LME Landelijk Medezeggenschapsplatform Energiedistributiebedrijven
Aan De aandeelhouders van Essent, NUON, ENECO, DELTA, NRE en Intergas Kopie Raden van Commissarissen, Raden van Bestuur, (Centrale) Ondernemingsraden Van LME Telefoon E-mail Datum Hummer Betreft
026-8511056/06-21588816
[email protected] 12 november 2004 LME-2004/03I Position paper LME: ENERGIESECTOR OP DOOD SPOOR
VAN
?
Reg.nr.
Dat. ontv.:
a.d.
1 2 NOV 2004
Routing
Bijl.:
I
Geachte heer, mevrouw, Het Landelijk Medezeggenschapsplatform Energiedistributiebedrijven (LME) is een platform waarin zitting hebben de Centrale Ondernemingsraden van Essent, Nuon, ENECO en Delta en de Ondernemingsraden van NRE en Intergas. Als vertegenwoordiger van de medewerkers van de energiedistributiebedrijven maakt het LME zich grote zorgen over het voornemen van de minister van Economische Zaken om de energiebedrijven te splitsen. Het (LME) heeft daarom een Position Paper opgesteld om zijn standpunt kenbaar te maken en te beargumenteren. Op 12 november 2004 is dit paper overhandigd aan staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken. Hierbij bieden wij u ook deze position paper aan. Gaarne zouden wij met u daarover van gedachten willen wisselen. Wij stellen voor om na 12 november 2004 contact met u op te nemen om een afspraak te maken. Vanzelfsprekend kunt u ook altijd contact opnemen met de leden van het LME. Wij gaan ervan uit dat deze Position Paper via de Griffie zal worden verspreid binnen de Gedeputeerde Staten en binnen de Provinciale Staten. Met vriendelijke groet,
Namens het LME Jan de }ongs voorzitter 06-55714524
[email protected]
Energiesector op dood spoor Position Paper van de medezeggenschapsraden in verband met de voorgenomen splitsing van de Nederlandse energiedistributiebedrijven
1. Samenvatting Minister L.J. Brinkhorst van Economische Zaken is van plan de Nederlandse energiebedrijven zodanig te verzwakken dat zij als vanzelf worden opgekocht door grote buitenlandse ondernemingen. Zie zijn brief aan de Tweede Kamer van 11 oktober jl. (E/EM/4063988) waarin de minister zijn 'Aanpak splitsing energiebedrijven' heeft uiteengezet. Het standpunt van minister Brinkhorst is dat de Nederlandse energiebedrijven steeds grotere bolwerken worden en dat dit slecht is voor de marktwerking. Desondanks zullen Nederlandse energiebedrijven het wegens hun bescheiden omvang niet redden op de Europese markt. Volgens hem is de enige echte oplossing om concurrentie in een Europees kader te verzekeren: volledige splitsing van de ondernemingen in een netwerkbedrijf en een leveringsbedrijf. Daarmee loopt de minister welbewust vooruit op eventuele Europese ontwikkelingen. Het feit dat de belangen van de Nederlandse energiebedrijven daarmee niet gediend zijn, weegt niet op tegen het consumentenbelang, vindt hij. De Ondernemingsraden van de Nederlandse energiebedrijven, verenigd in het Landelijk Medezeggenschapsplatform Energiedistributiebedrijven (LME), verzetten zich met hand en tand tegen het splitsingsvoorstel. • Wij willen juist de Nederlandse energiesector versterkt en uitgebouwd zien Wat de minister in gedachten heeft, betekent het wegvloeien van productiecapaciteit, kennis en ervaring, terwijl Nederland nu juist een uitstekende hoogtechnologische en kosteneffectieve energiesector bezit, die Europees best zou kunnen meespelen. Minister Brinkhorst ontneemt Nederland voor altijd de mogelijkheid nationaal inkomen te genereren met productie en verkoop van energie.
• Ais Nederlandse in Eeropees te zjjn, zij9 net In Europa9 door vuist maken. De vier grote Nederlandse energiebedrijven tezamen zijn net zo groot als bijvoorbeeld Electrabel, een grote Europese speler. • Wij het dat op schaal verloren zal De eerste schattingen bewegen zich al tussen de 2000 en 3000 banen (exclusief indirecte werkgelegenheid en toeleveranciers) die de komende jaren zullen worden geschrapt. De reden daarvoor is, dat buitenlandse energieleveranciers - nadat zij de Nederlandse bedrijven hebben opgeslokt - hier in Nederland met name geen hoofdkantoren meer hoeven aan te houden. Regionaal zal dat hard aankomen. Over de toeleveringsbedrijven praten we dan nog niet eens. @
Wij YOOFzien onder de medewerkers* Na de liberalisering wacht niet alleen de splitsing van onze bedrijven in een netwerkdeel en een productie/leveringsdeel, maar vervolgens ook de privatisering en nog eens het opkopen door - of fuseren met - grote buitenlandse leveranciers, met als uitsmijter het afslanken - lees: ontslaan van onze collega's of onszelf. Heeft de minister en heeft het kabinet wel enig idee wat dit alles voor de werknemers betekent? • Wij verschillen ook van opvatting de op alle aspecten • Het belang van de consument wordt juist niet gediend, in tegenstelling tot wat de minister verwacht. De kosten gaan omhoog, niet omlaag. De concurrentie neemt niet toe, maar af, want er blijft in Europa maar een handjevol grote spelers over. • De voorzieningszekerheid is niet veiliggesteld, omdat de Nederlandse overheid immers niets over buitenlandse stroom- en gasleveranciers te zeggen heeft, noch te zeggen krijgt • Be in industriepolitiek* Volgens zijn recente Industriebrief aan de Kamer wil de minister nu juist de concurrentiepositie van het Nederlandse bedrijfsleven versterken. Immers, hij schrijft (p. 41): "Bij het maken van wetten en regels heeft de overheid te weinig oog gehad voor de effecten op de economie in het algemeen en op de Industrie in het bijzonder... Er Is te weinig aandacht geweest voor het belang van die regels voor de Nederlandse Industrie*"
Verderop (p. 59) zegt hij in het kader van de liberalisering van de Europese elektriciteitsmarkt: "Nu komen ook de onvolkomenheden van deze markt aan het licht: er is nog niet overal een gelijk speelveld." En Op p. 61: "Het is ook nodig dat bedrijven bereid blijven in Nederland te investeren. En dan niet alleen in kapitaalgoederen ofR&D, maar vooral ook in mensen... Het kabinet zal voortdurend de vinger aan de pols houden. Het zal - gelet op het belang van de voortgang van hetproces - periodiek overleg voeren met vertegenwoordigers van ondernemers en werknemers om te kijken of het beleid de bedoelde vruchten afwerpt. En om het beleid, daar waar nodig, bij te stellen."
In al die mooie beleidsvoornemens past niet het opbreken van Nederlandse energie-ondernemingen, die dan te klein en te zwak zullen zijn voor de Europese concurrentie met niet-opgebroken en toch al grotere ondernemingen. Bij EZ weet kennelijk de linker hand niet wat de rechter doet. - Het
de
Is
bedenkelijk niveau gezakt* In zijn brief aan de Tweede Kamer suggereert hij veel dat hij niet kan waarmaken. - Hij beweert dat de vrijwillige splitsing van het kleine energiebedrijf Intergas uit Oosterhout kenmerkend zou zijn voor de sector. Dit is geenszins het geval. Alleen uit Friesland horen we andere berichten. Daarentegen hebben al drie provincies met grote aandelenpakketten van energiebedrijven in handen zich juist via moties in de Staten al tegen splitsing uitgesproken: Noord-Holland, Limburg en Gelderland. Uit de overige provincies komen geluiden van dezelfde aard. - De minister beweert dat de splitsing geen effect zal hebben op de investeringen in de productiecapaciteit in Nederland, omdat nu door ENECO, DELTA en ESSENT een aantal investeringen is gepland. Dat is een onzuiver argument, omdat die investeringen bijvoorbeeld de doodnormale renovatie van een verouderde centrale, Amer-7 van ESSENT - al in de pen zaten voordat hij met zijn plan kwam. Een beleidsplan dat bovendien nog minstens een jaar is verwijderd van verschijnen in het Staatsblad (als het dat al ooit haalt). Bovendien gingen deze bedrijven ervan uit dat zij niet gesplitst zullen worden.
De minister stelt 'intensief in gesprek9 te zijn geweest met vele partijen. Als hij bedoelt: ik heb met ze in eenvertrek gezeten, dan klopt het. Als hij bedoelt: ik heb mijn mening verkondigd, klopt het ook. Wat het LME betreft heeft hij niet eens met ons willen spreken. Dat mochten twee ambtenaren doen. - De ministervoert als bewijs voor zijn redenering onder meeraan dat in Engeland volledige scheiding van netwerk- en leveringsbedrijven heeft plaatsgevonden. Dit klopt niet. Het ging hier om een vrijwillige scheiding waarvan in het Verenigd Koninkrijk nu juist weer wordt teruggekomen. Terug naar wel degelijk geintegreerde en niet langer gesplitste bedrijven. Terug naar de situatie zoals nu in Nederland heerst en dient te blijven bestaan. Wij als driekwart onwaarheden
de
bezwaar tactiek van halve en bedoeling het een rad
Yoor te draaien* De zaak is te belangrijk, voor ons als werknemers, voor de consument en voor Nederland als krachtige economie, om op deze wijze politiek te bedrijven. Wij raden de Vaste Kamercommissie voor Economische Zaken dan ook aan hun fracties voor te stellen niet akkoord te gaan met de splitsingsvoorstellen van de minister.
r.onclusie
is duidenjk dat de argute, die door Bister Brinkhorst worden gehanteerd, dun en weerlegbaar zgn. Hij dreigt in feite een bloeiende energieseetor domweg te wnnelen.
Was getekend het dagelijks bestuur van het LME: Jan de Jong, voorzitter, werkzaam bij ESSENT Willem Hofman, secretaris, werkzaam bij ENECO Peter de Munk, plv. voorzitter en secretaris, werkzaam bij NUON Jan Hermes, adviseur