1.5.
Archeologie
Beknopte geschiedenis van de collectie De eerste hoogleraar ter wereld in het vakgebied van de Archeologie was de Leidse professor C.J.C. Reuvens, die werd benoemd in 1818. Lange tijd werd het vakgebied opgedeeld in twee gescheiden tradities, prehistorie en klassieke archeologie. In de jaren ’80 werd een zelfstandige studierichting Archeologie opgericht, de voorloper van de huidige Faculteit der Archeologie. De bibliotheek van de Faculteit der Archeologie in de huidige vorm is ontstaan in 1984, toen de verschillende archeologische instituten en vakgroepen binnen Leiden zijn samengekomen in het gebouw aan de Reuvensplaats. Dit betrof met name de bibliotheken van het Instituut voor Prehistorie Leiden (IPL), de bibliotheek van de vakgroep Klassieke Archeologie en de bibliotheek Palestijnse Oudheidkunde. Deze gezamenlijke collectie is aangevuld met archeologische boeken die door de Universiteitsbibliotheek in depot zijn gegeven, zoals bijvoorbeeld de collectie Scheurleer.
Actuele omvang Papier Tijdschriften Naslagwerken Monografieën Overdrukken Grote formaten Grote formaten
323 m. 24 m. 350 m. 15 m. 15 m. (staand)
Elektronisch Tijdschriften CD-ROM CD-ROM
436 titels 73 titels
80 stuks (liggend)
56 titels 15 stuks 103 stuks
NBC: 15.30 t/m 15.40 zelfstandige als onderdeel papieren publicatie
Afbakening gebied en raakvlakken andere domeincollecties UL Er zijn raakvlakken met diverde andere domeincollecties van de Universiteit Leiden: • Klassieke talen en oudheid • Geschiedenis (historische periode bijvoorbeeld middeleeuwen, geschiedenis van nieteuropese gebieden) • Zuid-Azië, Zuidoost-Azië, Japan, Korea, China • (Culturele) Antropologie • Amerindische talen • Kunstgeschiedenis • Biologie (met name botanie en ecologie) Oude geschiedenis behoort niet direct tot het domein. Op het gebied van Aziatische, Afrikaanse, Australische en Noord-Amerikaanse archeologie wordt alleen verzameld in directe samenhang met het onderwijs en onderzoek zoals dat aan de Faculteit plaatsvindt. Op het gebied van de Palestijnse Oudheidkunde en het Nabije Oosten (inclusief Egypte) wordt niet actief verzameld omdat dit in Leiden reeds gebeurt door het NINO (Nederlands Instituut Nabije Oosten).
Collectieplan Deel II, Archeologie – 1 oktober 2008
1
Relaties tot externe bibliotheken en collecties Binnen Leiden worden relaties onderhouden met: • Rijksmuseum voor Volkenkunde (archeologie van niet–westerse gebieden) • Rijksmuseum van Oudheden (prehistorie Nederland, klassieke archeologie, Nabije Oosten, Egypte. Helaas is deze bibliotheek nauwelijks nog toegankelijk) • Naturalis (Vroege mensheid, archeo-zoologie) • Nationaal Herbarium Nederland (archeo-botanie) • KITLV (Caraïben, Indonesië) • Afrika Studiecentrum • NINO (Nabije Oosten incl. Egypte) Buiten Leiden worden relaties onderhouden met de bibliotheken van: • Amsterdam VU (Letteren – archeologie) • Amsterdam UvA (Geesteswetenschappen – Amsterdams Archeologisch Centrum) • Groningen RUG (Letteren - Historische Wetenschappen – archeologie) • Amersfoort (RACM = Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten)
Algemene relatie met onderwijs en onderzoek Binnen de Faculteit is de bibliotheek van cruciaal belang voor het overgrote deel van het onderwijs en onderzoek. Buiten de Faculteit is de collectie van belang voor studenten en medewerkers van de Faculteit Letteren, met name de Griekse en Latijnse Talen en Culturen, Talen en Culturen van Indiaans Amerika, Kunstgeschiedenis en Geschiedenis.
Doelgroepen buiten de Universiteit Leiden, (inter)nationaal belang De NWO-subsidie voor de Geesteswetenschappelijke Bibliotheken, speerpunt Archeologie, is neergelegd bij de bibliotheek van de Faculteit der Archeologie, mede vanwege haar Leidenoverschrijdende functie. Studenten en medewerkers van de overige universitaire archeologische instituten in Nederland (en het buitenland) maken regelmatig gebruik van de bibliotheek. Ze komen er voor naar Leiden, of ze vragen de gewenste literatuur per IBL aan. Ook medewerkers van de verschillende archeologische diensten (gemeentelijk, provinciaal) en amateur-archeologen weten de weg naar de Reuvensplaats te vinden. De bibliotheek is ook een belangrijke bron voor de talrijke archeologische bedrijven als ARCHOL en RAAP.
Zwaartepunten De volgende terreinen vormen zwaartepunten binnen het domein Archeologie: • De prehistorie van Europa inclusief vroege mensheid (Paleolithicum) (met name Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Groot-Brittannië en in mindere mate Scandinavië, de Alpenlanden, de Balkan, Iberisch schiereiland) • De klassieke en mediterrane archeologie (het Griekse, Hellenistische en Romeinse Mediterraneum) • Archeologie van Indiaans Amerika (met name Midden-Amerika en de Caraïben) • Theoretische archeologie (theorie, methoden en technieken, experimentele archeologie, ethnoarcheologie) • ‘Archaeological Sciences’ (met name gebruikssporen-analyse, ecologisch en materiaalonderzoek) De meest gebruikte NBC-codes zijn: • 15.30 archeologie
2
Collectieplan Deel II, Archeologie – 1 oktober 2008
15.31 methoden & technieken 15.32 prehistorische / protohistorische archeologie • 15.34 klassieke archeologie • 15.85 geschiedenis Amerika Door de vele raakvlakken met andere disciplines worden echter ook tal van andere NBCcodes gebruikt. • •
Fysieke staat Eén a twee keer per jaar gaat een aantal banden naar de binder, bestaande uit enerzijds recente te binden tijdschriftafleveringen, anderzijds monografieën die aan onderhoud toe zijn. Daarnaast zijn we bezig met een inhaalslag achterstallig onderhoud van een aantal planobanden. Het gaat daarbij met name om de wat oudere (ca. 100 jaar) banden die aan de basis van de collectie hebben gestaan.
Gebruik De monografieën zijn uitleenbaar, ook als zij in een reeks zitten. Niet uitleenbaar zijn boeken ouder dan 100 jaar, grote banden, en titels die voor bepaalde colleges gebruikt worden. Dit laatste kan per cursusblok wisselen. Ook tijdschrijften en overdrukken zijn niet uitleenbaar. De enorme toename van studenten (van gemiddeld 40 eerstejaars in de jaren 90 naar gemiddeld 90 in dit decennium) heeft het aantal uitleningen fors doen toenemen.
Ontsluiting Sinds 1990 worden de boeken die via acquisitie binnenkomen door de vakreferent geschiedenis met behulp van de GOO (en van 1963-2002 met de Nieuwe Systematische Catalogus) ontsloten. De boeken die ten geschenke of uit ruil zijn verkregen hebben pas sinds enkele jaren een GOO codering gekregen (door de bibliothecaris van archeologie). In 1998 is een begin gemaakt met het ontlenen van niet ontleende titels, en het aanvullen van de ARCHEO exemplaarblokken met uniek-makers. Daarbij is aan ieder blok ook de Instituuts Onderwerpscode toegekend. De codering volgt de plaatsingssystematiek van de open opstelling van de bibliotheek. Er zijn dus 3 systemen waarmee de gebruiker titels op onderwerp kan zoeken in de U-Cat: de GOO, de NSC en de OCI.
Collectievormingsprofiel Actuele relatie met onderwijs en onderzoek
De collectie van de bibliotheek is in eerste plaats ten behoeve van de opleiding Archeologie aan de Faculteit der Archeologie. De collectie is ook van belang voor enkele opleidingen binnen de Faculteit der Letteren, met name Griekse en Latijnse talen en culturen, Talen en Culturen van Indiaans Amerika, Kunstgeschiedenis en Geschiedenis. Gegevens betreffende de gebruikers van de Faculteit der Archeologie (op basis van jaarverslag 2006: aangepast voor de situatie d.d. 1 maart 2007) • Gewone en bijzondere hoogleraren 12 personen • Overige vaste staf 14 personen • Tijdelijke staf (postdoc etc.) 17 personen • AIO’s. promovendi etc. 50 personen • MA-studenten (incl. RMA) 143 personen • BA-studenten 330 personen • Propedeuse-studenten in 2007 99 personen • Instellingsoverschrijdende samenwerkingsverbanden (e-science): EASY-Archeologie Collectieplan Deel II, Archeologie – 1 oktober 2008
3
Aankoop en –methodiek
Het merendeel van de aankoop gebeurt (via de UB) bij de reguliere boekhandel. Daarnaast worden regelmatig rechtstreek bij musea, archeologische instituten e.d bestellingen gedaan. Twee leden van de wetenschappelijke staf van de faculteit hebben zitting in de Bibliotheekcommissie. Zij bepalen welke literatuur aangeschaft wordt. Daarbij baseren zij zich op catalogi van uitgeverijen (papier en digitaal), folders, boekbesprekingen en suggesties van collega’s. Selectiecriteria
Het aanschafbeleid richt zich op de volgende gebieden: • De prehistorie van west-Europa inclusief vroege mensheid (Paleolithicum) (met name Nederland, België, Duitsland, Frankrijk, Groot Britannië) (in mindere mate Scandinavië, de Alpenlanden, de Balkan, Iberisch schiereiland); • De klassieke en Mediterrane archeologie (het Griekse, Hellenistische en Romeinse Mediterraneum); • Archeologie van indiaans Amerika (met name Midden Amerika en de Caraïben); • Theorie en methoden van de archeologie (archeologische theorie, methoden en technieken, experimentele archeologie, ethnoarcheologie); • ‘Archaeological Sciences’ (met name gebruikssporen-analyse, ecologisch, ceramisch en lithisch onderzoek). Op het gebied van Aziatische, Afrikaanse, Australische en Noord-Amerikaanse archeologie en de archeologie van Romeins en middeleeuws Nederland wordt alleen verzameld in directe samenhang met het onderwijs en onderzoek zoals dat aan de Faculteit plaatsvindt. Oude geschiedenis en de archeologie van het Nabije Oosten (inclusief Egypte) behoren niet primair tot het domein. De collectievorming richt zich primair op wetenschappelijke publicaties en in beperkte mate op publicaties met een expliciet onderwijsdoel (studieboeken voor ‘graduate’ en ‘undergraduate’ onderwijs). In principe wordt nieuw materiaal aangeschaft. Slechts in beperkte mate wordt ouder materiaal gekocht. Het betreft vrijwel uitsluitend standaardwerken op het gebied van de Archeologie van Indiaans Amerika. Bij het aankoopbeleid heeft elektronische beschikbaarheid de voorkeur, maar in de praktijk betreft de aanschaf nog vooral papier. Elektronische beschikbaarheid is vooral belangrijk in de sector tijdschriften. Beschikbare middelen
NB: het gaat hier om de NU (2007) beschikbare middelen; niet om de gewenste hoeveelheid middelen, tekorten of overschotten. Daarop wordt in een volgende fase nader ingegaan. Het budget voor 2007 betrof een bedrag van € 40.000. Aanwas anders dan door koop: schenkingen, bruiklenen
Incidenteel kan de collectie door schenkingen uitgebreid worden. Daarbij gelden in principe dezelfde criteria als voor het aankoopbeleid (relevantie voor de verzamelgebieden in relatie tot onderwijs en onderzoek van de Faculteit der Archeologie). Deselectie
Wegens ruimtegebrek is besloten waar mogelijk de tijdschriftenreeksen die elektronisch beschikbaar zijn (via U-LIP) elders onder te brengen. Een klein deel van de tijdschriften bevindt zich al in een gesloten magazijn op afstand.
4
Collectieplan Deel II, Archeologie – 1 oktober 2008
Collectieplan Deel II, Archeologie – 1 oktober 2008
5