Sophia Kinderziekenhuis
Kraamafdeling
U bent opgenomen op de afdeling Verloskunde op de vierde etage van het Erasmus MC-Sophia. Met deze brochure willen wij u graag informeren over de gang van zaken op de kraamafdeling. Heeft u na het lezen van deze brochure nog vragen, stelt u deze dan gerust aan de verpleegkundige, klinisch verloskundige of aan uw arts.
Inhoudsopgave Kraamafdeling
2
Medewerkers van de afdeling
4
Overige medewerkers
5
Na de vaginale bevalling
5
Problemen na tang- of vacuümverlossing
7
De pasgeborene
9
Voeding
10
Aangifte en aanmelden bij de verzekering
11
Faciliteiten op de afdeling
12
Overige voorzieningen
13
Ontslag
14
Informatie voor thuis
15
Rechten en plichten
18
Wetenswaardigheden
19
Tot slot
20
Kraamafdeling De kraamafdeling bevindt zich op gang noord en is een van de drie units van de afdeling Verloskunde. Na de bevalling komt u samen met uw baby op deze afdeling. Onder normale omstandigheden komt uw baby in een wieg naast uw bed te staan gedurende uw gehele opnameperiode. Soms komt u zonder uw baby naar de kraamafdeling. Dit gebeurt als uw baby, om welke reden dan ook, op één van de kinderafdelingen in het Erasmus MC-Sophia opgenomen moet worden. Het is mogelijk dat uw baby door plaatsgebrek naar een ander ziekenhuis elders in de stad/het land overgebracht wordt. In dat geval probeert het medisch team u zo snel mogelijk naar het desbetreffende ziekenhuis over te plaatsen. Toewijzing patiëntenkamers De kraamafdeling telt twee vierpersoonskamers, zes tweepersoonskamers en een éénpersoonskamer. Voor de toewijzing van patiëntenkamers kan geen rekening gehouden worden met de manier waarop u verzekerd bent. Wanneer uw kind op de kinderafdeling ligt, wordt hier wel rekening mee gehouden. U komt dan op een kamer met moeders waarvan hun kind ook op de kinderafdeling is opgenomen. De toewijzing wordt verder bepaald op basis van de ernst van uw gezondheidstoestand en/of de gezondheidstoestand van uw kind. 2
Dagindeling De indeling van de dag ziet er globaal als volgt uit: 06.00 uur
kopje thee en controles
07.30 uur
ontbijt
08.30 uur
wassen en bed verschonen
09.00 uur
artsenvisite
10.00 uur
koffie- en theeronde
11.00 - 12.00 uur
bezoekuur
12.00 uur
controles
12.30 uur
broodmaaltijd
12.00 uur - 15.00 uur rustuur en opfrissen 15.00 uur
koffie- en theeronde
16.00 uur
controles
17.00 uur
warme maaltijd
18.00 - 20.00 uur
bezoekuur
20.00 uur
koffie- en theeronde
21.00 uur
opfrissen en eventueel controles
Wilt u ervoor zorgen dat u aanwezig bent op de kamer wanneer de warme maaltijd geserveerd wordt (tussen 17.00 - 18.00 uur). Door de speciale opwarmprocedure is het niet mogelijk de warme maaltijd na 18.00 uur nog te serveren of opnieuw op te warmen. Een broodmaaltijd na 18.00 uur is wel mogelijk. Bezoektijden en regels Uw partner kan tussen 09.00 - 12.00 uur en van 15.00 - 21.00 uur op bezoek komen. Overige familieleden/kennissen kunnen tussen 11.00 - 12.00 uur en van 18.00 - 20.00 uur op bezoek komen. Tijdens het bezoekuur mogen er niet meer dan twee bezoekers per patiënt op de kamer, om de beurt aflossen kan altijd. Heeft u geen partner, dan kunt u (in overleg met het verpleegkundig team) een vast persoon aanwijzen die u op de partnertijden bezoekt. Zorg Wat kunt u van ons verwachten: - ondersteuning en begeleiding bij zowel uw eigen verzorging na de bevalling als de dagelijkse verzorging van uw baby; - emotionele begeleiding; - controle en registratie van de lichamelijke functies en kenmerken na de bevalling; - gerichte zorg in het geval van complicaties voor, tijdens of na de bevalling.
3
Wanneer uw baby is opgenomen op één van de kinderafdelingen, bieden wij u de mogelijkheid om gedurende een aantal dagen, 24 uur per dag in de directe omgeving van uw kind aanwezig te zijn.
Medewerkers van de afdeling Klinisch verloskundige De klinisch verloskundige is een gespecialiseerd verloskundige en verzorgt de dagelijkse visites aan uw bed. De klinisch verloskundige is samen met de gynaecoloog verantwoordelijk voor de medische zorg die u geboden wordt. Bij de dagelijkse visite heeft u de gelegenheid tot het stellen van vragen. Om niets te vergeten kunt u deze eventueel van tevoren opschrijven. Om de privacy van de patiënten te waarborgen worden de partners verzocht de zaal tijdelijk te verlaten tijdens de dagelijkse artsenvisite. Zodra u aan de beurt bent, kan uw partner weer even op de zaal komen. Co-assistenten De co-assistenten zijn artsen in opleiding. Samen met de klinisch verloskundige en gynaecologen werken zij mee aan de medische zorg die aan u gegeven wordt. Lactatiekundige De lactatiekundige is een specialist op het gebied van borstvoeding en bepaalt het beleid voor borstvoeding in het ziekenhuis. In bijzondere situaties kan zij geraadpleegd worden. Kinderarts De kinderarts is verantwoordelijk voor de zorg aan de pasgeborenen die op de kinderafdeling opgenomen zijn. Hij/zij wordt in consult gevraagd voor de gezondheidstoestand van de pasgeborenen op de kraamafdeling als het nodig is. Team van verpleegkundigen en verzorgenden Binnen het team van verpleegkundigen en verzorgenden zijn verschillende personen werkzaam. - Gespecialiseerde verpleegkundigen hebben een specialistische vervolgopleiding gedaan op het gebied van verloskunde en zijn gespecialiseerd in het verplegen van (zieke) zwangeren en vrouwen na de bevalling. - Gediplomeerd verpleegkundigen volgen over het algemeen de opleiding tot gespecialiseerd obstetrie (verloskunde)- /gynaecologieverpleegkundige. - Leerlingverpleegkundigen zijn in opleiding tot verpleegkundige. - De doktersassistent neemt bloed bij u af voor onderzoek in opdracht van de dokter. - De voedingsassistenten delen iedere dag de maaltijden rond. Zij verzorgen de koffie- en theerondes en delen ’s ochtends de keuzeformulieren uit voor de maaltijden. 4
Via de voedingsassistenten kunt u voor 14.00 uur een warme maaltijd voor uw partner bestellen. Deze kan uw partner tegen betaling in het personeelsrestaurant afhalen. - Medisch studenten werken samen met verpleegkundigen mee aan de zorg die aan u verleend wordt. Unithoofd Het unithoofd is verantwoordelijk voor de totale verpleegkundige zorg. Zij wordt hierbij ondersteund door drie regieverpleegkundigen en een adviseur patiëntenzorg.
Overige medewerkers Geestelijk verzorger Met de geestelijke verzorger kunt u een gesprek aanvragen indien u daar behoefte aan heeft. Bijvoorbeeld door uw ziekteproces, rouwverwerking of de ziekte van uw baby. Het contact is geheel vrijblijvend. Natuurlijk is het ook mogelijk uw eigen dominee, pastoor of andere geestelijke verzorger te vragen u te bezoeken. Maatschappelijk werker Door ziekte en/of ziekenhuisopname worden veranderingen in uw gezin en uw omgeving teweeggebracht. De maatschappelijk werker helpt u een oplossing te vinden voor persoonlijke en sociale problemen. Zowel u als uw partner kunnen gebruik maken van de diensten van de maatschappelijk werker. Het contact komt alleen tot stand als u dat wilt en is te regelen via de verpleegkundige. Indien uw baby op de kinderafdeling verblijft, kan dit ook vanuit die afdeling geregeld worden. Liaisonverpleegkundige Wanneer u na ontslag nog lichamelijke verzorging nodig heeft of het huishoudelijk werk problemen geeft, kan de verpleegkundige contact opnemen met de liaisonverpleegkundige. De liaisonverpleegkundige kan hulp regelen voor de thuissituatie. Hieraan zijn wel kosten verbonden in de vorm van een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Dit is alleen mogelijk wanneer u ernstig ziek bent geweest. Mantelzorg heeft altijd de voorkeur. Psychiatrisch verpleegkundige Wanneer u door hormonale of andere oorzaken emotioneel uit balans raakt, kan de behandelend arts besluiten een consult van de psychiatrisch verpleegkundige aan te vragen. Soms is het noodzakelijk ook een psychiater te raadplegen.
Na de vaginale bevalling Kraambed Het kraambed is de periode na de bevalling waarin uw lichaam gaat ‘ontzwangeren’. Deze periode duurt zes weken. Omdat juist gedurende de eerste acht dagen na de bevalling com5
plicaties kunnen ontstaan, heeft u speciale begeleiding nodig. Indien medisch noodzakelijk, kunt u deze zorg ontvangen op de kraamafdeling, (tot en met de zesde dag tot 09:00 uur ’s morgens) door een team van verpleegkundigen, klinisch verloskundigen en artsen. Als u geen medische zorg nodig heeft, kunt u uw kraambed doorbrengen in het Geboortecentrum Sophia, het kraamhotel of thuis, onder begeleiding van kraamverzorgsters en uw eigen verloskundige. Controles Bij aankomst op de kraamafdeling zijn er enkele controles; - stand van de baarmoeder; - controle van het bloedverlies; - controle van de urineproductie. Het is belangrijk dat u binnen 6 uur na de bevalling urineert. Bij een volle blaas kan de baarmoeder namelijk niet goed samentrekken, waardoor u iets meer bloedverlies kunt hebben. Informatie over maandverband, wegwerpslipjes, spoelfles, reinigen van de toiletbril en persoonlijke hygiëne heeft u bij opname gekregen. Er is op de kraamafdeling een dagelijkse controle van: - de stand van de baarmoeder tot en met de derde dag (zo nodig langer); - het bloedverlies tot en met de derde dag (onder andere hoeveelheid en kleur); - de episiotomie (knip) en/of ruptuur (scheuring); - de borsten; - de benen (pijn en/of zwelling); - de bloeddruk tot en met de derde dag (zo nodig langer); - de temperatuur en pols tot en met ontslag; - het emotioneel en geestelijk welbevinden. Urineren Het vastgehouden vocht tijdens de zwangerschap moet u weer kwijt raken. Dit gebeurt in de kraamperiode. Regelmatig plassen is belangrijk. Elke drie uur wordt aangeraden, ook als u geen aandrang heeft. Vooral tussen de tweede en de zesde dag kan de blaas snel vol raken, zonder dat u aandrang voelt om te plassen. Dit kan ontstaan doordat de gevoelszenuwen van de blaas tijdens de bevalling in de knel hebben gezeten. Het plassen kan tijdens de eerste dagen een branderig gevoel geven door de eventuele ontstaande scheurtjes in de huid van de schaamlippen. Vloeien Tijdens de eerste dagen na de bevalling is het bloedverlies helderrood, zoals bij een menstru6
atie. Soms kunt u ook stolsels verliezen, mogelijk ter grootte van een tennisbal. Dit is normaal. Na een paar dagen wordt het bloedverlies minder en het bloed donker van kleur. In verband met hygiëne is het verstandig om bij elke ‘toiletgang’ het verband te verwisselen. Het gebruik van een tampon wordt de eerste 6 weken afgeraden. Gooi het gebruikte verband in een afvalzakje in de prullenbak. Gooi het verband nooit in het toilet. Naweeën Na de bevalling kunt u last hebben van naweeën. Deze zorgen ervoor dat uw baarmoeder weer zijn ‘oude’ vorm terugkrijgt. Vooral na het urineren, tijdens het geven van borstvoeding of kolven kunt u hier meer last van hebben. Deze naweeën worden veroorzaakt door de hormonen, die zorgen voor het ‘toeschietreflex’ van de melk en het samentrekken van de baarmoeder. Wanneer het erg pijnlijk is of als u er niet van kunt slapen, mag u hier 1 gram (is 2 tabletten) Paracetamol tegen nemen, maximaal 4 x 1 gram per dag. Ontlasting Soms kan de ontlasting (de eerste keer na de bevalling) wat problemen geven. Vaak zijn vrouwen bang dat de hechtingen los zullen laten en zijn ze bang om te persen. De hechtingen kunnen absoluut niet loslaten. Het is wel van belang dat de stoelgang op gang komt. Vezelrijke voeding,voldoende drinken en goed mobiliseren (rondlopen) helpen hierbij. Soms is na drie dagen een laxeermiddel nodig. Episiotomie (‘de knip’) Als u tijdens de bevalling bent ingeknipt, heeft de verloskundige/arts deze wond gehecht. De meeste hechtingen zijn oplosbaar en hoeven niet verwijderd te worden. Na ongeveer vier tot zes weken zijn ze grotendeels opgelost. De hechtingen kunnen ongemak en pijn veroorzaken. U kunt het volgende doen om het ongemak en de pijn te verminderen en te zorgen voor een goede genezing van de wond: -
zorg voor een goede hygiëne;
-
spoel met een oplossing van water met Kamillosan, na elk toiletbezoek;
-
om een zwelling tegen te gaan, kunt u het beste rechtop gaan zitten op een harde ondergrond;
-
bij zwelling of branderige pijn kunt u de verpleegkundige om een ijskompres vragen;
-
wanneer u pijn heeft, kunt u zo nodig om paracetamol vragen bij de verpleegkundige. Als paracetamol niet voldoende helpt tegen de pijn, kan de verloskundige/arts eventueel een andere pijnstiller voorschrijven;
-
heeft u na een week nog last van de hechtingen, dan kan de verloskundige de hechtingen eventueel verwijderen.
Problemen na tang- of vacuümverlossing Een tang- of vacuümverlossing wordt niet zonder reden verricht. Meestal is er sprake van 7
een langdurige uitdrijving en/of dreigend zuurstoftekort bij het kind. Afhankelijk van de reden van de kunstverlossing wordt uw kind na de geboorte door een kinderarts onderzocht. Als uw kind rond de uitgerekende datum in goede conditie wordt geboren, is opname op de kinderafdeling vaak niet noodzakelijk. Als er wel een reden is om uw baby op te nemen op de kinderafdeling, hoort u dit van de kinderarts. Na een vacuümverlossing ziet en voelt u nog enkele uren/dagen de afdruk van de vacuümcup op het hoofd van uw kind als een blauwrode verdikking. Dit komt omdat zich vocht onder de huid heeft opgehoopt. De zwelling is binnen een dag bijna helemaal weg, de verkleuring verdwijnt na enkele dagen, maar kan wel tot gevolg hebben dat uw kind langer geel blijft zien. Ook na een tangverlossing kan er enkele dagen een afdruk op de zijkant van het hoofd van uw kind zichtbaar zijn. Uw kind kan na een tang- of een vacuümverlossing hoofdpijn hebben en soms wat misselijk zijn. Direct na de bevalling krijgt uw baby een pijnstiller, 120 mgr. Paracetamol zetpil. Indien nodig kan uw baby later nogmaals Paracetamol krijgen. Dit wordt beoordeeld aan de hand van een pijnscoreformulier en gebeurt altijd in overleg met de kinderarts. Emoties rond tang- of vacuümverlossing De beleving van een kunstverlossing wisselt sterk. Het geeft vaak een grote opluchting, zeker als vrouwen het gevoel hebben maar niet op te schieten ondanks alle inspanningen. Andere vrouwen vinden het moeilijk te verwerken dat de bevalling niet spontaan is verlopen. Zij hebben soms het gevoel te hebben gefaald, omdat zij niet in staat waren hun kind op de ‘normale’ manier ter wereld te brengen, en soms hebben zij het idee dat een normale bevalling van hen is afgenomen. Spelen dergelijke gevoelens bij u, praat erover met uw partner, vrienden en familieleden. Bespreek tijdens de ‘kraamvisite’ van de verloskundige uw emoties en vragen, zoals waarom de kunstverlossing nodig was. Dit kan u ook helpen bij het verwerken van emoties. Schrijf uw vragen van tevoren op, zodat u niets vergeet. U kunt er later of voorafgaand aan een volgende zwangerschap met de gynaecoloog, de verloskundige of de huisarts over praten als u daar behoefte aan hebt. Partners Voor de partner is de tang- of vacuümverlossing soms ook moeilijk te verwerken. Meer nog dan bij een spontane bevalling kan hij/zij zich machteloos voelen. Als de bevalling thuis was begonnen, moet hij/zij ook de teleurstelling van de onverwachte complicatie verwerken. Sommige partners voelen zich nutteloos, omdat ze het gevoel hebben nauwelijks iets te kunnen doen. Ook zijn ze vaak bang dat er iets misgaat. De handelingen bij een tang- of vacuümverlossing ervaren ze nogal eens als bedreigend voor moeder en kind. Achteraf bekent menig 8
partner dat hij/zij de hoop op een goede afloop eigenlijk al had opgegeven. Belangrijk is dat u probeert alle gevoelens en teleurstellingen met elkaar te bespreken. Ook voor uw partner is het goed om vaak over deze ervaring na te praten. Volgende bevalling Bij het allergrootste deel (meer dan 90%) van de vrouwen die tijdens een eerste bevalling een vacuüm- of een tangverlossing heeft ondergaan, verloopt een volgende bevalling zonder problemen. Over het algemeen is een vaginale kunstverlossing dan ook geen reden voor een medische indicatie (bevalling onder leiding van de gynaecoloog) bij een volgende zwangerschap. Controle van de zwangerschap kan dan ook gewoon door de verloskundige of huisarts plaatsvinden. In uitzonderingsgevallen, bijvoorbeeld als de kunstverlossing erg moeilijk was, of bij andere complicaties, kan de gynaecoloog een medische indicatie adviseren. Totaalruptuur Een totaalruptuur is het doorscheuren van de huid en het weefsel tussen de vagina en de anus. Ook de kringspier rond de anus scheurt dan geheel of gedeeltelijk in. Evenals bij een gewone bevalling kan ook bij een kunstverlossing een totaalruptuur ontstaan, maar deze complicatie komt wat vaker voor bij een tang- of vacuümbevalling. Een knip kan een totaalruptuur niet altijd voorkomen. Zorgvuldig hechten van een totaalruptuur is noodzakelijk om latere problemen met het ophouden van ontlasting te voorkomen. Vaak - maar niet altijd gebeurt het hechten op de operatiekamer. Ontslag uit het ziekenhuis Hoe lang u in het ziekenhuis blijft na een vaginale kunstverlossing, hangt af van de reden van de kunstverlossing, hoe gemakkelijk of moeilijk deze verliep, de conditie van uw kind bij de geboorte, en de gebruikelijke gang van zaken in het ziekenhuis. Vaak kunt u na een paar uur naar huis, soms blijft u nog (ten minste) een nacht in het ziekenhuis.
De pasgeborene Uw baby wordt samen met u na de bevalling opgenomen op de kraamafdeling, tenzij een opname op de kinderafdeling noodzakelijk is. Op de kraamafdeling ligt uw baby in de wieg naast uw bed gedurende de opnameperiode. Het verpleegkundig team geeft u instructies en begeleidt en ondersteunt u bij de dagelijkse verzorging van uw kind. Ook uw partner kan in het ziekenhuis al bij deze handelingen betrokken worden . Controles bij de baby - Temperatuur meten Het meten van de temperatuur gebeurt rectaal. De verpleegkundige laat u de juiste houding van uw baby zien en doet het voor. 9
- Drinkgedrag In geval van flesvoeding moet uw baby de speen tussen tong en gehemelte vasthouden, terwijl hij/zij aan het zuigen is. Hierbij is het belangrijk dat de speen steeds met voeding gevuld is, zodat uw baby geen lucht aan gaat zuigen. Uitleg over het aanleggen van uw baby aan de borst krijgt u van de verpleegkundige. Er is ook een speciale folder beschikbaar. - Spugen Een mondje vol voeding teruggeven na het voeden of bij het boeren is normaal. Wanneer uw baby met kracht gaat spugen of met een boog spuugt, is het belangrijk om hier extra aandacht aan te besteden en hiertegen maatregelen te nemen. - Navel en navelstrengstomp De navel en de huid eromheen worden gecontroleerd. Het stompje wordt één keer per dag schoongemaakt met gaasjes gedrenkt in alcohol 70%. - Urine De frequentie en kleur van de urine worden geobserveerd. Dit geeft een idee of de toegediende voeding wel of niet voldoende is. - Ontlasting De frequentie, samenstelling en kleur van de ontlasting worden bekeken. Plotselinge veranderingen hierbij moeten nauwlettend gevolgd worden. - Huid De huid wordt gecontroleerd op kleur, droogheid en eventuele huiduitslag. - Gewicht Na de geboorte valt uw baby altijd af, dit is normaal. Er moet wel in de gaten gehouden worden dat uw baby niet te veel afvalt. Normaal gewichtsverlies is maximaal 10% van het geboortegewicht in tien tot veertien dagen, daarna hoort uw baby in gewicht toe te nemen. Extra controles In een aantal situaties vindt extra controle plaats van de pols, temperatuur en ademhaling: - na meconiumhoudend vruchtwater; - na langdurig gebroken vliezen; - wanneer u schildklierproblemen heeft. de bloedsuiker: - bij geboortegewicht groter of gelijk aan 4000 gram; - bij geboortegewicht kleiner of gelijk aan 2700 gram; - wanneer u diabetes heeft. Neonatale screening (de hielprik) Uw baby krijgt op de vijfde dag de hielprik. Wanneer er afwijkingen gevonden worden, 10
neemt de huisarts contact met u op. Bewaart u de witte envelop met het geregistreerde nummer. Geen bericht is goed bericht. Indien u op de vijfde dag al thuis bent, zorgt de verloskundige thuis voor het uitvoeren van de hielprik.
Voeding U maakt zelf een weloverwogen keus om uw kind borst- of flesvoeding te geven. In geval van borstvoeding krijgt uw kind voeding ‘on demand’, dat wil zeggen dat uw kind de frequentie van voeden/aanleggen zelf bepaalt. Het verpleegkundig team doet haar uiterste best om uw kind zo adequaat mogelijk tegemoet te komen in zijn/haar behoefte. Wij zijn in het bezit van het WHO/Unicef Certificaat Baby Friendly Hospital. Folders over borstvoeding en kolven zijn op de afdeling aanwezig. U kunt er bij de verpleegkundige naar vragen. Borstgevoede kinderen hebben extra vitamine ‘k’ nodig, omdat dit niet in voldoende mate in de borstvoeding aanwezig is. Vitamine ‘k’ kunt u kopen bij uw eigen apotheek. Start hiermee één week na de geboorte van uw baby. Wast u voor het geven van borstvoeding grondig uw handen met zeep. Verschoont u ook regelmatig uw beha en eventuele gebruikte borstkompressen. In geval van flesvoeding krijgt uw baby een zorgvuldig afgesproken hoeveelheid voeding toegediend. In een latere fase krijgt hij/zij een zorgvuldig berekende hoeveelheid voeding. De hoeveelheid voeding hangt nauw samen met het gewicht van uw baby op dat moment. Flesvoeding is een zorgvuldige nabootsing van moedermelk. Aan flesvoeding is al vitamine ‘k’ toegevoegd, waardoor een flesgevoed kind geen extra vitamine hoeft te krijgen. Handleidingen voor het maken van flesvoeding en het uitkoken van de flessen en spenen zijn verkrijgbaar bij het verpleegkundig team. Boeren Pasgeborenen die aan de borst gevoed worden, slikken weinig tot geen lucht in tijdens het drinken. Dit is te danken aan de ‘zuignapjes’ aan de binnenkant van hun lippen. Deze ‘zuignapjes’ zorgen ervoor dat de lippen de borst rondom luchtdicht afsluiten tijdens het zuigen aan de borst. Een borstgevoed kind boert dus niet altijd na de borstvoeding. Pasgeborenen die met de fles gevoed worden, nemen altijd lucht tot zich tijdens het drinken van de fles. De speen van de fles vult namelijk niet geheel de mond van de pasgeborene. Aan de zijkanten blijft er altijd een opening, waardoor lucht aangezogen wordt tijdens het drinken van de fles. Flesgevoede pasgeborenen boeren altijd na het drinken. 11
Aangifte en aanmelden bij de verzekering Binnen drie werkdagen (met uitzondering van het weekend en feestdagen) na de dag van de bevalling moet u aangifte (laten) doen van de geboorte op het stadhuis van Rotterdam (ook al woont u zelf in een andere gemeente) of bij de deelgemeente. Bij aangifte is een paspoort, identiteitbewijs en/of trouwboekje nodig en bij ‘erkenning’ ook het bewijs van erkenning. Aangifte kan alleen gedaan worden door iemand die bij de geboorte aanwezig is geweest of door uw echtgenoot, indien u gehuwd bent. Keuze van de achternaam - Wanneer u gehuwd bent krijgt de baby de naam van de vader, tenzij u voor de geboorte samen bij de burgerlijke stand een verklaring heeft afgelegd. - Wanneer u niet gehuwd bent krijgt de baby de achternaam van de moeder, tenzij u voor de geboorte samen bij de burgerlijke stand een verklaring van erkenning heeft afgelegd. Aanmelden bij de verzekering Na de geboorte moet uw baby zo snel mogelijk aangemeld worden bij uw zorgverzekering. Dit is van belang omdat u anders bepaalde rekeningen (bijvoorbeeld van bloedonderzoek bij uw baby) zelf moet betalen.
Faciliteiten op de afdeling Dagverblijf Het dagverblijf vindt u achter in de gang. Deze ruimte is uitsluitend voor patiënten bestemd. Er is een televisie voor algemeen gebruik. Telefoon- en televisieservice U kunt telefoon en/of televisie bij uw bed aanvragen bij de firma Patientline. Op de kamer naast uw bed hangt een informatiefolder hierover. Bij uw bed vindt u een koptelefoon en een afstandsbediening voor de televisie. U kunt Patientline bereiken van 8.00 - 20.00 uur met het telefoontoestel naast uw bed. U neemt de hoorn van de haak, drukt op ’on’ en vervolgens toetst u ‘9’ in. U krijgt dan kosteloos een medewerker van Patientline aan de telefoon. Voor meer informatie kunt u met de afstandsbediening van de televisie kanaal ‘30’ kiezen. Via de televisie krijgt u dan informatie over de diverse pakketten en de kosten hiervan. U vindt hier ook informatie over het gebruik van de radio. Bij ontslag moet u zich wel weer telefonisch afmelden. Radio In de handset bevindt zich een radio. Met gebruik van een hoofdtelefoon kunt u hiermee naar verschillende kanalen luisteren. De hoofdtelefoon is verkrijgbaar via de verpleging. Op kanaal 4 kunt u luisteren naar de RANO Ziekenomroep en op zondag naar de kerkdienst die in het auditorium van de Centrumlocatie plaatsvindt. 12
DVD-speler Op de afdeling is een DVD-speler aanwezig voor het afspelen van voorlichtingsfilms of eigen DVD’s. Vraagt u hierna bij de verpleegkundige op de afdeling. Internet Wanneer u een laptop heeft met de mogelijkheid voor draadloos internet, kunt u op de afdeling kosteloos gebruik maken van het draadloze netwerk. Post Wanneer u post wilt ontvangen, dan kunt u deze als volgt laten adresseren: Uw voorletter en naam Afdeling Verloskunde, kraamafdeling 4 noord Erasmus MC-Sophia Postbus 2060 3000 CB Rotterdam Tolkentelefoon Voor patiënten die weinig of geen Nederlands spreken, kan een tolk ingeschakeld worden. Het Erasmus MC is aangesloten bij Tolk- en vertaalcentrum Nederland (Tvcn). Op de afdeling is een tolkentelefoon aanwezig.
Overige voorzieningen Stiltecentrum Op de eerste etage van het Erasmus MC-Sophia (gang 1 zuid, kamer SK 1250) bevindt zich een stiltecentrum. Dit is een ruimte waar u even tot rust kunt komen, kunt mediteren, bidden of een kaarsje kunt branden. In het stiltecentrum is ook een naar het oosten gerichte gebedsruimte aanwezig. Deze gebedsruimte is speciaal bestemd voor islamitische gelovigen. Kerkdienst Elke zondag is er een oecumenische kerkdienst van woord en tafel van 09.30 tot 10.30 uur. Deze dienst vindt plaats in het Auditorium van het Erasmus MC (centrumlocatie, gebouw A, 2e etage). Wanneer u hier naar toe wilt, wordt u door een vrijwilliger met bed of rolstoel naar het Auditorium gebracht. Er is een verpleegkundige aanwezig in de kerkzaal, mocht er acute hulp nodig zijn. De kerkdienst wordt uitgezonden op het TV-INFO kanaal op het Erasmus MC TV kanaal. U kunt de dienst ook volgen via de radio, kanaal 4. Winkel ‘De Twee Beren’ Bij de hoofdingang is een winkel/koffieshop. Hier kunt u terecht voor koffie, broodjes, frisdrank en lectuur. 13
Koffie, thee, chocolademelk Er staan automaten op de derde verdieping en in de centrale hal waar u tegen betaling koffie, thee en chocolademelk kunt krijgen. Nadat u en uw partner de unit verloskamers (4 midden) hebben verlaten, is het niet meer mogelijk om van de koffieautomaat op de gang van die unit gebruik te maken. Bezoekerstoiletten Toiletten vindt u buiten de klapdeuren in het halletjes tussen de units. Kapper/pedicure Het is mogelijk om tegen betaling een kapper of pedicure aan bed te laten komen. Vraag de verpleegkundige naar de mogelijkheden. Ronald McDonald Huis Het Ronald McDonald Huis biedt een logeermogelijkheid voor de partner en/of de ouders om zo dicht mogelijk in de buurt van hun kind op de kinderafdeling te blijven. Een folder hierover is verkrijgbaar bij de verpleegkundige. Ronald McDonald Speeldek Wanneer u en uw partner even alleen willen zijn of een gesprek met de kinderartsen hebben, kunt u uw kind onderbrengen bij het Ronald Mcdonald Speeldek. Hier zijn wel kosten aan verbonden. Het speeldek bevindt zich naast de hoofdingang en is geopend van maandag tot vrijdag van 08.00 - 17.00 uur. Het telefoonnummer is 010 - 703 70 25. Meer informatie leest u in de folder in het folderrek op de afdeling.
Ontslag Evaluatieformulier Voordat u met ontslag gaat, krijgt u een evaluatieformulier. Hierop kunt u aangeven hoe u de verleende zorg heeft ervaren. Zowel de verpleegkundige als medische zorg, vanaf opname tot en met ontslag. U kunt ook uw mening geven over de accommodatie. Op het formulier is ruimte voor suggesties en klachten. Het kan voorkomen dat u over sommige onderdelen van uw behandeling of het verblijf in het ziekenhuis niet tevreden bent. U kunt uw klacht kenbaar maken aan iemand van het verpleegkundig team. De klacht kan dan bespreekbaar worden gemaakt met u en de desbetreffende persoon of personen. U kunt uw klacht ook kenbaar maken aan een medewerker van het Informatiecentrum. Deze kan dan desgewenst de klachtenfunctionaris inschakelen. U vindt het Informatiecentrum in de centrale hal, telefoonnummer 010 - 703 62 53. Voorbereiding voor ontslag Wilt u ervoor zorgen dat u op de dag van ontslag om uiterlijk 09.00 uur opgehaald wordt. 14
Geef dit tijdig door aan degene die u komt halen. In sommige gevallen moet u wachten totdat de bloeduitslagen bekend zijn of totdat u door een arts bent gezien, of uw baby door een kinderarts nagekeken is. Het is handig om in ieder geval ’s morgens vroeg na het ontwaken uw baby (indien nodig) in bad te doen. U mag de baby ook thuis baden. Zorgt u ervoor dat u vroeg gaat douchen, indien mogelijk vóór het ontbijt. Eigendommen kunt u alvast de avond van tevoren inpakken en/of al meegeven naar huis. Als uw baby ook mee naar huis mag, laat dan een ‘maxicosi’ meebrengen. Het is verplicht om de baby daarin te vervoeren, voor de veiligheid van de baby. Oefen enige tijd voor het ontslag, hoe de ‘maxicosi’ in de auto bevestigd moet worden. Verpleegkundige en medische overdracht U krijgt bij ontslag een verpleegkundige overdracht mee voor de kraamverzorger. In sommige gevallen krijgt u bij ontslag een medische ontslagbrief mee. Recepten Wanneer u thuis medicijnen moet slikken, schrijft de arts een recept voor. U krijgt deze mee bij ontslag. In sommige gevallen krijgt u ook voor uw baby medicijnen voorgeschreven. Een recept hiervoor ontvangt u voordat u weggaat. Afspraken voor poliklinische controle Soms krijgt u een poliklinische afspraak voor controle als u met een keizersnede of te vroeg bent bevallen. De uitnodiging hiervoor wordt naar uw huisadres gestuurd. Het is daarom belangrijk dat uw adresgegevens correct zijn doorgegeven.
Informatie voor thuis Laat uw baby veilig slapen Onderstaande adviezen zijn bestemd voor iedereen die voor een baby zorgt. Ouders, grootouders, familie, babysitters, opvangmoeders en alle professionele verzorgers. Leg uw baby altijd op de rug te slapen Het veiligst slaapt een baby op de rug. Uit zijligging rolt een baby al na een paar weken gemakkelijk op de buik. Leg uw baby nooit op de buik te slapen. Voorkom dat uw baby te warm ligt Dekbedjes zijn vaak te warm en daardoor riskant voor kinderen tot twee jaar. Bovendien liggen ze los. waardoor een baby gemakkelijk onder het dekbedje terechtkomt. Deken en lakentje, rondom ingestopt, of een trappelzak zijn veel veiliger. Zorg voor veiligheid in wieg of bed Leg uw baby te slapen in een wieg of bedje, dit is de veiligste slaapplek. Een babybedje moet 15
in Nederland aan bepaalde veiligheidseisen voldoen, onder meer voor wat betreft ventilatie (nooit een gesloten bak!) en afstand tussen de spijlen. Wanneer uw baby erg veel huilt, kunt u hem/haar bij u in bed nemen om te troosten. Zorgt u er wel voor dat uw baby niet diep onder de dekens of het dekbed komt. Zodra uw baby slaapt kan hij/zij weer terug in het wiegje. Blijf bij uw baby in de buurt Houdt u ook overdag enig toezicht tijdens het slapen. Al meteen na de geboorte is nabijheid van belang. Het bevordert de band tussen moeder en kind. Nabijheid schept ook meer veiligheid. Houd uw baby rookvrij Roken, tijdens de zwangerschap en erna, is slecht voor moeder en kind. Het wiegendoodrisico loopt op, maar ook levenslange gezondheidsschade kan het gevolg zijn. Geef bij voorkeur borstvoeding, houd een fopspeen achter de hand Borstvoeding werkt beschermend en is risicoverlagend. Geef borstvoeding zo lang u kunt. Gebruik geen geneesmiddelen met slaapverwekkende bijwerking Sommige geneesmiddelen zijn gevaarlijk voor baby's. Ze kunnen een baby te diep laten slapen. Vermijd deze medicijnen als u borstvoeding geeft, om te vookomen dat uw kind het medicijn via de melk binnenkrijgt. Let op rust en regelmaat Baby's zijn gevoelig voor verstoring van rust. Reizen, drukke visites, logeerpartijen en allerlei andere ongewone gebeurtenissen brengen een zuigeling gemakkelijk van slag. Een verstoorde slaap kan het gevolg zijn. Voor meer informatie kunt u terecht bij de kraamverzorgster en het consultatiebureau. U kunt ook kijken op de website www.veiligslapen.info of www.veiligheid.nl. Droge huid Is de huid van uw baby droog, geeft u dan een oliebad in plaats van uw baby met zeep te wassen. Voeg een beetje babyolie of olijfolie (bij de drogist of apotheek te koop) toe aan het badwater. Wanneer u dit dagelijks doet, verdwijnt de droge huid na een paar dagen. Het is aan te raden om een of twee keer per dag de huid in te smeren met babylotion, omdat de olie van het bad gedeeltelijk in de kleertjes trekt. Gebruik dus geen zeep bij de wasbeurt; zeep droogt de huid uit. Bij een droge huid is het bovendien belangrijk dat uw baby voldoende vocht binnenkrijgt.
16
Gewichtsverlies Na de geboorte valt een baby altijd af, dit is normaal. In tien dagen tijd mag uw baby maximaal 10% van zijn/haar geboortegewicht kwijtraken. Daarna hoort uw baby in gewicht toe te nemen. De kraamverzorger en de verloskundige houden dit in de gaten. Gele huid (geelzucht) Soms ziet de huid van een pasgeborene een beetje geel. Dit is vaak onschuldig en gaat na enkele dagen over. Houdt de geelheid langer dan een week aan, neem dan contact op met de huisarts. Treedt de geelzucht binnen 24 uur na de geboorte op, dan wordt dit veroorzaakt door een onderliggend probleem en moet het altijd snel behandeld worden. Dagelijkse wasbeurt Wassen kunt u beter voor de voeding doen of tussen twee voedingen in. Met een volle maag in bad gaat uw baby alleen maar spugen. Na het bad dept u de huid en de huidplooien van uw baby droog met een zachte doek. Navel Het navelstompje van de baby moet dagelijks schoongemaakt worden met een gaasje met alcohol 70%. Ziet de huid rood of ruikt het naveltje vies, dan elke keer wanneer u de luier verschoont ook het naveltje schoonmaken. Hiermee doorgaan totdat het naveltje helemaal ‘droog’ is. Oren De oren van de baby mogen na het bad alleen gedroogd worden met een puntje van een zachte doek. Nooit de oren drogen of schoonmaken met een wattenstokje, dit om beschadigingen aan het oor (gehoorgang) te voorkomen. Ogen De ogen van uw baby zijn soms vuil of ontstoken. U kunt ze met watjes of gaasjes (5 x 5 cm) en wat kraanwater reinigen. Doet u dit vanaf de kant van het oor naar de neus toe. Gaat het na een paar dagen niet over, neemt u dan contact op met de verloskundige of huisarts. Nagels De nagels zijn dun en zacht, maar erg scherp. Het advies is om de nagels de eerste zes weken niet te knippen. U kunt misschien uitschieten, waardoor er een wondje ontstaat dat gaat ontsteken. Gebruikt u liever wantjes of sokjes om over de handjes te doen. Kamertemperatuur Zorgt u ervoor dat de temperatuur van de babykamer tussen de 16 en 18 graden Celsius is. Bij koud weer kunt u een kruik gebruiken. Test de kruik altijd voor gebruik (vullen tot de 17
rand met water, vervolgens de dop erop en even laten liggen). In de wieg moet de kruik bovenop de deken liggen en met de opening naar beneden gericht. Mocht de kruik dan toch onverwachts gaan lekken, dan loopt het water van uw kind af. Normale babytemperatuur De normale temperatuur van uw baby ligt tussen de 36,8 graden en 37,4 graden Celsius, rectaal gemeten. De handen en voeten kunnen kouder aanvoelen dan de lichaamstemperatuur. Dit is normaal. U kunt uw baby dan wel sokjes en wantjes aan doen. Babykleertjes Wast u altijd de kleertjes van uw baby, voordat uw baby ze gaat dragen. In ongewassen kleding kunnen stoffen voorkomen die de huid van uw baby kunnen irriteren. Gebruikt u bij het wassen niet te veel zeep en het liefst geen wasverzachter. De huid van uw baby is erg teer en kan daar gevoelig op reageren (allergisch). Schijnmenstruatie Bij schijnmenstruatie ziet u bij de meisjes wel eens een beetje bloed in de luier. Dit komt omdat de hormonen van de moeder, die via de moederkoek het kindje bereikte, weggevallen zijn. Het baarmoederslijmvlies van het meisje reageert hierop door een heel klein beetje te gaan bloeden. Uraat luier Een uraat luier komt zowel bij meisjes als jongens voor. Het heeft niets met bloeden te maken. Wat u ziet zijn uitgekristalliseerde urinezuren met een rozeachtige kleur. Dit is een teken dat uw baby een beetje uitgedroogd is. Geeft u uw kind daarom wat meer te drinken. Thuis afkolven van moedermelk Als bij uw ontslag de baby nog steeds niet aan de borst gelegd mag worden en u wilt wel borstvoeding geven, dan kunt u thuis de borsten ook afkolven. Voorafgaand aan het ontslag uit het ziekenhuis krijgt u van het verpleegkundig team een folder en telefoonlijst. Met deze gegevens kunt u naar keuze een bestelling plaatsen bij ‘Medela’. U heeft dan bij thuiskomst de geschikte apparatuur om de borsten efficiënt af te kolven. Flesvoeding Ga bij het klaarmaken van flesvoeding altijd zo hygiënisch mogelijk te werk. Maak er een gewoonte van uw handen met zeep te wassen, voordat u de voeding bereidt. Droog uw handen na het wassen af met een schone handdoek. Maak per keer de voeding klaar in verband met hygiëne. De kraamverzorgster geeft u hierover uitleg.
18
Kraam- en verloskundigenzorg Zoals eerder vermeld is de kans op complicaties groot gedurende de eerste acht dagen van het kraambed. U doet er dan ook goed aan om over kraam- en verloskundigenzorg te beschikken als u binnen acht dagen na de bevalling het ziekenhuis verlaat (al dan niet samen met uw pasgeboren kind). Het is ook mogelijk de rest van het kraambed in het kraamhotel of Geboortecentrum Sophia door te brengen. De zorg hoort al gedurende de zwangerschap door u en/of uw partner besproken en geregeld te zijn. Naast uw ziektekostenverzekering is bijna altijd een eigen bijdrage noodzakelijk. Wanneer u ontslagen wordt, moet u zelf het kraamcentrum bellen. Klachten Na de bevalling kunt u een aantal klachten hebben afhankelijk van de zwaarte van uw bevalling. Na de bevalling vloeit u ruimer dan bij een normale menstruatie. Per dag zult u merken dat het bloedverlies steeds minder wordt en het bloed verandert van kleur. Het is belangrijk dat u regelmatig probeert te plassen, ook wanneer u de eerste dagen thuis bent na de bevalling. Een klacht die veel voorkomt is pijn bij de knip. Het is belangrijk dat u gelijk goed op de billen gaat zitten. IJskompressen en laten drogen aan de lucht kunnen ook helpen bij het bevorderen van de wondgenezing en het verzachten van de pijn. U mag tegen de pijn Paracetamol gebruiken, tot maximaal 4 x 1 gram per dag. Anticonceptie De bloederige afscheiding na een bevalling kan twee tot zes weken aanhouden. U ziet de bloeding minder worden, maar ook van kleur veranderen. Eerst is het helderrood en ruim,daarna wordt het donkerrood, bruin, geel en dan wit. Zolang u bloederige afscheiding heeft, wordt een bad en gemeenschap afgeraden. Voor veel vrouwen kan het langere tijd duren voor ze weer zin hebben in seksueel contact. Als het bloedverlies na een bevalling is gestopt, kan de eerste menstruatie al op gang komen. Bij sommige vrouwen kan het maanden duren voor de eerste menstruatie er is. Dit komt vaker voor bij vrouwen die borstvoeding geven. Dit wil echter niet zeggen dat u niet vruchtbaar bent. Als u toe bent aan seksueel contact en u wilt niet zwanger worden, dan moet u een anticonceptiemiddel gebruiken. Wilt u borstvoeding geven en graag de pil weer slikken, vraagt u dan om een pil die goed samengaat met borstvoeding. Geeft u geen borstvoeding, dan kunt u de pil gebruiken die u voor de zwangerschap gebruikte. Het advies is te wachten op de eerste menstruatie en dan gelijk op die dag te starten met de pil. De pil is dan direct werkzaam. Als de menstruatie lang weg blijft, kan er ook voor gekozen worden om de pil blind te slikken (slikken zonder dat er een bloeding is). De eerste 19
strip werkt dan niet voldoende. Om niet zwanger te worden, moet u er een ander voorbehoedmiddel (condoom) bij gebruiken. De tweede strip is pas veilig.
Rechten en plichten Onderzoek en behandeling betekent in feite een overeenkomst tussen het ziekenhuis en de patiënt. Een dergelijke overeenkomst, de zogenoemde behandelingsovereenkomst, brengt rechten en plichten met zich mee. Informatie over onderzoek en/of behandeling U krijgt informatie over het onderzoek en/of de behandeling die zal worden toegepast. Voor de arts tot een onderzoek of een behandeling overgaat, moet hij toestemming van u krijgen. De arts is verplicht u goed te informeren over de mogelijkheden van de behandeling, de eventuele risico’s en de te verwachten gevolgen en over medicijnen en eventuele bijwerkingen. Is de uitleg niet helemaal duidelijk, stel dan vragen of laat de arts het nog een keer herhalen. Het is begrijpelijk als u niet alles meteen begrijpt en onthoudt. Artsen, doktersassistentes en verpleegkundigen doen hun best u duidelijk te informeren. Anderzijds wordt van u verwacht de arts goed te informeren. Het is belangrijk dat u alle gegevens verstrekt die nodig zijn. Toestemming voor onderzoek en/of behandeling Een onderzoek en/of behandeling zal pas worden gestart nadat u daarvoor toestemming heeft gegeven. De rechten en plichten van u staan beschreven in de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (WGBO). Er is een aparte brochure beschikbaar met uitgebreide informatie over deze rechten en plichten, deze is verkrijgbaar bij het Informatiecentrum in de centrale hal. Inzagerecht in het medisch dossier In het medisch dossier is alle informatie vastgelegd die betrekking heeft op uw behandeling. Dit dossier blijft te allen tijde in het ziekenhuis. U kunt wel een verzoek indienen om een kopie van het dossier te krijgen of het dossier in te zien. Het verstrekken van een kopie of het verlenen van inzage kan worden geweigerd wanneer een behandelend arts dit niet verenigbaar acht met de zorg van een goed hulpverlener. Wanneer u een kopie wilt of inzage in het dossier, kunt u hiervoor een formulier opvragen bij de afdeling Medische Informatieverwerking. Het telefoonnummer is: 010 - 703 58 27. Ook bij het Informatiecentrum in de centrale hal van het Erasmus MC-Sophia kunt u een formulier opvragen, telefoonnummer: 010 - 703 62 53. Voor de kopieën vraagt het ziekenhuis een vergoeding.
Wetenswaardigheden Parkeren Het Erasmus MC heeft twee parkeergarages: aan de Westzeedijk en aan de Wytemaweg. 20
De garages zijn zeven dagen per week dag en nacht open. U kunt bij de betaalautomaat (schuin tegenover de receptie) in de centrale hal van het Erasmus MC-Sophia betalen. Na betaling ontvangt u de uitrijkaart en heeft u 20 minuten de tijd om de parkeergarage te verlaten. Voor uw partner is het mogelijk een abonnementskaart voor twee weken te kopen. In de folder ‘Betaald parkeren’ (verkrijgbaar bij de verpleging) vindt u hiervoor een aanvraagformulier, waarvoor u een sticker nodig heeft met uw gegevens. Deze sticker kunt u op de afdeling krijgen. Met dit formulier kunt u bij de parkeerloge in de parkeergarage Westzeedijk (nabij de uitrit) een kaart aanvragen. Mobiele telefoon In het Erasmus MC mag u mobiel bellen, behalve op plekken waar veel gevoelige apparatuur staat. GSM-toestellen kunnen namelijk storing veroorzaken aan medische apparatuur. Bij de ingang van afdelingen waar geen mobiele telefoon gebruikt mag worden, staat dit aangegeven. Als u niet zeker weet of het op een bepaalde plaats wel of niet is toegestaan, vraagt u het dan eerst op de afdeling of aan een medewerker van het ziekenhuis. Ook op plekken in het ziekenhuis waar u wel mag bellen, kan het voorkomen dat mobiel bellen in bepaalde situaties hinderlijk is voor de omgeving. Het ziekenhuispersoneel kan u daarom verzoeken op dat moment geen gebruik te maken van uw GSM. Wanneer u gebruik maakt van uw mobiele telefoon in het ziekenhuis, is dat toegestaan onder de volgende voorwaarden: - zet uw GSM op stil- of trilstand; - praat niet hard en zoek een plek op waar u zo min mogelijk mensen stoort; - vergeet niet uw GSM uit te zetten in verbodsgebieden; - tijdens artsenrondes, rusttijden of ’s nachts (op de afdeling vanaf 22.00 uur) is mobiel bellen niet toegestaan. Waardevolle spullen Het Erasmus MC-Sophia is een openbaar gebouw. Iedereen kan vrij in- en uitlopen. Wij raden u dan ook aan om waardevolle spullen direct mee naar huis te laten nemen. In uw kledingkast bevindt zich een kluisje. Over het gebruik van dit kluisje is een folder beschikbaar. Het ziekenhuis kan niet aansprakelijk gesteld worden bij diefstal/verlies van uw eigendommen. Rookbeleid Het is binnen het ziekenhuis niet toegestaan te roken. Op het voorplein, bij de hoofdingang, kunt u roken in de rookabri.
Tot slot Een brochure kan nooit volledig zijn. Heeft u nog vragen, stel deze dan gerust. Artsen en verpleegkundigen van de afdeling Verloskunde zijn altijd bereid u met raad en daad bij te staan. Het telefoonnummer van de kraamafdeling is 010 - 703 68 87. Het verpleegkundig 21
team wenst u veel geluk toe en een prettige voortzetting van uw kraamperiode.
22
23
6166677
Erasmus MC - Sophia Dr. Molewaterplein 60 3015 GJ Rotterdam Tel (010) 704 0 704 www.erasmusmc.nl
© Erasmus MC - Patiëntencommunicatie - 01/12
Aan de inhoud van deze folder kunnen geen rechten worden ontleend