"De oude man en de olifant (Hoofdstukken 1 t/m 3)" Hoofds tuk1 De oude man was in zijn late vijftiger jaren, nog niet echt oud. De olifant was dat evenmin. Z ij was in haar vroege teenager-jaren, voor al diegenen die een olifantenleeftijd menen te kunnen determineren. De oude man, alhoewel nog niet echt oud, was nog s teeds in goede gezondheid maar hij werd nu en dan gekweld door een van die typis che kleine pijntjes die mens en in hun late vijftiger jaren ondervinden. Niet echt iets waarover iemand zich zorgen maakt. Alleen maar een typis ch klein pijntje, s teeds een ander pijntje dat gepaard gaat met ouder dan vijftig zijn. Soms dezelfde pijntjes die jonge opa`s gewaar worden wanneer zij s pelen en ravotten met hun kleinkinderen. Tijd en ruimte s chijnen enige tijd s tilges taan te hebben in de periode dat zij nog geen opa waren, maar eenmaal opa geworden voelen zij s teeds opnieuw een ander klein pijntje dat hen herinnert aan het onverbiddelijke voorts chrijden der jaren en dat hen tot hun kleinkinderen laat zeggen wanneer het s pelen en ravotten een beetje overweldigend wordt: ‘Speel nu maar wat alleen verder, kleinkinderen. Opa moet even op adem komen…’ De oude man die nog niet echt oud was had geen kinderen, laat s taan kleinkinderen. Maar hij voelde wel de onvermijdelijke kleine pijntjes . De olifant was een prachtig wijfjes -exemplaar, Afrikaans , groot, grijs , indrukwekkend. Een tikkeltje wis pelturig s oms , zoals alle wijfjes Z ij leefde in een kleine kudde van vijf of zes wijfjes olifanten. Hun voorges lacht was s tuk voor s tuk afkoms tig uit Tanzanie, een Afrikaans land waarin zij op jonge leeftijd gevangen werden en vervolgens getrans porteerd werden naar voornamelijk Wes ters e dierentuinen. Olifanten worden veronders teld over een buitengewoon geheugen te bes chikken, maar geen van hen daar in de zoo kon zich Tanzanie herinneren om de eenvoudige reden dat zij daar nooit gewees t waren. Tanzanie was iets wat hun ouderlijke of grootouderlijke olifanten zich mis s chien konden herinneren, als zij daar ooit geleefd hadden en nog ergens in zoos waar ook ter wereld in leven waren om het te herinneren. De olifanten hadden zich hoedanook aangepas t aan het klimaat, het milieu en de oms tandigheden waarin zij zich bevonden. Hun verblijf was vrij groot; zij hadden bewegings ruimte, zelfs een poel om in te baden hetgeen zij graag deden op warme dagen. Voeds el en drinken werd hen vers chaft, als ook medis che zorgen wanneer een van hen ziek werd of ziektevers chijns elen vertoonde. Z ij hadden alles , behalve vrijheid.
De oude man die nog niet echt oud was verzorgde hen. Dat was zijn werk: olifantenverzorger in de zoo. Daar werd hij voor betaald.Hij werkte er al zo lang dat niemand zich de zoo kon herinneren zonder hem. Daarom noemde men hem een oude man; iemand die lang genoeg op een plaats blijft, wordt altijd oud genoemd. Hij deed zijn werk met liefde en toewijding. Niet alleen omdat hij daarvoor betaald werd, maar omdat het belangrijk voor hem was . Elke morgen opnieuw arriveerde hij vroeg in de zoo. Hij maakte de olifantenverblijven s choon, voorzag hen van vers s tro en van het klaargemaakte voeds el dat hij vooraf in de keuken ophaalde. Telkens wanneer de poorten van de zoo voor het publiek opengingen in de morgen, zagen de olifanten er prima uit: groot, indrukwekkend en goed gevoed, hun verblijven s choon en voorzien van vers s tro. Telkens opnieuw was de oude man die nog niet oud was tevreden wanneer de olifanten er patent uitzagen en alles keurig was in en rond hun verblijven. Hij begreep en s oms treurde hij erover dat de olifanten geen vrijheid hadden, vooral op dagen waarin hijzelf in een s ombere s temming was . Niets bezorgt zoveel begrip dan leed en niets kos t zoveel leed dan begrip. Het publiek dat dagelijks in de zoo kwam, was dol op de olifanten. De dieren maakten s teevas t een guns tige impres s ie op het publiek omdat zij groot en indrukwekkend waren en omdat zij, ondanks hun grootte en indrukwekkendheid, rus tig waren en met hun droevige olifantenogen terugs taarden naar het publiek. De blikken in hun ogen waren altijd wel enigs zins anders : s oms nieuws gierig, s oms melancholis ch, s oms gezapig, s chijnbaar alwetend, afhankelijk van hun dagelijks e s temmingen en van hun individuele karakters . Het publiek merkte dat niet of nauwelijks op; voor hen waren de olifanten onveranderlijk. De apen waren grappiger en s peels er, vol van rus teloze energie. De tijgers en leeuwen waren intimiderender door hun gracieuze, s luipende bewegingen. De krokodillen waren vrees aanjagender omwille van hun s chijnbare ombeweeglijkheid die hen er vaak als s tandbeelden of replica`s van henzelf deden uitzien, tot zij plots eling bewogen of hun muilen opens perden of s loten of tot zij met onvoors telbare s nelheid in hun poelen doken en het publiek de adem benamen omdat het hen duidelijk werd dat de krokodillen alles behalve s tandbeelden of replica`s waren. De olifanten waren mees tal rus tig. Groot, indrukwekkend en erg majes teitelijk. Kinderen in het publiek hielden van de olifanten omdat zij, ondanks hun grootte en impos antheid, altijd een indruk van vertrouwen inboezemden. Volwas s enen in het publiek hielden van de olifanten omdat zij mees tal wat tries t keken, hetgeen een gevoel van herkenning en s aamhorigheid veroorzaakte. Kijk aandachtig naar een kat en je ziet
hetzelfde roofdier als wanneer je naar een luipaard kijkt. Kijk aandachtig naar een hond en je ziet dezelfde overlever als wanneer je naar een wolf kijkt. Kijk aandachtig naar een krokodil en je ziet hetzelfde prehis toris che reptiel als wanneer je naar een dinos aurus kijkt,althans op afbeeldingen of in films . Kijk naar een olifant en je ziet eenzelfde s lachtoffer als je zelf bent. In vrijheid hebben olifanten vrijwel geen natuurlijke vijanden. Alleen mens elijke vijanden. Waarom dan kijken olifanten zo tries t, zelfs in vrijheid ? De oude man die nog niet echt oud was , was nieuws gierig naar de redenen en geintrigeerd door een plaus ibel antwoord. Sinds vele jaren werkte hij als olifantenverzorger in de zoo en s inds vele jaren las hij boeken en had hij archieven over olifantengedrag en –ps ychologie geraadpleegd. Vanaf het moment dat internet bes chikbaar en vooral betaalbaar werd in internet-cafees , bes teedde hij vele avondlijke uren van zijn s paarzame vrije tijd in lawaaierige etablis s ementen vol kinderen die videos pelletjes s peelden op een tijds tip waarop zij allang in bed hoorden te liggen, op zoek naar informatie over olifanten of probos cidea zoals zij met een wetens chappelijke term genoemd worden. Tus s en haakjes : zijn naam was William. Het werd nog niet eerder vermeld. En het maakt echt niet veel uit. Maar laten we de olifantenverzorger, een oude man die nog niet echt oud was , eindelijk een naam geven.
Hoofds tuk 2 De grote, impres s ionante vrouwtjes olifant, op haar beurt, was ook nieuws gierig naar haar verzorger. Z ij las geen boeken noch had zij toegang tot internet want zij had niet de vers tandelijke vermogens om dat te doen of te gebruiken. Z ij beoordeelde haar verzorger enkel en alleen op bas is van wat zij zag en aanvoelde. Z ij vertrouwde hem omdat hij haar en andere olifanten verzorgde met toewijding en verantwoordelijkheid. Twee begrippen die haar niet onbekend waren en die zij kon apprecieren. Het waren begrippen die haar leven wat aangenamer maakten, daar in het olifantenverblijf in de zoo. Bovendien s prak hij met haar. Elke morgen, wanneer hij de verblijven s choonmaakte en van vers s tro en voeds el voorzag, vertelde hij haar over zijn leven, over zijn kleine bes lommeringen, over zijn dagelijks e zorgen, over zijn zeldame momenten van geluk of euforie. Niet altijd begreep zij letterlijk wat hij bedoelde. Olifanten- en mens entaal zijn vers chillend. Maar elke morgen opnieuw was hij daar, de oude man die nog niet echt oud was , en hij verzorgde haar en praatte met haar. Of tenmins te: tegen haar. Met een s tem die mees tal kalm en rus tgevend was , zelfs als hij gekweld werd door een of andere kleine bekommernis .
Na jaren was zij zo gewend geraakt aan zijn s tem, aan het rus tgevende timbre ervan, dat zij vroeg in de morgen ontwaakte en haar naar buiten kwam uit haar verblijf, terwijl de andere vrouwtjes -olifanten nog s liepen, alleen maar omdat hij daar was en tegen haar s prak. Soms begreep zij bijna letterlijk wat hij zei, vooral op dagen dat hij wat tries ter of ongerus ter of opgewondener was dan gewoonlijk. Hij was alleen, zonder vrouw of kinderen. Op een bepaalde manier begreep zij dat. Z ij was ook alleen. In haar oors pronkelijke wereld, de wereld van Tanzaniaans e s avannes indien zij die ooit zou hebben gekend, zou zij in een grote kudde geleefd hebben. Een grote kudde van olifanten met hun jongen. Vrouwtjes -olifanten die om beurten de zorg en bewaking over de jongen waarnamen. Grazend op s avannes die bij aanvang eindeloos leken maar altijd s nel ten einde kwamen na afgegrazen te zijn en van . plaats naar plaats reizend, s teeds op zoek naar vers voeds el en water. Water om te drinken en om in te baden en zichzelf te verfris s en van de hitte op de s avannes . Olifanten zijn erg hygienis ch en houden ervan om te baden. Er is weinig anders dat hen zoveel genoegen vers chaft dan te baden vooral in gezels chap van andere olifanten. Hier, in de zoo, was zij alleen. Er waren andere vrouwtjes -olifanten met wie zij s amenleefde en communiceerde en baadde. Het was goed. Maar het was niet hetzelfde als met William. Er was fris water in de poel zodat zij kon baden en ongetwijfeld minder s tof dan er op de Afrikaans e s avannes was , als zij daar ooit zou gewees t zijn. Voeds el werd haar dagelijks vers chaft, dus hoefde zij er niet naar te zoeken. In vele opzichten hadden de olifanten in de zoo een gemakkelijk leven. Ongetwijfeld gemakkelijker dan hun leven op de Afrikaans e s avannes zou gewees t zijn. In een ander opzicht was hun leven ook s aaier, omdat alles wat zij nodig hadden om te overleven hen vers chaft werd, omdat zij vrijwel geen enkel initiatief dienden te nemen. En vooral omdat hun omgeving en bewegings ruimte, in de zoo, klein en onbetekenend waren. Z ij herinnerde zich weinig of niets van haar vroegere leven, als olifantenjong ergens ter wereld in een andere zoo. Maar er waren dagen vol van ins tinctieve verlangens naar een vrijheid buiten de zoo. William was de enige verzorger die dat min of meer s cheen te begrijpen. Z ijn s tem drukte dat uit, elke dag opnieuw. Tus s en haakjes , haar naam was Bets y. Het werd nog niet eerder vermeld. En het maakt ook niet zoveel uit. Maar laten we de vrouwtjes -olifant in de zoo, een olifant in haar teenagerjaren, eindelijk een naam geven.
Hoofds tuk 3
Bets y genoot nogal wat belangs telling, niet alleen van het dagelijks e publiek in de zoo, maar ook van de mannetjes -olifanten aldaar. De mannetjes -olifanten wierpen vaak veelbetekenende blikken in haar richting: s peels , ondeugend, verlangend, s oms een beetje s tiekem.. Jeugdige blikken uit oudlijkende ogen. Bets y liet zich die blikken bes t welgevallen. Z oals aantrekkelijke vrouwtjes overanderlijk doen. Uiteindelijk was er natuurlijk een mannetjes -olifant die wat verder ging dan alleen maar kijken. Een grote, majes tueuze mannetjes -olifant die zijn belangs telling duidelijk maakte op een onmis kenbare mannetjes -olifantenmanier, door middel van infras one communicatie die niet waarneembaar is voor mens elijke oren als ook door een periodiek gebeuren dat bekend s taat als mus th; tijdens de mus th loopt er vocht uit de mus thklier, die gelegen is halverwege het oog en het oor aan beide zijden van de kop van de olifant. De geur van mus th is onmis kenbaar voor andere olifanten en daardoor alles betekenend. Wat de naam is van de mannetjes -olifant maakt niets uit voor dit verhaal. Het enige belangrijke feit om te weten is dat hij geinteres s eerd was in Bets y. Z owel de verzorgers als de dierenps ychologen en -ethologen in de zoo merkten het op. Ook William merkte het, niet omdat hij een wetens chapper was maar omdat hij zowel Bets y als de mannetjes -olifant verzorgde. Hij maakte hun beider verblijven s choon, voorzag hen beide van vers s tro en voeds el. Het duurde echt niet lang vooraleer William gewaar werd dat, wanneer hij klaar was met de verzorging van Bets y en zich vervolgens in het verblijf van de mannetjes olifanten begaf, dit ene mannetje met opgeheven s lurf de lucht onderzocht en de geur van Bets y ops noof die William met zich meedroeg. Het mannetje vertoonde meer dan oppervlakkige belangs telling voor de geur die de verzorger meebracht. Bets y vertoonde een gelijkaardig gedrag. Al s nel merkte William een bepaalde animos iteit op in de lucht , vooral in de lucht tus s en en in de verblijven van Bets y en haar nieuws gierige aanbidder. Een zware lucht, enigs zins vergelijkbaar met de atmos feer net voordat er een hevig onweer los bars t. Een lucht, hoogzwanger van ozon en electriciteit en van dingen die komen gaan en onvermijdelijk zijn omdat zij zo erg gewild worden. De dingen die onvermijdelijk waren en zo erg gewild werden, kwamen er. Behalve het feit dat William en andere verzorgers merkten dat er iets gaande was tus s en Bets y en de mannetjes -olifant, naas t het feit dat de dierenps ychologen en -ethologen in de zoo een patroon herkenden in het olifantengedrag, waren er ook de rapporten die zij allen maakten. Rappporten van verzorgers en arts en naar de directeur en vice-vers a. Vele rapporten over allerhande onderwerpen werden dagelijks ges chreven of ge-emaild in de zoo; s ommige werden ingekeken, vele bleven ongelezen. Maar rapporten over een vrouwtjes - en een
mannetjes olifant die interes s e hadden voor elkaar werden wel degelijk bes tudeerd. Er worden niet erg veel grote zoogdieren geboren in gevangens chap, in een zoo. Vooral niet onder olifanten. Telkens wanneer de tekens erop wijzen dat zoiets weleens zou kunnen gebeuren, leeft iedereens belangs telling op. Wanneer er zoiets gebeurt in een zoo levert dat grote aandacht op van pers en televis ie, betekent het meer publiek dan gewoonlijk omdat men nieuws gierig is om een jong te komen bekijken, en bovendien levert het extras ubs idies op van de overheid voor de zoologis che ins telling. Vanzelfs prekend dus was eenieders aandacht onverdeeld. William en de andere verzorgers voerden hun dagelijks e taken uit, zoals immer. Hij was zich bewus t van wat er kon en waars chijnlijk ook zou gebeuren.Hij had de toenemende s panning in de atmos feer gevoeld en de rus teloos heid tus s en Bets y en haar aanbidder. De rus teloos heid werd dag na dag intens er.Bets y en de mannetjes -olifant bes teedden minder aandacht aan hem of andere verzorgers dan gewoonlijk omdat zij andere dingen aan hun grote koppen hadden. Mis s chien was William wel een tikkeltje jaloers , omdat hij niet meer zo belangrijk was in hun leven, omdat hij zelfs plots eling als een noodzakelijke vervelendheid werd bes chouwd. Noodzakelijk omdat de verblijven s choongemaakt moes ten worden, noodzakelijk omdat er elke dag opnieuw vers s tro en voeds el moes t worden voorzien. Maar niettemin een vervelendheid omdat het de aandacht van de olifanten vers toorde en omdat zij, in deze periode, geens zins wens ten om hun aandacht voor elkaar te laten vers toren door wat of wie dan ook. De oude man die nog niet echt oud was ging plichts bewus t verder met de dagelijks e verzorging van de olifanten. Ook al hadden zij thans minder waardering of geduld of res pect voor hetgeen hij voor hen deed, William voelde de noodzakelijkheid aan om hun dagelijks e verzorging niet te verwaarlozen. Nu was het meer dan ooit noodzakelijk. En het gewens te, het onvermijdelijke gebeurde. Bets y, de grote majes tueuze Afrikaans e vrouwtjes -olifant paarde met de grotere, majes tueuzere Afrikaans e mannetjes -olifant. Weken van voorbereiding gingen eraan vooraf. Er werd privacy verleend aan Bets y en de mannetjes -olifant, een paar minuten eers t en elke daaropvolgende dag enkele minuten extra. Om hen aan elkaar te laten wennen. Een vrouwtjes -olifant heeft een ovulatiecyclus van twee weken tot maximum zes tien dagen en is s lechts een paar dagen ontvankelijk voor mannetjes -olifantens perma. In die paar dagen is het eitje enkel gedurende twaalf uren bevruchtbaar. Verzorgers , dierenps ychologen en –etholologen keken met argus ogen toe en s tonden paraat en klaar om in te grijpen wanneer er iets zou mis gaan. Er ging niets mis .
De natuur voltrok zich. Bets y werd drachtig. Iedereen in de zoo s laakte een diepe zucht van verlichting en de mees ten onder hen hoopten verder op het bes te. William ging door met de dagelijks e verzorging van de olifanten. De draagtijd van een zwangere vrouwtjes -olifant is lang, veel langer dan bij mens en. Bijna twee jaar. En de oude man die nog niet echt oud was werd ondertus s en een beetje ouder. Het maakte niets uit, niet voor hem noch voor de olifanten. Eenmaal goed en wel drachtig, bes teedde Bets y opnieuw meer aandacht aan haar verzorger, telkens wanneer hij in het olifantenverblijf kwam om s choon te maken, vers s tro en voeds el te voorzien, of telkens wanneer hij nog aan het werk was op het erf rond haar verblijf en zij, zoals altijd enkele minuten voor de andere vrouwtjes -olifanten ontwaakte en naar buiten kwam om hem te ontmoeten. Het voeds el was aangepas t aan haar conditie op advies van de dierenarts en: extra fruit, granen, vitamines . De zoo lichtte de media in over de zwangers chap. Om de zoveel weken kwamen er reporters van allerlei televis iezenders langs met cameraploegen om opnamen te maken zodat het publiek op de hoogte kon worden gehouden van de nakende geboorte. Z elfs William werd enkele keren door de reporters geinterviewd. Hij had nooit veel te zeggen omdat hij een man van weinig woorden was en eerder onaangenaam verras t dan wel opgetogen leek door de interviewende reporters . Het vers toorde zijn dagelijks e bezigheden en verantwoordelijkheden. Dus gaven de reporters er al gauw de voorkeur aan om de dierenarts en en de directeur van de zoo te interviewen, in plaats van William. De dierenarts en gaven ingewikkelde, wetens chappelijke antwoorden die niemand begreep op vragen die mees tal overbodig waren. De directeur, een drukdoende man die enigs zins op een fret leek, vertelde telkens hoe trots de de zoologis che ins telling was om een uitzonderlijke olifantengeboorte te kunnen aankondigen. Hij vroeg het publiek om zich daarvoor klaar te maken en om intus s en al contributies (die erg op prijs werden ges teld) over te maken aan de zoo, Iedereen was tevreden met het verloop.
(wordt vervolgd...) © november 2013, Joseph Avers, BasicPublishing.nl