Jaargang 40 nr.3
juli t/m sept. 2014
Natuurbode zomer 2014
Siebe als excursieleider in de Groencursus, voorjaar 2014, zie pag. 19 e.v.
Basisschoolkinderen aan het waterdiertjes scheppen, zie pag. 16 e.v.
Twee educatieprojecten van IVN Losser: Groencursus 2014, Waterdiertjesproject voor basisschoolleerlingen van groep 6
IVN Instituut voor Natuureducatie en Duurzaamheid Afdeling Losser
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 2
Inhoud 2 Inhoud + Organisatie-info 3 Agenda In memoriam Toon de Kleijn Mededelingen mbt. leden en donateurs 4 Mededelingen van het bestuur 5 Werkgroepactiviteiten Landschapsbeheer Landinrichting Natuurgidsen Plant determineren Schoolgidsen 18 IVN’er schrijft Siebe van der Woude:‘Rondje Duivelshof’
Frans Tiessen: Groencursus 2014 Wout Schuit: ‘IVN’er in Spanje’ Jopie Engmann en Frans Tiessen: Pilotproject leven van bijen in het Arboretum Ruud Spiering en Jopie Engmann: De Overijsselse IVN dag op 24 mei 27 Info Natuurvakantie in Salland van 3 t/m 10 aug. 29 IVN Losser: Website + Facebook + Natuurbode kopijdatum + QR-code 30 Informatie-aanvraag- en aanmeldformulier voor belangstellenden
Organisatie Bestuur
e-mail:
[email protected]
Voorzitter
Frans Tiessen
053-538 5543
[email protected]
Secretaris
Rob Melchers
06-235 28324
[email protected] Wilgenkamp 1A, 7581 AH Losser
Penningmeester / ledenadministratie
Ruud Spiering
053- 536 1146
[email protected] Markeweg 117, 7582 BC Losser
Lid
Egbert de Vries
053-538 6296
[email protected]
Lid
Marselle Stegehuis
06-222 12 400
[email protected]
Contactpersoon van de werkgroep Natuurgidsen
Jopie Engmann
[email protected]
Schoolgidsen
Frans Tiessen
[email protected]
Kruidentuin
Carla Oostrik
[email protected]
Landschapsbeheer
Siebe van der Woude
[email protected]
Buitengebied
Siebe van der Woude
[email protected]
Nachtvlinders
Leo Hassing
[email protected]
Website: ivn.nl/afdeling/losser Website-beheerder
Ruud Spiering
[email protected]
Natuurbode e-mail:
[email protected] Vormgeving
Wout Schuit
[email protected]
Samenstelling
Dinant Wes
Bezorging
Ben Hulsebos, Jeanne Peters, Bert Rohring, Ank Snel, Dirk Veldman
053- 5387839
[email protected]
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 3
Agenda
maand
omschrijving
di
1
juli
Werkmiddag in de kruidentuin.
di
5
aug.
Werkmiddag in de kruidentuin.
di
2
sept.
Werkmiddag in de kruidentuin.
za
13
sept.
Landschapsbeheer. Werkdag in Duivelshof. (ingang Lutterstraat) van 9.00—12.00 uur. Voor koffie en koek wordt gezorgd.
sept./ okt.
Herfstproject voor basisscholen
ma 22 sept. t/m vr 3 okt.
In memoriam Toon de Kleijn. Zestien mei tweeduizend veertien zei Toon “Het is mooi weer ik ga vanmiddag een mooi eind fietsen”. Toon een oud luchtmacht militair en natuurgids bij het IVN fietste veel de laatste tijd want afstanden lopen dat ging niet meer en als je 87 bent is dat niet uitzonderlijk. Toon was vele jaren actief voor de afdeling hij wist waar je langs kon en hielp bij het uitzetten en beschrijven van wandelingen en fietsroutes. Vele jaren was hij samen met zijn vrouw Nel informant in het Arboretum en ook bij activiteiten als een info/verkoopkraam op een braderie of stand in de tent van de lentebeurs in De Lutte kon je Toon bezig zien. Jaren lang heeft hij ook geholpen bij de productie en bezorging van de Natuurbode. Het afstellen van de stencilmachine, het puntje van zijn tong uit zijn mond, ging hem goed af. Het was een gezellige prater en met hem werken was nooit saai. Je wist altijd dat hij er was en zag hem niet over het hoofd. Maar vrijdag 16 mei ging het mis, hij werd tijdens het fietsen geschept door een auto en overleed. Ik kan hem op vele momenten bij toekomstige IVNwerkzaamheden weer voor mij zien en wens zijn kinderen veel sterkte bij dit verlies. Siebe
Mededelingen m.b.t. leden en donateurs Contributie per jaar lid huisgenoot-lid jeugdlid
€ 15,00 € 10,00 € 6,00
donateur € 12,50 overmaken op NL15 RABO 0130 3413 04 t.n.v. penningmeester IVN Losser
Wijzigingen doorgeven Een verzoek aan u om een wijziging in uw e-mail-, woonadres, bank-, gironummer zo snel mogelijk door te geven aan de ledenadministratie: Ruud Spiering, Markeweg 117, 7582 BC Losser,
[email protected] of tel. 053– 536 11 46.
Nieuw lid Anita Oude Groote Beverborg, lid van de groep schoolgidsen
Nieuwe donateur Jan Heijdemann
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 4
Mededelingen van het bestuur Van de bestuurstafel -De plannen voor het organiseren van een verkorte gidsencursus vorderen. Wij roepen iedereen, die wil meedoen aan deze cursus, op zich aan te melden. Het is de moeite waard. - Jopie Engmann is afgetreden als bestuurslid. Haar plaats is ingenomen door Marselle Stegehuis. - De volgende ALV zal worden gehouden op dinsdag 28 oktober. Het programma voor deze avond zal later in dit jaar bekend worden gemaakt. Houd deze datum vrij in de agenda.
Even voorstellen Mijn naam is Marselle Stegehuis, sinds april bestuurslid bij het IVN. Ik woon sinds 2 jaar in Losser, ben getrouwd met Michael Sijbom en heb twee kinderen van 8 en 9 jaar. Hiervoor woonden wij in Rotterdam maar vanwege het werk van mijn man zijn wij hier naar toe verhuisd. Van origine ben ik jurist, heb ook jarenlang als jurist gewerkt, eerst op een advocatenkantoor en daarna voor een branchevereniging voor de handel in granen en diervoeders. Later werd ik daar leidinggevende en was behartiging van de belangen van onze leden één van mijn taken. Maar momenteel werk ik niet, heb natuurlijk de zorg voor onze kinderen, ben IVN schoolgids, help veel op school, maak af en toe een beeld van brons en tennis onder andere. Kortom, ik vermaak mij uitstekend in het Losserse. Ik heb altijd interesse gehad in de natuur, van huis uit is dit met de paplepel ingegoten. Bij ons tweede huisje in Drenthe, tegen het Fochteloer veen aan, met rondom heide en bos, heeft mijn vader mij tijdens fietstochten daar, altijd van alles in de natuur aangewezen en dat doet hij nu ook bij zijn kleinkinderen. In het westen ben ik ook jarenlang lid geweest van het IVN, in Leiden/Oegstgeest. Ik heb daar vele cursussen gevolgd, zoals een herfstcursus, een duincursus, vele vogelcursussen enfin, het IVN heeft mij daar veel geleerd. Ik hoop dat ik hier mijn IVN werkzaamheden verder voort kan zetten en dat ik mij naast het bestuurs- en het schoolgidsenwerk ook in zal kunnen zetten voor scharrelkids en natuurworkshops voor kinderen kan opzetten. Tot ziens in de natuur!
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 5
Werkgroepactiviteiten Landschapsbeheer Het seizoen zit er weer op. Ook dit jaar zijn we weer geëindigd met koffie/vlaai aan de westkant van Duivelshof. Daar is de parkeerplaats weer opgeknapt en uit een bosrand is nog opslag verwijderd, zodat de bosbessen de ruimte krijgen. Verder is er weer van alles gedaan: van opruim- en verbrandingswerk in het uiterste noorden van het terrein (bij de Pennekamp) tot het weer begaanbaar maken van het struinpad helemaal aan de zuidoostkant. Het weer was ons ook dit jaar weer goedgezind, zodat we nooit echt nat geworden zijn. Voor nu wens ik allen een mooie zomer en ik hoop iedereen zaterdag 13 september weer te zien. Siebe
Landinrichting Het bezwaar- en cassatietraject is nog niet helemaal afgelopen, maar er wordt momenteel al wel gewerkt aan de voorbereiding van de kavelaanvaardingswerkzaamheden. Daarbij wordt specifiek aandacht besteed aan drainagemethoden. Om het draineren op een verantwoorde manier te kunnen doen — die past bij het huidige beleid — is extra geld beschikbaar gesteld. Ook worden door de gemeente en het waterschap de benodigde vergunningen voor de uitvoering van de werken voorbereid. Informatie, ook over deze fase van het werk van de commissie is te vinden op www.landinrichtinglosser.nl Siebe
Natuurgidsen Voorjaarswandeling in het Arboretum op 6 april 2014 Na een week met prachtig voorjaarsweer waren de voorspellingen voor deze zondag erg onzeker en werden er her en der buien voorspeld. Gelukkig bleef de regen beperkt tot een paar druppels aan het begin van de wandeling. In totaal waren er ongeveer 30 mensen, teveel voor één groep. We waren hier op voorbereid. De ene helft liep met Theo mee, de andere met mij. Ook de beheerder van het park, René Nollen, was deze keer van de partij. De samenwerking met hem is uitstekend. Hij had ons tevoren al wat nieuwtjes over de komende ontwikkelingen gemaild en in de week voorafgaand aan onze wandeling heeft hij ons rondgeleid om ons enkele bijzonderheden te tonen, die wij op onze beurt weer aan onze gasten konden vertellen. Christel Morsink die, zolang het theehuis nog niet is gerealiseerd (de verwachting is dat dit volgend voorjaar geopend zal worden), de catering verzorgt, was ook weer present. De wandeling eindigde daarom bij het infocentrum, zodat degenen, die dat wilden, nog iets konden gaan drinken. Vergeleken met vorig jaar om deze tijd had het park nu een heel ander aanzicht. Vorig jaar was er nog geen bloemetje te zien en waren de bomen en struiken bijna allemaal nog in winterslaap. Nu was het voorjaar in al zijn
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 6
uitbundigheid te bewonderen. En daar hebben de wandelaars volgens mij dan ook met volle teugen van genoten. Sleedoorn, prunus en krentenboompjes waren nu op hun allermooist. En ook de wilde bloemen waren al in groten getale in bloei, zoals hondsdraf, grootbloemmuur, kleinbloemig muur, pinksterbloem, bosviooltje, madeliefje, paardenbloem, klaverzuring en speenkruid. Tot slot leverde deze rondleiding nog twee afspraken op voor een begeleide groepswandeling. Mary Egbers
Schoolreisje 2014 Bert had het allemaal uitgedacht en georganiseerd. Volgens mij is het ook een soort behoefte van hem. Als hij het niet zou doen zouden er onthoudingsverschijnselen optreden. Ik weet niet hoe hij zich zou gaan gedragen. Eigenlijk moeten we hem de onzekerheid niet willen gunnen dat hij het niet zou mogen organiseren. Vrijdagochtend 24 april vertrekken we richting Friesland. Ik heb geen idee waar we rijden, maar vertrouw blindelings op Bert. Het voelt altijd lekker als iemand anders iets organiseert en je zelf kunt genieten van de dingen die gebeuren. Ik geloof dat we via de polder gereden zijn en Lemmer kwam nog langs in mijn herinnering. En dan is er in de buurt van het Mirnster Klif een tent, waar we koffie gaan drinken. Via een aantal keer keren en heen en weer bewegingen van de colonne auto’s komen we uiteindelijk bij het café terecht. Als dat soort bewegingen zitten in de navigator van Bert. In Gaasterland, waar we inmiddels beland zijn, heb je het Mirnster Klif en het Rea Klif (rode klif), twee kleibulten, die in één van de ijstijden door de gletsjers richting IJsselmeer geduwd zijn. Op de parkeerplaats zien we veel auto’s met een Duits nummerbord staan. Later wordt het ons duidelijk, waarom dat zo is. Bij de kliffen is het water van het IJsselmeer over een grote afstand van de kust ondiep. Dat is een ideale plek om te windsurfen. Je dondert van je plank en je stapt er zo weer op. Van heinde en ver komen ze hier om te windsurfen. In het café waar we koffie drinken, veelal vergezeld van een lekkere punt industrieappeltaart, staat uitdrukkelijk met grote letters, dat er niet wordt bediend op het terras. We worden dus bediend op het terras. We kijken vanaf het terras uit op de grote massa windsurfers. In elk geval kunnen we weer een paar krentenbollen in de rugzak houden. Vandaar gaan we richting het Riister Bosk (Rijster Bos). Bij de ingang van het bos is een wegopbreking en we worden in colonne langs het fietspad geleid. Hier maken we een heen en weer beweging over het fietspad en komen we weer terug bij het beginpunt op het fietspad, waar we toegang hebben tot de parkeerplaats, waar volgens afspraak de gids moet staan. Hij staat er ook. Een lange blonde man, prototype van een Fries, in een korte broek. Het was wel lekker weer, maar niet dat je nou per sé een korte broek aan moet. En dat in een muggenvriendelijke omgeving. Meestal deed de man zijn verhaal met af en toe petsende bewegingen naar zijn benen. Deze man is een gids van it Fryske Gea (het Friese landschap) en hij doet inventarisaties voor Natuurmonumenten. We gaan het bos in en krijgen een uiteenzetting over de geologie van het gebied. Er ligt een laag keileem, bedekt door een meter zand. De keileem is gekomen tijdens de ijstijd. Daarna is de keileem bedekt door zand vanuit de toen droogstaande Noordzee. Dat heeft gevolgen voor de waterhuishouding. Het water kan maar tot een meter in de grond zakken, want de keileem laat
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 7
geen water door. In het begin van de wandeling komen we bij een vredesmonument. Ongeveer 5 minuten nadat hij verteld heeft, dat hier geen reeën voorkomen omdat de recreatiedruk op het gebied erg hoog is, steekt er een ree over het wandelpad. Er staan hier erg veel zeer oude, indrukwekkend grote beuken. Ook zijn er veel bomen te zien met schade door hevige sneeuwval een paar jaar geleden. Onderweg zien we veel Vredesmonument nagelkruid en salomonszegel. Ondertussen lopen we steeds meer richting het IJsselmeer en komen uit bij het Mirnster Klif. Hier staat ongelooflijk veel reukgras en in de eikenbomen komen veel galappels voor. Ze worden aardappelgallen genoemd. De eikenbomen zijn in bloei, je kunt de bloemen duidelijk zien zitten. In het riet zitten ook veel larven van allerhande insecten. De gids laat het zien. Al wandelend en kijkend komen we weer uit op de plek waar we koffie gedronken hebben en waar we weer zicht hebben op de windsurfers. We lopen weer terug richting parkeerplaats. Onderweg komen we nog bij een steenkist, een graf uit de trechterbekercultuur, waarbij er een kuil werd gegraven en wanden van zwerfkeien werden aangebracht. Deze Bloemen van de eik stenen waren veel kleiner dan de stenen van de bekende hunebedden. Steenkisten werden gebruikt door mensen van de zogenaamde trechterbekercultuur om er hun doden in te begraven. We passeren nog enkele van de indrukwekkende reuzenbeuken maar komen uiteindelijk weer terug op de parkeerplaats. Daar heeft onze gids nog een verrassinkje voor ons in petto. Achter in zijn bejaarde deux chevaux heeft hij een verzameling zwerfstenen, die hij schitterend heeft gepolijst, zodat je denkt, dat je een stukje aanrecht ziet. Van elke zwerfsteen kan de gids vertellen uit welk deel van Scandinavië hij afkomstig is. We bedanken onze gids hartelijk en vervolgen onze weg naar Drachten, alwaar ons tijdelijke domicilie is. Dit bevindt zich in een voormalig Karmelklooster. We krijgen kamers toegewezen en droppen er onze spullen. Vervolgens gaan we weer in colonne naar nationaal park de Alde
Geslepen zwerfkeien uit Scandinavië
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 8
Feanen (oude venen). Onderweg probeer Bert ons af te schudden, maar het mislukt voor de zoveelste keer. Hier krijgen we een rondtocht door het oude veengebied in een rondvaartboot die zijn motor via zonnecellen van energie voorziet. Er is een gids van it Fryske Gea aan boord, die vertelt dat in dit gebied de noordse woelmuis voorkomt. Dit dier is erg zeldzaam en is een relict van de laatste ijstijd. Dank zij de aanwezigheid van dit diertje kunnen de Alde Feanen extra subsidie krijgen. Waarna ik opper, dat je dan een idee zou zijn om een fokkerij van noordse woelmuizen te beginnen, die je dan kunt loslaten in een gebied dat daardoor in aanmerking komt voor subsidie.
Visdiefjes
Het gebied is rijk aan vogels, er zit onder andere de zeldzame zwarte stern. We zien onderweg visdiefjes, die sierlijke slanke sterntjes, krakeenden, grauwe ganzen met jongen, een kokmeeuwkolonie, een aalscholverkolonie, brandganzen. Verder hoort de gids een snor. Elke gids heeft weer zijn specialisme. Deze gids wist veel van vogels. Soms heb ik het gevoel dat dan andere aspecten van een gebied wat onderbelicht blijven. Kokmeeuwkolonie
Na deze rondtocht waar we een overzicht hebben gehad van het gehele gebied, gaan we weer terug naar ons klooster. Bert heeft geregeld, dat er chinees eten wordt aangevoerd. We hebben er een lange dag opzitten. Zaterdag brengen we een bezoek aan de Deelen. Monica gaat helaas niet mee, want ze is ziek. Bij de Deelen wacht een vrijwilliger van Staatsbosbeheer ons op. Deze man weet veel van plantjes. De Deelen is een gebied van stripen en petgaten. Het veen is destijds uit de petgaten gehaald en op de stripen gelegd, een soort legakkers dus. Het is een heerlijk stil gebied. Er staat erg weinig wind. De gids vertelt dat het weer hier ook te keer kan gaan en dat dan zo maar een stripe weg kan spoelen. De stripen zijn dan ook beschermd door beschoeiing of door beplanting met name door pluimzegge, die zeer lange wortels heeft. Zo’n pol pluimzegge kan wel 30 jaar oud worden. Gelukkig hebben wel een aantal vogeldeskundigen onder ons en dat is maar goed ook, want het ritselt hier van de vogels. We spotten onder andere een rietzanger. De gids vertelt dat hier de veenvorming nog steeds optreedt. We vinden inderdaad ergens op de overgang van petgat naar stripe veenmos. Veenmos blijft groeien, het onderste deel sterft af doordat het geen licht krijgt en zo gaat het steeds maar door. Ondertussen blijft de laag dood organisch materiaal maar groeien. Zo ontstaat dus veen. In dit geval hoogveen, omdat het zich op
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 9
het droge afspeelt. Veenmos kan zeer veel water opnemen, wel 30x zijn eigen volume. Het gebied is dus nog steeds dynamisch. We krijgen ook verhalen te horen over het waterbeheer in het gebied. Kennelijk is dat een zeer belangrijk item, want iedere gids begint er weer over. Dit gebeurt hier met allerhande soorten molens. We staan even stil bij een tjasker, één van de soorten. Veenmos Het wemelt er van de grauwe ganzen, die nogal snel opvliegen als we bij hun in de buurt komen. Volgens de gids moeten hier ook roerdompen voorkomen, maar die zitten in een voor publiek afgesloten deel van de Deelen.
De groep bij een Tjasker We gaan terug naar onze domicilie in Drachten om daar te lunchen. Daarna maken we ons op voor een bezoek aan de Noardlike Wâlden (Noordelijke Wouden). Daartoe rijden we naar Eastermar. We worden hartelijk ontvangen door 3 leden van een lokale zustervereniging. We maken een wandeling door het gebied. Ze hebben de taken goed verdeeld, de een (Betsy) weet veel van plantjes en van vogels, de ander (Ineke) weet veel van het landschap en zijn ontstaan en de derde houdt haar mond. Ineke vertelt onderweg iets over een oude es die dicht bij het dorp ligt. Door menselijk toedoen is hier vroeger al invloed uitgeoefend op het landschap. Betsy en Ineke wijzen ons onderweg op allerhande eetbare planten. Zij geven een cursus “eten uit de natuur”, waarbij er een dagdeel kennis aanbrengen is en een dagdeel praktijk, met afsluitend een maaltijd.
Houtwallen en singels
Ineke legt het verschil uit tussen houtwallen en singels. Zelfs nu ik dit schrijf moet ik eerst in mijn aantekeningen kijken hoe of het zit. De tekeningetjes weer eens bekijkende bedenk ik, dat de singel natuurlijk de deuk is met aan weerszijden beplanting. De singels in een stad zijn ook altijd geflankeerd door een rij bomen aan weerszijden. Op het platteland kan dat natuurlijk zo’n smalle singel zijn, dat ze elkaar licht afvangen en dat er in de praktijk maar één rij bomen is. Het gaat er bij mij maar moeilijk in. Betsy weet ook veel van insecten. Dat hier op de
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 10
foto bladhaantjes te zien zijn kon ze wel uitleggen, maar wat ze daar deden….? Betsy had trouwens een stem als een klok. Dat was op zich wel handig voor mij, want ik heb altijd de neiging van een groep af te dwalen. Als je dan op 25 meter afstand van haar stond kon je nog goed volgen waar ze het over had. Uiteindelijk komen we in het gebied van de Leien, een meer dat ook ontstaan is door de Bladhaantjes ontvening. De stripen zijn hier allemaal verdwenen en zo is het meer ontstaan. Het ligt ten zuiden van het Bergumer meer. Van af een hoogte hebben we goed overzicht over het gebied. Er is hier heel veel ruimte voor verschillende vogelsoorten. Zelfs de visarend broedt hier. We vinden allerhande insecten en amfibieën. Later tijdens de wandeling voegt de voorzitter van IVN Eastermar zich bij de groep. De echtgenoot van Ineke. Ineke komt uit het westen en heeft zich de Friese taal eigengemaakt. Dat krijg je als je verliefd wordt op een Fries. Betsy is een Friezin. Tegenover ons gaat het in het Nederlands. We danken de 3 dames voor de hartelijke manier waarop we ontvangen zijn en geven aan dat ze altijd welkom zijn bij onze afdeling in het Losserse. ’s Avonds eten we in “het witte huis”. Het lijkt me ook wel eens leuk om samen met Bert dit soort tenten te gaan verkennen, want het was werkelijk een uitgelezen maaltijd. Zondag nemen we afscheid van Jaap en Annemarie en ook van Monica. Jaap en Annemarie hebben afspraken in Twente, Monica is helaas nog steeds te ziek om mee te doen aan de excursies. Om 10.00u zijn we, na slechts één keer te zijn gestopt en gekeerd, op de Dellenboerster heide, waar gids Suzan ons opwacht. De Dellenboerster Heide is een unieke plek voor de witsnuitlibel. Suzan leidt ons naar een speciaal aangelegde drijvende steiger. Het schijnt dat de witsnuitlibel het laatste jaar niet meer in het gebied is waargenomen. Maar de drijvende steiger wordt natuurlijk wel gebruikt voor alle andere soorten, die dit gebied rijk is. Ook dit gebied is bijzonder rustig en bovendien is het zondagochtend. De witsnuitlibel is dus ook tijdens onze excursie niet waargenomen. Even verderop horen we in een gebiedje met biezen een geknor. Hier zitten toch Vanaf de drijvende steiger geen waterzwijnen? Bert hoort het ook en zegt dat het een waterral is en dat je die heel zelden ziet. Prompt komt hij tevoorschijn. We hebben hem gezien!! Dan pas gaan we het echte gebied in dat door schapen, Osbourne paardjes en Schotse hooglanders wordt begraasd. Onderweg zien we allerhande leuke planten, zoals het eenarig wollegras en allerhande zeggesoorten. We komen langs de smidse van een specht. Onder een grote tak van een den vinden we de restanten van het hakwerk van een specht. Onder andere zien we resten van
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
Pingoruïne
juli t/m sept.2014
pag. 11
dennekegels. Het gebied is het broedgebied voor de veldleeuwerik en het herbergt ook een zogenaamde pingoruïne. Hier is een hele grote, zodat je eerst niet in de gaten hebt hoe hij in elkaar zit. Een pingoruïne is ontstaan in de laatste ijstijd doordat kwelwater voortdurend naar boven is gekomen en steeds bevroren is. Daarbij is de laag aarde op de steeds groeiende ijsklont mee naar boven geduwd. Na de ijstijd is de laag aarde bovenop als eerste ontdooid en naast de ijsklont gevallen. Na het smelten van de ijsklont bleef een gat met een ring van aarde
over. Dat is dus een pingoruïne. In de pingoruïne in de Dellenbuurster Heide is veen ontstaan dat ook weer met stripen en petgaten is ontveend. In de wal van de pingoruïne zit een dassenburcht. Her en der vinden we gangen. De dassen werpen het zand dat ze uitgraven zijdelings achter zich. Langs de smalle paadjes in het gebied moeten we achter de gids aanlopen, het kan zijn dat er ergens eieren van de veldleeuwerik liggen. Op deze manier maken we de erop-trap-kans kleiner. In het gebied loopt ook de Tjonger, een beek, waarvan onlangs de oorspronkelijke loop is Dassengang hersteld. In de beek staat onder andere waterviolier. Terwijl ik nog aan het fotograferen ben zie ik de groep op de rand van de pingoruíne staan. Ik voeg me bij de groep en zie een ree in de verte wegsprinten. Enthousiast roep ik: “een ree!”. Waterviolier Meewarig wordt er naar mij achterom gekeken, die hadden ze natuurlijk allang gezien. We lopen in ganzenpas langzamerhand het gebied uit. We passeren nog een plasje. Aan de rand staat een witte vogel. Na enig geverrekijker komen de specialisten er achter dat het een lepelaar is. Dat had ik natuurlijk allang gezien. De dag was een beetje diezig (Fries voor mistig/nevelig) begonnen en we vragen ons af hoe de rest van de dag zal verlopen. We rijden weer naar het Nationale Park de Alde Feanen. Tussen de middag zitten we in het bezoekerscentrum een beetje rond te kijken naar boeken, kaarten, prentbriefkaarten en ander drukwerk. Men is her en der aan picknicktafels aan het lunchen. Ik heb nog een leuke plaat gekocht met waterdiertjes. Na een toiletbezoek is de kaart weg. Ik verdenk iedereen van het jatten van mijn prachtige waterdiertjeskaart. Dit boze en agressieve gevoel ebt
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 12
een beetje weg wanneer het langzamerhand begint te miezeren en het besef tot ons doordringt dat het middagprogramma afzien wordt. Onze gids van vanmiddag dient zich aan. Ze heet Klaske Stegenga en is een plantenkenner. Toepassingen van planten, spirtuele verhalen over planten, eetbaarheid van planten, allerhande aspecten komen tijdens de rondleiding aan de orde. We zijn nog maar net vertrokken of we staan stil bij een vlier. In de tijd van de Germanen had deze plant spirituele betekenis. Als er takken op de grond vielen moest je die eerst een tijd laten liggen zodat de boze geesten er uit konden gaan. Klaske heeft het ook regelmatig over het waterbeheer van het gebied. Naast het Nationale park bevindt zich boerenland. De boeren willen het land graag wat droger hebben en bemalen het. Daardoor klinkt de bodem van het boerenland in en komt het land lager te liggen. Daardoor wordt het moeilijker om de Alde Feanen nat te houden, het water loopt er immers sneller uit. We passeren ook nog enkele vogelkijkhutten en zien vandaar allerhande vogels. Slobeenden, krakeenden, kluten, brandganzen, zwarte sterns, grauwe ganzen en Canadese ganzen worden waargenomen. Klaske legt uit waar de kreet molsla vandaan komt. Als een molshoop terecht komt op een rozet van een paardenbloem dan ontbeert de plant licht en wordt het blad lichter groen, zachter en eetbaarder. We ontdekken de laatste restjes speenkruid. Speenkruid moet je eten vlak voordat het gaat bloeien, het zit dan boordevol vitamine C. Dat levert dan extra weerstand op zo vlak na de winter. We zien in het water de wortels van een waterlelie liggen. Vroeger moesten zedendelinquenten deze wortels eten. Men dacht dat de wortels van deze bloem die symbool staat voor reinheid, wel zouden helpen. Helaas was dit een slechte maatregel, omdat de wortels juist een soort viagra-achtige stof bevatten. Zo raakten de gevangenissen nog voller. In de buurt moet ook ergens een visotter huizen, er zijn namelijk schubben en graten in het gebied aangetroffen. We stuiten op een lijsterbes. Vroeger werden de vruchten van de lijsterbes gebruikt als lokaas voor vogels. Je hangt ergens vruchten van de lijsterbes op, lijster komen er op af en dan maar knallen. Als je stinkende gouwe afbreekt vertonen de stengels een geel sap. Het werd gebruikt om wratten mee weg te krijgen en om goudverf van te maken. Het laatste weetje van Klaske is dat je in het voorjaar met een stethoscoop de sapstroom in berken kunt waarnemen. Klaske is verloskundige, dus dan begrijp je het wel. Als de excursie bijna ten einde is, zien we nog een kiekendief. Na de excursie gaan we weer richting Losser. We gebruiken nog een maaltijd bij van der Valk in Hengelo, waarna we ’s avonds weer kunnen nagenieten van een fantastisch weekeind. Bert, geweldig bedankt. Je hebt ons niet kunnen afschudden, we zijn in je spoor gebleven. Frans Tiessen
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 13
Open dag met Vlinderpunten Op de open dag met vlinderpunten door Noordoost Twente was het IVN in het Arboretum aanwezig. Met folders, tastkast en voelzakjes probeerden we de bezoekers enthousiast te maken voor het IVN. De kinderen en volwassenen vonden te tastkast reuze spannend. Wellicht een idee om kinderen, die bij de tastkast of de voelzakjes alles goed hebben, een prijsje te geven. De kraam van het IVN bij het Infopunt werd te weinig bezocht. Volgend jaar bij de ingang van het Arboretum. Riet van Berkel
Plant determineren Oplossing: De plant op deze foto, geplaatst in de NB 2 van 2014, is de gevlekte rietorchis. (gefotografeerd door Leo Wijering)
Nieuwe opgave:
open bloem in knop
Ingestuurd door Leo Schilderman. Hij schrijft: een mooie website om e.e.a. te bekijken is floravannederland.nl
blad en stengel Oplossing hiervan in NB.4
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 14
Schoolgidsen Waterdiertjesproject voor de basisscholen 2014…hulp uit Oldenzaal Dit jaar viel de periode van het waterdiertjesproject in het Arboretum voor de basisscholen van de gemeente Losser in de eerste twee volle weken van juni. De eerste week was erg druk, hadden we bijna steeds ’s morgens en ’s middags een klas. In de tweede week hoefden we slechts een keer een ochtend aan de slag. In totaal hadden we 10 klassen. Het was moeilijk het rooster voor het waterdiertjesproject rond te krijgen. Allereerst konden we 2 gidsen incidenteel vanwege een verhuizing niet inzetten. Vervolgens werd een Basisschoolkinderen aan het waterdiertjes van de schoolgidsen bedolven onder zijn werk. scheppen Daar boven op kwam nog dat een school dolgraag alsnog wilde meedoen. Dat bleek ook nog eens met 2 klassen. We hadden het gevoel dat we deze school alsnog onze diensten moesten aanbieden. Dat betekende een zeer druk rooster voor de resterende gidsen. Gelukkig kwam er hulp van verschillende kanten. Een noodkreet richting de schoolgidsen van Oldenzaal Oldenzaal bleek niet tevergeefs. Bob Verschoor en Coby Wilmink kwamen als ervaren schoolgidsen ons te hulp. Bovendien bleek, dat er uit Losser ook nog onverwacht Een groepje leerlingen onder leiding van hulp kwam van Anita Oude Groote Beverborg, meester Wim die een keer een stage heeft gedaan bij een klas en daarna gewoon ingeroosterd werd bij het waterdiertjesproject. Alsof ze al jaren meedeed. Ze blijkt een goede en welkome versterking van de schoolgidsen. Verder liep het waterdiertjesproject als een trein. Organisatorisch blijkt er nog altijd wel verbetering mogelijk, maar meestal zijn de leerlingen zo enthousiast, dat overorganisatie zelfs ongewenst is. We hadden slechts één maal het infocentrum nodig omdat er regen was voorspeld en inderdaad ook kwam. Dit gebouwtje is echt een uitkomst voor ons en betekent eigenlijk dat we niet afhankelijk zijn van het weer. Helaas kwam Kleine watersalamander in een tapasbakje
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 15
één school niet opdagen. Spijtig dat we hun niet alsnog een gelegenheid konden bieden om met ons het waterdiertjesproject uit te voeren.
Een leerling bekijkt een waterdiertje in een tapasbakje onder een binoculair
We hadden alle medewerking van het personeel van het Arboretum. Benno Tiehuis had er zorg voor gedragen dat er 5 picknicktafels aan het pad langs de vijver werden geplaatst. Op één van de tafels kwamen de microscopen en binoculairs, op de andere tafels kwamen de groepjes met de schoolgidsen als begeleiders.
De vangsten werden in witte bakken gedaan, zodat je de diertjes goed kon zien tegen een witte ondergrond. Daarna werden de diertjes gesorteerd en in kleine tapasbakjes gedaan. Samen met de schoolgids en met behulp van een zoekblad konden de leerlingen in een lijst de diertjes aankruisen, die ze hadden gezien. Bij toerbeurt kwamen de groepen naar de tafel met de microscopen en binoculairs, waar ze zich konden vergapen aan de watervlooien met kloppend hart en levende jongen in hun lijf of de sterk vergrote kieuwen van salamanderlarven. Het leukst vonden de kinderen het nog om het diertje dat ze zelf gevonden hadden verder te vergroten. Daarbij werden wat onhandige pogingen van sommige al te initiatiefrijke kinderen gedaan om een tapasbakje in zijn geheel onder de microscoop te brengen. Daar kan alleen maar een objectglaasje onder, maar dat konden de kinderen ook niet weten.
Over het algemeen hebben we veel enthousiasme ervaren van zowel leerlingen, als leerkrachten en Kokerjuffer als begeleiders. Ook deze keer zijn er allerhande bijzondere diertjes gevangen door de kinderen. Ook de schoolgidsen beginnen steeds meer handigheid te krijgen in het herkennen en thuisbrengen van kleine waterdiertjes. Ook ontstaan er specialismen binnen de groep. Platworm met reeks puntoogjes aan voorkant Sommigen zijn heel goed in het opsporen van kokerjuffers, anderen zien al snel verschillende soorten platwormen. Naderhand werd een samenvatting gegeven over wat er voor diertjes er allemaal gevonden waren en hoe schoon het water eigenlijk was en waar je dat aan kon zien. Frans Tiessen
Platworm met 2 ogen aan de voorkant
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 16
IVN’er schrijft Rondje Duivelshof Het is een wat merkwaardig voorjaar geweest. Warme en koude perioden wisselen elkaar af, de bodem is nog steeds koud en wisselend was ook de neerslag. De beek heeft al droog gestaan, maar momenteel stroomt er weer flink wat water door als gevolg van stortregens tijdens onweersbuien. De eiken hebben dit jaar weinig last gehad van bladvretende rupsen en ze zitten daardoor goed in het blad. Op de stukken, die de laatste jaren zijn afgeplagd, begint de vegetatie zich te herstellen en de beenbreek al te bloeien, terwijl ook witte snavelbies en zonnedauw het goed doen.
beenbreek met gele bloemen in een tros Aan de westkant bloeien de gevlekte orchideeën. Ook de welriekende nachtorchissen zijn er weer, hoewel ik er dit jaar maar 113 telde en dat is aanmerkelijk gevlekte orchidee minder dan vorig jaar. De gevlekte orchissen breiden hun areaal uit naar geplagde terrein langs de Lossersestraat. Daar staat inmiddels een dertigtal. Het haarmos heeft geprofiteerd van het licht en de de bruine broedkelkjes met sporen staan wijd open, zodat ze verspreid kunnen worden. De bramen hebben de winter ook weer overleefd en strekken hun nieuwe ranken weer uit over de paden, vind ik niet leuk, maar op de oudere takken zitten uitlopers met bloemen en als ze goed bestoven worden, is er weer kans op bramenjam of zo en dat is wel weer leuk. Dus kom maar weer eens kijken en snoepen, want er zijn ook frambozen. Siebe
haarmos
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 17
Groencursus 2014 Het was weer 2 jaar geleden dat de laatste groencursus was geweest, die we samen met het IVN Oldenzaal hadden georganiseerd. We hadden afgesproken dat we deze cursus eens in de 2 jaar zouden geven. Dus werd het weer tijd om actie te ondernemen. Het cursusmateriaal van 2 jaar geleden, het cursusboek in pdf en de stafkaart, was er nog. Zelfs waren er nog voldoende papieren exemplaren van cursusboek en stafkaarten aanwezig. Eind januari werden de posters opgehangen en kwamen de berichtjes in de plaatselijke media. Vanuit Losser kwamen er weinig aanmeldingen, een stuk of 6, en vanuit Oldenzaal waren dat er veel meer, zodat het totale aantal uitkwam op ongeveer 25 personen. De afspraak was dat de cursus op 2 plaatsen zou worden gegeven, maar het aantal van 25 was Siebe als docent voldoende voor één locatie en gezien de aantalsverdeling zou dat dan Breedwijs in Oldenzaal worden. Jammer voor de paar cursisten uit Losser, maar het was niet anders. Jammer ook voor Jan Heijdemann, want de cursus in Losser zou in zijn café plaatsvinden. Siebe had er zich reeds lang van te voren op voorbereid. Hij zou de cursus, bestaande uit 4 cursusavonden en 2 excursies, weer geven. Als er iemand iets over het gebied van de gemeenten Losser en Oldenzaal weet dan is hij het wel. De eerste 2 avonden kon ik niet aanwezig zijn, maar de 3e en 4e keer wel. Het is voor de cursusgever altijd aftasten in het begin. Hoe werk je met een nieuwe groep? Het is de ene keer een spontane groep, de andere keer reageren ze minder. De eerste avond dat ik er was, werd er veel gereageerd op wat Siebe vertelde. Dat brengt levendigheid in de groep en mensen kruipen eerder uit hun schulp. Siebe vertelt op zijn eigen wijze met zijn bekende onderkoelde humor. Het maakt, dat je blijft luisteren. De tweede excursie, ook natuurlijk onder leiding van Siebe, gaat door het Lutter Zand. Het is goed weer voor een excursie. Als Siebe tijdens een excursie vertelt, gaat hij helemaal los. Je hebt het gevoel dat hij alles weet. De excursie begint bij Florylimpha, waar bij het informatiebord de eerste uitleg gegeven wordt. Het bord geeft aan hoeveel belanghebbenden er zijn in het Lutter Zand. Het is daardoor uiterst moeilijk om de neuzen van al die participanten dezelfde kant op te krijgen, als een probleem aangaande het gehele gebied zich voordoet. En zo lopende door het Lutterzand komen we van alles tegen, waarover Siebe iets vertelt. Siebe als excursieleider
Ter hoogte van het zwembad zijn zandheuvels te vinden. Deze zandheuvels zijn niet een gevolg van druk van gletsjers in de de ijstijd, maar van zandverstuivingen die lang geleden hebben plaatsgevonden. In het Lutter Zand worden veel grove dennen gevonden. Deze bomen dienden in de jaren 60 als
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 18
stuthout in de mijnbouw. Tegenwoordig heeft het de functie van hout voor de papierindustrie of brandhout. Voor ons als gebruiker is het een natuurgebied, maar voor de eigenaar is het productiebos en moet het iets opleveren. Aan de kransen van de takken kun je zien hoe oud de boom is. In een naaldbomenbos is er onderin weinig licht, waardoor de dennen daar hun naalden verliezen. Als er een bosbrand plaatsvindt, kan een grondbrand plaatsvinden of een kroonbrand. Van een grondbrand lijden de bomen weinig schade, pas bij een kroonbrand gaan de bomen verloren. De paden waarover we lopen liggen altijd op het grensgebied van 2 eigenaren. Zo krijgen ze beiden maximale subsidie voor het pad bij zo weinig mogelijk grondverlies.
Takkenkransen langs de stam Verderop staan jonge boompjes. Bij deze jonge boompjes staan ijzeren staven in de grond met aan weerszijden uitsteeksels. Dit dient te voorkomen, dat reebokken hun geweien vegen langs de boompjes. Deze hebben te lijden van het geveeg. Verder komen er nog verhalen van Siebe over landweren en wallen. Landweren waren bestemd tegen gespuis, dat kwade bedoelingen had. Een landweer bevat struiken en boompjes met stekels en scherpe takken of bladeren. Stangetjes tegen vegen Bedoeld als ondoordringbare muur van planten. Je kwam er zeker niet zonder kleerscheuren door. Een wal was bedoeld tegen het vee, die er voor zorgde dat het niet bij de beplanting van de omheining kon komen en zo de omheining kon vernielen. We lopen verder en komen bij de Dinkel, de rivier, die het gehele gebied beheerst. De wallen kalven ieder jaar steeds verder af vooral door het recreatieve gebruik. Kinderen spelen op de oevers en in het water en transporteren zo heel wat zand naar de rivier. Na een winter van hoge waterstand en invloed van de wind zijn de laagjes in het zand van de oeverhellingen weer goed te zien. Zo waren er tal van verhalen over het Lutter Zand tijdens de excursie. Als je de kans krijgt om nog eens op excursie te gaan onder leiding van Siebe grijp die kans dan, want je krijgt heel veel interessante informatie van iemand die mij soms doet denken aan een wandelende encyclopedie. Frans Tiessen
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 19
IVN’er in Spanje: justitie en natuur Justitie en milieu Spanje heeft 11 rechters per 100.000 inwoners, dat is 8 minder dan het Europese gemiddelde (El País van 9 juni 2014). Het kan overigens nog erger: de Filipijnen hebben 2,5 rechters per 100.000 inwoners, India 1,1 per 100.000 (The Locust Effect, G.A. Haugen). Het is te verwachten dat dat traagheid in de rechtspraak en rechtsonzekerheid veroorzaakt, niet alleen in het algemeen maar ook voor milieuzaken. Zo is een villapark in de provincie Cáceres, met 180 villas, golfterrein, hotel en aanlegsteigers, illegaal. Dat zegt het hooggerechtshof van Spanje in mei jl., net als het hooggerechtshof van de deelstaat Extremadura in 2011. Milieu-organisaties trokken al in 2007 aan de bel, maar de bouw ging door. Het villapark ligt in Natura 2000, het Europese netwerk voor milieubescherming. Het hooggerechtshof wil nu dat alles afgebroken wordt, maar de regering van de deelstaat zegt dat het te laat is, dat alles afbreken nog slechter voor het milieu zou zijn. Dus best mogelijk dat alles zo blijft. (El País van 24 mei 2014). Een beroemd geval is het hotel dat in Almería pal aan de Middellandse zeekust is gebouwd en nu weer afgebroken moet worden. Het vliegveld van Ciudad Real is al even beroemd, maar meer omdat het een economische ruïne is (het doet me denken aan Enschede airport). Het werd aangelegd in een gebied dat beschermd was vanwege de vogels, ter compensatie werd een terrein ernaast tot bescherm vogelgebied verklaard; alsof de vogels daar dan heen zullen gaan. Het Europese hof veroordeelde Spanje omdat het open steenkoolmijnen toestond in een gebied met bruine beren en andere bedreigde soorten. Een windmolenpark, dat al drie jaar gedraaid had, moest afgebroken worden ook al vanwege bedreigde diersoorten. Milieu-effect reportage, een Europese richtlijn? Nooit van gehoord! Het plan van de regering om duizenden kilometers hoge-snelheids spoorlijnen en autobanen aan te leggen, ging door 327 gebieden, die in Natura 2000 opgenomen waren. En er was geen enkel onderzoek gedaan naar het effect op Natura 2000. Gelukkig kon de NGO “Ecologistas en Acción” de zaak aanhangig maken bij een Europees gerechtshof. Maar ook de Europese richtlijn biedt ontsnappingsmogelijkheden om onder het beschermen van natuurgebieden uit te komen, n.l. als er dwingende redenen van algemeen belang zijn. Volgens het World Wildlife Fund wordt die ontsnappingsroute te vaak gebruikt. Een aantal ecologische NGO´s heeft de handen ineengeslagen en heeft onlangs bereikt dat ook zij nu recht hebben op gratis rechtspraak, wat andere sectoren van de maatschappij al wel kregen voor hun altruïstische werk. Het kwam voor dat sommige rechtbanken zeer hoge borgsommen eisten van de milieugroepen, om het werk stil te laten leggen, in afwachting van de definitieve uitspraak. In het bovengenoemde geval van Extremadura, eiste de rechtbank 40 miljoen van de milieugroepen. Ze konden dat niet opbrengen en het werk ging gewoon door. Nu het project allang klaar is, heeft de rechtbank dan toch de stillegging van het project bevolen.(Quercus, juni 2014)
Bloeiende bergen De tweede week van juni zijn de bergen op een hoogte tussen de 1700 en 2000 meter fel geel door de bloeiende “piorno”, een soort brem.(zie pag.20) Het was me nog niet eerder opgevallen, maar wat lager aan de bosranden staat erg veel witte heide in bloei, struiken van wel een meter hoog. En
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
Afb. 1. Gele bergen in het nationale park Sierra de Guadarrama
juli t/m sept.2014
pag. 20
Afb. 2. Gele piorno en witte heide
als ik een handdoek te drogen leg op een jeneverbesstruik stuift het flink, ze staan ook in bloei met kleine gele bloempjes. Het zijn kruipende jeneverbessen, ze zijn maar een halve meter hoog. Hoog boven me zweven een paar adelaars of gieren, dat kan ik zo niet zien, laat staan dat ik kan zien of het een “águila real” of “águila imperial“ of een “buitre leonado” of een “buitre negro” is – die vier soorten komen hier voor.
Dode koeien uit het veld halen Een typisch niet-Nederlands probleem, in Nederland moeten we ze uit de sloot halen, meestal de oude. Vanwege de gekke koeien ziekte verordonneerde de Europese Commissie dat dode koeien vernietigd moesten worden. Dat bracht kosten met zich mee voor de veehouders en hongersnood voor de aasgieren. Hier in Spanje lopen veel koeien los rond in de bergen, in gebieden van tientallen vierkante kilometers. Ook waar ik ben, in de bergen, lopen koeien los rond (gister waren er een paar de straat aan het likken, ik denk vanwege het zout dat daar in de ijstijd gestrooid is). Stel maar eens binnen 48 uur vast dat een koe dood is gegaan, dat is ondoenlijk in zo´n groot gebied. De Europese richtlijn is weer ongedaan gemaakt, gieren mogen weer genieten van overleden koeien, de veehouders hoeven geen kadavers meer af te voeren. Maar nu heeft de deelstaat Castilla y León toch weer het passief voeren (gewoon laten liggen) of actief voeren (dood vee op een speciale plaats – muladar – neerleggen) van aasvogels verboden. (Quercus, juni 2014) Wout Schuit
Pilotproject leven van bijen in het Arboretum 27 mei 2014 Theo had me er al even over gebeld of ik mee wilde doen. Wel te verstaan Theo von Piekartz, de kersverse nieuwe voorzitter van IVN Oldenzaal. Het zou een gezamenlijk project van de IVN afdelingen Losser en Oldenzaal worden. Het zou een project worden over bijen, bestaande uit twee delen. Het eerste deel zou gaan over een stukje theorie, hoe leven bijen, Theo von Piekarz en Wim Wilmink
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 21
hoe ziet een bijenkast er uit en waarom. Het tweede deel zou gaan over de planten die de bijen gebruiken als voedselbron, daarbij rondgaande in het Arboretum. Theo vroeg me of ik of iemand anders van het IVN Losser daar aan mee wilde doen. Ik wilde wel op de achtergrond meedoen, als het niet anders kon maar verwees naar andere IVN-ers uit Losser, die ik daarover in middels gepolst had. Het zou eerst in de vorm van een pilot gaan, waarbij alleen eigen IVN-leden zouden worden uitgenodigd en als het geëvalueerd was zou het ook voor het publiek gebruikt kunnen worden. Theo had nogal haast en wilde niet wachten met de pilot. Bennie Pots en Wim Wilmink (beiden IVN Oldenzaal) zouden het gedeelte van de bijen doen en Dirk Veldman het gedeelte van de bloemetjes met rondwandeling door het Arboretum. Dirk Veldman leidt rond Op 27 mei was het zover. Jopie en ik gaan samen naar het Arboretum, waar de organisatoren een geweldig mooie verzameling illustratiemateriaal hadden meegebracht. Er is een 15-tal belangstellenden bij de iemenschoer. De groep wordt in tweeën gesplitst. De ene helft krijgt een rondleiding door het Arboretum, de andere een uiteenzetting over de bijen. In het Arboretum zijn een heleboel planten, waar de bijen nectar en honing vandaan halen. Het beeld dat bloemen met opvallende kroonbladen door insecten en met onopvallende kroonbladen door de wind bestoven worden is bij mij een beetje onderuitgehaald. Bijen zijn dol op distels, planten, die boeren liever kwijt zijn. Noordse esdoorn, een plant met onopvallende bloemen, heeft heel veel nectar en stuifmeel.
Hollandse linde Ook lindes en met name de kleinbladige linde zijn belangrijke voedselbronnen voor bijen. Orchideeën, planten met opvallende bloemen, worden bestoven door wespen. Kamperfoelie, een plant met opvallende en zeer geurige bloemen, wordt bezocht door nachtvlinders. Bijen hebben een te korte tong en kunnen niet bij de nectar van de trompetvormige kroonbladeren van de kamperfoeliebloem.
Orchideeën worden niet door bijen bestoven
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 22
Merkwaardig dat bijvoorbeeld witte klaver wel bezocht wordt door bijen en rode klaver niet. Zelfs enkele sparrensoorten worden door bijen bestoven.Na de rondleiding door Dirk, krijgen we uitleg van Bennie en Wim over de bijen. We bekijken bijen op een raat, de koningin zit in het midden. Ze heeft een stipje op de rug en is wat groter dan de andere bijen. Maar dat stipje hebben wij aangebracht grapt één van de twee, dan spotten we haar sneller. En inderdaad, Koningin met stip op de eerste plaats je moet goed kijken voordat je het verschil ziet. Maar het is wel een belangrijk verschil waarvan gebruik gemaakt wordt bij de opbouw van de bijenkast. Daarna gaan we kijken hoe de bijen in een kast zitten. Daartoe gaan we de iemenschoer in. Dat gedeelte van de uitleg gebeurt door Bennie. De bijenkast bestaat uit allemaal losse kasten bovenop elkaar. Het bovenste deel is de honingkamer, daaronder zit de broedkamer met de koningin. De kamers zijn van elkaar gescheiden, door een moerrooster, waardoor de koningin geen eieren kan leggen in de honingkamer. De bijen kunnen wel naar beneden door het moerrooster om de koningin en haar larven van voedsel te voorzien. De koningin kan niet door de te nauwe openingen in het moerrooster. De kasten hebben een dubbele wand voor de isolatie, bijen zijn immers koudbloedig en hun activiteit neemt af naarmate de omgevingstemperatuur lager is. Aan de andere kant kan de temperatuur in de kast stijgen naarmate er meer bijen actief zijn in de kast. Honing- en broedkamer De uitleg over de bijen en hun manier van leven gaat verder buiten de iemenschoer, waar Wim en Bennie uitgebreid plaat en ander illustratiemateriaal hebben om het een en ander uit te leggen. In het wild maken de bijen zelf een raat van was. De vorm wordt aangepast aan de ruimte, die ze gekozen hebben voor hun nest. Raat van wilde bijen In een bijenkast wordt door de imker een raat van was aangebracht, zodat de bijen minder energie hoeven te stoppen in het maken van een raat. Dat scheelt weer honing. De was van de raat kan steeds opnieuw gebruikt worden door de imker. Deze verkleurt daarbij op den duur. De bijen behoren tot de vliesvleugeligen en zijn sociaal levende dieren. In een zomer kunnen er wel 50.000 in een korf zitten. Ze hebben puntogen om licht en donker te kunnen waarnemen en facetogen om bewegingen te kunnen zien. Voor de opbouw van de raat gebruiken ze wasschubben. Om 10 kilo honing te maken hebbe ze 1kilo was nodig. De koningin wordt bevrucht door darren, de mannelijke bijen. Dit grapje kunnen de darren slechts éénmaal uithalen. Daarna is het einde
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 23
oefening en leggen ze het loodje. Het sperma wordt door de koningin opgeslagen en ze kan er haar hele leven mee toe. In het voorjaar gaat ze dan eitjes leggen in de cellen. Per dag legt ze ongeveer 2.000 eitjes. Het aantal eitjes dat ze legt is afhankelijk van de hoeveelheid voedsel. Voor de larven is dat stuifmeel. Elk bijenvolk heeft een eigen geur door een geurstof, die door de koningin in een bepaalde hoeveelheid wordt geproduceerd. Als het volk te groot wordt is de geursterkte per bij kleiner. Een bepaalde cel in de raat krijgt dan speciaal voedsel, koninginnegelei, waardoor er een nieuwe koningin ontstaat. Vervolgens gaan ze zwermen. Een werkbij is ook vrouwelijk en leeft ongeveer 6 weken. In april is het volk het sterkst. Als een jonge bij de kast verlaat gaat hij even voor de opening van de kast staan om zich even goed te oriënteren. Werkbijen kunnen aan elkaar berichten doorgeven. Als een bij ergens een veldje met honingbloemen ontdekt, gaat hij terug naar de kast en gaat op de raat een bijendans uitvoeren. De overige bijen volgen deze dans met belangstelling. Uit de manier waarop deze dans wordt uitgevoerd kunnen de andere bijen opmaken waar het veldje te vinden is met informatie over afstand en richting. We hebben heel veel kunnen leren van Bennie, Wim en Dirk. Volgens ons is deze pilot geslaagd en kan deze workshop ook voor het publiek worden aangewend. Jopie en Frans
De Overijsselse IVN dag op 24 mei “De Overijsselse IVN dag is een jaarlijkse bijeenkomst voor ALLE Overijsselse IVN’ers, dus ook, als je niet zo vaak meedoet met IVN-activiteiten, ben je van harte welkom op 24 mei 2014.” Zo luidde de uitnodiging voor de IVN dag, die dit jaar werd georganiseerd door IVN Hellendoorn-Nijverdal, IVN Deventer, IVN Olst-Wijhe en IVN Raalte. IVN Hellendoorn-Nijverdal viert zijn 40-jarig jubileum en was de gastheer/ gastvrouw. De bezoekers werden hartelijk ontvangen met koffie en koek in een prachtig nieuw buitencentrum de “Sallandse Heuvelrug”Ook de Sterrenwacht onder de mooie koepel met het planetarium en de sky-walk kon bekeken worden. Hier werden de hemellichamen geprojecteerd en was er zeer duidelijke uitleg over het ontstaan van ons sterrenstelsel. Wat zijn wij met onze aarde toch een nietig ietsje in dit onmetelijke heelal! Er is een speelbos met natuurlijke speelelementen op loopafstand van het Buitencentrum, heel erg leuk voor kinderen tot een jaar of twaalf,of misschien wel ouder, een tip voor (groot)ouders? Na een zeer goed verzorgde lunch kon er gewandeld worden. Er was een wandeling met als thema Geologie, een andere wandeling met thema Ecoduct, er kon gefietst worden over de heuvelrug en langs de Regge en voor diegenen die wat moeilijker ter been waren, was er de Heideslak, een minibus zonder zijkanten, maar wel overdekt, rijdend op een accu. Deze slak had de pech ergens onderweg te blijven steken, maar gelukkig kon hij toch nog worden vlotgetrokken. Hij arriveerde met de twee passagiers plus bestuurder nog op tijd voor het drankje bij het Buitencentrum. Er waren van onze Losserse IVN-afdeling maar twee deelnemers, jammer dat er niet meer mensen mee waren. We ontmoetten nog wel IVN bekenden uit Oldenzaal en Enschede. De stemming was heel gezellig, het weer prachtig. Vooral de weg naar Nijverdal.
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 24
Door allerlei wegwerkzaamheden waren alle wegen naar Nijverdal afgezet, zodat we noodgedwongen de toeristische route moesten nemen, en zodoende konden genieten van de prachtige omgeving. Een leuke dag, met name de wandeling over het ecoduct, waar je normaal nooit mag komen, was mooi, de boswachter gaf goede uitleg. De dag was goed georganiseerd, en wij mochten zelfs in de IVN-ruimte kijken, waar heel veel leermiddelen, opgezette vogels, leskisten en nog veel meer is opgeslagen. Er waren in het centrum ook zgn. IVN-ruimte trolly’s, met interactieve computerspellen en informatie op natuurgebied. Ze hebben het daar heel goed voor elkaar! Zo’n dag is een aanrader. Als er weer zoiets wordt georganiseerd, hopen wij, dat er wat meer Losserse IVN’ers meegaan. Ruud en Jopie
INFO Natuurvakantie in Salland, de 31e “IVN Zomerweek” van 3 t/m 10 aug. Voor volwassenen, jeugd en jongeren vanaf 5 jaar. Een actieve week waarin natuurbeleving, landschap en cultuurhistorie centraal staan. Ieder jaar doet de IVN zomerweek een mooie plek in Nederland aan. In 2014 is dit Salland (Overijssel).De accommodatie is in Haarle, vlak naast Nationaal park De Sallandse Heuvelrug. Zie: www.deheidebloem.com Dit jaar gaan we weer kamperen: er zijn 40 binnenslaapplekken en ongeveer 40 (goedkopere) kampeerplekken. Samen met lokale (IVN) vrijwilligers wordt een boeiend programma met excursies in de natuur geboden, toegespitst op het thema: Overijssel Salland: je kunt de Sallandse Heuvelrug op. Voor de kinderen/jongeren een apart programma met activiteiten onder begeleiding van jeugdleiders.
Salland Salland is een mooi stuk van Gelderland. Wij logeren naast het Nationaal Park De Sallandse Heuvelrug. Deze rug is ontstaan in de voorlaatste ijstijd, en zorgt voor een grotere afwisseling van biotopen. Er zijn nogal wat organisaties actief in deze regio. Dit is niet zo verwonderlijk, wanneer je de grote diversiteit aan natuur beschouwd. Er is een Sterrenwacht in het Buitencentrum “Sallandse Heuvelrug” van Staatsbosbeheer. Een Schaapskooi, een Bijenstal, Informatieschuur “De Pas” zijn te vinden op een steenworp afstand van ons pittoreske logement.
Activiteitenprogramma Excursies onder begeleiding van lokaal bekende mensen Ook actief bezig zijn in de natuur
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 25
Programma vindt plaats tussen 9.45 uur en 16.00 uur met enkele ochtend- en avondactiviteiten. Kinderen (5 t/m 13 jaar) volgen onder begeleiding hun eigen natuurprogramma tussen 9.30 uur en 16.00 uur
Kort weekoverzicht Zondag 3 augustus: iedereen vanaf 16.00 uur welkom op De Heidebloem, huis de Delle, Haarle. ’s Avonds kennismaking Maandag 4 augustus: per fiets verkenning van de omgeving voor alle deelnemers van het kamp. Vanaf dinsdag is er een gevarieerd keuzeprogramma met diverse excursies in kleine groepen De donderdag is zonder programma zodat iedereen deze dag naar eigen wensen in kan vullen. vrijdag: natuurwerkdag. zaterdag programma met excursies. Zaterdagavond Bont Kampvuur. Zondag 10 augustus: ontbijt en afbreken. Gezamenlijk afscheidsslokje Vertrek uiterlijk 10.00u.
Aanmelden bij: Harrie Moonen Berthold Brechtstraat 185 1102 RG Amsterdam 06-38106238
[email protected] Locatie De Heidebloem, Oude Deventer weg 8, 7448 RL Haarle •
www.deheidebloem.com
•
Kamperen
•
Beperkt aantal binnenslaapplekken (40 pers)
Slaapkamers tot max 8 pers. Zie ook www.ivn.nl/zomerweek
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 26
Website Wilt U actuele informatie bekijken, ga dan naar ivn.nl/afdeling/losser Wilt U actuele informatie aanleveren, mail dan naar de website-beheerder Ruud Spiering
[email protected]
Facebook De IVN afdeling Losser is ook te volgen via Facebook. Ga naar en wordt vriend van https://www.facebook.com/IVNLosser. Dan blijf je op de hoogte van de activiteiten en het laatste nieuws. Wellicht een leuke tip voor vrienden en bekenden die de weg naar onze vereniging nog niet hebben gevonden.
Natuurbode Volgende kopijdatum Natuurbode Kopij voor de Natuurbode voor de maanden oktober tot en met december 2014 uiterlijk woensdag 17 september inleveren via e-mail — gaarne met foto(’s) of illustratie(s) — naar
[email protected] of via de post: Weemselo 36, 7581 RC Losser.
Van gedrukte uitgave naar digitale versie van de Natuurbode Wie voortaan de Natuurbode digitaal wil ontvangen, kan een e-mail sturen naar :
[email protected]
QR-code Deze QR-code kunt U scannen met Uw mobiele telefoon, indien U een QR-code app hebt geïnstalleerd. U krijgt dan op Uw display http://ivn.nl/afdeling/losser met actuele info.
Natuurbode IVN Losser, jaargang 40 nr. 3
juli t/m sept.2014
pag. 27
Informatie-aanvraag Na het lezen van de Natuurbode is mijn belangstelling gewekt voor uw vrijwilligersorganisatie, IVN Losser. Gaarne wil ik meer informatie over de volgende werkgroepactiviteit( en ): 0 Natuurgidsen 0 Schoolgidsen 0 Kruidentuin 0 Landschapsbeheer 0 Buitengebied 0 Nachtvlinders (één of meer mogelijkheden aankruisen) Naam:………………………………………………… Adres: ………………………………………………… Postcode:…………… Woonplaats: ………………………………………….. E-mailadres:.................................................................. Stuur deze info-aanvraag naar: Ruud Spiering, Markeweg 117, 7582 BC Losser. Een e-mail sturen kan ook. Het e-mail adres is:
[email protected] Vermeldt U dan in Uw e-mail Uw naam, adres en keuze. ———————-afknippen—————–—————————afknippen——–——————
Aanmelding 0 Ik meld mij aan als lid van IVN Losser 0 Ik meld mij aan als donateur van IVN Losser Naam:………………………………………………… Adres: ………………………………………………… Postcode:…………… Woonplaats: ………………………………………….. E-mailadres:.................................................................. Stuur deze aanmeldstrook naar: Ruud Spiering, Markeweg 117, 7582 BC Losser. Een e-mail sturen kan ook. Het e-mail adres is:
[email protected] Vermeldt U in Uw e-mail Uw naam, adres en keuze.