Floron
Nieuws
Limburgse orchideeën: wat is er over? Karl Eichhorn en Bart Vreeken
April 2005 FloronNieuws wordt verspreid onder de actieve waarnemers van Floron en verschijnt twee keer per jaar
In dit nummer o.a.:
3 4 5 6 8 11 12 16
Bedreigde soorten project 2004 – enkele resultaten Bedreigde soorten project 2005 Aandacht voor Drijvende waterweegbree Muurplanten in Amsterdam
Naar een landelijke atlas Proef met nieuw meetnet
Orchideeën staan bij velen in de belangstelling. Veel van deze soorten komen in Nederland (bijna) alleen in de ZuidLimburgse kalkgraslanden en hellingbossen voor. In het Natuurhistorisch Maandblad van het Natuurhistorisch Genootschap Limburg verschijnen met enige regelmaat artikelen over bijzondere terreinen en nieuwe groeiplaatsen. Ook terreinbeheerders houden de belangrijkste groeiplaatsen goed in de gaten. Toch valt het niet mee om een goed overzicht te krijgen over het totale actuele voorkomen van de verschillende soorten. De bestaande kennis is verspreid over een groot aantal personen, en is niet actueel. In 2004 hebben wij alle gegevens van een aantal belangrijke soorten op een rijtje gezet. Groeiplaatsen waarvan geen recente gegevens beschikbaar waren zijn opnieuw bezocht. Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV. Gegevens: alle beetjes helpen Bij het verzamelen van gegevens is de hulp ingeroepen van een groot aantal instanties. Niet alleen terreinbeheerders, maar ook de Provincie Limburg, het Natuurhistorisch Genootschap, lokale deskundigen, orchideeënkenners en vrijwilligers van FLORON hebben een steentje bijgedragen.
Overzicht FLORON-districten
biotoop
recent aanw. 15
waarvan nieuw 4
trend
G,Z,B
FlorBase 25
Geelgroene wespenorchis
Z
2
1
-
-
Groene nachtorchis
G
4
1
-
-
Grote muggenorchis
G
18
22
9
+
Herfstschroeforchis
G
1
1
-
0
Z, B
32
19
3
-
Poppenorchis
G
5
1
-
-
Purperorchis
G,Z,B
25
18
2
-
G, Z
20
15
4
-
G, Z, B
16
8
-
-
B
13
5
2
-
Bergnachtorchis
Mannetjesorchis
Redactie: Bart Vreeken Stichting FLORON Postbus 9514 2300 RA Leiden tel 071-5273533
[email protected] www.Floron.nl
A. Masclef
Purperorchis
Programma weekenden
Programma dagexcursies
Een vergelijking met FlorBase In de onderstaande tabel wordt het recente voorkomen van de orchideeënsoorten vergeleken met het aantal kilometerhokken in Zuid-Limburg dat bekend was in de landelijke floradatabank FlorBase. Deze gegevens zijn verzameld tussen 1975 en 2003. Dat is een vrij lange periode. Het is aannemelijk dat een deel van de waarnemingen betrekking had op incidentele vondsten. Anderzijds was FlorBase niet in alle gevallen volledig. De kmhokken in de kolom ‘nieuw’ hebben dus niet altijd betrekking op echt nieuwe populaties.
Soldaatje Vliegenorchis Vogelnestje
-
Aantallen kilometerhokken in Zuid-Limburg waarin de onderzochte soorten zijn aangetroffen. “biotoop”: G = graslandvegetaties, Z = zoomvegetaties, B = bosvegetaties; "FlorBase" = bekend in FlorBase. “recent aanw” = gevonden 2000 of later; "nieuw" = nieuw kilometerhok voor FlorBasse.
floron-onderzoek (Kalk)graslanden Opvallend is de toename van Grote muggenorchis. Deze soort is goed in staat om zich op nieuwe plaatsen te vestigen zoals in de Groeve ’t Rooth. Ook Bijenorchis, Bergnachtorchis en Soldaatje hebben zich in de afgelopen jaren op enkele nieuwe plaatsen kunnen vestigen, vooral rond Heerlen. De overige soorten van kalkgraslanden en heischrale graslanden komen tegenwoordig op veel minder plaatsen voor dan vroeger, maar de belangrijkste achteruitgang heeft plaatsgevonden voordat deze terreinen door natuurbeschermingorganisaties in beheer zijn genomen. De laatste jaren blijft het aantal groeiplaatsen op de graslanden min of meer stabiel. Dat geldt niet voor Geelgroene wespenorchis: deze zoomplant staat op het punt uit te sterven in Nederland.
Vogelnestje
Vermeulen
Dicht bos of open bos Heel wat moeilijker te beheren dan de graslanden zijn de hellingbossen. Hier doet zich dan ook het grootste knelpunt voor. Zeker is dat veel hellingbossen vroeger een meer open karakter hadden dan tegenwoordig. Dat had verschillende oorzaken. In veel hellingbossen vond hakhoutbeheer of middenbosbeheer plaats. Bij hakhoutbeheer wordt het hele bos met een cyclus van ongeveer 10 jaar gekapt tot op de stobbe. Bij middenbosbeheer blijven er verspreid enkele grote bomen staan. Het hakhoutbeheer was na 1950 niet meer lonend. Het gevolg was dat de bossen
2
steeds dichter en donkerder werden. Op sommige plaatsen die we nu kennen als bos was rond 1930 eerder sprake van een struweel-achtige vegetatie (mededeling F. van Westreenen, Staatsbosbeheer). Het struweel was vermoedelijk ontstaan uit kalkgrasland, nadat de begrazing was verminderd of gestopt. Goede gegevens hierover zijn niet beschikbaar. Zeker is dat er later op verschillende plaatsen bomen in het nog aanwezige struweel zijn geplant, om tot een productief bos te komen. Daarbij gingen de laatste open plekken verloren. Nieuwe belangstelling voor hakhoutbeheer De meeste orchideeënsoorten, en ook veel andere bos- en zoomplanten, hebben open plekken nodig om tot voortplanting te komen Het is daarbij onzeker of het om de bloei gaat of om andere fasen van de reproductie gaat, zoals bestuiving en de vestiging van zaailingen. Al rond 1975 had men het idee dat het hakhoutbeheer weer opgepakt moest worden. Een probleem is echter dat deze beheervorm tegenwoordig erg duur is. Daar komt nog bij dat het op het eerste gezicht niet altijd een succes lijkt. Ruigtekruiden en lianen zoals Bosrank kunnen zich sterk uit gaan breiden. De toegenomen stikstofdepositie speelt daarbij wellicht een rol. Pas later bleek dat het hakhoutbeheer in een aantal gevallen toch succesvol was. Ook onder de ruigte van bramen en Bosrank bleken toch orchideeën aanwezig te zijn. Hakhoutbeheer en ‘ natuurlijk bos’. Bij de keuze van de beheervorm spelen verschillende overwegingen een rol. In veel gevallen wordt gekozen voor natuurlijk bosbeheer. Daarbij worden geen grote delen van het bos ineens gekapt. In het algemeen beperkt het hakhoutbeheer en het middenbosbeheer zich tot de meest kansrijke plekken, bijvoorbeeld plaatsen waar mergel aan de oppervlakte komt. Soms wordt ervoor gekozen om alleen de randen open te kappen, omdat het hout hier makkelijker worden afgevoerd. De kosten zijn dan lager. Natuurmonumenten voert al sinds 1976 duurzaam hakhoutbeheer uit in enkele bossen bij Valkenburg, zoals het Oombos, het Schaelsbergerbos en het Biebos. In totaal gaat het om ca. 20 hectare. Een flink aantal bos- en zoomplanten heeft zich hier hersteld en uitgebreid. Deze bossen behoren tot de meest soortenrijke bossen van Nederland. Ook bij Staatsbosbeheer zijn enkele succesvolle locaties. Op plaatsen waar geen hakhoutbeheer of
middenbosbeheer wordt toegepast zijn in de afgelopen decennia veel groei-
plaatsen van soorten als Vliegenorchis, Bleekbosvogeltje en Vogelnestje verdwenen. ‘Natuurlijk bosbeheer’ is voor orchideeën vaak niet de gunstigste beheervorm! Overigens is in de
Mannetjesorchis
C.A.J.Kreutz
Zuid-Limburgse bossen de menselijke invloed altijd zo groot geweest dat het moeilijk is om een beeld te krijgen van echt ‘natuurlijk bos‘. Waarschijnlijk komen orchideeën extensief beheerd bos in lagere dichtheden voor dan in de Zuid-Limburgse hellingbossen zoals we die kennen uit de eerste helft van de 20e eeuw. Laten we hopen dat de orchideeën zich in Zuid-Limburg ook buiten de graslanden zullen handhaven. Het verzamelen van gedetailleerde verspreidingsgegevens is een belangrijke voorwaarde voor het uitvoeren van gerichte beheersmaatregelen die kunnen leiden tot herstel van de overgebleven populaties. De meeste soorten zul je in het wild niet snel tegenkomen. Ze zijn wel in een min of meer natuurlijke omgeving te zien in de Orchideeëntuin van Staatsbosbeheer in het Gerendal bij Schin op Geul. Een bezoek aan deze tuin is aan te bevelen. De orchideeëntuin is open in de maanden mei en juni, van 10 u. – 17 u.
FloronNieuws – April 2005
bedreigde soortenproject 2004
Ruige anjer in Zeeland anno 2004
Bekend in FlorBase
Km hok 34
Was foute melding
5
Niet teruggevonden
13
Vermoedelijk verdwenen
1
Teruggevonden
15
Recent aanwezig
15
Ruige anjer in Zeeland 2004
Wim van Wijngaarden In 2004 is in het kader van het Bedreigde Soorten Project (BSP) in Zeeland speciale aandacht besteed aan de Ruige anjer (Dianthus armeria). Uitgangspunt was een lijst van alle hokken met waarnemingen in FlorBase. De soort is ook een speciale aandachtsoort in het dijkenmeetnet van de Provincie Zeeland; zodoende zijn veel van de recente vindplaatsen daarin opgenomen en zijn er ook waarnemingen van meerdere jaren achtereen. Voor oudere waarnemingen zijn in het archief van de floristische inventarisatie van de Provincie Zeeland (1976-1987) veldkaartjes en veldformulieren geraadpleegd en andere bronnen.
Ruige anjer
de grootste populatie in 2004 (tevens grootste van Zeeland) is te vinden op de Ruighendijk met meer dan 400 bloeistengels. Tholen heeft nog populaties,
E, Hallier
Nieuw voor FlorBase zijn twee groeiplaatsen op het schietterrein bij de Harskamp. Het is weer een nieuw voorbeeld van botanische bijzonderheden op terreinen van Defensie. Hiervan is lang niet alles landelijk bekend. Overigens is ten minste één van deze groeiplaatsen al langere tijd aanwezig.
de belangrijkste is op de Kettingdijk met meer dan 300 bloeistengels. Op Schouwen-Duiveland is de soort alleen bekend van dijken bij Dijkwater. Op de grootste groeiplaats werden 185 bloeistengels geteld. Zeeuws-Vlaanderen kent nog maar één groeiplaats: de Fortdijk bij Koewacht, met in 2004 120 bloeistengels. In de Grevelingen heeft de soort eind jaren tachtig op met name de Veermansplaat een korte periode van opbloei gekend. In 1987 was de soort over 3 hokken verspreid in open grazige vegetatie tussen Kruipwilg. De laatste waarneming is een enkel exemplaar in 1999; sindsdien is hij daar niet meer gezien Na het 'rampjaar' 1994, toen in de Zak van Zuid-Beveland ondanks gerichte zoekacties geen enkele Ruige anjer werd gevonden, is er dus sprake van enig herstel. Er zijn echter maar weinig grotere populaties, vaak betreft het een enkel exemplaar. Ook kunnen de aantallen in verschillende jaren enorm fluctueren.
FlorBase vermeldt 34 hokken in Zeeland. 5 daarvan bleken te herleiden tot fouten, zodat 29 resteren. Bijna alle hokken zijn in 2004 gericht bezocht, zoveel mogelijk met oude veldkaartjes erbij. In 13 hokken kon de soort niet worden teruggevonden. Eén hok is niet bezocht maar de soort is daar sinds 1994 niet meer gezien. In totaal zijn dit 14 'nul-waarnemingen': hokken waar de soort met vrij grote zekerheid is verdwenen. Resteren dus nog 15 hokken waar de soort anno 2004 nog voorkomt. In 6 daarvan was het aantal waargenomen exemplaren minder dan 20 (in enkele zelfs 1 of 2), en ook in de overige is de totale omvang van de groeiplaats vaak slechts enkele m2.
Kleine wolfsklauw op de Veluwe
De meeste locaties liggen net als in het verleden in de Zak van Zuid-Beveland:
wijk is nog steeds een grote groeiplaats.
FloronNieuws – April 2005
De omvang wordt geschat op ruim 20 m 2.
Kleine wolfsklauw (Diphasiastrum tristachyum) is een zeldzame soort van schrale zandgronden. Van de 17 bekende kmhokken (FlorBase 2K) liggen er 13 op de Veluwe. De gegevens zijn in 2004 zoveel mogelijk geactualiseerd. Op enkele belangrijke groeiplaatsen is Kleine wolfsklauw nog steeds aanwezig. Een groeiplaats op de heide bij Nunspeet wordt al beschreven in Wilde Planten deel 3 (p. 73). Men vermoedt dat de soort hier al voorkomt vanaf 1920! Ook bij Koot-
Kleine wolfsklauw op schietterrein De Harskamp Nico Bos
In verschillende terreinen op de Veluwe is Kleine wolfklauw al geruime tijd niet meer waargenomen. Aangenomen mag worden dat de soort verdwenen is uit de Gerritsfles, de Hoge Veluwe, de Veluwezoom en de Loenermark. Het is niet duidelijk hoe het komt dat de soort hier verdwenen is. In drie gevallen is het (nog) niet duidelijk of de soort nog op de bekende groeiplaats aanwezig is. Het betreft onder andere een groeiplaats langs de A1 bij Kootwijk. Kleine wolfsklauw is hier ooit gevonden in gezelschap van maar liefst drie andere wolfsklauw-soorten: Dennenwolfsklauw, Stekende wolfsklauw en Grote wolfsklauw. Van twee kilometerhokken bleken de gegevens terug te voeren op een foute vermelding. In beide gevallen betreft het een groeiplaats in het aangrenzende kmhok.
Bron: Floronia (D 9 & 22) 2004-2 Kleine wolfsklauw op de Veluwe 2004 Bekend in FlorBase
Kmhok 13
Was foute melding
2
Verdwenen
5
Niet bevestigd, mogelijk nog aanwezig Bevestigd
3
Nieuwe melding
2
Recent aanwezig
5à8
3
3
bedreigde soortenproject 2005
Een nieuw seizoen BSP Wout van der Slikke We hebben er alweer twee seizoenen van het Bedreigde Soorten Project op zitten. Deze opvolger van het Landelijk Meetnet Flora-Aandachtsoorten levert boeiende resultaten op, zoals al bleek in Vroege Vogels-uitzendingen, op de Variadag en in het vorige nummer van FloronNieuws. Elders in dit nummer wordt ook weer aandacht besteed aan resultaten op regionale en landelijke schaal. Zo blijkt de waarde van het BSP bijvoorbeeld goed uit de naspeuringen van Ruige anjer in Zeeland. Voor soorten met een relatief groot aantal vindplaatsen is het niet eenvoudig de
4
gegevens actueel en compleet op een rij te krijgen. Soorten als Spaanse ruiter, Parnassia en Moeraswespenorchis zijn daarom binnen het BSP over meerdere jaren verdeeld. Bovendien nemen we voor sommige daarvan genoegen met een flinke steekproef, zodat niet alle locaties uit het verleden hoeven te worden bezocht.
tie-opbouw kunnen worden genoteerd. Ook het niet-terugvinden van de soort registreren we binnen het BSP. We verzoeken alle deelnemers met klem het nieuwe formulier te gebruiken bij het vastleggen van positieve of negatieve waarnemingen van BSP-soorten.
Een overzicht van de BSP-soorten in 2005 treft u hieronder aan. Ook van de soorten uit het afgelopen jaar is er nog een aantal te actualiseren vindplaatsen overgebleven. Welke soorten en vindplaatsen bij u in de buurt nog nagelopen moeten worden is bekend bij uw districtscoördinator. Neem met hem of haar contact op als u aan dit project wilt deelnemen. Voor het BSP is een nieuw formulier ontworpen waarop de detailgegevens van vindplaats en popula-
Wetenschappelijke naam
Nederlandse naam
Carex ericetorum Cucubalus baccifer Holosteum umbellatum Huperzia selago Hypericum canadense Hypericum montanum
Heidezegge Besanjelier Heelbeen Dennenwolfsklauw Canadees hertshooi Berghertshooi
RL categorie BE BE BE EB EB EB
Aantal kmhokken 8 24 54 5 12 7 5 2 51 25 13 19 40 3 1 24 79 7 17 15 2 1
Isoetes echinospora Isoetes lacustris Legousia speculum-veneris Listera cordata Ludwigia palustris Mentha pulegium Monotropa hypopitys Orobanche lutea Polygonatum verticillatum Ranunculus arvensis Scabiosa columbaria Scandix pecten-veneris Scorzonera humilis Stachys officinalis Teucrium botrys Teucrium chamaedrys subsp. germanicum Teucrium montanum Thesium humifusum Torilis arvensis Tuberaria guttata
Kleine biesvaren Grote biesvaren Groot spiegelklokje Kleine keverorchis Waterlepeltje Polei Stofzaad Rode bremraap Kranssalomonszegel Akkerboterbloem Duifkruid Naaldenkervel Kleine schorseneer Betonie Trosgamander
BE EB EB GE EB EB BE BE BE EB BE EB BE BE EB
Echte gamander Berggamander Liggend bergvlas Akkerdoornzaad Gevlekt zonneroosje
EB EB EB BE EB
2 3 8 5
Steekproefsoorten, hoeven niet compleet! Epipactis palustris Parnassia palustris
Moeraswespenorchis Parnassia
KW KW
379 219
Liparis loeselii Luronium natans
Groenknolorchis Drijvende waterweegbree
BE KW
Kleine Schorseneer
E.Hallier
De plannen voor een uitgave met enkele resultaten van het BSP zijn helaas vertraagd omdat de subsidie-aanvraag hiervoor niet is gehonoreerd. We denken dat een dergelijk boekje niet alleen u als waarnemer, maar ook beheerders en overheden zal aanspreken en proberen daarom alsnog een uitgave mogelijk te maken.
Het nieuwe formulier voor waarnemingen van (zie pagina 7). tenBSP-soorten dele professioneel FloronNieuws – April 2005
bedreigde soortenproject 2005
Extra aandacht voor Drijvende waterweegbree Arnout-Jan Rossenaar Er komt in Nederland maar een beperkt aantal plantensoorten voor die internationaal zo belangrijk zijn dat ze op de lijst van Europees beschermde soorten, de Habitatrichtlijn zijn geplaatst. Dat zijn Groenknolorchis, Kruipend moerasscherm en Drijvende waterweegbree. Voor deze soorten heeft de Nederlandse overheid afgesproken zich extra in te spannen om te voorkomen dat ze verder achteruit gaan of zelfs verdwijnen. Het ministerie van LNV heeft aan FLORON gevraagd om in 2005 extra aandacht te besteden aan het voorkomen van Drijvende waterweegbree. Internationale betekenis Drijvende waterweegbree komt alleen in Europa voor. Het areaal strekt zich uit van Groot-Brittannië tot in Polen en van noord-Spanje tot in Scandinavië. Een belangrijk deel van de verspreiding ligt in Nederland en Vlaanderen. Bijna overal gaat de soort achteruit. Voorkomen in Nederland Drijvende waterweegbree is in enkele delen van het land relatief algemeen. De soort is sinds 1975 uit ongeveer 450 kmhokken bekend. Een belangrijk bolwerk ligt in Noord-Brabant, maar ook in de andere provincies langs de oost- en de zuidgrens komt de soort voor. Van de Waddeneilanden is de soort recent alleen bekend van Terschelling.
Twee groeivormen Bloeiende planten zijn gemakkelijk te herkennen aan de drietallige twee centimeter grote bloemen met witte kroonbladen met een geel hart. Meestal zijn dan ook de karakteristieke ovale drijfbladeren aanwezig, met een 1-2,5 cm lange bladschijf. Behalve de drijvende bladeren kan de plant ook langwerpige onderwaterbladeren vormen. Deze groeien in een wortelrozet en hebben een brede witvliezige bladschede. Ze zijn langwerpig tot maximaal 50 à 60 cm lang en 5-8 mm breed en met een spitse top. Daarnaast kan de plant tot één meter lange witachtig gekleurde uitlopers maken. De onderwatervorm kan verward worden met onderwatervormen van Pijlkruid, Waterweegbree-soorten en Egelskop. Het is dan het beste om later in het seizoen nog een keer terug te keren, wanneer de karakteristieke drijfbladeren zijn verschenen.
voedselrijkdom wordt verminderd en hij profiteert van de toevoer van kooldioxide.
Ecologie Het is een plant van vrij voedselarm, zwak zuur “schoon” water, veelal een mengvorm van regen- en kwelwater. Vroeger stond de soort veel in vennen. Door verzuring en het oprukken van Knolrus en veenmos ruimt de plant hier vrij snel het veld. Tegenwoordig wordt de plant vooral gevonden in al of niet gekanaliseerde beken of kanalen of in kwelsloten tussen akkers. Een belangrijk deel van de huidige populaties in Nederland ligt daardoor buiten de natuurgebieden! In het algemeen heeft de soort in voedselrijkere omgeving een voorkeur voor plaatsen met toestroom van voedselarmer grondwater of regenwater, waardoor de
Pionier In een voedselrijkere omgeving heeft Drijvende waterweegbree vaak een pionierskarakter. Hij kan zich alleen op voldoende open plaatsen vestigen. De verspreiding vindt plaats door middel van zaad, of door het wegdrijven van vegetatieve delen. Na verloop van tijd kan de Drijvende waterweegbree de concurrentie van andere soorten niet meer aan. Hierdoor hebben groeiplaatsen vaak een tijdelijk karakter.
E. Hallier
Drijvende waterweegbree. Karakteristieke vorm met drijvende bladeren
Inventariseren Drijvende waterweegbree groeit bij voorkeur in 1- 3 meter diep water, waardoor de plant zich een tijdje onder water schuil kan houden. Vanaf begin juni kunnen de eerste drijfbladeren in dieper water worden waargenomen. Bij het inventariseren is het handig om gebruik te maken van een kijker. Voor ondergedoken planten is het handig om gebruik te maken van een harkje aan een touw. Het makkelijkst gaat het inventariseren als de waterstanden (heel) laag zijn. Meedoen? Alle waarnemingen van Drijvende waterweegbree zijn welkom. Kijk voor meer informatie over het project op de website van FLORON (www.floron.nl). Ook oudere waarnemingen (periode 2000 – 2004) of nulwaarnemingen (melding dat de soort van een plek is verdwenen) zijn welkom.
Ondergedoken vorm van Drijvende waterweegbree
FloronNieuws – April 2005
Richard Lansdown
5
onderzoek muurplantenwerkgroep amsterdam
Havenstad
Varenstad
restauratie dan goed te herstellen. Een bekende groeiplaats van Steenbreekvaren op het Weteringsluisje aan de Weteringschans houdt op die manier al 50 jaar stand! Ook het zachte en vochtige weer van de afgelopen winters is voor veel soorten gunstig geweest. Missers Ondanks regelmatig overleg gaat er bij restauraties nog wel eens wat mis. In 2003 en 2004 gingen op meer dan 10 locaties groeiplaatsen van beschermde muurplanten verloren. Daarbij gaat het om soorten als Tongvaren, Steenbreekvaren, Zwartsteel, Blaasvaren en Zachte naaldvaren. En dat terwijl de soorten sinds 1991 beschermd zijn met de Flora- en Faunawet!
Muurplanten in Amsterdam staan al lange tijd in de belangstelling. Ze zijn vooral te vinden op grachtkanten en kademuren in het (voormalige) havengebied. Het voorkomen van muurplanten wordt nauwlettend gevolgd door de Werk- en Adviesgroep Muurplanten van Ton Denters. Die heeft de stad al meerdere keren integraal onderzocht, en op grond daarvan hebben we nu een goed beeld van de verspreiding van de soorten in de stad. Ook kunnen we iets zeggen over trends.
Steenbreekvaren
6
W.Fitch
Verspreiding van Steenbreekvaren Op de verspreidingskaart van Steenbreekvaren zien we een aantal belangrijke groeiplaatsen van muurplanten. Het Oostelijk Havengebied is opvallend goed vertegenwoordigd. Hier vinden we veel kademuren van basaltsteen. Het gebied is inmiddels veranderd in een woonwijk, maar de kademuren zijn op de meeste plaatsen ontzien. De dikke stip langs de bovenrand van het kaartje is de groeiplaats op het Stenen Hoofd. In de grachtengordel is de soort zeldzaam, maar we zien wel groeiplaatsen langs de Weteringschans, op de sluizen in de Amstel en in Oud-West. Trends De meeste soorten laten over de periode vanaf 1989 een duidelijke positieve trend zien. De toename van het aantal exemplaren Zwartsteel en Schubvaren is zelfs spectaculair te noemen. De toename van het aantal varens komt voor een belangrijk deel voor rekening van een aantal succesplekken. Verschillende belangrijke groeiplaatsen worden bij het beheer van de kades ontzien. Alle Schubvarens staan op de kade van het eerdergenoemde Stenen Hoofd ten noordwesten van het Centraal Station. Op een aantal andere plaatsen zijn bij het uitvoeren van restauraties de muurplanten zoveel mogelijk ontzien. Vaak weten de varens zich enige tijd na de
‘89
‘97
‘04
Steenbreekvaren
703
1750
3148
Tongvaren
319
366
1258
Zwartsteel
7
140
173
Groensteel
-
-
1
Schubvaren
3
40
151
Blaasvaren
2
20
30
Gebogen driehoeks-varen
12
2
2
IJzervaren
-
1
2
Stijve naaldvaren
-
2
2
Steeds minder geschikte plekken Een tweede soort bedreiging voor de muurplanten is meer structureel van aard. Anders dan vroeger bestaan de moderne grachtkanten grotendeels uit beton, met een enkele laag baksteen. Voor muurplanten is dit ongeschikt. Het potentiële areaal voor muurplanten in Amsterdam wordt zo steeds kleiner. Eigenlijk zien we hier dezelfde trend als we lang geleden in het landelijk gebied hebben gezien. In de reservaten gaat het redelijk of goed, en daar buiten wordt het steeds saaier. Werk- en adviesgroep muurplanten Noord-Holland. Verslag muurplantenonderzoek Amsterdam 2004. Ton Denters, tel. 020-4191858
FloronNieuws – April 2005
kort flora-nieuws Verstekeling
nieuwe formulieren
plaar in Twente werd pas in 1981 gevonden. Steenkruidkers staat bekend als een stadsbewoner, en ook in Twente werd de soort eerst alleen in de steden gevonden. In de tweede helft van de 90-er jaren begon een sterke uitbreiding langs gepekelde wegen. Inmiddels is de soort in Twente bekend uit ongeveer 100 kmhokken buiten het stedelijk gebied. Ook in andere delen van Nederland is Steenkruidkers al langs snelwegen waargenomen. Let er eens op!
Onmogelijke flora
J.H. Marquart-Huysman
Tijmbremraap (Orobanche alba)
Het gebeurt wel vaker dat er verstekelingen meekomen met plantjes uit het tuincentrum, maar zelden is het resultaat zo spectaculair als in de bloembak van René Marquart. Tussen de tijm (Thymus spec.) verschenen maar liefst 30 bloeistengels van een onbekende Bremraap-soort. Het bleek Tijmbremraap (Orobanche alba) te zijn, een soort die uit Nederland niet bekend is, maar die wel in de ons omringende landen voorkomt (o.a. Frankrijk, Engeland, een groot deel van Duitsland). Het is niet de eerste keer dat een bremraapsoort meekomt met plantgoed. Bekend is het verschijnen van Klimopbremraap in enkele stedelijke gebieden. Vrijwel zeker is die dan meegekomen met aangeplante Klimop.
Steenkruidkers nu ook langs snelwegen Pieter Stolwijk
Verspreiding Steenkruidkers in Twente
Steenkruidkers (Lepidium ruderale) is nog steeds bezig aan een opmars, zo blijkt uit onderzoek in Twente. Het eerste exem-
FloronNieuws – April 2005
Detailformulier en BSPformulier Met de komst van de GPS is het makkelijker geworden om vindplaatsen van bijzondere soorten in detail vast te leggen. Deze gegevens zijn voor FLORON van groot belang. Op het oude Rode Lijst-formulier kon maar één vindplaats worden vastgelegd. In soortenrijke gebieden levert dat een flinke stapel papier op, en daar zit niemand op te wachten. Om die reden is er een nieuw formulier gemaakt, waarop 20 vindplaatsen van bijzondere soorten binnen één kmhok kunnen worden vastgelegd. Het nieuwe formulier vervangt het oude RodeLijstformulier, het LMF-formulier en het GPS-formulier. We verzoeken alle waarnemers om deze formulieren niet meer te gebruiken! Een handleiding voor het gebruik van het formulier vind u op www.floron.nl.
Babe
Armbloemige waterbies Draadgentiaan terug in Groningen Draadgentiaan (Cicendia filiformis) is één van de soorten die in Nederland zeer sterk achteruit gegaan zijn, maar die nu door natuurbouwprojecten bezig zijn aan een bescheiden come-back. Het is een soort van pioniervegetaties op vochtige plekken op onverharde wegen, plagplekken, ijsbaantjes etc. Vegetatiekundigen spreken dan van het ‘dwergbiezen-verbond’. Afgelopen zomer vond Hans Ingberg de soort terug op de Tichelberg ten zuidwesten van Onstwedde. De soort was minstens 50 jaar afwezig geweest in de provincie Groningen. Op de Tichelberg is vroeger keileem afgegraven voor een steenfabriek. Later zijn de kuilen dichtgegooid om het gebied voor de landbouw te kunnen gebruiken. Vanaf 1980 is Staatsbosbeheer begonnen met het verwijderen van de opgebrachte grond. Op de vindplaats van Draadgentiaan is dat gebeurd in 1992. Hans Ingberg: Draadgentiaan op de Tichelberg. FLORONdistrict 1-2 Nieuwsbrief nr. 12
Detailformulier
Voor het Bedreigde Soorten Project is behoefte aan nog meer informatie over de groeiplaatsen. Voor dit project is daarom een apart formulier gemaakt, zie pagina 4. U kunt hierop ook aangeven dat de soort uit een kmhok verdwenen is (‘nulwaarnemingen’). De nieuwe formulieren en de bijbehorende instructies zijn te verkrijgen via de DC of het Landelijk Bureau, of te downloaden van www.floron.nl onder downloads.
7
landelijke projecten
Een nieuwe FloraAtlas van Nederland Wout van der Slikke Met de afronding van het Witte Gebieden Plan (WGP) in 2004 sluiten we een periode van 15 jaar vlakdekkende totaalinventarisaties af. Het eerste veldseizoen van FLORON was namelijk in 1989. Daarnaast hebben we in deze jaren ook veel inventarisatiegegevens van andere organisaties bijeengebracht. Een groot deel daarvan is afkomstig van provincies, die veelal sinds de tweede helft van de jaren zeventig veldinventarisaties verrichten. Ook van terreinbeheerders, onderzoeksinstituten en particulieren konden floristische gegevens worden opgenomen. De landelijke floradatabank FlorBase versie 2L (1975-2003), die eind 2004 gereed kwam, bevat daarmee ca 25000 goed onderzochte kmhokken en ruim 9,5 miljoen records! Ruim tweederde van alle kmhokken is goed onderzocht. Na de eerste inventarisatieronde in de eerste helft van de 20e eeuw (1902-1949) en de daarop volgende tweede ronde (1950-1979), is hiermee een derde inventarisatieronde (19802004) afgesloten. De verwerking van de gegevens van 2004 zal komend seizoen plaatsvinden. Mede door de inspanningen in het kader van het WGP is nu van vrijwel elk uurhok (5x5 km) tenminste een kwart van de kmhokken goed onderzocht en hebben we een goede indruk van de verspreiding van plantensoorten in Nederland in de laatste decennia. We willen deze verspreidingsbeelden graag in de vorm van een atlas presenteren. Het streven is daarom eind 2006 een nieuwe flora-atlas uit te brengen, waarin de landelijke verspreiding van een flink aantal soorten getoond en besproken zal worden. Helaas is een slag om de arm hier nodig, omdat de financiering van dit project nog geregeld moet worden. We houden u op de hoogte. In Nijmegen wordt hard gewerkt aan een regionale atlas. Initiatiefnemers zijn Gerard Dirkse, Sophie Hochstenbach en Fons Reijerse. Het gebied rond Nijmegen is zeer gevarieerd, met o.a. de Gelderse Poort, het Rijk van Nijmegen en de vennen van Wijchen. Uniek is dat deze atlas ook een deel van Duitsland zal omvatten. Naar verwachting zal de atlas komend najaar verschijnen. Meer hierover in het volgende nummer.
8
Atlas: uurhokken of kmhokken? In de laatste versie van de Atlas van de Nederlandse Flora (verschenen in 19801989) zijn de gegevens weergegeven per uurhok, hoewel de meeste gegevens verzameld waren per kwartierhok/kmhok. Met de uurhokken kon gemakkelijker een landsdekkend verspreidingsbeeld worden verkregen. De gegevens van de eerste ronde (19021949) zijn weergegeven met een groen vlak en de gegevens van de tweede ronde (1950-1980) met een ster. De uurhokken vallen niet precies over elkaar, doordat er in de eerste ronde met een afwijkende hokkenindeling is gewerkt.
Verspreidingsbeeld Dubbelloof in de Atlas van de Nederlandse Flora. Uurhokken.
Voor de nieuwe atlas zijn veel meer verspreidingsgegevens beschikbaar, zodat het nu wellicht wel mogelijk is om verspreidingskaarten te maken op basis van kilometerhokken. Daarmee kan een veel nauwkeuriger kaart worden gemaakt.
Verspreidingsbeeld Dubbelloof op basis van FlorBase 2K. Kilometerhokken.
De ‘Witte Gebieden’ blijven echter een probleem. Er zal onderzocht worden of het mogelijk is om de witte gebieden op te vullen op basis van topografische gegevens en het voorkomen van soorten in de omgeving. De gegevens uit het WGP vormen hiervoor een goed uitgangspunt.
Proef met nieuw Floristisch Meetnet Wout van der Slikke Het afsluiten van de derde inventarisatieronde betekent ook de start van een nieuwe. De flora is immers aan verandering onderhevig en we willen die veranderingen graag in kaart brengen. Maar een vlakdekkende ronde op kmhok-basis is een tijdrovende klus. Dat blijkt wel uit de duur van vorige ronden. Het lijkt daarom beter met een hogere frequentie (bijvoorbeeld eens per 10 jaar) een vaste set van km-hokken opnieuw te onderzoeken. Met een representatieve steekproef en een verdeling over de jaren zijn er ook meer mogelijkheden voor tussentijdse resultaten. Uiteraard blijven ook inventarisatiegegevens van andere kmhokken welkom, vooral daar waar nog weinig gegevens van bekend zijn. De prioriteit ligt echter bij de meetnethokken. Proef in 2005 De meetnet-methode vraagt een goede selectie van kmhokken waarover we nog met een aantal deskundigen en mogelijke financiers willen spreken. We zijn bovendien benieuwd naar de ervaringen van floristen met een dergelijke aanpak. Voor 2005 hebben we daarom een eerste selectie gemaakt van kmhokken die zeer waarschijnlijk ondergebracht kunnen worden in het meetnet. Er is voor elk FLORON-district een willekeurige selectie gemaakt van kmhokken die in de afgelopen jaren tenminste éénmaal volledig zijn onderzocht en bovendien rijk zijn/waren aan RodeLijstsoorten. Op deze manier kunnen we de actuele gegevens vergelijken met de eerdere inventarisaties en over een groot aantal soorten uitspraken doen over voor- en achteruitgang. Voor de meetnethokken is het van belang dat volgens de handleiding voor het totaalproject wordt gewerkt, dus een volledige inventarisatie met doorgaans meerdere bezoeken in het jaar. Onvolledige inventarisaties, waarbij veel vroege of late soorten worden gemist of delen van het km-hok buiten beschouwing worden gelaten zijn immers minder bruikbaar bij een vergelijking van veranderingen in de loop der jaren. De selectie van km-hokken is bekend bij de DC. We hopen dat veel floristen een bijdrage willen leveren!
FloronNieuws – April 2005
vereniging onderzoek flora en fauna Nieuwe waarnemers gezocht!
naVelddagen
Met de VOFF-velddagen willen we beDe Vereniging Onderzoek Flora en langstellenden de mogelijkheid geven Fauna (VOFF) behartigt de gezamenlijkennis te maken met de projecten van ke belangen van de Particuliere GegePGO’s. Geïnteresseerden kunnen in exvensbeherende Organisaties (PGO’s). cursieverband gedurende ca. 2 uur Naast FLORON zijn dit bijvoorbeeld met een ervaren veldwerker van een SOVON (Vogels), VZZ (zoogdieren), PGO op stap en daarna desgewenst nog Vlinderstichting (vlinders en libellen) en een excursie van een andere soortgroep NMV (paddestoelen). Dit jaar organivolgen. We hopen hen op deze wijze te seert de VOFF verschillende activiteiten enthousiasmeren voor veldwerk en tedie erop gericht zijn om meer mensen (VOFF) te gelijkertijd de stap tot deelname aan betrekken bij het onderzoek naar flora projecten te verkleinen. De velddagen en fauna. zijn vooral gericht op nieuwe waarnemers, maar uiteraard kunnen ook meer Meer informatie over de VOFF op Kort flora-nieuws kust meelopen of eens ervaren waarnemers www.voff.nl. kennis maken met projecten van een andere soortgroep. Kijk voor meer informatie op www.voff.nl. Programma Voff Velddagen 17 april Westerschouwen (Ze) kort flora-nieuws kust
Wervingscampagne natuurtellers Onder het motto ’Natuur telt, tel mee!’ willen we komend seizoen meer bekendheid geven aan de waarnemingsprojecten van de PGO’s. We hopen daarmee het aantal waarnemers voor al deze soortgroepen flink uit te breiden. De wervingscampagne wordt gefinancierd door het ministerie van LNV, dat graag het waarnemersnetwerk van de natuurclubs ziet groeien. Floristen en andere waarnemers verzamelen immers veel waardevolle gegevens voor het natuurbeleid. Voor de wervingscampagne is een website opgezet (www.telmee.nl) waar belangstellenden aan de hand van enkele vragen een selectie kunnen maken van telprojecten die passen bij hun wensen en mogelijkheden. We verwachten dat natuurwaarnemers die hun waarnemingen nu nog niet vastleggen of voor zichzelf houden, op deze manier makkelijker hun weg naar de PGO’s vinden. Natuurlijk hopen we vooral veel nieuwe waarnemers te bereiken, maar wellicht kunt u zelf naast de FLORON-projecten ook aan telprojecten van andere PGO’s een bijdrage leveren. Help dus mee het aantal oren, neuzen en ogen in het veld te vergroten. Geef bekendheid aan de wervingscampagne en laat belangstellenden weten hoe leuk het is aan natuurtellingen mee te doen!
FloronNieuws – April 2005
24 april 29 mei 29 mei 5 juni 25 juni 3 juli 3 juli 10 juli 17 juli
21 aug. 28 aug. 11 sept. 25 sept. 9 okt.
Appelbergen (Gr) Buurserzand (Ov) Pietersberg (Li) Vechtplassen (Kromme Rade) (Ut) Wieden (Ov) Delleburen (Fr) Loonse en Drunense Duinen (NBr) Brunsummerheide (Li) Amsterdamse Waterleidingduinen (NH) Dwingelderveld (Dr) Kampina (NBr) Markiezaat (NBr) Meinerswijk (Ge) Noordhollands duinreservaat (NH)
2000-soortendag Op zondag 22 mei vindt de 2000soortendag plaats vanuit bezoekerscentrum ‘de Zandwaaier’ in het Nationaal Park Zuid-Kennemerland bij Overveen. De verwachting is dat op deze dag veel ervaren veldwerkers afkomen, maar zeker ook veel beginnende waarnemers en belangstellenden. Door op één dag (en voor sommige soortgroepen al de daaraan voorafgaande nacht) van zoveel mogelijk flora- en faunagroepen zoveel mogelijk gegevens te verzamelen vragen we aandacht van de media voor biodiversiteit en de lol en het nut van het veldwerk door PGO’s. Deze dag krijgt aandacht van Vroege Vogels en zal ook in diverse landelijke natuurbladen worden aangekondigd. Iedereen is van harte welkom, dus zegt het voort! Meer informatie op www.voff.nl
soortbescherming Algemene Maatregel van Bestuur (AMVB) In het vorige nummer van FloronNieuws besteedden wij aandacht aan wijzigingen in de toepassing van de Flora- en Faunawet. Bij bouwprojecten en andere ingrepen in het landschap moet een ontheffing aangevraagd worden wanneer er groeiplaatsen van beschermde soorten verloren gaan. In de meeste gevallen gaat het om groeiplaatsen van relatief algemene soorten (Zwanenbloem, Brede wespenorchis, Grote kaardebol). Door middel van een Algemene Maatregel van Bestuur is vastgelegd dat er voor deze groep van beschermde soorten automatisch ontheffing verleend wordt. In februari 2005 is deze wijziging in werking getreden. Een goed overzicht van de huidige regelgeving is te vinden in de brochure ‘Buiten aan het werk’ van het Ministerie van LNV (www.minlnv.nl). Op de website van FLORON staat een link naar deze digitale brochure (‘downloads’). De brochure is ook telefonisch te bestellen bij het ministerie: tel. 0703784062 FLORON maakt zicht ongerust over de nu in werking getreden wijzigingen. Ongelukkig is bijvoorbeeld dat er op de lijst van Algemene Beschermde Soorten ook een aantal zeldzame (of zelfs zeer zeldzame) soorten staan, zoals Slanke sleutelbloem, Akkerklokje en Breed klokje. FLORON heeft al in een vroeg stadium aangegeven dat dit een minder gelukkige keus is. Tot nu toe heeft dit er nog niet toe geleid dat de lijst is aangepast.
R. van der Meijden
Slanke sleutelbloem: onvoldoende beschermd!
9
verslag inventarisatieweekenden 2004 Tholen en omstreken, 4 t/m 6 juni Justus van den Berg Het weekend op Tholen vond plaats bij hoge temperaturen en een strakblauwe lucht. In totaal hebben 30 floristen één, twee of drie dagen deelgenomen. Het was een weekend van zon, planten en genieten. Wel misten we soms de schaduw, vooral op de schorren en slikken aan de zuidkust van Tholen. Gewapend met zonnebrand factor 50 konden we hier op zoek naar Engels gras en Groot zeegras. De schorren zijn aan de zuidkant van Tholen nog redelijk ontwikkeld, maar hebben ook last van erosie. We hebben in 9 kilometerhokken Engels gras waargenomen, 4 kmhokken meer dan bekend was in FlorBase. Veelal betrof het echter een zeer gering aantal planten.
E.de Boer
Tongvaren tussen de basaltblokken
Naast de slikken en schorren zijn ook veel dammen, dijken. sluiscomplexen en inlagen onderzocht en de overgangen naar het Brabantse zand. Leuk was de vondst van een grote populatie Tongvaren in de basaltglooiing van de Schelde–Rijn verbinding. Voor velen was het een verrassing dat Bijenorchis (8 kilometerhokken) en Blauw walstro (15 kilometerhokken) tijdens het weekend zo vaak gevonden werden. De grootste verrassing was de vondst van een aantal soorten in terreinen van Natuurmonumenten langs het Volkerak. Dwergbloem en Rond wintergroen waren daar nog niet bekend. Parnassia en Moeraswespenorchis breiden zich hier snel uit. Op sommige stukken zijn beide soorten massaal aanwezig, het gaat om hectaren. Ook het Goudknopje werd gevonden. Naast Schorrenzoutgras (9 kilometerhokken) werd ook Moeraszoutgras in drie kilometerhokken waargenomen. Op Tholen was deze laatste soort nog niet bekend.
Wieringen, 6 t/m 8 augustus 2004 Aart Swolfs
Kort flora-nieuws kust
kort flora-nieuws kust C.A.J. Kreutz
Kleverige ogentroost: nog steeds aanwezig bij het Robbenoordbos
In totaal 19 personen hebben de afgelopen zomer delen van het voormalige eiland Wieringen en het Robbenoordbos in de Wieringermeer onderzocht. Door in kleine groepjes te werken zijn we er in geslaagd 24 km-hokken geheel of gedeeltelijk te onderzoeken. Op Wieringen lag de nadruk op de kustlijn. Na een korte voorverkenning was al gebleken dat er in de puur agrarische hokken niet zoveel te halen was. Helaas hebben we niet de hele zuidrand van Wieringen kunnen doen. Hier ligt nog een fraaie taak voor de komende jaren. Het is natuurlijk leuk te weten wat het werk heeft toegevoegd aan de kennis van de flora van Wieringen. In de bewerkte hokken is ten opzichte van Florbase 2K tussen de 10 en 20 % nieuwe soorten per hok gevonden met een uitschieter van 36%. Ook zijn er een aantal soorten gevonden die nieuw zijn voor het gebied. Hieronder zijn Gelobde melde (Atriplex laciniata) op vloedmerk aan de Waddenkust bij Den Oever, Stijve zonnebloem (Helianthus x laetiflorus) o.a. aan het Lutjestrand, Knopkroos (Lemna turionifera), een nationale nieuwkomer, Vijfdelig kaasjeskruid, Aarmunt en Pepermunt (Mentha x piperita), Melige toorts en tenslotte Vreemde ereprijs die bij het kantoortje van de verblijfscamping stond. Al met al hebben de inspanningen een substantiële en waardevolle uitbreiding van de kennis van de flora van Wieringen opgeleverd. Het “nazitten” na de excursies was als vanouds, dankzij de verkoelende diensten van een meegesleepte koelkast, weer buitengewoon aangenaam. Helaas was de aanspraak op zoveel koelend vermogen funest voor het oude beestje waardoor het kamp zijn zwanenzang was. Dulce et decorum est pro floristi mori*.
*”het is mooi om te sterven voor de floristiek”
10
Zuid-Limburg, 26 t/m 29 augustus René van Moorsel en Willem Stouthamer
Meer dan 40 personen hebben gedurende een of meer dagen aan het weekend in Zuid-Limburg deelgenomen. Net als in het voorgaande jaar lag de nadruk op het inventariseren van urbane elementen verspreid over Zuid-Limburg. Daarnaast hebben enkele personen ook aandacht besteed aan kalkgraslanden. De verblijfplaats was weer de uitstekende groepsherberg "Onderschey" in Noorbeek. Ook een aantal floristen uit de streek heeft gedurende een of meer dagen een belangrijke bijdrage geleverd. De warme maaltijden op vrijdag en zaterdag werden verzorgd door Claud Biemans en hiervoor geldt maar een woord: Hulde! Afgezien van een paar plaatselijke buitjes op zaterdag hebben ook de weergoden ons niet in de steek gelaten. Op donderdagmiddag zijn de toen aanwezige deelnemers gestart met een bezoek aan het bekende en floristisch zeer rijke Dal van de Hohn in België onder leiding van Jan Egelmeers. De rijke flora van dit gebied is op tal van plaatsen beschreven en nieuwe vondsten werden dan ook niet verwacht, maar Fons Reijerse toverde toch Rijstgras te voorschijn, een soort die helemaal nieuw is voor dit deel van België. De andere dagen werden grotendeels binnen onze eigen landgrenzen doorgebracht afgezien van een tweetal groepen die aangrenzende km-hokken in België en Duitsland bezocht hebben.
Hartgespan
E. Hallier
Naast de al uit voorgaand jaar bekende vondsten (o.a. Hartgespan en Ronde ooievaarsbek) hebben we ook dit jaar weer enkele vondsten gedaan die nog niet bekend waren en op zijn minst opmerkelijk te noemen zijn. Enige krenten uit de pap: Brede ereprijs op de Hoge Fronten in Maastricht en Spiesleeuwebek en Dwergbloem op het industriegebied Dentgenbach.
FloronNieuws – April 2005
programma weekenden 2005 Voor 2005 staan er weer 4 inventarisatiekampen op het programma. De verdeling in de ruimte is uitstekend -van centraal Utrecht tot de Wadden, Zeeland en Limburg- de verdeling in de tijd wat minder: de meeste weekenden vallen tussen half augustus en half september. Maar in de andere weekenden blijft er genoeg keuze uit dagexcursies. De weekenden bieden een goede gelegenheid een nieuw gebied onder de loep te nemen in gezelschap van floristen uit verschillende delen van het land. De kampen duren van vrijdag (middag of avond) tot en met zondagmiddag. Er wordt doorgaans in groepjes van circa 3 personen geïnventariseerd. Aan het eind van de middag keert iedereen terug uit het veld naar de groepsaccommodatie. Dan is er tijd om vondsten en belevenissen uit te wisselen en samen met andere deelnemers lastige soorten op naam te brengen. Soms is er voor belangstellenden nog een gezamenlijke avondexcursie naar een botanisch leuk terrein in de buurt van het kampverblijf. Eventueel is het mogelijk slechts een deel van het kamp bij te wonen. Aanmelding is noodzakelijk, ook als men geen gebruik maakt van de accommodatie. Het verblijf is tegen kostprijs. Voor nadere informatie en opgave kunt u terecht bij de organisatoren van de betreffende kampen of bij het Landelijk Bureau van FLORON (071-5272533). De informatie is ook te vinden op de website van FLORON (www.floron.nl). 24 t/m 26 juni - Schiermonnikoog Het is alweer 13 jaar geleden dat FLORON en de FFF (Fryske Feriening foar Fjildbiology) een weekend organiseerden op Schiermonnikoog. Het eiland heeft eigenlijk geen nadere aanbeveling nodig. Bijna het hele eiland is Nationaal Park, en er komt een groot aantal bijzonderheden voor, waarvan we er ongetwijfeld de nodige zullen tegenkomen. We verblijven in kampeerboerderij De Kooiplaats. De kosten zijn nog niet precies bekend, maar liggen rond de 40-45 euro. Dit is voor ontbijt, lunch en overnachten. Voor eigen rekening zijn het bootkaartje, fietshuur, consumpties e.d. Voor de warme hap 's avonds (zaterdag) willen we een bezoek brengen aan een plaatselijk restaurant (ook eigen rekening). Nadere informatie na opgave. Informatie en opgave bij Jacob Koopman, tel. 0561-477844, e-mail
[email protected].
FloronNieuws – April 2005
26 t/m 28 augustus - Utrecht Het lijkt inmiddels traditie te worden: een FLORON inventarisatiekamp in het stedelijk gebied. Dit keer is de stad Utrecht aan de beurt. Utrecht ligt op de grens van zand, klei en veen. Utrecht is het verkeersknooppunt van Nederland. Twee factoren die voor de plantengroei van de Domstad van essentieël belang zijn. Ook zijn de grachten, werven en hofjes met de bijbehorende muurvegetaties in de binnenstad landelijk bekend.
En de laatste jaren is Leidsche Rijn ook een bekend begrip geworden. De grootste bouwlocatie van Nederland met enorme vlakten ruderaal- en opgespoten gronden. Utrecht heeft ook zo haar eigen specifieke flora-elementen. Wat het meest tot de verbeelding spreekt, is ongetwijfeld de straatputtenflora, waarbij vele soorten -en aantallen varens in het oog springen. Op vrijdagmiddag zal dan ook een heuse straatputtenexcursie plaatsvinden. Uniek in de historie van FLORON. En er is nog meer. De stad herbergt een groot aantal wachtkamer- en nieuwe standaardlijstsoorten (inmiddels ruim 50). Tijdens het kamp zal hier nadruk op komen te liggen. Een uitgelezen kans om deze nieuwe soorten te leren kennen. De stad Utrecht is zeer dynamisch. Elk jaar worden nieuwe (zeldzame) soorten
IJzervaren R. van der Meijden
gevonden, zoals o.a. Klein fakkelgras, Spaanse dravik, Gevlamde fijnstraal, Fazantenbes (Leycesteria formosa), IJzervaren, Zachte naaldvaren, Stijf hardgras en Bijenorchis uit 2004 bewijzen. Tijdens het weekend worden hot-spothokken afgewisseld met nog niet onderzochte hokken. Op zaterdag bekijken we de randen van de stad met eventueel een mooie uitstap naar Nieuwegein of Maarssen en de grote ruderale terreinen. Op zondag zullen we meer in de stad zelf zitten. Het weekend begint op vrijdagmiddag om 13.00 uur en eindigt zondag rond 16.00uur. Alleen een deel van het kamp bijwonen is uiteraard ook mogelijk.We verblijven op een van de NME-centra van de gemeente Utrecht aan de Vancouverdreef in UtrechtOvervecht. Er wordt gekampeerd. Maximaal 30 deelnemers, dus vol is vol!. De totale kosten van het kamp (overnachting, eten, koffie, thee), exclusief de drankjes zullen ongeveer 25 euro zijn. Nadere informatie en opgave bij Wim Vuik, De Hennepe 214, 4003 AK Tiel, Tel 0344-663693 of e-mail
[email protected]. 2 t/m 4 september – Zeeuwse Kust
Zeeuwse kust bij Zoutelande
Van vrijdag 2 tot en met zondag 4 september 2005 wordt het eerste kamp van een reeks langs de gehele Zeeuwse kust gehouden. We beginnen op Walcheren en de Bevelanden. De inventarisatie is gericht op de overgang zee naar land, dus slikken, schorren, strand en duinreep. Tevens duinen en inlagen. Dus bij uitstek het gebied van soorten van de Delta, zoals Strandbiet, Zeekool, Zeewolfsmelk, Zeewinde, Zeealsem, Zeevenkel en meldes (Strandmelde, Gelobde melde, Gesteelde zoutmelde, Kustmelde). De overnachting is op Walcheren nabij Koudekerke (vakantiecentrum
11
vervolg weekenden Broedershoek). Wij hebben daar de beschikking over een groepsaccommodatie en eventueel kan er ook gekampeerd worden. De kosten zijn net als de voorafgaande jaren geraamd op €25,-. Dit is mogelijk door een bijdrage van de terreinbeherende instanties. Aanmelding bij Justus van den Berg 0113-271210,
[email protected]. Nijmegen (16 t/m 18 september) Tijdens dit weekend zal de aandacht uitgaan naar rivieroevers in de Gelderse Poort en in het aangrenzend Duitse gebied. Het rivierengebied blijft natuurlijk altijd boeien en levert steeds weer verrassende vondsten op. Daarnaast zal er gekeken worden op akkers (deze hebben in Duitsland, vergeleken met Nederland, nog steeds een rijke flora), op kerkhoven met Chamaecyse (een Amerikaans geslacht uit de Wolfsmelkfamilie), op stationsemplacementen zoals Kleef en op andere ruderale terreinen. Gedurende deze dagen zal er veel aandacht geschonken worden aan adventieve soorten en oprukkende (warmteminnende) C4-grassen.
programma dagexcursies 2005 Onderstaand overzicht geeft een zo volledig mogelijk beeld van de dagexcursies die er komend seizoen in de FLORONdistricten worden georganiseerd. De excursies betreffen meestal inventarisatieexcursies voor één van onze projecten. Voor de meeste excursies geldt dat zij plaatsvinden op zaterdag en duren tot ca. 16.00 uur. De deelnemers dienen zelf voor lunchpakket en drinken te zorgen. Indien van deze opzet wordt afgeweken is dat bij de excursieaankondiging in onderstaand overzicht vermeld. Voor elke excursie is aangegeven bij wie u terecht kunt voor nadere informatie. In veel gevallen is het nodig u daar ook vooraf aan te melden. De telefoonnummers van met een * gemarkeerde personen kunt u vinden bij het overzicht van FLORON-districten op pagina 16. De meest recente informatie over excursies en contactpersonen is ook te vinden op de FLORON-website (www.floron.nl). 12 april – Startbijeenkomst D8 Dinsdagavond. In het NME Centrum in de Emmastraat 2a te Doetinchem. 20.00u. Informatie: Fred Bos*. 16 april – Startbijeenkomst D14 In het Nivon zaaltje hoek Middenweg/ Linnaeushof 6B, Amsterdam. Deur open om 19.30u, begin om 20.00u. Lezing in samenwerking met KNNV. De avond wordt verzorgd door Valentijn ten Hope en Ton Denters en gaat over bijzondere varens en muurplanten in Amsterdam. 16 april - Bossen bij Leuvenheim (D8) We gaan rondkijken in de voorjaarsbossen bij Leuvenheim. Verzamelen station Dieren om 10.00u. Informatie: Fred Bos*.
Paul Busselen, KULAK Gevlekte wolfsmelk (Chamaesyse maculosa)
We overnachten in groepenverblijf De Elegast bij klooster De Refter in Ubbergen. De kosten zijn €50 per persoon. Dit is inclusief twee overnachtingen, ontbijt en lunch(pakket) zaterdag en zondag en één warme maaltijd (zaterdagavond), maar exclusief drankjes en kosten voor avondeten op vrijdag (restaurant). Nadere informatie bij Willem Stouthamer, Zoutstraat 17-3, 9712 TB Groningen, Tel. 050-314384. E-mail:
[email protected] en/of René van Moorsel, Eykmanlaan 407, 3571 JR Utrecht, Tel 030-2730145 E-mail
[email protected] Aanmelden voor 1 september door het overmaken van €50 op giro 1656747 t.n.v. W. Stouthamer, Groningen
12
16 april - Begraafplaats Woerden (D11) Op de begraafplaats gaan we op zoek naar Heelbeen, een BSP-soort. We vinden in dit hok ook diverse zeldzame varens. Verzamelen om 10.00 uur bij station Woerden. Info en opgave: Wim Vuik.* 17 april - Westerschouwen (D17) Zondag. Excursie in het kader van de VOFF-velddag (mogelijk in combinatie met natuurontwikkeling Moermond).Voor informatie Justus van den Berg.* Aanvullende info m.b.t. tijdstip en locatie van de excursie is te vinden op de website (www.floron.nl). 27 april - Jekerdal (D21) Woensdag. Voorjaarsbezoek aan km-hok 175-316 i.s.m. het Natuurhistorisch Genootschap. Ook beginnende floristen zijn welkom. Verzamelen om 10.00 uur NS-
station Maastricht, oostelijke ingang Meerssenerweg, of om 10.15 uur aan de Mergelweg ter hoogte van de tennisbaan. Leiding: Jan Egelmeers (tel. 0436042655,
[email protected]). 30 april – Amsterdamse Waterleidingduinen (D15) Aandacht voor voorjaarsbloeiers. Totaal inventarisatie en soortenkartering van o.a. Gekielde veldsla, Zandviooltje in de Luchterduinen. Verzamelen om 12.00 uur bij de voetgangersingang aan de Langevelderslag. Moeilijk bereikbaar per OV. Auto parkeren op de parkeerplaats bij het strand en 10 minuten lopen naar ingang AWD. Opgave en nadere informatie bij Joop Mourik*. 8 mei - Wildrijk (D14) Zondagsexcursie naar een bosje in de kop van Noord-Holland. Aandacht voor stinzenplanten. In samenwerking met KNNV Amsterdam. Informatie bij Norbert Daemen* of de website van FLORON-Amsterdam. 11 mei - Sint-Geertruid (D21) Woensdag. Voorjaarsbezoek aan kmhok 180-310 i.s.m. het Natuurhistorisch Genootschap Limburg. Het betreft een afwisselend gebied met bos en veldwegen. Ook beginnende floristen zijn welkom. Vertrek: 10.00 uur NS-station Maastricht, oostelijke ingang Meerssenerweg of om 10.30 uur op de parkeerplaats tegenover de kerk van St. Geertruid. Leiding: Jan Egelmeers (0436042655,
[email protected]). 14 mei - Peulwijkse Kade (D16) Een gebied met boezemlandjes met o.a. Zomerklokje en Moeraslathyrus (119434 en 120-434). Verzamelen om 10.00 uur tegenover de molen in Goudriaan (120,7- 435,05). Info en opgave: Adrie van Heerden*. 14 mei - Vlijmens ven (D19) Inventarisatie-excursie (voorjaarsronde) naar het Vlijmens ven (142-410) Verzamelen 10.00 uur station den Bosch (westzijde). Info en opgave: Joep Spronk*. 18 mei - Uddelermeer (D10) Woensdagavond. In het kader van de nieuwe inventarisatieronde bezoeken we kmhok 180-473 met o.a. het Uddelermeer en de Huneschans. Verzamelen: 19.00 uur, rotonde Nieuw Millingen, noordzijde. Info en opgave: Egbert de Boer*.
FloronNieuws – April 2005
programma dagexcursies 2005 21 mei - Stroomdal Drentse Aa (D5) Het excursiegebied ligt in de driehoek Taarlo, Gasteren en De Vijftig Bunder. Verzamelen om 10.00 uur in Caférestaurant De Drentsche Aa, Ruiterweg 2 in Schipborg (tel. 050-4091672). Nadere inlichtingen over de excursie en vervoer naar het vertrekpunt: Hester Heinemeijer (tel. 0521-351057) of Ben Hoentjen.*
28 mei Groote Meer (D18) Bezocht worden afhankelijk van het aantal deelnemers de Groote en de Kleine Meer (delen zijn in beheer van Natuurmonumenten). Bijzondere soorten die we zullen zien: Oeverkruid, Gesteeld glaskroos, Riempjes en Grondster. Samenkomst om 10.00 uur bij de Groote Meer. Info en opgave: Petra van der Wiel.*
21 mei - Noordoostpolder (D6) Ochtendexcursie. Eerst naar Nagele (Grote keverorchis en andere bosplanten) en daarna naar de nieuwe natuur aan de oostzijde van het voormalige eiland Schokland. Verzamelen: om 9.00 uur bij station Kampen. Info en opgave: Piet Bremer*.
28 mei - Engelermeer (D19) Inventarisatie-excursie (voorjaarsronde) naar het Engelermeer (145-413) bij Den Bosch. Verzamelen 10.00 uur station den Bosch (westzijde). Info en opgave: Joep Spronk*.
21 mei - Diepenheim (D7) Verzamelen: om 10.00 uur bij de kerk (234.2-468.7). Info en opgave: Otto Zijlstra.* 21 mei - Omgeving Grebbeberg (D9) Grebbeberg en Blauwe Kamer. In het kader van het nieuwe totaalproject heeft het Landelijk Bureau hier twee soortenrijke hokken (168-440 en 169-440) voor ons uitgekozen. Aandacht voor voorjaarsbloeiers, o.a. Pijpbloem en Kruisbladwalstro. We verzamelen om 10.00 uur aan de Wageningse kant van het fietspad onderlangs bij de kruising provinciale weg/ Grift. Hier is een bushalte voor lijn 50 Wageningen/Utrecht en lijn 80 Wageningen/Amersfoort. Info en opgave: Ineke Jansonius.* 22 mei – Overveen 2000-soortendag Op deze dag in het Nationaal Park ZuidKennemerland wordt aandacht besteed aan meerdere soortengroepem, waar onder hogere planten. Zie elders in dit nummer en de website www.voff.nl 28 mei -Groevenbeekse Heide (D10) Een herhalingsbezoek aan het kmhok 169477. Het spoor loopt dwars door het hok dat we gaan bezoeken: aan de oostkant ligt een deel van de Groevenbeekse Heide, en aan de westkant bos en een stukje bebouwde kom. Als we tijd over hebben bezoeken we ’s middags nog een ander hok in de buurt van Ermelo. Verzamelen: 10.00 uur bij station Ermelo. Info en opgave bij Egbert de Boer*. 28 mei – Onderdijk (D12) Inventarisatie van km-hok (137-529). Aanvang 10.00 uur. Parkeren op het parkeerterrein van het recreatieterrein Nesbos. Info en opgave: Jaap Groot.*
FloronNieuws – April 2005
4 juni - Garsthuizen (D1) Bij Garsthuizen en Westeremden in het uiterste noordwesten van D1 liggen nog veel km-hokken waar nog niets van bekend is. Het is een landbouwgebied met kronkelende maren. Verzamelen om 9.30 uur bij station Stedum. Info en opgave: Anneke Nieuwenhuijs*. 5 juni - Zilverstrand Almere (D14) Excursie op zondag. Informatie bij Norbert Daemen* of op de website van FLORON-Amsterdam. 8 juni - Dronten (D10) Woensdag. In het kader van de nieuwe inventarisatieronde brengen we een bezoek aan gevarieerd kmhok in Dronten (177505). Verzamelen: 19.00 uur bij busstation Dronten. Info en opgave: Egbert de Boer.* 11 juni – Havelte en omstreken (D5) Landgoed Rheebruggen, Verzamelen om 10.00 uur bij Hester Heinemeijer. Het terrein ligt op de Anserweg 8 in Uffelte. Nadere inlichtingen over de excursie en vervoer naar het vertrekpunt: Hester Heinemeijer (tel. 0521-351057) of Ben Hoentjen*. 11 juni - Het Woold (D8) We gaan een paar kilometerhokken pakken in het Woold. Verzamelen station Winterswijk om 10.00 uur. Informatie: Fred Bos* 11 juni - Wijchen (D9) Excursie in de buurt van Wijchen, gedeeltelijk in de bebouwde kom. Bij het vorige bezoek een jaar of tien geleden was dit een heel afwisselend gebied. Hopelijk komen we buiten de bebouwing nog een aantal leuke kwelsoorten tegen. We verzamelen op NS-station Wijchen om 10. 00 uur. Info en opgave: Ineke Jansonius*.
11 juni - Vrouwenhuiswaard (D11) Ten noorden van Gorinchem liggen in het stroomgebied van de Linge twee zeer afwisselende km-hokken (127-429 en 128-429). Hier zijn recent weinig gegevens van bekend. Verzamelen om 10.00 uur. bij station Gorinchem. Info en opgave: Wim Vuik.* 11 juni – Noordhollands Duinreservaat (D13) Het km-hok 102-508 is voor het laatst in 1989 onderzocht, en is geselecteerd voor een verversingsronde. We vertrekken omstreeks 10.00 uur. van station Castricum. Info en opgave: Aart Swolfs*. 11 juni – Gooilust (D14) In samenwerking met KNNV Amsterdam. Informatie bij Norbert Daemen of op de website van FLORON-Amsterdam. 18 juni - Petgaten Bakkerom (D2) Het kwelwater van het Drents plateau komt omhoog in de petgaten; goede omstandigheden voor leuke planten. Verzamelen om 9.30 uur bij het kerkje in Boerakker (km-hok 217.9-578.2) (iets ten noorden afslag 33 A7). Info en opgave: Willem Stouthamer*. 18 juni - Plaggenmars bij Hessum (D6) Ochtendexcursie. Bezoek aan de Plaggenmars bij Hessum, een reservaat van Staatsbosbeheer met droge en natte graslanden. Verzamelen: om 9.00 uur bij station Dalfsen. Excursie onder leiding van Joop Kleuver. Info: Piet Bremer*. 18 juni - Denekamp (D7) Verzamelen: om 10.00 uur bij Museum 'Natura docet', Oldenzaalsestraat (264.9-488). Info en opgave: Otto Zijlstra*. 18 juni - Hollandse Hout (D10) ’s Morgens brengen we een herhalingsbezoek aan kmhok 158-499 in het Hollandse Hout bij Lelystad; ’s middags bezoeken we in overleg een ander hok waarvan nog niets/weinig bekend is. Verzamelen: 10.00 uur bij station Lelystad, achterzijde. Info en opgave: Egbert de Boer*. 18 juni - Maasvlakte (D16) We gaan kijken naar stukjes jonge duin en ruderale terreintjes op zand. Verzamelen bij het infobord slufter (60,0 – 437,5). Opgave en informatie: Adrie van Heerden*.
13
programma dagexcursies 2005 25 juni – Noordhollands Duinreservaat (D13) Het hok 103-508 is voor het laatst in 1977 onderzocht en dus nodig aan nieuw onderzoek toe. We vertrekken omstreeks 10.00 uur van station Castricum. Info en opgave: Koos Ballintijn (tel. 0299-772543). 9 juli - Bongveen / Grote Masloot (D5) We gaan o.a. de uitgangssituatie vastleggen van natuurontwikkelingsprojecten van Het Drentse Landschap. Verzamelen om 10.00 uur in Café Onder de Linden, Brink 4 (vlak bij de kerk) in Vries (tel. 0592541224). Nadere inlichtingen over de excursie en vervoer naar het vertrekpunt: Hester Heinemeijer (tel. 0521-351057) of Ben Hoentjen.* 9 juli - Mariënberg (D7) Verzamelen: om 10.00 uur bij NS-station, (235.5-503.0). Info en opgave: Otto Zijlstra.* 9 juli – Pannerdense Kop (D22) Kmhok 199-432 ligt op plaats waar Waal en het Pannerdensch Kanaal uit elkaar gaan. We beginnen aan de westkant, bij het oude fort. Er is een populatie Grote centaurie bekend. In de loop van de dag steken we over naar de Lobberdense waard. Verzamelen om 10.00 in Doornenburg bij de bushalte ‘van Kol’, met lijn 33 bereikbaar vanuit Nijmegen en Arnhem. We wachten op de bus uit Nijmegen, die aankomt om 10.06 uur. Info en opgave: Niels Jeurink*. 9 juli - Vlijmens ven (D19) Inventarisatie-excursie (zomerronde) naar het Vlijmens ven (142-410).Verzamelen 10.00 uur station den Bosch (westzijde). Info en opgave: Joep Spronk*. 10 juli - Diemerbos (D14) Zondag. Informatie bij Norbert Daemen of op de website van FLORON-Amsterdam. 16 juli - Zeedorpenlandschap Zandvoort (D15) We bezoeken onder leiding van Niko Buiten de zeeduinen van Zandvoort (kilometerhokken 95-485 en 95-486). Er is kans om soorten van het zeedorpenlandschap, zoals Nachtsilene en Wondklaver, of andere bijzondere soorten, zoals Torenkruid, tegen te komen. We verzamelen om 10.00 uur bij NS-station Zandvoort. Info en opgave: Niko Buiten (06-12645287) of Joop Mourik.* 16 juli - Engelermeer (D19) Inventarisatie-excursie (voorjaarsronde) naar het Engelermeer (145-413) bij Den
14
Bosch. Verzamelen 10.00 uur station Den Bosch (westzijde). Info en opgave: Joep Spronk*. 22 juli - Amsterdamse Waterleidingduinen (D15) Vrijdag. Inventarisatie en kartering van bijzondere soorten in de Van Limburg Stirumvallei, met speciale aandacht voor plantensoorten van kalkrijke vochtige duinvalleien. Verzamelen om 12.30 uur bij de ingang Oranjekom. Bereikbaar met buslijn 90 vanaf NS station HeemstedeAerdenhout. Uitstappen aan de Vogelenzangseweg halte Waterleidingduinen. Tijdige opgave bij Joop Mourik* i.v.m. vervoer naar het excursiegebied. 23 juli - omgeving Wedde en Vriescheloo (D1) Bij Wedde en Vriescheloo zijn nog verscheidene km-hokken niet gedaan. We zoeken een paar mooie uit. Verzamelen om 9.30 uur bij station Winschoten. Info en opgave: Anneke Nieuwenhuijs.* 30 juli - Jekerdal (D21) Zomerbezoek aan km-hok 175-316 i.s.m. het Natuurhistorisch Genootschap Limburg. Ook beginnende floristen zijn welkom. Neem een flora mee. Verzamelen om 10.00 uur bij NS-station Maastricht, oostelijke ingang Meerssenerweg, of om 10.15u. aan de Mergelweg ter hoogte van de tennisbanen. Leiding: Jan Egelmeers (043-6042655,
[email protected]). 6 augustus - Eemshaven (D2) In het Eemshaven-gebied ligt veel nog ongebruikt industriegebied. Genoeg redenen voor de opportunisten onder de planten zich te vestigen en aan ons om ze te ontdekken. Verzamelen om 9.30 uur op het parkeerterrein voor de Eemscentrale. Info en opgave: Willem Stouthamer*. 6 augustus – Omgeving Twentekanaal (D8) Verzamelen station Zutphen om 10.00 uur. We inventariseren een aantal veelbelovende terreinen langs het Twentekanaal. Informatie: Fred Bos*. 6 augustus – Crailo (D11) Kmhok 143-475 tussen Bussum en Blaricum is geselecteerd om in 2005 onderzocht te worden als ‘herhalingshok’. Het is een gevarieerd hok met bossen, heide, weilanden, akkertjes en kapitale villa’s. Kortom het ‘rijke’ Gooi. Wij gaan kijken of het hok nog steeds ‘rijk’ aan planten is. Verzamelen om 10.00 uur bij station Bussem. Info en opgave: Wim Vuik*.
7 augustus - Stadsexcursie Haarlem (D15) Zondag. Onder leiding van Niko Buiten bezoeken we de binnenstad van Haarlem om er naar muurplanten en andere stadsplanten te zoeken. Per kilometerhok kunnen hier wel tot ruim driehonderd soorten worden gevonden. Verzamelen om 10.00 uur bij NS-station Haarlem. Info en opgave: Niko Buiten (06-12645287) of Joop Mourik*. 13 augustus – Sint-Geertruid (D21) Zomerbezoek aan km-hok 180-310 i.s.m. het Natuurhistorisch Genootschap Limburg. Het betreft een afwisselend gebied met bos en veldwegen. Ook beginnende floristen zijn welkom. Neem een flora mee. Verzamelen om 10.00 uur NS-station Maastricht, oostelijke ingang Meerssenerweg of om 10.30 uur op de parkeerplaats tegenover de kerk van St. Geertruid. Leiding: Jan Egelmeers (043-6042655, janegel-
[email protected]). 17 augustus - Nunspeet (D10) Woensdag. Langs de Stakenbergweg ten zuiden van Nunspeet (kmhok 180481) worden nog wel eens bijzondere planten gevonden. Verzamelen: 19.00 uur bij station Nunspeet. Info en opgave: Egbert de Boer*. 20 augustus - Onstwedde (D1) Ten zuiden van Onstwedde bij Barlage ziet het er landschappelijk aardig uit. Of er ook aardige planten staan gaan we onderzoeken. Verzamelen om 9.30 uur bij station Winschoten. Informatie en opgave: Anneke Nieuwenhuijs.* 20 augustus – De Wieden (D6) Bezoek aan de Kerkgracht oost in het moerasgebied De Wieden (hok 204522). Verzamelen: om 9.00 uur bij station Meppel. Excursie onder leiding van Silvia Meijer. Informatie: Piet Bremer.* 20 augustus – Almere (D10) Het Kromslootpark in Almere is al eerder bezocht; van het hok ten noorden daarvan (140-484) is nog niets bekend; ’s morgens het ene, ’s middags het andere? Verzamelen: 10.00 uur bij station Almere, uitgang naar parkeerplaats. Informatie en opgave: Egbert de Boer.* 20 augustus – Korendijkse Slikken (D16) Dit buitendijks gebied langs het Haringvliet heeft veel te bieden aan moerasvegetaties, matig voedselrijke graslanden en struwelen. Verzamelen bij
FloronNieuws – April 2005
programma dagexcursies 2005 Groeneweg. Einde doodlopende weg vanaf de Oude dijk (078.3-420.0). Opgave en informatie over programma en vervoer naar het vertrekpunt: Adrie van Heerden.* Zaterdag 27 augustus- Maasdal bij Swalmen (D21) Tijdens deze excursie inventariseren we een nog slecht onderzocht kilometerhok (198-361) in het Maasdal bij Swalmen, met akkers, graslanden, twee kleine grindgaten en de oevers van de Maas. Als de tijd het toelaat nemen we 's middags een kijkje in de vochtige hooilanden langs de Swalm. Verzamelen om 10.00 uur NSstation Swalmen. Geert Peeters (0475371091,
[email protected]). 3 september – Rijndal bij Pannerden (D8) We gaan naar het Rijndal bij Pannerden om te zien wat de nieuwe verrassingen zullen zijn. Verzamelen station Zevenaar om 10.00 uur. Informatie: Fred Bos*. 10 september - De Dennen bij Schoonlo (D5) Op zoek naar jonge Jeneverbessen. Verzamelen om 10.00 uur in Café-restaurant Hegeman, Hoofdstraat 16, Schoonlo (tel. 0592-501268). Nadere inlichtingen over de excursie en vervoer naar het vertrekpunt: Hester Heinemeijer (0521-351057) of Ben Hoentjen.* 10 september - Ommen (D7) Verzamelen: om 10.00 uur bij NS-station (224.9-502.9). Info en opgave: Otto Zijlstra*. 10 september - Maassluis (D16) We bezoeken een kmhok langs de Nieuwe Waterweg met delen bebouwing. Er zijn veel verschillende biotopen, wat een leuk totaal kan worden. Verzamelen om 10.00 u. op het station van Maassluis. Info en opgave: Adrie van Heerden*. Meer excursies in Zeeland (D17) Twee excursies konden nog niet in het overzicht worden opgenomen: - Hompelvoet (Herfstschroeforchis en Slanke gentiaan) eind augustus/half september. - Muurvegetatie in Middelburg: 13 verschillende soorten varens binnen 500 meter. De definitieve data worden zodra deze bekend zijn op de website van FLORON vermeld (www.floron.nl).
FloronNieuws – April 2005
10 september - Rammegors (D18) We onderzoeken kmhok 71-403 op het Rammegors op St-Philipsland. Bij voldoende deelnemers worden ook andere km-hokken in de buurt bezocht. Voor het Bedreigde Soorten-Project gaan we de populaties van Parnassia en Moeraswespenorchis in kaart brengen. Samenkomst om 10 uur bij de brug over de ScheldeRijnverbinding. Info en opgave: Petra van der Wiel.* 10 september – Terlet (D22) We bezoeken het zweefvliegterrein bij Terlet, even ten noorden van Arnhem. Het is een droog heidegebied met de daarbij behorende flora (o.a. Borstelgras en Tandjesgras) en her en der wat zandige bermen met bijvoorbeeld Slangenkruid. De hokken die op het programma staan zijn 192-452 en 193-452, we kijken dus aan weerszijden van de A50. Terlet is in het weekeinde niet per openbaar vervoer bereikbaar. Geef je daarom even op bij Niels Jeurink*, ook om op een station in de buurt te worden opgepikt. 18 september – Amsterdam-Zuid (D14)
Zondag. Stadsexcursie. Informatie bij Norbrt Daemen* of op de website van FLORON-Amsterdam. 1 oktober - Oevers van De Waal (D11) Traditionele afsluiting van het seizoen van D 11 + D 19. Ditmaal een rivierenexcursie langs de Waal. Verzamelen om 10.00 uur bij station Zaltbommel. Info en opgave: Wim Vuik*.
Meer excursies in Limburg (D21) Naast genoemde excursies vinden er van begin april tot en met augustus 2005 op donderdag tussen 10.00 en 13.00 uur inventarisaties van nog onvoldoende geïnventariseerde kilometerhokken plaats onder leiding van Eduard Blink en/ of Karel Brussee. Wie belangstelling heeft om mee te gaan kan zich aanmelden bij Eduard Blink (tel. 043-4081796) of Karel Brussee (tel.043-4592978 of
[email protected]) Kijk voor de eventuele data en voor andere excursies in Limburg ook eens op de website van het Genootschap (http://www.nhgl.org). Kort voor de excursies staat hier wellicht meer info over de bestemming e.d.
boeken Opgewarmd Nederland Barbara Gravendeel De achterflaptekst van het boek belooft informatie voor “iedereen die geïnteresseerd is in klimaatverandering” en “wetenschappelijke achtergronden geschreven door tal van gerenommeerde vakmensen”. Het broeikaseffect maakt Nederland warmer en natter, en de gevolgen daarvan zijn niet mis. Maar liefst 200 warmteminnende plantensoorten, zoals het Bezemkruiskruid, blijken zich recent in Nederland fors te hebben uitgebreid. Karakteristieke en zeldzame plantensoorten gebonden aan moerassen en heidegebieden zoals het Moeraskartelblad verdwijnen echter stilletjes. Voor deze koudeminnende plantensoorten is verhuizen naar het noorden nauwelijks mogelijk omdat geschikte verbindingszones in Nederland ontbreken. Heldere taal, die mij echter na verder doorlezen een beetje begon te irriteren door het vele herhalen van deze boodschap en het ontbreken van cruciale andere informatie. Hoe hebben de auteurs bijvoorbeeld onderscheid gemaakt in de effecten van klimaatverandering op het verschijnen en verdwijnen van soorten in Nederland en andere gevolgen van menselijke activiteiten als biotoopvernietiging, verstedelijking, vermesting, verzuring en verdroging? Het wordt de lezer niet makkelijk gemaakt daar achter te komen, aangezien nergens direct in de tekst referenties worden gegeven. De vraag dringt zich dan ook op of dit boek wel voor “iedereen” is geschreven of dat de samenstellers vooral beleidsmakers wilden overtuigen van de noodzaak van de Ecologische Hoofdstructuur. Ik heb het boek toch gekocht. Niet zozeer om de wetenschappelijke achtergrond, want dat ging een stuk beter op de bijbehorende website www.opgewarmdnederland.nl. Waar ik vooral plezier aan beleefde was de in het boek opgenomen DVD, met daarop een aantal goede thematische minidocumentaires. Ik kan deze filmpjes van harte aanbevelen voor onderwijs en voorlichting over de toekomst van de Nederlandse natuur bij voortgaande temperatuurstijging.
Opgewarmd Nederland (boek + DVD) Rolf Roos en Saskia Woudenberg (red.) ISBN 90 808158 2 9 € 34,95 Stichting NatuurMedia
15
floron districten en landelijk bureau
Zuid-Limburg: DuoDC’s Op 1 januari zijn Marian Baars en Jan Egelmeers begonnen als coördinatoren voor het district 21 (Zuid-Limburg). Beide zijn al een aantal jaar lid van de plantenstudiegroep van het Natuurhistorisch Genootschap in Limburg. Als districtscoördinator hopen ze het contact tussen Genootschap en FLORON verder uit te bouwen.
Marian zal voorlopig vooral het papierwerk en de contacten met FLORON en de waarnemers verzorgen. Zij was eerder nog niet actief voor Floron. Jan Egelmeers zal zich vooral toeleggen op het ‘buitenwerk’. Hij is al meer dan 10 jaar actief bij FLORON en in de Plantenstudiegroep, vaak samen met Eduard Blink. Samen met de andere verenigingen in Limburg willen ze een actief team van floristen opzetten.
Overzicht FLORON-districten en districtcoördinatoren 1.Groningen-Oost: Anneke Nieuwenhuijs. Tel: 0597-414973 (geen e-mail); 2. Groningen-West: Willem Stouthamer. Tel. 0503143841 e-mail:
[email protected]; 3. Friesland-Oost: Harry Waltje. Tel. 0512543443
[email protected]; 4. Friesland-West: Jacob Koopman Tel. 0561-477844
[email protected]; 5. Drente: Ben Hoentjen. Tel 050-4061990. email:
[email protected]. 6. BenedenIJssel: Piet Bremer; Tel. 038-4535753. email:
[email protected]; 7. Twente: Otto Zijlstra. Tel. 053-4331589. e-mail
[email protected]; 8. Achterhoek: Fred Bos Tel. 0543- 515341 e-mail:
[email protected]; 9. Gelderland-West: Ineke Jansonius. Tel. 0317-413884. e-mail:
[email protected]; 10. Flevoland en NW-Veluwe: Egbert de Boer. Tel: 0578572292 (geen e-mail); 11. Utrecht: Wim Vuik Tel 0344-663693 e-mail:
[email protected]; 12. Noord-Holland Noord: Jaap Groot Tel: 0226-312770 email:
[email protected]; 13. NoordHolland-Midden: Aart Swolfs Tel: 0725093315 e-mail: a.g.swolfs @hccnet.nl;
14. Groot-Amsterdam: Norbert Daemen Tel. 020-6912655 e-mail:
[email protected]; 15. Hollands Duin: Joop Mourik Tel. 023-5285502 e-mail: j.mourik @freeler.nl; 16. Zuid-HollandZuid: Adrie van Heerden Tel. 0153696164 e-mail:
[email protected]; 17. Zeeland: Justus van den Berg, tel. 0113-271210 0118633344 jjvdberg @zeelandnet.nl; 18. Noord-Brabant Markiezaat: Petra van der Wiel, tel. 0165-533059 e-mail:
[email protected]; 19. Noord-BrabantOost: Joep Spronk Tel: 040-2120672
[email protected]; 20. NoordLimburg: Leo Spoormakers Tel. 0433255398. e-mail: floronD20 @nutsonline.nl; 21. Zuid- en MiddenLimburg: Marian Baars tel. 0433478083. e-mail:
[email protected]; Jan Egelmeers 043-6042655 e-mail:
[email protected]; 22. GelderlandMidden: Niels Jeurink Tel: 0383328741 e-mail:
[email protected]; 23. Noord-Brabant Baronie: Peter van Ruth Tel: 0162-311463. e-mail:
[email protected];
In memoriam Ineke van den Berg Ineke van den Berg, de secretaresse op het Landelijk Bureau van FLORON, is op 15 februari j.l. overleden. Ze was een bevlogen mens: bevlogen met vrijwilligerswerk, natuurbescherming, muziek en meer. Op het Landelijk Bureau had Ineke veel persoonlijke aandacht voor haar collega’s, zocht naar contactpunten buiten de werkrelatie. Ook vrijwilligers die ze op excursies en de variadag ontmoette hebben dit ervaren. We zullen haar missen en wensen haar familie en vrienden alle sterkte bij dit grote verlies.
16
FloronNieuws – April 2005