ÉÉN K STER L A A I SOC AAM Z R U U D BURG LIM
Ludwig Vandenhove
In zijn beleidsverklaring focust Ludwig Vandenhove op klimaatneutraliteit tegen 2050 en preventief optreden tegen diefstallen in woningen. De inbraakpreventie-app van de provincie is een internationale primeur. Ook besteedt Vandenhove veel aandacht aan de uitdagingen waar het provinciepersoneel voor staat.
30
ludwig vandenhove
Beleid 2015
Beleid 2015 ludwig vandenhove
Beleidsdomein:
31
Leefmilieu, natuur, waterlopen, visserij, Provinciaal Natuurcentrum en Provinciaal Domein Nieuwenhoven
1
WE RICHTEN HET BUITENGEBIED PROVINCIAAL NATUURCENTRUM IN.
Duurzaam Limburg
1.1
Craenevenne In maart 2014 opende officieel het gebouw in Craenevenne. Momenteel werken we de nabije omgeving verder af. Doel: de site in gebruik nemen als meetpunt biodiversiteit (in een groter meetnetwerk), voor demonstraties van monitoringtechnieken, voor natuurbeleving en voor natuur- en milieueducatie. Een voorbeeld: we leggen een leefgebied en voortplantingsplaats aan voor de habitatrichtlijnsoorten boomkikker en knoflookpad. Zo creëren we een stapsteen in de natuurverbinding tussen Het Wik en De Maten. Inbegrepen: een vijver van circa 25 are en een zandwal. De inrichting moet ervoor zorgen dat ook andere dieren het terrein benutten: de levendbarende hagedis, heide- of bosrandvlinders, sprinkhanen, …
1.2
Educatie voor duurzame ontwikkeling (EDO) De ontwikkeling van een duurzame provincie is heel belangrijk. Het Provinciaal Natuurcentrum (PNC) zet voor de doelgroep scholen in op een vernieuwd “Milieuzorg op School” (MOS) en op concrete projecten zoals de educatieve starterskit voor wilde bijen. 1.2.1 MOS vernieuwt Duurzaamheidskwesties vergen een genuanceerde aanpak. Daarom stemt MOS zijn aanpak af op de noden van elke individuele school. De missie van het nieuwe MOS is leren hoe we samen duurzame keuzes maken voor de planeet. MOS plaatst milieueducatie en milieuzorg in het kader van Educatie voor Duurzame Ontwikkeling (EDO). Scholen kunnen zich voortaan registreren op de “groene kaart” en zo deel uitmaken van een groeiende maatschappelijke beweging van “duurzame scholen, straffe scholen”. De vernieuwde aanpak van MOS houdt in dat de school intensieve trajectbegeleiding krijgt van de MOS-begeleiders van het Provinciaal Natuurcentrum (PNC). Op die manier werken we aan een duurzaam, gedragen resultaat. 1.2.2 Educatieve starterskit over de wilde bij Zo’n 84 % van de landbouwgewassen in Europa en een nog hoger percentage aan wilde planten is voor hun bestuiving afhankelijk van insecten. De achteruitgang van de wilde bijen en honingbijen
Beleid 2015 ludwig vandenhove
33
kan leiden tot een bestuivingscrisis met zware ecologische en economische gevolgen. Wilde bijen hebben nood aan voedselbronnen en allerlei structuurelementen als nestgelegenheid. Er komt een educatieve starterskit voor scholen over de wilde bij. Dit pakket heeft een educatief en een praktisch luik. Het educatieve gedeelte bevat een brochure die men kan gebruiken in de klas. Met het praktische luik kunnen de scholen zelf aan de slag op eigen terrein: een nestkastje en zaad creëert nestgelegenheid en nabije voedselvoorziening voor de wilde bij.
1.3
LIVEC We voorzien in het Limburgs Veldstudiecentrum LIVEC een ruim aanbod aan cursussen voor de vrijwilligers van de Limburgse Koepel voor Natruurstudie (LIKONA): onder andere “werven van en omgaan met vrijwilligers” en een opleiding “EHBO in het buitengebied”. Zo professionaliseert het PNC de vrijwilligerswerking van LIKONA.
1.4
Regionale Landschappen en Bosgroepen We blijven de werking van de Regionale Landschappen en de Bosgroepen maximaal ondersteunen binnen de budgettaire mogelijkheden. De schrapping van het Provinciefonds heeft hierop uiteraard een invloed.
2.
WE BLIJVEN ONS INZETTEN VOOR DIERENWELZIJN.
2.1
Bijtincidenten voorkomen Dierenwelzijn laat de Limburgers niet onberoerd. De provincie Limburg zet zich daarom al jaren in om rond dierenwelzijn initiatieven uit te werken die de relatie tussen mens en dier ten goede komen. Bijtincidenten vermijden en kinderen op een correcte manier leren omgaan met een hond blijft een noodzaak. Tijdens het schooljaar 2014-2015 zal de vzw Xanuul in een 100-tal klasjes op bezoek gaan met het “goede hondenbaasjes”-schoolproject. Respect en begrip voor de basisnoden van een dier liggen immers aan de basis van een goede verstandhouding.
2.2
Dierenasielen ondersteunen De provincie Limburg streeft in het kader van het Provinciaal Opvangplan Ronddolende Dieren naar een kwalitatief efficiënt en diervriendelijk beleid bij de opvang en herplaatsing van deze gevonden of afgestane huisdieren. De provincie Limburg voorziet daarom ondersteuning in de infrastructuur van de dierenasielen. Dierenverenigingen die een aanvullende functie voorzien in het kader van de problematiek van ronddolende dieren ontvangen een werkingssubsidie. De dierenasielen in Limburg zijn uitgegroeid tot professionele centra die naast een kern van mede-
34
ludwig vandenhove
Beleid 2015
werkers een beroep doen op vele vrijwilligers. Het informeren en opleiden van vrijwilligers in de dierenasielsector volgen we verder op in overleg met de dierenasielen. Een handboek op maat zorgt voor de nodige richtlijnen en is een leidraad bij de uitvoering van deze belangrijke maatschappelijke functie. Via een initiatief in het Maasland maken we de provincie Limburg gebiedsdekkend op het vlak van dierenasielen.
2.3
Zwerfkattenaanpak Limburg blijft uniek in haar zwerfkattenaanpak. Een gecoördineerde grensoverschrijdende aanpak werpt duidelijk haar vruchten af als ze consequent gevoerd wordt. Al 43 van de 44 gemeenten voeren intussen een zwerfkattenbeleid. De zwerfkatten worden gevangen, gesteriliseerd/ gecastreerd en weer vrijgelaten in hun vertrouwde omgeving. De nood is erg groot om de inspanningen van de voorbije jaren verder te zetten zodat de zwerfkattenpopulatie op een gezonde manier onder controle blijft.
3.
WE VOLGEN DE ADVIEZEN VAN DE MILIEU- EN NATUURRAAD VAN VLAANDEREN (MINA).
3.1
Limburg klimaatneutraal
Duurzaam Limburg - Eén Limburg
In 2008 schudden we aan de boom met de slagzin “Limburg klimaatneutraal tegen 2020!”. Opzet was om de Limburgers aan te spreken om nù iets te doen en niet binnen 20, 30 of 50 jaar. We kunnen wel degelijk het verschil maken. Limburg is in 2020 niet klimaatneutraal. Die strategie zou teveel nadelen meebrengen: economisch, sociaal, maar ook ecologisch. Dat toonde onze klimaatstudie in 2011 al aan. Denk maar aan de gigantische hoeveelheden biomassa die we nodig zouden hebben voor onze energievoorziening: hernieuwbaar, maar op die manier zeker niet duurzaam. Limburg kan meer dan 30 % uitstootreductie realiseren tegen 2020 en tegelijk de fundamenten leggen voor een duurzame transitie naar volledige klimaatneutraliteit tegen 2050. Dat is nog steeds ambitieus, maar realistisch en haalbaar. Dat blijkt uit recente schattingen van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). Voorzichtige metingen doen vermoeden dat we van die 30 % al meer dan de helft gerealiseerd hebben. De taak van het provinciebestuur: ondersteuning van de gemeentebesturen, rol als signaalgever, meerwaardezoeker en aantrekker van pilootprojecten. Uiteraard is het beleid vanuit de Vlaamse regering hier ook richtinggevend. Zo schrapte de Vlaamse regering onlangs een hele reeks maatregelen op het vlak van energiebesparing: de middelen voor energiescans, voor de projecten sociale dakisolatie en voor de begeleiding van goedkope groene leningen. In haar nieuwe publicatie “Voluit voor een duurzaam Limburg, inspiratie voor een klimaatneutrale provincie” geeft Limburg haar nieuwe strategische keuzes aan en meldt ze hoe we concreet aan de slag kunnen.
Beleid 2015 ludwig vandenhove
3.2
35
Ondersteuning van de Limburgse gemeenten door middel van concrete projecten en nieuwe campagnes De provincie Limburg steunt de Limburgse gemeenten bij de uitwerking en uitvoering van hun gemeentelijk milieu- en natuurbeleid. Het takenpakket van de steden en gemeenten groeit. Een gevolg van de gewijzigde bevoegdheden van de verschillende bestuursniveaus en nieuwe decreten en besluiten. De nieuwe omgevingsvergunning is het belangrijkste voorbeeld. 3.2.1. Naar maatwerk en individuele begeleiding In 2014 stuurden we de provinciale steun aan de gemeenten bij. De klemtoon ligt nu meer op maatwerk en individuele begeleiding. Om de gemeenten adequaat bij te staan, spraken we ook af met andere provinciale diensten en externe partners zoals de Regionale Landschappen, Infrax, Limburg.net, Duurzaam Bouwen Limburg (Dubolimburg) en Centrum Duurzaam Groen. 3.2.2. Europese Burgemeestersconvenant De provincie Limburg begeleidt samen met haar partners de gemeenten bij de uitvoering van hun engagementen in het kader van het Europese Burgemeestersconvenant (Convenant of Mayors). Bijna alle gemeenten hebben intussen hun eigen klimaatplan bij de Europese Commissie ingediend. Europa keurde al deze plannen goed. De Limburgse aanpak geldt als een van de goede Europese voorbeelden. 3.2.3 Limburg renoveert Samen met de gemeenten starten we een campagne voor de renovatie van particuliere woningen: “Limburg renoveert”. Dubolimburg biedt advies en begeleiding aan alle geïnteresseerde woningeigenaars. Tegelijk introduceren we in de gemeenten ook collectieve projecten waarbij we op straat- of wijkniveau burgers overtuigen om hun woning te renoveren. Via het Steunpunt Buurtopbouwwerk (Stebo) bieden we een intensieve begeleiding aan. Uit de praktijk blijkt dat dit succesvol is. Uiteraard stimuleren we hierbij de burgers om gebruik te maken van bestaande energiepremies en -maatregelen. De provincie wil in het kader van het Strategisch Actieplan Limburg in het Kwadraat (SALK) het aanbod nog versterken. Opzet is om via een nieuw rollend fonds zowel op sociaal als ecologisch vlak meer mogelijkheden te creëren voor de burger die zijn woning renoveert. 3.2.4 Elektriciteit besparen Het dreigende stroomtekort in strenge winterperiodes maakt besparen op stroomverbruik weer erg actueel. Energiebesparing was al een belangrijke doelstelling uit het Limburgse klimaatplan. In de voorbije succesvolle campagne “Warm Limburg” lag de klemtoon op verwarming. In een nieuwe campagne die we begin 2015 lanceren, ligt ze op de besparing van elektriciteit.
36
3.3
ludwig vandenhove
Beleid 2015
De Omgevingsvergunning Op 25 april 2014 bekrachtigde de Vlaamse regering het decreet Omgevingsvergunning en kondigde het af. Het decreet legt de belangrijkste krachtlijnen vast van de integratie van de milieuvergunning en de stedenbouwkundige vergunning in één Omgevingsvergunning. Intussen keurde de Vlaamse regering op 6 juni 2014 ook al het voorontwerp van het uitvoeringsbesluit “Omgevingsvergunning” principieel goed en legde het voor advies voor aan de diverse adviesraden. Het voorliggend ontwerpbesluit is dan weel heel omvangrijk, toch bestaan er nog diverse onduidelijkheden die een verdere operationalisering van de Omgevingsvergunning bemoeilijken. Verder overleg met de stakeholders, waaronder de provincie, is gepland. Het Regeerakkoord van de Vlaamse regering 2014-2019 voorziet expliciet de implementatie van de Omgevingsvergunning in 2015 en beklemtoont de voortzetting van de digitalisering van de vergunningsprocedure. Met het oog op de invoering van de omgevingsvergunning richtte het provinciebestuur intussen een technische werkgroep op om de werking van de dienst milieuvergunningen en de dienst stedenbouwkundige en verkavelingsberoepen op elkaar af te stemmen.
4.
WE ONDERHOUDEN HET PROVINCIAAL DOMEIN NIEUWENHOVEN. Duurzaam Limburg
Het provinciale domein Nieuwenhoven blijft een van de waardevolste groene longen in het landbouwgebied van Zuid-Limburg. De combinatie natuur, bos en zachte recreatie vergt een continue zoektocht naar evenwicht, ook voor de milieu-educatieve activiteiten. In functie van het bosbeheersplan gebeuren in het bos de nodige kappingen, met verkoop van het FSC-gekeurde hout. In 2014 werd de visvijver heringericht, van 2015 tot 2018 vernieuwen we onder meer de speeltuin. Volgend jaar wordt er een plan uitgetekend om het bezoekerscentrum en de loods te vernieuwen.
5.
WE BLIJVEN INZETTEN OP HET PROVINCIAAL WATERBELEID. Duurzaam Limburg
Het provinciale waterlopenbeheer krijgt binnen de interne staatshervorming een nieuw elan. Het is grondgebonden materie waardoor de provincie kan blijven investeren in waterprojecten, maar ook in mensen en middelen en een betere samenwerking met gemeenten en wateringen.
Beleid 2015 ludwig vandenhove
5.1
39
Een nieuw “waterlopenlandschap” 5.1.1 Herklassering van waterlopen In 2015 herschikken we het waterlandschap volledig, door de opwaardering van de onbevaarbare waterlopen van derde categorie tot tweede categorie als provinciale waterlopen. Dit gebeurt enkel voor de gemeenten en wateringen die dat willen. De provincie wordt zo de grootste waterloopbeheerder met 1 450 km waterlopen: aan de huidige 950 km provinciale waterlopen voegen we ongeveer 500 km toe. Dit leidt tot duidelijkheid voor de burger, tot één aanspreekpunt en tot uniforme adviezen. De huidige 58 officiële waterloopbeheerders (44 gemeenten, 11 wateringen, de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM), de provincie en de nv Scheepvaart) brengen we terug tot 19. De onderhoudswerken (ook die van de wateringen) kunnen nu als één geheel uitgevoerd worden door eenzelfde aannemer – binnen afgebakende gebieden en volgens dezelfde ruimingsprincipes over de gemeentegrenzen heen. Dat leidt tot interessantere prijzen en een meer kwalitatieve en uniforme uitvoering. 5.1.2 Limburg loopt voorop: twee wateragentschappen worden verder uitgebouwd als pilootproject De herklassering van de onbevaarbare waterlopen vergt een andere wetgeving. Limburg wacht niet op het herschrijven van de weg en richtte twee pilootprojecten, twee wateragentschappen op: het wateragentschap Noord-West-Limburg samen met Watering De Dommelvallei en de betrokken gemeenten, en het Wateragentschap Zuid-Limburg samen met de Watering Sint-Truiden. Hierbij treedt de watering op als uitvoeringsagent voor de provincie en deels ook voor de gemeenten, en dat voor de organisatie van de ruimingswerken en voor de uitvoering van waterprojecten. Het personeel van de watering zal binnen de provinciale dienst Water en Domeinen uniforme watertoetsen en betere machtigingen afleveren. Daarnaast is een gelijke behandeling van de burger binnen en buiten deze wateringen mogelijk door onder andere de afschaffing van de belastingen voor de percelen onder de ha binnen deze wateringen.
5.2.
Voortzetting van de werking De niet-aflatende strijd tegen overstromingen, de natuurlijke inrichting van waterlopen en de herwaardering van waterlopen in de doortochten van stads- en dorpskernen blijven belangrijke uitgangspunten. Een aantal projecten combineren we met de uitvoering van rioleringsprojecten van Aquafin, de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) en Infrax, zodat wegen geen twee keer worden opgebroken. Het Provinciaal Steunpunt Land & Water ondersteunt gemeenten bij de uitvoering van de gemeentelijke erosiebestrijdingsplannen – om te voorkomen dat wateroverlast modderoverlast wordt. 5.2.1 Overstromingen bestrijden en voorkomen Mits de nodige vergunningen en gronden, werken we een aantal geplande overstromingszones verder uit, zoals de finalisering van het wachtbekken in Halen op de IJzerenbeek, de start van een overstromingszone op de Golmeerzouwbeek en een bijkomend wachtbekken op de Kleine Herk in
40
ludwig vandenhove
Beleid 2015
Borgloon. We onderzoeken de uitbreiding van het wachtbekken op de Beek in Diets-Heur en een overstromingsgebied op de Roosterbeek en Slangbeek in Zonhoven. Het doel: overstromingen zoveel mogelijk voorkomen – en dat is nodig want door de klimaatopwarming valt er meer neerslag. Dit doen we door kleinschalige maatregelen in het kader van de watertoetsdossiers zo goed mogelijk op te volgen en ruimte voor water te scheppen. 5.2.2 Herwaardering van doortochten van waterlopen in stads- en dorpskernen We legden onder andere in Rutten en Vreren-Nerem een aantal waterlopen opnieuw open. Ze dragen bij tot een positievere woonbeleving. Enkele nieuwe dossiers zoals de Winterbeek in Romershoven, de Molenbeek in Membruggen en de Herkebeek in Vechmaal nemen we in 2015 onder de loep. We onderhandelen opnieuw over het project langs de Dautenbeek in Diepenbeek. 5.2.3 Natuurlijke inrichting van waterlopen Een aantal hermeanderingen, zoals die van de Kikbeek in Maasmechelen, zitten in de pijplijn. De herinrichting van de Melsterbeek in Aalst-Bij-Sint-Truiden voeren we volgend jaar uit. De bouwvergunning voor een aantal vismigratieknelpunten – zoals op de Galdermansmolen en de Keyaertmolen in Bree en de Motmolen in Bilzen – wordt aangevraagd.
Beleid 2015 ludwig vandenhove
Beleidsdomein:
1.
1.1
41
Veiligheid
WE ZETTEN IN OP DE PREVENTIE VAN CRIMINALITEIT EN OP VEILIGHEID. Sterk Limburg
Minder diefstallen in woningen In 2013 nam het aantal woningdiefstallen af met 11,6 %: van 3 993 diefstallen in 2012 naar 3 530 diefstallen in 2013. Limburg is daarmee een uitzondering. Meteen een goede reden om de Limburgse samenwerking met onze partners in veiligheid verder te zetten. Limburg kiest voor een aanpak waarbij we vanuit verschillende invalshoeken inspelen op de problematiek van woningdiefstallen. We investeerden in 2014 bijvoorbeeld in nummerplaatherkenning langs de invalswegen. Het provinciebestuur voert deze legislatuur ook het preventieplan “Diefstal in Woningen” verder uit. De gouverneur, de gemeentebesturen (32 van de 44) en de lokale politiezones werken hiervoor samen met de FOD Binnenlandse Zaken. Centraal in het plan staan initiatieven (onder andere via huis-aan-huisbezoeken door vrijwilligers, studenten en gemeenschapswachten) waarmee we de Limburgers ondersteunen en adviseren over wat ze zelf kunnen doen om de kans op een inbraak te verkleinen. Ook beveiligingsadvies op maat van de woning is mogelijk, via een lokale diefstalpreventieadviseur, of sinds kort virtueel door de inbraakpreventie-app te downloaden die de provincie ontwikkelde. Op 11 december 2014 organiseert de provincie de eerste nationale actiedag “1 dag niet”. Het idee komt uit Nederland. Doel is om één dag geen of toch zo weinig mogelijk inbraken te moeten vaststellen. De actiedag wil individuele Limburgers, maar ook buren, verenigingen, scholen en bedrijven informeren en laten nadenken over wat zij zelf kunnen doen om een inbraak te voorkomen – op 11 december, maar uiteraard ook alle andere dagen van het jaar. We willen op deze actiedag zoveel mogelijk lokale initiatieven promoten en faciliteren; 1 000 keer lokaal maakt één groot geheel. We hopen dat “1 dag niet” kan uitgroeien tot een jaarlijks terugkerende actiedag, in de “donkere-dagen-periode”, wanneer het aantal diefstallen in woningen het hoogst is. Limburg neemt het voortouw.
1.2
Burenbemiddeling Burenbemiddeling is een essentieel onderdeel van de globale veiligheidsketen. De provincie speelt een stimulerende en coördinerende rol, onder meer door het aanbod van opleiding en ervaringsuitwisseling in een provinciaal netwerk. Onze provincie telt nu al projecten in 15 gemeenten, met meer dan 25 vrijwillige burenbemiddelaars, aangestuurd door lokale professionals. In 2013 vonden er in Limburg ongeveer 400 burenbemiddelingen plaats, waarvan de overgrote
42
ludwig vandenhove
Beleid 2015
meerderheid succesvol werd afgerond. Burenbemiddeling kan de lokale politie en zeker de wijkinspecteurs werk uit handen nemen en draagt sterk bij tot het sociale netwerk in een buurt. Het is onze ambitie om vanaf 2015 – naar het model van Vlaams-Brabant – een provinciale pool burenbemiddeling uit te bouwen. Dat maakt burenbemiddelingen mogelijk in politiezones en gemeentes, waar nog geen project burenbemiddeling loopt. Op deze manier ondersteunt de provincie alle Limburgse gemeentebesturen en politiezones bij de oplossing van burenconflicten.
Beleid 2015 ludwig vandenhove
Beleidsdomein:
PLOT
1
WE WERKEN VERDER AAN DE GROEI VAN PLOT.
1.1
Inspelen op evoluties
43
Sterk Limburg
De toekomst van het PLOT (Provincie Limburg Opleiding en Training) kan niet los gezien worden van de federale acties voor het veiligheids- en politieonderwijs. Voor ons moeten brandweer-, politie- en ambulancepersoneel in Limburg alleszins opleidingen kunnen blijven volgen. In die moeilijke en onzekere omstandigheden werkt het PLOT in 2015 verder aan haar groei. Het wil een baken zijn in het opleidingslandschap rond veiligheid. Het biedt meerwaarde en blijvend partnership aan zijn klanten en garandeert professionaliteit. Dit realiseren we door elke dag opnieuw in te zetten op innovatie en duurzame leereffecten. Het PLOT houdt rekening met evoluties. We denken daarbij aan de taken van de provincies, de hervorming van de civiele veiligheid, de hervorming van het brandweeronderwijs en van de basisopleidingen van de geïntegreerde politie, en de op til zijnde hervormingen in het landschap van de dringende geneeskundige hulp. Recent nog hervormde men het politioneel en het gerechtelijk landschap. Zonder de essentiële opdracht uit het oog te verliezen – veiligheid is en blijft een basistaak van de overheid – legt het PLOT zich in 2015 nog meer toe op de private markt. Nieuwe private inkomsten kunnen de dienstverlening aan de publieke klant ondersteunen.
1.2
Opleidingen in lijn met ontwikkelingen In het domein van de basisopleidingen voor publieke klanten, leggen we in de Politieschool, de Brandweerschool en de School Geneeskundige Hulp de focus op deze nieuwe ontwikkelingen in het werkveld. In de post-initiële opleidingen ligt de klemtoon op inhoudelijke, onderwijskundige en geografische optimalisatie – en dat in functie van de vragen van de klant en een maximaal rendement voor de klant. De pedagogische cel van het PLOT start hiervoor de nodige onderwijskundige initiatieven op. Zoals de verdere uitbouw van een elektronische leeromgeving en van het concept van “blended learning”.
1.3
Relaties met sleutelpartners consolideren Het PLOT consolideert relaties met sleutelpartners en zoekt naar nieuwe win-winsituaties. Hiervoor benutten we maximaal onze opportuniteiten. Een betere samenwerking met gelijkaardige opleidingsinstellingen in andere provincies is daarbij belangrijk.
Beleid 2015 ludwig vandenhove
1.4
45
Bedrijfsprocessen onder de loep In 2015 identificeren, herontwerpen en automatiseren we de bedrijfsprocessen in het PLOT. Dit levert efficiëntie- en capaciteitswinst op, en ondervangt het structurele personeelsdeficit. We ontwikkelen de digitale competenties van de medewerkers, en dragen zorg voor de kwaliteit waarvoor het PLOT al jaren bekend staat.
1.5
Veiligheidscampus in Zwartberg We houden in eerste instantie de oude site van het PLOT en de lopende concessies op militaire domeinen in stand. De structurele en ernstige problemen op het vlak van de infrastructuur dwingen ons om een globaal concept voor een veiligheidscampus in Zwartberg te ontwikkelen. Hierbij willen we de opleidingen voor politie, brandweer en ambulanciers op lange termijn verzekeren. Ook willen we synergieën met partners tot stand brengen en bedrijvigheid en werkgelegenheid in de directe omgeving creëren. Een haalbaarheidsonderzoek in 2015 bepaalt de verdere aanpak. Tot slot zal het PLOT in 2015, na verschillende jaren van opbouw, verbetering en vernieuwing, op een duurzame wijze streven naar consolidatie en stabiliteit met veel aandacht voor evenwicht.
46
ludwig vandenhove
Beleidsdomein:
Beleid 2015
Personeel en organisatie
1. WE VOEREN EEN DOORDACHT PERSONEELSBELEID. 1.1
Werkzekerheid tot minstens einde 2015 Nu het provinciefonds is weggevallen, zijn er besparingen nodig. Die halen we niet bij het budget voor het personeel. De personeelsleden die nu in dienst zijn, hebben werkzekerheid tot minstens einde 2015. Personeelsleden die werken in de persoonsgebonden materies krijgen de mogelijkheid om overgenomen te worden door een gemeentebestuur of door Vlaanderen. Dat is afhankelijk van de beslissingen die de Vlaamse regering neemt.
1.2
Krap geraamd personeelsbudget Het personeelsbudget is zeer krap geraamd – mede door de schrapping van het provinciefonds. We houden wel rekening met één indexering. Momenteel is het echter nog niet duidelijk of er al dan niet een indexsprong komt – laat staan onder welke modaliteiten. Zelfs zonder indexering zou het personeelsbudget voor 2015 lager liggen dan dat van 2014. Er wordt geen vervanging voorzien bij natuurlijke afvloei door pensioneringen. Er is ook geen krediet geraamd voor de vervanging van personeelsleden die in de loop van 2014 ontslag hebben genomen.
1.3
Vacatures invullen via verschuivingen Vacatures in de grondgebonden materies – waar de provincies wel nog bevoegdheden behouden – kunnen alleen ingevuld worden door een verschuiving van personeelsleden uit de persoonsgebonden materies, van wie de salariskost is gebudgetteerd. Dergelijke verschuivingen kunnen gebeuren via de geëigende procedures: interne mobiliteit, herplaatsing en dienstaanwijzing. Een belangrijke uitdaging ligt in de creatie van een maximale match tussen de functieprofielen van de vacante functies en de competentieprofielen van de medewerkers die intern van functie veranderen (o.a. via vormings- en opleidingstrajecten).
1.4
Leeftijdsbewust personeelsbeleid versterken In 2015 versterken we ook het leeftijdsbewust personeelsbeleid. De maatregelen die de federale regering uitwerkt op het vlak van pensioenen zijn nu nog niet bekend. Het is wel intussen bekend dat men de pensioengerechtigde leeftijd opnieuw optrekt. De gemiddelde leeftijd van ons personeelsbestand ligt vrij hoog.
Beleid 2015 ludwig vandenhove
1.5
47
Nieuwe wet op psychosociale risico’s Ten slotte besteden we de komende maanden ook aandacht aan een goede implementatie van de nieuwe wetgeving op de psychosociale risico’s. Dat gebeurt in samenwerking met onze interne en externe dienst voor preventie en bescherming. Deze nieuwe wetgeving heeft een veel ruimer toepassingsgebied dan de vorige wet: men spreekt nu van “psychosociale risico’s op het werk” en niet langer van “psychosociale belasting veroorzaakt door het werk”. De nieuwe wetgeving focust veel meer dan de vorige op preventie, en breidt het toepassingsgebied uit naar psychosociale risico’s die in verband kunnen staan met arbeidsinhoud, arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden of interpersoonlijke relaties op het werk. Denk onder meer aan stress of een burn-out. In het voorjaar 2015 leggen we aan de raad een aangepast arbeidsreglement ter goedkeuring voor.
48
ludwig vandenhove
Beleid 2015
Confessionele en niet-confessionele geloofsgemeenschappen Beleidsdomein:
1
WE RESPONSABILISEREN ALLE GELOOFSGEMEENSCHAPPEN.
1.1
Algemeen Wanneer de eigen inkomsten van islamitische en orthodoxe erediensten ontoereikend zijn, is de provincie verplicht om financieel hulp te bieden. Dat geldt ook voor de kathedrale kerkfabriek. Het is het eredienstendecreet dat deze verplichting oplegt ten aanzien van deze erkende confessionele gemeenschappen. Bij de recentste staatshervorming werd hieraan niets gewijzigd. Op dezelfde grondwettelijke basis hebben de provincies financiële verplichtingen ten aanzien van de vrijzinnigen, maar die wetgeving is federaal geregeld.
1.2
Islamitische erediensten Momenteel zijn er 13 erkende islamitische gemeenschappen in Limburg. Daarvan zijn er 12 in werking. Van deze 12 islamitische gemeenschappen zijn de meerjarenplannen vastgesteld – en dus ook de maximumbedragen van de toelagen voor de periode 2014-2019. De erkende islamitische gemeenschap Fatih uit Beringen dient in 2015 vermoedelijk ook een meerjarenplan voor 2015-2019 in. Daarnaast is er nog 1 aanvraag voor de erkenning van een nieuwe islamitische gemeenschap uit Houthalen-Helchteren. Die kreeg op 15 juni 2011 gunstig advies van de provincie. De provincie heeft echter nog geen ministerieel besluit over deze erkenning ontvangen.
1.3
Orthodoxe kerkfabrieken Er zijn 4 orthodoxe kerkfabrieken erkend in Limburg, waarvan 3 Grieks-orthodoxe en 1 Oekraïensorthodoxe. De orthodoxe kerkfabrieken krijgen ondersteuning van een centraal kerkbestuur, net zoals de islamitische gemeenschappen. De provincie informeert ook de orthodoxe kerkfabrieken over een correcte werking conform het eredienstendecreet. Dat gebeurt in samenwerking met het centrale kerkbestuur.
1.4
Vrijzinnigen De Instelling voor Morele Dienstverlening heef in Limburg 11 locaties voor de uitoefening van de morele dienstverlening.
Beleid 2015 ludwig vandenhove
49
1.4.1 Overleg met Instellingen voor Morele Dienstverlening (IMD) en Centrale Vrijzinnige Raad (CVR) Bij een erkenning van een eredienstbestuur is men verplicht de activiteiten van de bestaande VZW op te splitsen tussen de openbare instelling (eredienst) en de VZW (socio-culturele activiteiten). De verplichte financiële bijdrage van de provincie aan eredienstactiviteiten is alleen van toepassing voor wie aan de eredienst deelneemt. De draagwijdte van de morele dienstverlening behoort tot het exclusiviteitsrecht van de Centrale Vrijzinnige Raad. Het eredienstendecreet voerde daarom overlegmomenten in tussen de erkende geloofsgemeenschappen en de overheid die financiert. De inkomsten van de Instelling voor Morele Dienstverlening bestaan uitsluitend uit provinciale toelagen. De provincie dringt erop aan dat ook de niet-confessionele gemeenschappen maximaal eigen inkomsten moeten verwerven: een financiering met uitsluitend overheidsmiddelen overstijgt immers het solidariteitsprincipe.