PDF
www.gardif.fr
NL
BENZINEMAAIER ORIGINELE GEBRUIKSAANWIJZING
Sept 2014
SN
NL
Lees deze originele gebruiksaanwijzing aandachtig door voor elk gebruik van deze machine. Bewaar deze voor latere raadpleging.
Fig. 1
1
2
AAN UIT
3 4
22
5 6 8
21
7 9
10 11
20
12 13
19
DE
Cl s ea ys ni te ng m
18 17
CK
14
15 16
Fig. 2
A
B a.
Fig. 3
C
D
OF
b.
E
F c.
2
2 3
1
1
Fig. 4
2
G
Fig. 5
4 1
3
3
2 3
SYMBOLEN GEVAAR! WAARSCHUWING! OPGELET! Dit symbool geeft een gevaar of een waarschuwing aan. Het betekent: Opgelet!!! De veiligheid van de bediener is in gevaar.
Brand- of explosiegevaar Benzine is zeer brandbaar! Laat de motor 2 minuten afkoelen voordat u de benzinetank vult.
WAARSCHUWING: lees de gebruiksaanwijzing en volg alle veiligheidsvoorschriften.Deze bevat speciale mededelingen, bestemd om de aandacht te vestigen op eventuele veiligheidsproblemen en risico’s op schade aan het apparaat, maar tevens nuttige tips over het in-bedrijf-stellen, gebruiken en onderhouden van het apparaat. Lees alle informatie aandachtig door voor een juist gebruik van het werktuig.
Risico op vergiftiging en verstikking De uitlaatgassen zijn schadelijk voor de gezondheid. Gebruik dit apparaat niet in een gesloten ruimte.
Risico op wegspringend materiaal. Objecten kunnen tijdens de werking wegspringen. WAARSCHUWING: HOUD ALLE PERSONEN UIT DE BUURT! De bediener is verantwoordelijk voor de veiligheid van andere personen die zich in de werkzone van de machine bevinden. Gebruik de machine nooit als er zich andere personen, in het bijzonder kinderen, of dieren in de buurt bevinden. Houd ze op een afstand van minimum 5 meter. Wacht totdat het mes en alle andere delen tot een volledige stilstand zijn gekomen voordat u de grasmachine reinigt, repareert of inspecteert. Verwijder de dop van de bougie voor elke onderhoudsbeurt.
Draag slipvaste werkschoenen
OPGELET! Verschillende tank voor benzine en olie. 4-takt motor: meng geen olie in de benzine. Motor wordt zonder olie geleverd: vul de oliecarter voor ingebruikname
WAARSCHUWING: HOUD DE HANDEN EN VOETEN UIT DE BUURT VAN DE MESSEN! Risico op snijwonden. Blijf op een grote afstand van het mes wanneer de motor draait.
Opgelet: Het warme oppervlak kan brandwonden veroorzaken.
Geluidsvermogensniveau LwA Om de motor te starten, breng de veiligheidshefboom voor motorrem naar de stuurstang, en trek vervolgens aan de trekkoord of draai de contactsleutel (afhankelijk van model) Om de motor uit te schakelen, laat de veiligheidshefboom los. Om de grasmachine voort te laten bewegen, breng de koppelingshefboom voor de wielen tegen de stuurstang en houd in deze positie. De grasmaaier rijdt vooruit. Om de grasmachine te stoppen, laat de hefboom los (afhankelijk van model). Positie minimum snelheid (langzaam).
Draag een veiligheidshelm Draag oogbescherming (veiligheidsbril of -vizier) Draag gehoorbescherming (gehoorbeschermingsmiddelen).
Positie maximum snelheid (vol gas).
Het mes blijft na het uitschakelen van de grasmaaier nog enkele seconden draaien. Draag of vervoer de grasmaaier niet als deze nog niet tot een volledige stilstand is gekomen.
Plaats voor stekker voor het opladen van accu (afhankelijk van model)
XX
ORIGINELE INSTRUCTIES LEES ALLE INSTRUCTIES ZORGVULDIG DOOR VOOR ELK GEBRUIK BEWAAR DEZE GEBRUIKSAANWIJZING VOOR LATERE RAADPLEGING
OVERZICHT
INLEIDING
Veiligheidsvoorschriften.................................... 4 Uitpakken.......................................................... 8 Beschrijving van de onderdelen........................ 9 De grasmaaier in elkaar zetten en afstellen...... 9 Stuurstang......................................................... 9 Opvangbak........................................................ 10 De snijhoogte afstellen...................................... 11 Mulchen............................................................. 11 Zijdelingse uitwerping........................................ 12 De motor voorbereiden...................................... 13 Voor het starten van de motor........................... 13 Welke en hoeveel olie gebruiken...................... 13 De tank vullen.................................................... 14 De brandstoftank ledigen ................................. 15 De grasmaaier starten...................................... 15 De motor koud starten...................................... 15 De motor warm starten..................................... 16 De elektrische motor met de sleutel starten..... 16 De motor stoppen............................................. 17 De grasmaaier gebruiken.................................. 17 Aandrijving (voortstuwing) van de grasmaaier.. 17 Snelheidshendel............................................... 17 Onderhoud........................................................ 17 Geluiddemper (knalpot)..................................... 18 De schroeven en bewegende delen controleren... 18 Reiniging en opslag........................................... 18 De maaikast reinigen......................................... 18 Het mes............................................................. 19 De accu onderhouden....................................... 19 De motor onderhouden..................................... 20 Probleemoplossing............................................ 20 Klantenservice................................................... 22 Bescherming van het milieu.............................. 22 Het apparaat afdanken...................................... 22 Garantie van de machine.................................. 22 Technische gegevens........................................ 25 Verbruiksonderdelen......................................... 25 EG-conformiteitsverklaring................................ 26
Deze grasmaaier werd ontworpen en vervaardigd volgens de strikte normen inzake betrouwbaarheid, gebruiksvriendelijkheid en veiligheid die door GARDIF zijn opgelegd. Een juist onderhoud zorgt ervoor dat u de machine gedurende vele jaren probleemloos kunt gebruiken. De benzinemaaier is een machine ontworpen voor het maaien en oppikken (afhankelijk van de uitrusting) van gras in tuinen van woningen of siertuinen. Elk ander gebruik dat niet uitdrukkelijk in deze gebruiksaanwijzing is vermeld kan schade aan het apparaat veroorzaken, tot ernstig letsel voor de gebruiker leiden en is tevens niet toegestaan. Gebruik deze grasmaaier NOOIT: • Op een intensieve manier • Voor professionele doeleinden (waaronder verhuur) of landbouwdoeleinden • Voor openbare tuinen of het onderhouden van bossen • In de regen of een vochtige omgeving • Door kinderen jonger dan 16 jaar en minderjarigen zonder enige toezicht Volg alle opmerkingen, informatie en waarschuwingen die in deze gebruiksaanwijzing zijn vermeld strikt op voor een juist en veilig gebruik van deze machine.
3 NL
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN Gebruik deze grasmaaier niet voordat u alle instructies, veiligheidsvoorschriften en bedieningselementen, etc. die in deze gebruiksaanwijzing zijn vermeld grondig hebt gelezen en volledig begrijpt. Het negeren van deze informatie en veiligheidsvoorschriften kan een ongeval, zoals een brand of elektrische schok met zich meebrengen wat tot ernstig letsel kan leiden. Bewaar deze gebruiksaanwijzing en raadpleeg deze regelmatig om een continue veiligheid te waarborgen en andere gebruikers op een juiste manier op te leiden. ALGEMENE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR EEN GEBRUIK ZONDER GEVAAR OPLEIDING Gebruik de grasmachine altijd in overeenstemming met de aanbevelingen en veiligheidsvoorschriften die door de fabrikant in de gebruiksaanwijzing zijn vermeld. • Lees de gebruiksaanwijzing grondig door. Maak uzelf vertrouwd met de juiste bediening en gebruik van de machine. • Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen (waaronder kinderen) met beperkte fysische, visuele of mentale mogelijkheden, of die een gebrek hebben aan ervaring en kennis, tenzij ze supervisie of instructies hebben gekregen over het gebruik van het apparaat door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. 4 NL
• Houd kinderen nauwlettend in het oog opdat ze niet met het apparaat spelen. • De lokale (of nationale) wetgeving kan een minimale leeftijd voor de gebruiker opleggen. • Schakel het apparaat niet in wanneer er zich personen, in het bijzonder kinderen, of dieren in de onmiddellijke omgeving bevinden. • De bediener (of gebruiker) is verantwoordelijk voor eventuele schade aan eigendommen of letsel aan derden. VOORBEREIDING • Het mes van de grasmaaier is scherp en kan snijwonden veroorzaken. Neem alle nodige voorzorgsmaatregelen wanneer u in de buurt van of op het mes werkt. • Draag tijdens gebruik van de machine gepaste kleding: nauwsluitende en geen losse kleding, een lange en stevige broek, goede werkhandschoenen, een veiligheidsbril en een geluidsreducerende koptelefoon. • Gebruik de machine NOOIT blootsvoets of op sandalen. Draag ALTIJD werkschoenen met een slipvaste zool. • Controleer het gebied waar de grasmachine gebruikt zal worden grondig en verwijder alle objecten die door de machine weggeslingerd kunnen worden of die de juiste werking van de machine kunnen hinderen. • Gebruik het apparaat niet op oppervlakken waar er zich gasleidingen of elektrische kabels onder de grond bevinden.
• Gebruik de grasmaaier alleen voor het maaien van terreinen zonder obstakels. • De gebruiker van de grasmaaier dient zich in een goede gezondheid te verkeren. Gebruik de grasmaaier NIET wanneer u moe of onder de invloed van alcohol of een andere drugs bent.
OPGELET! GEVAAR! BENZINE IS ZEER BRANDBAAR. • Berg benzine alleen op in houders die speciaal voor dit soort vloeistoffen zijn gemaakt. • Vul de machine alleen buitenshuis met benzine en rook niet tijdens het vullen. Gebruik geen mobiele telefoon tijdens het vullen. • Voeg de brandstof toe voordat u de motor start. Haal de dop nooit van de benzinetank af of voeg geen benzine toe wanneer de motor draait of warm is. • Als er benzine op de vloer is gemorst, start de motor niet, verwijder de machine uit de aangetaste zone en voorkom elke vorm van ontsteking zolang de benzinedampen niet volledig zijn verdwenen. • Plaats de benzinedop op de juiste positie terug. • Vervang defecte geluiddempers. • Controleer de uitrusting en veiligheidsvoorzieningen voor elk gebruik op zichtbare slijtage of schade. • Vervang beschadigde messen en vastzetbouten door een volledig nieuwe set om het evenwicht te behouden.
DE GRASMAAIER VERVOEREN Om elk risico op een ongeval tijdens het vervoeren van uw grasmaaier te voorkomen, voer volgende handelingen uit: - Ontkoppel de bougie - Ledig de benzinetank - Maak de grasmaaier in het voertuig stevig vast
OPGELET: ZORG VOOR EEN GOEDE VENTILATIE BINNENIN HET VOERTUIG EN STEL HET NIET BLOOT AAN DIRECT ZONLICHT WANNEER DE GRASMAAIER ZICH IN HET VOERTUIG BEVINDT LAWAAI De grasmaaier maakt lawaai. Besteed voldoende aandacht aan onderstaand vermelde punten: • Leef de geldende wetgeving inzake lawaai en de lokale voorschriften na. Deze kunnen het gebruik van het apparaat op bepaalde dagen (zon- en feestdagen), op bepaalde momenten tijdens de dag (over de middag of ’s nachts) en op bepaalde plaatsen (kuuroorden, ziekenhuizen, etc.) beperken. • Draag gehomologeerde gehoorbescherming. Een intensief gebruik van een grasmaaier kan uw gehoor beschadigen. Las regelmatig een pauze in tijdens het gebruik van een grasmaaier.
5 NL
TRILLING Het is aangetoond dat de trillingen, die door gemotoriseerde handwerktuigen worden geproduceerd, bij bepaalde personen kunnen leiden tot een aandoening, genaamd het syndroom van Raynoud. De symptomen kunnen prikkelingen, ongevoeligheid en witte vingers omvatten en worden over het algemeen veroorzaakt door blootstelling aan koude. Erfelijkheid, blootstelling aan koude en vocht, voeding, roken en de werkpraktijken zijn allemaal factoren die kunnen bijdragen tot de ontwikkeling van deze symptomen. Er is tot op heden geen enkel bewijs dat een bepaald type van trilling of de graad van blootstelling effectief bijdraagt tot de ontwikkeling van deze aandoening. Bepaalde maatregelen, die de effecten van de trillingen verlagen, kunnen door de bediener echter worden genomen: a) Houd het lichaam tijdens koud weer warm. Tijdens het gebruik, draag handschoenen om de handen en polsen warm te houden. Het is bewezen dat koude een van de voornaamste oorzaken van het symptoom van Raynaud is. b) Na elk gebruik, doe lichaamsoefeningen om de bloedsomloop te stimuleren. c) Las regelmatig een pauze in. Beperk de dagelijkse blootstellingsduur. d) Houd het werktuig in een goede staat met alle bouten en moeren stevig vastgedraaid en vervang versleten onderdelen. Niet stevig vastgedraaide onderdelen kunnen trillingen en bovenstaand vermelde kwalen veroorzaken. 6 NL
Indien een of meerdere van bovenstaande symptomen optreden, gebruik de machine niet langer en raadpleeg een arts. VOORZORGSMAATREGELEN Vo o r e l k g e b r u i k , c o n t r o l e e r o f alle startvergrendelingen en bedieningsknoppen juist werken. Gebruik de grasmaaier nooit: - Bij stormweer (risico op elektrocutie) - Als er elektrische kabels in de buurt zijn of op de grond liggen (elektrische stroomkabel / verlengkabel / elektrische omheining). - Bij regen of hagel (de juiste werking van de grasmaaier kan worden gehinderd). Schakel de grasmaaier altijd uit en ontkoppel de bougie in geval van: - Een handmatige tussenkomst door een verstopping in de uitwerpopening achteraan of aan de zijkant (indien aanwezig op uw grasmaaier). - Een tussenkomst onderaan de machine omwille van de aanwezigheid van een vreemd voorwerp (metaaldraad, verlengkabel, etc.) SCHERMEN EN VEILIGHEIDSVOORZIENINGEN Elke onnodige verwijdering, aanpassing of verkeerde plaatsing van de veiligheidsvoorzieningen zoals het achterscherm, zijdelingse harkkeerders, de veiligheidshefboom (dodemanshefboom), etc. brengt risico op ernstig letsel voor de gebruiker met zich mee en maakt de garantie ongeldig zodat de fabrikant niet verantwoordelijk is in geval van een ongeval.
WERKING
OPGELET! GEVAAR! Laat de motor niet in een afgesloten ruimte draaien, de concentratie aan koolmonoxydegassen kan oplopen. De uitlaatgassen zijn giftig en verstikkend. Deze kunnen dodelijk zijn in geval van inademing. • Gebruik het apparaat alleen bij daglicht of voldoende kunstmatig licht. • In het mate van het mogelijke, maai geen vochtig gras. • Wees voorzichtig wanneer u het apparaat op een aflopend terrein gebruikt. Houd het apparaat altijd met beide handen vast. • Loop, en ren nooit, met het apparaat. • In geval van een machine met wielen, rij altijd horizontaal op hellingen, en nooit naar omhoog of omlaag. • Wees altijd zeer voorzichtig wanneer u op glooiende terreinen van richting verandert. • Gebruik het apparaat nooit op zeer steile hellingen. Werk niet op terreinen met een hellingsgraad hoger dan 20%. • Wees voorzichtig wanneer u de looprichting wijzigt of de machine naar u toe trekt. • Stop het (de) mes(sen) als de grasmaaier gekanteld moet worden om over een niet-graszone van/of naar een te maaien oppervlak vervoerd te worden. • Gebruik de grasmaaier nooit als de beschermingen defect zijn of de veiligheidsvoorzieningen, zoals schermen en/of de opvangbak, niet aanwezig zijn.
• Pas de instelling voor het regelen van de snelheid van de motor niet aan en gebruik de motor niet aan een te hoge snelheid. • Ontkoppel alle aandrijvingsmechanismen voor de messen en de voortstuwing voordat u de motor start. • Wees voorzichtig wanneer u de motor start, leef de instructies van de fabrikant na en houd uw voeten uit de buurt van het/de werktuig(en). • Hel de grasmaaier niet over tijdens het starten van de motor, tenzij de grasmaaier schuin moet staan om te starten. In dit geval, hel de grasmaaier niet verder over dan nodig en til alleen het deel op dat zich het verst van de bediener bevindt. • Schakel de motor niet in als men zich naast de uitwerpopening bevindt. • Maai ALTIJD met hetzij een gemonteerde opvangbak, hetzij een geïnstalleerd en neergeklapt scherm. • Plaats uw handen of voeten niet in de buurt of onder de draaiende delen. Blijf uit de buurt van de uitwerpopening. • Vervoer of til het apparaat niet op terwijl de motor ingeschakeld is. • Geef minder gas tijdens het stoppen van de motor, en indien de grasmaaier van een brandstofafsluitklep is voorzien, sluit de brandstoftoevoer na gebruik. S t o p d e m o t o r, o n t k o p p e l d e bougiekabel en wacht totdat alle bewegende delen tot een volledige stilstand zijn gekomen telkens een van onderstaande situaties zich voordoet: 7 NL
• Telkens wanneer het apparaat zonder toezicht wordt achtergelaten. • Voordat u de grasmaaier met brandstof vult. • Voor onderhoud en reiniging van de machine, het vervangen van een opzetstuk, of het voortbewegen van het apparaat op een andere manier dan zijn eigen aandrijving. • Voor het verwijderen van verstoppingen of het vrijmaken van de uitwerpopening. • Na het raken van een vreemd voorwerp. Controleer de grasmaaier op schade. Laat het apparaat repareren voordat u de grasmaaier opnieuw gebruikt. • Voor het vervoeren, verplaatsen, optillen of overhellen van de grasmaaier. • Als het apparaat abnormaal trilt. Trillingen wijzen over het algemeen op een probleem dat onmiddellijk opgelost en gerepareerd moet worden. ONDERHOUD EN OPSLAG • Zorg dat alle moeren, bouten en schroeven altijd stevig vastgedraaid zijn om te waarborgen dat het materiaal veilig en juist gebruikt kan worden. Controleer tevens regelmatig of het werkinstrument en de schroeven van de motor stevig vastgedraaid zijn. • Berg een machine die nog brandstof in de tank heeft niet op in een ruimte waar de dampen een vlam of vonk kunnen bereiken. • Laat de motor afkoelen voordat u de machine in een ruimte opbergt. • Om het risico op brand te beperken, houd de motor, geluiddemper, accuvak en de benzinetank vrij van planten of 8 NL
smeer. • Controleer de opvangbak op slijtage of schade. • Vervang versleten of beschadigde onderdelen om de veiligheid te waarborgen. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen. Onderdelen van andere merken kunnen niet goed passen en ongevallen veroorzaken. • Als u de benzinetank wilt ledigen, doe dit buitenshuis. DE GEVOLGEN VAN EEN SLECHT ONDERHOUD Een slecht, en aldus onvoldoende, onderhoud van uw grasmaaier beperkt de levensduur en zijn werking wat tot schade en gevaar kan leiden. Laat uw grasmaaier voor elk seizoen inspecteren door een erkend servicecentrum.
UITPAKKEN • Haal de machine voorzichtig uit het karton. • Controleer het apparaat grondig op eventuele transportschade. • Het apparaat werkt niet naar behoren wanneer er kabels beschadigd zijn. Zorg dat deze delen tijdens het uitpakken niet worden geplooid/ platgedrukt. • Gooi de verpakking pas weg wanneer het apparaat grondig werd gecontroleerd en op een juiste manier werkt. • De figuren die in zich in deze gebruiksaanwijzing bevinden zijn niet bindend.
LIJST MET ONDERDELEN DIE ZICH IN DE VERPAKKING BEVINDEN Fig. 2 A. 1 bougiesleutel met as B. Kabelklemmen (op de stangen) C. 1 Opvangbak (met antiuitwerpdeksel*) D. 1 Mulchkap* E. 1 Scherm voor zijdelingse uitwerpopening* F. 1 Instrumentenbord* G. 1 Gebruikershandleiding * (afhankelijk van model) BESCHRIJVING VAN DE ONDERDELEN Fig. 1 1. Koppelingshefboom voor de wielen (voor de voortbeweging)* 2. Bovenste stuurstang 3. Veiligheidshefboom voor motorrem 4. Instrumentenbord* 5. Snelheidshendel* 6. Onderste stuurstang 7. Koppelingskabel voor wielen* 8. Vastzetschroef (en voor hoogteafstelling*) 9. Veiligheidskabel voor motorrem 10. Scherm 11. Accu* 12. Motor (raadpleeg de handleiding van de motor) 13. Regelarm voor maaihoogte 14. Voorwiel 15. Maaikast 16. Afsluiter voor zijdelingse uitwerping* 17. Reinigingsaansluitstuk* 18. Achterwiel 19. Gecentraliseerde regelaar voor maaihoogte
20. Opvangbak (met anti-uitwerpdeksel*) 21. Starthendel in houder 22. Sleutel voor elektrische start* * (afhankelijk van model) DE GRASMAAIER IN ELKAAR ZETTEN EN AFSTELLEN
DRAAG TIJDENS DE VOLLEDIGE MONTAGEPROCEDURE HANDSCHOENEN. STUUR 1. HET STUUR IN ELKAAR ZETTEN
Fig. 3 en 4 • Plaats de onderste stuurstang in de voorziene posities op de maaikast. • Maak het geheel stevig vast met behulp van de vastzetschroeven.
9 NL
• Maak de bovenste stuurstang op de onderste stuurstang vast met behulp van de meegeleverde vastzetschroeven. Het type van bevestiging van de bovenste/onderste stuurstang is verschillend afhankelijk van het model: eenvoudig, snelsluiting of in hoogte verstelbaar. • Maak de bedieningskabels vast aan het stuur met behulp van de meegeleverde kunststof klemmen. • Bevestig of klem het instrumentenbord (afhankelijk van model) op de juiste plaats vast. Zorg dat de kabels niet gekneld raken. Zie hoofdstuk 3: Het instrumentenbord installeren. • Het stuur kan worden opgevouwen voor een eenvoudige opslag. BELANGRIJK! De starthendel moet voor elk gebruik in zijn houder (Fig. 1, 21) worden geplaatst. 2. DE HOOGTE VAN HET STUUR INSTELLEN
3. HET INSTRUMENTENBORD INSTALLEREN
(AFHANKELIJK VAN MODEL)
Fig. 5 1. Haal het instrumentenbord voorzichtig uit de verpakking. 2. Draai de schroef van de snelheidshendel los (Fig. 1, 5) en verwijder het geheel. 3. Plaats het instrumentenbord op het bovenste deel van het stuur door het met de bevestigingsgaten te laten overeenstemmen. 4. Maak het instrumentenbord vast met behulp van de meegeleverde schroeven en moeren, en draai stevig vast. 5. Plaats de snelheidshendel opnieuw op de bovenste stuurstang en maak stevig vast met de moer.
OPVANGBAK
(AFHANKELIJK VAN MODEL)
Fig. 3 c Om ergonomischer te werken, kan de hoogte van de bovenste stuurstang worden aangepast. • Maak de vastzetschroeven tussen de onderste en bovenste stuurstang los door deze naar buiten te trekken. De bevestigingsklemmen van de 2 stuurstangen worden geopend. • Draai de bovenste stuurstang van onder naar boven totdat de ideale positie wordt verkregen. • Eenmaal de gewenste positie is bereikt, maak de vastzetschroef vast door deze tegen de stuurstang neer te drukken. 10 NL
RAADPLEEG DE “VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN” VOOR ELK GEBRUIK DE OPVANGBAK INSTALLEREN
Fig. 6 Til het scherm op en haak de opvangbak vervolgens vast op de houder in de voorziene inkepingen achteraan de grasmaaier. Laat het scherm op de bak rusten.
DE OPVANGBAK AFHALEN
Als er tijdens het gebruik van de machine gemaaid gras op het gazon te zien is, dan is de bak vol. Laat de veiligheidshefboom voor de motorrem los en wacht totdat de motor en het mes tot een volledige stilstand zijn gekomen. Til het scherm op en haal de bak vervolgens af van de houder achteraan de grasmaaier. Klap het scherm neer en ledig de bak. WERKING ZONDER OPVANGBAK
Het scherm bevindt zich, dankzij de veren, altijd tegen de grasmaaier Als de grasmaaier zonder opvangbak of mulchkap wordt gebruikt, wordt het gemaaide gras altijd onmiddellijk naar achteren uitgeworpen.
Gebruik de grasmaaier niet wanneer de opvangbak of het scherm zich niet op hun plaats bevinden.
DE MAAIHOOGTE INSTELLEN Fig. 7 Stel de gewenste maaihoogte in met behulp van de gecentraliseerde regelaar (Fig. 1, 19). Trek de vastzetschroef naar buiten en breng deze vervolgens in het gewenste gat. Hoe meer de vastzetschroef naar het stuur wordt gebracht, hoe meer de grasmaaier wordt opgetild en hoe hoger de maaistand.
MULCHEN
(AFHANKELIJK VAN MODEL) DE MULCHKAP INSTALLEREN
Fig. 8 Stop de motor voordat u de mulchkap installeert of verwijdert. Verwijder de opvangbak en berg op. Til het scherm op en breng de mulchkap in de uitwerpopening. Eenmaal correct geplaatst, klap het scherm neer op de kap. Om de kap af te halen, stop de motor, til het scherm op, verwijder de kap, installeer de opvangbak en klap het scherm neer. VOORZORGSMAATRELEGEN VOOR GEBRUIK VAN DE MULCHFUNCTIE
De mulchfunctie is een extra functie op de grasmaaier. De maaikast is allereerst ontworpen voor het opvangen van gras in de bak. De mulchfunctie kan aldus enkel en alleen worden gebruikt op een terrein dat een siertuin (gazon) en geen veld (grasweide) is, en vooraf op een gepaste hoogte is gemaaid. De hoogte van het te mulchen gras mag niet hoger dan 3 cm zijn. De mulchfunctie werkt niet: - in hoog gras (gebruik de functie niet na terugkeer van vakantie of als eerste maaibeurt) - in vochtig gras (het gemaaide gras kleeft aan de kast en hoopt op). Voor een doeltreffend mulchen is het aanbevolen om het gras regelmatig te 11 NL
maaien, 1 tot 2 keer per week en op een perfect droog gazon. Voer het mulchen perfect uit en deze biedt vele voordelen (tijdsbesparing, zuinig, eenvoudig,...) De nadelen bij een verkeerd mulchproces zijn echter talrijk, waaronder een verslechtering van uw gazon op middellang termijn, kortere levensduur van uw machine en ontevredenheid van de gebruiker wat betreft het resultaat en de prestaties van de machine. ZIJDELINGSE UITWERPING (AFHANKELIJK VAN MODEL)
HET SCHERM VOOR ZIJDELINGSE UITWERPING INSTALLEREN Fig. 9 Stop de motor voordat u het scherm installeert of verwijdert. Til de afsluiter voor zijdelingse uitwerping op(Fig. 1, 16). Installeer het scherm voor zijdelingse uitwerping door, afhankelijk van model, de haken onder de veeras van de afsluiter te schuiven, of het scherm in de voorziene haken te plaatsen. Het scherm wordt door de druk van de veer van de neergeklapte afsluiter op zijn plaats gehouden. Opgelet: Houd de mulchkap op zijn plaats om de grasmaaier met een zijdelingse uitwerping te gebruiken.
12 NL
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR DE ZIJDELINGSE UITWERPFUNCTIE
De zijdelingse uitwerpfunctie is een extra functie op de grasmaaier. De maaikast is allereerst ontworpen voor het opvangen van gras in de bak. Gebruik de zijdelingse uitwerping alleen in een goed onderhouden siertuin (gazon) en niet in een veld ("grasweide"). Grashoogte max. 20 cm. O m d o e l t r e ff e n d e n e e n v o u d i g t e maaien, ga tweemaal over hetzelfde te maaien grasoppervlak. Stel het mes van de grasmaaier voor de eerste maaibeurt op de hoogst mogelijke maaistand in. Stel het mes van de grasmaaier voor de tweede maaibeurt op de lage tot medium maaistand in. De zijdelingse uitwerpfunctie werkt niet in vochtig gras (het gemaaide gras kleeft aan de kast en hoopt op).
DE MOTOR VOORBEREIDEN RAADPLEEG DE GEBRUIKSAANWIJZING VAN DE MOTOR
VOOR HET STARTEN VAN DE MOTOR OPGELET! DE GRASMAAIER WORDT ZONDER OLIE GELEVERD. VUL DE OLIETANK VOORDAT U DE MACHINE INSCHAKELT OVERSCHRIJD HET MAXIMUM NIVEAU NIET WELKE EN HOEVEEL OLIE GEBRUIKEN? RAADPLEEG DE GEBRUIKSAANWIJZING VAN DE MOTOR TIPS: IN ALLE GEVALLEN Om het olieniveau te controleren, plaats de grasmaaier op een vlakke ondergrond. Trek de peilstok uit de olievulbuis. Veeg de peilstok met een schone doek. Controleer het olieniveau door de peilstok in de vulbuis te brengen, zonder deze vast te schroeven. Voer deze handeling enkele keren uit om een foutieve aflezing van het olieniveau te voorkomen. Verse olie is nogal transparant, wat eenvoudig tot een foutieve aflezing kan leiden.
MAX MIN Breng de peilstok vervolgens opnieuw in de vulbuis en draai deze vast. Overschrijd het MAXI niveau op de peilstok niet, te veel olie kan rook aan de uitvoer van de geluiddemper veroorzaken en de luchtfilter beschadigen. Zorg er tevens voor dat het olieniveau zich boven het MINI niveau op de peilstok bevindt. Als het olieniveau zich onder MINI bevindt, bestaat er risico op een ernstig defect aan de motor dat niet door de garantie wordt gedekt.
CONTROLEER HET OLIENIVEAU VAN DE MOTOR VOOR ELK GEBRUIK; ELK GEBRUIK VAN DE MOTOR MET ONVOLDOENDE OLIE IN DE MOTORBEHUIZING MAAKT DE GARANTIE ONGELDIG. BELANGRIJK • Controleer het olieniveau voor elk gebruik. Vul tot aan het maximum niveau dat op de peilstok wordt aangegeven.
13 NL
• Vervang de olie na de eerste 5 uur van gebruik. • Vervang de olie om de 25 tot 50 uur van gebruik en minstens eenmaal per seizoen. Het is mogelijk dat u de olie vaker dient te vervangen als u de grasmaaier in een stoffige omgeving of zware omstandigheden gebruikt. Raadpleeg de sectie "ONDERHOUD” van deze handleiding. DE TANK VULLEN
(VOER DEZE HANDELING IN OPEN LUCHT UIT)
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR HET HANTEREN VAN BRANDSTOF
• Brandstof is zeer brandbaar, wees altijd voorzichtig wanneer u deze hanteert. • Vul de tank nooit wanneer de motor draait of warm is. • Niet roken! Gebruik geen mobiele telefoon tijdens het vullen. • Zorg dat er geen benzine of olie met de huid in aanraking komt. Adem de dampen niet in. • Houd olie en benzine uit de buurt van de ogen. In geval olie of benzine in de ogen terechtkomt, spoel onmiddellijk met schoon water. Raadpleeg een arts als de irritatie aanhoudt. • Verwijder onmiddellijk gemorste brandstof.
14 NL
TIPS:
• Koop slechts een hoeveelheid brandstof die u binnen de 30 dagen zult gebruiken om eventuele startproblemen bij uw apparaat te voorkomen. • Gebruik nooit schoonmaakproducten voor de motor of carburator, deze kunnen uw apparaat onherroepelijk beschadigen. • Berg de brandstof op in een jerrycan die voor opslag van de gebruikte benzine geschikt is. • De opslagduur mag de 30 dagen niet overschrijden (zowel in de jerrycan als in de tank van de motor). Voor een periode langer dan 30 dagen, voeg een brandstofstabilisatiemiddel aan de benzine toe (beschikbaar inerkende technische servicestations).
• Gebruik recente en schone loodvrije benzine (95 RON). • Voeg geen olie aan de benzine toe. • Vul de tank niet in de buurt van een warmtebron. 1. Reinig de rand van de vuldop om verontreiniging van de brandstof te voorkomen. 2. Schroef de tankdop langzaam los om de druk vrij te geven en het ontsnappen van brandstof te voorkomen. 3. Reinig en controleer de pakking van de dop voor het vullen. Vervang indien nodig. 4. Giet de brandstof voorzichtig in de tank. Vul de brandstoftank niet volledig. Laat een ruimte van circa 4/5cm onder de rand om uitzetting van de brandstof toe te staan.
5. Voorkom gemors van de brandstof (het is aanbevolen om een trechter te gebruiken). Veeg gemorste of overgelopen benzine of olie met een schone doek weg. 6. Plaats de dop onmiddellijk terug en draai met de hand vast. Veeg alle gemorste brandstof weg. 7. Verwijder u circa 9 meter van de voorzieningsbron voordat u de motor inschakelt. DE BRANDSTOFTANK LEDIGEN
Na het einde van het gebruiksseizoen van uw machine of voor een lange periode van niet-gebruik, laat slechts een kleine hoeveelheid brandstof in de tank en laat de motor uit zichzelf uitschakelen door een gebrek aan brandstof. Op deze manier worden de tank en de carburator zonder risico geledigd. Als u de machine na een lange opslagperiode opnieuw wilt gebruiken, gebruik nieuwe benzine die u bij een benzinestation hebt gekocht.
DE GRASMAAIER STARTEN
LAAT DE MOTOR NOOIT IN EEN AFGSELOTEN OF SLECHT GELUCHTE RUIMTE DRAAIEN. DE UITLAATGASSEN KUNNEN DODELIJK ZIJN.
Fig. 1 0 1. Duw de snelheidshendel (Fig. 1, 5) naar de positie (maximum toerental). 2. Druk 3 keer bij warm weer of 5 / 6 keer bij koud weer op de rode aanzuigpomp (primer) links vooraan de luchtfilter (indien op de motor aanwezig). 3. Trek met uw ene hand de veiligheidshefboom voor motorrem (Fig. 1, 3) naar u toe en houd deze tegen de stuurstang. Houd deze positie vast. 4. Trek vervolgens voorzichtig aan de starthendel (Fig. 1, 21) die zich in de houder bevindt tot compressie (weerstand) wordt gevoeld, trek vervolgens krachtig om de motor te starten. OPGELET: Start de grasmaaier op een reeds gemaaid oppervlak of til de maaikast op door op het stuur te duwen zodat het mes bij het starten van de grasmaaier eenvoudiger kan draaien.
15 NL
5. Laat de starthendel niet plotseling los maar begeleid de hendel totdat hij zich opnieuw in de houder rechts van de stuurstang bevindt (Fig. 1, 21). 6. Als de motor niet onmiddellijk start, herhaal bovenstaande procedure. Fig. 1 1 7. Eenmaal gestart, stel de snelheidshendel (Fig. 1, 5) gedurende 2 tot 3 minuten op de positie (minimum of laagste toerental) in zodat de motor zijn normaal toerental bereikt. Houd de veiligheidshefboom voor motorrem (Fig. 1, 1) tegen de stuurstang (Fig. 1, 2) anders stopt de motor. 8. De grasmaaier is nu klaar voor gebruik.
HET MES DRAAIT ZODRA DE MOTOR IS GESTART. ALS DE VEILIGHEIDSHEFBOOM VOOR MOTORREM WORDT LOSGELATEN, STOPT DE MOTOR. DE VEILIGHEIDSHEFBOOM VOOR MOTORREM IS EEN ESSENTIELE VEILIGHEIDSVOORZIENING! MAAK DE VEILIGHEIDSHEFBOOM VOOR MOTORREM NIET OP EEN PERMANENTE MANIER AAN DE STUURSTANG VAST DE MOTOR WARM STARTEN
1. Breng de snelheidshendel naar de positie (minimum toerental). 16 NL
2. Trek met uw ene hand de veiligheidshefboom voor motorrem naar u toe en houd deze tegen de stuurstang. 3. Houd deze positie vast. 4. Trek vervolgens voorzichtig aan de starthendel tot compressie (weerstand) wordt gevoeld, en trek vervolgens krachtig om de motor te starten.
DE ELEKTRISCHE MOTOR MET DE SLEUTEL STARTEN (AFHANKELIJK VAN MODEL)
Fig. 1 2 en 1 5 Voor ingebruikname, laad de accu minstens 6 uur op door de lader aan te sluiten. Voor een koude start van de motor, raadpleeg punten 1., 2. en 3. van het hoofdstuk “De motor koud starten” en draai de contactsleutel vervolgens naar rechts om de motor te starten. BELANGRIJK: Het starten van de motor met gebruik van de sleutel in gras kan de zekering van 50 Ampère, die als veiligheid dient, beschadigen. Deze schade wordt niet door de garantie gedekt. Start de grasmaaier op een reeds gemaaid oppervlak of til de maaikast op door op het stuur te duwen zodat het mes bij het starten van de grasmaaier eenvoudiger kan draaien. In geval de accu niet of onvoldoende is opgeladen, kan de motor met behulp van de trekkoord worden gestart (raadpleeg punten 4., 5., 7. en 8 van het hoofdstuk “De motor koud starten”).
DE MOTOR STOPPEN 1. Breng de snelheidshendel naar de positie (minimum toerental). 2. Laat de veiligheidshefboom voor motorrem los. De motor en het mes vertragen en komen vervolgens volledig tot stilstand. 3. Verwijder de contactsleutel (afhankelijk van model).
DE GRASMAAIER GEBRUIKEN AANDRIJVING (VOORTSTUWING) VAN DE GRASMAAIER (AFHANKELIJK VAN MODEL)
Fig. 1 3 Eenmaal de motor is gestart, duw de snelheidshendel (Fig. 1, 5) naar de positie (maximum toerental). Trek de veiligheidshefboom voor motorrem (Fig. 1, 1) tegen de stuurstang (Fig. 1, 2) en houd in deze positie vast. De grasmaaier rijdt vooruit. Om de grasmaaier te stoppen, laat de hendel los. Zorg dat alle bewegende delen tot een volledige stilstand zijn gekomen voordat u werkzaamheden op de grasmaaier uitvoert.
SNELHEIDSHENDEL (AFHANKELIJK VAN MODEL)
Fig. 1 4 Bepaalde machines zijn uitgerust met een tandwielkast met 3 vooruitversnellingen. Eenmaal de motor is gestart, kies een van de drie versnellingsstanden en breng de koppelingshefboom vervolgens tegen de stuurstang om de grasmaaier vooruit te laten rijden. Wacht totdat de grasmaaier tot stilstand is gekomen voordat u van versnelling verandert. Verander tijdens het rijden niet van versnelling.
ONDERHOUD Schakel de motor uit, wacht totdat deze is afgekoeld en de bewegende delen tot een volledige stilstand zijn gekomen voordat u onderhoudswerkzaamheden uitvoert.
Ontkoppel de dop van de bougie voordat u onderhoud uitvoert om een ongewenste inschakeling van het apparaat te voorkomen. Gebruik alleen originele toebehoren en onderdelen die door de fabrikant goedgekeurd zijn. Raadpleeg een erkende reparateur in geval van twijfel of handelingen die hieronder niet vermeld zijn.
17 NL
Draag tijdens de volledige o n d e r h o u d s p r o c e d u r e handschoenen.
Voorkom ongevallen door de motor schoon te houden en gras, bladeren, olie of gemorste brandstof te verwijderen. Ledig de brandstoftank voordat u onderhoud op de grasmaaier uitvoert. Kantel de grasmaaier zodat de bougie naar boven is gericht om te voorkomen dat olie of brandstof de motor beschadigt. In geval van een zijdelingse kanteling, kantel de machine ALTIJD in de richting van de knalpot. GELUIDDEMPER (KNALPOT)
Pas het uitlaatsysteem niet aan. Een beschadigde geluiddemper of zijn bescherming kan brandgevaar opleveren. Raak de geluiddemper niet aan als deze nog warm is. DE SCHROEVEN EN BEWEGENDE DELEN CONTROLEREN
• Voor elk gebruik en minstens 1 keer per seizoen, controleer of de schroeven en onderdelen van de machine stevig vastzitten. Schenk bijzondere aandacht aan het mes dat door een erkende servicecentrum geslepen en uitgebalanceerd moet worden. 18 NL
• Voor gebruik, vervang de beschadigde onderdelen of laat dit doen door een erkend servicecentrum. REINIGING EN OPSLAG
• Maak de motor, wielen, maaikast en het mes schoon met water en verwijder alle vreemde materialen. • Maak de machine alleen schoon wanneer de motor en tandwielkast niet langer warm zijn. • Gebruik geen hogedrukreiniger. • Gebruik geen agressieve schoonmaakmiddelen. Breng een laag autowas op de geverfde oppervlakken aan of gebruik een doek lichtjes geweekt in olie om roestvorming te voorkomen. • Voordat u de machine opbergt, ledig de brandstoftank (zie het hoofdstuk "Voor het starten van de grasmaaier") • Berg het apparaat op in een droge ruimte, buiten het bereik van kinderen. • Laat het apparaat grondig inspecteren door een erkend servicecentrum als u het gedurende een lange periode niet zult gebruiken. DE MAAIKAST REINIGEN
(AFHANKELIJK VAN MODEL)
Fig. 1 5 • Plaats de grasmaaier op een onverhard oppervlak. • Schakel de motor uit en verbind de tuinslang met de aansluiting op de maaikast . • Draai de waterkraan open. • Schakel de grasmaaier in en laat de motor circa 2 minuten draaien zonder de machine te verplaatsen.
• Schakel de motor uit, draai de kraan dicht, ontkoppel de tuinslang en laat de maaikast volledig drogen voordat u de grasmaaier opbergt. HET MES
Het mes is van gesmeed staal. Voor een goede maaikwaliteit, slijp het mes na elke 25 uur van maaien of vaker, als er op het terrein stenen of molshopen aanwezig zijn. Als u het mes niet zelf kunt slijpen, bevelen we aan om het mes door een erkend servicecentrum te laten slijpen. Als u trillingen voelt tijdens het gebruik v a n d e g r a s m a a i e r, l a a t u w m e s uitbalanceren door een servicecentrum dat door Gardif is erkend. Een onevenwichtig mes trilt waardoor uw grasmaaier schade kan oplopen. De fabrikant is niet verantwoordelijk voor schade of letsel veroorzaakt door een onevenwichtig mes. HET MES AFHALEN
Ontkoppel de bougie om een ongewenste inschakeling van de motor te voorkomen. Als uw grasmaaier is uitgerust met een elektrische starter, verwijder de contactsleutel (of ontkoppel de accukabel van de starter). Draag stevige werkhandschoenen. Kantel de grasmaaier ALTIJD richting de knalpot. Houd het mes stevig met uw ene hand vast terwijl u de schroef op het mes met uw andere hand losdraait. De schroef draait met de klok mee los. De daairichting is op het mes aangegeven. Controleer de meshouder en vervang onderdelen die versleten of beschadigd zijn.
Monteer de verschillende onderdelen in de juiste volgorde: meshouder – mes – sluitring – bout. OPGELET: De meshouder kan met behulp van een spie worden geplaatst. Zorg dat u deze op de juiste positie plaatst. HET MES INSTALLEREN
Fig. 1 6 Zorg dat de scherpe kant van het mes volgens de draairichting van de motor wordt geplaatst. Het merk en de code van het losse onderdeel zijn tijdens de montage zichtbaar. Draai de schroef van het mes tegen de klok in vast tot u een aanhaalmoment tussen 37 N/m en 45 N/ m bereikt. Gebruik alleen een origineel vervangingsmes dat door de fabrikant is aanbevolen. Een niet goedgekeurd en/ of minderwaardig mes kan ongevallen veroorzaken en de garantie ongeldig maken. DE ACCU ONDERHOUDEN (AFHANKELIJK VAN MODEL)
Voordat de machine gedurende een lange periode niet gebruikt zal worden, laad de accu volledig op om een goed laadniveau te behouden (advies: eenmaal per maand). Om de accu in de winter tegen vorst te beschermen, berg de grasmaaier op in een droge ruimte.
19 NL
DE MOTOR ONDERHOUDEN
RAADPLEEG DE GEBRUIKSAANWIJZING VAN DE MOTOR
ALLE NIET-ROUTINEMATIGE ONDERHOUDSWERKZAAMHEDEN MOETEN DOOR EEN ERKEND SERVICECENTRUM WORDEN UITGEVOERD.
PROBLEEMOPLOSSING 1. HET APPARAAT START OF WERKT NIET MOGELIJKE OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
De motor start niet met gebruik van de contactsleutel. De accu is niet of onvoldoende opgeladen. Controleer de kabelaansluitingen van de accu. De snelheidshendel bevindt zich in een verkeerde positie. Stel de snelheidshendel in op de positie of de maximum snelheid. De grasmaaier staat in hoog gras. Breng de grasmaaier naar een zone met kort gras. De luchtfilter is vuil. Reinig of vervang de filter. De bougie is vuil, slecht afgesteld of versleten. Reinig, stel de 0,6mm elektroden af of vervang de bougie. De dop van de bougie sluit niet volledig aan. Duw de dop volledig op de bougie.
20 NL
Er is geen brandstof. Vul de brandstoftank. De brandstof is oud en van een slechte kwaliteit. Ledig de tank en vul deze met nieuwe brandstof. Motor is koud, de aanzuigpomp werd niet ingedrukt. Druk de aanzuigpomp tien keer in. De carburator is verstopt of slecht afgesteld. Raadpleeg een erkend servicecentrum. De carburator is overstroomd. Schroef de bougie los en laat drogen. Stel de snelheidshendel in op de positie (minimale toerental), trek enkele keren aan de trekkoord, schroef de bougie vast en trek nogmaals aan de trekkoord. 2. DE TREKKOORD KAN NIET WORDEN UITGETROKKEN MOGELIJKE OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
3. HET GRAS BLIJFT OP DE GROND LIGGEN OF DE OPVANGBAK WORDT NIET GEVULD MOGELIJKE OORZAKEN EN OPLOSSINGEN
Gras is te vochtig. Laat het gazon drogen. Uitwerpopening is verstopt. Stop de motor en verwijder de verstopping. Vuile opvangbak. Stop de motor en reinig de ventilatieopeningen van de opvangbak. Het mes is bot of beschadigd. Laat het mes vervangen door een erkend servicecentrum. Onvoldoende motorvermogen. Maai vaker, verhoog de maaihoogte. Volle opvangbak. Stop de motor en ledig de opvangbak.
De veiligheidshefboom voor motorrem is niet geactiveerd. Breng de veiligheidshefboom voor motorrem tegen de stuurstang. Defecte motor. Raadpleeg een erkend servicecentrum.
21 NL
KLANTENSERVICE Voor informatie over onze klantenservice, neem contact om met de handelaar waar u uw apparaat hebt gekocht of bezoek onze website:
• Houd uw machine in een goede staat, voer regelmatig onderhoud uit en vervang versleten onderdelen.
VERWIJDERING
www.gardif.fr Een identificatienummer van het apparaat (serienummer) is op het typeplaatje, dat op het apparaat is bevestigd, en in de conformiteitsverklaring vermeld. Deel dit nummer mee aan uw handelaar of reparateur in geval van reparatie of onderhoud van uw apparaat of een aanvraag voor reserveonderdelen. Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen.
B E S C H E R M I N G VA N H E T MILIEU Om te helpen bij het beschermen van ons milieu bevelen we aan om: • Een trechter te gebruiken om gemors van benzine of olie tijdens het vullen van de tanks te voorkomen. • De benzinetank niet tot aan de rand te vullen. Laat bovenaan een ruimte van 3 tot 4 cm. • Vul de motor niet boven het maximum niveau, zoals aangegeven op de peilstok, met olie. • Laat de motor niet in de starterpositie draaien (indien aanwezig). • Vang de gebruikte olie op een juiste manier op wanneer de motor wordt geledigd. 22 NL
Het apparaat wordt in een verpakking geleverd om schade tijdens het transport te voorkomen. Deze verpakking bestaat uit een grondstof die opnieuw gebruikt of gerecycled kan worden. Gooi geen thermische en elektrische producten met het huisafval weg, maar lever deze in bij de voorziene inzamelpunten van uw gemeente voor recycling. Neem contact op met uw gemeente of handelaar voor recyclingadvies.
GARANTIE VAN DE MACHINE De fabrikant geeft een garantie van 24 maanden vanaf de datum van aankoop op het volledig apparaat, waaronder de motor, mits voorlegging van een geldig aankoopbewijs (kasticket, factuur). Onmiddellijk na de aankoop van uw machine, controleer of deze niet beschadigd is en lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door voor ingebruikname. De fabrikant zal alle onderdelen die door een materiaal- of fabricagefout defect zijn vervangen. De garantie kan in geen enkel geval leiden tot het terugbetalen van het materiaal, schade en directe of indirecte intresten, van welke aard dan ook.
Om aanspraak te kunnen maken op de garantie, dient de aanvrager zijn aanvraag aan een servicecentrum die door LawnMaster is erkend voor te leggen. Een lijst met erkende servicecentra is te vinden op de website:
www.gardif.fr Voor elke aanvraag naar reserveonderdelen moet de aanvrager het exacte model van het apparaat (of indien niet voorhanden, de barcode), het jaar van fabricage en het serienummer van het apparaat opgeven. Deze informatie is te vinden op het typeplaatje van het apparaat:
DEZE GARANTIE DEKT GEEN: • Abnormaal gebruik of gebruik niet in overeenstemming met de gebruiksaanwijzing • Gebrek aan onderhoud • Gebrek aan olie. • Het apparaat gebruiken voor professionele of verhuurdoeleinden • Een slechte montage, afstelling en/of inschakeling van het apparaat. • Alle schade of verlies tijdens het vervoeren of verplaatsen van het apparaat. • Schade te wijten aan een schok of val. • Kosten voor het verzenden en verpakken van het materiaal (elke verzending franco vracht wordt door het servicecentrum geweigerd) • Onderdelen die aan slijtage onderhevig zijn of verbruiksonderdelen (mes, bougie, as voor mes, kabels, wielen en wieldoppen, opvangzak, etc.). • Verplaatsingskosten of kosten voor het huren van een vervangend apparaat in geval van een defect.
DE GARANTIE WORDT AUTOMATISCH ONGELDIG IN GEVAL VAN: • Aanpassingen aangebracht aan het apparaat zonder voorafgaande goedkeuring van de fabrikant. • montage van niet-originele of ongeoorloofde onderdelen. De fabrikant wijst elke verantwoordelijkheid van zich af in geval van een verkeerd gebruik, een gebruik niet in overeenstemming met de gebruiksinstructies en/of geldende regelgeving of een gebrek aan onderhoud van het apparaat. De uitgevoerde reparaties of de vervangen onderdelen verlengen de oorspronkelijke garantieperiode in geen enkel geval.
23 NL
NOTES
24 NL
TECHNISCHE GEGEVENS
Model fabriek / Referentie
DG41SB-139-405 / TOT911274
Model motor
DG1P65F
Nominaal vermogen
2,0kW
Snelheid motor bij maximale toerental (aantal omwentelingen)
2800min-1
Type motor
4 takt
Cilinderinhoud
139cm3
Bougie
TORCH F6RTC
Inhoud benzinetank
1,5L
Inhoud olietank
0,6L
Gewicht van de machine
28,0 kg
Snijbreedte
410 mm
A-gewogen niveau van de geluidsemissiedruk of gelijksoortig op de stang van de bediener, zoals bepaald in
80,1dB(A)
overeenstemming met ISO 5395-1:2013, Bijlage F Meetonzekerheid
K=3dB(A)
A-gewogen geluidsvermogenniveau, zoals bepaald in overeenstemming met ISO 5395-1:2013, Bijlage F
91,4dB(A)
Meetonzekerheid
K=1.91dB(A)
Gewaarborgd geluidsvermogensniveau
96dB(A)
De hand-armtrillingen, de totale waarde gelijkwaardig aan de hoogste trilling voor elke handgreep of handpositie, zoals
max.2,76m/s2
bepaald in overeenstemming met ISO 5395-1:2013, Bijlage G Onzekerheid van de vermelde waarden
K=1,5m/s2 Gecentraliseerd via een
Afstelling van de maaihoogte
vastzetschroef rechtsachteraan de maaikast
Maaihoogte
25~70mm, 7 hoogtes
Inhoud van opvangbak
55 L
RESERVEONDERDELEN OMSCHRIJVING Mes Houder voor opvangbak Opvangbak Trekkabel Gaskabel
REFERENTIE CLD21080152 CLD21070112 CLD23050020 CLD26010230 CLD26010410 Voor meer informatie, bezoek onze website: www.gardif.fr
25 NL
EG-conformiteitsverklaring Serienummer: Zie het voorblad: GARDIF SAS ZA de l’Europe 60, Avenue de Bruxelles 77310 St FARGEAU PONTHIERRY FRANKRIJK
Maatschappij,
Ondergetekende, Bruno VAN ELSLANDE, Algemeen directeur, De persoon bevoegd met het samenstellen van het technisch dossier: Yuxi WANG, kwaliteitsingenieur Verklaart dat de grasmaaier van het merk: Model van machine:
GREATLAND
Benzinemaaier
CL TO 139T 41 SP
uitgerust met een 139cm3 motor (Model fabriek: DG41SB-139-405 / Gardif referentie: TOT911274)
(De benzinemaaier is een machine ontworpen voor het maaien en oppikken (afhankelijk van de uitrusting) van gras in tuinen van woningen of siertuinen.) In overeenstemming is met de bepalingen vermeld in Machinerichtlijn 2006/42/CE En tevens in overeenstemming met de bepalingen vermeld in volgende richtlijnen: - Richtlijn inzake elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/CE - Richtlijn 2000/14/CE (gewijzigd in 2005/88/CE) inzake geluidsemissie buitenshuis - Emissierichtlijn 97/68/CE inzake emissie van verontreinigde stoffen, gewijzigd in Richtlijn 2002/88/CE, Richtlijn 2004/26/CE en Richtlijn 2010/26/UE Een conformiteitsbeoordeling heeft uitgevoerd volgens Richtlijn 2000/14/CE, Bijlage VI en Richtlijn 2005/88/CE (snijbreedte 410 mm). Aangemelde instantie: 0036 TÜV SÜD Industrie Service GmbH Westendstrasse 199 • 80686 München • Duitsland Gemeten geluidsvermogensniveau: Gewaarborgd geluidsvermogensniveau: Opgesteld te Ponthierry op 1 oktober 2014 Bruno VAN ELSLANDE, Algemeen directeur
26 NL
LWA m: 91,4 dB(A) LWA g: 96 dB(A)
Fig. 6
Fig. 7
1
2
2
1
2 Fig. 8
Fig. 9
1 2
2 Fig. 10
START
STOP
Fig. 11
Fig. 13
Fig. 12
1 2
STOP
Fig. 14
Fig. 15
1
2
3
Fig. 16
VOORDAT U UW MACHINE START
LEES DE GEBRUIKSAANWIJZING
DE MOTOR WORDT ZONDER OLIE GELEVERD VUL DE OLIETANK VOOR INGEBRUIKNAME
OPGELET BENZINE IS ZEER BRANDBAAR VUL ALLEEN MET LOODVRIJE BENZINE (95 RON)
DRUK 3 KEER OP DE RODE AANZUIGPOMP VOORAAN DE MOTOR