lOKaal BesTUUr
Jaargang30nummer11
November2006
MaandbladvanhetCentrumvoorLokaalBestuurvandePvda
Meergreep opdegrond Gatinde democratie Hoe krijgt de raad greep op de politie?
2006-11 LB November.indd 1
Kersverse wethouders Hun ervaringen in de eerste zes maanden
Hetonderste uitdekan PvdA onderhandelde goed na 7 maart
eerstde buurtin En dan pas naar de fractievergadering
Jan-Jaap: overwinningsnederlaag X&X: SongulenGuus
16-10-2006 19:24:11
foto Eduard de Kam/HH
Joop den Uyl op verkiezingstoernee in mei 1981 in Bergen op Zoom
clmn
Overwinningsnederlaag Jan-Jaap van den Berg secretaris CLB
2006-11 LB November.indd 2
Nu het serieus herfstig is geworden, komt ook de verkiezingscampagne lekker op stoom. Het regent peilingen. En let op: voorspellers hebben soms wel degelijk gelijk. Zo lijkt de verkiezingscampagne zich inderdaad - zoals voorspeld – te trechteren in een tweestrijd tussen Balkenende en Bos, met als inzet het premierschap. Dat dit feitelijk niet klopt (omdat wij geen twee-partijenstelsel kennen) doet niets terzake – het wordt ons door de media wel zo voorgespiegeld. En het werkt. Want draait het eenmaal om de machtsvraag, dan gaat daarvan een onweerstaanbare aanzuigende werking uit. Erg prettig voor CDA en PvdA. Vervelend voor belendende partijen als ChristenUnie, GroenLinks en SP. Femke Halsema zal dus wel haar zoveelste nederlaag moeten incasseren (en de handdoek in de ring gooien?) en ook kameraad Jan Marijnissen zal aan de lange tijd zo vergulde peilingen toch vooral een katterig gevoel overhouden. Zo werken die dingen. Met dank aan de beeldvorming. Als PvdA behoeven we daarom niet zo te vrezen voor de 22ste november. Het lijkt haast zeker dat de nieuwe fractie klapstoeltjes moet laten aanrukken. Ook oud-stakingsleider Andries van den Berg (nummer 50) kan zich gaan warmlopen. Nee, die Kamerverkiezingen zijn het probleem niet. Wat ook weer niet wil zeggen dat het een gelopen race is. Natuurlijk, het is belangrijk dat de PvdA de grootste wordt. En het zou ook terecht zijn. Maar helaas zijn we er daarmee nog niet. Er is ook nog zoiets als een formatie, waarin van alles kan misgaan. En dan is dat ‘lijst 1’ alleen nog leuk voor de daaropvolgende verkiezingen. Joop den Uyl heeft het tot driemaal toe – in 1971, 1977 en 1982 – moeten meemaken: wèl de grootste, maar toch (weer) eindigen als oppositieleider.
Den Uyl als peetvader van de ‘overwinningsnederlaag’. Iets dergelijks zou ons ook nu weer kunnen overkomen. Want wanneer CDA en VVD een Kamermeerderheid behalen (of die meerderheid bereiken door een derde partij te verleiden), zal het ze verder worst zijn dat de PvdA de verkiezingen heeft gewonnen en zich de grootste mag noemen. Uiteindelijk moet de PvdA dus niet zozeer de verkiezingen winnen, als wel de formatie. Maar hoe precies? Een lastige klus wordt het zeker, ook als de PvdA winnaar is. Een linkse coalitie zal geen optie zijn, zodat Bos toch allereerst met het CDA om tafel gaat. Met de grote tegenstander uit de verkiezingscampagne dus, die de titanenstrijd om de hoofdprijs uiteindelijk verloren heeft. Onverwachts, omdat elke christen-democraat dacht dat Balkenende als zittend premier met de economische wind in de rug die beroemde premierbonus wel zou verzilveren. Maar tenslotte heeft men de eigen premier zien opstappen. Zal een dergelijk gefrustreerd CDA willen meewerken om Wouter Bos op het schild te hijsen? Het lijkt me stug. Laat de PvdA het daarom eens over een andere boeg gooien. Want ook het omgekeerde is mogelijk: niet de grootste partij, maar toch de formatie winnen. Dat kan als een oversteek wordt gemaakt naar de VVD. Op basis van de verkiezingsprogramma’s moet dat mogelijk zijn. Bos premier, en Balkenende zo’n fijne overwinningsnederlaag.
16-10-2006 19:24:15
clfn
Kersverse wethouders
omslagfoto De Utrechtse politie, op zoek naar wapens en drugs, fouilleert een willekeurige voorbijganger. Foto Rob Huibers/HH
lOKaal BesTUUr
Maandblad over gemeente- en provinciepolitiek van de PvdA. Verschijnt tien keer per jaar. Lokaal Bestuur is een voortzetting van De Gemeente, opgericht in 1907 door F.M. Wibaut en P.L. Tak.
30e jaargang no. 11 Overname van artikelen, delen daaruit of illustraties alleen na voorafgaande toestemming. rEDACTIE Hans Alberse (voorzitter), Jan-Jaap van den Berg, Jan Boelhouwer, remco Pols, Nico Portegijs, Kim Putters, Huri Sahin, richard Scalzo, Bernt Schneiders, Thijs Vreekamp. De redactie werkt op basis van een redactiestatuut.
10
EINDrEDACTIE Jan de roos
VOrMGEVING Jos B. Koene, Amsterdam MEDEWErKErS AAN DIT NUMMEr Sherif Anwar Ahmed, Songul Akkaye, Jan-Jaap van den Berg (column), Jorien Boomaars, Wim Catsman (De Estafette), Frauke van Iperen, Luuk Broer, renske Keur, Debby Kok, Jos Kuijs (Lokale kwesties), Ton Langenhuyzen (2e Kamer), Bas Levering, Nico Portegijs (Boekbespreking), richard Scalzo (column), Jessica Schipper (Persoonlijk), Ed van Thijn (De Geachte Afgevaardigde), Co Verdaas, Erris Wagenaar, Lyda Westerink, Guus Wieringa
1
reacties
1
PrODUCTIE EN DrUK Thieme Media Center, rotterdam
KOPIJ reacties en bijdragen naar:
[email protected]
2006-11 LB November.indd 3
Nieuwe wet geeft de gemeenten meer armslag
PvdA onderhandelde goed na 7 maart
haten wij de sP?
In een Amsterdams stadsdeel komen eerst de bewoners, dan pas de vergadering
1
BASISLAY-OUT Stan Wagter, csar, Delft
INTErNET Lokaal Bestuur is ook te raadplegen op Internet: http://www.lokaalbestuur.nl
Volgens politicoloog André Krouwel wel. Hij sprak op de CLBwethoudersdag in Almere
de buurt in
SECrETArIAAT Jessica Schipper Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam. Telefoon: 020-5512260. E-mail:
[email protected]
ADVErTENTIES Tarieven en opgave: recent (Joop Slor), Postbus 17229, 1001 JE Amsterdam, tel. 020 3308998
gat in de democratie
het onderste uit de kan
UITGAVE Centrum voor Lokaal Bestuur van de Wiardi Beckman Stichting, Postbus 1310, 1000 BH-Amsterdam. ISSN: 0167-0980
ABONNEMENTEN Gratis voor leden van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Voor niet-leden € 20,- per jaargang. Losse nummers (€ 3,50 inclusief verzendkosten) zijn te bestellen bij de PvdA, telefoon 020 5512155.
Hoe krijgt de raad greep op de politie?
Hun ervaringen in de eerste zes maanden
grondexploitatie
Inhumane beleid van rita Verdonk niet vergoelijken
loKale KWesties Politiek verziekt jeugdzorg 11 estaFette De PvdA in Haarlem 11 BoeKBesPreKing Jaap Huurmans PvdA 13 dagBoeKen Utrecht, Vlagtwedde, Goirle, Enschede 1 X&X Songul&Guus 1 2 Kamer Begroting BZK 1 aFgevaardigde Ed van Thijn 1 column Vervoer op maat? 1 3 jan-jaaP Overwinningsnederlaag
de
16-10-2006 19:24:32
‘Quote’
‘Niet de kool en de geit sparen, daar heeft niemand iets aan’
Foto Henny Miltenburg
Lia Moote
DE WETHOUDER? OH JA, DAT BEN I En dan ben je plotseling wethouder. Heb je tijdens de beroemde ‘eerste honderd dagen’ ook echt gelegenheid om je op deze taak te bezinnen? Of springt het volle, hectische wethoudersleven meteen bovenop je? Dat laatste, zo blijkt uit gesprekken met nieuwe wethouders die deelnamen aan de wethoudersleergang van het Centrum voor Lokaal Bestuur. Maar wethouder zijn is vooral ook léuk, heel leuk. Een drietal ervaringen.
LYDA WESTERINK Freelance journaliste
2006-11 LB November.indd 4
‘Als je niet uitkijkt, word je geleefd’ Het was best even wennen voor Lia Moote (60) toen zij, na twintig jaar raadslidmaatschap, wethouder in Wijdemeren werd: ‘Als iemand vroeg wat de wethouder ervan vond, dan dacht ik: De wethouder? Oh ja, dat ben ik.’ En wethouder ben je meteen volop, heeft Moote ondervonden: ‘Je stapt in een rijdende trein en als je niet uitkijkt, word je geleefd. Er lopen natuurlijk al de nodige dossiers en het is lastig om die van jezelf te laten worden. Je hebt daarnaast ook je eigen agenda, je wilt aan bepaalde dingen werken. Ik heb volkshuisvesting in mijn portefeuille en ik wil dat er over vier jaar echt meer betaalbare woningen in onze gemeente zijn. Ook de jeugd verdient de nodige aandacht. Kortom, eigenlijk zou je dus gewoon wel eens met de benen op tafel willen brainstormen over hoe je zaken wilt aanpakken. Maar je wordt eenvoudig opgeslokt door alles wat er op je afkomt.’ Ze hoeft het gelukkig niet alleen uit te zoeken: ‘De verhoudingen in het college zijn uitstekend en de ambtenaren zijn heel loyaal’, zegt Moote, ‘Ik heb ook steun aan de plaatselijke afdeling en aan de fractie. Op landelijk niveau is
de partij veel actiever geworden, dat vind ik ook heel positief. Dat trekt nieuwe, vaak jonge, mensen aan. En zo’n wethoudersleergang, van het CLB daar heb ik veel aan. Het is prettig om ergens zaken zo open op tafel te kunnen leggen. Je denkt toch altijd dat jij alleen met dingen aan het worstelen bent, maar daar blijkt dat alle nieuwe wethouders daarmee zitten. Je wilt de dingen goed doen, je dossiers goed kennen, kennis maken met functionarissen en organisaties. Maar je wilt ook voeling houden met de samenleving, je moet niet steeds op dat gemeentehuis zitten, je moet naar buiten. Hoe krijg je dat allemaal in je agenda? In de wethoudersleergangen leer je om meer grip te krijgen op je tijd.’ Het wethouderschap bevalt Moote prima: ‘Ik vind het een uitdaging, ja, en ook een hele eer. Het contact met ménsen is zo leuk. Daarvoor zit je er tenslotte ook, om te weten wat er leeft en er dan ook iets mee te dóen. En dat hoeft voor mij niet zo nodig in de schijnwerpers, hoor. Ik ben sowieso meer iemand van achter de schermen.’ Heeft Moote nog tips voor collega’s? ‘Kies een paar sparring-
partners uit, om toch die reflectie een kans te geven. En blijf jezélf, dat is tenslotte ook de persoon die ze gevraagd hebben om wethouder te worden. Ik vind dat je ook altijd duidelijk moet zijn, niet de kool en de geit willen sparen, daar heeft niemand iets aan. Oh ja, gevoel voor humor is ook heel belangrijk. Het gaat natuurlijk om serieuze zaken, maar een grapje kan soms net het verschil maken.’ Wat zou zij over vier jaar het liefst over haar wethouderschap horen? ‘Ze was betrouwbaar’, antwoordt Moote beslist, ‘Met die wethouder geen een-tweetjes.’
16-10-2006 19:24:48
‘Leuke baan heb jij, zeiden mijn kinderen’
‘Je gaat niet met de bakker en de slager over je twijfels praten’
Foto Martin Mooij
Foto Joep van der Pal
Hans Heddes
Petra ’t Hoen
DER? IK!
‘Je moet niet het werk van de ambtenaren gaan doen’
‘Van raadslid tot wethouder kost echt meer dan 100 dagen’ Hans Heddes (44) nam vier jaar onbetaald verlof als aardrijkskundedocent aan de pabo om fulltime wethouder te worden in Schagen. ‘De eerste honderd dagen bén ik geleefd’, zegt Heddes, ‘En nog steeds is het zo dat ik op woensdag al aan die 36 uur zit. Ik heb samenlevingszaken in mijn portefeuille en had me vooraf niet gerealiseerd dat veel organisaties vooral ’s avonds vergaderen.’ Heddes was in de afgelopen raadsperiode drie jaar raadslid, maar het wethouderschap is echt andere koek: ‘Vanaf dag één ben je ‘de wethouder’ en vragen ze wat je van zaken vindt. Wat ik ervan vind, dacht ik dan. Ik heb de stukken nog niet eens gelezen!’ De pers heeft daar niet altijd begrip voor, dat ondervond Heddes vrij snel: ‘Ik heb daar van geleerd dat je ook met positieve dingen in de krant moet komen. Ik ben toen snel gaan pr-en. Zo zat ik niet in elkaar, ik ben meer van op de achtergrond. Maar dit hoort nu eenmaal wél bij deze functie.’ Met ‘kermisaangelegenheden’ in zijn portefeuille, kreeg hij al snel leuke pers: ‘In Schagen is er elk jaar een grote kermis, best bijzonder voor een relatief kleine
2006-11 LB November.indd 5
gemeente. Ik heb de kermis geopend door met mijn vrouw en onze twee kinderen van de glijbaan af te gaan. We werden daarna elke dag uitgenodigd door een andere kermisexploitant. Leuke baan heb jij, man, zeiden mijn kinderen.’ Het lukt Heddes goed om zichzelf te blijven: ‘Ik heb mijn vrouw en mijn vrienden gevraagd om me te waarschuwen als dat anders wordt.’ Hij wil bovendien op zoek naar een paar ‘coaches’ om te sparren over een aantal zaken: ‘Dat raden ze ook aan op de wethouderleergang. Ik heb natuurlijk steun aan mijn twee collegawethouders en ik krijg hulp van de ambtenaren, die heel loyaal zijn. Ook met de fractie heb ik veel contact, maar als wethouder heb je natuurlijk een andere rol. Van raadslid naar wethouder, dat kost echt meer dan die honderd dagen waar de partij het altijd over heeft.’ Heddes is nog steeds enthousiast over het wethouderschap, ondanks zijn overvolle programma: ‘Het is toch geweldig dat er dankzij vrijwilligers zoveel gebeurt in Schagen? Daaraan wil ik graag mijn steentje bijdragen. Gaat dat snel genoeg? Nou ja, alles moet
worden afgewogen, je kunt niet op je bek gaan doordat je zaken niet hebt onderzocht. Dat vraagt tijd en gelukkig gaat er soms opeens iets wel heel snel.’ Heeft hij tips voor collega’s? ‘Die relaties met de pers dus, dat je die positief uitbuit. En humor, dat houdt de zaken op een gezonde manier in evenwicht.’ Wat hoopt hij dat Schagen over vier jaar over zijn wethouderschap zegt? ‘Hij is dezelfde gebleven’, antwoordt Heddes onmiddellijk, ‘Hij is niet naast zijn schoenen gaan lopen. En een aantal hoofdpijndossiers, die er al jaren liggen, zijn eindelijk afgehandeld. Kortom, dit college is aan het werk geweest.’
Je de eerste honderd dagen op je taak bezinnen, dat lukt niet echt, is ook de ervaring van Petra ’t Hoen (37), wethouder in Oostflakkee: ‘Op de eerste dag viel het nog wel mee, maar vanaf dag twee zat mijn agenda elke dag boordevol’, zegt ze, ‘Iedereen sprong bovenop me en wilde vooral weten wat ik van dingen vond, dingen waarvan ik nog geen dossier ingezien had!’ In de zomervakantie werkte ze zich door ‘vier jaar papier’ van haar voorganger heen: ‘En nu loopt het.’ Ze is blij met de wethouderleergangen, want ze vindt het wethouderschap ‘eenzamer dan ze dacht’: ‘Je bent geen deel meer van een fractie, zoals de vier jaar dat ik in de raad zat. Ik heb natuurlijk mijn collega-wethouder, maar je hebt gewoon je eigen portefeuille. En ik ben vergroeid met dit dorp, mijn vier kinderen gaan hier naar school en dan ben je opeens dé wethouder. Ja, dan ga je ook niet even met de slager en de bakker over je eventuele twijfels praten.’ Als wethouder heb je weinig mensen in een vergelijkbare positie om je heen, zegt ’t Hoen: ‘Ik zat hiervoor in het onderwijs en daar heb je die uitwisseling natuurlijk wel. Daarom vond ik die wethouderleergang zo heerlijk, kon je lekker sparren. Daar heb ik veel aan gehad. Ik zou eigenlijk gewoon wat van zulke sparringpartners moeten zoeken, liefst van buiten, maar het ontbreekt mij eerlijk gezegd een beetje aan de tijd daarvoor.’ ’t Hoen heeft een zware portefeuille, met sociale zaken en financiën: ‘We hebben net de begroting opgesteld, heel dyna-
misch. Gelukkig hoefden we niet te bezuinigen, maar wel passen en meten. Mijn valkuil is dat ik te veel tot in detail wil. Maar je moet niet het werk van de ambtenaren gaan doen.’ Dat is ook haar tip voor andere wethouders: ‘Neem de nodige afstand. Zorg dat je zo snel mogelijk de hoofdlijnen eruit gaat halen, anders kost het echt úren. Probeer als wethouder ook niet steeds leiding te geven. Besturen is juist de kracht en kundigheid van mensen zien, activeren en koppelen. Zo krijg je goede informatie naar boven. En blijf het leuk vinden. Ík vind het tenminste nog steeds enorm leuk. Als onderwijzeres zat ik vooral in de uitvoerende sfeer, nu zit ik aan de kant dat ik alle treintjes in werking mag zetten. En daar ben ik gelukkig ook niet meer bang voor. Je hoeft het niet allemaal morgen gedaan te hebben, dat kán ook helemaal niet.’ Wat zou zij over vier jaar graag over haar wethouderschap willen horen? ‘Dat het gelukt is het voorzieningenniveau in onze kleine kernen betaalbaar op peil te houden. En dat we actief kansen benutten die dit eiland biedt. Ik hoop dat ik voor veel mensen herkenbaar ben vanwege mijn leeftijd en omdat ik jonge kinderen heb. Op die manier hoop ik ook bij te dragen aan herkenbare democratie en een toegankelijker bestuur.’
16-10-2006 19:25:00
‘Quote’
een gat in de democratie Een regionaal georganiseerde politie biedt mogelijkheden tot maatwerk en verdient daarom de voorkeur boven een nationale politie. Maar gemeenteraden moeten wel zichtbaar invloed krijgen op het korpsbeheer. In Gelderland bleek onlangs weer eens dat er nog altijd een democratisch gat bestaat in de politieke verantwoordelijkheid voor de politie. In dit artikel enkele suggesties om daar verandering in te brengen.
LUUK BROER EN DEBBY KOK Beiden PvdA-raadslid in Arnhem. Debby Kok is tevens docent Veiligheid aan de Hogeschool Avans in Den Bosch
2006-11 LB November.indd 6
Half augustus van dit jaar legde de korpschef van de politie Gelderland-Midden, een korps met 1800 medewerkers, zijn functie neer. Na twee jaar van spanningen binnen het regionale politiekorps, een reeks slachtoffers onder het politiekader, beschuldigingen van discriminatie van allochtone politiemedewerkers, diskwalificatie van politiefunctionarissen door de AIVD, en - bij de oplopende spanning - lekken van interne informatie naar de pers. Binnen onze samenleving heeft de politie het monopolie op het uitoefenen van geweld, maar wel onder democratische controle. De Arnhemse gemeenteraad werd de afgelopen maanden gedwongen zich af te vragen hoe het ligt met die democratische controle. Waar ligt de politieke verantwoordelijkheid voor de regiopolitie? Wie is er politiek aan te spreken? Wij constateren - sinds de invoering van de regiokorpsen in 1993 - een democratisch gat. In dit artikel gaan wij in op de essentie van dit democratisch tekort en de wijze waarop dit in Gelderland-Midden in de afgelopen maanden zichtbaar werd. En doen we wat suggesties om daar verandering in te brengen. Onrust in regiokorps Hoe heeft de Arnhemse gemeenteraad op de affaires in het regiokorps gereageerd? Via een actiegroep binnen de regiopolitie komen in maart 2006 beschuldigingen van discriminatie door allochtone politiemedewerkers in de pers. Daarop stellen de fractie-
voorzitters in de raad mondelinge vragen aan de Arnhemse burgemeester die tevens korpsbeheerder is. De korpsbeheerder geeft geen informatie over de kwestie en stelt een externe commissie in die de affaire gaat onderzoeken. De krant blijft actief geïnformeerd en meldt dat het hoofd P&O van het regiokorps met een ongebruikelijk hoge afkoopsom vertrekt, nadat hij met een dossier van een allochtone medewerker zou hebben gerommeld. De korpsbeheerder noch de korpschef ontkennen of bevestigen het bericht. De krant meldt dat de AIVD de integriteit van de Arnhemse districtschef in twijfel trekt en dat de man wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de politie. Mondelinge vragen aan de burgemeester/korpsbeheerder leveren bevestiging noch ontkenning op ‘want het oordeel van de AIVD is ook voor mij geheim’. Dan gaat het snel: de ondernemingsraad van het regiokorps zegt het vertrouwen in de korpschef op en de dag daarop legt de korpschef zijn functie neer. Een week later beantwoordt de burgemeester een aantal schriftelijke vragen van de SP-fractie van twee maanden eerder, nadat zij gesteld heeft als korpsbeheerder wettelijk niet tot antwoorden verplicht te zijn. Inmiddels heeft het Regionaal College, samengesteld uit de burgemeesters van de regiogemeenten, zijn vertrouwen in de korpsbeheerder uitgesproken. Al snel wordt een zeer ervaren, ‘diepblauwe’ ex-korpschef als
Foto
Bijschrift
waarnemer benoemd. Half september verschijnt het rapport van de externe onderzoekscommissie. Het rapport wordt bekritiseerd vanwege de afwezigheid van een gedegen feitenonderzoek en wederhoor. Het wachten is nu op een vervolgonderzoek waarin ook de rol van de korpsbeheerder wordt onderzocht. De burgers en de pers spreken de Arnhemse gemeenteraad aan over het politiekorps. Echter, de raad wordt slechts deels en achteraf geïnformeerd met de wettelijk niet onjuiste opmerking ‘dat is jullie verantwoordelijkheid niet’. Hoe liggen de verantwoordelijkheden dan? Gezag Nederland is sinds de invoering van de Politiewet 1993 opgedeeld in 25 politieregio’s met elk een regiokorps. In elke politieregio wordt een onderscheid gemaakt tussen gezag en beheer. Het gezag betreft “de beslissingsbevoegdheid over de daadwerkelijke inzet van de politie” (Elzinga 1999). Er zijn twee soorten gezag: • Gezag over de handhaving van de openbare orde en hulpverlening. Bijvoorbeeld de handhaving van de openbare orde bij grootschalige evenementen en calamiteiten. • Gezag over de strafrechtelijke handhaving. Dit betreft de daadwerkelijke opsporing van overtredingen en misdrijven. De burgemeester is verantwoordelijk voor de handhaving van de openbare orde in zijn gemeente en legt daarover verantwoording
16-10-2006 19:25:11
im Karel Roel (1943-2006) wethouder van Niedorp Op 27 september overleed op 63-jarige leeftijd wethouder Karel Roel van Niedorp. Hij was een paar dagen eerder opgenomen in het Medisch Centrum Alkmaar nadat hij onwel was geworden na een bezoek aan het bloemencorso in Winkel. In het ziekenhuis bleek dat de ziekte veel ernstiger was dan was verwacht. Karel was sinds maart van dit jaar wethouder namens de PvdA in de gemeente Niedorp. Daarvoor was hij jaren actief als gemeenteraadslid en fractievoorzitter en 15 jaar als wethouder in Graftde Rijp. Wij waren blij dat Karel zich in maart beschikbaar stelde voor de positie van wethouder, ondanks zijn vroegere gezondheidsproblemen. Het was de logische en enig juiste uitkomst dat hij de wethoudersstoel bezette. De stoel die hij verdiende, ambieerde en beheerste. Karel heeft het als wethouder het afgelopen half jaar heel goed gedaan. Hij was zichtbaar en aanspreekbaar, werkte menig dossier af. We werkten graag met hem samen. Hij zal zeer gemist worden. We wensen Bea, de kinderen en kleinkinderen heel veel sterkte toe in deze moeilijke tijd. Bestuur en fractie PvdA Niedorp
nws Netwerk < 30
Foto Koen Suyk/ANPFoto
af aan de gemeenteraad. De officier van justitie is verantwoordelijk voor de strafrechtelijke handhaving en valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid van de minister van Justitie. Beheer Daarnaast kent elk regiokorps ook een beheersbevoegdheid. Dit betreft de verantwoordelijkheid voor de ‘organisatie en instandhouding van het politieapparaat’ (Elzinga 1999). Hieronder vallen de financiën, het personeelsbeleid, maar ook de prioriteitenstelling in het regionaal beleidsplan. De keuzes die in het regionaal beleidsplan worden gemaakt, zijn weer van invloed op de eerder genoemde handhavingstaken. De korpsbeheerder, meestal de burgemeester van de grootste gemeente in de regio, is verantwoordelijk voor het beheer van het regiokorps. De korpsbeheerder legt verantwoording af aan het Regionaal College, dat bestaat uit de burgemeesters uit de regio en de officier van justitie. Gemeenteraden kunnen hun burgemeester verzoeken om in het Regionaal College invloed uit te oefenen op het regionaal beleidsplan, maar zij hebben geen mogelijkheden om de uitvoering van de beheerstaak door de korpsbeheerder direct te controleren (Elzinga 1999). Gat in de democratie De regiopolitie heeft dus drie bazen: • voor de strafrechtelijke handhaving: de officier van justitie
2006-11 LB November.indd 7
en uiteindelijk de minister van Justitie die door de Tweede Kamer ter verantwoording kan worden geroepen; • voor de openbare orde per gemeente: de burgemeester die zich daarvoor moet verantwoorden aan de gemeenteraad; • voor het beheer: de korpsbeheerder, die zich verantwoordt aan het Regionaal College van burgemeesters. Daar is geen sprake van een directe politieke verantwoordelijkheid en controle. In het specifieke voorbeeld van Gelderland-Midden kan de Arnhemse gemeenteraad de burgemeester alleen aanspreken over de handhaving van de openbare orde in Arnhem en - net als de andere gemeenteraden in de regio - niet op haar rol als korpsbeheerder over de interne onrust in het regiokorps. Het democratisch gat zit dus bij het beheer van het korps. Daar gaat het over prioriteiten in het veiligheidsbeleid, over de interne organisatie van het regiokorps en over effectiviteit en doelmatigheid van de inzet van de politie. Tot slot Omdat de afzonderlijke gemeenten te klein zijn voor een goed uitgeruste en doelmatige politie en omdat de misdaad niet stopt bij de gemeentegrens, is de politie destijds op regionaal niveau geplaatst. Een regionale, decentraal georganiseerde politie biedt mogelijkheden tot maatwerk en verdient daarom de voorkeur. Maar het democratisch gat moet kleiner
en daarom dienen gemeenteraden zichtbaar invloed te krijgen op het korpsbeheer. Voor de praktische uitvoering geven wij geen kant en klare oplossingen, wel mogelijke denkrichtingen: • Laat gemeenteraden het regionaal beleidsplan vaststellen of stel op zijn minst een inbreng van de gemeenteraden op het regionaal beleidsplan verplicht. • Voeg aan het regionaal college een vertegenwoordiging van raadsleden uit de regio toe net als bij stadsregio’s en overige losse gemeenschappelijke regelingen. • Geef - net als in gemeenschappelijke regelingen - gemeenteraden bovendien budgetrecht voor de handhaving van de openbare orde door het regiokorps. De politiebudgetten kunnen via het gemeentefonds worden verdeeld, waarbij de gemeenten volgens sleutels bijdragen aan de regiopolitie. Gemeenten die meer politiezorg willen dan de norm, moeten daarvoor betalen. Dit zijn slechts denkrichtingen. Maar zolang er niets verandert, is voor het beheer van de regiopolitie in Nederland niemand politiek verantwoordelijk. En dat kan niet bij een zo ingrijpende bevoegdheid als het geweldsmonopolie.
Het blijkt niet altijd makkelijk te zijn om als 30-minner politieke ambities te combineren met studie, met een beginnerspositie op de arbeidsmarkt, temidden van vrienden die niets met politiek hebben en in een politieke omgeving die grotendeels bevolkt wordt door mensen die gepokt en gemazeld zijn in de politiek. Het Centrum voor Lokaal Bestuur start daarom opnieuw een netwerk voor jonge politici met als doel met elkaar in contact komen, ervaringen uitwisselen en elkaar ondersteunen. Het CLB nodigt alle jonge politici – raadsleden, statenleden, kamerleden, wethouders – uit om deel te nemen aan het nieuwe NETWERK < 30. Tijdens het afgelopen congres hebben bijna 20 jonge politici zich voor dit netwerk opgegeven, variërend van raadsleden tot kandidaatTweede Kamerleden en alle bestuurslagen daar tussen. Eind januari 2007 zal er een welkomstbijeenkomst worden georganiseerd, zorg dat je daar bij bent! Voor meer informatie: Simon Broersma,
[email protected] Je kunt je aanmelden bij Margriet Visser,
[email protected] o.v.v. NETWERK <30 .
Literatuur: D.J. Elzinga: ‘Het politiebestel’, in: C. Fijnaut e.a.: Het politiebestel. Uitg. Samsom, Alphen aan de Rijn 1999
Als u nog per acceptgiro betaalt, maar het CLB wilt machtigen middels een automatische incasso, stuur ons dan een e-mail (
[email protected]) of bel ons even: 020-5512260. Wij sturen u dan een machtigingsformulier toe.
Bezoek onze website! Het laatste nieuws over alle activiteiten van het Centrum voor Lokaal Bestuur vindt u op onze website
www.lokaalbestuur.nl Onze site geeft u informatie over: Bijeenkomsten van het CLB, Adviezen, Publicaties, Dualisme, de organisatie van het CLB, artikelen uit Lokaal Bestuur en ProefLokaal. Ook zijn er links naar andere websites die voor u als lokale of provinciale bestuurder interessant zijn.
Automatisch betalen
16-10-2006 19:25:19
‘Quote’
Foto Mark van den Brink
Na de grote zege bij de gemeenteraadsverkiezingen kreeg de PvdA er 150 wethouders bij. Een prachtresultaat, maar hebben de lokale onderhandelaars ook het onderste uit de kan gehaald? Margriet Visser zocht het voor het CLB uit. Op de wethoudersdag in Almere op vrijdag 13 oktober werd haar rapport gepresenteerd. Lokaal Bestuur vroeg om een toelichting.
‘JE MOE JE MEE ‘Het was ontzettend leuk om te doen’, zegt Margriet Visser over haar onderzoek naar de collegeonderhandelingen die volgden op de succesvolle raadsverkiezingen van maart dit jaar. De 26-jarige politicologe reisde tijdens de zomermaanden het land door om PvdA’ers tekst en uitleg te vragen. ‘Mijn vakantie heb ik er voor moeten opofferen’, lacht ze, ‘maar het was wel een heel bijzondere ervaring. Ik hou ervan om concrete resultaten te kunnen laten zien, en dat is met dit rapport Het onderste uit de kan goed gelukt’. Margriet deed haar onderzoek in opdracht van het Centrum voor Lokaal Bestuur, waar ze na de raadsverkiezingen in dienst trad. Naast deze onderzoeksklus organiseerde ze voor het CLB ook bijeenkomsten voor nieuwe raadsleden, de ‘mini-Wibauts’ en Op Maat-trainingen voor fracties. En ze hielp jonge PvdA-politici met het opzetten van het NETWERK <30. De meeste energie stak ze de afgelopen maanden echter in haar onderzoek. Eerst bracht ze samen met stagiair Rob in ’t Zandt het verkiezings- en onderhandelingsresultaat in alle gemeenten waar de PvdA meedeed in kaart. Dat gebeurde met behulp van een zelf ontwikkelde database. ‘Je kunt natuurlijk niet al die afdelingen langs gaan. We hebben daarom besloten het onderhandelingsproces in tien uiteenlopende gemeenten onder het vergrootglas te leggen en daar gesprekken te voeren met de PvdA-onderhandelaars.’
2006-11 LB November.indd 8
JAN DE ROOS EINDREDACTEUR LOKAAL BESTUUR
Visser is vol lof over de medewerking die ze daarbij kreeg. ‘De mensen die we benaderden, wilden allemaal meedoen. Ze hebben vrijuit gepraat over wat ze dwars zat en waar ze trots op waren.’ In Het onderste uit de kan is een verslag opgenomen van deze gesprekken en bevindingen in case studies over Enschede, Maastricht, Zwolle, Heerenveen, Tiel, Heemskerk, Schijndel, Heerlen, Leidschendam-Voorburg en Laren. Meerwaarde De gesprekken hadden een duidelijke meerwaarde voor het onderzoek. ‘Je hebt als je er heen gaat eigenlijk al een beeld van hoe het gelopen is. Maar de cijfers zeggen niet alles. Je wilt ook weten wat precies de inzet was bij de onderhandelingen. Soms dacht ik: waarom zijn ze, met zo’n prachtige verkiezingsuitslag, zo bescheiden geweest? Waarom hebben ze er niet een wethouderspost méér uitgehaald? Tijdens het gesprek bleek daar dan meestal wel een redelijk logische verklaring voor te zijn. En je hoort ook waarom ze voor bepaalde portefeuilles hebben gekozen.’ Wie de beker voor het beste onderhandelingsresultaat verdient? Margriet Visser hoeft er niet lang over na te denken. ‘Die gaat wat mij betreft naar Laren. De PvdA heeft daar een relatief zwakke positie, met 2 van de 15 raadszetels. Maar ze hebben het erg goed gedaan. Ze sleepten er een wethouder uit bij de onderhandelingen, terwijl de andere partijen (Larens Behoud en het CDA) de PvdA eigenlijk helemaal niet nodig hadden. En de PvdA-wethouder (Patriek Kerkhoff, red.) kreeg ook
16-10-2006 19:25:31
In alle grote gemeenten ( >50.000) zit de PvdA in het college, uitgezonderd Spijkenisse. In 67 procent van de colleges is het CDA een coalitiepartner van de PvdA. De PvdA doet in 329 gemeenten mee aan de coalitie. In de helft daarvan is zij de grootste partij. In 78 gemeenten zit de PvdA niet in het college. In 67 van deze gemeenten is zij een kleinere partij. In elf gemeenten doet de PvdA niet mee hoewel zij daar de grootste is: Graft-De Rijp, Heemskerk, Vlagtwedde, Borsele, Goes, Noord-Beveland, Sluis, Neerijnen, Terschelling, Moordrecht en Zevenhuizen-Moerkapelle.
In ruim 20 procent van de gevallen hebben de PvdA en een lokale partij het samen voor het zeggen. In nog eens 20 procent van de gemeenten werkt de PvdA alleen met de VVD samen. In vijf gemeenten is sprake van een bestuurlijk duo van PvdA en ChristenUnie. In drie gemeenten besturen PvdA en SP samen. Op gemeentelijk niveau kent alleen Amsterdam een combinatie PvdA-GroenLinks. Favoriete portefeuille bij de PvdA is sociale zaken. Meer dan 40 procent van de PvdA-wethouders beheert die. Bijna 30 procent heeft volkshuisvesting en ruimtelijke ordening.
De PvdA heeft in 102 gemeenten een sterke machtspositie. In 100 daarvan (98 procent) doet ze ook mee aan de coalitie. Alleen in Graft-De Rijp en Vlagwedde staat ze buitenspel. In 196 gemeenten is de machtspositie van de PvdA gelijkwaardig aan die van één of meer andere partijen. In 163 daarvan (83 procent) doet ze mee aan de coalitie. In 109 gemeenten heeft de PvdA een zwakke machtspositie. In 59 daarvan (54 procent) neemt ze toch deel aan de coalitie.
In slechts zeven gemeenten is een links college gevormd (van PvdA, GroenLinks en/of SP). De linkse colleges die er al waren (Nijmegen, Menterwolde en Pekela) kregen gezelschap van Amsterdam, Groningen, Reiderland en Wijk bij Duurstede.
Van alle gemeenten waar de PvdA in het college zit, werkt ze in 23 procent van de gevallen samen met slechts één andere partij. Daarbij gaat het in de helft van de gevallen om het CDA.
Slechts in 19 gemeenten hield de plaatselijke PvdA lijsttrekkersverkiezingen. De opkomst was gemiddeld 38 procent. Het ging bij de lijstrekkersverkiezingen nauwelijks om de inhoud.
De ‘wethouder van buiten’ is vooral bij de PvdA sterk in opmars. De partij heeft nu ongeveer 60 van deze wethouders. Dat is 13 procent van alle 453 PvdA-wethouders.
OET WETEN WAAR MEE KUNT SCOREN’ nog eens een sterke portefeuille: sociale zaken, waarop was ingezet, en financiën. Echt een prima onderhandelingsresultaat, dat de verwachtingen ruimschoots heeft overtroffen.’ Een poedelprijs deelt Margriet liever niet uit, maar als het dan toch moet valt haar keuze op Heemskerk en Heerenveen. ‘In beide gemeenten won de PvdA fors. In Heemskerk (van 6 naar 8 zetels) vloog ze echter uit het college. De onderlinge verhoudingen met de andere partijen waren niet goed, en dat is de PvdA tenslotte opgebroken, ze viel buiten de boot bij de collegeonderhandelingen. GroenLinks kwam erin. Bij die partij zat nog oud zeer over de vorige onderhandelingen, en de PvdA heeft die frustraties niet kunnen wegnemen.’ In Heerenveen zit het weer anders. Daar haalde de partij een enorme zege (van 6 naar 12 zetels) maar rolden er slechts twee wethoudersposten uit, evenveel als in de vorige periode. ‘Daar is echt niet het onderste uit de kan gehaald’, vindt Visser. ‘Bovendien hebben de wethouders niet bepaald sterke portefeuilles. Zwakker zelfs dan in de vorige periode. Zelf zijn ze in Heerenveen tevreden over het resultaat, maar ik kom tot de conclusie dat de PvdA hier echt meer uit de kan had kunnen en moeten halen.’ Arrogantie Het rapport concludeert dat de PvdA zich in de meeste plaatsen ‘bescheiden’ heeft opgesteld bij de onderhandelingen. De klinkende verkiezingswinst werd dus niet overal omgezet in verhoudingsgewijs evenveel collegezetels en spijkerharde speerpunten in het collegeprogramma. ‘De
2006-11 LB November.indd 9
meeste fracties waren kennelijk bevreesd het verwijt te krijgen dat ze misbruik maakten van hun machtspositie. Een goed voorbeeld daarvan is Enschede. De PvdA ging daar van 10 naar 15 zetels. Ze kreeg er één wethouder bij. Eigenlijk is ze daarmee een beetje ondervertegenwoordigd. Ze levert 50 procent van de wethouders, terwijl ze op grond van het aantal raadzetels eigenlijk 62 procent zou kunnen claimen. En dat wordt ook niet echt gecompenseerd door de zwaarte van de portefeuilles. Hier speelt mee dat men het beeld van de arrogante PvdA wilde vermijden. Niettemin werden de PvdA’ers door de ChristenUnie toch uitgemaakt voor machtswellustelingen.’ Volgens Margriet Visser blijkt uit het rapport dat het slagen van onderhandelingen minder afhangt van de ‘inhoud’ (het programma) dan van de onderlinge en persoonlijke verhoudingen. ‘In de gesprekken die we hadden, is dat duidelijk gebleken. Als de onderlinge verhoudingen goed zijn, komt de inhoud vanzelf wel. Zijn de verhoudingen niet goed, zoals in Heemskerk, dan is de kans groot dat hierdoor geen coalitie tot stand komt.’ Brede coalities Ook blijkt duidelijk dat partijen op lokaal niveau anders opereren dan in de landspolitiek. ‘De verwachting dat de PvdA met zo min mogelijk andere partijen een college zou vormen om zoveel mogelijk speerpunten uit het eigen verkiezingsprogramma te realiseren, is niet uitgekomen. Over het algemeen zet men lokaal meer in op een brede coalitie. Juist voor sterke fracties is het belangrijk om toch een
brede coalitie te vormen. Ook als je kleine partijen laat meedoen, boet je niet aan macht in, want je kunt dat heel goed compenseren in je collegeprogramma.’ De meeste PvdA-onderhandelaars hadden weinig ervaring. Toch hoeft dat niet tot een minder resultaat te leiden, meent Visser. ‘Kijk maar naar Laren. De onderhandelaars daar (raadslid Herriët Heersink en fractievoorzitter Marja Bakker, red.) waren onervaren maar hebben succesvol geopereerd. Ze zeiden: ‘Je moet gewoon je gezonde verstand gebruiken en er niet van uitgaan dat je alles kan binnenhalen, dan komt het goed.’ Eén van de grote fouten die je kunt maken is te denken dat je 100 procent van wat je wilt ook kunt bereiken. Daarnaast is het belangrijk dat je je afvraagt waar je mee kunt scoren in de onderhandelingen. Een mooi voorbeeld daarvan is Leidschendam. Daar kreeg de PvdA bij de onderhandelingen een paar dingen toegeschoven waar ze eigenlijk helemaal niet op zat te wachten. Ze hebben dat heel handig gebruikt om op een ander punt weer hun zin te krijgen. Je moet dus weten waar je kansen liggen.’ Contribuanten van het CLB krijgen ‘Het onderste uit de kan’ samen met dit nummer van Lokaal Bestuur toegezonden. Het rapport is ook te downloaden van onze website www.lokaalbestuur.nl of te bestellen via www.pvda.nl (bestelnummer 863).
nws Gezocht: Oud-EVS’ers en bestuursleden Op 1 februari 2007 bestaat de Evert Vermeer Stichting (EVS) veertig jaar. Dat gaan we natuurlijk groots vieren. Het programma van deze feestelijke gelegenheid wordt later dit jaar bekend gemaakt. Naast deze feestelijke activiteiten, wil de EVS deze bijzondere gelegenheid aangrijpen om iedereen op te sporen die in de afgelopen veertig jaar bij de EVS betrokken is geweest. Bent u de afgelopen veertig jaar actief betrokken geweest bij de EVS en wilt u de banden weer aanhalen? Dan willen we graag weer met u in contact komen. We bieden een informele ontmoetingsplek om contacten te vernieuwen en blijvend een band te onderhouden met de EVS en daarmee natuurlijk ook met de PvdA. U kunt zich digitaal aanmelden op www.evertvermeer.nl, of bel met 020-5512293 .
Wijzigingen in de fractie? Het CLB ontvangt graag bericht over wijzigingen in uw raads- of statenfractie. Wij kunnen die dan verwerken in onze administratie en er zonodig melding van maken in onze rubriek Persoonlijk. De volgende gegevens zijn van belang: naam- en adresgegevens, telefoon- en faxnummer en e-mailadres, zowel van het nieuwe als van het vertrekkende raads- of statenlid, plus de datum waarop de verandering is ingegaan. Ook als er een nieuwe PvdA-wethouder (al dan niet ‘van buiten’) of gedeputeerde aantreedt, horen we dat graag. Mail uw gegevens naar:
[email protected]. Als u vragen heeft kunt u bellen (020-5512260) of mailen.
16-10-2006 19:25:39
Foto Mark van den Brink
De PvdA-wethouders bijeen in Almere
‘WAAROM HAAT U DE SP TOCH ZO?’ Hij was uitgenodigd om kanttekeningen te plaatsen bij Het onderste uit de kan, het CLB-onderzoek naar de collegeonderhandelingen. En dat deed hij ook. Maar André Krouwel, politicoloog aan de VU, hield op de wethoudersdag in Almere en passant ook de PvdA in het algemeen tegen het licht. Een kabinet-Bos zit er volgens Krouwel niet in.
Jan de roos EINDREDACTEUR LOKAAL BESTUUR
10
2006-11 LB November.indd 10
De vijftig PvdA-wethouders werden er vrijdag 13 oktober in de mooie Almeerse raadzaal een beetje stil van. André Krouwel, behalve politicoloog en PvdA-lid naar eigen zeggen ook ‘onderdeel van de kletsende klasse’, had dan ook geen opwekkende boodschap. ‘De PvdA heeft met de raadsverkiezingen van 7 maart te vroeg gepiekt en zal nu de nationale verkiezingen gaan verliezen’, profeteerde hij. ‘Zeker, Wouter Bos gaat een paar zetels winnen, maar daarna zal hij verdwijnen. Kok verloor zeven keer de verkiezingen maar formeerde twee kabinetten. Bos wint nu voor de derde keer, maar zal de formatie verliezen… tenzij hij een stunt uithaalt. Hij moet Mark Rutte opbellen en uitnodigen voor een diner in de Bistroquet (het Haagse restaurant waar Wiegel en Van Agt in 1977 met een goed glas wijn aan tafel 2 hun centrumrechtse kabinet beklonken, red.). Het programma kan, net als toen, met gemak op een bierviltje. Want het gaat er alleen om of je mekaar vertrouwt.’ Dat bracht Krouwel vervolgens op de lokale PvdA. Ook daar is coalitievorming vooral een kwestie van persoonlijk vertrouwen. ‘Je kijkt als onderhandelaar naar de personen die het bij de andere partijen voor het zeggen
hebben. Het gaat erom of je die kunt vertrouwen. Dat aspect mis ik een beetje in het CLB-onderzoek.’ Er zijn volgens Krouwel nog een paar ‘wetmatigheden’ bij coalitiebesprekingen. ‘Zoals het feit dat je het als partij altijd het liefst wilt doen met een zwakkere partner. Power access heet dat. Veel minder belangrijk is hoe groot een partij is. En je moet er rekening mee houden dat je als winnaar juist wordt afgestraft. Een coalitie van loosers komt vrij vaak voor.’ Probleemportefeuilles Krouwel vindt dat de PvdA te veel naar de macht kijkt. ‘De oppositie moet meer armslag krijgen.’ Zelf heeft hij als formateur van het nieuwe college in Almere geprobeerd daar wat aan te doen. ‘Er moet eigenlijk, zoals in Engeland, een oppositieleider zijn, die de strijd aanbindt met het college. Dat komt de lokale politiek ten goede.’ Verbaasd toonde Krouwel zich erover dat de PvdA blijkens het rapport Het onderste uit de kan zo’n voorkeur heeft voor ‘probleemportefeuilles’ als sociale zaken en volkshuisvesting. ‘Waarom toch altijd die troep? Ga toch financiën doen, dan heb je pure controle over iedereen. Het CDA doet het veel slimmer, die pakken de
portefeuilles waar je wat mee kunt.’ Het CLBrapport constateert ook dat de lokale PvdA erg graag regeert met het CDA. Maar in zeven gemeenten vormt de PvdA een links college samen met Groenlinks en/of SP. ‘Waarom haat u de SP toch zo?’ vroeg Krouwel aan de PvdA-wethouders. ‘Die partij doet het heel goed in de wijken, hoor. De PvdA zit altijd maar te vitten op de andere linkse partijen, waarom eigenlijk?’ Jan Nieuwenburg, PvdA-wethouder in Haarlem, reageerde daar op. In zijn gemeente heeft de PvdA een college gevormd met SP en VVD. ‘Je ziet dat je in de stad prima kan samenwerken met de SP. Ze zijn zelfs nog wat gouvernementeler dan wij, ze willen ook hun verantwoordelijkheid nemen. We moeten meer inzetten op samenwerking met de SP, ook landelijk. De PvdA gaat te krampachtig om met die partij.’
16-10-2006 19:25:55
lokale kwsts
Politiek verziekt jeugdzorg Nog voor de huidige wet is geëvalueerd, willen de politieke partijen het jeugdzorgstelsel al op de schop nemen.
Foto: Joost Grol
JOS KUIJS is wetenschappelijk medewerker van het CLB. Heeft u een vraag die het lokale bestuur raakt of wilt u reageren? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] of bel 020-5512264
Velen zullen het zijn vergeten, maar midden jaren negentig had je het zogeheten tripartiete overleg over de arbeidsvoorziening. Erger jargon kun je je niet voorstellen maar het kwam er op neer dat werkgevers, werknemers en gemeenten gezamenlijk werklozen aan het werk moesten helpen. Van het begin af aan boterde het niet tussen dit drietal. Elk probleem met werklozen werd aan het systeem geweten. Daar was dat systeem niet tegen bestand, waardoor het na korte tijd weer is verdwenen. Het zelfde doet zich nu voor bij de jeugdzorg. Eind 2004 is het nieuwe stelsel met een grote kamermeerderheid aangenomen. Niet alleen met steun van de partijen uit het kabinet-Balkende, maar ook met steun van de PvdA. Niet zo verwonderlijk, omdat het wetsvoorstel nog was voorbereid door een staatssecretaris van PvdA-huize, Ella Kalsbeek. Het voert te ver om alle ins en outs van de Wet op de jeugdzorg hier uit te leggen, maar kern van verzet tegen die wet richt zich op de Bureaus Jeugdzorg. Die zijn ondergebracht bij de provincies. Om die taak goed uit te kunnen voeren, hebben provincies een inhaalslag moeten maken op dit voor hen onbekende terrein. Onder druk van provincies is ook het nodige gebeurd bij de instellingen die de zorg aan jongeren moeten verlenen. Al moet worden toegegeven dat de ene provincie
succesvoller is opgetreden dan de andere. Nu mag je van politici verwachten dat ze vooruit kijken en met oplossingen komen die duurzaam zijn. Daar worden ze in ieder geval voor gekozen en ook betaald. In toenemende mate valt bij hen een zapgedrag waar te nemen: nu vinden we dit leuk en morgen misschien wat anders. De constatering dat de omloopsnelheid van wetgeving steeds een tandje hoger gaat, is helaas weinig origineel. Ook de Wet op de jeugdzorg heeft daar last van. Bij de aanname van de wet eind 2004 is afgesproken dat deze eind dit jaar wordt geëvalueerd. De vraag die zich daarbij onmiddellijk voordoet is: valt er dan eigenlijk al wat te evalueren? Zo’n evaluatie moet ambtelijk worden voorbereid, waardoor de feitelijke evaluatie al voor de zomer van 2006 is begonnen. De wet heeft zich dus in anderhalf jaar moeten bewijzen. Op zo’n korte termijn is van geen enkele wet te verwachten dat alle problemen zijn opgelost. De politieke partijen gaan nog een stapje verder met dit ongeduld. Nog voordat die evaluatie heeft plaatsgevonden, schrijven de drie grote politieke partijen in hun verkiezingsprogramma’s dat het hele stelsel weer op de schop moet. Zo wil de VVD geen bemoeienis van de provincie met de jeugdzorg. Het CDA wil dat in principe één bestuurslaag betrok-
HET POLITIEKE GEHEUGEN In De Estafette vertellen niet-PvdA’ers hoe zij tegen de plaatselijke (en eventueel ook de landelijke) PvdA aankijken. Zij dwingen ons als het ware om in de spiegel te kijken. Soms valt dat mee, soms tegen.
WIM CATSMAN is fractievoorzitter van het CDA in de gemeenteraad van Haarlem. Hij is 56 jaar en werkt als leraar in het basisonderwijs. Was 20 jaar als scriba actief in het kerkelijk werk en werkte mee aan Radio Haarlem 105. Hij stamt uit een typisch gereformeerd NCRV-ARP-nest, waar het groene VU-busje met Abraham Kuyper op de schoorsteen staat.
2006-11 LB November.indd 11
In de afgelopen raadsperiode maakte het CDA in Haarlem een moeilijke periode door. Na een half jaar gaf onze fractievoorzitter er de brui aan en begon haar eigen fractie. Als nieuwkomer en nummer 5 op de lijst denk je op een rustige manier warm te kunnen draaien, maar plotseling blijk je dan de troepen aan te moeten voeren. Onze coalitiepartners D66, GroenLinks en met name de PvdA (grootste fractie) zijn het CDA daarover zeker niet zwaar gevallen. Alle waardering daarvoor. Samen hielden we de coalitie bij alle financiële problemen overeind en bij voorstellen die je na aan het hart lagen, kon je op elkaars steun rekenen; en zo hoort dat ook! Het collegevoorstel (portefeuille CDA-wethouder) voor een stadskantoor, dat in de stad bepaald omstreden lag, werd ook door de PvdA bij de gemeenteraadsverkiezingen loyaal verdedigd, wat ongetwijfeld heeft geresulteerd in een lagere winst. Maar wèl een winst voor de PvdA dus, terwijl D66, GroenLinks en het CDA terugvielen. Geconfronteerd met een tevoren hartgrondig ontkend monsterverbond van VVD en SP (van 2 naar 7 zetels!) constateerde de PvdA zowel een ‘blok’ als een open liggende linkervleugel; ze koos snel eieren voor haar geld en nam afscheid van haar vroegere coalitievrienden. Het resultaat: Een
nogal experimentele PvdA, SP en VVD-coalitie. Hoe ga je dan met je ‘oude’ kameraden om? De politieke mores in Haarlem willen, dat de vice-voorzitter van de raad uit de oppositie komt. Met de openlijk toegezegde steun van de SP zou de CDA-kandidaat het hebben gehaald, ware het niet dat de PvdA bij de SP met de vuist op tafel sloeg en dreigde haar steun voor een SP-kandidaatvoorzitter voor een andere commissie in te trekken. De SP haalde openlijk bakzeil en de PvdA kreeg ook het vice-voorzitterschap in de schoot geworpen. Niet netjes! Nog vóór de verkiezingen hadden de oude coalitiefracties gezamenlijk en met veel moeite enkele tonnen extra bij elkaar geschraapt voor achterstallig onderhoud. Na de verkiezingen nam de nieuwe PvdA-fractie, zonder enig overleg met de fracties die mede het geld hadden geleverd, contact op met VVD (vóór de verkiezingen tegen het voorstel) en SP en bepaalden gedrieën waar dat geld aan moest worden uitgegeven. De oude kameraden stonden buiten spel: Niet netjes! En afgelopen raadsvergadering overviel de coalitie de raad tijdens de vergadering letterlijk te elfder ure met een fundamenteel gewijzigde motie over een belangrijke verkeersmaatregel, waarover de discussie in de commissie en met de stad nog gaande was, en jaste het er onder fel protest van de
ken is bij een beleidsonderdeel of hooguit twee (bij de jeugdzorg zijn alle drie de bestuurslagen betrokken). En er is weinig fantasie voor nodig te bedenken welke bestuurslaag volgens het CDA dan overbodig is. En de PvdA wil de Bureaus voor de Jeugdzorg door centrumgemeenten laten aansturen. Dit strijdveld overziend, kun je je afvragen wat de geachte afgevaardigden in Tweede- en Eerste Kamer de afgelopen periode hebben zitten doen. Hebben ze en masse een wet aangenomen die niet deugt? Of hebben de opstellers van de verkiezingsprogramma’s de gelegenheid te baat genomen hun volksvertegenwoordigers met terugwerkende kracht tot de orde te roepen. Ik vrees het laatste. En is dat dan erg? Dat hangt er van af. Als je toevallig de pech hebt om in de jeugdzorg te werken, zul je met leden ogen aan moeten zien, dat je een volgende stelselwijziging over je krijgt uitgestort en dat je aan je eigenlijke werk opnieuw niet toekomt. En als je gebruiker bent van diezelfde jeugdzorg, zul je opnieuw ondervinden dat de instellingen meer met zichzelf bezig zijn dan dat ze er zijn om jou te helpen. Daar doen de fraaie teksten in diezelfde verkiezingsprogramma’s over meer ruimte voor professionals geen ene moer aan.
estftte volkomen verraste oppositie in een paar minuten doorheen. Niet netjes! Politiek geheugen lijkt soms heel kort, maar kan nog heel lang doorsudderen. Bij de formatie van de kabinetten-Balkenende heeft ongetwijfeld meegespeeld hoe de PvdA de CDA-aanvoerder Heerma -na de diepe electorale val- in de Kamer heeft gehoond. Heel jammer, want voor het draagvlak in de samenleving voor de noodzakelijke maatregelen, waar de PvdA eigenlijk ook wel wat in zag, was een bredere coalitie wenselijk geweest. Ik bedoel maar...
11 16-10-2006 19:26:09
‘Quote’
‘Onze raadsleden hebben ieder een paar bewoners geadopteerd’
EERST DE BUURT IN, DAN NAAR DE FRAC Foto Mark van den Brink
Meint Helder
Deze zomer kwam er een mailtje binnen dat de aandacht van de redactie trok. Meint Helder, PvdAraadslid van het Amsterdamse stadsdeel Oost-Watergraafsmeer, berichtte ons dat zijn fractie niet alleen actief de buurt in trekt maar zelfs bewoners adopteert. ‘Het is misschien niet spectaculair’, zo besluit hij zijn mail, ‘maar alles bij elkaar vinden wij het bijzonder.’
RENSKE KEUR FREELANCE JOURNALISTE
12
2006-11 LB November.indd 12
Een paar weken later interviewt Lokaal Bestuur Meint Helder (35 jaar, onderwijsadviseur) en fractievoorzitter Gery de Boer (46 jaar, Abvakabo). Gery laat ons vol trots het verkiezingsprogramma zien: ‘Dit vormde de basis voor het buurtgerichte werken van onze fractie. We wilden nu eens niet een dik verkiezingsprogramma maken dat toch niemand leest. Daarom hebben we voor alle veertien buurten van dit stadsdeel een eigen folder gemaakt. En met succes. De landelijke PvdA riep ons verkiezingsprogramma uit tot één van de beste. En zo’n los vel deelt makkelijk uit op straat.’ Waar halen jullie de tijd vandaan om, naast alle vergaderingen, de buurt in te trekken? Gery: ‘Dat was precies de vraag die wij de afgelopen jaren hadden. Toen hadden we te maken met een lastige coalitie en kwamen we nauwelijks buiten het stadsdeelkantoor. We vonden allemaal dat we meer de buurt in moesten en toch lukte het maar niet. We hebben de laatste campagne dan ook aangegrepen om hiermee serieus aan de slag te gaan.’ Meint: ‘We hebben in alle buurten campagne gevoerd. Daarna hebben we de buurten verdeeld onder onze tien (duo-)fractieleden en is iedereen
zijn eigen buurten ingetrokken.’ Gery: ‘Iedereen doet het ook echt. Tijdens de fractievergadering vertellen we elkaar waar we die week zijn geweest. Je durft nu bijna niet meer in de fractie te verschijnen als je niet ergens bent geweest.’ Meint is aanspreekpunt voor de Van der Kunbuurt, een naoorlogs buurtje achter het Amstelstation, en voor De Wenckehof, een studentencomplex ingeklemd tussen de Bijlmerbajes en het Amstel Business Park. Hoe heb je het contact met deze twee buurten gelegd? Meint: ‘De studenten van de Wenckehof heb ik leren kennen door tijdens de campagne een berichtje te plaatsen op de website van hun bewonersvereniging. Hierin vertelde ik wat de PvdA met die buurt wil. Na één dag had ik al meer dan honderd reacties over afvalstoffenheffing, overlast en het ontbreken van fietsenrekken. Die mailtjes heb ik een paar dagen voor de verkiezingen beantwoord. Na de verkiezingen ben ik bij de bewonersvereniging langs gegaan en heb ik een rondleiding over het studententerrein gehad. Ik ben met een actielijst bij onze dagelijks bestuurder langs gegaan die al meteen heeft beloofd om de fietsenrekken te regelen.’
De Van der Kunbuurt kent Meint nog van zijn vorige baan: .‘Ik was jarenlang directeur op een nabijgelegen basisschool en de kinderen uit deze buurt zaten op mijn school. Zo heb ik ook Usha Bisoen, moeder van twee van mijn leerlingen, leren kennen. Zij zet zich al jaren actief in voor de jongeren in deze buurt en heeft vlak voor de zomer een groots buurtfeest georganiseerd dat ik heb geopend.’ En hoe zit het nu met die geadopteerde bewoners? Meint: ‘Naast het buurtgerichte werken hebben onze raadsleden ieder een paar bewoners geadopteerd. Dit op initiatief van wijkopbouworgaan Watergraafs meer om zo het contact tussen bewoners en politiek te bevorderen.’ Meint geeft toe: ‘Het project staat nog in de kinderschoenen, ik heb net kennis gemaakt met ‘mijn’ drie bewoners. Dus ik kan er nog niet zoveel over zeggen. Maar ik hoop dat ze gevraagd en ongevraagd bij me aan de bel zullen trekken als dat nodig is.’
16-10-2006 19:26:18
bkbsprkng JAAPS PVDA IN VOGELVLUCHT NICO PORTEGIJS raadslid in Diemen en lid redactie Lokaal Bestuur De sociaal-democratie herbergt vogels van diverse pluimage. Misschien is het wel een van de grootste charmes van de PvdA dat allerlei eigenzinnige sociaaldemocraten (onvoorspelbaar en eigengereid, maar met het hart op de goede plaats en een ongekende geldingsdrang) een plek vinden binnen de partij. Gekloonde bloemvormen mogen misschien beter gedijen, maar een politieke partij is meer gebaat bij duizend bloeiende bloemen. Jaap Huurman is zo’n sociaal-democraat. En over zijn wel en wee – vooral binnen de PvdA – heeft hij een boekje geschreven. In dit boek wil hij blikken bieden in de keuken, de kelder en de bovenkamer van de PvdA door de jaren heen. Wie na lezen van het boek de vraag stelt, waarom Jaap nog steeds lid is van de PvdA, herinnert zich zijn motivatie om in 1969 lid te worden: het is beter actief te zijn in een grote beweging dan navel te staren in een klein clubje. In 150 pagina’s schildert Jaap Huurman zijn gang door het leven en de PvdA. Actief in de FJG tegen het tweede kabinetDen Uyl; raadslid in Den Haag en medestander van Duivesteijn; raadslid in Arnhem en statenlid in Gelderland. Daarnaast is er veel aandacht voor zijn internationale activiteiten in Zuid-Afrika, Nicaragua, Indonesië en Tsjechië. Omdat we ook nog mee moeten
op vakantie naar België en Berlijn en op studiereis naar Washington, wordt het allemaal een beetje veel en oppervlakkig. ‘Het lijkt alsof ik meer uit dan thuis ben’, schrijft Huurman zelf. Daarnaast moet er ook nog ruimte gemaakt worden voor zijn persoonlijke geschiedenis. De beschrijving van de politieke intriges hadden best wat uitgebreider of diepgravender mogen zijn. Mensen die het van nabij mee hebben gemaakt, zullen het allemaal wel kunnen duiden. Maar buitenstaanders moeten gissen naar wat er zich precies heeft afgespeeld in de verschillende vergaderkamers. We krijgen niet zo zeer blikken in de keuken, de kelder en de bovenkamer (en al helemaal niet in de achterkamer), maar vooral op de etalage. Het boek is nu vooral leuk voor degenen die het pad van Huurman een keer gekruist hebben en daardoor meer van de feiten weten. Of juist niet leuk, want over het LOTA (Lokale Overheden Tegen Apartheid) of over het Haagse stadhuis hebben de tegenstanders van Huurman natuurlijk hun eigen verhaal. Het is goed dat ook de ‘rank-andfile’ van een politieke partij zijn herinneringen op schrift stelt. De partijgeschiedenis wordt immers niet alleen gemaakt door de grote namen, maar vooral ook door de vele lokale vertegenwoordigers. En het lezen van het boek is leer-
zaam voor nieuwe raadsleden. En hopelijk hebben raadsleden daar nog de tijd voor ‘nu het dualisme één grote tijdrovende bezigheidstherapie is geworden’, zoals Huurman stelt. Als je ambitieus bent en daadkrachtig, dan wekt dat ook veel weerstand; en daar moet je mee om kunnen gaan. Het is niet opmerkelijk als een fractie verdeeld is en vele middelen worden ingezet om het eigen gelijk te bevechten; en ook daar moet je mee om kunnen gaan. Dat Huurman dat kan, wordt duidelijk uit zijn boek. Hoe je dat moet doen, beschrijft Huurman echter te weinig. Zo’n boek is feitelijk één geweldige egotrip. Maar als je soms tegen de stroom in wilt roeien, dan moet je ook een egotripper zijn. Voor het aantrekken van een ghostwriter ben je historisch gezien niet belangrijk genoeg. En als je geen egotripper bent, dan zou zo’n boek dus nooit verschijnen. En dat zou weer jammer zijn. Bij de presentatie is er sprake van een mogelijk nieuw boek. Ik zal dat verwelkomen. Maar ik hoop dat hij bij aanklachten tegen zittende regenten binnen en buiten de partij met een duidelijker analyse en meer historische feiten komt. En dat hij meer plaats zal inruimen voor het handwerk van de lokale politiek en minder voor zijn buitenlandse reizen.
Jaap Huurman: Mijn leven, de PvdA en Zelfkracht, ofwel De kunst van het klaverjassen. Uitgeverij Kontrast, Oosterbeek 2006. Prijs € 12,50. ISBN 90-78215-02-x
RACTIE Dave van der Pol (21) is tweedejaars student Commerciële Economie en woont sinds een jaar op de Wenckehof:‘Het complex waar nu duizend studenten wonen was een jaar geleden nog een bouwput. Veel dingen waren toen nog niet goed geregeld. Het huisvuil werd niet opgehaald, er was geen verlichting en er stond welgeteld één fietsenrek bij metrostation Spaklerweg.’ Dit was voor een aantal studenten, onder wie Dave, aanleiding om een bewonersvereniging op Foto Mark van den Brink te richten. Dave: ‘Meint hebben we leren kennen Dave van der Pol toen hij zich vlak voor de verkiezingen op onze website voorstelde. Sommige van ons vonden het een publiciteitsstunt maar zelf vond ik het wel een goed initiatief. We hebben hem laten zien wat er hier moest veranderen en hij heeft onze situatie aangekaart in de deelraad en bij de wethouder. Sindsdien zijn er al wel wat verbeteringen. Zo hebben we nu al vijf fietsenrekken, is er meer verlichting en een apart fietspad. Sinds vorige week wordt ook ons huisvuil opgehaald. Dit gebeurt helaas wel tegen een erg hoge vergoeding, maar dat is iets waar wij op dit moment volop mee bezig zijn.’
JE ZIET AL
VERBETERINGEN
Usha Bisoen (40 jaar) woont al in de Van der Kunbuurt sinds zij als kind met haar familie vanuit Suriname naar Nederland kwam. Ze is actief in het buurtbeheer. ‘De van der Kunbuurt is’, zo schetst Usha, ‘een buurt met ongeveer 270 huishoudens, voornamelijk sociale woningbouw en veel allochtonen.Waar wij hier mee te maken hebben is hangjongeren, vooral uit de eigen buurt maar soms ook van de overkant (Diamantbuurt, red.). Er is hier weinig te doen voor de jongeren. Het Foto Mark van den Brink enige wat we hebben zijn twee speelveldjes voor de Usha Bisoen kleine kinderen.’ Usha: ‘Wat we hier hard nodig hebben is activiteiten voor onze jongeren. Zij willen graag een buurthuis en dat verzoek hebben we begin dit jaar bij het stadsdeel neergelegd. Helaas heeft de stadsdeelvoorzitter ons onlangs laten weten dat we geen buurthuis krijgen. De buurt is hiervoor te klein. Wel heeft stichting Welzijn Watergraafsmeer vóór de zomer een paar sportactiviteiten georganiseerd. Maar na de vakantie bleek hier toch geen budget voor te zijn.’ Wat Usha vooral opvalt, is dat het zo lang duurt voordat haar buurt op de politieke agenda staat.‘En dan hebben we hier’, zo somt zij op, ‘een heel actieve buurtregisseur, contactambtenaar, zijn we bij de wethouder langs geweest en hebben we een raadsadres geschreven. Uiteraard zijn hier tijdens de verkiezingen wel wat politici langs geweest. Maar nu is het vrij rustig.’ Usha: ‘Ik heb op Meint gestemd omdat ik hoopte dat hij wat kan doen aan onze problemen. Afgelopen weekend heb ik hem daarom een e-mail gestuurd waarin ik hem vraag wat ik nu van hem kan verwachten.’
HET DUURT ALLEMAAL ZO LANG
13 2006-11 LB November.indd 13
16-10-2006 19:26:37
‘Quote’
meer greep op de grond Foto Peter Hilz/HH
Lange tijd hielden project ontwikkelaars gemeenten in een wurggreep. Op plaatsen waar bouwactiviteiten werden verwacht, kochten zij grond aan. Die wilden ze vervolgens alleen afstaan in ruil voor winstgevende bouwopdrachten. Onlangs nam de Tweede Kamer de Grondexploitatiewet aan, een hoofdstuk in de Wet ruimtelijke ordening. Een doorbraak: gemeenten kunnen voortaan sluitende afspraken met grondeigenaren maken over de verdeling van kosten en opbrengsten bij het ontwikkelen van de gronden.
CO VERDAAS TWEEDE KAMERLID PVDA
14
2006-11 LB November.indd 14
Grondpolitiek en grondbeleid waren jarenlang een politiek zeer gevoelig thema. Er zijn zelfs kabinetten over gevallen! Tegenwoordig ligt dat anders. Dat is wat ik wel eens de politieke paradox noem: hoe minder aandacht een onderwerp krijgt in de media, hoe groter de kans dat je tot resultaten komt. Zo ook hier. Een beknopte uiteenzetting om de geïnteresseerden op weg te helpen in de betekenis van de nieuwe Grondexploitatiewet. Het wetsvoorstel op de grondexploitatie kent een lange geschiedenis. Al jaren wordt er gesproken over een manier om bij de ontwikkeling van projecten tot een transparante verdeling van de kosten te komen en deze ook nog op de belanghebbenden te kunnen verhalen. Bij de ontwikkeling in een uitleggebied van bijvoorbeeld een woonwijk of een kantorengebied is het voor gemeenten ontzettend lastig om onwillige grondeigenaren te bewegen constructief mee te werken. Zo gebeurde het soms dat het merendeel van de eigenaren netjes meebetaalde aan bijvoorbeeld de ontsluiting, een mooie inrichting van de openbare ruimte of andere voorzieningen en dat een enkeling weigerde. Als deze dan op een later moment alsnog tot ontwikkeling over ging was het lastig de kosten alsnog te verhalen. De overheid en de veelal goedwillende eigenaren werden dus benadeeld. De eigenaren die niet meewerkten streken de maximale winst op, terwijl hun inspanning een minimale was. Free-riders Jarenlang is er dan ook gediscussieerd over de vraag of het grondeigendom en het ontwikkelrecht niet ontkoppeld moeten worden. Een zeer principiële discussie, die naar mijn inschat-
ting voorlopig niet beslecht zal worden. Het spreekt voor zich dat ontwikkelaars en de verschillende politieke partijen hier verschillende standpunten bij innemen! Hoe interessant en belangwekkend die principiële discussie ook is, mij ging het om de vraag of en hoe je gemeenten een instrument in handen kunt geven om onwelwillende grondeigenaren te dwingen mee te werken aan een maatschappelijk gewenste ontwikkeling en hun aandeel in de kosten te nemen. Dit vraagstuk werd door de grondexploitatiewet zoals die oorspronkelijk aan de Tweede Kamer was gestuurd slechts ten dele opgelost. Stel dat je er als gemeente in goed overleg niet uitkomt met de diverse grondeigenaren, dan biedt het exploitatieplan de mogelijkheid om de kosten toe te delen aan de verschillende grondeigenaren. Op het moment dat dan een van de eigenaren zijn (bouw)vergunning aanvraagt, wordt deze alleen verstrekt indien ook de vereiste bijdrage in de kosten wordt voldaan. Gemeenten en goedwillende eigenaren krijgen hierdoor de zekerheid dat de zogeheten free-riders niet meer kunnen profiteren van de inspanningen van derden. Wat het oorspronkelijke wetsvoorstel echter niet oplost is dat je grondeigenaren dwingt mee te werken aan de uitvoering van een politiek besluit om een bepaald gebied binnen bepaalde randvoorwaarden te ontwikkelen. Anders gezegd: de samenhangende ontwikkeling van een gebied kan nog steeds gefrustreerd worden door een enkele onwillige grondeigenaar. Snelle onteigening In een discussie met de directeur van Neprom, de vereniging van
projectontwikkelaars, bleek er een gedeeld belang te zijn. Ook goedwillende projectontwikkelaars worden immers benadeeld door de zogenaamde free-riders. Ook zij willen niets liever dan dat plannen in samenhang uitgevoerd worden en er geen lege plekken in een plangebied resteren omdat iemand weigert mee te werken. De oplossing diende zich als vanzelf aan: waarom zou een exploitatieplan geen titel voor versnelde onteigening kunnen opleveren. Anders gezegd: als een bestemmingsplan onherroepelijk is en er ligt een goedgekeurd exploitatieplan, dan mag het toch niet zo zijn dat een ontwikkeling jarenlang gefrustreerd kan worden? Dan moet een overheid toch kunnen zeggen: we onderhandelen nog een half jaar en werkt u dan nog niet mee, dan volgt een snelle onteigening? Brede steun Tot mijn grote vreugde bleek dit voorstel op brede steun te kunnen rekenen in de Tweede Kamer en sprak de minister, mede dankzij de steun van de Neprom, geen keihard neen uit richting de coalitiepartijen. Integendeel, het leek er wel op alsof het voorstel al panklaar lag op het departement, maar dat nog niemand het had aangedurfd om het ook daadwerkelijk naar de Kamer te sturen. Bang dat het toch een brug te ver zou zijn. Volgens de kenners mag gerust van een doorbraak worden gesproken. Het materiële effect is in wezen ook een ontkoppeling van het grondeigendom en het recht te ontwikkelen. Anders gesteld: als een grondeigenaar zich schikt in de – realistische – wensen van een overheid, dan kan hij nog steeds zelf beschikken over zijn grond. Doet hij dit niet, dan is
16-10-2006 19:26:50
im ADRIE VAN BOKKEM (1957-2006) Statenlid in Utrecht Die eerste ontmoeting met Adrie van Bokkem in dat zaaltje in Lage Vuursche, waar de Gewestelijke Vergadering van de PvdA haar provinciale verkiezingslijst vaststelde, zal ik niet snel vergeten. Zo’n bijeenkomst wordt altijd gekenmerkt door een wirwar van pleidooien van mensen die bepaalde kandidaten een plaatsje hoger op de lijst proberen te tillen. De afdeling Amersfoort prees Adrie aan. Toen hij inderdaad een plaatsje op de lijst steeg, sprong hij letterlijk een gat in de lucht. Het betekende voor hem blijkbaar zoiets als het winnen van de honderdduizend. Een paar maanden later zaten we met zijn veertienen in de Statenzaal. Het Statenwerk werd Adries lust in zijn leven. In de politiek heb je verschillende soorten nieuwelingen. Je hebt er die hun mond pas open doen als ze de dossiers waarover ze moeten spreken van voor tot achter kennen. Je hebt er ook die meteen beginnen en hopen dat ze het krediet krijgen dat een nieuweling toekomt. Adrie was van de laatste soort. In zijn eerste debat in de Statenzaal ging hij zó in zijn missie op, dat hij zelf zijn opponenten het woord gaf. Hij kon zich overigens ook mateloos ergeren aan langdradige betogen, of aan mensen die zich niet goed hadden voorbereid. Adrie was niet zo goed in het verborgen houden van zijn misnoegen, maar het knappe was dat hij dat altijd op een ontwapenende manier deed. Kwaad op hem worden was eigenlijk onmogelijk. Hij nam steeds weer nieuwe initiatieven. Zo organiseerde hij een gastvrijheidslunch met vertegenwoordigers uit de vrijetijdsindustrie; ontwikkelde hij met Wim Bos een restauratieplan waarmee bouwvakkers aan de slag konden; en kwam hij samen met Wim met het plan om de nevenfuncties van commissarissen en gedeputeerden te beperken - een plan dat landelijk de aandacht trok. Adrie was een gedreven politicus die niet van politieke spelletjes hield en meestal recht op zijn doel af ging. Een aangenaam mens, bij de andere fracties even geliefd als bij ons. Wat zou hij weer van die verkiezingstijd hebben genoten! Maar het is anders gelopen. Het bericht kwam dat hij nog maar een beperkte tijd te leven had. Met zijn Mariëtte en zijn Koen waren er nog een paar vakanties en vooral de gewone dingen waar ze zo van hielden. In de afgelopen jaren had aan het begin van het nieuwe politieke seizoen uit zijn mond steevast het nauwelijks ironisch bedoelde ‘We mogen weer’ geklonken. Eind september viel de laatste dikke envelop met stukken bij hem op de mat. Hij mag niet meer. Wij moeten zonder hem door. Wij zullen Adrie ontzettend missen. Namens de PvdA-Statenfractie Utrecht Bas Levering, fractievoorzitter
rcts
met de aangepaste Grondexploitatiewet versnelde onteigening mogelijk. Stok achter de deur Mijn verwachting is dat het instrument van de versnelde onteigening in de praktijk niet vaak zal worden ingezet. Het is vooral een stok achter de deur. Zelfs de meest onwillige eigenaar zal immers liever tot ontwikkeling overgaan dan het risico te lopen de zeggenschap over zijn gronden kwijt te raken. Uiteraard hangt veel af van de wijze waarop met name gemeenten met het nieuwe instrumentarium om zullen gaan. Wethouders, raadsleden en ambtenaren zullen dus allereerst kennis moeten nemen van deze nieuwe mogelijkheid, die naar verwachting eind 2007 zal worden ingevoerd. Zelf vind ik het een mooi succes, waarbij constructief is samengewerkt tussen de verschillende politieke partijen en – in dit geval – ook de goedwillende projectontwikkelaars. De principiële discussie over de ontkoppeling van het ontwikkelingsrecht en het grondeigendom is vooralsnog niet beslecht, maar de nieuwe Grondexploitatiewet geeft de gemeenten goede papieren om gewenste maatschappelijke ontwikkelingen op een goede en snelle manier te realiseren. Het is nu aan de betrokkenen in de praktijk om de Grondexploitatiewet te laten werken. Wie meer wil weten kan terecht op mijn site www.coverdaas.nl of een mailtje sturen naar
[email protected]
2006-11 LB November.indd 15
INHUMAAN BELEID NIET VERGOELIJKEN Tot mijn verbazing is er niet gereageerd op de column ‘De duivel Verdonk’ van Jan-Jaap van den Berg, die een poos geleden verscheen in Lokaal Bestuur. Daarom doe ik maar een poging. Ik heb mij zeer verwonderd over deze mildheid jegens Verdonk. Ik citeer: ‘Eerlijk gezegd vind ik Verdonks daadkracht en directheid aangenaam verfrissend’. Jawel, de Siberische frisheid van een koude douche voor mensen die weliswaar niet allemaal recht hebben op een warm onthaal maar wel op een menselijke bejegening. En de daadkracht van een op hol geslagen heethoofd. Een niet aflatende stroom van kritiek op de lukraakheid van haar beleidsvoornemens is dus aan Van den Berg voorbij gegaan? De NRC gaf op 19 september jl. een samenvattend oordeel: ‘Veel plannen (van Verdonk) blijken echter juridisch niet haalbaar’. Een tweede citaat uit de column van Van den Berg: ‘(Haar critici) zagen in de brand (op Schiphol) een nieuw afschuwelijk bewijs van de structurele inhumaniteit van het huidige asielbeleid’. Inderdaad is hier de verantwoordelijkheid van Donner waarschijnlijk groter dan de hare. Voor de falende beveiliging, misschien zelfs voor een bedrijfsklimaat dat
er toe leidde dat bij de brand niet alles op alles werd gezet om mensenlevens te redden. Terwijl bij een stalbrand alles moet wijken voor het redden van de koeien. Maar wie is verantwoordelijk voor de vele onmenselijkheden van IND en COA? Ik noem slechts twee voorbeelden. Een verhaal van een betrokken arts: Een bewoner van een AZC gaat in hongerstaking. In strijd met alle medische ethiek wordt hij gedwongen kunstmatig gevoed. Eenmaal weer op de been loopt hij naar buiten en verdrinkt zich in een kanaal. Achter zijn naam wordt gezet: ‘Vertrokken met onbekende bestemming’. Zo heeft Verdonk weer een stukje ingelost van een belofte aan de Kamer. Het tweede voorbeeld uit eigen ervaring: Een AZC-bewoner gaat naar een andere advocaat en die pakt de zaak op. De reactie van de case manager: ‘Jullie moeten het AZC uit, binnen een week. Komt dat slecht uit omdat schoolgaande kinderen dan tijdens de proefwerkweken moeten verkassen? Oké, jullie krijgen een maand respijt mits … je een verklaring ondertekent dat jullie vrijwillig vertrekken’. Chantage om het imago van Verdonk op te pimpen. Haar chantage van Ayaan Hirsi
Ali was geen eenmalige uitglijer. Maar ze strijkt toch zo vaak over haar hart in schrijnende gevallen? Een koud kunstje als je er eerst zelf voor zorgt dat de AZC’s, de detentiecentra en de ‘illegale’ verblijven vol zitten met schrijnende gevallen. Nog één citaat uit de column: ‘Zeker na de Schipholbrand wordt Rita Verdonk bejegend op een wijze die in de buurt komt van demonisering. Laten we ons daar als PvdA alsjeblieft verre van houden’. Zeker, hoe begrijpelijk ook, demonisering is niet effectief. Zoals het partijblad De Rooie Drent (www.derooiedrent.nl) in juni schreef: ‘… laten we toch vooral deze minister niet de hoofdrol geven. Het gaat erom dat het beleid moet veranderen voor al die mensen die er nu nog slachtoffer van (dreigen) te worden.’ En laten we ons vooral verre houden van vergoelijking van (de verantwoordelijke voor) een inhumaan beleid. Jan Zweens statenlid Drenthe
15 16-10-2006 19:26:58
Foto’s van links naar rechts: Henk Oosterhuis Karel Tibbe Erik van der Burgt/Verbeeld Ton Minnen/NFP Photography
UIT HET DAGBOEK VAN EEN RAADSLID Ze zijn alle vier nieuw in de raad. Wat beweegt ze, waar willen ze zich voor inzetten, hoe ervaren ze de politiek? Sherif Anwar Ahmed (Enschede), Jorien Boomaars (Goirle), Frauke van Iperen (Utrecht) en Erris Wagenaar (Vlagtwedde) doen verslag van hun ervaringen in en buiten de raadzaal.
Erris Wagenaar Vlagtwedde
Sherif Anwar Ahmed Enschede
Jorien Boomaars Goirle
Frauke van Iperen Utrecht
Veel vragen over AOW en WMO We zijn in onze afdeling druk bezig met de landelijke verkiezingen. Daarom staan we op de jaarmarkten in onze gemeente met de PvdA-kraam. Dat betekent wel dat je meestal je vrije zaterdag kwijt bent, omdat de markten doorgaans op die dag worden gehouden. Door het praten met allerlei mensen kom je erachter dat er een hoop vragen zijn. Mensen willen weten hoe het zit met de plannen voor de AOW en met de nieuwe WMO. Ons bestuur heeft daarom besloten om een politiek café te organiseren in een bejaardenhuis in onze gemeente. Harm-Evert Waalkens heeft toegezegd dat hij als spreker zal optreden en uitleg zal geven over de AOW-plannen en over de WMO. Nu we het toch over hem hebben, wil ik nog wel even kwijt dat wij als afdeling Vlagtwedde blij zijn dat Harm-Evert op plaats 33 is gekomen. Dit ook omdat als we hem ergens voor vragen, hij ook altijd klaar staat. Met z’n allen willen we ook wat minder regels en wetten. Daar zijn we erg mee bezig. Maar als ik dan de congresstukken krijg en tot mijn verbazing zie dat dit 374 pagina’s zijn, denk ik: hier moeten we met elkaar toch eens over nadenken.
Spreekuur in de wijk Op een oude damesfiets (mijn eigen fiets is immers kortgeleden gestolen, zoals ik in de vorige column schreef ) bezocht ik de eerste gemeenteraadsvergadering na de vakantie. Het was gelijk spannend. Wegens ziekte van een collega moest ik namens onze fractie het woord voeren over de integratienota van de gemeente Enschede. Ik deed mijn zegje en dat deden ook de woordvoerders van de andere fracties. Het was leerzaam te debatteren om tot een gezamenlijk standpunt te komen richting college. Verder heb ik een vergadering bezocht van de dorpsraad Glanerbrug. Je hoort wat er in een dorp leeft en waar men zich onder andere aan ergert: in de file staan voor de rotonde, losliggende stoeptegels en openbaar groen waar iets niet mee in orde is. Naar aanleiding van het wijkspreekuur in het nieuwe Buurtcentrum van Velve-Lindenhof werd ik gevraagd een praatje te houden op radio Enschede FM. Het werd live uitgezonden, dus weet ik niet precies wat het geworden is. De PvdA-Enschede houdt in verschillende wijken in de stad spreekuren waar mensen hun verhaal kwijt kunnen. We doen dit ook om dicht bij de burgers te staan. Voor zover ik weet, zijn wij de enige partij in Enschede die dit doet. Tot slot: deze maand ben ik in Den Haag op een bijeenkomst voor nieuwe gemeenteraadsleden geweest en het leukste was dat mensen mij herkenden van mijn stukjes in Lokaal Bestuur!
Niet kletsen maar doen Eindelijk begint het raadswerk een beetje vorm te krijgen. Er staan interessante punten op de agenda, zoals de sportvelden, jongerenbeleid, veiligheid, dus ik heb er zin in! Ik begin al aardig uit mijn schulp te komen en krijg steeds beter door hoe het allemaal werkt. Privé heb ik het erg druk, dus vandaar dat ik een bijbaantje af heb moeten zeggen na zeven jaar. Toch best jammer aangezien ik daar al zo lang werkte, maar genoeg is genoeg en ik moet prioriteiten stellen. Die zijn op dit moment mijn stage, de gemeenteraad en eventueel nog het jongerenwerk. Vanuit het jongerencentrum organiseer ik samen met een woongroep van de geestelijke gezondheidszorg het Kwartiermakersfestival. De jongeren die in de woongroep wonen (tegenover het jongerencentrum) en onze ‘eigen’ jongeren helpen zoveel mogelijk mee, ook om elkaar beter te leren kennen. Ik vind dit een geweldig initiatief! Er gaat uiteraard veel tijd in zitten maar ik heb het er graag voor over. Zo blijf je ook een beetje onder de mensen en blijf je goed op de hoogte van de wensen van je doelgroep. Ik hoop naar aanleiding van een onderzoek naar drugs- en drankgebruik onder de jeugd van Goirle ook meer uren vrij te maken voor jongerenwerkers, stagiaires en andere professionele mensen die nodig zijn om de problemen met de jeugd van Goirle op te lossen. Niet kletsen maar doen is mijn motto! Hoe meer jongeren zelf dingen mogen en kunnen ondernemen, hoe minder ze op straat hangen.
Kinderen eerst, ook bij raadsvergaderingen! Als raadslid voor de PvdA zitten we dit jaar niet stil. Amper bekomen van onze lokale campagnes zijn we alweer volop bij de landelijke activiteiten betrokken. Voor mij betekende dat afgelopen week zes avondactiviteiten: fractie, commissie-voorbereiding, raad, voorbereiden amendementen, ledenvergadering en campagnebespreking. In zo’n week lopen dingen steeds meer door elkaar. Zo zat ik op mijn laptop tijdens de commissie Bestuur en Veiligheid voor ons Utrechtse campagneteam een korte reactie op ‘Kinderen Eerst’ uit het verkiezingsprogramma te schrijven. Gelukkig kan dit omdat wij in Utrecht veertien PvdAraadsleden hebben, waarvan drie in mijn commissie. Helemaal blij met de paragraaf over gratis, goede en flexibele opvang, volgde ik zijdelings andermans punten tot ik ineens vol stress op mijn horloge keek. Nog drie agendapunten over lastige onderwerpen te gaan. Dat halen we niet voor 17.30 uur. Zal er op tijd geschorst worden voor een avondvergadering? Of wil de voorzitter toch doorgaan? Wie kan Gijs halen of loop ik zelf weg? Zal ik nu eindelijk eens een ordepunt van agendatijden maken of denkt dan iedereen ‘daar heb je die jonge moeders weer?’ Wat nou ‘kinderen eerst’ en allemaal ingewikkelde opvangmogelijkheden. Waarom beginnen we niet eens gewoon om ons aan vergadertijden te houden? Gelukkig, deze voorzitter schorst op tijd. Maar dit blijf ik een lastig punt vinden. De totale onvoorspelbaarheid van vergadertijden.
16 2006-11 LB November.indd 16
16-10-2006 19:27:14
x&x
Foto Mark van den Brink
redactie Jan de Roos
songul&guus Songul Akkaya (39), vrouw van . . . . . . . Maakt u zelf ook deel uit van zo'n intrigerende combinatie? Meld het ons. Er moet sprake zijn van verwantschap of relatie, en tenminste één van beiden moet voor de PvdA actief zijn als volksvertegenwoordiger of bestuurder in de gemeente of de provincie. Een GroenLinkspoliticus en een PvdA-raadslid die familie zijn, kunnen dus ook. Als u voorbeelden kent of zelf in deze rubriek wilt komen, mail dan naar:
[email protected]
. . .
. . .
oont in Amsterdam W Leerden elkaar kennen op een IPO-conferentie Statenlid in Noord-Holland sinds 2003 Was voor haar komst naar Nederland in 1982 al politiek actief in vrouwen- en jongerenorganisaties. Heeft geen kinderen. Is dochter van een ongeletterde moeder. ‘Alle vijf haar dochters zijn hoog opgeleid’. Is projectleider jeugd en veiligheid bij de gemeente Amsterdam Wil de komende jaren zich vooral inzetten voor een goede jeugdzorg, aanpak van de wachtlijsten en betere onderlinge contacten tussen jeugdzorginstellingen Heeft in de politiek een hekel aan langdradige debatten. ‘Ik hou van daadkracht en resultaatgericht werken’ Bewondert in Guus zijn oprechtheid en respect voor mensen Is trots op haar initiatiefvoorstel om de loverboys-problematiek aan te pakken. ‘En op het burgerspreekuur dat ik elke maand houd samen met de Amsterdamse fractievoorzitter Manon van der Garde en Kamerlid Gerdi Verbeet.’ Is een fan van de Amsterdamse wethouder Ahmed Aboutaleb (‘vanwege zijn daadkracht’) en van burgemeester Job Cohen (‘die staat dicht bij de burger’) ‘Ik schrijf in mijn vrije tijd gedichten en lees graag over wereld politiek en over culturen’ Wil graag nog eens Kamerlid worden, of bestuurder, landelijk of lokaal
Guus Wieringa (41), man van . . . . . . . . . . . . .
oont in Leeuwarden W Trouwden in mei vorig jaar Statenlid in Fryslân sinds 2003 Lid geworden in 2002 omdat hij vond dat de PvdA verkeerd omging met het Fortuynisme. Zag in het Kaasstolp-rapport van Margreeth de Boer het begin van politieke vernieuwing Heeft dochter uit een eerder huwelijk Is zelfstandig bedrijfsarts, richt zich op gedrags- en veranderingsprocessen Zet zich in voor jeugd- en ouderenzorg. Geen kandidaat meer voor volgende Statenperiode. Wil naar Amsterdam verhuizen en daar actief worden Hekel aan politiek op de vierkante centimeter, ‘dus debatten over de vraag of er een conifeer dan wel een dennenboom langs de weg moet komen’ Bewondert Songuls ambitie om wat voor anderen te kunnen betekenen Is trots op het feit dat hij het initiatief heeft genomen om de vijandige sfeer tussen jeugdzorginstellingen en GS te verbeteren Bewondert Cohen. ‘Die weet op een kalme, weloverwogen manier moeilijke problemen het hoofd te bieden’ ‘Lekker rijden in mijn Peugeot cabriolet uit 1969, als het mooi weer is tenminste’ ‘Als besluit van mijn loopbaan zou ik best nog eens CdK in Friesland willen worden’
nws Persoonlijk Een rubriek over komende en gaande burgemeesters, wethouders, gedeputeerden, raads- en statenleden. Stuur uw mededelingen aan: Redactiesecretariaat Lokaal Bestuur, Postbus 1310, 1000 BH Amsterdam, tel. 020-5512260, e-mail:
[email protected]
Nieuwe Oxfam Novib-kalender maakt de wereld een stukje mooier De nieuwe Oxfam Novib-kalender is zojuist van de persen gerold. De kalender maakt de wereld een stukje mooier; de beelden op panoramaformaat zijn prachtig en elke aankoop draagt bij aan het werk van Oxfam Novib: het strijden voor een rechtvaardige wereld zonder armoede. Het thema van de 2007-editie is ‘communicatie’. U ziet kinderen in Bangladesh plezier hebben met hun GSM van klei. De kalender neemt u mee naar Ho Chi Minh Stad in Vietnam, dat balanceert tussen een oude, traditionele maatschappij en een high-tech samenleving. U bent aanwezig bij de verkiezingen in Afghanistan waar vrouwen voor het eerst sinds het taliban-regime weer mochten stemmen. En in Kenia bezoekt u vrouwen die dankzij microkredieten zeep kunnen produceren en verkopen. De foto’s laten zien dat mensen mensen zijn. Mensen die in contact treden. Die elkaar respecteren en helpen in moeilijke tijden. De foto’s en de verhalen – leerzame sprookjes, uitleg bij de foto’s, beschrijvingen van culturen en nog veel meer – overbruggen duizenden kilometers. Hoe te bestellen De Oxfam Novib-kalender 2007 kost 21,95 euro en is te bestellen bij Oxfam Novib Informatie & Service telefoon 070 – 3421 777, via e-mail
[email protected] of via www.oxfamnovib.nl/webwinkel. U kunt hier ook andere producten kopen, zoals wenskaarten, agenda’s, boeken en muziek.
2006-11 LB November.indd 17
In de Tweede Kamerfractie van de PvdA houdt Jan Boelhouwer zich bezig met het beleid rond burgemeestersbenoemingen. Belangstellenden voor het burgemeestersambt kunnen contact opnemen met hem. Dat geldt ook voor fractievoorzitters in gemeenten waar op korte termijn een burgemeestersvacature is te verwachten. Jan Boelhouwer is in de Tweede Kamer te bereiken via zijn medewerkster Coby Knijnenburg, tel. 070-3182790. • Wim Dijkstra wordt op 1 november gedeputeerde van de provincie Gelderland. Hij volgt de begin september plotseling overleden Nico Jan Wijsman op voor de rest van de bestuursperiode. Dijkstra (60) was tot 1 oktober waarnemend burgemeester van Doetinchem en daarvoor burgemeester van Sittard-Geleen. • Tineke Netelenbos is benoemd tot waarnemend burgemeester van Haarlemmermeer. Daar trad burgemeester Fons Hertog af na publicatie van het rapport over de brand in het cellencomplex op SchipholOost. Netelenbos is waarnemend burgemeester van Oud-Beijerland en was in de jaren ’80 raadslid in Haarlemmermeer. • Jan Baas wordt geen burgemeester van Zaanstad. De gemeenteraad, die hem als eerste op de voordracht had gezet, wil
hem niet meer na publicatie van een rapport van de VROMinspectie waaruit blijkt dat het bouw- en woningtoezicht in de gemeente Wieringen slecht functioneerde in de periode dat Baas daar burgemeester was. Baas blijft burgemeester van Enkhuizen. • In het Zuid-Hollandse Noordwijk is Ton van Rijnberk als wethouder aangetreden. • In de Zuid-Hollandse gemeente Brielle is Wim Kruikemeier geen wethouder meer. • In het Limburgse Beesel is Twan van Hagen nieuw in de raad. • In het Groningse Loppersum is het raadslid Pieter Schollema opgevolgd door B. Schollema. • In de Overijsselse gemeente Losser is Edwin Bakker opgevold door Sjoerd Geissler als raadslid. • In het Noord-Brabantse Oss is Agnes van Gent gestopt met raadswerk. • In de Rotterdamse deelraad Noord is Rob Stevense geen raadslid meer.
Reacties welkom! Bent u het niet eens met wat u in Lokaal Bestuur leest? Wilt u een aanvulling of correctie doorgeven? Of heeft u vanuit uw gemeente of provincie iets te melden dat ook voor andere PvdA’ ers interessant is? Laat het ons weten. Zorg ervoor dat uw mailtje uiterlijk maandag 13 november in ons bezit is, dan kunnen wij het nog plaatsen in het gecombineerde december-januarinummer dat begin december verschijnt. U kunt uw bijdrage sturen naar eindredacteur Jan de Roos, e-mail:
[email protected] De sluitingsdatum voor het februarinummer is dinsdag 2 januari.
Wilt u adverteren? U kunt tegen een aantrekkelijke korting gecombineerd adverteren in de bestuurdersbladen van PvdA, CDA en VVD. Uw advertentie komt dan onder ogen van 80% van alle gemeenteraadsleden, wethouders, burgemeesters, statenleden, gedeputeerden en de commissarissen van de koningin. Inlichtingen over tarieven en sluitingstijden zijn verkrijgbaar bij Bureau Recent, Joop Slor, postbus 17229, 1001 JE Amsterdam. Tel. 020-3308998.
17 16-10-2006 19:27:26
2de kmr
Begroting BZK De begroting van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) wordt niet meer voor de komende verkiezingen besproken. Dat wordt overgelaten aan het nieuwe parlement. Om toch alvast een indruk te geven van die begroting hierbij een paar highlights. Foto Serge Ligtenberg
TON LANGENHUYZEN is beleids medewerker van de Tweede Kamerfractie van de PvdA. Heeft u een vraag aan hem of wilt u reageren? Stuur dan een e-mail naar
[email protected] of bel 070-3182792
Terrorismebestrijding Allereerst een paar financiële zaken. Wat betreft de politie komt er extra geld bij voor de meeste korpsen, in 2007 gaat het om € 48 miljoen. Hoe dat over de korpsen wordt verdeeld hangt af van een nieuw budgetverdeelsysteem dat er volgend jaar komt. Voor zaken zoals terrorismebestrijding en brandweer Schiphol wordt ook extra geld uitgetrokken. Voor verbetering van de sociale cohesie in buurten is eenmalig € 25 miljoen beschikbaar voor 2006 en 2007. Nieuw beleid wordt er nauwelijks aangekondigd: ‘We gaan meer doen om radicalisering en terrorisme te voorkomen’. Het is alleen niet duidelijk hoe dat wordt aangepakt en hoe dat wordt gefinancierd. Dat er in de ogen van het kabinet een
nieuwe politieorganisatie moet komen, is geen nieuws. De wet die dit zal moeten gaan regelen wordt waarschijnlijk nog voor de verkiezingen naar de Tweede Kamer gestuurd, maar het valt niet te verwachten dat die wet nog meteen zal worden behandeld. Waarschijnlijk zal het eerder tijdens de komende formatiebesprekingen aan de orde worden gesteld. Al eerder duidelijk, maar toch: er komt een nota maar geen beslissing over de inrichting van het middenbestuur. Dit onderwerp wordt doorgeschoven naar een volgend kabinet. Nog voor de verkiezingen zal al wel de eerste schriftelijke vragenronde over de begroting worden gehouden. De mondelinge behandeling kan dan nog dit jaar worden afgerond. Woonplaatsvereiste wethouders Sinds een paar jaar kan iemand wethouder worden in een gemeente waar hij of zij niet woont. Die wethouder moet dan wel op grond van de Gemeentewet binnen een jaar verhuizen naar de gemeente waar hij of zij wethouder is geworden. Die regel levert in de praktijk soms problemen op. Vooral van wethouders die tussentijds instromen om een afgetreden of overleden collega op te volgen kan niet altijd meteen worden gevraagd om te verhuizen. Als de termijn als wethouder relatief snel afloopt, is het niet redelijk om te verwachten
dat iemand verhuist zonder dat er duidelijkheid is over een volgende termijn. Oogluikend werd in het geval van enkele tientallen wethouders al toegestaan dat zij niet hoefden te verhuizen. Thea Fierens achtte - ook omdat het aantal wethouders van buiten de gemeente toeneemt - van belang dat aan deze onduidelijke situatie een einde werd gemaakt. Het kabinet kwam met een wetsvoorstel. De kern daarvan is dat wethouders (en gedeputeerden) behoren te wonen waar zij besturen. Dit blijft overeind. Maar daarnaast krijgen gemeenteraad respectievelijk provinciale staten de bevoegdheid om steeds maximaal één jaar ontheffing van dit woningplaatsvereiste te geven. Van jaar tot jaar kan een gemeenteraad dan steeds opnieuw bewust een besluit nemen. De PvdA heeft zich achter het wetsvoorstel geschaard. Weliswaar moet aan de ene kant de hoofdregel blijven dat bestuurders wonen in de plaats waar zij werken, maar aan de andere kant is door de ontwikkeling van het dualisme sprake van een nieuw type bestuurder: professionals van buiten het lokale c.q. provinciale circuit. Bovendien past het wetsvoorstel goed bij het idee van de gemeentelijke autonomie: het is een verantwoordelijkheid van de raad respectievelijk de staten om een oordeel te vellen over de kwaliteit van hun bestuurders en hun woonplaats. Met alleen een
tegenstem van de SP is deze wet inmiddels in de Tweede Kamer aangenomen. Huiselijk geweld In de Kamer wordt momenteel de wet tijdelijk huisverbod voor plegers van huiselijk geweld behandeld. De eerste schriftelijke inbrengen zijn net ingediend. Het wetsvoorstel maakt het mogelijk dat personen van wie een dreiging van huiselijk geweld uitgaat tijdelijk een huisverbod krijgen opgelegd. Hierdoor hoeft niet het (mogelijke) slachtoffer het huis te verlaten - vaak vrouwen en kinderen - maar juist de dader. De periode van uithuisplaatsing kan ook dienen als afkoelingsperiode waarbinnen aan verbetering van de situatie kan worden gewerkt. Concreet betekent het dat een politieagent bij een melding van huiselijk geweld als eerste inschat of een huisverbod een optie is. In dat geval moet een hulpofficier van justitie (meestal een hogere politiefunctionaris) beoordelen of een huisverbod zal worden opgelegd. Uiteindelijk is het formeel de burgemeester, die het huisverbod oplegt ook al kan hij dit mandateren aan de hulpofficier van justitie. Een huisverbod duurt tien dagen tot maximaal vier weken. De uithuisgeplaatste mag dan niet meer zijn huis in of contact opnemen met het thuisfront. De PvdA heeft al jaren aangedrongen op deze wet.
afgvrdgd POLITIE DICHTBIJ DE BURGER ED VAN THIJN is behalve Eerste Kamerlid politicoloog, schrijver en buitengewoon hoogleraar. Hij was onder meer gemeenteraadslid, Tweede Kamerlid, fractievoorzitter, burgemeester en minister. Van Thijn is 72 jaar en woont in Amsterdam.
Foto Hans Kouwenhoven
18 2006-11 LB November.indd 18
Er zijn momenten dat het interessant is om te weten wat er niet in de Eerste Kamer aan de orde komt. Zo strandde op 12 september jl. in alle stilte in de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken de al door de Tweede Kamer aanvaarde wijziging van de Politiewet die beoogde de aanwijzingsbevoegdheid van de beide politieministers te versterken. Onze fractie had voorgesteld om dit voorstel in samenhang te behandelen met de aangekondigde voorstellen tot wijziging van het politiebestel (de zgn. nationalisatie van de politie). Het voorliggende wetsontwerp was weliswaar beperkter van strekking maar uit alles (en zeker uit
de Memorie van Antwoord) bleek dat het gezien moest worden als een opmaat naar de voorgenomen stelselwijziging. Zo werd bv. met één pennenstreek de tot nu toe autonome Korpsbeheerder tot ondergeschikte gemaakt van de beide ministers aan wie zij voortaan ook verantwoording verschuldigd zijn. Een rolwisseling met grote gevolgen voor de lokale inbedding van de Nederlandse politie, alle bezweringsformules (het gezag blijft ongewijzigd, het gaat om een betere balans tussen lokaal en nationaal, enz.) ten spijt. Toen bleek dat alle partijen behalve de VVD, die het wetsontwerp behandelingsrijp achtte, onze argumentatie onderschreven, sloot ook het CDA zich bij deze uitsteloperatie aan met het argument dat het niet passend zou zijn om, gehoord het standpunt van een substantiële minderheid, de behandeling toch door te zetten. Dit ook in het licht van de op handen zijnde verkiezingen en de daarop volgende kabinetsformatie waarin ongetwijfeld de toekomst van ons politiebestel opnieuw ter discussie zal staan. Ik hoop van harte dat van dit uitstel ook afstel komt. Het zou een slechte zaak zijn als ons politiebestel genationaliseerd zou worden. Het is een groot misver-
stand te denken dat een centraler georganiseerde politie efficiënter zou werken. De praktijk van jaren heeft geleerd dat de centrale over heid te ver af staat van de uitvoeringspraktijk om een goed, op burgers toegesneden, beleid te kunnen voeren. Niet voor niets heeft bv. de Algemene Rekenkamer (daarin gesteund door de Eerste Kamer) nog maar twee jaar geleden de noodklok geluid en aangetoond dat op een aantal cruciale beleidsterreinen (waaronder het veiligheidsbeleid) de kerndepartementen a. niet weten of het beleid wordt uitgevoerd, b. ook geen idee hebben of het beleid goed wordt uitgevoerd en c. dus op geen enkele wijze in staat zijn een regiefunctie te vervullen. Centralisatie van de politie is dan ook in flagrante tegenspraak met het project ‘een andere overheid’ waarin juist ervoor gepleit wordt verantwoordelijkheden zo laag mogelijk in de organisatie te leggen, zo dicht mogelijk bij de burger dus. Natuurlijk zijn er op het gebied van het beheer nog wel wat efficiencyslagen te maken (Bij voorbeeld op het terrein van de informatievoorziening) maar het kernpunt is en blijft dat de vermaatschappelijking van de politie, tot uitdrukking komend in de lokale inbedding en de buurt-
gerichte werkwijze, gewaarborgd blijft. Zelfs bij de invulling van nationale prioriteiten, zoals bij voorbeeld terrorismebestrijding, is het van groot belang dat de politie genesteld is in de haarvaten van de samenleving. Dat het gezag ongewijzigd zou blijven is amper een geruststelling. Uit eigen ervaring weet ik dat gezag en beheer, als puntje bij paaltje komt, niet zijn te scheiden. Een korpsbeheerder die geen greep zou hebben op de sterkteverdeling is als een generaal zonder leger.
16-10-2006 19:27:33
Foto Arie Kievit/HH
Een gehandicapte vrouw is zojuist door een chauffeur van Vervoer op Maat naar haar bestemming gebracht
clmn
Vervoer op Maat? RICHARD SCALZO wethouder deelgemeente Rotterdam Noord en lid redactie Lokaal Bestuur Een grote zaal, vol eilanden van tafels met beeldschermen erop, tientallen mensen druk pratend aan de telefoon, her en der verspreid in de zaal grote schermen met daarop: ‘waarschuw voor files!’ Nee, ik sta niet in het kloppend financieel hart van een bank, maar ben op bezoek bij de RTC, de organisatie die in Rotterdam vele soorten van vervoer aanbiedt, waaronder Vervoer op Maat. Vervoer op Maat vervoert mensen die om wat voor reden dan ook immobiel zijn (geworden). Veelal ouderen, maar ook jonge mensen met een lichamelijke functiebeperking. Vanaf 1 januari is de gemeente in brede zin verantwoordelijk voor de mobiliteit van mensen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (WMO). Als kersverse portefeuillehouder in de deelgemeente Rotterdam Noord heb ik bij de verschillende kennismakingsgesprekken met ouderenbelangengroepen veelvuldig klachten over Vervoer op Maat gehoord. Bij Vervoer op Maat kun je tot vijf kwartier voor vertrek bellen en garandeert men er binnen een marge van een kwartier te zijn. Toch moeten mensen soms wel een uur wachten voor ze opgehaald worden, zowel op de heen als de terugweg. Voor mij reden genoeg om een en ander eens zelf te ervaren. Eerst volgt een kort verhaal over het bedrijf en een rondleiding langs verschillende afdelingen. We krijgen de verhalen over hoe het loopt, of zou moeten lopen. De spitstijden in het vervoer. ‘Alle ouderen willen om elf uur op de soos zijn en om vier uur lopen de meeste activiteiten af en wil men direct naar huis. Dat levert een piekbelasting op.’ Na de theorie de praktijk. Om 10 uur staat ons busje klaar. Wij gaan keurig achterin zitten (‘riemen om hoor!’). Om
2006-11 LB November.indd 19
kwart over tien moeten we keren omdat het einde van de straat opgebroken blijkt te zijn. De eerste klant verschijnt in het display. We hebben tot negen minuten over tien om de klant op te halen. Voordat de route in het navigatiesysteem is ingevoerd zijn we alweer vijf minuten verder. Onze chauffeur vertelt ons dat hij dit werk twee dagen per week doet. ‘Ja, ik moet wat doen hè, van thuiszitten word ik ook niet beter. En het is mooi werk.’ Hij is jarenlang buschauffeur geweest. ‘Heel wat meegemaakt, maar dit is veel persoonlijker. Je hebt echt contact met mensen, leuke praatjes.’ Om half elf geeft het navigatiesysteem aan dat we er zijn. Een bijna blinde man wordt door de chauffeur naar het busje begeleid. ‘Zo, ik help u even met de riemen omdoen, anders vliegt u eruit’. Onze passagier legt direct uit hoe we moeten rijden. ‘Ja, ze rijden het allemaal voorbij.’ De man heeft 67 jaar een garagebedrijf gehad en heeft nu een klusjeshok gehuurd aan de overkant. ‘Ik ga er elke dag heen. Mensen komen dan om adviezen vragen.’ Soms moet hij wel tot een uur wachten voordat het busje er is. ‘Maar dat neem je toch op de koop toe. In hoeveel landen heb je zulk vervoer. Dat je op mijn leeftijd, 92 jaar, elke dag naar je plekkie kan worden gereden. Nee hoor, ik vind het luxe. Lastig wel, want soms heb ik dan enorme honger, maar ik heb nooit haast.’ Het was een verhelderend bezoek en ritje. Ik was onder de indruk van de organisatie en de logistiek. De chauffeur zou soms wel even met de klant mee willen lopen, maar dát mag niet. We zijn in Nederland zo georganiseerd, zo doorgespecialiseerd, dat gewoon doen wat iemand nodig heeft erg lastig lijkt te organiseren.
19 16-10-2006 19:27:42
achtrknt
Foto Willem Jan Kleppe
Op weg naar 7 maart 2007 De Statenzalen van Drenthe (boven) en Zeeland Foto Lex de Meester
20 2006-11 LB November.indd 20
16-10-2006 19:28:04