken heeft. Bij het verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen wordt vaak het begrip ‘trias energetica’ gehanteerd. De drievoudige aanpak bestaat uit het gewoonweg zuiniger omgaan met energie, het waar mogelijk introduceren van duurzame energie en het zo efficiënt mogelijk omgaan met fossiele brandstoffen. De eerste stap, zuiniger omgaan met energie, vraagt een cultuuromslag van het personeel om verstandig met energie om te gaan. Ervaring leert dat hier nog aanmerkelijke besparingen zijn te behalen zonder dat de dagelijkse gang van zaken in het gedrang komt. Het toepassen van duurzame energie komt ook bij Defensie op gang. Vorig jaar stelde minister Hillen in Coevorden drie grote windmolens in bedrijf, waarmee in circa 5% van de eigen elektrische energie wordt voorzien. Op veel defensielocaties wordt al op bescheiden schaal zonne-energie opgewekt. Goede ontwikkelingen maar realisme is geboden als het gaat om toepassing van duurzame energie bij operaties. Op compounds kan een beperkt deel van de energie door zonne-energie worden opgewekt, maar voor de varende, vliegende en rijdende wapensystemen (65% van het totale energiegebruik bij Defensie) zijn er (nog) geen alternatieven voor vloeibare fossiele brandstoffen. Technisch zijn die wel beschikbaar (bio-brandstoffen en synthetische brandstoffen) maar of die beschikbaar komen in de noodzakelijke hoeveelheden is maar de vraag. Blijft als laatste stap het energie-efficiënter omgaan met nog onmisbare fossiele brandstoffen. Dat kan door energie-efficiënte technieken toe te passen en waar mogelijk beter de restwarmte van koelwater en afvoergassen te benutten. Bij de nieuwe realisatie van capabilities moet ook nadrukkelijker dan voorheen naar de FBCF
NIDV bijeenkomst Energie Door de NIDV werd tezamen met het ministerie van Defensie en NIDV deelnemer Seacon de bijeenkomst ‘Operationele Energie’ georganiseerd, die werd gehouden op 5 september in The Scelta Institute BV in Venlo. Doel van de bijeenkomst was het bijeenbrengen van Defensie, kennisinstituten en NIDV-bedrijven rondom uitdagingen en innovaties bij industrie en kennisinstituten aangaande ‘Operationele Energie’. Meer dan 40 deelnemers konden worden verwelkomd door Rob van Dort, die namens de NIDV de organisatie van het evenement verzorgde. Op uitnodiging van de dagvoorzitter schout-bij-nacht b.d. Klaas Visser ontvouwde de directeur Operationeel Beleid, Behoeftestelling en Plannen van het Ministerie van Defensie, schout-bij-nacht Rob Bauer, de huidige activiteiten aangaande operationele energievoorziening, met als kernpunt dat een strategienota in ontwikkeling is. Deze zal als leidraad gaan dienen voor de beoordeling van toekomstige behoeftestellingen. Pim Leltz van de Defensie Materieelorganisatie, onder andere voorzitter van het Defensie Kennisnetwerk Energie gaf in aansluiting enkele concrete voorbeelden. Ook memoreerde hij dat in NAVO verband, onder leiding van het Allied Command Transformation in Norfolk(VS), wordt nagedacht over de gevolgen van energieschaarste voor toekomstige operationele concepten.
MKB innoveert
In een korte, maar glasheldere analyse gaven professor Douwe Stapersma en dr. Rob Ross van de NL Defensie Academie aan dat alle bestaande energiebronnen zijn terug te voeren op één bron: zonlicht. De finalist van de Defensie Innovatie Competitie, Wicher Kist van het bedrijf HyRef, presenteerde de brandstofcel die al op klein formaat uitstekende diensten kan leveren. Zo ook gaf mede sponsor van de dag Seacon, bij monde van Jan Huisman, aan dat Seacon heel ver is met het programmeren van de meest energiezuinige, en dus CO2 arme, transportroute voor goederen. Tot slot hield Wim van den Elshout een vlammend betoog over de door zijn bedrijf Scelta Ceuticals ontwikkelde energiebron die gebruik maakt van bijvoorbeeld champignoncompost. Op zijn aangeven waren alle deelnemers het eens dat innovatie nauwelijks meer plaats vindt bij grote internationale bedrijven en dat dus kleinere spelers, waarvan er in Nederland gelukkig heel veel zijn, die rol over moeten nemen. Tevens werd benadrukt door de aanwezige bedrijven, dat overleg met Defensie in een heel vroeg stadium van behoeftestelling essentieel wordt geacht. Defensie ondersteunt deze visie en gaf aan dat, teneinde verwervingstechnische problemen te voorkomen, zulk overleg alleen door tussenkomst van de NIDV zal kunnen plaatsvinden. De directeur NIDV gaf aan deze rol graag op zich te willen nemen. Al met al was deze dag zeer geslaagd, mede omdat een nog niet altijd even prominent onderwerp op deze wijze onder de aandacht kon worden gebracht.
Tekst: John Jansen
17
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
Expeditionair
Brandstofvoor ziening op Kamp Holland (Uruzgan). Foto: AVDD
worden gekeken. Dat kan betekenen dat in de toekomst een capability die traditioneel met wapensysteem X werd gedaan in de toekomst met wapensysteem Y wordt ingevuld als de energiezekerheid daarvan op de langere termijn beter kan worden gegarandeerd. Uiteindelijk moeten nieuwe wapensystemen minder energie gebruiken dan de wapensystemen die ze vervangen.
Amerikaanse marinier bewaakt een brandstofkonvooi op een brug bij Kandahar. Foto: USMC
Een uitdaging waar Defensie gelukkig niet alleen voor staat. Tijdens het seminar op 5 september beklemtoonden dagvoorzitter schout-bij-nacht b.d. Klaas Visser en keynote speaker Bauer de noodzaak om in de driehoek defensie - kennisinstituten - industrie te werken aan oplossingen. Een samenwerking die zich niet beperkt tot de traditionele spelers, maar ook tal van bedrijven die tot nu toe niet op de defensiemarkt actief waren. Nieuwe spelers zoals bedrijven en kennisinstituten die goed zijn in duurzame energie, elektrische mobiliteit, slimme netwerken, energiemanagement, koude- en warmtetechnieken, energie-opslagsystemen, lichte materialen enz. Defensie kan vaak gebruik maken van ontwikkelingen in de civiele sector maar niet wanneer inzetprofiel en terrein te veel afwijken van de gangbare commerciële toepassingen. Zelfs wanneer de technologie toepasbaar is, is het nog maar de vraag of de logistieke keten de expeditionaire inzet kan ondersteunen. Aan de andere kant kan Defensie als launching customer optreden voor producten die op de markt nog niet haalbaar zijn, maar afgezet tegen de FBCF voor de krijgsmacht al interessant zijn zoals bijvoorbeeld hoogwaardige en dure zonnecellen, gebruik lokale biomassa of air-borne windpower systemen. De afnemende energiezekerheid en de noodzaak CO2 uitstoot tegen te gaan, stelt de wereldgemeenschap voor grote uitdagingen. ‘Energie’ wordt ook voor Defensie een game changer met onvermijdelijke gevolgen voor het krijgsbedrijf. Hoe eerder het Nederlandse bedrijfsleven op deze ontwikkelingen inspeelt, hoe sterker de concurrentiepositie wordt.
F o r c e p r ot e c t i o n i s o u r m i s s i o n www.rheinmetall-defence.com Logistic vehicles Tactical vehicles Air defence systems Weapons and ammunition Infantry systems Protection systems Command and control Electro-optical products Simulation and training NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
18
Nationale Politie krijgt gestalte In Nederland wordt per 1 januari 2013 de Nationale Politie, een nationale politieorganisatie ingericht. Dit korps bestaat uit tien regionale eenheden, één landelijke eenheid en het Politiedienstencentrum (PDC) waarin de ondersteunende afdelingen zijn ondergebracht. Dit ene korps vervangt alle huidige politiekorpsen en diensten. Het resultaat van Nationale Politie is: betere politieprestaties en een veiliger samenleving. De Tweede Kamer nam in december 2011 het voorstel van minister Opstelten (Veiligheid en Justitie) voor een nieuwe Politiewet unaniem aan. De Eerste Kamer volgde in juli 2012.
Snelle maatschappelijke en technologische ontwikkelingen maken het noodzakelijk dat de politie de komende jaren hard blijft werken aan het behouden van het vertrouwen dat de bevolking heeft en aan het verbeteren van haar prestaties. Burgers stellen steeds hogere eisen aan de kwaliteit van politiezorg, terwijl criminelen zich steeds minder laten beperken door fysieke en virtuele grenzen. Het huidige bestel, met zijn 26 onafhankelijke korpsen, biedt onvoldoende mogelijkheden om te komen tot benodigde verbeteringen in kwaliteit en slagkracht. Daarom komt er één Nationale Politie: door het samenbrengen van alle mensen, middelen en kennis van de Nederlandse politie in één organisatie kan de politie letterlijk met vereende krachten werken aan het verbeteren van het politiewerk. De komst van Nationale Politie zorgt voor: – Meer eenheid in optreden, methoden en activiteiten; – Meer samenhang tussen werk, mensen, middelen en prestaties; – Meer efficiëntie, minder bureaucratie en reductie van overhead. – De ingrediënten van de Nationale Politie zijn vijf jaar na de start onder andere: – Robuuste (met voldoende menskracht en flexibiliteit) basisteams waarin wijkagenten een sleutelrol vervullen en leidinggevenden dicht op de operatie zitten; – Een herkenbare en betrouwbare manier van dienstverlening, waarbij iedere burger, waar hij zich ook bevindt, eenzelfde niveau van service van de politie krijgt; – Een opsporing met meer slagkracht door flexibele inzet, adequaat op- en afschalen en (landelijk) gebundelde expertise en specialismen; – Een collectieve aanpak van criminaliteit met grote impact (high impact crime) en een betere coördinatie bij grote crises; – Betere samenwerking met burgers, bedrijven en instellingen.
Wat verandert er?
Een effectievere inzet op straat is een van de doelen.
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
20
Korpsleiding - Zoals gemeld in NIDV magazine nr. 1 – 2012 is Gerard Bouman in mei 2011 door de minister benoemd tot kwartiermaker en wordt hij op 1 januari 2013 de korpschef van de nationale politie. Naast deze korpschef bestaat de Kwartiermaker Gerard Bouman korpsleiding van de wordt op 1 januari de korpschef Nationale Politie straks van de Nationale Politie. uit een directeur Operatiën (ook plaatsvervanger van de korpschef), een tweede directeur Operatiën en een directeur Bedrijfsvoering. De korpsleiding wordt ondersteund door een korpsstaf. Daarnaast
is tijdelijk de Chief Information Officer (CIO) aan de korpsleiding toegevoegd. De CIO is verantwoordelijk voor het verbeteren van de informatievoorziening en ICT van de politie. Minister Opstelten heeft op 10 oktober jl. mevrouw J. A. (Jannine) van den Berg en de heren R. G. C. (Ruud) Bik en L. Th. C. (Leon) Kuijs voorgedragen voor benoeming tot lid van de korpsleiding nationale politie. De heer Bik zal bovendien worden benoemd tot plaatsvervangend korpschef. De benoemingen gaan in op 1 januari 2013. Mevrouw Van den Berg en de heren Bik en Kuijs zijn sinds juni 2011 kwartiermakers korpsleiding nationale politie. Mevrouw Van den Berg (1964) was daarvoor korpschef van de politieregio Kennemerland en directeur opsporing en informatie bij de politieregio Haaglanden. Na haar opleiding aan de Nederlandse Politie Academie begon mevrouw Van den Berg haar loopbaan bij de politie in Utrecht. Ook de heer Bik (1953) begon zijn loopbaan bij de politie in Utrecht. In 2001 werd hij benoemd tot korpschef van de politieregio Zuid-Holland-Zuid. Van 2007 tot juni 2011 was hij korpschef van het Korps landelijke politiediensten. De heer Kuijs (1956) is op dit moment voorzitter van de Raad van Korpschefs. Van 2002 tot 2011 was hij korpschef van de politieregio Brabant Zuid-Oost. De heer Kuijs begon zijn loopbaan bij het Korps Rijkspolitie.
Tien regionale eenheden
Regionale eenheden voeren alle operationele politietaken uit, behalve taken die een bijzondere expertise vereisen en taken die landelijk doeltreffender of goedkoper kunnen worden uitgevoerd. Die taken vallen onder de Landelijke Eenheid. Alle regionale eenheden zijn zo eenduidig mogelijk ingericht. Een politiechef leidt een regionale eenheid (RE). De gebieden van deze eenheden komen overeen met de nieuwe indeling van de justitiële arrondissementen. Binnen een eenheid zijn weer districten. De volgende tien eenheden komen in plaats van de huidige 25 regiokorpsen: 1. Noord-Nederland (voorheen de korpsen Groningen, Friesland en Drenthe). De regionale kwartiermaker van deze eenheid is Oscar Dros; 2. Oost-Nederland (voorheen de drie Gelderse korpsen, IJsselland en Twente). De regionale kwartiermaker van deze eenheid is Stoffel Heijsman; 3. Flevoland-Utrecht (voorheen Utrecht, Flevoland, Gooi en Vechtstreek). De regionale kwartiermaker van deze eenheid is Miriam Barendse; 4. Noord-Holland (voorheen Noord-Holland Noord, Zaanstreek-Waterland en Kennemerland). De regionale kwartiermaker van deze eenheid is Liesbeth Huyzer; 5. Amsterdam (Amsterdam-Amstelland). De regionale kwartiermaker van deze eenheid is Pieter-Jaap Aalbersberg; 6. Den Haag (voorheen de korpsen Haaglanden en Hollands Midden). De regionale kwartiermaker van deze eenheid is Henk van Essen; 21
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
7. Rotterdam (voorheen de korpsen RotterdamRijnmond en Zuid-Holland Zuid). De regionale kwartiermaker van deze eenheid is Frank Paauw; 8. Zeeland - West-Brabant (voorheen de korpsen Midden- en West-Brabant en Zeeland). De regionale kwartiermaker van deze eenheid is Hans Vissers; 9. Oost-Brabant (voorheen de korpsen Brabant-Noord en Brabant Zuid-Oost). De regionale kwartiermaker van deze eenheid is Frans Heeres; 10. Limburg (voorheen de korpsen Limburg-Zuid en Limburg-Noord). De regionale kwartiermaker van deze eenheid is Gery Veldhuis.
Daartoe komt er ook één meld kamerorganisatie.
Een regionale eenheid bestaat uit districten. Een district bestaat uit: basisteams: onder andere noodhulp, opsporing (veelvoorkomende criminaliteit), wijkgericht werken, jeugd, huiselijk geweld, evenementen, horeca, GGZ, verkeer, vreemdelingentoezicht, milieu en executietaken. Districtsrecherche voor aanpak van delicten met een grote impact. Zij levert ondersteuning aan de basisteams. Flexteam; probleemgerichte aanpak werkt. Politiemensen uit dit team worden toegevoegd aan
basisteams die extra capaciteit nodig hebben voor opsporing en handhaving.
Landelijke Eenheid
Daarnaast wordt de Landelijke Eenheid (LE) gevormd. Het huidige Korps landelijke politiediensten (KLPD) vormt daarvan de basis. De kwartiermaker van de LE is Patricia Zorko.
Politiedienstencentrum: de ondersteuning
Dick Visser,
Naast deze operationele eenheden krijgt de Nationale Politie een landelijke concerndienst, het Politiediensten centrum (PDC). In dit centrum wordt een belangrijk deel van de ondersteuning van de operatie ondergebracht. Vooralsnog is onduidelijk hoeveel locaties dit krijgt en waar deze worden gevestigd. Tot de bedrijfsvoering van de Nationale Politie behoren de aspecten Human Resources Management (HRM), Facilitair Management (FM), Financiën, Informatievoorziening en Communicatie. Deze aspecten hebben een eigen deelkwartiermaker die is benoemd door kwartiermaker Gerard Bouman.
NIDV adviseur Veiligheid en Politie Dick Visser heeft 45 jaar in verschillende functies gewerkt bij de politie. Via de korpsen gemeentepolitie Rotterdam en Vlissingen en het Korps Rijkspolitie en de Regiopolitie Zeeland is hij de laatste 10 jaar van zijn loopbaan terecht gekomen bij de Politieacademie. Dick heeft ervaring op het gebied van operationeel politiewerk, werken in een staffunctie en werken in een leidinggevende functie op korpsniveau. Naast zijn loopbaan heeft hij een aantal studies gedaan, waaronder Bestuur, Beleid en Veiligheid, Public Management en Buisiness Administration. Hij heet in zijn loopbaan altijd affiniteit gehad met zowel de politiepraktijk als het onderwijs. De laatste jaren was hij werkzaam als projectmanager, waartoe het landelijk projectleiderschap omscholen C2000, Awareness Europol, Profcheck Rijveiligheid Politie Nederland, Internationalisering en ontwikkeling verbindingen- en meldkameronderwijs behoren. In zijn functies heeft hij tal van nevenfuncties vervuld, waaronder het liaisonschap met overheden in Engeland, België en Zwitserland. Dick is sedert 1 juli 2012 verbonden aan de stichting NIDV, is 64 jaar en woont in Zeeland.
Wat verandert er niet?
Politieacademie - De Politieacademie (PA), het opleidingsinstituut van de politie, is bij de vorming van Nationale Politie voorlopig ‘buiten beeld’. Dat wil zeggen dat de PA vooralsnog een zelfstandige status behoudt. Hierover wordt nog gesproken. Dit heeft te maken met de onderwijsstatus van de academie. Lokaal gezag- De wettelijke taak van de politie verandert niet; het lokale gezag blijft ongewijzigd. De lokale zeggenschap over de inzet van politie berust bij het gezag, dus bij de burgemeester en de officier van justitie. De burgemeester en de officier van justitie maken in de lokale driehoek afspraken over de inzet van de politie. Daar wordt bepaald welke inzet op welke prioriteiten wordt gegeven en hoe de operationele sterkte over de onderdelen van de regionale eenheid wordt verdeeld.
Vorming Instituut Fysieke Veiligheid De Eerste Kamer heeft op 25 september ingestemd met de wet waarbij alle brandweergerelateerde taken naar het regionale niveau van de veiligheidsregio worden getild. Per 1 januari 2014 dient de brandweer in alle veiligheidsregio’s te zijn geregionaliseerd. Hiermee komt een einde aan de gemeentelijke brandweer. Daarnaast komt er één organisatie die de krachten bundelt op het terrein van de fysieke veiligheid in Nederland. De taken die nu door het Nederlands instituut fysieke veiligheid (Nifv), het Nederlands Bureau brandweerexamens (Nbbe), de Landelijke Faciliteit Rampenbestrijding (LFR) NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
22
en de LMD-Brandweer worden gedaan, gaan op in één nieuwe organisatie: het Instituut Fysieke Veiligheid (IFV). Het Instituut zal worden bestuurd door de voorzitters van de 25 veiligheidsregio’s. Zo zal het IFV zich onder andere richten op het ontwikkelen van lesstof, oefenstof en leerstof voor de officiersopleidingen, het geven van certificaten voor brandweeropleidingen en delen van informatie en expertise. Ook zal het IFV zich bezig houden met het verwerven en beheren van materieel, uitrusting en telecommunicatievoorzieningen. Het IFV zal op 1 januari 2013 van start gaan.
Pauline Arts,
innovatiemedewerker NIDV Sinds 15 september 2012 heb ik de functie innovatiemedewerker overgenomen van Martijn Kerssen. Op mijn tweede werkdag heb ik direct de projectendag op de Frederik kazerne te Den Haag meegemaakt. Dit heeft een duidelijk beeld gegeven van een gedeelte van mijn werkveld. Mijn affiniteit met innovatie en ondernemers is versterkt door mijn opleiding en afstudeeronderzoek. Op 30 augustus 2012 ben ik afgestudeerd aan de Universiteit van Twente te Enschede. Daar heb ik de MBA gevolgd met als specialisatie Innovation and Entrepreneurship. Voor mijn
Master thesis heb ik onderzoek gedaan naar supplier-driven innovation. De les die ik heb geleerd tijdens mijn afstuderen, is dat samenwerken met je netwerk noodzakelijk is. Dit is de manier is om innovatief grote slagen te maken. Vanuit deze ideologie ga ik projecten opzetten om onze deelnemers te verbinden en te voorzien van informatie. Houd dus de NIDV website in de gaten. Met enkelen van u heb ik al kennisgemaakt. Ik spreek u graag. Wellicht zien we elkaar tijdens het NIDV symposium op 15 november. 23
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
Op 28 september jl. bracht de Europese Ariane-5 raket twee satellieten in de ruimte. De Astra 2F met een gewicht van zes ton is belangrijk voor tv-kijkers in GrootBrittannië en brengt breedband voor Europa en Zuidelijk Afrika. De Indiase GSAT-10 (3,4 ton) verzorgt tv en telecommunicatie voor India. (Foto: ESA)
Space-MATCH
biedt ondernemers kansen
Het evenement wordt georganiseerd door TNO in samenwerking met de European Space Agency (ESA) en Enterprise Europe Network (EEN) in opdracht van Netherlands Space Office (NSO). Space-MATCH is een match-making event bestemd voor alle bedrijven die zich bezighouden met de ontwikkeling van hightech producten, systemen en materialen. Deze middag biedt u een unieke gelegenheid om een kijkje te nemen in de wereld van de ruimtevaart en gesprekken te voeren met specialisten op allerlei terrein. Een ‘must’ voor elke hightech ondernemer! Een voorbeeld: Het Groningse bedrijf Bioclear ontwikkelde een ‘Lab-on-a-Chip’ toepassing om de hygiëne te bepalen in het interieur van het International Space Station (ISS). De chip heeft het ISS helaas niet gehaald, maar via Space-MATCH is Bioclear in contact gekomen met een ondernemer; deze technologie nu gebruikt in de wereld van de siervisteelt.
Het doel van Space-MATCH is om Nederlandse en Europese bedrijven ‘laagdrempelig’ kennis te laten maken met interessante ‘hightech’ uit de ruimtevaart. Vindingen die u, als ‘aardse’ ondernemer, kunt omzetten in een innovatief product of een bijzondere dienst. Het gaat daarbij vooral om technologieën die nog niet eerder zijn toegepast op civiele markten of nog niet volledig zijn uitontwikkeld. Speciaal voor startende ondernemers worden twee workshops gehouden, één over financiering en één over internationalisatie. Een greep uit de gepresenteerde technologieën: • Koele gasgeneratoren: voor het snel genereren van verschillende gassen of het voorkomen van oververhitting en brand 24
snelheid, stealth en de OM de nederlandse
Kracht
Space-MATCH, hèt ‘spin-off’ gebeuren van de Europese ruimtevaart, wordt op 20 november 2012 in Noordwijk gehouden. Dit jaar is het thema ‘Hightech Systemen & Materialen’. Het evenement heeft een internationaal karakter met ook buitenlandse bedrijven. Dit jaar presenteert Space-MATCH twintig verschillende technologieën, gebaseerd op interessante innovaties binnen de Europese ruimtevaart.
Wat mag u verwachten?
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
lockheedmartin.com/f35
EconomiE tE VErstErKEn.
in elektronische apparatuur; • Vergaande miniaturisering: ‘Optofluidics’ voor biochemische analyses, robuuste metalen micro-pompjes en nauwkeurige zonsensoren; • Bijzondere materialen: Stijve, lichtgewicht composiet panelen en het printen van kleine technisch keramische onderdelen; • Aardobservatie: Technieken, die op aarde kunnen worden ingezet voor het nauwkeurig meten van afstanden, het monitoren van olie- en gasleidingen, het voorspellen van dijkdoorbraken of voor een snelle bepaling van de kwaliteit van het oppervlaktewater; • Bijzondere batterijtechnologie, een flexibel breedband communicatiesysteem en afbeeldingen met behulp van Terahertz straling.
Aanmelding
Meer informatie over het event, de aangeboden technologieën, het match-making systeem, de workshops en de ochtendexcursie naar ESA, kunt u vinden op: www. b2match.eu/spacematch2012. U kunt zich zich via deze website ook aanmelden, door het invoeren van uw bedrijfsgegevens. Op de website kunt u tevens een (ruimtevaart-gerelateerd) vraag- of aanbodprofiel opstellen en persoonlijke gesprekken aanvragen met andere aanwezige partijen. Deze zgn. MATCH-gesprekken bieden een goede gelegenheid meer informatie over een bepaalde technologie uit te wisselen en mogelijke toepassingen te bespreken. U ontvangt per e-mail van te voren een schema van de voor u gemaakte afspraken. Space-MATCH vindt plaats op 20 november a.s. van 14:00 - 18:00 uur en wordt gehouden in de European Space Innovation Centre (ESIC) te Noordwijk. Aan deelname zijn geen kosten verbonden.
-35 f lightning ii
In de komende jaren speelt de F-35 een essentiële rol in het buitenlandse veiligheidsbeleid van Nederland. De F-35 zal niet alleen de missies kunnen schragen van Nederland. De F-35 versterkt namelijk ook de internationale concurrentiekracht van Nederland op markten voor geavanceerde technologieën, creëert nieuwe hoogwaardige bedrijvigheid en werkgelegenheid. De F-35 Lightning II: meer dan een vliegtuig. Het is een partnerschap voor vooruitgang.
NETHERLANDS
THE F-35 LIGHTNING II TEAM NORTHROP GRUMMAN
BAE SYSTEMS
LOCKHEED MARTIN
PRATT & WHITNEY
Venko verft Walrus De honderden vierkante meters Walrus vergen heel wat blikken verf.
Op 21 september is een overeenkomst ondertekend tussen het Ministerie van Defensie en het Hoogeveense schildersbedrijf Venko voor het stralen en conserveren van de eerste van de vier Walrusklasse onderzeeboten. De handeling werd verricht door A.J.G. Winkels, Waarnemend Hoofd Afdeling Verwerving projecten van Defensie Materieel Organisatie en A. Hofman, algemeen directeur van de Venko Groep. In het kader van het Instandhoudingsprogramma Walrusklasse (IP-W) onderzeeboten worden de onderzeeboten van de Koninklijke Marine in de komende jaren opnieuw geconserveerd. De buitenhuid, de drukhuid en tanks worden volledig kaal gestraald en voorzien van een nieuw verfsysteem, zodat deze weer 15 jaren vooruit kunnen. Het IP-W stelt hoge eisen aan de leveranciers ten aanzien van vakkundigheid en kwaliteit. Na een uitgebreid aanbestedingstraject is Venko Schilderwerken B.V. uit Hoogeveen als beste aanbieder gekozen. Nog in dit jaar zullen de voorbereidingen getroffen worden, waarna in het komende jaar de werkzaamheden gestart zullen worden.
Versterking samenwerking CV90
ASD voorzitters
Links Klaus Eberhardt, CEO van Rheinmetall, de aftredende voorzitter. Rechts zijn opvolger Jean Paul Herteman, CEO van Safran. 26
Industriële basis voor veiligheid in gevaar In oktober vond in Lissabon de conventie van de ASD plaats. De rode draad in alle presentaties was: De toekomst van de Europese defensie-industrie staat door de bezuinigingen op het spel en daarmee ook de kracht van Europa om in de wereld een rol te spelen op defensie- en veiligheidsgebied. De erosie van industriële capabilities leidt uiteindelijk tot een onomkeerbare situatie en tot een volledige afhankelijkheid van de VS en Azië. Voor de economie en de veiligheid is dat een onwenselijke situatie.
De jaarlijkse conventie van de ASD - Aerospace and Defence Industries Association of Europe - is eigenlijk dé ontmoetingsplaats voor business en R&D in de defensieen luchtvaartsector. Met zo’n 800 bezoekers, onder wie de CEO’s van de grote industrieën, en de leiders van programma’s als Clean Sky, SESAR, ACARE, enz. is het overzichtelijk en ook effectief. Dit jaar was Danotec, de Portugese evenknie van de NIDV, de gastheer in Lissabon, samen met AICEP, de Trade and Investment Agency van Portugal. De Portugese regering liet zich niet onbetuigd, met een presentatie van de Minister van Defensie en een gloedvol betoog over het Portugese economische herstel door de minister van Buitenlandse Zaken. Het Technology Forum, met als titel ‘Business, Ideas and Talents’, werd als nieuw onderdeel gelanceerd. Het bestaat uit een tentoonstelling waar de middelgrote en kleinere industrie zich kan presenteren, omlijst met workshops over business, innovatie, R&D e.d. Versterken van de rol van het MKB was een belangrijk onderwerp; Safran ziet het grote belang en heeft een nieuw programma opgezet om het MKB in de ontwikkeling van een nieuw product te betrekken. Bedrijven waaronder Fokker en Accenture presenteerden zich en allerhande initiatieven in Europa kwamen aan de orde. Voor wie in een beperkte tijd alles wil weten over de grote programma’s en netwerken en de leiders daarvan wil ontmoeten, is de conventie ideaal. De nieuwe ACARE SRA (Strategische Research Agenda) werd gepresenteerd, Clean Sky en zijn opvolger Clean Sky 2, SESAR, UAS, Clean Space, EREA. Ook de aanwezige vertegenwoordigers van de Europese Commissie, van NATO en van EDA (Claude France Arnould) zijn makkelijk benaderbaar.
Met het ondertekenen van een Letter of Intent (LoI) hebben betrokken partijen bij het in stand houden van de CV9035NL afgesproken hun samenwerking te versterken. Daartoe tekenden op maandag 1 oktober Alan Lines, managing director BAE Systems Vehicle Support Services, commodore Emile van Duren, waarnemend directeur Wapensystemen namens de Defensie Materieel Organisatie en brigadegeneraal Rob Pieters, directeur Materieel & Diensten bij staf Commando Landstrijdkrachten deze brief. De ondertekening vond plaats bij de Afdeling Techniek van het Defensiebedrijf Grondgebonden Systemen in Leusden. Deze LoI legt schriftelijk de basis vast voor een stap voor stap benadering om door te groeien in de samenwerking, wederzijds vertrouwen, prestaties en behoud van essentiële kennis. Het document vormt de basis voor een instandhoudingsovereenkomst voor lange termijn.
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
Europese ASD-industrie bijeen in Lissabon
Industriële basis
Jamie Shea (deputy-assistant secretary-general) van de NAVO merkte op dat tien jaar geleden de defensie uitgaven in Europa nog 2,5% van het nationaal inkomen
Tekst: André Mom
bedroegen. Nu is dat 1,5 %; veel landen zitten tussen 1,2 en 1,4 % en enkelen zakken zelfs onder de 1% grens. Verder: als je militaire capabilities verschralen, verlies je ook je diplomatieke kracht! Op het gebied van samenwerking hebben we tot nu toe alleen naar het laaghangende fruit gekeken, maar veel grotere stappen zijn noodzakelijk. De rode draad in alle presentaties is de volgende: toekomst van de Europese defensie-industrie staat op het spel en daarmee ook de kracht van Europa om in de wereld een rol te spelen op defensie- en veiligheidsgebied. De erosie van industriële capabilities leidt uiteindelijk tot een onomkeerbare situatie en tot een volledige afhankelijkheid van de VS en Azië. Het gezamenlijk uitvoeren van missies is niet meer mogelijk. Van belang is harmonisatie van eisen in Europa en consolidatie van de vraag. Een sterke European Defense and Technology industriële basis is noodzaak voor een effectieve Europese defensie. Tenslotte kwamen er ook nog ‘huishoudelijke’ zaken aan de orde. Klaus Eberhardt (CEO van Rheinmetal) droeg het voorzitterschap van ASD over aan Jean Paul Herteman, CEO van Safran. De Board van ASD (met daarin Cent van Vliet en Hans Büthker (Fokker) heeft uitgebreid gesproken over het veranderingsproces van ASD. Algemeen wordt ingezien dat ASD meer moet focussen op de belangen van de industrie. Missie, strategie en activiteiten moeten hergeformuleerd. Het veranderingsproces is een jaar geleden ingezet met de nieuwe secretaris-generaal Michael von Gizycki. De kleinere landen, met Nederland als belangrijke gangmaker, stellen dat ze intensief betrokken willen worden bij het veranderingsproces, bij een daartoe op te zetten Task Force, en dat ze een dictaat van de grote Europese bedrijven ten aanzien van de organisatie van ASD niet appreciëren. Dit krijgt ongetwijfeld een vervolg. Volgend jaar wordt de ASD Conventie in Praag gehouden, 23-25 oktober 2013. Goed om alvast te noteren! 27
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
COLUMN
NIDV Symposium en tentoonstelling
‘Veiligheid komt niet vanzelf’ De 24ste NIDV tentoonstelling met symposium op 15 november in Ahoy mag u niet missen. Dit jaar staat de operationele gebruiker centraal, zowel op de tentoonstelling als tijdens het symposium. Een uniek evenement waar het hele veiligheidsdomein present is. Niet alleen verheugen we ons op de komst van de nieuwe Commandant der Strijdkrachten, generaal Tom Middendorp, ook de pas benoemde korpschef van de Nationale Politie, hoofdcommissaris Gerard Bouman, zal spreken. Andere topsprekers zijn werkgeversvoorzitter Bernard Wientjes en luitenant-generaal Frank Kisner, commandant NATO Special Operations HQ. Bernard Wientjes
Generaal Tom Middendorp
De kraamkamer van de meldkamer van de toekomst wordt getoond door Thales Nederland en TNO. De beurs biedt overheden, defensie-organisaties en het internationale bedrijfsleven een zicht op de laatste technologische ontwikkelingen in het veiligheidsdomein. Het ministerie van Defensie, de krijgsmachtdelen, DMO, de Veiligheidsdiensten, de Veiligheidsregio en politie zijn zelf ook met stands aanwezig. Dat maakt het afstemmen van vraag en aanbod wel zo eenvoudig. De stands van de overheid besteden aandacht aan actuele thema’s als cyber security, onbemande systemen en communicatie. Traditioneel is het jaarlijkse NIDV-evenement dé gelegenheid waar OEM’s en MKB elkaar ontmoeten. Laat die kans niet lopen om uw blik te verruimen, nieuwe kansen te scheppen en uw netwerk te vergroten.
Schrijf u vooraf in
Voorkom teleurstelling. Meld uw komst tijdig. Ook als uw bedrijf zelf een stand heeft. Ook al
Korpschef i.o.Gerard Bouman
Luitenant-generaal Frank Kisner NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
28
hebben we vier hallen van Ahoy gehuurd: vol is vol! Vorig jaar moesten we op last van de brandweer de toelating van bezoekers tijdelijk stopzetten. Laat het daarom niet op het laatste moment aan komen, maar schrijf u tijdig in.
Aanmelding geschiedt via internet: www.nidv.eu
Op weg naar een reële inspanning Van alle kanten wordt duidelijk dat de grens van bezuinigingen bij Defensie is bereikt. Voorgaande kabinetten hebben forse bedragen ingeboekt en de uitwerking daarvan is nog in volle gang. Een nieuwe slinger aan het bezuinigingswiel zal de veiligheidswagen nagenoeg tot stilstand brengen. Dat brengt ons land, zeker op termijn, schade toe en het staat haaks op onze internationale positie en de verschillende nieuwe dreigingen die zich voordoen. Te denken valt aan de steeds groter wordende instabiliteit in het Midden-Oosten, de cybercriminaliteit die delen van de samenleving plat kan leggen, spionage, sabotage, terrorisme en piraterij. Deze gevaren staan vaak dichter bij ons bed dan we denken. De complexe en veelzijdige dreigingen vragen niet alleen om deskundig personeel, maar ook om technologisch geavanceerde en flexibele oplossingen. Systemen die tijdig betrouwbare informatie genereren, zodat waarschuwing en reactie de-escalerend kunnen werken. Veiligheid vraagt een brede inzet van velen. Er ontstaat gelukkig een breder bewustzijn dat veiligheid niet vanzelf komt. Dat is het thema van het 24ste NIDV Symposium en bijbehorende tentoonstelling op 15 november in de Ahoy in Rotterdam. Deltaplan veiligheid We zouden nu moeten werken aan een breed gedragen visie op veiligheid. Ik denk aan een soort Deltaplan om hieraan voor de komende 10 jaar vorm en inhoud te geven. We zouden hierin een voorbeeld kunnen nemen aan het bewustzijn dat er is om ons te beschermen tegen het water. Watermanagement is verheven tot een nationale veiligheidstaak. Hierdoor hebben we enorme kennis opgebouwd en worden Nederlandse ingenieurs over de hele wereld ingezet. Een mooi voorbeeld van hoe een antwoord op een veiligheidsvraag zich heeft vertaald naar het opbouwen van veel kennis en kunde. Hier is van de nood een deugd gemaakt.
De toegang is gratis voor Nederlandse overheidsfunctionarissen, politici en werknemers van NIDV-deelnemers. Overige bezoekers betalen 500 euro (excl. btw) per persoon. U krijgt een bevestiging van uw aanmelding. De organisator behoudt zich het recht voor de toegang zonder opgaaf van redenen te weigeren.
Een Deltaplan voor veiligheid biedt de mogelijkheid om de veiligheidsstructuren te versterken. Zo dienen de behoeften van de overheid op het gebied van Defensie en nationale veiligheid nog beter op elkaar te worden afgestemd. Daarnaast zou het een impuls moeten zijn om de vaak nog verkokerde inzet van diplomatie, ontwikkeling en veiligheid op elkaar af te stemmen. Wat is het nut geweest van jarenlange begrotingssteun aan een land als Mali als geen aandacht wordt besteed aan veiligheid? Een kabinet dat ‘diplomacy, development and defence’ geïntegreerd in de praktijk brengt, dwingt internationaal respect af en bereikt voor de mensen veel meer dan nu het geval is. Dit zou ook het einde betekenen aan verkokering van budgetten en een eerste stap zijn op weg naar een reële inspanning op het gebied van veiligheid.
De beurs is voor bezoekers geopend van 08.00 uur tot 18.00 uur. Parkeren bij Ahoy is geen probleem. Voor meer info raadpleeg www.nidv.eu
Kernvraag is wat onze directe belangen raakt en waar we voor staan. Een meer geïntegreerde aanpak biedt ook mogelijkheden voor gezamenlijke toepassingen op het gebied van onderzoek en ontwikkeling, opleiding en training. Het creëert tevens nieuwe kansen voor innovatie en bredere aansluiting op het Topsectorenbeleid.
Programma symposium Ahoy 15 november 2012
10.00 – 10.10 uur Welkom en introductie door dagvoorzitter Frank van Kappen 10.10 – 10.15 uur Presentatie nieuwe voorzitter NIDV, mevr. Karla Peijs 10.15 – 10.35 uur “Bedrijfsleven als actieve partner” Mr. Bernard Wientjes, voorzitter VNO-NCW 10.35 – 10.55 uur “Security needs international cooperation” Luitenant-generaal Frank Kisner, Commander NATO Special Operations Headquarters 10.55 – 11.30 uur Pauze 11.30 – 11.50 uur “Geen veiligheid zonder samenwerking met bedrijfsleven” Generaal Tom Middendorp, Commandant der Strijdkrachten 11.50 – 12.10 uur “Nationale Politie in oprichting: innovatie en samenwerking” Mr. Gerard Bouman, kwartiermaker Nationale Politie 12.10 – 12.20 uur Conclusies dagvoorzitter Frank van Kappen
Inschakeling bedrijfsleven Een meer afgestemde benadering is ook interessant voor het Nederlandse bedrijfsleven. Zo kunnen goed functionerende kustwachten drugssmokkel, cocaïnehandel en piraterij begrenzen. De Nederlandse industrie die zich inzet voor Defensie, veiligheid en ontwikkeling heeft als aanbieder en als partner veel te bieden. De bedrijven zijn internationaal competitief en kunnen bouwen op een uitgebreide kennis infrastructuur en op een groot innovatief vermogen. Dit is ook noodzakelijk omdat de toenemende complexiteit en snel veranderende dreigingen vragen om een doorgaande ontwikkeling. Een directe aanwezigheid ter plaatse, regelmatige aanpassingen en onderhoud zijn hiervoor van belang. Samenwerking met het bedrijfsleven heeft als groot voordeel dat de operationeel verantwoordelijken enorm kunnen worden ontlast op het gebied van ondersteuning en diensten en zij zich zo kunnen concentreren op hun kerntaken. Innovaties zorgen ook voor uitgebreide spin-off en spill-over effecten. Een investering in veiligheid en ontwikkeling verdient zich zo dubbel en dwars terug. Dit biedt wederom een kans om van de nood een deugd te maken. Om volop van deze win-win situatie gebruik te maken is wel een actief overheidsbeleid nodig. De overheid kan zelf als aanzet meer innovatief aanbesteden. Dit stimuleert creatieve nieuwe ideeën, die direct aansluiten bij de gestelde behoeften. Daarnaast biedt een intensivering van de overheid als launching customer een springplank voor innovatieve producten. Een openstaande en vernieuwende overheid zal zo de innovatiekracht van de industrie versterken en een reële bijdrage leveren aan veiligheid. Cent van Vliet, directeur NIDV 29
NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
AGENDA Een gratis abonnement op dit magazine
U bent werkzaam bij de overheid en actief betrokken bij materieelverwerving, beleids-voorbereiding en/of communicatie? Dan kunt u gratis een persoonlijk exemplaar van dit magazine ontvangen. Dat geldt uiteraard ook Magazine voor werknemers van bedrijven die bij de NIDV zijn aangesloten. Ga naar onze website www.nidv.eu en vul daar online S JSF'V ': het aanvraagS C S ;I formulier in. NIDV,M V 02 - 2010
TAND VAN ZAKEN
PROGRAMMA
ERKENNINGEN DE KRIJGSMACHT VAN DE TOEKOMST
YMPOSIUM
YBER ECURITY
JAARVERGADERING
NNOVATIE
EILINK
ERPAKKINGEN
Colofon Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) Prinsessegracht 19 2514 AP Den Haag Telefoon : (070) 364 48 07 Fax : (070) 365 69 33 E-mail :
[email protected] Internet : www.nidv.eu Het nieuwsmagazine verschijnt 4 keer per jaar Eindredactie Mat Herben
Abonnementen Deelnemers en medewerkers bij de overheid ontvangen dit blad gratis Advertentieverkoop Stichting NIDV Mevrouw S. Sahadew Lall Telefoon : (070) 364 48 07 Vormgeving en druk Media Krachtcentrale
Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave, mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enig andere manier, zonder voorafgaand schriftelijke toestemming van de uitgever. NIDV magazine _ november 2012 nr. 2
30
Zweedse delegatie op bezoek
Een delegatie bestaande uit leden van de Raad van Bestuur van Forsvaret Materielverk FMV, de Zweedse organisatie voor defensiematerieel, bracht op 16 en 17 oktober een bezoek aan Den Haag. Op de eerste dag was de NIDV gastheer en ging het gezelschap op bezoek bij Airborne Composites in Ypenburg. Daar werden zij door Airborne managing director Wiard Leenders voorgelicht en rondgeleid door zijn bedrijf. Ter plekke ontving de Zweedse groep tevens een lezing over Damen Schelde Naval Shipyard door directeur Hans Spaans. Na een bezoek aan de Zweedse ambassadeur dineerde het gezelschap dat bestond uit zeven personen onder leiding van FMV-bestuursvoorzitter Sven-Christer Nilsson met NIDVdeelnemers. Van Nederlandse zijde namen Wiard Leenders en Hans Spaans deel. Tevens waren Pieter Voeten van Verebus Engineering, Leo Verduyn van Novek Technical Solutions, Albert Jurgens van Nevesbu en Harm Kappen van Imtech aanwezig en gaf Klaas Visser namens DMO acte de présence. Gastheren namens de NIDV waren Cent van Vliet en Bob van Lierop. Gedurende de gehele ontmoeting werd in gezamenlijk overleg van gedachten gewisseld over mogelijke samenwerking tussen beide landen. Daarbij wordt vooral gedacht aan de maritieme behoeften, zoals fregatten, onderzeeboten en mijnenbestrijding. Ook de samenwerking van overheid en bedrijfsleven bij onderhoud kwam aan de orde.
Karla Peijs wordt voorzitter NIDV Karla Peijs wordt op 1 maart 2013 de nieuwe voorzitter van de Stichting Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV).
Zij volgt Jan C. Gmelich Meijling op, die op 2 juni is overleden. Binnen de NIDV werken ongeveer 200 bedrijven samen op het gebied van defensie en veiligheid. Drs. K.M.H. Peijs is tot 1 maart 2013 Commissaris van de Koningin in Zeeland. Zij was van mei 2003 tot februari 2007 minister van Verkeer en Waterstaat. Daarvoor was zij voor het CDA lid van het Europees parlement (1989-2003). Zij begon haar loopbaan als docent algemene economie en bedrijfsorganisatie aan International Institute for Business Administration van de Hogeschool Utrecht, van 1985 tot 1989. Zij studeerde economische en organisatorische sociologie in Nijmegen en Amsterdam. Mevouw Peijs is gehuwd en heeft twee kinderen. Haar hobby is zeilen. Karla Peijs zal aanwezig zijn bij het jaarlijkse NIDV symposium op 15 november in Rotterdam.
NIDV Kernteam Drs. C. van Vliet, Directeur – A. Schild, Manager Business Development Luchtmacht, secretaris NIFARP – Drs. M. Soeteman, Manager Business Development Marine, voorzitter NiMa – Mr. R.H. van Dort, Voorzitter C2TPplatform, Manager Business Development ICT, Marechaussee en Landmacht – mevr. P. Arts MSc, Innovatiemedewerker – G. Brayé, Datamanager – Mevr. S. Sahadew Lall, Officemanager – Mevr. L.G.D. Mayer, Secretaresse – Mevr. N.M. Rosbergen, secretaresse. NIDV Supportteam ir. A. Mom, Adviseur Internationale Samenwerking – Kolmarns b.d. B. van Lierop, Adviseur Marine – Kol b.d. ir. J.L. Velmans, Adviseur Landmacht –Kol b.d. V.J. Utermöhlen, Adviseur Luchtmacht en DMP Projecten – M. Herben, Senior Adviseur Nationale Veiligheid – G. van Loon, adviseur Export – J. Jansen, adviseur NAVO – D. Visser, adviseur Politie. Algemeen Bestuur Stichting NIDV H. van Ameijden, Damen Schelde Groep BV – H.J. Vink, Fokker Technologies – W. Tijsterman, Klein Poelhuis – D. Mackintosh, Bayards Aluminium Constructies – G.J. Edelijn, Thales BV – Ing. H. de Groot, ADSE – J.W. Kelder VADM b.d., TNO – ir. C. Haarmeijer Re-lion – S. Miegies, CityGIS BV
Een nieuwe generatie gevechtsvliegtuigen vereist een nieuwe generatie motoren
Pratt & Whitney is het enige bedrijf ter wereld dat vijfdegeneratiestraalmotoren voor gevechtsvliegtuigen levert. De F-35 Lightning II wordt aangedreven door onze F135-motor. Tientallen jaren operationele ervaring en technologische ontwikkeling hebben geresulteerd in de meest capabele en betrouwbare straalmotor voor gevechtsvliegtuigen ooit. Klaar voor vandaag en voor de uitdagingen van morgen. Overtuig uzelf op f135engine.com. It’s in our power.™