Luide muziek bij Pop- en Rockconcerten Genieten zonder gehoorschade
Afstudeerscriptie Maarten van Dorp Opleiding Theatermaker / Techniek en Theater Hogeschool voor de Kunsten Amsterdam © juni 2006
Voorwoord Als metal- en hardrockliefhebber ben ik een groot voorstander van harde muziek. Harde muziek geeft me een kick, een sensatie. Maar inmiddels ben ik me erg bewust van het nadelige gevolg van het luisteren naar te harde muziek, namelijk gehoorschade. Het gehoor is voor mij een zeer kostbaar zintuig, dat ik liever niet beschadig. Ik ben in tweestrijd met mezelf. Graag wil ik de sensatie van harde muziek blijven ervaren, maar zonder gehoorschade. De meeste mensen zeggen dan: “draag oordoppen”. Uiteraard draag ik oordoppen, maar hoe is het voor het publiek dat minder bewust met het gehoor bezig is? Zij dragen geen oordoppen, want dat doet niemand en ze willen er niets van weten. Oordoppen dragen is voor mij een oplossing, maar voor veel publiek dus niet. Kunnen we het geluidsniveau niet iets terugbrengen om gehoorschade te beperken, zonder dat de sensatie van het concert daar onder lijdt? Deze kwestie heb ik aangegrepen als onderwerp. Deze scriptie is in principe geschreven voor iedereen die geïnteresseerd is in dit onderwerp. Er is dan ook gepoogd om het zo toegankelijk mogelijk te houden. De scriptie is echter primair gericht op geluidstechnici en muzikanten die meer willen weten over het onderwerp. Het is namelijk aan hen om iets te doen aan de schadelijke geluidsniveaus. Daarnaast hebben deze personen nog een belangrijke taak en dat is anderen bewust te maken van het feit dat er wel degelijk methoden zijn om te mixen op minder schadelijk geluidsniveau, zonder dat het gevoel van sensatie daarbij wordt aangetast. Deze scriptie kan gebruikt worden bij de argumentatie in discussies met geluidstechnici en muzikanten die niet willen afwijken van hun hoge geluidsniveaus. De informatie in deze scriptie is hoofdzakelijk vergaard uit literatuur. Maar op de achtergrond hebben veel mensen geholpen met het sturen van dit werkstuk. Ze kwamen met literatuur, ideeën, hielpen me mijn vragen te beantwoorden en gaven feedback. Met geen van deze personen is een klassiek interview gehouden. Zij waren stuk voor stuk een vraagbaak op voor mij nieuwe gebieden en hielpen waar dat nodig was. Achterin de bronvermelding worden al deze personen genoemd. Bij deze wil ik iedereen bedanken voor zijn inzet en tijd. Er zijn twee personen die ik nog even specifiek wil noemen. Allereerst mijn scriptiebegeleider Léon op den Buijs. Bedankt voor het brainstormen en meedenken, het feit dat ik je altijd mocht bellen en bedankt voor je snelle antwoord en advies over het geschreven werk. Daarnaast wil ik Carlo Habets bedanken voor zijn hulp en zoekwerk wat betreft het audiologische deel van deze scriptie.
Pagina 2
Inhoudsopgave Voorwoord ...................................................................................................................................... 2 Inhoudsopgave ............................................................................................................................... 3 Inleiding ......................................................................................................................................... 4 Toelichting en afkadering vraagstelling .................................................................................... 5 Structuur .................................................................................................................................... 6 Hoofdstuk 1: gehoorschade ........................................................................................................... 7 1.1 Inleiding ............................................................................................................................... 7 1.2 Werking van het gehoororgaan ............................................................................................ 8 1.3 Gevoeligheid van het gehoor ............................................................................................. 10 1.4 Beschadiging van het gehoor ............................................................................................. 11 1.4.1 Inleiding ...................................................................................................................... 11 1.4.2 Verdedigingsmechanismen .......................................................................................... 12 1.4.3 Lawaaislechthorendheid ............................................................................................. 12 1.4.3.1 Het Cocktailparty effect ..................................................................................... 13 1.4.3.2 Tinnitus ............................................................................................................... 14 1.4.3.3 Hyperacusis ........................................................................................................ 14 1.4.4 Verdovende middelen en medicijnen .......................................................................... 15 1.4.5 Tips om gehoorschade te beperken ............................................................................ 16 Hoofdstuk 2: de belevingswaarde van luide muziek .................................................................. 20 2.1 Inleiding ............................................................................................................................. 20 2.2 Opwinding .......................................................................................................................... 22 2.3 Opwinding door geluid. ...................................................................................................... 23 2.4 Opwinding door muziek ..................................................................................................... 25 2.5 Toepassing .......................................................................................................................... 26 Hoofdstuk 3: technieken van hogere belevingswaarde .............................................................. 27 3.1 Inleiding ............................................................................................................................. 27 3.2 Fysieke technieken ............................................................................................................. 28 3.2.1 Resonantie van lichaamsdelen en –holtes .................................................................. 28 3.2.2 Infrasound .................................................................................................................. 32 3.2.3 Mechanische trillingen ............................................................................................... 34 3.2.4 Afrondend ................................................................................................................... 35 3.3 Psychische technieken ........................................................................................................ 36 3.3.1 Dynamiek ................................................................................................................... 36 Conclusie ..................................................................................................................................... 38 Samenvatting ........................................................................................................................... 38 Aanbeveling ............................................................................................................................. 40 Aanbeveling betreft literatuur .................................................................................................. 40 Bronvermelding ........................................................................................................................... 41 Boeken ...................................................................................................................................... 41 Internetbronnen ........................................................................................................................ 41 Personen die bijdroegen aan deze scriptie ............................................................................... 43
Pagina 3
Inleiding Afgelopen decennia is de geluidsapparatuur sterk ontwikkeld. Inmiddels kan deze apparatuur zonder enige vervorming dermate hoge geluidsniveaus produceren, dat gehoorschade gegarandeerd is. Maar voor de gemiddelde rock- en popconcertgangers maakt dat niet uit. Ze zijn gewend geraakt aan de hoge geluidsniveaus en voor hen geldt vaak: hoe harder het geluid, hoe beter het concert. Sommigen zoeken zelfs de luidsprekers op. Hard geluid is lekker. Gelukkig zetten steeds meer mensen vraagtekens bij deze hoge geluidsniveaus. Met de komst van de Arbo-wet worden ook steeds meer maatregelen getroffen: personeel wordt uitgerust met oordoppen en in concerthallen worden zones gecreëerd waar het geluidsniveau lager is. Via voorlichting lukt het ook om het publiek te bereiken en te waarschuwen voor gehoorschade. Maar het merendeel van het rocken popconcertpubliek wil helemaal niet stilstaan bij gehoorschade, laat staan bij het dragen van oordoppen. Ook geluidstechnici, met name rock-’n-rolltechnici, lijken doof voor informatie over gehoorschade, terwijl je ervan uit mag gaan dat ze wel weten dat die informatie er is. Veel van deze technici hebben niet door, met wat voor een gevaarlijke apparatuur ze werken. Er zijn er maar weinig die zich verantwoordelijk voelen voor het beschermen van het gehoor van het publiek, van de muzikant en uiteraard van henzelf. De verantwoordelijkheid ligt niet alleen bij de geluidstechnicus. Ook de band en de promotor zouden zich verantwoordelijk moeten voelen. Vaak nemen zij de geluidstechnicus niet meer serieus op het moment dat deze een lager geluidsniveau hanteert. De oplossing wat betreft gehoorschade lijkt simpel: omlaag met die schuiven, omlaag met het geluidsniveau. Maar dit beperken van de bron gaat in tegen de wensen van het publiek. Mensen komen naar een concert voor een “kick” en harde muziek geeft die geweldige sensatie. Het terugnemen van de schuiven naar een veilig geluidsniveau is voor hen geen oplossing. Zijn er geen mogelijkheden om het geluidsniveau omlaag te brengen, met behoud van de sensatie die het publiek wil? Of anders geformuleerd: Hoe kun je als geluidstechnicus een concert op minder schadelijk geluidsniveau weergeven, zonder dat dit ten koste gaat van de belevingswaarde? Deze scriptie richt zich op deze vraagstelling. Het richt zich op het beperken van het gehoorschade door de bron aan te pakken.
Pagina 4
Toelichting en afkadering vraagstelling Bij de vraagstelling op de vorige pagina is enige toelichting en afkadering nodig. Chronologisch wordt de vraagstelling toegelicht. Hoe kun je als geluidstechnicus… De geluidtechnicus is natuurlijk niet de enige die het geluidsniveau omlaag kan brengen, zoals in de inleiding ook al stond. De muzikanten kunnen hierin net zoveel bijdragen als de technicus en in zekere zin geldt dit ook voor de promotors, bandmanagers en bestuur van poppodia, theaters, concerthallen, etc. …een concert… Met concert wordt hier een pop- of rockconcert bedoeld, maar dit onderzoek is breder toepasbaar. De bevindingen sluiten vaak ook aan op muziektheater en musicals. De keuze om deze scriptie te richten op pop- en rockconcerten en in minder mate op theater heeft twee redenen. Allereerst, de geluidsniveaus bij concerten zijn doorgaans hoger dan de niveaus in het theater. Daardoor is de kans op gehoorschade bij concerten groter. En ten tweede, de geluidstechnici, muzikanten, etc., die deze concerten uitvoeren, zijn zich, uitzonderingen daargelaten, veel minder bewust van de gevolgen van zulke hoge geluidsniveaus. … op minder schadelijk geluidsniveau weergeven… Het is natuurlijk het makkelijkst dit minder schadelijk niveau uit te drukken in een getal. In praktijk echter is het geluidsniveau sterk afhankelijk van het genre van de muziek, waardoor het onmogelijk is dit in één getal uit te drukken. Voor een jazzconcert bijvoorbeeld is 100dBA1 over het algemeen aan de stevige kant, maar voor een metalconcert is 100dBA tamelijk netjes. Een minder schadelijk geluidsniveau kan beter gedefinieerd worden door te zeggen: 10 tot 15dB zachter dan wat nu algemeen gangbaar is. (in het eerste hoofdstuk wordt aangegeven dat 10 dB zachter veel uitmaakt wat betreft het risico op gehoorschade) …zonder dat dit ten koste gaat van de belevingswaarde? Hoe beleven wij muziek? Dat is een vraag waar eigenlijk niemand een duidelijk en eenduidig antwoord op kan geven. Onze muziekbeleving is afhankelijk van heel veel factoren: het menselijk gedrag, de waarneming, kennis, persoonlijkheid, cultuur, etc. Een studie naar de psyche van de mens moet eraan vooraf gaan voordat een objectief antwoord gegeven kan worden. En zelfs dan is het lastig om objectieve informatie te geven omdat er zoveel factoren een rol spelen. In deze scriptie wordt alleen gekeken naar een vorm van belevingswaarde die iedereen wel kent en ervaart, namelijk het plezierige gevoel dat harde muziek geeft. Het gevoel van willen dansen, uit je bol willen gaan, het volume omhoog willen draaien bij een mooi nummer. Het gevoel van nieuwe energie krijgen door een goed concert. Het gevoel dat je misschien het best kan omschrijven met de woorden kick, drive, sensatie, etc. Deze belevingswaarde wordt bedoeld in dit werkstuk. Er wordt daarbij alleen ingegaan op de belevingswaarde veroorzaakt door geluid, door de muziek. Natuurlijk zijn er vele andere zaken die ook bijdragen aan de belevingswaarde, bijvoorbeeld drugs- en alcoholgebruik, het licht, podiumpresentatie van de band, sfeer, het feit of je er alleen of met vrienden bent, etc. Deze elementen vallen buiten het kader van deze scriptie. 1
Geluidsniveaus worden uitgedrukt in decibels (dB). De dB is een verhoudingsgetal. Het is nodig om te weten waaraan het zich verhoudt, voordat de absolute geluidsdruk bepaald kan worden. Bij de dBA schaal is het verhoudingsgetal vastgesteld aan de hand van de gevoeligheid van het menselijk gehoor. Daarmee is de dBA schaal dus eigenlijk een absolute schaal, die overeenkomt met hoe wij als mens luidheid ervaren.
Pagina 5
Structuur De structuur van deze scriptie volgt de vraagstelling. In het eerste hoofdstuk wordt ingegaan op het gehoororgaan en op gehoorschade. Daarnaast worden twee vragen behandeld die van wezenlijk belang zijn voor deze scriptie. Stel dat we de geluidsniveaus matigen, draagt dit dan bij aan minder gehoorschade? Zijn bepaalde frequenties aan te duiden als meer schadelijk, of juist minder schadelijk? Het tweede hoofdstuk gaat over de belevingswaarde. Waarom vinden we harde muziek prettig? Hoe reageert ons lichaam op harde muziek en wat gebeurt er in het lichaam? Hoe raken we opgewonden en actief van muziek? Zijn er een aantal algemene eigenschappen van geluid aan te wijzen die zorgen voor deze opgewondenheid? In het derde hoofdstuk worden vier technieken behandeld waarmee de belevingswaarde door de geluidstechnicus (maar ook door de muzikant) versterkt kan worden en het geluidsniveau verlaagd kan worden. Er wordt aangegeven dat er wel degelijk methoden zijn om te mixen op een lager geluidsniveau dan momenteel gangbaar is, zonder verlies van belevingswaarde.
Pagina 6
Hoofdstuk 1: gehoorschade 1.1 Inleiding Voordat van start gegaan kan worden met de behandeling van de vraagstelling is het van belang dat de lezer enige kennis heeft van de werking van het gehoororgaan en weet wat gehoorschade is. Het eerste deel van dit hoofdstuk gaat daarop in. Er is gekozen dit eerste deel zo beknopt mogelijk te houden. Voor meer informatie wordt doorverwezen naar de gebruikte bronnen. In dit eerste deel zal ingegaan worden op: • De werking van het gehoororgaan, een beknopte en versimpelde uitleg. • De gevoeligheid van het oor. Voor bepaalde frequenties is het gehoor gevoeliger dan voor andere. • Beschadiging van het gehoor. o Waarschuwingen van het gehoororgaan voor schade o Meest voorkomende gehooraandoeningen in ons vakgebied o De invloed van verdovende middelen en een aantal medicijnen o Tips om gehoorschade te beperken Deel twee van dit hoofdstuk gaat in op een tweetal vragen die van groot belang zijn voor deze scriptie: • Maakt het wat betreft gehoorschade veel uit als we geluid 10 dB zachter gaan weergeven dan we nu gewend zijn? • Zijn bepaalde frequenties schadelijker voor het gehoor, zijn bepaalde frequenties juist minder schadelijk voor het gehoor? Bij deze laatste vraag wordt meteen een kanttekening geplaatst: er wordt uitgegaan van muziek. Muziek bevat doorgaans het gehele spectrum aan frequenties dat de mens kan horen. Hier wordt uitgegaan van een egaal spectrum en niet van een spectrum waarin één frequentie of frequentiegebied overdreven geaccentueerd is.
Pagina 7
1.2 Werking van het gehoororgaan Hoewel er relatief veel bekend is over de opbouw van het oor en over de zenuwen die het oor verbinden met de hersenen, begrijpen we het horen zelf maar ten dele. In deze paragraaf wordt zowel het gehoororgaan als de werking ervan besproken. Als bron voor deze paragraaf is hoofdzakelijk het boek Klank en Muziek van John R. Pierce gebruikt. Ons gehoororgaan kunnen we ruwweg indelen in twee delen: een geleidingsdeel en een perceptief deel. Het geleidingsdeel bestaat ook weer uit twee delen: het uitwendig oor en het middenoor. Onder het uitwendig oor verstaan we de gehoorschelp en de gehoorgang. Vele jaren hebben degenen die het oor bestuderen gedacht dat de oorschelp niet echt belangrijk was. Inmiddels is duidelijk geworden dat de gehoorschelp een rol speelt in het horen van richting. Zonder de schelp kunnen we niet bepalen of een geluid van voren, van boven of van achteren komt. De gehoorschelp zorgt er dus voor dat we de verticale richting van het geluid kunnen inschatten.
Het gehoororgaan, bron: John R. Pierce, Klank en Muziek, pagina 97
De gehoorschelp geleidt het geluid de ongeveer 2,5 cm lange gehoorgang in. Deze gehoorgang wordt aan het einde afgesloten door het trommelvlies. Geluid zorgt ervoor dat het trommelvlies begint te bewegen. Via het middenoor, wat bestaat uit een drietal beentjes, wordt de beweging doorgegeven aan het perceptieve deel van het gehoor: het binnenoor. Het binnenoor bevat drie cirkelvormige kanalen, die niet voor geluidswaarneming dienen, maar als evenwichtsorgaan functioneren. Het deel van het binnenoor waarin wij geïnteresseerd zijn is de cochlea, een taps toelopende buis, opgerold als een spiraal, waardoor hij op een slakkenhuis lijkt. De cochlea is gevuld met vloeistof.
Pagina 8
Ter verduidelijking wordt het slakkenhuis meestal uitgerold getekend. Links in het figuur hieronder is de lengtedoorsnede van de cochlea weergegeven, van het ene tot het andere uiteinde. De cochlea is ongeveer 3 cm lang. De doorsnede is aan het begin van de buis (links) ongeveer 6 mm en aan het eind ongeveer 3 mm. Het rechter deel van het figuur toont de dwarsdoorsnede van de cochlea.
De vereenvoudigde cochlea, bron: John R. Pierce, Klank en Muziek, pagina 98
Aan de brede kant van de cochlea bevinden zich twee openingen. Deze zijn afgesloten met dunne, buigzame membranen. De bovenste opening heet het ovale venster. Het ovale venster vormt de ingang en is verbonden met de beentjes van het middenoor. Het ronde venster vormt de uitgang en is nergens mee verbonden. Tussen deze twee zit een tussenschot, het basilair membraan, dat de gehele cochlea in twee delen verdeelt. Het basilair membraan is een elastisch membraan. De stijfheid en breedte van het membraan zijn niet overal gelijk. Van de ene naar de andere kant van de cochlea veranderen de breedte (met B aangegeven in het figuur) en de stijfheid van het basilair membraan. Links is het smaller en stijver, rechts is het breder en slapper. Aan het uiteinde van de cochlea zit een kleine opening, het helicotrema, waardoor beide helften met elkaar in verbinding staan. Als we dus het ovale venster in zouden drukken, zou de vloeistof boven het basilair membraan naar rechts gaan stromen, de helicotrema passeren, onder het basilair membraan naar links gaan stromen en ten slotte het ronde venster naar buiten duwen. In feite laat een geluidsgolf het ovale venster snel naar links en naar rechts bewegen, waardoor de druk in de vloeistof boven het basilair membraan toeneemt en onder het basilair membraan afneemt. Dit veroorzaakt een golf, die langs het membraan van links naar rechts door de cochlea loopt. We kunnen ons de golf het best voorstellen als een zich voortplantende, op en neer gaande beweging van het basilair membraan. De snelheid waarmee de golf naar rechts beweegt over het basilair membraan hangt af van de frequentie. Doordat de cochlea is gevuld met vloeistof, doordat de cochlea steeds kleiner wordt in diameter en doordat het basilair membraan steeds breder en slapper wordt, remt de golf langzaam af. Op een bepaalde plaats langs het basilair membraan komt de golf tot stilstand. Golven van hoge frequenties komen voor in de cochlea tot stilstand, golven van lage frequenties achter in de cochlea. De energie van de golf wordt op de plek waar hij tot stilstand komt geabsorbeerd. Dit zorgt ervoor dat het basilair membraan op die plaats heftig gaat trillen. Het trillen van het basilair membraan brengt haarcellen die verbonden zijn met het membraan in trilling. Deze trilling wordt door de haarcellen omgezet in een elektrisch signaal en via de zenuwen verstuurd naar de hersenen. Iedere zenuw correspondeert met een bepaalde plek op het basilair membraam. Het brein beschikt over een tabel waarin staat welke plaats van het basilair membraam, oftewel welke zenuw, hoort bij welke frequentie. Pagina 9
1.3 Gevoeligheid van het gehoor Door bepaalde eigenschappen van het gehoor kunnen verschillende frequenties met dezelfde geluidsdruk (dezelfde hoeveelheid energie), voor onze ervaringen verschillen van luidheid. Een laagfrequent1 geluid, bijvoorbeeld, klinkt veel zachter dan een middenfrequent2 geluid met dezelfde energie. Het figuur hieronder laat de Fletcher-Munson curves van gelijke luidheid zien. Deze curves brengen de relatieve gevoeligheid van het gehoor in kaart.
Fletcher-Munson curves van gelijke luidheidsbeleving, bron: www.icycolors.com
De stippellijn in het diagram is de gehoorgrens. Geluiden met een lager geluidsniveau dan de gehoorgrens kunnen we niet horen. Wat direct opvalt, is dat ons gehoor het gevoeligst is tussen de 1 en 5 Khz. Dit is ondermeer te verklaren doordat onze gehoorgang een resonantie heeft bij ongeveer 3,7 KHz. Verder valt op dat ons gehoor veel minder gevoelig is voor laagfrequent en hoogfrequent3 geluid. Overigens worden de curves naar mate het geluidsniveau stijgt steeds rechter.4
Met laagfrequent wordt bedoeld: het frequentiebereik van 20 Hz tot 500 Hz Met middenfrequent wordt bedoeld: het frequentiebereik van 500 Hz tot 6 KHz 3 Met hoogfrequent wordt bedoeld: het frequentiebereik van 6 KHz tot 20 KHz 4 In deze paragraaf zijn de volgende bronnen gebruikt: • Pierce, John R., Klank en Muziek, pagina 110 en 111 • Leonard, John A., Theatre Sound, pagina 20 • Kraft, drs. P. T., Over Horen, pagina 59 tot en met 62 • Davies, Alex, Acoustic Trauma: Bioeffects of Sound 1 2
Pagina 10
1.4 Beschadiging van het gehoor 1.4.1 Inleiding De afgelopen eeuwen is het geluidsniveau om ons heen flink gestegen. Zaken als verkeer, industrie, maar zeker ook harde muziek hebben ons laten wennen aan hoge geluidsniveaus. Voor het gehoororgaan is deze revolutie te snel gegaan, het heeft zich niet kunnen aanpassen en is daardoor niet opgewassen tegen al dat lawaai. Met de huidige geluidsniveaus kan gehoorschade nog maar moeilijk voorkomen worden, zeker als je een beroep kiest waar hoge geluidsniveaus vaak aanwezig zijn. Allereerst, in ons vakgebied treedt gehoorschade op doordat we te lang naar te harde muziek luisteren. De mate van gehoorschade hangt af van de hoeveelheid energie van het geluid en de tijdsduur van blootstelling. Inmiddels is er een richtlijn1 opgesteld die aangeeft hoe lang je blootgesteld mag zijn aan een bepaald geluidsniveau voordat er blijvende gehoorschade optreedt. De gevaargrens voor wat betreft gehoorschade ligt bij de 80 dBA voor een periode van 8 uur. Voor iedere verhoging van het geluidsniveau met 3 dB halveert de veilige blootstellingsduur. Dus 83 dBA 4 uur, 86 dBA 2 uur, etc. (zie tabel hieronder). Dit is een goede richtlijn om te gebruiken, alleen de exacte grens die hij aangeeft moet in praktijk niet zo exact worden gezien. Bij een blootstelling aan 78 dBA bijvoorbeeld is er ook kans op blijvende gehoorschade, zij het minder. Eigenlijk moet dus de kans op gehoorschade, oftewel de mate van het risico, meegewogen worden. Wim Soede2 zette dit uit in de onderstaande grafiek.
Veilige blootstellingsduur
1 2
Kans op blijvende gehoorschade, bron: Wim Soede2
Bron: Arbopodium, Arbo in de Praktijk Bron: Soede, Wim, Hard of zacht piano stemmen, wat is het verschil voor de oren?
Pagina 11
1.4.2 Verdedigingsmechanismen Het gehoor beschikt over een aantal mechanismen waarmee het zich kan verdedigen tegen gevaarlijk harde geluiden. Versterkte muziek was echter geen factor tijdens de evolutie, dus de verdedigingsmechanismen zijn bij lange na niet genoeg in staat het gehoor te beschermen. Een van de mechanismen is de stapediusreflex1. De starheid van de gehoorbeentjes in het middenoor kan beïnvloed worden door het kleinste spiertje van ons lichaam, de Musculus Stapedius. Dit spiertje wordt aangespannen bij geluidsniveaus boven de 80 - 85 dB en is in staat het geluidsniveau te dempen. Deze demping in het grootst(15 dB) tussen de 250 en 500 Hz.2 De stapediusreflex werkt eigenlijk als een soort compressor. Met name de harde pieken in het geluid worden afgefilterd. Er wordt nog volop over gespeculeerd hoe lang de stapediusreflex werkt. Misschien is het zo dat de stapediusreflex maar een minuut of 15 effectief werkt.3 Er is ook een spiergroep verbonden aan de gehoorbeentjes waarvan men denkt dat deze in staat is de verbinding met het binnenoor te verbreken. Dit gebeurt bij extreem hoge geluidsniveaus, zoals bij explosies of een heavy metal concert. Het gaat gepaard met de sensatie van complete doofheid van het betreffende oor, desoriëntatie en verlies van evenwicht. Dit effect kan enkele uren aanhouden.3
1.4.3 Lawaaislechthorendheid De gehoorschade die onder andere in ons vakgebied optreedt noemt men lawaaidoofheid of lawaaislechthorendheid. Voordat daadwerkelijk blijvende gehoorschade optreedt, geeft ons gehoor een aantal waarschuwingen. De TTS is er daar een van. TTS staat voor Temporary Treshold Shift, wat betekent “tijdelijke drempelverschuiving”. Als we gedurende lange tijd blootgesteld worden aan geluid van meer dan 85 dBA, dan blijkt onze luidheidsindruk omlaag te gaan. Het is alsof het geluid ‘verdooft’. Aan het einde van de avond vinden we het geluidsniveau dan ook ‘wel meevallen’. Als men op dit moment de drempel van het gehoor zou bepalen, dan vindt men inderdaad een hogere waarde dan de normale gehoordrempel (zie Fletcher-Munson curves, paragraaf 1.3). Een dag later, soms een paar dagen later is deze drempel weer gezakt tot het normale peil. 4
Bron: Nederlandse Vereniging voor Audiologen, Audiologie handboek, paragraaf 8.3.3 Bron: Habets, Carlo 3 Bron: Clark, David, Hearing Losses – Cause and Effect 4 Bron: Kraft, drs. P. T., Over Horen, pagina 64 en 65 1 2
Pagina 12
Foto’s van gezonde en beschadigde haarcellen, bron: dr. J.O.Pickles
Nog een bekende waarschuwing zijn de oorsuizingen en fluittonen. Het is een milde waarschuwing dat het gehoor aan hogere geluidsniveaus heeft blootgestaan dan het aankan. Het is het eerste teken dat haarcellen in het slakkenhuis zijn omgeknakt, net als graan in de wind. Eenmaal beschadigd kunnen de tere haarcellen in het binnenoor zich niet of nauwelijks herstellen. Reparatie van haarcellen via een chirurgische ingreep is eveneens onmogelijk, domweg omdat ze daar veel te minuscuul voor zijn.1 Lawaaislechthorendheid uit zich in een aantal verschillende aandoeningen. Iemand met lawaaislechthorendheid kan last hebben van een van deze aandoeningen of van een aantal en soms zelfs van allemaal. De Zweedse onderzoeker Kim Kähäri2 deed onderzoek naar welke aandoeningen het meest voorkwamen bij jazz- en rockmuzikanten. De percentages in de volgende tekst zijn afkomstig uit zijn onderzoek. Ze zijn natuurlijk niet helemaal representatief voor geluidstechnici, maar geven wel aan welke aandoeningen veel voorkomen in ons vakgebied.
1.4.3.1 Het Cocktailparty effect Van de jazz- en rockmuzikanten heeft 41% last van het Cocktailparty effect. In ruimtes met veel achtergrondgeluiden zijn specifieke geluiden dan nog maar moeilijk te onderscheiden. Dit kan bijzonder vervelend zijn, omdat bijvoorbeeld een gesprek in de kroeg nog maar moeilijk te volgen is. Voor geluidstechnici en musici is dit fenomeen helemaal een probleem, ze kunnen zich niet meer focussen op één instrument als de hele band speelt. Het cocktail party effect wordt veroorzaakt doordat bepaalde gebieden in het geluidsspectrum onvoldoende waargenomen kunnen worden. Een van deze gebieden ligt rond de 4 KHz. Deze dip in de gevoeligheid van het gehoor bij 4 KHz is kenmerkend voor lawaaislechthorendheid.3
Bron: Orkest en Gehoor, Wat is gehoorschade Bron: Kähäri, Kim, Assessment of hearing and hearing disorders in rock/jazz musicians 3 Bron: Orkest en Gehoor, Welke vormen van gehoorschade zijn er 1 2
Pagina 13
1.4.3.2 Tinnitus Tinnitus uit zich in oorsuizingen en fluittonen. Van de jazz- en rockmuzikanten heeft 43% last van tinnitus. Het geluid wat je hoort bij tinnitus is niet afkomstig uit de omgeving, maar uit het oor zelf. Deze oorsuizingen en fluittonen worden door de mensen die er last van hebben beschreven als variërend van windgesuizel tot fluitketels en straaljagers aan toe. Tinnitus is een grotere bron van verdriet dan gehoorverlies, omdat deze tonen niet uit te zetten zijn. Het gaat in sommige gevallen het hele leven van de persoon beheersen. Er is voor tinnitus geen vorm van behandeling beschikbaar. De patiënt kan zelf wel het een en ander doen om tinnitus dragelijker te maken. Door het te accepteren en er in te berusten wordt het minder. Spanning, vermoeidheid en ergernis (over de oorsuizingen bijvoorbeeld) maken tinnitus erger. Een muziekje om je heen of het geruis van een radiootje, ingesteld tussen twee zenders in, kan tinnitus maskeren. Bij maskering wordt een geluid deels of geheel overstemd door een ander geluid. Het geluid dat overstemd wordt verdwijnt uit de waarneming.1
1.4.3.3 Hyperacusis Hyperacusis is een sterk verhoogde gevoeligheid van het gehoor. De pijngrens van het gehoor2 kan daarbij zakken naar 80 / 90 dB. Geluiden die voor iemand met een gezond gehoor “normaal” klinken, zijn voor iemand met hyperacusis pijnlijk hard. Van de jazz- en rockmuzikanten heeft 39% last van hyperacusis.
1 2
Bron: Kraft, drs. P. T., Over Horen, pagina 32 Zie Fletcher-Munchen curves, paragraaf 1.3
Pagina 14
1.4.4 Verdovende middelen en medicijnen Er wordt veel gespeculeerd over de invloed van verdovende middelen, zoals alcohol en medicijnen, op gehoorschade. Specifieke onderzoeken naar deze kwestie zijn er niet veel, maar een aantal grove lijnen is wel te ontdekken. In deze scriptie wordt hier kort aandacht aan besteed, zodat de lezer zich bewust is van de nadelige effecten van deze middelen en medicijnen. Alcohol De KNO-kliniek van de Universiteit van Ulm1 ontdekte dat regelmatig gebruik van alcohol niet alleen maar schade toebrengt aan de hersenen, maar ook zorgt voor schade aan de zenuwen van het gehoororgaan. Communicatie met haarcellen gaat verloren, wat zich uit in dezelfde aandoeningen als bij lawaaislechthorendheid. In veel bronnen wordt tinnitus specifiek genoemd als gevolg van alcoholgebruik.2 Nog een nadelige bijwerking van alcohol is, dat de werking van de stapediusreflex afneemt. Hierdoor is het gehoor dus niet meer in staat om pieken en hard geluid af te filteren. Medicijnen Er is een aantal medicijnen bekend waarvan het gebruik kan leiden tot gehoorschade. Deze medicijnen noemt men ototoxisch. Bij gebruik ervan bestaat de kans dat soortgelijke aandoeningen van het gehoor ontstaan als bij lawaaislechthorendheid.3 Dit zijn ondermeer medicijnen als aspirine, een aantal antibiotica, bepaalde medicijnen tegen malaria en spierkramp en plaspillen. Het gaat om de volgende werkzame stoffen in deze medicijnen: • (Acetyl)salicylzuur, in aspirine • Aminoglycosiden, in bepaalde antibiotica • Kinine, in bepaalde geneesmiddelen tegen malaria en spierkramp • Lisdiuretica, in plaspillen Deze stoffen kunnen tinnitus veroorzaken en versterken en gelukkig wordt er in de bijsluiter meestal gewaarschuwd voor deze bijwerking. Overigens zit kinine ook in een aantal frisdranken. Zo zorgt kinine voor het bittere smaakje van bitter lemon en tonic. Verder kunnen stoffen als cafeïne en nicotine ook tinnitus veroorzaken en versterken.4
Bron: Smith, Elisabeth Stephanie, Alcohol consumption can damage hearing Bron: Mayo Foundation for Medical Education and Research, Tinnitus 3 Bron: Kraft, drs. P. T., Over Horen, pagina 34 4 Bronnen: • Mayo Foundation for Medical Education and Research, Tinnitus • Wikipedia, Tinnitus • H.E.A.R, Hearing Education and Awareness for Rockers 1 2
Pagina 15
1.4.5 Tips om gehoorschade te beperken H.E.A.R. (Hearing Education and Awareness for Rockers) geeft een aantal goede adviezen over hoe je gehoorbeschadiging kunt beperken tijdens een concert. • Gebruik oordoppen, liefst op maat gemaakt, maar schuimoordoppen helpen ook, mits ze goed worden gebruikt. De meeste mensen weten echter niet hoe ze ingedaan moeten worden. (op de site van H.E.A.R. staat hoe schuimoordoppen gebruikt moeten worden) • Schreeuw niet hard in iemands oor tijdens het concert. • Probeer 10 tot 30 minuten pauze te nemen in een stillere ruimte. • Alcohol en drugs zorgen ervoor dat je minder alert wordt voor pijn door hoge geluidsniveaus. Hierdoor neemt het risico op gehoorschade toe. • Vermoeidheid, uitdroging en oververhitting verhogen ook het risico op gehoorschade. Alcohol zorgt ook voor uitdroging! • Drink genoeg water en ‘chill out’. • Geef na afloop het gehoor de tijd om te herstellen.
Pagina 16
1.5 Essentie In de inleiding werden twee vragen gesteld die essentieel zijn voor deze sciptie. Doordat een vrij brede basis is gegeven in de paragrafen die voorafgingen aan deze, kunnen de vragen nu kernachtig en kort beantwoord worden. De eerste vraag was: Maakt het wat betreft gehoorschade veel uit als we geluid 10 dB zachter gaan weergeven dan we nu gewend zijn? Kort gezegd: ja, dat maakt veel uit. We kijken terug naar de richtlijn van veilige blootstellingsduur bij een bepaald geluidsniveau. In de richtlijn werd gesteld: voor ieder 3 dB toename van het geluidsniveau halveert de tijd van veilige blootstelling. Als we geluid 10 dB zachter gaan weergeven dan we nu gewend zijn, dan betekent het dat we ruim acht keer langer aanwezig mogen zijn in het geluidsniveau zonder blijvende gehoorschade op te lopen. Een voorbeeld: een rockconcert duurt twee uur en wordt weergegeven op een gemiddeld geluidsniveau van 100 dBA. De veilige blootstellingsduur bij 100 dBA is ongeveer zes minuten. Wordt dit concert nu op 90 dBA weergegeven dan is de veilige blootstellingsduur acht keer zo lang, dus ruim drie kwartier. Dat is een aanzienlijk verschil. Vraag twee: Zijn bepaalde frequenties schadelijker voor het gehoor, zijn bepaalde frequenties juist minder schadelijk voor het gehoor? Bij het beantwoorden van deze vraag is uitgegaan van muziek als spectrum. Er wordt dus uitgegaan van een redelijk egaal spectrum, niet van een spectrum waarbij een frequentie zeer overdreven geaccentueerd is. Deze vraag is een stuk lastiger te beantwoorden, omdat hier in literatuur zo goed als niets over te vinden is. David Clark1 schreef wel een antwoord op deze vraag, maar was niet in staat dit te onderbouwen met wetenschappelijk onderzoek: “Sound energy at any frequency will damage your hearing, the question is - are some frequency ranges more damaging than others? The jury is out on this one, but it is well known that the sensitivity of the ear varies with overall level and with frequency (the Fletcher-Munson curves). Generally speaking, we hear the upper mid bands louder than the other frequencies and we hear the sub-bass and highs less, meaning that the upper mids will hurt long before the bottom or top end. Therefore, if we control the upper mids in the mix, then we can achieve a very loud mix with punishing bottom and brilliant highs that appears painless - never mind that we are pouring all that energy into the hearing system. The bottom line - just because the bass doesn’t hurt as much, don’t discount it. It’s probably doing just as much damage to our hearing as the upper mid is.” Zoals eerder werd vermeld in dit hoofdstuk, manifesteert lawaaislechthorendheid zich onder andere in een dip van de gevoeligheid van het gehoor bij 4 KHz. In dit citaat wordt aangegeven dat laagfrequente tonen waarschijnlijk net zo schadelijk zijn als de middenfrequente tonen. Dragen lage tonen dan ook bij aan de gehoorschade bij 4 KHz?
1
Bron: Clark, David, Hearing Losses – Cause and Effect
Pagina 17
Om deze vraag goed te kunnen beantwoorden is contact gezocht met een aantal audiologen. Uiteindelijk gaf Carlo Habets, bachelor of audiology in opleiding, een duidelijk en goed onderbouwd antwoord.1 “Het gaat om de hoeveelheid energie en niet zozeer om het spectrum. Omdat ons gehoor minder gevoelig is voor laagfrequente tonen worden deze tonen bij muziek gestimuleerd. De energie van lage tonen is daardoor veel hoger dan die van middenfrequente tonen. Lage tonen zorgen dus ook voor gehoorschade.” Carlo gaf twee redenen waarom lage tonen bijdragen aan de 4 KHz-dip. “Hoe het dan toch komt dat een lawaaidip optreedt op 4 KHz heeft te maken met de bouw van de cochlea en de gehoorbeentjesketen. Geluid met veel energie veroorzaakt een schokgolf in de cochlea. Deze schokgolf wordt in het basilair membraan het meest gevoeld op de plek van 4 KHz, daar is de uitwijking het meest.” “Naast de bouw van de cochlea en de gehoorbeentjes is ook de gehoorgang van invloed op de lawaaidip van 4 KHz. De gehoorgang focust geluid wat binnenkomt naar zijn resonantiefrequentie. Deze frequentie ligt in de buurt van de 3 KHz. Toch zorgt een resonantie van de gehoorgang op 3 KHz voor een lawaaidip op 4 KHz. Als geluid hard genoeg is, beweegt een piek bij 3 KHz zich namelijk naar 4 KHz. Dit fenomeen heet “half-octave shift”. Het komt erop neer dat niet alleen de frequentie maar ook de intensiteit van het geluid bepaalt waar de uitwijking van het basilair membraan het grootst is. Bij een hoge intensiteit van het geluid zal de uitwijking iets dichter bij het ovale venster plaatsvinden dan bij een lage intensiteit.” Samenvattend, het gaat niet zozeer om het spectrum van het geluid, het gaat om de energie van het geluid. Laagfrequent geluid heeft in muziek meer energie dan middenfrequent geluid. Door de energie van het geluid gaat het basilair membraan trillen. Deze trilling is het grootst rond de 4 KHz. Daarnaast zorgt de resonantiefrequentie van de gehoorgang in combinatie met het fenomeen half-octave shift ook voor een maximale trilling van het basilair membraan bij 4 KHz. Het is dus niet verwonderlijk dat een lawaaidip van het gehoor ligt bij 4 KHz.
1
Voor de onderbouwing gebruikte hij het boek Hearing, psychology and pathopsycology, van Aage R. Møller
Pagina 18
Of laagfrequente geluiden schadelijker zijn dan middenfrequente geluiden is nog niet duidelijk. Ze zijn in elk geval niet minder schadelijk dan middenfrequente geluiden. In zekere zin is te concluderen dat laagfrequent geluid een stuk verraderlijker is dan middenfrequent geluid om een drietal redenen: • Allereerst, zoals verderop in de scriptie zal blijken, laagfrequent geluid geeft snel een prettig gevoel, het draagt makkelijk bij aan het geven van een hogere belevingswaarde. Door deze prettige eigenschap wordt laag frequent geluid vaak wat harder gezet. • Ons gehoor is minder gevoelig voor laagfrequent geluid. Deze frequenties worden dan ook flink gestimuleerd, waardoor de energie van het geluid aanzienlijk toeneemt. • Omdat ons gehoor het meest gevoelig is voor frequenties tussen de 1 en 5 KHz, en maar weinig gevoelig is voor frequenties onder de 100Hz, zal het niet snel aangeven dat laag geluid te hard is. Een huilende baby bijvoorbeeld vinden we al snel te hard, maar een basgitaar of contrabas klinkt pas prettig op een hoog geluidsniveau.
Pagina 19
Hoofdstuk 2: de belevingswaarde van luide muziek 2.1 Inleiding “In het dagelijks leven hebben we vaak te maken met lawaai. Je zou lawaai kunnen omschrijven als ongewenst sterk, onaangenaam geluid. Hoewel ook een druppelende kraan (héél weinig decibellen) heel veel irritatie kan opleveren. Lawaai roept irritatie op, veroorzaakt hoofdpijn, vermindert de concentratie en leidt tot stress. Waarom is dit niet het geval bij disco’s, poppodia, musicals en andere megamuziekevenementen? Hier geldt juist dat naarmate het geluidsniveau hoger is de belevingservaring beter wordt, al gaat dat ten koste van het gehoor. Waarom is pop, rock, etcetera pas leuk als het geluid boven een bepaald volume komt?” 1 Waarom vinden we harde muziek prettig? Hoe reageert ons lichaam op harde muziek en wat gebeurt er in het lichaam? Hoe raken we opgewonden ,2 verlicht, actief van muziek? Zijn er algemene eigenschappen van geluid aan te wijzen die zorgen voor deze opwinding? Professor David Huron van de Ohio State University schreef onlangs een artikel3 waarin deze vragen behandeld worden. Dit artikel is tamelijk uniek om twee redenen. Er is relatief veel onderzoek gedaan naar hoe wij muziek beleven, maar deze onderzoeken zijn gericht op muziektherapie. Huron gebruikt als bron voor zijn artikel ook enkele van deze onderzoeken, maar past deze toe op muziek in het dagelijks leven, muziek waar je zelf naar luistert of een concert dat je bezoekt. De tweede reden dat deze bron redelijk uniek is, is dat deze bron zeer toegankelijk is geschreven. Er wordt eerst een duidelijke fundering gelegd, waardoor de gedachtegang van de schrijver goed onderbouwd wordt voor de lezer. Huron begint bij het basisprincipe van “gereedheid van het lichaam en de geest”. Ons lichaam en onze geest moeten klaar zijn om de confrontatie met de wereld om ons heen aan te gaan. We moeten klaar zijn om onze spieren te gebruiken en klaar zijn voor het waarnemen door te kijken en te luisteren. We moeten ons richten op zaken die belangrijk zijn en moeten ons kunnen afsluiten voor zaken die onbelangrijk zijn. En dit alles moeten we kunnen doen door te anticiperen en voorbereid te zijn op hetgeen kan gebeuren, niet door er simpelweg op te reageren.
Bron: Boasson, Arja, Geluidsdrukte Niet seksueel bedoeld 3 Bron: Huron, prof. David, An ear for Music 1 2
Pagina 20
De mens heeft een aantal psychische en fysieke systemen die zich bezighouden met deze preparedness of readiness.1 In het artikel van Huron worden vier componenten van readiness geïntroduceerd en wordt gedemonstreerd hoe deze systemen de ervaring van muziek beïnvloeden. • Arousal, opwinding, wordt in de fysiologie gebruikt om de “gereedheid tot actie” van het lichaam aan te duiden. Muziek beïnvloedt onze staat van opwinding. Zij kan werken als een peppil of stimulans, maar kan ook rustgevend zijn. • Attention, oplettendheid, alertheid, wordt in de psychologie gebruikt om de “gereedheid tot perceptie” van de geest aan te duiden. Sommige geluiden kunnen beter onze aandacht trekken dan anderen. • Habituation, ons vermogen tot het negeren van zaken die onbelangrijk zijn en het focussen op zaken die wel belangrijk zijn • Expectation, verwachting. Het vermogen van de mens om te kunnen anticiperen op wat zou kunnen gebeuren. Muzikanten gebruiken dit principe door in te spelen op wat de luisteraar verwacht en zo bepaalde emoties op te roepen.
Het merendeel van de bronnen van deze tekst is geschreven in het Engels. Er is voor gekozen een aantal van de Engelse woorden uit deze bronnen niet te vertalen naar het Nederlands, omdat in het Nederlands geen woorden te vinden zijn die precies de lading van het Engelse woord dekken.
1
Pagina 21
2.2 Opwinding Onze staat van opwinding gaat gepaard met een aantal veranderingen in het lichaam, zoals een versnelde hartslag, toename in lichaamstemperatuur, snellere ademhaling, sneller verbruik van zuurstof, toename van verbruik van suikers, kortere reactietijden en nog vele andere fysiologische veranderingen. Deze veranderingen in het lichaam worden gestart door het vrijgeven van epinefrine en norepinefrine, oftewel adrenaline en noradrenaline. Tijdens een hoge staat van opwinding wordt epinefrine en norepinefrine vrijgegeven. Norepinefrine wordt verspreid door de hersenen. Met name de gebieden in de hersenen die bezig zijn met de waarneming krijgen deze stof toegediend. Norepinefrine verhoogt de gevoeligheid van de delen van de hersenen die zich bezighouden met perceptie, we worden dus alerter. Epinefrine wordt aangemaakt in de bijnier en wordt verspreid door het lichaam. Het zorgt ervoor dat je hart sneller gaat kloppen en zet je spieren schrap als voorbereiding op een fysieke inspanning. Veranderingen van de staat van opwinding worden verdeeld in twee basisgroepen. Professor Huron benoemt deze groepen als tonic arousal en phasic arousal. Met tonic arousal worden de relatief langzame veranderingen in de staat van opwinding bedoeld. Het dagelijkse ritme van slapen en wakker zijn bijvoorbeeld zorgt voor veranderingen in tonic arousal. Maar ook stimulerende zaken (bijvoorbeeld koffie) en kalmerende zaken (bijvoorbeeld alcohol) zijn van invloed. Veranderingen in tonic arousal gebeuren geleidelijk. Ze kunnen daarbij enkele uren aanhouden. Phasic arousal is een vorm van opwinding die ons veel meer en veel directer prikkelt. Phasic arousal zorgt voor het vrijgeven van epinefrine en norepinefrine. Een voorbeeld waardoor phasic arousal sterk kan stijgen is het schrikken van het plotseling dichtslaan van een deur. De mate van phasic arousal is zeer afhankelijk van de aard van de gebeurtenis die het ontketent. Phasic arousal duurt doorgaans kort, variërend van enkele seconden tot enkele minuten.
Pagina 22
2.3 Opwinding door geluid. In principe is ieder geluid in staat ons niveau van phasic arousal te beïnvloeden, zowel omgevingsgeluid als geluid geproduceerd door de mens (zoals spraak) en ook muziek. Over het algemeen, zo stelt Huron, zijn er twee groepen van geluiden aan te duiden die de meeste impact hebben op onze staat van opwinding: • Geluiden die gekoppeld zijn aan gevaar of dreiging. • Geluiden van handelingen of voorwerpen waarbij we belang hebben. Bijvoorbeeld als je dorst hebt en je hoort het geluid van een biertje dat opengemaakt wordt. Verder noemt professor Huron een achttal soorten geluid die de eigenschap hebben voor opwinding te zorgen: 1. Luide geluiden. 2. Geluiden die fysiek dichtbij zijn. 3. Geluiden die ons naderen. 4. Onverwachte geluiden 5. Geluiden die een aangeleerde associatie hebben met gevaar 6. Geluiden van handelingen of voorwerpen waarbij we belang hebben. 7. Geluiden die aan ons persoonlijk gericht zijn. 8. Geluiden die een hoog niveau van emotie hebben. 1. Luide geluiden Ons niveau van opwinding neemt doorgaans toe met de luidheid van het geluid. Er zijn twee redenen voor het feit dat opwinding en luidheid met elkaar verbonden zijn. Ten eerste, luide geluiden komen meestal van gebeurtenissen die gepaard gaan met veel energie of grote krachten. Luide geluiden worden door ons sneller ingeschat als een potentieel gevaar. En ten tweede, luide geluiden kunnen zorgen voor maskering. Een geluid kan een ander geluid deels of geheel overstemmen, het geluid dat overstemd wordt verdwijnt geheel uit de waarneming. Dit betekent dat luide geluiden ervoor kunnen zorgen dat we andere geluiden niet meer kunnen horen, een potentieel gevaarlijke situatie. 2. Geluiden die fysiek dichtbij zijn Hoe dichter we bij het geluid zijn, hoe belangrijker het geluid voor ons is. Een voorbeeld: een bij die door een bed van bloemen dwarrelt vormt totaal geen bedreiging. Maar als die bij ineens heel dichtbij komt wordt het een ander verhaal. 3. Geluiden die ons naderen Hoewel onze vaardigheden tot het lokaliseren van geluiden wat grof zijn ten opzichte van andere zoogdieren, hebben we wel een behoorlijke gevoeligheid voor geluiden die ons naderen. Met name wanneer de snelheid van deze nadering groot is, zorgt dat voor een aanzienlijke toename in phasic arousal. Muziek maakt van dit principe gebruik in een crescendo. Crescendo betekent dat het geluid harder wordt. Hierdoor lijkt het alsof het geluid steeds dichter bij de luisteraar komt.
Pagina 23
4. Onverwachte geluiden Ook wel genoemd een sonic surprise. Bijvoorbeeld het geluid van een dichtslaande deur door de wind. Een sonic surprise is dus een onverwachte verandering van het volume. Er zijn talloze voorbeelden te noemen van rocknummers die rustig beginnen en dan het publiek verrassen door er ineens “vol in te hakken”. 5. Geluiden die een aangeleerde associatie hebben met gevaar Het is mogelijk dat we een aantal geluiden instinctief associëren met gevaar (bijvoorbeeld een blaffende hond). Het merendeel van de associaties van geluiden met gevaar hebben we geleerd uit ervaring. Voor een beveiligingsbeambte bijvoorbeeld, is het zachte geluid van het laden van een pistool een geluid waar zijn haren van overeind gaan staan. Nog een voorbeeld is de muziek van de film ‘Jaws’ of de dissonante klanken van een horrorfilm. 6. Geluiden van handelingen of voorwerpen waarbij we belang hebben Bijvoorbeeld als je dorst hebt en je hoort het geluid van een biertje wat geopend wordt. 7. Geluiden die gericht zijn aan ons. Sommige geluiden zijn persoonlijk gericht. Het geluid van iemands naam zorgt zeker voor een toename in opwinding. Autoverkopers maken hier gebruik van. Door de klant bij naam te noemen zorgen ze indirect voor opwinding. 8. Geluiden die een hoog niveau van emotie hebben. Geluiden die een emotionele inhoud hebben. Bijvoorbeeld het boos dichtslaan van een deur, snelle voetstappen, scheuren van papier, piepende banden, trommelende vingers, etc. Maar geluiden die de meeste emotie meedragen zijn geluiden door de stem. Het gaat hier om emoties zoals vreugde, verrukking, woede, nervositeit, droefheid, angst, paniek, enzovoorts. Met name huilen, schreeuwen en een bibberende stem zorgen voor een toename van de opwinding. Een belangrijke eigenschap van geluiden gemaakt door mensen, is dat het niveau van opwinding van de maker overgenomen wordt door de luisteraar. Een enthousiast sprekende stem zorgt voor een enthousiast publiek. Een slaapverwekkende spreker zorgt voor een slapend publiek. Met muziek is dat precies hetzelfde. Een vrolijk salsanummer zorgt voor een opgewonden publiek, een publiek dat wil bewegen. Een rustige ballade laat het publiek juist tot rust komen.
Pagina 24
2.4 Opwinding door muziek Dat muziek in staat is het niveau van opwinding van het publiek te beïnvloeden, blijkt bijvoorbeeld uit het applaus. Het publiek applaudisseert minder hard na het horen van rustige nummers. Nog een voorbeeld is de houding van de luisteraar. Mensen die luisteren naar stimulerende muziek zitten actief, zitten rechtop, terwijl mensen die luisteren naar rustige muziek juist de neiging hebben onderuitgezakt te gaan zitten. In het geval van opwinding door muziek spelen zowel tonic arousal als phasic arousal een rol. Het spelen van een aantal stimulerende nummers kan zorgen voor een hogere tonic arousal, terwijl het spelen van een aantal rustige nummers kan zorgen voor een lagere tonic arousal. Deze niveaus van tonic arousal kunnen vervolgens een langere tijd actief blijven. Dus het spelen van een aantal actieve nummers, kan zorgen voor een hoge tonic arousal die een tijd kan aanhouden. Wat betreft phasic arousal, de opwinding neemt toe door te luisteren naar luide, energieke muziek. Geluiden die zacht zijn en verwacht, zorgen er juist voor dat het niveau van opwinding daalt. De mate van het accentueren van het ritme en het tempo van het ritme zorgen ook voor een toename in opwinding. Lange perioden van opwinding zorgen wel voor vermoeidheid en kunnen bijdragen aan stress. Muziek is dus in staat onze mate van opwinding sterk te beïnvloeden. Maar onze beleving van muziek wordt ook beïnvloed door onze staat van opwinding die we hebben voordat we muziek luisteren, onze staat van tonic arousal dus. Een extreem voorbeeld: wanneer we slapen hebben we weinig tolerantie voor muziek, zeker als deze muziek stimulerend is. Wanneer we opgewonden en actief zijn, bijvoorbeeld onder het sporten, hebben we vaak een afkeer van rustige muziek. Zelfs als die wat betreft tempo overeen komt met het tempo waarin we aan het sporten zijn. Over het algemeen hebben we een voorkeur voor muziek die op dat moment past bij de staat van opwinding. Dit fenomeen wordt door professor Huron arousal compatibility preference genoemd. Samenvattend, muziek is in staat ons niveau van opwinding te veranderen. Deze veranderingen kunnen kort duren (phasic arousal) of wat langer (tonic arousal). Ze worden veroorzaakt door de luidheid, het tempo en de mate van accentuering van het ritme van de muziek. Onze opwinding wordt ook sterk beïnvloed door de emotie van de muziek (de klankkleur van de muziek) Onze staat van opwinding vóór het luisteren van muziek is van invloed op onze ontvankelijkheid voor de muziek. We hebben er voorkeur voor om naar muziek te luisteren die past bij ons niveau van opwinding. 1
1
Als bron voor deze paragraaf is wederom het artikel An ear for Music van prof. David Huron gebruikt
Pagina 25
2.5 Toepassing We kunnen deze kennis gebruiken om de belevingswaarde van een concert te verhogen. In dit hoofdstuk staat geschreven dat onze ontvankelijkheid voor het concert afhangt van onze staat van opwinding vóór het concert. We kunnen proberen deze staat van opwinding te veranderen door het publiek los te maken van het dagelijks leven en enthousiast te maken voor het concert in bijvoorbeeld de ontvangstruimte, de foyer, de bar. Gonneke de Haan schreef een scriptie1 over de meerwaarde van locatietheater, waarin zij dit ‘voorbereiden van het publiek’ ook als zeer belangrijk benoemde. Dit prepareren van het publiek, zoals zij het omschreef, zorgt ervoor dat dit publiek veel ontvankelijker wordt voor de voorstelling, in dit geval voor het concert. Er wordt als het ware een goede fundering gezet, waarop de rest van het concert gebouwd kan worden. Tijdens het concert kan doorgegaan worden met verhogen van het niveau van opwinding. Een goede keuze van nummers en een goede volgorde van de nummers kan zorgen voor een opbouw van opwinding en daarmee dus de belevingswaarde van het concert verhogen. De geluidstechnicus en de muzikanten kunnen daarnaast ook de acht eigenschappen van geluid die professor Huron noemde gebruiken. In het volgende hoofdstuk zal verder ingegaan worden op wat, met name, de geluidstechnicus kan doen om de belevingswaarde van het concert te versterken.
1
De Haan, Gonneke, De meerwaarde van locatietheater, pagina 19
Pagina 26
Hoofdstuk 3: technieken van hogere belevingswaarde 3.1 Inleiding In dit hoofdstuk worden technieken beschreven die je als geluidstechnicus, maar ook als muzikant kunt toepassen om een hogere belevingswaarde van een concert te bereiken. Deze technieken zijn in twee groepen verdeeld: fysieke en psychische technieken. In de paragraaf Fysieke technieken wordt ingegaan op de lichamelijke waarneming van geluid, oftewel het voelen van geluid. Er worden verschillende manieren van het lichamelijk waarnemen van geluid uiteengezet. In de paragraaf Psychische technieken wordt ingegaan op de interpretatie van de waarneming. Er wordt verteld hoe deze interpretatie gestuurd kan worden. Oftewel, er wordt verteld hoe we mensen kunnen laten denken dat iets ‘hard’ is, terwijl dat wat betreft het daadwerkelijke geluidsniveau wel meevalt. Hoewel de technieken van hogere belevingswaarde in deze twee groepen zijn verdeeld, in feite zijn fysiek en psychisch onlosmakelijk met elkaar verbonden. Voordat een interpretatie kan worden gegeven (psychisch), moet er altijd een waarneming zijn geweest (fysiek). En op een waarneming zal altijd een interpretatie van die waarneming volgen, al is het onbewust.
Pagina 27
3.2 Fysieke technieken Onder dit kopje wordt ingegaan op de lichamelijke waarneming van geluid, oftewel het voelen van het geluid. De volgende technieken worden behandeld in deze paragraaf: • Resonantie van lichaamsdelen en –holtes • Infrasound • Mechanische trillingen
3.2.1 Resonantie van lichaamsdelen en –holtes In principe kunnen alle objecten aan het trillen gebracht worden. Op sommige frequenties reageert een object veel sterker dan op andere frequenties. Dit heeft te maken met de natuurlijke frequentie van een object. Dit is de eigen frequentie van een object, waarop het makkelijk gaat meetrillen (resoneren). Een van de meest bekende voorbeelden van resonantie is die van de sopraan en het brekende glas. De sopraan bracht met haar stem het glas zo heftig aan het resoneren, dat het brak. Net als objecten heeft ook het menselijke lichaam diverse resonantiefrequenties. In een artikel over stem en spraak1 staat een experiment waarmee het resoneren van lichaamsdelen zelf te ervaren is. Leg een hand op je borstkas en buig je hoofd naar achteren. Zeg nu met een lage stem “Awwwww”. Je kunt je borstkas voelen trillen. Buig nu je hoofd naar voren en leg er een hand op. Zeg nu met een hoge stem “Heeeeeeeeee”. Voel je de trillingen in je schedel? In dit experiment wordt door geluid, in dit geval de stem, een lichaamsdeel of holte aan het resoneren gebracht. Bij dit relatief lage geluidsniveau is het trillen niet echt sensationeel te noemen. Maar bij hogere geluidsniveaus, zoals bijvoorbeeld bij een concert, kan dit wél voor een sensatie zorgen. Hoewel er maar weinig bronnen te vinden zijn waar deze resonanties direct worden gekoppeld aan een hogere belevingswaarde van een concert zijn er wel artikelen geschreven die dit aannemelijk maken. Eén van de meest interessante artikelen is Acoustic Trauma: Bioeffects of Sound2, geschreven door Alex Davies. In dit artikel geeft hij een overzicht van de mogelijkheden van oorlogsvoering met geluid. Hij zoomt daarbij af en toe in op de reacties die geluid teweeg kan brengen. Over resonanties binnen het lichaam schrijft hij het volgende: “... sound may be exploited and tuned to particular resonant frequencies inherent in humans. It is this way that sound can be utilized to provide a diverse range of psychophysiological effects.”
1 2
Bron: Armstrong, ass. prof. Eric, Journey of the Voice Bron: Davies, Alex, Acoustic Trauma: Bioeffects of Sound
Pagina 28
Hiermee zegt hij dat geluid dus wel degelijk in staat is resonanties in het lichaam te veroorzaken en dat daarmee diverse fysieke en psychische reacties veroorzaakt kunnen worden. Een aantal van deze reacties benoemt hij ook (zie volgende pagina). “Research has concluded that with low frequency sound in the region of 50 — 100Hz at levels of 150dB or more, intolerable sensations in the chest and thoracic region can be produced–even with the ears protected. Other physiological changes that occur include chest wall vibration and some respiratory-rhythm changes in human subjects, together with sensations of hypopharyngeal fullness (gagging). The frequency range between 50100Hz also produces mild nausea and giddiness at levels of 150-155 dB, at which point subjective tolerance is reached. At 150 to 155 dB (0.63 to 1.1 kPa); respiration-related effects include subcostal discomfort, coughing, severe substernal pressure, choking respiration, and hypopharyngeal discomfort.” Deze effecten zullen uiteraard nooit zo intens ervaren worden bij een concert, gewoonweg omdat de geluidsniveaus een stuk lager liggen dan 150 dB. Bij lagere geluidsniveaus zullen deze effecten juist ervaren worden als prettig. Wat opvalt aan dit citaat is dat het merendeel van de reacties is gerelateerd aan de longen, de borstkas. Waarschijnlijk reageert de borstkas het meest op geluid omdat het de grootste holte in het lichaam is. De maag is de op één na grootste holte. Ook daar kunnen resonanties ontstaan, maar deze resonanties geven geen prettige sensatie. Zoals Alex Davies het beschrijft: ze kunnen zorgen voor oprispingen en misselijkheid. Hij geeft ook aan welke frequenties zorgen voor een resonantie van de longen, namelijk frequenties tussen de 50 en 100 Hz.
Voorbeeld van borsttrillingen op 107 dB, bron: dr. Geoff Leventhall 1
Dr. Geoff Leventhall heeft een onderzoek gepubliceerd over de effecten van laag frequent lawaai1. In dit artikel wordt ook kort ingegaan op resonantie van de borstkas door geluid. Hij geeft aan dat frequenties tussen de 30 en 80 Hz de meeste invloed hebben op het laten resoneren van de borstkas. Eén van deze metingen is te zien in de grafiek hieronder. De lijn geeft de heftigheid van het trillen van de borstkas weer bij frequenties tussen de 2 en 100 Hz op een geluidsniveau van 107 dB. Wat opvalt is dat de piek ongeveer zit bij de 50 Hz. Dit zal per persoon ietwat verschillen. Dr. Geoff Leventhall concludeert dat deze piek bij de meeste personen rond de 60 Hz ligt.
Bron: Leventhall, dr. Geoff, A Review of Published Research on Low Frequency Noise and its Effects, pagina 25 tot en met 27
Pagina 29
Recentelijk is in The British Medical Journals1 een onderzoek gepubliceerd waarin men tot de conclusie kwam dat hard geluid van een concert een spontane klaplong kan veroorzaken. Het onderzoek werd gedaan nadat een vijfde geval van een klaplong tijdens of vlak na een concert geconstateerd werd. Nu moet erbij verteld worden dat er een bepaalde risicogroep is. Vier van de vijf slachtoffers waren rokers en / of hadden longklachten. Een citaat uit het artikel: “With frequencies from commercial loud speakers typically in the range of 30 Hz to 20 kHz, it is the lower frequency band of 30–150 Hz which is usually boosted in big music venues for enhanced effect. These low frequencies could indeed be particularly damaging to the lung parenchyma if they coincide with its natural frequency of around 128 Hz. Furthermore, Mahagnah and Gavriely showed that, in normal humans, the lung acts as a low pass filter with flat transmitted energy up to 100 Hz or 300 Hz. In view of these experimental results, the most compelling observation in our four patients is that the lower frequency band, which tends to be boosted in the kind of music they listen to, corresponds with those frequencies, thereby ensuring maximal acoustic energy transfer to the lungs.” Dit citaat geeft aan dat longen makkelijk de energie van lage frequenties overnemen, met name rond hun natuurlijke frequentie van 128 Hz. Het is frappant dat deze frequentie zo specifiek naar voren komt. Geluidstechnici gebruiken regelmatig de frequentie 63 Hz om het geluid wat meer te laten voelen. Als de longen resoneren op 128Hz, dan zullen ze ook resoneren op 63 Hz. Dit komt omdat de halve golflengte van een frequentie van 63 Hz net zo groot is als de golflengte van een frequentie van 128 Hz. Met andere woorden, 63 Hz ligt een octaaf onder 128 Hz . Het verschil van 1 Hz (de helft van 128 is 64) zal in praktijk niet veel uit maken voor de belevingswaarde. Iedereen is anders en de resonantiefrequentie van de borstkas is bij iedereen ietwat verschillend. Verder is interessant dat in het bovenstaande citaat aangegeven wordt dat het frequentiegebied waar de longen het meest gevoelig voor zijn bij een concert, juist extra benadrukt wordt. Kennelijk wil men deze resonantie juist oproepen. Er zijn meerdere bronnen die heel voorzichtig aangeven dat resonantie van de lichaamsdelen en –holtes een ‘prettig gevoel’ kan geven. Waarschijnlijk zorgt dit ‘prettige gevoel’ voor een hogere belevingswaarde. “Body vibrations are a pleasurable effect at discos and rock concerts, as shown by the attendees who cluster near the bass loudspeakers.” 2 Samenvattend kun je dus zeggen dat resonanties in het lichaam kunnen zorgen voor fysieke en psychische reacties. En het lijkt erop dat de longen hierin de grootste rol spelen. Het is aannemelijk dat een resonantie in de longen kan zorgen voor een verhoogde belevingswaarde. Bron: Paiva, M, Noppen, M, Verbanck, S, Harvey, J, Van Herreweghe, R, Meysman, M, Vincken, W, Music: a new cause of primary spontaneous pneumothorax 2 Bron: Leventhall, dr. Geoff, A Review of Published Research on Low Frequency Noise and its Effects, pagina 27 1
Pagina 30
Veel geluidstechnici passen dit principe al toe, al is het vaak onbewust. Een voorbeeld van waar het bewust toegepast wordt, is de voorstelling The Lion King in het Fortis Circustheater Scheveningen. De geluidstechnici maken gebruik van een audiopedaal, waarmee extra laagfrequent geluid toegevoegd kan worden. Op het moment dat dit pedaal ingetrapt wordt, neemt het geluidsniveau amper hoorbaar toe, terwijl de lichamelijke waarneming wel groter wordt. Het pedaal wordt af en toe gebruikt om mee te gaan met de spanningsboog van de voorstelling. Op deze wijze kan de belevingswaarde zeer controleerbaar verhoogd worden.
Pagina 31
3.2.2 Infrasound Het wordt algemeen aangenomen dat geluid voor de mens waarneembaar is tussen de 20 Hz en de 20 KHz. Hoewel dit het aangenomen frequentiebereik van het gehoor is, kunnen mensen, afhankelijk van hun leeftijd en geslacht, geluid boven de 14 tot 18 KHz niet horen.1 Nauwkeurige metingen hebben ook aangetoond dat de waarneming van geluid niet stopt bij de ondergrens van 20Hz. Het gehoor is in staat frequenties tot zelfs 1Hz waar te nemen, mits het geluidsniveau maar hoog genoeg is.2 Hoe hoog dit geluidsniveau moet zijn voordat we infrasoon3 geluid kunnen horen, is door een aantal verschillende onderzoeken in kaart gebracht. Dr. Geoff Leventhall4 vergeleek deze onderzoeken en ontdekte overeenkomsten. Hierdoor kon hij deze grafiek tekenen. De grafiek is eigenlijk een verlenging van de Fletcher-Munson curves (zie paragraaf 1.3).
Vereenvoudigde versie van de Loudness measurements grafiek, bron: dr. Geoff Leventhall
Bron: Leonard, John A, Theatre Sound, pagina 18 Bron: Truax, Barry, Acoustic Communication 3 Met infrasoon wordt bedoeld: het frequentiebereik onder de 20 Hz 4 Bron: Leventhall, dr. Geoff, A Review of Published Research on Low Frequency Noise and its Effects, pagina 16 1 2
Pagina 32
Hoewel ons gehoor dus weinig gevoelig is voor infrasone geluiden is ons lichaam wel gevoelig voor deze geluiden. Er zijn verschillende bronnen die dat bevestigen: “Low frequency sound and particularly infrasound have intrinsically mysterious effects as they generally bypass the ear mechanism and are predominantly felt and not heard.” 1 “Subjects described the sensation of infrasound as ‘rough’, a ‘popping effect’. Infrasound below 5Hz was described as a ‘chugging or ‘whooshing’, a sensation they could ‘feel’.” 2 Over de toepassing van infrasound bij muziek en de uitwerking daarvan op de luisteraar is weinig bekend. En dat terwijl infrasound bij muziek al ruim vier eeuwen wordt gebruikt. Veel grote kerkorgels hebben namelijk pijpen die zeer lage tonen produceren. Een 32-voetpijp (11 m.) wordt regelmatig gebruikt in orgels (bijvoorbeeld in de Grote Kerk van Zwolle en de Grote Kerk van Haarlem). Deze pijpen halen frequenties van 15 Hz. In de Sydney Town Hall Australië en de Atlantic City Convention Hall Amerika, zijn zelfs 64-voetpijpen geïnstalleerd. Deze pijpen produceren lage tonen van ongeveer 8 Hz. 2 Met name door de vele fabels over infrasound hebben maar weinig muzikanten en theatermakers er mee geëxperimenteerd. Jimmy Page van Led Zeppelin schijnt het gebruikt te hebben tijdens een concert, maar het is niet duidelijk wat voor effecten hiermee bereikt werden.1 In Engeland is recentelijk een concert gegeven dat ondersteund werd door infrasone geluiden. Het National Physical Laboratory, Teddington UK3 bedacht voor dit concert een instrument, bestaande uit een pijp van tien meter met aan één kant een speaker. De pijp had een resonantiefrequentie bij 17 Hz. Tijdens vier momenten gedurende het concert werd het instrument gebruikt. De effecten van het geluid op het publiek waren goed merkbaar. Mensen voelden zich onbehaaglijk, kregen koude rillingen en kregen een sterk gevoel van angst. Het geluid had een significante impact op het publiek. 2 Infrasound komt als iets onverklaarbaars over op het publiek. Mensen kunnen het niet duiden, waardoor het direct het gevoel van angst aanspreekt. Daarmee zorgt het voor spanning en opwinding.
Bron: Davies, Alex, Acoustic Trauma: Bioeffects of Sound Bron: Angliss, Sarah, Soundless music 3 Bron: Lord, Richard, Soundless Music 1 2
Pagina 33
3.2.3 Mechanische trillingen In paragraaf 1.5 werd aangegeven dat de mate van gehoorschade afhangt van de energie van het geluid. Hoe meer geluidsenergie, hoe groter de kans op gehoorschade. Er werd ook aangegeven dat laagfrequent geluid doorgaans zorgt voor de meeste energie binnen het geluid. Om de hoeveelheid energie van het geluid terug te brengen zou het dus veel zin hebben om het laagfrequente geluid enigszins te reduceren. Maar zoals in de vorige twee paragrafen te zien was, zorgen deze lage tonen juist voor de hogere belevingswaarde. Zouden deze lage frequenties teruggenomen kunnen worden, zonder dat dit de belevingswaarde aantast? Een simpele oplossing voor deze kwestie is om de lage frequenties mechanisch weer te geven in plaats van akoestisch. Dit principe wordt al vele jaren toegepast in de vorm van de shaker (ook wel buttkicker genoemd). Wat is een shaker? Een shaker is eigenlijk een speaker zonder conus. In plaats van de lucht aan het trillen te brengen, brengt een shaker het object aan het trillen waar hij aan verbonden is. Dit object (meestal een kruk) gaat daardoor trillen en brengt trillingen rechtstreeks over op het lichaam van de persoon die erop zit. Shakers hebben doorgaans een bereik van 5 tot 200 Hz. Ze volgen het geluidssignaal zoals een speaker dat doet en wat betreft sensatie is het niet van “echt” te onderscheiden. Het is net alsof er een laag-speaker naast je staat.1 Momenteel worden shakers het meest gebruikt door de muzikanten. Het grote voordeel van de shakers is dat het frequentiegebied onder de 200 Hz nog maar weinig akoestisch aanwezig hoeft te zijn. Hierdoor kan het geluidsniveau op het podium omlaag, wat op zijn beurt dus het risico op gehoorschade reduceert. Shakers worden ook vaak gebruikt in combinatie met een in-ear monitorsysteem. In-ears zorgen vaak voor verlies van belevingswaarde in de frequenties onder de 200 Hz. De shaker compenseert dit. Er zijn inmiddels steeds meer bands die in-ear monitors in combinatie met shakers gebruiken om het podiumgeluid te reduceren en daarmee het risico op gehoorschade te beperken. De shaker heeft alleen één nadeel, hij is plaatsgebonden. Hij heeft alleen invloed als de muzikant ook op zijn kruk zit. Voor een bassist is dit vaak een nadeel, aangezien die liever staat. Inmiddels zijn er trillende vloerpanelen op de markt die dit probleem oplossen. Het principe van de shaker wordt ook grootschalig toegepast. Zo zijn er een aantal attracties en bioscopen die gebruik maken van mechanische trillingen in stoelen of in tribunes. In de Space Shuttle ( Eurodisney Parijs) bijvoorbeeld is een pneumatisch systeem geïnstalleerd. In de meeste IMAXbioscopen wordt de belevingswaarde van het geluid ook versterkt door het principe van mechanische trillingen toe te passen.2 Over de toepassingen en de resultaten is jammer genoeg bijna geen literatuur te vinden. Over de toepassing van mechanische trillingen bij rock- en popconcerten doet enkel een aantal geruchten de ronde. Een aantal popcentra in Amerika zou zijn uitgerust met een vibrerende vloer. Voor het gevoel van de bezoekers wordt geluid weergegeven op een geluidsniveau van 115 dBA, terwijl het geluidniveau onder de 95 dBA blijft.3 Bron: McCaw, Ken, What is a Buttkicker Bron: Heringa, Peter, Peutz Akoestiek 3 Bron: BBC Science & Nature, Human Scences 1 2
Pagina 34
3.2.4 Afrondend De enige fysieke techniek die tot nu toe veel toegepast wordt is die van resonantie van lichaamsholtes. Door deze techniek bewust te gebruiken kan men de belevingswaarde van een concert verhogen. Een hulpmiddel hierbij kan een audiopedaal zijn. Door af en toe het laagfrequent geluid te versterken met het audiopedaal kan de belevingswaarde versterkt worden. Het is niet de bedoeling dat dit pedaal de hele tijd ingetrapt staat. Het is juist de bedoeling om af en toe “gas” te geven en mee te gaan met de opbouw en de energie van de band (in de volgende paragraaf wordt verder op dit “spelen met dynamiek” ingegaan). Wat betreft het risico op gehoorschade is de techniek van resonantie van de lichaamsholtes waarschijnlijk het meest schadelijk. Vooralsnog bekend, zorgt het gebruik van infrasound en mechanische trillingen niet voor gehoorschade. Het nadeel van deze technieken is echter, dat ze nog niet zo toegankelijk zijn. Ze zijn nog te onbekend en er is speciale apparatuur nodig om deze technieken te kunnen toepassen. Het zal nog jaren duren voordat infrasound en trillende vloeren veel gebruikt gaan worden, alleen al doordat relatief weinig mensen van het bestaan van deze technieken weten. Misschien dat Professor Vinck van de Universiteit van Gent hier verandering in kan brengen. Hij is bezig met onderzoek naar het gebruik van een trillende vloer bij concerten.
Pagina 35
3.3 Psychische technieken In deze paragraaf wordt ingegaan op de interpretatie van de waarneming. Er wordt verteld hoe deze interpretatie gestuurd kan worden. Oftewel, er wordt verteld hoe we mensen kunnen laten denken dat iets ‘hard’ is, terwijl dit wat betreft het daadwerkelijke geluidsniveau wel meevalt. Er is amper literatuur die informatie geeft over deze technieken. Daarom is contact gezocht met een aantal technici. Uiteindelijk vertelde Marcel Kroese, hoofd geluidtechniek van The Lion King, Fortis Circustheater Scheveningen, een zeer interessant verhaal over het gebruik van dynamiek in een voorstelling. De informatie in deze paragraaf is gebaseerd op dat gesprek.
3.3.1 Dynamiek In de Hoorkrant Jongeren 20021 stond een interview met Kane. In een interview met één van de bandleden werd het volgende gezegd: “Er ontstaat wel eens een probleem als er drie bands achter elkaar spelen. Als nummer één hard inzet, wil de volgende daar weer overheen. En bij nummer drie is het dan niet meer te harden.” Blijkbaar worden de schuiven gedurende deze concerten dus langzaam naar boven geschoven. Ieder nummer is harder dan het vorige, waardoor het geluidsniveau langzaam stijgt. Waarom stijgt het geluidsniveau gedurende het concert? Dit heeft te maken met het gehoor. Ons gehoor went aan het harde geluidsniveau waardoor het op een gegeven moment niet meer als hard ervaren wordt. Wil de hoge belevingswaarde stand blijven houden, dan moet het geluidsniveau steeds iets omhoog. In het theater wordt deze methode van mixen minder gehanteerd. In plaats van het geluidsniveau geleidelijk steeds verder op te voeren wordt het af en toe juist teruggehaald. Dit terughalen gebeurt op momenten dat het publiek het niet merkt, bijvoorbeeld tijdens een stukje tekst of bij een rustig liedje. Het geluidsniveau is hierdoor een stuk dynamischer. Bij niet rustige liedjes gaat het geluidsniveau omhoog, bij teksten en rustige liedjes gaat het omlaag. Het grote voordeel van deze techniek is dat het gehoor niet de tijd krijgt om te wennen aan het hoge geluidsniveau.
Geluidsniveau Æ
Zonder dynamiekgebruik
Met dynamiekgebruik
Tijd Æ
Schematische weergave van dynamiekgebruik, Bron: M. van Dorp 1
Bron: Hoorstichting, Hoorkrant Jongeren 2002
Pagina 36
Door op deze manier gebruik te maken van dynamiek, blijft niet alleen het geluidsniveau onder controle, de belevingswaarde neemt ook toe! Dit heeft te maken met de manier waarop het publiek verandering in geluidsniveau waarneemt. Een toename in geluidsniveau wordt veel duidelijker waargenomen dan een afname in geluidsniveau. Voor het publiek lijkt het, alsof de muziek steeds harder en harder gaat, terwijl dat in werkelijkheid niet zo is, want het geluidsniveau wordt tussendoor steeds iets teruggenomen. Deze methode van dynamiekgebruik kan ook worden toegepast op concerten. Er zijn ook daar genoeg momenten om het geluidsniveau iets terug te nemen, bijvoorbeeld tijdens een rustig nummer of als de artiest tussen de nummers door het publiek toespreekt. Deze techniek zorgt ervoor dat in ieder geval het geluidsniveau onder controle blijft. Daarnaast kan de belevingswaarde van het concert verhoogd worden. Dit gebeurt optimaal als de geluidstechnicus van te voren een traject voor het geluidsniveau heeft bedacht, dat de spanningsboog van een concert volgt. Dit kan met een aantal richtlijnen en hulpmiddelen. Allereerst is het van belang om de spanningsboog van het concert te kennen. Het is zaak met de artiesten te praten over de opbouw van het concert. Zij hebben ongetwijfeld nagedacht over deze opbouw en het is van belang te weten wat hun keuzes daarin zijn. Dan kan de dynamiek bepaald worden. Het bereik loopt bijvoorbeeld van het geluidsniveau van dialoog van de artiest (bijvoorbeeld 70 dBA) tot de piek van het hardste nummer van het concert (bijvoorbeeld 100 dBA). De dynamiek is in dit voorbeeld dus 30 dBA. De ondergrens van de dynamiek is het referentieniveau. Het is de bedoeling om tijdens de dialogen of rustige nummers terug te keren naar dit referentieniveau. De piek van het concert ligt op de bovengrens van het bereik. Deze grens wordt dus alleen geraakt door het hardste nummer van het concert. De rest van het concert bevindt zich wat betreft het geluidsniveau tussen de ondergrens en de bovengrens van de dynamiek. Nu de mate van dynamiek en de spanningsboog van het concert bekend zijn kan het traject van het geluidsniveau grof bepaald worden. Dit wordt gedaan door vast te stellen welk geluidsniveau bij ieder nummer hoort. Als je deze bevindingen in een grafiek uiteenzet vind je een lijn die stijgt en daalt, zoals de lijn in de grafiek op de vorige pagina. Deze lijn geeft dus het geluidsniveau weer en als het goed is volgt de lijn de spanningsboog van het concert. Deze methode kan tot slot ook nog worden toegepast op ieder nummer afzonderlijk. Ieder nummer vertelt immers een verhaal, ieder nummer heeft verschillende spanningsbogen die met het geluidsniveau in enige mate gevolgd kunnen worden. Je kunt als geluidstechnicus niet zeggen “ik zet alles op een bepaald niveau en daar moeten jullie het mee doen.” Het is juist de bedoeling dat de geluidstechnicus de spanningsboog volgt en ondersteunt door het gebruik van dynamiek. Bij een voorstelling wordt dynamiek misschien wat extremer gebruikt, maar ook bij het concert is gebruik van dynamiek nodig. Een show zonder dynamiek wordt plat en bijna saai om naar te luisteren.
Pagina 37
Conclusie In dit laatste hoofdstuk wordt teruggekeken op de scriptie. Allereerst wordt er een beknopte samenvatting gegeven, daarna volgt een aanbeveling voor het verminderen van het gevaar op gehoorbeschadiging bij concerten. Tot slot wordt ook nog een aanbeveling gegeven over de literatuur.
Samenvatting Deze scriptie richt zich op twee kanten van luide muziek bij pop- en rockconcerten. Aan de ene kant is er het genieten van luide muziek, het gevoel van sensatie dat mensen kunnen krijgen door het luisteren naar luide muziek. De andere kant is die van gehoorschade. Met de geluidsniveaus waarop concerten nu meestal weergegeven worden is er grote kans op gehoorbeschadiging. De oplossing voor het gehoorschadeprobleem lijkt simpel: omlaag met die schuiven. Jammer genoeg gaat dan ook een deel van de belevingswaarde van een concert verloren. Zijn er geen mogelijkheden om het geluidsniveau omlaag te brengen zonder dat de belevingswaarde van een concert daaronder lijdt? Het zoeken naar deze mogelijkheden staat centraal in deze scriptie. De scriptie is opgebouwd rond de vraagstelling Hoe kun je als geluidstechnicus een concert op minder schadelijk geluidsniveau weergeven, zonder dat dit ten koste gaat van de belevingswaarde?. Allereerst, wat is een schadelijk geluidsniveau? De gevaargrens wat betreft gehoorschade ligt bij 80 dBA voor een periode van 8 uur. Voor iedere verhoging van het geluidsniveau met 3 dB halveert de veilige blootstellingsduur. Het omlaag brengen van het geluidsniveau met 10 dB resulteert erin dat we acht keer zo lang blootgesteld mogen worden aan het geluidsniveau zonder daarbij gehoorschade op te lopen. Behalve het geluidsniveau is er nog een tweede factor die de schadelijkheid van geluid voor het gehoor beïnvloedt, namelijk de energie van het geluid. Deze factor is o.a. verantwoordelijk voor de lawaaislechthorendheid, waar een groot deel van de geluidstechnici en jazz- en rockmuzikanten mee te maken heeft. Lawaaislechthorendheid uit zich onder andere in een dip van het gehoor bij 4 KHz. Deze dip wordt niet alleen veroorzaakt door een te lange en te harde blootstelling aan frequenties rond de 4 KHz. Doordat ons gehoor resoneert bij 4 KHz, treedt daar de meeste schade op, ongeacht het spectrum van het geluid. Het gaat dus vooral om de energie van het geluid en de meeste energie van geluid zit in de lage frequenties. Deze zijn dus minstens zo schadelijk als midden- en hoogfrequent geluid en waarschijnlijk zelfs schadelijker. Laagfrequent geluid is extra verraderlijk, omdat het snel een prettig gevoel geeft en dus vaak wat harder gezet wordt. Ons gehoor reageert er minder gevoelig op en zal niet snel aangeven, dat het te hard is. Het beperken van lage frequenties draagt dus veel bij aan het verminderen van het risico op gehoorschade. Muziek is in staat om ons niveau van opwinding te veranderen. Deze veranderingen kunnen kort duren (phasic arousal) of wat langer (tonic arousal). Ze worden veroorzaakt door tempo, luidheid, klankkleur en ritme in de muziek. De vraag is, hoe die opwinding bereikt kan worden zonder gevaar voor gehoorschade. In deze scriptie is een aantal methoden beschreven waarmee het mogelijk is om de belevingswaarde van een concert te verhogen en tegelijk het geluidsniveau te laten dalen. Op de volgende pagina worden deze methoden nog even kort beschreven. Pagina 38
Dynamiekgebruik Als je het geluidsniveau van een pop- of rockconcert in kaart zou brengen, dan zou meestal opvallen, dat het geluidsniveau gedurende het concert langzaam stijgt. Omdat het geluidsniveau bij concerten doorgaans redelijk constant is, krijgt het gehoor de tijd te wennen aan het niveau. Het harde geluid is hierdoor op een gegeven moment niet hard meer. Wil de belevingswaarde van een concert dus gelijk blijven, dan moet het geluidsniveau geleidelijk stijgen. Bij de meeste theatervoorstellingen wordt een andere manier van mixen toegepast. In plaats van het geluidsniveau geleidelijk op te voeren wordt het juist af en toe teruggehaald. Dit terughalen gebeurt op momenten dat het publiek het niet merkt, bijvoorbeeld tijdens een dialoog of een rustig liedje. Een van de voordelen van het gebruiken van deze techniek is dat het gehoor niet de kans krijgt te wennen aan het geluidsniveau. Het geluidsniveau hoeft daarom niet steeds iets te stijgen. Deze methode van mixen zou ook toegepast moeten worden op pop- en rockconcerten.
Lichamelijke waarneming van geluid Een groot deel van de belevingswaarde van een concert wordt veroorzaakt door het ‘voelen’ van het geluid. Er is een drietal technieken dat ervoor kan zorgen dat het geluid beter ‘gevoeld’ wordt. Door deze technieken neemt de belevingwaarde toe en kan het geluidsniveau teruggenomen worden. De drie technieken op een rijtje: • Resonantie van lichaamsdelen en –holtes. Het voelen van geluid gebeurt met name in de borstkas. De borstkas heeft een resonantiefrequentie van 63 Hz. Door deze frequentie ietwat te stimuleren, wordt geluid meer gevoeld. • Infrasound. Hoewel ons gehoor maar weinig gevoelig is voor frequenties onder de 20 Hz (infrasoon geluid), kunnen deze frequenties ons wel sterk beïnvloeden. Infrasound komt als iets onverklaarbaars over op het publiek. Het is niet te duiden, waardoor het direct het gevoel van angst aanspreekt. Daarmee zorgt het voor spanning en opwinding. • Mechanische trillingen. Frequenties onder de 200 Hz hoeven niet persé weergegeven te worden via speakers, oftewel via de lucht. We kunnen dit laagfrequent geluid ook mechanisch opwekken. Dit wordt al een tijdje gebruikt in de vorm van de shaker. Een shaker is eigenlijk een speaker zonder conus; in plaats van de lucht aan het trillen te brengen, brengt hij het object aan het trillen waar de shaker aan verbonden is. Langzamerhand wordt dit principe van mechanische trillingen op grotere schaal toegepast. In Amerika is een aantal popcentra uitgerust met een vibrerende vloer. De belevingswaarde neemt zeer sterk toe, de vloer zorgt er immers voor dat het hele lichaam gaat trillen en de frequenties onder de 200 Hz hoeven akoestisch niet zo hard meer weergegeven te worden.
Pagina 39
Aanbeveling Deze scriptie is onder andere geschreven in de hoop dat het geluidstechnici en muzikanten bewust kan maken van een aantal zaken. Allereerst, het huidige geluidsniveau van pop- en rockconcerten is vaak veel te hoog, geluidsniveaus van 100 dBA worden makkelijk gehaald. Zonder bescherming treedt bij deze geluidsniveaus al binnen een paar minuten blijvende gehoorschade op. Het is daarom van belang dat de geluidsniveaus worden teruggebracht, al is het maar met 10 dB. Bij een matiging van 10 dB is de veilige blootstellingsduur aan het geluidsniveau namelijk al ruim acht keer zo lang. Ten tweede, dit terugbrengen van het geluidsniveau kan zonder dat de belevingwaarde daaronder lijdt. Het toepassen van deze technieken is geen hels karwei, met name het gebruik van lage frequenties en dynamiek is iets wat iedere technicus kan toepassen. Het vraagt wel om een andere instelling van de technicus en de muzikant: zij zouden zich verantwoordelijk moeten voelen voor hun gehoor en dat van het publiek. Anders kampt dadelijk een complete generatie met ernstige schade aan het gehoor. Bij mijn werk als (aankomend) geluidstechnicus is me opgevallen dat heel veel geluidstechnici nog niet bewust of nog niet bewust genoeg omgaan met hun geluidsniveaus. Het lijkt erop dat met name veel geluidstechnici in de rock-’n-rollwereld niet doorhebben wat ze hun gehoor aandoen en met name wat ze het gehoor van het publiek aandoen. Misschien moeten we voor de grap maar eens een wapenvergunning voor geluidsapparatuur introduceren. Ik hoop dat deze scriptie een aantal mensen ervan bewust kan maken, dat mixen wel degelijk op een verantwoord geluidsniveau kan. De belevingswaarde hoeft hieronder niet te lijden. Sterker nog, de belevingswaarde van het concert kan door een bewust geluidsniveau juist sterk toenemen!
Aanbeveling betreft literatuur Tenslotte nog een aanbeveling, die niet voortkomt uit de vraagstelling van mijn onderzoek, maar uit mijn ervaring tijdens het onderzoek. Het is opvallend hoe weinig literatuur geschreven is over dit onderwerp. Met name over geluidsbeleving is amper literatuur te vinden. De enige bron die hier echt inzicht in gaf, was het artikel van professor Huron. Hij komt ook tot de conclusie dat er wat betreft de beleving van muziek ontzettend weinig bekend is. Hij begint zijn inleiding dan ook met een viertal pagina’s vol vragen waarop wetenschappers nog geen antwoord weten. Hetzelfde geldt voor het gehoor. Eigenlijk is er een nog maar een fractie bekend en staat het onderzoek in de kinderschoenen. Daarbij viel me op, dat veel audiologen hun vakgebied afschermen voor anderen. Als buitenstaander is het bijzonder lastig informatie los te krijgen van de paar audiologen in de Benelux die bezig zijn met onderzoek over hetzelfde onderwerp als deze scriptie. Meestal werd ik doorverwezen naar literatuur die geen antwoord kon geven op mijn vragen. Het lijkt me van belang dat de audiologen zoveel mogelijk communiceren met anderenen en openstaan voor anderen. Hierdoor zullen veel meer mensen initiatief nemen tot het doen van onderzoek.
Pagina 40
Bronvermelding Boeken Boasson, drs. Arja M. W., Koch, Koen, Van Oort, Paul, Geluidsdrukte, Zichtlijnen, maart 2006 Kraft, drs. Peter T., Over Horen, Beltone, 2001 Leonard, John A, Theatre Sound, A & C Black Limited, London, 2001 Møller, prof. Aage R., Hearing, psychology and pathopsychology, Academic Press Usa, 2000 Pierce, John R., Klank en Muziek, W.H. Freeman and company, New York & Oxford, 1983
Internetbronnen Angliss, Sarah, Soundless music, Infrasonic, United Kingdom, 2004, http://www.spacedog.biz/infrasonic/background.htm Arbo Podium, Arbo in praktijk, http://www.arbopodium.nl/default.asp?path=v2jck8j8 Armstrong, ass. prof. Eric, , Journey of the Voice, York university, Toronto, Canada, http://www.yorku.ca/earmstro/journey/index.html Audiologieboek, Nederlandse Vereniging voor Audiologie, 2000, http://www.audiologieboek.nl/ BBC Science & Nature, Human Scences, Programme 5: Hearing, 2003, United Kingdom, http://www.bbc.co.uk/science/humanbody/tv/humansenses/programme5.shtml Clark, David, Hearing Losses – Cause and Effect, Canada, 1995 http://www.engineeringharmonics.com/papers/hearing_loss1.pdf Davies, Alex, Acoustic Trauma: Bioeffects of Sound, BFA Honours, 2000, http://www.schizophonia.com/installation/trauma/trauma_thesis/index.htm De Haan, Gonneke, De meerwaarde van locatietheater, Afstudeerscriptie, Hoge School voor de Kunsten Utrecht, 2003, http://www.straattheater.net/doc/scriptie02.pdf H.E.A.R, Hearing Education and Awareness for Rockers, http://www.hearnet.com/ Hoorstichting, Hoorkrant Jongeren, 2002, http://www.hoorstichting.nl/folders/6.pdf Huron, prof. David, An Ear For Music, Ohio State University, Columbus, USA, http://www.music-cog.ohio-state.edu/Music838/course.notes/ear.toc.html
Pagina 41
Kähäri, Kim, Assessment of hearing and hearing disorders in rock/jazz musicians, Göteborg University, Zweden, 2003, http://www.dbdbdb.nu/kim-timh.html Leventhall, dr. Geoff, A Review of Published Research on Low Frequency Noise and its Effects, Independent consultant in noise vibration and acoustics, United Kingdom, 2005, http://www.defra.gov.uk/environment/noise/research/lowfrequency/pdf/lowfreqnoise.pdf Lord, Richard, Soundless Music, National Physical Laboratory, Teddington, United Kingdom, 2003, http://www.npl.co.uk/acoustics/consultancy/airborne/infrasound.html McCaw, Ken, What is a Buttkicker, The Guitammer Company Inc, USA , http://www.thebuttkicker.com/LFE_home.html#Overview Orkest en Gehoor, 2004, www.orkestengehoor.nl Paiva, M, Noppen, M, Verbanck, S, Harvey, J, Van Herreweghe, R, Meysman, M, Vincken, W, Music: a new cause of primary spontaneous pneumothorax, Britsh Medical Journals, 2004, http://thorax.bmjjournals.com/cgi/content/abstract/59/8/ 722?ijkey=749f907f97db73e55aeab19c47db9301da7c0445&keytype2=tf_ipsecsha Pickles, dr. J.O., University of Queensland, Brisbane, Australia, 2002 http://orkestengehoor.nl/gehoorschade/wat_is_gehoorschade/ Soede, Wim, Hard of zacht pianostemmen, wat is het verschil voor de oren, Leids Universitair Medisch Centrum,, 2005, http://www.ned-ver-audiologie.nl/Downloads/Najaar%202005/ Wim%20Soede.pdf Smith, Elisabeth Stephanie, Alcohol consumption can damage hearing, MediLexicon International Ltd, United Kingdom, 2004, http://www.medicalnewstoday.com/medicalnews.php?newsid=6551 Tinnitus, Mayo Foundation for Medical Education and Research, 2004, http://www.mayoclinic.com/health/tinnitus/DS00365/DSECTION=3 Tinnitus, Wikipedia, http://nl.wikipedia.org/wiki/Tinnitus Truax, Barry, Acoustic Communication, Ablex Publishing, Norwood, Canada, 2001 http://www.sfu.ca/~truax/ac.html
Pagina 42
Personen die bijdroegen aan deze scriptie Léon op den Buijs Carlo Habets Els Arntz Marja Quik Marcel Kroese Dave Krooshof Piet Nieuwint Eddy Westerbeek Dr. Jan de Laat Koen Koch Peter Heringa Sjoerd van Dorp Wies van Keulen
Geluidstechnicus Bachelor of audiology in opleiding Master in moederschap Neerlandicus Hoofd geluidstechniek Fortis Circustheater Scheveningen Studiogeluidstechnicus Geluidsontwerper, -adviseur, -technicus Studieleider Opleiding Theatermaker / Techniek en Theater Audioloog Hoofd techniek Theater De Lieve Vrouw Peutz Akoestiek Student beeldende kunst en vormgeving Student kunstacademie
Pagina 43