Orde voor de viering op Eerste Kerstdag, 25 december 2014 Grote of Jacobijner Kerk te Leeuwarden aanvang 9.30 uur
De geboorte van Jezus (ca. 1470) door Hans Kamensetzer, leerling van Nicolaas Gerhaert van Leijden (Rijksmuseum Amsterdam)
voorganger : ds. A.M.Roest organist : Th. Jellema verdere muzikale medewerking: Jelte de Jong, fluit en Cantorij o.l.v. T. Posthuma
orgelspel voorzang:
Lied 477 ‘Komt allen tezamen’
2.
De hemelse engelen riepen eens de herders weg van de kudde naar ’t schamel dak. Spoeden ook wij ons met eerbiedige schreden! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die koning.
3
Het licht van de Vader, licht van den beginne, zien wij omsluierd, verhuld in ’t vlees: goddelijk kind, gewonden in de doeken! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die koning.
4.
O Kind, ons geboren, liggend in de kribbe, neem onze liefde_in genade aan! U, die ons liefhebt, U behoort ons harte! Komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die koning.
5.
Zingt aarde en hemel, zingt nu engelenkoren, zingt alle scharen rondom de troon: Glorie aan God en vrede voor de mensen! Komt , laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden, komt, laten wij aanbidden die koning.
Cantorij:
“Torches”
Lied 494
‘Vanwaar zijt Gij gekomen’
2. Gij zijt ons doorgegeven een naam, een oud verhaal uw woorden uitgeschreven in iedere mensentaal. Ons eigen levenslot met uw geluk verweven, zo zijt Gij onze God.
3. Gij zijt in ons verloren wij durven U niet aan, uw stem in onze oren, uw komst in ons bestaan. Een woord van vlees en bloed een kind voor ons geboren, een mens die sterven moet.
- de ambtsdragers komen binnen mededelingen - de kaarsen worden aangestoken VOORWOORD de gemeente gaat staan Psalm van de dag: Lied 98: 1,2 ‘Zing een nieuw lied voor God de Here’
2.
Ja, Hij is ons getrouw gebleven, Hij heeft in goedertierenheid, naar de belofte eens gegeven, het huis van Israël bevrijd. Zijn volk is veilig in zijn handen. Hij heeft zijn heerlijkheid ontvouwd. Zo werd tot in de verste landen het heil van onze God aanschouwd.
Bemoediging vg. Onze hulp is in de Naam van de HEER gem. DIE HEMEL EN AARDE GEMAAKT HEEFT Groet vg. De Heer zij met u! gem. OOK MET U ZIJ DE HEER! Drempelgebed de gemeente gaat zitten Cantorij:
‘Krystreis’
Gebed ‘HEER, ontferm u’ Gesproken Kyrielitanie, op de aangegeven momenten zingend gedragen met:
Glorialied: Gesang 147 (Frysk) 1, 2, 3, 4, 5, 6 (vertaling lied 474) 1. allen Sjong, Kristenfolk, mei blide nocht, sjong God op hege toan, dy’t hjoed syn himel iependocht en jout syn leave Soan, en jout syn leave Soan.
2. mannen Hy giet út Heite hearlikheid en wurdt in needrich bern, in bern dat yn in krêbe leit, yn need en leed ferlern, yn need en leed ferlern.
3. vrouwen Ja, Hy ferlit syn macht en troan en nimt ta ús behâld it wêzen fan in tsjinstfeint oan, de Skepper fan ‘e wrâld, de Skepper fan ‘e wrâld.
4. mannen Dat wikselt wûnder yn elkoar: Hy nimt ús fleis en bloed en jout ús ’t himelryk dêrfoar, wat makket Hy it goed, wat makket Hy it goed!
5. vrouwen Hy wurdt in feint en ik in hear, dat bringt my grut gewin. O goedens sûnder ein of kear,
6. allen Wiid iepen set Hy hjoed de doar fan ’t himelsk paradiis; gjin wacht stiet dêr mear driigjend foar: God ivich lof en priis, God ivich lof en priis!
hoe komt de Hear my tsjin, hoe komt de Hear my tsjin! HET WOORD
Gebed voor het opengaan van de Schriften Muziek: Siciliano uit het Concerto in F van G.B.Sammartini Schriftlezing:
Jesaja 9: 1-5
Lied: 448 ‘Het volk dat wandelt in het duister’ (wisselzang: oneven coupletten allen, even coupletten cantorij (niet afgedrukt).
3. Hij komt met vrede; en geen rampen geen oorlog en geen bitterheid zal er meer zijn, geen kind dat schreit, geen laarzen die in ’t duister stampen.
5. Er is een zoon voor ons gegeven de Zoon van God die koning is, die ’t licht is in de duisternis, de weg, de waarheid en het leven.
7. En sterke God, die de gebeden verhoren zal, die overwint. Eeuwige vader heet dat kind, en vorst van eindeloze vrede.
Schriftlezing:
Lukas 2: 1-5
Lied: 503 ‘Wij staan aan een kribbe’
Schriftlezing:
Lukas 2: 6-13
9. En alle, alle mensen samen, die zullen voor zijn aangezicht staan zingen in het grote licht. En Hij kent allen bij hun namen.
Lied: Gesang 135 (Frysk) (vertaling Lied 481) 1. 2. Inglen sjonge_yn ’t liet ferlern Heare, God en minskesoan fan de berte fan it Bern, mei de keninklike kroan, dat foar altyd leafdefol dy’t in faam, fan God ferkard, ús Ferlosser wêze wol. wûnder wûn en helle hat, Folken, sjong it ingleliet, Ljocht oer alle tsjusternis, no’t de himel iepengiet. Wurd dat minske wurden is, Sjong it ivich en aloan Stjerre fan it dagerea, op ‘e treppen fan syn troan. mei ús mien oant oer de dea. Inglen sjonge_yn ’t liet ferlern Inglen sjonge_yn ’t liet ferlern fan de berte fan it Bern. fan de berte fan it Bern. 3.
Schriftlezing:
Lof oan Jo dy’t ivich bliuwt, wêr’t de tiid ek hinne driuwt, dy’t de gong fan dizze wrâld yn syn hillge hannen hâldt, Want de moarntyd is op til, dat in Kening komme sil nei it nij Jeruzalem. Inglen, song oer Betlehem op ‘e nij yn ’t liet ferlern fan de berte fan it Bern. Lukas 2: 15-20
Acclamatie: Lied 491
Lied: 468: 1,2,3 ‘Prijs de Heer die herders prijzen’
2. Geef de koning van uw leven wat de koningen Hem geven, breng uw schatten de verheven in de stal geboren Heer.
3. Laat uw loflied samenvallen met het lied der heiligen allen, dat de hemelen weerschallen van die jubelende wijs.
Aandacht voor de kinderen, die vervolgens naar hun eigen ruimte gaan. Intussen zingt de gemeente: Projectlied: 1 en 5
1 5.
Want een lied van vre - de
daalt op
aar – de neer
Als hij wordt ge -bo - ren,
Chris - tus
on - ze Heer
Glo - rie aan
hem!
Om - dat in
God ons wil ont – moet – en
Bet- le- hem
kom be – wijs hem eer
Uitleg en verkondiging HET ANTWOORD Muziek: Allegro (2e deel) uit BWV 1034 van J.S.Bach Antwoordlied: Lied 478
2. Ziet, hoe dat men met Hem handelt, hoe men Hem in doeken windt, die met zijne godheid wandelt op de vleugels van de wind. Ziet, hoe ligt Hij hier in lijden zonder teken van verstand, die de hemel moet verblijden, die de kroon der wijsheid spant. Ziet, hoe tere is de Here,
3. Die de hemel heeft geschapen en versiert het firmament, moet hier in een kribbe slapen, wordt in hooi en stro gewend. Die de schone serafijnen altijd heeft tot zijn gebod, heeft de beesten als de zijnen, laat zich steken in dit kot, in de doeken, in de hoeken
die ’t al draagt in zijne hand.
van dit huisken zonder slot.
4. O Heer Jesu, God en mense, die aanvaard hebt deze staat, geef mij wat ik door U wense, geef mij door uw kindsheid raad. Sterk mij door uw tere handen, maak mij door uw kleinhei d groot, maak mij vrij door uwe banden, maak mij rijk door uwe nood, maak mij blijde door u lijden,
maak mij levend door uw dood! Gebeden - dankgebed - voorbeden, op de aangegeven momenten zingend gedragen met:
-
stil gebed Onze Vader.
Cantorij:
“Angel Voices”
Inzameling van de gaven tijdens orgelspel Er wordt in twee rondgangen gecollecteerd. De eerste rondgang is voor diaconie en kerk. De tweede rondgang is een doelcollecte, bestemd Kerk in Actie/Kinderen in de knel. Tijdens het slotlied komen de kinderen uit de oppas in de kerk. de gemeente gaat staan
Slotlied:
Lied 487
Uitzending en Zegen, door de gemeente zingend beaamd met
orgelspel