10 jaar
17 JULI T/M 25 AUGUSTUS 2013 24 zomerconcerten in de mooiste botanische tuinen
10e EDITIE
1
2
Arthur Monnier Harper (NMI)
10 jaar
10 jaar De tiende editie van het Hortus Festival staat in het teken van het Nederland-Ruslandjaar 2013. Het groenste zomerfestival voor kamermuziek in de botanische tuinen van Amsterdam, Leiden, Utrecht en Haren presenteert een programma met Russische tinten. Het HortusFestival staat bekend om zijn verrassende combinaties van sfeervolle locaties en bijzondere muziek. De concerten zijn intiem: het publiek zit dicht bij het podium en kan na afloop van de concerten eenvoudig contact maken met de musici. Het HortusEnsemble is de vaste bespeler tijdens dit festival en legt zich toe op de authentieke uitvoering van kamermuziek uit de jaren 1850-1950. Het specifieke coloriet van de authentieke instrumenten (zoals de Erard vleugel) waarop het ensemble speelt, vormt het uitgangspunt voor de interpretatie van de muziek uit deze periode. Terug naar de bron, terug naar de natuur! Een hoogtepunt vormt de bijzondere uitvoering van Stravinsky’s Le sacre du printemps in een bewerking voor vier piano’s door Maarten Bon. Wij voeren het uit op vier Erards, waardoor het arrangement nog directer, confronterender en krachtiger is: een wereldpremière! De Sacre ging precies honderd jaar geleden in première in Théâtre des ChampsElysées in Parijs. We presenteren u ook de geweldige muziek van violist, componist en vliegenier Arthur Monnier Harper: het lag 100 jaar in de kast en is vermoedelijk niet eerder uitgevoerd! We hebben dit jaar ook bij de andere concerten ‘groots’ uitgepakt met de programmering van dit bijzondere jubileumfestival. Met onder meer Daria van den Bercken en met het Berlage Saxophone Quartet, dat de luisteraar meeneemt naar een Argentijnse tangosalon en een Spaanse flamencobar. Na het succes van vorige jaren is er ook dit festival een interactieve workshop voor kinderen. In De Muziekfabriek leren ze componeren met verschillende muzikale bouwstenen. Graag nodigen wij u uit om mee te gaan op onze muzikale reis!
artistiek leider | artistic director 3
In zijn eigen werken ‘voelt men de polsslag van een bruischend gemoed’. Daniël de Lange over Arthur Monnier Harper, 1905
4
Arthur Monnier Harper (NMI)
10 jaar
1 HortusEnsemble 10 jaar! speelt pianokwartet van Saint-Saëns
HortusEnsemble Eva Stegeman viool Josje ter Haar viool Örsze Adam altviool Job ter Haar cello Maarten van Veen Erard piano Camille Saint-Saëns 1835-1921 Pianokwartet in Bes opus 41 (1875) - Allegretto - Andante maestoso ma con moto - Poco allegro più tosto moderato - Allegro
Camille Saint-Saëns Kamermuziek van eigen bodem heeft het niet makkelijk in het negentiende-eeuwse Frankrijk, en wordt beschouwd als een typisch Duits genre. Uit eigen land staan vocale muziek en opera in hoger aanzien. Om die reden neemt Camille Saint-Saëns het initiatief tot de oprichting van de Société Nationale de Musique (1871), die onder het motto ‘Ars Gallica’ nieuwe, Franse kamermuziek promoot. Saint-Saëns kiest voor de klassieke vormschema’s naar voorbeeld van Mozart en Beethoven. Zijn meest karakteristieke werken stammen uit de periode die hierop volgt: van ongeveer 1870 tot 1890. Kenmerkend is het gebruik van herhalende ritmische motieven en koraal melodieën, hij is immers organist. Beide elementen komen sterk naar voren in het tweede deel van het Pianokwartet opus 41 uit 1875. Een puntig ritme in
Arthur Monnier Harper 1888-1916 Poème, Sonate en trois parties (piano en viool) - delen 1 en 3 Fragment du Printemps (viool en piano) Scène de la tour, poème (cello en piano)
Franz Schmidt 1874-1939 Pianokwintet in G (1926) (arr. Friedrich Wührer) - Lebhaft, doch nicht schnell - Adagio - Sehr ruhig - Sehr lebhaft
Camille Saint-Saëns
5
de pianopartij krijgt tegenspel van de strijkers, die een gedragen koraalachtige melodie spelen. Ver volgens verwisselen ze voortdurend van rol. Ook de andere delen bevatten fraaie vondsten. Zo lijkt de korte vioolsolo in het derde deel speciaal geschreven voor de Spaanse componist/violist Pablo de Sarasate, die in maart 1875 meewerkte aan de première in de Parijse Salle Pleyel met Saint-Saëns aan de piano (vermoedelijk geen Erard). De finale brengt elementen uit eerdere delen bij elkaar, trouw aan het cyclische vormprincipe dat Saint-Saëns zo vaak hanteert. Arthur Monnier Harper In het Nederlands Muziek Instituut (NMI) in Den Haag bevinden zich enkele archiefdozen met com posities van Arthur Monnier Harper. Geboren in Belfast in 1888 verhuist hij rond 1900 met zijn moeder en jongere broer naar Brussel, waar hij aan het
6
Arthur Monnier Harper (NMI)
conservatorium gaat studeren. In 1905 debuteert hij in de Kleine Zaal van het Amsterdams Concertgebouw. De temperamentvolle, zeventienjarige violist is volgens componist/recensent Daniël de Lange nog niet rijp, ‘toch boezemde deze kunstenaar belang in’ en in zijn eigen, kleinere werken ‘voelt men de polsslag van een bruischend gemoed’. Vanaf 1911 woont Arthur Monnier Harper in Scheveningen en gedurende één seizoen speelt hij in het Residentie Orkest. Het beeld dat opreist uit de weinige informatie over zijn leven doet vermoeden dat een orkestbaan hem niet ligt. Gekostumeerde optredens in de gedaante van de duivelse vioolvirtuoos Paganini passen beter bij deze ‘ras-bohémien’. En experimenteren met vliegtuigen… Hij volgt vlieglessen bij luchtvaartpionier Adriaan Mulder en doet proeven met zelfgebouwde toestellen. In 1914 krijgt Arthur Monnier Harper een beroerte en raakt hij eenzijdig verlamd. Op nieuwjaarsdag 1916 overlijdt hij, slechts 27 jaar oud.
10 jaar
Franz Schmidt Een grote carrière als concertpianist heeft de Oostenrijker Paul Wittgenstein in het vooruitzicht, wanneer hij kort na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog door het leger wordt opgeroepen. In augustus 1914 raakt hij gewond en amputatie van zijn rechterarm is noodzakelijk. Wittgenstein richt zich al snel op wat hij wél kan. Hij ontwikkelt nieuwe technieken voor het akkoordenspel met één hand, past het pedaalgebruik aan en hij ‘maakt’ repertoire: vele componisten benadert hij met het verzoek muziek voor de linkerhand te schrijven. Ravels Pianoconcert in D is daarvan het meest bekende resultaat. Ook andere componisten hebben aan zijn verzoek voldaan, onder wie Britten, Hindemith, Pro kofjev, Strauss en Schmidt. Deze laat-romantische Franz Schmidt, behalve componist ook pianist en cellist, schrijft zes werken voor Wittgenstein, waar onder het Pianokwintet in G. Dit werk laat horen dat de ‘eenhandige’ pianopartij voor een nieuw evenwicht zorgt. De rol van de piano is bescheidener en zo vormt deze transparante partij naast de vier strijkers een gelijkwaardige vijfde stem. Ook in de bewerking voor twee handen van de pianist Friedrich Wührer (1900-1975) blijft deze transparantie kenmerkend voor dit werk.
Franz Schmidt
‘Ik was zeer geroerd toen ik bij [Harper] was en had moeite mij goed te houden. Ik zelf zweefde booven diepe weemoedsafgronden.’ De schrijver Frederik van Eeden doet verslag van een bezoek aan Harpers ziekbed, 30 september 1915.
7
2
Camille Saint-Saëns 1835-1921 Le rossignol et la rose (1902)
Kunst en vliegwerk Liedrecital met Harper, Diepenbrock en Rachmaninov
Sergej Rachmaninov 1873-1943 Zing niet, schoonheid opus 4 nr.4 (1890-1893)
Marieke Steenhoek sopraan Maarten van Veen Erard piano Arthur Monnier Harper 1888-1916 Berceuse Nature still speaks Alphons Diepenbrock 1862-1921 Avondzang (1885) Dämmernd liegt der Sommerabend (1884/1909) Edvard Grieg 1843-1907 Uit: 6 Liederen op gedichten van Ibsen opus 25 (1876) - nr.2: En svane (Een zwaan) Nikolaj Rimski-Korsakov 1844-1908 Uit: 4 Romances opus 2 (1866) - nr.2: Oosters lied: De nachtegaal en de roos Pjotr Iljitsj Tsjaikovski 1840-1893 Uit: 16 Kinderliedjes opus 54 (1883) - nr.8: De Koekoek Maurice Ravel 1875-1937 l’Histoires naturelles (1906) I. Le paon (De pauw) II. Le grillon (De krekel) III. Le cygne (De zwaan) IV. Le martin-pêcheur (De ijsvogel) V. La pintade (De parelhoen)
Arthur Monnier Harper - Rêverie in Ges - Souffrances d’Hiver (Poème pour chant et orchestre à cordes ou piano) op een gedicht van Edouard-Turquety 8
Richard Strauss 1864-1949 Ich schwebe wie auf Engelsschwingen opus 48 nr.2 (1900) Cäcilie opus 27 nr.2 (1894) Ruggiero Leoncavallo 1857-1919 Uit de opera Pagliacci (1892) - Stridono lassù
Kunst en vliegwerk In 1909 steekt de Franse luchtvaartpionier Louis Blériot als eerste per vliegtuig Het Kanaal over, van Calais naar Dover. Met deze gewaagde vlucht heeft hij velen geïnspireerd, vermoedelijk ook de dan 21-jarige Arthur Monnier Harper. In het eerste programma van het Hortus Festival is hij al kort voorgesteld: Arthur Monnier Harper (18881-1916) is geboren in Belfast, studeert vanaf zijn twaalfde viool bij Eugène Ysaÿe in Brussel en woont vanaf 1911 in Scheveningen. Gedurende één seizoen is hij violist in het Residentie Orkest. Maar deze vrije geest speelt liever, gekleed als Paganini, razend virtuoze werken voor viool solo. Een virtuoos concert besluit Monnier Harper met Träumerei van Schumann, tot opluchting van uitgever/recensent Abraham Noske: ‘anders zouden visioenen uit de virtuozen-caricaturenwereld mij allicht in mijn nachtelijken droom hebben ver volgd’ (Middelburgsche Courant, 5 maart 1913). Daarnaast stort Monnier Harper zich op toneelspelen en beeldhouwen. En hij steekt veel energie in zijn passie voor de luchtvaart. Hij experimenteert met zelfgebouwde vliegtuigen, onder meer een water vliegtuig en een vliegtuig van bamboe met bewegende vleugels. Een anonieme beschrijving in het archief van het Nederlands Muziek Instituut (NMI) luidt: ‘Bij de proefvlucht van het toestel dat hij naar zijn dochtertje Lygia noemde, vloog het toestel, toen het even boven de grond was in brand. Zijn kind was naast hem gezeten […]. Vlug daalde Arthur neer, zette het kind op de begane grond, en hielp ijverig
10 jaar
mede met het blussen van het kleine brandje, om weer vol moed door te gaan met zijn experimenten.’ Behalve over dergelijke details uit zijn leven, beschikt het NMI over manuscripten met compo sities van deze ‘violist-aviateur’, die op 27-jarige leef tijd na een lang ziekbed ten gevolge van een beroerte overlijdt. In het leven van Monnier Harper speelt het lucht ruim een grote rol. Dat geldt ook voor de meeste composities op dit programma. Vele vogels worden muzikaal gepresenteerd. Zo komt de nachtegaal tot leven, die bij Rimski-Korsakov weinig en bij SaintSaëns helemaal geen woorden nodig heeft. Griegs lied verwijst naar de legende dat een zwaan pas zingt wanneer zijn einde nadert (zwanezang). Sommige vogels moeten het zonder legende stellen, zoals De Koekoek van Tsjaikovski, direct en effectvol. Ook Ravel schetst de natuur op beeldende wijze. En al verwijt Debussy hem in deze liederen ‘gekunsteld Amerikanisme’, het zijn treffende, muzikale type ringen, vol dubbele betekenissen.
Arthur Monnier Harper (NMI)
Bijzonder mooi is Le cygne, een lied dat Ravel heeft opgedragen aan Misia Sert (zie programma 3: Igor & Coco). Vanuit een drang naar vrijheid zingt de sopraan uit Leoncavallo’s opera Pagliacci de beroemde vogelaria. Richard Strauss zet engelenvleugels in om de aarde te ontstijgen. Kort voor hun bruiloft schrijft Strauss het lied Cäcilie voor zijn aanstaande vrouw, de sopraan Pauline de Ahna. Ook Alphons Diepen brock draagt Avondzang op aan zijn geliefde. Niet zijn vrouw, maar zijn twintig jaar jongere vriendin Joanna Jongkindt valt de eer te beurt, getuige de heruitgave uit 1905, verzorgd door de al genoemde Abraham Noske. Zonder machinerie of vleugels is het inderdaad veelal de liefde die de mens het contact met het aardoppervlak kan doen verliezen.
‘…visioenen uit de virtuozencaricaturenwereld [zouden] mij allicht in mijn nachtelijken droom hebben vervolgd’ Abraham Noske over Arthur Monnier Harper, Middelburgsche Courant, 5 maart 1913
9
3 Igor & Coco theatrale muziekvoorstelling met Stravinsky en Chanel
Michaela Riener zang en spel Maarten van Veen Erard piano Werken van Claude Debussy, Maurice Ravel en Igor Stravinsky
Igor & Coco ‘Vanuit de loge van Sergej Diaghilev was ik getuige van de veldslag waarop de generale repetitie van Le sacre uitliep. Het enthousiaste gebrul, vermengd met gefluit en snerpend gegil, zorgde voor een enorm tumult.’ Zo luidt het verslag dat Misia Sert doet van de generale repetitie met publiek, die op 28 mei 1913 plaatsvindt in het Théâtre du Champs-Elysées in Parijs, daags voor de wereldpremière van dit roem
10
ruchte ballet. Al in november 1911 maakt Misia kennis met dit werk. In háár huis speelt Igor Stra vinsky op de piano gedeelten uit Le sacre. Zij is degene die de kwaliteit van deze grensverleggende muziek eerder onderkent dan Diaghilev. Met deze Russische impresario en zijn vermaarde balletgezel schap Ballets Russes heeft zij een nauwe band. Als Diaghilev in 1929 in Venetië op sterven ligt, zit zij aan zijn zijde. Bovendien levert ze een financiële bijdrage aan zijn begrafenis. Wie is deze legenda rische vrouw, model, muze en mecenas van het Parijse kunstenaarsmilieu, ook wel genoemd ‘La Reine de Paris’? La Reine de Paris Misia Sert (1872-1950) wordt geboren in de buurt van Sint-Petersburg als Maria Zofia Olga Zenajda Godebska. Haar vader is de Poolse beeldhouwer Cyprien Godebski, docent aan de kunstacademie van Sint-Petersburg. Haar moeder is de Russisch-Belgische Zofia Servais, dochter van de vermaarde Belgische cellist Adrien-François Servais. Zofia sterft in het kraambed en Misia wordt bij haar grootouders in Brussel ondergebracht. In een familie die Franz Liszt tot hun vrienden rekent, ontwikkelt zij zich tot een goede pianiste. Als haar vader met een nieuwe partner
Misia Natanson (Sert) geschilderd door Henri Toulouse-Lautrec in 1897
10 jaar
naar Parijs verhuist, neemt hij Misia mee. Zes jaar brengt zij door op een nonnenkostschool, haar piano lessen van Gabriel Fauré vormen haar wekelijkse ontsnapping aan dit beklemmende milieu. Misia’s eerste echtgenoot is Thadée Natanson, medeoprichter van het kunstmagazine La revue blanche. Ze trouwt met hem in 1893. In hun huis in de Rue Saint-Florentin in Parijs houdt ze haar eerste salon. Onder de gasten bevinden zich kunstenaars als de schilders Pierre Bonnard, Henri de Toulouse-Lautrec en Claude Monet, de schrijvers Octave Mirbeau en Tristan Bernard en de componisten Claude Debussy en Maurice Ravel. Schilders portretteren haar, com ponisten dragen werk aan haar op. Wanneer de zaken van haar man slecht gaan, reikt zakenman en krantenmagnaat Alfred Edwards de helpende hand. Hij heeft een dubbele agenda, want het is hem zeker ook om Misia te doen. In 1904 vindt de scheiding plaats en een jaar later trouwt Misia
‘Het enthousiaste gebrul, vermengd met gefluit en snerpend gegil, zorgde voor een enorm tumult.’
In het jaar 1917 ont moet Misia de mode ontwerpster Gabrielle ‘Coco’ Chanel. Een hechte vriendschap ontstaat en gezamen lijk ondernemen zij vele reizen. In haar lie velingsstad Venetië brengt Misia Chanel Coco Chanel en Misia Sert en Diaghilev met el kaar in contact. En zo vormt Misia de schakel tussen Igor Stravinsky, Sergej Diaghilev en ‘Coco’ Chanel. In de herfst van 1920 biedt Chanel aan Stravinsky, zijn vrouw en vier kinderen tijdelijk onderdak in haar buitenhuis in een voorstad van Parijs. De familie Stra vinsky verlaat dit appartement in mei 1921 en ver huist naar Biarritz. Een vermoedelijke affaire tussen Igor en ‘Coco’ kan daarbij een rol hebben gespeeld. Al heeft Misia zelf geen kunst voortgebracht, zonder haar zou het artistieke landschap in het begin van de twintigste eeuw er zeker anders hebben uitgezien.
Misia Sert over de wereldpremière van ‘Le sacre’ van Stravinsky, 1913 met Edwards. Ze betrekken een luxueus apparte ment aan de Rue de Rivoli, met zicht op de Tuileries. Haar ontmoeting met Sergej Diaghilev leidt tot een zeer hechte vriendschap tussen hen beide. Misia en Edwards zijn elkaar ontrouw en in 1909 loopt ook dit huwelijk op de klippen. Edwards voorziet haar van een ruime maandelijkse toelage en welk appartement zij ook betrekt, steeds weer wordt het een ontmoetingsplaats voor bevriende kunstenaars, onder wie Erik Satie, Francis Poulenc, Jean Cocteau en Pablo Picasso. Een affaire in 1908 met de Catalaanse schilder José Maria Sert, die werkt voor de Ballets Russes, leidt in 1920 tot een huwelijk dat zeven jaar stand houdt.
Misia Sert bij de première van het ballet ‘Parade’ van Satie op 18 mei 1917, Théâtre du Châtelet, Parijs, door schilder, journalist en schrijver Michel GeorgesMichel. Van links naar rechts: Paul Rosenberg, Marie Larencin, Sergej Diaghilev, Misia Sert, Erik Satie, Michel Georges-Michel, Pablo Picasso en Jean Cocteau.
11
4
György Ligeti 1923-2006 Zes Bagatellen (1953) (arrangement Guillaume Bourgogne) I. Allegro con spirito II. Rubato. Lamentoso III. Allegro grazioso IV. Presto ruvido V. (Béla Bartók in memoriam) Adagio. Mesto VI. Molto vivace. Capriccioso
Berlage Saxophone Quartet SaxoFOLK
Berlage Saxophone Quartet Lars Niederstrasser sopraansaxofoon Peter Vigh altsaxofoon Kirstin Niederstrasser tenorsaxofoon Eva van Grinsven baritonsaxofoon Isaac Albéniz 1860-1909 Uit: Suite española opus 47 (1886) - Sevilla (arrangement Peter Vigh) Gabriel Pierné 1863-1937 Introduction et variations sur une ronde populaire (1934) - Andantino - Allegro Modest Moesorgski 1839-1881 Russische suite van pianominiaturen - Kinderspelen - In het dorp - Scherzo (arrangement Peter Vigh) Erwin Schulhoff 1894-1942 Uit: 5 Etudes de jazz (1926) - Tango - Charleston - Blues (arrangement Peter Vigh) Edvard Grieg 1843-1907 Uit: Lyrische Stücke - Bruiloftsdag op Troldhaugen (arrangement Peter Vigh)
Ferenc Farkas 1905-2000 Oude Hongaarse dansen uit de 17de eeuw (1959) - Intrada - Lassú - Lapockás tánc - Ugrós
12
Astor Piazzolla 1921-1992 Milonga del Ángel (1965) (arrangement Johan van der Linden)
Isaac Albéniz Uit: Suite española opus 47 (1886) - Aragón (arrangement Peter Vigh)
SaxoFOLK De muzikale reis van het Berlage Saxophone Quartet begint en eindigt in Spanje. Daartussen doet het ensemble Frankrijk en Noorwegen aan en bezoekt het Rusland, Tsjechië en Hongarije. Zelfs een uitstapje naar Argentinië staat op het programma. En als er van de route wordt afgeweken, kunt u altijd ver trouwen op het kwartet dat u door de verschillende stijlen gidst. Wat de muziek in dit programma bindt, is een sterke worteling in de volksmuziek, muziek die midden in het leven staat. Ervaar de sfeer van een Hongaars dorpsfeest, bezoek een Spaanse flamenco bar, een Argentijnse tangosalon of wees te gast op een Noorse trouwdag. De Suite española van Isaac Albéniz bestaat uit korte werkjes, oorspronkelijk voor piano. Ze zijn in 1887 samengebracht ter ere van de toenmalige koningin van Spanje en geven een sfeervol muzikaal portret van enkele Spaanse steden en streken. Peter Vigh, alt saxofonist van het Berlage Saxophone Quartet én componist, maakt vele arrangementen voor dit ensemble en heeft delen uit deze suite bewerkt voor saxofoonkwartet. Sevilla en Aragón worden vandaag geportretteerd. Ook korte karakterstukjes voor piano van de Rus Modest Moesorgski heeft Peter Vigh geschikt ge maakt voor deze bezetting. Daartussen klinkt een
10 jaar
populaire dans die bij Gabriel Pierné als basis dient Maar eerst zijn we te gast bij de Noor Edvard Grieg voor een origineel en veeleisend werk voor saxofoon en zijn vrouw Nina Hagerup op hun trouwdag. kwartet. Grieg heeft, verspreid over zo’n 35 jaar, 66 Lyrische Stücke geschreven. Ze ademen de sfeer van de Noorse In Berlijn ontmoet de Tsjechische componist Erwin natuur, de fjorden, de sagen én van een feestelijke Schulhoff rond 1920 de Duitse schilder George dag in huize Troldhaugen. Grosz, die platen met Amerikaanse jazzmuziek bezit. De Hongaarse componist Ferenc Farkas raakt in de Een unicum in die tijd. Schulhoff vindt daarin inspi jaren ’40 gefascineerd door manuscripten met oude ratie en mogelijkheden om de naoorlogse Europese Hongaarse dansen. Hij geeft de pakkende melodieën muziek te vernieuwen. Hij schrijft onder meer zijn een nieuw leven door ze te bewerken in een wat ba 5 Etudes de jazz. Een van deze etudes is gebaseerd op rokke stijl. Een van zijn leerlingen aan de Franz Liszt de tango, een dans- en muziekgenre dat in de Academie in Boedapest is György Ligeti. In zijn Sechs negentiende eeuw in vooral Argentinië is ontstaan, Bagatellen, contrastrijke miniatuurtjes, tovert hij met met invloeden uit Afrikaanse en Zuid-Europese klankkleuren. muziek. Als Schulhoff zijn tango schrijft, is Astor Piazzolla pas vijf jaar oud. Hij zal uitgroeien tot de beroemdste componist van de ‘tango nuevo’, die door zijn toedoen in de jaren ’50 tot bloei komt. Milonga Het Berlage Saxophone Quartet brengt met dit concert del Ángel, dat na de pauze wordt gespeeld, is daar een een hommage aan de in 2007 overleden saxofonist William Raaijman, oprichter van het Hortus Festival. mooi voorbeeld van.
Edvard Grieg viert zijn 60ste verjaardag in zijn huis Troldhaugen (Bergen, Noorwegen) 15 juni 1903
13
5 Daria danst
Daria van den Bercken piano Georg Friedrich Händel 1685-1759 Suite in d HWV428 (gepubliceerd 1720) - Prelude - Fuga - Allemande - Courante - Air & Variaties - Presto Suite in F HWV427 (gepubliceerd 1720) - Adagio - Allegro - Adagio - Fuga Menuet in g HWV434 nr.4 (gepubliceerd 1733) Chaconne in G HWV435 (gepubliceerd 1733)
Igor Stravinsky 1882-1971 Tango (1940) Sergej Prokofjev 1891-1953 Uit: Romeo en Julia opus 75 (versie voor piano, 1937) - Juliette - Mercutio - Montagues & Capulets Igor Stravinsky Circus Polka (1941) Claude Debussy 1862-1918 Uit: Préludes (boek II) (1910-1912) - nr.7: Ondine - nr.4: Les fées sont d'exquises danseuses - nr.6: General Lavine - Eccentric 14
L’isle joyeuse (1904)
Georg Friedrich Händel
Daria danst ‘Er zijn momenten in mijn leven geweest waar be paalde muziek mij meer dan normaal raakte en ik de ongelooflijke schoonheid ervan diep voelde. Dat gebeurde ook toen ik de klavierwerken van Georg Friedrich Händel speelde. […] Er is een aansteke lijke lichtheid in deze muziek, maar tegelijkertijd klinkt er melancholie en berusting in door. Deze tweestrijd laat mij tot op de dag van vandaag niet los en is de voortdurende drijfveer om deze muziek te willen delen met iedereen die het horen wil.’ Dit zegt Daria van den Bercken over Händel. Inmid dels heeft zij zijn muziek op de meest uiteenlopende plaatsen ten gehore gebracht. Als straatmuzikant op een ‘gevleugelde aanhanger’ in de Amsterdamse bin nenstad en als luchtacrobaat in de Braziliaanse wereld stad Sao Paulo, waarbij zij met vleugel en kruk door een hijskraan tot grote hoogte boven een immens publiek werd getakeld. Ongebruikelijke maar effect volle manieren om haar liefde voor de klaviermuziek van Händel over te brengen. Het levert bijzondere beelden op, te zien op www.handelatthepiano.com. Händel is dus goed vertegenwoordigd in dit pro gramma. Daarnaast vormt dansmuziek een rode draad. En muziek die op dansmuziek is geïnspireerd, want niet alle werken zijn geschreven om op te dansen. Zo schrijven Händel en tijdgenoten als Bach, Rameau en Couperin veel instrumentale suites. Na een prelude of ouverture volgen delen waarbij de muzikale structuur van Franse hofdansen als basis dient voor een sonata da camera, gestileerde kamer muziek om zittend naar te luisteren. Dit geldt voor
10 jaar
Händels Suite HWV428. Deze wordt gevolgd door de Suite HWV427, zonder hofdansen en daarom aangeduid als een sonata da chiesa (kerksonate). Dan volgen een ingetogen Menuet en Händels be kende Chaconne, een virtuoos variatiewerk op een steeds terugkerende baslijn. Olifant danst Hollywood 1940. Stravinsky schrijft zijn Tango. Niet om op te dansen, maar bedoeld als lied met een commerciële tekst, want als immigrant moet hij alles aangrijpen om het hoofd boven water te houden. Zijn Circus Polka is wel degelijk dansmuziek, ‘gecom poneerd voor een jonge olifant’. Echte balletmuziek, waarop olifanten van het Ringling Brothers and Bar num & Bailey Circus in New York hebben gedanst, op een choreografie van George Balanchine! Een van de hoogtepunten uit de 20ste-eeuwse ballet muziek is Romeo en Julia van Prokofjev. Ook in de balletloze versie voor piano blijft de dramatische kracht van deze muziek overeind.
Debussy toont ons de mythologische waternimf Ondine, de verfijnde dans van feeën en een excen trieke generaal, geïnspireerd op de beroemde Ameri kaanse clown Ed(ward) Lavine, die zichzelf omschreef als ‘The Man Who Has Soldiered All His Life’. In 1910 en 1912 trad hij op in het Théâtre Marigny op de Champs-Elysées, Debussy was er getuige van. Lavine danst de cakewalk, een voorloper van de rag time. Maar eigenlijk mogen we deze titels vooraf niet weten. Debussy plaatst de titels van zijn Préludes aan het eind van elke compositie. Een mededeling achteraf, een beetje terzijde, zodat we onbevangen luisteren naar zijn muziek.
‘Er is een aanstekelijke lichtheid in [Händels] muziek, maar tegelijkertijd klinkt er melancholie en berusting in door.’ Daria van den Bercken
George Balanchine en olifant repeteren voor Stravinsky’s ballet Circus Polka. Ringling Brothers and Barnum & Bailey Circus, Madison Square Garden, New York 1942
15
6 Les Ballets Russes Le sacre du printemps van Igor Stravinsky op vier Erard piano’s
Olga Kozlova Erard piano Vitaly Pisarenko Erard piano Ralph van Raat Erard piano Maarten van Veen Erard piano Claude Debussy 1862-1918 Jeux, poème dansé (1912) in een bewerking voor 4 piano’s (1991) door Maarten Bon (1933-2003) Igor Stravinsky 1882-1971 Le sacre du printemps (1911-1913) ‘tableaux de la Russie païenne en deux parties’ in een bewerking voor 4 piano’s (1981) door Maarten Bon Première partie: ‘l’Adoration de la Terre’ - Introduction - Les augures printaniers - Danses des adolescentes - Jeu du rapt - Rondes printanières - Jeux des cités rivales - Cortège du sage - Le sage - Danse de la terre
16
Seconde partie: ‘Le sacrifice’ - Introduction - Cercles mysterieux des adolescentes - Glorification de l’élue - Evocation des ancêtres - Action rituelle des ancêtres - Dans sacrale (L’élue)
Debussy en Stravinsky ‘Ik herinner mij nog steeds de uitvoering van jouw Sacre du printemps bij Laloy… Dit achtervolgt me als een prachtige nachtmerrie en ik probeer vergeefs de verschrikkelijke indruk die het op mij maakte op te roepen. Daarom wacht ik de première af als een gulzig kind aan wie men zoetigheid heeft beloofd.’ Dit schrijft Debussy op 5 november 1912 aan Stravinsky. Hij ver wijst naar een gezamenlijk bezoek aan de Franse schrijver en musicoloog Louis Laloy in juni van dat jaar, bij wie ze de Sacre als ‘quatre mains’ hebben doorgespeeld. Debussy vervolgt zijn brief: ‘Zodra ik je een redelijke indruk kan geven van Jeux zal ik je de partituur sturen. Ik zou graag jouw mening horen over dit niemendalletje voor drie personen!’ Jeux en Le sacre vormen twee verschillende werelden. Jeux is muziek zonder ontwikkeling, muziek die er eenvoudig is. Vluchtig en zonder duidelijk thema, in een stijl vol niet-westerse elementen die velen na Debussy zal inspireren. Een ‘poème dansé’ voor een danser en twee danseressen op zoek naar een tennisbal. De première vindt plaats op 15 mei 1913 in het Parijse Théâtre des Champs-Elysées, door de Ballets Russes van Diaghilev, in een choreografie van Vaclav Nijinski.
10 jaar
Precies twee weken later, in hetzelfde theater en door hetzelfde gezelschap, wordt het gulzige kind in Debussy beloond met de première van Stravinsky’s Sacre. De herinnering aan Debussy’s gewichtsloze Jeux vervaagt door de overrompelende en gerucht makende wereldpremière, die nu, honderd jaar later, op vele plaatsen wordt herdacht. Le sacre du printemps verbeeldt een oer-Slavisch ritueel bij het plotse uitbreken van de Russische lente. Het eerste deel toont de dansspelen voor die tijd van het jaar; deel twee het mensenoffer: een uitverkoren meisje sterft in een sacrale dans in een cirkel van ouderen, en voltrekt zo de kringloop van de natuurkrachten. Het is geschreven voor een zeer groot orkest, maar aan de piano gecomponeerd. Van Stravinsky zijn er versies voor één en voor twee piano’s, Maarten Bon heeft gekozen voor vier piano’s:
’Voorop bij mijn bewerking stond een absolute trouw aan de noten van Stravinsky: ik heb geen enkele noot of notenwaarde, geen enkel dynamisch teken veranderd; ik heb wel het een en ander moeten weglaten (tot mijn grote spijt); ik heb nooit iets toegevoegd; mijn werk bestond erin, zinvolle, voor de spelers interessante, eventueel moeilijke, maar niet onhandige of onspeelbare pianopartijen te maken: acht handen zouden op vier vleugels […] een qua ruimte samengebald, muzi kaal begrijpelijk, wel sprekend beeld moeten geven van de muziek van Stravinsky, een muziek die normaliter door 208 handen op 118 instrumenten wordt gerealiseerd!’ Op 29 mei 1913 schrijft Debussy aan Caplet: ‘Le sacre du printemps is buitengewoon wild. […] Als je het zo kunt zeggen, het is primitieve muziek voorzien van alle moderne gemakken.’
‘Le sacre du printemps […] is primitieve muziek voorzien van alle moderne gemakken’ Claude Debussy
Claude Debussy en Igor Stravinsky in Debussy’s appartement, Avenue du Bois de Boulogne, Parijs. Foto gemaakt door Erik Satie, juni 1910 (Paul Sacher Foundation, Basel) Scène uit het ballet Jeux van Debussy, gedanst door Vaclav Nijinksi, Tamara Karsavina en Ludmilla Schollar (1913)
17
7 Kinderworkshop (6-12 jaar) De Muziekfabriek Knippen en plakken componeren doe je zo!
◆◆◆◆◆◆◆◆◆◆◆◆
Tijdens deze workshop componeren wordt aan de hand van de muziek van Stravinsky uitgelegd hoe je met verschillende muzikale bouwstenen kan componeren. De kinderen gaan oude muziek en bekende kinderliedjes knippen en plakken. Aansluitend worden de composities die ze gemaakt hebben gespeeld door musici van het HortusEnsemble.
De Muziekfabriek
MAISON ERARD · Frits Janmaat Alle tien edities van het HortusFestival is Frits Janmaat van Maison Erard hoofdsponsor. Zonder zijn steun en nauwe betrokkenheid zou het HortusFestival niet kunnen plaatsvinden. Maison Erard, Keizersgracht 91 in Amsterdam, is sinds 1977 als meester-restaurateur gespecialiseerd in de beroemde Erard vleugels die in Parijs sinds 1780 tot 1940 zijn gebouwd. Deze instrumenten gelden als de crème de la crème onder de beste piano- en vleugelmerken. Zelf schreef de firma Erard al in de negentiende eeuw: ‘mits goed onderhouden gaan onze instrumenten onbeperkt mee’. Mede dankzij Frits Janmaat hebben deze prachtige vleugels met hun beroemde, heldere Franse toon weer een plaats gekregen in de concertzalen, op cd’s en in de huiskamers bij professionals en amateurs. Na een grondige restauratie staan ze in volle glorie in de toonzaal aan de Keizersgracht. Veel beroemde componisten gebruikten de Erard vleugels, maar ook hun harpen, voor het schrijven van hun muziek, onder hen Liszt, Mendelssohn, Chopin, Ravel en Fauré. De Erards zijn sieraden, uitgevoerd in de meest prachtige en elegante bouwstijlen, passend bij elk interieur, klassiek of modern. Ze zijn uitgevoerd in de meest exclusieve houtsoorten: Rio-palissander, Cubaans-mahonie, met of zonder messing inlegwerk, op de originele wijze gepolitoerd met schellak of in de was gezet.
www.erard.nl 18
10 jaar
speelschema
1
2
3
4
5
6
7
Hortus Botanicus Leiden
17 juli
24 juli
31 juli
7 aug
14 aug
21 aug
24 juli
Hortus Botanicus Amsterdam
18 juli
25 juli
1 aug
8 aug
15 aug
22 aug
25 juli
Oude Hortus Utrecht
20 juli
27 juli
3 aug
10 aug
17 aug
24 aug
27 juli
Hortus Haren
21 juli
28 juli
4 aug
11 aug
18 aug
25 aug
28 juli
kaartverkoop Online bestellen via www.hortusfestival.nl of telefonisch via 06-46 85 24 40 nieuwsbrief Wilt u op de hoogte blijven van de activiteiten van het HortusFestival en het HortusEnsemble, meldt u zich dan aan voor onze nieuwsbrief via
www.hortusfestival.nl
Het HortusFestival 2013 wordt mogelijk mede mogelijk gemaakt door
Vader Bos Fonds Fentener van Vlissingen Fonds P.W. Janssen’s Friesche Stichting
Nora Baart Fonds Gravin van Bylandt Stichting Stichting Pro Musis
met dank aan het
colofon HortusFestival 2013 www.hortusfestival.nl ◆
[email protected] artistieke leiding Maarten van Veen zakelijke leiding Erica Baud
marketing en publiciteit Johannes Bosgra productieleiding Laura Hölzenspies productie Stichting Hortus Kamermuziekfestival toelichting, redactie en vormgeving Philip Leussink
19
◆
20