Maatschappelijke oriëntatie

Maatschappelijke oriëntatie De maatschappelijke oriëntatie is er om je een beeld te geven wat er allemaal in de maatschappij is. Om erachter te komen waarom er bepaalde winkels, diensten of zorg zijn. Je gaat aan de hand van deze vier opdrachten bekijken waarom deze zaken er zijn, wie er gebruik van maken, hoe ze georganiseerd zijn. Dit geeft je een beter beeld van achtergronden en problemen van mensen. Maar ook van beweegredenen waarom mensen kiezen om daar te gaan werken of er gebruik van te maken. Veel informatie hierover is op internet te vinden, maar de beste informatie vind je uiteraard bij de mensen zelf. Er zijn altijd mensen bereid om je informatie te geven als je daar naar vraagt. Het is de bedoeling om met behulp van de gestelde vragen een werkstuk te maken. Dus niet alleen ja of nee. Je maakt er een aantrekkelijk werkstuk van en daar horen ook afbeeldingen bij. Voor het werkstuk krijg je een beoordeling. Dit is voldoende of onvoldoende. Je mag zelf kiezen in welke volgorde je de opdrachten maakt. Je levert het verslag op de volgende data digitaal bij mevr. Willems in. Haar email-adres is [email protected] 1e verslag: inleveren maandag 10 november 2e verslag: inleveren dinsdag 27 januari 3e verslag: inleveren donderdag 9 april 4e verslag: inleveren vrijdag 19 juni

Voor eventuele vragen kun je ook bij haar terecht. Veel succes!

Ga op onderzoek naar een Wereldwinkel Zoek antwoord op de volgende vragen

 



 



 

 Waarom heet een Wereldwinkel een Wereldwinkel?  Wie is op het idee gekomen om met een Wereldwinkel te beginnen?  Hoeveel Wereldwinkels zijn er in Nederland?  Wat kun je allemaal kopen bij een Wereldwinkel?  Hoe komen ze aan de spullen die ze in de Wereldwinkel verkopen?  Wie kiest wat er in de Wereldwinkel verkocht wordt?  Wie werkt er in de wereldwinkel?  Krijg je betaald als je in de Wereldwinkel werkt? Heeft de Wereldwinkel ook een website en zo ja, en welke informatie is daarop te vinden? Hoe zijn de prijzen van de spullen die ze verkopen, hoger of lager dan in een andere winkel?  Waarom verschilt de prijs van de Wereldwinkel met die van andere zaken?  Wie koopt er bij de Wereldwinkel?  Welke spullen worden het meeste verkocht? Heeft de Wereldwinkel één collectie of passen ze die aan, aan de tijd van het jaar? Denk bijvoorbeeld aan Kerstmis of Sinterklaas.  Kun je ook online spullen bestellen bij de Wereldwinkel? Gaat al het geld dat ze verdienen naar de mensen die het maken of gaat misschien een deel naar goede doelen? Hoe weten ze nu dat het geld ook echt bij de mensen terecht komt die de spullen gemaakt hebben?  Koop je zelf wel eens spullen bij de Wereldwinkel? Waarom wel of waarom niet? Vind je het belangrijk dat mensen een eerlijke prijs krijgen voor de spullen die ze maken, of wil je gewoon zo goedkoop mogelijk je spullen kopen?  Welke spullen verkopen ze niet en waarom niet? Kies 5 spullen uit de Wereldwinkel die je zelf zou willen kopen. Zoek er een plaatje bij en vertel waarom je die zou kopen. Ga je na dit onderzoek naar de Wereldwinkel om daar spullen te kopen of toch maar niet.  Leg uit waarom wel of waarom niet.

Doe een onderzoek naar de gehandicaptenzorg Zoek antwoord op de volgende vragen 

Welke gehandicaptenzorg is er een Limburg te vinden?  Waaruit bestaat gehandicaptenzorg precies?  Wat wordt er aan gehandicapten geboden?  Welke soorten handicaps zijn er?  Maakt men verschil tussen een aangeboren handicap of een handicap die ontstaan is n.a.v. een ongeluk of een ziekte?  Wie werken er in de gehandicaptenzorg?  Welke taken moeten deze mensen doen?  Welke problemen komen de mensen tegen bij het werken met gehandicapten?  Werken er alleen professionals of maken ze ook gebruik van vrijwilligers en zo ja, waarom?  Welke mooie dingen kom je tegen bij het werken met gehandicapten?  Hoe gaan gehandicapten met hun handicap om? Accepteren ze dit en maken ze er het beste van of zijn ze ook wel eens kwaad omdat ze minder kunnen dan mensen zonder een handicap?  Hoe vinden gehandicapten dat “gewone mensen” met hun omgaan of over hun praten?  Welke gevoelens hebben ze hierbij?  Tegen welke problemen loopt de familie van een gehandicapte aan?  Bij wie kan een gehandicapte of zijn familie aankloppen voor hulp?  Krijg je snel hulp of duurt dat een hele tijd?  Welke hulp is er als de familie de zorg voor de gehandicapte thuis wil overnemen?  Bij wie moet je zijn als je bv. Een tillift of een aangepaste badkamer in huis wil hebben?  Als de familie de zorg niet meer aan kan, waar kan een gehandicapte dan terecht?  Kunnen gehandicapten ook op vakantie en zo ja wie organiseert dat?  Wie verzorgt de gehandicapten tijdens de vakantie?  Hoe ziet een dag in een woonhuis voor gehandicapten uit?  Doen gehandicapten ook leuke dingen?  Gaan gehandicapte kinderen ook naar school en zo ja waar?  Wat is het verschil tussen een school voor gehandicapten en een gewone school?  Kunnen gehandicapten ook diploma’s halen en welk werk kunnen ze dan doen?  Zijn er speciale bedrijven waar mensen met een handicap kunnen werken?



Krijgen mensen met een handicap die werken ook betaald of doen ze dit vrijwillig als een soort bezigheidstherapie?  Hebben mensen met een handicap ook hobby’s? Zo ja, welke dan bijvoorbeeld.  Wat doet de Ronald Mc Donald Kindervallei in Houthem St. Gerlach voor gehandicapte kinderen?  Waarom is het zo belangrijk dat gehandicapte kinderen en hun ouders ook op vakantie kunnen?  Zou je zelf een week met gehandicapten willen werken en meemaken hoe het leven voor hun is? Leg goed uit waarom je dat wel of niet zou doen.  Stel je raakt gehandicapt door een ziekte of ongeval en je wordt helemaal afhankelijk van andere mensen en je kunt bijna niks meer. Wat zijn dan de dingen waarvan je nu denkt dat je die het meeste gaat missen, leg uit waarom je die zou gaan missen.

Doe een onderzoek naar de voedselbank Zoek antwoord op de volgende vragen  Hoe is het idee van een voedselbank ontstaan?  Hoeveel voedselbanken zijn er in Nederland?  Waarom is een voedselbank nodig?  Hoe komt de voedselbank aan het eten dat ze aan de mensen geven?  Is dit wel fatsoenlijk eten of zijn het restjes die overgebleven zijn?  Wie komt in aanmerking om naar de voedselbank te gaan?  Waarom maken veel mensen die naar de voedselbank zouden mogen gaan hier geen gebruik van?  Wat zit er in zo’n voedselpakket?  Zit er altijd hetzelfde in het voedselpakket of verschilt dat per keer?  Hoe vaak krijg je een voedselpakket?  Zit er voor iedereen hetzelfde in, of houden ze rekening met de samenstelling van het gezin? Bv.de een heeft kinderen en de ander niet.  Wie werken er bij de voedselbank?  Wat voor een werk is er allemaal te doen bij de voedselbank?  Krijgen de mensen betaald die bij een voedselbank werken?  Waarom gaan mensen bij een voedselbank werken?  Hoe voorkomen ze dat niet iedereen weet wie er iets bij de voedselbank gaat halen?  Krijg je bij de voedselbank alleen eten of zijn er ook andere spullen te krijgen?  Kunnen de mensen de spullen van de voedselbank gratis meenemen of moeten ze een kleine vergoeding betalen?  Krijgen de mensen ook wel eens iets extra in het pakket, bv. met Kerstmis?  Heeft de voedselbank ook een website? Zo ja, welke informatie is daarop allemaal te vinden?  Zou je zelf spullen die je niet meer gebruikt willen afstaan aan de voedselbank? Waarom wel of waarom niet?  Op veel plaatsen kunnen mensen bij de voedselbank een kerstpakket afgeven zodat de mensen iets extra’s krijgen. Zou jij zo iets doen en leg uit waarom wel of waarom niet?  Je mag voor € 25 een voedselpakket samenstellen, wat doe je er allemaal in?  Schrijf de namen van de spullen die je erin zou doen en zet de prijzen erbij.  Is het makkelijk een voedselpakket samen te stellen, waarin je voor een paar dagen eten moet doen? Waarom wel of waarom niet?  Zou je zelf gebruik maken van de voedselbank als het echt nodig was? Leg uit waarom wel of waarom niet.

Doe een onderzoek naar een hospice Zoek antwoord op de volgende vragen



 Wat is een hospice?  Wie maakt gebruik van een hospice?  Wie bepaalt dat iemand naar een hospice mag gaan?  Wie werken er in het hospice?  Wat zijn de taken van de verpleging in het hospice?  Waarom maakt een hospice gebruik van vrijwilligers? Wat mogen de mensen die in het hospice werken niet doen, wat moeten ze bv. overlaten aan artsen?  Hoe kun je vrijwilliger in een hospice worden?  Welke taken heeft de vrijwilliger in het hospice?  Hoe kun je mensen verplaatsen die dat zelf niet meer kunnen?  Wat is er allemaal te doen voor de gasten van het hospice?  Hoe ziet een dag in het hospice er uit?  Met welke wensen van de gasten wordt er allemaal rekening gehouden?  Wie mag er op bezoek komen in een hospice?  Zijn er bezoekuren in het hospice?  Waarom kiest iemand van de verpleging om in een hospice te werken?  Waarom kiest iemand ervoor om vrijwilliger in het hospice te worden?  Kun je als vrijwilliger ook dingen weigeren om te doen?  Wat zijn de mooie kanten van het werk in een hospice?  Wat zijn de moeilijke kanten van het werken in het hospice?  Hoeveel geld krijgt een vrijwilliger om in een hospice te werken?  Waarom kiezen mensen ervoor om naar een hospice te gaan?  Hoe kan een hospice de familie van een stervende steunen en begeleiden?  Moet iemand in het hospice alleen maar in bed liggen?  Is er contact tussen de gasten van het hospice, waarom wel of waarom niet?  Is er ook euthanasie mogelijk in een hospice?  Waarom zou iemand die stervende is toch kiezen voor euthanasie?  Wat gebeurt er met iemand die overleden is?

 Hoe lang blijft iemand die overleden is in het hospice?  Is er altijd familie of iemand van het personeel aanwezig als er iemand overlijdt?  Moet je altijd stil zijn in een hospice?  Wordt er ook wel eens gelachen in een hospice?  Hoe gaan de mensen die in een hospice werken om met het verdriet en de pijn die ze bij de gasten en hun familie zien?  Raakt ieder sterfgeval de medewerkers hetzelfde verschilt dat van persoon tot persoon?  Hoe gaan de mensen die in het hospice om met mensen die niet kunnen accepteren dat ze stervende zijn?  Wat zijn mooie momenten die medewerkers hebben meegemaakt?  Wat vind je ervan dat er een hospice is?  Maken er alleen ouderen mensen gebruik van een hospice?  Gebeurt het ook wel eens dat mensen het hospice levend weer kunnen verlaten, dat ze weer terug naar huis kunnen of naar een ander tehuis?  Bestaat er ook zoiets als een kinderhospice en waarom zouden ouders daar gebruik van willen maken?  Zou je zelf willen werken in een hospice, waarom wel of waarom niet?  Als je zelf stervende zou zijn, zou je dan gebruik willen maken van een hospice? Leg uit.