( Good Hope express) (Duizendpoot)
Treinvakantie in Zuid Afrika (van 11-11 t/m 29-11’08) Op dinsdag 11 november moesten we vroeg opstaan en wel om 04.00 u. Na het douchen en ontbijten gingen de koffers dicht met de laatste spullen en Jan Tellegen bracht ons om half zes met de auto naar de trein. Deze vertrok om 05.57 u ri. Schiphol. Daar kwamen we omstreeks 7.15 u aan. Het inchecken ging voorspoedig met wat hulp van een KLM-dame en toen was het wachten tot ongeveer 10.10 u toen we opstegen met een Boeing 747. De reis verliep voorspoedig en we kwamen veilig aan in Johannesburg omstreeks 21.47 u. plaatselijke tijd (een uur later als bij ons). Met een shuttlebusje werden we naar ons hotel gebracht, een luxe en groot hotel waar we laat naar bed gingen, want in het casino van het grote gebouw lukte het na 1 ½ uur om geld te wisselen. We hebben die nacht maar kort geslapen, want om 6 uur de volgende morgen schrokken we wakker. Dag 1. Men had ons om half 6 niet gewekt. Vlug gedoucht en aangekleed en toen een luxe ontbijt genuttigd. Daarna op de kamer de koffers gesloten en om 6.50 u stonden we voor het hotel klaar om opgehaald te worden door een busje van de trein met chauffeur André, die ons naar de trein bracht. Op de trein kregen we onze coupe toegewezen een klein vertrek van een oude wagon vooraan in de trein. Het was wel even wennen in de kleine ruimte. We lieten de koffers eerst maar liggen en gingen na een kop koffie en na een indeling met André, met 12 personen de omgeving bekijken. Gekozen werd voor een trip naar Pretoria, waar André ons bijzondere plaatsen en gebouwen liet zien. We kwamen ook o.a. bij het monumentsgebouw van de voortrekkers waar een mooi uitzicht was over de stad. Verder was in en om het gebouw veel te zien over de geschiedenis van de voortrekkers waar André een hoop van vertelde. Het volgende punt was het museum en voormalige woonhuis van Paul Krüger, wat ook de moeite waard bleek. We reden daarna de stad in waar nog iets de zien was van de bloeiende blauwe bloembomen die bijna uitgebloeid waren. Ook zagen de het grote gouvernementsgebouw waar de regering en het parlement een half jaar is gezeteld. Het andere half jaar verblijft men in Kaapstad. Na Pretoria ging het terug ri. Johannesburg en we bezochten de wijk Soweto, waar we het museum van de opstand rond 1976 bezochten. Wel indrukwekkend. De wijk is ook
2 heel apart met veel vrijstaande huizen en ommuringen. Om 5 uur waren we terug bij de trein en werden door de leiding welkom geheten en geïnstrueerd over de regels en de komende plannen van de reis. Volgens een medereiziger bevinden zich 82 vakantiegangers op de trein, die ’s-avonds in 3 groepen moeten eten in het restaurant. We moesten deze dag als laatsten pas om 21.00 u wat wel erg laat is. De volgende dag gaan er geschoven worden en kunnen we dan eerder. Op dag 2, 13 nov. moesten we vroeg op en wel om 6.30 u en om 7.15 u ontbijten. Om 7.50 u gingen we met onze busjes de Mercedes-sprinter met chauffeur Jörg de panoramaroute rijden. Het werd een lange tocht van 454 km. Omdat we bij 3 Duitse stellen in het busje moesten, werd die dag in overleg Duits gesproken. Het weer was in het begin van de dag bewolkt en fris. Het had die nacht ook geregend toen de trein af en toe reed. De tocht was in het begin niet zou boeiend, maar dat werd later steeds beter. Jörg vertelde heel veel over de geschiedenis van de streek en het ging voornamelijk over de strijd tussen de Hollandse boeren (de voortrekkers). We kregen mooie uitzichten te zien, waar soms gestopt werd. Ook kwamen we langs een plek met varensbomen en een leuke waterval van 65 m hoogte. We dronken koffie in het plaatsje PilgrimsRest waar Jacarandabomen nog volop in bloei stonden met hun blauwe bloemenpracht. Een deel van de bloemen was wel afgewaaid en vormde een mooi tapijt op straat. Heel mooi ! Rond de middag kwamen we in Graskop, waar we eerst een zijdefabriekje bezochten met o.a. zingende negermeisjes bij de productielijn. En er was ook een winkel bij met luxe artikelen. In het restaurant tegenover de zijdewinkel hebben we geluncht met de 2 zussen. Na de lunch ging het weer verder in de busjes richting mooie uitzichten. We passeerden een monument langs de weg van een beroemde voortrekker, die overleed aan malaria, genaamd Trichardt Potgieter. We kwamen bij de “3 zussen”, een bergtop gebied met 3 grote bulten, waar ook een rivier voorlangs stroomt. Een blauwe salamander met rode staart scharrelde daar ook rond in de warme zon. Vandaar bezochten we nog 2 mooie punten. De 1e was heel mooi bij een rivier die een bergachtig landschap kunstzinnig had uitgeslepen. Geweldig mooi.
3
Bij dit bezienswaardig punt stonden ook weer Afrikaners hun souvenirs te verkopen en een groepje vrouwen brachten in traditionele kleding plaatse liederen ten gehore.
Als laatste van die dag, kwamen we bij het punt genaamd “God’s window”. Hier kregen we via enkele hoge uitzichtpunten een mooie indruk van een groot dal met bergen op de achtergrond.
Op dit punt waren ook weer veel uitstallingen met veel souvenirs. Na onze thuiskomst die dag, hadden we een afstand van 454 km gereden, vertelde Jörg mij later. Dag 3, 14 november bracht Tony, een gidschauffeur, ons om 6 uur vanaf de trein naar het Paul Krügerpark, waar we later met enkele Engelssprekende mensen, samen met Els en Hugo in een halfopen jeep stapten. Onze parkchauffeur was een zwarte Afrikaanse jongeman met de naam Bennet. Hij was heel aardig en bleek achteraf een goede neus te hebben om het wild te vinden. De dag begon met slecht weer. Veel regen en fris weer. Degenen die aan de buitenkant van de halfopen jeep zaten, werden behoorlijk nat door lekwater. We hadden wel capes gekregen, die enige bescherming boden.
4 Ondanks dit slechte weer, bracht Bennet ons bij een plek met rustende leeuwen in een verdergelegen bosje. We hadden daarvoor al zebra’s gezien. Later kwamen we ook bij een punt waar een kleine kudde olifanten voor onze jeep de weg overstak. Heel indrukwekkend. We zagen ook verschillende hertsoorten. We dronken koffie bij een groot afgeschermd trefpunt met restaurants, winkels en een toiletgebouw. Na de koffie was het droog geworden en het weer werd steeds beter. Rond de middag hebben we weer bij het trefpunt gegeten en het was toen zonnig en warm geworden, heerlijk. Na de lunch werd de tocht voortgezet en de neus van Bennet leek het wild steeds goed te vinden. We zagen bij een rivier eerst een waterbok zijn kop boven de struiken uitsteken. Hij leek ook heel nieuwsgierig naar ons te zijn, want hij bleef een hele poos zo staan. Later zagen wij een groepje leeuwen langs die rivier aan onze kant voortwandelen. Zij kwamen soms heel dichtbij. We hebben ze een hele poos gevolgd (gespot). Het duurde niet lang of andere safari-jeeps, auto´s en busjes kwamen ook langs om de leeuwen te bewonderen. Ik denk dat Bennet zijn collega´s wel heeft getipt. Verder kwamen we tijdens die middagtocht ook een grote kudde olifanten tegen en later een kleine kudde buffels, waarvan 1 van tevoren ons op de weg stond op te wachten. Na deze buffels zagen enkelen van ons verderop, heel kort, een neushoorn op 200 m door bosjes lopen. Rond vier uur hadden we nog even korte plaspauze bij een klein stopplaats. Net buiten de parkeerplaats liep een grote olifant zijn `maaltje ` te eten van kleine bomen en struiken. Omstreeks half 5 kwamen we terug bij de uitgang en namen afscheid van onze gids met een behoorlijke tip. De treinbusjes brachten ons weer terug bij de trein die niet ver weg stond op een verlaten station. Om 5 uur werden we op een groot overdekt perron ontvangen door de leiding van de reis met de boodschap dat de reisplannen voor de volgende 4 dagen veranderd was, omdat de volgende dag niet door Swaziland gereisd kon worden. Er moest via Johannesburg weer helemaal teruggereden worden met een grote omweg richting Durban, ongeveer 800 km. Deze slechte tijding werd vooraf gegaan door een hapje en een drankje om ons kennelijk in een goede stemming te brengen. De gidsen het bedienend- en technisch personeel werd aan ons voorgesteld en de laatsten brachten met Afrikaanse liedjes en dansjes, ons ook in de goede stemming. Op het laatst kregen ze het hele gezelschap zover dat we meededen aan een polonaise. (Het bedienend personeel bestaat geheel uit zwarte Afrikaanse mensen en sommigen werken er al heel lang. Eén dame al 15 jaar en de reismaatschappij
5 bestaat 16 jaar. Je kunt ook aan hun lichaamstaal zien dat ze veel plezier aan hun werk beleven.) Na deze happening gingen we weer in ploegen dineren en hebben met Els en Hugo aan tafel heerlijk gegeten. Tijdens het eten begon de trein weer te rijden op weg terug naar Johannesburg en verder ri. Durban. We hebben die nacht goed geslapen. Omdat dag 4 een reisdag was geworden door de genoemde wijziging, konden we nu uitslapen en we werden om 7.30 u wakker. Om 8.30 u hadden we weer een lekker ontbijt. De trein reed maar door en moest af en toe wel eens stoppen. Als je naar buiten keek, trokken mooie landschappen aan ons voorbij. Deze plotselinge reisdag was eigenlijk voor ons een rustdag geworden en we brachten de dag pratend en lezend op de trein door. Tijdens de middag kregen we een eenvoudige lunch aangeboden bestaande uit kleine lekkere sandwiches.
Omstreeks 4 uur stopten we bij het plaatsje New-castle waar een nieuwe machinist op de 2 locomotieven moest komen. Onderwijl werd er vers water bijgevuld en veel passagiers konden buiten wandelen in de warme zon en eventueel wat gaan roken, want op de trein mag niet gerookt worden. Na de tussenstop ging het verder naar Lady-smith waar we omstreeks 18.30 u aankwamen. Wij zaten toen weer heerlijk met Els en Hugo te dineren. Die dag hebben wij ons met o.a. Hugo en Els ingeschreven voor 1 van de 4 nieuwe programma’s van de volgende dag. We willen een terreintocht met terreinwagens gaan doen in een gebied van Lesotho (een zelfstandig staatje, waarbij het paspoort ook meegenomen moet worden.) Het lijkt ons een leuk uitstapje te worden en hebben er zin. We moeten wel erg vroeg opstaan n.l. om 4.30 u. Om 5.30 u ontbijten en om 6 uur vertrekken met de treinbusjes, die de dag meer als 400 km met ons zullen rijden en dan de tocht zelf nog met o.a. een klimpartij. Op dag 5 stonden we om 4.30 u op en ontbeten om 5.30 u aan het ontbijt. Om 6.15 u vertrokken met 5 busjes naar 2 projecten. Voor ons programma, de bergtocht met 4-wiel aangedreven auto’s moesten we het verst rijden, nl naar Himeville. Een tocht van ongeveer 350 km. Onderweg kregen we weer mooie uitzichten te zien. Het weer was fantastisch, zonnig en warm. Onze chauffeur Jörg gaf ons onderweg allerlei nuttige informatie. We stopten bij een rustig dorpshotel aan de hoofdweg van het dorp en kregen een heerlijke cappuccino gepresenteerd door een negerkelner. Later konden we voor ons vertrek nog even rustig op het achterterras zitten, waar we in een grote tuin een zwembad en meerdere recreatiehuisjes zagen staan. Lutske ontdekte voor het vertrek dat de chef van de gidsen Afrikaans sprak en vroeg of wij als Hollanders met hem mee mochten rijden. Dit mocht en het Belgisch echtpaar was ook van harte welkom, omdat zij Vlaams spreken. Wij: Hugo,Els, Lutske, ikzelf en het Belgisch echtpaar gingen met Rudi Botha in zijn Toyota terreinwagen, daarna het terrein in.
6 Na het dorp werd de weg al spoedig onverhard maar wel goed te berijden. Hij noemde die weg de snelweg, maar waarschuwde dat het vele kilometers verder veel slechter en steiler zou worden. Het zou dan een Afrikaanse massage worden , zei hij. Rudi bleek een zeer gezellige jongeman te zijn die veel verhalen over het gebied vertelde en ook lachwekkende grappen uitkraamde. Af en toe klonk er bulderend gelach in de auto. We reden met hem door het gebied van de Drakenberg, dat als werelderfgoed is aangewezen en daardoor mag er verder niets nieuws meer worden bijgebouwd. Vlakvoor de middag kwamen we na een zeer hobbelige steil bergpad gereden te hebben met op het laatst zeer scherpe bochten, bij de grens met Lesotho. Op dit laatste deel van de route probeerde hij ons wat bang te maken (voor de sfeer) met de gevaarlijke weg en diepe afgronden. We hadden onderweg weer geweldig mooie uitzichten. Bij de grens aangekomen kregen we nauwkeurige instructies hoe wij ons moesten gedragen en vooral geen filmopnames en foto’s van het grensgebouw maken. Ik zag buiten dit gebouw een grote neger staan, die om zijn lichaam een mooie deken had gedrapeerd en hoge zwarte legerschoenen droeg zonder veters. Toen hij door een andere neger werd aangesproken, zag ik dat hij zich dominant gedroeg. Ik vroeg Rudi later of hij die man kende en hij vertelde dat een politierechercheur was, die de situatie buiten observeerde. Rudi ging met ons naar de paspoortencontrole en onder zijn begeleiding lieten wij onze gezichten voor het loket zien toen de controleur ons paspoort in handen kreeg. Hij zette hierna een stempel met de datum in ons paspoort. We kwamen daarna al heel gauw bij een glooiende hoogvlakte en bij een plek met wat steenhopen konden we met 17 personen en 3 gidsen uitstappen. We kregen terplekke lunchpakketten uitgereikt die ons zeer goed smaakten. Hierna gingen we met de 3 terreinwagens weer verder en deden direct daarna een groepje van ongeveer 6 hutten aan, waar ongeveer 8o basoto’s wonen in primitieve omstandigheden. In een centrale hut werden we ontvangen en Rudi gaf wat uitleg over de levensstijl van deze mensen. In de hut was ook een jonge moeder van 17 jaar aanwezig, die bevestigde wat Rudi vertelde over de bewoners. Na de uitleg konden er spulletjes gekocht worden. Buiten zaten enkele mannen bij elkaar en zongen een monotoon liedje, terwijl er een op de zelfgemaakte viool speelde. Dit muziekinstrument bestond uit een plankje en een platgeslagen blikje met een draad erover heen gespannen en de man streek met een stok over een snaar en wist er een melodie tevoorschijn te toveren. Op de vlakte werden redelijk veel schapen gehouden. De opbrengst van deze dieren is een deel van hun inkomsten. Vlakvoor de grens deden we nog een restaurant aan voor een eventueel drankje en een toiletstop. Daarna weer de grenscontrole en de afdaling naar beneden vanaf een hoogte van bijna 2900 m. Na 5 uur kwamen we weer aan bij Himeville waar we werden afgezet bij een supermarkt en een restaurant, waar we een heerlijke kop cappuccino of koffie dronken. Tegen 6 uur werd de terugreis begonnen en deze keer hadden we als chauffeur Steve, die daar in de buurt woont en die dag extra als gids mee moest rijden in een terreinwagen, omdat een chauffeur die morgen niet was gekomen. Chauffeur Jörg was met andere gasten met een ander programma, al eerder vertrokken. Vlakvoor half 8 kwamen we bij de trein aan die op een stil station naar Durban was gereden. We konden om half acht bijna direct aan tafel voor het diner en hebben met Jacqueline en Rob heerlijk gegeten. Na het diner hebben we ons ingeschreven voor een stadstrip door Durban voor de volgende dag die om half 9 zal beginnen.
7 Op Dag 6, vertrokken we om half 9 met bus 45 met als chauffeur Nyati (njaatie). Er waren 10 Franssprekende gasten en wij als Hollanders daarbij. Dat was voor Nyati niet handig, want hij moest het voor ons na de franse uitleg, het nog eens overdoen (engels),en dat kwam vaak door tijdgebrek wat in de knel. Hierdoor voelden wij ons wat geïsoleerd van de anderen. Het bezoek aan Durban begon met een bezoek aan het oostelijke strand met boulevard, dat vroeger bestemd was voor de zwarte mensen. Het was er nog redelijk rustig omdat het nog vroeg was, ongeveer 9 uur. Een paar flinke mensen waren aan het zwemmen of bezig met brandingsurfen. Er waren veel schoonmakers in ploegen aan het werk op de boulevard. Het ging allemaal wat traag en het waren voornamelijk vrouwen. Een politieauto kwam ook nog even langs voor controle. We reden vervolgens verder naar de oostelijke boulevard waar enkele herdenkingsmonumenten stonden. O.a. een monument van Vasco da Gama, een Portugees, die in 1469 het gebied van Durban ontdekte. We kwamen later ook nog bij de Indiase markt (overdekt), waar in veel winkeltjes van alles te koop was. We bleven daar ongeveer een uurtje. In het centrum hebben vlakvoor de middag nog wat rondgelopen op het herdenkingsplein bij het stadhuis. Er staan daar in het midden veel oude standbeelden van enkele helden en ook die van koningin Victoria d.d. 1947.
Na twaalven bracht Nyati, 5 van de 12 personen, waaronder wijzelf naar het uitgaanscentrum “uShaka” marine World. Een centrum met winkels, restaurants en wateractiviteiten, gelegen tegen het strand van de Indische oceaan. De anderen gingen wat anders doen, o.a een moskee bekijken. Na een verkenning van de omgeving hebben we eerst wat gegeten bij Wimpy, een fastfood-restaurant. Hierna gingen we naar Seaworld, een groot aquariummuseum gemaakt in een groot zeeschip. Bij de toegang hoefden we maar de halve prijs te betalen omdat het op maandag een voordeeldag is. De prijs was 70,- Rand incl. 2 kopjes koffie met een cakeje erbij. Het aquariummuseum was echt de moeite waard om te zien en daarna hebben we nog een dolfijnenshow gezien. Om half 5 werden we weer opgehaald en teruggebracht naar de trein.
8 Op dag 7, 18 november, werd er vroeg vertrokken, nl. 7 uur. Dus vroeg opstaan , ontbijten en een koffertje, dat ingepakt was, inladen. Het ging in noordelijke richting met de busjes om noord Zululand te bezoeken. Na ruim 3 uur rijden kwamen we bij een groot natuurpark met de naam HLUHLUWE-UMFOLOZI PARK, met wilde dieren om er rond te rijden en allerlei wild te spotten. Het was wat bewolkt weer en wat heiig,maar we konden met behulp van chauffeur Jörg toch aardig wat wild vinden. We zagen veel kudu’s(soort ree), nyala’s (soort hert), een adelaar op een dode boom, leeuwen,olifanten, buffels, giraffes op afstand, zebra’s, wilde zwijnen soms heel dichtbij en dan met helle kleine jonkies. Op het einde van de zoektocht ook nog een grote neushoorn op vrij korte afstand. Ruim 2 uur waren we in het park en vertrokken daar richting Shakaland een gebied waar zulunegers een museum hebben. De gemeenschap is ontstaan toen men daar eerder een film over het zuluvolk heeft gemaakt en het fungeert nu als museum en opvang van gasten in huisjes met hotelfaciliteiten. Na aankomst kregen we bij de receptie jus d’orange in een metalen kroes aangeboden. We kregen onze huissleutel, nr 25 en een donkere dame wees ons de weg. Het interieur van het huisje was wel verrassend luxe eigenlijk. De grote voorruimte was de slaapkamer met 2 grote eenpersoons bedden(twijfelaars) van ongeveer 120 cm breed met heerlijk liggende matrassen en dekbedden. Achter de bedden was een muur gemaakt met aan de ene kant een kleine ruimte met een klerenkast. De andere kant had een ruime badkamer met wastafel en achter een muurtje een bad met douche en toilet. Er was elektriciteit met sfeerlampen en een stopcontact voor een Hollandse stekker. Om 7 uur was er een show van dansers in een grote hut met tribuneruimte. Het werd een hele leuke show van bijna een uur. Om 8 uur gingen we warm eten in de restaurantruimte met 2 eetzalen. In de aangrenzende ruimte was een balie voor een lopend buffet, waar veel keuze was voor een heerlijk diner. Na het diner nog wat nagepraat met Max en zijn vrouw. Hij is een oud-directeur van de Ned, Heidemij. Bij binnenkomst in ons huisje, liep een salamander langs de binnenmuur omhoog naar het dak. We zijn toch maar gaan slapen.
9 Op dag 8, 19 november werden we op 6.15 u gewekt. Om 7 uur ontbijten en van 8 tot 10 uur kregen we allerlei uitleg en shows te zien van de Zulubewoners. De presentator legde uit bij de maquette wat de functie was van verschillende hutten. De grootste was voor het stamhoofd en daarna volgden de steeds kleiner wordende hutten van 1e, 2e en 3e vrouw. Wie de belangrijkste opvolger zou voortbrengen zou daarna de 1e echtgenote kunnen worden. Verder kwamen er nog wat zaken aan de orde. Bij het binnengaan van het dorp moest een krijger de slagboom verwijderen. We kregen daarna te zien hoe speren en andere wapens vroeger werden gemaakt. Ook gaven 4 jonge vrouwen een show met potten op hun hoofd. Zij droegen daarbij feestelijke kleding met veel kralen daarop gemaakt. Vier zullumannen gaven daarna een demonstratie en proberden een speer te werpen naar de schedel van een olifant. Het lukte 1 krijger om de schedel te raken. Enkele mannen van ons gezelschap probeerden dit daarna ook. Eén kwam aardig in de buurt van de schedel en heeft vroeger wel aan speerwerpen gedaan, denk ik. De anderen brachten er niet veel van terecht, waaronder ikzelf ook. De speer moest ongeveer 40 m ver gegooid worden. In de grote hut van de dansshow van gisteravond, werden daarna nog verschillende demonstraties gegeven hoe bepaalde zaken werden gemaakt of voedsel zoals meel werd gemalen. En toen was het 10 uur geworden en tijd om afscheid te nemen van de Zulus. We vertrokken naar De St. Lucia Westlands om daar in een watergebied met een rondvaartboot, krokodillen, nijlpaarden en ander wild te zien.
10 We hadden niet veel geluk met het weer, want het was miezerig en regenachtig en we zagen niet veel water- en ander wild. De krokodillen lieten zich amper zien. Wel kwamen we op 2 plaatsen vlakbij een groep nijlpaarden. Ook zagen we langs de wal een zeearend en in het riet kleine gele vogels, die hun ronde bolnestjes in te top van een rietstengel hadden gebouwd. Heel kunstig en misschien wel een goed idee voor Hugo de architect. Aan het einde van de boottocht kregen we nog een afgebroken tand van een nijlpaard te zien. Het exemplaar woog wel 15 kg. Na de boottocht werd een lunchgelegenheid gezocht en we hebben met Francine en Truus een pizza gegeten in een restaurant daar in de buurt. Tijdens het bakken van de pizza’s kon ik bij een internetcafé, naast het restaurant even een e-mailtje sturen naar Apeldoorn. Om half 3 moest er ingestapt worden, want de reis naar Durban was nog ruim 200 km. Om half 6 kwamen we weer veilig bij de trein aan. We hebben die 2 dagen ongeveer 800 km met de busjes gereden. De trein vertrok daarna omstreeks 7 uur richting Bloemfontein.
Op dag 9, was het niet gelukt om met de trein in Bloemfontein aan te komen. Die nacht waren Hugo en Els wakker geworden van een branderige lucht in de trein, die vermoedelijk onder hun wagon vandaan kwam. Via een andere dame, die de slaapplaats wist van de manager, werd alarm geslagen. Deze liet de trein stoppen en technische mannen van de trein hebben daarna 3 uren nodig gehad om het euvel, vermoedelijk vastgelopen remmen, weer te verhelpen. We zouden eerst omstreeks 11 uur in Bloemfontein aankomen, maar dat werd verschoven naar 2 uur. Toen dit niet gehaald werd, stopte de trein tegen de middag in Kroonstad waar de busjes gelost werden en wij daarmee naar Bloemfontein werden gebracht. Dit was nog een afstand van 200 km. We reden door een gebied met weidse glooiende landschappen en kwamen na de middag ter plekke. In een groot nieuw winkelcentrum hebben we pizza gegeten, samen met het doktersechtpaar uit Duitsland. Na de lunch bracht Jörg ons met het busje naar Naval Hill, waar we een mooi overzicht van de stad hadden. Het was warm en zonnig en goed helder, zodat het uitzicht heel goed was. Na het uitzicht kwamen we bij het oorlogsmuseum, waar we ruim een uur hebben rondgelopen. Eerst buiten met grote herdenkingstekens en later binnen het gebouw. De Engelsen die Zuid Afrika als kolonie beschouwden en geen onafhankelijkheid dulden. De oorlog woedde van 1889 tot 1903.
11 Toen Jörg ons de parkeerplaats opreed en we waren uitgestapt, wees hij ons op de oude kanonnen en een ronde kar dat als desinfectie-kar had dienst gedaan. Het was een ongelijke strijd tussen de boeren van ongeveer 40.000 man en een Engels leger van meer dan 100.000 man. Omdat de boeren met een guerrillaoorlog veel veldslagen wonnen, besloten de Engelsen, om de vrouwen en kinderen op de boerderijen op de pakken en in concentratie- kampen te stoppen, om zo hun mannen te kunnen treffen. Dit bleek wil een slimme maar onmenselijke zet te zijn geweest. Bij het zien van dit alles kwamen we wel onder de indruk van deze gebeurtenissen. Na het museum hebben we nog wat bijzondere gebouwen gezien in de stad waar Jörg ons langs reed en toen ging het met het busje naar Bloemfontein, waar de trein stond en waar deze na een uur weer begon te rijden richting Port Elizabeth, wat de volgende bestemming was voor een programma van de volgende dag. Het was een zonnige en warme dag geweest. Temperatuur ongeveer 28 gr. Met een hoogstaande zon. Met het busje hebben we 237 km afgelegd. Die avond hebben we heerlijk gegeten met Hugo en Els en gezellig nagetafeld. Rond 10 uur gingen we slapen om de volgende dag weer vroeg op te staan. Op dag 10, 21 november stond de wekker om 6.20 u. Vlug wassen, douchen en ontbijten en omstreeks kwart over 8, werden de busjes van de trein gereden toen deze vlakvoor 8 uur in Port Elizabeth was aangekomen. We waren ingedeeld voor het busje nr. 46 met als chauffeuse Anne, die beloofde duidelijk Engels te praten. We konden het meeste van haar uitleg begrijpen. We reden 80 km in noordelijke richting, en kwamen tegen 10 uur aan bij het Addo Elephant National Park. Onze gidsen kochten de kaartjes en na een kop koffie, kon er gereden worden. Bij het begin van de tocht, kwamen al heel vlug olifanten in beeld die rustig tussen de lage boomstruiken liepen en onderwijl om zich heen verse takjes en blaadjes van die bomen trokken om hun buik rond te eten. Het bijzondere van die bomen was, dat ze in volle bloei stonden met roze bloemen die later heerlijk bleken de ruiken. Evenlater zagen we weer een groep olifanten. Er blijken ongeveer 350 olifanten in het park te leven. We reden hierna een poos rond zonder veel te zien. Het was zonnig en warm weer, ongeveer 33 gr. Kennelijk zochten de dieren koele plekjes op. Toen we ook bij een observatiepost kwamen bij een grote waterplas, was daar ook geen kip te zien. Toen we naar het uitkijkpunt gingen, liepen we over een smal pad omringd door de bloeiende en lekker ruikende bomen.
12 Tijdens dat uurtje zonder dieren te zien, zagen we wel uitwerpsels van olifanten langs de kant van de weg liggen. Dit zijn vaak 4 of 5 grote ronde ballen met een doorsnee van ongeveer 12 cm. Je ziet af en toe dat deze uitwerpsels door andere beesten(vogels) zijn aangevreten omdat olifanten hun voedsel maar half verteren. Aan het einde van de tocht zagen we gelukkig weer een paar groepen olifanten en ook andere wilde dieren, zoals kudu’s en ook een arend in een dode boom. Ook zagen we dat een olifant op een gegeven moment uit de bosjes kwam lopen, vlak langs het busje voor ons en daarna voor het busje langs aan de andere kant van de weg weer verdween.
Tegen 1 uur kwamen we weer bij de uitgang en hadden daar een korte lunch. Anne bracht ons daarna naar Port Elizabeth terug en zette ons daar bij de zee en een groot winkelcentrum af. Via dit centrum konden we bij de zee komen. Ondanks de 33 gr. was het bij zee lekker fris weer. We hebben ook een poosje met blote voeten in de Indische oceaan gelopen. Het water was ongeveer 20 graden. De branding was behoorlijk groot te noemen en er waren lange golven met flinke schuimkoppen die stuk sloegen op het strand. Om 4 uur waren wij terug bij het busje, maar op de terugweg hebben we in het luxe grote winkelcentrum nog wel een heerlijk softijsje gekocht van vanille-ijs, heerlijk. Anne bracht ons daarna bij nog wat oude en leuke bezienswaardigheden van de stad, w.o. een herdenkingsmonument van Henri Duncan, die eind jaren 1800 bij Port Elizabeth aan land kwam en die plek Port Elizabeth noemde naar de naam van zijn overleden vrouw. Het monument staat vlakbij de kust, evenals het luxe grote witte hotel, dat naar hem vernoemd is. We mochten daarbinnen een kijkje nemen. Het hotel is heel groot en luxe met zelfs een antieke nog werkende lift. Het is gebouwd in 1902. Verder kwamen we ook nog bij een horse memorial munument, dat een dame had laten oprichten voor de paarden en andere dieren die het in oorlogen ook zwaar hebben.
13 Tegen half 6 uur waren we weer bij het station en konden toen bijna direct aan tafel voor het diner. Deze keer was het vlees niet gaar en mals. Het moest lamsvlees heten, maar het leek afkomstig van een volwassen schaap. De rest van de maaltijd was evenals de andere keren weer dik in orde. De trein ging om 7 uur ’s-avonds op weg naar Oudtshoorn, waar in het verleden veel welvaart is geweest. We gingen die avond niet laat naar bed, want voor de volgende morgen stond de wekker weer op 6.20 uur.
De start van dag 11, 22 november ging net zoals de vorige dag. De trein was vroeg in de morgen aangekomen in Oudtshoorn. Met André als chauffeur van busje 58, gingen wij om 8 uur, als bijna allemaal Nederlanders met 2 Vlamingen en 2 Nederlands sprekende Walen naar een struisvogelfarm. André legde uit dat hij liever uitleg gaf in het Engels, want het Afrikaans vond hij moeilijker om vlug woorden te vinden bij het uitleggen van situaties. Op de farm kregen we een rondleiding van een donkere jongeman die in vrij duidelijk Engels uitleg gaf. Eerst vertelde hij iets over de geschiedenis van het mooie en luxe landhuis van de eigenaar. Later werden we bij een veldje gebracht, waar eieren lagen en kregen uitleg over de eieren. Sommigen mochten zelfs op 4 eieren gaan staan, om te laten zien hoe sterk de schalen zijn. Bij een veldje met een tribune, waar 2 mannelijke vogels waren binnengelaten, werd ons getoond hoe deze vogel wat verenpracht betreft in elkaar steekt. Enkelen van ons mochten op het beest gaan zitten, terwijl het dier een kapje over zijn kop had gekregen. Daarna hebben 2 lichtere dames nog op een struisvogel gereden met 2 begeleiders er bij. Twee helpers hebben daarna nog een wedstrijdje gehouden wie het snelst bij de eindstreep aankwam. Deze helpers kregen later een fooi voor de moeite. In een winkel kon daarna souvenirs worden gekocht. Wij dronken op een terras een grote kop cappuccino, die met de hand gemaakt was door 2 donkere dames. Om 10 uur reden wij naar het ”Cango wildlife ranch”. Deze kleine dierentuin werd in 1 ½ uur bekeken met een lichtbruine sympathieke student als gids, die studeerde voor natuurkundige zaken. Het was een goed opgezette dierentuin, waar veel te zien was. Omstreeks half 12 moesten we weer naar de trein en kwamen daar voor 12 uur aan. De trein vertrok direct hierna met ons als klein deel van de reizigers met een tocht door de bergen richting Mosselbaai. De meeste reizigers gingen met de busjes ongeveer dezelfde route maar dan met omwegen. Dit was dan 280 km. Op weg naar het hoogste punt, ongeveer 700 m, waren de uitzichten soms heel mooi. Later bij het hoogste punt kwamen in de wolken terecht en toen was het mist en regen. De afdaling was minder mooi en we kwamen bij de kust terecht waar we nog een poosje langsreden. Tegen half 5 waren we in Mosselbaai en wij hebben toen met Els en Hugo een verkennende wandeling gedaan in de richting van het centrum.
14 Omdat het zaterdagmiddag was, waren de winkels gesloten en was er eigenlijk niets te beleven. Na een uurtje waren we al weer terug waren bij de trein.
Daar hebben we voor het eten nog een lekkere cocktail gedronken en daarna om 6 uur lekker gegeten.
Omdat , ‘s-avonds een discoavond werd gehouden in het oude stationsgebouw hadden we als doekje voor het bloeden een reep en oordopjes op onze bedden liggen. Hopelijk komen we daarmee de nacht een beetje fatsoenlijk door.
Dag 12, zondag 12 november, begon net zo als de vorige dag en om 8 uur reden we weg met 8 Hollanders en 2 Denen. André was onze chauffeur en het werd een tocht door het binnenland in noordelijke en later in westelijke richting. Het ging over een betere weg als de voortrekkers die ongeveer 200 jaar geleden ook het binnenland vanaf de kust waren ingetrokken door dit woeste terrein met hun zware huifkarren. Het was bewolkt weer maar geleidelijk begon de zon wat meer te schijnen. Op deze route was in 1904 de eerste betonnen brug aangelegd met een herdenkingssteen, waarna er later meer volgden. Het ging hierna verder via de oude passenroute en we dronken bij Krysna in een rustig winkelcentrum een kop cappuccino met een koekje erbij.
Bij de ingang van de centrum stond een naaldboom met oranje naaldbloemen. André bracht ons vervolgens bij het oerbos met de naam “Garden of Eden”, waar we een half uur hebben gekeken naar allerlei inlandse boomsoorten en struiken. We liepen over een voetpad gemaakt met bruggenplanken. Er waren indrukwekkende bomen te zien van harthout en geelhout, dat zachter en beter verwerkbaar is.
15 Langs de route zagen we ook, ondanks het voorjaar enkele aparte paddenstoelen.
Voorbij Krysna gekomen, reden we om de grote baai en kwamen in een hoger gelegen gebied bij de nauwe ingang van de baai. Kleine schepen kunnen alleen maar in de baai komen, want zeeschepen sloegen in het verleden lek op scherpe uitsteeksels onder de waterlijn. De omgeving van de baai is volgebouwd met kapitale villa’s. De één nog mooier dan de ander en allemaal met uitzicht op de baai. André vertelde tijdens ons verblijf daar nog het nodige over die omgeving. Tijdens de wandeling kwamen we ook nog langs een mooie donkerblauwe irisplant, die daar op de hoek van de straat stond. Na deze indrukken opgedaan te hebben werden we teruggereden waar we koffie hadden gedronken en bij de haven daar was een mooi uitgaanscentrum met winkels en gezellige terrassen op 2 verdiepingen. Vlakbij een ophaalbrug met 2 wegdekken boven elkaar, hebben we lekker gegeten met Hugo,Els,Max en Marrian. Tijdens het eten ging de brug 2 keer open en de 4 toegangen werden hermetisch afgesloten. Dit was een bijzonder gezicht. Na de lunch hebben we daar nog een uur rondgewandeld en zagen bij de aangemeerde jachten, aan de kant wel meer dan 10 roggen zwemmen. Een Belg,die daar al 7 jaren woonde, had deze vissen nog nooit gezien. Om half 4 waren we weer bij de bus en werd de terugreis aanvaard. Onderweg hebben we over de autosnelweg, die langs de kust loopt, nog even op een mooi punt gestopt en met de hoop nog springende dolfijnen te zien. Het was toen helder en zonnig weer. We zagen deze mooie beesten echter niet.
Omstreeks 5 uur waren we weer bij de trein en hebben die dag ongeveer 180 km gereden. De trein vertrok ’s-avonds om 7 uur richting Worcester. Deze reed tot halverwege de nacht door en het werd een lawaaierige reis door de hoge snelheid, denk ik.
16
Dag 13, begon net zo als de vorige dag. Om 8 uur reden we met het busje van André de tuinroute. Het was mooi zonnig en warm weer geworden en de uitzichten waren redelijk goed. Het was een beetje heiig. Onderweg kwamen we nog door een plaatsje met strenge protestantse mensen en veel soorten kerken. Tevens was er een school waar het beste onderwijs van Zuid Afrika werd gegeven. Naast het collegegebouw bevond zich een internaat waar de jongelui eten en slapen.
Hier zie je één van de studentes in uniform op weg naar college nog vlug even een smsje lezen of schrijven tijdens haar vlugge wandeling. Hierna ging het verder naar de bergketen en we kregen onderweg mooie uitzichten te zien en André vertelde allerlei zaken over het gebied. Bovenop de berg gekomen keken we in een diep dal en zagen de plaats Franshoek liggen. In dit dal waren de Hugenoten vanuit Frankrijk en Holland uit de buurt van Kaapstad verjaagd en bij dit grote dalgebied terecht gekomen. Hier hebben zij een welvarende wijnbouwstreek opgebouwd, die nog steeds wereldwijd gewaardeerd wordt door wijnkenners. We zagen een oud wijnhuis met wijnopslagruimtes en ook nog een indrukwekkend monument gebaseerd op allerlei geloofszaken met symbolische weergaves, waar André diep op inging. Het monument staat in het verlengde van de hoofdstraat van Franshoek en automobilisten ,rijden bij het verlaten van het centrum altijd in de richting daarvan, steeds bewust te blijven van deze geloofszaken. In het park er omheen, stonden verschillende heel mooie bloemen. In Franshoek hebben we daarna heerlijke cappuccino gedronken op een gezellig terras met Els en Hugo.
17 Vervolgens werd de reis vervolgd en we kwamen in het gebied genaamd Paarl. Hier zijn ook veel wijngaarden. Bij een luxe bedrijf hebben we wijnen mogen proeven en allerlei kaasjes en sausjes daarbij kunnen eten. Na een witte wijn, ging ikzelf daarna een rode drink, w.o. een met de naam Goatfather. Later proefde ik een betere met een vollere smaak. De reis werd vervolgd naar de Paarl, een bergtop met een hele halfronde bol, die ook Paarl wordt genoemd. In die buurt staat een enorm betonnen monument met de naam ”Taalmonument ”. André legde over de vormen van het monument het één en ander uit en daarna kon je begrijpen, waarom de kunstenaar het zo ontworpen had. We reisden verder door naar de mooie plaats Stellenbosch, waar we een heerlijke lunch hadden in het Wijnhuis. Na de lunch nog wat gewandeld in het centrum, waar heelveel eikenbomen langs de weg staan. Dit zijn uitheemse bomen, die door Nederlanders zijn geplant. Je ziet in deze plaatse ook heelveel Hollandse oude bouwstijlen. Op dit gebouw met romaanse bouwstijl staat boven de pilaren: ” Christelijke Jongeren Vereniging ”. Daar zat ik 45 jaar geleden ook op. Vanaf Stellenbosch reden we richting Kaapstad en onderweg hebben we bij een soort dierenboerderij voor Cheeta’s en roofvogels, nog wat rondgewandeld en kwamen omstreeks 5 uur bij de trein in Kaapstad aan. Deze stond wel in een erg donkere hoek van het station daar. Om 6 uur hebben we met Els en Hugo weer heerlijk getafeld. Tegen half 11 gingen we slapen. De start van dag 14, was eigenlijk hetzelfde als de vorige dag. Om 8 uur reed André met zijn busje en 10 Nederlands sprekende gasten, vanaf het afgelegen en sombere stationsgedeelte van Kaapstad, deze mooie stad in. Hij reed ons eerst naar de Tafelberg, waar hij ons afzette. Na 2 uren zou hij ons weer oppikken en gaf ons wat instructies mee. Het was helder zonnig en warm weer geworden en behoorlijk helder. Een weinig nevel was er in de verte. Er was terplekke een grote kabelbaan in gebruik, rond van vorm en ook nog ronddraaien tijdens stijgen en dalen. In de lift gingen we met ongeveer 50 personen naar boven. Een retourtje kostte 145,- Rand p.p. Het eerste uur hebben we de uitgezette route gelopen en we keken onze ogen uit. Het was echt de moeite waard om deze attractie te bezoeken. Vanaf de platte bergtop van 1087 m hoogte kon je rondom heel ver kijken.
18 Na een uur hadden we het wel goed gezien en zijn toen bij het restaurant daar op een buitenterras gaan zitten, waar we een heerlijk kop cappuccino hebben gedronken. Voor het bewaken van onze lijn hebben we Hugo geholpen met het opeten van zijn lekkere chocolademuffe. Om half 11, waren we bij André en hij reed ons langs veel opvallende en bijzondere gebouwen en objecten. Heelveel namen van gebouwen en straten hebben nog Nederlandse namen. Een belangrijke straat heet namelijk Herengracht. We werden voor de lunch ook afgezet bij een chique juwelier die diamanten sieraden verkoopt. Bij de ingang werd we door een bewaker binnengelaten en bedienden stonden klaar om ons iets fris of een witte cider aan te bieden. Ik denk niet dat in dat uurtje veel werd gekocht maar een Deens echtpaar heb ik wel iets zien kopen. Wel stonden in die zaak 3 computers die op internet waren aangesloten en toen ik gids Jörg en een Franse dame zag e-mailen, heb ik daarna ook gauw die kans waargenomen toen de 3e p.c. vrijkwam. Wij lazen daarna een e-mailbericht van Mireille (schoondochter), dat het in Nederland winter was geworden en dat er sneeuw was gevallen. We hebben een paar foto’s van de kleinkinderen gezien met sneeuwpret Hierna hebben we nog een oud fort bezocht in het oude havengebied van de V.O.C-tijd. We kregen daar een rondleiding van deze vrij grote kazerne met 2 binnenterreinen. We waren met veel personen en die donkere vrouwelijke gids was moeilijk te volgen met ongeveer 50 personen. We kwamen in een gevangenishok en ook in een munitiekamer. Rond de tijd van 12 uur werd de erewacht aan de gouverneur gepresenteerd en daarna werd nog een klein kanon afgevuurd met een donderende knal. Na de middag werden we naar een nieuw havengebied gebracht met de naam Waterfront. Dit gebied is in de laatste jaren vanuit zee gedempt, opgehoogd met grond en bebouwd met mooie luxe huizen en appartementen. Vlakbij een jachthaven was ook een heel groot winkelcentrum gemaakt met heelveel restaurants. Daar hebben we heerlijk geluncht en bij een bankbedrijf geld uit de muur gehaald voor de uitgaven van de laatste dagen. Om half 3 werden we weer opgepikt en André liet ons nog andere delen van de stad zien. Twee jaar geleden had Kaapstad 1,2 miljoen inwoners en nu al 3,5 miljoen. Dit komt vooral door vluchtelingen die uit buurlanden naar geluk komen zoeken. Vele van die mensen wonen ver buiten de stad in krotten zonder voorzieningen. Dit geeft het stadsbestuur veel problemen. Er bevinden zich in de stad veel kerkgebouwen, oud en nieuw van vele geloofsovertuigingen, w.o. ook moskeeën van de moslims. Ook kwamen we in een woonbuurt van kleurlingen, die hun huizen allerlei vrolijke kleuren hadden gegeven. We hebben verder in de buurt van mooie oude overheidsgebouwen, in een mooi stadspark gewandeld. Aan het begin van het park zag je daar veel eekhoorns in vuilnisbakken zoeken naar lekkere hapjes.
19
Na de wandeling hebben we met toestemming van de gids, nog gezellig op een terras, een biertje gedronken. Daarna heeft André ons weer bij de trein gebracht, die nog op dezelfde sombere plek stond, jammer genoeg. Het diner viel deze avond wat minder in de smaak, hierdoor had ik denk ik de moed om Rudi, de manager aan te spreken over de ongemakken van deze reis en ook de beroerde plek die wij nu hadden gekregen in Kaapstad. Hij vertelde dat dit kwam door de steeds slechter wordende contacten met gekleurde mensen met sleutelposities, die bijna niet willen meewerken. Tegen 10 uur gingen we maar weer slapen om fris de laatste dag van de reis mee te maken. Dag 15, 26 november begon zonnig en warm. Om 8 uur togen we met André in zijn busje richting kaap de goede Hoop. Via het centrum en een mooie buitenwijk, kwamen we eerst in Houtbaai terecht rond 9 uur. Daar worden rondvaarten op zee gehouden richting een punt waar veel zeehonden verblijven. We kwamen op een verbouwde vissersboot terecht die een flinke gang kon maken. Na 10 min. varen kwamen we bij een rotspartij waar veel zeehonden lagen te zonnen en anderen waren in het water aan het zwemmen en af en toe sprong er één uit het water. Het was leuk om er een poosje rond te dobberen en die beesten te bekijken. Na een kwartiertje werd teruggevaren naar de haven. Toen we daar aan de wal stapten stond een bandje met donkere mannen met glitterpakken ons op stonden te wachten met swingende muziek. Eén muzikant probeerde met collecteren geld binnen te krijgen. Achter dit groepje stond een arme sloeber met bijna gaan tanden in de mond op een eigengemaakt viooltje van hout en karton zijn best te doen om een liedje te produceren. Omdat hij nog niet veel geld in zijn bakje had liggen, heb ik er maar wat in gedaan, voordat ik eerst wat foto’s van hem had gemaakt. Ik vond het een aandoenlijk tafereeltje. Verderop dronken we op een terras weer een heerlijk kopje cappuccino met niets erbij. Eigenlijk wel weer flink, vond ikzelf. De tocht ging weer verder en we kwamen ook de plaats Muizenberg, langs de kust,waar het station ook is gelegen en wij de laatste 3 dagen hadden moeten staan. We passeerden Simonstown en Bontebok (Marinehaven) en kwamen langs een geheime CIA – locatie. Vlakvoor Kaap de Goede Hoop reden we door een vlakte met struiken met gele en oranjekleurige bloemen met de naam (speldenkussen). Een schitterend gezicht.
20 Tegen de middag bereikten wij Kaap de Goede Hoop. Het was nog steeds zonnig en warm weer en het uitzicht was uitstekend. Op deze locatie hebben we ons bij het naambord met z’n twaalven door André laten fotograven. Wij tweeën gingen ook even apart op de kiek. Het duurde nog wel even voordat we bij het andere punt kwamen t.w. Cape Point. Daar werd eerst geluncht op een terras met uitzicht op zee. Na de lunch zijn we lopend of met een lierwagen op rails naar bovengebracht bij het hoogste punt waar ook de vuurtoren staat. Het uitzicht was minder geworden door een bewolkte lucht waar af en toe een regendruppel uitviel. Het bleef wel warm weer. Met de railwagen lieten we ons later weer naar beneden brengen. Op de terugweg zagen we langs de kan t van de weg ook nog apen lopen en André bleef even staan voor wat foto’s. Door al de aanwezige baaien moesten we steeds ver omrijden om een volgende punt te bereiken. We hebben hierna nog een punt bezocht waar een pinguïnkolonie verblijft. Als laatste attractie van deze dag, bracht André ons bij de botanische tuin ” Kirstenbosch ”, waar we een uurtje konden rondwandelen. Er waren hele mooie plekjes in dit park te zien. Het weer was bewolkt geworden en het was warm en broeierig. Rond kwart voor 6 kwamen we bij de trein aan en vonden de rekening van onze extra gemaakte kosten van de reis in onze slaapwagon. Deze rekening hebben we tijdens de periode van het 1e diner, toen het nog rustig was bij manager Rudi betaald. Er was ook nog tijd om alvast de koffers in te pakken. Het diner van half 9 was zeer goed van smaak. Omstreeks kwart over 11 zijn we gaan slapen.
21
Dag 16, 27 november begon een uurtje later met opstaan, want de treinreis was voorbij. Om 8 uur ontbeten en daarna verder de bagage ingepakt en later buiten de trein gezet. Bij het planbord werden nog de laatste nieuwtjes gelezen en vragen gesteld. Er werd van bekende medevakantiegangers afscheid genomen, enkele gidsen die we hadden meegemaakt werden bedankt voor hun diensten en ook de barman en de bediening werd niet vergeten.
Om 11 uur heeft gids Jimmy ons bij hotel Ritz gebracht. Dit hotel ligt vlakbij zee en boulevard. Het hotel heeft enkele jaren geleden vermoedelijk van binnen een opknapbeurt gehad, want het zag er goed netjes en redelijk modern uit. De kamers vielen ook goed in de smaak. We zaten op de 20e verdieping met een schitterend uitzicht op zee en de stad. Na de spullen wat uitgepakt te hebben, gingen we wandelen langs de zee. We aten bij een restaurant later een pizza en kwamen later bij het Waterfront terecht, waar we nog in wat winkels hebben gekeken en weer later op een terrasje gezellig hebben gezeten bij gezellig klinkende straatmuziek gespeeld door een wat ouder mannengroepje. Aan het einde van de middag hebben we ons door een taxi naar het hotel terug laten brengen. Bij de balie hebben we nog wat vragen gesteld over het vertrek van de volgende dag. In de lounge hebben we een lekker wijntje gedronken. Omstreeks half 8 gingen we eten in het restaurant op de bovenste verdieping, verdieping 21. Dit restaurant is rond van vorm en de vloer draait langzaam rond, zodat een ieder de kans krijgt voor een mooi uitzicht. Toen we onze tafel kregen aangewezen en daar zaten, konden we schitterend de zon onder zien gaan in zee. Daarna hebben we heerlijk gegeten,o.a. Chateau Briand.
Tussen 10 en 11 uur gingen we slapen in een ruim en normaal bed.
22
Dag 17, vrijdag 28 november werd voor ons (Els,Hugo, Lutske en ikzelf)een eigen invuldag. We konden lekker uitslapen in het comfortabele hotelbed. Douchen, aankleden en lekker ontbijten beneden in het hotel. In de restaurantruimte kon van alles uitgezocht worden aan lekkere dingen. Hier hebben we heerlijk ontbeten, met daarbij goed in het hoofd om aan de lijn te denken. Hugo stapte naar de receptie en wist te bereiken dat hun kamer nog een dag gehuurd kon worden. Wij brachten onze spullen bij hen, een ruime kamer, en wij hoefden niet voor 11 uur in te pakken. Na het ontbijt trokken we de stad in en hebben in de wijk van ons verblijf (Seapoint) nog wat geld bijgepind. Daarna op de boulevard op de toeristenbus gestapt, een dubbeldekker met open dak. Via het kastje in de zijkant van de bus, konden we Nederlandse uitleg beluisteren van allerlei informatie van straten en gebouwen in de stad. In het centrum zijn we nog uitgestapt bij het park en hebben bij het restaurant van de vorige dag op het terras weer gezellig gezeten bij een kop cappuccino. Hierna hebben we ongeveer 2 uren rondgewandeld in het Zuid Afrika-museum Na het museum weer verder met de dubbeldekker en we ontdekten, dat we al veel belangrijke dingen van de stad hadden gezien met Shongololo. Nabij het einde van ons eindpunt kwamen we bij de wijk Campsbay aan zee, waar we om 3 uur een lekker lunch hadden. We zochten voor elk een halve pizza waar we wel genoeg aan hadden en aten later bij de buurman een heerlijk ijsje Tijdens deze lunch was een meisjesgroep een showtje aan het geven om geld in te zamelen.
Vlakbij ons hotel zijn we later uitgestapt waarbij we daarvoor, nog een laatste blik achter ons hadden geworden op de "12 apostelen ", een bergketen bij de tafelberg.
Ons hotel konden we weer gemakkelijk terugvinden wegens zijn hoogte en markante vorm. Daar hebben we ons opgefrist aangekleed voor de reis en de koffers ingepakt en afgesloten. Toen we later beneden met onze spullen zaten te wachten op de afhaaltaxi was het een komen van allerlei voornamelijk donkere mensen in feestkleding die aankwamen in de mooiste auto's, die je kunt bedenken. Het bleek een groot feest te zijn van voornamelijk jongelui die geslaagd waren
23 voor een opleiding van de hoge school. Vlakvoor 8 uur werden we opgehaald door een vriendelijke jongeman met zijn taxibusje, die ons naar het vliegveld bracht. Ruim voor 9 uur kwamen we daar aan en checkten we ons in. Deze keer moesten wij onze koffers openen om de inhoud wat beter te verdelen, vond een strenge donkere jongedame. Na lang wachten op het vliegveld een laatste traktatie van Els( een lekker glaasje met koffiechocola met schuim), stegen we om 00.40 uur op met een Boeiing 777 en na een voorspoedige vlucht van ongeveer 10 uur, zijn we op zaterdag 29 nov. veilig op Schiphol geland omstreeks 12.45 uur.(In Afrika is dat een uur later)
Omstreeks 3 uur waren we weer tevreden thuisgekomen.
Tot slot: Ondanks de tegenslagen tijdens de reis, was het een geslaagde vakantie, waarbij we heelveel hebben gezien en meegemaakt. De positieve dingen blijven langer in het geheugen zitten dan de negatieve. NIETWAAR? Wat ikzelf ook heel positief vond is, dat wij in de laatste week, als Nederlandstaligen, met elkaar optrokken, waardoor er meer gezelligheid in de groep (bus) kwam. Bedankt voor jullie bijdrage daarin. Piet van Delden.