m hKA pERSDOSSIER 03.02.11
INDEX
Intro De kunstenaars Een syntaxis van afhankelijkheid: Samenerking met Forbo Flooring Praktische info
Lawrence Weiner: “Jij en ik kennen elkaar vrij goed. En jij en ik hebben al talloze malen het plan opgevat om samen iets te doen – en toch is het er nooit van gekomen…”
Liam Gillick: “Dat vind ik nu net interessant.”
Liam Gillick / Lawrence Weiner: Between Artists, 2006
3 / LIAM GILLICK EN LAWRENCE WEINER Een syntaxis van afhankelijkheid:
INTRO
Reeds meer dan twintig jaar zijn de in New York gevestigde kunstenaars Liam Gillick en Lawrence Weiner, die elk sterk uiteenlopende aspecten van de conceptuele, post-conceptuele en neo-conceptuele tradities binnen de hedendaagse kunst vertegenwoordigen, met elkaar in een intense intellectuele en artistieke dialoog verwikkeld. In één van de vele gesprekken tussen beide kunstenaars die de afgelopen jaren zijn gepubliceerd, merken ze echter op hoe die dialoog tot dusver nog steeds geen concrete artistieke resultaten heeft opgeleverd – een veelzeggend ‘falen’ dat ze zelf ‘interessant’ noemen. Precies deze nonchalante opmerking over een lange geschiedenis van niet gerealiseerde projecten verleidde het M HKA ertoe beide kunstenaars uit te nodigen en hen de unieke kans te bieden om deze dialoog binnen de ruimte van het museum eindelijk toch een concrete artistieke vorm te laten aannemen. Met als resultaat een gezamenlijk geconcipieerd tentoonstellingsproject dat uiteindelijk zelfs tot een gezamenlijk geconcipieerd kunstwerk heeft geleid. Dit kunstwerk, dat evenveel inspeelt op de beperkingen als op het potentieel van elke vorm van (artistiek) samenwerken, reageert direct op de weidse, muurloze tentoonstellingsruimte van M HKA’s 2de verdieping. Dat het museum die ruimte met zoveel enthousiasme aan één enkel artistiek project besloot uit te leveren, geeft aan hoezeer het als instituut een cultuur van dialoog is toegewijd: een dialoog tussen generaties, tussen verschillende opvattingen over kunst en cultuur, tussen autonomie en heteronomie, tussen verschillende opvattingen over wat het betekent ‘kunstenaar’ te zijn. Meer concreet versmelt de syntactische spirit (zie infra) van het project Gillicks typische modernistische sensibiliteit en gevoel voor een esthetiek van toepassing met Weiners welbekende gebruik van taal als sculpturaal, ruimtelijk element. In dit unieke environment, dat de horizontaliteit van een dialoog tussen gelijkgestemden op een letterlijke manier fysiek centraal stelt, en evenzeer ervaren moet worden als zomaar aanschouwd, krijgt zo één van de bepalende kwaliteiten van de hedendaagse culturele praktijk (de dialoog) op spectaculaire wijze vorm.
4 / LIAM GILLICK EN LAWRENCE WEINER Een syntaxis van afhankelijkheid:
DE KUNSTENAARS
Liam Gillick werd geboren in Aylesbury in Groot-Brittannië in 1964. Zijn eerste solotentoonstelling vond in 1989 plaats in Galerie Karsten Schubert in London. In het begin van de jaren negentig groeide Gillick snel uit tot een spilfiguur in de zogeheten “Relational Aesthetics”-beweging. Recent stelde hij onder meer tentoon in de Kunst-und Ausstellungshalle der Bundesrepublik Deutschland in Bonn, het Museum of Contemporary Art in Chicago, het Museum für angewandte Kunst in Wenen, Witte de With Centrum voor Hedendaagse Kunst in Rotterdam, de Kunsthalle Zürich, de Kunstverein München en (verreweg de meest controversiële locatie) het Duitse paviljoen op de 53ste biënnale van Venetië. Recente galerietentoonstellingen betreffen onder meer The State Itself as a Super Commune in Galerie Micheline Szwajcer (Antwerpen), 1848!! at Galerie Esther Schipper (Berlijn), Discussion Bench Platforms, A ‘Volvo’ Bar + Everything Good Goes in Casey Kaplan Gallery (New York), Fractional Factories in the Snow in Air de Paris (Parijs). Zijn werk werd opgenomen in verschillende belangrijke tentoonstellingen als Traffic (CAPC, Bordeaux), documenta X in Kassel, de 2de Biënnale van Berlijn, Utopia Station (50ste Biënnale van Venetië), de Sydney Biënniale in 2008 en theanyspacewhatever in het Guggenheim Museum in New York. Hij heeft talloze boeken gepubliceerd en kunstwerken in de openbare ruimte gerealiseerd. Hij werkte met een groot aantal kunstenaars samen, gaande van Angela Bulloch, Gabriel Kuri en Sarah Morris tot Philippe Parreno en Anton Vidokle. Liam Gillick woont en werkt in Londen en New York.
Lawrence Weiner werd geboren in The Bronx in New York (US) in 1942. Samen met Robert Barry, Mel Bochner, Douglas Huebler, Joseph Kosuth en kunstimpresario Seth Siegelaub bekleedde Weiner een sleutelrol in de ontwikkeling van Amerikaanse conceptkunst. Sommige van zijn vroege statements en zijn radicale keuze om sculpturen enkel in taal te maken signaleerden een beslissende wending in wat toen al als de dematerialisatie van het kunstobject werd omschreven. Eén van zijn allereerste Europese solotentoonstellingen vond in 1969 plaats in de grensverleggende Antwerpse kunstruimte Wide White Space. Recent stelde hij onder meer solo tentoon in BAK in Utrecht, de Fondazione Merz in Turijn, het Museum of Contemporary Art in Los Angeles, K21 Kunstsammlung Nordrhein-Westfalen in Düsseldorf, het Whitney Museum of American Art in New York en Museum Ludwig in Keulen. Recente galerietentoonstellingen vonden onder andere plaats in Galerie Micheline Szwajcer (Antwerpen), Marian Goodman Gallery (New York), Lisson Gallery (Londen), Yvon Lambert (Parijs), Konrad Fischer Galerie en Buchmann Galerie (beide in Berlijn) en Cristina Guerra (Lissabon). Zijn werk was te zien in een aantal van de belangrijkste tentoonstellingen van de laatste vier decennia, van When Attitudes Become Form, Op losse schroeven en Documenta 5 tot Reconsidering the Object of Art 1965-1975 en de 52ste biënnale van Venetië. Lawrence Weiner heeft talrijke films geproduceerd, muziekopnames uitgebracht, posters ontworpen en kunstenaarsboeken gepubliceerd. Publieke kunstprojecten van zijn hand zijn in een groot aantal grootsteden overal ter wereld te zien. Hij leeft en werkt in Amsterdam en New York.
5 / LIAM GILLICK EN LAWRENCE WEINER Een syntaxis van afhankelijkheid:
Een Syntaxis van AfhankelijkheiD: Omtrent de titel ‘Taal’ speelt beslist een belangrijke rol in het werk van Liam Gillick, al was het maar omdat hij ook als schrijver actief is – zo schreef hij recent ook nog over Lawrence Weiners werk. En ‘taal’ speelt een nog belangrijkere rol in het werk van laatstgenoemde, al was het maar omdat zoveel van zijn werk de loutere vorm van taal aanneemt. Taal is het basismateriaal, datgene waaruit het werk als het ware (maar ook letterlijk) wordt gehouwen. Het hoeft dan ook niet te verbazen dat, wanneer twee dergelijke taalbewuste kunstenaars tot een samenwerking besluiten, er lang en hard over de titel zal worden nagedacht. Ten eerste is er de vrij dramatische notie van ‘afhankelijkheid’ (in scherp contrast met het meer gangbare begrip van ‘invloed’ of beïnvloeding). Het staat voor het gedeelde engagement voor een werkelijk dialogisch model van creatie waarin wederzijdsheid centraal staat. De kunstenaars geven graag toe hoezeer ze op elkaar zijn aangewezen – een zeldzaam soort openhartigheid in de macho kunstwereld van vandaag, gericht op persoonlijke carrière. Ten tweede: een syntaxis – en dus niet een semantiek (of ‘betekenisleer’). Semantiek concentreert zich op wat woorden en zinnen betekenen, terwijl syntaxis zich veeleer bezig houdt met de spelregels die de combinatie van bepaalde woorden tot zinnen mogelijk maken. En zo beschouwd staat ‘syntaxis’ duidelijk een stuk dichter bij wat een kunstenaar doet: materialen op een dergelijke manier ordenen of bewerken totdat er een kunstwerk uit te voorschijn komt. ‘Semantiek’ staat dan weer dichter bij wat de toeschouwer doet: de combinatie en manipulatie van bepaalde materialen interpreteren, betekenis geven. Ten derde, tenslotte, de schijnbare anomalie van een titel die met een dubbele punt eindigt – die met andere woorden niet eindigt. Een even eenvoudig als symbolische allusie op het evidente feit dat geen enkele dialoog ooit zomaar, eenzijdig, kan worden afgesloten; dat de confrontatie tussen twee kunstenaarspraktijken, twee paradigma’s, twee visies op kunst, per definitie ‘open’ blijft.
Conceptueel, Post-Conceptueel, Neo-Conceptueel, Post-Neo-Conceptueel Toen de Amerikaanse conceptkunst op het eind van de jaren zestig op kruissnelheid kwam, werd deze beweging vaak karikaturaal gereduceerd tot een simpele omkering van de traditionele verhouding tussen een idee en zijn uitvoering. Terwijl in de meeste gangbare kunstopvattingen tot dan toe het eindproduct van het creatieve proces steeds had geprimeerd, en de idee die eraan ten grondslag lag feitelijk als secundair werd beschouwd, hadden de conceptkunstenaars van toen onder meer als ambitie deze streng-lineaire logica om te keren of minstens in vraag te stellen. Omwille van deze reden is conceptuele kunst historisch al te vaak verkeerdelijk (maar soms ook terecht) geïdentificeerd met een anti-spectaculaire en anti-visuele impuls – soms zelfs met een zogenaamde anti-esthetica. Wie zou echter de overrompelende esthetische kwaliteit van Een Syntaxis van Afhankelijkheid: willen ontkennen? We zijn het natuurlijk al langer gewoon noties als schoonheid en esthetiek met de nodige argwaan en scepsis te benaderen wanneer het over hedendaagse kunst gaat, maar toch is het moeilijk om niet in dergelijke verraderlijke termen te denken wanneer we ons in de warme gloed van deze tentoonstelling begeven. En dat is misschien juist wat het zogeheten neo-conceptuele réveil van de late jaren tachtig en vroege jaren negentig van de originele conceptkunst van de jaren zestig onderscheidt: het besef dat zelfs de meest militante anti-visuele claims van weleer op een sterke esthetische identiteit berustten, en dat die bijzondere esthetiek vandaag een bijzondere allure uitstraalt. Gillick en Weiner vinden elkaar hier in de gedeelde erkenning dat ook ideeën (‘concepten’) visueel verleidelijk kunnen zijn, en ‘spectaculaire’ optische effecten kunnen genereren.
6 / LIAM GILLICK EN LAWRENCE WEINER Een syntaxis van afhankelijkheid:
Het materialisme van de betekenaar In veel van zijn geschriften, statements en interviews benadrukt Lawrence Weiner telkens opnieuw het diep materialistische karakter van zijn werk – dit in scherp contrast met de traditionele associatie van zijn werk met een trend tot dematerialisatie in de naoorlogse kunst (en natuurlijk klinken in het begrip ‘materialisme’ als dusdanig ook politieke echo’s door). In Gillicks opake mijmeringen over de transformatie van de post-industriële samenleving verwijst het gebruik van specifieke materialen als aluminium, plexiglas en industriële lakverven naar de vele historische ironieën die de globale economie heden drijvende houden. Behalve over de titel werd ook over de materiaalkeuze voor Een Syntaxis van Afhankelijkheid: lang en hard nagedacht. En die materiaalkeuze stond opmerkelijk genoeg al vrij vroeg vast: het moest en zou linoleum worden, een al bij al vrij oud organisch materiaal, vooral gebruikt om vloeren mee te bedekken, vervaardigd op basis van lijnzaadolie. Net zoals zoveel andere producten van dit type is ook linoleum, door de naoorlogse boom in plastic en synthetische materialen, gaandeweg vervangen geworden door goedkopere materialen van veelal inferieure kwaliteit, en heeft linoleum daardoor een zeker cachet verkregen. Hoe dan ook is linoleum nog steeds een populair materiaal in ziekenhuizen, scholen en keukens – en van keukens weet Liam Gillick inmiddels het één en ander, sinds zijn project voor het Duitse paviljoen op de recentste biënnale van Venetië! Een industrieel massaproduct dat tegelijk de licht nostalgische sfeer van een vergane moderniteit oproept: het perfecte medium, het perfecte materiaal.
Dialogisme
Wie een snelle blik op het hedendaagse tentoonstellingslandschap werpt zou wel eens geneigd kunnen zijn te denken dat er eigenlijk maar twee soorten tentoonstellingen of museale presentaties bestaan: de solotentoonstelling aan de ene kant, en de groepstentoonstelling aan de andere kant. Monoloog en symfonie. Met als onvermijdelijke risico’s de dreiging van monotonie enerzijds en kakofonie anderzijds. De dialoog tussen kunstenaars (of tussen kunstenaars en critici, tussen kunstenaars en curatoren, tussen kunstenaars en publiek) lijkt daarentegen veel moeilijker te vatten. Daar zijn natuurlijk allerlei redenen voor die met de historische verstrengeling van kunstenaarschap en de moderne cultus van het individualisme te maken hebben. En dat terwijl dialoog nu juist zo’n essentieel onderdeel uitmaakt van zoveel culturele praktijken. Het initiatief voor dit project werd dan ook ten dele gedragen door een verlangen om een dergelijke dialoog voldoende ruimte tot materialisatie te bieden: de ruimte waarin de ‘stemmen’ van de kunstenaars onderscheiden kunnen weerklinken, maar waarin tegelijk ook iets meer in doorklinkt. Dat dit een proces van lange adem was, een mengeling van intuïtie en geduldig onderhandelen, bewijst dat iets in dialoog realiseren nog iets anders is dan de dialoog louter aangaan. Toverformules als een ‘ethiek van dialoog’ en ‘projecten in dialoog tot stand laten komen’ hebben een grote verleidingskracht en worden vaak nonchalant in het rond gegooid, maar een échte dialoog betekent hard werken. Alleen op basis hiervan kan werk worden gemaakt van het fijnstemmen van de posities die in deze dialoog gestalte kunnen krijgen: een dialoog tussen generaties en esthetica’s, materialen en concepten, technieken en ‘ideologieën’. Tussen is en blijft daarbij het cruciale woord: precies dààr krijgt kunst vorm, en cultuur gestalte.
7 / LIAM GILLICK EN LAWRENCE WEINER Een syntaxis van afhankelijkheid:
Horizontalisme Hoeveel kunst gedraagt zich werkelijk ‘horizontaal’? Niet bijster veel, en dat hoeft ook niet te verwonderen, gezien de natuurlijke neiging van de tweevoeter homo sapiens om zich verticaal door de wereld voort te bewegen: niet de horizontale maar de verticale as is het primaire organisatorische principe van onze ruimtelijke zingeving. Toch brengt dit verticalisme onvermijdelijk een zeker hiërarchisch denken met zich mee: boven en onder, hoger en lager, staan en liggen, hoofd en buik (hart, kruis), hemel en aarde. Door zich enkel en alleen op het letterlijk lage niveau van de vloer te concentreren sluit het werk van Gillick en Weiner in zekere zin aan bij een oude, ondergrondse traditie: die van de ‘horizontalistische’ kritiek van het dominante, hiërarchisch geaarde ‘verticalisme’. Een traditie die ons via Jackson Pollock terug naar Georges Bataille en verder weg leidt. Een vloersculptuur als dit ‘demonstreert’ in zekere zin wat het denken op gelijke hoogte (of laagte) werkelijk betekent, een egaliserend, gelijkschakelend denken (opnieuw steekt hier de syntaxis van afhankelijkheid de kop op – niet de syntaxis van beïnvloeding). Een ‘aards’ denken ook, de beide voeten stevig op de grond geplaatst: maakt de zwaartekracht ons niet allen gelijk? Daarenboven lijkt de vloer ook eindeloos, potentieel onbegrensd: een speelterrein dat het best van al vanuit kikvorsperspectief wordt gezien. Het werk is zo bedacht dat het onmogelijk in één oogopslag kan worden waargenomen. Er bestaat geen Olympisch uitkijkpunt vanwaaruit het soeverein kan worden gadegeslagen en beoordeeld, het moet worden bewandeld en beleefd, stapsgewijs met de voeten verkend. Misschien heeft het zo wel wat weg van de straat, die eveneens eindeloos is – die bijzondere soort openbare ruimte waarin zowel Liam Gillick als Lawrence Weiner in het verleden wel al vaker mee gewerkt hebben. En is de straat, althans volgens de filosofie van de moderne conditie, niet de uitgelezen ruimte van de ontmoeting? Zowel de straat als het museum dwingen ons tot een vorm van navigeren. Nauwlettend kijken waar we onze volgende stap zullen zetten – zo botsen we gegarandeerd op de ander, de ander in onszelf, onszelf in de ander.
8 / LIAM GILLICK EN LAWRENCE WEINER Een syntaxis van afhankelijkheid:
SAMENWERKING MET FORBO FLOORING M HKA tentoonstelling Een syntaxis van afhankelijkheid: iN SAMENWERKING MET Forbo Flooring Antwerpen, februari 2011 – linoleum en de aquajet technologie van Forbo Flooring liggen aan de basis van de realisatie van het tentoonstellingsproject LIAM GILLICK EN LAWRENCE WEINER Een syntaxis van afhankelijkheid: in het M HKA (Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen). De tekst en beeld van het dubbelportret van Liam Gillick en Lawrence Weiner kregen visueel vorm dankzij de aquajet technologie van Forbo Flooring. Deze biedt talloze creatieve mogelijkheden om zeer gedetailleerde hedendaagse ontwerpen te realiseren in linoleum.
Liam Gillick en Lawrence Weiner zijn twee invloedrijke kunstenaars uit New
York; één icoon van de conceptuele kunst en één emblematische vertegenwoordiger van het neoconceptuele réveil van de jaren negentig. Voor beide kunstenaars is dit het eerste ambitieus opgezette museale tentoonstellingsproject in België sinds jaren.
Forbo Flooring, wereldleider in linoleum, toont met het dubbelportret van Liam Gillick en Lawrence Weiner de vrijwel onbeperkte ontwerpvrijheid met linoleum. Linoleum van Forbo Flooring, wordt al meer dan 100 jaar wereldwijd aangewend als vloerbekleding in publieke gebouwen en private woningen en blijkt dus, 111 jaar na zijn uitvinding, meer dan actueel. Onbeperkte toepassingen
Linoleum leent zich tot zeer hedendaagse toepassingen die passen bij elke architectuur en interieur inrichting. De aquajet snijtechnologie en de vele mogelijkheden qua kleur en design creëren talloze ontwerpmogelijkheden tot de meest gedetailleerde reproducties. Dankzij de computergestuurde waterstraal onder zeer hoge druk konden de kunstenaars voor hun project in het M KHA teksten en vormen zeer precies en feilloos laten snijden uit de linoleum vloerbekleding en werken met complexe kleurcombinaties. De toepassingsmogelijkheden zijn eindeloos, of het nu gaat om een themavloer, een kunstwerk of een logo.
‘Groene‘ vloerbekleding
Linoleum is van nature uit zowat de meest duurzame vloerbekleding. Linoleum van Forbo bestaat voor 97% uit onuitputtelijke grondstoffen, waarvan 70% nagroeibaar. Het wordt vervaardigd uit lijn- en tallolie, gomhars, houtmeel , kalksteen en jute. Daarom is het een zeer ecologisch verantwoorde en duurzame oplossing voor vloerbekleding. Na een levensduur van meer dan 25 jaar zijn de linoleumresten bovendien volledig recycleerbaar en zelfs composteerbaar. Forbo Flooring versterkt dit nog door een duurzaam inkoopbeleid, het terugdringen en recycleren van restproducten en het gebruik van 100% groene energie. 9 / LIAM GILLICK EN LAWRENCE WEINER Een syntaxis van afhankelijkheid:
“Naast het mooie en innovatieve design van het Forbo Flooring linoleum willen wij als marktleider ook toonaangevend zijn op het vlak van duurzaamheid en milieubehoud. Wij zijn er fier op dat Liam Gillick en Lawrence Weiner voor hun tentoonstellingsproject in het M KHA gebruik maakten van Forbo Flooring linoleum en zo de quasi onbeperkte creatieve mogelijkheden van deze zeer duurzame en ecologische vloerbekleding in de verf zetten,”
Joris Mertens, General Manager Forbo Flooring Belux
Over Forbo Flooring Forbo Flooring is een onderdeel van de Forbo Groep. Deze is wereldleider in vloer-, lijm- en transportsystemen met een compleet assortiment hoogwaardige linoleum en andere zachte vloerbedekkingen, evenals lijmen, egalisatiemiddelen en onderhoudsproducten voor zowel de projecten- als de consumentenmarkt. De Forbo Groep heeft 14 productie locaties in 32 landen en staat wat linoleum betreft voor een marktaandeel van meer dan 60%. www.forbo-flooring.be. Meer informatie en contact: Luc Meyts:
[email protected]
10 / LIAM GILLICK EN LAWRENCE WEINER Een syntaxis van afhankelijkheid:
PRAKTISCH M HKA
Openingsuren M HKAFE
Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen Leuvenstraat 32, 2000 Antwerpen T + 32 (0)3 260 99 99 / E
[email protected] / www.muhka.be
Gratis toegang tot het M HKAFE en de 5de en 6de verdieping DI-WO & VR-ZO 11:00-18:00 DO 11:00-21:00 (keuken 12:00-16:00)
Perscontacten Kathleen Weyts, T 0032 3 260 80 97,
[email protected] Gerrie Soetaert, T 0032 475 47 98 69,
[email protected]
Openbaar vervoer
Openingsuren museum
Station Antwerpen-Berchem: tram 8 of bus 30 Station Antwerpen-Centraal: bus 23 Station Antwerpen-Zuid: tram 4 of 24 www.delijn.be / www.nmbs.be
DI-WO & VR-ZO 11:00-18:00 DO 11:00-21:00
Eigen vervoer
Toegang
www.antwerken.be gratis parkeergelegenheid
€6 / €4 (-26/60+/ groepen vanaf 10 pers./ werkzoekenden/andersvaliden en hun begeleiders/leden NICC/Antwerpenaren/ lerarenkaart Klasse/ Knack Club) / €1 (+13-26) / gratis (-13/BIG-kaart/ Vrienden van het M HKA/ICOM/VMV / €20 Museumkaart Antwerpen: gedurende 48 uur onbeperkte toegang tot de permanente collectie van de musea en monumentale kerken van Antwerpen en reductietarief bij tijdelijke tentoonstellingen. Een lijnkaart is in de prijs inbegrepen.
Inlichtingen en reservaties MA-VR 9:00-12:00 en 13:00-17:00 T + 32 (0)3 260 99 90
[email protected] www.muhka.be
Openingsuren bibliotheek
Partners Het M HKA is een initiatief van de Vlaamse Gemeenschap en wordt gesteund door Provinciebestuur Antwerpen, Stad Antwerpen, Nationale Loterij, Akzo Nobel Decorative Coatings-Levis, Cobra.be en Klara
LIAM GILLICK EN LAWRENCE WEINER Een syntaxis van afhankelijkheid: in samenwerking met Forbo Flooring Systems
DI-VR 11:00-17:00 T + 32 (0)3 260 99 98
11 / LIAM GILLICK EN LAWRENCE WEINER Een syntaxis van afhankelijkheid: