Liturgie voor de clubkerstdienst 1e Kerstdag 25 december 2013
Organist: Martin Visser Pianist: Timon Dubbeldam
Jezus zegt dat Hij . . . - alle kinderen zingen (de kinderen van Benjamin en Joas komen binnen) Jezus zegt, dat Hij hier van ons verwacht, dat wij zijn als kaarsjes, brandend in de nacht. En Hij wenst dat ieder tot Zijn ere schijn’; jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn’! Jezus zegt, dat Hij ieders kaarsje ziet, of het helder licht geeft of ook bijna niet, Hij ziet uit de Hemel of wij lichtjes zijn; jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn’! Jezus zegt ons ook, dat ’t zo donker is, overal op aarde zonde en droefenis; laat ons dan in 't duister held're lichtjes zijn; jij in jouw klein hoekje en ik in ’t mijn’! Welkom - Marina Dik Gebed Gedicht voordragen en aansteken van de adventskaarsen (door kinderen van Klimop, samen met Marina) Ik mag het eerste kaarsje branden want licht maakt mij heel blij ’t vertelt me van Gods Zoon het Licht voor jou en mij. Ik mag het tweede kaarsje branden zodat het licht verspreidt het licht van de geboorte moet schijnen wereldwijd.
Ik mag het derde kaarsje branden Je mag het straks ook horen wij leven in advent Jezus is in Bethlehem geboren Ik mag het vierde kaarsje branden Gods belofte is vervuld Wij mogen het geloven ’t kind uit Bethlehem droeg onze schuld Alle kaarsen branden elk hoekje wordt verlicht ga nu de wereld door breng ieder het bericht Komt allen tezamen - samenzang Komt allen tezamen, jubelend van vreugde. Komt nu, o komt nu naar Bethlehem! Ziet nu de vorst der eng’len hier geboren. Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning. De hemelse eng’len, riepen eens de herders, weg van de kudde naar 't schamel dak. Spoeden ook wij ons met eerbiedige schreden! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning.
O kind, ons geboren, liggend in de kribbe, neem onze liefd’ in genade aan! U, die ons liefhebt, U behoort ons harte! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die Koning. ‘Een groot geschenk’ Vragen worden gesteld door Marina Dik Antwoorden worden gegeven door tieners van de ‘Springplank-/+’ Vraag 1 God deed een wonder, prijs Zijn naam. Ik zing zolang ik leef. Ik ben de moeder van één zoon en dat is Jezus’ neef. Wie ben ik? Antwoord 1 De tijd van Elizabeth werd vervuld dat zij baren zou, en zij baarde een zoon. En haar buren en familieleden hoorden dat de Heere haar grote barmhartigheid bewezen had, en verheugden zich met haar. (Lukas 1 : 57-58) Vraag 2 In Nazareth denkt iedereen: “die vrouw is zeker zoteen engel die de boodschap geeft: Je krijgt een kind van God!” Wie ben ik? Antwoord 2 In de zesde maand werd de engel Gabriël door God gezonden naar een stad in Galilea, waarvan de naam Nazareth was, naar een maagd die ondertrouwd was met een man, van wie de naam Jozef was, uit het huis van David; en de naam van de maagd was Maria. (Lukas 1 : 26, 27)
Meisje uit Nazareth - kinderen zingen Meisje uit Nazareth Door God apart gezet Hij zond een engel vanaf Zijn troon Die haar de boodschap bracht Ik heb aan jou gedacht Jij zult de moeder zijn van Mijn Zoon Toen zei Maria stil Ik wil als God het wil Dat het gebeuren zal naar Zijn woord Ging toen uit Nazareth Naar nicht Elisabeth Die had van God al het nieuws gehoord Vraag 3 Ik ben een stad in Israël, waar het gebeuren zou, Geen herberg had een plekje vrij, voor Jozef en zijn vrouw. Wie ben ik? Antwoord 3 Ook Jozef ging op weg, van Galilea uit de stad Nazareth naar Judea, naar de stad van David, die Bethlehem heet, omdat hij uit het huis en het geslacht van David was, om ingeschreven te worden met Maria, zijn ondertrouwde vrouw, die zwanger was. En het geschiedde, toen zij daar waren, dat de dagen vervuld werden dat zij baren zou, en zij baarde haar eerstgeboren Zoon, wikkelde Hem in doeken en legde Hem in de kribbe, omdat er voor hen geen plaats was in de herberg. (Lukas 2 : 4-7) Vraag 4 Wij rustten buiten in het veld, met onze schapen warm en zacht. En plotseling werd alles licht, ’t was midden in de nacht! Wie zijn wij?
Antwoord 4 En er waren herders in diezelfde streek, die zich ophielden in het open veld en 's nachts de wacht hielden over hun kudde. (Lukas 2 : 8) Eeuwen lang geleden; Gloria - wisselzang Sanctus - JV Sanctus sanctus (heilig heilig) Sanctus Dominus Deus Sabaoth (heilig is de Heere God) Pleni sunt caeli et terra (hemel en aarde zijn vol) Gloria tua (van Uw heerlijkheid) Hosanna in excelsis (hosanna in de hoge) Kinderen zingen Eeuwenlang geleden In een donker dal Zochten herders naar een kindje In een arme stal Nog maar pas geboren Al zo lang verwacht En er zongen engelenkoren Door de nacht Samenzang Ze zongen gloria gloria Voor het kindje klein en teer Gloria gloria Voor de allerhoogste Heer
Kinderen zingen Eeuwenlang geleden Was ik er niet bij Maar het wonder is gebleven Ook voor jou en mij Want datzelfde kindje Uit die arme stal Eren wij nu als de Koning Van ’t heelal Samenzang Wij zingen gloria gloria Voor het kindje klein en teer Gloria gloria Voor de allerhoogste Heer Vraag 5 Ik deed precies wat God mij zei, ik kwam in stralend licht. De herders schrokken van mijn komst, maar niet van mijn bericht. Wie ben ik? Antwoord 5 En zie, een engel van de Heere stond bij hen en de heerlijkheid van de Heere omscheen hen en zij werden zeer bevreesd. En de engel zei tegen hen: Wees niet bevreesd, want zie, ik verkondig u grote blijdschap, die voor heel het volk wezen zal. (Lukas 2 : 9, 10) Vraag 6 Ik wees de weg, maar zei geen woord, ik gaf een stille hint. Ik stopte op de goede plaats dichtbij het Koningskind. Wie ben ik?
Antwoord 6 Toen riep Herodes de wijzen onopgemerkt bij zich en vroeg hun nauwkeurig naar de tijd dat de ster verschenen was; En nadat zij de koning aangehoord hadden, gingen zij op weg. En zie, de ster die zij in het oosten gezien hadden, ging hun voor, totdat hij boven de plaats kwam te staan waar het Kind was. (Mattheüs 2 : 7 en 9) Vraag 7 Wij reisden ver vanuit ons land, we wisten niet waarheen. We zochten naar een Koningskind - een ster die voor ons scheen. Wie zijn wij? Antwoord 7 De wijzen uit het oosten kwamen in Jeruzalem aan, en zeiden: Waar is de pasgeboren Koning van de Joden? Want wij hebben Zijn ster in het oosten gezien en zijn gekomen om Hem te aanbidden. (Mattheus 2 : 2) De wijzen - samenzang De wijzen, de wijzen, die gingen samen reizen, vertrouwend op een koningsster, zij wisten niet hoe ver. Zij volgden het teken, de dagen werden weken, dan klopt een rijke karavaan bij de paleispoort aan. ‘O koning, wil ons horen: er is een prins geboren, in ’t oosten is Zijn ster gezien, staat hier zijn wieg misschien?’
Herodes, hij hoorde verschrikt naar deze woorden. ‘Een koningszoon bij mij in huis? U bent beslist abuis.’ De wijzen, de wijzen, die moesten verder reizen, de ster ging als een lichtend spoor naar Bethlehem hen voor. Zij hebben gevonden het Kind door God gezonden, dat koning en dat knecht wil zijn van ieder, groot en klein. Vraag 8 Ik gaf aan iedereen op aard’ het mooiste wat ik had: Mijn Zoon, geboren als een mens, met kerstfeest vier je dat. Wie ben Ik? Antwoord 8 Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft. (Johannes 3 : 16) Vraag 9 En voor de wereld nog bestond was Ik er al voor jou. Je zonden die vergeef Ik graag, omdat Ik van je hou. Wie ben ik? Antwoord 9 En zij zal een Zoon baren, en u zult Hem de naam Jezus geven, want Hij zal Zijn volk zalig maken van hun zonden. (Mattheüs 1 : 21)
Een Koning is geboren - wisselzang Kinderen Een Koning is geboren Een Koning, een Koning Een Koning is geboren Heb je 't al gehoord Hij kwam op aarde wonen Als baby'tje zo klein Voor alle mensen, ook voor jou Wil Hij de Koning zijn Allen Waar is Hij dan geboren Die Koning, die Koning Waar is Hij dan geboren? Ik denk ineen paleis Kinderen O nee, die Koning die ik ken De machtigste van al Die kwam niet in een mooi paleis Maar in een arme stal. Allen Hoe kan ik Hem dan vinden Die Koning, die Koning Hoe kan ik Hem dan vinden Weet jij misschien de weg Kinderen Die Koning is dichtbij je Je hoeft niet ver op reis Vraag Hem in 't kribje van je hart Dan wordt het een paleis; dan wordt het een paleis.
Het geschenk - (Kinderen van de clubs Benjamin,Joas, Klimop en Anker pakken het geschenk uit en laten zien wat erin zit) Muzikaal intermezzo onder leiding van Henny Heger Vrij verhaal - Gera Knippenberg Dankgebed - Jarco van Dam Als je veel van iemand houdt - wisselzang Kinderen Als je veel van iemand houdt Geef je 't mooiste wat je hebt Da's heel gewoon Omdat God van mensen houdt Gaf Hij 't mooiste wat Hij had Zijn eigen Zoon Hoe ik ook denk hoe ik ook denk Een mooier geschenk ken ik niet Hoe ik ook denk hoe ik ook denk Een mooier geschenk ken ik niet Allen Als je veel van iemand houdt Geef je 't mooiste wat je hebt Da's heel gewoon En de wijzen brachten goud Mirre en wierook voor het kind Als eerbetoon Hoe ik ook denk hoe ik ook denk Een mooier geschenk ken ik niet Hoe ik ook denk hoe ik ook denk Een mooier geschenk ken ik niet
Kinderen Als je veel van iemand houdt Geef je 't mooiste wat je hebt Da's heel gewoon En als jij de Heer vertrouwt Leg je leven in Zijn hand Hij is Gods Zoon Hoe ik ook denk hoe ik ook denk Een mooier geschenk ken ik niet Hoe ik ook denk hoe ik ook denk Een mooier geschenk ken ik niet
Bij de uitgang wordt er gecollecteerd voor kinderbijbels in Azië (via Open Doors) Open Doors is een interkerkelijke organisatie en steunt vervolgde christenen wereldwijd. In veel landen is de Bijbel nog altijd een verboden boek. De christelijke boeken die het land binnenkomen, zijn dan in eerste instantie voor volwassenen. Maar net zo belangrijk is een eigen bijbel voor de jongste generatie vervolgde christenen.