Jeugdmonitor 12 t/m 18-jarigen 2011 - 2012 Helmond Kernpunten
Kernpunten Helmond Jeugdmonitor 12 t/m 18 jaar 2011
GGD Brabant-Zuidoost Sector Gezondheidsbevordering Danielle Brunenberg, Freke van der Esch December 2012
……………………………………………………………………………
Leeswijzer Eind 2011 is de Jeugdmonitor afgenomen bij ruim 12.000 jongeren van 12 tot en met 18 jaar in de regio Zuidoost-Brabant. In de gemeente Helmond hebben 2205 jongeren de vragenlijst ontvangen. Hiervan hebben 1174 jongeren, schriftelijk of digitaal, gereageerd. De respons was daarmee 53%. In de hele regio ZuidoostBrabant was dit 48%. In Helmond wonen in totaal 7.523 jongeren in de leeftijd van 12 tot en met 18 jaar. Daarmee komt voor Helmond elke 1% overeen met 75 jongeren. In dit document met kernpunten beschrijft de GGD eerst de belangrijkste resultaten voor de speerpunten gezond gewicht, alcoholgebruik, drugsgebruik, roken, seksuele gezondheid, weerbaarheid, psychische gezondheid en lichamelijke gezondheid. Daarmee sluiten we aan bij de thema’s en beleidsaanbevelingen die zijn beschreven in het rapport ‘Op weg naar een gezonder Helmond’ (Regionale Volksgezondheid Toekomst Verkenning 2011). Daarna volgen de thema’s sociale participatie, veiligheid, omgaan met geld, spijbelen, internetten en achtergrond-kenmerken. Vervolgens bespreken we voor drie gebieden in Helmond de verschillen ten opzichte van Helmond in zijn geheel. Tot slot geven we aan op welke manier de GGD een advies op maat kan geven naar aanleiding van deze resultaten.
Wanneer we spreken over verschillen tussen jongens en meisjes of 12- tot en met 15-jarigen en 16- tot en met 18-jarigen betreft het cijfers op regio Zuidoost-Brabant niveau. De regionale resultaten zijn samengevat in het rapport ‘Regio kernpunten’. De resultaten van de monitor zijn tevens gebundeld in een tabellenboek en te raadplegen op www.ggdgezondheidsatlas.nl.
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Kernpunten voor de gemeente Helmond ………………………………………………………………………………
Gezond gewicht Overgewicht blijft stabiel Het percentage jongeren in Helmond met overgewicht dan wel obesitas blijft stabiel. Het betreft hier 11% procent van de jongeren. Dit is meer dan in de regio. Bij 1% is sprake van obesitas. Ook in de regio is het percentage jongeren met overgewicht en/of obesitas gelijk gebleven (figuur 1). Overgewicht komt vaker voor bij de 16- tot en met 18-jarigen dan bij de 12- tot en met 15-jarigen. Aantal jongeren dat niet dagelijks groente eet groeit Een gezond voedingspatroon is een belangrijke factor in het voorkomen of verminderen van overgewicht. In de gemeente Helmond eet slechts 18% van de jongeren dagelijks groente. In de regio is deze groep groter. Dit percentage is sterk afgenomen in Helmond; in 2007 at nog 36% dagelijks groente. Ook in de regio is dit effect te zien; van 40% in 2007 naar 21% in de huidige peiling. Jongens eten minder vaak dagelijks groente dan meisjes.
Ontbijtgedrag is nog niet verbeterd De dag starten met een ontbijt is belangrijk en kan helpen bij het voorkomen van overgewicht. Zeventien procent van de jongeren in Helmond ontbijt minder dan 5 keer per week. Ten opzichte van 2007 is dit hetzelfde gebleven In de regio is dit lager (13%) en zien we wel een verbetering (2007: 16%). Het zijn vooral meisjes en 16- tot en met 18-jarigen die minder dan 5 keer per week ontbijten. Slechts een kwart beweegt volgens de Norm De Nederlandse Norm Gezond Bewegen houdt voor jongeren tot 18 jaar in: dagelijks één uur ten minste matig intensieve lichamelijke activiteit. Aan de jongeren is gevraagd op hoeveel dagen van de week ze minimaal één uur besteden aan lopen of fietsen naar school, gymmen op school, sporten bij een sportvereniging en sporten buiten een sportvereniging om. Vijfenzeventig procent van de jongeren in Helmond geeft aan dit minder dan 7 dagen per week te doen, dus slechts 25% beweegt volgens de Norm. Ten opzichte van de vorige meting zien we geen verschil. Ook in de regio beweegt drie kwart van de jongeren te weinig. Negen procent van de jongeren in de regio sport nooit. In Helmond is dat percentage nog iets hoger: 10%. Veel jongeren denken zelf wel genoeg te bewegen Opvallend is dat 71% van de jongeren in Helmond zelf denkt voldoende te bewegen. In de regio is dat met 75% hoger. Dit zijn vooral jongens en jongeren van 12 tot en met 15 jaar. Jongeren weten blijkbaar niet goed wat ‘voldoende bewegen’ inhoudt. Meer aandacht voor voldoende beweging en hoe je dat kunt bereiken draagt bij aan een gezonder beweeggedrag van jongeren. Toch is 34% van de jongeren in Helmond van plan om binnenkort meer te gaan bewegen. In de regio is deze groep kleiner (29%). Echter, dit zijn juist vooral meisjes en 16- tot en met 18- jarigen.
Fruitconsumptie nog steeds onvoldoende Slechts een op de vijf jongeren in Helmond eet dagelijks fruit. Dit is minder dan in 2007. Daarnaast voldoet 88% van de jongeren niet aan de norm voor fruitconsumptie: 2 stuks fruit per dag. In de regio is dit vergelijkbaar, en in Zuidoost-Brabant eten ook minder jongeren dagelijks fruit dan in 2007.
Verbind initiatieven die een gezonde leefstijl bevorderen, met de nadruk op veilig sporten en bewegen in de buurt Overgewicht is een belangrijke risicofactor voor onder meer diabetes mellitus, hart- en vaatziekten en een aantal vormen van kanker. De gemeente Helmond heeft de laatste jaren al de nodige aandacht besteed aan de preventie van
1
overgewicht en het stimuleren van lichaamsbeweging, onder meer via de combinatiefuncties sport en subsidiëring van de sportverenigingen per jeugdlid. Juist voor deze puber leeftijdsgroep is het interessant te onderzoeken wat hen zou helpen om meer te gaan bewegen. Gezien de ernstige risico’s van overgewicht is het raadzaam om hiermee de komende jaren door te gaan en extra in te zetten op het bevorderen van een gezond eet en beweeg patroon en het voorkómen van overgewicht. Het rapport ‘Op weg naar een gezonder Helmond’ doet hiervoor suggesties. De toezegging van minister Schippers aan de Tweede Kamer over inzet extra middelen voor bestrijding overgewicht bij
kinderen, biedt hiervoor misschien extra mogelijkheden. Het is goed dat men zich realiseert dat ook de omgeving een belangrijke invloed heeft op het gezondheidsgedrag van kinderen: veilige spelen sportomgeving, veilige fietsroutes van huis naar school/ sport en uitgaansgelegenheden, bevorderen beweging. De brede verkrijgbaarheid van ongezonde voedingsmiddelen dragen bij aan ongezonde eetgewoonten. Scholen zijn zich hier steeds meer van bewust. De gemeente kan dus ook via Ruimtelijke ordening, vestigingsbeleid en stimulering van gezonde kantines, invloed uitoefenen op de gezondheid van de jeugd.
…………………………………………………………………………
Alcoholgebruik Alcoholgebruik onder jongeren daalt, maar is nog steeds hoog Het alcoholgebruik onder jongeren is al jaren een belangrijk punt van aandacht. De dalende trend in het alcoholgebruik zet door. In 2007 had 57% van de jongeren in Helmond wel eens alcohol gedronken. Nu is dat 44%. Ook in de regio is een forse daling te zien; van 61% in 2007 naar 49% in 2011. De groep alcoholdrinkers is in Helmond kleiner dan gemiddeld in de regio. Daling recent alcoholgebruik, vooral beneden 16 jaar Het percentage jongeren in Helmond dat recent (in de afgelopen maand) alcohol heeft gedronken is tussen 2007 en 2011 afgenomen van 42% naar 35%. Ook deze groep is kleiner dan in de rest van de regio, waar we deze afname
eveneens zien (figuur 2). Vooral in de leeftijdsgroep 12 tot en met 15 jaar is de daling van het recent alcoholgebruik fors (2007: 23% versus 2011: 14%). Bij de 16- tot en met 18-
2
jarigen is een afname te zien van 81% naar 78%. Jongeren starten op latere leeftijd met drinken Steeds meer jongeren houden zich aan de norm ‘geen alcohol onder de 16’. De huidige cijfers laten zien dat 15% van de drinkende jongeren in Helmond hun eerste glas dronk op de leeftijd van 12 of 13 jaar. In 2007 was dat nog 32%. Startleeftijd 14 of 15 jaar is gestegen van 41% naar 57% nu. Ook regionaal zien we deze verschuiving. Minder ouders keuren alcoholgebruik onder 16 jaar goed De mening van ouders over het alcoholgebruik van hun kind(eren) is belangrijk en kan van invloed zijn op de mate waarin ze alcohol gaan drinken. Van de 12- tot en met 15-jarigen in de regio die wel eens alcohol drinken, geeft 25% aan dat de ouders het goed vinden. In 2007 was deze groep met 39% duidelijk groter. In Helmond weten nu meer ouders niet van het alcoholgebruik van hun kind dan vier jaar geleden. Hoeveelheid alcoholgebruik onder drinkers nog hetzelfde De mate van alcoholgebruik onder jongeren in Helmond is, net als is de regio, nog niet afgenomen. Het alcoholgebruik onder de Helmondse jongeren is echter, ten opzichte van de regio wat minder fors. Twee derde van de recente alcoholgebruikers heeft bij één gelegenheid 5 glazen of meer gedronken (binge-drinken) en 9% van de recente drinkers drinkt 20 glazen alcohol of meer per week (figuur 2). Deze groepen zijn kleiner dan in de regio.
16-plussers blijven veel drinken Regiocijfers laten zien dat het alcoholgebruik vooral bij de 16- tot en met 18-jarigen fors blijft. Bijna 80% van de jongeren in deze leeftijd drinkt en 52% van de drinkers is recent dronken of aangeschoten geweest. Vijftien procent van de drinkende 16-plussers drinkt wekelijks 20 glazen alcohol of meer. In de afgelopen maand heeft 77% van deze groep bij één gelegenheid 5 glazen of meer gedronken. Drinkers willen blijven drinken Slechts een kleine groep van de drinkers in Zuidoost-Brabant is van plan om binnenkort dit gedrag te veranderen. Zes procent van de jongeren in Helmond geeft aan binnenkort minder te willen gaan drinken en 16% wil binnenkort niet meer dronken worden. In de regio zijn deze percentages vergelijkbaar. Het zijn vooral de 12- tot en met 15-jarigen die minder alcohol willen drinken en niet meer dronken willen worden. Blijf in Helmond investeren in alcoholmatiging, vooral onder de 16-plussers De huidige landelijke, regionale en lokale aanpak heeft zeker een bijdrage geleverd aan de daling van het alcoholgebruik onder de 16 jaar. Gunstige trends, maar jongeren die drinken, drinken nog steeds heel erg veel. Voldoende reden om de aanpak de komende jaren voort te zetten via het regionale project ‘Laat je niet flessen!’ maar ook lokaal in te zetten op voorlichting, bewustwording, regelgeving en handhaving. Daarnaast geeft de nieuwe drank- en horecawet, die 1 januari 2013 ingaat, de gemeente handvatten om deze problematiek nog beter aan te pakken.
3
………………………………………………………………………………
Drugsgebruik Drugsgebruik is afgenomen In Helmond heeft 6% van de 12- tot en met 18jarigen wel eens drugs gebruikt. De maand voorafgaand aan het onderzoek gebruikte 2% van de jongeren softdrugs. Dit is gehalveerd, in 2007 was dit nog 4%. Ook het harddrugsgebruik in Helmond is afgenomen (figuur 3). In Helmond hebben minder jongeren dan in de regio wel eens drugs gebruikt (9%). In de regio is het drugsgebruik in de afgelopen vier jaar eveneens afgenomen. Deze daling zien we zowel bij softdrugs zoals wiet of hasj, als bij de harddrugs paddo’s, amfetamine en cocaïne.
... en jongens gebruiken meer dan meisjes Het blijkt dat vooral jongens wel eens drugs hebben gebruikt. In de leeftijdsgroep 12 tot en met 18 jaar is dat 10% van de jongens en 7% van de meisjes. Bij de 19- tot en met 24-jarigen is dat 44% van de jongens en 32% van de meisjes. We zien vooral bij softdrugs dat jongens meer gebruiken dan meisjes.
Drugsgebruik neemt toe met de leeftijd… De regiocijfers laten zien dat 2% van de jongeren tussen 12 en 15 jaar wel eens drugs heeft gebruikt. Bij de 16- tot en met 18-jarigen is dit toegenomen tot 18%. Bij de 19- tot en met 24jarigen blijkt zelfs dat 38% van deze groep wel eens drugs heeft gebruikt. Dit blijkt uit een onderzoek met dezelfde vragenlijst onder deze leeftijdsgroep. Eenzelfde toename is te zien als we vragen naar het drugsgebruik in de 4 weken voorafgaand aan het onderzoek. Wat betreft softdrugsgebruik neemt dit toe van 0,7% van de 12- tot en met 15-jarigen, 5% van de 16- tot en met 18jarigen en 11% van de 19- tot en met 24jarigen. Bij recent harddrugsgebruik is het percentage gebruikers bij de 12-18 jarigen laag en is het met name de groep 19-24 jarigen die gebruikt.
Aandacht voor drugsgebruik blijft van groot belang, zeker in combinatie met alcohol Drugs zijn middelen die de hersenen prikkelen en het gebruik ervan is schadelijk voor zowel de lichamelijke als geestelijke gezondheid. Het combineren van alcohol en drugs geeft extra en onverwachte risico’s. Deze, verschillen per combinatie van middelen en per persoon. Elke drug heeft een risico op misbruik, verslaving en maatschappelijke problemen. Er zijn signalen dat de jeugd steeds makkelijker denkt over drugsgebruik en er vrijer mee omgaat. Het is daarom van belang om de huidige aanpak van de drugsproblematiek voort te zetten en daarbij zoveel mogelijk preventief te werken via een integrale aanpak vanuit onderwijs, jongerenwerk en politie. Jongeren tussen de 19 en 24 jaar moeten hierin ook betrokken te worden, aangezien men met name in deze leeftijdsgroep gaat experimenteren met drugs.
4
………………………………………………………………………………
Roken Steeds minder rokende jongeren In Helmond heeft 23% van de jongeren wel eens gerookt. Acht procent geeft aan regelmatig te roken, 4% doet dit dagelijks (figuur 4). In de afgelopen vier jaar zijn de percentages regelmatige en dagelijkse rokers fors afgenomen, zowel in Helmond, als in de regio. Desondanks blijft het belangrijk te voorkomen dat jongeren gaan roken. Rokers bevinden zich met name in de oudste groep: 10% van de 16- tot en met 18-jarigen in de regio geeft aan dagelijks te roken.
roken) brengt ook gezondheidsrisico’s met zich mee. Steeds meer mensen zijn zich hiervan bewust. In 2007 werd 35% van de jongeren in de afgelopen 7 dagen voorafgaand aan het onderzoek aan rook blootgesteld in huis. Nu is dat nog 27%, zowel in Helmond als regionaal is dit fors afgenomen (figuur 4). In Helmond worden meer jongeren aan rook blootgesteld dan in de regio. Waterpijp roken is populair Van de jongeren in Helmond heeft 24% wel eens waterpijp gerookt. Dit percentage is vergelijkbaar met de regio. Uit regiocijfers blijkt dat vooral 16- tot en met 18-jarigen dit wel eens hebben geprobeerd (42% versus 11% van de 12- tot en met 15-jarigen). In Helmond rookt 4% van de jongeren regelmatig waterpijp. Rokers willen minder roken of stoppen Rokers lijken zich wel bewust te zijn van hun ongezonde gewoonte. Van de rokende jongeren in Helmond gaf 47% aan van plan te zijn om binnenkort minder te gaan roken. Veertig procent van de rokers wil zelfs helemaal stoppen met roken. Deze groep bestaat vooral uit 12tot en met 15-jarigen.
Passief roken is ook enorm afgenomen Niet alleen roken is schadelijk voor de gezondheid. Blootstelling aan rook in huis (passief
Aandacht voor schadelijkheid van roken en ontmoediging blijft noodzaak Roken is in Nederland de leefstijlfactor die de meeste ziekte en sterfte veroorzaakt. Aandacht voor de risico’s blijft nodig en daarbij moet ook de schadelijkheid van de waterpijp worden betrokken. Waterpijp roken is op zich zelfs ongezonder dan het roken van sigaretten. Je krijgt meer rook binnen en het duurt langer, bovendien wordt de waterpijp gezamenlijk gerookt en lurkt men aan de zelfde pijp. De frequentie van
5
gebruik speelt hier uiteraard wel een rol bij. Voorlichting op de scholen blijft de komende jaren belangrijk. Vooral de jongere jeugd (12 tot 15 jaar) lijkt nog ontvankelijk om zijn ge-
woonten te veranderen. Daarnaast kan de gemeente scholen stimuleren om rookvrij te worden, niet alleen binnen, maar ook op het schoolplein.
………………………………………………………………………………
Seksuele gezondheid Eén op de vijf jongeren is seksueel actief... Net als in de regio heeft ongeveer één op de vijf jongeren in Helmond wel eens geslachtsgemeenschap gehad. Regiocijfers laten zien dat deze groep vooral bestaat uit 16- tot en met 18jarigen (43%) en voor een klein deel uit de 12tot en met 15-jarigen (4%). Meisjes hebben op jongere leeftijd voor het eerst geslachtsgemeenschap dan jongens. De groep seksueel actieven is zowel in Helmond, als in de regio iets kleiner dan in 2007.
… en meer dan de helft van hen vrijt onveilig Tien procent van alle jongeren in Helmond heeft wel eens onveilig gevreeën; dat is 53% van de seksueel actieve jongeren (figuur 5). In de regio is dit percentage hoger (60%). Van deze groep gebruikt 16% (vrijwel) nooit een condoom. In de regio is dit met een kwart, ook meer. Meisjes vrijen vaker onveilig dan jongens (67% van de seksueel actieve meisjes versus 50% van de seksueel actieve jongens). Ook zijn de 16- tot en met 18-jarigen relatief vaker onveilig seksueel actief dan de jongste leeftijdsgroep (60% versus 50%). Aantal jongeren met ongewenste seksuele ervaring in Helmond weer gedaald In 2007 had 8% van de jongeren in Helmond een ongewenste seksuele ervaring (zoenen, intiem betasten of naar bed gaan; figuur 5). Dat was toen een toename ten opzichte van 2003. Nu is deze groep, net als in de regio, met 5% weer kleiner. Een ongewenste seksuele ervaring komt vooral voor bij meisjes en in de oudste leeftijdsgroep. Voorlichting en in gesprek gaan met de jeugd over seksualiteit en gezonde relaties blijft nodig Onveilig vrijen kan leiden tot seksueel overdraagbare aandoeningen (zoals HIV, chlamydia, syfilis, gonorroe of herpes) en ongewenste
6
zwangerschappen. Maar seksuele gezondheid gaat ook over prettige en gewenste seksuele contacten en relaties. Hiervoor zijn goede relationele en communicatieve vaardigheden van belang. Seksuele vorming krijgt nog onvoldoen-
de aandacht thuis, op school en bij het CJG. Er bestaan goede lespakketten voor zowel basisals voortgezet onderwijs. Ook de website www.sense.info wordt nadrukkelijk aanbevolen.
……………………………………………………………………………
Lage weerbaarheid risico voor negatieve seksuele ervaring Het is van belang dat jongeren kunnen aangeven wat ze wel of niet willen, voor zichzelf kunnen opkomen en hun eigen grenzen kunnen bewaken. Uit regiocijfers blijkt bijvoorbeeld dat jongeren met een lage weerbaarheid vaker een negatieve seksuele ervaring hebben gehad dan jongeren met een hogere weerbaarheid.
Weerbaarheid Vijf procent van de jongeren in Helmond heeft een lage weerbaarheid Jongeren worden al op jonge leeftijd geconfronteerd met riskant gedrag. In Helmond geeft 5% van de jongeren aan onder druk van vrienden dingen tegen de zin in te doen. Bovendien vindt 14% van de jongeren het moeilijk om hulp te vragen als iemand hen lastig valt. Van alle jongeren heeft 5% een lage weerbaarheid (figuur 6). Dit geldt vaker voor meisjes dan voor jongens.
Eén op de negen jongeren wordt gepest… Pesten op school heeft ingrijpende gevolgen voor diegene die wordt gepest en voor de sfeer op school. Eén op de negen schoolgaande jongeren in Helmond is de afgelopen 3 maanden gepest. Vooral jongeren met een lage weerbaarheid zijn de dupe van pesterijen (28% versus 9% van de jongeren met een goede weerbaarheid). … en één op de tien pest zelf anderen Jongeren beseffen niet altijd dat bepaalde opmerkingen of gedragingen kwetsend kunnen zijn. Tien procent van de schoolgaande jongeren geeft aan dat ze in de afgelopen 3 maanden anderen heeft gepest. Dat is ongeveer vergelijkbaar met 2007. In de regio is dit de afgelopen jaren sterk gedaald (figuur 6). Vergroot de weerbaarheid van jongeren om de (ongezonde) verleidingen uit het dagelijks leven te weerstaan
7
Ouders hebben een belangrijke rol in het ontwikkelen van de weerbaarheid van kinderen tegen ongezonde verleidingen. De verschillende partners van het Centrum voor Jeugd en Gezin kan ouders in hun rol als opvoeder ondersteunen: een analyse maken van de situatie en vervolgens deze punten waar mogelijk normaliseren in plaats van problematiseren. Maar ook het onderwijs speelt een grote rol in de ontwikkeling van weerbare kinderen. In Helmond is de laatste jaren geïnvesteerd in dit onderwerp. Maar de huidige aanpak is soms nog versnipperd en weinig structureel. Er is gezondheidswinst te boeken door weerbaarheid een
duidelijke plek te geven binnen leefstijlprogramma’s op het gebied van bijvoorbeeld genotmiddelen, seksuele vorming, maar ook in relatie tot eetgedrag en overgewicht en deze thema’s zoveel mogelijk in samenhang en structureel aan te bieden. Naast het vergroten van de weerbaarheid van kinderen is het belangrijk dat er ook aandacht is voor acceptatie van kinderen die ‘anders’ zijn. Zeker in het kader van ‘Weer samen naar school’, waarbij meer kwetsbare kinderen (andere culturen, dik/ dun, ADHD, autisme en dergelijke) op het reguliere onderwijs komen.
……………………………………………………………………………
sombere gevoelens. Vier procent van de jongeren in Helmond voelde zich een beetje tot erg somber (300 jongeren) in de afgelopen 3 maanden. Dit is meer dan in de regio (figuur 7).
Psychische gezondheid
… en meer jongeren voelen zich psychisch ongezond In Helmond ervaart 14% van de jongeren zijn of haar geestelijke gezondheid als slecht (figuur 7). Ook deze groep is groter dan in de regio, waar 13% van de 12- tot en met 18-jarigen zich psychisch ongezond voelt. Na de lichte stijging van het percentage psychisch ongezonde jongeren in de periode 2003-2007, is dit nu zowel in Helmond als in de regio gestabiliseerd. Vooral meisjes en 16-plussers ervaren de geestelijke gezondheid als slecht.
Meer sombere gevoelens in Helmond … Anders dan in de regio, waar een geringe maar significante daling te zien is, is er in Helmond geen verandering opgetreden ten aanzien van
Kleine groep heeft indicatie voor psychosociale problematiek De aanwezigheid van psychosociale problemen, sterke kanten van het kind en de invloed van psychische problemen op het dagelijks functioneren zijn onderzocht. In Helmond heeft 3%
8
van de jongeren een indicatie voor psychosociale problematiek. De psychische problemen die zich voordoen hebben met name betrekking op ‘hyperactiviteit’. Meer piekerende jongeren Achttien procent van de jongeren in Helmond heeft één of meer problemen die dag en nacht spelen. Dit is fors toegenomen sinds 2007, toen was dit nog 13%. Ook regionaal is deze toename zichtbaar. De helft van de Jongeren in Helmond piekert over schoolprestaties of cijfers. Andere dingen waar jongeren mee zitten, zijn keuzes maken (48%) en uiterlijk (31%). Ook meer jongeren zoeken hulp … Bijna de helft van de Helmondse jongeren heeft in het afgelopen jaar hulp gezocht bij één of meer hulpverleners. Dit is meer dan in 2007 (39%). De leerlingbegeleider of mentor is het meest benaderd (30%), gevolgd door de huisarts (19%) en de vertrouwenspersoon op school (10%). Helmondse jongeren benaderen de vertrouwenspersoon op school vaker dan hun leeftijdsgenoten in de regio (8%). … vooral bij leerlingbegeleider en huisarts Jongeren in Helmond zoeken, net als in de regio, nu vaker hulp bij de leerlingbegeleider en de huisarts dan vier jaar geleden (figuur 7). Ten opzichte van de regio, hebben meer jongeren in Helmond momenteel behoefte aan professionele hulp. Het groter aantal jongeren met psychische problemen is hiervoor mogelijk een verklaring. Uit regiocijfers blijkt dat als jongeren hulp nodig hebben, ze deze nu vaker bij een professional
zoeken, dan vier jaar geleden. Ook zien we dat ze in de meeste gevallen deze hulp eerder bij een professional zoeken, dan in de directe omgeving. Opvallend is dat dit vier jaar geleden nog andersom was. Centrum voor Jeugd en Gezin relatief onbekend Iets meer dan de helft van de 12- tot en met 18-jarigen in Helmond kent het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). Uit regiocijfers blijkt dat het CJG vooral bekend is binnen de oudste groep en onder meisjes. 0,3% van de jongeren heeft in het afgelopen jaar hulp gezocht bij deze instantie. Aandacht voor het voorkómen van psycho-sociale problemen blijft van belang De gemeente Helmond heeft de laatste jaren samen met andere organisaties zoals jongerenwerk, huisartsen, scholen, GGZ en GGD al de nodige aandacht besteed aan het voorkómen van psychische problemen. Gezien de ernst van psychische ongezondheid blijft dit ook voor de toekomst van groot belang. Het rapport ‘Op weg naar een gezonder Helmond’ doet hiervoor suggesties op het gebied van voorlichting, vroegsignalering en sporten en bewegen. De GGD Brabant Zuidoost ziet daarbij een belangrijke rol weg gelegd voor het onderwijs, het jongerenwerk en het CJG. Daarbij zal extra aandacht moeten worden besteed aan het vergroten van de bekendheid van het CJG bij de jongeren.
9
………………………………………………………………………………
Lichamelijke gezondheid Ervaren gezondheid blijft gelijk De ervaren gezondheid geeft een totaal oordeel over alle gezondheidsaspecten die relevant zijn voor een persoon. Veertien procent van de jongeren in Helmond ervaart de eigen gezondheid als matig of slecht. Ten opzichte van de regio en 2007 zijn er geen verschillen. Meisjes zijn minder positief over de eigen gezondheid dan jongens. Ook is er een duidelijk verschil naar leeftijd. Van de 16- tot en met 18-jarigen vindt 19% de eigen gezondheid matig tot slecht. Bij de 12- tot en met 15-jarigen is dat slechts 10%.
Een derde van de jongeren heeft een chronische aandoening… Chronische aandoeningen komen vaker voor met het toenemen van de leeftijd. Jongeren komen vooral bij de huisarts met aandoeningen als luchtweginfecties, astma, middenoorontstekingen, eczeem en andere huidaandoeningen. Ongeveer één derde van de jongeren heeft een chronische aandoening (figuur 8). Bij 21% van de jongeren is de chronische aandoening daadwerkelijk vastgesteld door een arts. Astma of bronchitis (7%), eczeem (6%) en buikklachten
(3%) zijn de meest voorkomende aandoeningen. … en de helft wordt hierdoor belemmerd Van de jongeren met een chronische aandoening wordt de helft hierdoor belemmerd bij dagelijkse bezigheden. Dat is 16% van de hele groep jongeren. Drie procent van de hele groep wordt zelfs sterk belemmerd. Deze percentages zijn niet veranderd ten opzichte van 2007. Ziekteverzuim is stabiel, maar hoger dan in regio In de maand voorafgaand aan het onderzoek heeft ongeveer een derde van de schoolgaande jongeren in Helmond van school verzuimd wegens ziekte. In de regio is dit cijfer lager (figuur 8). Meisjes verzuimen vaker van school wegens ziekte dan jongens (meisjes: 35% versus jongens: 25%). Ten opzichte van 2007 is het ziekteverzuim gelijk gebleven, zowel in Helmond als in de regio. Geef extra aandacht aan de jeugd met een risico maar voorkom onnodig ‘etiketteren’ Deze kinderen en hun ouders hebben hulp op maat nodig met als uitgangspunt: ‘niet overnemen, maar ondersteunen’ vanuit de behoefte en de mogelijkheden van kind en gezin. Alleen waar dat nodig is, wordt extra hulp geboden en doorverwezen. Deze werkwijze krijgt steeds meer vorm vanuit het Centrum jeugd en Gezin. Daarbij verdient ook de aanpak van ziekteverzuim aandacht. Hierdoor kan onderliggende medische of andere problematiek zo vroeg mogelijk naar boven worden gehaald en goede zorg worden georganiseerd. Als leerlingen met frequent en langdurig ziekteverzuim tijdig en adequaat worden begeleid wordt verder verzuim en mogelijk schooluitval voorkomen. Scholen kunnen, vanuit hun reguliere taken, hier een belangrijke signalerende rol in vervullen. Samen met de jeugdarts en de leerplichtambtenaar kan hier een belangrijke preventieve werking van uit gaan om schooluitval te voorkomen. Wellicht is hier een wat meer sturende en verplichtend insteek vanuit de gemeente voor nodig.
10
………………………………………………………………………………
Sociale participatie Meer jongeren doen vrijwilligerswerk Voor een goede sociale ontwikkeling is het belangrijk dat jongeren op verschillende manieren participeren in de maatschappij. Ook de overheid stimuleert de maatschappelijke betrokkenheid van de jeugd. Een manier om een steentje bij te dragen aan de samenleving is het verrichten van vrijwilligerswerk. In Helmond verricht 12% van de jongeren wekelijks vrijwilligerswerk (figuur 9). In 2007 was dit nog slechts 8%. Uit regiocijfers blijkt dat jongens en meisjes even vaak vrijwilligerswerk verrichten. De participatie onder 16- tot en met 18-jarigen is hoger dan onder 12- tot en met 15-jarigen.
vend of gehandicapt zijn. De zorg kan bestaan uit: boodschappen doen, koken en schoonmaken, oppassen, aankleden en eten geven van jongere broertjes en zusjes, helpen met eten, medicijnen geven aan zieke of gehandicapte familieleden en troosten of praten over problemen met zieke familieleden. Net als in 2007, vindt een kleine groep (2%) van de jonge mantelzorggevers in Helmond dit zwaar. In de regio Zuidoost-Brabant geeft eveneens 10% van de jongeren momenteel mantelzorg en 3% van hen vindt het zwaar.
Drie kwart van de jongeren is lid van een club In totaal is 76% van de jongeren lid van een vereniging of organisatie. Vaak is dit een sportvereniging (65%). Daarnaast zijn ook veel jongeren lid van een zang- muziek- of toneelvereniging (12%) en is 6% lid van een jeugdvereniging zoals de scouting. Net als in 2007 is het percentage jongeren met een clublidmaatschap in de regio hoger. Jongens en 12- tot en met 15- jarigen zijn relatief vaker lid van een vereniging. Mantelzorg geven blijft gelijk, bijna niemand vindt het zwaar Van de jongeren in Helmond geeft 11% momenteel mantelzorg (figuur 9). Dit komt neer op 825 jongeren. Mantelzorg is zorg die de jongere geeft aan ouder(s), broer(s), zus(sen), buren of vrienden, die voor langere tijd ziek, hulpbehoe-
Sociale participatie door jongeren is en blijft belangrijk voor de leefbaarheid Steeds meer jongeren in Helmond zijn actief op sociaal gebied. Blijf investeren in maatschappelijke stages. Heb aandacht voor de ondersteuningsvragen van jonge mantelzorgers en betrek de jeugd bij het bevorderen van sociale cohesie
11
in de wijken. Niet alleen jonge mantelzorgers zelf, maar ook gezinnen waarin een of beide ouders mantelzorger zijn, geeft druk op aan-
dacht en dus gezondheid van de kinderen in dit gezin.
……………………………………………………………………
Veiligheid Helmondse jongeren voelen zich veiliger dan 4 jaar geleden In 2007 gaf ruim een derde van de Helmondse jongeren aan zich wel eens onveilig te voelen. Uit de huidige peiling blijkt dat nu minder jongeren hier last van hebben. Met name is het gevoel van veiligheid ’s avonds en ’s nachts verbeterd. Jongeren voelen zich veiliger op straat in de eigen woonbuurt, op school en tijdens het uitgaan (figuur 10). Vooral meisjes voelen zich wel eens onveilig, op straat in eigen woonbuurt, thuis en tijdens het uitgaan. Betrek deze resultaten onder andere bij het maken van schoolveiligheidsplannen en het integraal veiligheidsbeleid van de gemeente
12
………………………………………………………………………
Omgaan met geld Gokken of spelen om geld blijft laag Enkele jaren geleden was het gokken of spelen om geld onder jongeren erg populair. In Helmond was dit in 2007 lager dan in de regio (2%). Dit percentage is gelijk gebleven. In de regio is het percentage gokkers gedaald van 6% in 2007 tot 1% in 2011. Het zijn nog steeds vrijwel uitsluitend jongens en 16- tot en met 18-jarigen die dit doen.
Jongeren in Helmond komen vaker geld tekort dan in de regio Steeds meer jongeren maken al op jonge leeftijd schulden. Ze hebben moeite om met geld om te gaan. Slim omgaan met geld kun je niet vroeg genoeg leren. Elf procent van de jongeren in Helmond geeft aan dat ze vaak geld tekort komt. In de regio is deze groep kleiner. Vooral meisjes en 16-plussers geven aan dat ze geld tekort komen. Drie procent van de jongeren in Helmond heeft zelfs een schuld die ze niet binnen een maand kan aflossen. Negen procent van de Helmondse jongeren zit regelmatig met geldproblemen; 1% piekert daar dag en nacht over.
13
………………………………………………………………………
Internetten
Internetten belangrijke vrijetijdsbesteding Met de komst van smartphones is het internet snel, gemakkelijk en overal toegankelijk. Dit zorgt ervoor dat veel jongeren online winkelen, surfen of informatie zoeken. In Helmond doet één op de zes jongeren dit dagelijks, 11% gamet dagelijks online met anderen en 50% bezoekt dagelijks social media sites. Meer ‘internet-verslaafden’ in Helmond Moeite hebben om te stoppen met internetten, het ervaren van problemen als gevolg daarvan en het continue bezig zijn met internet, ook als men niet achter de pc zit, zijn kenmerken van compulsief internetgebruik. Aan de hand van een aantal stellingen kunnen we bepalen of er sprake is van compulsief internetgebruik. Dit is het geval bij 5% van de jongeren in Helmond. Dit zijn dus 375 jongeren. In de regio is dit iets lager. Geslacht en leeftijd zijn geen risicofactoren.
…………………………………………………………………………
Spijbelen Spijbelen voorbode voor risicovolgedrag en schooluitval. Veel jongeren spijbelen wel eens. Regelmatig spijbelen kan grote gevolgen hebben. Het kan een voorbode zijn voor delinquent gedrag, roken en drinken en schooluitval. In Helmond heeft 5% van de schoolgaande jeugd in de afgelopen maand gespijbeld. Dit percentage is vergelijkbaar met de regio. In de regio zien we dat het percentage sinds 2007 is gedaald. Helmond lijkt deze trend te volgen, maar de afname is niet significant. Spijbelen komt voornamelijk voor bij de oudste leeftijdsgroep. Jongeren met minder goede relatie met ouders spijbelen vaker Uit onderzoek blijkt dat een goede band met ouders en leerkrachten spijbelen voorkomt. Ongeveer één op de zes jongeren in Helmond heeft een minder goede relatie met zijn/haar ouders. Jongeren die een minder goede relatie hebben met hun ouders spijbelen vaker dan de jongeren die een goede relatie met hun ouders hebben (12% versus 5%).
14
…………………………………………………………………………
Achtergrondkenmerken Achtergrondkenmerken van invloed op gezondheid Bepaalde gezondheidsproblemen of knelpunten doen zich vaker voor bij bepaalde groepen jongeren. In bovenstaande thema’s is reeds op basis van regionale cijfers de invloed van geslacht en leeftijd besproken. Daarnaast zijn ook verschillen zichtbaar op basis van achtergrondkenmerken als gezinssamenstelling, onderwijstype, etniciteit en opleiding en werksituatie van de ouders. Gezinssamenstelling en onderwijsniveau zijn van invloed Bij jongeren die in een nieuwgevormd gezin of eenouder gezin wonen, komen relatief vaker problemen voor dan bij jongeren die bij beide (biologische) ouders wonen. In Helmond woont 8% van de jongeren bij zijn/haar vader of moeder en zijn/haar (nieuwe) partner en 11% in een eenoudergezin. In de regio wonen minder jongeren bij zijn/haar vader of moeder en zijn/haar partner en minder in een eenoudergezin.
westers-allochtoon en 16% van de jongeren is niet-westers allochtoon. In de regio wonen relatief meer autochtonen. Ook doen zich gezondheidsverschillen voor tussen jongeren op basis van de sociaaleconomische status van hun ouders. Als indicatoren voor sociaal economische status gebruiken we opleiding en werksituatie van de ouders. In Helmond heeft 4% van de ouders geen opleiding of alleen basisonderwijs; 24% heeft ten hoogste een MAVO of MBO-kort opleiding. Deze percentages liggen hoger dan het regionale gemiddelde. Vier procent van de jongeren in Helmond heeft geen werkende ouder of verzorger en van 14% van de jongeren is één of beide ouders werkloos, arbeidsongeschikt en/of langdurig ziek. Ook deze cijfers zijn hoger dan gemiddeld in de regio.
Het onderwijstype dat de jongere volgt is eveneens van invloed op het voorkomen van bepaalde problemen of knelpunten. In Helmond volgt 38% van de jongeren een lager onderwijstype: 26% VMBO of praktijkonderwijs en 12% MBO. Zesenveertig procent volgt HAVO, VWO, HBO of universiteit. In de regio is deze laatste groep groter. Ook etniciteit en sociaal economische status spelen een rol Etniciteit is een belangrijke factor die gezondheidsverschillen verklaart. In Helmond is 77% van de jongeren van autochtone afkomst; 8% is
In het rapport ‘Regio kernpunten’ is in een tabel weergegeven welke achtergrondkenmerken van invloed zijn op het voorkomen van enkele belangrijke kernindicatoren.
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………
Kernpunten voor de wijken: In tabel 1b van het tabellenboek worden de resultaten weergegeven van de kernindicatoren, uitgesplitst naar drie gebieden van Helmond. In het eerste gebied vallen de wijken binnenstad, Helmond West, Helmond Oost en Helmond Noord. In deze wijken is het aandeel nietwesters allochtonen groter en het aandeel autochtonen kleiner dan in Helmond in zijn geheel. Minder jongeren wonen bij beide ouders en
meer jongeren in een eenoudergezin. Veel ouders hebben geen of een relatief lage opleiding. Ook hebben meer ouder(s) geen werk of zijn arbeidsongeschikt of langdurig ziek. Ook is de opleiding van de jongeren zelf lager dan in Helmond in zijn geheel. In het tweede gebied vallen de wijken ’t Hout, Rijpelberg en Brouwhuis. De achtergrond kenmerken van jongeren in deze wijken komen grotendeels overeen met die van Helmond in zijn geheel. Er wonen alleen wat minder jonge-
15
ren in een eenoudergezin. Ook ten aanzien van de beschreven gezondheidsaspecten en andere indicatoren zien we geen verschillen tussen Helmond in zijn geheel en deze wijken. Deze wijk wordt daarom verder niet besproken.
Beperkt aantal rokers wil stoppen Van de jongeren die roken in deze wijken geeft een kwart aan binnenkort te willen stoppen met roken. In Helmond in zijn geheel is deze groep groter; 40% van de rokers wil hiermee stoppen.
De wijken Warande, Stiphout, Brandevoort en Dierdonk vormen het derde gebied. In deze wijken wonen relatief meer autochtone jongeren en minder niet-westers allochtonen, ten opzichte van Helmond in zijn geheel. De jongeren wonen vaker in een traditioneel gezin en minder vaak bij anderen of zelfstandig. Hun ouders hebben over het algemeen werk en een hogere opleiding. Ook de 12- tot en met 18-jarigen zelf volgen vaker een hoger onderwijstype.
…………………………………………………………………………
Hieronder worden voor deze twee gebieden verschillen ten opzichte van Helmond in zijn geheel beschreven.
………………………………………………………………………………
Binnenstad, Helmond West, - Oost en – Noord …………………………………………………………………………
Overgewicht
Lichamelijke gezondheid Jongeren ervaren gezondheid slechter In Helmond ervaart één op de zeven jongeren zijn/haar eigen gezondheid als matig tot slecht. In deze wijken is deze groep, met één op de zes, groter. Chronische aandoeningen komen vaker voor In deze wijken heeft 27% van de jongeren één of meer chronische aandoeningen, vastgesteld door een arts. Met name eczeem komt relatief vaker voor. …………………………………………………………………………
Sociale participatie Minder jongeren zijn lid van een club Het percentage jongeren dat lid is van een club is lager, in vergelijking met Helmond in zijn geheel. Vooral minder jongeren zijn lid van een sportclub of –school.
Overgewicht komt vaker voor Het percentage jongeren met overgewicht (inclusief obesitas) is met 14% hoger dan in Helmond in zijn geheel. Groter deel wil meer gaan bewegen en gezonder gaan eten Meer jongeren dan in Helmond in zijn geheel zeggen binnenkort hun leefstijl te willen verbeteren. Hierbij staan vooral het eet- en beweeggedrag hoog op de agenda. Het vaker voorkomen van overgewicht is hier mogelijk een verklaring voor. …………………………………………………………………………
Roken Veel jongeren nog steeds aan rook blootgesteld In Helmond is het aantal jongeren dat is blootgesteld aan rook in huis in de afgelopen jaren sterk afgenomen. In deze wijken echter is de groep nog steeds groot (34%). Het aantal jongeren dat zelf rookt wijkt overigens niet af van Helmond in zijn geheel.
…………………………………………………………………………
Veiligheid Jongeren voelen zich vaker onveilig Jongeren uit deze wijken voelen zich vaker onveilig. Negenentwintig procent voelt zich wel eens onveilig en dan vooral op straat in de eigen woonbuurt (13%). Meer jongeren geven de buurt dan ook een onvoldoende. Ook meer jongeren zijn in de afgelopen maand slachtoffer
16
geworden van bedreiging, dan in Helmond in zijn geheel (6% versus 4%).
…………………………………………………………………………
…………………………………………………………………………
Meer jongeren zijn lid van een sportclub In de gemeente Helmond is ruim driekwart van de jongeren lid van een club. In deze wijken is dat ook zo, maar meer jongeren zijn lid van een sportclub of – school. Dit is 71%, terwijl het in Helmond 65% is.
Omgaan met geld Geld tekort is bij meer jongeren een probleem In vergelijking met Helmond in zijn geheel (11%) Geeft een grotere groep jongeren aan vaak geld tekort te komen (15%), Vier procent van de jongeren heeft een schuld die niet binnen een maand kan worden afgelost.
Sociale participatie
………………………………………………………………………………
Warande, Stiphout, Brandevoort en Dierdonk
………………………………………………………………………………
Overgewicht Overgewicht komt minder vaak voor Het percentage jongeren met overgewicht (inclusief obesitas) is met 7% lager dan in Helmond in zijn geheel. Kleiner deel wil meer gaan bewegen Net als in Helmond beweegt 74% van de jongeren onvoldoende. Ten opzichte van Helmond in zijn geheel (34%), wil echter een kleiner deel binnenkort meer gaan bewegen (29%). ………………………………………………………………………………
Roken Minder jongeren aan rook blootgesteld In deze wijken zijn iets minder dagelijkse rokers (3%) dan in Helmond in zijn geheel (4%). In tegenstelling tot de binnenstad, Helmond West, - Oost en – Noord, is in deze wijken het passief roken lager dan gemiddeld in Helmond. ……………………………………………………………………………
Lichamelijke gezondheid Jongeren ervaren gezondheid beter De eigen gezondheid wordt door minder jongeren als matig tot slecht beoordeeld (11%), dan in Helmond in zijn geheel (14%). Minder jongeren hebben een chronische aandoening De betere ervaren gezondheid weerspiegelt zich ook in het lagere percentage jongeren met een chronische aandoening. In deze wijken heeft 16% van de jongeren één of meer chronische aandoeningen, vastgesteld door een arts, terwijl dat in Helmond in zijn geheel 21% is.
Kleinere groep jongeren geeft mantelzorg Acht procent van de 12- tot en met 18-jarigen in deze wijken geeft mantelzorg. In Helmond in zijn geheel is dat met 11%, relatief meer. ………………………………………………………………………………
Relatie ouders Relatie met ouders is beter Jongeren die in deze wijken wonen hebben over het algemeen een goede relatie met hun ouders. Slechts 13% van jongeren heeft een minder goede relatie met zijn/haar ouders. Met name de vaders ontvangen een hoger rapportcijfer dan in andere wijken. ………………………………………………………………………………
Veiligheid Jongeren voelen zich minder vaak onveilig Minder jongeren die in deze wijken wonen geven aan dat ze zich wel eens onveilig voelen. Het gevoel van veiligheid is vooral beter op straat in de eigen woonbuurt. Hier geeft 6% van de jongeren aan zich op deze plaatsen wel eens onveilig te voelen, terwijl dat in de andere wijken 10% is. Ook meer jongeren geven de buurt een voldoende als rapport cijfer.
17
Verschillende wijken vragen verschillende aanpak Daar het gezondheidsniveau van de Helmondse jeugd in de verschillende wijken verschillend is, is het raadzaam de aandacht ook met name in te zetten in die wijken waar de jeugd het moeilijk heeft. Dat betekent extra aandacht voor met name de wijken Binnenstad, Helmond West, Oost en Noord. Betrek jongeren hierbij via allerlei kanalen en gebruik de kanalen waar jongeren samen komen (school, jongerenwerk, sportclubs e.d). Laat hen aangeven wat hen helpt om gezonder te leven en betrek hen bij de realisatie hiervan. Zo kunnen interventies en activiteiten gericht ingezet worden. Ook de invloed van hun omgeving (vriendengroepen, ouders) is hierbij essentieel en moet meegenomen worden in de aanpak. …………………………………………………………………………
Advies op maat naar aanleiding van deze resultaten In dit document met kernpunten beschrijft de GGD Brabant Zuidoost de belangrijkste resultaten van de Jeugdmonitor ten aanzien van het welzijn, gedrag, de risico’s en de behoeften van jongeren in uw gemeente. Het onderzoek wordt elke vier jaar herhaald om veranderingen te kunnen signaleren. De resultaten kunnen gebruikt worden voor onderbouwing of aanpassing van het jeugd (gezondheids) beleid in uw gemeente, maar ook bijvoorbeeld voor het bepalen van de inzet van de extra middelen die de gemeenten naar verwachting in 2013 krijgen om het overgewicht bij jongeren verder terug te dringen. De inzet van deze middelen is primair gericht op voeding en bewegen, maar daar waar mogelijk kan een verbredingslag worden gemaakt naar andere leefstijlthema’s. Hierdoor kan een extra impuls worden gegeven aan activiteiten die op wijk- en schoolniveau worden uitgevoerd én voor de invoering van een extra contactmoment van jeugdgezondheidszorg voor adolescenten. De resultaten van de gezondheidsmonitor kunnen ook gebruikt worden voor de beleidsterreinen LGB, onderwijs, WMO, sport en armoede. De GGD Brabant-Zuidoost adviseert u graag op maat naar aanleiding van deze resultaten. Onze onderzoekers kunnen de resultaten van deze Jeugdmonitor toelichten in een persoonlijk gesprek of een presentatie verzorgen, bijvoorbeeld binnen een netwerkoverleg Jeugd in uw gemeente. Uw adviseur Lokaal gezondheidsbeleid kan u adviseren over de gezondheidsthema’s zoals ze binnen het lokale gezondheidsbeleid in
uw gemeente opgepakt (kunnen) worden. Zij zal hierbij nauw samenwerken met de jeugdarts. Hij of zij kan op basis van kennis van de praktijk en expertise als sociaal geneeskundige, een belangrijke inbreng hebben bij het tot stand komen van een overall plan voor de aanpak van de gezondheid van de jeugd in uw gemeente. De contactpersonen voor uw gemeente zijn: Freke van der Esch, adviseur LGB, tel. 088 0031 445,
[email protected] Ineke van Adrichem, Jeugdarts JGZ, tel. 088 0031 294,
[email protected]
U kunt de resultaten van de Jeugdmonitor 12tot en met 18-jarigen 2011-2012 net als de andere monitors van de GGD vinden in het tabellenboek voor uw gemeente en op www.GGDgezondheidsatlas.nl. De cijfers van uw gemeente kunt u daar ook vergelijken met omringende gemeenten in Zuidoost-Brabant.
18