6. Activiteiten ..................................... 15
Inleiding................................................. 2
6.1 Schoolkamp..............................................15 6.2.Werkweek.................................................15 6.3. Excursies .................................................15 6.4. Sint Nicolaasfeest....................................15 6.5. Het kerstfeest ..........................................15 6.6. Paasontbijt/paaslunch .............................15 Dieetkinderen ..........................................15 6.7. Sportdagen ..............................................15 6.8. Zomerfeest ..............................................15
1. Algemene informatie ........................ 2 1.1 Het bestuur.................................................2 1.2 De basisschool...........................................2 1.2 De openbare basisschool...........................3 1.3 ‘t Nokkenwiel ..............................................3
2. Uitgangspunten en doelstellingen van de school........................................ 3
7. Externe contacten.......................... 16
2.1 Visie op onderwijs en opvoeding. ..............3 2.2 Algemene uitgangspunten .........................3 2.2.1 Karakteristiek van onze school ...............4 2.3 Uitgangspunten voor het onderwijs in de klas. ............................................................4 2.4 De computer op onze school .....................4
7.1. CED Zuid - Holland - Zuid .......................16 7.2 Schoolarts/Jeugdgezondheidszorg ..........16 7.3 De logopediste..........................................16 7.4 PABO........................................................17 7.5 De bibliotheek...........................................17 7.6 De buitenschoolse opvang .......................17 7.7 De inspectie Basisonderwijs.....................17
3. Het onderwijs op ‘t Nokkenwiel....... 4 3.1 Het onderwijs in de groepen 1 - 2 ..............4 3.2. Het onderwijs in de groepen 3 t/m 8 .........5 ICT ...............................................................6 Onderwijskundige software..........................7 Internet.........................................................7 ICT les..........................................................7 3.3 Het volgen van de ontwikkeling van het kind.............................................................7 3.4 De organisatie van de zorgverbreding .......8 3.4.1 De uitwerking van de zorgverbreding op groeps- en leerlingniveau........................8 3.4.2 De verschillende taken van leerkrachten binnen de school .....................................8 3.4.3 Groepering van de leerlingen..................9
8. Overige praktische informatie ...... 17 8.1 Overblijven................................................17 8.2 Ziekmelding ..............................................18 8.3 Vervanging ...............................................18 8.4 Vulpennen ................................................18 8.5 Geestelijke vorming ..................................18 8.6 Fluor spoelen............................................18 8.7 Trakteren op school..................................18 8.8 Huiswerk...................................................18 8.9 Tijdschriften ..............................................18 8.10 Melkdrinken ............................................19 8.11 Infectieziekten.........................................19 8.12 Ten slotte................................................19
4. De zorg voor kwaliteit....................... 9 De sociaal-emotionele ontwikkeling.............9 Het werk van de leerkrachten in de klas......9
5. De school en de ouders ................. 11 5.1. Uitgangspunten .......................................11 5.2. Aanmelden en afmelden van leerlingen..11 5.3. Informatie-avonden .................................11 5.4. Voortgangsgesprekken ...........................11 5.5 Schriftelijke informatie ..............................12 5.6. De Website..............................................12 5.7. De Ouderraad .........................................12 5.8. Het schoolfonds ......................................12 5.9. De Medezeggenschapsraad ...................12 5.10 Klachtenregeling ....................................13 5.11 Jaarverslag.............................................13 5.12 Regelgeving vrijstelling van onderwijs Artikel 41 WPO.......................................13 5.13 Regelgeving toelating, schorsing en verwijdering Artikel 40 WPO ..................14 5.14 Regelgeving voor ondersteunende werkzaamheden van ouders Artikel 44 WPO.......................................................14
1
Inleiding
Openbare basisschool 't Nokkenwiel
Adres:
Locatie Boerenpad
Telefoon:
Boerenpad 1 2953 BA Alblasserdam 078-6914892
Adres:
Locatie Maasstraat
Telefoon:
Maasstraat 2 2953 CH Alblasserdam 078-6914105
Voor het eerst naar de basisschool. Voor ieder kind is dit een stap. Maar ook voor de ouders is het een hele gebeurtenis. Een groot deel van de ontwikkeling van uw kind geeft u in handen van de leerkrachten van onze school. Het is daarom belangrijk met veel zorg een school voor uw kind te kiezen. Het spreekt vanzelf dat u als ouder dan ook op de hoogte wilt zijn van datgene wat er op school gebeurt. In de basisschool wordt o.a. de basis gelegd voor het latere onderwijs. In deze eerste acht jaar leren de kinderen heel veel. Scholen verschillen onderling: in manier van werken, in sfeer. Dat maakt het kiezen er niet gemakkelijker op. Deze schoolgids kan helpen bij het kiezen van een basisschool. Er staat in wat ouders kunnen verwachten, maar ook wat ouders graag in deze gids beschreven willen hebben. Daartoe is een enquête van waarde geweest. De gids is echter ook bedoeld voor de huidige ouders. We leggen uit hoe we werken en vooral wat we belangrijk vinden. We hopen dat u deze gids met plezier zult lezen. Als u meer wilt weten, bent u vanzelfsprekend van harte welkom op school.
Postbus 46 2950 AA Alblasserdam
Directeur a.i : Frank van Welzenis Schooltijden: Groepen 1 t/m 4: 8.30 uur – 11.30 uur 13.00 uur – 15.00 uur Groepen 5 t/m 8:
1. Algemene informatie 8.30 uur – 12.00 uur 13.00 uur – 15.00 uur wo 8.30 uur – 12.15 uur
1.1 Het bestuur Onze school wordt bestuurd door een bestuurscommissie, bestaande uit ouders van de twee openbare scholen. Samen met een vertegenwoordiger namens VOO (Vereniging voor Openbaar Onderwijs) en een ouder voorgedragen door de gezamenlijke Medezeggenschapsraden vormen zij het bestuur. Het bestuur wordt ondersteund door twee ambtenaren, die kantoor houden in een ruimte tegenover het gemeentehuis aan het Cortgene.
Schoolbestuur: Bestuurscommissie van het Openbaar Basisonderwijs Alblasserdam Cortgene 2 2951 ED Alblasserdam Telefoon: 078-6921338
1.2 De basisschool De basisschool is een school voor kinderen van 4 tot ongeveer 12 jaar. In de Wet op het Primair Onderwijs staat aan welke eisen de school moet
2
voldoen. De rijksinspectie voor het basisonderwijs controleert dat. De school is verplicht onderwijs te geven in allerlei vakken. Per vak is aangegeven wat de kinderen moeten leren: de kerndoelen. De school brengt de kinderen niet alleen kennis bij. Ook vaardigheden, inzichten, het omgaan met normen en waarden zijn belangrijk.
ving in een zo optimaal mogelijke samenwerking met ouders. De kinderen leren al vroeg zelfstandig te werken: alleen of in een groepje opdrachten uitvoeren en daar ook verantwoordelijkheid voor dragen. 2.1.a. Participatie van ouders De ouders worden binnen de mogelijkheden geïnformeerd over de gang van zaken op school, maar kunnen ook actief meedoen in zowel OR als MR, maar ook los van beide organen. Vaak doen leerkrachten een beroep op de ouders. Dit kan variëren van het participeren op de spelletjesmiddagen in de kleuterafdeling tot het assisteren bij creamiddagen in de bovenbouw of het beschilderen van de ramen op de locaties. Voorop staat echter dat van de leerkrachten wordt verwacht, dat ze de kinderen open en vooral kindvriendelijk benaderen.
1.2 De openbare basisschool In ons land zijn er bijzondere en openbare scholen. Een openbare school wordt bestuurd door het gemeentebestuur of door een bestuurscommissie. Bijzondere scholen worden bestuurd door een vereniging of een stichting. Onze school is een openbare school. De openbare school kenmerkt zich door niet te werken vanuit een bepaalde godsdienst of levensovertuiging. Wij staan open voor alle kinderen van welk geloof dan ook. Iedereen is welkom! De openbare school besteedt aandacht aan de verschillen in waarden en normen. Wij brengen de kinderen respect bij voor de verschillende opvattingen in onze samenleving. In onze school wordt dan ook ruimte gegeven aan opvattingen en leefwijzen van ieder persoonlijk en die van anderen.
2.2 Algemene uitgangspunten Als openbare school bieden we kansen aan alle leerlingen, ongeacht hun geloof, afkomst of levensovertuiging. We leren kinderen ook met respect en waardering met andersdenkenden om te gaan. Naast de “leervakken” zoals rekenen, taal en lezen, vinden we ook de andere vakken belangrijk. We denken hierbij dan aan handvaardigheid, tekenen, muziek, gymnastiek en de wereld-oriënterende vakken. We maken voor al die vakken gebruik van moderne methoden. De laatste jaren zijn de methoden vervangen door methoden, waarin de nieuwste inzichten zijn verwerkt. Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling van het kind krijgt veel aandacht. We leren kinderen hoe ze met elkaar, maar ook met zichzelf om kunnen gaan. Leerkrachten, kinderen en ouders gaan op een prettige manier met elkaar om. Alle betrokkenen moeten zich op school thuis voelen. Om goed onderwijs te kunnen geven zijn rust, regelmaat en structuur belangrijk. Er zijn op school duidelijke regels en afspraken. Deze regels en afspraken gelden voor zowel in de klas als daarbuiten. Ook de ouders dienen rekening te houden met deze afspraken. Voor een gedetail-
1.3 ‘t Nokkenwiel De naam ‘t Nokkenwiel is afkomstig van de vroegere touwbaan. Op de plaats waar nu de school aan het Boerenpad staat, stond vroeger een touwbaan. Het touw liep langs een nokkenwiel. Door dit nokkenwiel werd de dikte van het touw bepaald.
2. Uitgangspunten en doelstellingen van de school
2.1 Visie op onderwijs en opvoeding. In dit hoofdstuk beschrijven we onze belangrijkste uitgangspun ten. Samengevat : In onze school proberen we de kinderen zelfstandigheid bij te brengen, verantwoordelijkheid te leren dragen in een “veilige” werkomge-
3
leerde beschrijving van de regels verwijzen we naar het hoofdstuk over de sfeer op school. Om een veilige school te krijgen, is het pestprotocol in het leven geroepen. U leest daar verderop in deze gids meer over.
gramma’s sluiten aan bij de ontwikkeling en de leefwereld van de kinderen. Jaarlijks vindt er uitbreiding van software plaats. De school heeft de laatste jaren een kwaliteitsimpuls gegeven aan het werken met de computer. De bestuurscommissie heeft een bovenschoolse ICT-coördinator benoemd, die 3 dagen per week bovenschools het ICT onderwijs begeleidt. Medio 2002 is het netwerk op de beide locaties gerealiseerd. Kennisnet is vanaf dat moment ook mogelijk geworden voor onze leerlingen. De school heeft het laatste jaar enorm geïnvesteerd in hardware, maar zeker ook in software. Voor een uitgebreide informatie over de wijze van werken en de planning op termijn verwijzen we naar de interne notitie “ICT Onderwijs op ’t Nokkenwiel.”
2.2.1 Karakteristiek van onze school Onze school zou je kunnen karakteriseren met een aantal steekwoorden/zinnen, die het meest kenmerkend zijn: kindvriendelijk, grote zorg voor de specifieke behoeften en mogelijkheden van kinderen, sterke veranderingsbereidheid bij het personeel door zich permanent te scholen, actief voor en met de kinderen, sterke aandacht voor de uitstraling van de lokalen.
3. Het onderwijs op ‘t Nokkenwiel
2.3 Uitgangspunten voor het onderwijs in de klas.
In dit hoofdstuk beschrijven we op welke wijze we onze doelen willen bereiken. Aan de orde komen o.a. de aanpak in de kleutergroepen en het werken in het kader van zelfstandig werken voor de andere groepen. Ook wordt er aandacht besteed aan de pedagogische uitgangspunten van de school.
Alle aanwezige talenten van een kind moeten op onze school een kans tot ontplooiing krijgen. Kinderen zijn heel verschillend. Dit betekent voor de school dat daar rekening mee wordt gehouden. Dit geldt voor kinderen met problemen, maar ook voor kinderen die meer in hun mars hebben, dan de gemiddelde leerling. Door het veelvuldig volgen van cursussen door de teamleden zijn we voortdurend bezig om de kwaliteit van ons onderwijs te verbeteren. Dit leidt vaak tot nieuwe inzichten en “andere” werkvormen. Kinderen die moeite hebben met leren krijgen speciale aandacht. Verderop in deze gids komen we daar op terug. Het zelfstandig werken in de school wordt erg gestimuleerd. In het vervolg van deze gids komt een groot aantal van de genoemde punten uitgebreid aan de orde.
3.1 Het onderwijs in de groepen 1 - 2 “De kleuter in onze school” Wanneer een kind vier jaar geworden is, gaat het naar de basisschool. De kleuter heeft dan al een hele ontwikkeling achter de rug. Het is de taak van de school om bij deze ontwikkeling aan te sluiten. Dat vraagt van ons dat wij kindgericht en ontwikkelingsgericht bezig zijn en dus zoveel mogelijk aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Om het kind op de juiste momenten te kunnen stimuleren in zijn ontwikkeling, is het noodzakelijk om goed te observeren. In iedere kleutergroep zijn een aantal hoeken gecreëerd die van tijd tot tijd veranderen van karakter. De themahoek verandert wel in een ziekenhuis, een restaurant, een winkel, het paleis van Sinterklaas, het paleis van de sneeuwkoning, een babyhoek of bijv. een griezelhoek. Uiteraard wordt in de twee groepen waar een speelhuis staat het speelhuis betrokken bij het thema. Het
2.4 De computer op onze school In de moderne samenleving is de computer niet meer weg te denken. Op heel veel plaatsen wordt er gewerkt m.b.v. de computer. Ook op school is de computer niet meer weg te denken. In iedere klas zijn minstens twee en soms meer computers aanwezig. De pro-
4
kiezen van een thema gebeurt vaak in overleg met de kinderen, zodat de betrokkenheid wordt vergroot. Door steeds verschillende situaties in de klas te scheppen, proberen we de kleuters nieuwsgierig te maken. Door de eigen keuze zijn ze gemotiveerd bezig, waardoor ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. De leerkrachten zorgen met deze constante verandering in aanbod voor steeds nieuwe “prikkels”. Verder is er alle gelegenheid voor de kleuters om op wat voor manier dan ook te bouwen, zoals bv. aan de bouwtafel met kleine blokjes, de bouwhoek met grote blokken en met allerlei constructiemateriaal. Met grote kartonnen dozen, kleden, lakens, touwen en knijpers kunnen prachtige hutten of tenten gemaakt worden. In iedere groep zijn water- en/of zandtafels aanwezig. Natuurlijk ontbreekt de puzzelkast niet, die vol staat met allerlei speelleer-materiaal. Op beide locaties is een prachtig speelhuis compleet met dakterras - aanwezig om het spelen van de kinderen zo optimaal mogelijk te maken. Een paar keer per dag zitten alle kleuters in de kring. Hier worden gesprekjes gevoerd, verhalen voorgelezen, liedjes gezongen, spelletjes gedaan en melk gedronken. De persoonlijke relatie van de leerkracht met ieder kind afzonderlijk is erg belangrijk. Als het kind zich veilig voelt op school, zal het zich ongeremd kunnen ontplooien. Op school krijgt de kleuter ook de gelegenheid om zich buiten uit te leven in het spel. De zandbak is daarbij onmisbaar. Er wordt gespeeld met autobanden, kleden, planken, scheppen, karren, kruiwagens, schommels en het klimrek. In het speellokaal wordt naar hartelust geklommen en geklauterd, maar ook wordt daar gedanst en muziek gemaakt. Het kleuteronderwijs brengt de kinderen zelfstandigheid bij of bouwt de reeds aanwezige zelfstandigheid verder uit. Er wordt in groepjes gewerkt of individueel gespeeld. De kinderen leren in de klas zelf het materiaal te pakken en op te ruimen, hun jas aan te trekken, zelf naar de wc. te gaan enz. De kleuter is een groot deel van de dag op school. Het contact tussen ouders en school is dus erg belangrijk. De school moet een aanvulling zijn op de opvoeding thuis. De groepsleerkrachten in de kleuterbouw gaan één keer in de kleuterperiode op huisbezoek. De kinderen vinden het vaak heel leuk als hun juf of meester komt mee-eten. In het begin van het nieuwe cursusjaar wordt er altijd een informatieavond gehouden. De ouders krijgen dan van de groepsleerkracht te horen wat er zoal in de kleuterbouw wordt gedaan. Een kind dat in groep 2 zit, krijgt al wat meer gerichtere taken. U kunt dit zien als taakgericht werken, wat nodig is voor de verdere schoolloopbaan.
Zo krijgt het kind na de herfstvakantie een puzzelkaart aangeboden, waarop aangegeven staat met welk ontwikkelingsmateriaal ze de komende schoolperiode gericht kunnen werken. Verder werken ze uit een “Dit kan ik al”-boekje. Hierin zitten een aantal werkbladen met o.a. begrippen, schrijfpatronen, rijm- en tekenopdrachten. Vanaf januari is er regelmatig een leesschrijfhoek en een rekenhoek in de groep. Kinderen kunnen dan uitgebreid experimenteren met letters en cijfers. Wij vinden het belangrijk, dat een kind lang genoeg in de kleutergroep zit. Bij de overgang naar groep 3 letten we er niet alleen op wat een kind allemaal kan. Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling speelt een rol. Een kind moet als persoon toe zijn aan “het grote werk”. Elke ochtend drinken de kinderen in de kring. Ze mogen dan iets te eten meenemen van huis. We hebben afgesproken, dat ze één van de dingen van onderstaande lijst mee mogen nemen. 1 ligakoek 2 kaakjes 1 stukje ontbijtkoek een geschild appeltje een gepeld mandarijntje Minimaal 1 keer in de week gaan we met de kinderen naar het speellokaal. De kinderen hebben daar gymkleding voor nodig: gymschoenen zonder veters ( balletschoenen of bootschoenen zijn ook prima), T-shirt en een korte broek of een gympakje. De gymtas krijgen de kinderen van school!
3.2. Het onderwijs in de groepen 3 t/m 8 Algemeen: Om de overgang van groep 2 naar groep 3 in de beginperiode zo goed mogelijk te laten verlopen, gaan de leerlingen van groep 3 een aantal keren terug naar de kleuterklas. Buitenspelen gebeurt in die periode nog iedere middag. Daarna is dat nog 1x per week gedurende ongeveer 15 minuten. Gedurende het hele jaar wordt ook nog ontwikkelingsgericht gewerkt met hoeken/belangstellingstafels gericht op het thema waar we mee bezig zijn zoals kapper/reisbureau/winkel e.d. Ook in groep 4 zijn er nog belangstellingstafels ingericht.
5
In de groepen 3 t/m 8 werken we zoveel mogelijk met jaargroepen: kinderen van dezelfde leeftijd zitten bij elkaar in de klas. Soms is het in verband met de aantallen echter nodig om een combinatiegroep te maken. Bij de meeste vakken starten we nieuwe onderwerpen steeds met de hele groep. De leerkracht legt alles zo grondig mogelijk uit. Daarna wordt er geoefend met de kinderen. Dat oefenen gebeurt via een taak.
is de handleiding voor de leerkracht goed en overzichtelijk? zijn er voldoende mogelijkheden voor leerlingen die de leerstof snel beheersen? ziet het materiaal er kind-vriendelijk uit? zijn er mogelijkheden om goed zelfstandig te kunnen werken? zijn er mogelijkheden aanwezig om kinderen te laten samenwerken? zitten er goede toetsen in de methode?
Niet alleen bij vakken als taal, rekenen, aardrijkskunde, biologie, geschiedenis en begrijpend lezen gebruiken we methodes. Ons uitgangspunt is, dat alle vakken belangrijk zijn. Dus gebruiken we ook methodes voor tekenen, handvaardigheid en muziek. Hieronder ziet u een overzicht van de tijd die we per week besteden aan de verschillende vakken. Het gaat om gemiddelden. Per leerjaar kunnen ze enigszins verschillen.
In de groepen 3 starten we daarmee. In die eerste fase is dat zelfstandig werken nog via een dagtaak. Dit wordt langzamerhand uitgebouwd naar een tweedaagse taak tot uiteindelijk in de hogere leerjaren naar een weektaak. In die weektaak kunnen in principe alle vakken aan bod komen. Kinderen werken daar heel zelfstandig aan en hebben ook keuzevrijheid. In die diverse werkvormen is ook plaats voor zelfcorrectie. Omdat de kinderen van tevoren weten hoeveel tijd ze hebben om aan zelfstandig werken te werken, leren ze ook plannen. Want er is één gouden regel: de weektaak moet op vrijdag af zijn. Kinderen die nog behoefte aan een herhaalde instructie krijgen dit van de leerkracht. In iedere groep is daarvoor een instructietafel aanwezig. In een aantal gevallen bestaat ook de mogelijkheid dat er sprake is van pre–teaching. De leerkracht geeft dan aan een aantal kinderen een zg. voor-instructie: leerstof die later in de week voor de totale groep wordt aangeboden, krijgen die leerlingen al eerder. Vooral voor faalangstige kinderen kan dat heel prettig zijn. In de taak wordt basisstof en extra stof aangeboden. Leerlingen die meer aankunnen, hebben die mogelijkheid. Kortom: binnen het aanbod wordt rekening gehouden met de specifieke mogelijkheden van kinderen. In de groepen maken de leerlingen gebruik van “vraagkaartjes“. Als de leerkracht zijn extra instructie heeft gegeven aan de instructietafel kunnen de leerlingen gewoon doorgaan: ze geven echter via een vraagkaartje op hun tafel aan, dat ze iets willen vragen. Het storende “ vinger in de lucht “ verdwijnt daamee. Leerlingen gaan door deze regel ook veel effectiever met hun tijd om.
Taal/lezen Rekenen Schrijven Biologie Aardrijkskunde: : Geschiedenis : Verkeer : Handvaardigheid Tekenen Gymnastiek Muziek : Zwemmen(gr.3 en 4): Engels (gr.7 en 8):
: : : : : : : : : : : : :
7.45 uur 6.00 uur 1.30 uur 1.30 uur 1.30 uur 1.30 uur 0.30 uur 1.15 uur 1.00 uur 1.30 uur 1.00 uur 0.30 uur 0.45 uur
Benutting van de verplichte onderwijstijd Het aantal uren onderwijs: Groepen 1 t/m 4: minimaal 3520 uur over 4 schooljaren Groepen 5 t/m 8: minimaal 4000 uur over 4 schooljaren ICT
Methoden: Op onze school werken we met moderne methodes. Bij het uitzoeken daarvan houden we rekening met onze uitgangspunten bijv: zijn er goede mogelijkheden om te werken met kinderen die leer- en/of werkhoudingproblemen hebben? besteedt de methode voldoende aandacht aan de instructie?
6
Onze school beschikt sinds september 2002 over een uiterst modern computernetwerk, uitgerust met zeer snelle en geavanceerde computers.
Vaak is de computer een zeer geschikt middel om het oplossen van b.v. rekenproblemen extra te oefenen. Ieder kind werkt enkele keren per week aan de computer. Dat zal steeds vaker worden, omdat het aantal computers zal toenemen.
Voordelen van een netwerk De software wordt vanaf een centrale plaats aangeroepen (de server). Alle werkstations beschikken daardoor over dezelfde software. Leerlinge of leerkrachten kunnen vanaf ieder werkstation hun werk doen. Wij niet meer afhankelijk van één bepaald werkstation of plaats. Met de komst van internet en kennisnet biedt een computernetwerk het voordeel dat iedereen tegelijkertijd kan surfen op het internet. Zo kunnen wel 20 kinderen tegelijk informatie zoeken in plaats van één kind. De werkstations zijn gemakkelijk te vervangen zonder dat alle gegevens verloren gaan. Op het netwerk staat het programma van “Station to Station“ De leerlingen werken met een menuscherm. Een menuscherm is een soort schil over het besturingssysteem van de werkstations heen.
Internet Door de aansluiting op Kennisnet wordt in de bovenbouw internet geïntegreerd. Wij zijn ons er van bewust dat er op het internet, naast heel veel nuttige informatie, ook heel veel zaken te vinden zijn, waaraan wij onze leerlingen niet bloot willen stellen. Daarom werken wij met het Netwijspakket. Dit is een afgebakend gebied, waarop alle informatie is gecontroleerd. Kinderen kunnen niet alleen gaan surfen op het World Wide Web ICT les Aan de hand van lesmethode krijgen de kinderen in de bovenbouw ook computerles. De volgende onderdelen worden behandeld:
Voordeel van die menuschermen De menuschermen geven het computernetwerk veiligheid en stabiliteit. Het is voor leerlingen niet mogelijk belangrijke systeembestanden te verwijderen of te overschrijven. Leerlingen hebben geen toegang tot die delen van het computernetwerk waar ze niets te zoeken hebben. De menuschermen bieden de leerlingen een gestructureerde werkomgeving waar ze alles wat ze nodig hebben met drie muisklikken kunnen bereiken. De educatieve programma’s staan overzichtelijk bij elkaar. Alle leerlingen en leerkrachten hebben een eigen werkmap om hun documenten of afbeeldingen in te bewaren. De werkmap is alleen aan te roepen als je bent ingelogd. Het is voor leerlingen niet mogelijk andere werkmappen te gebruiken dan hun eigen werkmap. De leerkracht heeft wel de mogelijkheid om in allerlei werkmappen te kijken of te werken. Documenten raken op deze manier nooit meer zoek en de leerkracht behoudt het overzicht op de resultaten.
Een woordje Word: De leerlingen leren met Microsoft Word de basisvaardigheden van het tekstverwerken. Gezellig Excel: Werken met cellen in het spreadsheetprogramma Excel. Interessant Internet: Met speciaal voor deze methode ontwikkelde websites surfen de leerlingen over het internet. De lesmethodes geven structuur aan het ICTonderwijs. De leerkracht weet aan het eind van het schooljaar precies wat de kinderen hebben geleerd. Leerlingen die alle werkboekjes hebben doorlopen, hebben op ICT-gebied een voorsprong in het voortgezet onderwijs. Wij zijn op school al heel ver in de ontwikkeling van het computergebruik in de klas. Binnen het Openbaar Onderwijs is een bovenschoolse ICT-coördinator aangesteld, die de zorg heeft voor het totale computer onderwijs op de openbare scholen.
Onderwijskundige software Wij werken zoveel mogelijk met methodeondersteunende software (Veilig Leren Lezen, Schateiland, Verkeer, Topografie en heel snel met de software van onze nieuwe rekenmethode Wereld in Getallen). Aan de overige software stellen wij als eis dat het een goede opbouw heeft, aantrekkelijk voor kinderen is en dat het een uitgebreid leerkrachtengedeelte bevat. In het leerkrachtengedeelte worden o.a. de resultaten van de kinderen weergegeven.
3.3 Het volgen van de ontwikkeling van het kind De ontwikkeling van ieder kind wordt nauwkeurig gevolgd. In de groepen 1-2 gebeurt dit onder meer door het goed observeren van kinderen. Ook worden de kleuters van groep 2 twee keer per jaar getoetst op leesvoorwaarden en reken-
7
voorwaarden. Dit doen we met behulp van het leerlingvolgsysteem van CITO. Ook in de groepen 3 t/m 8 gebruiken we dit systeem. Hier toetsen we jaarlijks: technisch lezen begrijpend lezen spelling rekenen en wiskunde De scores van uw kind worden vergeleken met het gemiddelde in ons land. Met behulp van een computerprogramma kunnen we allerlei overzichten maken en de ontwikkeling van de leerling volgen.
sisschool dit niet kan bieden. In zo’n geval kan er een verwijzing naar een speciale school voor basisonderwijs volgen. De speciale scholen voor basisonderwijs met wie onze school in een samenwerkingsovereenkomst zit, staan in Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht
3.4.1 De uitwerking van de zorgverbreding op groeps- en leerlingniveau Vanaf het schooljaar 1997 - 1998 wordt getracht het model van zelfstandig werken in relatie met klassenmanagement te verfijnen en uit te bouwen. Door de mogelijkheid van zelfstandig werken kan de leraar effectiever met zijn tijd omgaan en derhalve meer tijd besteden aan extra instructie, herhaalde instructie en het inzichtelijk maken van diverse leerstrategieën. De instructietafel is daar een onmisbaar onderdeel in geworden. Door in het onderwijsaanbod – in dagtaken en later in weektaken – rekening te houden met de mogelijkheden van het individu op zowel instructie- als verwerkingsniveau komen we tegemoet aan de eisen die gesteld worden aan “onderwijs op maat“. Met nadruk wordt gesteld dat ook de kinderen die “ meer kunnen “ via bovenstaand model goed tegemoet kunnen komen aan hun specifieke mogelijkheden.
3.4 De organisatie van de zorgverbreding Om de organisatie van de hele zorgstructuur te stroomlijnen heeft één van de leerkrachten zich hierin gespecialiseerd: dit is onze Interne Leerling Coördinator ( ILC-er ). Deze leerkracht houdt zich o.a. bezig met de totale organisatie rondom de leerlingenzorg. Tevens zijn er binnen de school een aantal leerkrachten die voor een gedeelte werkzaamheden verrichten als Interne Begeleider: dit zijn onze IBers : in totaal drie. Zij houden zich vooral bezig met zorgleerlingen en onderhouden de contacten met de groepsleerkrachten. Zo vinden er gemiddeld 3 keer per jaar leerlingbesprekingen plaats. De kinderen worden dan besproken. Alle zaken die besproken zijn, worden vastgelegd in een persoonlijk leerlingendossier. Alle dossiers van de kinderen worden bewaard in een afgesloten kast in de school. De school heeft met nadruk niet gekozen voor RT-ers, de zgn. Remedial Teachers. Deze leerkrachten halen leerlingen uit de klas om ze “bij te spijkeren“. Wij hebben gekozen voor een model, waarbij de groepsleerkracht binnen klassenverband extra ondersteuning geeft. De groepsleerkracht kent het kind immers het beste! Soms is nader onderzoek gewenst; op school worden dan nog een aantal toetsen afgenomen en indien nodig worden kinderen geobserveerd. Zo krijgen we een goed beeld van het leer- en/of gedragsprobleem. Op deze manier kan er dan adequate hulp worden geboden binnen de groep. In het bovenstaande traject kunnen de ouders al in een vroeg stadium ingeschakeld worden. Samen wordt dan bekeken in hoeverre de school hulp kan bieden of er toch een extern traject moet worden ingegaan. Een mogelijkheid is dan om de Permanente Commissie Leerlingenzorg (PCL) in te schakelen. Hier wordt bekeken hoe we het kind verder kunnen helpen. Natuurlijk alleen na toestemming van de ouders! Deze commissie kan tot het besluit komen, dat het kind zoveel extra zorg nodig heeft dat de ba-
Het door het samenwerkingsverband opgestelde zorgplan geeft de contouren weer, waaruit de school verder inhoud kan geven aan de totale zorgverbreding in de school. Een belangrijke component daarbij is het inzetten van Interne Begeleiders – op onze school drie – aangestuurd door een Interne Leerling Coördinator, die tevens deel uitmaakt van de staf van de school. Vanuit dat beleidsbepalende orgaan binnen de school, kan de Interne Leerling Coördinator direct invloed hebben op de voortgang en uitbreiding van de totale zorg op de school. 3.4.2 De verschillende taken van leerkrachten binnen de school De basisschool is al lang niet meer de school van iedere leerkracht heeft een eigen groep. Er zijn leerkrachten die – mede door hun specifieke deskundigheid – andere taken binnen de school uitvoeren. Zo kennen we binnen onze school de locatieleiders, die verantwoordelijk zijn voor een fors aantal zaken betreffende onze locaties Boerenpad en Maasstraat. We kennen ook de leerkrachten die zich bezig houden met de zorg in de brede zin: de interne leerling coördinator en de interne begeleiders. De ICT coördinator houdt zich bezig met alles wat met de automatisering te
8
maken heeft. Om alles in de diverse bouwen in goede banen te leiden zijn de beide locatieleiders tevens hoofd van een bouw: die van het Boerenpad geeft leiding aan de onderbouw (groepen 3 en 4) en de locatieleider van de Maasstraat is bovenbouwcoördinator (groepen 5 t/m 8).Ter versteviging van de leiding van de school met name voor de kleuterbouw is één kleuterleerkracht aangesteld als coördinator voor de leerjaren 1 en 2. Een aantal leerkrachten – in alle gevallen leerkrachten met veel ervaring – zijn mentor of mentrix van een jonge beginnende leerkracht. Samen wordt regelmatig het onderwijsleerproces geëvalueerd en wordt bekeken waar nog problemen liggen. Dit kan soms resulteren in een bepaald scholingstraject of ondersteuning van een deskundige van de onderwijsbegeleidingsdienst.
Na de basisschool moet het kind naar die vorm van voortgezet onderwijs kunnen gaan, waar het het meest voor geschikt is. Op welke manier proberen we daarvoor te zorgen? werken met goede materialen en met goede methodes. het voortdurend positief stimuleren van het kind. hoge verwachtingen van kinderen hebben. het nauwkeurig volgen van de leerprestaties van de kinderen.
3.4.3 Groepering van de leerlingen
De sociaal-emotionele ontwikkeling Niet alleen schoolprestaties zijn van belang. De school heeft naar onze mening ook een belangrijke taak in de totale ontwikkeling van het kind als persoon. Op school dragen we ons steentje bij door: de dagelijkse positieve omgang met de kinderen. het hanteren van regels en afspraken. het bieden van structuur en veiligheid. gesprekken met ouders over het kind.
Het al genoemde leerlingvolgsysteem en de coördinatie van de zorgverbreding spelen een belangrijke rol bij de kwaliteitszorg van de school. In zijn algemeenheid kunnen we stellen, dat we er naar streven een effectieve school te zijn.
In de kleuterbouw worden de leerlingen heterogeen gegroepeerd dwz. dat alle groepen bestaan uit leerlingen van groep 1 en groep 2. De school heeft als pedagogisch uitgangspunt, dat jongere kinderen veel van oudere kinderen kunnen leren, waarbij een positieve stimulans kan uitgaan van de totale groep. In de andere bouwen wordt in principe uitgegaan van homogene groepen, maar dat lukt niet altijd i.v.m. leerlingenaantallen en de verspreiding over beide locaties.
Het werk van de leerkrachten in de klas De mensen die op school werken zijn nog veel belangrijker dan de methoden en materialen. Zij moeten er immers voor zorgen dat al die materialen ook goed gebruikt worden. In onze school is dan ook heel veel overleg tussen de leerkrachten.
4. De zorg voor kwaliteit Er bestaan vele meningen over wat kwaliteit van een school nu eigenlijk inhoudt. Wij vinden dat daar in elk geval bijhoren:
Zo kennen we het bouwoverleg (de onderbouw en bovenbouw), het teamoverleg, het locatieoverleg, het parallelgroepoverleg en het al eerder genoemde leerlingenoverleg. Jaarlijks wordt er veel geld en energie gestoken in nascholing. Ook zijn er regelmatig congressen en studiedagen. Dit alles is erop gericht om de leerkrachten zo professioneel mogelijk uit te rusten voor hun werk. Van alle leerkrachten op ‘t Nokkenwiel wordt verwacht, dat men het vak zo goed mogelijk bijhoudt. De directie van de school stimuleert dat ook! Kortom : We streven ernaar een lerende organisatie te zijn.
de leerprestaties: slaagt de school erin om bij alle kinderen eruit te halen wat erin zit? de sociaal-emotionele ontwikkeling: besteedt de school aandacht aan zaken als werkhouding, concentratie, omgang met anderen, motivatie. het werk van de leerkrachten in de klas: hoe wordt lesgegeven, hoe wordt rekening gehouden met verschillen, hoe worden kinderen gestimuleerd? de sfeer op school: de inzet en het plezier in het werk bij het team, gevoelens van veiligheid bij de kinderen, de samenwerking tussen school en ouders. Bij onze zorg voor de kwaliteit richten we ons als school op al de genoemde zaken. We zullen op alle vier kort ingaan.
De sfeer op school De leerprestaties: We willen aan kinderen een veilige school bieden. Kinderen en ouders met verschillende achtergronden moeten zich op onze school thuis voelen.
We streven ernaar de kinderen optimale kansen te geven, eruit te halen wat erin zit.
9
Respect voor elkaar is daarbij een voorwaarde. We zijn per slot van rekening niet voor niets een openbare school! We doen een beroep op het verantwoordelijkheidsgevoel van het kind, zeker bij de oudere kinderen. De leerkrachten spelen daarbij een belangrijke rol. Zij scheppen voor een groot deel de sfeer. De leerkrachten hebben een voorbeeldfunctie voor het kind. Zij dienen tevens een positief contact te onderhouden met de ouders. Ouders en school staan samen voor de taak het kind te helpen in zijn ontwikkeling naar zelfstandigheid. In het kader van de “veilige school” wordt het zgn. pest-protocol gehanteerd. Dit houdt het volgende in:
Schooltijden Iedere leerling is op tijd aanwezig bij de aanvang: 08.30 uur en 13.00 uur. Leerlingen die te laat zijn, melden zich bij de groepsleerkracht met opgave van redenen. Bij herhaald te laat komen worden de ouders ingelicht en kan de school maatregelen nemen om de lestijden in te halen op een later tijdstip. Bij ziekte of verzuim dienen de ouders dit telefonisch te melden, liefst voor aanvang van de schooltijd. Na de aanvangstijden van de school zijn de ouders verplicht om zo snel mogelijk het schoolterrein/gebouw te verlaten om de rust in de school te bevorderen. Schoolactiviteiten Bij schoolactiviteiten die anders zijn dan de normale lessen – bv excursies, feesten e.d. – worden alle leerlingen geacht aanwezig te zijn of mee te gaan.
Aan het begin van het schooljaar worden groepsgesprekken gehouden, waarin regels opgesteld worden. Samen met de kinderen wordt het pestprotocol, aangepast aan leeftijd, opgesteld en zichtbaar in de klas gehangen. Het moet de kinderen duidelijk zijn welke maatregelen de groepsleerkracht neemt bij herhaald pestgedrag. Samenwerking tussen leerlingen moet zoveel mogelijk gestimuleerd worden. De groepsleerkracht laat duidelijk het verschil zien wat “plagen” en wat “pesten” is. In de kleuterbouw ontstaat in de loop van het jaar een “ruzieboek”. De school geeft samen met de kinderen grenzen aan wat wel en wat niet kan. Hiervoor zijn regels die nageleefd dienen te worden. Enige regels zijn: iemand niet uitschelden iemand niet slaan iemand niet op uiterlijk beoordelen iemand niet buiten sluiten
Afspraken binnen groepsverband Iedere groepsleerkracht maakt met zijn leerlingen afspraken over het gedrag tijdens de schooluren. Hij/zij doet dat om de lessen zo goed mogelijk en zo ongestoord mogelijk te laten verlopen. Immers zowel leerkracht, ouders en kinderen zijn gebaat bij schoolsucces. Indien er echter sprake is van herhaald onaangepast gedrag (o.a. het niet nakomen van de afgesproken regels), waardoor de lessen verstoord worden, kan de leerkracht een kind uit zijn/haar groep plaatsen. De tijdsduur is ter beoordeling van de leerkracht, want hij/zij is degene die alles het best kan beoordelen. Indien er sprake is van ernstige verstoring van de lessen – ter beoordeling van de leerkracht – kan een kind voor bepaalde tijd naar een andere groep worden gestuurd. Bij bovenstaande maatregel worden altijd de ouders achteraf geïnformeerd. Bij uitzonderlijke gevallen kan de directeur van de school besluiten om een kind voor bepaalde tijd van school te sturen. Het bestuur zal daar altijd over geïnformeerd worden. Voordat deze beslissing genomen wordt zal de leerplichtambtenaar hierover geraadpleegd worden.
Indien de kinderen de regels niet naleven, worden er maatregelen genomen. Deze worden samen met de kinderen opgesteld. Bij herhaald pestgedrag van een kind zal de leerkracht dit aan de betrokken ouders kenbaar maken, zowel aan de ouders van de pester als aan de ouders van het slachtoffer. Alle meldingen van pesten worden serieus genomen. De school zal zich inzetten om pesters en slachtoffers bewust te maken van hun gedrag en positie. Naast een melding aan de leerkracht, kunt u ook met uw melding terecht bij een vertrouwenspersoon. In het informatieboekje kunt u lezen wie er op welke locatie is aangesteld als vertrouwenspersoon. Naast de regels voor het pesten, zijn er ook algemene regels. Hieronder vindt u een opsomming van deze afspraken:
Algemene afspraken In sommige gevallen kunnen kinderen repetities of ander werk mee naar huis krijgen ter ondertekening. Van ouders wordt gevraagd daar medewerking aan te verlenen. Ook wordt wel gebruik gemaakt van zgn. “heen en weer“ schriftjes, waarin groepsleerkracht en ouders vorderingen en gedrag van het kind vastleggen. In zo’n schriftje worden alle positieve en negatieve zaken opgenomen. Leerkracht en ouders beslissen samen bij een dergelijke maatregel.
10
Ook hier geldt dan dat ieder bericht ondertekend wordt. Binnen de school kan de directie maatregelen nemen jegens ouders/verzorgers als de rust en de ongehinderde voortgang van het onderwijsproces dit vergen.
5. De school en de ouders
na het gesprek vindt een rondleiding door de school plaats. U kunt dan al een klein beetje in de keuken van de school kijken. U ziet de school altijd in bedrijf! Na het gesprek krijgt u uitvoerige informatie mee in de vorm van deze schoolgids en een informatieboekje. Ouders kunnen op hetzelfde moment hun kind laten inschrijven of daar thuis nog eens goed over nadenken en later de beslissing nemen.
De gesprekken vinden altijd plaats op de locatie waar uw kind in principe zal worden geplaatst. Indien uw kind reeds op een andere school heeft gezeten, nemen wij altijd eerst contact op met die school. Doordat onze school een grote instroom van leerlingen heeft, is het voor ons erg prettig i.v.m. de planning om uw kind ruim van tevoren op te geven. Bij uitschrijven dient u dit altijd bij de locatieleider te doen. Bij die afmelding willen we weten naar welke school uw kind gaat, zodat wij de gegevens van uw kind naar de nieuwe school kunnen sturen. Deze onderwijskundige dossiers zijn voor de ouders ter inzage beschikbaar.
5.1. Uitgangspunten Een goed contact tussen school en ouders is erg belangrijk. We vinden ook dat een goede samenwerking tussen de school en de ouders een goede ontwikkeling van het kind bevordert. Ouders hebben ook recht op een goed contact en recht op informatie en voorlichting. Op allerlei manieren wordt u door de school geïnformeerd. De voorlichting vindt plaats in één van de eerste weken van het nieuwe cursusjaar, als de ouders worden uitgenodigd voor een informatieavond waar de groepsleerkracht veel informatie geeft over de inhoud van het onderwijs en de afspraken die hij/zij maakt met de kinderen. Ouders zijn verplicht om de rapportbesprekingen bij te wonen. Indien de ouders op de geplande data niet kunnen, wordt in overleg een andere datum vastgelegd. Pas na overleg wordt het rapport meegegeven. Indien de ouders de locatieleider willen spreken dan kan dat altijd na het maken van een afspraak.
5.3. Informatie-avonden Tijdens de eerste weken van het nieuwe cursusjaar wordt in elke groep een informatie-avond gehouden voor de ouders. De leerkracht vertelt dan wat er in dat schooljaar aan de orde komt. Ook krijgt u uitleg over de manier van werken, de methodes, de materialen. In de kleuterbouw wordt u verteld waarom er geobserveerd wordt en hoe we dat doen, waarom we buiten spelen. Kortom een schat aan informatie!
Voor zover mogelijk proberen we de ouders te betrekken bij de school. Bij allerlei activiteiten is de hulp van de ouders onontbeerlijk! Vooral als de kinderen in de groepen 1 en 2 zitten is het contact tussen de school en thuis erg groot. Daarna wordt het over het algemeen altijd wat minder, maar in het begin van het cursusjaar kunnen de ouders opgeven in hoeverre ze betrokken willen blijven bij de school. De leerkrachten nemen daar meestal zelf initiatief in, maar het wordt zeker op prijs gesteld als ouders daar ook initiatieven in nemen. De volgende hoofdstukken gaan over de samenwerking tussen school en thuis.
De informatie-avond in feb/mrt voor de ouders van de leerlingen van groep 8 gaat vnl. over de overgang naar het voortgezet onderwijs. Naast de informatie die de groepsleerkracht geeft, worden ook vaak vertegenwoordigers van het voortgezet onderwijs uitgenodigd, die uitleg kunnen geven over de structuur van het v.o.
5.2. Aanmelden en afmelden van leerlingen.
5.4. Voortgangsgesprekken
De aanmelding van nieuwe leerlingen gebeurt als volgt: de ouders maken een afspraak met de directeur van de school in het gesprek dat volgt krijgt u uitvoerige informatie over datgene wat de school belangrijk vindt.
Voor de groepen 3 t/m 7 zijn er driemaal per jaar voortgangsgesprekken over de vorderingen van uw kind. In de week van de gesprekken krijgen de kinderen ook hun rapport mee. Voor groep 8 is er tweemaal een gesprek. Het tweede gesprek gaat over de keuze voor het voortgezet onderwijs.
11
In de kleutergroepen vindt ook tweemaal per jaar een voortgangsgesprek plaats. Uiteraard bent u van harte welkom op school, indien er behoefte bestaat om met de leerkracht te spreken over uw kind. Neem even contact op en maak een afspraak! De leerkracht zal soms zelf het initiatief nemen om met u te praten. Dit gebeurt in ieder geval als er problemen zijn.
kinderen zijn regelmatig te vinden. Het is een activiteit van de school waar we eigenlijk wel een beetje trots op zijn! 5.7. De Ouderraad De Ouderraad coördineert en assisteert bij activiteiten op school met behulp van vele ouders. U moet niet denken, dat de leden van de Ouderraad deskundigen zijn op het gebied van onderwijs. Een warme belangstelling voor de school en de kinderen is genoeg. In het informatieboekje kunt u lezen wie er zitting hebben in de Ouderraad.
5.5 Schriftelijke informatie De schoolgids en het informatieboekje. Alle ouders ontvangen de schoolgids. In deze gids staat veel informatie, die voorheen in het informatieboekje stond. In het informatieboekje staan alleen die gegevens, die ieder jaar veranderen bijv.: de vakanties en andere vrije dagen de groepsindeling namen en adressen van MR en OR het gymnastiekrooster het zwemrooster
5.8. Het schoolfonds Alle activiteiten van de school zoals de excursies, het sinterklaasfeest, de sinterklaascadeautjes, het kerstfeest, het kerstdiner, het paasontbijt/lunch, worden betaald uit de vrijwillige ouderbijdrage. Deze wordt geïnd en beheerd door de Ouderraad. In de maand september ontvangen alle ouders een berichtje van de penningmeester m.b.t. de bijdrage die u verschuldigd bent. Indien u deze ouderbijdrage niet wenst te betalen, kan uw kind voor bepaalde activiteiten worden uitgesloten.
Nieuwsbrief Gemiddeld één keer per twee weken ontvangt u op donderdag de nieuwsbrief. Daarin vindt u alle mededelingen over de school bijv. informatie over ouderavondenoproepen aan ouders, mededelingen over excursies, nieuws van de MR en OR, mededelingen over de diverse activiteiten die plaatsvinden. Door die nieuwsbrief blijft u op de hoogte van alle actuele zaken op school. In principe gaan er naast de nieuwsbrief tussendoor geen briefjes mee met de kinderen.
5.9. De Medezeggenschapsraad De Medezeggenschapsraad geeft adviezen en neemt besluiten over zaken die met het beleid van de school te maken hebben. Over sommige onderwerpen heeft de raad recht van advies, voor andere onderwerpen heeft zij instemmingsrecht d.w.z. dat het bevoegd gezag (= het bestuur) geen beslissing kan nemen op bepaalde terreinen zonder dat de meerderheid van de M. hiermee heeft ingestemd. Enkele voorbeelden: het vakantierooster het beleid op het gebied van veiligheid ( ARBO) De MR bestaat uit een oudergeleding van vijf personen en uit een personeelsgeleding van vijf personen. Voor specifieke personeelszaken heeft alleen de personeelsgeleding inspraak. Er zijn ieder jaar verkiezingen, zowel voor de ouder- als voor de personeelsgeleding. Kortom: de MR is een belangrijk orgaan met verregaande bevoegdheden.
5.6. De Website Sinds 3 jaar heeft onze school in nauwe samenwerking met het bestuur en de andere openbare school Het Palet een eigen website, die door onze ICT-er is gemaakt en ook wordt bijgehouden. Op deze website worden de ouders geïnformeerd over alles wat op school speelt. Ook zijn er verslagen te vinden van activiteiten met foto’s en al! Kleurige tekeningen en verhalen van
12
5.10 Klachtenregeling Afronding Met ingang van 1 augustus 1998 is elk schoolbestuur verplicht een klachtenregeling vast te stellen en in te voeren. Klachten of vragen kunt u in eerste instantie voorleggen aan de leerkracht van uw kind. Mocht u daarna nog verder willen met uw vraag of klacht, dan kunt u terecht bij de directeur of de locatieleider van de school. Indien noodzakelijk kunt u uw vraag of klacht voorleggen aan de interne contactpersoon voor klachten. In het informatieboekje wordt vermeld wie dat is. De volledige klachtenregeling, procedures en contactpersonen kunt u - indien u dit wenst - opvragen bij de directeur van de school, maar nog gemakkelijker is om deze te bekijken op onze website. Hieronder geven wij het schema voor klachtbehandeling:
Of Begintraject voor zeer ernstige klachten
Landelijke commissie
klachten-
Ondersteuning ouders door de vertrouwenspersoon
Het schema is een totaaloverzicht. Afhankelijk van de ernst en omvang van de klacht kan direct met de contactpersoon of vertrouwenspersoon contact opgenomen worden. Ook is het mogelijk om een klacht rechtstreeks voor te leggen aan de landelijke klachtencommissie. Minder ernstige klachten kunnen echter eerst besproken worden met groepsleerkracht en directie.
5.11 Jaarverslag Begintraject voor klachten die met school besproken kunnen worden
Bespreking klacht met groepsleerkracht
Jaarlijks schrijft de schoolleiding een jaarverslag waarin verantwoording aan het bestuur wordt gegeven over het gevoerde beleid. In dat jaarverslag wordt brede informatie gegeven over het afgerond cursusjaar.
5.12 Regelgeving vrijstelling van onderwijs Artikel 41 WPO
Bespreking klacht met directie
Voor het verlenen van vrijstelling van onderwijs worden de afspraken, die op gemeentelijk niveau zijn gemaakt met de leerplichtambtenaar, gehanteerd. Wat houdt dat precies in ?
Vervolgtraject
Schoolgebonden contactpersoon die op schoolniveau probeert een oplossing te vinden
In Nederland bestaat de Leerplichtwet, die zegt dat ouders ervoor moeten zorgen dat hun kind vanaf 5 jaar tot aan het eind van het schooljaar waarin het kind 16 jaar wordt, volledig dagonderwijs volgt. Dit betekent in principe vijf dagen in de week naar school. Daarna mag (het moet natuurlijk niet) een kind van de dagschool af, maar hij/zij moet dan nog wel verplicht een jaar parttime onderwijs volgen, de zogenaamde partiële leerplicht. De leerplicht wet geldt voor iedereen. Normaal gesproken gaat elk kind naar school op de voor die school vastgestelde tijden.
Of Begintraject voor klachten die om een bepaalde reden niet te bespreken zijn met de groepsleerkracht of schoolleiding
Vertrouwenspersoon die namens de ouders met de school of het bestuur probeert tot een oplossing te komen
Wanneer hoeft uw kind niet naar school ? Als de school gesloten is in verband met vakantie, een bepaalde feestdag of om andere redenen zoals een studiedag voor het personeel. Als uw kind ziek is of als er thuis een bepaalde besmettelijke ziekte heerst.
13
Hij/zij zal het verzoek beoordelen en een beslissing nemen ( toestemming of weigering).
Als uw kind straf heeft en niet op school mag komen. De school kan nl. een leerling voor 2 dagen schorsen. De ouders krijgen dan een brief. Het kind krijgt huiswerk mee en levert dat in bij terugkomst op school. Als er godsdienstplicht is bv bij het einde van de ramadan. Als er sprake is van “andere gewichtige omstandigheden“.
Let er op dat verlof op tijd wordt aangevraagd ! De locatieleider (samen met de leerplichtambtenaar) heeft volgens de procedure 6 weken de tijd om een beslissing te nemen. Daarnaast wijzen wij u erop dat een eventuele bezwaarprocedure 6 tot 12 weken in beslag kan nemen. Wat kunt u verwachten als u zonder toestemming toch uw kind van school houdt ?
Wat zijn dan die andere gewichtige omstandigheden ?
Afwezigheid zonder geldige reden en/of toestemming is ongeoorloofd schoolverzuim en moet door de schoolleiding gemeld worden aan de leerplichtambtenaar.
Dat kunnen plezierige, maar ook minder plezierige omstandigheden zijn, bijv:
Huwelijk Huwelijks-of ambtsjubileum van vader, moeder, opa, oma ( 12 ½ , 25, 40, 50 of 60 jaar) Een pensionering of met de VUT gaan Ernstige ziekte of sterfgeval Geboorte van een broertje of zusje Verhuizing van het gezin Viering van een nationale feest / of gedenkdag van culturele minderheden
NB: Tijdens de eerste twee weken van een nieuw schooljaar mag er wettelijk geen verlof gegeven worden.
5.13 Regelgeving toelating, schorsing en verwijdering Artikel 40 WPO Het bestuur gaat ervan uit, dat er slechts in zeer bijzondere omstandigheden sprake zal zijn van schorsing of verwijdering. Het in deze te nemen bestuursbesluit levert een beschikking in het kader van de Algemene wet bestuursrecht op en zal in die zin dan ook voldoende gemotiveerd moeten zijn. De te nemen besluiten zullen vooraf met de leerplichtambtenaar besproken worden.
Vakantie is geen “gewichtige omstandigheid “behalve als het onmogelijk is op vakantie te gaan tijdens de vastgestelde zomervakantie, bijvoorbeeld: Als een ouder onmogelijk vrij kan krijgen omdat dat voor het bedrijf grote problemen oplevert; Als het bedrijf waar de ouder werkt een verplichte vakantie oplegt, waarbij verschuiven van de vakantie of ruilen met een collega niet mogelijk is; Als een ouder een eigen bedrijf heeft en in de zomervakantie onmogelijk weg kan; Als een ouder ziek is tijdens de schoolvakantie.
5.14 Regelgeving voor ondersteunende werkzaamheden van ouders Artikel 44 WPO De ouders zijn bij het uitvoeren van ondersteunende werkzaamheden gehouden de aanwijzingen te volgen van de locatieleider en het onderwijzend personeel, omdat zij verantwoordelijk blijven voor de gang van zaken. M.b.t de regelgeving voor het overblijven artikel 45: Het bevoegd gezag draagt zorg voor een verzekering tegen wettelijke aansprakelijkheid.
In de bovenstaande gevallen geldt dat één keer per schooljaar voor maximaal 10 dagen toestemming kan worden verleend. Als er sprake is van aantoonbare maatschappelijke en/of culturele gronden, bijvoorbeeld een vakantie in het land waar het gezin vandaan komt of het bezoeken van familie in een ander werelddeel, kan één keer per drie schooljaren voor maximaal 10 schooldagen toestemming worden verleend. Wat moet u doen om vrij van school te krijgen voor uw kind ? In alle gevallen moet u het verzoek indienen bij de locatieleider van de vestiging waar uw kind op zit.
14
6. Activiteiten
6.4. Sint Nicolaasfeest Een werkgroep organiseert ieder jaar het Sint Nicolaasfeest. De intocht van de goedheiligman is ieder jaar weer een verrassing. De kinderen van de groepen 1 t/m 4 krijgen een cadeautje van de Ouderraad. De kinderen van de groepen 5 t/m 8 maken surprises voor elkaar.
6.1 Schoolkamp Al meer dan 35 jaar lang geeft de gemeente Alblasserdam de basisscholen de gelegenheid om in de zomervakantie te kamperen in de bossen van Drunen. Er worden in dat gebied 25 tenten neergezet + een keukentent + een grote tent. Er wordt tevens een pomp geslagen, zodat men zich ook kan wassen! Onze school gaat al jaren mee. De kinderen die overgaan van groep 5 naar groep 6 en de kinderen van groep 6 t/m 8 mogen mee. Deelname aan het kamp is niet verplicht, want het is immers een vakantiekamp. Wij gaan al jaren in de zesde week van zomervakantie: van vrijdag tot vrijdag. De leiding van het kamp bestaat uit een grote groep ouders samen met een aantal personeelsleden.
6.5. Het kerstfeest Op één van de avonden voor de kerstvakantie wordt het traditionele kerstdiner gehouden. Alle kinderen verzamelen zich dan “in gala” in hun groep en krijgen dan een drie-gangen menu voorgeschoteld. Veel ouders zijn daarbij aanwezig om als ober te dienen en hulp te bieden bij het uitserveren.
6.6. Paasontbijt/paaslunch Alle groepen hebben voor de paasvakantie een paasontbijt of paaslunch.
6.2.Werkweek De leerlingen van groep 8 gaan aan het einde van het schooljaar op werkweek van maandag t/m vrijdag. Gedurende deze week wordt er lesgegeven, excursies ondernomen en musea bezocht.
Dieetkinderen Bij het verzorgen van het kerstdiner en het paasontbijt/ lunch probeert de ouderraad rekening te houden met dieetkinderen. In overleg met de ouders willen we de kinderen zo veel mogelijk ‘gewoon’ mee laten eten.
6.3. Excursies Minstens één keer per jaar gaan alle groepen met het openbaar vervoer, met een speciale touringcar of met de fiets op stap. Dat kan zijn voor een bezoek aan een museum, de dierentuin (vaak naar aanleiding van een thema), een kasteel, een bezoekerscentrum enz. Voor elk leerjaar wordt een passende bestemming gezocht. Vanuit een centrale schoolreiscommissie worden de bestemmingen gecoördineerd. Deze commissie heeft richtlijnen vastgesteld voor de organisatie, ook voor de vele ouders die als begeleiding meegaan.
6.7. Sportdagen In de maand mei hebben de groepen 7 en 8 sportdag op het sportpark Souburgh. Voor groep 6 is er altijd een aparte sportdag.
6.8. Zomerfeest Ieder jaar wordt een zomerfeest gehouden. Meestal staat een bepaald thema centraal: Indianen, piraten, de Olympische Spelen, Terug in de tijd enz.
15
7. Externe contacten
De jeugdarts heeft kantoor in de voormalige MAVO aan de Parallelweg (eerste verdieping). Mocht u contact willen opnemen met de jeugdarts dan kunt u bellen naar :
Een basisschool heeft veel contacten met allerlei (ondersteunende) instanties. Naast scholen voor voortgezet onderwijs en de speciale scholen voor basisonderwijs zijn er nauwe contacten met de volgende instanties:
Telefoon GGD Sliedrecht: 0184 – 411024 Het schoolmaatschappelijk werk
7.1. CED Zuid - Holland - Zuid
Het schoolmaatschappelijk werk is nog niet zo lang geleden in Alblasserdam geïntroduceerd. Wat doet het schoolmaatschappelijk werk eigenlijk? De functionaris die daarvoor is aangesteld luistert en adviseert als er problemen zijn met of rond een leerling. Men tracht een goed inzicht te krijgen in de problematiek en op basis daarvan alle betrokkenen te adviseren.
Het team van onze school wordt onderwijskundig ondersteund door deskundigen van de CED, de Centraal Educatieve Dienst. Deze ondersteuning kan op verschillende manieren plaatsvinden. Bij de invoering van bijv. een nieuwe leesmethode komt er een onderwijskundige hulp verlenen, die specialist is op dat gebied. Ook voor het verfijnen en optimaliseren van het zelfstandig werken wordt de hulp ingeroepen van een andere specialist. Met deze werkwijze zijn we er zeker van dat de hulp zo effectief mogelijk is.
Het schoolmaatschappelijk werk is onafhankelijk en werkt samen met allerlei instanties en scholen. Hierdoor kan de schoolmaatschappelijk werkster, indien nodig, u zo snel mogelijk in contact brengen met andere deskundigen die mogelijk mede een bijdrage kunnen leveren aan de oplossing van uw vragen of problemen.
7.2 Schoolarts/Jeugdgezondheidszorg De jeugdgezondheidszorg door de GGD zal er met ingang van het schooljaar 2003-2004 anders uitzien dan de laatste jaren. Om te bereiken dat alle kinderen in Nederland dezelfde zorg krijgen, is een zogenaamd basispakket ontwikkeld. Dit houdt in dat : Alle kinderen in groep 2 een uitnodiging krijgen voor een onderzoek door de jeugdarts en de assistent. Hierbij zijn de ouders aanwezig. De kinderen in groep 4 worden gemeten en gewogen Alle kinderen in groep 7 uitgenodigd worden voor een verpleegkundig onderzoek. Hierbij worden de ouders ook uitgenodigd. Alle 9 -jarigen worden gevaccineerd
Via de Interne leerling coördinator kunt u contact opnemen, maar u kunt dat ook rechtstreeks doen via de zorglijn : 0183 – 692777.
7.3 De logopediste Op school werken wij samen met de Logopedische Dienst Kring Sliedrecht. De werkkamer van de logopediste is in het Zorgcentrum De Alblashof. Wat doet de logopediste bij ons op school? De werkzaamheden zijn gericht op het opsporen, onderzoeken, behandelen en begeleiden van kinderen met moeilijkheden op het gebied van horen, luisteren, verstaan, uitspreken en mondeling taalgebruik. Ook het voorkomen van deze moeilijkheden behoort tot haar taak. Elk jaar onderzoekt de logopediste op school alle kinderen van groep 2 en schrijft kinderen met problemen, waar zij misschien iets aan kan doen, in. Bij sommige problemen kan de logopediste direct na het onderzoek een behandeling voorstellen. Andere moeilijkheden, zoals bv. kleine uit-
In groep 2 en 7 krijgen de kinderen een Groeiboek: een boekje waarin allerlei wetenswaardigheden staan over de groei en ontwikkeling van kinderen van een bepaalde leeftijd. Naast dit basispakket voert de GGD ook extra taken uit. De gemeenten kijken waar extra zorg nodig is, vaak in overleg met de scholen en vragen de GGD en andere instellingen dat uit te voeren. Zo is bij ons in Alblasserdam een MD team (een zgn. multi disciplinair team) werkzaam, waarin zitten de jeugdarts, een directeur van een school of de Interne leerling coördinator, de logopediste en de schoolmaatschappelijk werkster.
16
de wijk Kinderdijk geïntegreerd worden in ons gebouw van de locatie Maasstraat.
spraakproblemen (bijv de “s” en “r”) komen pas op latere leeftijd voor behandeling in aanmerking. De behandelingen vinden trouwens plaats in de werkkamer van de logopediste, waarbij de ouders ook aanwezig moeten zijn. Als een kind wekelijks behandeld wordt, dan zal de eigen verzekering dit moeten betalen (Ziekenfonds of particulier). De kinderen die niet direct voor een behandeling in aanmerking komen, worden wel jaarlijks op school gecontroleerd in de laatste weken voor de zomervakantie. De kosten van deze controles - en de regelmatige controles - worden door de gemeente betaald.
7.7 De inspectie Basisonderwijs De rijksinspectie houdt toezicht op de naleving van de wettelijke regels. Daarbij gaat het onder meer om de schoolgids en het schoolplan. Daarnaast kunnen de ouders en de leerkrachten bij de inspectie terecht voor advies. De inspecteur brengt regelmatig een bezoek aan de school om de ontwikkeling van het onderwijs te bekijken en te bespreken. Het adres van de inspectie is: Inspectie Basisonderwijs PO2 Postbus 7447. 4800 GK Breda tel : 076 - 5244477
Adres logopediste: Zorgcentrum de Alblashof: tel: 6916290
7.4 PABO De PABO, opleidingsschool voor leerkrachten, verzoekt de school ieder jaar een aantal studenten te begeleiden. Dit kunnen studenten zijn uit diverse leerjaren. Ieder jaar wordt ook de mogelijkheid bekeken om vierdejaars studenten een zgn. LIO -stage (leerkracht in opleiding) aan te bieden. Dit houdt in, dat LIO-ers gedurende een periode van vijf maanden, vier dagen per week zelfstandig een groep “draaien” met als mentor/mentrix een leerkracht.
8. Overige praktische informatie
8.1 Overblijven Op school bestaat op beide locaties de gelegenheid om tussen 11.30 en 13.00 uur tegen betaling over te blijven. Er zijn 2 vaste overblijfkrachten op iedere locatie. Overblijven kost €1,50 per keer voor kinderen die binnen de bebouwde kom wonen (d.w.z. binnen de borden waar Alblasserdam op staat). Voor kinderen die buiten de bebouwde kom wonen geldt een gereduceerd tarief van €1,- per keer. Het is de bedoeling dat er vooraf een overblijfkaart (voor 5, 10 of 15x) gekocht wordt bij de overblijfcoördinator.
7.5 De bibliotheek Ieder jaar bezoeken een fors aantal groepen de bibliotheek. De school doet tevens elk cursusjaar mee met zgn. “Leesproject”, een leesbevorderingspakket op initiatief van de bibliotheek.
Toezicht van de overblijfkrachten
7.6 De buitenschoolse opvang
Tijdens het overblijven gaan de kinderen bij goed weer ook naar buiten. Het komt echter te vaak voor, dat kinderen die niet overblijven al voor half één op het plein lopen. Voor de overblijfkrachten is dan het overzicht op de kinderen minimaal. Wij verzoeken u de kinderen op tijd naar school te laten gaan, maar niet eerder dan 12.45 uur! Op dat moment begint ook de pleinwacht weer op beide locaties.
Op de locaties Maasstraat en Boerenpad worden de kinderen, die naar de BSO “Olivier” gaan, opgevangen na schooltijd. Een medewerkster van de BSO haalt de kinderen op. De BSO is op alle schooldagen geopend van 7.30 uur- tot 8.30 uur De lokalen van de BSO zijn geintegreerd in het bijgebouw van onze locatie aan het Boerenpad.
Peuterspeelzaal In het cursusjaar 2003 – 2004 zal – waarschijnlijk in het najaar – de peuterspeelzaal Ot en Sien uit
17
De ouders dienen echter wel vooraf toestemming te geven voor het al dan niet deelnemen van hun kind aan het spoelen.
8.2 Ziekmelding Indien uw kind ziek is of om een andere reden de school verzuimt, dient u dit voor schooltijd te melden op de locatie waar uw kind zit.
8.7 Trakteren op school De school is voorstander van “gezond” trakteren bij verjaardagen. Wij juichen het toe, als de ouders hier rekening mee houden. Helaas is er de laatste weer een trend merkbaar, dat “ zoet” trakteren toeneemt. De school wil en kan gezond trakteren niet verplichten, maar we waarderen het wel ….!
8.3 Vervanging Bij ziekte van een leerkracht wordt hij/zij vervangen door een invalleerkracht. Vaak zijn dat leerkrachten, die parttime aan de school zijn verbonden. Toch lukt dat niet altijd en wordt het passen en meten om de lessen zo goed mogelijk door te laten gaan. Door een groot tekort aan invalleerkrachten moeten er soms “noodoplossingen” bedacht worden. Bij de vervanging wordt gewerkt met een zgn. noodplan voor vervangingen. Dit plan bestaat uit een zestal stappen die mogelijk zijn bij het zoeken naar vervanging. In die stappen zit eveneens een traject voor een aantal interne oplossingen.
8.8 Huiswerk Op onze school wordt op een aantal verschillende manieren huiswerk gegeven. In de lagere groepen zijn het (vrijblijvende) opdrachten zoals: Kijk eens of je thuis driehoeken of cirkels kunt vinden; neem voor morgen eens herfstbladeren mee enz. Dit gebeurt om de kinderen te laten zien, dat datgene waar ze op school mee bezig zijn, ook betrekking heeft op de dingen thuis, op straat en op dingen uit de belevingswereld van de kinderen. Vanaf groep 6 krijgen de kinderen eenmaal per jaar een boekbespreking en een spreekbeurt. Tevens wordt er een werkstuk gemaakt. In groep 7 en 8 hebben de kinderen driemaal per jaar een boekbespreking of een spreekbeurt en wordt er tweemaal per jaar een werkstuk gemaakt. Zeker bij het maken van de eerste werkstukken krijgen de kinderen veel hulp en begeleiding van hun groepsleerkracht. Veel werk kan met behulp van het Documentatie Centrum en internet op school gedaan worden. Maar ook thuis zal een dergelijk stuk werk vragen. Vanaf groep 6 wordt er huiswerk gegeven voor de zaakvakken: aardrijkskunde, geschiedenis en kennis der natuur. Kleine overhoringen horen daar zeker bij. De huiswerkopdrachten worden opgegeven via de weektaak. Vaak kunnen de kinderen hier ook tijdens de zelfstandig werkuren aan werken.
8.4 Vulpennen De kinderen schrijven op school met een vulpen, die wordt verstrekt in groep 3. De praktijk heeft bewezen dat het handschrift aanmerkelijk verbetert door met een vulpen te schrijven. Indien de pen niet meer schrijft moet er via de school een nieuwe gekocht worden.
8.5 Geestelijke vorming De leerlingen van de groepen 5, 6 en 7 kunnen godsdienstonderwijs volgen bij de godsdienstleerkracht gedurende 1 lesuur per week. In deze lessen wordt voornamelijk aandacht geschonken aan het Christendom. De lessen zijn facultatief.
8.9 Tijdschriften Via de school kunnen de kinderen zich abonneren op diverse tijdschriften en boeken geschikt voor diverse leeftijden. Het is een manier om het lezen van uw kind te stimuleren.
8.6 Fluor spoelen Al vele jaren bestaat er op onze school de mogelijkheid voor de leerlingen van de groepen 3 t/m 8 om fluor te spoelen. Eenmaal per week krijgen de kinderen een bekertje met fluor, waarmee ze gedurende 1 minuut moeten spoelen. Onderzoeken hebben uitgewezen, dat het tandbederf met meer dan 60% wordt teruggedrongen.
18
gelijkheid gebruik maken teneinde uw privacy zo veel mogelijk te garanderen. Tegen het doorgeven van deze gegevens kunt u bezwaar maken; de directie zal daar rekening mee houden en voor deze individuele gevallen een andere oplossing zoeken. Luizenprotocol 8.10 Melkdrinken In het schooljaar 2000-2001 is een voorzichtige start gemaakt om een protocol op te stellen in nauwe samenwerking met een aantal ouders om de af en toe optredende “luizenplaag” in een vroegtijdig stadium de kop in te drukken.
Via de Melkunie bestaat de mogelijkheid om de kinderen iedere dag melk te laten drinken. De ouders kunnen hiervoor een aanvraagformulier op school krijgen.
8.11 Infectieziekten 8.12 Ten slotte De directie voelt het als haar verantwoordelijkheid en plicht om zich behoorlijk te laten adviseren omtrent infectieziekten teneinde risico’s voor de leerlingen zo klein mogelijk te houden. Indien de situatie zich voordoet dat er meerdere mogelijk samenhangende gevallen zijn van een infectieziekte doet de school hiervan conform de wetgeving melding aan de GGD. Dit geldt ook indien de directie vragen heeft over een leerling die kennelijk lijdt aan een infectieziekte. In dat laatste geval heeft het de voorkeur indien ook naam en adres/ telefoonnummer aan de GGD kunnen worden doorgegeven. Overigens zal de schoolleiding uiteraard spaarzaam van deze mo-
Deze schoolgids is samengesteld om u nog beter informatie te geven over de school. Wij, team, de Medezeggenschapsraad en de Ouderraad en vooral niet te vergeten uw kind(eren) zijn ermee gebaat dat er een optimaal contact bestaat tussen ouders en school. Wederzijds contact wordt door ons zeer op prijs gesteld.
Niet voor niets zegt de Vereniging voor Openbaar Onderwijs:
“Op de openbare school is het altijd open huis” 19