Literatuur Nederlands 3de jaar Aerts K., Sterckx M. – 3 Ned Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’ aantal pagina’s – 18 Dhr. Uyttendaele datum inlevering: 23 sept ‘08
-1-
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
Inhoudsopgave 1. Toets ................................................................................................................... 3 1.1 Toets .............................................................................................................. 3 1.2 Correctiesleutel .............................................................................................. 4 2. Dramatisering ...................................................................................................... 5 2.1 Fragment 1..................................................................................................... 5 2.2 Fragment 2..................................................................................................... 5 3. Verhaalanalyse .................................................................................................... 6 3.1 Gebeuren ....................................................................................................... 6 3.1.1 Geleding .................................................................................................. 6 3.1.2 Spanning ................................................................................................. 7 3.1.3 Thema, idee en motieven......................................................................... 8 3.2 Personages ...................................................................................................10 3.3 Tijd ................................................................................................................13 3.4 Ruimte...........................................................................................................14 3.5 Perspectief ....................................................................................................14 4. Werkvormen .......................................................................................................15 4.1 Praten naar aanleiding van boeken ...............................................................15 4.2 Schrijven naar aanleiding van boeken ...........................................................15 4.3 Spelen met boeken .......................................................................................15 5. Vakoverschrijdende eindtermen..........................................................................16 5.1 Leren leren....................................................................................................16 5.2 Sociale vaardigheden....................................................................................16 5.3 Opvoeden tot burgerzin .................................................................................16 6. De auteur............................................................................................................17 6.1 Biografie........................................................................................................17 6.2 Bibliografie en literaire prijzen .......................................................................17 7. Bronvermelding...................................................................................................18
-2-
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
1. Toets 1.1 Toets 1. Vul het raster aan en ontdek het woord dat de rode draad vormt van het verhaal. I. Wat had de hand in de Koetenplas vast? II. Door welk voorwerp krijgt Leny een visioen? III. Wie verraadde er Joden in de oorlog? IV. Wat is de achternaam van Leny? V. Hoe heet de magnetiseur waarbij Leny te rade gaat? VI. Hoe heet de straling die Leny soms ziet?
2. Wie is … (kader) en wat heeft ze te maken met Leny? …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
3. Wat geeft mijnheer Galenkamp op de school van Leny en Esther? ……………………………………………………………………………………………………………
4. Uit welk jaar kwam het gouden tientje dat Esther vond?. a. 1892 b. 1989 c. 1829
5. Welke dieren zijn te vinden op de boerderij van de familie Mulder? …………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………
-3-
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
1.2 Correctiesleutel 1. Vul het raster aan en ontdek het woord dat de rode draad vormt van het verhaal. I. Wat had de hand in de Koetenplas vast?
m
e
s
m
u
n
t
e
l
d
e
r
m
a
IV. Wat is de achternaam van Leny?
m
u
l
d
e
r
V. Hoe heet de magnetiseur waarbij Leny te rade gaat?
b
ij
l
e
v
e
a
u
r
a
II. Door welk voorwerp krijgt Leny een visioen? III. Wie verraadde er Joden in de oorlog?
g
VI. Hoe heet de straling die Leny soms ziet?
n
s
l
t
2. Wie is … (kader) en wat heeft ze te maken met Leny? Stella is een geest, gezonden door God. Ze is naar Leny gestuurd om op haar te letten, haar te beschermen en haar vragen te beantwoorden. Ze praat met Leny in Leny’s gedachten.
3. Wat geeft mijnheer Galenkamp op de school van Leny en Esther? Mijnheer Galenkamp geeft Frans.
4. Uit welk jaar kwam het gouden tientje dat Esther vond? a. 1892 b. 1989 c. 1829
5. Welke dieren zijn te vinden op de boerderij van de familie Mulder? De mulders hebben een koeienboerderij, ze hebben ook één kat (Sloeber).
-4-
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
2. Dramatisering 2.1 Fragment 1 Het eerste fragment dat wij zullen naspelen is het gesprek tussen Leny en haar moeder in het begin van het boek. Leny heeft net een mes zien zweven boven de Koetenplas. Daarna komt ze thuis. p. 6-7
2.2 Fragment 2 Leny heeft net een visioen gehad bij haar vriendin Esther. Ze hield het gouden tientje vast dat Ester gevonden had. p. 80-81
-5-
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
3. Verhaalanalyse 3.1 Gebeuren 3.1.1 Geleding 3.1.1.1 Uiterlijke geleding
Het boek bestaat uit 24 hoofdstukken. Elk hoofdstuk is opgedeeld in verschillende alinea’s die door witregels van elkaar gescheiden worden. De alinea’s en witregels hebben geen speciale betekenis voor het verhaal.
3.1.1.2 Innerlijke geleding
In het begin van het verhaal (de expositie of proloog) maken we kennis met Leny. Esther en Wim worden ook kort vermeld. Leny heeft een lekke band en moet te voet verder naar huis. Ze neemt een weg binnendoor, langs de Koetenplas. Daar ervaart ze een geheimzinnige aantrekkingskracht en boven het water verscheen een hand met een mes. Angstig loopt Leny naar huis en vertelt haar verhaal aan haar familie. Zo maken we kennis met mevr. Mulder (Christien), dhr. Mulder (Cor), Huib, Marco en Richard. In dit gedeelte is Leny zich nog niet bewust van haar gave: helderziendheid. In het middendeel (de ontwikkeling) zien we hoe Leny meer en meer ervaringen in verband met haar helderziendheid krijgt. Ze begint dingen te zien en te horen; ze droomt ook vreemde en akelige dingen. Ze gaat er dan ook meer en meer over praten met haar beste vriendin Esther, haar ouders en haar leerkracht Frans, dhr. Galenkamp. Uiteindelijk besluit Leny om samen met dhr. Galenkamp en Esther naar een ‘specialist’ te gaan om meer te weten te komen over haar gave. In dit gedeelte maken we ook kennis met oom Harold, de ouders van Esther en nog enkele andere personages. Het einde van het verhaal (de ontknoping of epiloog) is eerder een verwerking van de gave van Leny. Haar ouders verzetten zich niet echt meer tegen de ‘nieuwe gave’ van Leny. Zowel Leny, als haar familie, als haar vrienden lijken het te aanvaarden, hoewel het soms toch eng blijft.
-6-
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
3.1.2 Spanning Evert Hartman maakt gebruik van de vier soorten spanning in zijn boek ‘Het onzichtbare licht’. Hij maakt gebruik van intellectuele spanning wanneer hij net niet genoeg informatie geeft aan de lezer om alles te begrijpen, we weten nog te weinig. Dit merk je duidelijk in het fragment waar Leny het visioen over het verraad van Geldermans in WOII krijgt bij het aanraken van het gouden tientje. Is het waar wat ze ziet, is het niet waar? We weten hierbij net niet genoeg om de waarheid te weten te komen. Evert Hartman maakt gebruik van emotionele spanning wanneer hij ons meer informatie geeft, zodat we meer weten dan de personages zelf. Een duidelijk fragment hierbij is de scène over de droom die Leny heeft over Esther (bliksem). Leny denkt dat deze droom ook gaat uitkomen, net zoals haar vorige droom, maar durft het niet aan Esther te vertellen. Dat maakt het spannend voor ons, omdat wij weten dat Esther misschien wordt getroffen door een blikseminslag en zijzelf weet het niet. De auteur maakt ook vaak gebruik van spanning door gebeurtenissen. De gebeurtenissen die E. Hartman vertelt zijn op zich ook heel spannend. Denk maar aan de scène waarin de vader van Esther verdwijnt wanneer hij samen met zijn vrouw op vakantie is aan zee. Bij deze fragmenten gaat de auteur dan ook wat ‘trager’ schrijven, de verteltijd wordt dan groter dan de vertelde tijd. De laatste soort spanning waarvan Evert Hartman gebruik maakt is spanning door het vertellen zelf. Persoonlijk vind ik dat de auteur hierin goed is. Wanneer ik wat meer informatie opzocht op het internet, merkte ik op dat bijna al zijn boeken spannend zijn opgebouwd. «Hij begon het nummer van de politie te draaien, toen Richard kwam binnenstormen. ‘Er is iets aan de hand bij de Koetenplas! Allemaal lichten! En we hoorden ook een paar knallen!’ ‘Wat!?’ Ze vlogen de deur uit naar de rand van het erf. In de verte, half verborgen achter lage struiken, schitterden lichten. ‘Auto’s,’ zei Huib. ‘Een stuk of drie, geloof ik. Volgens mij is het politie, want ik zag net een blauw zwaailicht.’ ‘Politie…? Dat zal toch niet…’ Leny’s moeder maakte de zin niet af. (p.188)»
-7-
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
3.1.3 Thema, idee en motieven Evert Hartman baseert de stof van zijn boeken op de belevingswereld van zijn doelpubliek. De boeken van Evert Hartman zijn spannend en zitten vol actie. Zijn (soms controversiële) onderwerpen sluiten aan bij de belevingswereld van jongeren. Veel van zijn boeken draaien om een gevecht voor vrijheid. De hoofdpersonen raken betrokken in een conflict waarin ze moeten kiezen: blijven ze trouw aan het gezag (van de regering, van hun ouders, van de medische wereld), of volgen ze hun geweten en gaan ze tegen dat gezag in? Door hun keuze komen ze in een positie waarin het soms lijkt of de hele wereld tegen hen is, maar ten slotte vinden ze toch een oplossing. Evert Hartman laat de twee kanten van het conflict zien, maar vaak is het wel duidelijk aan welke kant hij zelf staat. Hij wil vooral de lezers aan het denken zetten met zijn verhalen. Hij vertelde ook een aantal oude verhalen (van Homerus en uit de Bijbel) na in zijn meeslepende stijl. Het centrale thema in het boek is helderziendheid en ermee leren omgaan. Zowel Leny als de anderen moeten hiermee leren leven. Het boek heeft een open einde, dus eigenlijk weet je niet hoe deze aanvaarding verder verloopt. Wij vinden de volgende ideeën voor het boek toepasbaar: - Hoe ga je om met paranormale gaven? - Hoe lang kan men in twijfel leven? - Wat is de grens tussen een visioen of fantasie? - Kunnen dromen echt uitkomen? - Leer je omgaan met het zien van akelige dingen? - Hoe ver kan jaloersheid iemand drijven?
-8-
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
In het boek zijn verschillende voorbeelden van literair-historische motieven te vinden. Een eerste hiervan is helderziendheid / speciale gaven. Leny is helderziend geboren, maar begint het nu pas op haar dertiende te merken. Ook de mensen rondom haar beginnen het te geloven en te aanvaarden. Enkele voorbeelden: - Reeks Charly, door D. Lamière (vanaf 15 jaar) (Charly bezit paranormale gaven die hem telkens weer in een verrassend avontuur laten belanden.)
- Wie is Libby Skibner?, door Daan Remmerts de Vries (vanaf 13 jaar) (Libby hunkert naar aandacht en doet alsof ze helderziend is. Ze zet de gehele school op haar kop, want hoe kan het dat ze weet waarom de vriendin van de turnleraar hem verliet?)
Een tweede motief is het ongeloof / de twijfel. Leny ervaart verschillende vreemde dingen door haar helderziendheid. De mensen rondom haar geloven haar niet meteen. Ze twijfelen heel vaak over de waarheid van deze dingen. Is het niet allemaal fantasie? Ook het feit dat de mensen uit het boek erg gelovig zijn, zorgt ervoor dat de gave van Leny ook vaak als duivels wordt aanzien. Een derde motief is verraad. Een tweede verhaallijn in het boek gaat over het verraad van Geldermans in WOII. Hij zou altijd Joden en Engelsen geholpen hebben om over de grens te geraken, daar kreeg hij ook een medaille voor. Na een visioen van Leny blijkt dit niet waar te zijn. Dhr. Geldermans vlucht dan ook naar het buitenland. Zou het dan toch waar zijn? Een voorbeeld: - Het orakel, door Catherine Fisher (vanaf 13 jaar) (De Archon, de god-op-aarde, moet sterven om zijn land, dat geteisterd wordt door droogte, regen te geven. Vlak voor zijn dood heeft hij Mirany, een van de negen jonge priesteressen, toevertrouwd dat er verraad in het spel is.)
Een vierde motief is jaloezie. Doordat Leny zoveel ‘problemen’ veroorzaakt door haar helderziendheid en zo ook alle aandacht opeist van iedereen, wordt Marco jaloers. Ook hij wil graag aandacht. Hij wordt opstandiger en loopt vaak weg. Een voorbeeld: - Zomerzeer, door Hilde Hagerup (vanaf 14 jaar) (Gerd is jaloers op haar zus Siv omdat zij erbij was toen hun vader stierf. Wanneer haar beste vriendin vriendschap sluit met Maja, wordt de jaloezie nog erger.)
-9-
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
De keuze van de titel: ‘Het onzichtbare licht’ slaat terug op de stralingen die Leny ziet bij de mensen. Deze witte stralingen (af en toe met kleur) zijn de aura’s van de mensen. Leny denkt dat de anderen deze witte randen ook zien, maar dat blijkt niet zo te zijn. Naast deze aura’s ziet, hoort en voelt Leny ook andere vreemde, voor anderen onzichtbare dingen. «Was het waar wat Esther zei? Ze had altijd gedacht dat iedereen dat zag: een heldere, witte band om iemand heen. Een soort lint, dat meestal helemaal weg was, maar af en toe oplichtte. Ze had het bij zoveel mensen gezien. Bij haar eigen vader en moeder ook en bij haar broers. Ze vroeg onzeker: ‘Heb jij dat echt nooit bij iemand gezien?’ ‘Ik … ik snap jou niet,’ antwoordde Esther. ‘Zie jij iets van straling?’ ‘Ja.’ ‘Nou, ik niet,’ was Esthers besliste antwoord. ‘En ik heb ook nog nooit gehoord dat iemand zoiets heeft gezien.’ (p.17)»
3.2 Personages Leny Mulder is het hoofdpersonage uit het verhaal. Leny is een rustig, eerder onzeker meisje uit de brugklas. Omdat ze in de brugklas zit, weten we dat ze ongeveer 13 jaar oud is. We komen ook via een kort fragment over tante Thea te weten dat ze ongeveer 13 jaar oud is. «Opnieuw een stilte. Toen de stem van haar moeder, zo zacht dat Leny bijna niet verstaan kon: ‘Cor…, ik maak me toch zorgen. Je weet wat er met Thea gebeurd is. En dat begon ook toen ze een jaar of dertien was.’ Thea? Leny’s gedachten maakten sprongen. (p.35)»
Leny woont op een koeienboerderij samen met haar familie. Ze is helderziend, maar is hierover vrij onzeker in het begin. Het is ook niet gemakkelijk om te leven met zo’n gave. Toch leert ze hiermee omgaan. Leny is een round character, ze maakt een duidelijke ontwikkeling door op vlak van haar onzekerheid en haar helderziendheid. Ze wordt ook innerlijk getypeerd: haar gedachten en emoties worden verhaald in het boek. Haar uiterlijk wordt niet beschreven, buiten het feit dat ze blonde haren heeft. De flat characters zijn: Cor Mulder, Christien Mulder, Huib Mulder, Marco Mulder, Richard Mulder, oom Harold, Esther Wiegman, dhr. en mevr. Wiegman, dhr. Galenkamp, dhr. Bijlevelt en Stella. Daarnaast worden ook enkele andere personages vermeld zoals: de schoolvrienden van Leny, de leraren op school, de buren, de dominees, …
- 10 -
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
Cor Mulder is de vader van Leny. Hij is een forse man met stug, blond haar en een mager gezicht. Hij is een koeienboer en moet heel vaak en heel hard werken. Hij is een erg nuchtere persoon, hij gelooft enkel de dingen waarvoor bewijzen zijn of die hij zelf kan zien. Hij is daarom ook niet echt opgezet met het feit dat zijn dochter helderziende is. Hij vindt ook dat het veel problemen met zich meebrengt. Toch verandert zijn mening doorheen het verhaal lichtjes. Hij accepteert de gave van zijn dochter, maar blijft het toch vreemd vinden. Deze kleine verandering maakt van hem toch ook een round character. «’Nou, hier snap ik niet zoveel van,’ bromde haar vader. ‘Het schijnt wel iets te maken te hebben met die telepathie. Maar als je ’t mij vraagt, is het grootste deel fantasie.’ En tegen Leny: ‘Ik heb de laatste tijd al vaker gedacht dat je te hard werkte. Kan het daar echt niet van komen? Ik bedoel dat je in de war bent?’ (p.73)»
Christien Mulder is de moeder van Leny. Ze is erg bezorgd als het om haar kinderen gaat. Mevrouw Mulder maakt niet echt een verandering door in het verhaal. Ze gelooft Leny’s verhalen wel, al geeft ze toe dat ze er soms over twijfelt. Ze is vooral bang dat Leny hetzelfde heeft als haar zus Thea. Thea is schizofreen en zit in een instelling. Ze is bang dat Leny hetzelfde lot staat te wachten. «’En nu heb je dat gevoel weer?’ ‘Ja, dat zei ik al. Een beetje.’ ‘Sinds wanneer?’ ‘Het is haast meteen weer begonnen, die keer dat Esthers vader en moeder bij ons waren. En oom Harold. En toen kreeg ik ook zomaar hoofdpijn.’ ‘Hoofdpijn? Heb je dat vaker?’ ‘Soms. In de klas ook wel.’ ‘Werk je dan toch te hard? Of denk je dat het van iets anders komt?’ (p.73)»
Huib, Richard en Marco Mulder zijn de drie broers van Leny. Huib is de oudere broer, hij is ongeveer 16 jaar oud. Hij heeft een aankomend snorretje en zwarte wenkbrauwen, waardoor hij er stoer uitziet. Richard is een jaar jonger dan Leny, dus ongeveer 12 jaar. Hij draagt een bril en ziet er volgens Huib uit als een professor. Marco is er negen. Hij heeft stralende blauwe ogen en een wipneus en ziet eruit alsof hij uitsluitend op de wereld is om lol te maken. De drie broers zijn allen erg nieuwsgierig naar de nieuwe gave van hun zus. Ze vinden het dan ook super interessant als ze weer een verhaal verteld. Marco, de jongste broer, wordt wel jaloers op de aandacht die Leny krijgt van haar ouders. Hij wordt daarom wat opstandig en verdwijnt ook vaak. «’Ja maar…’ sputterde hij. ‘Jullie… jullie mopperen ook altijd. Ik doe het ook nooit goed.’ Hij zag er opeens moe uit en begon zonder overgang te huilen. ‘Jullie… jullie praten… alleen maar… over Leny,’ snikte hij. ‘En jullie … luisteren nooit… naar mij.’ (p.191)»
Oom Harold is de nonkel van Leny, de broer van Christien Mulder. Hij is erg bijgelovig. Hij gelooft direct de verhalen van Leny; hij twijfelt er zelfs niet aan.
- 11 -
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
Esther Wiegman is de beste vriendin van Leny. Esther is een echte flapuit. Dhr. Bijlevelt (de magnetiseur) omschreef haar als iemand met een goed verstand, die veel nadenkt, maar behoorlijk opvliegend kan zijn. Ze is gauw boos, maar het duurt niet lang. Dat klopte allemaal volgens dhr. Galenkamp. Dhr. en mevr. Wiegman zijn de ouders van Esther. Het zijn zeer gelovige mensen. Ze waren daarom ook direct overtuigd dat Leny’s gave een duivelse gave was na een gesprek met hun dominee. Ze kunnen goed opschieten met Leny’s ouders. Dhr. Galenkamp is de klassenleraar van Leny en Esther. Hij geeft het vak Frans. Hij is erg begaan met Leny, zeker wanneer hij merkt dat het niet zo goed gaat met haar. Ze kan bij hem terecht met haar verhalen, hij helpt haar dan ook zo goed mogelijk. Dhr. Bijlevelt is een magnetiseur van beroep. Hij is gespecialiseerd in helderziendheid en alles wat daarmee te maken heeft. Dhr. Galenkamp neemt Leny en Esther mee op afspraak bij dhr. Bijlevelt. Daar komen ze veel te weten over Leny’s gave. Door hem weet ze nu ook hoe ze kalm kan blijven in enge situaties. «’Maar… maar dat kan dus steeds weer gebeuren?’ ‘Dat kan inderdaad.’ Zijn toon werd ernstiger. ‘Maar daar is wel wat aan te doen. Als je ’s avonds in bed ligt moet je vóór het slapen een keer of zeven met je vlakke hand over je lichaam strijken, vanaf je keel tot over je buik.’ ‘Helpt dat echt? vroeg Esther verbluft. (p.99)»
Stella is een geest van een overleden persoon, gestuurd door God. Zij is er om op Leny op te letten, haar te beschermen en haar vragen te beantwoorden. Stella praat met Leny in haar gedachten. Stella is enkel te horen, Leny kan haar nog niet zien.
- 12 -
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
3.3 Tijd Het verhaal is in de verleden tijd geschreven en het speelt zich af in het heden. We kunnen niet echt zeggen dat het zich afspeelt in het recente heden. Leny’s grootvader heeft nog meegevochten in WOII. Onze grootvaders werden toen pas geboren. Dus we kunnen besluiten dat het verhaal zich afspeelt tussen 1970 en 1985. De exacte tijd is niet echt duidelijk en wordt ook niet vermeld in het boek. De vertelde tijd kan ik niet nauwkeurig omschrijven. Het wordt ook niet vermeld in het boek. Ik denk persoonlijk dat het verhaal over een tijdsperiode van enkele maanden loopt. De verteltijd bedraagt 193 pagina’s, maar eigenlijk zijn het er 189, want het verhaal begint op pagina 5. De leestijd hangt natuurlijk van persoon tot persoon af, maar voor mij (en ik denk ook wel voor de meeste anderen) was dat twee uurtjes gezellig lezen. Het verhaal is chronologisch geschreven. Er wordt niet teruggegaan en ook niet vooruitgegrepen in de tijd. We kunnen dus zeggen dat fabel en sujet gelijklopen. We kunnen ook niet echt spreken van flashbacks in het verhaal, hoewel Leny toch een visioen krijgt dat zich afspeelt tijdens WOII. Dit visioen kreeg ze door het aanraken van het gouden tientje dat Esther had gevonden. Er zijn zowel vertragingen als versnellingen op te merken in het verhaal. De scène waarin dhr. Wiegman vermist is, is sterk vertraagd. Hiervoor gebruikt de auteur meerdere pagina’s (p.108 tem p.115). Dit is een spanningselement in het verhaal. Leny ziet hier in een visioen (via een foto) enkele beelden die misschien wel kunnen helpen om Esthers vader te vinden… Er zitten verschillende versnellingen in het verhaal. Het wordt dan ook letterlijk door de auteur erbij geschreven: p.25 – twee dagen later; p.177 – drie dagen later; p.37 een kwartier later; p.14 de volgende morgen… Naast het letterlijk neerschrijven, gebeurt het ook dat er een tijdsversnelling is bij twee alinea’s. «Toen haar moeder de kamer uit was liep Leny naar het raam. Ze voelde zich opgelucht, maar tegelijkertijd nog steeds verdrietig om Esther. Ze staarde naar buiten zonder iets werkelijk te zien. Totdat om de uitbottende kastanjeboom links van de oprit een roze straling zichtbaar werd. ‘Ik heb het opgezocht.’ Meneer Mulder zat naast Leny op haar kamer en bladerde in een deel van de encyclopedie. (p.71)»
- 13 -
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
3.4 Ruimte Het verhaal speelt zich af in Nederland, dit is afgeleid uit de studie van Leny. Ze zit in de brugklas. Als je naar de achternamen van leraren en leerlingen kijkt, merk je ook wel dat we te maken hebben met Nederlanders. De eigenlijke stad / gemeente in Nederland waar het verhaal zich afspeelt wordt niet vermeld in het boek. Leny woont op een boerderij buiten de stad. Esther, dhr. Galenkamp en dhr. Bijlevelt wonen in de stad. De school is ook gevestigd in de stad. Als we dieper ingaan op de ruimte, speelt het verhaal zich af op verschillende plaatsen: de school, de boerderij, de Koetenplas, bij Esther thuis, bij dhr. Galenkamp thuis, bij dhr. Bijlevelt in de praktijk, op straat, …
3.5 Perspectief In dit verhaal is er sprake van een personale vertelsituatie. Het verhaal wordt vooral gezien door de ogen van Leny, het hoofdpersonage. Het wordt ook vooral in de hij / zij – vorm geschreven. «’Ha Leny. Kwam je van boven? Ik dacht dat je bij Esther was.’ ‘Ben ik geweest,’ zei ze opgewekt. ‘En toen ben ik naar m’n kamer gegaan.’ (p.38)»
Ook worden vaak Leny’s gedachten weergegeven in het boek. «Ze dacht aan meneer Altena. Zou hem werkelijk iets aan zijn maag mankeren? Raar, eigenlijk, dat ze dat zomaar dacht. Net als met Bertha 12. (p.43)»
In haar gedachten kan ze ook praten met haar ‘beschermgeest’ Stella. «Leny bleef doodstil liggen. Wat was er met haar aan de hand? Hoorde ze weer diezelfde vrouwenstem van zoëven? ‘Ja, dat hoor je goed,’ klonk het in haar hoofd. ‘Ik ben naar jou toegekomen om op jou te letten, jou te beschermen en ook vragen te beantwoorden.’ Het duizelde Leny, maar toch was ze geen ogenblik bang. (p.154)»
De gedachten van Leny worden vooral in indirecte rede weergegeven. De gesprekken met Stella verlopen in directe rede. Het is vooral een enkelvoudige personale vertelsituatie, maar heel af en toe verspringt de verteller van Leny naar een ander personage in het boek, dan hebben we te maken met een meervoudige personale vertelsituatie.
- 14 -
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
4. Werkvormen 4.1 Praten naar aanleiding van boeken Voor de lectuur kan je met de leerlingen een klassengesprek voeren over paranormale gaven. De volgende vragen kunnen daarbij aan bod komen: -
Geloven jullie in paranormale gaven? Waarom wel/niet?
-
Hebben jullie al wel eens iets meegemaakt dat je niet kon verklaren?
-
Kennen jullie mensen met paranormale gaven?
-
Zijn jullie ooit al naar een waarzegger geweest?
-
…
Nadat ze het boek gelezen hebben, kunnen de leerlingen ook een presentatie geven over paranormale geneeswijzen. De leerlingen zoeken extra informatie op over een bepaalde geneeswijze en leggen aan hun klasgenoten uit hoe dat juist in zijn werk gaat. Ze kunnen dit ook in kleine groepjes doen. Let er wel op dat elk groepje iets verschillend heeft.
4.2 Schrijven naar aanleiding van boeken Tijdens de lectuur kan je de leerlingen een vervolg laten schrijven. Je leest dus tot een bepaalde bladzijde en daarna bedenken de leerlingen een spannend einde. Na de lectuur kunnen de leerlingen een brief schrijven naar Leny. Daarin kunnen ze haar bijvoorbeeld wat meer vragen over haar ervaringen. Ze kunnen natuurlijk ook naar haar familie of vrienden schrijven.
4.3 Spelen met boeken De leerlingen spelen een scène uit het boek na. Ze kunnen een fragment uit het boek kiezen en dat gewoon naspelen zoals het in het boek staat. Ze kunnen er echter ook een mimespel van maken waarbij ze de emoties van de personages extra benadrukken zonder woorden te gebruiken. Hun gebaren en uitdrukkingen zijn dus van groot belang. Je kunt de leerlingen ook zelf een nieuwe scène laten maken. Ze kunnen bijvoorbeeld nog een van Leny’s dromen uitwerken en nadien spelen voor de klas.
- 15 -
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
5. Vakoverschrijdende eindtermen 5.1 Leren leren 7. De lln kunnen informatiebronnen adequaat raadplegen. In het boek gaan zowel Leny’s vader als Leny zelf op zoek naar de betekenis van bepaalde woorden in een encyclopedie. Ook onze leerlingen zullen een encyclopedie of andere informatieve bronnen goed kunnen gebruiken om hun spreekoefening over paranormale geneeswijzen voor te bereiden.
5.2 Sociale vaardigheden 2. De lln kunnen respect en waardering voor anderen opbrengen: de eigenheid van medeleerlingen accepteren en waarderen. Leny mag van haar vader tegen niemand iets vertellen over haar gaven. Hij heeft namelijk schrik voor de reactie van anderen. Dat kan ook aan bod komen in het klassengesprek voor de lectuur. Je kan de leerlingen bijvoorbeeld vragen hoe zij zouden reageren als iemand met paranormale gaven bij hen in de klas zat.
9. De lln kunnen zich discreet opstellen in een gezelschap en ten aanzien van vertrouwelijke informatie. Esther is erg discreet wanneer Leny haar geheim verklapt. Ze vertelt het tegen niemand, behalve tegen haar ouders die ze kan vertrouwen. Het is belangrijk dat onze leerlingen beseffen dat sommige dingen in vertrouwen gezegd worden. Die dingen moet je dan ook niet tegen anderen doorvertellen.
5.3 Opvoeden tot burgerzin 8. De lln weten waar ze terecht kunnen bij problemen in hun eigen leefkring. Leny zit met zichzelf in de knoop. Pas wanneer ze praat met mijnheer Geldermans, kan ze de dingen beter begrijpen. Ze weet nu dat ze bij hem terecht kan. Op de meeste scholen is er wel een vertrouwensleerkracht of een andere persoon waarbij leerlingen terecht kunnen. Dat horen ze te weten van in het begin.
10. De lln kunnen een kritische houding aannemen ten aanzien van allerlei vormen van berichtgeving. Op het einde van het boek leert Leny dat journalisten vaak dingen uitvergroten of vervormen. Niet alles wat in de krant komt, is de volledige waarheid. Na de lectuur kan je de leerlingen vragen wat zij daarvan denken. Wat had de journalist wel of niet mogen schrijven?
- 16 -
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
6. De auteur 6.1 Biografie Evert Anthonie Hartman werd in Dedemsvaart, Nederland geboren op 12 juli 1937. Op tienjarige leeftijd verhuisde hij naar Kampen. Nadat hij zijn diploma op de middelbare school behaald had, ging hij in militaire dienst. Vanaf 1958 volgde hij sociale geografie aan de Rijksuniversiteit van Utrecht. Terwijl hij nog studeerde ging hij als leraar aardrijkskunde aan de slag in Hoogeveen. Dat deed hij tot 1992. Ondertussen begon hij ook boeken te schrijven. Zijn eerste boek, ‘Signalen in de nacht’ kwam uit in 1973. In 1979 schreef hij ook zijn eerste jeugdboek: ‘Oorlog zonder vrienden’. Hij kreeg hiervoor de Europese jeugdboekenprijs voor het meest actuele jeugdboek. Daarnaast werd Hartman vier keer bekroond met de Prijs van de Nederlandse Kinderjury. Evert Hartman stierf in Hoogeveen op 7 april 1994. Hij was getrouwd en had twee zoons.
6.2 Bibliografie en literaire prijzen •
1973 - Signalen in de nacht
•
1975 - Machinist op dood spoor
•
1977 - De laatste stuw
•
1979 - Oorlog zonder vrienden - Europese jeugdboekenprijs voor actuele literatuur, Padua 1980
•
1980 - Vechten voor overmorgen
•
1982 - Het onzichtbare licht
•
1984 - Gegijzeld
•
1986 - Buitenspel
•
1987 - Morgen ben ik beter - Bekroond met de prijs van de Nederlandse Kinderjury 1988
•
1988 - Het bedreigde land - Getipt door de Nederlandse Kinderjury 1989
•
1989 - De droom in de woestijn - Getipt door de Nederlandse Kinderjury 1990
•
1991 - Niemand houdt mij tegen - Bekroond met de prijs van de Nederlandse Kinderjury 1992
•
1993 - De voorspelling - Bekroond met de prijs van de Nederlandse Kinderjury 1994
•
1994 - De vloek van Polyfemos - Bekroond met de prijs van de Nederlandse Kinderjury 1995
- 17 -
Boekbespreking – Evert Hartman, ‘Het onzichtbare licht’
Aerts K., Sterckx M.
7. Bronvermelding •
http://nl.wikipedia.org/wiki/Evert_Hartman
•
http://www.kjoek.nl/schrijvers.php?schrijversid=2dd5cce2bfea8d938aa&sorteren=e-h
•
www.boekenzoeker.org
•
http://www.ond.vlaanderen.be/dvo/publicaties/doelenvoorheeldeschool/doelenvoorhe eldeschool.htm
•
http://www.sgkso-vlar.be/html/pedagogisch/voeten.php
•
Hartman E.,Het onzichtbare licht, 1994, Uitgeverij Lemniscaat, Rotterdam
•
Dhr. Uyttendaele J., cursus Vakdidactiek 1e jaar (deel 2), p. 51-54
•
VAN COILLIE J., Leesbeesten en boekenfeesten, 2004, Davidsfonds / Infodok, p. 316-325
- 18 -