360 °
T HEMA Maatwerk(diploma)
Meer flexibiliteit nodig voor vernieuwing?
MAATWERK DIPLOMA IN DEBAT Over het maatwerkdiploma is een hevige onderwijsdiscussie gaande. Velen zien direct kansen, anderen aarzelen: wat halen we ermee overhoop? Argumenten en ideeën van wetenschappers, schoolleiders en docenten passeren de revue: op Twitter, in kranten, onderwijsblogs en in dit blad. Er klinkt veel enthousiasme, maar ook een pleidooi om het rustig aan te doen. Tekst: Carolien Nout / Fotografie: Dirk Kreijkamp
Het VO-congres op 26 maart zorgde in combinatie met je leerlingen na de basisschool niet meer zo vroeg de voorpagina van de Volkskrant voor een levendige selecteert voor vmbo, havo of vwo.” discussie over het maatwerkdiploma. De eerste reacties in de media en uit de politiek waren positief. Op Twitter ‘Wij dagen leerlingen uit om vakken varieerden de reacties uit het onderwijsveld van ‘goed op het hoogst haalbare niveau te idee’ tot ‘diploma-devaluatie’. Maar een goede discussie heeft meer nodig dan de 140 tekens in Twitter, zo blijkt volgen; een diploma voortgezet onderwijs zou die inzet belonen’ uit reacties van docenten en schoolleiders. Beloning
Een diploma voortgezet onderwijs waarbij achter elk vak staat op welk niveau de leerling examen heeft gedaan (vmbo, havo of vwo), dat is een maatwerkdiploma. Marc van Dongen, leshuisdirecteur op het Beatrix College, heeft er al ideeën over uitgewerkt. Op deze Tilburgse scholengemeenschap kunnen leerlingen het zogeheten 5M-leren volgen, waarbij ze in de onderbouw zelf kunnen kiezen uit thema’s en projecten binnen en buiten de school, en waarbij leergebieden op verschillende niveaus worden aangeboden. “Een maatwerkdiploma is daarop een logisch vervolg”, zegt Van Dongen. “Wij willen leerlingen uitdagen om vakken op het hoogst haalbare niveau te volgen en bieden ze daarnaast extra vakken of activiteiten aan. Dat stimuleert en motiveert ze en helpt ze in hun verdere schoolloopbaan. Een ‘diploma voortgezet onderwijs’ zou de beloning van hun inzet zijn. Nog een voordeel is dat
24
VO-magazine 6 / Mei 2015
Van Dongen praat veel met zijn collega’s over de ontwik keling van een maatwerkdiploma en wil ook graag met andere scholen en organisaties sparren. Want het uitgangs punt mag dan zijn om het onderwijs te vernieuwen en te verbeteren, er komt nogal wat bij kijken: het heeft onderwijskundige consequenties, het vraagt organisa torisch veel van docenten en scholen en het heeft gevolgen voor de aansluiting met vervolgonderwijs. Talentontwikkeling
Om met de onderwijskundige kant te beginnen: talent ontwikkeling is belangrijk voor alle leerlingen. Het is te realiseren met maatwerk en gepersonaliseerd leren – wat steeds beter mogelijk is dankzij digitale leermiddelen. Als onderdeel van een debatreeks over het onderwijs in debatcentrum De Balie in Amsterdam vertelde onderwijs pedagoog Gert Biesta onlangs aan een muisstille, volle zaal waar het om zou moeten gaan, als het aan hem ligt.
De foto’s bij dit artikel zijn genomen op het Marcanti College in Amsterdam
Goed onderwijs vereist dat drie domeinen met elkaar in balans zijn. Het gaat om kwalificatie: leerlingen doen kennis en vaardigheden op in bepaalde vakken om bijvoorbeeld een bepaald beroep uit te kunnen oefenen. Het gaat om socialisatie: leerlingen maken kennis met tradities in de praktijk, bijvoorbeeld het deel uitmaken van de cultuur van een democratie. En het gaat om persoonlijke ontwikkeling, wat hij subjectivering noemt. “De taak van het onderwijs is oriëntatie op het ‘leven’: hoe daar invulling aan te geven. Het gaat om ontplooiing: alle talenten van het kind tot ontwikkeling laten komen, de ‘juiste’ talenten.” Onderwijs kan niet alleen uitgaan van de wens van de leerling, aldus Biesta, maar moet de leerling juist los maken van het gevangen zijn in eigen wensen en eigen referentiepunten. “Is wat ik wil wenselijk voor mijzelf en anderen op deze planeet? Dat is een emancipatieproces, waarbij het erom gaat volwassen in de wereld te zijn, zonder jezelf in het centrum van de wereld te plaatsen.” Het klinkt misschien wat abstract, maar Biesta maakt het ook praktisch. “Leerlingen moeten de tijd en de ruimte krijgen om aan ‘verlangens’ te werken en niet toegeven aan hun impulsen. De school is de oefenplaats waar een perspectief ontwikkeld kan worden. Docenten moeten leerlingen uitdagen en prikkelen om anders te zijn; ze aanspreken op wat nog niet is, maar wat zou kunnen zijn.”
Brede blik
Op het Kandinsky College in Nijmegen zijn ideeën over maatwerk en brede ontwikkeling goed geland. De school wil een ‘ambitieuze leercultuur’ bieden en werkt daartoe met een drietrapsmodel: er is extra aanbod voor alle leerlingen, voor specifieke groepen en voor een of enkele leerlingen. Tweetalig onderwijs, Chinese les en master classes sterrenkunde zijn daar voorbeelden van. Veel leerlingen maken er gebruik van. Rector Yolande Ulenaers: “We willen niet alleen onderwijs van goede kwaliteit bieden, we willen ook dat leerlingen zich in de breedte ontwikkelen, hun blik op de wereld verruimen als jonge wereldburgers.” Ulenaers vindt het idee van een maatwerkdiploma interes sant. “Ook nu al volgen sommige leerlingen vakken op een hoger niveau en ik kan me goed voorstellen dat er meer volgen als er een maatwerkdiploma komt. De wereld verandert snel! Maar wat we ook doen, we willen niet in zeven sloten tegelijk lopen. Veranderingen zullen kleinschalig en stapsgewijs moeten gebeuren. En daarbij moeten we oog hebben voor de gevolgen voor docenten en leerlingen.” Organisatorisch
De organisatorische kant – het tweede vraagstuk dat het maatwerkdiploma met zich meebrengt - is inderdaad niet mis. Van Dongen van het Beatrix College somt op:
VO-magazine 6 / Mei 2015
25
T H E M A Maatwerk(diploma)
het vraagt om goede roosters, meer toetsen en andere lesvormen. “Je kunt bijvoorbeeld met parallelklassen werken die per niveau zijn samengesteld. Of met leerpleinen, grotere groepen waar drie docenten ieder een niveau voor hun rekening nemen. Het lijkt me ook dat leerlingen niet steeds moeten wisselen van niveau; één keer per jaar zou bijvoorbeeld mooi zijn. In de onderbouw in 5M-leren werken wij met weektaken en hebben leerlingen minder of kortere klassikale instructie. De rest van de tijd hebben ze andere werkvormen.” Het zijn allemaal ideeën om verder uit te werken, vindt hij, maar de prikkel die ervan uitgaat is de verdere vernieuwing van het onderwijs.
‘Begin met een paar voorlopers en geef ze de ruimte’ Zal het maatwerkdiploma het leerlingen niet te gemakkelijk maken om een vak op een lager niveau af te sluiten? Ulenaers ziet dat niet massaal gebeuren. “Het is aan ons om het vuur bij leerlingen aan te wakkeren. Belangrijk is wel dat we dat samen met ouders doen.” Zittenblijven is met een gedifferentieerd programma verleden tijd. Wel zullen leerlingen misschien langer over hun middelbare school doen. Dat is goed om ze te laten groeien naar een hoger niveau, oordeelt Van Dongen. Ook Ulenaers vindt dat geen probleem: “Neem de tijd die je nodig hebt, is mijn uitgangspunt. Maar de meeste leerlingen willen echt niet veel langer op school zitten, hoor!” Docenten
De organisatorische aandachtspunten houden naast schoolleiders ook docenten bezig. Amber Walraven,
360 °
onderwijsonderzoeker en docent aan de Radboud Docenten Academie, beschrijft haar standpunt in een blog. Zij voorziet dat er met een maatwerkdiploma veel op docenten afkomt, omdat ze veel meer inzicht in het curriculum en in leerlijnen nodig hebben. Ook leerlingen zelf moeten goed weten waar ze staan en hoe ze naar een hoger niveau kunnen. Maatwerk leidt ertoe dat leerlingen in hun eigen tempo de stof doorwerken en dat niet iedereen op hetzelfde moment toe is aan dezelfde toets. Walraven: “Is dat een klus, een gedoe, veel werk? JA! Maar ik droom er graag van, en ga graag kijken wat er kan en niet kan.” Docent natuurkunde Arjan van der Meij van Christelijk College de Populier in Den Haag is wat voorzichtiger in zijn reactie. “Ons onderwijs staat internationaal in de top 10 en onze kinderen zijn het gelukkigst”, zegt hij. “Dus als je iets ingrijpends wilt veranderen, moet je het echt heel zeker weten! Ik vind het maatwerkdiploma een mooie gedachte, maar ik zou eerst willen weten hoeveel kinderen daar baat bij zouden hebben.” Van der Meij denkt dat de grootste groep leerlingen nu op het juiste niveau zit en dat er met een cijfer tussen de 5 en de 10 al genoeg mogelijkheden zijn om te differentiëren per vak. “Leren mag best een beetje schuren of pijn doen. Als je ergens voor moet knokken, leer je daar ontzettend veel van. Zonder weerstand gebeurt er niets. Het is beter om hoge verwachtingen van leerlingen te hebben.” Natuurlijk is aansluiten bij interesses van leerlingen belangrijk om ze uit te dagen. Dan voelen ze zich prettig, stelt Van der Meij, maar: “Leerlingen zijn zelf vaak met heel andere dingen bezig. Het zijn pubers, relaties zijn heel erg belangrijk. Als zij het gevoel hebben dat ze gezien worden, dat jij iets voor ze doet, dan doen zij iets voor jou. Humor is heel erg belangrijk. Als leraar
GROEIMODEL VOOR SCHOLEN Het onderwijssysteem is flexibeler geworden door modernisering van de onderwijstijd en andere aanpassingen, schrijft staatssecretaris Dekker in april aan de Tweede Kamer over de voortgang van het Plan van Aanpak toptalenten: eerder afronden van vakken met een centraal eindexamen, versneld vwo en vakken afsluiten op een hoger niveau bijvoorbeeld. In de discussie over het maatwerkdiploma reageerden de meeste politieke partijen welwillend. Zij hebben de staatssecretaris om een reactie gevraagd en willen er in een rondetafelgesprek met vertegenwoordigers uit het onderwijs over doorpraten.
De VO-raad wil voorkomen dat leerlingen door een maatwerkdiploma te snel de weg van de minste weerstand kiezen. Met de mogelijkheid om te versnellen en verbreden wordt niveaudaling voorkomen. Een belangrijke sleutel om leerlingen beter te motiveren, is nadruk op hun sterke kanten. Loopbaanbegeleiding moet daarom een centrale plek in de uitwerking krijgen. De VO-raad is voorstander van een groeimodel waarbij scholen in hun eigen tempo verder kunnen werken aan dit plan. Ook wil de VO-raad het vervolgonderwijs daar intensief bij betrekken.
VO-magazine 6 / Mei 2015
27
360 °
T HEMA Maatwerk(diploma)
ben je verplicht een vrolijke en enthousiaste les te geven.” Naast het gewone programma verzorgt Van der Meij samen met collega’s de FABklas, waar leerlingen na schooltijd vanuit hun eigen nieuwsgierigheid dingen kunnen ontwerpen en bouwen. “Leerlingen willen heel graag in bepaalde vaardigheden uitblinken. Ze maken zelf prachtige producten. Dat vind ik mooi.” Van elkaar leren
De Populier werkt aan onderwijsvernieuwing volgens de methode LeerKRACHT. “Fantastisch!”, zegt Van der Meij. “Van elkaar kun je zo veel leren. Heel praktisch, door kort, leerlinggericht te vergaderen en kleine doelen te stellen bijvoorbeeld. Bij elkaar in de les kijken, samen een les voorbereiden, dat werkt enorm.” Zo zal het idealiter ook met het maatwerkdiploma moeten gaan, vindt hij. Begin met een paar voorlopers en geef ze de ruimte. Laat het vanuit de werkvloer ontstaan en groeien. Hij waarschuwt wel voor ongewenste effecten: “Als de ‘besten’ van de havo vakken op vwo-niveau doen, dan drukt dat de cijfers van de havo. Aan de andere kant zullen havisten het gemiddelde in het vwo laten dalen. Omdat wij worden afgerekend op de cijfers, zul je daar ook iets aan moeten doen. Een ander punt: we stellen hogere eisen voor wiskunde, Nederlands en Engels - daar moet je een voldoende voor hebben - en
28
VO-magazine 6 / Mei 2015
dan zeggen we tegelijkertijd ‘maar je mag wel op een lager niveau examen doen’. Dat is raar.” Handwerk
Mits het niet overhaast wordt ingevoerd, vindt directie voorzitter Jan Fasen van het Mundium College het maatwerkdiploma helemaal geen slecht idee. Op de opiniesite Joop.nl schrijft hij: “Stop met de nadruk op een eenzijdig standaardcurriculum, zet persoonsvorming weer centraal, laat elk talent bloeien, van massaproductie naar maatwerk.” Fasen beseft dat dit gemakkelijker gezegd dan gedaan is. Hoe leer je de leerling echt kennen? “Door het handwerk van onderop te ondersteunen. Leraren ontwerpen nieuwe onderwijsvormen die maatwerk en echt persoonlijk contact met hun leerlingen mogelijk maken.” Fasen formuleert zijn rol als schoolleider als een vraag aan leraren: “Wat kan ik doen, zodat jullie je werk optimaal kunnen doen? Inmiddels ben ik erachter dat het antwoord vooral over drie dingen gaat: ten eerste, toon leiderschap dat ruimte en vertrouwen geeft en heb geduld; ten tweede, organiseer de school radicaal anders; en ten derde, zorg voor voldoende maatwerk in professio nalisering voor leraren.” Daarbij is het belangrijk dat scholen kunnen broeden op vernieuwing, ondersteund worden waar ze het nodig hebben en vooral de tijd krijgen.
Andere sectoren
Partnerschap
Naast onderwijskundige en organisatorische effecten binnen het voortgezet onderwijs heeft een maatwerk diploma ook gevolgen in de sectoren die leerlingen toeleveren en afnemen: het basisonderwijs en het vervolgonderwijs. De PO-Raad vindt de gedachte van een maatwerk diploma heel interessant en wil de voor- en nadelen goed tegen elkaar afwegen, zegt een woordvoerder: “Een maatwerkdiploma kan gevolgen hebben voor het schooladvies. We weten nog niet in hoeverre we de kwaliteiten van een leerling al kunnen differentiëren op jonge leeftijd. Hoe dan ook staat het belang van de leerling bij ons voorop.” De MBO Raad bepleit in een manifest voor de toekomst van het middelbaar beroepsonderwijs dat jongeren langer de tijd moeten krijgen om te kiezen voor een bij hun talenten passende beroepsopleiding. Als het aan de raad ligt, moet serieus verkend worden of de hogere niveaus van vmbo-t/mavo en havo geïntegreerd kunnen worden tot ‘voorbereidend beroepsonderwijs’. “Na vijf jaar weet de leerling dan op welk niveau hij het diploma heeft behaald en welke doorstroommogelijkheden hij heeft naar mbo- en hbo-opleidingen.”
De universiteiten wijzen het maatwerkdiploma niet af, maar noemen wel het probleem dat vakken op vwoniveau een deel academische vorming bevatten die ze op havoniveau missen. Dat deel academische vorming bereidt scholieren voor op universitair onderwijs. Jacqueline Hoornweg, Directeur Regionaal Steunpunt Leiden en Hoofd sectie vwo-wo Universiteit Leiden, voorziet dat er een categorie leerlingen ontstaat waarvan niet duidelijk is welke rechten op vervolgonderwijs zij hebben of aankunnen. “Ik denk dat opleidingen hardere eisen gaan stellen of toelatingsexamens gaan inrichten. Is dat voor leerlingen wel transparant? Vermindert het juist de motivatie om bij alle vakken op het hoogste niveau te willen presteren?” ‘Ik zie in het voorstel een kans om de kloof vo-ho/wo op te lossen’ Om die reden ziet onderwijsonderzoeker en docent Amber Walraven het maatwerkdiploma juist als een goede gelegenheid voor universiteiten om helder te maken wat het startniveau van hun studenten zou moeten zijn. “Ik zie in het voorstel een kans om de kloof vo-ho/wo op te lossen.” Het eerdergenoemde Kandinsky College zoekt nu al actief naar partnerschap met instellingen voor hoger onderwijs in de regio. Aan de Radboud Universiteit bijvoorbeeld kunnen goede 5 vwo-leerlingen al colleges volgen en studiepunten halen. Samenwerking met de Hogeschool Arnhem-Nijmegen staat ook al in de steigers, omdat het Kandinsky graag een ondernemende havo wil starten. Rector Ulenaers: “Het is tijd om iets te veranderen, ook voor het hoger onderwijs. Gezien de hoge aantallen studenten die uitvallen en overstappen hebben zij daar ook baat bij.”
‘Is het een klus, gedoe, veel werk? JA! Maar ik droom er graag van’ De Vereniging Hogescholen geeft op haar beurt aan flexibiliteit en maatwerk belangrijk te vinden. Theo Joosten, faculteitsdirecteur Economie en Management van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en lid van het Platform VO-HO, vindt een maatwerkdiploma een verfrissende gedachte: “Dat is mijn persoonlijke reactie. Als het voortgezet onderwijs ons daarin voorgaat, zal het ons in het hoger onderwijs ook helpen om de student en zijn competenties meer centraal te stellen.” Zullen instellingen voor hoger onderwijs dan ook strenger gaan selecteren? Joosten denkt dat de toegankelijkheid juist groter wordt: “Zo kan ik me voorstellen dat een vwo-leerling die twee taalvakken op havoniveau heeft gedaan, toch biochemie kan studeren. Het zet het onderwijs misschien op zijn kop, maar je kunt daar echt wel mee experimenteren. Grote scholengemeenschappen kunnen dat het best. Het gaat erom steeds te kijken: wat kunnen we wel en niet met deze leerling, waar zitten hiaten? Cijfers zijn niet alles, die zijn geen paspoort tot succes. Het gaat ook om motivatie, betrokkenheid en discipline.”
Meer informatie: • Op www.debalie.nl staan bijdragen van sprekers als Gert Biesta in de serie ‘Mijn idee over onderwijs’; de slotdag is in juni. • De Onderwijsraad adviseert over flexibilisering van eindtoetsen in het primair en voortgezet onderwijs. Scholen kunnen hun ideeën of wensen kwijt op
[email protected] (tot 1 juli). • Kijk in het dossier Gepersonaliseerd leren op www.vo-raad.nl voor documenten en downloads. • De geciteerde blogposts zijn te vinden op www.joop.nl en amberwalraven.edublogs.org.
VO-magazine 6 / Mei 2015
29