Maatschappelijke positie van onderwijzers in Nederland Maarten Tol
E5635 | 4 december 2006 Bestemd voor: Onderwijsraad ’s Gravenhage
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 1
Inhoud
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 4 4.1 4.2
Samenvatting Inleiding
5 4
Ervaring en functie (invulling) binnen het onderwijs Onderwijzers die korter dan 10 jaar of langer dan 25 jaar werkzaam zijn als docent blijken meest “school vast” Onderwijzers in voortgezet onderwijs werken meeste uren Meer dan helft onderwijzers in voortgezet- en beroeps- en volwassenenonderwijs is docent tweedegraads Onderwijzers primair onderwijs relatief laagste functieschaal & laagste inkomen Werkervaring in bedrijfsleven wordt meeste opgedaan door onderwijzers in het beroeps- en volwassenenonderwijs
6
Participatie in netwerken In primair onderwijs worden relatief minste vakgerelateerde activiteiten en juist meeste niet vakgerelateerde activiteiten ondernomen In primair onderwijs meeste persoonlijk contact met collega’s en vakgenoten buiten school om Onderwijzers in primair onderwijs hebben relatief gezien het minst email contact met collega’s Merendeel onderwijzers neemt geen deel aan discussiegroep op internet Weinig verschil tussen soort onderwijzers als het gaat om lidmaatschap verenigingen In primair onderwijs meeste mensen “gewoon lid”van een sportvereniging Onderwijzers politiek/bestuurlijk weinig actief
6 9 11 12 14 16 16 27 29 30 31 31 34
Opvattingen over onderwijs Tweederde voortgezet onderwijs: onderwijs is onvergelijkbaar met andere beroepen Accent werk ligt zowel op de leerinhoud als op het leerproces Beroep van onderwijsgevende heeft een meer algemeen opvoedkundig karakter gekregen Bijdragen aan actief burgerschap en sociale integratie leerlingen van minder belang in beroeps- en volwassenenonderwijs “Canon van Nederland” meest nuttig gevonden in voortgezet onderwijs Onderwijzers in primair onderwijs minste neiging over te stappen naar andere sector
37
Segmentatie op basis van waarden; WIN model Relatief veel evenwichtigen, ruimdenkers en geëngageerden in het onderwijs Onderwijzers in beroeps,- en volwassenenonderwijs verreweg meeste ruimdenkers
44
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 2
37 38 39 40 41 42
46 46
4.3 4.4 4.5 4.6
Enkele grote verschillen in deelname aan schoolactiviteiten tussen de verschillende segmenten Aantal contacten met collega’s/ vakgenoten verschillen per WIN segment Meningen over beroep onderwijsgevende verschillen per WIN segment Zakelijken en ruimdenkers overwegen meest een overstap te maken naar andere onderwijscategorie
48 49 49 52
5 Bijlagen Verdeling wegingsvariabelen en achtergrond variabelen Onderzoeksverantwoording Beschrijving Onderzoeksmethoden Nomogram ter bepaling van de steekproefmarges Beschrijving WIN segmenten Tabellenset per onderwijscategorie Tabellenset per onderwijscategorie verdeeld naar geslacht Tabellenset per onderwijscategorie verdeeld naar leeftijd Tabellenset per onderwijscategorie verdeeld in voltijd en deeltijd
Inhoud figuren en tabellen 1 | Aantal jaren werkzaam als leerkracht/docent 2 | Aantal jaren werkzaam op huidige school 3 | Aantal uren werkzaam per week per onderwijscategorie 4 | Functiebekleding binnen voortgezet onderwijs en beroeps- en volwassenenonderwijs 5 | Functieschalen onderwijzers per onderwijscategorie 6 | Inkomensverdeling per onderwijssoort 7 | Functieschalen in verleden voor voortgezet onderwijs en beroeps- en volwassenenonderwijs 8 | Werkervaring vóór huidige functiebekleding 9 | Activiteiten met betrekking tot inhoud van uw vak naast lesgeven 10 | Verdeling man/vrouw in primair onderwijs met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten 11 | Verdeling man/vrouw in beroeps- en volwassenenonderwijs met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten 12 | Niet-vakgerelateerde activiteiten voor school naast het lesgeven 13 | significante verschillen in verdeling man/vrouw in primair- en voortgezet onderwijs met betrekking tot niet-vakgerelateerde activiteiten 14 | significante verschillen in primair- en voortgezet onderwijs tussen leeftijdscategorieën in verband met niet-vakgerelateerde activiteiten 15 | Tijdsbesteding in uren per week aan vakgerelateerde activiteiten 16 | Tijdsbesteding met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten; binnen of buiten uren arbeidscontract 17 | Aantal ontmoetingen per maand met collega’s buiten school om 18 | Aantal ontmoetingen per maand met vakgenoten andere scholen buiten school om 19 | Gemiddeld e-mail contact met collega’s per week 20 | Lidmaatschap/ deelname aan discussiegroepen op het internet 21 | Functiebekleding binnen sportvereniging Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 3
6 7 10 11 12 13 14 15 16 17 18 20 21 22 24 25 27 28 29 30 32
22 | Tijdsbesteding in uren met betrekking tot sportverenigingen per onderwijscategorie 23 | Bekleding openbare bestuursfuncties 24 | Politieke voorkeur per onderwijscategorie 25 | Lidmaatschap politieke partijen per onderwijscategorie 26 | Vergelijking van beroep onderwijzer met andere beroepen 27 | Accent van het werk als onderwijsgevende 28 | Wijze van functieverbreding in de afgelopen jaren 29 | Bijdrage leveren aan actief burgerschap en sociale integratie van leerlingen 30 | Nut “Canon van Nederland” voor de verschillende onderwijscategorieën 31 | Overweging om over te stappen om onderwijs te geven in andere sector 32 | Verdeling segmenten binnen onderwijs ten opzichte van verdeling Nederlandse bevolking 33 | Verdeling naar WIN segmenten per onderwijscategorie
Bijlagen 34 | Leeftijdsverdeling per onderwijscategorie 35 | Verhoudingen man/vrouw per onderwijscategorie 36 | Onderwijzers werkzaam per provincie voor primair- en voortgezet onderwijs afgezet tegen percentage inwoners 37 | Onderwijzers per regio voor beroeps- en volwassenenonderwijs 38 | Denominatie scholen per voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs 39 | Denominatie in het beroeps- en volwassenenonderwijs steekproefverdeling versus werkelijke verdeling 40 | Geloofsovertuiging onderwijzers per onderwijscategorie 41 | Geboorteland verdeeld naar onderwijscategorie 42 | Hoogst genoten opleiding vóór lerarenopleiding per onderwijscategorie 43 | Samenlevingsvorm per onderwijscategorie 44 | Gemiddeld aantal leerlingen op scholen met één of meerdere vestigingen
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 4
33 34 35 36 37 38 39 40 42 43 46 47
Samenvatting
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 5
Ervaring in het onderwijs Het merendeel van de onderwijzers blijkt korter dan 10 jaar werkzaam te zijn in het onderwijs. Dit geldt voor alle drie de onderwijscategorieën. Onderwijzers die al langer dan 25 jaar als onderwijzer werkzaam zijn, blijken in het voortgezet onderwijs het meest “school vast”: 65% van hen werkt ook al langer dan 25 jaar op de school waar zij momenteel werkzaam zijn. Werkervaring andere sectoren Onderwijzers in het beroeps- en volwassenenonderwijs hebben de meeste werkervaring opgedaan in het bedrijfsleven ten opzichte van de onderwijzers in de andere twee onderwijscategorieën. Het gaat hier om 36% van de onderwijzers in het beroeps- en volwassenenonderwijs ten opzichte van 22% en 7% in respectievelijk het voortgezet- en primair onderwijs. Participatie in netwerken Schoolgerelateerde activiteiten In het primair onderwijs besteedt men de minste aandacht aan vakgerelateerde activiteiten (ten opzichte van de andere twee onderwijscategorieën). Niet-vakgerelateerde activiteiten zoals zitting nemen in een feestcommissie of activiteitencommissie, worden het meest ondernomen in het primair onderwijs. In het beroeps- en volwassenenonderwijs zijn onderwijzers beduidend minder met niet-vakgerelateerde activiteiten bezig, 70% van hen geeft aan geen enkele tijd te besteden aan niet-vakgerelateerde activiteiten voor de school. De vakgerelateerde activiteiten die in alle drie de onderwijscategorieën het meest worden ondernomen zijn materiaal ontwikkelgroepen, vakgroepoverleg en intervisie binnen de school. Persoonlijk contact en emailcontact Voor alle drie de onderwijscategorieën geldt (logischerwijs) dat men minder contact heeft met vakgenoten van andere scholen dan met collega’s van de eigen school. Wel is het zo dat onderwijzers in het primair onderwijs hun collega’s en vakgenoten vaker ontmoeten (buiten schoolactiviteiten om) dan onderwijzers in het voortgezet- en beroeps- en volwassenenonderwijs. Hiernaast blijkt dat men in het primair onderwijs juist minder contact heeft met collega’s via de e-mail. Activiteiten in verenigingsverband Het merendeel van de onderwijzers in de drie onderwijscategorieën, is lid van een sportvereniging (gemiddeld 40%). Hiernaast blijken onderwijzers voornamelijk lid te zijn van een muziek- of vrijwilligersvereniging (gemiddeld 10% en 13%). Met betrekking tot functies binnen bovenstaande verenigingen en tijdsbesteding, is te zeggen dat onderwijzers in het primair onderwijs het minst actief zijn (87% van de onderwijzers in het primair onderwijs is alleen lid van een vereniging ten opzichte van 78% en 79% in het voortgezet- en beroeps en volwassenenonderwijs. Zij vervullen de minste functies binnen deze verenigingen en besteden, logischerwijs ook minder tijd aan de vereniging(en) waar zij lid van zijn. Opvattingen over onderwijs en beroep onderwijsgevende
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 1
Vergelijkbaarheid beroep & accent van het werk Met betrekking tot de vergelijkbaarheid van het beroep van de onderwijsgevende met andere beroepen, blijkt het merendeel van de onderwijzers in het voortgezet onderwijs hun beroep onvergelijkbaar te vinden met andere beroepen (67%, ten opzichte van 59% en 51% in respectievelijk het primair- en beroeps- en volwassenenonderwijs). Functieverbreding in het onderwijs Dat er sprake is van functieverbreding wordt het meeste ervaren in het primair- en voortgezet onderwijs. De twee voornaamste manieren waarop dit plaats vindt zijn meer hulpverlening voor de leerlingen (aangegeven door 93% van de onderwijzers in het primair onderwijs en 86% van de onderwijzers in het voortgezet onderwijs) en meer opvoedende taken (aangegeven door 88% van de onderwijzers in het primair onderwijs en 83% van de onderwijzers in het voortgezet onderwijs). Dat deze wijze van verbreding juist door onderwijzers in het primair onderwijs wordt aangegeven is niet verrassend daar zij van alle soorten onderwijzers de meest opvoedkundige rol hebben. Wel is het zo dat zij vinden dat deze opvoedkundige rol de laatste jaren is toegenomen. Bijdrage leveren aan actief burgerschap leerlingen Het leveren van een bijdrage aan actief burgerschap van leerlingen op diverse manieren (door morele opvoeding, culturele oriëntatie leerlingen, aandacht aan staatkundige inrichting Nederland of levensbeschouwelijke overdracht) wordt het meest geleverd door onderwijzers in het primair onderwijs. Deze uitkomst is niet geheel verrassend, wederom vanwege de meer opvoedkundige rol die onderwijzers in het primair onderwijs hebben. Nut Canon van Nederland Over het algemeen blijkt het merendeel van de onderwijzers de canon van Nederland nuttig te vinden voor de onderwijscategorie waarin zij lesgeven. Niet geheel onverwacht wordt deze canon het meest nuttig gevonden door onderwijzers in het voortgezet onderwijs. Verdeling in WIN segmenten Onderwijzers blijken in vier WIN segmenten meer dan gemiddeld vertegenwoordigd te zijn (gemiddeld is hier de verdeling van de Nederlandse bevolking in deze segmenten). Dit betreft de WIN segmenten evenwichtigen, ruimdenkers, geëngageerden en zakelijken(voor een volledige beschrijving van deze segmenten verwijzen naar de bijlagen). Kijkend naar de verdeling in WIN segmenten zijn er ook enkele verschillen tussen de verschillende onderwijscategorieën. Zo zijn in het primair onderwijs de meeste behoudenden en de minste zakelijken te vinden.ten opzichte van de andere twee onderwijscategorieën. Tenslotte zijn enkele verschillen zichtbaar in hoe onderwijzers uit verschillende segmenten participeren in netwerken. Ook zijn er verschillen waar te nemen met betrekking tot hun meningen over het onderwijs. Zo blijken behoudenden significant minder deel te nemen aan vakgroepoverleg. Verrassend genoeg maken behoudenden meer dan onderwijzers uit de andere segmenten
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 2
deel uit van een feestcommissie. Luxezoekers blijken verreweg het minst in een medezeggenschapsraad zitting te nemen en ook het minst deel te nemen aan intervisie binnen de school. Tenslotte valt op dat zakelijken en ruimdenkenden degenen zijn die het meest overwegen een overstap naar een andere sector te maken. Behoudenden denken het minst aan een eventuele overstap naar een andere sector.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 3
Inleiding Inleiding De Onderwijsraad is het adviesorgaan voor de regering op het gebied van onderwijs. De Onderwijsraad adviseert de regering over de hoofdlijnen van het beleid en de wetgeving op het gebied van het onderwijs. Onderdeel van deze advisering betreft de maatschappelijke positie van onderwijzers in Nederland. De Onderwijsraad heeft in september 2006 TNS NIPO gevraagd onderzoek te doen naar de positie van de onderwijzers. Doel De Onderwijsraad wil met dit onderzoek meer inzicht verkrijgen in de maatschappelijke positie van leraren in Nederland. Naast enkele basisgegevens is zij voornamelijk geïnteresseerd in de morele opvattingen van onderwijzers over het beroep en de wijze waarop zij deelnemen in diverse (sociale) netwerken. Hiernaast wil de Onderwijsraad inzicht krijgen in verschillen in waarden en socio-demografische kenmerken van verschillende groepen onderwijzers. Doelgroep Voor dit onderzoek zijn drie doelgroepen ondervraagd: 1 Leerkrachten in het primair onderwijs 2 Docenten in het voortgezet onderwijs 3 Docenten in het beroeps- en volwassenenonderwijs Het aantal respondenten dat ondervraagd is uit de eerste doelgroep bedraagt 762. Het aantal respondenten uit de tweede doelgroep dat ondervraagd is bedraagt 503. Uit de laatste doelgroep zijn 262 respondenten ondervraagd. In hoofdstuk 1 zullen de variabelen die betrekking hebben op beroepsinvulling en ervaring worden besproken. In hoofdstuk 2 zal vervolgens dieper in worden gegaan op de manier waarop de respondenten invulling geven aan de manier waarop (en mate waarin) zij zich bewegen in sociale netwerken. Hoofdstuk 3 zal handelen over de (morele) opvattingen die de respondenten hebben ten opzichte van het onderwijs. Tenslotte zal in hoofdstuk 4 een indeling in segmenten gemaakt worden van de respondenten op basis van waarden en socio-demografische kenmerken. Gezien het belang van de (mogelijke) verschillen tussen de drie doelgroepen voor dit onderzoek zullen de bovenstaande onderwerpen telkens behandeld worden op een wijze waarbij de resultaten van de drie verschillende doelgroepen aan elkaar gespiegeld worden. Wanneer in de rapportage in de tekst gesproken wordt over verschillen tussen bepaalde groepen dan betreffen deze alleen significante verschillen op een betrouwbaarheidsniveau van 95%. Dit houdt in dat deze verschillen, gevonden in dit onderzoek, in 19 van de 20 gevallen conform de realiteit is.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 4
In de bijlagen vindt u de verdeling van de steekproef per onderwijscategorie naar enkele basisvariabelen. Hierbij gaat het om variabelen zoals geslacht, denominatie, opleidingsniveau en overige achtergrondvariabelen. Hiernaast vindt u in de bijlage de vragenlijst, de tabellen (inclusief uitsplitsingen) en de onderzoeksverantwoording (inclusief wegingcijfers).
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 5
1 Ervaring en functie (invulling) binnen het onderwijs In dit eerste hoofdstuk zullen verschillende variabelen aanbod komen die meer inzicht geven in de beroepsinvulling & ervaring van onderwijzers in de drie onderwijssectoren. De variabelen die in dit verband besproken zullen worden zijn werkervaring, aantal uren werkzaam per week, functies en functieschalen, inkomen en werkervaring.
1.1 Onderwijzers die korter dan 10 jaar of langer dan 25 jaar werkzaam zijn als docent blijken meest “school vast” In grafiek 1 is te zien hoeveel jaren onderwijzers uit de verschillende antwoordcategorieën werkzaam zijn. Uit deze verdeling blijkt één significant verschil te bestaan tussen de onderwijscategorieën. Dit betreft het percentage dat tot 5 jaar werkervaring heeft als docent. Dit percentage is in het beroeps- en volwassenenonderwijs significant hoger dan in de andere twee onderwijssectoren.
1 | Aantal jaren werkzaam als leerkracht/docent % 100 90 28
24 30
80 7 70 60 50
10
8
8
8
13
11
10
40 30
9
21 19
25 jaar of langer 20 tot 25 jaar 15 tot 20 jaar 10 tot 15 jaar 5 tot 10 jaar 0 tot 5 jaar
22
20 29 10
22
22
primair onderwijs
voortgezet onderwijs
0 beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 6
Vervolgens wordt in grafiek 2 getoond hoeveel jaren de onderwijzers al werkzaam zijn op de school waar zij nu werken.
2 | Aantal jaren werkzaam op huidige school % 100 11 90
13 20
5 80 70
6 11
7 5
10
7 10
9 25 jaar of langer 20 tot 25 jaar 15 tot 20 jaar 10 tot 15 jaar 5 tot 10 jaar 0 tot 5 jaar
60 50
27
19 26
40 30 20
39
43 33
10 0 primair onderwijs
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Het blijkt dat voor elke onderwijscategorie verreweg het merendeel van de onderwijzers tussen de 0 en 10 jaar op dezelfde school werkzaam is. In het voortgezet onderwijs is het percentage dat minder dan vijf jaar werkzaam is op dezelfde school significant lager dan binnen het primair- of beroeps- en volwassenenonderwijs (33% ten opzichte van 39% en 43%). Om meer inzicht te krijgen in hoeverre onderwijzers van school veranderen zijn bovenstaande variabelen tegen elkaar afgezet. U vindt deze vergelijkingen in de tabellen 1,2 en 3 voor respectievelijk het primair-, voortgezet- en beroeps- en volwassenenonderwijs.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 7
Uit tabel 1 blijkt bijvoorbeeld dat van de onderwijzers die al langer dan 25 jaar als zodanig werkzaam zijn, 12% minder dan 5 jaar op de huidige school werkzaam is. 41% van de onderwijzers die al langer dan 25 jaar werkzaam zijn in het primair onderwijs blijkt erg honkvast te zijn, zij werken óók al langer dan 25 jaar op hun huidige school. Tabel 1: aantal jaren werkzaam als docent afgezet tegen aantal jaren werkzaam op huidige school voor primair onderwijs Aantal jaren werkzaam Tot 5 5-10 10-15 15-20 20-25 25 jaar of als onderwijzer jaar jaar jaar jaar jaar meer
Aantal jaren werkzaam Op huidige school Tot 5 jaar 5-10 jaar 10-15 jaar 15-20 jaar 20-25 jaar 25 jaar of meer
100% -
32% 65% 2% -
31% 33% 36% -
31% 26% 18% 25% -
13% 34% 20% 10% 21% -
12% 15% 9% 10% 12% 41%
In tabel 2 worden bovenstaande resultaten weergegeven voor het voortgezet onderwijs. Hier valt op dat van de onderwijzers die al langer dan 25 jaar werkzaam zijn als onderwijzer, maar liefst 65% van hen ook al zo een lange periode op de huidige school werkzaam is. Tabel 2: aantal jaren werkzaam als docent afgezet tegen aantal jaren werkzaam op huidige school voor voortgezet onderwijs Aantal jaren werkzaam Tot 5 5-10 10-15 15-20 20-25 25 jaar of als onderwijzer jaar jaar jaar jaar jaar meer
Aantal jaren werkzaam Op huidige school Tot 5 jaar 5-10 jaar 10-15 jaar 15-20 jaar 20-25 jaar 25 jaar of meer
100% -
28% 71% -
12% 26% 61% -
1
19%1 13% 16% 52% -
22% 3% 13% 24% 38% -
Als percentages cursief gedrukt zijn, houdt dit in dat zij gebaseerd zijn op een groepsgrootte die lager is dan 50
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 8
3% 19% 5% 2% 6% 65%
In onderstaande tabel is de verdeling weergegeven voor het beroeps- en volwassenenonderwijs. Daar in deze tabel de helft van de categorieën bestaat uit een respondentgroep van lager dan 50 dienen deze resultaten met enige voorzichtigheid benaderd te worden. Tabel 3: aantal jaren werkzaam als docent afgezet tegen aantal jaren werkzaam op huidige school voor beroeps- en volwassenenonderwijs 5-10 10-15 15-20 20-25 25 jaar of aantal jaren werkzaam Tot 5 als onderwijzer jaar jaar jaar jaar jaar meer
aantal jaren werkzaam op huidige school Tot 5 jaar 5-10 jaar 10-15 jaar 15-20 jaar 20-25 jaar 25 jaar of meer
100% -
38% 62% -
35%2 11% 51% -
10% 21% 13% 55% -
5% 21% 15% 59% -
12% 7% 2% 14% 12% 53%
Uit tabel 3 valt af te lezen dat 53% van de onderwijzers die al langer dan 25 jaar werkzaam zijn als docent, ook al 25 jaar of langer op hun huidige school werkzaam zijn.
1.2 Onderwijzers in voortgezet onderwijs werken meeste uren In grafiek 3 valt af te lezen hoeveel uren men gemiddeld per week werkt. Wederom uitgesplitst naar onderwijscategorie. Voor alle onderwijscategorieën geldt dat de meeste onderwijzers tussen de 30 en 39 uur per week werken. In het voortgezet onderwijs werkt meer dan één vijfde meer dan 40 uur per week. Dit is significant meer dan de 17% van de onderwijzers in het primair onderwijs die meer dan veertig uur per week werken. Hiernaast blijkt bijna een kwart van de onderwijzers in het beroeps- en volwassenenonderwijs minder dan 20 uur per week te werken, significant meer dan de 13% in het voortgezet onderwijs.
2
Als percentages cursief gedrukt zijn, houdt dit in dat zij gebaseerd zijn op een groepsgrootte die lager is dan 50
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 9
3 | Aantal uren werkzaam per week per onderwijscategorie3 % 100 90
20
13 24
80 21 70
25
19
60 28
50 40
23
25
30
15
Minder dan 20 uur per week 20 t/m 29 per week 30 t/m 39 uur per week 40 uur Meer dan 40 uur per week
14
13 20 10
17
22
20
voortgezet onderwijs (gemiddeld 32,4 uren per week)
beroeps- en volwassenenonderwijs (gemiddeld 30 uren per week)
0 primair onderwijs (gemiddeld 29,9 uren per week)
Bron: TNS NIPO, 2006
3
gemiddeldes zijn berekend op basis van 45 uur voor de “meer dan 40 uur” categorie, de middelste waarde van de overige categorieën en op basis van 10 uur voor de “minder dan 20 uren” categorie
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 10
1.3 Meer dan helft onderwijzers in voortgezet- en beroeps- en volwassenenonderwijs is docent tweedegraads Aan de onderwijzers in het voortgezet- en beroeps- en volwassenenonderwijs is gevraagd naar de functies die zij bekleden. In grafiek 4 ziet u de antwoorden die hierop gegeven zijn gesplitst naar onderwijscategorie. Het blijkt dat in zowel het voortgezet onderwijs als het beroeps- en volwassenenonderwijs het merendeel van de onderwijzers docent tweedegraads is (respectievelijk 57% en 54%). 36% van de onderwijzers in het voortgezet onderwijs bekleedt de functie van docent eerstegraads tegenover 27% van de onderwijzers in het beroeps- en volwassenenonderwijs.
4 | Functiebekleding binnen voortgezet onderwijs en beroeps- en volwassenenonderwijs % 140
120
1
3 6 6
100
14
2 7
Directeur
7 3 13
80
Zij instromer (momenteel nog bezig met aanvullende lerarenopleiding) Bijlesgevend Leraar in opleiding
36 27 60
Coordinator Docent eerstegraads Docent tweedegraads
40 57
54
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
20
0
Bron: TNS NIPO, 2006
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 11
1.4 Onderwijzers primair onderwijs relatief laagste functieschaal & laagste inkomen Met betrekking tot de functieschalen waarin de verschillende onderwijzers zich bevinden zijn er, zoals verwacht behoorlijke verschillen te constateren. In grafiek 5 is de verdeling in functieschalen per onderwijscategorie weergegeven. 66% van de onderwijzers in het primair onderwijs zit in functieschaal LA. In het voortgezet onderwijs bevindt het merendeel van de onderwijzers zich in functieschaal LB, namelijk 56%. Daarnaast is er in het voortgezet onderwijs ook nog een behoorlijk percentage onderwijzers dat zich in de LD schaal bevindt (15%). Tenslotte blijken de onderwijzers in het beroeps- en volwassenenonderwijs, veel meer dan in de andere twee sectoren, niets kwijt te willen over de functieschaal waarin zij zich bevinden. Het gaat hier om bijna 40% van de onderwijzers. 5 | Functieschalen onderwijzers per onderwijscategorie % 100 10 90
22 15
80
1
2 70
39
9 17
60
5
50 20
Wil niet zeggen LD schaal LC schaal LB schaal LA schaal
40 30
66
56
20
33
10 2
0 primair onderwijs
3 voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
een variabele die nauw samenhangt met functieschalen waarin onderwijzers zich bevinden is het bruto inkomen van de onderwijzers. In grafiek 6 ziet u de inkomensverdeling per onderwijscategorie.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 12
6 | Inkomensverdeling per onderwijssoort % 100
5 10
90
10
4 29
80
27 70 40 60
wil niet zeggen/weet niet 45.000,- of meer van 28.500,- tot 45.000,tot 28.500,-
50 40
32
40 30 20
45 26
10
30
0 primair onderwijs
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Uit grafiek 5 en 6 blijkt dat de inkomensverdeling logischerwijs grotendeels overeenkomt met de functieschalen waarin de onderwijzers per onderwijscategorie behoren. Opvallend is wel dat de onderwijzers geheimzinniger doen over de functieschaal waartoe zij behoren dan over het inkomen dat zij verdienen. Naast de huidige functieschalen van onderwijzers was de Onderwijsraad ook benieuwd naar functieschalen waarin onderwijzers zich voorheen bevonden. Dit is gevraagd aan onderwijzers in zowel het voortgezet- als beroeps- en volwassenenonderwijs en de resultaten zijn weergegeven in grafiek 7.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 13
7 | Functieschalen in verleden voor voortgezet onderwijs en beroeps- en volwassenenonderwijs % 100 90 80
33 41
70 60 50
vroeger niet in andere schaal ja, Schaal 12 ja, schaal 11 ja, Schaal 10 ja, Schaal 9
11
10
8
40 19 30 20
39 19
10 0
3
5
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
33% tot 41% van de onderwijzers blijkt vroeger niet tot een andere functieschaal te hebben behoord. Daarnaast blijkt een groot percentage onderwijzers binnen het voortgezet onderwijs in functieschaal 10 te hebben bevonden, significant meer dan de onderwijzers in het beroeps- en volwassenenonderwijs. Een klein percentage is niet in de grafiek weergegeven, het gaat hier om ongeveer 5% van de respondenten die hebben aangegeven in het verleden ergens gewerkt te hebben waar niet met functieschalen gewerkt werd of op freelance basis of als invalskracht te hebben gewerkt.
1.5 Werkervaring in bedrijfsleven wordt meeste opgedaan door onderwijzers in het beroeps- en volwassenenonderwijs Naast vragen met betrekking tot functie en ervaring is de respondenten ook gevraagd naar eventuele werkervaring die zij hebben opgedaan voor hun huidige functie in het onderwijs. In grafiek 8 zijn deze resultaten weergegeven
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 14
8 | Werkervaring vóór huidige functiebekleding % 100 10 90 29 80
37 36
70 60
7
22
nee, geen eerdere werkervaring opgedaan ja, werkervaring opgedaan in het bedrijfsleven ja, werkervaring opgedaan elders in het onderwijs ja, werkervaring opgedaan in een andere sector
50 40 30
33 44
36
20 21
10 11
13
primair onderwijs
voortgezet onderwijs
0 beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Het percentage onderwijzers dat in het onderwijs eerdere werkervaring heeft opgedaan ligt in het primair onderwijs een stuk hoger dan in de andere twee sectoren. Daarnaast is ook het percentage onderwijzers dat geen eerdere werkervaring heeft opgedaan significant hoger in het primair onderwijs. In het beroeps en volwassenenonderwijs blijkt tenslotte dat het percentage onderwijzers dat in het bedrijfsleven werkervaring heeft opgedaan significant hoger is dan in de andere twee sectoren. Een oorzaak voor dit verschil in opgedane werkervaring kan zijn dat het beroep van onderwijzer in het primair onderwijs veel meer uit een soort van roeping wordt vervuld dan bij onderwijzen in het beroeps- en volwassenenonderwijs het geval is. Dit zou kunnen verklaren waarom onderwijzers in het primair onderwijs veel minder in andere sectoren werkervaring hebben opgedaan. Een andere verklaring ligt in het verschil in opleidingsniveau (voor verdeling opleidingsniveaus per onderwijscategorie zie Bijlagen). Binnen het voortgezet- en beroeps- en volwassenenonderwijs zijn significant meer onderwijzers aanwezig met een universitaire achtergrond. Deze opleidingsachtergrond maakt het makkelijker mogelijk om in verschillende sectoren te gaan werken of een overstap te maken, dan het hebben van bijvoorbeeld alleen een PABO diploma.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 15
2 Participatie in netwerken In dit hoofdstuk zal worden ingegaan op de mate waarin onderwijzers uit de drie onderwijscategorieën participeren in netwerken. Naast tijdsbesteding aan schoolgerelateerde activiteiten (hierin is een onderscheid gemaakt tussen vakgerelateerde activiteiten en niet-vakgerelateerde activiteiten) zal gekeken worden naar de mate waarin en wijze waarop men contact heeft met collega’s en vakgenoten. Tenslotte zal besproken worden in welke mate onderwijzers buiten de school om participeren in diverse netwerken door te kijken naar hun (actieve) deelname aan diverse soorten verenigingen.
2.1 In primair onderwijs worden relatief minste vakgerelateerde activiteiten en juist meeste niet vakgerelateerde activiteiten ondernomen De onderwijzers is gevraagd naar welke vak gerelateerde activiteiten zij ondernemen naast het lesgeven. In grafiek 9 zijn de meeste voorkomende uitkomsten weergegeven. Er blijken drie activiteiten te zijn die in zowel het primair-, voortgezet- en beroeps- en volwassenenonderwijs het meeste worden ondernomen door de onderwijzers. Het betreft hier deelname aan materiaal ontwikkelgroepen, deelname aan vakgroepoverleg en deelname aan intervisie binnen school.
9 | Activiteiten met betrekking tot inhoud van uw vak naast lesgeven % 100 90 80 70
70
60
60
56
50 40
40 40
37
35
34
30
30 21 16
20
11
13
10
9
8
12
15
12 7
4
17
5
2
0 geen van deze
actief lid vereniging vakdocenten
voortgezet onderwijs
lid van nascholingsgroep
deelname aan intervisie tussen scholen
deelname aan eindexamenopgaven
deelname aan materiaal ontwikkelgroepen
deelname aan vakgroepoverleg
deelname aan intervisie (binnen de school)
primair onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 16
Het percentage dat heeft aangegeven zich niet met vakgerelateerde activiteiten bezig te houden bedraagt 37% in het primair onderwijs. Dit percentage is ruim twee maal zo hoog als in het voortgezet- en beroeps- en volwassenenonderwijs. Het percentage onderwijzers dat deelneemt aan vakgroepoverleg is het hoogst in het voortgezet onderwijs. In het beroeps- en volwassenenonderwijs nemen significant meer onderwijzers deel aan materiaal ontwikkelgroepen dan in de andere twee onderwijssectoren. Om dieper in te gaan op welk soort onderwijzers nu welke activiteiten ondernemen is gekeken naar de man/vrouw verdeling per activiteit, de leeftijden van onderwijzers en de verschillen tussen voltijd werkende onderwijzers en deeltijd werkende onderwijzers. In de grafieken 10 en 11 is weergegeven wat de man/vrouw verhoudingen zijn met betrekking tot deelname aan vakgerelateerde activiteiten in de verschillende onderwijscategorieën.
10 | Verdeling man/vrouw in primair onderwijs met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten % 100 90 80 70 60 50
42 percentage vrouwen in primair onderwijs percentage mannen in primair onderwijs
40 21 30 18
12
11
10
13
12
deelname aan intervisie tussen scholen
32
deelname aan materiaal ontwikkelgroepen
20 24
10
1
0
5
1
11 ICT taken
actief lid vereniging vakdocenten
lid van nascholingsgroep
deelname aan vakgroepoverleg
deelname aan intervisie (binnen de school)
Bron: TNS NIPO, 2006
Twee vakgerelateerde activiteiten worden significant meer door vrouwen ondernomen dan door mannen in het primair onderwijs. Het betreft hier deelname aan intervisie (binnen de school) als ook deelname aan materiaalontwikkelgroepen. ICT taken worden niet verwonderlijk veel meer door mannen ondernomen.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 17
In het voortgezet onderwijs zijn er geen significante verschillen tussen mannen en vrouwen gevonden met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten die zij ondernemen naast het lesgeven. In grafiek 11 is de verdeling man/vrouw per vakgerelateerde activiteit weergegeven voor het beroeps- en volwassenenonderwijs. 11 | Verdeling man/vrouw in beroeps- en volwassenenonderwijs met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten
% 120
100
54 80
56
vrouwen in beroeps- en volwassenenonderwijs mannen in beroeps- en volwassenenonderwijs
60 22 40 58
54
20
22 36 5 11
12
deelname aan intervisie tussen scholen
geen vak gerelateerde activiteiten
0 deelname aan materiaal ontwikkelgroepen
deelname aan vakgroepoverleg
deelname aan (eind)examenopgaven
Bron: TNS NIPO, 2006
Met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten zijn er in het beroeps- en volwassenenonderwijs drie significante verschillen aan te duiden tussen mannen en vrouwen. Zo besteden beduidend meer mannen tijd aan (eind)examenopgaven. Daarnaast blijkt dat veel minder vrouwen deelnemen aan intervisie tussen scholen dan hun mannelijke collega’s. Het percentage vrouwen dat niet aan vakgerelateerde activiteiten deelneemt in het beroeps- en volwassenenonderwijs is ook veel hoger dan bij mannen het geval is. Het gaat hier om een percentage van 22% bij de vrouwen en 12% bij de mannen. Met betrekking tot verschillen in leeftijd en deelname aan vakgerelateerde activiteiten zijn slechts enkele verschillen merkbaar. Het blijkt dat onderwijzers tot 35 jaar in het primair onderwijs meer dan gemiddeld deelnemen aan materiaalontwikkelgroepen en zich meer dan gemiddeld bezighouden met bijscholing/cursussen en beurzen. In het voortgezet onderwijs blijkt dat onderwijzers van 50 jaar of ouder significant meer deelnemen aan intervisie tussen de scholen dan onderwijzers in de andere leeftijdscategorieën. Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 18
Met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten is het te verwachten dat er grote verschillen zijn tussen onderwijzers die voltijd4 werken en deeltijd werken. In Tabel 4 zijn de verschillen per vakgerelateerde activiteit weergegeven. De vetgedrukte percentages verschillen significant van het totaal van de onderwijscategorie. Tabel 4: deelname aan vakgerelateerde activiteiten per onderwijscategorie voor voltijd werkenden en deeltijd werkenden Voortgezet ≥30 uur per week
Voortgezet totaal
Beroeps- en volwassenen≤20 uur per week
Beroeps- en volwassenen ≥30 uur per week
-
-
-
11%
12%
11%
18%
39%
30%
15%
15%
16%
30%
39%
35%
33%
67%
56%
15%
23%
21%
58%
74%
70%
36%
71%
60%
32%
42%
40%
28%
44%
40%
12%
44%
34%
4% 3% 49%
16% 14% 35%
13% 12% 37%
2% 2% 23%
11% 9% 11%
9% 7% 15%
2% 2% 34%
13% 5% 9%
9% 4% 17%
Zoals verwacht is uit tabel 4 af te lezen dat onderwijzers die deeltijd werken minder deelnemen aan vakgerelateerde activiteiten. Dit geldt voor alle drie de onderwijscategorieën. De verschillen zijn het grootst binnen het beroeps- en volwassenenonderwijs en het kleinst in het primair onderwijs. In grafiek 12 staat aangegeven welke niet-vakgerelateerde activiteiten voor de school worden ondernomen door de onderwijzers in de drie onderwijscategorieën.
4
voltijd en deeltijd werken is in dit onderzoek gedefinieerd als respectievelijk een 30urige werkweek of meer uren per week, en een 20-urige werkweek of minder uren per week.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 19
Beroeps- en volwassenen totaal
Voortgezet ≤20 uur per week
Primair totaal
Primair ≥30 uur per week
Primair ≤20 uur per week Deelname ((eind)examenopgaven Deelname materiaalontwikkelgroepen Deelname vakgroep overleg Intervisie (binnen de school) Intervisie (tussen scholen) Lid van nascholingsgroep Geen vakgerelateerde activiteiten
12 | Niet-vakgerelateerde activiteiten voor school naast het lesgeven % 100 90 80
71
70 60 50 40 30
39
37
37
36
28
27
25
20
20 10
10
10
7
6
9
11 5
9 2
6
9 3
1
3
5
0
geen van deze
coaching/begeleiding collega's leerlingen
ICT taken
voortgezet onderwijs
diverse werkgroepen
zitting in medezeggenschapsraad
begeleiding buitenschoolse activiteiten
feestcommissie
activiteitencommissie (skikamp/zeilkamp./survivalkamp etc.)
primair onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
In grafiek 12 valt te lezen dat onderwijzers in het primair onderwijs zich relatief het meeste bezighouden met niet-vakgerelateerde activiteiten. Onderwijzers in het primair onderwijs nemen significant meer zitting in een feestcommissie, activiteitencommissie (zeilkamp etc.) en een buitenschoolse activiteitencommissie (toneel, muziek etc.) dan hun collega’s in het voortgezet of beroeps- en volwassenenonderwijs. Hiernaast valt op dat meer dan tweederde van de onderwijzers in het beroeps- en volwassenenonderwijs zich helemaal niet met niet-vakgerelateerde activiteiten bezighoudt. Wanneer gekeken wordt naar beide soorten activiteiten dan komt, niet geheel verrassend, naar voren dat onderwijzers in het primair onderwijs het minst met vak gerelateerde activiteiten bezig zijn en het meeste met niet-vakgerelateerde activiteiten ten opzichte van onderwijzers in de andere twee onderwijscategorieën. Ook met betrekking tot niet-vakgerelateerde activiteiten zijn er significante verschillen op te merken tussen mannen en vrouwen, op basis van leeftijd en op basis van werkweek. In grafiek 13 zijn de niet-vakgerelateerde activiteiten weergegeven waarbij significante verschillen bestaan tussen mannen en vrouwen in het primair- en het voortgezet onderwijs.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 20
13 | significante verschillen in verdeling man/vrouw in primair- en voortgezet onderwijs met betrekking tot niet-vakgerelateerde activiteiten Significante verschillen tuissen mannen en vrouwen in primair onderwijs % 50
significante verschillen tussen mannen en vrouwen in voortgezet onderwijs % 40
45
45
35
40 35
34
30 25
30 25
20
20
14
15
15
9
10
10
4
5 0
13
11
8 5
5
5
0 begeleiding buitenschoolse activiteiten
mannen in primair onderwijs
Coordinatie
feestcommissie
vrouwen in primair onderwijs
coaching/begeleiding collega's leerlingen
mannen in voortgezet onderwijs
Mentor
vrouwen in voortgezet onderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
In het primair onderwijs blijken procentueel meer mannen deel te nemen aan begeleiding van buitenschoolse activiteiten zoals toneel of muziekbegeleiding. Ook zijn er relatief meer mannen die zich bezighouden met coördinatie op school dan vrouwen. In het voortgezet onderwijs zijn er drie niet-vakgerelateerde activiteiten waar vrouwelijke onderwijzers zich beduidend meer mee bezighouden dan hun mannelijke collega’s. Het betreft hier de participatie in een feestcommissie en twee activiteiten die in elkaars verlengde liggen, namelijk coaching/begeleiding en mentorschap. In het beroeps- en volwassenenonderwijs is er slechts één duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen; mannen zijn veel meer actief binnen een activiteitencommissie dan vrouwen. Ook als er gekeken wordt naar leeftijd zijn er enkele significante verschillen in deelname aan niet-vakgerelateerde activiteiten. In grafiek 14 zijn deze voor het primair- en voortgezet onderwijs weergegeven. Binnen het beroeps- en volwassenenonderwijs zijn geen significante verschillen gevonden.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 21
14 | significante verschillen in primair- en voortgezet onderwijs tussen leeftijdscategorieën in verband met niet-vakgerelateerde activiteiten significante verschillen in primair onderwijs
significante verschillen in voortgezet onderwijs
% 100
% 100
90
90
80
80 70
70
60
60
48
50
37
40 30
20
29
25
39
34 25
50
20
10
10
0
0 18-34 jaar
35-49 jaar
50 jaar en ouder
gemiddeld in primair onderwijs
30
30
20
zitting in medezeggenschapsraad
34
40
27
21 8
4 18-34 jaar
activiteitencommissie (skikamp/zeilkamp/survivalkamp etc.)
35-49 jaar
zitting in medezeggenschapsraad
12
50 jaar en ouder
9 gemiddeld in voortgezet onderwijs
begeleiding buitenschoolse activiteiten
Bron: TNS NIPO, 2006
In zowel het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs blijken jonge onderwijzers (tot 35 jaar) relatief ten opzichte van oudere onderwijzers minder in de medezeggenschapsraad te zitten. In het primair onderwijs blijkt ook, volgens de verwachtingen dat jonge onderwijzers relatief meer zitting nemen in een activiteitencommissie dan oudere onderwijzers (48% van de onderwijzers jonger dan 35 jaar ten opzichte van 37% en 34% van de onderwijzers tussen de 35 en 49 jaar en ouder dan 50 jaar). In het voortgezet onderwijs is het percentage dat buitenschoolse activiteiten begeleidt (muziek/toneel etc.) het hoogst in de groep onderwijzers tot 35 jaar. 34% van hen is hierin actief ten opzichte van slechts 21% van de onderwijzers ouder dan 50 jaar. Zoals ook bij de vakgerelateerde activiteiten het geval was zijn er ook grote verschillen in deelname aan niet-vakgerelateerde activiteiten wanneer gekeken wordt naar voltijd werkenden en deeltijd werkenden.In tabel 5 wordt een overzicht gegeven waarbij de vetgedrukte percentages wederom een significant verschil aangeven ten opzichte van het totaal per onderwijscategorie.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 22
Tabel 5: deelname aan niet-vakgerelateerde activiteiten per onderwijscategorie voor voltijd werkenden en deeltijd werkenden Beroeps- en volwassenen ≥30 uur per week
2%
11%
9%
-
6%
5%
29%
39%
36%
12%
31%
27%
2%
9%
7%
25% 25%
39% 46%
37% 39%
6% 10%
11% 31%
10% 28%
-
8% 15%
6% 10%
29%
13%
17%
66%
28%
35%
90%
61%
69%
Uit bovenstaande tabel blijkt dat in het beroeps- en volwassenenonderwijs geen onderwijzers, die minder of gelijk aan 20 uur per week werken, in een activiteitencommissie zitten. Ook het percentage dat niet deelneemt aan nietvakgerelateerde activiteiten is in het beroeps- en volwassenenonderwijs erg hoog.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 23
Beroeps- en volwassenen totaal
Beroeps- en volwassenen≤20 uur per week
25%
Voortgezet totaal
Primair totaal
28%
Voortgezet ≥30 uur per week
Primair ≥30 uur per week
17%
Voortgezet ≤20 uur per week
Primair ≤20 uur per week Zitting in medezeggenschapsraad Begeleiding buitenschoolse activiteiten Feestcommissie Activiteitencommissie (skikamp/zeilkamp/survival kamp etc.) Geen niet-vakgerelateerde activiteiten
Met betrekking tot activiteiten voor school naast lesgeven is gevraagd, aan de onderwijzers die hebben aangegeven deel te nemen aan vakgerelateerde activiteiten, hoeveel tijd zij besteden aan deze vakgerelateerde activiteiten in uren per week. De resultaten zijn weergegeven in grafiek 15. 15 | Tijdsbesteding in uren per week aan vakgerelateerde activiteiten5 % 100 90
2 2 3 4
2 4 2 5
9
8
19
17
80 70 60 50
3 3 8 7 12
16
30
28
40
25
Meer dan 25 uur per week Tussen 15 en 20 uur per week Tussen 10 en 15 uur per week Tussen 8 en 10 uur per week Tussen 6 en 8 uur per week Tussen 4 en 6 uur per week Tussen 2 en 4 uur per week Minder dan 2 uur per week
30 20 32
35 26
10 0 primair onderwijs (gemiddeld 4,2 uren per week)
voortgezet onderwijs (gemiddeld 4,4 uren per week)
beroeps- en volwassenenonderwijs (gemiddeld 5,7 uren per week)
Bron: TNS NIPO, 2006
Uit bovenstaande grafiek blijkt dat het merendeel van de onderwijzers in de drie onderwijscategorieën die zich met vakgerelateerde activiteiten bezighouden gemiddeld meer dan vier uur per week aan deze activiteiten besteedt. Hiernaast blijken onderwijzers in het beroeps- en volwassenenonderwijs de meeste tijd per week te besteden aan vakgerelateerde activiteiten. Met betrekking tot de tijdsbesteding in uren aan vakgerelateerde activiteiten blijken er geen significante verschillen te zijn tussen mannen en vrouwen. Hiernaast zijn er tevens geen verschillen op basis van leeftijd. Wel is er een verschil op te merken als het gaat om deeltijd werkenden en voltijd werkenden. In het primair onderwijs is het gemiddeld aantal uren dat men per week besteedt aan vakgerelateerde activiteiten 4,23. Deeltijd werkenden besteden gemiddeld slechts 2,78 uren per week aan vakgerelateerde activiteiten en voltijd werkenden besteden gemiddeld 5
gemiddeldes zijn berekend op basis van de middelste waarde per antwoordcategorie en 27,5 uren voor de laatste antwoordcategorie
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 24
5,08 uren per week aan deze activiteiten. Ook in het beroeps- en volwassenenonderwijs zijn de verschillen significant. Deeltijd werkenden besteden 3,496 uren per week aan vakgerelateerde activiteiten tegenover 6,71 uren per week door voltijd werkenden. Opvallend is dat in het voortgezet onderwijs geen significante afwijkingen van het gemiddelde van 4,53 uren zijn. (4,08 uren per week door deeltijd werkenden en 4,84 uren per week door voltijd werkenden). Naast de tijd die onderwijzers besteden aan vakgerelateerde activiteiten is ook gevraagd naar in hoeverre de tijdsbesteding aan niet-vakgerelateerde activiteiten bovenop de vastgestelde uren van hun arbeidscontract uitkomen of niet. De resultaten hiervan zijn weergegeven in figuur 16.
16 | Tijdsbesteding met betrekking tot vakgerelateerde activiteiten; binnen of buiten uren arbeidscontract % 100 12
5
6
18
17
90 80
22
70 60
16
19 19
50 30 40 30
37
volledig bovenop uren uit arbeidscontract grotendeels bovenop uren uit arbeidscontract voor de helft buiten uren uit arbeidscontract grotendeels binnen uren uit arbeidscontract volledig binnen uren arbeidscontract
32
20 31 10
16
21
0 primair onderwijs
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Wat opvalt is dat onderwijzers in het primair onderwijs significant meer aangeven dat de uren die zij besteden aan niet-vakgerelateerde activiteiten voor de school volledig bovenop de vastgestelde uren uit het arbeidscontract komen. In het primair onderwijs geldt dit voor maar liefst 12% ten opzichte van slechts 5% en 6% in het voortgezet- en beroeps- en volwassenenonderwijs. Het percentage onderwijzers dat aangeeft dat de tijd die zij kwijt zijn met deze activiteiten volledig binnen de vastgestelde uren uit het arbeidscontract valt is in het primair onderwijs ook significant lager dan in de andere 6
dit gemiddelde is gebaseerd op een n van 41.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 25
twee onderwijssectoren (in het voortgezet onderwijs 21%, in het beroeps- en volwassenenonderwijs 31%). Tussen de meningen van mannen en vrouwen over dit onderwerp blijkt geen significant verschil te bestaan. Dit is wel het geval als we kijken naar verschillen in leeftijd. In het primair onderwijs geeft 18% van de onderwijzers die boven de 50 jaar is aan dat de tijd die zij besteden aan niet-vakgerelateerde activiteiten volledig bovenop de vastgestelde uren van het arbeidscontract vallen. Ter vergelijking; slechts 6% van de onderwijzers onder 35 jaar zegt dat de tijd die zij besteden aan niet-vakgerelateerde activiteiten volledig bovenop de vastgestelde uren uit het arbeidscontract vallen. Gemiddeld geeft 26% van de onderwijzers in het primair onderwijs aan dat de tijdsbesteding aan niet-vakgerelateerde activiteiten grotendeels binnen de uren van het arbeidscontract valt. Binnen de groep onderwijzers boven 50 jaar is dit percentage slechts 26% terwijl het percentage binnen de groep onderwijzers tot 35 jaar op 38% ligt. Tenslotte is er een opvallend resultaat met betrekking tot het onderscheid in voltijd werkenden en deeltijd werkenden als het gaat om de mate waarin uren binnen dan wel buiten de vastgestelde uren van het arbeidscontract vallen. In het primair onderwijs blijken deeltijd werkenden significant meer aan te geven dan voltijd werkenden dat de tijd die zij besteden aan niet-vakgerelateerde activiteiten volledig bovenop de vastgestelde uren uit het arbeidscontract valt. (24% van de deeltijd werkenden heeft deze mening ten opzichte van 11% van de voltijd werkenden).
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 26
2.2 In primair onderwijs meeste persoonlijk contact met collega’s en vakgenoten buiten school om Met betrekking tot participatie in netwerken is gevraagd aan de onderwijzers of, en zo ja hoe vaak, zij collega’s en vakgenoten ontmoeten buiten school om. In figuur 17 is te zien hoe vaak men collega’s van de eigen school, (niet met betrekking tot school of schoolactiviteiten) ontmoet per maand.
17 | Aantal ontmoetingen per maand met collega’s buiten school om7 % 100 90 80
5
4
9
9
5 8
70 13
4
2 5 4 4 7
9 9
18
Meer dan 10 keer 6 tot en met 10 keer 5 keer 4 keer 3 keer 2 keer 1 keer 0 keer
60 20 50
19
21
40 19 30
19
20 10
39 21
25
0 primair onderwijs (gemiddeld 2,9 keer per maand)
voortgezet onderwijs (gemiddeld 2,7 keer per maand)
beroeps- en volwassenenonderwijs (gemiddeld 1,8 keer per maand)
Bron: TNS NIPO, 2006
Onderwijzers in het beroeps,- en volwassenenonderwijs hebben duidelijk minder contacten met collega’s buiten school om dan onderwijzers in het voortgezet- en primair onderwijs.39% van hen geeft aan de afgelopen maand helemaal niet met collega’s buiten school om te hebben “afgesproken”. Hiernaast kan geconstateerd worden dat onderwijzers in het primair onderwijs het meeste contact hebben met collega’s buiten school om. In grafiek 18 is vervolgens te zien hoe vaak men vakgenoten van andere scholen ontmoet (waarbij de contacten geen betrekking hebben op school of schoolactiviteiten).
7
Om een gemiddelde te berekenen zijn voor de categorieën “meer dan 10 keer” en “tussen 6 en 10 keer” de waardes 12 en 8 gebruikt.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 27
18 | Aantal ontmoetingen per maand met vakgenoten andere scholen buiten school om8 % 100
4 5
90
5 4
80
9
1 3 1 5
1 2 2 2 5
6 16 13
70 18
Meer dan 10 keer 6 tot en met 10 keer 5 keer 4 keer 3 keer 2 keer 1 keer 0 keer
17 20
60 50 21 40 30
50 20
55
34
10 0 primair onderwijs (gemiddeld 2,1 keer per maand)
voortgezet onderwijs (gemiddeld 1,3 keer per maand)
beroeps- en volwassenenonderwijs (gemiddeld 1,1 keer per maand)
Bron: TNS NIPO, 2006
Voor alle drie de onderwijscategorieën geldt logischerwijs dat men minder contact heeft met vakgenoten van andere scholen dan met collega’s van de eigen school. Wel hebben onderwijzers uit het primair onderwijs wederom significant meer contact met vakgenoten van andere scholen dan onderwijzers in het voortgezet,- of beroeps,- en volwassenenonderwijs. Ook blijkt dat er ook enkele verschillen bestaan in de mate van contact met collega’s en vakgenoten, tussen onderwijzers die deeltijd werken en onderwijzers die voltijd werken. Zo heeft in het voortgezet onderwijs 25% van de onderwijzers geen enkele keer in de afgelopen maand collega’s van de eigen school buiten schoolactiviteiten om gezien. Voor deeltijd onderwijzers in het voortgezet onderwijs betreft dit percentage 42%. Met betrekking tot vakgenoten van andere scholen is er in het beroeps- en volwassenenonderwijs een groot verschil op te merken. 55% van deze onderwijzers heeft afgelopen maand geen enkele keer vakgenoten van andere scholen ontmoet buiten schoolgerelateerde zaken om. Voor deeltijd onderwijzers in het beroeps- en volwassenenonderwijs ligt dit percentage zelfs op 71%.
8
Om een gemiddelde te berekenen zijn voor de categorieën “meer dan 10 keer” en “tussen 6 en 10 keer” de waardes 12 en 8 gebruikt.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 28
2.3 Onderwijzers in primair onderwijs hebben relatief gezien het minst e-mail contact met collega’s In grafiek 19 wordt weergegeven hoeveel contact onderwijzers hebben met hun collega’s via e-mail. 19 | Gemiddeld e-mail contact met collega’s per week
% 45 40
40
39 34
35 30 25 22
21
20
20 16
15
14
15
13
14
13
13
9
10
7 5 0 1 dag in de week of minder
2 dagen in de week primair onderwijs
3 dagen in de week voortgezet onderwijs
4 dagen inde week
5 dagen in de week of meer
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Wanneer we kijken naar de drie onderwijscategorieën dan blijkt dat onderwijzers in primair onderwijs het minste e-mail contact hebben met collega’s. Meer dan 40% van de onderwijzers in het primair onderwijs geeft aan hooguit één dag in de week of zelfs nog minder e-mail contact te hebben met collega’s. Binnen het voortgezet- en beroeps- en volwassenenonderwijs is het percentage dat vijf dagen in de week of meer contact heeft met collega’s via de e-mail significant hoger dan in het primair onderwijs. Deze uitkomsten zijn niet heel verrassend te noemen daar de “afstand” tussen leerkrachten op een basisschool veel kleiner is dan bij de andere twee onderwijscategorieën en tevens de behoefte tot coördinatie/afstemming tussen afdelingen/onderwijzers minder is.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 29
2.4 Merendeel onderwijzers neemt geen deel aan discussiegroep op internet Uit grafiek 20 blijkt dat het overgrote merendeel van de onderwijzers in de drie onderwijscategorieën niet lid is of niet deelneemt aan discussiegroepen op het internet. In het beroeps,- en volwassenenonderwijs is slechts 3% lid van een discussiegroep waarin het onderwijs centraal staat. In zowel het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs is dit percentage significant iets hoger, namelijk 6%.
20 | Lidmaatschap/ deelname aan discussiegroepen op het internet % 100
5 6
90
2
1 6 6
5 3
80 70 Ja, een discussiegroep waar de rol van de leraar centraal staat Ja, een discussiegroep over andere onderwerpen
60 50 91
87
91
40
Ja, een discussiegroep waarin het onderwijs centraal staat Nee, ik neem geen deel aan discussiegroepen op het internet
30 20 10 0 primair onderwijs
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Samenvattend: Met betrekking tot het contact met collega’s valt op dat onderwijzers in het primair onderwijs veel meer contact hebben met elkaar buiten school(activiteiten) om. Dit geldt zowel voor collega’s binnen de school als vakgenoten op andere scholen. Onderwijzers op het voortgezet onderwijs en beroeps- en volwassenenonderwijs hebben daarentegen veel meer e-mail contact met elkaar dan onderwijzers in het primair onderwijs.Tenslotte is gebleken dat de behoefte om op internet met elkaar van gedachte te wisselen over de positie van het onderwijs en de onderwijzer minimaal is.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 30
2.5 Weinig verschil tussen soort onderwijzers als het gaat om lidmaatschap verenigingen Naast tijdsbesteding van onderwijzers met betrekking tot schoolactiviteiten is aan de onderwijzers gevraagd van welke (soort) verenigingen zij lid zijn. In tabel 6 zijn de resultaten voor de deze vraag weergegeven. Tabel 6: lidmaatschap van verenigingen per onderwijscategorie Lid vereniging Primair Voortgezet Beroeps- en onderwijs onderwijs volwassenenonderwijs sportvereniging 42% 41% 39% vrijwilligersvereniging 12% 14% 16% muziekvereniging 12% 6% 9% dansvereniging 5% 4% 3% beeldende 3% 3% 2% kunstvereniging actief in kerkenwerk 3% 3% 1% toneelvereniging 2% 1% 3% leesclub 2% 4% 4% niet lid van een 37% 39% 37% vereniging Kijkend naar activiteiten in sociale netwerken van onderwijzers (bezien vanuit lidmaatschap van verenigingen) blijkt dat sportverenigingen het populairst zijn onder onderwijzers. Gemiddeld is 40% van hen lid van een sportvereniging. De op één na grootste groep is geen lid van wat voor vereniging dan ook; het betreft hier gemiddeld 38% van de onderwijzers. Naast sportverenigingen zijn onderwijzers veelal lid van muziek en/of vrijwilligersverenigingen. Met betrekking tot verschillen tussen de drie onderwijscategorieën zijn er twee significant te noemen. In het primair onderwijs blijken tweemaal zoveel onderwijzers lid te zijn van een muziekvereniging als in het voortgezet onderwijs. Daarnaast blijkt binnen het primair en voortgezet onderwijs 3% van de onderwijzers actief te zijn in kerkenwerk. In het beroeps en volwassenenonderwijs betreft dit slechts 1% van de onderwijzers.
2.6 In primair onderwijs meeste mensen “gewoon lid”van een sportvereniging Naast de vraag of men lid is van een bepaald soort vereniging is tevens gevraagd of men binnen die vereniging actief is. In grafiek 21 worden de resultaten met betrekking tot een sportvereniging getoond.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 31
21 | Functiebekleding binnen sportvereniging % 100 90 80
87 78
79
70 60 50 40 30 20
17
10
5
8
11
11
7
6
9
9
0 ik ben alleen lid
ik heb een algemene bestuursfunctie primair onderwijs
voortgezet onderwijs
ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging beroeps- en volwassenenonderwijs
ik coach/geef les aan leden van de vereniging
Bron: TNS NIPO, 2006
Relatief veel onderwijzers in het primair onderwijs zijn alleen lid zijn van een sportvereniging ten opzichte van onderwijzers uit de andere onderwijscategorieën. Daarnaast is het opvallend dat onderwijzers in het voortgezet onderwijs meer actief zijn voor een bepaalde commissies binnen een sportvereniging, dan onderwijzers uit de andere twee sectoren. Ook is gevraagd naar de tijdsbesteding van onderwijzers met betrekking tot het lidmaatschap van deze verenigingen. In grafiek 22 wordt een overzicht gegeven van de tijdsbesteding in uren per week met betrekking tot sportverenigingen.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 32
22 | Tijdsbesteding in uren met betrekking tot sportverenigingen per onderwijscategorie9 % 100 8
10
10
90 80
21 29
30
70 60 7 uur of meer meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur minder dan 3 uur
50 40 70 30
62
60
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
20 10 0 primair onderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
70% van de onderwijzers in het primair onderwijs besteedt minder of gelijk aan 3 uur aan haar/zijn sportvereniging. Dit is significant meer dan de percentages in het voortgezet- en beroepsonderwijs. Het percentage van 21% dat meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur per week besteedt aan zijn/haar vereniging is weer significant lager dan de percentages in het voortgezet en beroeps- en volwassenenonderwijs. Wanneer we kijken naar de actieve leden binnen verenigingen concluderen we dat onderwijzers in het voortgezet onderwijs en het beroeps- en volwassenenonderwijs actiever zijn dan hun vakgenoten in het primair onderwijs. Deze actievere positie blijkt niet alleen uit het feit dat zij in mindere mate “alleen lid zijn” van een vereniging. Logischerwijs besteden, onderwijzers die actiever betrokken zijn bij een vereniging hier ook meer tijd aan dan niet actief betrokkenen. Dit blijkt ook uit het feit dat onderwijzers uit het voortgezet- en beroeps- en volwassenenonderwijs meer tijd besteden aan hun vereniging dan onderwijzers uit het primair onderwijs.
9
Met betrekking tot de tijdsbesteding aan andere verenigingen alsmede de positie/functies binnen die verenigingen zijn deze resultaten niet direct in het rapport opgenomen gezien de lage aantallen per vereniging per onderwijscategorie. De resultaten vindt u wel terug in de tabellenset achterin dit rapport.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 33
2.7 Onderwijzers politiek/bestuurlijk weinig actief Met betrekking tot participatie in netwerken is naast activiteiten binnen verenigingen ook gekeken naar de mate waarin men actief is op het gebied van openbaar bestuur. Ook is gevraagd naar de politieke betrokkenheid van onderwijzers aan de hand van het lidmaatschap van politieke partijen. In grafiek 23 is af te lezen in hoeverre onderwijzers uit de verschillende onderwijscategorieën openbare bestuursfuncties bekleden. 23 | Bekleding openbare bestuursfuncties % 100
99
98
97
90 80 70 60 50 40 30 20 10 1
1
1
1
0 bestuurslid politieke partij
gemeenteraadslid primair onderwijs
voortgezet onderwijs
deelraad/adviesraad gemeente
nee
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Over het algemeen bekleedt 2% van de onderwijzers momenteel een openbare bestuursfunctie. In het primair onderwijs betreft dit percentage slechts 1%. Alvorens te kijken naar het lidmaatschap van politieke partijen wordt in grafiek 24 eerst de politieke voorkeur van de onderwijzers per onderwijscategorie weergegeven.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 34
24 | Politieke voorkeur per onderwijscategorie
% 100 90 80
2 4
4 7
8
1
4 7
9 70
9
14 14
60
14
11 13
50 14 40 30
18 12
17 13
SGP D66 ChristenUnie Groen Links SP VVD CDA PvdA
13
20 10
22
20
22
primair onderwijs
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
0
Bron: TNS NIPO, 2006
Het mag niet als een verrassing komen dat onderwijzers voornamelijk links georiënteerd zijn als het gaat om politieke voorkeur. Onderwijzers uit beroeps- en volwassenenonderwijs zijn van de drie het minst links georiënteerd. Zo zijn er significant meer VVD stemmers in het beroeps- en volwassenenonderwijs. In grafiek 25 is vervolgens te zien welke onderwijzers lid zijn van welke politieke partij.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 35
25 | Lidmaatschap politieke partijen per onderwijscategorie % 100
95 89 89
90 80 70 60 50 40 30 20 10 2
1
1
1
2
1
1
1
3
1
3
1
1
1
2
2
2
1
0 ChristenUnie
PvdA
Groen Links primair onderwijs
SGP voortgezet onderwijs
VVD
CDA
SP
Geen lid van een politieke partij
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Onderwijzers in het primair onderwijs zijn in mindere mate lid van een politieke partij dan hun collega’s in de twee andere sectoren. Onderwijzers uit het beroeps- en volwassenenonderwijs zijn meer lid van Groen links (3%) en in het voortgezet onderwijs zijn beduidend meer leden te vinden van de SP en SGP (respectievelijk 2% en 3%).
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 36
3 Opvattingen over onderwijs Om meer inzicht te krijgen in de mening van onderwijzers over het (huidige) onderwijs zijn enkele vragen gesteld met betrekking tot opvattingen van onderwijzers over hun eigen beroep. Deze komen in hoofdstuk 3 aan bod.
3.1 Tweederde voortgezet onderwijs: onderwijs is onvergelijkbaar met andere beroepen Als eerste is gevraagd in hoeverre onderwijzers hun beroep vergelijkbaar vinden met andere beroepen. De verdeling van antwoorden op deze vraag is weergegeven in grafiek 26. 26 | Vergelijking van beroep onderwijzer met andere beroepen % 100 90 80 67
70 60
59 51
50 38
40
35 27
30 20
12 10 2
4
0 Onvergelijkbaar met andere beroepen
Vergelijkbaar met andere beroepen in andere maatschappelijke sectoren zoals gezondheidszorg, welzijn etc. primair onderwijs
Vergelijkbaar met alle andere beroepen (bedrijfsleven, overheid)
voortgezet onderwijs
0
1
1
vergelijkbaar met coach/trainer
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
67% van de onderwijzers in het voortgezet onderwijs is van mening dat hun beroep onvergelijkbaar is met andere beroepen. In het beroeps- en volwassenenonderwijs is dit percentage beduidend lager, “slechts” 51%. In het primair onderwijs is men, beduidend meer dan in het voortgezet onderwijs van mening (respectievelijk 38% en 27%) dat hun beroep vergelijkbaar is met beroepen in andere maatschappelijke sectoren. Tenslotte valt op dat 12% van de onderwijzers in het beroeps- en volwassenenonderwijs van mening is dat het beroep van onderwijsgevenden vergelijkbaar is met alle andere Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 37
beroepen. In het voortgezet onderwijs ligt dit percentage op slechts 4% en in het primair onderwijs zelfs op 2%. Een logische oorzaak voor dit verschil van mening ligt in het eerder gevonden resultaat dat onderwijzers in het beroeps- en volwassenenonderwijs veel meer werkervaring hebben opgedaan in het bedrijfsleven dan onderwijzers uit de andere twee onderwijscategorieën.
3.2 Accent werk ligt zowel op de leerinhoud als op het leerproces Aan onderwijzers is ook gevraagd waar zij het accent van hun werk op leggen: op de leerinhoud, het leerproces of een combinatie van beide. De antwoorden op deze vraag zijn weergegeven in grafiek 27. 27 | Accent van het werk als onderwijsgevende % 100
6
7
20
18
10
90 19
80 70 60
op de leerinhoud op het leerproces op zowel leerinhoud als leerproces
50 40
74
75
primair onderwijs
voortgezet onderwijs
71
30 20 10 0 beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Bijna drie kwart van de onderwijzers is van mening dat het accent van hun werk ligt op een combinatie van leerinhoud en het leerproces. Daarnaast zijn onderwijzers in het beroeps en volwassenenonderwijs meer van mening dan onderwijzers in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs, dat het accent van hun werk op de leerinhoud ligt (10%).
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 38
3.3 Beroep van onderwijsgevende heeft een meer algemeen opvoedkundig karakter gekregen Aan onderwijzers die al langer dan 3 jaar werkzaam zijn als onderwijzer is gevraagd op welke wijze zij in de afgelopen jaren een functieverbreding van hun beroep ervaren. Met betrekking tot de wijze waarop functieverbreding heeft plaatsgevonden in de afgelopen jaren zijn er enkele grote verschillen aan te wijzen tussen de verschillende onderwijscategorieën. In grafiek 28 zijn de belangrijkste resultaten weergegeven: 28 | Wijze van functieverbreding in de afgelopen jaren % 100 93 90
88
86
83
80 70 63 60
57 52
50
46
40 31 30 20 10
4
9
6 2
9
1
0 meer zorg/hulpverlening voor leerlingen
steeds meer opvoedende taken
primair onderwijs
meer kennis nodig om bij te blijven voortgezet onderwijs
meer administratieve taken
aanpassingen maken mbt onderwijsvernieuwingen/nieuwe manier van leren
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Dat onderwijsgevenden steeds meer te maken krijgen met hulpverlening voor leerlingen wordt door 92% van de onderwijzers in het primair onderwijs beaamd. Ter vergelijking: in het beroeps- en volwassenenonderwijs is het percentage dat het hiermee eens is “slechts” 57%. Het merendeel van de onderwijzers is het ook eens met de stelling dat onderwijsgevenden steeds meer opvoedende taken krijgen. Wederom ligt dit percentage het hoogst bij de onderwijzers in het primair onderwijs en het laagst bij onderwijzers in het beroeps- en volwassenenonderwijs (respectievelijk 86%, 83% en 52%) Bovendien is 62% binnen het primair onderwijs het eens met de stelling dat onderwijsgevenden steeds meer kennis nodig hebben om bij te blijven. Binnen het voortgezet onderwijs is slechts 31% het hiermee eens. Naast deze wijzen van functieverbreding hebben de respondenten nog andere manieren aangegeven die volgens hen de afgelopen jaren voor functieverbreding van hun beroep
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 39
hebben gezorgd. Voorbeelden hiervan zijn coaching/ begeleiding van collega’s en leerlingen, vergaderingen/evaluaties/werkgroepen en meer ICT taken. Het blijkt dat vooral in het primair- en voortgezet onderwijs de afgelopen jaren steeds meer aandacht wordt besteed aan opvoedende taken en hulpverlening aan leerlingen. Ten opzichte van het verleden lijkt het beroep van onderwijsgevenden dus in mindere mate alleen te bestaan uit het geven van onderwijs. Het beroep van onderwijsgevende heeft een meer algemeen opvoedkundig karakter gekregen. Dit geldt in mindere mate voor het beroeps- en volwassenenonderwijs, waar logischerwijs opvoeding een veel kleinere rol speelt dan in de andere twee onderwijscategorieën.
3.4 Bijdragen aan actief burgerschap en sociale integratie leerlingen van minder belang in beroeps- en volwassenenonderwijs In grafiek 29 worden manieren weergegeven waarop onderwijzers een bijdrage leveren aan actief burgerschap en sociale integratie van leerlingen. Hieruit wordt duidelijk dat onderwijzers in het primair onderwijs de meeste bijdrage leveren en tevens op de meeste manieren deze bijdrage leveren. Zo is slechts 4% binnen het primair onderwijs van mening dat deze bijdrage niet van toepassing is op hun vakgebied. Binnen het beroeps,en volwassenenonderwijs is dit percentage 24%. 29 | Bijdrage leveren aan actief burgerschap en sociale integratie van leerlingen
% 100 90
86 82
80 70 61 60
59
54 47
50
37
40
32
32
28
30
24
24
20 13 10
4
7
0 door morele opvoeding
door levensbeschouwelijke of godsdienstige overdracht aan leerlingen primair onderwijs
door activiteiten met betrekking tot maatschappelijk/culturele orientatie van leerlingen voortgezet onderwijs
aandacht voor politieke en staatskundige inrichting van Nederland
niet van toepassing op mijn vakgebied
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 40
86% van de respondenten in het primair onderwijs geeft vervolgens aan een bijdrage te leveren door morele opvoeding. Binnen het beroeps- en volwassenenonderwijs is dit percentage 54%. 58% van de respondenten in het primair onderwijs zegt een bijdrage te leveren door culturele en maatschappelijke oriëntatie van leerlingen. Zowel in het voortgezet, als het beroeps- en volwassenenonderwijs is dit percentage significant lager, namelijk 47% in het voortgezet onderwijs en 37% in het beroeps- en volwassenenonderwijs. Met betrekking tot levensbeschouwelijke of godsdienstige overdracht aan leerlingen wordt deze manier van bijdragen aan actief burgerschap en sociale integratie van leerlingen, het meest door onderwijzers in het primair onderwijs geleverd, het betreft hier 60% van de onderwijzers. Dit percentage is duidelijk lager in het voortgezet onderwijs, namelijk 32% en nog lager in het beroeps- en volwassenenonderwijs, namelijk 13%. Met betrekking tot het geven van aandacht aan politieke en staatkundige inrichting van Nederland zijn de verschillen tussen de onderwijscategorieën een stuk kleiner. Wel is het zo dat ook hier het primair onderwijs het meeste aandacht aan besteedt (32% in het primair onderwijs, 24% in het voortgezet onderwijs en 28% in het beroeps- en volwassenenonderwijs). Naast de gegeven mogelijkheden hebben respondenten ook hier nog andere manieren aangegeven waardoor zij een bijdrage leveren aan actief burgerschap van de leerlingen. Communicatie met leerlingen (als er iets is voorgevallen), door coachen op gedrag, houding, normen en waarden en cursussen sociale en emotionele vorming. Deze manieren zijn aangegeven door 1% tot 2% van de respondenten per onderwijscategorie. Net zoals in paragraaf 3.3 is hier, wederom niet verrassend te zien, dat vooral in het primair onderwijs onderwijzers de meest opvoedkundige rol hebben en dat zij het meest actief bijdragen aan sociale integratie en actief burgerschap van leerlingen.
3.5 “Canon van Nederland” meest nuttig gevonden in voortgezet onderwijs Daar de Onderwijsraad geïnteresseerd was in de meningen van onderwijzers over de recentelijk uitgebrachte canon van Nederland is de onderwijzers hiernaar gevraagd. De canon van Nederland betreft een geheel van belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen, die samen laten zien hoe Nederland zich heeft ontwikkeld tot het land waarin we nu leven. In grafiek 30 is weergegeven, per onderwijscategorie, of men deze canon nuttig vinden of niet.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 41
30 | Nut “Canon van Nederland” voor de verschillende onderwijscategorieën % 100 90
% 100
27
19
80 70
25
60
35 50 40 30 20
56 38
10
90
nee, ik vind het niet nuttig voor de onderwijssoort waarin ik les geef ja, ik vind het nuttig voor de onderwijssoort waarin ik les geef, vooral met betrekking tot mijn vakgebied ja, ik vind het nuttig voor de onderwijssoort waarin ik les geef, maar niet met betrekking tot mijn eigen vakgebied
30 80 70
nee, niet nuttig voor het primair onderwijs ja nuttig voor het primair onderwijs
60 50 40
70 30 20 10
0
0 beroeps- en volwassenenonderwijs
voortgezet onderwijs
primair onderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Over het algemeen blijkt het merendeel van de onderwijzers deze canon nuttig te vinden voor de onderwijscategorie waarin zij lesgeven. Met name in het voortgezet onderwijs ziet men het nut hiervan in. Dat men deze canon het meest nuttig vindt in het voortgezet onderwijs is mogelijk te verklaren door de levensfase waarin leerlingen zitten als zij in het voortgezet onderwijs komen. Zo zullen leerlingen in het primair onderwijs misschien te jong zijn om zich met de zaken uit de canon bezig te houden, terwijl leerlingen in het beroeps- en volwassenenonderwijs meer specialistisch onderwijs krijgen waar het opdoen van algemene kennis een veel kleinere rol speelt dan in het voortgezet onderwijs.
3.6 Onderwijzers in primair onderwijs minste neiging over te stappen naar andere sector In grafiek 31 is weergegeven wie overweegt een overstap te maken naar een andere sector om onderwijs te geven. Binnen het primair onderwijs zijn de meeste mensen die geen overstap zouden overwegen naar een andere sector. Het betreft hier 70% van de onderwijzers in het primair onderwijs. In het voortgezet onderwijs en het beroeps- en volwassenenonderwijs ligt dit percentage een stuk lager. Het gaat om 62% in het voortgezet onderwijs en 54% in het beroeps- en volwassenenonderwijs.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 42
31 | Overweging om over te stappen om onderwijs te geven in andere sector % 100 90
4 6 7
80
5
7
4
5
12
13
9
70
16 22
60
Ja, in de non-profit sector Ja, anders namelijk Ja, in het particulier onderwijs Ja, in het bedrijfsleven Nee
50 40
74 62
30
54
20 10 0 primair onderwijs
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Van de mensen die wel een overstap overwegen zouden de meeste overstappen naar het bedrijfsleven. Voor het primair,- voortgezet- en beroeps- en volwassenenonderwijs zijn de percentages respectievelijk 9%, 16% en 22%. Daarnaast is er een kleiner percentage dat zou willen overstappen naar particulier onderwijs. De anders namelijk categorie bestaat in dit geval uit speciaal onderwijs (vooral in primair onderwijs), HBO/universitair onderwijs en andere vakgebieden. Uit paragraaf 1.5 is naar voren gekomen dat onderwijzers in het primair onderwijs de minste werkervaring hebben opgedaan in andere sectoren. Mogelijk heeft dit te maken met de roeping die onderwijzers in het primair onderwijs hebben om juist in deze onderwijscategorie te werken en dat er van deze roeping in de andere twee onderwijscategorieën in mindere mate sprake is. Deze redenatie kan ook de oorzaak zijn voor het feit dat onderwijzers in het primair onderwijs in mindere mate dan hun collega’s uit de andere twee onderwijscategorieën overwegen om over te stappen naar een andere sector om onderwijs te geven.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 43
4 Segmentatie op basis van waarden; WIN model Om meer inzicht te krijgen in de onderwijzersgemeenschap is in dit onderzoek gekeken naar een indeling van de steekproef in zogenaamde segmenten op basis van waarden en socio-demografische kenmerken. De afkorting WIN staat voor Waarden In Nederland. Met het WIN-model wordt duidelijk waar doelgroepen zich bevinden, welke specifieke achtergrondkenmerken zij hebben, welke media zij gebruiken, wat zij vinden, denken, kopen, stemmen en doen en op welke manier zij te bereiken zijn. Hieronder zal eerst een korte beschrijving worden gegeven van elk segment waarna vervolgens de resultaten voor onderwijzers besproken zullen worden.
De segmenten Het model onderscheidt acht groepen in de samenleving, die qua leefstijl, opvattingen, drijfveren en gedrag sterk van elkaar verschillen. Behoudenden De behoudende is vooral gericht op de eigen leefomgeving. Gezinsleven en vriendenkring staan centraal. De behoudenden vallen niet graag op en mengen zich liever niet in gevaarlijke situaties en discussies. Televisiekijken is favoriet waarbij vooral entertainmentprogramma’s geliefd zijn. Echt materialistisch is de behoudende niet, maar hij geeft wel om enige luxe en moderne artikelen. Het kernwoord van deze groep is conformisme. Evenwichtigen De evenwichtige lijkt het meest op het gemiddelde van de gehele bevolking. Zij vallen qua interesse, opleiding, bestedingspatronen, gedachtegoed en leefsituatie precies tussen de andere zeven groepen in. Het kernwoord voor deze groep is gemiddeld. Geëngageerden De geëngageerde hecht veel waarde aan harmonie en stabiliteit, zowel in de samenleving als geheel, als in de eigen leefwereld. Zij zijn sociaal ingestelde personen en houden ervan om dingen in groepsverband te ondernemen. In dit segment komen verhoudingsgewijs meer ouderen voor, met een redelijk hoog opleidingsniveau. Zij pakken eerder een boek dan dat zij een televisieshow bekijken en interesseren zich voor kunst, natuur en politiek. Het kernwoord van deze groep is veiligheid. Genieters De genieter is een echt gezelligheidsdier. Eigen plezier en genot, zowel op lichamelijk als emotioneel gebied, staan centraal. Maatschappelijke issues en politiek interesseren hen niet uitermate veel. In tegenstelling tot lezen, kijken genieters meer dan gemiddeld naar de televisie. Vooral de commerciële zenders hebben de voorkeur. Het bestedingsgedrag is hoger dan gemiddeld en de koopstijl impulsief. Het kernwoord van deze groep is plezier.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 44
Luxezoekers De luxezoeker heeft hoge ambities en streeft naar succes en erkenning. Zij hechten veel waarde aan een comfortabel leven en houden absoluut niet van stil zitten. In het segment luxezoekers komen de minste religieuze personen voor. De levensstijl is sterk ingericht rond de eigen behoeften. De luxezoeker is maatschappelijk geïnteresseerd en haalt informatie uit zowel kranten als televisieprogramma’s. Het segment luxezoekers omvat de meeste Veronica- en Telegraafabonnees. Het kernwoord van deze groep is prestatie. Ruimdenkers De ruimdenker is een vooruitstrevend persoon met een goede opleiding en veel idealen die vooral links georiënteerd zijn. Zij maken zich druk om politieke zaken en maatschappelijke problemen en proberen de wereld te verbeteren, beginnende bij henzelf. Zij zijn milieubewust en gesteld op hun vrijheid. Zelfontplooiing is erg belangrijk. Het kernwoord van deze groep is betrokken. Zakelijken De zakelijke is ambitieus en onafhankelijk; zeer gericht op de eigen ontwikkeling en hoog geschoold. Het zijn harde werkers en snelle en creatieve denkers. Het huishouden van zakelijken bestaat veelal uit tweeverdieners uit de hoogste inkomenscategorie, die houden van luxe maar daarnaast ook geld schenken aan goede doelen. Televisiekijken doen zij meer dan gemiddeld, vooral naar nieuws en achtergronden. Personen uit andere segmenten zullen geneigd zijn deze groep mensen als “yuppen” te bestempelen. Het kernwoord van deze groep is zelfbepaling. Zorgzamen De zorgzame richt zich op het welzijn van anderen. Zij zijn sociaal ingesteld en putten energie uit het helpen van naasten. De levensstijl is sober, maar erg gul voor derden. Tradities en traditionele waarden zijn belangrijk. Zorgzamen zijn echte gezelschapsmensen die zich graag verdienstelijk maken in de (kerk)gemeenschap. Zowel lezen als televisie kijken behoren tot de dagelijkse bezigheden. Zorgzamen lezen voornamelijk een regionale krant. Het kernwoord van deze groep is sociaal. In de bijlage vindt u een meer uitgebreide beschrijving van de acht segmenten.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 45
4.1 Relatief veel evenwichtigen, ruimdenkers en geëngageerden in het onderwijs Als we kijken naar de steekproef met onderwijzers en deze afzetten tegen de Nederlandse bevolking (zie grafiek 32) dan valt op dat onderwijzers in vier segmenten meer dan gemiddeld vertegenwoordigd te zijn (gemiddeld is hier de verdeling van de Nederlandse bevolking in deze segmenten). Dit betreft de segmenten evenwichtigen, ruimdenkers, geëngageerden en zakelijken. Onderwijzers vallen dan ook logischerwijs minder binnen een aantal andere segmenten. Dit zijn de segmenten zorgzamen, behoudenden, genieters en luxezoekers. 32 | Verdeling segmenten binnen onderwijs ten opzichte van verdeling Nederlandse bevolking % 100 90 80 70 60 50 40 30
28 22
20
15 11
10
16
15
13
11
11
7
8
8
8
11
11 7
0 Evenwichtigen
Geëngageerden
Ruimdenkers
Zorgzamen
verdeling onderwijzers
Zakelijken
Behoudenden
Luxezoekers
Genieters
verdeling Nederlandse bevolking
Bron: TNS NIPO, 2006
De grootste verschillen zijn te vinden in de segmenten behoudenden (50% minder ten opzichte van de Nederlandse bevolking) evenwichtigen (27% meer dan de Nederlandse bevolking) en ruimdenkers (bijna twee keer zoveel).
4.2 Onderwijzers in beroeps,- en volwassenenonderwijs verreweg meeste ruimdenkers Als we vervolgens gaan kijken naar de verdelingen in WIN segmenten per onderwijscategorie zien we enkele significante verschillen. De verdelingen zijn weergegeven in grafiek 33. Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 46
33 | Verdeling naar WIN segmenten per onderwijscategorie % 100 9 90
7
5 8 6
80
11 13
70
8
60
11
50
10
40
15
12
13
6 10 5 13 Genieters Luxezoekers Behoudenden Zakelijken Zorgzamen Ruimdenkers Geëngageerden Evenwichtigen
8
22
14
30
15
20 30
29 21
10 0 primair onderwijs
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Zo valt in het primair onderwijs 11% in het segment behoudenden. Dit is beduidend hoger dan het percentage behoudenden in het voortgezet en beroeps,- en volwassenenonderwijs. Hier betreft het respectievelijk 6% en 5%. evenwichtigen zijn het meest te vinden in het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs (30% en 29%) dit percentage ligt een stuk lager in het beroeps,- en volwassenenonderwijs, hier valt slechts 21% in dit segment. Kijken we naar het segment zakelijken dan zien we dat slechts 8% van de respondenten in het primair onderwijs in dit segment valt. Binnen het voortgezet onderwijs is dit percentage beduidend hoger, namelijk 13%. Tenslotte zijn er duidelijke verschillen tussen de onderwijscategorieën als het gaat om het segment ruimdenkers. Binnen het primair onderwijs valt slechts 10% binnen dit segment terwijl 22% van de onderwijzers in het beroeps,- en volwassenenonderwijs als ruimdenkend getypeerd kan worden. Naast bovenstaande indeling is het interessant om te kijken naar significante verschillen in meningen tussen de onderwijzers in de verschillende segmenten. Zo kan het zijn dat onderwijzers uit verschillende segmenten verschillende meningen hebben over het beroep van de onderwijsgevende of dat onderwijzers uit verschillende segmenten op verschillende manieren participeren in netwerken.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 47
4.3 Enkele grote verschillen in deelname aan schoolactiviteiten tussen de verschillende segmenten Als eerste zal een vergelijk worden gemaakt tussen de segmenten op het gebied van participatie in netwerken. In onderstaande tabel 7 zijn de belangrijkste verschillen weergegeven met betrekking tot schoolactiviteiten (zowel vakgerelateerde- als nietvakgerelateerde activiteiten). Tabel 7: verschillen in WIN segmenten met betrekking tot schoolactiviteiten naast het lesgeven Zorgzamen
Behoudenden
Genieters
Evenwichtigen
Luxezoekers
Zakelijken
Ruimdenkers
Geëngageerden
Gemiddeld
Deelname aan materiaal ontwikkel groepen Deelname aan vakgroep overleg Deelname aan intervisie binnen school Zitting medezeggenscha psraad Feestcommissie Activiteiten commissie
22%
22%
29%
25%
27%
34%
42%
32%
29%
45%
29%
41%
47%
43%
49%
48%
41%
44%
35%
40%
35%
43%
29%
34%
43%
42%
39%
13%
21%
16%
15%
8%
17%
19%
19%
16%
19%
31%
23%
26%
28%
19%
16%
23%
23%
27%
25%
25%
31%
41%
35%
27%
30%
30%
In bovenstaande tabel zien we enkele verschillen in activiteiten tussen de diverse segmenten. De vetgedrukte percentages verschillen significant van het gemiddelde. Zo blijken behoudenden significant minder deel te nemen aan vakgroepoverleg, maar verrassend genoeg, meer dan onderwijzers uit andere segmenten van een feestcommissie deel uit te maken. luxezoekers blijken verreweg het minst in een medezeggenschapsraad zitting te nemen en ook het minst deel te nemen aan intervisie binnen de school.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 48
4.4 Aantal contacten met collega’s/ vakgenoten verschillen per WIN segment In tabel 8 vindt u een overzicht van de verschillen tussen de segmenten als het gaat om ontmoetingen met vakgenoten van andere scholen de afgelopen maand buiten schoolactiviteiten om. Met betrekking tot contacten met collega’s van de eigen school zijn er nauwelijks relevante of significante verschillen waar te nemen tussen de segmenten. De vetgedrukte percentages geven wederom de significante verschillen ten opzichte van het gemiddelde aan.
Evenwichtigen
Luxezoekers
Zakelijken
Ruimdenkers
Geëngageerden
Gemiddeld
42%
53% 57%
41%
42%
43%
39%
40%
43%
49%
39% 36%
47%
49%
47%
55%
52%
48%
12%
9%
10%
7%
8%
9%
9%
8%
Genieters
O keer vakgenoten andere scholen ontmoet 1-4 keer vakgenoten andere scholen ontmoet 5 keer of meer vakgenoten andere scholen ontmoet
Behoudenden
Zorgzamen
Tabel 8: verschillen in WIN segmenten met betrekking tot contact collega’s en vakgenoten Aantal ontmoetingen vak genoten de afgelopen maand
7%
Uit tabel 8 valt af te lezen dat zoals verwacht, behoudenden relatief weinig contact hebben met vakgenoten buiten school. Daarnaast is opmerkelijk dat genieters nog minder contact hebben met vakgenoten van andere scholen.
4.5 Meningen over beroep onderwijsgevende verschillen per WIN segment In deze paragraaf zal een vergelijk worden gemaakt tussen de segmenten met betrekking tot de mening over het beroep van onderwijsgevende. Ook hier zullen alleen de belangrijkste significante verschillen aan bod komen. De verschillen in meningen met betrekking tot vergelijkbaarheid met ander beroepen en feitelijke functieverbreding zijn aangegeven in tabel 9. De vetgedrukte percentages in de tabel geven wederom de significante verschillen ten opzichte van het gemiddelde aan.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 49
Tabel 9: verschillen in mening met betrekking tot vergelijkbaarheid beroep en functieverbreding Zorgzamen
Behoudenden
Genieters
Evenwichtigen
Luxezoekers
Zakelijken
Ruimdenkers
Geëngageerden
Gemiddeld
Beroep van onderwijsgevende is onvergelijkbaar met andere beroepen Steeds meer kennis is nodig om bij te blijven Steeds meer opvoedende taken Steeds meer hulpverlening voor leerlingen
69%
59%
63%
61%
60%
61%
56%
56%
60%
47%
61%
59%
44%
55%
46%
44%
55%
49%
76%
84%
89%
84%
81%
71%
72%
78%
79%
87%
90%
87%
88%
85%
75%
79%
85%
85%
Uit tabel 9 blijkt dat zorgzamen het meeste van mening zijn dat het beroep van de onderwijsgevende niet te vergelijken is met andere beroepen. Daarnaast valt op dat veel Behoudenden van mening zijn dat onderwijzers steeds meer kennis nodig hebben om bij te blijven in hun vak. evenwichtigen zijn het hier veel minder mee eens. In tabel 10 wordt weergegeven wat de belangrijkste verschillen in meningen zijn met betrekking tot de wijze waarop men bijdraagt aan actief burgerschap van leerlingen. Uit tabel 10 is op te maken dat vooral zakelijken minder actief betrokken zijn bij het bijdragen aan actief burgerschap van leerlingen. zorgzamen leveren deze bijdrage in mindere mate in de vorm van activiteiten met betrekking tot culturele/maatschappelijke oriëntatie, maar juist weer significant meer in de vorm van levensbeschouwelijke overdracht. behoudenden geven de minste aandacht aan politieke/staatkundige inrichting van Nederland ten opzichte van de andere segmenten.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 50
Behoudenden
Genieters
Evenwichtigen
Luxezoekers
Zakelijken
Ruimdenkers
Geëngageerden
Gemiddeld
morele opvoeding culturele/maatschapp elijke oriëntatie van leerlingen levensbeschouwelijke overdracht Door aandacht te geven aan politieke/staatkundige inrichting van Nederland Bijdragen aan actief burgerschap van leerlingen is niet van toepassing op mijn vakgebied
Zorgzamen
Tabel 10: verschillen in mening met betrekking tot bijdragen aan actief burgerschap leerlingen Op welke wijze draagt u bij aan actief burgerschap en sociale integratie van leerlingen? 76%
86%
79%
83%
77%
67%
80%
80%
79%
42%
46%
47%
54%
47%
50%
53%
59%
51%
64%
52%
43%
43%
26%
35%
29%
48%
43%
29%
19%
25%
30%
22%
31%
32%
32%
29%
10
7%
11%
6%
9%
17%
7%
5%
8%
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 51
4.6 Zakelijken en ruimdenkers overwegen meest een overstap te maken naar andere onderwijscategorie Tenslotte is gekeken naar of onderwijzers mogelijk willen overstappen naar andere sectoren. De verschillen tussen de verschillende WIN segmenten zijn in tabel 11 weergegeven waarbij de vetgedrukte percentages significant verschillen ten opzichte van het gemiddelde. Tabel 11: overstappen naar andere sectoren per WIN segment Zorgzamen
Behoudenden
Genieters
Evenwichtigen
Luxezoekers
Zakelijken
Ruimdenkers
Geëngageerden
Gemiddeld
Ik overweeg over te stappen naar het bedrijfsleven Ik overweeg over te stappen naar de non profit sector Ik overweeg geen overstap naar een andere sector
10%
6%
13%
14%
17%
21%
15%
11%
13%
6%
2%
1%
5%
1%
5%
10%
7%
5%
71%
81%
73%
69%
64%
52%
59%
65%
67%
Het is niet verwonderlijk dat onderwijzers in het zakelijken en ruimdenkenden segment Het meest overwegen een overstap naar een andere sector te maken. Ook het significant hogere percentage behoudenden dat niet overweegt over te stappen is geen onverwachte uitkomst.
Rapport Onderwijsraad | | © TNS NIPO | 30 november 2006 | 52
5 Bijlagen
Nomogram 1 | © TNS NIPO
Verdeling wegingsvariabelen en achtergrond variabelen
Nomogram 2 | © TNS NIPO
Verdeling variabelen waarop herwogen is 34 | Leeftijdsverdeling per onderwijscategorie
% 100 90 31 80
40
46
70 60 50
50 jaar of ouder 35 tot en met 49 jaar 19 tot en met 34 jaar
40 37
40
43
30 20 29 22
10
11 0 primair onderwijs
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Nomogram 3 | © TNS NIPO
35 | Verhoudingen man/vrouw per onderwijscategorie % 100 90 80
43
47
70 78
60
Vrouw Man
50 40 30
57
53
20 22
10 0
primair onderwijs
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
36 | Onderwijzers werkzaam per provincie voor primair- en voortgezet onderwijs afgezet tegen percentage inwoners % 30
25 22,8 20,8
21,2
20 16,9 15,4
15,9
15
14,6
14,8 13 13 12,4
10
8,5
7,67,9 7,2
8,1 7,3
6,8
6,1
7
7 4,34,4
5
4
3,5
4
3,5
3
2,62,3 2,2
2,32,3 2,3
Drenthe
Flevoland
Zeeland
2,92,7
0 Zuid-Holland
NoordHolland
NoordBrabant
Gelderland
Utrecht
primair onderwijs
Overijssel
Limburg
voortgezet onderwijs
Friesland
Groningen
percentage inwoners 2004
Bron: TNS NIPO, 2006
Nomogram 4 | © TNS NIPO
37 | Onderwijzers per regio voor beroeps- en volwassenenonderwijs10 beroeps- en volwassenenonderwijs % 100 90 80 70 60 50
45,30
40 30 20,90 20
19,70
13,30
10 Noord Nederland
Oost Nederland
West Nederland
Zuid Nederland
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
10
Voor het beroeps- en volwassenenonderwijs is herwogen op vier regio’s in plaats van twaalf provincies vanwege grote verschillen per provincie tussen steekproefverdeling en ideaalcijfers.
Nomogram 5 | © TNS NIPO
38 | Denominatie scholen per voor primair onderwijs en voortgezet onderwijs % 100 90
14 26
80 23 70 22
60 50
algemeen/Overig Bijzonder protestants openbaar rooms katholiek
30
40
30
30 20 32 22
10 0 primair onderwijs
voortgezet onderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Nomogram 6 | © TNS NIPO
39 | Denominatie in het beroeps- en volwassenenonderwijs steekproefverdeling versus werkelijke verdeling11 % 100 90 80 70
70 60
55
50 40 30
25 21
20 11 10
4
8
5
2
0 rooms katholiek
protestants algemeen/Overig Bijzonder anders beroeps- en volwassenenonderwijs verdeling steekproef beroeps- en volwassenenonderwijs verdeling werkelijkheid
weet niet
Bron: TNS NIPO, 2006
11
Voor beroeps en volwassenenonderwijs is niet herwogen op denominatie vanwege enkele grote verschillen tussen de steekproefcijfers en de ideaalcijfers
Nomogram 7 | © TNS NIPO
Verdeling achtergrondvariabelen 40 | Geloofsovertuiging onderwijzers per onderwijscategorie
% 100 9
80
2 13
90 20
2 9
19 18
70 60 33
Weet niet/ wil niet zeggen Andere kerkelijke gezindte Nederlands hervormd Rooms-Katholiek Geen kerkelijke gezindte
21
27
45
42
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
50 40 30 20
38
10 0 primair onderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Nomogram 8 | © TNS NIPO
41 | Geboorteland verdeeld naar onderwijscategorie
% 100 2
2
99
98
2 3
97 onbekend niet westerse allochtonen westerse allochtonen Nederland
1 96 99
1
95
94
96 95
93
92 primair onderwijs
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
42 | Hoogst genoten opleiding vóór lerarenopleiding per onderwijscategorie % 100 90
2
23
19 28
80 70
14 36
60
Universiteit HBO MBO HAVO/VWO
31 50 40 30
7 22
62
20
34 23
10 0 primair onderwijs
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
Nomogram 9 | © TNS NIPO
43 | Samenlevingsvorm per onderwijscategorie % 100
1
3 5
3
1
2
6
90 10
1
9
9
9
80 10
13
10
70 Weduwe/Weduwnaar Geregistreerd partnerschap Gescheiden Ongehuwd samenwonend (nooit getrouwd geweest) Ongehuwd Gehuwd
60 50 40 71
68
69
voortgezet onderwijs
beroeps- en volwassenenonderwijs
30 20 10 0 primair onderwijs
Bron: TNS NIPO, 2006
44 | Gemiddeld aantal leerlingen op scholen met één of meerdere vestigingen
3500 3245 3000
2500
2000 1546 1500
1288
1000 772
500
500 258
0 primair onderwijs voortgezet onderwijs beroeps- en volwassenenonderwijs gemiddeld aantal leerlingen op school met meer dan 1 vestiging gemiddeld aantal leerlingen op school met 1 vestiging
Bron: TNS NIPO, 2006
Nomogram 10 | © TNS NIPO
Onderzoeksverantwoording
Nomogram 11 | © TNS NIPO
Onderzoeksverantwoording
Steekproef In totaal zijn 1527 personen ondervraagd voor dit onderzoek. Deze steekproef is grotendeels afkomstig uit de TNS NIPO Database. TNS NIPObase is een database met ongeveer 200.000 respondenten die hebben aangegeven dat zij regelmatig willen meedoen aan onderzoek van TNS NIPO waarbij verschillende onderzoeksmethoden ingezet kunnen worden. Van de respondenten is een groot aantal gegevens beschikbaar. en omvat bijvoorbeeld responsgedrag en sociodemografische kenmerken. De respondenten uit de TNS NIPO Database zijn voor dit onderzoek geselecteerd op basis van het hebben van een functie als onderwijsgevende in het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs of het beroeps- en volwassenenonderwijs. Uit de TNS NIPO Database is de volgende steekproef verdeling tot stand gekomen: Primair onderwijs Voortgezet onderwijs Beroeps- en volwassenenonderwijs
762 respondenten 503 respondenten 250 respondenten
Om het aantal respondenten in het beroeps- en volwassenenonderwijs te verhogen is aan de respondenten in de TNS NIPO Database die in het beroeps- of volwassenenonderwijs werkzaam zijn, gevraagd naar emailadressen van collega’s in het beroeps- of volwassenenonderwijs. Naar aanleiding van deze vraag is eenzelfde vragenlijst naar 85 emailadressen gestuurd waardoor uiteindelijk 12 extra interviews aan de steekproef zijn toegevoegd. Hieronder volgt de definitieve steekproefverdeling: Primair onderwijs Voortgezet onderwijs Beroeps- en volwassenenonderwijs
762 respondenten 503 respondenten 262 respondenten
Methode De interviews zijn op twee manieren afgenomen. Met behulp van CASI: Computer Assisted Self Interviewing en met behulp van CAWI: Computer Assisted Web based Interviewing. Bij CASI (Computer Assisted Self Interviewing) werken respondenten via hun eigen (multimedia) pc mee aan allerlei soorten onderzoek. Vragenlijsten over uiteenlopende onderwerpen worden via modem, internet, op diskette of cd-rom naar de respondent of een geselecteerde groep respondenten verstuurd. Bij CAWI (Computer Assisted Web Interviewing) werken respondenten via hun eigen (multimedia) pc mee aan allerlei soorten onderzoek. Vragenlijsten over uiteenlopende onderwerpen worden via modem of internet naar de respondent of een geselecteerde groep respondenten verstuurd. De vragenlijsten worden online heen en weer gestuurd. De
Nomogram 12 | © TNS NIPO
CAWI methode is gebruikt om het aantal respondenten in het beroeps- en volwassenenonderwijs te verhogen. Veldwerk Het veldwerk van de door middel van CASI verzamelde interviews heeft plaatsgevonden in de periode 11 oktober – 18 oktober 2006. Het veldwerk van de door middel van CAWI verzamelde interviews heeft plaatsgevonden in de periode 23 oktober – 31 oktober 2006 Herweging Om een zo goed mogelijke weergave te geven van de populatie onderwijsgevenden in het primair,- voortgezet- en beroeps- en volwassenenonderwijs is herwogen op verschillende variabelen. Hieronder ziet u de steekproefopbouw voor en na de herweging weergegeven. Voor het primair onderwijs en voortgezet onderwijs is herwogen op leeftijd, geslacht, regio en denominatie van de school. Voor de steekproef in het beroeps- en volwassenenonderwijs is herwogen op leeftijd, geslacht en regio. Deze herwegingen zijn gedaan op basis van Kerncijfers overheidspersoneel 2004 Primair onderwijs
Voortgezet onderwijs
Beroeps/ volwassenen onderwijs
Sekse Man Vrouw
Voor: Na: 24% 22% 76% 78%
Voor: Na: 61% 57% 39% 43%
Voor: Na: 50% 53% 50% 47%
Leeftijd 18 jaar t/m 34 jaar 35 jaar t/m 50 jaar 50 plus
35% 33% 31%
29% 40% 31%
27% 35% 38%
22% 37% 40%
13% 37% 50%
Regio Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord Brabant Limburg
4,1% 2,1% 4,3% 6,2% 2,2% 12,6% 7,6% 13,1% 22,6 3% 16,3% 5,5%
3,5% 4,3% 2,9% 7,3% 2,6% 12,4% 7,6% 15,4% 20,8% 2,3% 14,6% 6,1%
4,6% 4,6% 3,4% 6,2% 2,4% 12,5% 6,8% 13,9% 20,5% 1,4% 15,9% 8%
4% 4,4% 2,7% 8,1% 2,3% 13% 7,9% 16,9% 22,9% 2,3% 8,5% 7%
Nomogram 13 | © TNS NIPO
11% 43% 46%
Regio Noord-Nederland (Groningen, Friesland, Drenthe); Oost-Nederland (Overijssel, Flevoland, Gelderland); West-Nederland (Utrecht, Noord-Holland, Zuid-Holland, Zeeland); Zuid-Nederland (Noord-Brabant, Limburg). Denominatie Rooms Katholiek Protestants Algemeen Bijzonder Openbaar
32% 26% 10% 32%
32% 23% 14% 30%
28% 24% 19% 28%
13,7% 24,4% 40,8% 20,2%
13,3% 20,9% 45,3% 19,7%
22% 22% 26%* 30%
*Binnen het voortgezet onderwijs heeft dit percentage betrekking op een samenvoeging van Algemeen bijzonder onderwijs (14%) & samenwerkingsscholen (12%)
Nomogram 14 | © TNS NIPO
Beschrijving Onderzoeksmethoden
Nomogram 15 | © TNS NIPO
CASI Betrouwbare resultaten bij gevoelige onderwerpen Bij CASI (Computer Assisted Self Interviewing) werken respondenten via hun eigen (multimedia) pc mee aan allerlei soorten onderzoek. Vragenlijsten over uiteenlopende onderwerpen worden via modem, internet, op diskette of cd-rom naar de respondent of een geselecteerde groep respondenten verstuurd. Groot voordeel van CASI is dat de respondent de vragenlijsten kan invullen op een moment dat het hem uitkomt, zonder tussenkomst van een enquêteur of interviewer. CASI is daarom ideaal als het gaat om complexe vragenlijsten of om gevoelige onderwerpen. CASI biedt als onderzoeksinstrument alle voordelen van computergestuurd ondervragen, zoals optimale steekproeftrekking, foutloze routing in de vragenlijsten en directe data output. Daarnaast heeft onderzoek waarbij de respondenten de vragen zelf invullen nog een aantal aanvullende voordelen:
Een hoge respons. De respondent kan de digitaal verstuurde vragenlijst invullen op het tijdstip dat dit het beste uitkomt. Door deze vrijheid is de respondent optimaal gemotiveerd om mee te werken, zelfs bij een wat langere vragenlijst. Gebruiksgemak. Via een hulpscherm worden neutrale instructies verstrekt. De software is zo gemakkelijk te bedienen dat deze ook voor ouderen en lager opgeleiden geen problemen oplevert. Dieper ingaan op details. Doordat respondenten zelf kunnen bepalen wanneer zij de vragenlijst invullen, zijn zij meer gemotiveerd en nemen ze de tijd om bij open vragen precies te vertellen wat hen beweegt. CASI is daarom een ideaal instrument om via open vragen tot in detail te achterhalen wat de respondent beweegt. Optimale objectiviteit en privacy. De respondent vult de vragenlijst zelf in zonder tussenkomst van een enquêteur. Dit verhoogt de kwaliteit van de resultaten. Er is geen beïnvloeding door een interviewer; de vragen kunnen in volstrekte anonimiteit worden beantwoord. Dit verhoogt de validiteit van de resultaten.
Net als CAPI biedt ook CASI de mogelijkheid om toonmateriaal - in kleur of bewegend beeld - te laten zien op het scherm. Zo is het mogelijk om producten en concepten te testen in matched samples, zowel ‘blind’ als ‘as marketed’. Producten kunnen daarbij als concept op de monitor worden getoond of fysiek worden toegestuurd. Strenge controle op kwaliteit Vanzelfsprekend worden net als bij CATI, CAPI en CAWI de antwoorden tijdens het gesprek gecontroleerd op consistentie (klopt het antwoord van vraag 7 met het
Nomogram 16 | © TNS NIPO
antwoord van vraag 23?). Hierdoor wordt kwalitatief hoogwaardige en betrouwbare informatie verzameld. Vrijwel alle vormen van onderzoek en alle beschikbare vraag- en schaaltechnieken kunnen worden toegepast. Ook kan de computer berekeningen uitvoeren op de verstrekte informatie en deze ter verificatie aan de respondent voorleggen. Database met ongekende mogelijkheden TNS NIPO selecteert voor CASI haar respondenten uit TNS NIPObase, een unieke database met ruim 200.000 respondenten. Door de omvang van TNS NIPObase en de rijkdom aan geregistreerde socio-economische, demografische, gedrags- en bezitskenmerken kunnen we voor elke doelgroep omvangrijke en representatieve steekproeven samenstellen. In de database is veel informatie over alle respondenten beschikbaar. Dit maakt het mogelijk om snel onderzoek te doen naar zeer laag gepenetreerde artikelen of diensten. Een tijdrovende screening is niet meer nodig. En omdat de instrumenten in TNS NIPObase gebruikmaken van dezelfde software, is het mogelijk om binnen een onderzoek of zelfs binnen één interview verschillende veldwerkinstrumenten te combineren (bijvoorbeeld bij lange vragenlijsten). TNS NIPO besteedt veel zorg aan de samenstelling en instandhouding van TNS NIPObase. Daarom is het met CASI goed mogelijk continue effectmetingen van kort- of langlopende reclamecampagnes of bijvoorbeeld sponsoringacties uit te voeren. Ook het uitvoeren van vervolgonderzoek is zeer gemakkelijk. Gegevens uit eerdere onderzoeken kunnen worden benut om vervolgonderzoek uit te voeren bij (delen) van de respondenten die eerder voor de opdrachtgever zijn ondervraagd. Daarnaast kan TNS NIPObase worden verrijkt met gegevens die van de opdrachtgever afkomstig zijn. Zo zijn singlesource koppelingen en analyses mogelijk.
Nomogram 17 | © TNS NIPO
CAWI Snel en veilig via het internet Bij CAWI (Computer Assisted Web Interviewing) werken respondenten via hun eigen (multimedia) pc mee aan allerlei soorten onderzoek. Vragenlijsten over uiteenlopende onderwerpen worden via modem of internet naar de respondent of een geselecteerde groep respondenten verstuurd. De vragenlijsten worden online heen en weer gestuurd. Daarnaast kan de respondent de vragenlijsten invullen op een moment dat het hem uitkomt, zonder tussenkomst van een enquêteur of interviewer. CAWI biedt als onderzoeksinstrument alle voordelen van computergestuurd onderzoek, zoals optimale steekproeftrekking, foutloze routing in de vragenlijsten en directe data output. Daarnaast heeft onderzoek via modem of internet nog een aantal aanvullende voordelen:
Snelheid. De vragenlijsten kunnen online naar de respondent worden toegestuurd, direct worden ingevuld en teruggestuurd. Een hoge respons. De respondent kan de digitaal verstuurde vragenlijst invullen op het tijdstip dat dit het beste uitkomt. Door deze vrijheid is de respondent optimaal gemotiveerd om mee te werken, zelfs bij een wat langere vragenlijst. Dieper ingaan op details. Doordat respondenten zelf kunnen bepalen wanneer zij de vragenlijst invullen, zijn zij meer gemotiveerd en nemen ze de tijd om bij open vragen precies te vertellen wat hen beweegt. CAWI is daarom een ideaal instrument om via open vragen tot in detail te achterhalen wat de respondent beweegt. Optimale objectiviteit en privacy. De respondent vult de vragenlijst zelf in zonder tussenkomst van een enquêteur. Dit verhoogt de kwaliteit van de resultaten. Er is geen beïnvloeding door een interviewer; de vragen kunnen in volstrekte anonimiteit worden beantwoord.
CAWI biedt de mogelijkheid om toonmateriaal te laten zien op het scherm. Zo is het mogelijk om producten en concepten te testen in matched samples, zowel ‘blind’ als ‘as marketed’. Producten kunnen daarbij als concept op de monitor worden getoond of fysiek worden toegestuurd. Online interviewen kunt u onder andere toepassen via een website of via een bestand. TNS NIPO adviseert u graag over de voor uw vraagstuk meest geschikte methode. Via een website Bij een ‘website’ toepassing ontvangen bezoekers van een website op een vooraf bepaald moment een pop-up scherm waarin de medewerking aan een onderzoek wordt gevraagd. Met behulp van een speciale techniek worden ‘at random’ bezoekers geselecteerd. Vervolgens kan de vragenlijst ter plekke of op een later tijdstip worden ingevuld. Hoewel er aan deze vorm van marktonderzoek onderzoektechnisch nogal wat haken en ogen zitten (een optimale steekproeftrekking is immers niet altijd gewaarborgd), kan online
Nomogram 18 | © TNS NIPO
interviewen op deze manier goedkoop en snel bepaalde vermoedens bevestigen of uw ‘Fingerspitzengefühl’ nader aanscherpen. Via een bestand Beschikt u over een bestand van klanten of medewerkers met een e-mailadres, dan biedt online interviewen unieke mogelijkheden, bijvoorbeeld in het kader van tevredenheidsmetingen. Via een e-mailbericht nodigt u respondenten uit om aan uw onderzoek deel te nemen. Een koppeling met een incentive actie kan al snel bijdragen aan een aantrekkelijke respons. Strenge controle op kwaliteit Vanzelfsprekend worden net als bij CATI, CASI en CAPI de antwoorden tijdens het gesprek gecontroleerd op consistentie (klopt het antwoord van vraag 7 met het antwoord van vraag 23?). Hierdoor wordt kwalitatief hoogwaardige en betrouwbare informatie verzameld. Vrijwel alle vormen van onderzoek en alle beschikbare vraag- en schaaltechnieken kunnen worden toegepast. Ook kan de computer berekeningen uitvoeren op de verstrekte informatie en deze ter verificatie aan de respondent voorleggen. Database met ongekende mogelijkheden Uiteraard kan CAWI worden ingezet voor onderzoek onder specifieke doelgroepen of onder relaties van opdrachtgevers. Daarnaast beschikt TNS NIPO over verscheidene bronnen voor steekproeftrekking. TNS NIPO selecteert voor CAWI haar respondenten uit TNS NIPObase, een unieke database met ruim 200.000 respondenten. Door de omvang van TNS NIPObase en de rijkdom aan geregistreerde socio-economische, demografische, gedrags- en bezitskenmerken kunnen we voor elke doelgroep omvangrijke en representatieve steekproeven samenstellen. In de database is veel informatie over alle respondenten beschikbaar. Dit maakt het mogelijk om snel onderzoek te doen naar zeer laag gepenetreerde artikelen of diensten. Een tijdrovende screening is niet meer nodig. En omdat de instrumenten in TNS NIPObase gebruikmaken van dezelfde software, is het mogelijk om binnen een onderzoek of zelfs binnen één interview verschillende veldwerkinstrumenten te combineren (bijvoorbeeld bij lange vragenlijsten). TNS NIPO besteedt veel zorg aan de samenstelling en instandhouding van TNS NIPObase. Daarom is het met CAWI goed mogelijk continue effectmetingen van kort- of langlopende reclamecampagnes of bijvoorbeeld sponsoringacties uit te voeren. Ook het uitvoeren van vervolgonderzoek is zeer gemakkelijk. Gegevens uit eerdere onderzoeken kunnen worden benut om vervolgonderzoek uit te voeren bij (delen) van de respondenten die eerder voor de opdrachtgever zijn ondervraagd. Daarnaast kan TNS NIPObase worden verrijkt met gegevens die van de opdrachtgever afkomstig zijn. Zo zijn singlesource koppelingen en analyses mogelijk.
Nomogram 19 | © TNS NIPO
Nomogram ter bepaling van de steekproefmarges
Nomogram 20 | © TNS NIPO
Door middel van dit nomogram kan voor de totale steekproef en voor deelsteekproeven worden bepaald met welke standaardafwijking van onderzoekuitkomsten rekening gehouden moet worden.
Hoe gaat u te werk? •
Trek een rechte lijn tussen P (= steekproefuitkomst) en N (= steekproefomvang);
•
Door het snijpunt met de middelste lijn wordt de statistische marge bij een betrouwbaarheidsniveau van 95% bepaald
•
Het percentage, zoals middels de steekproef bepaald, zal in het universum met 95% betrouwbaarheid tussen P+2S en
(2 sigma); P-2S liggen. Steekproefuitkomst
Standaardafwijking
Steekproefomvang
P
2S(igma)
N
50 40 35
10 9
30
8 7
25
6 20
100
150 200
5 300 4
15
400 3
500 600
10 2
9 8
700 800 900 1000
1.5 7
1500
6 1 0.9
5
0.8
2000
3000
0.7 4
0.6 0.5
4000 5000 6000
3
0.4
0.3
7000 8000 9000 10000
0.25 2
15000 20000
Dit nomogram is gebaseerd op de formule: 2S = 2
P∗ (100 − P) N
Nomogram voor de bepaling van de significantie van verschillen
Nomogram 21 | © TNS NIPO
Door middel van dit nomogram (en het nomogram op de voorzijde) kan het al of niet significant zijn van de steekproefuitkomsten uit twee onafhankelijke steekproeven worden bepaald.
Hoe gaat u te werk?
•
Met behulp van het nomogram op de voorzijde bepaalt u de statistische marge van P1 uit N1 en de statistische marge van P2 uit N2;
•
De uitkomst 2S1 (marge van P1 uit N1) en de uitkomst 2S2 (marge van P2 uit N2) verbindt u in onderstaand nomogram
•
Door het snijpunt met de middelste lijn wordt de significantie van verschil tussen P1 en P2 bepaald;
•
Is het verschil tussen P1 en P2 groter dan het gevonden getal (op de middelste lijn) dan is dat verschil significant op een
door een rechte lijn;
betrouwbaarheidsniveau van 95%. 2S1
2S
2S2 9
8.5
6
6
8 5.5
5.5 7.5
5
5
7
6.5
4.5
4.5
6 4
4
5.5 5
3.5
3.5
4.5 3
3 4
2.5
3.5
2
3
Nomogram 22 | © TNS NIPO
2
2.5 2
1.5 1
Dit nomogram is gebaseerd op de formule: 2S = 2
2.5
1.5 1
1
P1∗ (100 − P1 ) N1
+
P2 ∗ (100 − P2 ) N2
Beschrijving WIN segmenten
Nomogram 23 | © TNS NIPO
Beschrijving segmenten WIN Model De acht segmenten worden gedefinieerd door de waarden, die de respondenten het belangrijkste vinden in hun leven: • Zorgzamen (Sociaal): het actief zorgen (beschermen, vergroten) voor het welzijn van anderen, altruïstisch, behoudend, gericht op rust en vrede; • Behoudenden (Conformisme): niet willen opvallen, zich aan normen en regels houden, gericht op eigen wereldje, veel vooroordelen en “ze-denken”; • Genieters (Plezier): lichamelijk en emotioneel genot, plezier, impulsiviteit, gezelligheid, gemakzucht; • Luxezoekers (Prestatie): succes, competentie, ambitie, acceptatie, ‘scoren’, verdienen, comfortabel leven, ‘bitchy’en ‘macho’-gedrag; • Zakelijken (Zelfbepaling): onafhankelijkheid, ontwikkelen, iets bereiken, een soort yuppen; • Ruimdenkers (Rijpheid): begrip van en voor anderen, zichzelf en de wereld daar om heen, wereldverbeteraars, babyboomers; • Geëngageerden (Veiligheid): harmonie, stabiliteit en veiligheid, zowel in de samenleving als geheel, als in de eigen leefwereld, de eigen situatie en relaties; • Evenwichtigen (Gemiddeld): gemiddeld op alle vlakken. Profiel van de zorgzamen Geslacht: hoogste percentage vrouwen (63%); Leeftijd: oudste segment; Gezinsgrootte: veelal gehuwd of weduwe; Opleiding: 1 na laagste opgeleid; Gemeentegrootte: zelden in grote steden/gemeenten; Inkomensklasse: laagste inkomen; Werkzaam: minst van allen; Politieke voorkeur: sterkste voorkeur voor CDA, ChristenUnie, SGP; Positie in het model: staan tussen de Geëngageerden en de Behoudenden in (enige verwantschap) en diametraal tegenover de Luxezoekers en de Zakelijken (tegenstelling). Psychologisch profiel: religieus, beschermend, zorgzaam en gericht op het helpen van andere mensen, altruïstisch, vredig, rust en zekerheid, minst materialistisch, behoudend, extraverte groepsmensen, houden niet van alleen zijn, solidair en dienstbaar, soberheid en eenvoud, hechten zeer aan zelfbeheersing, gematigdheid en genegenheid, zijn zuinig voor zichzelf en gul voor anderen, bescheiden, willen niet te veel variatie in het leven, zijn graag bezig, actief in de kerk en houden niet van te veel (na)denken, zijn een beetje gemakzuchtig en hebben een hekel aan moeilijke taken en problemen, weinig creatief, gemiddeld maatschappelijk en politiek betrokken, geringe betrokkenheid bij en weinig kennis van de milieuproblematiek, niet avontuurlijk, geneigd zich volkomen aan wet- en regelgeving te houden, vinden dat technologische ontwikkelingen veel te snel gaan, vinden dat er vooral iets gedaan moet worden aan de criminaliteit en de gezondheidszorg, maken zich minder dan anderen druk over buitenlanders en het asielbeleid, maar wel wat meer over het verval van normen en
Nomogram 24 | © TNS NIPO
waarden, eten meestal ‘Hollandse pot’, houden van lezen, hebben eerder een hond dan een kat, kijken veel televisie, NCRV-gids, Telegraaf en/of regionaal dagblad, geen opinieweekbladen, lezen Margriet, Libelle, Privé, Story, geen vliegvakanties, gaan zelden op vakantie, bezitten weinig luxe of moderne (digitale e.d.) artikelen, wel naaimachine. Consumptiestijl: weinig bestedingsmogelijkheden, zuinig, behoudend, niets voor zichzelf willen kopen, niets nodig hebben, eenvoud, ouderwets, saai en netjes. Niet bereikbaar voor nieuwe ontwikkelingen (technologische innovaties), willen alles bij het oude houden. Communicatie overheid: worden aangesproken door communicatie van de overheid, positieve houding tegenover gezag en regels, sterk sociaal en maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef, dienstbaar, mee willen werken aan ‘het goede’ en tegen ‘het kwaad’. Profiel van de Behoudenden Geslacht: iets meer vrouwen (59%); Leeftijd: midden; Gezinsgrootte: veelal gehuwd, kinderen; Opleiding: laagste opgeleid; Gemeentegrootte: meestal in kleine(re) gemeenten of juist in grootste (Rand)steden; Inkomensklasse: laag inkomen; Werkzaam: gemiddeld; Politieke voorkeur: 1 na hoogste percentage Lijst Pim Fortuyn kiezers, voorkeur voor grote partijen, minste D66, Groenlinks of SP van allen en hoog percentage ‘weet niet’ of gaat niet stemmen; Positie in het model: staan tussen de Zorgzamen en de Genieters in (verwantschap) en diametraal tegenover de Ruimdenkers en Zakelijken (tegenstelling). Psychologisch profiel: vermijden van ‘gevaarlijke’ situaties en/of gedrag waarmee je anderen zou kunnen irriteren of waarmee je normen schendt, willen niet opvallen, willen ‘gewoon’ leven, zijn gehoorzaam, beleefd en voelen zich maatschappelijk gezien enigszins verloren. Zij zorgen vooral voor zichzelf en de eigen naasten, willen het eigen gezin zekerheid, bescherming en geborgenheid bieden. Zij ondernemen veel leuke dingen met de kinderen, die centraal staan in hun leven. Behoudenden zijn in hun eigen omgeving wel sociaal, voelen zich niet betrokken bij maatschappij en politiek, hebben veel vooroordelen en oordelen afkeurend ten aanzien van rijke, intellectuele, geslaagde mensen, zijn wat rancuneus en voelen zich vaak miskend, zijn voorstander van de doodstraf, zien in buitenlanders en het asielbeleid een bedreiging, voelen zich onveilig, houden niet van denken en hebben een hekel aan diepgang of mensen die diepgang hebben, zijn gemakzuchtig en impulsief, laten het leven een beetje op zich afkomen, hebben een conservatieve smaak en zijn graag netjes op hun kleding, huis en spullen. Zij zijn niet milieuvriendelijk in hun gedrag, ze eten liefst ‘Hollandse pot, houden van André van Duin, vinden dat technologische en sociaal-maatschappelijke ontwikkelingen veel te snel gaan, houden niet van lezen, hebben eerder een hond dan een kat, kijken veel televisie, maar weinig naar nieuws en achtergronden, veel RTL-4, Veronica, Telegraaf en
Nomogram 25 | © TNS NIPO
Algemeen Dagblad, geen opinieweekbladen, lezen meeste van allen Margriet, Libelle en Privé, Story, Weekend, Flair, bezitten wel enige luxe en moderne (digitale e.d.) artikelen. Consumptiestijl: weinig bestedingsmogelijkheden, conformistisch, onopvallend, niet aanstootgevend, gericht op gezin, netjes. Niet bereikbaar voor nieuwe ontwikkelingen (technologische innovaties). Communicatie overheid: argwanend tegenover (communicatie van) de overheid, gehoorzame houding tegenover gezag en regels, voelen zich miskend en in de steek gelaten, sociaal in hun eigen omgeving, willen met rust gelaten worden en ‘ze’ zoeken het maar uit. Hebben veel negatieve oordelen over de overheid en de politiek. Profiel van de Genieters Geslacht: iets meer mannen (59%); Leeftijd: jonger dan gemiddeld; Gezinsgrootte: meest gehuwd van allen, kinderen; Opleiding: laag opgeleid; Gemeentegrootte: middelgrote gemeenten; Inkomensklasse: midden inkomen, lage welstand; Werkzaam: meestal wel; Politieke voorkeur: hoog percentage Lijst Pim Fortuyn kiezers, oorspronkelijk een voorkeur voor PvdA of VVD, sterkste verlies op VVD (minder op PvdA) t.g.v. LPF en CDA, hoogste percentage ‘weet niet’ en niet stemmen; Positie in het model: staan tussen de Behoudenden en Luxezoekers in (verwantschap) en diametraal tegenover de Geëngageerden en de Ruimdenkers (tegenstelling). Psychologisch profiel: feest, plezier en genieten, meest zelfgerichte segment van alle, zorgeloos, absoluut geen piekeraars, op eigen plezier uit desnoods ten koste van anderen, enigszins op zoek naar uitdagingen en risico’s, veel uitgaan, lol maken, veel met andere mensen zijn, willen zich niet te veel beheersen, houden niet van gematigdheid en van het ‘gewone’, wat meer geneigd tot avontuur, sensatie en opwinding, graag fysiek bezig, even weinig maatschappelijk betrokken en politiek geïnteresseerd als de Behoudenden, maar Genieters voelen zich geen losers, zij zijn de grootste voorstanders van de doodstraf, zien in buitenlanders en het asielbeleid meer een bedreiging dan alle andere segmenten, criminaliteit scoort ook vrij hoog, maar zij voelen zich zelf niet onveilig, zij zijn weinig solidair, zijn handig/gewiekst en manipulatief, weinig plooibaar, zitten meer dan anderen met alcohol achter het stuur, voelen zich sportief en energiek, schatten de kwaliteit van hun bestaan het laagst in van allen, hebben niets met de milieuproblematiek, zijn gemakzuchtig, pakken het leven, nemen het niet zo nauw met regels, zoeken vooral plezier, geen creatieve hobby’s, trendy smaak en een impulsieve koopstijl, eten naast ‘Hollandse pot’ ook wel eens uit de buitenlandse keuken, houden niet van lezen, hebben als enige segment vaker katten dan honden, kijken veel televisie, meestal naar RTL4nieuws (niet NOS-journaal) en weinig naar achtergronden, voorkeur voor RTL-4, Veronica en SBS-6 (meeste Veronicagids), minder Telegraaf en meer Algemeen Dagblad dan de ‘buur-segmenten’, minste opinieweekbladen van allen, lezen wat minder vaak Margriet en Libelle en wel veel Privé, Story, Weekend en Nouveau(!), bezitten wel enige luxe en moderne (digitale e.d.) artikelen.
Nomogram 26 | © TNS NIPO
Consumptiestijl: redelijke bestedingsmogelijkheden, impulsief, willekeurig, graag winkelen. Zeer bereikbaar voor nieuwe snufjes (technologische innovaties) Communicatie overheid: worden niet aangesproken door (communicatie van de overheid), onverschillige houding tegenover gezag en regels, geen sociaal en maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef, weinig interesse, zijn echter de kwaadste niet als er iets van ze wordt verlangd. Profiel van de Evenwichtigen De Evenwichtigen zijn in alles ‘gemiddeld. Zij lijken het meest op het gemiddelde van de gehele bevolking. Degenen die het dichtst bij een segment terecht komen, lijken wat meer op dat segment. Profiel van de Luxezoekers Geslacht: meeste mannen (67%); Leeftijd: jongste segment; Gezinsgrootte: gehuwd of alleenstaand; Opleiding: midden opleiding; Gemeentegrootte: meer in de Randstad; Inkomensklasse: midden tot hoog inkomen; Werkzaam: 1 na meeste, vaak tweeverdieners; Politieke voorkeur: hoogste percentage Lijst Pim Fortuyn kiezers, sterke VVD aanhang, vooraf grootste ‘weet niet’-groep of gaat niet stemmen, heeft uiteindelijk toch (vaak LPF) gestemd; Positie in het model: staan tussen de Genieters en de Zakelijken in (enige verwantschap) en diametraal tegenover de Zorgzamen (tegenstelling). Psychologisch profiel: minst religieus van allen, meest egocentrisch, zeer gericht op eigen gewin, hebbedingetjes, show off, hechten aan bezit, willen zich bewijzen, presteren, zeer vinden seks belangrijker dan alle anderen, steken hun nek uit, willen gezien worden, fysiek ingesteld, gaan hun eigen weg, voelen zich enigszins geïsoleerd, vaak Einzelgängers, terwijl zij wel plezier zoeken en dat met veel mensen samen doen, ‘hard’ in hun oordelen en opstelling (ook de vrouwen zijn wat meer bitchy dan alle anderen), zijn in het geheel niet sociaal, eerder antisociaal, zeer geneigd de wet te overtreden, sterk uitdaging-, risico- en spanning- zoekend, meer dan de anderen in aanraking met de politie gekomen, hard rijden, alcohol op de weg, agressie, zwart rijden, niet begaan met het lot van anderen, zij hebben weinig op met buitenlanders en asielzoekers en zien het asielbeleid als het grootste probleem van alle segmenten, willen dat criminaliteit en onderwijs worden aangepakt, zijn niet bedachtzaam, hebben snel hun mening klaar, willen vooruit en vinden dat de technologische veranderingen te langzaam gaan, leven en handelen snel, zijn doeners bij uitstek, hebben geen interesse voor het milieu, zij zijn impulsief maar niet gemakzuchtig, eten vaak buitenlandse keukens, staan open voor nieuwe dingen, hebben vaak een hond, kijken veel televisie, zijn kritischer en meer maatschappelijk en politiek geïnteresseerd dan de voorgaande segmenten, vaak voor de doodstraf, schatten de kwaliteit van hun bestaan zeer hoog in, houden niet zo van lezen, kijken vrij veel
Nomogram 27 | © TNS NIPO
televisie, en ook wel naar nieuws en achtergronden (Nova, Netwerk, e.d.), RTL-4, RTL5(!), Veronica (veel Veronicagids) en SBS6(!!),meeste Telegraaf-lezers van allen, lezen soms HP/de Tijd en Vrij Nederland, lezen minste van allen Margriet en Libelle en verreweg het meeste Flair, wat minder Privé, Story en Weekend, meest van allen Penthouse en Playboy, ook meest van allen Doe Het Zelf en Eigen Huis, bezitten veel luxe en moderne spullen (veel digitale film- of videocamera, meeste espressoapparaten, meeste ADSL-aansluitingen), meeste zonnebanken en sportfietsen en vaak een skiuitrusting, veel tweede auto’s (samen met de Zakelijken het meeste), bezitten de meeste (gevraagde) spullen van allen. Consumptiestijl: ruime bestedingsmogelijkheden, materialistisch, show off, veel voor zichzelf willen kopen, comfort, modern. Zeer bereikbaar voor nieuwe ontwikkelingen technologische innovaties), willen alles nieuw hebben, erbij zijn. Communicatie overheid: worden weinig aangesproken door (communicatie van) de overheid, negatieve houding tegenover gezag en regels, a-sociaal en gehaaid, maken egocentrisch gebruik van voorzieningen en hebben weinig sociaal en maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef, anti losers. Profiel van de Zakelijken Geslacht: meer mannen (66%); Leeftijd: vrij jong tot middelbaar segment; Gezinsgrootte: gehuwd of alleenstaand, kinderen; Opleiding: hoge opleiding; Gemeentegrootte: meer in de Randstad/ Zuid-Holland; Inkomensklasse: hoogste inkomen; Werkzaam: meeste, vaak tweeverdieners; Politieke voorkeur: hoogste percentage VVD kiezers, ook wel Milieu- en Natuurplanbureau pag. 245 van 351 veel Lijst Pim Fortuyn en meer GroenLinks dan de eerder besproken segmenten, minste CDA, weinig niet-stemmers; Positie in het model: staan tussen de Luxezoekers en Ruimdenkers in (verwantschap) en diametraal tegenover de Zorgzamen (tegenstelling). Psychologisch profiel: de Zakelijken zijn egocentrisch, maar minder egoïstisch dan de Luxezoekers, houden van luxe en kunnen het zich permitteren, een mooi huis en auto’s, ze zijn rijk en bezitten veel, zij zijn ambitieus, maar meer omdat het ze goed af gaat en zij werkelijk geïnteresseerd zijn, het zijn yuppen die streven naar een uitdagend en simulerend bestaan, zij pakken het leven met beide handen en maken er wat van, zij zijn zeer onafhankelijk, zeer snel, competent, hardwerkend, slim, creatief, goed op de hoogte van wat er in de wereld gebeurt, modern, zeer vooruitstrevend, het zijn snelle denkers en beslissers, hebben vaak mensen onder zich, zij gaan hun eigen gang, maar kunnen ook goed delegeren, ze zijn een beetje macho, zoeken de mazen in de wet en zijn (evenals de luxezoekers) geneigd deze vaker dan anderen te overtreden, zij zijn matig sociaal maar geven wel aan goede doelen, zij hebben minder moeite met buitenlanders en asielzoekers maar willen wel een ander asielbeleid en willen dat de
Nomogram 28 | © TNS NIPO
criminaliteit wordt aangepakt, ook de gezondheidszorg en het onderwijs moeten meer aandacht krijgen, het verval van normen en waarden is voor hen een grotere zorg dan voor de anderen, zij denken en doen, willen vooruit en vinden dat de technologische veranderingen te langzaam gaan, hebben weinig interesse voor het milieu, terwijl zij wel zeer goed op de hoogte zijn van de milieuproblematiek, zijn minder impulsief en zeker niet gemakzuchtig, eten vaker buitenlandse keukens dan Hollandse pot, staan zeer open voor nieuwe dingen en andere meningen, kijken minder vaak televisie, zijn kritischer en veel meer maatschappelijk en politiek geïnteresseerd dan alle voorgaande segmenten, zij zijn vaak tegen de doodstraf, schatten de kwaliteit van hun bestaan hoog in, houden van lezen, zij hebben de meeste katten en minste honden, kijken vrij veel televisie, veel naar nieuws en achtergronden, meeste Nederland 3 en (1 en 2), naast de Telegraaf lezen zij ook NRC-Handelsblad en wat minder de Volkskrant en het Parool, lezen 1 na meeste HP/de Tijd en Vrij Nederland, Het Beste scoort ook redelijk hoog, lezen weinig Margriet en Libelle en juist wat meer Marie Claire en Flair, het minste Privé, Story en Weekend, veel Playboy, bezitten veel luxe en moderne spullen (maar minder digitale film- of videocamera dan de meeste, veel espresso-apparaten), meeste skihutrustingen, vaak een vakantiehuisje, veel zonnebanken en sportfietsen, veel tweede auto’s (samen met de Luxezoekers het meeste), bezitten veel van de (gevraagde) spullen. Consumptiestijl: zeer ruime bestedingsmogelijkheden, gemak in besteding, luxe, comfort, innovators van nieuwe trends en mogelijkheden, gek op techniek, smaakvol en duur, mooie woning en inrichting, dure auto’s. Communicatie overheid: worden niet echt sterk aangesproken door communicatie van de overheid, zijn kritisch en veeleisend, zijn niet onder de indruk van gezag en regels, willen minder overheid / meer privatisering, hekel aan paternalisme, zeer onafhankelijk, goed op de hoogte. Profiel van de Ruimdenkers Geslacht: iets meer vrouwen (54%); Leeftijd: middelbaar tot ouder segment; Gezinsgrootte: ongehuwd / alleenstaand, geen kinderen; Opleiding: hoogste opleiding; Gemeentegrootte: meer in de Randstad/ Noord-Holland; Inkomensklasse: hoog inkomen; Werkzaam: iets minder dan gemiddeld; Politieke voorkeur: hoogste percentage D66 kiezers, ook wel veel GroenLinks en PvdA weinig CDA, minste niet-stemmers, enige segment waarin de SP verloor; Positie in het model: staan tussen de Zakelijken en de Geëngageerden in (verwantschap) en diametraal tegenover de Behoudenden en de Genieters (tegenstelling). Psychologisch profiel: de Ruimdenkers plaatsen zichzelf aanmerkelijk veel linkser op een links-rechts schaal dan alle anderen en zij hebben verreweg de hoogste opleiding gevolgd. Gezien hun leeftijd behoren zij tot de generaties die de zestiger jaren bewust hebben meegemaakt en veel van hun idealen vloeien hieruit voort. Zij zijn het meest van allen
Nomogram 29 | © TNS NIPO
maatschappelijk en politiek betrokken en streven naar een betere wereld, zij lezen veel, denken veel en praten veel met anderen, ze zijn competent, zeer ruimdenkend en flexibel en zijn redelijk modern (eigen stijl) en vooruitstrevend. Het zijn absoluut geen groepsmensen, zij doen de dingen graag op hun eigen –soms wat exentrieke– manier, zij zijn niet ambitieus zoals de Zakelijken dat zijn, maar wel ambitieus in hun streven naar een betere maatschappij. Zij zijn zeer vooruitstrevend en ontwikkelingsgeneigd (met name de maatschappelijke veranderingen gaan hen te langzaam), zij hebben daarin ook een individualistische behoefte om zichzelf te ontwikkelen en te ontplooien. Minder dan alle anderen maken zij zich druk over het asielbeleid en over criminaliteit, terwijl de gezondheidszorg, het onderwijs en het milieu wel belangrijk gevonden worden. Zij schatten hun kwaliteit van bestaan niet zo hoog in, zijn lichtelijk tobberig en hebben een hekel aan bekrompenheid en vooroordelen. Zij staan open voor anderen en voor het nieuwe, hechten aan diepgang en denken liever dan dat zij al te actief handelen, zij zijn uitermate kritisch en begaan met het lot van minderbedeelden en minderheden, zij hebben meer affiniteit met Amnesty en Greenpeace dan met het Rode Kruis en het Wereld Natuur Fonds (zoals de andere segmenten). De Ruimdenkers zijn sterk tegen de doodstraf, overtreden de wet minder dan de meeste, hoewel zij wel uitdagingen zoeken en risico’s nemen, zij weten veel, zijn het meest creatief, stellen hoge eisen aan zichzelf, willen graag een gevarieerd leven, zijn het minst handig/gewiekst van allen, zijn het meest milieuvriendelijk van alle segmenten, het beste op de hoogte van de milieuproblematiek en lezen de meeste opinieweekbladen, het zijn Volkskrant-, NRC en Parool- lezers en zij kijken naar Nederland 3 (en 1 en 2) en veel minder naar de commerciële omroepen, hebben als enige segment geen Veronicagids (vooral VPRO en Varagids), lezen bijna geen roddelbladen en weinig Margriet en Libelle (wel Elegance en Marie Claire). Zij lezen graag en hebben vaak een muziekinstrument (piano) en katten in huis. Zij bezitten minder dan de Zakelijken of de Luxezoekers en hechten ook minder waarde aan bezit, zelden zijn er tweede auto’s (maar zij wonen ook vaak alleen), wel hebben velen van hen een zonnebank en een sportfiets. Consumptiestijl: vrij veel bestedingsmogelijkheden, eigenzinnig en soms excentriek, hoeven niet zo veel, kopen moderne en antieke spullen, stijlen door elkaar heen. redelijk bereikbaar voor nieuwe ontwikkelingen (technologische innovaties), maar kopen geen nieuwste snufjes, niet materialistisch. Communicatie overheid: worden aangesproken door communicatie van de overheid, maar zijn daar zeer kritisch op. Pragmatische houding tegenover gezag en regels, sterk sociaal en maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef, zijn zeer goed op de hoogte, strijdbaar, willen dat politiek en overheid zich beter inzetten en willen de democratie moderniseren (D66). Profiel van de Geëngageerden Geslacht: meer vrouwen (57%); Leeftijd: 1 na oudste segment; Gezinsgrootte: vaak gehuwd, soms alleenstaand; Opleiding: voor hun leeftijd hoog opgeleid; Gemeentegrootte: gemiddeld tot grotere gemeenten; Inkomensklasse: laag tot midden inkomen; Werkzaam: minder dan gemiddeld;
Nomogram 30 | © TNS NIPO
Politieke voorkeur: van VVD en PvdA meer opgeschoven naar CDA. De ChristenUnie, de SP en GroenLinks krijgen steun, laagste op Lijst Pim Fortuyn, stemmen meestal wel. Positie in het model: staan tussen de Zorgzamen en Ruimdenkers in (verwantschap) en diametraal tegenover de Genieters (tegenstelling). Psychologisch profiel: vrij religieus, meest sociaal en gericht op de maatschappij als geheel, hechten niet aan bezit, hoeven zich niet meer te bewijzen, zijn wijs en hebben zich sterk ontwikkeld, persoonlijke groei is belangrijk geweest in hun leven, zij hebben zich willen ontwikkelen mede in sociaal opzicht, zij streven naar vrede en een eerlijke verdeling in de samenleving. Zij blijven goed op de hoogte van alles wat er om hen heen gebeurt, ze maken zich bezorgd, voelen zich onveilig en zijn enigszins teleurgesteld over de harde kanten van het moderne leven, het verval van normen en willen dat het anders was, zonder dat zij daarover al te veel illusies hebben. De mensen in dit segment reflecteren veel, zijn vaak in gedachten en praten daarover, zij willen het goede, maar proberen ook te berusten. Zij doen graag alles samen met anderen, het zijn echte groepsmensen en zijn dan ook in veel verenigingen te vinden of doen vrijwilligerswerk. Zij maken zich het meest druk om het falen van de gezondheidszorg en veel minder om asielzoekers dan anderen. Zij zijn nogal tobberig en bepaald geen zorgeloze uitgaanstypes. Wel houden zij van de natuur en een goed glas wijn met een stel vrienden. Zij zijn zeer gematigd in hun wensen en worden niet echt uitgedaagd om individueel boven het maaiveld uit te komen. Wel hechten zij sterk aan genegenheid en kunnen zij anderen op een warme, begripvolle manier terzijde staan. Zij zijn milieuvriendelijk en vinden het milieu en het behoud van de natuur belangrijk, zij houden van kunst en schoonheid, hebben een goede smaak, zijn beheerst in hun optreden en willen graag prettig gezelschap zijn. Zij zoeken geen spanning of sensatie, maar zijn wel redelijk actief bezig. Zij zijn bijna net zo kritisch en politiek geïnteresseerd als de Ruimdenkers, tegen de doodstraf, zij lezen heel graag, hebben eerder een hond dan een kat, kijken vrij weinig televisie, wel het meest van allen naar nieuws en achtergronden (Nova, Netwerk, 2Vandaag, e.d.), zij hebben een voorkeur voor de publieke omroepen, voor de NCRV- en de VPROgids, lezen de Volkskrant, AD, Telegraaf en Trouw, lezen Vrij Nederland, vaak Margriet, Libelle en Flair, heel weinig roddelbladen, ze hebben eerder een espresso-apparaat dan elektronische snufjes en moderne apparaten, de minste vaatwassers, wel vaak een tweede auto. De mannen binnen dit segment ergeren zich sterk aan files en mobiliteitsproblemen. Consumptiestijl: gemiddelde bestedingsmogelijkheden, meest stijl- en smaakvol, hoeven niet (meer) zo veel, houden van kunst, mooie dingen, stijlen door elkaar heen, enigszins bereikbaar voor nieuwe ontwikkelingen (technologische innovaties), maar kopen geen nieuwste snufjes, niet materialistisch. Communicatie overheid: worden aangesproken door communicatie van de overheid, maar zijn daar kritisch op. Welwillende houding tegenover gezag en regels, sterk sociaal en maatschappelijk verantwoordelijkheidsbesef, zijn zeer goed op de hoogte, zoeken rust en ‘het goede’, willen dat politiek en overheid zich beter inzetten om de samenleving eerlijker en
Nomogram 31 | © TNS NIPO
harmonischer te maken.
Nomogram 32 | © TNS NIPO
Tabellenset per onderwijscategorie
Nomogram 33 | © TNS NIPO
Tabel 1
E5635
Vraag 1: Kunt u aangeven in welke onderwijssector u lesgeeft? ____________________________
Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ abs % abs % abs %
Primair onderwijs ...........................
762
Voortgezet onderwijs ......................
100
-
-*
-
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
-*
762
50
-
-*
503
100*
-
-*
503
33
Beroeps,- en volwassenenonderwijs
____
-* ___
____
-* ___
262 ____
100* ___
262 ____
17 ___
Totaal ondervraagden .....................
762
100
503
100
262
100
1527
100
Ongewogen basis ............................
762
503
262
1527
Vraag 2: Kunt u aangeven wat de grondslag van de school is waar u nu werkzaam bent? _____________________________ _ Christelijke school (Rooms Katholiek) .......................................
247
32*
110
Christelijke school (Protestants) .....
178
23*
Algemeen Bijzonder .......................
53
7*
Islamitische school .........................
4
Openbare school .............................
231
Bijzonder neutrale school ...............
4
Algemeen Christelijke school ......... Opleidingen bij bedrijven\instellingen (commercieel) .......................... Christelijke school (reformatorisch)
1
22
11
4*
368
24
115
23
29
11*
321
21
79
16*
18
7
151
10
-
-
-
150
30
124
1
3
1
-
1
0
2
0
1
0*
1
12
2
30*
-
4
0
505
33
-
7
0
1
0
4
0
0*
32
12*
34
2
13
3
3
1
27
2
48*
Geen religieuze grondslag ...............
-
-*
4
1
7
3*
11
1
Gereformeerd ..................................
6
1
8
1
-
-
13
1
Interconfesionele school .................
5
1
11
2*
2
1
19
1
Noemt soort onderwijs ....................
16
2
9
2
17
6*
42
3
Particulier onderwijs .......................
-
-*
3
1
5
2*
9
1
Anders, namelijk ... ........................
8
1
5
1
15
1
Weet niet ........................................
____
-* ___
2 ____
0* ___
15 ____
6* ___
17 ____
1 ___
Totaal antwoorden ..........................
765
100
514
102
268
102
1547
101
Totaal ondervraagden .....................
762
100
503
100
262
100
1527
100
Ongewogen basis ............................
762
1
503
3
262
1527
Vraag 3: Kunt u aangeven hoeveel scholen of vestigingen uw bestuur heeft? ___________________________ _ 1 school ..........................................
98
2 scholen\vestigingen (enz) ............
49
3 vestigingen ..................................
35
4 vestigingen .................................. 5 vestigingen ..................................
20*
222
15
14
5
129
8
10
4*
135
9
13*
14
6
112
7
12*
23
9
110
7
70
14*
61
23
302
20
45* ___
83 ____
17* ___
87 ____
33 ___
517 ____
34 ___
100
503
100
262
100
1527
100
71
14
52
6*
66
13*
5*
90
18*
33
4*
64
29
4*
58
6-10 vestigingen .............................
171
22*
meer dan 10 scholen\vestigingen ....
347 ____
Totaal ondervraagden .....................
762
Ongewogen basis ............................
762
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
13
503
262
1527
Tabel 2
E5635 Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ Vraag 4: Kunt u aangeven hoeveel leerlingen er in totaal zijn op de vestigingen waar u werkt? ___________________________ _
abs
%
abs
%
abs
%
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
minder of gelijk aan 150 leerlingen 151 tot en met 300 leerlingen ......... 301 tot en met 500 leerlingen ......... 501 tot en met 1000 leerlingen ....... 1001 tot en met 1500 leerlingen ..... 1501 tot en met 2000 leerlingen ..... 2001 tot en met 3000 leerlingen ..... 3001 tot en met 5000 leerlingen ..... 5001 tot en met 10000 leerlingen ... 10001 of meer leerlingen ................ weet niet .........................................
137 274 142 49 11 22 12 12 3 ____1
21* 41* 21* 7* 2* 3* 2* 2* 0* -* ___0
12 25 40 116 115 44 49 21 7 3 ____-
3* 6* 9* 27* 27* 10* 11* 5 2 1 ___-
21 23 30 35 23 13 14 18 16 17 ____-
10 11* 15 16 11 6 7 8* 7* 8* ___-
170 321 213 200 150 79 75 51 25 20 ____1
13 25 16 15 11 6 6 4 2 2 ___0
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
664 669
100
432 429
100
210 209
100
1305 1307
100
500.4* _____ _
Gemiddelde ....................................
1546.9* _____ _
3245.7* _____ _
1288.4 _____ _
Vraag 5: Kunt u aangeven hoeveel leerlingen er in totaal zijn op de school waar u werkt? ___________________________ _ minder of gelijk aan 150 leerlingen 151 tot en met 300 leerlingen ......... 301 tot en met 500 leerlingen ......... 501 tot en met 1000 leerlingen ....... 1001 tot en met 1500 leerlingen ..... 1501 tot en met 2000 leerlingen ..... 2001 tot en met 3000 leerlingen ..... 3001 tot en met 5000 leerlingen ..... 5001 tot en met 10000 leerlingen ...
20 57 18 3 ____-
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
98 93
20 58* 18* 3* -* -* -* ___100
9 2 5 13 18 14 8 2 ____71 74
258.3* _____ _
Gemiddelde ....................................
12* 3* 8 18* 25* 20* 11* 3 ___100
23 8 5 8 1 2 4 1 ____1 52 53
1288.8* _____ _
43* 15* 9 15 2 5 7 2 ___2
51 67 28 24 19 17 11 3 ____1
23 30 13 11 9 8 5 1 ___0
100
222 220
100
772.8 _____ _
710.3 _____ _
Vraag 6: Kunt u aangeven hoe lang u al op deze school werkzaam bent? _ _____________________________ Minder 5 jaar .................................. Meer dan 5 jaar minder dan 10 jaar Meer dan 10 jaar en minder dan 15 jaar .................................................. Meer dan 15 minder dan 20 jaar ..... Meer dan 20 jaar minder dan 25 jaar 25 jaar of langer ..............................
297 203
39 27
165 129
33* 26
113 48
43* 19*
574 381
38 25
87 47 42 87 ____
11 6 5 11* ___
51 35 25 99 ____
10 7 5 20* ___
23 26 19 34 ____
9 10* 7 13 ___
161 107 85 219 ____
11 7 6 14 ___
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762
100
503 503
100
262 262
100
1527 1527
100
354 309
23 20
Vraag 7: Kunt u aangeven hoe lang u als docent\leerkracht werkzaam bent? ______________________________ 29* 21
Minder 5 jaar .................................. Meer dan 5 jaar minder dan 10 jaar Meer dan 10 jaar en minder dan 15 jaar .................................................. Meer dan 15 minder dan 20 jaar ..... Meer dan 20 jaar minder dan 25 jaar 25 jaar of langer ..............................
170 144
22 19
110 110
22 22
75 55
102 61 76 210 ____
13 8 10 28 ___
52 39 40 151 ____
10 8 8 30 ___
30 23 18 62 ____
11 9 7 24 ___
183 123 134 423 ____
12 8 9 28 ___
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762
100
503 503
100
262 262
100
1527 1527
100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
Tabel 3
E5635
Vraag 8: Hoeveel uren werkt u gemiddeld per week? ________________________ _
Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ abs % abs % abs %
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
Meer dan 40 uur per week .............. 40 uur per week .............................. 30 t\m 39 uur per week ................... 20 t\m 29 uur per week ................... Minder dan 20 uur per week ........... Weet niet\Wil niet zeggen ...............
129 101 192 190 150 ____1
17* 13 25 25* 20 ___0
112 76 142 104 65 ____4
22* 15 28 21 13* ___1
54 37 59 49 62 ____2
20 14 23 19 24* ___1
295 213 393 343 277 ____7
19 14 26 22 18 ___0
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762
100
503 503
100
262 262
100
1527 1527
100
Vraag 9: Kunt u aangeven wat uw huidige functie is op school? (Meer antwoorden mogelijk) ____________________________ Leraar in opleiding ......................... Docent eerstegraads ........................ Docent tweedegraads ...................... Zij instromer (momenteel nog bezig met een aanvullende lerarenopleiding) ............................. Bijlesgevend ................................... Coördinator .................................... Directeur (directrice) ......................
-
-
29 182 288
6 36* 57
8 69 141
3 27* 54
37 252 429
5 33 56
____-
___-
17 28 69 ____3
3* 6 14 ___1
17 18 35 ____4
7* 7 13 ___2
34 47 104 ____7
4 6 14 ___1
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
-
-
616 503 503
123 100
294 262 262
112 100
910 765 765
119 100
Vraag 10: Kunt u aangeven in welke functie schaal u nu zit? _____________________________ LA schaal ........................................ LB schaal ........................................ LC schaal ........................................ LD schaal ........................................ Wil niet zeggen ...............................
502 72 14 8 167 ____
66* 9* 2* 1* 22 ___
9 280 88 74 51 ____
2* 56* 17* 15* 10* ___
7 86 53 14 102 ____
3* 33 20* 5 39* ___
518 438 155 96 320 ____
34 29 10 6 21 ___
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762
100
503 503
100
262 262
100
1527 1527
100
-
-
1 1 1 1 1 2 13 195 48 55 2 6
1 1 1 4 1 4 27 244 97 75 2 6
0 0 0 0 0 1 3 32 13 10 0 1
9
1
Vraag 11: Kunt u aangeven of u vroeger in een andere functieschaal zat? ______________________________ LA schaal ........................................ LB schaal ........................................ Schaal 4 .......................................... Schaal 5 .......................................... Schaal 7 .......................................... Schaal 8 .......................................... schaal 9 ........................................... schaal 10 ......................................... schaal 11 ......................................... Schaal 12 ........................................ Schaal 18 ........................................ Anders, namelijk ... ........................ Ben niet in loondienst\ben inval leerkracht\werk freelance ................ Wordt met andere schalen gewerkt\wordt niet gewerkt met schalen (werk in bedrijfsleven) ....... Nee .................................................
-
-
3
____
___
8 165 ____
2* 33* ___
13 107 ____
5* 41* ___
20 272 ____
3 36 ___
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
-
-
503 503
100
262 262
100
765 765
100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
0 0 0 0 0 0 3 39* 10* 11 0 1
3 2 14 50 49 21 -
1 1 5 19* 19* 8 -
1
5
2
Tabel 4
E5635
Vraag 12: Kunt u aangeven welk niveau opleiding u vóór uw lerarenopleiding heeft gevolgd? _____________________________
Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ abs % abs % abs %
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
HAVO\VWO .................................. MBO ............................................... HBO ............................................... Universiteit .....................................
403 89 148 13 ____
62* 14 23* ___2*
170 37 156 139 ____
34* 7* 31 28* ___
61 57 93 51 ____
23* 22* 36* 19* ___
634 184 398 204 ____
45 13 28 14 ___
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
654 655
100
503 503
100
262 262
100
1419 1420
100
Ja .................................................... Nee .................................................
715 47 ____
94* ___6*
462 41 ____
92 ___8
213 49 ____
81* 19* ___
1390 137 ____
91 ___9
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762
100
503 503
100
262 262
100
1527 1527
100
Vraag 13: Het vak waarin u lesgeeft, sluit dit aan bij uw opleiding\specialisatie? _____________________________
Vraag 14: Kunt u aangeven of u werkervaring heeft opgedaan vóór uw huidige functiebekleding? Dit kan zijn binnen de onderwijssector maar ook daarbuiten. N.B.; stages en bijbanen worden hier niet mee bedoeld. ______________________________ Ja, ik heb werkervaring opgedaan elders in het onderwijs .................... Ja, ik heb werkervaring in andere sectoren .......................................... Ja, ik heb werkervaring opgedaan in het bedrijfsleven ............................. Nee, ik heb geen eerdere werkervaring opgedaan ................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
336
44*
180
36*
87
33*
603
40
87
11*
64
13
55
21*
205
13
54
7*
111
22*
95
36*
260
17
286 ____
37* ___
148 ____
29 ___
25 ____
10* ___
458 ____
30 ___
762 762
100
503 503
100
262 262
100
1527 1527
100
306
91
166
92
78
90
550
91
9
3
8
5
3
3
21
3
2 -
2 -
2 -
10 3
2 0
2 1 2 1 1* ___-
12 4 5 1 3 1 2 ____1
2 1 1 0 1 0 0 ___0
103 100
615 603 603
102 100
Vraag 15: U heeft aangegeven dat u werkervaring heeft opgedaan in het onderwijs. Kunt u hieronder aangeven wat voor soort werkervaring dit betrof? (gesteld aan respondenten die bij vraag 14 antwoord 1 hebben gegeven) _______________________________ werkervaring als docent\leerkracht elders .............................................. Werkervaring buiten het onderwijs op gedaan\in bedrijfsleven (had ingevuld geen ervaring in het onderwijs\fout enquête) .................. Directeur\adjuctdirecteur\manager\decaan ....................................... Kinderdagverblijf\kleuterleidster .... Klassenassistent(e)\onderwijsassistent(e) ............................................. Leraar\docent .................................. Stagiare\lio ..................................... Leerkracht volwassenen onderwijs . Coördinator .................................... Stage begeleider .............................. Groepsbegeleider ............................ Andere functie, nl... ........................
4 3
1 1
4 -
10 3 3 1 ____1
3 1 1 0 ___0
0 1 1 2 1 1 ____
0* 1 1 1 0 0 ___
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
341 336 333
102 100
184 180 184
102 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
2 1 2 1 1 ____90 87 86
Tabel 5
E5635 Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ Vraag 16: Welke activiteiten met betrekking tot de inhoud van uw vak onderneemt u naast het lesgeven? (Meer antwoorden mogelijk) _____________________________ _ Deelname aan eindexamenopgaven
abs
9
%
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
abs
%
abs
%
1*
58
11
78
30*
144
9
Deelname aan materiaal ontwikkelgroepen ...........................
124
16*
174
35*
148
56*
446
29
Deelname aan vakgroepsoverleg ....
163
21*
352
70*
158
60*
673
44
Deelname aan intervisie (binnen de school) ............................................
306
40
202
40
90
34
598
39
Deelname aan(intervisie tussen scholen) ..........................................
95
13*
43
9
21
8
160
10
Lid van nascholingsgroep ...............
89
12*
37
7
10
4*
136
9
Lid actief lid vereniging vakdocenten (b.v Aardrijkskunde etc.) ..........
12
2*
58
12*
13
5
84
5
Bijscholing\cursussen\opleiding \conferenties\beurzen ......................
41
5*
12
2*
7
3
61
4
Coordinatie .....................................
20
3
7
1
7
3
35
2
Buitenschoolse activiteiten .............
4
1
-
-
-
-
4
0
Coaching\begeleiding (van collega's\stagebegeleiding\leerlingen) ....
27
3
20
4
14
5
60
4
Diverse werkgroepen\commissie's ..
20
3
27
5*
7
3
53
3
ICT taken ........................................
26
3
12
2
3
1
41
3
Ontwikkelen\inplementatie nieuwe werkvormen (onderwijsvernieuwingen) ..............
3
0*
20
4*
6
2
29
2
Geprekken ouders ...........................
3
0
-
-
1
0
5
0
MR\GMR lid ..................................
17
2*
3
1*
2
1
22
1
Administratie ..................................
3
0
1
0
1
0
5
0
Management team ..........................
5
1
4
1
2
1
11
1
BHV\EHBO leerkracht ...................
4
0
-
-
1
0
5
0
Overleg\vergaderingen ....................
5
1
2
0
1
0
8
1
Bijhouden\lezen vakliteratuur .........
1
0
5
1*
-
-
6
0
Groepsleerkracht\vakdocent ...........
9
1*
-
-*
1
0
10
1
Examens afnemen\nakijken ............
-
-*
4
1
6
2*
10
1
Mentor ............................................
-
-*
13
3*
2
1
15
1
Anders, namelijk ... ........................
7
1*
12
2
10
4*
29
2
Geen van deze .................................
284 ____
37* ___
77 ____
15* ___
45 ____
17* ___
405 ____
27 ___
Totaal antwoorden ..........................
1276
167
1142
227
634
242
3052
200
Totaal ondervraagden .....................
762
100
503
100
262
100
1527
100
Ongewogen basis ............................
762
503
262
1527
Vraag 17: Hoeveel uur per week bent u gemiddeld kwijt met deze activiteiten? _____________________________ _ 0-2 uur per week .............................
151
32
148
35
56
26*
355
32
2-4 uur per week .............................
145
30
119
28
54
25
319
28
4-6 uur per week .............................
91
19
70
17
35
16
196
17
6-8 uur per week .............................
42
9
34
8
27
12
103
9
8-10 uur per week ...........................
20
4
21
5
15
7
57
5
10-15 uur per week .........................
14
3
7
2*
17
8*
39
3
15- 20 uur per week ........................
7
2*
16
4
7
3
30
3
Meer dan 25 uur per week ..............
7 ____
2 ___
10 ____
2 ___
6 ____
3 ___
24 ____
2 ___
Totaal ondervraagden .....................
478
100
426
100
217
100
1122
100
Ongewogen basis ............................
480
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
435
215
1130
Tabel 6
E5635
Vraag 18: Kunt u aangeven of u naast het lesgeven zich ook met andere activiteiten voor de school bezighoudt? (Meer antwoorden mogelijk) ______________________________
Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ abs % abs % abs %
Zitting in de medezeggenschapsraad Begeleiding buitenschoolsactiviteiten (toneel\muziek etc.) .................. Feestcommissie ............................... Activiteitencommissie (skikamp\zeilkamp\survivalkamp etc.) . Bibliotheek ..................................... Culturele en creatieve projecten ..... Foto\film\video organisatie ............. Bijscholing\cursussen\opleiding \conferenties\beurzen ...................... Coordinatie ..................................... Buitenschoolse activiteiten ............. Coaching\begeleiding (van collega's\stagebegeleiding\leerlingen) .... Schoolkrant\redactie ....................... Diverse werkgroepen\commissie's\projecten ICT taken ........................................ Ontwikkelen\aanschaf\implementatie nieuwe werkvormen (onderwijsvernieuwingen) .............. Geprekken\voorlichten ouders ........ MR\OR\GMR lid ............................ Administratie .................................. Management team .......................... BHV\EHBO leerkracht ................... Overleg\vergaderingen .................... Groepsleerkracht\vakdocent ........... Examens maken\afnemen\nakijken Mentor ............................................ Anders, namelijk ... ........................ Geen van deze ................................. Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
188
25*
44
9*
14
5*
245
16
275 282
36* 37*
136 52
27 10*
20 16
7* 6*
430 350
28 23
298 6 11 4
39* 1 1* 1
139 2 3 4
28 0 1 1
25 -
10* -
462 9 14 8
30 1 1 0
5 40 4
1 5* 0
2 14 -
0 3 -
1 2 -
0 1* -
7 56 4
0 4 0
25 12
3* 2
43 10
9* 2
14 -
5 -*
82 22
5 1
83 47
11* 6*
47 17
9 3
6 2
2* 1*
136 66
9 4
13 5 19 18 5 20 9 26 130 ____
2 1 2* 2 1 3* 1 -* -* 3 17* ___
9 4 17 11 4 3 2 4 39 11 175 ____
2 1 -* 3 2* 1 1 0 1* 8* 2 35 ___
1 4 2 4 3 1 3 2 5 5 181 ____
0 1 1 1 1 0* 1 1 2 2 69* ___
24 12 21 39 19 25 15 2 6 44 41 486 ____
2 1 1 3 1 2 1 0 0 3 3 32 ___
1525 762 762
200 100
791 503 503
157 100
308 262 262
118 100
2624 1527 1527
172 100
Vraag 19: Kunt u aangeven of de tijd die u kwijt bent met deze activiteit (en) binnen de uren van uw arbeidscontract vallen of niet? De tijd die ik kwijt ben met deze activiteit(en): ______________________________ valt volledig binnen de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract .......... valt grotendeels binnen de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract valt ongeveer voor de helft buiten de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ............................... komt grotendeels bovenop de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ............................... komt volledig bovenop de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
99
16*
68
21
25
31*
192
18
202
32
121
37
24
30
347
33
119
19
62
19
13
16
195
19
137
22
60
18
13
17
210
20
75 ____
12* ___
17 ____
5* ___
5 ____
6 ___
97 ____
9 ___
632 635
100
328 328
100
81 83
100
1041 1046
100
Tabel 7
E5635 Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ Vraag 20: Kunt u aangeven hoe vaak u de afgelopen maand collega’s buiten school om gezien heeft? _____________________________ _
abs
%
abs
%
abs
%
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
0 keer .............................................. 1 keer .............................................. 2 keer .............................................. 3 keer .............................................. 4 keer .............................................. 5 keer .............................................. Tussen de 5 en 10 keer ................... Meer dan 10 keer ............................
163 141 145 99 62 42 72 38 ____
21* 19 19 13* 8 5 9 ___5
127 97 100 46 45 19 47 21 ____
25 19 20 9 9 4 9 ___4
102 55 48 19 10 10 12 ____6
39* 21 18 7* 4* 4 5* ___2
392 293 293 165 117 71 131 65 ____
26 19 19 11 8 5 9 ___4
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762
100
503 503
100
262 262
100
1527 1527
100
0 keer .............................................. 1 keer .............................................. 2 keer .............................................. 3 keer .............................................. 4 keer .............................................. 5 keer .............................................. Tussen de 5 en 10 keer ................... Meer dan 10 keer ............................
261 162 138 69 34 35 36 28 ____
34* 21 18* 9* 4 5* 5* ___4*
252 103 66 30 24 7 13 ____7
50* 20 13* 6 5 1* 3 ___1
144 45 41 12 5 6 5 ____3
55* 17 16 5 2* 2 2 ___1
656 310 245 112 63 49 54 39 ____
43 20 16 7 4 3 4 ___3
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762
100
503 503
100
262 262
100
1527 1527
100
1 dag in de week of minder ............ 2 dagen in de week ......................... 3 dagen in de week ......................... 4 dagen in de week ......................... 5 dagen in de week ......................... 6 dagen in de week ......................... 7 dagen in de week (elke dag) ........ Weet niet ........................................
306 124 103 51 104 21 23 31 ____
40* 16* 13 7* 14* 3* 3* ___4
109 69 75 68 91 33 46 12 ____
22* 14 15 14* 18 7* 9* ___2
55 24 34 34 68 14 21 12 ____
21* 9* 13 13 26* 5 8 ___5
469 217 211 153 263 68 90 55 ____
31 14 14 10 17 4 6 ___4
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762
100
503 503
100
262 262
100
1527 1527
100
44
6
32
6
7
3*
83
5
11
1
8
2
3
1
22
1
6
13
5
82
5
Vraag 21: Kunt u aangeven hoe vaak u de afgelopen maand vakgenoten van andere scholen, buiten school om heeft gezien? ______________________________
Vraag 22: Hoe vaak heeft u gemiddeld emailcontact met uw collega’s? _____________________________
Vraag 23: Bent u lid \neemt u deel aan een of meerdere chatgroups\ discussiegroepen op internet? (Meer antwoorden mogelijk) _____________________________ Ja, een chatgroup\ discussiegroep waarin het onderwijs centraal staat . Ja, een chatgroup\discussiegroep waar de rol van de leraar centraal staat ................................................ Ja, een chatgroup\discussiegroep over andere onderwerpen ................ Nee, Ik neem geen deel aan chatgroups\discussiegroepen op het internet ...........................................
37
5
33
692 ____
91 ___
439 ____
87* ___
239 ____
91 ___
1370 ____
90 ___
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
783 762 762
103 100
512 503 503
102 100
262 262 262
100 100
1557 1527 1527
102 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
Tabel 8
E5635 Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ Vraag 24: Kunt u aangeven of u lid bent van een van de volgende soort verenigingen? (Meer antwoorden mogelijk) ____________________________
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
abs
%
abs
%
abs
%
309 95 14 16 37 22 3
41 12* 2 2* 5 3 0
200 31 7 21 19 17 3
40 6* 1 4 4 3 1
97 23 9 11 7 6 3
37 9 3 4 3 2 1
606 149 29 48 63 45 8
40 10 2 3 4 3 1
2
5
2
22
1
Een sportvereniging ........................ Een muziekvereniging .................... Een toneelvereniging ...................... Een leesclub\literaire vereniging ..... Een dansvereniging ........................ Een beeldende kunst vereniging ..... Een studentenvereniging ................ Een netwerkvereniging (Lion's Ronde Tafel Rotary etc.) ................. Een vrijwilligersvereniging (brandweer buurtvereniging etc.) .... Actief in kerkenwerk ...................... Bridgeclub ...................................... Carnavalsvereniging ....................... EHBO vereniging ........................... Sportvereniging .............................. Creatief algemeen ........................... Natuurvereniging ............................ Politieke partij\vakbond ................. Anders namelijk ... ......................... Nee, geen van deze .........................
6
1*
11
93 23 2 1 3 15 4 4 2 12 281 ____
12 3 0 0 0 2 1 1 0* 2* 37 ___
71 18 5 1 1 3 3 7 22 198 ____
14 3 1* 0 0 1* 1 1 4* 39 ___
41 2 1 5 1 4 8 97 ____
16 1* 0 2 0 2 3 37 ___
205 43 8 2 4 23 4 8 13 42 575 ____
13 3 1 0 0 2 0 1 1 3 38 ___
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
942 762 762
124 100
636 503 503
126 100
320 262 262
122 100
1899 1527 1527
124 100
Vraag 240: Een sportvereniging Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________________ Minder of gelijk aan 3 uur .............. Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur .................................................. 7 uur of meer ..................................
217
70*
123
62
57
60
397
66
66 26 ____
21* ___8
57 19 ____
29 10 ___
29 10 ____
30 10 ___
153 56 ____
25 ___9
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
309 309 310
100 100
200 200 206
100 100
97 97 98
100 100
606 606 614
100 100
Vraag 240: Een muziekvereniging Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ____________________________ _ 14
49*
15
73
94
72
19 ___2
11 ____3
40* 11 ___
4 ____2
19 ___8
31 ____6
23 ___5
82 82 79
100 100
28 28 32
100 100
20 20 21
100 100
130 130 132
100 100
Minder of gelijk aan 3 uur .............. Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur .................................................. 7 uur of meer ..................................
65 15 ____1
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
80*
Vraag 240: Een toneelvereniging Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur .............. Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ..................................................
6
43
4
65
3
37
12
45
____7
57 ___
____2
35 ___
____5
63 ___
15 ____
55 ___
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
13 13 13
100 100
6 6 5
100 100
9 9 8
100 100
27 27 26
100 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
Tabel 9
E5635 Sector ________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs __________________ __________________ __________________ Vraag 240: Een leesclub\literaire vereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ______________________________ Minder of gelijk aan 3 uur .............. Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur .................................................. Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
__________________ TOTAAL __________________ abs %
abs
%
abs
%
abs
%
13
83*
21
100
11
100
45
94
3 ___
17 ___
___
___
___
___
3 ___
6 ___
16 16 15
100 100
21 21 17
100 100
11 11 11
100 100
48 48 43
100 100
30
81
18
95
6
85
54
86
4 3 ___
10 9 ___
1 ___
5 ___
1 ___
15 ___
5 4 ___
8 7 ___
37 37 38
100 100
19 19 19
100 100
7 7 7
100 100
63 63 64
100 100
16
73
11
65
6
100
33
74
6 ___
27 ___
4 2 ___
23 13 ___
___
___
10 2 ___
22 5 ___
22 22 20
100 100
17 17 16
100 100
6 6 6
100 100
45 45 42
100 100
2
82
2
85
2
68
6
78
1 ___
18 ___
0 ___
15 ___
1 ___
32 ___
1 1 ___
11 10 ___
3 3 4
100 100
3 3 3
100 100
3 3 3
100 100
8 8 10
100 100
6
100
8
85
4
78
17
87
___
___
1 ___
22* ___
1 1 ___
7 5 ___
6 6 6
100 100
9 9 9
100 100
20 20 20
100 100
Vraag 240: Een dansvereniging Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________________ Minder of gelijk aan 3 uur .............. Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur .................................................. 7 uur of meer .................................. Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................ Vraag 240: Een beeldende kunst vereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ______________________________ Minder of gelijk aan 3 uur .............. Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur .................................................. 7 uur of meer .................................. Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................ Vraag 240: Een studentenvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? _____________________________ Minder of gelijk aan 3 uur .............. Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur .................................................. 7 uur of meer .................................. Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................ Vraag 240: Een netwerkvereniging Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? _____________________________ Minder of gelijk aan 3 uur .............. Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur .................................................. 7 uur of meer .................................. Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................ * = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
15* ___ 100 100
1 ___ 5 5 5
Tabel 10
E5635
Vraag 240: Een vrijwilligersvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ______________________________
Sector ________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs __________________ __________________ __________________ abs % abs % abs %
Minder of gelijk aan 3 uur ..............
70
75
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ..................................................
18
19
5 ___
6* ___
7 uur of meer ..................................
51
73
21
9
13
13
9 ___
14 ___
7 ___
51* 31* 18 ___
__________________ TOTAAL __________________ abs %
142
70
40
20
22 ___
11 ___
Totaal antwoorden ..........................
93
100
69
100
41
100
204
100
Totaal ondervraagden .....................
93
100
69
100
41
100
204
100
Ongewogen basis ............................
88
75
42
205
Vraag 240: Anders - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ______________________________ Minder of gelijk aan 3 uur ..............
53
72*
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ..................................................
18 3 ___
7 uur of meer ..................................
35
55
12
49
99
62
25
18
29
11
3* ___
10 ___
16* ___
1 ___
45
47
29
5 ___
14 ___
9 ___
Totaal antwoorden ..........................
74
100
63
100
23
100
161
100
Totaal ondervraagden .....................
74
100
63
100
23
100
161
100
Ongewogen basis ............................
72
64
23
159
Vraag 25: U heeft aangegeven van een sportvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk)_ _____________________________ Ik ben alleen lid ..............................
268
87*
156
78*
77
79
501
83
Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ......................
14
5
17
8
7
7
38
6
Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging ....
33
11
34
17*
11
11
77
13
19
6
17
9
8
9
45
7
14 ___
5 ___
5 ___
3 ___
4 ___
4 ___
24 ___
4 ___
Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging ....................................... Anders, namelijk ... ........................ Totaal antwoorden ..........................
349
113
229
114
107
111
685
113
Totaal ondervraagden .....................
309
100
200
100
97
100
606
100
Ongewogen basis ............................
310
206
98
614
Vraag 25: U heeft aangegeven van een muziekvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ______________________________ Ik ben alleen lid ..............................
60
73
21
74
15
72
95
73
Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ......................
14
17
3
11
1
5
18
14
Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging ....
18
22
5
19
4
19
27
21
Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .......................................
6
8
0
1
3
14
10
7
Anders, namelijk ... ........................
8 ___
9 ___
1 ___
4 ___
1 ___
4 ___
9 ___
7 ___
Totaal antwoorden ..........................
105
128
30
109
23
112
159
122
Totaal ondervraagden .....................
82
100
28
100
20
100
130
100
Ongewogen basis ............................
79
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
32
21
132
Tabel 11
E5635 Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ Vraag 25: U heeft aangegeven van een toneelvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _____________________________
___________________
abs
%
abs
%
abs
%
TOTAAL ___________________ abs %
10
80
4
72
6
66
20
74
1
7
-
-
1
13
2
7
21
3
13
3 ____1
9 ___5
Ik ben alleen lid .............................. Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ...................... Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .... Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging ....................................... Anders, namelijk ... ........................
2
13
-
-
2
____-
___-
2 ____-
28 ___-
1 ____1
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
13 13 13
100 100
6 6 5
100 100
11 9 8
127 100
29 27 26
109 100
13
80
16
74
7
62
35
73
-
-
1
4
2
19*
3
6
11 16* ___
Vraag 25: U heeft aangegeven van een leesclub\literaire vereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ______________________________ Ik ben alleen lid .............................. Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ...................... Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .... Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging ....................................... Anders, namelijk ... ........................
1
7
-
-
1
8
2
4
1 ____2
6 14 ___
5 ____-
22 ___-
1 ____-
10 ___-
7 ____2
14 ___5
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
17 16 15
107 100
21 21 17
100 100
11 11 11
100 100
49 48 43
102 100
33
88
19
100
4
60*
56
88
Vraag 25: U heeft aangegeven van een dansvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk)_ _____________________________ Ik ben alleen lid .............................. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .... Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging ....................................... Anders, namelijk ... ........................
-
-
1
5
-
-
1
2
3 ____4
9 10 ___
____-
___-
2 ____1
28 13 ___
5 ____5
9 ___7
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
40 37 38
107 100
20 19 19
105 100
7 7 7
100 100
67 63 64
106 100
22
100
16
94
5
88
43
96
-
-
1
6
-
-
1
2
Vraag 25: U heeft aangegeven van een beeldende kunst vereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _____________________________ _ Ik ben alleen lid .............................. Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ...................... Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .... Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .......................................
-
-
-
-
1
12
1
2
____-
___-
____1
___5
____-
___-
____1
___2
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
22 22 20
100 100
18 17 16
105 100
6 6 6
100 100
46 45 42
102 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
Tabel 12
E5635
Vraag 25: U heeft aangegeven van een studentenvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _____________________________ Ik ben alleen lid .............................. Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ...................... Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .... Anders, namelijk ... ........................ Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ abs % abs % abs %
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
2
73
2
77
-
-
4
51
1
27
-
-
2
64
2
30
____-
___-
1 ____-
23 ___-
____1
36 ___
1 ____1
8 12 ___
3 3 4
100 100
3 3 3
100 100
3 3 3
100 100
8 8 10
100 100
3
51
4
46
3
59
10
51
-
-
4
39
-
-
4
18
38
7
35
____1
___5
22 20 20
110 100
Vraag 25: U heeft aangegeven van een netwerkvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _____________________________ Ik ben alleen lid .............................. Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ...................... Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .... Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .......................................
3
49
2
26
2
____-
___-
____-
___-
____1
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
6 6 6
100 100
10 9 9
110 100
6 5 5
34
37
28
41
7
16*
69
34
28
30*
31
44
19
46
77
38
21*
16
38
67
33
22* ___ 119 100
Vraag 25: U heeft aangegeven van een vrijwilligersvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _____________________________ _ Ik ben alleen lid .............................. Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ...................... Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .... Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging ....................................... Anders, namelijk ... ........................
36
39
15
7 ____8
8 ___9
7 ____1
10 ___1
6 ____2
14 ___6
20 11 ____
10 ___6
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
113 93 88
122 100
81 69 75
117 100
50 41 42
121 100
244 204 205
120 100
38
51
30
47
14
58
81
50
9
12*
20
32*
3
12
32
20
19
26
19
29
6
27
44
27
1 ____3
5 13 ___
17 22 ____
10 14 ___
27 23 23
114 100
196 161 159
122 100
Vraag 25: U heeft aangegeven van een andere vereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ______________________________ Ik ben alleen lid .............................. Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ...................... Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .... Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging ....................................... Anders, namelijk ... ........................
9 15 ____
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
90 74 72
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
12 20* ___ 121 100
7 ____4 79 63 64
11 ___6* 125 100
Tabel 13
E5635
Vraag 26: Heeft u momenteel een politieke \ openbare bestuursfunctie? (Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan gemeenteraadslid of een bestuursfunctie binnen een (gemeentelijke) politieke partij) ______________________________
Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ abs % abs % abs %
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
1 3
0* 0
4 4
1 1
1 3
0 1
6 10
0 1
1
0
2
0
-
-
2
0
0 0 99* ___
1 1 492 ____
0 0 98 ___
2 2 254 ____
1 1 97 ___
3 3 3 1501 ____
0 0 0 98 ___
762 762 762
100 100
504 503 503
100 100
262 262 262
100 100
1528 1527 1527
100 100
Minder dan 2 uur per week ............. 2-4 uur per week ............................. 4-6 uur per week ............................. 6-8 uur per week ............................. 8-10 uur per week ........................... 15- 20 uur per week ........................ Meer dan 25 uur per week ..............
4 1 1 1 ____-
61 17 13 9 ___-
5 0 2 1 2 ____1
43 3 17 7 21* ___8
3 2 1 2 ____-
34 31 11 24 ___-
12 4 4 1 2 2 ____1
46 15 14 3 9 9 ___4
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
7 7 7
100 100
11 11 11
8 8 8
100 100
26 26 26
100 100
451
59
336
67*
133
51*
921
60
289
38*
134
27*
91
35
514
34
15
2*
21
4
32
12*
68
4
2 -
0 -*
2 4
0 1
2
1
4 6
0 0
1
0
-
-
1
0
2
0
Ja, namelijk ... ................................ Bestuurslid politieke partij ............. Bestuurslid\commissielid (algemeen) ...................................... Bestuurslid\medezeggenschapsraad onderwijs ........................................ Gemeenteraadslid ........................... Deelraad\adviesraad gemeente ........ Nee .................................................
2 1 755 ____
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................ Vraag 27: Hoeveel uur per week bent u gemiddeld kwijt met het uitoefenen van deze functie? _____________________________ _
100 100
Vraag 28: Als u kijkt naar uw beroep als onderwijsgevende, met welke beroepen vindt u de onderwijsgevende vergelijkbaar? _____________________________ _ Onvergelijkbaar met andere beroepen ......................................... Vergelijkbaar met beroepen in andere maatschappelijke sectoren zoals gezondheidszorg, welzijn etc. ......... Vergelijkbaar met alle andere beroepen (bedrijfsleven, overheid) . Er zijn overeenkomsten maar ook verschillen met andere beroepsgroepen ............................... Coach\trainer .................................. Vergelijkbaar met leidinggevende functies ........................................... Je werkt veel meer uren dan op papier (dat is onbetaald)\je werk is nooit af ........................................... Anders, namelijk ... ........................ Weet niet ........................................
3 3 ____1
0 0* ___0
1 6 ____-
0 1 ___-
5 ____-
2 ___-
4 15 ____1
0 1 ___0
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
764 762 762
100 100
505 503 503
100 100
264 262 262
101 100
1534 1527 1527
100 100
Op het leerproces ............................ Op de leerinhoud ............................ Op beide .........................................
156 45 561 ____
20 6 74 ___
92 33 378 ____
18 7 75 ___
48 27 186 ____
19 10* 71 ___
296 106 1126 ____
19 7 74 ___
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762 762
100 100
503 503 503
100 100
262 262 262
100 100
1527 1527 1527
100 100
Vraag 29: Waar ligt het accent van uw werk? ___________________________ _
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
Tabel 14
E5635
Vraag 30: Op welke manier heeft er naar uw mening in de afgelopen jaren een feitelijke functieverbreding van het beroep plaatsgevonden? (gesteld aan respondenten die drie jaar of lander als docent\leerkracht werkzaam zijn) ______________________________
Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ abs % abs % abs %
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
Onderwijsgevenden hebben steeds meer kennis nodig om bij te blijven in hun vak .......................................
416
63*
134
31*
100
46
650
49
Onderwijsgevenden krijgen steeds meer opvoedende taken ..................
574
86*
357
83
113
52*
1045
79
Onderwijsgevenden krijgen steeds meer te maken met de zorg\hulpverlening voor leerlingen (kinderen met gedragstoornissen, obesitas etc.) .....
616
93*
380
88
122
57*
1118
85
Andere taken die voor functieverbreding zorgen, namelijk ... ............
13
2*
12
3
19
9*
45
3
Aanpassingen maken m.b.t. onderwijsvernieuwingen\nieuwe manier van leren .........................................
10
1*
38
9*
20
9*
67
5
Administatieve taken ......................
27
4
8
2*
13
6
48
4
Begeleiden van\omgang met ouders
8
1
4
1
-
-
12
1
Begeleiding stagiaires\lio\startende leerkrachten ....................................
-
-
4
1
1
1
5
0
Buitenschoolse activiteiten\opvang\huiswerkbegeleiding ....................
16
2*
3
1
2
1
21
2
Coördinerende taken .......................
4
1
-
-
1
0
5
0
Coaching\begeleiding(algemeen) ...
-
-*
3
1
7
3*
10
1
Eisen die overheid en inspectie stellen .............................................
12
2
6
1
1
1
19
1
Toename andere taken (schoonmaak, geen conciërge meer\management ) ........................
12
2
11
2
4
2
27
2
Veel vergaderingen\ovelegsituaties \evalueren\werkgroepen\projecten ..
9
1
7
2
5
2
22
2
Het signaleren en begeleiden van leerlingen met problemen ...............
9
1
5
1
5
2
19
1
Het (leren) werken met de computer (kinderen\leerkrachten)\ICT ...........
19
3*
4
1
2
1
25
2
Meer belasting met extra studiedagen\bijscholing (leerkrachten hebben steeds meer vaardigheden nodig) .............................................
11
2
4
1
5
2
19
1
Steeds meer vakken geven\vakintegratie .........................
4
1
8
2
1
0
13
1
Organisatorische taken ...................
-
-
1
0
4
2*
5
0
Omgaan met maatschappelijke problemen .......................................
3
0
2
1
2
1
7
1
PR-activiteiten voor de school ........
3
0
-
-
2
1
5
0
Weet niet\geen mening ...................
6 ____
1* ___
7 ____
2 ___
18 ____
8* ___
31 ____
2 ___
Totaal antwoorden ..........................
1773
267
998
230
447
207
3218
245
Totaal ondervraagden .....................
665
100
433
100
217
100
1315
100
Ongewogen basis ............................
654
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
428
215
1297
Tabel 15
E5635
Vraag 31: Volgens de Nederlandse wetgeving heeft onderwijs onder meer als uitgangspunt dat er een bijdrage geleverd wordt aan actief burgerschap en sociale integratie van leerlingen. Op welke wijze geeft u als onderwijsgevende, los van eventueel lesmateriaal, vorm aan deze bijdrage? ______________________________
Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ abs % abs % abs %
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
Niet, ik ben van mening dat dit niet van toepassing is op mijn vakgebied
27
4*
36
7
62
24*
126
8
Door morele opvoeding (onderwijzen van deugden zoals rechtvaardigheid, gematigdheid) ....
657
86*
411
82
143
54*
1211
79
Door activiteiten zoals culturele\ maatschappelijke oriëntatie van leerlingen ........................................
447
59*
237
47*
97
37*
780
51
Door levensbeschouwelijke of godsdienstige overdracht aan leerlingen (humanistische, christelijke waardenoverdracht etc.) ..................
461
61*
161
32*
34
13*
656
43
Aandacht voor politieke en staatkundige inrichting van Nederland (staatsinrichting, verkiezingen) ......
243
32*
120
24*
73
28
436
29
Door te coachen op gedrag en houding\waarden en normen ..........
6
1*
12
2*
4
2
22
1
Door toepassing van veschillende werkvormen; naar elkaar luisteren, van elkaar leren, elkaar helpen\uitleggen .............................
1
0
3
1
1
0
5
0
Door veel met leerlingen te praten (als er iets is voorgevallen)\communicatietrainingen .............................
5
1*
10
2
6
2
21
1
Door het goede voorbeeld te geven .
3
0
1
0
1
0
6
0
Lesvak\cursus: sociale emotionele vorming\omgangskunde .................
6
1
4
1
2
1
13
1
Sportieve samenwerking tussen de leerlingen (sport) ............................
-
-
3
1
-
-
3
0
Activiteiten als stage lopen .............
-
-*
4
1
3
1*
7
0
Culturele achtergronden belichten ..
-
-
-
-
2
1
2
0
Anders, namelijk ... ........................
3 ____
0* ___
8 ____
2 ___
14 ____
5* ___
25 ____
2 ___
Totaal antwoorden ..........................
1860
244
1009
201
443
169
3312
217
Totaal ondervraagden .....................
762
100
503
100
262
100
1527
100
Ongewogen basis ............................
762
503
262
1527
Vraag 321: Er is op dit moment een Canon van Nederland in voorbereiding; een geheel van belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven (dit is te zien op www.canonvannederland.nl). Vindt u dit nuttig voor het
? ______________________________ Ja, ik vind het nuttig voor het primair onderwijs ...........................
533
70
-
-
-
-
533
70
229 ____
30 ___
____
___
____
___
229 ____
30 ___
Totaal ondervraagden .....................
762
100
-
-
-
-
762
100
Ongewogen basis ............................
762
Nee, ik vind het niet nuttig voor het primair onderwijs ...........................
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
-
-
762
Tabel 16
E5635
Vraag 322: Er is op dit moment een Canon van Nederland in voorbereiding; een geheel van belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven (dit is te zien op www.canonvannederland.nl). Vindt u dit nuttig voor het ? ______________________________ Ja, ik vind het nuttig voor het voortgezet onderwijs maar niet met betrekking tot mijn eigen vakgebied Ja, ik vind het nuttig voor het voortgezet onderwijs, vooral met betrekking tot mijn vakgebied ........ Nee, ik vindt het niet nuttig voor het voortgezet onderwijs ....................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ abs % abs % abs %
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
-
-
284
56
-
-
284
56
-
-
124
25
-
-
124
25
____-
___-
95 ____
19 ___
____-
___-
95 ____
19 ___
-
-
503 503
100
-
-
503 503
100
-
-
-
-
101
38
101
38
Vraag 323: Er is op dit moment een Canon van Nederland in voorbereiding; een geheel van belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven (dit is te zien op www.canonvannederland.nl). Vindt u dit nuttig voor het ? ______________________________ Ja, Ik vind het nuttig voor het beroeps,- en volwassenenonderwijs, maar niet met betrekking tot mijn eigen vakgebied .............................. Ja het is nuttig voor het beroeps,- en volwassenenonderwijs, vooral met betrekking tot mijn vakgebied ........ Nee, ik vindt het niet nuttig voor het beroeps,- en volwassenenonderwijs
-
-
-
-
91
35
91
35
____-
___-
____-
___-
70 ____
27 ___
70 ____
27 ___
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
-
-
-
-
262 262
100
262 262
100
146 205 78
10 13 5
Vraag 33: Zou u een overstap overwegen om onderwijs te geven in een andere sector dan het regulier onderwijs? _____________________________ Ja, in het particulier onderwijs ........ Ja, in het bedrijfsleven .................... Ja, in de non-profitsector ................ Andere soorten onderwijs\andere vakgebieden .................................... Bijlessen\remedial teaching ............ Werk niet bij het regulier onderwijs (vraag klopt niet) ............................ Weet niet ........................................ Alle sectoren\maakt niet uit welke sector .............................................. Speciaal onderwijs .......................... HBO\universitair onderwijs ............ Volwassen onderwijs ...................... Als ik iets leuks tegen kom\ben me aan het orienteren ........................... Ja, anders, namelijk ... .................... Nee ................................................. Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................ * = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
53 66 34
7* 9* 4
60 82 26
12* 16* 5
33 57 18
13 22* 7
4 1
0 0
2 1
0 0
2 -
1 -
8 2
1 0
3 3
0* 0
6 1
1 0
7 1
3* 0
16 6
1 0
4 15 1 2
1 2* 0 0
6 2 4 2
1 0 1 0
2 1 -
1 0 -
12 17 5 4
1 1 0 0
5 10 566 ____
1 1 74* ___
1 7 309 ____
0 1 62* ___
142 ____
54* ___
6 16 1017 ____
0 1 67 ___
766 762 762
101 100
509 503 503
101 100
264 262 262
101 100
1539 1527 1527
101 100
Tabel 17
E5635
Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
abs
%
abs
%
abs
%
Zorgzamen ......................................
84
11
60
12
22
8
166
11
Behoudenden ..................................
84
11*
32
6*
13
5*
128
8
Genieters .........................................
68
9*
23
5*
15
6
106
7
Evenwichtigen ................................
225
30
145
29
56
21*
426
28
Luxezoekers ....................................
54
7
39
8
26
10
118
8
Zakelijken .......................................
60
8*
67
13*
34
13
161
11
Ruimdenkers ..................................
75
10*
66
13
58
22*
199
13
Geëngageerden ...............................
111
15
71
14
40
15
222
15
____
___
____
___
____
___
____
___
Totaal ondervraagden .....................
762
100
503
100
262
100
1527
100
Ongewogen basis ............................
762
Segmenten _________
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
503
262
1527
E5635 Sector ___________________________________________________________________
Kunt u hieronder uw leeftijd aangeven? _______________________ 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 71 72 73 74 80 98
Primair onderwijs ___________________ abs %
Voortgezet onderwijs ___________________ abs %
Beroeps,- en volwassenenonderwijs ___________________ abs
%
Tabel 18 ___________________ TOTAAL ___________________ abs %
.................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... .................................................... ....................................................
1 13 8 14 23 15 19 6 11 20 17 12 21 23 18 22 15 23 13 18 12 16 16 24 25 7 17 32 30 31 27 23 24 24 22 21 25 18 15 16 5 8 4 2 1 1 ____-
0 2* 1 2 3* 2 3 1 1 3* 2 2 3 3 2 3 2 3 2 2 2 2 2 3* 3 1 2 4* 4* 4 3 3 3 3 3 3 3 2 2* 2 1* 1 1 0 -* 0 0 ___-
1 2 4 4 4 6 5 6 9 10 6 12 6 10 14 12 11 12 12 13 11 13 16 11 6 14 8 11 10 10 29 22 20 15 19 9 13 13 18 26 13 12 7 5 3 4 1 1 1 0 ____1
0 0 1 1 1 1 1 1 2* 2 1 2 1 2 3 2 2 2 2 3 2 3 3 2 1* 3 2 2 2 2 6 4 4 3 4 2 3 3 3 5* 3 2 1 1 1 1 0 0 0 0* ___0*
1 2 1 3 4 2 2 3 3 1 2 4 5 13 7 10 6 5 9 7 6 11 5 6 8 5 12 6 10 10 12 13 7 10 6 13 4 6 5 5 2 4 1 1 1 2 1 2 1 ____-
0 1 0* 1 2 1 1 1 1 0* 1 2 2 5* 3 4 2 2 3 3 2 4 2 2 3 2 5 2 4 4 5 5* 3 4 2 5 1 2 2 2* 1 1 0 0 0 1 0 1 0* ___-
2 2 17 12 20 30 23 30 15 23 28 32 21 32 40 35 38 39 42 36 35 30 42 34 37 50 19 35 50 45 72 54 54 48 55 44 42 49 42 54 33 24 20 14 7 8 2 2 1 3 1 2 1 1 1 0 ____1
0 0 1 1 1 2 2 2 1 2 2 2 1 2 3 2 2 3 3 2 2 2 3 2 2 3 1 2 3 3 5 4 4 3 4 3 3 3 3 4 2 2 1 1 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 ___0
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762
100
503 503
100
262 262
100
1527 1527
100
18-34 .............................................. 35-49 .............................................. 50+ .................................................
224 302 237 ____
29* 40 31* ___
112 188 203 ____
22 37 40* ___
27 114 121 ____
10* 43 46* ___
363 603 561 ____
24 40 37 ___
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762
100
503 503
100
262 262
100
1527 1527
100
Leeftijd ______ _
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
Tabel 19
E5635 Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ Kunt u aangeven wat op u van toepassing is: ________________________
abs
%
abs
%
abs
%
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
Man ................................................ Vrouw .............................................
167 595 ____
22* 78* ___
289 214 ____
57* 43* ___
138 124 ____
53* 47* ___
594 933 ____
39 61 ___
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762
100
503 503
100
262 262
100
1527 1527
100
10
169
11
Kunt u aangeven wat u huidige samenlevingsvorm is? _________________________ Ongehuwd ...................................... Ongehuwd samenwonend (nooit getrouwd geweest) .......................... Gehuwd .......................................... Weduwe \ Weduwnaar .................... Gescheiden ..................................... Geregistreerd partnerschap .............
79
10
64
13
26
74 541 9 39 20 ____
10 71 1 5 ___3
47 340 5 29 18 ____
9 68 1 6 ___3
23 180 4 25 ____3
9 69 2 9* ___1
144 1062 18 92 41 ____
9 70 1 6 ___3
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762
100
503 503
100
261 261
100
1526 1526
100
87 -
11 -
56 1
11 0
27 1
10 0
170 2
11 0
Kunt u aangeven hoe u gezinssamenstelling is? __________________ _ Alleenstaande, jonger dan 65 jaar ... Alleenstaande, 65 jaar of ouder ...... Gezin zonder kinderen, gezinshoofd jonger dan 35 jaar ........................... Gezin zonder kinderen, gezinshoofd 35 tot 55 jaar .................................. Gezin zonder kinderen, gezinshoofd ouder dan 55 jaar ............................ Gezin met kind(eren) van jonger dan 6 jaar ........................................ Gezin met kind(eren) van jonger dan 6 jaar, en kind(eren) van 6 jaar of ouder, gezinshoofd jonger dan 35 jaar .................................................. Gezin met kind(eren) van jonger dan 6 jaar, en kind(eren) van 6 jaar of ouder, gezinshoofd 35 jaar of ouder ............................................... Gezin met kind(eren) 6 tot 13 jaar .. Gezin met kind(eren) 6 tot 13 jaar, en kind(eren) 13 jaar of ouder ........ Gezin met kind(eren) van 13 jaar of ouder, gezinshoofd jonger dan 55 jaar .................................................. Gezin met kind(eren) van 13 jaar of ouder, gezinshoofd 55 jaar of ouder
67 ____
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
72
9*
34
7
11
4*
117
8
48
6*
46
9
32
12*
127
8
78
10*
81
16
50
19*
208
14
76
10
49
10
17
7
143
9
5
1
4
1
1
0
9
1
52 61
7 8
32 39
6 8
14 31
5 12*
98 130
6 9
62
8
38
8
18
7
118
8
154
20*
75
15
40
15
270
18
___9
49 ____
10 ___
19 ____
___7
135 ____
___9
762 762
100
503 503
100
261 261
100
1526 1526
100
Rooms-Katholiek ............................ Nederlands Hervormd ..................... Gereformeerd .................................. Hindoe ............................................ Moslim ........................................... Boeddhist ....................................... Andere kerkelijke gezindte ............. Geen kerkelijke gezindte ................ Weet niet\wil niet zeggen ...............
251 149 1 1 65 286 10 ____
33* 20 0 0 9 38* ___1
106 92 3 2 64 228 ____9
21* 18 1* 0 13* 45* ___2
70 49 1 1 23 111 ____6
27 19 0 0 9 42 ___2
427 290 1 1 4 3 152 625 24 ____
28 19 0 0 0 0 10 41 ___2
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762
100
503 503
100
261 261
100
1526 1526
100
Kunt u aangeven wat uw geloofsovertuiging is? _ ___________________
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
Tabel 20
E5635
Vraag 40: Kunt u aangeven naar welke politieke partij u voorkeur uitgaat? ______________________________
Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ abs % abs % abs %
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
VVD ............................................... CDA ............................................... PvDA .............................................. Groen Links .................................... één NL ............................................ Groep Wilders ................................ SP ................................................... Leefbaar Nederland ........................ LPF ................................................. SGP ................................................ ChristenUnie .................................. D66 ................................................. Geen van deze .................................
106 133 165 69 3 3 106 1 4 17 61 30 65 ____
14 17* 22 9* 0 0 14 0 0 2 8 4 ___9
61 65 103 70 1 2 65 1 1 18 44 33 40 ____
12 13 20 14* 0 0 13 0 0 4* 9 7* ___8
48 34 58 37 3 2 29 3 18 10 20 ____
18* 13 22 14 1 1 11 1 7 4 ___8
214 232 325 175 7 7 200 2 5 38 122 73 126 ____
14 15 21 11 0 0 13 0 0 2 8 5 ___8
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762
100
503 503
100
262 262
100
1527 1527
100
VVD ............................................... CDA ............................................... PvDA .............................................. Groen Links .................................... Groep Wilders ................................ SP ................................................... SGP ................................................ ChristenUnie .................................. D66 ................................................. Geen lid van een politieke partij .....
2 3 8 6 1 1 5 16 1 721 ____
0 0* 1 1 0 0* 1* 2 0 95* ___
5 9 9 4 10 13 7 2 446 ____
1 2 2 1 2* 3* 1 0 89* ___
3 4 3 7 3 2 4 2 234 ____
1 2 1 3* 1 1 1 1 89 ___
10 16 20 17 1 14 20 27 5 1400 ____
1 1 1 1 0 1 1 2 0 92 ___
Totaal antwoorden .......................... Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
762 762 762
100 100
504 503 503
100 100
262 262 262
100 100
1528 1527 1527
100 100
Minder dan 4.000,- ......................... 4.000,- tot 5.500,- ........................... 5.500,- tot 7.000,- ........................... 7.000,- tot 8.000,- ........................... 8.000,- tot 9.500,- ........................... 9.500,- tot 11.000,- ......................... 11.000,- tot 12.500,- ....................... 12.500,- tot 13.500,- ....................... 13.500,- tot 15.000,- ....................... 15.000,- tot 17.500,- ....................... 17.500,- tot 20.500,- ....................... 20.500,- tot 23.000,- ....................... 23.000,- tot 28.500,- ....................... 28.500,- tot 34.000,- ....................... 34.000,- tot 45.000,- ....................... 45.000,- tot 56.000,- ....................... 56.000,- tot 68.000,- ....................... 68.000,- tot 91.000,- ....................... 91.000,- tot 113.500,- ..................... 113.500,- tot 136.000,- ................... 136.000,- tot 159.000,- ................... 181.000,- tot 204.000,- ................... Weet niet ........................................ Wil niet zeggen ...............................
15 6 3 8 7 11 13 11 19 28 48 59 71 114 149 19 3 2 1 2 1 1 36 34 ____
2 1 0 1 1 2 2 2 3 4* 7* 9* 11 17 23 3* 0* 0* 0 0 0 0 5* ___5
5 2 2 2 4 6 5 4 6 9 12 12 44 65 113 82 40 4 1 2 10 12 ____
1 1 1 0 1 1 1 1 1 2 3* 3* 10 15 26 19* 9* 1 0 0 2* ___3*
5 2 1 3 1 2 3 4 4 5 4 12 21 28 44 37 14 7 3 1 8 17 ____
2 1 1 1 0 1 1 2 2 2 2* 5 9 12 20 16* 6 3* 1 0 3 ___7*
26 10 7 13 12 19 21 19 28 42 64 83 136 206 306 138 56 13 5 3 3 1 54 63 ____
2 1 0 1 1 1 2 1 2 3 5 6 10 16 23 10 4 1 0 0 0 0 4 ___5
Totaal ondervraagden ..................... Ongewogen basis ............................
660 661
100
441 441
100
226 225
100
1327 1327
100
Vraag 41: Kunt u aangeven of u ook lid bent van die politieke partij? _____________________________
Kunt u aangeven wat uw jaarlijkse bruto inkomsten zijn? ___________________________ _
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
Tabel 21
E5635
Kunt u aangeven wat uw jaarlijkse bruto inkomsten zijn? ___________________________ _
Sector ___________________________________________________________________ Beroeps,- en Primair onderwijs Voortgezet onderwijs volwassenenonderwijs ___________________ ___________________ ___________________ abs % abs % abs %
___________________ TOTAAL ___________________ abs %
Tot 28.500,- ....................................
299
45*
113
26*
67
30*
479
36
28.500,- tot 45.000,- .......................
263
40
177
40
72
32*
512
39
Meer dan 45.000,- ..........................
29
4*
128
29*
62
27*
219
17
Weet niet ........................................
36
5*
10
2*
8
3
54
4
Wil niet zeggen ...............................
34
5
12
3*
17
7*
63
5
____
___
____
___
____
___
____
___
Totaal ondervraagden .....................
660
100
441
100
226
100
1327
100
Ongewogen basis ............................
661
441
225
1327
Vraag 42: Kunt u aangeven wat uw geboorteland is? ____________________________ 99*
Nederland .......................................
753
478
Duitsland ........................................
2
0
4
Indonesië \ Nederlands Indië ..........
3
0
Nederlandse Antillen (+ Aruba) .....
-
Suriname ........................................
95*
252
96
1483
97
1
2
1
7
0
0
0
3
1
6
0
-
1
0
2
1
3
0
2
0
6
1*
-
-
8
1
Turkije ............................................
1
0
3
1
-
-
4
0
Nog ander land ...............................
1
0*
10
2*
4
2
16
1
____
___
____
___
____
___
____
___
Totaal ondervraagden .....................
762
100
503
100
262
100
1527
100
Ongewogen basis ............................
762
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 13 November 2006
503
262
1527
Tabellenset per onderwijscategorie verdeeld naar geslacht
Nomogram 34 | © TNS NIPO
Tabel 1
E5635
Vraag 1: Kunt u aangeven in welke onderwijssector u lesgeeft? _ __________________
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
Primair onderwijs ....... Voortgezet onderwijs . Beroeps,- en volwassenenonderwijs
167 -
100 -
595 -
100 -
762 -
100 -
289
100
214
100
503
100
-
-
-
-
-
-
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
138 ___
100 ___
124 ___
100 ___
262 ___
100 ___
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
167 186
100
595 576
100
762 762
100
289 307
100
214 196
100
503 503
100
138 130
100
124 132
100
262 262
100
61
36
186
31
247
32
61
21
48
23
110
22
7
5
4
3
11
4
33 14 49
20 9 29
145 39 4 182
24 7 1 31
178 53 4 231
23 7 1 30
69 52 78
24 18 27
46 27 72
22 13 34
115 79 150
23 16 30
15 13 56
11 9 -
14 6 69
11 5 -
29 18 124
11 7 48
1
1
3
0
4
1
1
0
2
1
3
1
-
-
-
-
-
-
-
-
1
0
1
0
1
1
1
0
2
0
-
-
1
1
1
0
-
-
1
0
1
0
1
0
-
-
1
0
22
16
10
8*
32
12
4
2
7
1
12
2
11
4*
2
1
13
3
2
2
1
1
3
1
1
1
4
1
6
1
1 6
0 2
2 1
1 1
4 8
1 1
2 -
2 -
5 -
4 -
7 -
3 -
2 3 ___
1 2 ___
5 14 5 ___
1 2 1 ___
5 16 8 ___
1 2 1 ___
5 5 1 4 1 ___
2 2 0 1 0 ___
6 5 2 1 1 ___
3 2 1 0 0 ___
11 9 3 5 2 ___
2 2 1 1 0 ___
1 8 3 2 8 ___
1 6 2 2 6 ___
1 9 2 1 7 ___
1 7 2 1 6 ___
2 17 5 3 15 ___
1 6 2 1 6 ___
168 167 186
101 100
597 595 576
100 100
765 762 762
100 100
298 289 307
103 100
216 214 196
101 100
514 503 503
102 100
140 138 130
102 100
128 124 132
103 100
268 262 262
102 100
24
14
74
12
98
13
35
12
36
17
71
14
30
22
22
18
52
20
5 7 3 3 39
3* 4 2 2 23
44 28 30 26 132
7 5 5 4 22
49 35 33 29 171
6 5 4 4 22
42 48 41 33 41
14 16 14 12 14
24 42 23 25 30
11 20 11 12 14
66 90 64 58 70
13 18 13 12 14
9 6 10 12 32
6 4 7 8 23
5 4 4 11 29
4 3 4 9 23
14 10 14 23 61
5 4 6 9 23
Vraag 2: Kunt u aangeven wat de grondslag van de school is waar u nu werkzaam bent? _ __________________ Christelijke school (Rooms Katholiek) ..... Christelijke school (Protestants) ............... Algemeen Bijzonder ... Islamitische school ..... Openbare school ........ Bijzonder neutrale school ......................... Algemeen Christelijke school ......................... Opleidingen bij bedrijven\instellingen (commercieel) ............ Christelijke school (reformatorisch) ......... Geen religieuze grondslag .................... Gereformeerd ............. Interconfesionele school ......................... Noemt soort onderwijs Particulier onderwijs .. Anders, namelijk ... .... Weet niet .................... Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
40*
55*
Vraag 3: Kunt u aangeven hoeveel scholen of vestigingen uw bestuur heeft? __________________ _ 1 school ...................... 2 scholen\vestigingen (enz) ........................... 3 vestigingen .............. 4 vestigingen .............. 5 vestigingen .............. 6-10 vestigingen ......... meer dan 10 scholen\vestigingen .... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
85 ___
51 ___
261 ___
44 ___
347 ___
45 ___
50 ___
17 ___
34 ___
16 ___
83 ___
17 ___
39 ___
28 ___
48 ___
39 ___
87 ___
33 ___
167 186
100
595 576
100
762 762
100
289 307
100
214 196
100
503 503
100
138 130
100
124 132
100
262 262
100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 2
E5635
Vraag 4: Kunt u aangeven hoeveel leerlingen er in totaal zijn op de vestigingen waar u werkt? ____________________
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
minder of gelijk aan 150 leerlingen ............
24
17
113
22
137
21
8
3
4
2
12
3
10
9
11
11
21
10
151 tot en met 300 leerlingen ...................
51
36
222
43
274
41
11
4
14
8
25
6
8
8
14
14
23
11
301 tot en met 500 leerlingen ...................
42
29*
101
19*
142
21
24
9
17
9
40
9
18
16
13
13
30
15
501 tot en met 1000 leerlingen ...................
9
6
40
8
49
7
74
29
43
24
116
27
15
14
20
20
35
16
1001 tot en met 1500 leerlingen ...................
2
2
9
2
11
2
58
23*
57
32*
115
27
14
13
9
9
23
11
1501 tot en met 2000 leerlingen ...................
3
2
19
4
22
3
23
9
21
12
44
10
3
3*
10
10*
13
6
2001 tot en met 3000 leerlingen ...................
5
3
7
1
12
2
33
13
16
9
49
11
9
8
5
5
14
7
3001 tot en met 5000 leerlingen ...................
5
3
8
1
12
2
18
7*
3
2*
21
5
11
11
6
6
18
8
5001 tot en met 10000 leerlingen ...................
2
1*
1
0*
3
0
4
2
3
1
7
2
10
9
6
5
16
7
10001 of meer leerlingen ...................
-
-
-
-
-
-
2
1
2
1
3
1
9
9
8
8
17
8
weet niet .....................
___
___
1 ___
0 ___
1 ___
0 ___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
Totaal ondervraagden .
143
100
521
100
664
100
254
100
178
100
432
100
108
100
102
100
210
100
Ongewogen basis .......
161
Gemiddelde ................
508
645.3 ______
669
460.5 ______
268
500.4 ______
161
1580.4 ______
429
1499.1 ______
101
1546.9 ______
108
3444.9 ______
209
3036.2 ______
3245.7 ______
Vraag 5: Kunt u aangeven hoeveel leerlingen er in totaal zijn op de school waar u werkt? ____________________ minder of gelijk aan 150 leerlingen ............
4
17
16
21
20
20
3
9
6
151 tot en met 300 leerlingen ...................
13
56
44
59
57
58
-
-
2
301 tot en met 500 leerlingen ...................
6
24
12
17
18
18
2
6
501 tot en met 1000 leerlingen ...................
1
4
2
3
3
3
9
1001 tot en met 1500 leerlingen ...................
-
-
-
-
-
-
1501 tot en met 2000 leerlingen ...................
-
-
-
-
-
2001 tot en met 3000 leerlingen ...................
-
-
-
-
3001 tot en met 5000 leerlingen ...................
-
-
-
___
___
Totaal ondervraagden .
24
100
Ongewogen basis .......
25
5001 tot en met 10000 leerlingen ...................
Gemiddelde ................
267.7 ______
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
9
12
11
37
12
52
23
43
6*
2
3
4
14
4
16
8
15
3
9
5
8
3
11
2
8
5
9
25
4
12
13
18
5
18
2
11
8
15
6
17
12
33
18
25
-
-
1
5
1
2
-
11
31*
4
10*
14
20
1
5
1
5
2
5
-
-
4
10
4
12
8
11
3
9
1
3
4
7
-
-
-
1
2
1
3
2
3
1
3
-
-
1
2
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
1 ___
3 ___
___
___
1 ___
2 ___
74
100
98
100
35
100
36
100
71
100
30
100
22
100
52
100
68 255.2 ______
93 258.3 ______
39 1367.7 ______
16
35 1211.8 ______
74 1288.8 ______
29 1024.3 ______
24 433.2 ______
53 772.8 ______
Vraag 6: Kunt u aangeven hoe lang u al op deze school werkzaam bent? ___________________ Minder 5 jaar ............. Meer dan 5 jaar minder dan 10 jaar ................. Meer dan 10 jaar en minder dan 15 jaar ..... Meer dan 15 minder dan 20 jaar ................. Meer dan 20 jaar minder dan 25 jaar ..... 25 jaar of langer ......... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
E5635 ____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
Tabel 3 ____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
41
25*
256
43*
297
39
84
29*
81
38
165
33
50
37*
62
50*
113
43
43
26
160
27
203
27
65
22*
65
30
129
26
26
19
22
18
48
19
13
8
74
12
87
11
24
8
28
13
51
10
9
7
14
11
23
9
9
5
38
6
47
6
20
7
15
7
35
7
17
12
9
7
26
10
19 41 ___
12* 25* ___
22 45 ___
4* ___8*
42 87 ___
5 11 ___
20 77 ___
7* 26* ___
4 22 ___
2* 10* ___
25 99 ___
5 20 ___
11 24 ___
8 18* ___
8 ___9
6 ___7*
19 34 ___
7 13 ___
167 186
100
595 576
100
762 762
100
289 307
100
214 196
100
503 503
100
138 130
100
124 132
100
262 262
100
Vraag 7: Kunt u aangeven hoe lang u als docent\leerkracht werkzaam bent? __________________ _ 13
8*
156
26*
170
22
53
18*
57
26*
110
22
32
23
43
34*
75
29
23
14*
121
20
144
19
51
18*
60
28*
110
22
27
20
28
22
55
21
17
10
85
14
102
13
23
8*
29
14
52
10
12
9
18
14
30
11
9*
61
8
18
6
21
10
39
8
14
10
9
7
23
9
56 121 ___
9 20* ___
76 210 ___
10 28 ___
26 117 ___
9 41* ___
14 34 ___
7 16* ___
40 151 ___
8 30 ___
10 43 ___
7 31* ___
9 19 ___
7 15* ___
18 62 ___
7 24 ___
595 576
100
762 762
100
289 307
100
214 196
100
503 503
100
138 130
100
124 132
100
262 262
100
Minder 5 jaar ............. Meer dan 5 jaar minder dan 10 jaar ................. Meer dan 10 jaar en minder dan 15 jaar ..... Meer dan 15 minder dan 20 jaar ................. Meer dan 20 jaar minder dan 25 jaar ..... 25 jaar of langer .........
6
3*
55
19 89 ___
11 53* ___
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
167 186
100
Vraag 8: Hoeveel uren werkt u gemiddeld per week? __________________ Meer dan 40 uur per week ........................... 40 uur per week .......... 30 t\m 39 uur per week 20 t\m 29 uur per week Minder dan 20 uur per week ........................... Weet niet\Wil niet zeggen ........................
___-
___-
___1
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
167 186
100
59 31 64 10
35* 18* 38* 6*
70 70 128 180
12* 12* 22* 30*
129 101 192 190
17 13 25 25
88 57 84 28
31* 20* 29 10*
24 19 58 76
11* 9* 27 35*
112 76 142 104
22 15 28 21
43 19 33 9
31* 14 24 6*
11 18 27 40
9* 14 21 32*
54 37 59 49
20 14 23 19
4
2*
146
25*
150
20
27
9*
38
18*
65
13
34
25
28
22
62
24
___0
___1
___0
___4
___1
___-
___-
___4
___1
___1
___1
___1
___1
___2
___1
595 576
100
762 762
100
289 307
100
214 196
100
503 503
100
138 130
100
124 132
100
262 262
100
Vraag 9: Kunt u aangeven wat uw huidige functie is op school? (Meer antwoorden mogelijk) __________________ _ Leraar in opleiding ..... Docent eerstegraads ... Docent tweedegraads . Zij instromer (momenteel nog bezig met een aanvullende lerarenopleiding) ........ Bijlesgevend ............... Coördinator ................ Directeur (directrice) ..
-
-
-
-
-
-
12 116 157
4* 40* 54
18 67 132
8 31 61
29 182 288
6 36 57
4 43 69
3 31 50
4 27 72
4 21 58
8 69 141
3 27 54
___-
___-
___-
___-
___-
___-
11 12 48 ___3
4 4 17* ___1
6 17 21 ___-
3 8 10* ___-
17 28 69 ___3
3 6 14 ___1
9 11 23 ___1
7 8 17 ___1
8 7 12 ___4
6 6 10 ___3
17 18 35 ___4
7 7 13 ___2
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
-
-
-
-
-
-
358 289 307
124 100
258 214 196
121 100
616 503 503
123 100
160 138 130
116 100
134 124 132
108 100
294 262 262
112 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 4
E5635
Vraag 10: Kunt u aangeven in welke functie schaal u nu zit? __________________
_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair Voortgezet Voortgezet Beroeps Primair Man ___________ Vrouw Primair Man Vrouw Voortgezet ___________ Beroeps Man ___________ Vrouw Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
LA schaal .................. LB schaal .................. LC schaal .................. LD schaal .................. Wil niet zeggen .........
109 65 18 11 7 4* 2 1 31 19 ____ ___
393 66 54 9 7 1* 5 1 136 23 ____ ___
502 66 72 9 14 2 8 1 167 22 ____ ___
4 1 146 51* 56 20 54 19* 28 10 ____ ___
5 3 134 63* 31 15 20 10* 23 11 ____ ___
9 2 280 56 88 17 74 15 51 10 ____ ___
4 3 34 25* 34 25 6 5 59 43 ____ ___
3 3 52 42* 19 15* 7 6 43 35 ____ ___
7 3 86 33 53 20 14 5 102 39 ____ ___
Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
167 100 186
595 100 576
762 100 762
289 100 307
214 100 196
503 100 503
138 100 130
124 100 132
262 100 262
Vraag 11: Kunt u aangeven of u vroeger in een andere functieschaal zat? __________________ LA schaal .................. LB schaal .................. Schaal 4 .................... Schaal 5 .................... Schaal 7 .................... Schaal 8 .................... schaal 9 ..................... schaal 10 ................... schaal 11 ................... Schaal 12 .................. Schaal 18 .................. Anders, namelijk ... ... Ben niet in loondienst\ben inval leerkracht \werk freelance .......... Wordt met andere schalen gewerkt\wordt niet gewerkt met schalen (werk in bedrijfsleven) ............ Nee ............................ Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
-
-
-
-
-
-
1 1 1 4 114 40 44 2 5
-
-
-
-
-
-
2
____ ___ -
____ ___
-
-
-
____ ___ -
-
0 0 0 1* 39 14* 15* 1 2
1 1 1 1 9 81 8 10 1
1* 1* 1 0 4 38 4* 5* 0
1
2
1
1 1 1 1 1 2 13 195 48 55 2 6
0 0 0 0 0 0 3 39 10 11 0 1
1 2 7 27 33 12 -
1 2* 5 19 24* 9 -
2 7 23 16 8 -
2 5 18 13* 7 -
3 2 14 50 49 21 -
1 1 5 19 19 8 -
3
1
2
2
3
3
5
2
4 1 70 24* ____ ___
4 2 95 45* ____ ___
8 2 165 33 ____ ___
6 5 47 34* ____ ___
6 5 60 48* ____ ___
13 5 107 41 ____ ___
289 100 307
214 100 196
503 100 503
138 100 130
124 100 132
262 100 262
Vraag 12: Kunt u aangeven welk niveau opleiding u vóór uw lerarenopleiding heeft gevolgd? __________________ HAVO\VWO ............ MBO ......................... HBO .......................... Universiteit ...............
94 66 8 5* 36 26 3 2 ____ ___
310 60 82 16* 112 22 10 2 ____ ___
403 62 89 14 148 23 13 2 ____ ___
84 29* 25 9 94 32 86 30 ____ ___
86 40* 12 6 63 29 53 25 ____ ___
170 34 37 7 156 31 139 28 ____ ___
28 21 38 28* 51 37 20 15 ____ ___
33 26 18 15* 43 34 31 25* ____ ___
61 23 57 22 93 36 51 19 ____ ___
Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
141 100 157
513 100 498
654 100 655
289 100 307
214 100 196
503 100 503
138 100 130
124 100 132
262 100 262
Ja ............................... Nee ............................
151 91* 16 9* ____ ___
564 95 31 5 ____ ___
715 94 47 6 ____ ___
267 93 21 7 ____ ___
195 91 19 9 ____ ___
462 92 41 8 ____ ___
117 85 20 15 ____ ___
95 77 29 23 ____ ___
213 81 49 19 ____ ___
Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
167 100 186
595 100 576
762 100 762
289 100 307
214 100 196
503 100 503
138 100 130
124 100 132
262 100 262
Vraag 13: Het vak waarin u lesgeeft, sluit dit aan bij uw opleiding\specialisatie? __________________ _
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 5
E5635
Vraag 14: Kunt u aangeven of u werkervaring heeft opgedaan vóór uw huidige functiebekleding? Dit kan zijn binnen de onderwijssector maar ook daarbuiten. N.B.; stages en bijbanen worden hier niet mee bedoeld. ___________________ _
_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair Voortgezet Voortgezet Beroeps Primair Man ___________ Vrouw Primair Man Vrouw Voortgezet ___________ Beroeps Man ___________ Vrouw Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Ja, ik heb werkervaring opgedaan elders in het onderwijs ........
67
40
269
45
336
44
98
34
83
39
180
36
42
31
45
36
87
33
Ja, ik heb werkervaring in andere sectoren
15
9
71
12
87
11
36
12
28
13
64
13
22
16
32
26*
55
21
Ja, ik heb werkervaring opgedaan in het bedrijfsleven .............
9
6
44
7
54
7
63
22
48
22
111
22
60
44*
35
28*
95
36
Nee, ik heb geen eerdere werkervaring opgedaan ...................
75 45* ____ ___
210 35* ____ ___
286 37 ____ ___
92 32 ____ ___
55 26 ____ ___
148 29 ____ ___
13 9 ____ ___
12 10 ____ ___
25 10 ____ ___
Totaal ondervraagden
167 100
595 100
762 100
289 100
214 100
503 100
138 100
124 100
262 100
Ongewogen basis ......
186
576
762
307
196
503
130
132
262
Vraag 15: U heeft aangegeven dat u werkervaring heeft opgedaan in het onderwijs. Kunt u hieronder aangeven wat voor soort werkervaring dit betrof? (gesteld aan respondenten die bij vraag 14 antwoord 1 hebben gegeven) ___________________ _ werkervaring als docent\leerkracht elders
61
91
245
91
306
91
87
89
79
96
166
92
39
92
39
88
78
90
Werkervaring buiten het onderwijs op gedaan\in bedrijfsleven (had ingevuld geen ervaring in het onderwijs\fout enquête) .....
3
5
6
2
9
3
5
6
3
4
8
5
1
3
2
4
3
3
Directeur\adjuctdirecteur\manager\decaan .
-
-
4
2
4
1
4
4
-
-
4
2
1
2
1
2
2
2
Kinderdagverblijf\kleuterleidster ....
-
-
3
1
3
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Klassenassistent(e)\onderwijsassistent(e) .....
1
2
9
3
10
3
-
-
0
1*
0
0
-
-
2
5
2
2
Leraar\docent ............
1
1
2
1
3
1
-
-
-
-
-
-
1
3*
-
-
1
1
Stagiare\lio ................
1
1
3
1
3
1
1
1
-
-
1
1
-
-
-
-
-
-
Leerkracht volwassenen onderwijs ............
-
-
-
-
-
-
1
1
-
-
1
1
-
-
-
-
-
-
Coördinator ...............
-
-
-
-
-
-
2
2
-
-
2
1
1
2
1
2
2
2
Stage begeleider ........
-
-
-
-
-
-
1
1
-
-
1
0
-
-
1
2
1
1
Groepsbegeleider ......
-
-
1
0
1
0
-
-
-
-
-
-
-
-
1
2
1
1
Andere functie, nl... ..
____ ___
1 0 ____ ___
1 0 ____ ___
1 1 ____ ___
____ ___
1 0 ____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
Totaal antwoorden ....
67 100
274 102
341 102
102 104
83 100
184 102
43 102
47 104
90 103
Totaal ondervraagden
67 100
269 100
336 100
98 100
83 100
180 100
42 100
45 100
87 100
Ongewogen basis ......
72
261
333
75
184
39
47
86
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
109
Tabel 6
E5635
Vraag 16: Welke activiteiten met betrekking tot de inhoud van uw vak onderneemt u naast het lesgeven? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________
_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair Voortgezet Voortgezet Beroeps Primair Man ___________ Vrouw Primair Man Vrouw Voortgezet ___________ Beroeps Man ___________ Vrouw Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Deelname aan eindexamenopgaven ..
2
1
Deelname aan materiaal ontwikkelgroepen
17
10*
107
Deelname aan vakgroepsoverleg ......
40
24
Deelname aan intervisie (binnen de school)
54
Deelname aan(intervisie tussen scholen) ....
9
1
36
12
22
10
58
11
50
36*
28
22*
78
30
18*
124
16
92
32
82
38
174
35
80
58
68
54
148
56
123
21
163
21
195
67
158
74
352
70
87
64
70
56
158
60
32*
252
42*
306
40
117
40
85
40
202
40
53
38
38
30
90
34
22
13
73
12
95
13
28
10
15
7
43
9
15
11
6
5*
21
8
Lid van nascholingsgroep ......
21
12
68
11
89
12
22
8
14
7
37
7
4
3
6
5
10
4
Lid actief lid vereniging vakdocenten (b.v Aardrijkskunde etc.) .
8
5*
5
1*
12
2
36
12
23
11
58
12
10
7
4
3
13
5
Bijscholing\cursussen \opleiding\conferenties \beurzen ....................
8
5
34
6
41
5
6
2
6
3
12
2
4
3
4
3
7
3
Coordinatie ...............
11
7*
9
2*
20
3
5
2
2
1
7
1
3
2
4
3
7
3
Buitenschoolse activiteiten ................
2
1
2
0
4
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Coaching\begeleiding (van collega's\stagebegeleiding\leerlingen) .
9
5
18
3
27
3
13
4
7
3
20
4
8
6
5
4
14
5
Diverse werkgroepen \commissie's ..............
8
5
12
2
20
3
16
5
11
5
27
5
3
2
4
3
7
3
ICT taken ..................
18
11*
8
1*
26
3
7
3
4
2
12
2
3
2*
-
-
3
1
Ontwikkelen\inplementatie nieuwe werkvormen (onderwijsvernieuwingen) ...
1
0
2
0
3
0
9
3
11
5
20
4
5
3
2
1
6
2
6
1
Geprekken ouders .....
-
-
3
1
3
0
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
1
0
MR\GMR lid .............
6
3
11
2
17
2
2
1
1
1
3
1
2
2*
-
-
2
1
Administratie ............
1
1
2
0
3
0
1
0
-
-
1
0
-
-
1
1
1
0
Management team .....
4
2*
1
0*
5
1
1
0*
3
2*
4
1
1
1
1
1
2
1
BHV\EHBO leerkracht ..................
3
2*
1
0*
4
0
-
-
-
-
-
-
1
1*
-
-
1
0
Overleg\vergaderingen
2
1
3
1
5
1
1
0
1
1
2
0
1
1*
-
-
1
0
Bijhouden\lezen vakliteratuur ..............
-
-
1
0
1
0
4
1
1
0
5
1
-
-
-
-
-
-
Groepsleerkracht\vakdocent .......................
3
2
5
1
9
1
-
-
-
-
-
-
1
1*
-
-
1
0
Examens afnemen\nakijken ......
-
-
-
-
-
-
3
1
1
1
4
1
4
3
1
1
6
2
Mentor ......................
-
-
-
-
-
-
6
2
7
3
13
3
1
1
1
1
2
1
1
1
6
1
7
1
10
4*
2
1*
12
2
6
5
3
3
10
4
Anders, namelijk ... ... Geen van deze ...........
64 38 ____ ___
220 37 ____ ___
284 37 ____ ___
45 16 ____ ___
31 15 ____ ___
77 15 ____ ___
17 12* ____ ___
28 22* ____ ___
45 17 ____ ___
Totaal antwoorden ....
303 181
973 164
1276 167
654 226
488 228
1142 227
360 262
274 220
634 242
Totaal ondervraagden
167 100
595 100
762 100
289 100
214 100
503 100
138 100
124 100
262 100
Ongewogen basis ......
186
576
762
307
196
503
130
132
262
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 7
E5635
Vraag 17: Hoeveel uur per week bent u gemiddeld kwijt met deze activiteiten? __________________ _
_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair Voortgezet Voortgezet Beroeps Primair Man ___________ Vrouw Primair Man Vrouw Voortgezet ___________ Beroeps Man ___________ Vrouw Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
0-2 uur per week .......
26
25
125
33
151
32
87
36
61
34
148
35
25
21
30
31
56
26
2-4 uur per week .......
29
28
116
31
145
30
73
30
46
25
119
28
32
26
23
23
54
25
4-6 uur per week .......
18
18
72
19
91
19
29
12*
41
23*
70
17
19
15
16
17
35
16
6-8 uur per week .......
10
9
32
9
42
9
19
8
15
8
34
8
19
15
8
9
27
12
8-10 uur per week .....
9
9*
11
3*
20
4
16
7*
5
3
21
5
7
5
9
9
15
7
10-15 uur per week ...
5
5
9
2
14
3
4
2
3
2
7
2
12
10
5
5
17
8
15- 20 uur per week ..
3
3
4
1
7
2
9
4
7
4
16
4
2
1
5
5
7
3
Meer dan 25 uur per week ..........................
4
4*
3
1
7
2
5
2
4
2
10
2
6
5*
1
1*
6
3
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
Totaal ondervraagden
103 100
375 100
478 100
243 100
183 100
426 100
121 100
97 100
217 100
Ongewogen basis ......
114
366
480
263
172
435
113
Gemiddelde ...............
102
215
5.51*
3.88*
4.23
4.48
4.59
4.53
6.16
5.01
5.65
____
____
____
____
____
____
____
____
____
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 8
E5635
Vraag 18: Kunt u aangeven of u naast het lesgeven zich ook met andere activiteiten voor de school bezighoudt? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________ _
_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair Voortgezet Voortgezet Beroeps Primair Man ___________ Vrouw Primair Man Vrouw Voortgezet ___________ Beroeps Man ___________ Vrouw Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Zitting in de medezeggenschapsraad ...........
49
29
139
23
188
25
30
10
14
Begeleiding buitenschoolsactiviteiten (toneel\muziek etc.) ...
75
45*
200
34*
275
36
73
25
Feestcommissie .........
52
31
230
39
282
37
22
Activiteitencommissie (skikamp\zeilkamp\survivalkamp etc.) ...........................
75
45
223
38
298
39
88
Bibliotheek ...............
1
0
6
1
6
1
Culturele en creatieve projecten ...................
2
1
9
2
11
Foto\film\video organisatie .................
2
1
2
0
6
44
9
8
6
5
4
14
5
63
29
136
27
10
7
10
8
20
7
29
14*
52
10
9
7
7
5
16
6
30
51
24
139
28
19
13*
7
6*
25
10
-
-
2
1*
2
0
-
-
-
-
-
-
1
2
1
1
0
3
1
-
-
-
-
-
-
4
1
2
1
1
1
4
1
-
-
-
-
-
-
8*
Bijscholing\cursussen \opleiding\conferenties \beurzen ....................
1
1
3
1
5
1
1
0
1
0
2
0
1
1
-
-
1
0
Coordinatie ...............
14
9*
26
4*
40
5
5
2
8
4
14
3
1
1
1
1
2
1
Buitenschoolse activiteiten ................
2
1
2
0
4
0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Coaching\begeleiding (van collega's\stagebegeleiding\leerlingen) .
1
1*
23
4
25
3
15
5*
28
13*
43
9
5
4
9
7
14
5
Schoolkrant\redactie .
2
1
10
2
12
2
5
2
5
2
10
2
-
-
-
-
-
-
Diverse werkgroepen \commissie's\projecten
13
8
70
12
83
11
24
8
23
11
47
9
3
2
3
2
6
2
ICT taken ..................
25
15*
22
4*
47
6
17
6
-
-*
17
3
1
1
1
1
2
1
Ontwikkelen\aanschaf \implementatie nieuwe werkvormen (onderwijsvernieuwingen) ...
2
1
11
2
13
2
8
3
2
1
9
2
1
1*
-
-
1
0
Geprekken\voorlichten ouders .......................
2
1
3
1
5
1
3
1
1
1
4
1
2
1
2
1
4
1
MR\OR\GMR lid ......
4
2
15
3
19
2
-
-
-
-
-
-
2
1
-
-
2
1
Administratie ............
4
3
14
2
18
2
15
5*
2
1*
17
3
3
2
1
1
4
1
Management team .....
1
1
5
1
5
1
10
3*
1
1
11
2
2
1
1
1
3
1
BHV\EHBO leerkracht ..................
7
4
13
2
20
3
2
1
2
1
4
1
1
1
-
-
1
0
Overleg\vergaderingen
2
1
6
1
9
1
1
0
3
1
3
1
1
1
2
2
3
1
Groepsleerkracht\vakdocent .......................
-
-
-
-
-
-
2
1
-
-
2
0
-
-
-
-
-
-
Examens maken\afnemen\nakijken ............
-
-
-
-
-
-
3
1
1
0
4
1
1
1
1
1
2
1
Mentor ......................
-
-
-
-
-
-
15
5*
24
11*
39
8
1
1
4
3
5
2
Anders, namelijk ... ...
6
4
19
3
26
3
8
3
3
2
11
2
1
1
4
3
5
2
Geen van deze ...........
24 14 ____ ___
106 18 ____ ___
130 17 ____ ___
98 34 ____ ___
77 36 ____ ___
175 35 ____ ___
98 71 ____ ___
84 67 ____ ___
181 69 ____ ___
Totaal antwoorden ....
367 219
1159 195
1525 200
448 155
342 160
791 157
168 122
141 113
308 118
Totaal ondervraagden
167 100
595 100
762 100
289 100
214 100
503 100
138 100
124 100
262 100
Ongewogen basis ......
186
576
762
307
196
503
130
132
262
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 9
E5635
Vraag 19: Kunt u aangeven of de tijd die u kwijt bent met deze activiteit (en) binnen de uren van uw arbeidscontract vallen of niet? De tijd die ik kwijt ben met deze activiteit(en): ___________________ _ valt volledig binnen de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ... valt grotendeels binnen de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ... valt ongeveer voor de helft buiten de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ........... komt grotendeels bovenop de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ........... komt volledig bovenop de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ...
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
23
16
76
16
99
16
46
24
22
16
68
21
11
28
14
33
25
31
48
34
154
31
202
32
71
37
50
37
121
37
9
23
15
37
24
30
30
21
90
18
119
19
29
15*
33
24
62
19
8
19
5
13
13
16
26
18
111
23
137
22
38
20
22
16
60
18
10
25*
3
13
17
17 ___
12 ___
58 ___
12 ___
75 ___
12 ___
8 ___
4 ___
9 ___
7 ___
17 ___
5 ___
2 ___
4 ___
3 ___
8 ___
5 ___
6 ___
143 157
100
489 478
100
632 635
100
191 204
100
137 124
100
328 328
100
40 40
100
41 43
100
81 83
100
0 keer ......................... 1 keer ......................... 2 keer ......................... 3 keer ......................... 4 keer ......................... 5 keer ......................... Tussen de 5 en 10 keer Meer dan 10 keer .......
42 23 28 20 13 11 20 11 ___
25 14 17 12 8 7 12 6 ___
122 118 117 79 49 31 52 27 ___
20 20 20 13 8 5 9 5 ___
163 141 145 99 62 42 72 38 ___
21 19 19 13 8 5 9 5 ___
80 49 49 29 26 8 32 16 ___
28 17 17* 10 9 3 11 5 ___
47 49 51 17 19 11 15 5 ___
22 23 24 8 9 5 7 2 ___
127 97 100 46 45 19 47 21 ___
25 19 20 9 9 4 9 4 ___
54 20 27 11 7 7 8 4 ___
40 14* 20 8 5 5 6 3 ___
47 35 21 8 3 4 4 2 ___
38 28* 17 7 3 3 3 1 ___
102 55 48 19 10 10 12 6 ___
39 21 18 7 4 4 5 2 ___
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
167 186
100
595 576
100
762 762
100
289 307
100
214 196
100
503 503
100
138 130
100
124 132
100
262 262
100
0 keer ......................... 1 keer ......................... 2 keer ......................... 3 keer ......................... 4 keer ......................... 5 keer ......................... Tussen de 5 en 10 keer Meer dan 10 keer .......
48 33 32 15 7 13 8 10 ___
29 20 19 9 4 8* 5 6 ___
212 129 106 54 27 22 27 19 ___
36 22 18 9 4 4* 5 3 ___
261 162 138 69 34 35 36 28 ___
34 21 18 9 4 5 5 4 ___
143 63 38 19 12 3 5 5 ___
50 22 13 7 4 1 2 2 ___
108 39 29 11 12 5 8 2 ___
51 18 13 5 6 2 4 1 ___
252 103 66 30 24 7 13 7 ___
50 20 13 6 5 1 3 1 ___
68 25 25 9 2 2 5 1 ___
50 18 18 7 1 1 4 1 ___
76 20 16 3 3 4 2 ___
61 16 13 2 2 4 2 ___
144 45 41 12 5 6 5 3 ___
55 17 16 5 2 2 2 1 ___
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
167 186
100
595 576
100
762 762
100
289 307
100
214 196
100
503 503
100
138 130
100
124 132
100
262 262
100
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
8*
Vraag 20: Kunt u aangeven hoe vaak u de afgelopen maand collega’s buiten school om gezien heeft? ___________________ _
Vraag 21: Kunt u aangeven hoe vaak u de afgelopen maand vakgenoten van andere scholen, buiten school om heeft gezien? ____________________
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 10
E5635
Vraag 22: Hoe vaak heeft u gemiddeld emailcontact met uw collega’s? ____________________
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
1 dag in de week of minder ........................
62
37
244
41
306
40
60
21
49
23
109
22
34
2 dagen in de week .....
25
15
98
17
124
16
39
14
30
14
69
14
7
3 dagen in de week .....
21
12
82
14
103
13
40
14
35
17
75
15
18
4 dagen in de week .....
11
7
39
7
51
7
38
13
30
14
68
14
11
5 dagen in de week .....
27
16
77
13
104
14
58
20
33
15
91
18
38
6 dagen in de week .....
7
4
14
2
21
3
18
6
15
7
33
7
7 dagen in de week (elke dag) ...................
8
5
15
2
23
3
28
10
18
9
46
9
Weet niet ....................
25
20
16
55
21
17
14*
24
9
16
13
34
13
23
19*
34
13
27
31
25
68
26
8
6
6
5
14
5
13
10
8
6
21
8
5* 13 8*
6
3
26
4
31
4
7
3
5
2
12
2
9
6
3
3
12
5
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
Totaal ondervraagden .
167
100
595
100
762
100
289
100
214
100
503
100
138
100
124
100
262
100
Ongewogen basis .......
186
576
762
307
196
503
130
132
262
Vraag 23: Bent u lid \neemt u deel aan een of meerdere chatgroups\ discussiegroepen op internet? (Meer antwoorden mogelijk) _ ___________________ Ja, een chatgroup\ discussiegroep waarin het onderwijs centraal staat
12
7
32
5
44
6
16
6
16
7
32
6
5
3
3
2
7
3
Ja, een chatgroup\discussiegroep waar de rol van de leraar centraal staat ............................
3
2
8
1
11
1
2
1
6
3
8
2
-
-
3
3
3
1
Ja, een chatgroup\discussiegroep over andere onderwerpen ...
9
5
28
5
37
5
17
6
16
7
33
6
7
5
6
5
13
5
Nee, Ik neem geen deel aan chatgroups\discussiegroepen op het internet .......................
150
90
542
91
692
91
255
88
184
86
439
87
126
92
113
91
239
91
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
Totaal antwoorden .....
173
104
610
102
783
103
290
100
222
103
512
102
138
100
124
100
262
100
Totaal ondervraagden .
167
100
595
100
762
100
289
100
214
100
503
100
138
100
124
100
262
100
Ongewogen basis .......
186
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
576
762
307
196
503
130
132
262
Vraag 24: Kunt u aangeven of u lid bent van een van de volgende soort verenigingen? (Meer antwoorden mogelijk) _ ___________________
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
Een sportvereniging ... Een muziekvereniging Een toneelvereniging .. Een leesclub\literaire vereniging .................. Een dansvereniging .... Een beeldende kunst vereniging .................. Een studentenvereniging ... Een netwerkvereniging (Lion's Ronde Tafel Rotary etc.) ................ Een vrijwilligersvereniging (brandweer buurtvereniging etc.) .. Actief in kerkenwerk .. Bridgeclub ................. Carnavalsvereniging .. EHBO vereniging ....... Sportvereniging .......... Creatief algemeen ...... Natuurvereniging ....... Politieke partij\vakbond ............ Anders namelijk ... ..... Nee, geen van deze .....
75 17 1
45 10 1
234 77 13
22 5 2 1 1 3 1 2
13 3 1 0 0 2 0 1
71 18 1 2 12 3 2
1 5 61 ___
1 3 37 ___
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
208 167 186
125 100
39 13 2
E5635 ____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
309 95 14
41 12 2
104 17 4
36* 6 2
96 14 2
45 7 1
Tabel 11 ____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
200 31 7
40 6 1
53 12 5
38 9 3
44 11 4
35 9 3
97 23 9
37 9 3
6
-* 3
16 31
3* 5
16 37
2 5
4 8
1* 3
17 11
8* 5
21 19
4 4
3 4
3 3
8 3
6 2
11 7
4 3
1
1*
21
4
22
3
6
2
11
5
17
3
2
2
4
3
6
2
-
-
3
0
3
0
1
0
2
1
3
1
2
1
1
1
3
1
4
2*
2
0*
6
1
7
2
5
2
11
2
4
3
1
1
5
2
12 3 0 0 2 1 0
93 23 2 1 3 15 4 4
12 3 0 0 0 2 1 1
40 16 2 1 1 3
14 5* 1 0 0 1
31 2 3 1 2 -
15 1* 1 0 1 -
71 18 5 1 1 3 3
14 3 1 0 0 1 1
23 1 1 2 -
17 1 1 2 -
18 1 3 1
15 1 2 1
41 2 1 5 1
16 1 0 2 0
1 7 220 ___
0 1 37 ___
2 12 281 ___
0 2 37 ___
4 16 122 ___
1 6 42 ___
3 6 76 ___
1 3 36 ___
7 22 198 ___
1 4 39 ___
2 3 48 ___
1 2 35 ___
2 5 49 ___
2 4 39 ___
4 8 97 ___
2 3 37 ___
734 595 576
123 100
942 762 762
124 100
355 289 307
123 100
282 214 196
131 100
636 503 503
126 100
165 138 130
120 100
155 124 132
125 100
320 262 262
122 100
57
60
Vraag 240: Een sportvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur .............................. Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........ 7 uur of meer ..............
46
61*
171
73
217
70
49
47*
74
77*
123
62
26
23 ___6
31* ___7
43 21 ___
18* ___9
66 26 ___
21 ___8
43 12 ___
42* 11 ___
14 ___8
15* ___8
57 19 ___
29 10 ___
20 ___7
37 14 ___
9 ___3
21 ___6
29 10 ___
30 10 ___
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
75 75 80
100 100
234 234 230
100 100
309 309 310
100 100
104 104 117
100 100
96 96 89
100 100
200 200 206
100 100
53 53 51
100 100
44 44 47
100 100
97 97 98
100 100
86
15
73
49*
32
73*
Vraag 240: Een muziekvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur .............................. Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........ 7 uur of meer ..............
10
72
55
81
65
80
4
24*
10
82*
14
49
6
58
9
3 ___1
18 ___9
13 ___-
19 ___-
15 ___1
19 ___2
9 ___3
57* 19 ___
2 ___-
18* ___-
11 ___3
40 11 ___
3 ___1
32 ___9
1 ___1
6* ___7
4 ___2
19 ___8
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
14 14 15
100 100
68 68 64
100 100
82 82 79
100 100
16 16 18
100 100
12 12 14
100 100
28 28 32
100 100
10 10 9
100 100
10 10 12
100 100
20 20 21
100 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 12
E5635
Vraag 240: Een toneelvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur .............................. Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
1
100
4
36*
6
43
2
70
1
58
4
65
1
27
2
47
3
37
___
___
7 ___
64* ___
7 ___
57 ___
1 ___
30 ___
1 ___
42 ___
2 ___
35 ___
3 ___
73 ___
2 ___
53 ___
5 ___
63 ___
Totaal antwoorden .....
1
100
11
100
13
100
3
100
2
100
6
100
5
100
4
100
9
100
Totaal ondervraagden .
1
100
11
100
13
100
3
100
2
100
6
100
5
100
4
100
9
100
Ongewogen basis .......
2
11
13
3
2
5
4
4
8
Vraag 240: Een leesclub\literaire vereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
-
-
13
83
13
83
4
100
17
100
21
100
3
100
8
100
11
100
___
___
3 ___
17 ___
3 ___
17 ___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
-
-
16
100
16
100
4
100
17
100
21
100
3
100
8
100
11
100
Totaal ondervraagden .
-
-
16
100
16
100
4
100
17
100
21
100
3
100
8
100
11
100
Ongewogen basis .......
-
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........ Totaal antwoorden .....
15
15
4
13
17
3
8
11
Vraag 240: Een dansvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ____________________ Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
5
85
25
80
30
81
8
100
10
91
18
95
3
75
3
100
6
85
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........
-
-
4
12
4
10
-
-
1
9
1
5
-
-
-
-
-
-
1 ___
15 ___
2 ___
7 ___
3 ___
9 ___
___
___
___
___
___
___
1 ___
25 ___
___
___
1 ___
15 ___
7 uur of meer .............. Totaal antwoorden .....
6
100
31
100
37
100
8
100
11
100
19
100
4
100
3
100
7
100
Totaal ondervraagden .
6
100
31
100
37
100
8
100
11
100
19
100
4
100
3
100
7
100
Ongewogen basis .......
7
31
38
9
10
19
4
3
7
Vraag 240: Een beeldende kunst vereniging Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ____________________ Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
-
-
16
77
16
73
4
71
7
61
11
65
2
100
4
100
6
100
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........
1
100
5
23
6
27
1
14
3
27
4
23
-
-
-
-
-
-
___
___
___
___
___
___
1 ___
15 ___
1 ___
12 ___
2 ___
13 ___
___
___
___
___
___
___
7 uur of meer .............. Totaal antwoorden .....
1
100
21
100
22
100
6
100
11
100
17
100
2
100
4
100
6
100
Totaal ondervraagden .
1
100
21
100
22
100
6
100
11
100
17
100
2
100
4
100
6
100
Ongewogen basis .......
1
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
19
20
6
10
16
2
4
6
Tabel 13
E5635
Vraag 240: Een studentenvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
-
-
2
82
2
82
1
100
2
80
2
85
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........
____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
1
53
1
100
2
68
-
-
1
18
1
18
-
-
0
20
0
15
-
-
-
-
-
-
7 uur of meer ..............
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
1 ___
47 ___
___
___
1 ___
32 ___
Totaal antwoorden .....
-
-
3
100
3
100
1
100
2
100
3
100
2
100
1
100
3
100
Totaal ondervraagden .
-
-
3
100
3
100
1
100
2
100
3
100
2
100
1
100
3
100
Ongewogen basis .......
-
4
4
1
2
3
2
1
3
Vraag 240: Een netwerkvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
4
100
2
100
6
100
4
100
3
70
8
85
3
73
1
100
4
78
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........
-
-
-
-
-
-
-
-
1
30
1
15
-
-
-
-
-
-
7 uur of meer ..............
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
1 ___
27 ___
___
___
1 ___
22 ___
Totaal antwoorden .....
4
100
2
100
6
100
4
100
5
100
9
100
4
100
1
100
5
100
Totaal ondervraagden .
4
100
2
100
6
100
4
100
5
100
9
100
4
100
1
100
5
100
Ongewogen basis .......
4
2
6
4
5
9
4
1
5
Vraag 240: Een vrijwilligersvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
14
65
55
78
70
75
28
72
23
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........
5
24
12
18
18
19
6
17
2 ___
11 ___
3 ___
4 ___
5 ___
6 ___
4 ___
11 ___
7 uur of meer ..............
75
51
73
10
42
11
62
21
51
3
9
9
13
8
37
4
24
13
31
5 ___
16 ___
9 ___
14 ___
5 ___
21 ___
2 ___
14 ___
7 ___
18 ___
Totaal antwoorden .....
22
100
71
100
93
100
38
100
31
100
69
100
23
100
18
100
41
100
Totaal ondervraagden .
22
100
71
100
93
100
38
100
31
100
69
100
23
100
18
100
41
100
Ongewogen basis .......
25
63
88
45
30
75
23
19
42
Vraag 240: Anders Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
15
64
38
75
53
72
24
52
11
64
35
55
4
35
8
62
12
49
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........
8
33
11
21
18
25
13
28
5
31
18
29
7
65*
3
28
11
45
1 ___
3 ___
2 ___
4 ___
3 ___
3 ___
9 ___
20 ___
1 ___
6 ___
10 ___
16 ___
___
1 ___
10 ___
1 ___
5 ___
7 uur of meer ..............
___
Totaal antwoorden .....
23
100
51
100
74
100
46
100
18
100
63
100
11
100
12
100
23
100
Totaal ondervraagden .
23
100
51
100
74
100
46
100
18
100
63
100
11
100
12
100
23
100
Ongewogen basis .......
25
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
47
72
49
15
64
11
12
23
Vraag 25: U heeft aangegeven van een sportvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________ Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Anders, namelijk ... .... Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
56
75*
6
8
12
E5635 ____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
Tabel 14 ____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
90*
268
87
79
76
77
80
156
78
36
69*
40
92*
77
79
8
4
14
5
12
11
5
5
17
8
7
13*
-
-*
7
7
16
20
9
33
11
23
22*
11
12
34
17
9
17
2
4*
11
11
8 ___6
10 ___8
11 ___8
5 ___4
19 14 ___
6 ___5
12 ___4
11 ___4
5 ___1
5 ___1
17 ___5
9 ___3
7 ___3
13 ___7
2 ___1
4* ___2
8 ___4
9 ___4
89 75 80
118 100
260 234 230
111 100
349 309 310
113 100
130 104 117
125 100
99 96 89
103 100
229 200 206
114 100
63 53 51
118 100
44 44 47
102 100
107 97 98
111 100
9
65
50
74
60
73
10
62
11
89
21
74
6
57
9
86
15
72
3
24
10
15
14
17
3
19
-
-
3
11
1
9
-
-
1
5
212
Vraag 25: U heeft aangegeven van een muziekvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________ Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Anders, namelijk ... ....
5
39
12
18
18
22
4
25
1
11
5
19
2
22
2
16
4
19
2 ___1
17 ___6
4 ___7
6 10 ___
6 ___8
8 ___9
1 ___
7 ___
0 ___-
3 ___-
0 ___1
1 ___4
2 ___-
21 ___-
1 ___1
6 ___7
3 ___1
14 ___4
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
21 14 15
151 100
84 68 64
123 100
105 82 79
128 100
18 16 18
113 100
12 12 14
103 100
30 28 32
109 100
11 10 9
109 100
12 10 12
116 100
23 20 21
112 100
1
100
9
77
10
80
2
52
2
100
4
72
4
79
2
52
6
66
-
-
1
8
1
7
-
-
-
-
-
-
-
-
1
27
1
13
Vraag 25: U heeft aangegeven van een toneelvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________ Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Anders, namelijk ... ....
-
-
2
15
2
13
-
-
-
-
-
-
1
21
1
21
2
21
___-
___-
___-
___-
___-
___-
2 ___-
48 ___-
___-
___-
2 ___-
28 ___-
1 ___1
21 31 ___
___-
___-
1 ___1
11 16 ___
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
1 1 2
100 100
11 11 11
100 100
13 13 13
100 100
3 3 3
100 100
2 2 2
100 100
6 6 5
100 100
7 5 4
152 100
4 4 4
100 100
11 9 8
127 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 15
E5635
Vraag 25: U heeft aangegeven van een leesclub\literaire vereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________ _
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Anders, namelijk ... .... Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
-
-
13
80
13
80
3
69
13
75
16
74
1
41
6
72
7
62
-
-
-
-
-
-
-
-
1
5
1
4
1
28
1
16
2
19
-
-
1
7
1
7
-
-
-
-
-
-
-
-
1
12
1
8
___
___
1 2 ___
6 14 ___
1 2 ___
6 14 ___
1 ___
31 ___
3 ___
20 ___
5 ___
22 ___
1 ___
31 ___
___
___
1 ___
10 ___
-
-
17 16 15
107 100
17 16 15
107 100
4 4 4
100 100
17 17 13
100 100
21 21 17
100 100
3 3 3
100 100
8 8 8
100 100
11 11 11
100 100
6
100
27
86
33
88
8
100
11
100
19
100
2
53
2
69
4
60
-
-
-
-
-
-
-
-
1
9
1
5
-
-
-
-
-
-
___
___
3 4 ___
11 11 ___
3 4 ___
9 10 ___
___
___
___
___
___
___
1 1 ___
25 22 ___
1 ___
31 ___
2 1 ___
28 13 ___
6 6 7
100 100
34 31 31
108 100
40 37 38
107 100
8 8 9
100 100
12 11 10
109 100
20 19 19
105 100
4 4 4
100 100
3 3 3
100 100
7 7 7
100 100
1
100
21
100
22
100
5
83*
11
100
16
94
2
100
3
80
5
88
-
-
-
-
-
-
1
17
-
-
1
6
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
20
1
12
___
___
___
___
___
___
1 ___
14 ___
___
___
1 ___
5 ___
___
___
___
___
___
___
1 1 1
100 100
21 21 19
100 100
22 22 20
100 100
7 6 6
114 100
11 11 10
100 100
18 17 16
105 100
2 2 2
100 100
4 4 4
100 100
6 6 6
100 100
Vraag 25: U heeft aangegeven van een dansvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ____________________ _ Ik ben alleen lid .......... Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Anders, namelijk ... .... Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis ....... Vraag 25: U heeft aangegeven van een beeldende kunst vereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ____________________ Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 16
E5635
Vraag 25: U heeft aangegeven van een studentenvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _ ___________________ Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Anders, namelijk ... .... Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
-
-
2
73
2
73
-
-
2
100
2
77
-
-
-
-
-
-
-
-
1
27
1
27
-
-
-
-
-
-
1
47
1
100
2
64
___
___
___
___
___
___
1 ___
100 ___
___
___
1 ___
23 ___
1 ___
53 ___
___
___
1 ___
36 ___
-
-
3 3 4
100 100
3 3 4
100 100
1 1 1
100 100
2 2 2
100 100
3 3 3
100 100
2 2 2
100 100
1 1 1
100 100
3 3 3
100 100
1
25
2
100
3
51
3
78
1
16*
4
46
3
73
-
-
3
59
-
-
-
-
-
-
1
22
3
54
4
39
-
-
-
-
-
-
3
75
-
-
3
49
-
-
2
50
2
26
1
23
1
100
2
38
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
1 ___
27 ___
___
___
1 ___
22 ___
4 4 4
100 100
2 2 2
100 100
6 6 6
100 100
4 4 4
100 100
6 5 5
120 100
10 9 9
110 100
5 4 4
123 100
1 1 1
100 100
6 5 5
119 100
8
34
27
38
34
37
13
34
15
48
28
41
5
20
2
11
7
16
9
39
19
27
28
30
20
53
10
34
31
44
12
53
7
38
19
46
8
34
28
40
36
39
11
29*
4
12
15
21
7
29
9
50
16
38
2 3 ___
8 13 ___
5 5 ___
7 7 ___
7 8 ___
8 9 ___
3 1 ___
7 2 ___
4 ___
12 ___
7 1 ___
10 1 ___
4 1 ___
17 4 ___
2 2 ___
11 9 ___
6 2 ___
14 6 ___
29 22 25
128 100
85 71 63
120 100
113 93 88
122 100
48 38 45
126 100
33 31 30
106 100
81 69 75
117 100
28 23 23
123 100
21 18 19
118 100
50 41 42
121 100
Vraag 25: U heeft aangegeven van een netwerkvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________ Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis ....... Vraag 25: U heeft aangegeven van een vrijwilligersvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _ ___________________ Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Anders, namelijk ... .... Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Vraag 25: U heeft aangegeven van een andere vereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________
Tabel 17 E5635 _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair Voortgezet Voortgezet Beroeps Primair Man ___________ Vrouw Primair Man Vrouw Voortgezet ___________ Beroeps Man ___________ Vrouw Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
10
42
28
55
38
51
18
40*
12
66
30
47
5
46
8
69
14
58
3
14
6
11
9
12
16
36
4
22
20
32
2
17
1
7
3
12
7
30
12
24
19
26
16
35
2
13*
19
29
3
27
3
27
6
27
Ik ben alleen lid ......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ............ Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging . Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging ................. Anders, namelijk ... ...
2 10 22 ____5 ___
6 13 10 20 ____ ___
9 12 15 20 ____ ___
4 8 3 ____ ___6
3 17 ____1 ___6
7 11 ____4 ___6
1 10 18 ____2 ___
1 8 ____ ___
1 5 3 13 ____ ___
Totaal antwoorden .... Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
27 118 23 100 25
63 123 51 100 47
90 121 74 100 72
57 125 46 100 49
22 125 18 100 15
79 125 63 100 64
13 118 11 100 11
13 110 12 100 12
27 114 23 100 23
Vraag 26: Heeft u momenteel een politieke \ openbare bestuursfunctie? (Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan gemeenteraadslid of een bestuursfunctie binnen een (gemeentelijke) politieke partij) ___________________ _ -
-
1
0
1
0
4
1
-
-
4
1
1
1*
-
-
1
0
1
1
2
0
3
0
4
1
-
-
4
1
3
2
-
-
3
1
1
0
-
-
1
0
1
0
1
1
2
0
-
-
-
-
-
-
-
-
2 -
0 -
2 -
0 -
1
0
1 -
0 -
1 1
0 0
1
1
1
1
2
1
Ja, namelijk ... ........... Bestuurslid politieke partij ......................... Bestuurslid\commissielid (algemeen) ....... Bestuurslid\medezeggenschapsraad onderwijs .................. Gemeenteraadslid ...... Deelraad\adviesraad gemeente ................... Nee ............................
166 99 ____ ___
1 0 589 99 ____ ___
1 0 755 99 ____ ___
280 97 ____ ___
212 99 ____ ___
492 98 ____ ___
1 1 132 96 ____ ___
1 1 123 99 ____ ___
2 1 254 97 ____ ___
Totaal antwoorden .... Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
167 100 167 100 186
595 100 595 100 576
762 100 762 100 762
289 100 289 100 307
214 100 214 100 196
504 100 503 100 503
138 100 138 100 130
124 100 124 100 132
262 100 262 100 262
Vraag 27: Hoeveel uur per week bent u gemiddeld kwijt met het uitoefenen van deze functie? ___________________ Minder dan 2 uur per week .......................... 2-4 uur per week ....... 4-6 uur per week ....... 6-8 uur per week ....... 8-10 uur per week ..... 15- 20 uur per week .. Meer dan 25 uur per week ..........................
____- ___-
____- ___-
____- ___-
10 ____1 ___
____- ___-
____1 ___8
____- ___-
____- ___-
____- ___-
Totaal antwoorden .... Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
2 100 2 100 2
5 100 5 100 5
7 100 7 100 7
9 100 9 100 9
2 100 2 100 2
11 100 11 100 11
6 100 6 100 6
2 100 2 100 2
8 100 8 100 8
1 1
64 36
3 1 1 -
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
61 22 17 -
4 1 1 1
61 17 13 9
4 0 2 1 1 -
42 4 21 9 14 -
1 1 -
48 52 -
5 0 2 1 2 -
43 3 17 7 21 -
3 2 1
44 39 16
1 1
51 49
3 2 1 2
34 31 11 24
Tabel 18
E5635
Vraag 28: Als u kijkt naar uw beroep als onderwijsgevende, met welke beroepen vindt u de onderwijsgevende vergelijkbaar? __________________ _
_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair Voortgezet Voortgezet Beroeps Primair Man ___________ Vrouw Primair Man Vrouw Voortgezet ___________ Beroeps Man ___________ Vrouw Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Onvergelijkbaar met andere beroepen ........
104
62
347
58
451
59
206
71*
130
61*
336
67
72
52
62
50
133
51
Vergelijkbaar met beroepen in andere maatschappelijke sectoren zoals gezondheidszorg, welzijn etc.
55
33
233
39
289
38
64
22*
70
33*
134
27
38
27*
53
43*
91
35
Vergelijkbaar met alle andere beroepen (bedrijfsleven, overheid)
8
5*
7
1*
15
2
14
5
7
3
21
4
23
17*
9
7*
32
12
Er zijn overeenkomsten maar ook verschillen met andere beroepsgroepen .........
-
-
2
0
2
0
1
0
1
1
2
0
-
-
-
-
-
-
Coach\trainer ............
-
-
-
-
-
-
3
1
1
0
4
1
2
2*
-
-
2
1
Vergelijkbaar met leidinggevende functies
-
-
1
0
1
0
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
1
0
Je werkt veel meer uren dan op papier (dat is onbetaald)\je werk is nooit af ..................
-
-
3
0
3
0
-
-
1
1*
1
0
-
-
-
-
-
-
Anders, namelijk ... ...
1
1
3
0
3
0
2
1
4
2
6
1
5
4*
-
-
5
2
Weet niet ...................
____ ___
1 0 ____ ___
1 0 ____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
Totaal antwoorden ....
168 101
596 100
764 100
290 100
216 101
505 100
140 102
124 100
264 101
Totaal ondervraagden
167 100
595 100
762 100
289 100
214 100
503 100
138 100
124 100
262 100
Ongewogen basis ......
186
576
762
307
196
503
130
132
262
Vraag 29: Waar ligt het accent van uw werk? _ __________________ Op het leerproces ......
27
16
129
22
156
20
54
19
37
17
92
18
27
20
21
Op de leerinhoud .......
10
6
35
6
45
6
17
6
16
8
33
7
19
14
8
17 6*
48
19
27
10
Op beide ....................
130 78 ____ ___
432 73 ____ ___
561 74 ____ ___
217 75 ____ ___
161 75 ____ ___
378 75 ____ ___
91 66 ____ ___
95 77* ____ ___
186 71 ____ ___
Totaal antwoorden ....
167 100
595 100
762 100
289 100
214 100
503 100
138 100
124 100
262 100
Totaal ondervraagden
167 100
595 100
762 100
289 100
214 100
503 100
138 100
124 100
262 100
Ongewogen basis ......
186
576
762
307
196
503
130
132
262
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Vraag 30: Op welke manier heeft er naar uw mening in de afgelopen jaren een feitelijke functieverbreding van het beroep plaatsgevonden? (gesteld aan respondenten die drie jaar of lander als docent\leerkracht werkzaam zijn) ___________________ Onderwijsgevenden hebben steeds meer kennis nodig om bij te blijven in hun vak ..... Onderwijsgevenden krijgen steeds meer opvoedende taken ..... Onderwijsgevenden krijgen steeds meer te maken met de zorg\hulpverlening voor leerlingen (kinderen met gedragstoornissen, obesitas etc.) ............. Andere taken die voor functieverbreding zorgen, namelijk ... ... Aanpassingen maken m.b.t. onderwijsvernieuwingen\nieuwe manier van leren ....... Administatieve taken Begeleiden van\omgang met ouders ........ Begeleiding stagiaires \lio\startende leerkrachten .............. Buitenschoolse activiteiten\opvang\huiswerkbegeleiding ........ Coördinerende taken . Coaching\begeleiding(algemeen) .............. Eisen die overheid en inspectie stellen ......... Toename andere taken (schoonmaak, geen conciërge meer\management ) ... Veel vergaderingen\ovelegsituaties\evalueren\werkgroepen\projecten ........................ Het signaleren en begeleiden van leerlingen met problemen .... Het (leren) werken met de computer (kinderen\leerkrachten )\ICT ......................... Meer belasting met extra studiedagen\bijscholing (leerkrachten hebben steeds meer vaardigheden nodig) . Steeds meer vakken geven\vakintegratie ... Organisatorische taken Omgaan met maatschappelijke problemen ................. PR-activiteiten voor de school ................... Weet niet\geen mening
Tabel 19 E5635 _____________________________________ ____________________________________ _ _____________________________________ Primair Voortgezet Voortgezet Beroeps Primair Man ___________ Vrouw Primair Man Vrouw Voortgezet ___________ Beroeps Man ___________ Vrouw Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
94
59
322
64
416
63
85
34
49
27
134
31
57
48
43
44
100
46
143
90
431
85
574
86
208
83
149
82
357
83
62
52
51
52
113
52
142
89
473
94
616
93
220
87
159
88
380
88
61
52
61
62
122
57
3
2
10
2
13
2
7
3
5
3
12
3
11
9
8
8
19
9
1 10
1 6
8 18
2 3
10 27
1 4
21 4
8 2
17 4
9 2
38 8
9 2
9 5
7 4
11 8
11 8
20 13
9 6
-
-
8
1
8
1
3
1
1
0
4
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
3
1
4
1
1
1
-
-
1
1
6 2
4 1
10 3
2 1
16 4
2 1
2 -
1 -
1 -
1 -
3 -
1 -
-
-
2 1
2 1
2 1
1 0
-
-
-
-
-
-
3
1
-
-
3
1
4
4
3
3
7
3
7
4*
5
1*
12
2
2
1
3
2
6
1
1
1
-
-
1
1
4
3
8
2
12
2
6
2
5
3
11
2
2
2
2
3
4
2
3
2
7
1
9
1
5
2
2
1
7
2
2
2
3
3
5
2
5
3*
4
1
9
1
3
1
2
1
5
1
3
2
2
2
5
2
12
7*
7
1*
19
3
3
1
1
1
4
1
1
1
1
1
2
1
1
1
9
2
11
2
2
1
2
1
4
1
3
3
2
2
5
2
2 -
1 -
2 -
0 -
4 -
1 -
0 -
0* -
7 1
4* 1*
8 1
2 0
1 -
1 -
4
4
1 4
0 2
-
-
3
1
3
0
2
1
-
-
2
1
-
-
2
2
2
1
____2 ___1
3 1 ____4 ___1
3 0 ____6 ___1
____4 ___2
____3 ___1
____7 ___2
2 2 11 ___9 ____
____7 ___7
2 1 18 ___8 ____
Totaal antwoorden .... Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
437 274 159 100 174
1336 264 506 100 480
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
1773 267 665 100 654
583 231 252 100 267
414 229 181 100 161
998 230 433 100 428
236 200 118 100 112
211 215 98 100 103
447 207 217 100 215
Tabel 20
E5635
Vraag 31: Volgens de Nederlandse wetgeving heeft onderwijs onder meer als uitgangspunt dat er een bijdrage geleverd wordt aan actief burgerschap en sociale integratie van leerlingen. Op welke wijze geeft u als onderwijsgevende, los van eventueel lesmateriaal, vorm aan deze bijdrage? ___________________ _ Niet, ik ben van mening dat dit niet van toepassing is op mijn vakgebied .................. Door morele opvoeding (onderwijzen van deugden zoals rechtvaardigheid, gematigdheid) ........... Door activiteiten zoals culturele\maatschappelijke oriëntatie van leerlingen .................. Door levensbeschouwelijke of godsdienstige overdracht aan leerlingen (humanistische, christelijke waardenoverdracht etc.) ........... Aandacht voor politieke en staatkundige inrichting van Nederland (staatsinrichting, verkiezingen) ............ Door te coachen op gedrag en houding \waarden en normen .. Door toepassing van veschillende werkvormen; naar elkaar luisteren, van elkaar leren, elkaar helpen\uitleggen ........ Door veel met leerlingen te praten (als er iets is voorgevallen) \communicatietraining en .............................. Door het goede voorbeeld te geven .... Lesvak\cursus: sociale emotionele vorming\omgangskunde ....... Sportieve samenwerking tussen de leerlingen (sport) ....... Activiteiten als stage lopen ......................... Culturele achtergronden belichten ............. Anders, namelijk ... ... Totaal antwoorden .... Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair Voortgezet Voortgezet Beroeps Primair Man ___________ Vrouw Primair Man Vrouw Voortgezet ___________ Beroeps Man ___________ Vrouw Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
5
3
22
4
27
4
22
8
14
7
36
7
42
31*
21
16*
62
24
148
88
509
86
657
86
232
80
179
84
411
82
70
51
73
59
143
54
102
61
345
58
447
59
130
45
106
50
237
47
39
29*
57
46*
97
37
107
64
354
59
461
61
101
35
60
28
161
32
20
15
13
11
34
13
84
50*
159
27*
243
32
82
28*
38
18*
120
24
38
27
36
29
73
28
-
-
6
1
6
1
10
3*
2
1*
12
2
2
1
2
2
4
2
-
-
1
0
1
0
1
0
2
1
3
1
1
1
-
-
1
0
2
1
3
1
5
1
6
2
4
2
10
2
2
1
4
4
6
2
1
0
3
0
3
0
1
0
-
-
1
0
1
1*
-
-
1
0
-
-
6
1
6
1
-
-*
4
2*
4
1
-
-
2
2
2
1
-
-
-
-
-
-
2
1
0
0
3
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
3
1
1
0
4
1
2
1
1
1
3
1
____ ___
3 0 ____ ___
3 0 ____ ___
5 2 ____ ___
3 2 ____ ___
8 2 ____ ___
1 1 5 3 ____ ___
1 1 10 8 ____ ___
2 1 14 5 ____ ___
448 268 167 100 186
1411 237 595 100 576
1860 244 762 100 762
595 206 289 100 307
414 194 214 100 196
1009 201 503 100 503
223 162 138 100 130
220 177 124 100 132
443 169 262 100 262
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 21
E5635
Vraag 321: Er is op dit moment een Canon van Nederland in voorbereiding; een geheel van belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven (dit is te zien op www.canonvannederland.nl). Vindt u dit nuttig voor het ? ____________________ Ja, ik vind het nuttig voor het primair onderwijs ....................
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
106
63*
427
72*
533
70
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
62 ___
37* ___
168 ___
28* ___
229 ___
30 ___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
Totaal ondervraagden .
167
100
595
100
762
100
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Ongewogen basis .......
186
Nee, ik vind het niet nuttig voor het primair onderwijs ....................
576
762
-
-
-
-
-
-
Vraag 322: Er is op dit moment een Canon van Nederland in voorbereiding; een geheel van belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven (dit is te zien op www.canonvannederland.nl). Vindt u dit nuttig voor het ? ____________________ Ja, ik vind het nuttig voor het voortgezet onderwijs maar niet met betrekking tot mijn eigen vakgebied .........
-
-
-
-
-
-
158
55
126
59
284
56
-
-
-
-
-
-
Ja, ik vind het nuttig voor het voortgezet onderwijs, vooral met betrekking tot mijn vakgebied ...................
-
-
-
-
-
-
73
25
51
24
124
25
-
-
-
-
-
-
___
___
___
___
___
___
58 ___
20 ___
37 ___
17 ___
95 ___
19 ___
___
___
___
___
___
___
Totaal ondervraagden .
-
-
-
-
-
-
289
100
214
100
503
100
-
-
-
-
-
-
Ongewogen basis .......
-
Nee, ik vindt het niet nuttig voor het voortgezet onderwijs ..
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
-
-
307
196
503
-
-
-
Vraag 323: Er is op dit moment een Canon van Nederland in voorbereiding; een geheel van belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven (dit is te zien op www.canonvannederland.nl). Vindt u dit nuttig voor het ? ____________________ Ja, Ik vind het nuttig voor het beroeps,- en volwassenenonderwijs, maar niet met betrekking tot mijn eigen vakgebied ................... Ja het is nuttig voor het beroeps,- en volwassenenonderwijs, vooral met betrekking tot mijn vakgebied ................... Nee, ik vindt het niet nuttig voor het beroeps,- en volwassenenonderwijs Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
E5635 ____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
Tabel 22 ____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
55
40
46
37
101
38
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
39
28*
52
42*
91
35
___-
___-
___-
___-
___-
___-
___-
___-
___-
___-
___-
___-
44 ___
32 ___
27 ___
21* ___
70 ___
27 ___
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
138 130
100
124 132
100
262 262
100
Vraag 33: Zou u een overstap overwegen om onderwijs te geven in een andere sector dan het regulier onderwijs?_ __________________ Ja, in het particulier onderwijs .................... Ja, in het bedrijfsleven Ja, in de non-profitsector .......... Andere soorten onderwijs\andere vakgebieden ............... Bijlessen\remedial teaching ...................... Werk niet bij het regulier onderwijs (vraag klopt niet) ................... Weet niet .................... Alle sectoren\maakt niet uit welke sector ... Speciaal onderwijs ..... HBO\universitair onderwijs .................... Volwassen onderwijs . Als ik iets leuks tegen kom\ben me aan het orienteren ................... Ja, anders, namelijk ... Nee .............................
1 2 112 ___
0 1 67* ___
4 8 454 ___
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
169 167 186
101 100
597 595 576
13 28
8 17*
40 37
7 6*
53 66
7 9
33 41
11 14
27 40
13 19
60 82
12 16
16 40
11 29*
17 18
14 14*
33 57
13 22
7
4
26
4
34
4
14
5
12
6
26
5
6
5
12
9
18
7
1
0
3
1
4
0
-
-
2
1*
2
0
1
1
1
1
2
1
-
-
1
0
1
0
-
-
1
0
1
0
-
-
-
-
-
-
2 1
1 0
2 2
0 0
3 3
0 0
2 -
1 -
4 1
2 1*
6 1
1 0
5 -
4 -
1 1
1 1
7 1
3 0
3 -
2 -*
2 15
0 3*
4 15
1 2
2 0
1 0
4 2
2 1
6 2
1 0
-
-
2 -
1 -
2 -
1 -
-
-
1 2
0 0
1 2
0 0
2 1
1 0
2 1
1 0
4 2
1 0
1 -
1* -
-
-
1 -
0 -
1 1 76* ___
5 10 566 ___
1 1 74 ___
5 190 ___
2 66* ___
1 2 119 ___
0 1 56* ___
1 7 309 ___
0 1 62 ___
68 ___
50 ___
74 ___
60 ___
142 ___
54 ___
100 100
766 762 762
101 100
291 289 307
101 100
218 214 196
102 100
509 503 503
101 100
138 138 130
100 100
126 124 132
101 100
264 262 262
101 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 23
E5635
Segmenten _________
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
Zorgzamen .................
17
Behoudenden .............
11
Genieters ....................
17
Evenwichtigen ...........
10
____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
67
11
84
11
38
13
21
10
60
12
12
9
9
7
22
8
73
12*
84
11
18
6
14
6
32
6
9
7
4
3
13
5
10
52
9
68
9
12
4
11
5
23
5
12
9*
3
2*
15
6
56
33
169
28
225
30
86
30
60
28
145
29
29
21
27
21
56
21
Luxezoekers ...............
16
10
37
6
54
7
24
8
16
7
39
8
16
12
10
8
26
10
Zakelijken ..................
18
11
42
7
60
8
39
13
28
13
67
13
19
14
16
13
34
13
Ruimdenkers ..............
14
9
61
10
75
10
35
12
31
14
66
13
24
17
34
27*
58
22
Geëngageerden ...........
18 ___
11 ___
93 ___
16 ___
111 ___
15 ___
37 ___
13 ___
34 ___
16 ___
71 ___
14 ___
16 ___
12 ___
23 ___
19 ___
40 ___
15 ___
Totaal ondervraagden .
167
100
595
100
762
100
289
100
214
100
503
100
138
100
124
100
262
100
Ongewogen basis .......
186
6*
576
762
307
196
503
130
132
262
Leeftijd_ ______ 18-34 ..........................
26
15*
198
33*
224
29
52
18*
60
28*
112
22
6
35-49 ..........................
52
31*
250
42*
302
40
94
33*
94
44*
188
37
58
50+ .............................
90 ___
54* ___
147 ___
25* ___
237 ___
31 ___
143 ___
49* ___
60 ___
28* ___
203 ___
40 ___
Totaal ondervraagden .
167
100
595
100
762
100
289
100
214
100
503
100
Ongewogen basis .......
186
576
762
307
196
503
4*
21
17*
27
10
42
55
44
114
43
73 ___
53* ___
48 ___
38* ___
121 ___
46 ___
138
100
124
100
262
100
130
132
262
Kunt u aangeven wat op u van toepassing is: _ ___________________ -
-*
167
22
289
100
-* ___
595 ___
100* ___
595 ___
78 ___
___
100
595
100
762
100
289
Man ............................
167
100
Vrouw ........................
___
Totaal ondervraagden .
167
Ongewogen basis .......
186
576
762
-
-*
289
57
138
100*
-
138
53
-* ___
214 ___
100* ___
214 ___
43 ___
___
-* ___
124 ___
100 ___
124 ___
47 ___
100
214
100
503
100
138
100
124
100
262
100
307
196
503
130
-*
132
262
Kunt u aangeven wat u huidige samenlevingsvorm is?_ __________________ Ongehuwd ..................
16
9
64
11
79
10
32
11
32
15
64
13
9
6
17
14*
26
10
Ongehuwd samenwonend (nooit getrouwd geweest) .....................
12
7
62
10
74
10
23
8
24
11
47
9
7
5*
16
13*
23
9
Gehuwd ......................
125
75
416
70
541
71
212
73*
128
60*
340
68
107
78*
74
60*
180
69
Weduwe \ Weduwnaar
3
2
6
1
9
1
2
1
3
1
5
1
1
1
3
2
4
2
Gescheiden .................
7
4
32
5
39
5
12
4*
18
8
29
6
13
10
11
9
25
9
5 ___
3 ___
15 ___
2 ___
20 ___
3 ___
8 ___
3 ___
9 ___
4 ___
18 ___
3 ___
1 ___
1 ___
3 ___
2 ___
3 ___
1 ___
Totaal ondervraagden .
167
100
595
100
762
100
289
100
214
100
503
100
138
100
124
100
261
100
Ongewogen basis .......
186
Geregistreerd partnerschap ...............
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
576
762
307
196
503
130
131
261
Tabel 24
E5635
Kunt u aangeven hoe u gezinssamenstelling is? __________________ _
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
Alleenstaande, jonger dan 65 jaar .................
21
13
66
11
87
11
33
12
23
11
56
11
9
6*
Alleenstaande, 65 jaar of ouder ......................
-
-
-
-
-
-
-
-
1
0
1
0
1
1
Gezin zonder kinderen, gezinshoofd jonger dan 35 jaar ........................
7
4*
65
11*
72
9
17
6
17
8
34
7
1
1*
Gezin zonder kinderen, gezinshoofd 35 tot 55 jaar .............................
12
7
37
6
48
6
33
12*
12
6*
46
9
16
12
16
Gezin zonder kinderen, gezinshoofd ouder dan 55 jaar ........................
23
14
55
9
78
10
54
19*
27
13
81
16
33
24*
Gezin met kind(eren) van jonger dan 6 jaar ..
12
7
65
11
76
10
24
8
25
12
49
10
11
Gezin met kind(eren) van jonger dan 6 jaar, en kind(eren) van 6 jaar of ouder, gezinshoofd jonger dan 35 jaar .............................
2
1
3
0
5
1
2
1
1
1
4
1
Gezin met kind(eren) van jonger dan 6 jaar, en kind(eren) van 6 jaar of ouder, gezinshoofd 35 jaar of ouder
17
10
36
6
52
7
15
5
17
8
32
Gezin met kind(eren) 6 tot 13 jaar ...................
6
4*
55
9*
61
8
17
6
21
10
Gezin met kind(eren) 6 tot 13 jaar, en kind(eren) 13 jaar of ouder ...
10
6
51
9
62
8
20
7
18
Gezin met kind(eren) van 13 jaar of ouder, gezinshoofd jonger dan 55 jaar ........................
33
20
122
20
154
20
42
15
24 ___
15* ___
42 ___
7* ___
67 ___
9 ___
31 ___
Totaal ondervraagden .
167
100
595
100
762
100
289
Ongewogen basis .......
186
Gezin met kind(eren) van 13 jaar of ouder, gezinshoofd 55 jaar of ouder ..........................
576
762
14*
27
10
-
1
0
8*
11
4
13
32
12
16
13*
50
19
8
7
5
17
7
-
-
1
1
1
0
6
5
4
9
7
14
5
39
8
16
12
15
12
31
12
9
38
8
9
6
9
8
18
7
33
16
75
15
25
18
15
12
40
15
11 ___
18 ___
9 ___
49 ___
10 ___
11 ___
8 ___
8 ___
7 ___
19 ___
7 ___
100
214
100
503
100
138
100
124
100
261
100
307
196
503
130
18 -
10
131
261
Kunt u aangeven wat uw geloofsovertuiging is? _ ___________________ Rooms-Katholiek .......
64
39
186
31
251
33
63
22
42
20
106
21
50
36*
20
17*
70
27
Nederlands Hervormd
34
20
115
19
149
20
58
20
34
16
92
18
27
19
22
18
49
19
Gereformeerd .............
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
-
-
1
0
Hindoe .......................
-
-
1
0
1
0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Moslim .......................
-
-
1
0
1
0
1
0
2
1
3
1
-
-
-
-
-
-
Boeddhist ...................
-
-
-
-
-
-
2
1
-
-
2
0
1
1
-
-
1
0
Andere kerkelijke gezindte ......................
10
6
55
9
65
9
40
14
24
11
64
13
11
8
12
10
23
9
Geen kerkelijke gezindte ......................
57
34
229
39
286
38
122
42
106
50
228
45
47
34*
64
52*
111
42
2 ___
1 ___
8 ___
1 ___
10 ___
1 ___
3 ___
1 ___
6 ___
3 ___
9 ___
2 ___
2 ___
2 ___
4 ___
3 ___
6 ___
2 ___
Totaal ondervraagden .
167
100
595
100
762
100
289
100
214
100
503
100
138
100
124
100
261
100
Ongewogen basis .......
186
Weet niet\wil niet zeggen ........................
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
576
762
307
196
503
130
131
261
Vraag 40: Kunt u aangeven naar welke politieke partij u voorkeur uitgaat? ____________________
____________________________________ Primair Primair Man_ __________ Vrouw _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
E5635 ____________________________________ Voortgezet Voortgezet Man _ __________ Vrouw _ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
Tabel 25 ____________________________________ Beroeps Beroeps Man _ __________ Vrouw _ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
VVD ........................... CDA ........................... PvDA ......................... Groen Links ............... één NL ....................... Groep Wilders ............ SP ............................... Leefbaar Nederland .... LPF ............................ SGP ............................ ChristenUnie .............. D66 ............................ Geen van deze ............
18 27 51 8 1 3 27 4 10 9 ___9
11 16 30* 5* 1 2 16 2 6 6 ___6
87 107 114 61 3 78 1 4 12 51 21 56 ___
15 18 19* 10* 0 -* 13 0 1 2 9 4 ___9
106 133 165 69 3 3 106 1 4 17 61 30 65 ___
14 17 22 9 0 0 14 0 0 2 8 4 ___9
36 43 56 42 1 2 34 14 30 16 14 ___
12 15 19 15 0 1 12 5 11 6 ___5*
25 22 47 28 32 1 1 4 13 16 26 ___
12 10 22 13 15 0 1* 2 6 8 12* ___
61 65 103 70 1 2 65 1 1 18 44 33 40 ___
12 13 20 14 0 0 13 0 0 4 9 7 ___8
32 20 27 12 3 1 18 2 10 2 ___9
24* 15 20 9* 2 1 13 2 7 2 ___7
15 13 30 25 1 12 1 8 8 11 ___
12* 11 24 20* 1 10 1 6 6 ___9
48 34 58 37 3 2 29 3 18 10 20 ___
18 13 22 14 1 1 11 1 7 4 ___8
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
167 186
100
595 576
100
762 762
100
289 307
100
214 196
100
503 503
100
138 130
100
124 132
100
262 262
100
3 2 4 1 1
2 2 3 1 1
3 4 3 7 3 2 4 2
1 2 1 3 1 1 1 1
Vraag 41: Kunt u aangeven of u ook lid bent van die politieke partij?_ ___________________ VVD ........................... CDA ........................... PvDA ......................... Groen Links ............... Groep Wilders ............ SP ............................... SGP ............................ ChristenUnie .............. D66 ............................ Geen lid van een politieke partij ............
2 1 2 3 1 4 2 1
1 0 1 2 0 2* 1 0
1 3 6 3 1 1 13 -
0 0 1 1 0 0* 2 -
2 3 8 6 1 1 5 16 1
0 0 1 1 0 0 1 2 0
3 7 6 4 7 11 7 1
1 3 2 1 2 4* 3 0
2 2 3 4 2 1
1 1 1 2 1* 1
5 9 9 4 10 13 7 2
1 2 2 1 2 3 1 0
3 1 1 4 3 2 3 1
2 1 1 3 2 2* 2 1
152 ___
91* ___
568 ___
96* ___
721 ___
95 ___
244 ___
84* ___
202 ___
94* ___
446 ___
89 ___
121 ___
88 ___
113 ___
91 ___
234 ___
89 ___
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
167 167 186
100 100
595 595 576
100 100
762 762 762
100 100
289 289 307
100 100
215 214 196
101 100
504 503 503
100 100
138 138 130
100 100
124 124 132
100 100
262 262 262
100 100
Tot 28.500,- ............... 28.500,- tot 45.000,- .. Meer dan 45.000,- ...... Weet niet .................... Wil niet zeggen ..........
18 102 15 2 ___3
13* 72* 11* 2* ___2
280 161 14 34 31 ___
54* 31* 3* 6* ___6
299 263 29 36 34 ___
45 40 4 5 ___5
32 110 103 5 ___5
13* 43 40* 2 ___2
81 67 25 5 ___8
44* 36 14* 3 ___4
113 177 128 10 12 ___
26 40 29 2 ___3
20 42 49 2 ___9
17* 34 40* 2 ___7
47 31 13 6 ___8
45* 29 13* 6 ___7
67 72 62 8 17 ___
30 32 27 3 ___7
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
141 157
100
519 504
100
660 661
100
255 270
100
186 171
100
441 441
100
122 116
100
104 109
100
226 225
100
167 -
100 -
586 2
99 0
753 2
99 0
277 2
96 1
201 2
94 1
478 4
95 1
134 -
97 -
118 2
95 2
252 2
96 1
0
-
-
0
0
2
1
1
1
3
1
Kunt u aangeven wat uw jaarlijkse bruto inkomsten zijn? ___________________ _
Vraag 42: Kunt u aangeven wat uw geboorteland is? ___________________ _ Nederland ................... Duitsland .................... Indonesië \ Nederlands Indië ........................... Nederlandse Antillen (+ Aruba) ................... Suriname .................... Turkije ....................... Nog ander land ...........
-
-
3
1
3
0
0
___-
___-
2 1 ___1
0 0 ___0
2 1 ___1
0 0 ___0
1 1 1 ___7
0 0* 0 ___2
5 2 ___4
2 1 ___2
1 6 3 10 ___
0 1 1 ___2
1 ___1
1 ___1
1 ___3
1 ___2
2 ___4
1 ___2
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
167 186
100
595 576
100
762 762
100
289 307
100
214 196
100
503 503
100
138 130
100
124 132
100
262 262
100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabellenset per onderwijscategorie verdeeld naar leeftijd
Nomogram 35 | © TNS NIPO
Vraag 1: Kunt u aangeven in welke onderwijssector u lesgeeft? _________________
Tabel 1 E5635 ______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Primair onderwijs . Voortgezet onderwijs .............. Beroeps,- en volwassenenonderwijs
224 100
___- ___-
___- ___-
Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
224 100 269
302 100 252
-
-
302 100 -
-
237 100 -
-
762 100 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
112 100
188 100
203 100
503 100
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
27 ___ 100 ___
114 ___ 100 ___
121 ___ 100 ___
262 ___ 100 ___
237 100 241
762 100 762
112 100 135
188 100 175
203 100 193
503 100 503
27 100 34
114 100 96
121 100 132
262 100 262
Vraag 2: Kunt u aangeven wat de grondslag van de school is waar u nu werkzaam bent? _________________ Christelijke school (Rooms Katholiek) Christelijke school (Protestants) ......... Algemeen Bijzonder .............. Islamitische school Openbare school ... Bijzonder neutrale school ................... Algemeen Christelijke school Opleidingen bij bedrijven\instellingen (commercieel) ....... Christelijke school (reformatorisch) .... Geen religieuze grondslag .............. Gereformeerd ........ Interconfesionele school ................... Noemt soort onderwijs .............. Particulier onderwijs .............. Anders, namelijk ... Weet niet .............. Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
69
31
90
30
88
37
247
32
27
24
40
22
43
21
110
22
2
9
5
4
4
3
11
4
55
25
70
23
52
22
178
23
24
22
44
23
47
23
115
23
2
9
9
7
18
15*
29
11
17 2 61
8 1 27
25 2 93
8 1 31
11 77
5 32
53 4 231
7 1 30
11 29
10* 26
26 61
14 33
42 60
21* 79 29 150
16 30
14
52
6 59
5 52
13 51
10* 18 42 124
7 48
1
1
1
0
2
1
4
1
-
-
-
-
3
1
3
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
1
0
2
2
-
-
-
-
2
0
1
2
-
-
-
-
1
0
1
0
-
-
-
-
1
0
-
-
-
-
1
0
1
0
3
12
13
11
16
13
32
12
6
3
6
2
-
-*
12
2
4
4
7
4
2
1*
13
3
1
3
1
1
1
1
3
1
2
1
3
1
-
-
6
1
4
4*
2 1
1 1
1 2
1 1
4 8
1 1
1 -
3 -
3 -
2 -
4 -
3 -
7 -
3 -
1
1
4
1
-
-
5
1
-
-
4
2
7
4
11
2
-
-
1
1
1
1
2
1
5
2
4
1
7
3
16
2
5
5*
2
1
2
1
9
2
3
9
6
5
8
7
17
6
2 1 ___- ___-
4 1 ___- ___-
1 1 ___- ___-
8 1 ___- ___-
1 1 2 1 3 3* ___2 ___2 ___- ___-
2 1 ___- ___-
3 1 5 1 ___2 ___0
___1 ___3
4 4 1 1 ___9 ___8
1 1 2 1 ___5 ___4
5 2 3 1 15 ___6 ___
225 100
302 100
239 101
765 100
113 101
190 101
210 103
514 102
28 103
116 102
124 102
268 102
224 100 269
302 100 252
237 100 241
762 100 762
112 100 135
188 100 175
203 100 193
503 100 503
27 100 34
114 100 96
121 100 132
262 100 262
Vraag 3: Kunt u aangeven hoeveel scholen of vestigingen uw bestuur heeft? _________________ 32
14
42
14
24
10
98
13
24
21*
22
12
25
12
71
14
8
30
22
19
22
18
52
20
16 10 8 11 51
7 5 4 5 23
21 20 16 7 62
7 6 5 2 21
12 5 9 11 57
5 49 2* 35 4 33 5 29 24 171
6 5 4 4 22
21 17 8 12 13
19* 15 7* 10 12
23 35 16 30 29
12 19 9* 16* 16
22 37 40 17 27
11 18 20* 8 14
66 90 64 58 70
13 18 13 12 14
1 2 2 3 4
3 9 6 12 15
6 2 8 11 24
5 2 7 10 21
7 6 5 8 33
6 5 4 7 27
14 10 14 23 61
5 4 6 9 23
1 school ................ 2 scholen\vestigingen (enz) ............... 3 vestigingen ........ 4 vestigingen ........ 5 vestigingen ........ 6-10 vestigingen ... meer dan 10 scholen\vestigingen
94 ___ 42 ___
134 ___ 44 ___
118 ___ 50 ___
347 ___ 45 ___
16 ___ 15 ___
32 ___ 17 ___
35 ___ 17 ___
83 ___ 17 ___
26 ___7 ___
40 ___ 35 ___
40 ___ 33 ___
87 ___ 33 ___
Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
224 100 269
302 100 252
237 100 241
762 100 762
112 100 135
188 100 175
203 100 193
503 100 503
27 100 34
114 100 96
121 100 132
262 100 262
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 2
E5635
Vraag 4: Kunt u aangeven hoeveel leerlingen er in totaal zijn op de vestigingen waar u werkt? _________________ minder of gelijk aan 150 leerlingen 151 tot en met 300 leerlingen .............. 301 tot en met 500 leerlingen .............. 501 tot en met 1000 leerlingen .............. 1001 tot en met 1500 leerlingen ..... 1501 tot en met 2000 leerlingen ..... 2001 tot en met 3000 leerlingen ..... 3001 tot en met 5000 leerlingen ..... 5001 tot en met 10000 leerlingen ... 10001 of meer leerlingen .............. weet niet ............... Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis .. Gemiddelde ..........
______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
54
28*
19
34
16* 137
21
4
4
6
4
3
1
12
3
2
8
11
12
9
9
21
10
67
35* 122
47*
85
40
274
41
8
9
11
7
6
3
25
6
2
9
14
15
7
7
23
11
41
21
49
19
52
24
142
21
8
9
19
11
14
8
40
9
1
5
19
21*
10
10
30
15
16
8
20
8
14
6
49
7
22
25
41
25
53
30
116
27
3
16
11
12
21
21
35
16
3
1
4
1
5
2
11
2
30
34*
46
28
39
22
115
27
2
12
8
9
13
13
23
11
4
2
9
4
8
4
22
3
6
6
17
10
21
12
44
10
2
12
6
6
5
5
13
6
4
2
3
1
5
3
12
2
8
9
18
11
23
13
49
11
1
3
2
3
11
11*
14
7
2
1
3
1
7
3
12
2
3
3
7
4
11
6
21
5
3
17
6
7
8
8
18
8
-
-
1
0
2
1
3
0
-
-
-
-
7
4*
7
2
2
8
4
4
11
11
16
7
49
4 8 4* 17 ___ ___ ___ ___
1 0 ___ ___
___ ___
___ ___
1 0 ___ ___
0 0 ___ ___
1 1 ___ ___
2 1 ___ ___
3 1 ___ ___
2 9 ___ ___
11 12 ___ ___
191 100 232
260 100 221
212 100 216
664 100 669
88 100 105
165 100 156
178 100 168
432 100 429
19 100 24
92 100 78
99 100 107
210 100 209
500.4 ______
1435.4 ______
1374.1 ______
1761.8 ______
1546.9 ______
4483.8 ______
3461.8 ______
2805.2 ______
3245.7 ______
411.3* ______
449.4 ______
642.9* ______
4
13
9
22
6
26
20
20
1
5
5
23
2
10
9
12
2
20*
10
47
11
48
23
43
20
63
23
56
14
57
57
58
1
5
-
-
1
5
2
3
2
21
4
17
2
11
8
15
7
20
9
23
2
9
18
18
4
18*
-
-
1
5
5
8
1
9
1
6
3
12
5
9
1
4
-
-
2
8*
3
3
3
13
7
30
3
12
13
18
3
42*
-
-
4
20
8
15
-
-
-
-
-
-
-
-
3
12*
5
22
10
40*
18
25
-
-
1
5
-
-
1
2
-
-
-
-
-
-
-
-
6
26
2
8
6
25
14
20
-
-
2
11
-
-
2
5
-
-
-
-
-
-
-
-
5
21*
3
12
-
-
8
11
1
9
3
13
-
-
4
7
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
5
1
3
2
3
-
-
-
-
1
4
1
2
Vraag 5: Kunt u aangeven hoeveel leerlingen er in totaal zijn op de school waar u werkt? _________________ minder of gelijk aan 150 leerlingen 151 tot en met 300 leerlingen .............. 301 tot en met 500 leerlingen .............. 501 tot en met 1000 leerlingen .............. 1001 tot en met 1500 leerlingen ..... 1501 tot en met 2000 leerlingen ..... 2001 tot en met 3000 leerlingen ..... 3001 tot en met 5000 leerlingen ..... 5001 tot en met 10000 leerlingen ... Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis .. Gemiddelde ..........
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
1 4 ___ ___
1 2 ___ ___
32 100 37
42 100 31
24 100 25
98 100 93
24 100 30
22 100 19
25 100 25
71 100 74
8 100 10
22 100 18
22 100 25
52 100 53
263.9 ______
248.7 ______
267.1 ______
258.3 ______
1342.3 ______
1296.1 ______
1231.2 ______
1288.8 ______
679.7 ______
752.1 ______
828.6 ______
772.8 ______
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 3
E5635
Vraag 6: Kunt u aangeven hoe lang u al op deze school werkzaam bent? _________________
______________________________________ Primair Primair Primair 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ abs % abs % abs % abs %
Minder 5 jaar ........
151
Meer dan 5 jaar minder dan 10 jaar
60
Meer dan 10 jaar en minder dan 15 jaar
______________________________________ ______________________________________ Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
68* 110
36
36
15* 297
39
72
64*
69
37
24
12* 165
33
23
83*
65
58*
24
20* 113
43
27
93
31
51
21* 203
27
37
33*
47
25
45
22
129
26
5
17
25
22
19
16
48
19
13
6*
40
13
35
15
87
11
3
3*
35
19*
14
7*
51
10
-
-
8
7
15
12*
23
9
Meer dan 15 minder dan 20 jaar
-
-*
23
8
24
10*
47
6
-
-*
21
11*
13
7
35
7
-
-*
8
7
18
15*
26
10
Meer dan 20 jaar minder dan 25 jaar
-
-*
19
6
23
10*
42
5
-
-*
10
5
14
7
25
5
-
-
5
4
14
11*
19
7
-* 18 6* 69 29* 87 11 ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___
5 -* 3* 94 46* 99 20 ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___
Totaal ondervraagden ......
224 100
302 100
237 100
762 100
112 100
188 100
203 100
503 100
27 100
Ongewogen basis ..
269
252
241
762
135
175
193
503
34
25 jaar of langer ...
2 -* 2* 31 26 ___ ___ ___ ___ ___ ___ 114 100 96
34 13 ___ ___
121 100
262 100
132
262
Vraag 7: Kunt u aangeven hoe lang u als docent\leerkracht werkzaam bent? _________________ Minder 5 jaar ........
113
50*
47
16*
10
4* 170
22
57
51*
38
20
15
7* 110
22
19
67*
44
39*
12
10*
75
29
Meer dan 5 jaar minder dan 10 jaar
80
36*
56
19
8
3* 144
19
48
43*
46
24
17
8* 110
22
9
33
32
28*
14
12*
55
21
Meer dan 10 jaar en minder dan 15 jaar
30
14
59
19*
13
5* 102
13
7
7
40
21*
5
2*
52
10
-
-*
15
14
14
12
30
11
Meer dan 15 minder dan 20 jaar
-
-*
44
14*
17
7
61
8
-
-*
27
15*
12
6
39
8
-
-
14
12
9
7
23
9
Meer dan 20 jaar minder dan 25 jaar
-
-*
54
18*
22
9
76
10
-
-*
25
14*
15
7
40
8
-
-
6
5
12
10*
18
7
-* 43 14* 167 71* 210 28 ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___
-* 12 6* 140 69* 151 30 ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___
Totaal ondervraagden ......
224 100
302 100
237 100
762 100
112 100
188 100
203 100
503 100
27 100
Ongewogen basis ..
269
252
241
762
135
175
193
503
34
25 jaar of langer ...
2 -* 2* 59 49 ___ ___ ___ ___ ___ ___ 114 100 96
62 24 ___ ___
121 100
262 100
132
262
Vraag 8: Hoeveel uren werkt u gemiddeld per week? _________________ Meer dan 40 uur per week ...............
39
18
48
16
42
40 uur per week ....
47
21*
37
12
30 t\m 39 uur per week .....................
52
23
62
20 t\m 29 uur per week .....................
45
20*
Minder dan 20 uur per week ...............
39
17
Weet niet\Wil niet zeggen ..................
129
17
16
14*
47
25
50
25
112
22
2
9
26
23
25
21
54
20
17
7* 101
13
23
21*
26
14
27
13
76
15
7
24
14
12
16
13
37
14
20*
78
33* 192
25
33
29
42
23*
67
33
142
28
7
26
22
20
30
24
59
23
84
28
60
26
190
25
25
22
42
22
37
18
104
21
8
28
20
17
21
18
49
19
71
24
40
17
150
20
13
11
31
16
22
11
65
13
3
12
31
28
27
22
62
24
18
1 0 ___ ___
___ ___
___ ___
1 0 ___ ___
3 3* ___ ___ ___ ___
1 1 ___ ___
4 1 ___ ___
___ ___
___ ___
2 1 ___ ___
2 1 ___ ___
Totaal ondervraagden ......
224 100
302 100
237 100
762 100
112 100
188 100
203 100
503 100
27 100
114 100
121 100
262 100
Ongewogen basis ..
269
252
241
762
135
175
193
503
34
132
262
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
96
Vraag 9: Kunt u aangeven wat uw huidige functie is op school? (Meer antwoorden mogelijk) _________________
Tabel 4 E5635 ______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Leraar in opleiding Docent eerstegraads Docent tweedegraads ........ Zij instromer (momenteel nog bezig met een aanvullende lerarenopleiding) Bijlesgevend ......... Coördinator .......... Directeur (directrice) ............ Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
-
-
-
-
-
-
-
-
18 37
16* 33
10 60
5 32
2 85
-
-
-
-
-
-
-
-
59
53
114
61
-
-
-
-
-
-
-
-
2 8 9
12 10 32
6* 5 17
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
2 7 8*
1* 29 42* 182
6 36
4 9
15* 31
3 24
3 21
1 37
1* 30
8 69
3 27
114
56
288
57
10
35*
66
58
66
55
141
54
2 11 28
1* 5 14
17 28 69
3 6 14
3 1 2
9 3 9
10 10 12
9 9 11
4 8 20
3* 6 17
17 18 35
7 7 13
___- ___-
___3 ___1
___- ___-
___3 ___1
___1 ___3
___1 ___1
___3 ___2
___4 ___2
-
-
-
-
-
-
-
-
134 120
240 128
242 119
616 123
29 105
126 111
138 115
294 112
-
-
-
-
-
-
-
-
112 100 135
188 100 175
203 100 193
503 100 503
27 100 34
114 100 96
121 100 132
262 100 262
Vraag 10: Kunt u aangeven in welke functie schaal u nu zit? __________________ LA schaal ............. LB schaal .............. LC schaal .............. LD schaal ............. Wil niet zeggen .....
146 65 21 9 3 1 1 0 54 ___ 24 ___
209 69 26 9 1 0 1 0 65 ___ 22 ___
148 63 502 66 25 10 72 9 9 2 4* 14 7 8 1 3* 48 ___ 20 ___ 167 ___ 22 ___
3 2 4 2 83 74* 103 55 8 7* 38 20 3 3* 23 12 14 ___ 13 ___ 19 ___ 10 ___
2 1 9 2 94 46* 280 56 42 20 88 17 48 23* 74 15 18 ___9 ___ 51 ___ 10 ___
Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
224 100 269
302 100 252
237 100 241
112 100 135
203 100 193
762 100 762
188 100 175
503 100 503
3 3 13 46 42 37 2 6* 17 15 2 6 6 5 12 ___ 42 ___ 45 ___ 40 ___ 27 100 34
114 100 96
3 3 7 3 31 26* 86 33 35 29* 53 20 6 5 14 5 45 ___ 38 ___ 102 ___ 39 ___ 121 100 132
262 100 262
Vraag 11: Kunt u aangeven of u vroeger in een andere functieschaal zat? __________________ LA schaal ............. LB schaal .............. Schaal 4 ................ Schaal 5 ................ Schaal 7 ................ Schaal 8 ................ schaal 9 ................ schaal 10 .............. schaal 11 .............. Schaal 12 .............. Schaal 18 .............. Anders, namelijk ... Ben niet in loondienst\ben inval leerkracht\werk freelance ............... Wordt met andere schalen gewerkt\wordt niet gewerkt met schalen (werk in bedrijfsleven) ........ Nee ....................... Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
-
-
-
-
-
-
-
-
1 2 38 1 0 -
1 2 34 1* 0* -
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
___- ___-
-
___- ___-
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
-
___- ___-
-
___- ___-
-
1 1 1 1 1 4 89 6 13 2
-
1* 1* 1* 1 1 2 47* 3* 7* 1
1 6 68 41 41 2 4
-
2
1 1 1 1 1 0 2 3 13 33 195 20* 48 20* 55 1 2 2 6
1
3
0 0 0 0 0 0 3 39 10 11 0 1
1 1 2 2 1 -
3 3 7 6* 3 -
2 1 9 24 13 5 -
2 1 8 22 11* 4 -
1 5 23 34 15 -
1 4 19 28* 12* -
3 2 14 50 49 21 -
1 1 5 19 19 8 -
1
-
-
3
3
2
2
5
2
2 2 4 2 66 ___ 63 ___ 34 59* ___ ___
1 1 8 2 36 ___ 165 ___ 33 18* ___ ___
112 100 135
203 100 193
188 100 175
503 100 503
2 6 8 7 20 ___ 48 ___ 43 72* ___ ___ 27 100 34
114 100 96
3 2 13 5 39 ___ 107 ___ 41 32* ___ ___ 121 100 132
262 100 262
E5635 ______________________________________________________________________ Primair 18-34 _ Primair 35-49 _ Primair 50+ _ Primair ______________ ______________ ______________ ______________ _ Vraag 12: Kunt u aangeven welk niveau opleiding u vóór uw lerarenopleiding heeft gevolgd? _______________________ _ HAVO\VWO ....................... MBO .................................... HBO .................................... Universiteit ..........................
abs
%
abs
%
abs
115 34 44 ____5
58 17 22 ___3
154 42 56 ____8
59 16 21 ___3
135 14 49 ____-
Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
198 237
100
259 215
100
212 12 ____ 224 269
95 ___5 100
283 19 ____ 302 252
Vraag 13: Het vak waarin u lesgeeft, sluit dit aan bij uw opleiding\specialisatie? ______________________ Ja ......................................... Nee ....................................... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis ................. Vraag 14: Kunt u aangeven of u werkervaring heeft opgedaan vóór uw huidige functiebekleding? Dit kan zijn binnen de onderwijssector maar ook daarbuiten. N.B.; stages en bijbanen worden hier niet mee bedoeld. ________________________ _ Ja, ik heb werkervaring opgedaan elders in het onderwijs . Ja, ik heb werkervaring in andere sectoren .................... Ja, ik heb werkervaring opgedaan in het bedrijfsleven Nee, ik heb geen eerdere werkervaring opgedaan ........ Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis ................. Vraag 15: U heeft aangegeven dat u werkervaring heeft opgedaan in het onderwijs. Kunt u hieronder aangeven wat voor soort werkervaring dit betrof? (gesteld aan respondenten die bij vraag 14 antwoord 1 hebben gegeven) ________________________ _ werkervaring als docent\leerkracht elders ....... Werkervaring buiten het onderwijs op gedaan\in bedrijfsleven (had ingevuld geen ervaring in het onderwijs\fout enquête) ....... Directeur\adjuctdirecteur\manager\decaan ........................ Kinderdagverblijf\kleuterleidster ................................. Klassenassistent(e)\onderwijsassistent(e) .......................... Leraar\docent ....................... Stagiare\lio ........................... Leerkracht volwassenen onderwijs ............................. Coördinator .......................... Stage begeleider ................... Groepsbegeleider ................. Andere functie, nl... ............. Totaal antwoorden ............... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
%
Tabel 5a _________________________________ Voortgezet 18-34_ Voortgezet 35-49_ ______________ ______________
abs
%
abs
%
abs
%
68* 7* 25 ___-*
403 89 148 13 ____
62 14 23 ___2
44 7 30 31 ____
39 6 27 28 ___
67 16 57 48 ____
36 8 30 26 ___
198 203
100
654 655
100
112 135
100
188 175
100
94 ___6 100
220 16 ____ 237 241
93 ___7 100
715 47 ____ 762 762
94 ___6 100
107 ____5 112 135
96* ___4* 100
170 18 ____ 188 175
91 ___9 100
48
336
44
38
34
61
32
84
38*
138
46
113
24
11
45
15*
18
8*
87
11
11
10
28
15
4*
54
7
22
20
52
28*
286 ____ 762 762
37 ___ 100
40 ____ 112 135
36 ___ 100
47 ____ 188 175
25 ___ 100
10
4*
35
11*
9
106 ____ 224 269
47* ___ 100
84 ____ 302 252
28* ___ 100
96 ____ 237 241
78
93
118
86*
110
97*
306
91
35
92
56
93
-
-
8
6*
1
1*
9
3
3
7
3
5
-
-
1
1
3
3
4
1
-
-
1
1
1
1
1
1
1
1
3
1
-
-
-
-
2 1 2
2 1 3
8 2 1
6* 1 1
-
-* -
10 3 3
3 1 1
0 -
1 -
-
-
____84 84 103
___100 100
1 ____1 142 138 115
1* ___1 103 100
____115 113 115
1 ____1 341 336 333
0 ___0 102 100
____38 38 46
___100 100
1 1 ____1 62 61 61
1 1 ___1 103 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
40 ___ 100
___101 100
_________________________________ Voortgezet 50+ _ Voortgezet _ ______________ ______________
Tabel 5b E5635 ______________________________________________________________________ Beroeps 18-34 _ Beroeps 35-49 _ Beroeps 50+ _ Beroeps ______________ ______________ ______________ ______________ _
Vraag 12: Kunt u aangeven welk niveau opleiding u vóór uw lerarenopleiding heeft gevolgd? ________________________ HAVO\VWO ....................... MBO .................................... HBO .................................... Universiteit ..........................
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
60 15 69 60 ____
29 7 34 29 ___
170 37 156 139 ____
34 7 31 28 ___
3 6 11 ____7
12 22 39 27 ___
26 28 38 21 ____
23 25 33 19 ___
31 22 45 23 ____
26 19 37 19 ___
61 57 93 51 ____
23 22 36 19 ___
Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
203 193
100
503 503
100
27 34
100
114 96
100
121 132
100
262 262
100
185 18 ____ 203 193
91 ___9 100
462 41 ____ 503 503
92 ___8 100
21 ____7 27 34
76 24 ___ 100
94 19 ____ 114 96
83 17 ___ 100
97 23 ____ 121 132
81 19 ___ 100
213 49 ____ 262 262
81 19 ___ 100
82
40
180
36
5
20
36
32
45
38
87
33
24
12
64
13
7
24
26
23
22
18
55
21
37
18
111
22
7
27
43
38
44
37
95
36
61 ____ 203 193
30 ___ 100
148 ____ 503 503
29 ___ 100
____8 27 34
____8 114 96
___7 100
____9 121 132
___7 100
25 ____ 262 262
10 ___ 100
74
91
166
92
4
72
32
87
43
94
78
90
3
3
8
5
1
12
2
6
-
-
3
3
3
4
4
2
-
-
-
-
2
4
2
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1*
0 1
0 1
1 -
16* -
1 -
3 -
1 -
2 -
2 1 -
2 1 -
1 1 ____84 82 77
1* 1 ___103 100
1 2 1 ____1 184 180 184
1 1 0 ___0 102 100
____5 5 7
1 ____36 36 30
3 ___100 100
2 1 ____48 45 49
4 2 ___106 100
2 1 1 ____90 87 86
2 1 1 ___103 100
Vraag 13: Het vak waarin u lesgeeft, sluit dit aan bij uw opleiding\specialisatie? ______________________ Ja ......................................... Nee ....................................... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis ................. Vraag 14: Kunt u aangeven of u werkervaring heeft opgedaan vóór uw huidige functiebekleding? Dit kan zijn binnen de onderwijssector maar ook daarbuiten. N.B.; stages en bijbanen worden hier niet mee bedoeld. ________________________ _ Ja, ik heb werkervaring opgedaan elders in het onderwijs . Ja, ik heb werkervaring in andere sectoren .................... Ja, ik heb werkervaring opgedaan in het bedrijfsleven Nee, ik heb geen eerdere werkervaring opgedaan ........ Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis ................. Vraag 15: U heeft aangegeven dat u werkervaring heeft opgedaan in het onderwijs. Kunt u hieronder aangeven wat voor soort werkervaring dit betrof? (gesteld aan respondenten die bij vraag 14 antwoord 1 hebben gegeven) ________________________ _ werkervaring als docent\leerkracht elders ....... Werkervaring buiten het onderwijs op gedaan\in bedrijfsleven (had ingevuld geen ervaring in het onderwijs\fout enquête) ....... Directeur\adjuctdirecteur\manager\decaan ........................ Kinderdagverblijf\kleuterleidster ................................. Klassenassistent(e)\onderwijsassistent(e) .......................... Leraar\docent ....................... Stagiare\lio ........................... Leerkracht volwassenen onderwijs ............................. Coördinator .......................... Stage begeleider ................... Groepsbegeleider ................. Andere functie, nl... ............. Totaal antwoorden ............... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
29* ___ 100
___100 100
E5635 ______________________________________________________________________ Primair 18-34 _ Primair 35-49 _ Primair 50+ _ Primair ______________ ______________ ______________ ______________ _ Vraag 16: Welke activiteiten met betrekking tot de inhoud van uw vak onderneemt u naast het lesgeven? (Meer antwoorden mogelijk) _______________________ _
Tabel 6a _________________________________ Voortgezet 18-34_ Voortgezet 35-49_ ______________ ______________
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
3
1
1
0
5
2
9
1
11
9
23
12
45
20*
46
15
33
14
124
16
37
33
65
35
52
23
62
20
49
21
163
21
84
75
133
71
86
39
129
43
91
38
306
40
51
46
69
37
23 29
10 13
42 36
14 12
30 24
13 10
95 89
13 12
6 7
5 6
12 12
7 6
5
2
4
1
3
1
12
2
10
9
19
10
18 3 1
8* 1 0
13 7 2
4 2 1
10 11 1
4 5* 1
41 20 4
5 3 1
5 3 -
5* 2 -
6 2 -
3 1 -
3
2*
13
4
10
4
27
3
2
2
10
5
5 5
2 2
10 8
3 3
5 13
2 6*
20 26
3 3
4 1
4 1
11 7
6 4
Deelname aan eindexamenopgaven ............ Deelname aan materiaal ontwikkelgroepen ................ Deelname aan vakgroepsoverleg ................. Deelname aan intervisie (binnen de school) ............... Deelname aan(intervisie tussen scholen) ..................... Lid van nascholingsgroep .... Lid actief lid vereniging vakdocenten (b.v Aardrijkskunde etc.) ...................................... Bijscholing\cursussen\opleiding\conferenties\beurzen .... Coordinatie .......................... Buitenschoolse activiteiten .. Coaching\begeleiding (van collega's\stagebegeleiding\leerlingen) ......................... Diverse werkgroepen\commissie's .... ICT taken ............................. Ontwikkelen\inplementatie nieuwe werkvormen (onderwijsvernieuwingen) ... Geprekken ouders ................ MR\GMR lid ....................... Administratie ....................... Management team ................ BHV\EHBO leerkracht ........ Overleg\vergaderingen ......... Bijhouden\lezen vakliteratuur Groepsleerkracht\vakdocent . Examens afnemen\nakijken . Mentor ................................. Anders, namelijk ... .............. Geen van deze ......................
1 2 1 1 1 1 2 1 4 85 ____
0 1 0* 0 0 1 1 1 -* 2* 38 ___
2 1 9 2 3 2 1 4 109 ____
1 0 3 1 1 1 0 1 36 ___
7 1 2 4 3 90 ____
3 0 1 2 1 38 ___
3 3 17 3 5 4 5 1 9 7 284 ____
0 0 2 0 1 0 1 0 1 1 37 ___
2 1 3 2 10 ____
2 1 3 2 ___9*
11 1 2 2 2 2 6 3 29 ____
6 0 1 1 1 1 3 2 15 ___
Totaal antwoorden ............... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
377 224 269
169 100
506 302 252
168 100
393 237 241
166 100
1276 762 762
167 100
239 112 135
214 100
429 188 175
228 100
0-2 uur per week .................. 2-4 uur per week .................. 4-6 uur per week .................. 6-8 uur per week .................. 8-10 uur per week ................ 10-15 uur per week .............. 15- 20 uur per week ............. Meer dan 25 uur per week ...
46 37 33 10 5 5 1 1 ____
33 27 24* 7 3 4 1 0 ___
59 63 32 18 9 5 2 5 ____
31 33 17 9 5 3 1 2 ___
45 45 25 15 6 4 4 2 ____
31 31 17 10 4 3 2 1 ___
151 145 91 42 20 14 7 7 ____
32 30 19 9 4 3 2 ___2
44 22 16 7 4 2 4 ____3
44* 22 16 6 4 2 3 ___3
52 45 29 11 7 2 9 3 ____
32 28 18 7 5 1 6 ___2
Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
138 168
100
193 162
100
147 150
100
478 480
100
101 124
100
159 150
100
Vraag 17: Hoeveel uur per week bent u gemiddeld kwijt met deze activiteiten? _______________________
Gemiddelde ..........................
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
3.90 ___ _
4.37 ___ _
4.34 ___ _
4.23 ___ _
4.39 ___ _
4.75 ___ _
_________________________________ Voortgezet 50+ _ Voortgezet _ ______________ ______________ Vraag 16: Welke activiteiten met betrekking tot de inhoud van uw vak onderneemt u naast het lesgeven? (Meer antwoorden mogelijk) _______________________ _ Deelname aan eindexamenopgaven ............ Deelname aan materiaal ontwikkelgroepen ................ Deelname aan vakgroepsoverleg ................. Deelname aan intervisie (binnen de school) ............... Deelname aan(intervisie tussen scholen) ..................... Lid van nascholingsgroep .... Lid actief lid vereniging vakdocenten (b.v Aardrijkskunde etc.) ...................................... Bijscholing\cursussen\opleiding\conferenties\beurzen .... Coordinatie .......................... Buitenschoolse activiteiten .. Coaching\begeleiding (van collega's\stagebegeleiding\leerlingen) ......................... Diverse werkgroepen\commissie's .... ICT taken ............................. Ontwikkelen\inplementatie nieuwe werkvormen (onderwijsvernieuwingen) ... Geprekken ouders ................ MR\GMR lid ....................... Administratie ....................... Management team ................ BHV\EHBO leerkracht ........ Overleg\vergaderingen ......... Bijhouden\lezen vakliteratuur Groepsleerkracht\vakdocent . Examens afnemen\nakijken . Mentor ................................. Anders, namelijk ... .............. Geen van deze ...................... Totaal antwoorden ............... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
Tabel 6b E5635 ______________________________________________________________________ Beroeps 18-34 _ Beroeps 35-49 _ Beroeps 50+ _ Beroeps ______________ ______________ ______________ ______________ _
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
25
12
58
11
6
22
35
31
37
30
78
30
72
35
174
35
12
42
71
62
65
54
148
56
136
67
352
70
17
62
67
59
74
61
158
60
81
40
202
40
11
38
38
33
42
35
90
34
25 18
12* 9
43 37
9 7
3 -
9 -
9 4
8 4
10 6
8 5
21 10
8 4
28
14
58
12
-
-
3
2
11
9*
13
5
1 3 -
1* 1 -
12 7 -
2 1 -
-
-
5 2 -
4 2 -
3 5 -
2 4 -
7 7 -
3 3 -
7
4
20
4
1
3
8
7
4
4
14
5
11 3
5 2
27 12
5 2
-
-
2 1
2 1
5 2
4 1
7 3
3 1
7 3 0 3 2 2 3 7 37 ____
4 1 0 1 1 1 2 4 18 ___
20 3 1 4 2 5 4 13 12 77 ____
4 1 0 1 0 1 1 3 2 15 ___
1 1 1 1 ____6
474 203 193
233 100
1142 503 503
227 100
0-2 uur per week .................. 2-4 uur per week .................. 4-6 uur per week .................. 6-8 uur per week .................. 8-10 uur per week ................ 10-15 uur per week .............. 15- 20 uur per week ............. Meer dan 25 uur per week ...
52 52 25 16 10 3 3 ____3
32 31 15 10 6 2 2 2 ___
148 119 70 34 21 7 16 10 ____
Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
166 161
100
426 435
2 3 3* 3 23 ___
3 1 1 1 1 3 1 4 16 ____
3 1* 1 1* 1* 2 1 3 14 ___
2 1 1 1 3 1 5 22 ____
2 1 1 1 2 1 4 19 ___
6 1 2 1 2 1 1 1 6 2 10 45 ____
2 0 1 0 1 0 0 0 2 1 4 17 ___
58 27 34
211 100
277 114 96
244 100
298 121 132
247 100
634 262 262
242 100
35 28 17 8 5 2 4 2 ___
4 8 4 2 1 2 ____-
20 36 19 11 4 11 ___-
27 21 17 11 7 10 2 3 ____
28 21 17 11 7 10 3 3 ___
24 26 14 14 8 7 2 4 ____
25 27 14 14 8 7 2 4 ___
56 54 35 27 15 17 7 6 ____
26 25 16 12 7 8 3 3 ___
100
21 26
100
98 82
100
98 107
100
217 215
100
Vraag 17: Hoeveel uur per week bent u gemiddeld kwijt met deze activiteiten? _______________________
Gemiddelde ..........................
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
4.40 ___ _
4.53 ___ _
5.27 ___ _
5.70 ___ _
5.67 ___ _
5.65 ___ _
E5635 ______________________________________________________________________ Primair 18-34 _ Primair 35-49 _ Primair 50+ _ Primair ______________ ______________ ______________ ______________ _ Vraag 18: Kunt u aangeven of u naast het lesgeven zich ook met andere activiteiten voor de school bezighoudt? (Meer antwoorden mogelijk) ________________________ _ Zitting in de medezeggenschapsraad ........ Begeleiding buitenschoolsactiviteiten (toneel\muziek etc.) Feestcommissie .................... Activiteitencommissie (skikamp\zeilkamp\survivalkamp etc.) ...................................... Bibliotheek .......................... Culturele en creatieve projecten .............................. Foto\film\video organisatie .. Bijscholing\cursussen\opleiding\conferenties\beurzen .... Coordinatie .......................... Buitenschoolse activiteiten .. Coaching\begeleiding (van collega's\stagebegeleiding\leerlingen) ......................... Schoolkrant\redactie ............ Diverse werkgroepen\commissie's\projecten ................. ICT taken ............................. Ontwikkelen\aanschaf\implementatie nieuwe werkvormen (onderwijsvernieuwingen) ... Geprekken\voorlichten ouders .................................. MR\OR\GMR lid ................. Administratie ....................... Management team ................ BHV\EHBO leerkracht ........ Overleg\vergaderingen ......... Groepsleerkracht\vakdocent . Examens maken\afnemen\nakijken ..... Mentor ................................. Anders, namelijk ... .............. Geen van deze ...................... Totaal antwoorden ............... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
Tabel 7a _________________________________ Voortgezet 18-34_ Voortgezet 35-49_ ______________ ______________
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
44
20*
75
25
69
29*
188
25
5
72 87
32 39
110 117
37 39
93 77
39 33
275 282
36 37
108 1
48* 1
111 3
37 1
80 1
34* 1
298 6
%
abs
%
4*
15
8
38 13
34* 11
55 23
30 12
39 1
31 1
28 1
56 1
30 1
4 -
2 -
6 4
2 1*
2 -
1 -
11 4
1 1
1 1
1 1
-
-
3 8 2
1 4 1
20 1
7 0
1 12 1
1 5 0
5 40 4
1 5 0
1 3 -
1 3 -
6 -
3 -
5 2
2 1
12 7
4 2
8 3
3 1
25 12
3 2
6 2
5 1
12 5
6 3
24 12
11 5
34 21
11 7
25 14
10 6
83 47
11 6
10 3
9 3
17 11
9 6*
5
2
2
1
6
3
13
2
4
3
1
1
3 5 3 1 6 2 -
1 2 1 0 3 1 -
6 11 4 10 6 -
2 4 1 3 2 -
2 8 5 1 4 1 -
1 3 2 0 2 0 -
5 19 18 5 20 9 -
1 2 2 1 3 1 -
2 2 2 -
1 2 2 -
2 7 3 2 1 -
1 4 1 1 1 -
5 34 ____
2 15 ___
13 54 ____
4 18 ___
8 42 ____
3 18 ___
26 130 ____
3 17 ___
14 45 ____
13* 40 ___
3 12 4 63 ____
1 7 2 33 ___
436 224 269
195 100
628 302 252
208 100
461 237 241
195 100
1525 762 762
200 100
182 112 135
163 100
300 188 175
160 100
31
16
33
13
35
18
99
16
10
15
33
27*
72
38*
80
32
51
26*
202
32
26
39
45
36
35
18
44
18
41
21
119
19
16
23
19
15
41
22
63
25
33
17*
137
22
9
13
20
16
Vraag 19: Kunt u aangeven of de tijd die u kwijt bent met deze activiteit(en) binnen de uren van uw arbeidscontract vallen of niet? De tijd die ik kwijt ben met deze activiteit(en): _ ________________________ valt volledig binnen de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ..................... valt grotendeels binnen de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ..................... valt ongeveer voor de helft buiten de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ....... komt grotendeels bovenop de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ..................... komt volledig bovenop de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract .....................
11 ____
___6*
28 ____
11 ___
36 ____
18* ___
75 ____
12 ___
____6
10 ___
____7
___6
Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
190 227
100
247 210
100
195 198
100
632 635
100
67 80
100
125 122
100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
_________________________________ Voortgezet 50+ _ Voortgezet _ ______________ ______________ Vraag 18: Kunt u aangeven of u naast het lesgeven zich ook met andere activiteiten voor de school bezighoudt? (Meer antwoorden mogelijk) ________________________ _
Tabel 7b E5635 ______________________________________________________________________ Beroeps 18-34 _ Beroeps 35-49 _ Beroeps 50+ _ Beroeps ______________ ______________ ______________ ______________ _
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
24
12
44
9
1
3
7
6
6
5
14
5
43 16
21* 8
136 52
27 10
2 3
9 9
5 6
4 5
12 7
10 6
20 16
7 6
52 -
26 -
139 2
28 0
6 -
20 -
9 -
8 -
11 -
9 -
25 -
10 -
2 3
1 1
3 4
1 1
-
-
-
-
-
-
-
-
1 4 -
1 2 -
2 14 -
0 3 -
-
-
-
-
1 2 -
1 1 -
1 2 -
0 1 -
25 4
12* 2
43 10
9 2
-
-
7 -
6 -
7 -
6 -
14 -
5 -
20 3
10 2
47 17
9 3
1 -
5 -
1
1
4 1
4 1
6 2
2 1
4
2
9
2
-
-
-
-
1
1
1
0
Zitting in de medezeggenschapsraad ........ Begeleiding buitenschoolsactiviteiten (toneel\muziek etc.) Feestcommissie .................... Activiteitencommissie (skikamp\zeilkamp\survivalkamp etc.) ...................................... Bibliotheek .......................... Culturele en creatieve projecten .............................. Foto\film\video organisatie .. Bijscholing\cursussen\opleiding\conferenties\beurzen .... Coordinatie .......................... Buitenschoolse activiteiten .. Coaching\begeleiding (van collega's\stagebegeleiding\leerlingen) ......................... Schoolkrant\redactie ............ Diverse werkgroepen\commissie's\projecten ................. ICT taken ............................. Ontwikkelen\aanschaf\implementatie nieuwe werkvormen (onderwijsvernieuwingen) ... Geprekken\voorlichten ouders .................................. MR\OR\GMR lid ................. Administratie ....................... Management team ................ BHV\EHBO leerkracht ........ Overleg\vergaderingen ......... Groepsleerkracht\vakdocent . Examens maken\afnemen\nakijken ..... Mentor ................................. Anders, namelijk ... .............. Geen van deze ......................
2 8 7 2 2
1 4 3 1 1
4 17 11 4 3 2
1 3 2 1 1 0
-
-
1 1 -
1 1 -
3 2 4 3 1 2 -
2 1 3 2 1 1 -
4 2 4 3 1 3 -
1 1 1 1 0 1 -
2 13 6 67 ____
1 6 3 33 ___
4 39 11 175 ____
1 8 2 35 ___
19 ____
68 ___
1 1 86 ____
1 1 75 ___
1 5 4 77 ____
1 4 3 64 ___
2 5 5 181 ____
1 2 2 69 ___
Totaal antwoorden ............... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
309 203 193
152 100
791 503 503
157 100
32 27 34
115 100
124 114 96
109 100
153 121 132
126 100
308 262 262
118 100
25
18
68
21
5
55*
11
38
9
21*
25
31
50
37
121
37
2
28
10
35
12
28
24
30
27
20
62
19
1
8
2
8
10
23*
13
16
Vraag 19: Kunt u aangeven of de tijd die u kwijt bent met deze activiteit(en) binnen de uren van uw arbeidscontract vallen of niet? De tijd die ik kwijt ben met deze activiteit(en): _ ________________________ valt volledig binnen de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ..................... valt grotendeels binnen de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ..................... valt ongeveer voor de helft buiten de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ....... komt grotendeels bovenop de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ..................... komt volledig bovenop de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract .....................
31
23
60
18
1
8
3
9
10
23
13
17
____3
___2
17 ____
___5
____-
___-
____2
___9
____3
___6
____5
___6
Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
136 126
100
328 328
100
9 11
100
28 24
100
44 48
100
81 83
100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 8
E5635
______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % Vraag 20: Kunt u aangeven hoe vaak u de afgelopen maand collega’s buiten school om gezien heeft? __________________ 0 keer ....................
54
24
57
19
53
22
163
21
27
24
53
28
47
23
127
25
14
50
47
41
41
34
102
39
1 keer ....................
37
17
67
22
37
16
141
19
31
28*
39
21
27
13*
97
19
5
19
25
22
25
20
55
21
2 keer ....................
48
21
47
16
49
21
145
19
16
15
36
19
48
24
100
20
5
20
20
18
23
19
48
18
3 keer ....................
33
15
37
12
29
12
99
13
9
8
13
7
24
12
46
9
2
6
8
7
10
8
19
7
4 keer ....................
14
6
26
9
21
9
62
8
10
9
16
8
19
9
45
9
1
3
2
2
7
6
10
4
5 keer ....................
10
5
18
6
14
6
42
5
6
6
9
5
4
2
19
4
1
3
2
2
7
6
10
4
Tussen de 5 en 10 keer .......................
17
8
33
11
22
9
72
9
9
8
14
8
24
12
47
9
-
-
7
6
5
4
12
5
Meer dan 10 keer ..
10 4 ___ ___
17 6 ___ ___
11 4 ___ ___
38 5 ___ ___
3 2 ___ ___
8 4 ___ ___
11 5 ___ ___
21 4 ___ ___
___ ___
2 2 ___ ___
4 3 ___ ___
6 2 ___ ___
Totaal ondervraagden ......
224 100
302 100
237 100
762 100
112 100
188 100
203 100
503 100
27 100
114 100
121 100
262 100
Ongewogen basis ..
269
252
241
762
135
175
193
503
34
132
262
96
Vraag 21: Kunt u aangeven hoe vaak u de afgelopen maand vakgenoten van andere scholen, buiten school om heeft gezien? __________________ 0 keer ....................
85
38
101
34
74
31
261
34
52
47
98
52
102
50
252
50
18
67
63
55
63
52
144
55
1 keer ....................
49
22
67
22
46
20
162
21
19
17
44
23
40
19
103
20
3
9
19
16
24
20
45
17
2 keer ....................
33
15
57
19
48
20
138
18
18
16
20
11
29
14
66
13
3
11
15
13
23
19
41
16
3 keer ....................
22
10
27
9
20
8
69
9
4
4
7
4
19
10*
30
6
2
6
7
6
4
3
12
5
4 keer ....................
10
5
8
3
15
6
34
4
9
8*
10
6
5
2
24
5
1
3
1
1
3
2
5
2
5 keer ....................
5
2*
17
6
13
5
35
5
4
3*
1
0
3
1
7
1
-
-
3
3
3
2
6
2
Tussen de 5 en 10 keer .......................
11
5
14
5
11
4
36
5
3
3
6
3
4
2
13
3
-
-
3
2
2
2
5
2
Meer dan 10 keer ..
8 4 ___ ___
10 3 ___ ___
10 4 ___ ___
28 4 ___ ___
3 2 ___ ___
3 1 ___ ___
2 1 ___ ___
7 1 ___ ___
1 3 ___ ___
3 2 ___ ___
___ ___
3 1 ___ ___
Totaal ondervraagden ......
224 100
302 100
237 100
762 100
112 100
188 100
203 100
503 100
27 100
114 100
121 100
262 100
Ongewogen basis ..
269
252
241
762
135
175
193
503
34
132
262
1 dag in de week of minder ..................
75
34* 120
40
110
47* 306
40
21
19
33
17
55
27* 109
22
5
20
23
20
26
21
55
21
2 dagen in de week
37
16
49
16
38
16
124
16
12
11
21
11
37
18*
69
14
1
3
6
5
17
14*
24
9
3 dagen in de week
36
16
37
12
29
12
103
13
19
17
26
14
30
15
75
15
3
11
19
17
12
10
34
13
4 dagen in de week
16
7
20
7
15
6
51
7
13
12
35
19*
19
68
14
5
18
18
16
12
10
34
13
5 dagen in de week
38
17
46
15
21
9* 104
14
23
21
36
19
31
15
91
18
9
34
29
25
30
25
68
26
6 dagen in de week
6
3
10
3
5
2
21
3
8
7
15
8
10
5
33
7
1
3
5
5
8
7
14
5
7 dagen in de week (elke dag) ..............
7
3
9
3
7
3
23
3
10
9
18
10
18
9
46
9
2
6
10
9
9
8
21
8
96
Vraag 22: Hoe vaak heeft u gemiddeld emailcontact met uw collega’s? ________________ _
9*
9 4 ___ ___
11 4 ___ ___
11 5 ___ ___
31 4 ___ ___
5 4 2 5* ___ ___ ___ ___
3 1 ___ ___
12 2 ___ ___
2 6 ___ ___
4 3 ___ ___
7 6 ___ ___
12 5 ___ ___
Totaal ondervraagden ......
224 100
302 100
237 100
762 100
112 100
188 100
203 100
503 100
27 100
114 100
121 100
262 100
Ongewogen basis ..
269
252
241
762
135
175
193
503
34
132
262
Weet niet ..............
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
96
Tabel 9
E5635
Vraag 23: Bent u lid \neemt u deel aan een of meerdere chatgroups\ discussiegroepen op internet? (Meer antwoorden mogelijk) ________________ _
______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Ja, een chatgroup\ discussiegroep waarin het onderwijs centraal staat .
19
8*
18
6
7
3*
44
6
9
8
14
8
9
4
32
6
1
2
4
3
3
2
7
3
Ja, een chatgroup\discussiegroep waar de rol van de leraar centraal staat .........
6
3
5
2
-
-*
11
1
3
3
3
2
2
1
8
2
1
3
2
2
-
-
3
1
Ja, een chatgroup\discussiegroep over andere onderwerpen .........
19
9*
13
4
4
2*
37
5
14
12*
13
7
6
3*
33
6
4
15*
6
6
2
2*
13
5
Nee, Ik neem geen deel aan chatgroups\discussiegroepen op het internet .................
191
86* 275
91
225
95* 692
91
91
81* 162
86
186
92* 439
87
22
79* 101
89
116
96* 239
91
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
Totaal antwoorden
235 105
311 103
237 100
783 103
117 105
191 102
203 100
512 102
27 100
114 100
121 100
262 100
Totaal ondervraagden ......
224 100
302 100
237 100
762 100
112 100
188 100
203 100
503 100
27 100
114 100
121 100
262 100
Ongewogen basis ..
269
252
241
762
135
175
193
503
34
132
262
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
96
Tabel 10
E5635
______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % Vraag 24: Kunt u aangeven of u lid bent van een van de volgende soort verenigingen? (Meer antwoorden mogelijk) __________________ Een sportvereniging
92
41
131
43
87
37
309
41
49
44
78
42
73
36
200
40
11
39
41
36
45
37
97
37
Een muziekvereniging .
21
9
39
13
35
15
95
12
10
9
10
5
11
6
31
6
3
11
7
6
13
11
23
9
Een toneelvereniging ...
6
3
7
2
2
1
14
2
1
1
2
1
4
2
7
1
1
3
6
5
2
2
9
3
Een leesclub\literaire vereniging .........
4
2
3
1
9
4*
16
2
1
1*
6
3
15
7*
21
4
1
3
3
2
8
6
11
4
Een dansvereniging
19
9*
8
3
9
4
37
5
7
6
6
3
6
3
19
4
1
3
2
2
4
3
7
3
Een beeldende kunst vereniging ...
-
-*
11
4
11
5
22
3
2
2
6
3
9
4
17
3
-
-
1
1
5
4
6
2
Een studentenvereniging ...................
3
1
-
-
-
-
3
0
1
1
2
1
-
-
3
1
2
6*
-
-
1
1
3
1
Een netwerkvereniging (Lion's Ronde Tafel Rotary etc.) ..
1
0
2
1
3
1
6
1
1
1
2
1
8
4*
11
2
-
-
1
1
4
3
5
2
Een vrijwilligersvereniging (brandweer buurtvereniging etc.) ......................
26
11
36
12
31
13
93
12
13
11
25
13
34
17
71
14
2
9
16
14
23
19
41
16
Actief in kerkenwerk ...........
6
3
10
3
7
3
23
3
4
4
7
4
6
3
18
3
-
-
1
1
1
1
2
1
Bridgeclub ............
-
-
-
-
2
1
2
0
-
-
2
1
4
2
5
1
-
-
-
-
1
1
1
0
Carnavalsvereniging ......................
1
1
-
-
-
-
1
0
-
-
-
-
1
0
1
0
-
-
-
-
-
-
-
-
EHBO vereniging .
1
0
1
0
1
0
3
0
1
1
-
-
-
-
1
0
-
-
-
-
-
-
-
-
Sportvereniging ....
2
1
7
2
6
2
15
2
1
1
1
1
1
1
3
1
-
-
3
3
2
1
5
2
Creatief algemeen .
-
-
2
1
2
1
4
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Natuurvereniging ..
-
-
-
-
4
2
4
1
-
-
3
1
-
-
3
1
-
-
1
1*
-
-
1
0
Politieke partij\vakbond ......
1
0
2
1
-
-
2
0
1
1
1
0
5
2
7
1
-
-
1
1
3
2
4
2
Anders namelijk ...
1
1
2
1
8
3*
12
2
5
4
5
3
12
6
22
4
-
-
5
4
4
3
8
3
Nee, geen van deze
87 39 ___ ___
109 36 ___ ___
85 36 ___ ___
281 37 ___ ___
43 38 ___ ___
76 40 ___ ___
79 39 ___ ___
198 39 ___ ___
12 43 ___ ___
48 42 ___ ___
37 31* 97 37 ___ ___ ___ ___
Totaal antwoorden
270 121
371 123
302 127
942 124
139 124
230 122
267 131
636 126
32 117
137 120
151 125
320 122
Totaal ondervraagden ......
224 100
302 100
237 100
762 100
112 100
188 100
203 100
503 100
27 100
114 100
121 100
262 100
Ongewogen basis ..
269
252
241
762
135
175
193
503
34
132
262
96
Vraag 240: Een sportvereniging Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ________________ Minder of gelijk aan 3 uur ...............
59
65
98
75
59
69
217
70
31
65
55
70
37
51* 123
62
8
70
27
67
23
50
57
60
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........................
20
22
24
19
22
26
66
21
15
31
15
20*
27
37
29
2
22
10
24
17
38
29
30
7 uur of meer ........ Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
13 14* 9 7 ___ ___ ___ ___
57
5 6 ___ ___
26 8 ___ ___
2 5 ___ ___
8 10 ___ ___
9 12 ___ ___
19 10 ___ ___
1 8 ___ ___
4 9 ___ ___
5 12 ___ ___
10 10 ___ ___
92 100
131 100
87 100
309 100
49 100
78 100
73 100
200 100
11 100
41 100
45 100
97 100
92 100
131 100
87 100
309 100
49 100
78 100
73 100
200 100
11 100
41 100
45 100
97 100
109
89
310
59
75
72
206
13
35
50
98
112
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Vraag 240: Een muziekvereniging Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen?_ ________________
Tabel 11 E5635 ______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Minder of gelijk aan 3 uur ............... Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........................ 7 uur of meer ........ Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
18
88
26
81
21
73
65
80
4
46
4
43
6
56
14
49
1
32
6
83
8
74
15
73
2 12 ___- ___-
6 19 ___- ___-
7 23 ___1 ___5
15 19 ___1 ___2
5 54 ___- ___-
3 37 20 ___2 ___
3 31 13 ___1 ___
11 40 11 ___3 ___
1 32 36 ___1 ___
1 17 ___- ___-
2 18 ___1 ___8
4 19 ___2 ___8
20 100
33 100
29 100
82 100
9 100
9 100
10 100
28 100
2 100
7 100
11 100
20 100
20 100 23
33 100 27
29 100 29
82 100 79
9 100 13
9 100 9
10 100 10
28 100 32
2 100 3
7 100 6
11 100 12
20 100 21
65
1 100
2
Vraag 240: Een toneelvereniging Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ________________ Minder of gelijk aan 3 uur ............... Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........................ Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
1
10*
3
58
2 100
42 90* ___2 ___ ___5 ___
___- ___-
6
43
-
-
2 100
2
61
4
39
-
-
3
37
57 ___7 ___
100 ___1 ___
___- ___-
39 ___1 ___
35 ___2 ___
___- ___-
61 ___4 ___
100 ___2 ___
63 ___5 ___
6 100
6 100
2 100
13 100
1 100
2 100
3 100
6 100
1 100
6 100
2 100
9 100
6 100 6
6 100 5
2 100 2
13 100 13
1 100 1
2 100 2
3 100 2
6 100 5
1 100 1
6 100 5
2 100 2
9 100 8
3
75
3 100
7
13
83
1 100
6 100
15 100
21 100
1 100
3 100
8 100
11 100
25 ___1 ___
___- ___-
19 ___2 ___
17 ___3 ___
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
4 100
3 100
9 100
16 100
1 100
6 100
15 100
21 100
1 100
3 100
8 100
11 100
4 100 5
3 100 3
9 100 7
16 100 15
1 100 1
6 100 4
15 100 12
21 100 17
1 100 1
3 100 2
8 100 8
11 100 11
8 100
8
30
6
6 100
6 100
18
95
1 100
2 100
3
Vraag 240: Een leesclub\literaire vereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? _________________ Minder of gelijk aan 3 uur ............... Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........................ Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
81
Vraag 240: Een dansvereniging Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ________________ Minder of gelijk aan 3 uur ............... Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........................ 7 uur of meer ........ Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
14
70*
86
81
86*
73
6
85
4 20 10 ___2 ___
___- ___-
14 ___1 ___
4 10 ___3 ___9
1 14 ___- ___-
___- ___-
___- ___-
1 5 ___- ___-
___- ___-
___- ___-
27 ___1 ___
15 ___1 ___
19 100
8 100
9 100
37 100
7 100
6 100
6 100
19 100
1 100
2 100
4 100
7 100
19 100 22
8 100 7
9 100 9
37 100 38
7 100 8
6 100 5
6 100 6
19 100 19
1 100 1
2 100 2
4 100 4
7 100 7
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Vraag 240: Een beeldende kunst vereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? _________________ Minder of gelijk aan 3 uur ............... Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........................ 7 uur of meer ........ Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
Tabel 12 E5635 ______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
-
-
___- ___-
9
77
8
70
16
73
2 100
3
52
6
65
11
65
3 23 ___- ___-
3 30 ___- ___-
6 27 ___- ___-
___- ___-
2 33 15 ___1 ___
2 21 14 ___1 ___
4 23 13 ___2 ___
-
-
1 100
5 100
6 100
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
-
-
11 100
11 100
22 100
2 100
6 100
9 100
17 100
-
-
1 100
5 100
6 100
-
-
11 100 9
11 100 11
22 100 20
2 100 2
6 100 6
9 100 8
17 100 16
-
-
1 100 1
5 100 5
6 100 6
2
82
1
61
2 100
-
1
50
-
-
1 100
2
1 18 ___- ___-
0 39 ___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
32 ___1 ___
Vraag 240: Een studentenvereniging Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ________________ Minder of gelijk aan 3 uur ............... Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........................ 7 uur of meer ........ Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
1 18 ___- ___-
-
-
___- ___-
-
-
___- ___-
2
82
-
___- ___-
2
85
0 15 ___- ___-
50 ___1 ___
68
3 100
-
-
-
-
3 100
1 100
2 100
-
-
3 100
2 100
-
-
1 100
3 100
3 100 4
-
-
-
-
3 100 4
1 100 2
2 100 1
-
-
3 100 3
2 100 2
-
-
1 100 1
3 100 3
1 100
2 100
3 100
6 100
1 100
2 100
5
77
8
-
-
1 100
3
4
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
1 23 ___- ___-
1 15 ___- ___-
___- ___-
___- ___-
28 ___1 ___
22 ___1 ___
1 100
2 100
3 100
6 100
1 100
2 100
6 100
9 100
-
-
1 100
4 100
5 100
1 100 1
2 100 2
3 100 3
6 100 6
1 100 2
2 100 2
6 100 5
9 100 9
-
-
1 100 1
4 100 4
5 100 5
1
36
Vraag 240: Een netwerkvereniging Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ________________ Minder of gelijk aan 3 uur ............... Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........................ 7 uur of meer ........ Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
85
72
78
Vraag 240: Een vrijwilligersvereniging Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? _ ________________ Minder of gelijk aan 3 uur ............... Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........................ 7 uur of meer ........ Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
20
78
29
81
21
66
70
75
9
78
17
69
25
75
51
73
9
55
11
50
21
51
5 19 ___1 ___3
5 13 ___2 ___6
8 26 ___2 ___8
18 19 ___5 ___6
1 7 2 15 ___ ___
4 16 15 ___4 ___
4 13 12 ___4 ___
9 13 14 ___9 ___
2 64 ___- ___-
3 20 25 ___4 ___
8 36 15 ___3 ___
13 31 18 ___7 ___
26 100
36 100
31 100
93 100
11 100
25 100
34 100
69 100
2 100
16 100
23 100
41 100
26 100 28
36 100 31
31 100 29
93 100 88
11 100 15
25 100 25
34 100 35
69 100 75
2 100 3
16 100 14
23 100 25
41 100 42
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Vraag 240: Anders Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen?_ ________________ Minder of gelijk aan 3 uur ............... Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........................ 7 uur of meer ........ Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
Tabel 13 E5635 ______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
10
82
21
70
22
69
53
72
7
51
12
59
17
54
35
55
1 100
4
41
6
53
5 47 6 47 12* ___- ______1 ___
12
49
2 12 ___1 ___5
7 23 ___2 ___6
10 31 ___- ___-
18 25 ___3 ___3
4 32 17 ___2 ___
5 28 13 ___3 ___
9 28 18 ___5 ___
18 29 10 ___ 16 ___
___- ___-
11 45 ___1 ___5
12 100
30 100
32 100
74 100
13 100
20 100
31 100
63 100
1 100
10 100
12 100
23 100
12 100 13
30 100 25
32 100 34
74 100 72
13 100 15
20 100 18
31 100 31
63 100 64
1 100 1
10 100 9
12 100 13
23 100 23
55
71
58
80
156
78
6
59*
35
86
35
79
77
79
9
11
8
11
17
8
1
8
2
5
4
8
7
7
18
23
11
15
34
17
2
17
2
5
7
16
11
11
Vraag 25: U heeft aangegeven van een sportvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _________________ Ik ben alleen lid .... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging ............. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging ............. Anders, namelijk ... Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
85
93* 111
85
72
83
268
87
42
1
1*
5
4
9
10*
14
5
-
7
8
16
12
9
11
33
11
5
86
-*
11
8 8 4 ___ ___5
9 7 4 ___ ___3
3 4 6 ___ ___7
19 6 14 ___ ___5
5 9 1 ___ ___2
9 11 ___1 ___1
4 5 3 ___ ___4
17 9 5 ___ ___3
1 7 1 ___ ___9
5 12 ___2 ___6
3 6 1 ___ ___2
8 9 4 ___ ___4
105 114
145 111
99 114
349 113
53 109
91 117
85 116
229 114
11 100
47 115
49 110
107 111
92 100 112
131 100 109
87 100 89
309 100 310
49 100 59
78 100 75
73 100 72
200 100 206
11 100 13
41 100 35
45 100 50
97 100 98
Vraag 25: U heeft aangegeven van een muziekvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _________________ Ik ben alleen lid .... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging ............. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging ............. Anders, namelijk ... Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
18
89*
23
69
19
65
60
73
8
88
4
50*
8
81
21
74
1
32
6
83
8
72
15
72
2
11
6
17
6
21
14
17
1
7
2
20
1
7
3
11
-
-
-
-
1
8
1
5
6
28
7
22
5
17
18
22
2
27
1
17
1
13
5
19
1
32
-
-
3
28
4
19
1 7 ___- ___-
4 13 ___1 ___3
27 135
41 125
37 128
105 128
12 127
9 100
20 100 23
33 100 27
29 100 29
82 100 79
9 100 13
9 100 9
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
1 3 6 8 22* ___8 ___9 ___6 ___
0 5 ___- ___-
12* ___- ______1 ___
0 1 ___1 ___4
1 32 36 ___1 ___
1 17 ___- ___-
1 8 ___- ___-
3 14 ___1 ___4
10 100
30 109
3 132
7 100
13 117
23 112
10 100 10
28 100 32
2 100 3
7 100 6
11 100 12
20 100 21
Tabel 14
E5635
Vraag 25: U heeft aangegeven van een toneelvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ________________
______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Ik ben alleen lid ....
5
88
4
65
2 100
Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............
-
-
1
16
-
Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .............
1
12
1
18
Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .............
-
-
-
-
Anders, namelijk ...
1 100
2 100
1
39
4
72
-
-
5
81*
1
50
6
66
7
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
19
-
-
1
13
2
13
-
-
-
-
-
-
-
-
1 100
-
-
1
50
2
21
-
-
-
-
-
-
2
61
2
28
-
-
-
1
50
1
11
10
80
-
1
-
-
-
-
-
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
1 24 ___ ___
___ ___
1 16 ___ ___
Totaal antwoorden
6 100
6 100
2 100
13 100
1 100
2 100
3 100
6 100
1 100
7 124
3 150
11 127
Totaal ondervraagden ......
6 100
6 100
2 100
13 100
1 100
2 100
3 100
6 100
1 100
6 100
2 100
9 100
Ongewogen basis ..
6
5
2
13
1
2
2
5
1
5
2
8
Ik ben alleen lid ....
4 100
2
66
6
74
13
80
1 100
1
53
5
61
7
62
Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............
-
-
-
-
-
-
-
Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .............
1
25
-
-
-
-
Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .............
-
-
1
34
-
-
Vraag 25: U heeft aangegeven van een leesclub\literaire vereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _________________
Anders, namelijk ...
-
-
3
60
12
83
16
74
-
1 100
-
-
-
-
1
4
-
-
1
47
1
12
2
19
1
7
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
12
1
8
1
6
-
-
2
40
2
17
5
22
-
-
-
-
1
14
1
10
___ ___
___ ___
2 26 ___ ___
2 14 ___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
Totaal antwoorden
6 125
3 100
9 100
17 107
1 100
6 100
15 100
21 100
1 100
3 100
8 100
11 100
Totaal ondervraagden ......
4 100
3 100
9 100
16 100
1 100
6 100
15 100
21 100
1 100
3 100
8 100
11 100
Ongewogen basis ..
5
3
7
15
1
4
12
17
1
2
8
11
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Vraag 25: U heeft aangegeven van een dansvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ________________ _
Tabel 15 E5635 ______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Ik ben alleen lid .... Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging ............. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging ............. Anders, namelijk ... Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
19
-
96*
7
85
7
75
33
88
-
-
-
-
-
-
-
3 18 15 ___- ___-* ___1 ___
7 100
6 100
6 100
1
-
-
14
-
-
19 100
1
5
1 100
2 100
1
27
4
60
-
-
-
-
-
-
-
-
25 ___2 ___
3 9 10 ___4 ___
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
2 50 23 ___1 ___
2 28 13 ___1 ___
22 114
8 100
9 100
40 107
8 114
6 100
6 100
20 105
1 100
2 100
4 100
7 100
19 100 22
8 100 7
9 100 9
37 100 38
7 100 8
6 100 5
6 100 6
19 100 19
1 100 1
2 100 2
4 100 4
7 100 7
11 100
11 100
22 100
2 100
6 100
8
89
16
94
-
-
1 100
4
84
5
88
Vraag 25: U heeft aangegeven van een beeldende kunst vereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _________________ Ik ben alleen lid .... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging ............. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging ............. Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
11
1
6
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
16
1
12
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
15 ___1 ___
___- ___-
___1 ___5
___- ___-
___- ___-
___- ___-
-
-
11 100
11 100
22 100
2 100
7 115
9 100
18 105
___- ___-
-
1 100
5 100
6 100
-
-
11 100 9
11 100 11
22 100 20
2 100 2
6 100 6
9 100 8
17 100 16
-
-
1 100 1
5 100 5
6 100 6
2
73
-
-
-
-
2
73
0
39
2 100
-
-
2
77
-
-
-
-
-
-
-
-
1
27
-
-
-
-
1
27
-
-
-
-
-
-
-
2 100
-
-
-
-
2
64
1 23 ___- ___-
___- ___-
Vraag 25: U heeft aangegeven van een studentenvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _________________ Ik ben alleen lid .... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging ............. Anders, namelijk ... Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
___- ___-
___- ___-
___- ___-
-
___- ___-
1 61 ___- ___-
___- ___-
___- ___-
___- ___-
100 ___1 ___
36 ___1 ___
3 100
-
-
-
-
3 100
1 100
2 100
-
-
3 100
2 100
-
-
1 100
3 100
3 100 4
-
-
-
-
3 100 4
1 100 2
2 100 1
-
-
3 100 3
2 100 2
-
-
1 100 1
3 100 3
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 16a
E5635 ______________________________________________________________________ Primair 18-34 _ Primair 35-49 _ Primair 50+ _ Primair ______________ ______________ ______________ ______________ _
_________________________________ Voortgezet 18-34_ Voortgezet 35-49_ ______________ ______________
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
Ik ben alleen lid ...................
-
-
1
51
2
62
3
51
1
59
1
48
Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ............................
-
-
-
-
-
-
-
-
1
41
1
52
Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging ............................
1
100
1
49
1
38
3
49
-
-
-
-
____
___
____
___
____
___
____
___
____
___
____
___
Totaal antwoorden ...............
1
100
2
100
3
100
6
100
1
100
2
100
Totaal ondervraagden ..........
1
100
2
100
3
100
6
100
1
100
2
100
Ongewogen basis .................
1
Vraag 25: U heeft aangegeven van een netwerkvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ________________________
Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................
2
3
6
2
2
Vraag 25: U heeft aangegeven van een vrijwilligersvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _ _________________________ Ik ben alleen lid ...................
7
29
15
42
12
38
34
37
5
43
10
41
Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ............................
10
38
9
26
9
27
28
30
5
43
10
42
Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging ............................
8
32
16
46
11
36
36
39
1
7
6
24
Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................
2
9
-
-
5
15
7
8
2
14
3
10
Anders, namelijk ... ..............
2 ____
7 ___
3 ____
10 ___
3 ____
8 ___
8 ____
9 ___
____
___
____
___
Totaal antwoorden ...............
30
116
44
123
39
125
113
122
12
107
29
118
Totaal ondervraagden ..........
26
100
36
100
31
100
93
100
11
100
25
100
Ongewogen basis .................
28
31
29
88
15
25
Vraag 25: U heeft aangegeven van een andere vereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ________________________ Ik ben alleen lid ...................
6
53
13
44
18
56
38
51
7
56
9
45
Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ............................
1
5
3
11
5
16
9
12
4
28
7
34
Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging ............................
3
23
9
31
7
22
19
26
2
16
7
36
Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................
2
16
3
10
4
12
9
12
2
19
3
13
Anders, namelijk ... ..............
4 ____
31 ___
8 ____
26 ___
4 ____
11 ___
15 ____
20 ___
____
___
2 ____
8 ___
Totaal antwoorden ...............
16
128
37
123
38
117
90
121
16
118
27
136
Totaal ondervraagden ..........
12
100
30
100
32
100
74
100
13
100
20
100
Ongewogen basis .................
13
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
25
34
72
15
18
Tabel 16b
E5635 _________________________________ Voortgezet 50+ _ Voortgezet _ ______________ ______________
______________________________________________________________________ Beroeps 18-34 _ Beroeps 35-49 _ Beroeps 50+ _ Beroeps ______________ ______________ ______________ ______________ _
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
Ik ben alleen lid ...................
3
42
4
46
-
-
1
100
2
48
3
59
Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ............................
2
34
4
39
-
-
-
-
-
-
-
-
Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging ............................
2
39
2
26
-
-
-
-
2
48
2
38
____
___
____
___
____
___
____
___
1 ____
28 ___
1 ____
22 ___
Totaal antwoorden ...............
7
116
10
110
-
-
1
100
5
124
6
119
Totaal ondervraagden ..........
6
100
9
100
-
-
1
100
4
100
5
100
Ongewogen basis .................
5
Vraag 25: U heeft aangegeven van een netwerkvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ________________________
Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................
9
-
1
4
5
Vraag 25: U heeft aangegeven van een vrijwilligersvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _ _________________________ Ik ben alleen lid ...................
13
40
28
41
-
-
2
12
5
20
7
16
Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ............................
15
46
31
44
1
28
9
52
10
44
19
46
Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging ............................
8
24
15
21
1
28
7
44
8
35
16
38
Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................
2
7
7
10
1
36
2
15
3
11
6
14
Anders, namelijk ... ..............
1 ____
3 ___
1 ____
1 ___
1 ____
36 ___
____
___
2 ____
7 ___
2 ____
6 ___
Totaal antwoorden ...............
40
120
81
117
3
128
20
124
27
118
50
121
Totaal ondervraagden ..........
34
100
69
100
2
100
16
100
23
100
41
100
Ongewogen basis .................
35
75
3
14
25
42
Vraag 25: U heeft aangegeven van een andere vereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ________________________ Ik ben alleen lid ...................
14
45
30
47
1
100
8
80*
5
37*
14
58
Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ............................
10
32
20
32
-
-
-
-
3
22
3
12
Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging ............................
9
31
19
29
-
-
3
32
3
24
6
27
Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................
2
6
7
11
-
-
-
-
1
9
1
5
Anders, namelijk ... ..............
2 ____
7 ___
4 ____
6 ___
____
___
____
___
3 ____
24 ___
3 ____
13 ___
Totaal antwoorden ...............
37
121
79
125
1
100
11
112
14
116
27
114
Totaal ondervraagden ..........
31
100
63
100
1
100
10
100
12
100
23
100
Ongewogen basis .................
31
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
64
1
9
13
23
E5635 ______________________________________________________________________ Primair 18-34 _ Primair 35-49 _ Primair 50+ _ Primair ______________ ______________ ______________ ______________ _ Vraag 26: Heeft u momenteel een politieke \ openbare bestuursfunctie? (Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan gemeenteraadslid of een bestuursfunctie binnen een (gemeentelijke) politieke partij)_ _______________________
Tabel 17a _________________________________ Voortgezet 18-34_ Voortgezet 35-49_ ______________ ______________
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
1
0
2
1
1 -
0 -
1 3
0 0
1 -
1 -
1
0
1
0
-
-
-
-
1
0
1
0
1
1
Ja, namelijk ... ...................... Bestuurslid politieke partij ... Bestuurslid\commissielid (algemeen) ........................... Bestuurslid\medezeggenschapsraad onderwijs ........... Gemeenteraadslid ................ Deelraad\adviesraad gemeente .............................. Nee .......................................
-
-
2 -
1 -
-
-
2 -
0 -
0
0
1 -
1 -
222 ____
99 ___
298 ____
99 ___
1 235 ____
1 99 ___
1 755 ____
0 99 ___
110 ____
99 ___
185 ____
98 ___
Totaal antwoorden ............... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
224 224 269
100 100
302 302 252
100 100
237 237 241
100 100
762 762 762
100 100
112 112 135
100 100
188 188 175
100 100
Minder dan 2 uur per week .. 2-4 uur per week .................. 4-6 uur per week .................. 6-8 uur per week .................. 8-10 uur per week ................ 15- 20 uur per week ............. Meer dan 25 uur per week ...
1 1 ____-
64 36 ___-
2 1 ____
72 28 ___
1 1 ____
42 58 ___
4 1 1 1 ____-
61 17 13 9 ___-
0 1 1 ____
21 47 32 ___
1 1 1 ____
34 30 36 ___
Totaal antwoorden ............... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
2 2 2
100 100
3 3 3
100 100
2 2 2
100 100
7 7 7
100 100
2 2 3
100 100
3 3 3
100 100
Vraag 27: Hoeveel uur per week bent u gemiddeld kwijt met het uitoefenen van deze functie? _______________________
Vraag 28: Als u kijkt naar uw beroep als onderwijsgevende, met welke beroepen vindt u de onderwijsgevende vergelijkbaar? ________________________ _ Onvergelijkbaar met andere beroepen .............................. Vergelijkbaar met beroepen in andere maatschappelijke sectoren zoals gezondheidszorg, welzijn etc. Vergelijkbaar met alle andere beroepen (bedrijfsleven, overheid) .............................. Er zijn overeenkomsten maar ook verschillen met andere beroepsgroepen .................... Coach\trainer ....................... Vergelijkbaar met leidinggevende functies ....... Je werkt veel meer uren dan op papier (dat is onbetaald)\je werk is nooit af .................... Anders, namelijk ... .............. Weet niet .............................. Totaal antwoorden ............... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
144
64*
188
62
119
50*
451
59
80
72
123
66
75
33
103
34
111
47*
289
38
25
23
51
27
4
2
7
2
4
2
15
2
3
3
9
5
1 -
0 -
1 -
0 -
-
-
2 -
0 -
1
1
2 1
1* 1
1
0
-
-
-
-
1
0
-
-
-
-
1 ____1
0 ___0
1 2 ____-
0 1 ___-
1 1 ____-
1 0 ___-
3 3 ____1
0 0 ___0
2 ____-
2 ___-
1 1 ____-
1* 1 ___-
225 224 269
101 100
303 302 252
100 100
237 237 241
100 100
764 762 762
100 100
112 112 135
100 100
189 188 175
101 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
_________________________________ Voortgezet 50+ _ Voortgezet _ ______________ ______________ Vraag 26: Heeft u momenteel een politieke \ openbare bestuursfunctie? (Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan gemeenteraadslid of een bestuursfunctie binnen een (gemeentelijke) politieke partij)_ _______________________
Tabel 17b E5635 ______________________________________________________________________ Beroeps 18-34 _ Beroeps 35-49 _ Beroeps 50+ _ Beroeps ______________ ______________ ______________ ______________ _
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
3 3
1 1
4 4
1 1
-
-
1
1
1 2
1 1
1 3
0 1
-
-
2
0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2
1
2
1
3* 97 ___
112 ____
99 ___
1 115 ____
1 95 ___
2 254 ____
1 97 ___
Ja, namelijk ... ...................... Bestuurslid politieke partij ... Bestuurslid\commissielid (algemeen) ........................... Bestuurslid\medezeggenschapsraad onderwijs ........... Gemeenteraadslid ................ Deelraad\adviesraad gemeente .............................. Nee .......................................
1
0
1 1
0 0
-
197 ____
97 ___
492 ____
98 ___
1 27 ____
Totaal antwoorden ............... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
203 203 193
100 100
504 503 503
100 100
27 27 34
100 100
114 114 96
100 100
121 121 132
100 100
262 262 262
100 100
Minder dan 2 uur per week .. 2-4 uur per week .................. 4-6 uur per week .................. 6-8 uur per week .................. 8-10 uur per week ................ 15- 20 uur per week ............. Meer dan 25 uur per week ...
4 1 1 1 ____
60 14 11 15 ___
5 0 2 1 2 1 ____
43 3 17 7 21 8 ___
1 ____-
100 ___-
1 ____-
100 ___-
3 1 2 ____-
47 20 33 ___-
3 2 1 2 ____-
34 31 11 24 ___-
Totaal antwoorden ............... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
6 6 5
100 100
11 11 11
100 100
1 1 1
100 100
1 1 1
100 100
5 5 6
100 100
8 8 8
100 100
133
65
336
67
17
61
59
52
58
48
133
51
58
29
134
27
9
32
40
36
41
34
91
35
9
5
21
4
1
3
13
11
18
15
32
12
2
1
2 4
0 1
-
-
1
1
1
1
2
1
Vraag 27: Hoeveel uur per week bent u gemiddeld kwijt met het uitoefenen van deze functie? _______________________
Vraag 28: Als u kijkt naar uw beroep als onderwijsgevende, met welke beroepen vindt u de onderwijsgevende vergelijkbaar? ________________________ _ Onvergelijkbaar met andere beroepen .............................. Vergelijkbaar met beroepen in andere maatschappelijke sectoren zoals gezondheidszorg, welzijn etc. Vergelijkbaar met alle andere beroepen (bedrijfsleven, overheid) .............................. Er zijn overeenkomsten maar ook verschillen met andere beroepsgroepen .................... Coach\trainer ....................... Vergelijkbaar met leidinggevende functies ....... Je werkt veel meer uren dan op papier (dat is onbetaald)\je werk is nooit af .................... Anders, namelijk ... .............. Weet niet ..............................
-
-
-
-
1
3
-
-
-
-
1
0
2 ____-
1 ___-
1 6 ____-
0 1 ___-
____-
___-
1 ____-
1 ___-
4 ____-
3 ___-
5 ____-
2 ___-
Totaal antwoorden ............... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
204 203 193
100 100
505 503 503
100 100
27 27 34
100 100
115 114 96
101 100
122 121 132
101 100
264 262 262
101 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 18a
E5635
______________________________________________________________________ Primair 18-34 _ Primair 35-49 _ Primair 50+ _ Primair ______________ ______________ ______________ ______________ _
_________________________________ Voortgezet 18-34_ Voortgezet 35-49_ ______________ ______________
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
Op het leerproces .................
43
19
71
24
41
17
156
20
23
20
35
19
Op de leerinhoud .................
11
5
16
5
18
7
45
6
7
6
11
6
Op beide ..............................
169
76
214
71
178
75
561
74
83
74
142
76
____
___
____
___
____
___
____
___
____
___
____
___
Totaal antwoorden ...............
224
100
302
100
237
100
762
100
112
100
188
100
Totaal ondervraagden ..........
224
100
302
100
237
100
762
100
112
100
188
100
Ongewogen basis .................
269
Vraag 29: Waar ligt het accent van uw werk? ________________________ _
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
252
241
762
135
175
Tabel 18b
E5635
_________________________________ Voortgezet 50+ _ Voortgezet _ ______________ ______________
______________________________________________________________________ Beroeps 18-34 _ Beroeps 35-49 _ Beroeps 50+ _ Beroeps ______________ ______________ ______________ ______________ _
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
Op het leerproces .................
34
17
92
18
7
26
19
17
22
18
48
19
Op de leerinhoud .................
16
8
33
7
3
9
13
12
12
10
27
10
Op beide ..............................
153
75
378
75
18
64
81
72
87
72
186
71
____
___
____
___
____
___
____
___
____
___
____
___
Totaal antwoorden ...............
203
100
503
100
27
100
114
100
121
100
262
100
Totaal ondervraagden ..........
203
100
503
100
27
100
114
100
121
100
262
100
Ongewogen basis .................
193
Vraag 29: Waar ligt het accent van uw werk? ________________________ _
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
503
34
96
132
262
Tabel 19a
E5635 ______________________________________________________________________ Primair 18-34 _ Primair 35-49 _ Primair 50+ _ Primair ______________ ______________ ______________ ______________ _ Vraag 30: Op welke manier heeft er naar uw mening in de afgelopen jaren een feitelijke functieverbreding van het beroep plaatsgevonden? (gesteld aan respondenten die drie jaar of lander als docent\leerkracht werkzaam zijn) ________________________ Onderwijsgevenden hebben steeds meer kennis nodig om bij te blijven in hun vak ....... Onderwijsgevenden krijgen steeds meer opvoedende taken .................................... Onderwijsgevenden krijgen steeds meer te maken met de zorg\hulpverlening voor leerlingen (kinderen met gedragstoornissen, obesitas etc.) ...................................... Andere taken die voor functieverbreding zorgen, namelijk ... ........................... Aanpassingen maken m.b.t. onderwijsvernieuwingen \nieuwe manier van leren ..... Administatieve taken ........... Begeleiden van\omgang met ouders .................................. Begeleiding stagiaires\lio\ startende leerkrachten .......... Buitenschoolse activiteiten \opvang\huiswerkbegeleiding Coördinerende taken ............ Coaching\begeleiding(algemeen) ................................... Eisen die overheid en inspectie stellen .................... Toename andere taken (schoonmaak, geen conciërge meer\management ) .............. Veel vergaderingen\ovelegsituaties\evalueren\werkgroepen\projecten ....................... Het signaleren en begeleiden van leerlingen met problemen Het (leren) werken met de computer (kinderen\leerkrachten)\ICT . Meer belasting met extra studiedagen\bijscholing (leerkrachten hebben steeds meer vaardigheden nodig) ............ Steeds meer vakken geven\vakintegratie .............. Organisatorische taken ........ Omgaan met maatschappelijke problemen PR-activiteiten voor de school ................................... Weet niet\geen mening ........ Totaal antwoorden ............... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
_________________________________ Voortgezet 18-34_ Voortgezet 35-49_ ______________ ______________
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
92
59
169
61
155
67
416
63
16
21*
53
32
140
90
236
85
198
86
574
86
59
81
143
87*
142
91
259
93
215
93
616
93
67
91
143
87
1
1
8
3
4
2
13
2
2
3
4
2
5 7
3 5
2 15
1 5
3 5
1 2
10 27
1 4
9 -
12 -
15 4
9 2
2
2
2
1
3
1
8
1
1
1
1
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
3 3
2 2*
8 -
3 -
5 2
2 1
16 4
2 1
-
-
1 -
1 -
-
-
-
-
-
-
-
-
1
2
2
1
1
0*
5
2
7
3
12
2
1
1
3
2
3
2
7
3
2
1
12
2
1
1
4
2
2
1
-
-*
8
3*
9
1
1
1
2
1
3
2
3
1
3
1
9
1
1
1
-
-
6
4
6
2
7
3
19
3
-
-
1
1
3
2
4
1
4
2
11
2
-
-
-
-
1 -
0 -
3 -
1 -
-
-
4 -
1 -
-
-
4 1
1*
1
1
-
-
2
1
3
0
1
1
2
1
1 1 ____
1 1 ___
1 3 ____
0 1 ___
1 2 ____
0 1 ___
3 6 ____
0 1 ___
1 ____
1 ___
____
___
417 156 186
267 100
731 278 233
263 100
625 231 235
271 100
1773 665 654
267 100
160 74 89
217 100
385 163 152
236 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
3
Tabel 19b
E5635 _________________________________ Voortgezet 50+ _ Voortgezet _ ______________ ______________ Vraag 30: Op welke manier heeft er naar uw mening in de afgelopen jaren een feitelijke functieverbreding van het beroep plaatsgevonden? (gesteld aan respondenten die drie jaar of lander als docent\leerkracht werkzaam zijn) ________________________ Onderwijsgevenden hebben steeds meer kennis nodig om bij te blijven in hun vak ....... Onderwijsgevenden krijgen steeds meer opvoedende taken .................................... Onderwijsgevenden krijgen steeds meer te maken met de zorg\hulpverlening voor leerlingen (kinderen met gedragstoornissen, obesitas etc.) ...................................... Andere taken die voor functieverbreding zorgen, namelijk ... ........................... Aanpassingen maken m.b.t. onderwijsvernieuwingen \nieuwe manier van leren ..... Administatieve taken ........... Begeleiden van\omgang met ouders .................................. Begeleiding stagiaires\lio\ startende leerkrachten .......... Buitenschoolse activiteiten \opvang\huiswerkbegeleiding Coördinerende taken ............ Coaching\begeleiding(algemeen) ................................... Eisen die overheid en inspectie stellen .................... Toename andere taken (schoonmaak, geen conciërge meer\management ) .............. Veel vergaderingen\ovelegsituaties\evalueren\werkgroepen\projecten ....................... Het signaleren en begeleiden van leerlingen met problemen Het (leren) werken met de computer (kinderen\leerkrachten)\ICT . Meer belasting met extra studiedagen\bijscholing (leerkrachten hebben steeds meer vaardigheden nodig) ............ Steeds meer vakken geven\vakintegratie .............. Organisatorische taken ........ Omgaan met maatschappelijke problemen PR-activiteiten voor de school ................................... Weet niet\geen mening ........ Totaal antwoorden ............... Totaal ondervraagden .......... Ongewogen basis .................
______________________________________________________________________ Beroeps 18-34 _ Beroeps 35-49 _ Beroeps 50+ _ Beroeps ______________ ______________ ______________ ______________ _
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
65
33
134
31
4
30
41
45
56
49
100
46
155
79
357
83
8
54
42
47
64
56
113
52
170
87
380
88
11
82*
50
56
61
54
122
57
6
3
12
3
2
18
9
10
8
7
19
9
14 4
7 2
38 8
9 2
2 -
11 -
6 4
7 5
12 8
11 7
20 13
9 6
2
1
4
1
-
-
-
-
-
-
-
-
3
1
4
1
-
-
-
-
1
1
1
1
2 -
1 -
3 -
1 -
-
-
1 1
1 1
1 -
1 -
2 1
1 0
-
-
3
1
1
6
2
3
4
3
7
3
2
1
6
1
-
-
-
-
1
1
1
1
6
3
11
2
-
-
2
3
2
2
4
2
4
2
7
2
-
-
1
1
4
3
5
2
5
2*
5
1
1
5
1
1
3
3
5
2
3
2
4
1
-
-
1
1
1
1
2
1
4
2
4
1
1
6
1
2
3
2
5
2
3 -
2 -
8 1
2 0
1
5
1
1
1 2
1 1
1 4
0 2
-
-
2
1
-
-
1
1
1
1
2
1
6 ____
3 ___
7 ____
2 ___
____
___
9 ____
10 ___
2 9 ____
2 8 ___
2 18 ____
1 8 ___
453 196 187
231 100
998 433 428
230 100
30 14 17
217 100
175 90 75
195 100
242 113 123
214 100
447 217 215
207 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 20a
E5635
______________________________________________________________________ Primair 18-34 _ Primair 35-49 _ Primair 50+ _ Primair ______________ ______________ ______________ ______________ _ Vraag 31: Volgens de Nederlandse wetgeving heeft onderwijs onder meer als uitgangspunt dat er een bijdrage geleverd wordt aan actief burgerschap en sociale integratie van leerlingen. Op welke wijze geeft u als onderwijsgevende, los van eventueel lesmateriaal, vorm aan deze bijdrage? ________________________ _
abs
%
_________________________________ Voortgezet 18-34_ Voortgezet 35-49_ ______________ ______________
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
7
2
8
3
27
4
8
7
9
5
Niet, ik ben van mening dat dit niet van toepassing is op mijn vakgebied ....................
12
Door morele opvoeding (onderwijzen van deugden zoals rechtvaardigheid, gematigdheid) ......................
186
83
268
89
203
86
657
86
89
80
160
85
Door activiteiten zoals culturele\maatschappelijke oriëntatie van leerlingen .......
146
65*
170
56
130
55
447
59
45
40
96
51
Door levensbeschouwelijke of godsdienstige overdracht aan leerlingen (humanistische, christelijke waardenoverdracht etc.) .......
135
60
191
63
135
57
461
61
36
32
58
31
Aandacht voor politieke en staatkundige inrichting van Nederland (staatsinrichting, verkiezingen) .......................
80
36
99
33
65
27
243
32
28
25
41
22
Door te coachen op gedrag en houding\waarden en normen
2
1
4
1
1
1
6
1
3
3
3
2
Door toepassing van veschillende werkvormen; naar elkaar luisteren, van elkaar leren, elkaar helpen\uitleggen
1
0
-
-
-
-
1
0
1
1
2
1
Door veel met leerlingen te praten (als er iets is voorgevallen)\communicatietrainingen .......................................
-
-
1
0
4
2
5
1
2
2
8
4*
Door het goede voorbeeld te geven ...................................
-
-
2
1
1
1
3
0
1
1
1
0
Lesvak\cursus: sociale emotionele vorming\omgangskunde .......
1
0
1
0
5
2*
6
1
2
1
3
1
Sportieve samenwerking tussen de leerlingen (sport) ..
-
-
-
-
-
-
-
-
3
2
-
-
Activiteiten als stage lopen ..
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
-
-
Culturele achtergronden belichten ..............................
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Anders, namelijk ... ..............
____
___
____
___
3 ____
1 ___
3 ____
0 ___
____
___
4 ____
2 ___
Totaal antwoorden ...............
563
252
742
246
555
234
1860
244
217
194
384
205
Totaal ondervraagden ..........
224
100
302
100
237
100
762
100
112
100
188
100
Ongewogen basis .................
269
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
6*
252
241
762
135
175
Tabel 20b
E5635
_________________________________ Voortgezet 50+ _ Voortgezet _ ______________ ______________
______________________________________________________________________ Beroeps 18-34 _ Beroeps 35-49 _ Beroeps 50+ _ Beroeps ______________ ______________ ______________ ______________ _
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
abs
%
Niet, ik ben van mening dat dit niet van toepassing is op mijn vakgebied ....................
19
9
36
7
5
19
26
23
31
26
62
24
Door morele opvoeding (onderwijzen van deugden zoals rechtvaardigheid, gematigdheid) ......................
161
79
411
82
18
66
61
54
64
53
143
54
Door activiteiten zoals culturele\maatschappelijke oriëntatie van leerlingen .......
96
47
237
47
13
46
41
36
43
35
97
37
Door levensbeschouwelijke of godsdienstige overdracht aan leerlingen (humanistische, christelijke waardenoverdracht etc.) .......
67
33
161
32
5
17
11
10
18
15
34
13
Aandacht voor politieke en staatkundige inrichting van Nederland (staatsinrichting, verkiezingen) .......................
51
25
120
24
7
26
30
26
36
30
73
28
Door te coachen op gedrag en houding\waarden en normen
6
3
12
2
1
2
1
1
2
2
4
2
Door toepassing van veschillende werkvormen; naar elkaar luisteren, van elkaar leren, elkaar helpen\uitleggen
-
-
3
1
1
3
-
-
-
-
1
0
Door veel met leerlingen te praten (als er iets is voorgevallen)\communicatietrainingen .......................................
1
0*
10
2
1
3
4
3
2
2
6
2
Door het goede voorbeeld te geven ...................................
-
-
1
0
-
-
-
-
1
1
1
0
Lesvak\cursus: sociale emotionele vorming\omgangskunde .......
-
-
4
1
-
-
2
2
-
-
2
1
Sportieve samenwerking tussen de leerlingen (sport) ..
-
-
3
1
-
-
-
-
-
-
-
-
Activiteiten als stage lopen ..
3
1
4
1
-
-
1
1
2
1
3
1
Culturele achtergronden belichten ..............................
-
-
-
-
1
3*
-
-
1
1
2
1
Anders, namelijk ... ..............
4 ____
2 ___
8 ____
2 ___
____
___
7 ____
6 ___
7 ____
6 ___
14 ____
5 ___
Totaal antwoorden ...............
408
201
1009
201
51
185
185
162
207
171
443
169
Totaal ondervraagden ..........
203
100
503
100
27
100
114
100
121
100
262
100
Ongewogen basis .................
193
Vraag 31: Volgens de Nederlandse wetgeving heeft onderwijs onder meer als uitgangspunt dat er een bijdrage geleverd wordt aan actief burgerschap en sociale integratie van leerlingen. Op welke wijze geeft u als onderwijsgevende, los van eventueel lesmateriaal, vorm aan deze bijdrage? ________________________ _
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
503
34
96
132
262
Tabel 21
E5635
Vraag 321: Er is op dit moment een Canon van Nederland in voorbereiding; een geheel van belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven (dit is te zien op www.canonvannederland.nl). Vindt u dit nuttig voor het ? _________________ Ja, ik vind het nuttig voor het primair onderwijs .............. Nee, ik vind het niet nuttig voor het primair onderwijs .
______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
158
71
210
70
164
69
533
70
-
65 29 ___ ___
91 30 ___ ___
73 31 ___ ___
229 30 ___ ___
Totaal ondervraagden ......
224 100
302 100
237 100
762 100
-
Ongewogen basis ..
269
252
241
762
-
-
___ ___ -
-
-
___ ___ -
-
-
-
-
___ ___ -
-
-
-
-
___ ___ -
-
-
-
-
___ ___ -
-
-
-
-
___ ___ -
-
-
-
-
___ ___ -
-
-
-
-
___ ___ -
-
-
Vraag 322: Er is op dit moment een Canon van Nederland in voorbereiding; een geheel van belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven (dit is te zien op www.canonvannederland.nl). Vindt u dit nuttig voor het ? _________________ Ja, ik vind het nuttig voor het voortgezet onderwijs maar niet met betrekking tot mijn eigen vakgebied ....
-
-
-
-
-
-
-
-
70
63
104
56
109
54
284
56
-
-
-
-
-
-
-
-
Ja, ik vind het nuttig voor het voortgezet onderwijs, vooral met betrekking tot mijn vakgebied .............
-
-
-
-
-
-
-
-
25
23
45
24
53
26
124
25
-
-
-
-
-
-
-
-
Nee, ik vindt het niet nuttig voor het voortgezet onderwijs ..............
___ ___
Totaal ondervraagden ......
-
Ongewogen basis ..
-
-
___ ___ -
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
-
___ ___ -
-
___ ___ -
-
16 15 ___ ___
38 20 ___ ___
41 20 ___ ___
95 19 ___ ___
___ ___
112 100
188 100
203 100
503 100
-
135
175
193
503
-
-
___ ___ -
-
___ ___ -
-
___ ___ -
-
Tabel 22
E5635
Vraag 323: Er is op dit moment een Canon van Nederland in voorbereiding; een geheel van belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven (dit is te zien op www.canonvannederland.nl). Vindt u dit nuttig voor het ? _________________
______________________________________ Primair Primair Primair 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ abs % abs % abs % abs %
______________________________________ ______________________________________ Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Ja, Ik vind het nuttig voor het beroeps,- en volwassenenonderwijs, maar niet met betrekking tot mijn eigen vakgebied ....
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
14
51
46
40
41
34
101
38
Ja het is nuttig voor het beroeps,- en volwassenenonderwijs, vooral met betrekking tot mijn vakgebied .............
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5
18*
39
34
47
39
91
35
Nee, ik vindt het niet nuttig voor het beroeps,- en volwassenenonderwijs
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
8
30
29
25
33
28
70
27
___ ___
Totaal ondervraagden ......
-
Ongewogen basis ..
-
-
___ ___
-
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
-
___ ___
-
-
___ ___
-
-
___ ___
-
-
___ ___
-
-
___ ___
-
-
___ ___
-
-
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
27 100
114 100
121 100
262 100
132
262
34
96
Vraag 33: Zou u een overstap overwegen om onderwijs te geven in een andere sector dan het regulier onderwijs?_ ________________ Ja, in het particulier onderwijs .............. Ja, in het bedrijfsleven ......... Ja, in de non-profitsector .... Andere soorten onderwijs\andere vakgebieden ......... Bijlessen\remedial teaching ................ Werk niet bij het regulier onderwijs (vraag klopt niet) .. Weet niet .............. Alle sectoren\maakt niet uit welke sector Speciaal onderwijs HBO\universitair onderwijs .............. Volwassen onderwijs .............. Als ik iets leuks tegen kom\ben me aan het orienteren . Ja, anders, namelijk ... .......................... Nee ....................... Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
Tabel 23 E5635 ______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
14
6
23
8
16
7
53
7
20
18*
21
11
20
10
60
12
4
15
14
12
15
13
33
13
25
11
22
7
18
8
66
9
19
17
39
21*
23
12*
82
16
5
19
27
23
26
21
57
22
9
4
14
5
11
5
34
4
4
3
8
4
14
7
26
5
3
12
8
7
6
5
18
7
3
1*
1
0
-
-
4
0
2
2
-
-
-
-
2
0
-
-
1
1
1
1
2
1
-
-
-
-
1
1
1
0
1
1
-
-
-
-
1
0
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
3 2
1 1
-
-
3 3
0 0
1 -
1 -
3 1
2 1*
1 -
0 -
6 1
1 0
2 -
6 -
3 1
2 1*
2 -
2 -
7 1
3 0
3 8
1* 3*
2 6
1 2
2
1
4 15
1 2
1 1
1 1
4 1
2 1
1 -
1 -
6 2
1 0
1 -
3* -
-
-
1 -
1 -
2 -
1 -
1
0
-
-
-
-
1
0
-
-
3
1
1
0
4
1
-
-
-
-
1
1
1
0
1
0
1
0
1
0
2
0
1
1
-
-
1
0
2
0
-
-
-
-
-
-
-
-
3
1
2
1
-
-
5
1
1
1
-
-
-
-
1
0
-
-
-
-
-
-
-
-
3 1 157 70 ___ ___
5 2 221 73 ___ ___
1 1 10 1 187 566 74 79* ___ ___ ___ ___
5 1 1 4* 60 108 57 54* ___ ___ ___ ___
1 0 7 1 142 309 62 70* ___ ___ ___ ___
226 101
303 100
237 100
766 101
116 104
190 101
203 100
224 100 269
302 100 252
237 100 241
762 100 762
112 100 135
188 100 175
203 100 193
14 51 ___ ___
61 53 ___ ___
68 56 ___ ___
142 54 ___ ___
509 101
29 106
114 100
121 100
264 101
503 100 503
27 100 34
114 100 96
121 100 132
262 100 262
2 9 8 7 11 9 1 2 7 6 5 4 3 10 4 4 8 6 3 11 33 29* 20 17 3 11 14 13 8 7 8 29* 11 10 15 13 3 12 23 20 32 26 15 ___ 14 ___ 12 ___ 22 ___ 18 ___4 ___
22 8 13 5 15 6 56 21 26 10 34 13 58 22 40 ___ 15 ___
Segmenten _________ Zorgzamen ............ Behoudenden ........ Genieters .............. Evenwichtigen ...... Luxezoekers .......... Zakelijken ............. Ruimdenkers ........ Geëngageerden .....
24 11 36 12 24 10 84 11 29 13 23 84 11 8* 32 14 29 13* 25 8 14 6 68 9 59 26 108 36* 58 25* 225 30 29 13* 11 6 54 7 4* 13 26 12* 17 6 18 7 60 8 10 36 15* 75 10 4* 30 10 17 ___8* ___ 53 ___ 17 ___ 41 ___ 17 ___ 111 ___ 15 ___
23 20* 15 8 12 10* 15 8 8 7 13 7 25 22* 54 29 12 11 15 8 16 14 22 12 10 9 23 12 32 ___ 17 ___7 ___6* ___
22 11 60 12 6 6 3* 32 2 5 1* 23 67 33 145 29 12 6 39 8 29 14 67 13 33 16 66 13 32 ___ 16 ___ 71 ___ 14 ___
Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
224 100 269
762 100 762
112 100 135
203 100 193
302 100 252
237 100 241
188 100 175
503 100 503
27 100 34
114 100 96
121 100 132
262 100 262
Leeftijd ______ _ 18-34 .................... 35-49 .................... 50+ .......................
224 100 -* -* -* 302 100* -* 237 ___ 100 ___- ___-* ___- ___-* ___
224 29 302 40 237 ___ 31 ___
112 100 -* -* -* 188 100* -* 203 -* -* 100* ___ ___ ___ ___ ___ ___
112 22 188 37 203 ___ 40 ___
Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
224 100 269
762 100 762
112 100 135
503 100 503
302 100 252
237 100 241
188 100 175
203 100 193
27 100 -* -* 27 10 -* 114 100* -* 114 43 121 100 121 ___ 46 -* -* ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ 27 100 34
114 100 96
121 100 132
262 100 262
Kunt u aangeven wat op u van toepassing is: _________________ Man ...................... Vrouw ...................
26 12* 52 17* 90 38* 167 22 198 250 ___ 147 ___ 595 ___ 78 88* ___ 83* ___ 62* ___ ___ ___
52 46* 94 50* 143 70* 289 57 60 ___ 94 ___ 60 ___ 214 ___ 43 54* ___ 50* ___ 30* ___ ___
Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
224 100 269
112 100 135
302 100 252
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
237 100 241
762 100 762
188 100 175
203 100 193
503 100 503
6 22* 58 51 21 55 ___ 49 78* ___ ___ ___ 27 100 34
114 100 96
73 60* 138 53 48 ___ 124 ___ 47 40* ___ ___ 121 100 132
262 100 262
Tabel 24
E5635
Kunt u aangeven wat u huidige samenlevingsvorm is? _________________ Ongehuwd ............ Ongehuwd samenwonend (nooit getrouwd geweest) Gehuwd ................ Weduwe \ Weduwnaar .......... Gescheiden ........... Geregistreerd partnerschap ......... Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
______________________________________ Primair Primair Primair 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ abs % abs % abs % abs %
36
56 114 2 5
16*
24
25* 12 51* 248 1 2*
3 12
8
19
6 4* 82* 179 1 4
5 21
8
______________________________________ ______________________________________ Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
79
10
17
15
29
16
18
3* 74 76 541
10 71
27 63
24* 17 56* 128
9 68
3 150
1 5
1 2
0 4
4 20
2 9*
9 39
0 2*
1 8
9*
64
13
5
18
11
10
10
1* 47 74* 340
9 68
10 11
35* 39*
11 75
10 67
2 95
1 6
1 1
3 3
3 12
3 11
11
2 10*
5 29
8
26
10
2* 23 78* 180
9 69
9
4 25
2 9
11 2 6 3 ___ ___5* ___ ___1* ___ ___
20 3 ___ ___
3 3 ___ ___
5 2 ___ ___
10 5 ___ ___
18 3 ___ ___
1 3 ___ ___
___ ___
3 2 ___ ___
3 1 ___ ___
224 100 269
762 100 762
112 100 135
188 100 175
203 100 193
503 100 503
27 100 34
113 100 95
121 100 132
261 100 261
302 100 252
237 100 241
Kunt u aangeven hoe u gezinssamenstelling is? _________________ Alleenstaande, jonger dan 65 jaar . Alleenstaande, 65 jaar of ouder ......... Gezin zonder kinderen, gezinshoofd jonger dan 35 jaar . Gezin zonder kinderen, gezinshoofd 35 tot 55 jaar ........ Gezin zonder kinderen, gezinshoofd ouder dan 55 jaar .. Gezin met kind(eren) van jonger dan 6 jaar .................... Gezin met kind(eren) van jonger dan 6 jaar, en kind(eren) van 6 jaar of ouder, gezinshoofd jonger dan 35 jaar . Gezin met kind(eren) van jonger dan 6 jaar, en kind(eren) van 6 jaar of ouder, gezinshoofd 35 jaar of ouder .... Gezin met kind(eren) 6 tot 13 jaar ... Gezin met kind(eren) 6 tot 13 jaar, en kind(eren) 13 jaar of ouder ......... Gezin met kind(eren) van 13 jaar of ouder, gezinshoofd jonger dan 55 jaar . Gezin met kind(eren) van 13 jaar of ouder, gezinshoofd 55 jaar of ouder .... Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
8*
31
14
24
32
14
87
11
11
10
19
10
26
13
56
11
5
18
8
7
13
11
27
10
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
0
1
0
-
-
-
-
1
1
1
0
72
32
-
-*
-
-*
72
9
34
30
-
-*
-
-*
34
7
11
40
-
-*
-
-*
11
4
14
6
22
7
13
6
48
6
2
2*
27
14*
17
8
46
9
2
6
16
2
1*
4
1*
73
31*
78
10
-
-*
5
3*
76
37*
81
16
-
-*
1
61
27*
15
5*
-
-*
76
10
32
29*
17
9
-
-*
49
10
6
20*
12
11
-
5
2
-
-
-
5
1
4
3
-
-
-
-
4
1
1
3
-
-
8
4*
42
14*
2
1*
52
7
8
7
24
13*
-
-*
32
6
-
-
13
1
0*
58
19*
2
1*
61
8
4
4*
31
16*
4
2*
39
8
-
-*
-
-*
55
18*
7
3*
62
8
3
3*
25
13*
10
5
38
8
-
21
10*
76
25*
57
154
20
6
5*
39
21*
30
15
75
15
3
-
24
9 6 51 22* 67 9 ___ ___4* ___ ___2* ___ ___ ___ ___
8 7 ___ ___
1 40 20* 49 10 ___ ___0* ___ ___ ___ ___
224 100 269
112 100 135
188 100 175
302 100 252
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
237 100 241
762 100 762
203 100 193
503 100 503
15
12
32
12
48
40
50
19
-*
17
7
-
-
1
0
11*
1
1*
14
5
29
26*
2
2*
31
12
-
15
13*
4
3*
18
7
13
19
17
17
40
15
___ ___ 27 100 34
14
1*
14
19 16 ___ ___-* ___ ___
19 7 ___ ___
113 100 95
261 100 261
121 100 132
Kunt u aangeven wat uw geloofsovertuiging is? _________________
Tabel 25 E5635 ______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Rooms-Katholiek . Nederlands Hervormd ............. Gereformeerd ........ Hindoe .................. Moslim ................. Boeddhist ............. Andere kerkelijke gezindte ................ Geen kerkelijke gezindte ................ Weet niet\wil niet zeggen .................. Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
65
29
96
32
89
38* 251
33
27
24
35
19
44
22
106
21
8
28
27
24
35
29
70
27
41 1 -
19 0 -
57 -
19 -
50 1 -
21 0 -
149 1 1 -
20 0 0 -
22 2 -
20 1 -
29 0 -
15 0 -
41 1 2
20 1 1
92 3 2
18 1 0
5 -
17 -
21 -
19 -
23 1 1
19 1 1
49 1 1
19 0 0
22
10
32
11
11
65
9
20
18*
23
12
20
10
64
13
2
8
12
11
8
7
23
9
90
40
113
37
84
286
38
40
36*
98
52*
90
44
228
45
13
47
49
43
49
41
111
42
4* 35
4 2 ___ ___
4 1 ___ ___
2 1 ___ ___
10 1 ___ ___
1 1 ___ ___
3 1 ___ ___
5 2 ___ ___
9 2 ___ ___
___ ___
3 3 ___ ___
3 2 ___ ___
6 2 ___ ___
224 100 269
302 100 252
237 100 241
762 100 762
112 100 135
188 100 175
203 100 193
503 100 503
27 100 34
113 100 95
121 100 132
261 100 261
35 16 38 13 32 13 32 14 45 15 56 24* 49 22 59 20 57 24 14 6 28 9 26 11 1 0 2 1 1 0 2 1 1 0 27 12 47 16 32 13 1 0* 1 0 3 1 10 6 2 1 4* 0* 21 9 32 11 8 4* 7 3 13 4 11 5 28 13* 26 9 11 5* ___ ___ ___ ___ ___ ___
106 14 133 17 165 22 69 9 3 0 3 0 106 14 1 0 4 0 17 2 61 8 30 4 65 9 ___ ___
8 26 13 61 12 7* 27 14 13 11 16 9* 36 18* 65 13 15 13* 39 21 49 24 103 20 22 20* 25 13 23 11 70 14 1 0 1 0 1 1 1 0 2 0 11 10 28 15 26 13 65 13 1 1 1 0 1 1 0 1* 4 3 12 3 4 6* 1* 18 19 17* 12 6 13 6 44 9 8 8 9 5 16 8 33 7 10 9 19 10 11 5 40 8 ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___ ___
5 18 3 13 7 24 5 18 3 13 1 3 3 12 ___ ___
16 14 27 22 15 13 15 12 26 23 25 21 14 12 18 15 3 2 2 2* 14 12 12 10 1 1 1 1 9 8 9 7 5 4 5 5 8 7 9 7 ___ ___ ___ ___
48 18 34 13 58 22 37 14 3 1 2 1 29 11 3 1 18 7 10 4 20 8 ___ ___
224 100 269
762 100 762
112 100 135
114 100 96
262 100 262
Vraag 40: Kunt u aangeven naar welke politieke partij u voorkeur uitgaat? __________________ VVD ..................... CDA ..................... PvDA .................... Groen Links .......... één NL .................. Groep Wilders ...... SP ......................... Leefbaar Nederland LPF ....................... SGP ...................... ChristenUnie ........ D66 ....................... Geen van deze ...... Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
302 100 252
237 100 241
188 100 175
203 100 193
503 100 503
27 100 34
121 100 132
Vraag 41: Kunt u aangeven of u ook lid bent van die politieke partij? __________________ VVD ..................... CDA ..................... PvDA .................... Groen Links .......... Groep Wilders ...... SP ......................... SGP ...................... ChristenUnie ........ D66 ....................... Geen lid van een politieke partij ...... Totaal antwoorden Totaal ondervraagden ...... Ongewogen basis ..
1 2 1 1 3 5 -
1 1 0 0 1 2 -
5 1 2 9 1
2 0 1 3 0
1 2 3 4 1 1 -
0 1 1 2* 0 0* -
2 3 8 6 1 1 5 16 1
0 0 1 1 0 0 1 2 0
4 3 1 3 3 -
3 2* 1 3 3* -
2 1 4 1 7 7 1 -
1 0* 2 1 4* 4 0 -
3 8 2 2 3 3 2
1 4* 1 1 1 1 1
5 9 9 4 10 13 7 2
1 2 2 1 2 3 1 0
-
-
3 3 1 1 1
3 2 1 1 1
27 100* 104 92 ___ ___ ___ ___
3 1 3 5 3 1 3 1
2 1 3 4 2 1 2 1
3 4 3 7 3 2 4 2
1 2 1 3 1 1 1 1
102 84* 234 89 ___ ___ ___ ___
211 94 ___ ___
284 94 ___ ___
226 95 ___ ___
721 95 ___ ___
98 87 ___ ___
167 89 ___ ___
181 89 ___ ___
446 89 ___ ___
224 100
302 100
237 100
762 100
112 100
189 101
203 100
504 100
27 100
114 100
121 100
262 100
224 100 269
302 100 252
237 100 241
762 100 762
112 100 135
188 100 175
203 100 193
503 100 503
27 100 34
114 100 96
121 100 132
262 100 262
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 26
E5635
Kunt u aangeven wat uw jaarlijkse bruto inkomsten zijn? _________________
______________________________________ ______________________________________ ______________________________________ Primair Primair Primair Voortge- Voortge- Voortge- Voortge- Beroeps Beroeps Beroeps 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Primair _ ________ zet 18-34_ ________ zet 35-49_ ________ zet 50+ _ ________ zet _ ________ 18-34 _ ________ 35-49 _ ________ 50+ _ ________ Beroeps_ ________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
53* 135
52*
59
29* 299
45
43
44*
52
32*
18
10* 113
26
13
57*
36
37
18
17*
67
30
59
30*
90
34* 114
56* 263
40
43
44
78
48*
56
31* 177
40
5
21
32
33
35
33
72
32
5
3
8
3
16
8*
29
4
2
2*
27
17*
99
55* 128
29
2
11*
18
19*
41
39*
62
27
Weet niet ..............
18
9*
12
5
6
3
36
5
2
2
4
3
3
2
10
2
1
3
4
4
3
3
8
3
Wil niet zeggen .....
11
5
16
6
7
3
34
5
7
7*
2
1
4
2
12
3
2
8
7
7
8
8
17
7
Tot 28.500,- ..........
105
28.500,- tot 45.000,- ................ Meer dan 45.000,-
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
Totaal ondervraagden ......
198 100
261 100
202 100
660 100
98 100
164 100
180 100
441 100
23 100
97 100
106 100
226 100
Ongewogen basis ..
237
217
207
661
153
170
441
28
82
115
225
118
Vraag 42: Kunt u aangeven wat uw geboorteland is? __________________ Nederland .............
223 100* 299
99
231
98
753
99
106
95
179
95
193
95
478
95
25
91
111
98
116
96
252
96
Duitsland ..............
-
-
2
1
-
-
2
0
-
-
2
1
2
1
4
1
1
3
1
1
-
-
2
1
Indonesië \ Nederlands Indië ..
-
-
-
-
3
1
3
0
-
-
-
-
0
0*
0
0
-
-
-
-
3
2
3
1
Nederlandse Antillen (+ Aruba)
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
-
-
0
0
1
0
-
-
-
-
2
1
2
1
Suriname ..............
-
-
-
-
2
1
2
0
1
1
2
1
3
2
6
1
-
-
-
-
-
-
-
-
Turkije ..................
1
0
-
-
-
-
1
0
1
1
2
1
-
-
3
1
-
-
-
-
-
-
-
-
Nog ander land .....
-
-
1
0*
-
-
1
0
4
3
2
1
5
2
10
2
2
6*
1
1
1
1
4
2
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
___ ___
Totaal ondervraagden ......
224 100
302 100
237 100
762 100
112 100
188 100
203 100
503 100
27 100
114 100
121 100
262 100
Ongewogen basis ..
269
252
241
762
135
175
193
503
34
132
262
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
96
Tabellenset per onderwijscategorie verdeeld in voltijd en deeltijd
Nomogram 36 | © TNS NIPO
Tabel 1
E5635
Vraag 1: Kunt u aangeven in welke onderwijssector u lesgeeft? _ __________________ Primair onderwijs ....... Voortgezet onderwijs . Beroeps,- en volwassenenonderwijs Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
150 -
100 -
421 -
100 -
762 -
100 -
65
100
330
100
503
100
-
-
-
-
-
-
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
62 ___
100 ___
149 ___
100 ___
262 ___
100 ___
150 141
100
421 439
100
762 762
100
65 61
100
330 337
100
503 503
100
62 60
100
149 148
100
262 262
100
Vraag 2: Kunt u aangeven wat de grondslag van de school is waar u nu werkzaam bent? _ __________________ Christelijke school (Rooms Katholiek) ..... Christelijke school (Protestants) ............... Algemeen Bijzonder ... Islamitische school ..... Openbare school ........ Bijzonder neutrale school ......................... Algemeen Christelijke school ......................... Opleidingen bij bedrijven\instellingen (commercieel) ............ Christelijke school (reformatorisch) ......... Geen religieuze grondslag .................... Gereformeerd ............. Interconfesionele school ......................... Noemt soort onderwijs Particulier onderwijs .. Anders, namelijk ... .... Weet niet .................... Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
33
22*
143
34
247
32
12
18
74
22
110
22
2
4
8
5
11
4
46 11 1 39
31* 7 1 26
90 28 3 133
21 7 1 32
178 53 4 231
23 7 1 30
15 10 25
23 16 38
78 50 89
24 15 -
23 16 30
5 3 20
8 5 -
27*
115 79 150
15 13 73
10 8 49
29 18 124
11 7 48
3
2*
1
0
4
1
-
-
1
0
3
1
-
-
-
-
-
-
1
1*
-
-
1
0
-
-
2
1
2
0
-
-
1
0
1
0
-
-
-
-
1
0
1
1
-
-
1
0
12
19
17
12
32
12
3
2
9
2
12
2
-
-
13
4
13
3
-
-
3
2
3
1
3
2*
2
1
6
1
2 -
3* -
1 6
0 2
4 8
1 1
3 -
5 -
4 -
3 -
7 -
3 -
2 7 2 ___
1
5 16 8 ___
1 2 1 ___
1 2 ___
1 2 ___
11 9 1 2 1 ___
3 3 0 1 0 ___
11 9 3 5 2 ___
2 2 1 1 0 ___
8 3 1 7 ___
-
4* 2 ___
1 7 2 2 8 ___
1 4 2 2 5 ___
2 17 5 3 15 ___
1 6 2 1 6 ___
153 149 148
103 100
268 262 262
102 100
1
3 5 5 ___
1* 1 ___
33*
13* 5* 1 11 ___
151 150 141
101 100
423 421 439
100 100
765 762 762
100 100
67 65 61
103 100
338 330 337
102 100
514 503 503
102 100
64 62 60
104 100
24
16
48
12
98
13
12
18
42
13
71
14
28
45*
21
14*
52
20
16 6 5 8 32
11* 4 3 6 21
29 21 12 14 92
7 5 3* 3 22
49 35 33 29 171
6 5 4 4 22
8 15 8 8 10
12 23 12 12 15
43 55 42 40 44
13 17 13 12 13
66 90 64 58 70
13 18 13 12 14
4 3 5 3 9
6 5 8 6 14
10 4 6 17 40
6 3 4 11 27
14 10 14 23 61
5 4 6 9 23
Vraag 3: Kunt u aangeven hoeveel scholen of vestigingen uw bestuur heeft? __________________ _ 1 school ...................... 2 scholen\vestigingen (enz) ........................... 3 vestigingen .............. 4 vestigingen .............. 5 vestigingen .............. 6-10 vestigingen ......... meer dan 10 scholen\vestigingen .... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
59 ___
40 ___
205 ___
49* ___
347 ___
45 ___
5 ___
8* ___
64 ___
19* ___
83 ___
17 ___
10 ___
16* ___
53 ___
35 ___
87 ___
33 ___
150 141
100
421 439
100
762 762
100
65 61
100
330 337
100
503 503
100
62 60
100
149 148
100
262 262
100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 2
E5635
Vraag 4: Kunt u aangeven hoeveel leerlingen er in totaal zijn op de vestigingen waar u werkt? ____________________
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
minder of gelijk aan 150 leerlingen ............
28
23
81
22
137
21
4
8
5
2
12
3
12
34*
6
151 tot en met 300 leerlingen ...................
53
42
143
38
274
41
5
10
13
4
25
6
2
6
13
301 tot en met 500 leerlingen ...................
24
19
89
24
142
21
5
9
26
9
40
9
3
10
501 tot en met 1000 leerlingen ...................
10
8
25
7
49
7
13
23
79
27
116
27
4
1001 tot en met 1500 leerlingen ...................
1
1
8
2
11
2
12
22
83
29
115
27
1501 tot en met 2000 leerlingen ...................
1
1*
12
3
22
3
6
12
26
9
44
2001 tot en met 3000 leerlingen ...................
4
3
4
1
12
2
8
14
34
12
3001 tot en met 5000 leerlingen ...................
4
3
9
2
12
2
1
2
16
5001 tot en met 10000 leerlingen ...................
-
-
2
1
3
0
-
-
10001 of meer leerlingen ...................
5*
21
10
10
23
11
24
19*
30
15
12
21
17
35
16
3
9
17
13
23
11
10
2
7
5
4
13
6
49
11
-
-
11
9
14
7
5
21
5
4
11
7
6
18
8
5
2
7
2
-
-
11
8
16
7
-
-
-
-
-
-
-
-
3
1
3
1
4
12
12
9
17
8
weet niet .....................
1 ___
1 ___
___
___
1 ___
0 ___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
Totaal ondervraagden .
126
100
373
100
664
100
54
100
288
100
432
100
34
100
129
100
210
100
Ongewogen basis .......
120
Gemiddelde ................
390
492.3 ______
669
504.2 ______
50
500.4 ______
291
1140.5* ______
429
1616.0 ______
32
1546.9 ______
127
3144.3 ______
209
3460.1 ______
3245.7 ______
Vraag 5: Kunt u aangeven hoeveel leerlingen er in totaal zijn op de school waar u werkt? ____________________ minder of gelijk aan 150 leerlingen ............
6
25
8
17
20
20
5
43*
1
3*
9
12
12
44
10
47
23
43
151 tot en met 300 leerlingen ...................
12
51
26
55
57
58
1
9*
1
3
2
3
5
17
1
5
8
15
301 tot en met 500 leerlingen ...................
3
14
13
27*
18
18
1
8
4
9
5
8
3
12
2
8
5
9
501 tot en met 1000 leerlingen ...................
2
10*
1
2
3
3
2
17
10
24
13
18
4
16
3
13
8
15
1001 tot en met 1500 leerlingen ...................
-
-
-
-
-
-
1
11
11
26
18
25
-
-
1
5
1
2
1501 tot en met 2000 leerlingen ...................
-
-
-
-
-
-
1
6
9
22
14
20
1
4
1
7
2
5
2001 tot en met 3000 leerlingen ...................
-
-
-
-
-
-
1
5
5
12
8
11
1
5
2
10
4
7
3001 tot en met 5000 leerlingen ...................
-
-
-
-
-
-
-
-
1
2
2
3
1
3
-
-
1
2
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
1 ___
4 ___
1 ___
2 ___
Totaal ondervraagden .
24
100
48
100
98
100
12
100
42
100
71
100
28
100
21
100
52
100
Ongewogen basis .......
21
5001 tot en met 10000 leerlingen ...................
Gemiddelde ................
281.7 ______
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
49 259.3 ______
93 258.3 ______
11 598.0* ______
46 1345.1 ______
74 1288.8 ______
28 657.6 ______
21 1005.5 ______
53 772.8 ______
Vraag 6: Kunt u aangeven hoe lang u al op deze school werkzaam bent? ___________________ Minder 5 jaar ............. Meer dan 5 jaar minder dan 10 jaar ................. Meer dan 10 jaar en minder dan 15 jaar ..... Meer dan 15 minder dan 20 jaar ................. Meer dan 20 jaar minder dan 25 jaar ..... 25 jaar of langer ......... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
E5635 ____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
Tabel 3 ____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
75
50*
162
38
297
39
38
57*
86
26*
165
33
31
51
56
38
113
43
40
27
106
25
203
27
8
13*
87
26
129
26
14
23
23
15
48
19
17
12
39
9*
87
11
6
9
32
10
51
10
8
13
10
7
23
9
7
5
24
6
47
6
2
3
28
8
35
7
3
6
20
13
26
10
3 ___7
2* ___5*
31 59 ___
7* 14* ___
42 87 ___
5 11 ___
2 ___9
3 14 ___
22 76 ___
7* 23* ___
25 99 ___
5 20 ___
2 ___3
3 ___5*
14 26 ___
10 17* ___
19 34 ___
7 13 ___
150 141
100
421 439
100
762 762
100
65 61
100
330 337
100
503 503
100
62 60
100
149 148
100
262 262
100
40
27
98
23
170
22
30
46*
52
16*
110
22
21
34
37
25
75
29
28
19
77
18
144
19
11
16
70
21
110
22
19
30*
25
17
55
21
24
16
47
11*
102
13
5
8
33
10
52
10
8
14
15
10
30
11
4
17
11
23
9
Vraag 7: Kunt u aangeven hoe lang u als docent\leerkracht werkzaam bent? __________________ _ Minder 5 jaar ............. Meer dan 5 jaar minder dan 10 jaar ................. Meer dan 10 jaar en minder dan 15 jaar ..... Meer dan 15 minder dan 20 jaar ................. Meer dan 20 jaar minder dan 25 jaar ..... 25 jaar of langer .........
17
12
19
5*
61
8
2
2
30
9
39
8
2
12 28 ___
8 19* ___
43 137 ___
10 33* ___
76 210 ___
10 28 ___
5 13 ___
7 20 ___
29 116 ___
9 35* ___
40 151 ___
8 30 ___
3 ___9
4 14* ___
12 44 ___
8 29* ___
18 62 ___
7 24 ___
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
150 141
100
421 439
100
762 762
100
65 61
100
330 337
100
503 503
100
62 60
100
149 148
100
262 262
100
Vraag 8: Hoeveel uren werkt u gemiddeld per week? __________________ Meer dan 40 uur per week ........................... 40 uur per week .......... 30 t\m 39 uur per week 20 t\m 29 uur per week Minder dan 20 uur per week ........................... Weet niet\Wil niet zeggen ........................ Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
-
-* -* -* -*
129 101 192 -
31 24 45 -*
129 101 192 190
17 13 25 25
-
-* -* -* -*
112 76 142 -
34 23 43 -*
112 76 142 104
22 15 28 21
-
-* -* -* -*
54 37 59 -
36* 25* 40* -*
54 37 59 49
20 14 23 19
150
100*
-
-*
150
20
65
100*
-
-*
65
13
62
100*
-
-*
62
24
___-
___-
___-
___-
___1
___0
___-
___-
___-
___-*
___4
___1
___-
___-
___-
___-
___2
___1
150 141
100
421 439
100
762 762
100
65 61
100
330 337
100
503 503
100
62 60
100
149 148
100
262 262
100
Vraag 9: Kunt u aangeven wat uw huidige functie is op school? (Meer antwoorden mogelijk) __________________ _ Leraar in opleiding ..... Docent eerstegraads ... Docent tweedegraads . Zij instromer (momenteel nog bezig met een aanvullende lerarenopleiding) ........ Bijlesgevend ............... Coördinator ................ Directeur (directrice) ..
-
-
-
-
-
-
13 17 35
20* 26 53
3 129 199
1* 39 60*
29 182 288
6 36 57
2 24 21
3 38* 34*
3 33 91
2 22 61*
8 69 141
3 27 54
___-
___-
___-
___-
___-
___-
1 9 5 ___-
2 14* 8 ___-
10 12 61 ___3
3 4* 19* ___1
17 28 69 ___3
3 6 14 ___1
5 9 1 ___1
9 14* 2* ___2
10 8 29 ___3
6 5 20* ___2
17 18 35 ___4
7 7 13 ___2
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
-
-
-
-
-
-
81 65 61
124 100
417 330 337
127 100
616 503 503
123 100
63 62 60
102 100
176 149 148
118 100
294 262 262
112 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 4
E5635
Vraag 10: Kunt u aangeven in welke functie schaal u nu zit? __________________
_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 Voortgezet < Voortgezet > Beroeps < 20 Beroeps > 30 uur p\ww uur p\w Primair 20 uur p\w 30 uur p\w Voortgezet ___________ uur p\w uur p\w Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
LA schaal .................. LB schaal .................. LC schaal .................. LD schaal .................. Wil niet zeggen .........
87 58* 9 6 2 2 1 1 51 34* ____ ___
288 68 40 10 11 2 4 1 78 19* ____ ___
502 66 72 9 14 2 8 1 167 22 ____ ___
5 8* 30 46 5 8* 8 13 17 26* ____ ___
2 1* 176 53 73 22* 60 18* 19 6* ____ ___
9 2 280 56 88 17 74 15 51 10 ____ ___
4 6 4 6* 3 4* 4 6 48 77* ____ ___
2 1 54 36 42 28* 7 5 44 30* ____ ___
7 3 86 33 53 20 14 5 102 39 ____ ___
Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
150 100 141
421 100 439
762 100 762
65 100 61
330 100 337
503 100 503
62 100 60
149 100 148
262 100 262
1 1 1 1 1 2 13 195 48 55 2 6
0 0 0 0 0 0 3 39 10 11 0 1
1 1 5 4 7 -
2 2 8* 6* 12 -
2 2 11 27 39 11 -
1 1 7 18 26* 8 -
3 2 14 50 49 21 -
1 1 5 19 19 8 -
3
1
2
4
3
2
5
2
Vraag 11: Kunt u aangeven of u vroeger in een andere functieschaal zat? __________________ LA schaal .................. LB schaal .................. Schaal 4 .................... Schaal 5 .................... Schaal 7 .................... Schaal 8 .................... schaal 9 ..................... schaal 10 ................... schaal 11 ................... Schaal 12 .................. Schaal 18 .................. Anders, namelijk ... ... Ben niet in loondienst\ben inval leerkracht \werk freelance .......... Wordt met andere schalen gewerkt\wordt niet gewerkt met schalen (werk in bedrijfsleven) ............ Nee ............................ Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
-
-
-
-
-
-
1 1 1 11 7 3 1
2* 2* 2* 18* 10 5 1
1 1 1 10 153 36 42 5
-
-
-
-
-
-
2
4*
-
____ ___ -
____ ___
-
-
-
____ ___ -
-
0 0 0 3 46* 11 13 2
-
1 1 37 56* ____ ___
4 1 76 23* ____ ___
8 2 165 33 ____ ___
6 10* 35 57* ____ ___
7 4 47 32* ____ ___
13 5 107 41 ____ ___
65 100 61
330 100 337
503 100 503
62 100 60
149 100 148
262 100 262
Vraag 12: Kunt u aangeven welk niveau opleiding u vóór uw lerarenopleiding heeft gevolgd? __________________ HAVO\VWO ............ MBO ......................... HBO .......................... Universiteit ...............
78 62 19 15 27 21 3 2 ____ ___
228 62 51 14 82 22 7 2 ____ ___
403 62 89 14 148 23 13 2 ____ ___
25 38 6 9 9 14* 26 39* ____ ___
104 31 29 9 105 32 92 28 ____ ___
170 34 37 7 156 31 139 28 ____ ___
14 23 9 14 20 32 19 30* ____ ___
34 23 40 27* 56 38 20 13* ____ ___
61 23 57 22 93 36 51 19 ____ ___
Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
127 100 118
369 100 387
654 100 655
65 100 61
330 100 337
503 100 503
62 100 60
149 100 148
262 100 262
Ja ............................... Nee ............................
141 94 9 6 ____ ___
396 94 25 6 ____ ___
715 94 47 6 ____ ___
59 90 6 10 ____ ___
307 93 23 7 ____ ___
462 92 41 8 ____ ___
56 91* 5 9* ____ ___
119 80 31 20 ____ ___
213 81 49 19 ____ ___
Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
150 100 141
421 100 439
762 100 762
65 100 61
330 100 337
503 100 503
62 100 60
149 100 148
262 100 262
Vraag 13: Het vak waarin u lesgeeft, sluit dit aan bij uw opleiding\specialisatie? __________________ _
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 5
E5635
Vraag 14: Kunt u aangeven of u werkervaring heeft opgedaan vóór uw huidige functiebekleding? Dit kan zijn binnen de onderwijssector maar ook daarbuiten. N.B.; stages en bijbanen worden hier niet mee bedoeld. ___________________ _
_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 Voortgezet < Voortgezet > Beroeps < 20 Beroeps > 30 uur p\ww uur p\w Primair 20 uur p\w 30 uur p\w Voortgezet ___________ uur p\w uur p\w Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Ja, ik heb werkervaring opgedaan elders in het onderwijs ........
74
49
170
40*
336
44
15
22*
122
37
180
36
18
30
48
32
87
33
Ja, ik heb werkervaring in andere sectoren
17
11
46
11
87
11
13
20
40
12
64
13
10
16
30
20
55
21
Ja, ik heb werkervaring opgedaan in het bedrijfsleven .............
11
7
28
7
54
7
18
28
68
21
111
22
26
42
59
39
95
36
Nee, ik heb geen eerdere werkervaring opgedaan ...................
48 32 ____ ___
177 42* ____ ___
286 37 ____ ___
20 31 ____ ___
100 30 ____ ___
148 29 ____ ___
8 13 ____ ___
13 9 ____ ___
25 10 ____ ___
Totaal ondervraagden
150 100
421 100
762 100
65 100
330 100
503 100
62 100
149 100
262 100
Ongewogen basis ......
141
439
762
61
337
503
60
148
262
Vraag 15: U heeft aangegeven dat u werkervaring heeft opgedaan in het onderwijs. Kunt u hieronder aangeven wat voor soort werkervaring dit betrof? (gesteld aan respondenten die bij vraag 14 antwoord 1 hebben gegeven) ___________________ _ werkervaring als docent\leerkracht elders
66
89
154
90
306
91
14
94
114
Werkervaring buiten het onderwijs op gedaan\in bedrijfsleven (had ingevuld geen ervaring in het onderwijs\fout enquête) .....
2
3
6
4
9
3
1
6
3
Directeur\adjuctdirecteur\manager\decaan .
2
2
1
1
4
1
-
-
Kinderdagverblijf\kleuterleidster ....
-
-
3
2
3
1
-
Klassenassistent(e)\onderwijsassistent(e) .....
1
1
7
4
10
3
Leraar\docent ............
2
3
1
1
3
1
Stagiare\lio ................
1
2
1
0
3
Leerkracht volwassenen onderwijs ............
-
-
-
-
Coördinator ...............
-
-
-
-
Stage begeleider ........
-
-
-
Groepsbegeleider ......
-
-
1
93
166
92
17
92
45
94
78
90
2*
8
5
1
8
-
-
3
3
4
4
4
2
-
-
1
2
2
2
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
0
0
-
-
-
-
2
2
-
-
-
-
-
-
-
-
1
2
1
1
1
-
-
1
1
1
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
1
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2
1
2
1
-
-
1
2
2
2
-
-
-
-
-
1
0
1
0
-
-
-
-
1
1
1
1
0
-
-
-
-
-
-
-
-
1
2
1
1
Andere functie, nl... ..
____ ___
____ ___
1 0 ____ ___
____ ___
1 0 ____ ___
1 0 ____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
Totaal antwoorden ....
74 100
174 102
341 102
15 100
126 103
184 102
18 100
49 102
90 103
Totaal ondervraagden
74 100
170 100
336 100
15 100
122 100
180 100
18 100
48 100
87 100
Ongewogen basis ......
67
177
333
16
127
184
17
48
86
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 6
E5635
Vraag 16: Welke activiteiten met betrekking tot de inhoud van uw vak onderneemt u naast het lesgeven? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________
_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 Voortgezet < Voortgezet > Beroeps < 20 Beroeps > 30 uur p\ww uur p\w Primair 20 uur p\w 30 uur p\w Voortgezet ___________ uur p\w uur p\w Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Deelname aan eindexamenopgaven ..
3
2
4
1
9
1
7
11
41
12
58
11
11
18*
58
39*
78
30
Deelname aan materiaal ontwikkelgroepen
22
15
63
15
124
16
20
30
128
39*
174
35
20
33*
100
67*
148
56
Deelname aan vakgroepsoverleg ......
22
15*
95
23
163
21
38
58*
244
74*
352
70
22
36*
106
71*
158
60
Deelname aan intervisie (binnen de school)
48
32*
175
42
306
40
18
28*
144
44*
202
40
7
12*
66
44*
90
34
Deelname aan(intervisie tussen scholen) ....
6
4*
67
16*
95
13
1
2*
38
11*
43
9
1
2*
20
13*
21
8
Lid van nascholingsgroep ......
4
3*
60
14*
89
12
1
2
29
9*
37
7
1
2
7
5
10
4
Lid actief lid vereniging vakdocenten (b.v Aardrijkskunde etc.) .
2
2
9
2
12
2
7
10
43
13
58
12
1
2
10
7
13
5
Bijscholing\cursussen \opleiding\conferenties \beurzen ....................
3
2
31
7*
41
5
3
4
7
2
12
2
4
7*
3
2
7
3
Coordinatie ...............
3
2
15
4
20
3
-
-
6
2
7
1
-
-
5
3
7
3
Buitenschoolse activiteiten ................
-
-
3
1
4
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Coaching\begeleiding (van collega's\stagebegeleiding\leerlingen) .
-
-*
15
4
27
3
1
1
15
5
20
4
1
2
9
6
14
5
Diverse werkgroepen \commissie's ..............
1
1*
12
3
20
3
2
3
18
6
27
5
2
3
4
3
7
3
ICT taken ..................
1
1
22
5*
26
3
5
7*
6
2
12
2
-
-
3
2
3
1
Ontwikkelen\inplementatie nieuwe werkvormen (onderwijsvernieuwingen) ...
-
-
1
0
3
0
2
3
16
5
20
4
-
-
6
4
6
2
Geprekken ouders .....
-
-
1
0
3
0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
0
MR\GMR lid .............
3
2
8
2
17
2
-
-
3
1
3
1
-
-
2
2
2
1
Administratie ............
-
-
2
0
3
0
-
-
1
0
1
0
-
-
1
0
1
0
Management team .....
-
-
5
1
5
1
-
-
3
1
4
1
-
-
2
1
2
1
BHV\EHBO leerkracht ..................
-
-
3
1
4
0
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
1
0
Overleg\vergaderingen
-
-
4
1
5
1
-
-
2
1
2
0
-
-
-
-
1
0
Bijhouden\lezen vakliteratuur ..............
-
-
-
-
1
0
-
-
4
1
5
1
-
-
-
-
-
-
Groepsleerkracht\vakdocent .......................
1
1
7
2
9
1
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
1
0
Examens afnemen\nakijken ......
-
-
-
-
-
-
-
-
3
1
4
1
-
-
6
4
6
2
Mentor ......................
-
-
-
-
-
-
3
4
5
1*
13
3
-
-
1
1
2
1
1
0
7
2*
7
1
2
2
11
3
12
2
4
7
4
3
10
4
Anders, namelijk ... ... Geen van deze ...........
74 49* ____ ___
147 35 ____ ___
284 37 ____ ___
15 23 ____ ___
37 11* ____ ___
77 15 ____ ___
21 34* ____ ___
13 9* ____ ___
45 17 ____ ___
Totaal antwoorden ....
196 131
755 179
1276 167
124 189
803 243
1142 227
96 155
427 286
634 242
Totaal ondervraagden
150 100
421 100
762 100
65 100
330 100
503 100
62 100
149 100
262 100
Ongewogen basis ......
141
439
762
61
337
503
60
148
262
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 7
E5635
Vraag 17: Hoeveel uur per week bent u gemiddeld kwijt met deze activiteiten? __________________ _
_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 Voortgezet < Voortgezet > Beroeps < 20 Beroeps > 30 uur p\ww uur p\w Primair 20 uur p\w 30 uur p\w Voortgezet ___________ uur p\w uur p\w Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
0-2 uur per week .......
42
55*
61
22*
151
32
21
41
93
32*
148
35
20
48*
22
16*
56
26
2-4 uur per week .......
20
26
87
32
145
30
15
29
82
28
119
28
12
29
34
25
54
25
4-6 uur per week .......
7
10*
57
21
91
19
7
15
50
17
70
17
5
12
24
18
35
16
6-8 uur per week .......
2
3*
30
11*
42
9
3
6
24
8
34
8
2
5*
18
14
27
12
8-10 uur per week .....
3
5
13
5
20
4
1
1
19
6*
21
5
1
3
12
9
15
7
10-15 uur per week ...
-
-
14
5
14
3
-
-
7
3
7
2
-
-
16
12*
17
8
15- 20 uur per week ..
2
2
5
2
7
2
3
6
10
3
16
4
-
-
5
4
7
3
Meer dan 25 uur per week ..........................
-
-
7
3
7
2
1
2
8
3
10
2
1
3
5
4
6
3
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
Totaal ondervraagden
76 100
274 100
478 100
50 100
293 100
426 100
41 100
137 100
217 100
Ongewogen basis ......
70
288
480
46
303
435
39
134
215
Gemiddelde ...............
2.78*
5.08*
4.23
4.08
4.84
4.53
3.49*
6.71*
5.65
____
____
____
____
____
____
____
____
____
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 8
E5635
Vraag 18: Kunt u aangeven of u naast het lesgeven zich ook met andere activiteiten voor de school bezighoudt? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________ _
_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 Voortgezet < Voortgezet > Beroeps < 20 Beroeps > 30 uur p\ww uur p\w Primair 20 uur p\w 30 uur p\w Voortgezet ___________ uur p\w uur p\w Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Zitting in de medezeggenschapsraad ...........
25
17*
118
28*
188
25
1
2*
35
11*
44
9
-
-*
Begeleiding buitenschoolsactiviteiten (toneel\muziek etc.) ...
43
29*
165
39*
275
36
8
12*
103
31*
136
27
1
Feestcommissie .........
37
25*
163
39
282
37
4
6
37
11
52
10
-
Activiteitencommissie (skikamp\zeilkamp\survivalkamp etc.) ...........................
37
25*
192
46*
298
39
6
10*
103
31*
139
28
Bibliotheek ...............
2
2
2
0
6
1
-
-
1
0
2
Culturele en creatieve projecten ...................
3
2
6
1
11
1
1
2
1
0
Foto\film\video organisatie .................
1
1
3
1
4
1
-
-
4
1
8
6
14
5
2
13
9
20
7
-*
12
8
16
6
-
-*
22
15*
25
10
0
-
-
-
-
-
-
3
1
-
-
-
-
-
-
4
1
-
-
-
-
-
-
Bijscholing\cursussen \opleiding\conferenties \beurzen ....................
-
-
3
1
5
1
-
-
2
1
2
0
-
-
1
1
1
0
Coordinatie ...............
4
3
29
7*
40
5
1
1
13
4*
14
3
-
-
2
1
2
1
Buitenschoolse activiteiten ................
-
-
4
1
4
0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Coaching\begeleiding (van collega's\stagebegeleiding\leerlingen) .
2
2
16
4
25
3
5
8
29
9
43
9
-
-*
10
6
14
5
Schoolkrant\redactie .
3
2
6
1
12
2
2
3
6
2
10
2
-
-
-
-
-
-
Diverse werkgroepen \commissie's\projecten
20
13
41
10
83
11
3
5
28
9
47
9
-
-
6
4
6
2
ICT taken ..................
2
2*
41
10*
47
6
2
3
14
4
17
3
2
3
-
-
2
1
Ontwikkelen\aanschaf \implementatie nieuwe werkvormen (onderwijsvernieuwingen) ...
-
-
9
2
13
2
-
-
9
3
9
2
-
-
1
1
1
0
Geprekken\voorlichten ouders .......................
-
-
3
1
5
1
-
-
4
1
4
1
-
-
2
1
4
1
MR\OR\GMR lid ......
3
2
9
2
19
2
-
-
-
-
-
-
-
-
2
1
2
1
Administratie ............
3
2
9
2
18
2
2
3
14
4
17
3
-
-
4
2
4
1
Management team .....
2
1
4
1
5
1
1
2
10
3
11
2
-
-
2
1
3
1
BHV\EHBO leerkracht ..................
3
2
13
3
20
3
-
-
4
1
4
1
-
-
1
1
1
0
Overleg\vergaderingen
2
1
4
1
9
1
-
-
2
1
3
1
1
2
1
1
3
1
Groepsleerkracht\vakdocent .......................
-
-
-
-
-
-
-
-
2
0
2
0
-
-
-
-
-
-
Examens maken\afnemen\nakijken ............
-
-
-
-
-
-
1
1
Mentor ......................
-
-
-
-
-
-
-
-*
Anders, namelijk ... ...
6
4
16
4
26
3
1
1
Geen van deze ...........
44 29* ____ ___
2
1
4
1
-
-
1
1
2
1
26
8
39
8
2
3
2
1
5
2
8
3
11
2
1
2
2
1
5
2
56 13* ____ ___
130 17 ____ ___
43 66* ____ ___
94 28* ____ ___
175 35 ____ ___
56 90* ____ ___
92 61* ____ ___
181 69 ____ ___
Totaal antwoorden ....
242 161
914 217
1525 200
82 125
549 167
791 157
63 102
182 122
308 118
Totaal ondervraagden
150 100
421 100
762 100
65 100
330 100
503 100
62 100
149 100
262 100
Ongewogen basis ......
141
439
762
61
337
503
60
148
262
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 9
E5635
Vraag 19: Kunt u aangeven of de tijd die u kwijt bent met deze activiteit (en) binnen de uren van uw arbeidscontract vallen of niet? De tijd die ik kwijt ben met deze activiteit(en): ___________________ _ valt volledig binnen de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ... valt grotendeels binnen de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ... valt ongeveer voor de helft buiten de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ........... komt grotendeels bovenop de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ........... komt volledig bovenop de vastgestelde uren uit mijn arbeidscontract ...
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
10
10
61
17
99
16
5
22
49
21
68
21
2
31
18
30
25
31
29
27
123
34
202
32
5
25
91
39
121
37
-
-
19
33
24
30
19
18
68
19
119
19
3
14
49
21
62
19
1
15
9
16
13
16
23
21
74
20
137
22
5
25
40
17
60
18
-
-
10
18
13
17
25 ___
24* ___
39 ___
11 ___
75 ___
12 ___
3 ___
15* ___
7 ___
3* ___
17 ___
5 ___
3 ___
54* ___
2 ___
3* ___
5 ___
6 ___
106 99
100
365 382
100
632 635
100
22 20
100
236 241
100
328 328
100
6 6
100
58 60
100
81 83
100
0 keer ......................... 1 keer ......................... 2 keer ......................... 3 keer ......................... 4 keer ......................... 5 keer ......................... Tussen de 5 en 10 keer Meer dan 10 keer .......
31 29 37 12 10 8 16 8 ___
21 19 24 8* 7 5 11 5 ___
99 72 72 61 30 24 38 24 ___
24 17 17 14 7 6 9 6 ___
163 141 145 99 62 42 72 38 ___
21 19 19 13 8 5 9 5 ___
27 9 14 9 1 1 1 3 ___
42* 14 21 14 1* 2 2* 5 ___
77 62 61 29 34 14 37 17 ___
23 19 18 9 10 4 11 5 ___
127 97 100 46 45 19 47 21 ___
25 19 20 9 9 4 9 4 ___
27 15 12 2 1 2 2 ___
44 24 20 4 2 3 4 ___
56 26 29 13 6 7 9 3 ___
37 17 19 9 4 5 6 2 ___
102 55 48 19 10 10 12 6 ___
39 21 18 7 4 4 5 2 ___
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
150 141
100
421 439
100
762 762
100
65 61
100
330 337
100
503 503
100
62 60
100
149 148
100
262 262
100
0 keer ......................... 1 keer ......................... 2 keer ......................... 3 keer ......................... 4 keer ......................... 5 keer ......................... Tussen de 5 en 10 keer Meer dan 10 keer .......
54 29 20 13 5 6 12 10 ___
36 20 13 9 3 4 8* 7* ___
131 91 80 43 20 26 16 14 ___
31* 22 19 10 5 6* 4 3 ___
261 162 138 69 34 35 36 28 ___
34 21 18 9 4 5 5 4 ___
39 6 7 3 4 2 1 4 ___
60 10* 11 5 6 3 2 5* ___
161 68 47 23 15 5 8 2 ___
49 21 14 7 5 2 2 1 ___
252 103 66 30 24 7 13 7 ___
50 20 13 6 5 1 3 1 ___
44 7 7 2 1 1 ___
71* 11 12 3 2 2 ___
69 31 27 8 3 5 5 2 ___
46* 21 18 6 2 3 3 1 ___
144 45 41 12 5 6 5 3 ___
55 17 16 5 2 2 2 1 ___
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
150 141
100
421 439
100
762 762
100
65 61
100
330 337
100
503 503
100
62 60
100
149 148
100
262 262
100
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis ....... Vraag 20: Kunt u aangeven hoe vaak u de afgelopen maand collega’s buiten school om gezien heeft? ___________________ _
Vraag 21: Kunt u aangeven hoe vaak u de afgelopen maand vakgenoten van andere scholen, buiten school om heeft gezien? ____________________
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 10
E5635
Vraag 22: Hoe vaak heeft u gemiddeld emailcontact met uw collega’s? ____________________
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
1 dag in de week of minder ........................
67
45
156
37*
306
40
17
27
65
20
109
22
35
57*
14
9*
55
21
2 dagen in de week .....
20
14
76
18
124
16
10
15
38
11*
69
14
8
12
8
6*
24
9
3 dagen in de week .....
18
12
54
13
103
13
11
17
42
13*
75
15
8
13
17
12
34
13
4 dagen in de week .....
12
8
26
6
51
7
6
9
49
15
68
14
3
5*
21
14
34
13
5 dagen in de week .....
19
12
72
17*
104
14
9
14
75
23*
91
18
1
2*
53
35*
68
26
6 dagen in de week .....
4
3
9
2
21
3
1
1*
25
8
33
7
1
1*
11
8
14
5
7 dagen in de week (elke dag) ...................
-
-*
16
4
23
3
6
9
34
10
46
9
1
1*
18
12*
21
8
Weet niet ....................
8*
6
13
3
31
4
5
12
2
5
8
7
4
12
5
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
Totaal ondervraagden .
150
100
421
100
762
100
65
100
330
100
503
100
62
100
149
100
262
100
Ongewogen basis .......
141
439
762
61
3
1*
9 ___
337
503
60
148
262
Vraag 23: Bent u lid \neemt u deel aan een of meerdere chatgroups\ discussiegroepen op internet? (Meer antwoorden mogelijk) _ ___________________ Ja, een chatgroup\ discussiegroep waarin het onderwijs centraal staat
6
4
32
7*
44
6
4
6
22
7
32
6
1
2
3
2
7
3
Ja, een chatgroup\discussiegroep waar de rol van de leraar centraal staat ............................
1
1
8
2
11
1
-
-
7
2
8
2
1
2
2
1
3
1
Ja, een chatgroup\discussiegroep over andere onderwerpen ...
2
1*
24
6
37
5
4
6
21
6
33
6
7
11*
4
2*
13
5
Nee, Ik neem geen deel aan chatgroups\discussiegroepen op het internet .......................
142
94
377
89
692
91
59
90
285
87
439
87
53
85
141
94
239
91
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
Totaal antwoorden .....
151
101
440
104
783
103
67
102
336
102
512
102
62
100
149
100
262
100
Totaal ondervraagden .
150
100
421
100
762
100
65
100
330
100
503
100
62
100
149
100
262
100
Ongewogen basis .......
141
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
439
762
61
337
503
60
148
262
Vraag 24: Kunt u aangeven of u lid bent van een van de volgende soort verenigingen? (Meer antwoorden mogelijk) _ ___________________ Een sportvereniging ... Een muziekvereniging Een toneelvereniging .. Een leesclub\literaire vereniging .................. Een dansvereniging .... Een beeldende kunst vereniging .................. Een studentenvereniging ... Een netwerkvereniging (Lion's Ronde Tafel Rotary etc.) ................ Een vrijwilligersvereniging (brandweer buurtvereniging etc.) .. Actief in kerkenwerk .. Bridgeclub ................. Carnavalsvereniging .. EHBO vereniging ....... Sportvereniging .......... Creatief algemeen ...... Natuurvereniging ....... Politieke partij\vakbond ............ Anders namelijk ... ..... Nee, geen van deze ..... Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
E5635 ____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
Tabel 11 ____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
56 23 2
37 15 1
179 41 7
43 10* 2
309 95 14
41 12 2
24 4 3
36 7 4
125 24 2
38 7 1*
200 31 7
40 6 1
25 7 2
40 11 3
52 9 4
35 6* 2
97 23 9
37 9 3
3 7
2 4
9 20
2 5
16 37
2 5
5 1
7 1
13 14
4 4
21 19
4 4
4 -
6 -
6 7
4 5*
11 7
4 3
3
2
10
2
22
3
5
7
7
2*
17
3
-
-
5
3
6
2
1
0
1
0
3
0
1
1
2
1
3
1
1
1
2
1
3
1
-
-
5
1
6
1
3
4
7
2
11
2
4
7*
1
1*
5
2
25 6 1 2 1 -
17 4 1 1 1 -
47 12 2 1 3 8 2 2
11 3 0 0 1 2 0 0
93 23 2 1 3 15 4 4
12 3 0 0 0 2 1 1
13 1 2 -
19 1 3 -
43 13 2 1 1 2 3
13 4 1 0 0 1 1
71 18 5 1 1 3 3
14 3 1 0 0 1 1
11 1 1 -
18 2 2 -
23 1 4 1
16 1 3 1
41 2 1 5 1
16 1 0 2 0
4 55 ___
3 37 ___
1 6 157 ___
0 1 37 ___
2 12 281 ___
0 2 37 ___
3 24 ___
5 37 ___
6 16 136 ___
2 5 41 ___
7 22 198 ___
1 4 39 ___
1 1 18 ___
2 2 29 ___
2 6 58 ___
1 4 39 ___
4 8 97 ___
2 3 37 ___
188 150 141
125 100
512 421 439
121 100
942 762 762
124 100
88 65 61
134 100
418 330 337
127 100
636 503 503
126 100
76 62 60
123 100
180 149 148
121 100
320 262 262
122 100
76
61
123
62
14
57
31
59
57
60
Vraag 240: Een sportvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur .............................. Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........ 7 uur of meer ..............
8 ___2
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
113
63*
217
70
9
14 ___3
47 19 ___
26* 11 ___
66 26 ___
21 ___8
9 ___5
39 22 ___
40 ___9
32 ___7
57 19 ___
29 10 ___
9 ___2
35 ___8
14 ___7
27 14 ___
29 10 ___
30 10 ___
56 56 53
100 100
179 179 187
100 100
309 309 310
100 100
24 24 20
100 100
125 125 136
100 100
200 200 206
100 100
25 25 25
100 100
52 52 52
100 100
97 97 98
100 100
46
83*
39*
Vraag 240: Een muziekvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur .............................. Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........ 7 uur of meer ..............
17
87
26
76
65
80
2
69
10
42
14
49
5
82
4
53
15
73
3 ___-
13 ___-
7 ___1
20 ___4
15 ___1
19 ___2
1 ___-
31 ___-
10 ___3
44 13 ___
11 ___3
40 11 ___
1 ___-
18 ___-
2 ___2
23 24 ___
4 ___2
19 ___8
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
20 20 17
100 100
35 35 37
100 100
82 82 79
100 100
2 2 3
100 100
23 23 25
100 100
28 28 32
100 100
6 6 6
100 100
7 7 8
100 100
20 20 21
100 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 12
E5635
Vraag 240: Een toneelvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
1
54
4
56
6
43
2
61
1
100
4
65
1
50
1
34
3
37
1 ___
46 ___
3 ___
44 ___
7 ___
57 ___
1 ___
39 ___
___
___
2 ___
35 ___
1 ___
50 ___
2 ___
66 ___
5 ___
63 ___
Totaal antwoorden .....
2
100
7
100
13
100
3
100
1
100
6
100
2
100
4
100
9
100
Totaal ondervraagden .
2
100
7
100
13
100
3
100
1
100
6
100
2
100
4
100
9
100
Ongewogen basis .......
2
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........
7
13
2
1
5
2
3
8
Vraag 240: Een leesclub\literaire vereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
2
52
8
87
13
83
5
100
13
100
21
100
4
100
6
100
11
100
2 ___
48 ___
1 ___
13 ___
3 ___
17 ___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
3
100
9
100
16
100
5
100
13
100
21
100
4
100
6
100
11
100
Totaal ondervraagden .
3
100
9
100
16
100
5
100
13
100
21
100
4
100
6
100
11
100
Ongewogen basis .......
3
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........ Totaal antwoorden .....
9
15
3
11
17
3
6
11
Vraag 240: Een dansvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ____________________ Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
6
88
17
84
30
81
1
100
13
93
18
95
-
-
6
85
6
85
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........
1
12
1
7
4
10
-
-
1
7
1
5
-
-
-
-
-
-
7 uur of meer ..............
___
___
2 ___
9 ___
3 ___
9 ___
___
___
___
___
___
___
___
___
1 ___
15 ___
1 ___
15 ___
Totaal antwoorden .....
7
100
20
100
37
100
1
100
14
100
19
100
-
-
7
100
7
100
Totaal ondervraagden .
7
100
20
100
37
100
1
100
14
100
19
100
-
-
7
100
7
100
Ongewogen basis .......
7
21
38
1
14
19
-
7
7
Vraag 240: Een beeldende kunst vereniging Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ____________________ Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
3
100
5
54*
16
73
3
52
5
64
11
65
-
-
5
100
6
100
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........
46*
-
-
5
6
27
1
21
2
23
4
23
-
-
-
-
-
-
7 uur of meer ..............
___
___
___
___
___
___
1 ___
26 ___
1 ___
12 ___
2 ___
13 ___
___
___
___
___
___
___
Totaal antwoorden .....
3
100
10
100
22
100
5
100
7
100
17
100
-
-
5
100
6
100
Totaal ondervraagden .
3
100
10
100
22
100
5
100
7
100
17
100
-
-
5
100
6
100
Ongewogen basis .......
3
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
9
20
4
8
16
-
5
6
Tabel 13
E5635
Vraag 240: Een studentenvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
1
100
1
100
2
82
1
100
2
80
2
85
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........
____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
-
-
2
100
2
68
-
-
-
-
1
18
-
-
0
20
0
15
-
-
-
-
-
-
7 uur of meer ..............
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
1 ___
100 ___
___
___
1 ___
32 ___
Totaal antwoorden .....
1
100
1
100
3
100
1
100
2
100
3
100
1
100
2
100
3
100
Totaal ondervraagden .
1
100
1
100
3
100
1
100
2
100
3
100
1
100
2
100
3
100
Ongewogen basis .......
1
1
4
1
2
3
1
2
3
Vraag 240: Een netwerkvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
-
-
5
100
6
100
2
100
6
100
8
85
3
73
1
100
4
78
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
15
-
-
-
-
-
-
7 uur of meer ..............
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
1 ___
27 ___
___
___
1 ___
22 ___
Totaal antwoorden .....
-
-
5
100
6
100
2
100
6
100
9
100
4
100
1
100
5
100
Totaal ondervraagden .
-
-
5
100
6
100
2
100
6
100
9
100
4
100
1
100
5
100
Ongewogen basis .......
-
5
6
2
6
9
4
1
5
Vraag 240: Een vrijwilligersvereniging - Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
18
70
37
77
70
75
11
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........
5
19
9
19
18
19
3 ___
11 ___
2 ___
3 ___
5 ___
6 ___
7 uur of meer ..............
83
32
76
51
73
8
70
10
43
21
51
0
4
7
16
9
13
2
15
8
35
13
31
2 ___
13 ___
3 ___
8 ___
9 ___
14 ___
2 ___
15 ___
5 ___
22 ___
7 ___
18 ___
Totaal antwoorden .....
25
100
47
100
93
100
13
100
42
100
69
100
11
100
23
100
41
100
Totaal ondervraagden .
25
100
47
100
93
100
13
100
42
100
69
100
11
100
23
100
41
100
Ongewogen basis .......
23
48
88
11
49
75
12
23
42
Vraag 240: Anders Kunt u aangeven hoeveel uren per week u besteedt aan deze verenigingen? ___________________ _ Minder of gelijk aan 3 uur ..............................
8
52
30
72
53
72
6
60
24
54
35
55
2
50
6
39
12
49
Meer dan 3 uur maar minder dan 7 uur ........
6
36
11
26
18
25
4
40
12
27
18
29
2
50
8
53
11
45
2 ___
12 ___
1 ___
2 ___
3 ___
3 ___
___
___
9 ___
19 ___
10 ___
16 ___
___
___
1 ___
8 ___
1 ___
5 ___
7 uur of meer .............. Totaal antwoorden .....
16
100
41
100
74
100
10
100
45
100
63
100
5
100
16
100
23
100
Totaal ondervraagden .
16
100
41
100
74
100
10
100
45
100
63
100
5
100
16
100
23
100
Ongewogen basis .......
14
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
41
72
8
47
64
4
16
23
Vraag 25: U heeft aangegeven van een sportvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________ Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Anders, namelijk ... .... Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
E5635 ____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
Tabel 14 ____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
46
83
152
85
268
87
19
81
98
78
156
78
18
72
41
78
77
79
1
2
12
6
14
5
2
9
8
6
17
8
3
11
3
6
7
7
8
14
20
11
33
11
5
19
22
18
34
17
6
26*
4
7
11
11
2 ___1
4 ___2
14 10 ___
8 ___6
19 14 ___
6 ___5
1 ___-
4 ___-
10 ___4
8 ___3
17 ___5
9 ___3
3 ___1
14 ___3
4 ___3
8 ___7
8 ___4
9 ___4
59 56 53
105 100
207 179 187
116 100
349 309 310
113 100
27 24 20
114 100
142 125 136
113 100
229 200 206
114 100
31 25 25
126 100
55 52 52
106 100
107 97 98
111 100
13
67
27
78
60
73
2
100
16
72
21
74
5
82
5
66
15
72
4
19
5
16
14
17
-
-
3
13
3
11
-
-
1
13
1
5
16
5
19
2
34
1
10
4
19
Vraag 25: U heeft aangegeven van een muziekvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________ Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Anders, namelijk ... ....
2
11
9
26
18
22
1
31
4
1 ___1
5 ___5
3 ___2
9 ___7
6 ___8
8 ___9
___-
___-
0 ___1
2* ___5
0 ___1
1 ___4
___-
___-
2 ___1
23 11 ___
3 ___1
14 ___4
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
21 20 17
108 100
47 35 37
135 100
105 82 79
128 100
3 2 3
131 100
25 23 25
108 100
30 28 32
109 100
7 6 6
116 100
9 7 8
123 100
23 20 21
112 100
1
46
6
86
10
80
1
39
1
100
4
72
2
100
3
74
6
66
-
-
1
14
1
7
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
13
Vraag 25: U heeft aangegeven van een toneelvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________ Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Anders, namelijk ... ....
1
54
-
-
2
13
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2
21
___-
___-
___-
___-
___-
___-
2 ___-
61 ___-
___-
___-
2 ___-
28 ___-
___-
___-
1 ___1
26 40 ___
1 ___1
11 16 ___
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
2 2 2
100 100
7 7 7
100 100
13 13 13
100 100
3 3 2
100 100
1 1 1
100 100
6 6 5
100 100
2 2 2
100 100
5 4 3
140 100
11 9 8
127 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 15
E5635
Vraag 25: U heeft aangegeven van een leesclub\literaire vereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________ _
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Anders, namelijk ... .... Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
2
52
7
81
13
80
2
51
11
85
16
74
2
66
3
48
7
62
-
-
-
-
-
-
-
-
1
6
1
4
1
34
1
16
2
19
-
-
1
13
1
7
-
-
-
-
-
-
-
-
1
17
1
8
2 ___
48 ___
1 1 ___
11 7 ___
1 2 ___
6 14 ___
2 ___
49 ___
1 ___
9* ___
5 ___
22 ___
___
___
1 ___
19 ___
1 ___
10 ___
3 3 3
100 100
10 9 9
113 100
17 16 15
107 100
5 5 3
100 100
13 13 11
100 100
21 21 17
100 100
4 4 3
100 100
6 6 6
100 100
11 11 11
100 100
6
85
20
96
33
88
1
100
14
100
19
100
-
-
4
60
4
60
-
-
-
-
-
-
-
-
1
7
1
5
-
-
-
-
-
-
2 1 ___
25 15 ___
2 ___
9 ___
3 4 ___
9 10 ___
___
___
___
___
___
___
___
___
2 1 ___
28 13 ___
2 1 ___
28 13 ___
8 7 7
125 100
21 20 21
105 100
40 37 38
107 100
1 1 1
100 100
15 14 14
107 100
20 19 19
105 100
-
-
7 7 7
100 100
7 7 7
100 100
3
100
10
100
22
100
5
100
7
100
16
94
-
-
5
100
5
88
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
6
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
12
___
___
___
___
___
___
___
___
1 ___
12 ___
1 ___
5 ___
___
___
___
___
___
___
3 3 3
100 100
10 10 9
100 100
22 22 20
100 100
5 5 4
100 100
8 7 8
112 100
18 17 16
105 100
-
-
5 5 5
100 100
6 6 6
100 100
Vraag 25: U heeft aangegeven van een dansvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ____________________ _ Ik ben alleen lid .......... Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Anders, namelijk ... .... Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis ....... Vraag 25: U heeft aangegeven van een beeldende kunst vereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ____________________ Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 16
E5635
Vraag 25: U heeft aangegeven van een studentenvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _ ___________________ Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Anders, namelijk ... .... Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
1
100
-
-
2
73
-
-
2
100
2
77
-
-
-
-
-
-
-
-
1
100
1
27
-
-
-
-
-
-
1
100
1
48
2
64
___
___
___
___
___
___
1 ___
100 ___
___
___
1 ___
23 ___
___
___
1 ___
52 ___
1 ___
36 ___
1 1 1
100 100
1 1 1
100 100
3 3 4
100 100
1 1 1
100 100
2 2 2
100 100
3 3 3
100 100
1 1 1
100 100
2 2 2
100 100
3 3 3
100 100
-
-
2
41
3
51
-
-
4
72
4
46
2
50
1
100
3
59
-
-
-
-
-
-
2
100
2
28
4
39
-
-
-
-
-
-
-
-
3
59
3
49
1
49
-
-
2
26
2
47
-
-
2
38
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
1 ___
27 ___
___
___
1 ___
22 ___
-
-
5 5 5
100 100
6 6 6
100 100
3 2 2
149 100
6 6 6
100 100
10 9 9
110 100
5 4 4
123 100
1 1 1
100 100
6 5 5
119 100
7
29
17
36
34
37
8
66
16
37
28
41
2
16
3
12
7
16
3
14
18
37
28
30
3
27
21
50
31
44
3
25
14
59
19
46
12
50
20
42
36
39
3
21
9
20
15
21
4
32
9
39
16
38
2 3 ___
7 12 ___
3 5 ___
6 10 ___
7 8 ___
8 9 ___
2 ___
17 ___
3 1 ___
7 2 ___
7 1 ___
10 1 ___
4 1 ___
34* 8 ___
1 1 ___
5 4 ___
6 2 ___
14 6 ___
28 25 23
112 100
62 47 48
132 100
113 93 88
122 100
17 13 11
131 100
49 42 49
117 100
81 69 75
117 100
13 11 12
115 100
28 23 23
120 100
50 41 42
121 100
Vraag 25: U heeft aangegeven van een netwerkvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________ Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis ....... Vraag 25: U heeft aangegeven van een vrijwilligersvereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) _ ___________________ Ik ben alleen lid .......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging .............. Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging .. Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging .................. Anders, namelijk ... .... Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Vraag 25: U heeft aangegeven van een andere vereniging lid te zijn. kunt u hieronder aankruisen wat van toepassing is? (Meer antwoorden mogelijk) ___________________
Tabel 17 E5635 _____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 Voortgezet < Voortgezet > Beroeps < 20 Beroeps > 30 uur p\ww uur p\w Primair 20 uur p\w 30 uur p\w Voortgezet ___________ uur p\w uur p\w Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Ik ben alleen lid ......... Ik heb een algemene bestuursfunctie binnen de vereniging ............ Ik ben actief voor een bepaalde commissie binnen de vereniging . Ik coach\ geef les aan leden van de vereniging ................. Anders, namelijk ... ...
9
60
18
44
38
51
5
54
22
48
30
47
2
53
10
64
14
58
3
17
4
11
9
12
2
17
17
39
20
32
-
-
3
17
3
12
7
43
11
26
19
26
2
25
10
23
19
29
1
23
3
20
6
27
4 27 ____1 ___5
4 11 10 26 ____ ___
9 12 15 20 ____ ___
1 11 10 ____1 ___
5 12 ____2 ___4
7 11 ____4 ___6
1 23 ____- ___-
3 19 ____ ___
1 5 3 13 ____ ___
Totaal antwoorden .... Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
23 151 16 100 14
48 117 41 100 41
90 121 74 100 72
11 117 10 100 8
56 125 45 100 47
79 125 63 100 64
5 100 5 100 4
19 121 16 100 16
27 114 23 100 23
Vraag 26: Heeft u momenteel een politieke \ openbare bestuursfunctie? (Hierbij kunt u bijvoorbeeld denken aan gemeenteraadslid of een bestuursfunctie binnen een (gemeentelijke) politieke partij) ___________________ _ -
-
1
0
1
0
-
-
3
1
4
1
1
2*
-
-
1
0
-
-
3
1
3
0
-
-
4
1
4
1
1
2
2
1
3
1
-
-
1
0
1
0
-
-
1
0
2
0
-
-
-
-
-
-
2 -
1 -
-
-
2 -
0 -
1 -
2 -
1
0
1 1
0 0
-
-
2
1
2
1
Ja, namelijk ... ........... Bestuurslid politieke partij ......................... Bestuurslid\commissielid (algemeen) ....... Bestuurslid\medezeggenschapsraad onderwijs .................. Gemeenteraadslid ...... Deelraad\adviesraad gemeente ................... Nee ............................
1 1* 147 98 ____ ___
417 99 ____ ___
1 0 755 99 ____ ___
64 98 ____ ___
322 98 ____ ___
492 98 ____ ___
1 1 59 95 ____ ___
1 1 145 97 ____ ___
2 1 254 97 ____ ___
Totaal antwoorden .... Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
150 100 150 100 141
421 100 421 100 439
762 100 762 100 762
65 100 65 100 61
330 100 330 100 337
504 100 503 100 503
62 100 62 100 60
149 100 149 100 148
262 100 262 100 262
Vraag 27: Hoeveel uur per week bent u gemiddeld kwijt met het uitoefenen van deze functie? ___________________ Minder dan 2 uur per week .......................... 2-4 uur per week ....... 4-6 uur per week ....... 6-8 uur per week ....... 8-10 uur per week ..... 15- 20 uur per week .. Meer dan 25 uur per week ..........................
____- ___-
Totaal antwoorden .... Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
3 100 3 100 2
2 1 -
57 43 -
3 1 1
61 17 13 9
1 100 -
____- ___-
____- ___-
____- ___-
11 ____1 ___
____1 ___8
____- ___-
____- ___-
____- ___-
4 100 4 100 5
7 100 7 100 7
1 100 1 100 1
8 100 8 100 8
11 100 11 100 11
3 100 3 100 3
4 100 4 100 5
8 100 8 100 8
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
64 21 15
4 1 1 1
4 0 2 1 -
46 4* 23 15 -
5 0 2 1 2 -
43 3 17 7 21 -
1 2 -
26 74 -
2 1 2
40 20 40
3 2 1 2
34 31 11 24
Tabel 18
E5635
Vraag 28: Als u kijkt naar uw beroep als onderwijsgevende, met welke beroepen vindt u de onderwijsgevende vergelijkbaar? __________________ _
_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 Voortgezet < Voortgezet > Beroeps < 20 Beroeps > 30 uur p\ww uur p\w Primair 20 uur p\w 30 uur p\w Voortgezet ___________ uur p\w uur p\w Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
Onvergelijkbaar met andere beroepen ........
87
58
263
62*
451
59
34
52*
240
73*
336
67
27
43
81
54
133
51
Vergelijkbaar met beroepen in andere maatschappelijke sectoren zoals gezondheidszorg, welzijn etc.
61
41
143
34*
289
38
25
38*
73
22*
134
27
24
39
43
29*
91
35
Vergelijkbaar met alle andere beroepen (bedrijfsleven, overheid)
1
1
11
3
15
2
5
8
10
3*
21
4
11
18
19
13
32
12
Er zijn overeenkomsten maar ook verschillen met andere beroepsgroepen .........
-
-
-
-
2
0
1
1
1
0
2
0
-
-
-
-
-
-
Coach\trainer ............
-
-
-
-
-
-
-
-
3
1
4
1
-
-
2
2
2
1
Vergelijkbaar met leidinggevende functies
-
-
1
0
1
0
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
1
0
Je werkt veel meer uren dan op papier (dat is onbetaald)\je werk is nooit af ..................
-
-
1
0
3
0
-
-
-
-
1
0
-
-
-
-
-
-
Anders, namelijk ... ...
-
-
3
1
3
0
-
-
4
1
6
1
-
-
5
4
5
2
Weet niet ...................
____ ___
1 0 ____ ___
1 0 ____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
____ ___
Totaal antwoorden ....
150 100
424 101
764 100
65 100
331 100
505 100
62 100
152 102
264 101
Totaal ondervraagden
150 100
421 100
762 100
65 100
330 100
503 100
62 100
149 100
262 100
Ongewogen basis ......
141
439
762
61
337
503
60
148
262
Vraag 29: Waar ligt het accent van uw werk? _ __________________ Op het leerproces ......
40
27*
75
18*
156
20
15
23
58
Op de leerinhoud .......
8
5
25
6
45
6
9
15*
13
18 4*
92
18
6
9*
34
33
7
13
22*
10
23 7*
48
19
27
10
Op beide ....................
102 68 ____ ___
321 76 ____ ___
561 74 ____ ___
41 63* ____ ___
259 78* ____ ___
378 75 ____ ___
43 69 ____ ___
105 70 ____ ___
186 71 ____ ___
Totaal antwoorden ....
150 100
421 100
762 100
65 100
330 100
503 100
62 100
149 100
262 100
Totaal ondervraagden
150 100
421 100
762 100
65 100
330 100
503 100
62 100
149 100
262 100
Ongewogen basis ......
141
439
762
61
337
503
60
148
262
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Vraag 30: Op welke manier heeft er naar uw mening in de afgelopen jaren een feitelijke functieverbreding van het beroep plaatsgevonden? (gesteld aan respondenten die drie jaar of lander als docent\leerkracht werkzaam zijn) ___________________ Onderwijsgevenden hebben steeds meer kennis nodig om bij te blijven in hun vak ..... Onderwijsgevenden krijgen steeds meer opvoedende taken ..... Onderwijsgevenden krijgen steeds meer te maken met de zorg\hulpverlening voor leerlingen (kinderen met gedragstoornissen, obesitas etc.) ............. Andere taken die voor functieverbreding zorgen, namelijk ... ... Aanpassingen maken m.b.t. onderwijsvernieuwingen\nieuwe manier van leren ....... Administatieve taken Begeleiden van\omgang met ouders ........ Begeleiding stagiaires \lio\startende leerkrachten .............. Buitenschoolse activiteiten\opvang\huiswerkbegeleiding ........ Coördinerende taken . Coaching\begeleiding(algemeen) .............. Eisen die overheid en inspectie stellen ......... Toename andere taken (schoonmaak, geen conciërge meer\management ) ... Veel vergaderingen\ovelegsituaties\evalueren\werkgroepen\projecten ........................ Het signaleren en begeleiden van leerlingen met problemen .... Het (leren) werken met de computer (kinderen\leerkrachten )\ICT ......................... Meer belasting met extra studiedagen\bijscholing (leerkrachten hebben steeds meer vaardigheden nodig) . Steeds meer vakken geven\vakintegratie ... Organisatorische taken Omgaan met maatschappelijke problemen ................. PR-activiteiten voor de school ................... Weet niet\geen mening
Tabel 19 E5635 _____________________________________ ____________________________________ _ _____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 Voortgezet < Voortgezet > Beroeps < 20 Beroeps > 30 uur p\ww uur p\w Primair 20 uur p\w 30 uur p\w Voortgezet ___________ uur p\w uur p\w Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
68
56
234
64
416
63
9
22
102
33
134
31
20
42
63
50
100
46
100
82
326
89*
574
86
27
62*
260
85*
357
83
17
36*
73
58
113
52
113
92
341
93
616
93
34
79
274
90*
380
88
14
29*
79
62*
122
57
4
4
5
1
13
2
1
2
10
3
12
3
8
17*
9
7
19
9
4
3
8 17
2 5
10 27
1 4
4 -
9 -
27 6
9 2
38 8
9 2
4 -
8 -
12 10
10 8
20 13
9 6
1
1
3
1
8
1
-
-
4
1
4
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
3
1
4
1
-
-
-
-
1
1
2 -
1 -
11 2
3 1
16 4
2 1
-
-
2 -
1 -
3 -
1 -
1 -
2 -
1 1
1 1
2 1
1 0
-
-
-
-
-
-
-
-
3
1
3
1
-
-
4
3
7
3
3
3
6
2
12
2
1
3
4
1
6
1
-
-
1
1
1
1
1
1
10
3
12
2
2
4
6
2
11
2
-
-
3
2
4
2
-
-
7
2
9
1
-
-
7
2
7
2
1
3
3
2
5
2
-
-
8
2*
9
1
-
-
4
1
5
1
1
3
4
3
5
2
2
2
14
4
19
3
-
-
2
1
4
1
-
-
2
2
2
1
1
1
6
2
11
2
-
-
4
1
4
1
-
-
4
3
5
2
-
-
3 -
1 -
4 -
1 -
-
-
6 -
2 -
8 1
2 0
-
-
1 3
1 2
1 4
0 2
-
-
-
-
3
0
-
-
2
1
2
1
-
-
-
-
2
1
____2 ___2
1 0 ____4 ___1
3 0 ____6 ___1
____3 ___6*
____1 ___0*
____7 ___2
19* ____9 ___
2 2 ____6 ___5*
2 1 18 ___8 ____
Totaal antwoorden .... Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
301 246 122 100 111
1006 276 365 100 375
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
1773 267 665 100 654
80 187 43 100 38
729 238 306 100 311
998 230 433 100 428
74 157 47 100 45
281 222 126 100 125
447 207 217 100 215
Tabel 20
E5635
Vraag 31: Volgens de Nederlandse wetgeving heeft onderwijs onder meer als uitgangspunt dat er een bijdrage geleverd wordt aan actief burgerschap en sociale integratie van leerlingen. Op welke wijze geeft u als onderwijsgevende, los van eventueel lesmateriaal, vorm aan deze bijdrage? ___________________ _ Niet, ik ben van mening dat dit niet van toepassing is op mijn vakgebied .................. Door morele opvoeding (onderwijzen van deugden zoals rechtvaardigheid, gematigdheid) ........... Door activiteiten zoals culturele\maatschappelijke oriëntatie van leerlingen .................. Door levensbeschouwelijke of godsdienstige overdracht aan leerlingen (humanistische, christelijke waardenoverdracht etc.) ........... Aandacht voor politieke en staatkundige inrichting van Nederland (staatsinrichting, verkiezingen) ............ Door te coachen op gedrag en houding \waarden en normen .. Door toepassing van veschillende werkvormen; naar elkaar luisteren, van elkaar leren, elkaar helpen\uitleggen ........ Door veel met leerlingen te praten (als er iets is voorgevallen) \communicatietraining en .............................. Door het goede voorbeeld te geven .... Lesvak\cursus: sociale emotionele vorming\omgangskunde ....... Sportieve samenwerking tussen de leerlingen (sport) ....... Activiteiten als stage lopen ......................... Culturele achtergronden belichten ............. Anders, namelijk ... ... Totaal antwoorden .... Totaal ondervraagden Ongewogen basis ......
_____________________________________ _____________________________________ _____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 Voortgezet < Voortgezet > Beroeps < 20 Beroeps > 30 uur p\ww uur p\w Primair 20 uur p\w 30 uur p\w Voortgezet ___________ uur p\w uur p\w Beroeps ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ ___________ abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs % abs %
7
5
11
3
27
4
10
15*
14
126
84
370
88
657
86
45
69*
277
81
54
267
63*
447
59
27
41
86
57
262
62
461
61
13
34
22*
162
38*
243
32
1
1
2
0
6
-
-
1
0
2
1
2
-
-
3
4*
36
7
25
40*
30
20
62
24
84
411
82
19
31*
96
64*
143
54
163
50
237
47
17
28
51
34
97
37
19*
116
35*
161
32
2
3*
25
17*
34
13
14
22
89
27*
120
24
9
15*
46
31
73
28
1
1
1
11
3*
12
2
1
2
2
1
4
2
1
0
1
2
2
1
3
1
-
-
1
1
1
0
0
5
1
2
3
5
2
10
2
4
6
3
2
6
2
3
1
3
0
-
-
1
0
1
0
1
2*
-
-
1
0
2*
2
0
6
1
-
-
4
1
4
1
1
2
-
-
2
1
-
-
-
-
-
-
-
-
3
1
3
1
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
4
1
4
1
-
-
2
1
3
1
____ ___
1 0 ____ ___
3 0 ____ ___
3 4 ____ ___
6 2 ____ ___
8 2 ____ ___
2 3 4 7 ____ ___
6 4 ____ ___
2 1 14 5 ____ ___
340 227 150 100 141
1082 257 421 100 439
1860 244 762 100 762
115 176 65 100 61
695 211 330 100 337
1009 201 503 100 503
86 139 62 100 60
262 175 149 100 148
443 169 262 100 262
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 21
E5635
Vraag 321: Er is op dit moment een Canon van Nederland in voorbereiding; een geheel van belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven (dit is te zien op www.canonvannederland.nl). Vindt u dit nuttig voor het ? ____________________ Ja, ik vind het nuttig voor het primair onderwijs ....................
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
105
70
289
69
533
70
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
45 ___
30 ___
132 ___
31 ___
229 ___
30 ___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
___
Totaal ondervraagden .
150
100
421
100
762
100
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Ongewogen basis .......
141
Nee, ik vind het niet nuttig voor het primair onderwijs ....................
439
762
-
-
-
-
-
-
Vraag 322: Er is op dit moment een Canon van Nederland in voorbereiding; een geheel van belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven (dit is te zien op www.canonvannederland.nl). Vindt u dit nuttig voor het ? ____________________ Ja, ik vind het nuttig voor het voortgezet onderwijs maar niet met betrekking tot mijn eigen vakgebied .........
-
-
-
-
-
-
37
57
185
56
284
56
-
-
-
-
-
-
Ja, ik vind het nuttig voor het voortgezet onderwijs, vooral met betrekking tot mijn vakgebied ...................
-
-
-
-
-
-
18
28
78
24
124
25
-
-
-
-
-
-
___
___
___
___
___
___
10 ___
16 ___
67 ___
20 ___
95 ___
19 ___
___
___
___
___
___
___
Totaal ondervraagden .
-
-
-
-
-
-
65
100
330
100
503
100
-
-
-
-
-
-
Ongewogen basis .......
-
Nee, ik vindt het niet nuttig voor het voortgezet onderwijs ..
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
-
-
61
337
503
-
-
-
Vraag 323: Er is op dit moment een Canon van Nederland in voorbereiding; een geheel van belangrijke personen, teksten, kunstwerken, voorwerpen, verschijnselen en processen die samen laten zien hoe Nederland zich ontwikkeld heeft tot het land waarin we nu leven (dit is te zien op www.canonvannederland.nl). Vindt u dit nuttig voor het ? ____________________ Ja, Ik vind het nuttig voor het beroeps,- en volwassenenonderwijs, maar niet met betrekking tot mijn eigen vakgebied ................... Ja het is nuttig voor het beroeps,- en volwassenenonderwijs, vooral met betrekking tot mijn vakgebied ................... Nee, ik vindt het niet nuttig voor het beroeps,- en volwassenenonderwijs Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
E5635 ____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
Tabel 22 ____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
30
48
57
38
101
38
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
13
22*
46
31
91
35
___-
___-
___-
___-
___-
___-
___-
___-
___-
___-
___-
___-
19 ___
30 ___
47 ___
31 ___
70 ___
27 ___
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
62 60
100
149 148
100
262 262
100
10 8
7 5
33 46
8 11*
53 66
7 9
9 9
14 14
36 57
11 17
60 82
12 16
13 14
21* 23
16 35
11 24
33 57
13 22
8
5
13
3*
34
4
4
6
15
5
26
5
3
5
12
8
18
7
-
-
3
1
4
0
-
-
1
0
2
0
1
2
-
-
2
1
-
-
1
0
1
0
-
-
1
0
1
0
-
-
-
-
-
-
-
-
3 3
1 1
3 3
0 0
2 -
3 -
1 -
0* -
6 1
1 0
2 -
3 -
5 -
3 -
7 1
3 0
3
2
4 7
1 2
4 15
1 2
2 -
2 -
4 1
1 0
6 2
1 0
1 -
1 -
1 -
1 -
2 -
1 -
Vraag 33: Zou u een overstap overwegen om onderwijs te geven in een andere sector dan het regulier onderwijs?_ __________________ Ja, in het particulier onderwijs .................... Ja, in het bedrijfsleven Ja, in de non-profitsector .......... Andere soorten onderwijs\andere vakgebieden ............... Bijlessen\remedial teaching ...................... Werk niet bij het regulier onderwijs (vraag klopt niet) ................... Weet niet .................... Alle sectoren\maakt niet uit welke sector ... Speciaal onderwijs ..... HBO\universitair onderwijs .................... Volwassen onderwijs . Als ik iets leuks tegen kom\ben me aan het orienteren ................... Ja, anders, namelijk ... Nee .............................
1 -
0 -
2
1
1 2
0 0
1 -
2 -
2 1
1 0
4 2
1 0
-
-
1 -
1 -
1 -
0 -
1 1 118 ___
1 1 79 ___
3 4 304 ___
1 1 72 ___
5 10 566 ___
1 1 74 ___
2 36 ___
3 56 ___
1 3 208 ___
0 1 63 ___
1 7 309 ___
0 1 62 ___
30 ___
48 ___
78 ___
52 ___
142 ___
54 ___
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
150 150 141
100 100
426 421 439
101 100
766 762 762
101 100
65 65 61
100 100
332 330 337
101 100
509 503 503
101 100
63 62 60
103 100
149 149 148
100 100
264 262 262
101 100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
Tabel 23
E5635
Segmenten _________
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
Zorgzamen .................
23
15
43
10
84
11
7
10
41
12
60
12
4
6
13
9
22
8
Behoudenden .............
24
16*
42
10
84
11
4
6
23
7
32
6
6
10
5
3
13
5
Genieters ....................
12
8
36
9
68
9
2
4
16
5
23
5
2
4
11
8
15
6
Evenwichtigen ...........
38
25
130
31
225
30
12
18*
95
29
145
29
15
24
36
24
56
21
Luxezoekers ...............
7
5
38
9*
54
7
4
6
27
8
39
8
6
10
16
11
26
10
Zakelijken ..................
7
5
41
10*
60
8
13
19
47
14
67
13
8
14
18
12
34
13
Ruimdenkers ..............
14
10
41
10
75
10
10
15
39
12
66
13
13
21
27
18
58
22
Geëngageerden ...........
25 ___
17 ___
51 ___
12* ___
111 ___
15 ___
15 ___
22* ___
41 ___
13 ___
71 ___
14 ___
7 ___
11 ___
23 ___
15 ___
40 ___
15 ___
Totaal ondervraagden .
150
100
421
100
762
100
65
100
330
100
503
100
62
100
149
100
262
100
Ongewogen basis .......
141
439
762
61
337
503
60
148
262
Leeftijd_ ______ 18-34 ..........................
39
26
138
33*
224
29
13
19
71
22
112
22
3
5
16
11
27
10
35-49 ..........................
71
48*
147
35*
302
40
31
47
115
35
188
37
31
51
63
42
114
43
50+ .............................
40 ___
27 ___
137 ___
32 ___
237 ___
31 ___
22 ___
34 ___
143 ___
43 ___
203 ___
40 ___
27 ___
44 ___
71 ___
47 ___
121 ___
46 ___
Totaal ondervraagden .
150
100
421
100
762
100
65
100
330
100
503
100
62
100
149
100
262
100
Ongewogen basis .......
141
439
762
61
337
503
60
148
262
Kunt u aangeven wat op u van toepassing is: _ ___________________ Man ............................
4
3*
153
36*
167
22
27
41*
230
70*
289
57
34
55
94
63*
138
53
Vrouw ........................
146 ___
97* ___
268 ___
64* ___
595 ___
78 ___
38 ___
59* ___
100 ___
30* ___
214 ___
43 ___
28 ___
45 ___
55 ___
37* ___
124 ___
47 ___
Totaal ondervraagden .
150
100
421
100
762
100
65
100
330
100
503
100
62
100
149
100
262
100
Ongewogen basis .......
141
439
762
61
337
503
60
148
262
Kunt u aangeven wat u huidige samenlevingsvorm is?_ __________________ Ongehuwd ..................
7
5*
62
15*
79
10
10
15
45
14
64
13
1
2*
17
12
26
10
Ongehuwd samenwonend (nooit getrouwd geweest) .....................
9
6
52
12*
74
10
4
6
34
10
47
9
5
9
11
7
23
9
Gehuwd ......................
127
85*
265
63*
541
71
44
68
219
66
340
68
49
80*
100
67
180
69
Weduwe \ Weduwnaar
1
1
7
2
9
1
1
2
2
1
5
1
-
-
3
2
4
2
Gescheiden .................
4
3
23
5
39
5
3
5
16
5
29
6
5
9
17
11
25
9
1 ___
1* ___
13 ___
3 ___
20 ___
3 ___
3 ___
4 ___
14 ___
4 ___
18 ___
3 ___
1 ___
1 ___
1 ___
1 ___
3 ___
1 ___
Totaal ondervraagden .
150
100
421
100
762
100
65
100
330
100
503
100
62
100
149
100
261
100
Ongewogen basis .......
141
Geregistreerd partnerschap ...............
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
439
762
61
337
503
60
147
261
Tabel 24
E5635
Kunt u aangeven hoe u gezinssamenstelling is? __________________ _
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
Alleenstaande, jonger dan 65 jaar .................
8
5*
Alleenstaande, 65 jaar of ouder ......................
-
-
Gezin zonder kinderen, gezinshoofd jonger dan 35 jaar ........................
6
4*
62
Gezin zonder kinderen, gezinshoofd 35 tot 55 jaar .............................
1
1*
Gezin zonder kinderen, gezinshoofd ouder dan 55 jaar ........................
15
Gezin met kind(eren) van jonger dan 6 jaar .. Gezin met kind(eren) van jonger dan 6 jaar, en kind(eren) van 6 jaar of ouder, gezinshoofd jonger dan 35 jaar ............................. Gezin met kind(eren) van jonger dan 6 jaar, en kind(eren) van 6 jaar of ouder, gezinshoofd 35 jaar of ouder Gezin met kind(eren) 6 tot 13 jaar ................... Gezin met kind(eren) 6 tot 13 jaar, en kind(eren) 13 jaar of ouder ... Gezin met kind(eren) van 13 jaar of ouder, gezinshoofd jonger dan 55 jaar ........................ Gezin met kind(eren) van 13 jaar of ouder, gezinshoofd 55 jaar of ouder ..........................
65
15*
____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
87
11
8
12
40
12
56
11
2
4
20
13
27
10
-
-
1
1
-
-
1
0
1
2
-
-
1
0
15*
72
9
1
2
26
8
34
7
2
3
6
4
11
4
42
10*
48
6
5
8
36
11*
46
9
12
19
20
13
32
12
10
42
10
78
10
12
18
52
16
81
16
12
20
22
15
50
19
20
13
22
5*
76
10
6
9
30
9
49
10
3
5
12
8
17
7
1
1
3
1
5
1
-
-
3
1
4
1
-
-
1
1
1
0
18
12*
25
6
52
7
4
5
19
6
32
6
7
12*
3
2*
14
5
27
18*
16
4*
61
8
4
7
25
8
39
8
5
9
17
11
31
12
18
12
27
6*
62
8
7
11
17
5*
38
8
7
11
7
5
18
7
20
14*
81
19
154
20
6
10
50
15
75
15
6
9
30
20*
40
15
-
-
15 ___
10 ___
37 ___
9 ___
67 ___
9 ___
11 ___
17* ___
31 ___
9 ___
49 ___
10 ___
4 ___
7 ___
11 ___
8 ___
19 ___
7 ___
Totaal ondervraagden .
150
100
421
100
762
100
65
100
330
100
503
100
62
100
149
100
261
100
Ongewogen basis .......
141
439
762
61
337
503
60
147
261
Kunt u aangeven wat uw geloofsovertuiging is? _ ___________________ Rooms-Katholiek .......
49
33
141
34
251
33
15
24
72
22
106
21
17
28
39
27
70
27
Nederlands Hervormd
34
22
81
19
149
20
13
19
64
19
92
18
10
16
33
22
49
19
Gereformeerd .............
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
1
1
1
0
Hindoe .......................
-
-
1
0
1
0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Moslim .......................
-
-
1
0
1
0
-
-
1
0
3
1
-
-
-
-
-
-
Boeddhist ...................
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
2
0
-
-
1
1
1
0
Andere kerkelijke gezindte ......................
24
16*
31
7
65
9
4
6
42
13
64
13
5
8
14
9
23
9
Geen kerkelijke gezindte ......................
43
29*
158
37
286
38
31
48
147
45
228
45
27
44
58
39
111
42
Weet niet\wil niet zeggen ........................
___
___
9 ___
2* ___
10 ___
1 ___
2 ___
3 ___
4 ___
1 ___
9 ___
2 ___
2 ___
3 ___
3 ___
2 ___
6 ___
2 ___
Totaal ondervraagden .
150
100
421
100
762
100
65
100
330
100
503
100
62
100
149
100
261
100
Ongewogen basis .......
141
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006
439
762
61
337
503
60
147
261
Vraag 40: Kunt u aangeven naar welke politieke partij u voorkeur uitgaat? ___________________ _
____________________________________ Primair < 20 Primair > 30 uur p\ww _ __________ uur p\w _ __________ Primair _ __________ abs % abs % abs %
E5635 ____________________________________ Voortgezet < Voortgezet > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Voortgezet_ __________ abs % abs % abs %
Tabel 25 ____________________________________ Beroeps < Beroeps > 20 uur p\w_ __________ 30 uur p\w_ __________ Beroeps _ __________ abs % abs % abs %
VVD ........................... CDA ........................... PvDA ......................... Groen Links ............... één NL ....................... Groep Wilders ............ SP ............................... Leefbaar Nederland .... LPF ............................ SGP ............................ ChristenUnie .............. D66 ............................ Geen van deze ............
23 28 21 18 18 1 5 22 2 11 ___
15 19 14* 12 12 1 3 15* 2 ___7
56 64 109 31 3 2 59 2 8 30 23 36 ___
13 15* 26* 7 1 0 14 0 2 7 5* ___9
106 133 165 69 3 3 106 1 4 17 61 30 65 ___
14 17 22 9 0 0 14 0 0 2 8 4 ___9
11 10 14 11 1 6 1 4 2 ___6
17 16 21 16 1 9 1 6 3 ___9
38 49 60 46 1 1 45 1 15 32 20 22 ___
12 15 18 14 0 0 14 0 5 10 6 ___7
61 65 103 70 1 2 65 1 1 18 44 33 40 ___
12 13 20 14 0 0 13 0 0 4 9 7 ___8
14 12 10 11 3 3 6 ___3
22 19 16 18 6 5 10* ___4
31 17 30 15 3 1 20 3 11 4 14 ___
21 11 20 10* 2 1 13 2 7 3 10 ___
48 34 58 37 3 2 29 3 18 10 20 ___
18 13 22 14 1 1 11 1 7 4 ___8
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
150 141
100
421 439
100
762 762
100
65 61
100
330 337
100
503 503
100
62 60
100
149 148
100
262 262
100
2 1 6 5 5 6 1
1 0 1 1 1 1 0
2 3 8 6 1 1 5 16 1
0 0 1 1 0 0 1 2 0
2 1 3 1 -
2 1 3 3 2 3 1
1 1 2 2 1 2 1
3 4 3 7 3 2 4 2
1 2 1 3 1 1 1 1
Vraag 41: Kunt u aangeven of u ook lid bent van die politieke partij?_ ___________________ VVD ........................... CDA ........................... PvDA ......................... Groen Links ............... Groep Wilders ............ SP ............................... SGP ............................ ChristenUnie .............. D66 ............................ Geen lid van een politieke partij ............
1 1 8 -
1 0 5* -
141 ___
94 ___
397 ___
94 ___
721 ___
95 ___
58 ___
Totaal antwoorden ..... Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
150 150 141
100 100
421 421 439
100 100
762 762 762
100 100
Tot 28.500,- ............... 28.500,- tot 45.000,- .. Meer dan 45.000,- ...... Weet niet .................... Wil niet zeggen ..........
99 8 12 ___9
78* 6* -* 9 ___7
93 222 23 17 14 ___
25* 60* 6* 5 ___4
299 263 29 36 34 ___
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
128 119
100
370 388
100
148 -
99 -
417 -
2 2 5* 1 -
4* 1 2 2 2
2 9 6 2 5 12 7 2
1 3 2 1 2 4* 2 1
5 9 9 4 10 13 7 2
1 2 2 1 2 3 1 0
3 1 1 1 1
89 ___
284 ___
86* ___
446 ___
89 ___
55 ___
89 ___
135 ___
90 ___
234 ___
89 ___
65 65 61
100 100
330 330 337
100 100
504 503 503
100 100
62 62 60
100 100
149 149 148
100 100
262 262 262
100 100
45 40 4 5 ___5
31 10 8 5 ___1
57* 19* 14* 9* ___2
38 135 106 5 ___8
13* 46* 36* 2 ___3
113 177 128 10 12 ___
26 40 29 2 ___3
28 9 11 1 ___5
52* 16* 20 2 10 ___
17 57 47 4 ___6
13* 43* 36* 3 ___5
67 72 62 8 17 ___
30 32 27 3 ___7
660 661
100
55 52
100
293 300
100
441 441
100
54 53
100
131 130
100
226 225
100
99 -
753 2
99 0
64 1
98 2
319 -
478 4
95 1
59 -
95 -
143 1
96 0
252 2
96 1
Kunt u aangeven wat uw jaarlijkse bruto inkomsten zijn? ___________________ _
Vraag 42: Kunt u aangeven wat uw geboorteland is? ___________________ _ 97* -*
Nederland ................... Duitsland .................... Indonesië \ Nederlands Indië ........................... Nederlandse Antillen (+ Aruba) ................... Suriname .................... Turkije ....................... Nog ander land ...........
2
1
2
0
3
0
-
-
0
0
0
0
-
-
3
2
3
1
___-
___-
1 ___1
0 ___0
2 1 ___1
0 0 ___0
___-
___-
0 2 1 ___7
0 1 0 ___2
1 6 3 10 ___
0 1 1 ___2
1 ___2
1 ___4
1 ___2
1 ___1
2 ___4
1 ___2
Totaal ondervraagden . Ongewogen basis .......
150 141
100
421 439
100
762 762
100
65 61
100
330 337
100
503 503
100
62 60
100
149 148
100
262 262
100
* = Verschilt significant op 95% niveau N I P O - Amsterdam * 30 November 2006