Sophia Kinderziekenhuis
Longfunctieonderzoeken
Uw kind komt binnenkort om één of meer van de in deze folder beschreven longfunctieonderzoeken uit te voeren. De onderzoeken helpen de arts een beter beeld te krijgen van het functioneren van longen en luchtwegen. Waarschijnlijk is u al verteld wat er allemaal komt kijken bij het onderzoek dat bij uw kind uitgevoerd gaat worden. In deze folder kunt u alles nog eens rustig nalezen; de aangekruiste onderzoeken zijn op uw kind van toepassing. Wanneer u na het lezen nog vragen heeft, stelt u deze dan gerust aan de longfunctieassistent of aan de arts. U kunt ook bellen, het telefoonnummer staat achterop deze folder.
Onbekend kan heel eng zijn! Wanneer een kind een onderzoek of een behandeling in het ziekenhuis moet ondergaan, wint angst het vaak van de normale nieuwsgierigheid. Het is van belang dat u uw kind zo goed mogelijk vertelt wat er gaat gebeuren. Zo geeft u uw kind de kans zich voor te bereiden op dat wat komen gaat. Overigens vinden veel kinderen longfunctieonderzoek erg leuk om te doen.
Wat gaat er gebeuren? Om de werking van de longen en de luchtwegen te meten, krijgt het kind tijdens de meeste van de hieronder beschreven onderzoeken een mondstuk in de mond en een soort 'knijper' op de neus. Via het longfunctieapparaat wordt voldoende zuurstof toegevoegd. Voor sommige metingen moet van tevoren een medicijn worden ingeademd dat de luchtwegen verwijdt. Als het medicijn na ongeveer twintig minuten voldoende is ingewerkt, moet het kind een aantal blaasoefeningen doen. Het onderzoek dat bij uw kind gaat plaatsvinden is aangekruist. Alleen de aangekruiste tekst is dus op uw kind van toepassing.
Zo bereiden u en uw kind zich voor op een longfunctieonderzoek Uw kind moet van tevoren stoppen met het innemen van bepaalde medicijnen: -
48 uur voor de test Foradil, Oxis, Seretide, Symbicort en Serevent, Aerobec, Becloforte, Becotide, Flixotide, Lomudal, Pulmicort, Qvar.
-
8 uur voor de test Aerolin, Airomir, Alvesco, Atrovent, Berodual, Berotec, Bricanyl, Combivent, Ventolin en Salbutamol.
Bijzondere maatregelen zijn verder niet nodig voor een longfunctieonderzoek. In het algemeen mag uw kind van tevoren gewoon eten. Hij/zij hoeft dus niet 'nuchter' te zijn.
2
O Spirogram Met dit onderzoek wordt de 'vitale capaciteit' bepaald, dit is de hoeveelheid lucht die uw kind maximaal kan inademen. Nadat uw kind diep heeft uitgeademd, meet de longfunctieassistent hoeveel lucht hij/zij kan inademen. Het onderzoek duurt ongeveer een kwartier.
O Flowvolume Bij dit onderzoek wordt gemeten hoe hard en hoe lang uw kind kan uitblazen. Hierbij wordt ook de piekstroom bepaald (de hoogste uitblaassnelheid) en de éénsecondewaarde; de maximale hoeveelheid lucht die uw kind in één seconde kan uitblazen. Het resultaat van de meting is te zien op een computerbeeldscherm. Het onderzoek duurt ongeveer tien minuten en is soms onderdeel van een ander onderzoek.
3
O NO-meting Tijdens dit onderzoek wordt stikstofmonoxide gemeten in de uitademingslucht. Dit kan de arts informatie geven over de ontstekingsprocessen in de longen, bijvoorbeeld bij astma. Uw kind moet hiervoor rustig uitblazen zoals op de foto te zien is. De NO-meting kan ook worden gedaan via de neus. Dan moet uw kind een paar tellen de adem inhouden, terwijl er een knopje tegen een neusgat aan wordt gehouden waardoor wat lucht uit de neus wordt opgezogen. Het onderzoek duurt ongeveer 10 minuten en kan een onderdeel zijn van een ander onderzoek.
O Heliumresidu Tijdens deze meting ademt uw kind via een mondstuk een mengsel in van helium en zuurstofgas. Het mondstuk moet daarbij ongeveer vijf minuten goed in de mond worden gehouden, waarbij gewoon rustig geademd kan worden. Aan het eind van de meting moet uw kind zo goed mogelijk uitademen en vervolgens heel diep inademen. Deze test wordt één keer uitgevoerd. Helium en zuurstof zijn niet schadelijk voor uw kind en hebben geen bijwerkingen.
4
O Bepaling van de luchtweggevoeligheid met behulp van metacholine Wanneer de klachten van uw kind in een bepaalde situatie of omgeving toenemen, betekent dit dat de luchtwegen onder invloed van prikkels van buitenaf sneller en heviger reageren. We noemen dit overgevoeligheid van de luchtwegen of `hyperreactiviteit'. Om te testen of de luchtwegen van uw kind inderdaad overgevoelig zijn, dienen we bewust een prikkel toe. Dit gebeurt met een vernevelde metacholineoplossing. Metacholine is een vloeistof, die bij overgevoelige luchtwegen een benauwdheidsreactie kan geven. Deze reactie kan vervolgens weer met een longfunctieonderzoek worden gemeten. Bij de test wordt maar een heel lage dosis metacholine gebruikt, zodat in geval van overgevoeligheid het effect niet te groot zal zijn. Voor het onderzoek begint, wordt de flowvolume gemeten (zie de tekst flowvolume op pagina 3). Via een vernevelaar ademt uw kind een klein beetje metacholine in, waarna wordt vastgesteld of de flowvolumewaarden verminderen. Is dat niet het geval, dan ademt uw kind een iets grotere hoeveelheid metacholine in, net zo lang totdat er aan de flowvolumewaarden te zien is dat de luchtwegen zich gaan vernauwen. De
ge-
voeligheidsgrens van de luchtwegen is dan bekend. Na dit onderzoek krijgt uw kind een luchtwegverwijdend medicijn. Twintig minuten later worden, ter controle, nogmaals de flowvolumewaarden gemeten. Het onderzoek duurt in totaal een uur tot anderhalf uur.
O Body box/lichaamsplethysmograaf Dit onderzoek bepaalt het volume van de longen en de weerstand die de luchtstroom in de luchtwegen ondervindt. Het vindt plaats in de `body box', dat is een glazen cabine die wel iets weg heeft van een telefooncel. Tijdens het onderzoek ademt uw kind via een mondstuk. Via een intercom vertelt de longfunctieassistent precies wat hij/zij van uw kind verwacht: blazen, hijgen, juist rustig ademen enzovoort. Tijdens het onderzoek wordt het mondstukje gedurende twee seconden afgesloten. Daarna gaat het ademen weer gewoon door. Uit de 5
luchtstroom tijdens de rustige ademhaling en de kleine drukveranderingen tijdens het hijgen berekent de computer het longvolume en de ademweerstand. Het onderzoek duurt ongeveer tien minuten.
O Co diffusie single/multiple breath De longen voorzien het lichaam van zuurstof en zorgen er ook voor dat koolzuur wordt uitgeademd. Deze test meet de snelheid waarmee de longen de ingeademde zuurstof in het bloed kunnen opnemen. Voor de test moet uw kind zo goed mogelijk uitademen, daarna in één keer zo diep mogelijk inademen en de adem tien seconden vasthouden. Vervolgens blaast uw kind in het apparaat uit. Na twee herhalingen is de test klaar. Als uw kind nog klein is of een lage longfunctie heeft, kan dit onderzoek ook tijdens rustig ademen worden uitgevoerd. Dus zonder adem vasthouden, zoals u ook op de foto kunt zien. Voor de meting hebben we het hemoglobinegehalte van het bloed (Hb) nodig. Als dit niet bekend is, dan wordt dit bepaald met een vingerprikje vóór of na het onderzoek. De test duurt ongeveer een half uur.
6
O Inspanningstest/loopband Wanneer uw kind benauwd wordt net na of tijdens een inspanning, kan het zijn dat het last heeft van inspanningsastma. Om dit te bepalen moet uw kind tijdens het onderzoek ongeveer zes minuten hardlopen op een loopband. Tijdens het hardlopen worden de hartslag en het zuurstofgehalte in het bloed gecontroleerd. Vóór en na het hardlopen wordt met de spirometer bepaald of de luchtwegen vernauwen. Het onderzoek duurt ongeveer drie kwartier.
O Ergometrie - maximale belasting Het doel van dit onderzoek is na te gaan waar de oorzaak ligt van de klachten van uw kind: in de longen, het hart of de spieren. Tijdens het onderzoek worden bepaalde metingen verricht terwijl uw kind fietst op een soort hometrainer. Vóór en na het fietsen wordt met een vingerprikje het zuurstof- en koolzuurgehalte in het bloed gemeten. Om de maximale hoeveelheid lucht die wordt inen uitgeademd te bepalen, wordt eerst de flowvolume gemeten (zie flowvolume, blz. 3). Daarna krijgt uw kind plakkertjes op de borst om de hartslag te meten. Om de ademgassen (koolzuur en zuurstof) te meten krijgt uw kind een kapje over de neus en de mond. Het zuurstofgehalte (de 'saturatie') wordt gemeten via een bandje om een vinger. Het fietsen zal in het begin makkelijk gaan, maar wordt steeds zwaarder doordat we de weerstand van de hometrainer verhogen. Het is belangrijk dat uw kind zo lang mogelijk doorfietst. Zorgt u ervoor dat uw kind makkelijke kleren (een trainingspak is uitstekend) en schoenen draagt. Het onderzoek duurt ongeveer vijf kwartier.
O Ongelijkmatige ventilatie (longklaringsindex of LCI) Het doel van dit onderzoek is na te gaan of in alle delen van de longen de lucht snel ververst kan worden. Dit geeft informatie over de doorgankelijkheid van de allerkleinste luchtwegen. Hiervoor moet uw kind enkele minuten aan het longfunctieapparaat kunnen blijven zitten en rustig in- en uitademen door een mondstuk of met een kapje dat over de neus en mond wordt geplaatst. Ondertussen wordt de samenstelling van het gas in de longen geanalyseerd en kan bekeken worden of er een gelijkmatige ademhaling is in alle delen van de longen. Dit onderzoek duurt ongeveer 20 minuten. 7
Nog vragen? Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, belt u dan gerust met de polikliniek longziekten. Wij nemen graag de tijd om ze te beantwoorden. Vóór het onderzoek kunt u ook nog vragen stellen aan de longfunctieassistent.
Tot slot De polikliniek longziekten kunt u bereiken via telefoonnummer 010 – 703 62 95. Wanneer u verbonden wordt met het antwoordapparaat, hoort u wanneer de telefonische spreekuren zijn. Wanneer u onverhoopt de afspraak moet verzetten, belt u dan ten minste één dag van tevoren. U wordt voor het longfunctieonderzoek verwacht op ........………............dag, …..... ........................................ 200 . , om ….... ….... uur.
www.erasmusmc.nl
5763912
© Erasmus MC - Patiëntencommunicatie - 10/12
Zorgt u ervoor dat u ruim op tijd aanwezig bent.