07it00551
Lijst nog af te handelen ingekomen stukken. Raadsvergadering 26 september 2007 Alle onderliggende stukken liggen ter inzage tenzij anders vermeld. 1.
Schrijven d.d 15 mei 2007 (07i0006912) van een bewoner met het verzoek om ter zake van de grondstukken kavel K 1557 en K 1558 gelegen aan de Hamstraat het bestemmingsplan te herzien of een planschadevergoeding toe te kennen. Om pre - advies aan college.
2.
Schrijven d.d. 21 mei 2007 (07i0007049) van de fractie Burgerbelangen met vragen ex art. 38 RvO Raad inzake alarmsystemen in verpleeg - en verzorgingstehuizen. In overleg tussen wethouder Krewinkel en Dhr. N. Krasovec (raadslid) is de afhandeling van de brief door Meander Groep Zuid - Limburg uitgevoerd. Uw raad wordt verzocht kennis te nemen van het bijgesloten antwoordschrijven van Meander Groep Zuid Limburg aan fractie Burgerbelangen.
3.
Schrijven d.d. 24 mei 2007 (07i0007178) van de fractie van GroenLinks met vragen ex art. 38 RvO Raad inzake de uitbraak van de gorilla Bokito in Diergaarde Blijdorp in Rotterdam. Uw raad wordt verzocht kennis te nemen van het bijgesloten antwoordschrijven (07it004080) aan Fractie GroenLinks.
4.
Schrijven d.d 10 juni 2007 (07i0008444) van BBK Lokaal met vragen ex art. 38 RvO Raad inzake spreiding lijnen openbaar vervoer in de wijk Gracht. Uw raad wordt verzocht kennis te nemen van het bijgesloten antwoordschrijven (07u0012786) aan Fractie BBK - Lokaal.
5.
Raadsinformatiebrief inzake verschraling voorzieningenniveau. Uw raad wordt voorgesteld de bijgesloten raadsinformatiebrief voor kennisgeving aan te nemen.
6.
Jaarverslag 2006 Centrale Bezwaarschriften- en klachtencommissie. Uw raad wordt verzocht het jaarverslag voor kennisgeving aan te nemen.
7.
Schrijven d.d 6 augustus 2007 (07i0009825) van SP Kerkrade met vragen ex art 38 RvO raad inzake Licom verkoop Intratuin Kerkrade. Uw raad wordt verzocht kennis te nemen van het bijgesloten antwoordschrijven aan Fractie SP Kerkrade.
8.
Schrijven d.d 26 juli 2007 (07i0009460) van GroenLinks houdende vragen ex art. 38 RvO Raad inzake het toegezegde openbaar toilet. De vragen ex art. 38 zijn in overleg met de fractievoorzitter, Mw. Fischer – Otten, door GroenLinks ingetrokken.
9.
Schrijven van het college van medio juli 2007 (07n00488) waarbij het door het college vastgesteld ‘Jaarverslag 2006 Wet kinderopvang’ ter kennisgeving aan de raad wordt aangeboden. Uw raad wordt verzocht het jaarverslag 2006 Wet kinderopvang voor kennisgeving aan te nemen.
10. Brief van het Werkvoorzieningschap OZL d.d. 10 juli 2007 (07i0008959), waarbij de door het AB van het Schap op 28 juni jl vastgestelde Jaarrekening 2006 ter kennisgeving wordt aangeboden aan de raden van de deelnemende gemeenten. Uw raad wordt verzocht het jaarverslag 2006 voor kennisgeving aan te nemen. 11. Raadsinformatiebrief d.d. 27 juli 2007 (07u0012549) inzake onderzoek gemeenschapshuizen. Uw raad wordt verzocht de bijgesloten raadsinformatiebrief voor kennisgeving aan te nemen. 12. Brief van Reinigingsdiensten Rd-4 d.d. 3 juli 2007 (07i0008759), waarbij de door het Algemeen Bestuur van Rd-4 op 28 juni jl. vastgestelde Jaarrekening 2006, ter kennisgeving wordt aangeboden aan de raden van de deelnemende gemeenten. Uw raad wordt verzocht de jaarrekening 2006 Rd - 4 voor kennisgeving aan te nemen. 13. Schrijven d.d 15 augustus 2007(07i0010054) van PvdA Kerkrade met vragen ex art 38 RvO inzake Parkeerproblematiek Zonstraat. Om pre – advies aan college. 14. Raadsinformatiebrief van september 2007 (07u0013318) inzake evaluatie subsidieverordeningen. Uw raad wordt verzocht de bijgesloten raadsinformatiebrief voor kennisgeving aan te nemen. 15. Raadsinformatiebrief van augustus 2007 (07u0013139) inzake jaarverantwoording toezicht en handhaving Wet Kinderopvang door gemeenten 2005 en vervolgonderzoek implementatie eerstelijns toezicht op Wet Kinderopvang door gemeenten in 2006. Uw raad wordt verzocht de bijgesloten raadsinformatiebrief voor kennisgeving aan te nemen. 16. Schrijven d.d. 12 september 2007 (07i0011003) van PvdA Kerkrade met vragen ex art. 38 RvO inzake tijdelijke verhoging van de entreeprijs van het GaiaPark. Om pre-advies aan college. 17. Schrijven d.d 07 september 2007 (07i0010824) van VVD Kerkrade met vragen ex art 38 RvO Raad inzake uitlatingen wethouder Bosch. Om pre - advies aan college. 18. Schrijven, ingekomen 11 september 2007 van Fractie SP Kerkrade met vragen ex art 38 RvO Raad inzake dossier Worm/Haanrade versus Hodzelmans. Om pre - advies aan college.
19. Voorjaarsrapportage 2007 Brandweer Parkstad Limburg. Uw raad wordt verzocht het bijgesloten advies van de commissie Algemene Zaken en Middelen te volgen en: kennis te nemen van de voorjaarsrapportage 2007 Brandweer Parkstad Limburg (ligt ter inzage). in de najaarsnota 2007 van de gemeente Kerkrade reeds rekening te houden met een extra tegenvaller ter hoogte van € 157.500,-. 20. Agenda voor de Ab - vergadering van het Werkvoorzieningschap van 27 september 2007 en de notulen van de AB - vergadering het Werkvoorzieningschap van 28 juni 2007. Uw raad wordt verzocht kennis te nemen van de agenda en notulen.
Burgerbelangen t.a.v. P. Hanneman Old Hickoryplein 10 6461 EZ KERKRADE
Kerkrade, 19 juni 2007 Briefnummer : 097.MGZL1.07 EB/fq Betreft : alarmsystemen in verpleeg- en verzorgingstehuizen L.S., Onderstaand doen wij u toekomen, de antwoorden op de vragen met betrekking tot de alarmsystemen in verpleeg- en verzorgingstehuizen. •
Zijn er heldere procedures gekoppeld aan deze alarmsystemen, en zo ja, welke?
Er zijn inderdaad heldere procedures binnen PlanCare (ons kwaliteitsysteem); echter deze zijn niet uniform vastgesteld op papier. Technisch gezien doorloopt een (zorgalarm)melding een routing door de aanwezige infrastructuur vanaf de gebruiker (melder) tot en met de verzorging (ontvanger). Binnen de techniek ligt de procedure vast. Binnen de Lückerheidekliniek wordt iedere melding door de medewerkers gecontroleerd c.q. geverifieerd door ter plekke te gaan kijken naar de aard van de melding. •
Zijn de gebruikers in de verpleeg- en verzorgingstehuizen goed geïnstrueerd inzake gebruik van het alarmsysteem? En zo ja, op welke manier?
De gebruikers worden geïnstrueerd zodra deze gebruik gaan maken van de zorgalarmering, zowel intra- als extramuraal en bij mutatie. Instructies worden overgebracht door (hoofd) verzorging of bijvoorbeeld TD / facilitair leidinggevende. Op de bewonerskamers of appartement is geen instructie aanwezig (met uitzondering van Lupinehof voor de bediening van de Bosch-Estafette toestellen). Binnen de Lückerheidekliniek wordt iedere passieve melding van bewegings- en/of geluidsector overschrijding omgezet in een actieve alarmeringsmelding zonder dat de bewoners dat in de gaten hebben. Dus de techniek maakt de melding! •
Zijn de functionarissen die belast zijn met alarmeringssystemen, de zogenaamde alarmontvangers, getraind in een adequate afhandeling van een alarm? En zo ja, op welke manier?
Ieder personeelslid, verzorgende, krijgt een instructie hoe te handelen bij het ontvangen van een zorgalarm. Dit gebeurt door hoofd verzorging of TD / facilitair leidinggevende. Periodiek wordt deze instructie herhaald en heeft men de mogelijkheid om deze nogmaals naar behoefte te ontvangen. Binnen de Lückerheidekliniek hebben de medewerkers van de receptie een interne training gehad over de bediening en het gebruik van de software voor actieve en passieve alarmeringen. De avond/nachthoofden gaan dezelfde interne training volgen. Er is een duidelijke, beknopte gebruikshandleiding aanwezig. Tevens is er een contactpersoon benoemd waarbij men terecht kan bij eventuele vragen of onduidelijkheden. •
Wordt het alarmeringssysteem alsmede de procedure hiervan, regelmatig getest? En zo ja, wat zijn de resultaten van deze tests tot op heden?
De technische werking van de installatie wordt tijdens het jaarlijks onderhoud getest op correcte werking door een gecertificeerd bedrijf (Ascom). De procedure met betrekking tot de afhandeling gebruiker en verzorging wordt in principe niet getest. Deze verandert in de huidige setting en zorgverlening niet. Hoofden van zorg zullen wel een en ander toetsen op hun afdeling. Wij hebben te maken met “intelligente” alarmeringssystemen die aangeven wanneer er iets mis is. Bij twijfel wordt er melding gemaakt via een 24-uurs-storingsdienst. Storingen of vreemde zaken worden tevens via een email gelijk kenbaar gemaakt bij de contactpersoon. Het alarmsysteem is tot nu toe betrouwbaar te noemen. Verder is er een begeleidingscommissie. Ik vertrouw erop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet,
E.M.P.M. Breukers MBA Rayondirecteur Kerkrade
Raadsinformatiebrief
Datum 17 juli 2007
Aan de leden van de raad, Onderwerp: beantwoording motie “verschraling voorzieningenniveau wijken” Inleiding In de raadsvergadering van 28 februari 2007 hebben Burgerbelangen, PvdA, CDA en BBK-Lokaal een motie ingediend over de verschraling van het voorzieningenniveau in de wijken (zie bijlage 1). In deze motie is het college verzocht een aantal acties te ondernemen en de raad over haar bevindingen te informeren. Onderstaand zijn deze acties weergegeven. 1. Inventarisatie aantal geldautomaten Om een goed beeld te krijgen van de huidige situatie zijn alle bestaande geldautomaten in geheel Kerkrade geïnventariseerd (bijlage 2). Per geldautomaat zijn de ligging (wijk, buurt en adres), de exploitant en de bijzonderheden in beeld gebracht. Het grootste deel van de geldautomaten is bevestigd in de buitengevel van gebouwen en is dus 24 uur per dag operationeel. De resterende automaten bevinden zich in winkels of bankkantoren en zijn alleen operationeel tijdens openingstijden van de betreffende bedrijven. In 1 geval (SNS/Moneybox-automaat in de vestiging van Hornbach) zijn kosten verbonden aan geldopname (€ 2,50 per transactie). N.b. HEMA-Kerkrade geeft aan dat in september 2007 een SNS/Moneybox-automaat in de vestiging in de Niersprinkstraat zal worden geplaatst. 2. Geografische spreiding geldautomaten De spreiding van de geldautomaten over heel Kerkrade is ook geografisch weergegeven (bijlage 3). Uit deze overzichtskaart blijkt dat Kerkrade in totaal 15 locaties kent waarop een of meerdere geldautomaten aanwezig zijn. Van deze locaties liggen er 5 in het stadscentrum. Geldautomaten ontbreken in : . Kerkrade-Oost : Erensteinerveld, Holz en Haanrade . Kerkrade-West : Kaalheide, Heilust, Terwinselen en Gracht . Kerkrade-Noord : Waubacherveld, Hopel en Vink 3. Functionele spreiding geldautomaten De spreiding van de geldautomaten komt nagenoeg volledig overeen met de spreiding van de winkelconcentraties in Kerkrade. De omgeving van de winkelconcentratie rond het Piusplein (Terwinselen) vormt hierop de enige uitzondering. De voormalige Rabo-
vestiging is hier verdwenen. In Kerkrade-West is het voormalige postagentschap met geldautomaat aan de Kampstraat weliswaar gesloten, maar binnen de wijk verplaatst naar de locatie Graverstraat. 4. Banken De 5 banken die in Kerkrade geldautomaten exploiteren zijn momenteel noch op lokaal noch op regionaal niveau georganiseerd. Op Parkstadniveau bestaat het voornemen om een overleg te starten. Om de in de motie gestelde vragen te kunnen beantwoorden heeft overleg plaatsgevonden met vertegenwoordigers van de Rabobank en van de Postbank. Beide banken samen exploiteren meer dan 80% van alle Kerkraadse geldautomaten. Uit dit overleg blijkt het volgende: 4.1. Kosten geldautomaat De investeringskosten voor het plaatsen van een geldautomaat bedragen, afhankelijk van de omstandigheden op de locatie, tussen de € 50.000,- en €100.000,-. Daarnaast kennen geldautomaten specifieke exploitatielasten, die voor een deel voortkomen uit strenge veiligheidseisen. 4.2. Locatiekeuze geldautomaten Aan de locatiekeuze van geldautomaten liggen de volgende overwegingen ten grondslag: Banken plaatsen geldautomaten alleen op die locaties waar voldoende transacties (‘traffic’) plaatsvinden om de automaat rendabel te maken. Consumenten pinnen geld waar zij ook geld uitgeven, namelijk in de directe omgeving van winkels. Direct gevolg daarvan is dat alleen rond winkelconcentraties voldoende traffic plaatsvindt om een geldautomaat te kunnen exploiteren. Plaatsing van geldautomaten in woongebieden is ook om reden van veiligheid niet gewenst. In het algemeen stellen de banken vast dat er steeds minder contact geld in omloop is omdat een groeiend aantal transacties op andere wijze plaatsvindt (electronisch bankieren, betalen met bank- en pinpas, chipknip, etcetera). 5. Alternatieve vormen van geldverstrekking Om de in de motie gestelde vragen te beantwoorden is ook gekeken naar alternatieve vormen van geldverstrekking. Onderstaand een weergave van de belangrijkste alternatieven. • • •
geld-expres: regelmatige bezorging van contant geld aan huis door TNT-post. De afgelopen 3 jaar is deze service in Kerkrade verleend door de Rabobank. Van deze voorziening is nauwelijks gebruik gemaakt. geld-bus: een mobiele voorziening die op vaste tijden halteert op vaste plekken in dorpen en wijken. Deze voorziening heeft op meerdere plekken in Nederland gefunctioneerd. Ook hiervan is nauwelijks gebruik gemaakt. zittingen: in Heerlen is geëxperimenteerd met zittingen in zorgcentra. Ook van deze service is onvoldoende gebruik gemaakt.
• •
electronisch bankieren, onder meer met behulp van de mobiele telefoon. Van deze mogelijkheid wordt steeds meer gebruik gemaakt. cash-back: bij veel winkels en bedrijven kan naast de gedane aankopen extra contant geld worden opgenomen. Van deze mogelijkheid wordt volgens de banken veel gebruik gemaakt.
6. Conclusies De geografische spreiding van geldautomaten in Kerkrade lijkt op het eerste gezicht onevenwichtig. Met het oog op het gedrag van consumenten enerzijds en op de bedrijfsfilosofie van de banken anderzijds, kan echter worden gesteld dat de geldautomaten in Kerkrade in functionele zin een goede spreiding kennen. Op de omgeving van het Piusplein (Terwinselen) na, beschikken alle winkelconcentraties in Kerkrade over een of meerder geldautomaten. Daarnaast zijn voor het verkrijgen van contant geld meerdere alternatieven beschikbaar. Mr. P. Thomas Wethouder Economie
BIJLAGE 2
INVENTARISATIE GELDAUTOMATEN KERKRADE PER 22-05-2007
Kerkrade Oost
adres
exploitant
bijzonderheden
Centrum Centrum
Markt 46 Markt 47
ABN-AMRO-bank Rabobank
Centrum
SNS-bank Postbank ING-bank Postbank
buiten 24 uur p. dag buiten 24 uur p.dag buiten 24 uur p.dag
Rabobank
buiten 24 uur p.dag
Chevremont Rolduckerveld
Van Beethovenstraat 4 Hoofdstraat 16 Hoofdstraat 50 Maria Gorettistraat 2-D Bleijerheiderstraat 133 Pieterstraat 23 Hertogenlaan 29
buiten 24 uur p.dag 1 x buiten 24 p.dag 2 x binnen openingstijden bank buiten 24 uur p. dag
Rabobank Postbank
buiten 24 uur p.dag in AH openingsuren AH
Kerkrade West
adres
exploitant
bijzonderheden
Spekholzerheide
Akerstraat 129
Rabobank
Spekholzerheide
Carboonstraat
Postbank
Spekholzerheide Bedr. terrein Locht
Graverstraat 68 Hornbach
Postbank SNS-Bank / Moneybox
2 x binnen openingstijden bank 2 x buiten 24 uur p.dag binnen openingstijden Albert Heijn buiten 24 uur p.dag binnen openingstijden Hornbach + extra kosten € 2,50 per transactie
Kerkrade Noord
adres
exploitant
bijzonderheden
Eijgelshoven Eijgelshoven
Laurastraat 51 Laurastraat 4
Postbank Rabobank
buiten 24 uur p.dag 1x binnen 1x buiten 24 uur p.dag
Centrum Centrum Nulland Bleijerheide
Sector SoZaWe Bezoekadres:
Markt 33
SP-Afdeling Kerkrade t.a.v. dhr. P. Bell Akerstraat 104 a 6466 HM Kerkrade
Ambtenaar
R.M.J.S. Stijns Doorkiesnummer
045 - 567 6782 Telefax
045 - 567 6395 Zaaknummer Uw brief van
Uw kenmerk
Ons kenmerk
6 augustus 2007
Datum
27 augustus 2007
Onderwerp
Beantwoording op vragen aan het college (art.38 RvO-Raad) Bijlage(n)
1 Geachte heer Bell, In antwoord op uw schrijven van 6 augustus jl. inzake Licom verkoop Intratuin Kerkrade kunnen we uw vragen hieromtrent als volgt beantwoorden. Vraag 1.: Was het college op de hoogte van de verkoop van Intratuin aan D'Ox Companies NV uit Roermond? Het College was niet op de hoogte van deze verkoop. Tijdens de laatste informele aandeelhoudersvergadering is wel een korte schets gegeven van de situatie rond Intratuin als onderdeel van Licom. Daaruit bleek dat de exploitatiecijfers achter bleven bij de verwachtingen. Vraag 2.: Heeft het College kennis van de volledige verkoop (dwz het resterende aandeel van 50%) van de Intratuin- vestiging in Kerkrade in de nabije toekomst? Wethouder Bosch heeft n.a.v. de krantenpublicatie over de voorgenomen verkoop van 50% van de aandelen contact gehad met de voorzitter van de Raad van Commissarissen. Deze heeft zijn excuses aangeboden over het feit dat de informatie over dit voornemen niet aan de aandeelhouders is gecommuniceerd. Daaropvolgend heeft het College de stukken van Licom ontvangen betreffende het besluit van de directie om Intratuin Heerlen en Kerkrade onder te brengen in een andere constructie (zie bijlage). Uit deze stukken blijkt dat het inderdaad zo is dat na 3 jaar ook de overige 50% aandelen overgenomen zullen worden. Het College hecht er aan op te merken dat, ofschoon de gang van zaken de schoonheidsprijs niet verdient, inhoudelijk geen bezwaar bestaat tegen deze overdracht. Het rijksbeleid is op gericht om de SW -medewerkers zo veel mogelijk in reguliere arbeidsomstandigheden te laten functioneren, rekening houdend met de mate van arbeidsbeperkingen van betrokkenen en onder de voorwaarde van een adequate begeleiding. Dat was en is voor de SW -medewerkers bij Intratuin het geval. Het College verwijst ook in deze naar de uitgangspunten die Licom heeft gehanteerd bij de verkoop.
Postbus 600 6460 AP Kerkrade Telefoon 045 – 567 67 67 Telefax 045 – 567 63 95
ING Bank Kerkrade 67.31.10.672 Postbank 1031755 BNG 28.50.04.484
Vraag 3. Heeft het College kennis van de gevolgen voor het (SW -geïndiceerde) personeel? Zo ja, welke gevolgen heeft de overname (bijv. op het gebied van zekerheid, omstandigheden en begeleiding?) Zoals reeds bij vraag 2 aangegeven kan in deze verwezen worden naar de bijlage. Overigens merkt het College op dat, voor alle plekken waar SW-ers worden geplaatst c.q. werken, geldt dat voldaan moet worden aan de voorwaarden van de acceptabele arbeidsomstandigheden. In de uitvoeringsovereenkomst met het Schap is Licom deze verplichting in algemene zin aangegaan. Vraag 4. Denkt het College dat de primaire taak van het SW bedrijf goed wordt uitgevoerd? Antwoord: Ja. Het is bovendien ook tot heden zo geweest dat SW-ers werkzaam waren bij Intratuin. Vraag 5. Vindt het College een situatie wenselijk waarbij alle SW geïndiceerden, op een bepaalde SW-werkplek, door een volledige verkoop door Licom min of meer verplicht aan de slag moeten in het vrije bedrijf? Antwoord: Ja, althans voor zover in die situatie rekening wordt gehouden met de hierboven genoemde randvoorwaarden. Ook in de huidige situatie verrichten in heel Nederland SW-ers werkzaamheden als gedetacheerden binnen het vrije bedrijfsleven. Vraag 6.: Realiseert het College zich dat indien medewerkers van Licom zich moeten conformeren aan de normen en doelstellingen van een regulier bedrijf een deel van de medewerkers daartoe niet in staat zal blijken te zijn? Antwoord: Ja. Wij verwijzen daartoe niet alleen naar het vorenstaande, maar ook naar de door Licom geformuleerde voorwaarden. Het College merkt daarenboven op dat het in alle situaties en voor alle SW- ers, dus ook in de beschutte omstandigheden, kan gebeuren dat een medewerker moet afhaken. De opdracht aan de uitvoeringsinstelling (Licom) is dan juist om naar ander passend werk te zoeken. Vraag 7.: Is het College het met ons eens dat voor Licom NV het zorgdragen voor passend werk voor SW-geïndiceerden en niet het verhogen of veiligstellen van winst als prioriteit geldt? Antwoord: Ja. Zoals bekend is dit ook zo vervat in de opdrachtverstrekking door het Werkvoorzieningschap OZL en in de bedrijfsvisie van Licom. Dit laat echter onverlet dat Licom passend werk moet zien binnen te halen voor grote aantallen mensen en dat een groot deel van dat werk op de vrije markt verworven moet worden. Gezien dit gegeven hebben de gemeenten als aandeelhouder Licom de opdracht aan de directie gegeven dat de exploitatie van het bedrijf zoveel mogelijk kosten neutraal dient te zijn. Het College is zich bewust van de vele dilemma's die deze onderscheiden posities in de bedrijfsvoering van Licom opleveren. Met vriendelijke groet, Het college,
De secretaris,
J.J.M. Som
mr. C.M. Kuikman
Postbus 600 6460 AP Kerkrade Telefoon 045 – 567 67 67 Telefax 045 – 567 63 95
ING Bank Kerkrade 67.31.10.672 Postbank 1031755 BNG 28.50.04.484
Sector Samenleving Bezoekadres:
Markt 33
Aan: de leden van de gemeenteraad en burgercommissieleden van Kerkrade.
Ambtenaar
H.E.A. ter Haar Doorkiesnummer
045 - 567 6296 Telefax
045 - 567 6395 Zaaknummer Uw brief van
Uw kenmerk
Ons kenmerk
Datum
27 juli 2007 Onderwerp
Raadsinfobrief inzake onderzoek gemeenschapshuizen. Bijlage(n)
Geachte gemeenteraadsleden en burgercommissieleden, In de vergaderingen van de commissie Burgers & Samenleving van 12 en 27 juni jl. is uitvoerig gesproken over het beleid inzake de gemeenschapshuizen in Kerkrade. Hierin heb ik aangekondigd een extern onderzoek te willen laten verrichten naar de functionaliteit van de huidige gebouwen in relatie tot de huidige en toekomstige behoefte aan deze voorzieningen. Met de commissie is afgesproken u op de hoogte te stellen van de onderzoeksvraag en de opdracht zodra hierover iets concreets te melden valt. Ik kan u melden dat de onderzoeksvraag geformuleerd is en dat deze verwerkt is in een bestek. Dit bestek wordt op vrijdag 27 juli a.s. aangeboden aan verschillende landelijk opererende bureau. Deze bureaus worden geselecteerd op basis van de specifieke kennis en ervaring met vraagstukken rondom accommodatiebeleid in de non profit sector. Ik verwijs u naar de bijgevoegde onderzoeksopdracht zoals deze in de collegevergadering van 17 juli jl. is vastgesteld. Ik ga er van uit u voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd. In de commissie Burgers & Samenleving van september as. zal ik u nader informeren. Met vriendelijke groet, Wethouder Ralf Krewinkel,. Welzijn, volksgezondheid, milieu (incl. afval en reiniging) en wijkontwikkeling.
Postbus 600 6460 AP Kerkrade Telefoon 045 – 567 67 67 Telefax 045 – 567 63 95
ING Bank Kerkrade 67.31.10.672 Postbank 1031755 BNG 28.50.04.484
Onderzoeksopdracht gemeenschapshuizen gemeente Kerkrade.
Inleiding De gemeente Kerkrade bestaat uit meerdere wijken die allemaal een eigen identiteit en sociale structuur hebben. De stad heeft 48.745 inwoners en wordt geconfronteerd met de gevolgen van vergrijzing en ontgroening. Het gemeentebestuur oriënteert zich als gevolg hiervan op het toekomstige voorzieningenniveau. Historie Het beleid was begin jaren ’90 gericht op het afbouwen van de gemeentelijke bemoeienis met gemeenschapshuizen. De accommodaties werden midden jaren ’90 volledig geprivatiseerd. Vanaf het einde van de jaren ’90 werd de gemeente geconfronteerd met verzoeken van stichtingsbesturen om financiële steun. Hiervoor werden onder de noemer “maatwerk” ad hoc oplossingen geformuleerd. In 2004 besloot het college om het beleid inzake gemeenschapshuizen te structureren. De financiële jaarstukken van de stichtingsbesturen werden uitgebreid geanalyseerd. Geconcludeerd werd dat de stichtingen niet in staat waren om de exploitatie van de gemeenschapshuizen volledig op orde te krijgen. Zo waren ze niet in staat om middelen te reserveren voor het noodzakelijke groot onderhoud. Vervolgens zijn zes accommodaties door de gemeenteraad aangemerkt als “gemeenschapshuis”. Recentelijk zijn enkele achtergestelde leningen verstrekt om het groot onderhoud te bekostigen. Het noodzakelijke onderhoud (bouwbesluit, geluidwerendheid en brandveiligheid) is per gebouw in beeld gebracht. In 2005 is een concept-steunregeling vastgesteld, die in het voorjaar van 2006 met de stichtingsbesturen is besproken. In 2006 zijn middelen gereserveerd voor investeringen in het groot onderhoud van de gemeenschapshuizen. Voorzieningenniveau De gemeenteraad heeft zes accommodaties aangewezen die formeel de status van “gemeenschapshuis” hebben. Dit betekent dat ze als basisvoorziening voor sociaal culturele activiteiten aangemerkt worden en enkelen een functie als gemeentelijke wijkloket kunnen vervullen (Collegeprogramma 2006-2010). Het betreft de volgende wijken met de genoemde bestaande voorzieningen: 1. De wijk West met de gemeenschapshuizen Heilust, Sjtaater Hoes en Heidsjer Trefpunt 2. De wijk Noord met het Socio-project. 3. De wijk Oost met het Catharinahoes en het patronaat Bleijerheide Bij de genoemde accommodaties dienen diverse oplossingsrichtingen en de bijbehorende financiële gevolgen in kaart gebracht te worden. Als de bestaande voorzieningen en hun verzorgingsgebied worden ingetekend op de kaart van Kerkrade, wordt duidelijk dat er één witte vlek in het bestaande voorzieningenniveau is. Dit betreft het voedingsgebied Chevremont/Rolduckerveld/Erensteinerveld/Haanrade. Het onderzoek dient in te zoomen op de mogelijkheden om in deze wijk een zevende gemeenschapshuis te realiseren. Mogelijke oplossingsrichtingen kunnen ge zocht worden bij P3, bestaande particuliere zalen of de vrijkomende kerkgebouwen.
1
Nieuw beleid Duidelijk is dat het ad hoc inspelen op verzoeken van stichtingsbesturen geen structurele oplossing voor de problematiek van de gemeenschapshuizen oplevert. Naar aanleiding van de toenemende exploitatietekorten, de hogere regeldruk en de behoefte om een kwaliteitsimpuls te geven aan het bestaande voorzieningenniveau is een heroriëntatie op het tot nog toe gevoerde beleid en de rol van de lokale overheid hierin gewenst. Onderzoeksopdracht Teneinde thans qua voorzieningen de juiste beslissingen te nemen zijn nadere gegevens nodig. Hiertoe wordt de volgende opdracht geformuleerd: a) bepaal de functionaliteit van de huidige accommodaties in relatie tot het (gewenste) gebruik nu en in de toekomst: aan welke activiteiten is behoefte en kunnen de bestaande accommodaties hierin voorzien? b) maak een prognose van de behoefte van gemeenschapshuizen/-voorzieningen over 10 jaar; c) geef aan welke veranderingen c.q. verbeteringen nodig zijn in de huidige accommodaties; schets de financiële gevolgen van meerdere scenario’s waarbij zowel de gevolgen voor de investeringen als de exploitatie in beeld worden gebracht. d) onderzoek welke beheer- en exploitatiemodellen er zijn voor de bestaande gemeenschapshuizen in de komende 10 jaar en breng de financiële gevolgen hiervan in kaart. e) leg een verband met concrete beleidsontwikkelingen op aangrenzende beleidsterreinen, zoals het opzetten van wijkzorgpunten, ontwikkelingen op het gebied van sport en onderwijs ed. Voorwaarden c.q. eisen aan externe: - aantoonbare ervaring met materie - kennis van lokale/ Limburgse situatie strekt tot aanbeveling - referenties - brede kennis (zowel bouwtechnisch als beleidsinhoudelijk) - tussentijdse bijstelling van opdrachtformulering moet mogelijk zijn - realisering van de opdracht binnen opgegeven tijdpad - frequente terugkoppeling tussen opdrachtgever en opdrachtnemer Tijdpad: Voorbereiding onderzoeksopdracht, bestek in juli 2007. Verzending bestek 27 juli 2007. Gunning is gepland eind augustus/begin september met start werkzaamheden september 2007. Afronding eind december 2007.
4 juli 2007
2
Reinigingsdiensten
Gescand nummer: 0710008759 '1 50 n 25
Aan de Gemeenteraden van de gemeenten Brunssum, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Nuth, Onderbanken, Simpelveld, Vaals en Voerendaal
knl WWW.IUt.lll
Heerlen : 3 juli 2007 Ons kenmerk : GR071813/WS/jva Betreft : vaststelling jaarrekening 2006
Gemeente Kerkrade INGEKOMEN Service Desk
- 6 JUL2007 Geachte leden van de Raad,
No.:
In de vergadering van het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4 van 28 juni jongstleden is de jaarrekening 2006 vastgesteld. Wij bieden u hierbij het rapport inzake de jaarrekening 2006 aan. Wij gaan er vanuit u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend, namens het Algemeen Bestuur van Reinigingsdiensten Rd4 Gemeenschappelijke Regeling,
Mr. L.H.F.M. Jans Voorzitter
Behandeld door : Wil Sijstermans, Directeur Telefoon : 045 - 543 71 91
Bijlage
: 1
Reinigingsdiensten Rd4 is een Gemeenschappelijke Regeling van gemeenten in Zuid-Limburg
REINIGINGSDIENSTEN Rd4 Gemeenschappelijke Regeling Te Heerlen Rapport inzake de geconsolideerde jaarrekening 2006
Heerlen, 16 mei 2007
Inhoudsopgave Paqina RAPPORT Algemeen Financiële positie Resultaat
2 2 3
JAARVERSLAG VAN DE DIRECTIE
JAARREKENING Grondslagen voor de financiële verslaggeving
11
Geconsolideerde balans per 31 december 2006 Geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2006 Toelichting op de geconsolideerde balans per 31 december 2006 Toelichting op de geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2006
13 15 16 19
OVERIGE GEGEVENS Accountantsverklaring Voorstel bestemming overschot 2006 Deelnemende gemeenten Verdeling vermogen
23 25 26 26
BIJLAGEN Overzicht materiële vaste activa Afvalhoeveelheden 2006 Productenoverzicht 2006
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
28 29 31
1/31
Aan het Algemeen Bestuur van Reinigingsdiensten Rd4 Nijverheidsweg 4a 6422 PD Heerlen
Heerlen, 16 mei 2007
Geachte heer, mevrouw, Ingevolge de bepalingen in de statuten hebben wij de bij dit rapport opgenomen jaarrekening over het boekjaar 2006 van Reinigingsdiensten Rd4 Gemeenschappelijke Regeling samengesteld. Omtrent de resultaten brengen wij u als volgt verslag uit.
ALGEMEEN De Gemeenschappelijke Regeling (hierna: GR) is eind 1997 opgericht en feitelijk met haar werkzaamheden begonnen op 1 januari 1998. De GR heeft twee 100% dochtervennootschappen, te weten Rd4 Facilitair Bedrijf B.V. (hierna: BVF) en Rd4 Kringloop Bedrijf B.V. (hierna: KLB). In de BVF zijn alle medewerkers ondergebracht met een niet ambtelijke status, zij hebben de CAO voor de Energie- en Nutsbedrijven sector Afval en Milieu. Behoudens de ambtenaren (gemeentelijke CAO) en de onroerende zaken, zijn met ingang van het boekjaar 2004 alle productiemiddelen gecentraliseerd in de BVF. De activiteiten van deze drie onderdelen (GR, BVF en KLB) zijn zo sterk met elkaar verweven dat ze eigenlijk één bedrijf vormen. Om een goed inzicht te krijgen in het functioneren van Rd4 als geheel, presenteren wij al jaren een integraal geconsolideerde jaarrekening (en begroting) van de drie onderdelen samen. Volgens het nieuwe besluit begroting en verantwoording (BBV), welke in de plaats is gekomen van de compatibiliteitsvoorschriften, mag dit eigenlijk niet meer. Echter, voor het verkrijgen van een goed en juist inzicht is het beter als we de lijn van de afgelopen jaren voort zetten. In overleg met onze accountant hebben we dan ook besloten u wederom een geconsolideerde jaarrekening te presenteren.
FINANCIËLE POSITIE Ter verkrijging van een inzicht in de financiële positie van de geconsolideerde onderneming verstrekken wij u de navolgende overzichten. Deze zijn gebaseerd op de gegevens uit de jaarrekening.
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
2/31
A) Vergelijkend balansoverzicht (x € 1.000) 31-12-2006 bedrag Activa Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen
Passiva Eigen vermogen Financiële activa Voorzieningen Langlopende schulden Kortlopende schulden
%
31-12-2005 bedrag
%
3.986 16.929 478 3.035 2.299
14,9 63,3 1,8 11,4 8,6
2.913 14.732 143 3.967 2
13,4 67,7 0,7 18,2 0,0
26.727
100,0
21.757
100,0
1.405 0 89 20.000 5.233
5,3 0,0 0,3 74,8 19,6
1.405 0 230 14.000 6.122
6,5 0,0 1,1 64,3 28,1
26.727
100,0
21.757
100,0
2006
2005
mutatie
478 3.035 2.299
143 3.967 2
335 -932 2297
5.812 -5.233
4.112 -6.122
1700 889
579
-2.010
2589
Werkkapitaal Voorraden Vorderingen Liquide middelen
Kortlopende schulden Werkkapitaal
RESULTAAT Ten behoeve van het inzicht in de ontwikkeling van het resultaat volgt onderstaand in afgeronde bedragen de winst- en verliesrekening 2006 (x € 1.000) Rekening 2006
Begroting 2006 Rekening 2005
Netto-omzet Verwerkingskosten afval Kosten van uitbesteed werk
33.063.565 -12.023.178 -1.816.019
32.381.747 -13.691.825 -1.705.492
33.230.737 -12.669.720 -1.499.179
Brutomarge (transporteren)
19.224.368
16.984.430
19.061.838
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
3/31
Rekening 2006
Begroting 2006 Rekening 2005
Brutomarge (transporteren)
19.224.368
16.984.430
19.061.838
Salarissen en sociale lasten Personeel van derden Energie Afschrijvingen vaste activa Overige bedrijfskosten
7.622.754 2.122.572 785.955 2.942.188 4.453.528
7.339.027 1.257.954 661.011 3.252.787 3.854.901
6.587.977 2.082.594 732.835 3.180.930 3.945.751
17.926.997
16.365.680
16.530.087
1.297.371 497.295 0
618.750 618.750 0
2.531.751 196.926 0
800.076
0
2.334.825
Bedrijfslasten
Bedrijfsresultaat Financiële lasten minus - baten Rentekosten eigen vermogen Nettoresultaat
Toelichting ontwikkeling resultaat
Kosten per aansluiting Voordat we een toelichting geven op de ontwikkelingen van de resultatenrekening willen we eerst inzicht geven in de gemiddelde kosten per aansluiting voor de deelnemende gemeenten ten opzichte van de begroting. De kosten per aansluiting van het basispakket * vormen het grootste gedeelte van de afvalstoffenheffing per aansluiting. Gefactureerde omzet Overschot 2006 Aantal aansluitingen Kosten per aansluiting Aandeel pluspakket Aandeel basispakket *
€ € € € € €
29,4 0,8 28,6 124.000 230 25 205
miljoen miljoen miljoen
begroot € 208
De werkelijke kosten per aansluiting liggen de laatste jaren tussen de € 200 en € 205 per aansluiting en ook voor de begroting 2008 komt dit bedrag uit op € 200.
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
4/31
Algemeen Een aantal ontwikkelingen hebben een grote rol gespeeld in de afwijkingen tussen de begroting en de realisatie waarvan de twee belangrijkste hieronder worden vermeld. Het afvalinzamelplan heeft een behoorlijk effect op de Rd4-organisatie. Enerzijds zijn kosten (fors) hoger, maar dit geldt anderzijds ook voor de opbrengsten, per saldo is de balans positief. Qua huisvesting was 2006 echt een overgangsjaar. In 2005 is besloten om de verschillende locaties te vervreemden en te komen tot een unilocatie, de Nijverheidsweg te Heerlen. De kringloopwinkel aan de Schelsberg is in juni dicht gegaan (de vergunning werd niet meer verlengd), waardoor er een nieuwe winkel "In de Cramer" is betrokken. Als gevolg van deze overgang hebben we tijdelijk (5 maanden) 3 winkels gehad. Het pand van de Technische Dienst is verhuurd, daar de TD zijn intrek al had genomen in de Nijverheidsweg. Al deze bewegingen (en tijdelijk dus meer locaties ) hebben onvermijdelijk meer kosten veroorzaakt. Omzet en -gerelateerde kosten De ontwikkeling van de omzet heeft nauw verband met de kosten van uitbesteed werk en de personeelskosten. Immers omzet wordt gegenereerd door arbeid en die kost geld. Derhalve confronteren wij deze drie componenten met elkaar.
Netto-omzet Kosten van uitbesteed werk Salarissen en sociale lasten Personeel van derden
Rekening 2006
Begroting 2006
33.063.565 -1.816.019 7.622.754 2.122.572
32.381.747 -1.705.492 7.339.027 1.257.954
Verschil 681.818 -110.527 -283.727 -864.618 -577.054
De werkelijke omzet is hoger als gevolg van een uitbreiding van de activiteiten betreffende het regionale sorteer centrum (rsc), er 5 maanden 3 kringloopwinkels waren geopend in plaats van 2, er meer personeel is ingezet op milieupark margraten, een extra reinigingsopdracht was van de gemeente Heerlen en het pand aan de Ir. van der Elststraat is verhuurd. De hogere salarissen en sociale lasten worden veroorzaakt door het uitbreiden van de formatie met 1 manager verkoop, 0,5 kam-coordinator, 0,5 projectleider communicatie, en 1 planner. Daarnaast vindt er een verschuiving plaats van personeel derden naar medewerkers op de loonlijst (ca. 10 fte) vanwege het item "begeleid werken". Dit zijn medewerkers van bijv. Licom en Maecon die voorheen werden ingehuurd maar nu als gevolg van wijzigingen in de SW-status bij ons op de loonlijst staan, waarvoor overigens wel een gedeeltelijke subisidie wordt verkregen. In de hogere kosten voor personeel derden is inbegrepen het extra personeel voor de tijdelijke extra kringloopwinkel en de rsc-activiteiten. De per saldo hogere kosten worden uiteindelijk voornamelijk veroorzaakt door tijdelijke extra kosten als gevolg van het afvalinzamelpan, te weten meer overwerk, meer medewerkers in de productie (inzameling) en bedrijfsbureau.
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
5/31
Verwerkingskosten van afval
Verwerkingskosten afval
Rekening 2006
Begroting 2006
-12.023.178
-13.691.825
Verschil 1.668.647
In de ontwikkeling van deze kosten zien we wederom een reductie van het restafval (3%) en een stijging van de droge componenten, zoals papier, glas en textiel (6%). Hiervan kunnen we in belangrijke mate zeggen dat dit de effecten zijn van het afvalinzamelplan, de burger is beter aan het scheiden en er komt minder "illegaal" afval in het systeem terecht. Daarnaast spelen de betere marktprijzen van papier en metaal een zeer belangrijke rol, afgezien van de hogere hoeveelheden aan papier. De hoeveelheden op milieuparken blijft stabiel terwijl daar een lichte stijging was verwacht.
Kosten van energie
Energie
Rekening 2006
Begroting 2006
785.955
661.011
Verschil
-124.944
De overschreiding is deels te wijten aan de hogere brandstofprijzen en deels aan de tijdelijk gedeeltelijke dubbele huisvesting als gevolg van de verhuizing naar het nieuwe pand.
Kapitaallasten en overige bedrijfskosten
Afschrijvingen vaste activa Overige bedrijfskosten Financiële baten minus - lasten
Rekening 2006
Begroting 2006
2.942.188 4.453.528 497.295 7.893.011
3.252.787 3.854.901 618.750
Verschil 310.599 -598.627 121.455 -166.573
-2,1%
Deze kostencategorie laat een tekort zien van 2,1%. Binnen deze categorie zien we allerlei verschuivingen vanwege allerlei redenen. Door uitstel (of wellicht afstel) van investeringen in het voertuigenpark (effecten AIP), zijn de afschrijvingen wat lager. Het wagenpark is daardoor gemiddeld wat ouder en heeft dus wel wat meer onderhoud nodig. Vanwege de herhuisvesting zijn de kosten van onderhoud wat hoger. De hogere hoeveelheden aan papier brengen meer kosten met zich mee aan deverenigingen die hieraan een forse bijdrage leveren, overigens zijn de opbrengsten hoger. Vanwege een zachte winter is er minder gestrooid. Door uitstel en later realiseren van investeringen en een hogere opbrengst op tijdelijke overschotten van liquide middelen zijn de rentekosten per saldo lager. Onder de huurkosten van gebouwen is een bedrag van € 150.000 opgenomen als zijnde de resterende huurkosten van de Cbs-weg voor de komende 2 jaren, na gedeeltelijke verhuur.
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
6/31
JAARVERSLAG VAN DE DIRECTIE
Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van de Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4 over het boekjaar 2006. Ook dit jaar zijn we weer binnen de budgettaire kaders gebleven. Het gerealiseerde overschot op de taakstellende begroting van ruim € 800.000 geven we volledig terug aan de deelnemende gemeenten. Belangrijkste oorzaak van dit resultaat zijn de positieve effecten van het in 2004 gepresenteerde nieuwe Afval Inzamel Plan. Hierin zijn 2 fasen gedefinieerd, het basissysteem en het vervolgsysteem. Uit de cijfers blijkt dat de effecten van het in 2005 ingevoerde basissysteem beter zijn dan verwacht, waardoor we in het verslagjaar een verdere daling zien van de afvalgerelateerde kosten. Hierdoor zijn we mede in staat geweest om de begroting voor 2007 te verlagen. De toekenning van een substantiële subsidie in het najaar door Senter Novem , sterkt ons in de overtuiging dat we op de goede weg zijn. Door de grote inzet en deskundigheid van onze medewerkers zijn we erin geslaagd deze resultaten te realiseren. Ook de blijvende betrokkenheid van de burgers om actief mee te werken aan deze nieuwe, meer efficiënte afvalinzameling onder het motto "samen aan de slag voor minder afval", is hier debet aan. Een woord van dank is dan ook hier op zijn plaats.
Dienstverlening De positieve effecten van het in 2005 ingevoerde nieuwe identificatie - en registratiesysteem waarbij alle uitstaande minicontainers zijn voorzien van een chip, zijn ook in 2006 merkbaar geweest. De afvalstoffenbalans laat qua omvang en samenstelling een verdere positieve ontwikkeling zien. Zo is het dure restafval verder gedaald (afname 11% to.v. 2004). Hier is het effect van het afschermen van onze voorzieningen voor illegale aanbiedingen (burgers en bedrijven) significant. Ook het aanbod van het eveneens dure Grof Huishoudelijk Afval is gedaald (afname 8% t.o.v. 2004), mede als gevolg van de invoering van een aantal maatregelen zoals het limiteren van het gratis aan huis ophalen en beperken van het aantal gratis bezoeken aan onze milieuparken. Hierdoor (in combinatie met het ingevoerde zakkentarief) zagen we op de milieuparken in 2005 een forse daling van het aangeboden volume afvalstromen. In het boekjaar zien we een gewenning aan de nieuwe spelregels en dus een stabilisatie van het (lagere) aanbod. Ook voor wat betreft het aanbod aan GFT is sprake van een stabilisatie van de aangeboden hoeveelheden, zij het dat we een trend bespeuren naar een (lichte) afname. Ongetwijfeld spelen een aantal factoren hierin een rol, zoals het seizoen, maar ook de mogelijkheid om vooral het Tuinafval (grootste aandeel in het GFT) in eigen beheer te behandelen (aanschaf shredder), hierbij inspelend op de invoering van het vervolgsysteem (Volume Frequentie).
Kijken we naar de zogenaamde droge componenten in de afvalstoffenbalans dan is ook hier het beeld positief, immers de fractie papier blijft stijgen met een toename van ruim 4 1 % to.v. 2004. Ook glas en textiel stijgen, zij het minder dan het papier. Hierbij moet opgemerkt worden dat het potentieel aan textiel in ons verzorgingsgebied niet volledig bij Rd4 terechtkomt, omdat de gemeenten ook andere marktpartijen een inzamelvergunning verstrekken.
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
7/31
Voor wat betreft de kringloopactiviteiten (ca 3000 ton aan goederen; twee winkels, reparatie werkplaats, sorteerhal, 75 medewerkers) kunnen we vaststellen dat er nog steeds een (groeiende) markt is voor deze vorm van dienstverlening. De in het najaar van 2005 geopende nieuwe winkel in de gemeente Heerlen (In de Cramer 9) is een schot in de roos gebleken. Vele klanten hebben ons reeds vanaf de start weten te vinden en de omzet was in dit eerste jaar boven de verwachting. We profiteren hierbij sterk van de dagelijkse stroom bezoekers van en naar de Woonboulevard. De inkomsten uit de verkoop van kringloopgoederen aan particulieren en handelaren, het repareren en verkopen van (zwerf)fietsen en het verrichten van diverse kringloopgerelateerde activiteiten hebben ook dit boekjaar weer een positief bedrijfsresultaat opgeleverd. Deze positieve ontwikkeling sluit aan bij de ingezette professionalisering en dus het beoogde ontwikkelingsperspectief. Ook in 2006 was het grootste gedeelte van deze medewerkers bij ons gedetacheerd vanuit Licom en Maecom, waardoor wij een bijdrage geven aan het stimuleren van de werkgelegenheid van mensen met een afstand tot de reguliere arbeidsmarkt. Momenteel werken in onze Provincie ruim 550 mensen in de kringloopbranche. Onze pogingen in het boekjaar om als Stichting Kringloopactiviteiten Limburg (SKL) de Provincie Limburg te betrekken en te engageren bij deze dankbare vorm van werkgelegenheid heeft tot op heden geen concrete resultaten opgeleverd. Wij betreuren dit, omdat we nog steeds van mening zijn, dat de doelen van onze kringloopactiviteiten nagenoeg parallel lopen aan de actuele regionale ambities op het gebied van duurzaamheid en of het stimuleren van werkgelegenheid en zeker als het gaat om de werkvormen die wij binnen onze organisaties aanbieden. Ontwikkelingen Onze volle aandacht gaat in de eerste plaats uit naar het verder optimaliseren van het ingevoerde basissysteem. Ook de uitwisseling van in dit kader relevante brongegevens van en naar de gemeenten heeft onze aandacht. Nu Nuth als tweede gemeente (naast Onderbanken) het besluit heeft genomen om over te stappen op het vervolgsysteem, is het zaak om de ervaringen die we hierin opdoen te gebruiken voor de verdere implementatie van het vervolgsysteem in de andere gemeenten, te beginnen met de gemeente Landgraaf in 2008. Een andere belangrijke ontwikkeling is natuurlijk de verdere uitbouw van het netwerk aan ondergrondse containersystemen. Het totaal aantal ondergrondse systemen in ons verzorgingsgebied bedraagt momenteel 443. Tot 2010 plannen we de plaatsing van nog ca 600 systemen, waardoor we met ruim 1000 systemen in de grond het voorzieningenniveau een forse kwaliteitsimpuls geven.
Via elektronische toegangscontrole zijn we in staat om het gebruik nauwgezet te monitoren en te beïnvloeden. Per saldo verwachten we dat de servicegraad hierdoor verder zal toenemen tegen lagere exploitatiekosten (logistieke -; afvalkosten). Een andere voor ons belangrijke ontwikkeling is de ingebruikname van de nieuwe hoofdvestiging op het industrieterrein De Beitel (Nijverheidsweg 4A te Heerlen). Hiermee zijn we in staat de toekomstige uitdagingen beter tegemoet te treden. De eerste ervaringen op de nieuwe locatie, waar met uitzondering van de kringloopwinkels en de milieuparken, alle functies (en medewerkers) van onze organisatie zijn ondergebracht, zijn positief te noemen.
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
8/31
Financiën en resultaten Het boekjaar 2006 is met een positief bedrijfsresultaat (geconsolideerd) van € 800.000 afgesloten. De omzet was € 600.000 hoger dan begroot.
Het voordeel op de verwerkingskosten wordt voornamelijk gerealiseerd door de hierboven geschetste invloed van het nieuwe basissysteem. Ook de nog steeds stijgende tarieven voor bepaalde afvalstromen (papier, metalen) zijn hier debet aan (invloed groei wereld economie, toenemende behoefte secundaire grondstoffen). Hierdoor is bij de afzet van afvalstromen sprake van een interessante marktwerking voor aanbieders. Waar zinvol en beschikbaar (contractvoorwaarden) zullen we actief deelnemen aan het economische verkeer. Zo heeft Rd4 in de tweede helft van het boekjaar mede namens een aantal gemeenten uit het Heuvelland met succes een gezamenlijke aanbesteding georganiseerd voor de afzet van grond, metaal en puin (lagere verwerkingskosten). De hogere bed rijfslasten zijn incidenteel van aard en met name het gevolg van de hogere omzet (arbeid kost geld ) en de initiële invoering van het basissysteem (langere doorlooptijd ontwikkeling software, extra ondersteuning inzameling bij nieuwe manier van ledigen). In 2006 is bedrijfsbreed het softwarepakket Navision ingevoerd. Hiermee beschikken we over een basisstramien voor o.a. orderverwerking, planning, facturatie, onderhoud, rapportages, etc waardoor het volledige logistieke proces via een geïntegreerd systeem kan worden beheerd. We beschikken nu over een systeem waardoor we de eigen bedrijfsprocessen verder kunnen verbeteren. De eerste ervaringen zijn veelbelovend. De verwachting is dat we hiermee onze bedrijfskosten (op termijn) positief kunnen beïnvloeden. De kosten per aansluiting voor 2006 bedragen € 205. Deze zijn nauwelijks veranderd sinds boekjaar 2001. Ondanks de jaarlijkse inflatie correctie, kunnen we stellen dat de dienstverlening van Rd4 (relatief) goedkoper is geworden. We merken nog op dat deze kosten per aansluiting exclusief de kosten voor het pluspakket is. Al met al een gunstige resultaatontwikkeling, zeker gezien de landelijke trend van voortdurende stijging van (lokale) lasten voor de burgers. Met de invoering van het vervolgsysteem zijn we in staat deze positieve trend van kostenverlaging binnen Rd4 in ieder geval vast te houden en zoveel mogelijk verder door te zetten.
Bestuur en vergaderingen Het Algemeen Bestuur kwam in het verslagjaar 2 maal in vergadering bijeen. Het Dagelijks Bestuur vergaderde in het verslagjaar 7 maal. Conform de bepalingen van de Gemeenschappelijke Regeling zijn zaken zoals de begroting, de jaarrekening en de investeringen ter sprake geweest. Daarnaast zijn ook andere onderwerpen behandeld die voor Rd4 relevant zijn, zoals de invoering van het Afvalinzamelplan, de toekomst van het Pluspakket, de kringloopwinkels, de financiële gang van zaken, de verbouwingskosten van de nieuwe hoofdlocatie op het industrieterrein De Beitel en de toekomst van de onderneming in meer algemene zin.
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
9/31
Ondernemingsraad De directie van Rd4 heeft ook in het afgelopen boekjaar het overleg met de Ondernemingsraad weer als positief ervaren. De onderwerpen die in het verslagjaar aan de orde zijn geweest waren ook in 2006 weer zeer divers van aard maar hadden altijd betrekking op het reilen en zeilen van de organisatie. Het overleg verliep steeds op in een open en op vertrouwen gebaseerde sfeer. De aanpak is te karakteriseren als pragmatisch en sterk resultaatgericht, geheel in lijn met de aard van onze organisatie. Wij danken de leden van de Ondernemingsraad voor hun inzet en constructieve samenwerking die vertrouwen geeft voor het overleg in het komende jaar.
Verwachtingen 2007 De verwachtingen voor 2007 zijn positief. In het boekjaar zijn we in de gemeente Nuth gestart met de invoering van het vervolgsysteem (Volume Frequentie). Met de gemeente Landgraaf worden momenteel de voorbereidingen getroffen om vanaf 2008 het vervolgsysteem in te voeren. De inzamelresultaten in de gemeenten Onderbanken en Nuth laten een verdere reductie zien van de dure afvalstromen restafval en GFT en een stijging van de droge componenten. Dit is ook nodig, willen we in de buurt komen van de landelijk vastgestelde en wettelijk opgelegde milieudoelstellingen (LAP 2012). Of we hieraan kunnen gaan voldoen is volledig afhankelijk van de besluitvorming binnen de gemeenten die nog geen besluit hebben genomen om over te gaan tot de tweede fase van het in 2004 goedgekeurde Afval Inzamel Plan. Binnen ons verzorgingsgebied zijn de totale hoeveelheden Restafval en GHA per aansluiting nog steeds fors te noemen, zeker afgezet tegen de overige Limburgse gemeenten. Uitblijven van deze besluiten heeft als groot risico dat de nu bereikte resultaten achteruit zullen gaan lopen (en dus een toename van de dure afvalstromen). Wij zullen ons dan ook sterk maken om de gemeenten die nog moeten besluiten tot invoering van het vervolgsysteem, te overtuigen van de noodzaak tot invoering van de tweede fase uit het Afval Inzamel Plan, willen we de beoogde doelstellingen behalen.
De kosten per aansluiting voor het basispakket als graadmeter voor de efficiëntie van onze bedrijfsvoering zal dus verder kunnen dalen, mits we het vervolgsysteem in alle gemeenten invoeren. Bedroegen deze kosten in 2001 € 217 per aansluiting; in de begroting 2007 gaan we uit van een gemiddelde kostprijs per aansluiting voor het basispakket van € 205. En dat is zondermeer een stevige basis voor een duurzaam en op continuïteit gerichte afvalstoffenbeheer. Zodat onze burgers tevreden blijven over hun reinigingsorganisatie.
Voor wat betreft het zogenaamde pluspakket (gladheidbestrijding, kolkenreiniging, vegen, transport) zijn naar onze overtuiging nog veel voordelen voor de gemeenten te behalen. De regionale samenwerking in het basispakket heeft voor iedereen (met name voor onze burgers, gemeenten) voordelen opgeleverd. In het pluspakket is nog lang geen sprake van optimalisatie en bundeling, omdat slechts een beperkt aantal gemeenten gebruik maken van hun eigen uitvoeringsorganisatie. Nog te vaak worden wij gezien als een van de commerciële marktpartijen, die jaarlijks in concurrentie kan en mag offreren. Wij geloven in de voordelen van een gezamenlijke aanpak, waarbij de aangesloten gemeenten collectief Rd4 gebruiken en inzetten voor een optimale organisatie van deze werkzaamheden.
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
10/31
JAARREKENING
GRONDSLAGEN VOOR DE FINANCIËLE VERSLAGGEVING
Consolidatie Reinigingsdiensten Rd4 Gemeenschappelijke Regeling staat aan het hoofd van de Rd4 Groep. De dochtervennootschappen zijn: Belang Rd4 Facilitair Bedrijf B.V. te Heerlen 100% Rd4 Kringloop Bedrijf B.V. te Heerlen 100% De financiële gegevens van Rd4 Facilitair Bedrijf B.V. en Rd4 Kringloop Bedrijf B.V. zijn begrepen in de geconsolideerde jaarrekening van Reinigingsdiensten Rd4 Gemeenschappelijke Regeling. Om een goed inzicht te krijgen in het functioneren van Rd4 als geheel, presenteren wij al jaren een integraal geconsolideerde jaarrekening (en begroting) van de drie onderdelen samen. Volgens het nieuwe besluit begroting en verantwoording (BBV), welke in de plaats is gekomen van de compatibiliteitsvoorschriften, mag dit eigenlijk niet meer. Echter, voor het verkrijgen van een goed en juist inzicht is het beter als we de lijn van de afgelopen jaren voort zetten.
Algemeen De algemene grondslag voor de waardering van de activa en passiva, alsmede voor de bepaling van het resultaat, is de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Voor zover niet anders vermeld, worden activa en passiva opgenomen voor de nominale waarde. Alle bedragen worden in Euro vermeld. Vreemde valuta Activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers per balansdatum. De transacties in vreemde valuta worden omgerekend tegen de koers op transactiedatum. De hieruit resulterende koersverschillen worden in de winst- en verliesrekening verantwoord. Grondslagen voor de waardering van activa en passiva Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden in de balans opgenomen voor de daaraan bestede bedragen bij verkrijging en vervaardiging daarvan. De afschrijving vindt plaats op lineaire basis, waarbij rekening wordt gehouden met de geschatte terugverdienperiode. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd op aanschafwaarde, verminderd met lineair berekende afschrijvingen, gebaseerd op de verwachte economische levensduur. In het jaar van investeren wordt naar tijdsgelang afgeschreven.
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
11/31
Voorraden De voorraden worden gewaardeerd tegen inkoopprijs of lagere marktwaarden. De voorraad kringloopwinkels wordt gewaardeerd tegen marktwaarden. Vorderingen De vorderingen worden opgenomen tegen nominale waarde, voor zover noodzakelijk onder aftrek van een voorziening voor het risico van oninbaarheid. Liquide middelen De liquide middelen staan, voor zover niet anders vermeld, ter vrije beschikking. Langlopende schulden Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De op korte termijn (binnen één jaar) verschuldigde aflossingen worden opgenomen onder de kortlopende schulden. Grondslagen voor de resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de netto-omzet en alle hiermee verbonden, aan het verslagjaar toe te rekenen kosten. De kosten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor vermelde waarderingsgrondslagen. Winsten worden verantwoord in het jaar waarin de omzet is gerealiseerd. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin deze voorzienbaar zijn. De overige baten en lasten worden toegerekend aan de verslagperiode waarop deze betrekking hebben.
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
12/31
GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2006 In euro, na voorstel winstbestemming
31-12-2005
31-12-2006 ACTIVA
Vaste activa Immateriële vaste activa Afvalinzamelplan Materiële vaste activa Gebouwen en terreinen Machines en installaties Activa in uitvoering en vooruit betaald:
3.985.877
2.912.945 6.524.185 8.207.710 0
6.235.565 7.300.810 3.392.400 16.928.776
14.731.895
478.303
142.500
Vlottende activa Voorraden Vorderingen Debiteuren Verbonden maatschappijen Belastingen en sociale lasten Overige vorderingen
2.044.173 952.097 671.639 299.521
1.489.107 40.493 826.654 678.798
3.967.430
3.035.053 Liquide middelen Kas Bank
Totaal
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
2.058 0
2.035 2.296.846 2.298.881
2.058
26.726.889
21.756.828
13/31
I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I
31-12-2006
31-12-2005
PASSIVA Eigen vermogen Voorzieningen Overige Langlopende schulden Kredietinstellingen
Kortlopende schulden Kredietinstellingen Crediteuren Belastingen en sociale lasten Overige schulden
Totaal
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
1.404.899
1.404.899
89.326
230.000
20.000.000
14.000.000
102.650 2.752.212 278.182 2.988.885
0 2.386.513 283.089 2.563.062 5.232.664
6.121.929
26.726.889
21.756.828
14/31
WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2006 In euro Rekening 2006 Netto-omzet Verwerkingskosten afval Kosten van uitbesteed werk Brutomarge Salarissen en sociale lasten Personeel van derden Energie Afschrijvingen vaste activa Overige bedrijfskosten Bedrijfslasten
Bedrijfsresultaat Financiële baten minus - lasten Rentekosten eigen vermogen Nettoresultaat
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
Begroting 2006 Rekening 2005
33.063.565 -12.023.178 -1.816.019
32.381.747 -13.691.825 -1.705.492
33.230.737 -12.669.720 -1.499.179
19.224.368
16.984.430
19.061.838
7.622.754 2.122.572 785.955 2.942.188 4.453.528
7.339.027 1.257.954 661.011 3.252.787 3.854.901
6.587.977 2.082.594 732.835 3.180.930 3.945.751
17.926.996
16.365.680
16.530.087
1.297.371 497.295 0
618.750 618.750 0
2.531.751 196.926 0
800.076
2.334.825
15/31
TOELICHTING OP DE GECONSOLIDEERDE BALANS PER 31 DECEMBER 2006 In euro
ACTIVA 31-12-2006
31-12-2005
Boekwaarde per 01-01 -2006 Investeringen Afschrijvingen
2006 2.912.945 1.591.812 -518.880
2005 1.009.799 2.319.281 -416.135
Boekwaarde per 31-12-2006
3.985.877
2.912.945
Boekwaarde per 01-01-2006 Investeringen Afschrijvingen
14.731.895 4.729.477 -2.532.596
' 12.991.282 4.640.922 -2.900.309
Boekwaarde per 31-12-2006
16.928.776
14.731.895
Vaste activa Immateriële vaste activa Dit betreffen uitgaven inzake het Afvalinzamelplan.
Materiële vaste activa
Voor een overzicht van het verloop van de materiële vaste activa verwijzen wij u naar de bijlagen.
Vlottende activa Debiteuren Nominale waarde
1.489.107
2.044.173
Verbonden maatschappijen N.V. Reinigingsdiensten Rd4
40.493
952.097
Belasting en sociale lasten Omzetbelasting Belastingen en sociale lasten
826.654 0
614.398 57.241
826.654
671.639
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
16/31
I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I
31-12-2006 Overige vorderingen Waarborgsommen Vooruitbetaalde kosten Subsidies / accijnzen Nog te factureren omzet PC-privé Accijns en energiebelasting Creditering KCA van Gansewinkel Diversen
31-12-2005
0 80.284 56.068 186.199 420 71.325 167.346 117.156
15.924 73.660 85.589 100.872 11.116 0 0 12.360
678.798
299.521
2.035 2.296.846
2.058 0
2.298.881
2.058
Eigen vermogen Saldo per 1 januari Resultaat boekjaar Uitbetaling overschot aan gemeenten
1.404.899 800.076 -800.076
1.404.899 2.334.825 -2.334.825
Saldo per 31 december
1.404.899
1.404.899
Liquide middelen Kas Bank
PASSIVA
Het weerstandsvermogen mag maximaal 5% van de jaaromzet bedragen. Dit percentage bedraagt 4,2%. Voor de verdeling van het vermogen over de verschillende gemeenten zie pagina 29.
Voorzieningen Overige
89.326
230.000
Vanwege de invoering van het nieuwe zorgstelsel eindigt de claim per 31 december 2005. Het restant van de voorziening valt derhalve vrij in 2006.
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
17/31
31-12-2006
31-12-2005
20.000.000
14.000.000
Langlopende schulden Lening BNG
In verband met de financiering van het nieuwe pand (€ 3,2 miljoen) was er een lening bij de (Bank Nederlandse Gemeenten). De hoofdsom bedroeg € 14.000.000, waarvan de looptijd 15 jaar bedraagt met een vast rentepercentage gedurende de looptijd van 3,735%. In verband met de financiering van het afvalinzamelplan is er een aanvullende lening afgesloten ter hoogte van € 6.000.000, waarvan de looptijd 10 jaar bedraagt welke lineair wordt afgelost tegen een vast rentepercentage gedurende de looptijd van 3,87% Kortlopende schulden Kredietinstellingen R/C Banken (SNS en BNG) Kruisposten
0 0
12.881.311 -12.778.661 102.650
Belasting en sociale lasten Pensioen- en vutpremie Belastingen en sociale lasten
Overige schulden Nog te ontvangen facturen Te betalen overschot aan gemeenten Vakantiegeld- en verlofverplichtingen Ongerealiseerde winst KLC voorraad Te betalen rente BNG Nog te betalen kosten Diversen
91.772 191.317
95.604 182.578
283.089
278.182
0 800.076 384.337 114.367 522.900 169.310 572.071
126.743 2.334.825 367.832 95.000 0 0 64.485
2.563.062
2.988.885
Niet uit de balans blijkende verplichtingen De GR heeft per jaareinde een operationele leaseverplichting van € 78.880.
Bankgarantie Ten gunste van verhuurders van onroerende zaken zijn voor een totaal bedrag van € 43.223 bankgaranties verstrekt.
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
18/31
TOELICHTING OP DE WINST- EN VERLIESREKENING OVER 2006 In euro Rekening 2006 Netto-omzet Deelnemende gemeenten N.V. Reinigingsdiensten Rd4 Overige & Burgers (winkels + milieuparken)
Begroting 2006
Rekening 2005
29.421.021 1.759.840 1.882.703
28.985.872 1.634.977 1.760.898
29.726.659 1.933.050 1.571.028
33.063.565
32.381.747
33.230.737
Verwerkinqskosten afval Huishoudelijk restafval Groente-, fruit- en tuinafval Grof huishoudelijk afval KWD-afval Houtafval Groenafval Straat- en veeg vu il KCA Kolkenslib Schone grond en -puin Vervuilde grond en puin Asbesthoudend afval Rioolslib Afgewerkte olie Glas Textiel Schroot, metaal en blik Oud papier Overige (+correctie voorgaande jaren)
9.320.376 1.997.144 1.001.203 453.684 217.711 239.664 161.627 142.018 49.365 29.067 56.624 14.666 13.799 5.027 -32.968 -153.977 -259.522 -1.232.331 0
9.763.142 2.132.794 946.760 472.001 274.500 240.975 271.554 138.550 38.764 36.050 27.000 17.000 4.525 0 -53.240 -124.800 -80.000 -413.750 0
9.589.873 2.076.587 902.336 453.684 241.622 231.799 220.973 137.621 56.952 46.010 23.418 19.211 11.859 8.608 -53.621 -142.710 -171.975 -1.006.231 23.705
Totaal verwerkingskosten afval
12.023.178
13.691.825
12.669.721
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
19/31
Rekening 2006
Begroting 2006 Rekening 2005
Salarissen en sociale lasten Salarissen Bruto loon / vergoedingen Spaarpremie- en heffing
6.723.102 0
Af: Melkert/WIW subsidie Afdrachtskortingen loonheffing Ontvangen WAO-uitkeringen
6.723.102 -528.193 -3.620 -13.423 6.177.866
Sociale lasten Bedrijfsvereniging GAK / USZO Pensioen- en vutpremie (ABP / SFN) Ziektekostenverzekering (IZA)
725.001 700.357 19.529
-
5.911.221
-
5.703.972 13.337 5.717.309 -527.899 -18.206 -31.871 5.139.333
593.085 751.135 104.424
1.444.888
1.427.806
1.448.644
Totaal salarissen en sociale lasten (A)
7.622.754
7.339.027
6.587.977
Personeel van derden (B) Uitzendbureau Licom Maecon Overige
1.389.121 524.011 10.421 199.020
Totaal Personeelskosten (A+B)
Energie Benzine, diesel en Ipg Water- en stroomverbruik
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
-
1.378.653 504.359 83.854 115.728
2.122.572
1.257.954
2.082.594
9.745.326
8.596.981
8.670.571
583.180 202.774
559.674 101.337
623.969 108.866
785.955
661.011
732.835
20/31
Rekening 2006 Afschriivinqen vaste activa Gebouwen en terreinen Machines en installaties en overige Boekresultaat verkoop activa BTW herziening Immateriële vaste activa
Overiqe bedrijfskosten Huisvestingskosten Huur gebouwen Beveiliging Onderhoud- en schoonmaakkosten Overige huisvestingskosten
Personeelskosten Opleidingen Reis- en verblijfkosten Arbodienst en advieskosten Dienstkleding Overige personeelskosten
Productiekosten Belastingen- en verzekeringen wagenpark Onderhoud wagenpark en containers Huur voertuigen derden Huur containers derden Subsidies verenigingen (papierinzameling) Zout en chemicaliën Overige productiekosten
Automatiseringskosten Verkoopkosten Transporteren
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
Begroting 2006 Rekening 2005
459.950 2.069.129 0 -105.770 518.880
-
364.676 2.648.767 -171.168 -77.480 416.135
2.942.188
3.252.787
3.180.930
575.473 41.300 300.543 94.889
-
446.157 33.850 139.342 64.918
1.012.205
693.050
684.267
123.287 96.251 99.306 98.338 74.303
-
72.878 117.550 80.299 76.699 108.857
491.485
423.955
456.283
97.850 1.120.527 28.641 21.805 327.067 90.365 27.520
-
-
139.848 957.021 0 0 282.212 158.640 25.592
1.713.776
1.482.899
1.563.313
376.691
393.073
329.598
76.146
44.864
42.332
3.670.303
3.037.841
3.075.793
21/31
Rekening 2006 Transporteren Algemene kosten Niet te activeren kosten AIP * Kantoorkosten Telefoon- en communicatie Advieskosten Abonnementen en contributies Verzekeringen Overige algemene kosten
3.670.303
52.110 250.279 166.352 148.804 129.563 49.099 -12.982
Begroting 2006 Rekening 2005 3.037.841
3.075.793
255.750 161.315 126.591 183.369 122.466 20.042 425
-
783.225
817.060
869.958
4.453.528
3.854.901
3.945.751
* Vanwege regels voor de jaarverslaggeving mogen bepaalde kosten van het Afvalinzamelplan niet geactiveerd worden, daar ze geen "tastbare en aanwezige" activa betreffen. Dit gaat vooral om advieskosten, kosten afvalkrant etc.
Gemiddeld aantal werknemers In het boekjaar waren gemiddeld 329 personen werkzaam bij de organisatie. Dit aantal is inclusief uitzendkrachten, detacheringskrachten, vrijwilligers en taakgestraften. Heerlen, 28 juni 2007
W.C.H. Si Secretari
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
22/31
IBDO
BDO CampsObers Audit & Assurance B.V.
Locatieadres: Postbus 31099, 6370 AB Landgraaf-Heerlen Heerlenseweg 145, 6371 HR Landgraaf-Heerlen Telefoon: 045-569 00 00 Telefax: 045-532 66 77 E-mail:
[email protected]
Aan het Algemeen Bestuur van Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4 Verklaring betreffende de jaarrekening Wij hebben de in dit rapport, op de pagina's 11 tot en met 28, opgenomen jaarrekening 2006 van Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen bestaande uit de geconsolideerde balans per 31 december 2006 en de geconsolideerde winst- en verliesrekening over 2006 met de toelichting gecontroleerd. Verantwoordelijkheid van het bestuur Het Dagelijks Bestuur van Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4 is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening die het vermogen en het resultaat getrouw dient weer te geven, alsmede voor het opstellen van het jaarverslag, beide in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. De verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in de jaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen waaronder gemeentelijke verordeningen. Deze verantwoordelijkheid omvat onder meer: het ontwerpen, invoeren en in stand houden van een intem beheersingssysteem relevant voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, zodanig dat deze geen afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten bevat en voor de naleving van de relevante wet- en regelgeving, het kiezen en toepassen van aanvaardbare grondslagen voor financiële verslaggeving en het maken van schattingen die onder de gegeven omstandigheden redelijk zijn. Verantwoordelijkheid van de accountant Onze verantwoordelijkheid is het geven van een oordeel over de jaarrekening op basis van onze controle, als bedoeld in artikel 213, tweede lid van de Gemeentewet. Wij hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht, waaronder het Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten en de controleverordening als bedoeld in artikel 213 van de Gemeentewet. Dienovereenkomstig zijn wij verplicht te voldoen aan de voor ons geldende gedragsnormen en zijn wij gehouden onze controle zodanig te plannen en uit te voeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat de jaarrekening geen afwijkingen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrijging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in de jaarrekening. De keuze van de uit te voeren werkzaamheden is afhankelijk van de professionele oordeelsvorming van de accountant, waaronder begrepen zijn beoordeling van de risico's van afwijkingen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. In die beoordeling neemt de accountant in aanmerking het voor het opmaken van en getrouw weergeven in de jaarrekening van zowel de baten en lasten als de activa en passiva, alsmede het voor de naleving van de wet- en regelgeving relevante interne beheersingssysteem, teneinde een verantwoorde keuze te kunnen maken van de controlewerkzaamheden die onder de gegeven omstandigheden adequaat zijn, maar die niet tot doel hebben een oordeel te geven over de effectiviteit van het interne beheersingssysteem van Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4.
Statutair gevestigd te Eindhoven KvK nummer: 17171186 Internet: www.bdo.nl
Op al onze offertes en alle aan ons verstrekte opdrachten zijn uitsluitend de door ons gehanteerde Algemene Voorwaarden van toepassing, welke zijn gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel voor Oost-Brabant
IBPO Tevens omvat een controle onder meer een evaluatie van de aanvaardbaarheid van de toegepaste grondslagen voor financiële verslaggeving, van de redelijkheid van schattingen die het Dagelijks Bestuur van de gemeenschappelijke regeling heeft gemaakt, en een evaluatie van het algehele beeld van de jaarrekening. De bij onze controle toegepaste goedkeuringstolerantie bedraagt voor fouten 1 % en voor onzekerheden 3 % van de totale lasten. Deze tolerantie is in de opdrachtbevestiging aan ons vastgelegd. Wij zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie voldoende en geschikt is als basis voor ons oordeel. Onderbouwing van oordeel In de jaarrekening zijn lasten alsmede balansmutaties opgenomen die weliswaar naar aanleiding van aanbesteding tot stand zijn gekomen, echter niet conform de regelgeving van de Europese Unie ter zake aanbesteding. Het betreft lasten alsmede balansmutaties ad € 1.100.000. hi 2006 is de Gemeenschappelijke Regeling een traject gestart teneinde de procedures rondom het Europees aanbestedingsbeleid te herzien. Oordeel Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van Gemeenschappelijke Regeling Reinigingsdiensten Rd4 een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2006 als van de activa en passiva per 31 december 2006 in overeenstemming met het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten, behoudens dat de jaarrekening van de Gemeenschappelijke Regeling niet vennootschappelijk doch geconsolideerd werd opgesteld. Dit impliceert tevens dat de deelnemingen van de Gemeenschappelijke Regeling niet zijn verantwoord tegen verkrijgingsprijs doch tegen netto vermogenswaarde. Voor een nadere uiteenzetting verwijzen wij naar de toelichting op pagina 11 van de jaarrekening. Voorts zijn wij van oordeel, gelet op het belang van hetgeen is vermeld in de paragraaf 'Onderbouwing van het oordeel', dat de in deze jaarrekening verantwoorde baten en lasten alsmede de balansmutaties niet in overeenstemming zijn met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals die in het normenkader d.d. 29 juni 2006 zijn opgenomen. Verklaring betreffende andere wettelijke voorschriften en/of voorschriften van regelgevende instanties Op grond van de verplichting ingevolge artikel 213 lid 3 onder d Gemeentewet melden wij dat het jaarverslag, voor zover wij dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met de jaarrekening zoals vereist in genoemd artikel. Landgraaf/Heerlen, 16 mei 2007 Hoogachtend, BDO CampsObers Audit & Assurance B.V. Namens deze,
Örs/M.M.G. Mans RA
VOORSTEL BESTEMMING OVERSCHOT 2006
Tijdens de vergadering van het Algemeen Bestuur van 20 december 2002 is ingestemd met het voorstel om binnen Rd4 een weerstandsvermogen op te bouwen. Dit op basis van het advies van de accountant; Rapport van bevindingen inzake bepaling weerstandsvermogen Gemeenschappelijke Regeling Rd4, 19 december 2002, alsmede de wettelijke richtlijnen ter zake, welke een maximum van 5% van de jaaromzet aanhouden. Daar het weerstandsvermogen inmiddels 4,2% van de omzet bedraagt heeft het Dagelijks Bestuur besloten om voor 2006 een voorstel te doen, waardoor het gehele overschot (100%) zal worden terugbetaald aan de deelnemende gemeenten Netto per gemeente Gemeente Brunssum Gemeente Heerlen Gemeente Kerkrade Gemeente Landgraaf Gemeente Nuth Gemeente Onderbanken Gemeente Simpelveld Gemeente Vaals Gemeente Voerendaal
88.269 274.039 146.135 116.944 47.548 24.776 33.873 30.056 38.436 800.076
Het huidige weerstandsvermogen, na uitbetaling van de hiervoor genoemde bedragen, verandert derhalve niet en blijft €1.404.899.
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
25/31
I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I I
DEELNEMENDE GEMEENTEN
Gemeente Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Voerendaal
Deelnemer vanaf 1 januari 1998 1 januari 1998 1 januari 1998 1 januari 1998 1 januari 1999 1 januari 2004 1 juli 1998 1 januari 1999 1 januari 1998
Inwoners* 29.615 93.451 50.014 39.704 16.030 8.389 11.435 10.406 13.007
10,9 34,4 18,4 14,6 5,9 3,1 4,2 3,8 4,8
Aansluitingen 13.891 44.800 23.130 17.469 6.530 3.472 4.789 4.624 5.343
11,2 36,1 18,6 14,1 5,3 2,8 3,9 3,7 4,3
272.051
100
124.048
100
* betreft indicatie VERDELING VERMOGEN In de afgelopen jaren is er binnen de gemeenschappelijke regeling regelmatig een overschot op de exploitatierekening. Een deel van deze overschotten zijn gereserveerd om eventuele tegenvallers mee op te vangen. Dit noemen we het weerstandsvermogen van Rd4. Dit weerstandsvermogen wordt per jaar opgebouwd en kan dus per jaar worden toegerekend aan de deelnemende gemeenten. Aangezien de uitbetalingen van de overschotten zijn gebaseerd op de inwoneraantallen van het betreffende jaar, geldt deze verdeelsleutel natuurlijk ook voor dat deel wat bij Rd4 gereserveerd blijft. Onderstaand volgt een overzicht van het verloop van de opbouw van dit vermogen per deelnemende gemeente. In 1998 was het resultaat nihil, derhalve is die kolom niet opgenomen.
Overschot jaar Af: Uitgekeerd
fm 2002
2003
2004
2005
2006
Totaal
2.331.809 1.576.792
2.203.139 1.872.668
2.129.403 1.809.993
2.334.825 2.334.825
800.076 800.076
9.799.252 8.394.354
755.017
330.471
319.410
0
1.404.898
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
26/31
Op basis van de inwoneraantallen genoemd in de vastgestelde begrotingen van de betreffende jaren is dit vermogen als volgt verdeelt over de deelnemende gemeenten:
Brunssum Heerlen Kerkrade Landgraaf Nuth Onderbanken Simpelveld Vaals Voerendaal
tm 2000
2001
2002
2003
2004
Totaal
19.777 62.445 33.831 27.178 10.820 0 7.588 7.164 8.562
36.341 113.698 61.298 49.030 19.754 0 13.842 13.073 15.600
28.725 89.870 48.451 38.754 15.614 0 10.941 10.333 12.331
37.242 117.062 62.506 49.742 20.478 0 14.056 13.150 16.235
34.852 109.805 58.478 46.579 19.154 9.771 13.200 12.366 15.204
156.937 492.880 264.564 211.283 85.820 9.771 59.627 56.086 67.932
177.365
322.636
255.019
330.471
319.409
1.404.900
Het boekjaar 2005 + 2006 is niet opgenomen daar het gehele overschot zal worden uitgekeerd.
Reinigingsdiensten Rd4 te Heerlen
27/31
593..380 878..126 947 192. 557 395.800 300.810
392.400
.176 .736 .087 .044 946 .168 .617 235.565
.877 co
s
IV
oó
o
OPZ
986
1*3
IO CM
CM
co
O)
00
s
CM
CM
0 0 tv. O» «5 •^- Iv. CO
00 M; S. O oó •<- co o> 1-NOO)
s
•§
OD
r^ CO CM
o
o
O)
S S>.5
q
o
CM'
CM
I
00 ^->
IO CM oó Ol
00 *«i CM
IO O) ei
»*MO(10 o
3
OO O> O> tO IV TIv' ^ CO IO CO CO
o>
CM' od cd ei
o
Cl
o
o
00
K O)
oo
co
•<-
o
°o o o
SS o>
o>
2.020.5
o
O> M- CM Iv
57.967
.176.737 .900 .892 .467 .645 .356 .674..630
o
.367
A' 5 !K
591.812
CM
O
00 CM
669
.920.892
tv CM Iv Iv M" ^ O)
CM
io
.837. .556. .807.460 643.020 326. 171.544
IV M- Co IO 00 CM O TCM CM
Oï tv
T-
CM
O
•o Iv.
co Iv. O IO
2.020.507
CO
O)
CO lO •<- ^f •«-: CM'
o oooo qj
in CM oo oo o» Tr- OO *-
O ^ IV. ^
009 00
K IO IO (O CO co CM ^- IO
III
247. 117. 590.375 28.590 278. 263. 110
Q fi
-
o o
00 00 CO Iv
cd
00
("tNlOOOl ; ^
CO
Q —I
1 I S
1
I O
I 3
I 03
.i O)
c
't
f O
IË
CO
p
<9
co co LO ro
in
q Y -
rv
o
CO
CD_ CO
CD"
CO
9"
ro co oo
CO
CO O
s
T— CM
o CM
LO CM"
o_
oo rv
CM
cd
LO
CO
rv
«?"9"
T"
o"
o"
58,
in
ro co
co"
o o co iri
00
o
in
co co co
•* rv ro
8.
T^
O
in
ro oo
ro 00
i^
co
CM
ro ro
oo
CN rv!
ro co
CM
8
CM CO
cd
CM
8 CM
ro co co
m ro cd
00
co co co
scd
ro ro
•<)•
tv
CO CM OJ
ro
|^J
ro'
•<*
^ .
CM
ro cd
CM
o
O)
529
Q.
CM
CO
294
1re
co"
-96,
IV.
ro
CD
154
c
'
co"
-21
CO LO"
CM
Kringl
CD
CD
co"
co"
o rv.
O
1
U5
CD
-^
t V 9"
jv
o
O
oo co co
LO O
00_ CM*
LO
'01.
o
o.
oo
o o
o
o o
o o
8 cp
T-
oo co
^
CM
•^
m fv co co in co T - rv co
CO CM LO
T-: CM'
• *
8 ro co co
o rv co
ro co co
tv, CO
o
O
8
cö CM LO
CM
rv o
t"
CO CO
C0_
.568
448
ro co
CM
12. 448
67..483
.063
063
68..820 747
Inza mei 005
O
m o ro co
CO
co
T-
O
CM
ro co iri CM
CM"
CM"
O CO
8
ro
ro
CM
CM
108. 575
o>
co"
26.530
o
554
o eo" o" #
Bu;
co co
8
in
CM
.129
.739 744
CM
8
CM
-3,
o CM
ro
oo CM ro rv i n CM
CO
LO CD 0 ) ^ f LO" T - CM* O " >r- CO •
CM ^j" |v. co co CO rv m CM
CM
CD
co m ro in • * iri CM
tv.
CM
CM"
o"
o
s
o
in
ö
LO
CM
CM
• *
o
CM
CN
rv T - co
co co ro co co co CM
0>
8 o
CM
ro
co
CO
co
9
o
o
529
•sr o in o S rvCM S CM oo
ro ^r q iri iri
CM
170.
o
CO
CO
CM
nnfi
srlen
CM
CO
CD
924
in
o
993
CM
in ro
• " • "
o co CM CO
LO
521 288 335
iri
^
40.
048 co
m
CM
905
rv iri
in
293 597 016
8 o
iv. co
s
o ro
£ cd coro
CO
982
.031
1
in
CO
40. 339
o
^"
350,
oo
8 2 cd iri
CO
^
34,
00 00
05
-78,
CM
-20,
CM I O CM CO
837 682 192 207 901
CO CM
73..062
CM
9002
£ n
Gasflessen
stuks
Afgewerkte olie
liters
tonnages
Veegvuil Kolken en iioolslib KCA Puin, gronc Overig afvE11 Kringloopgiaederen Houtafval
GFT Snoeihout Hark- en ro Hout klasse Overig hou A-hout C-hout
Glas Papier Textiel
Restafval Grofvuil KWD
8 CM
tonnages
Hoeveelheiden in:
O)
£
Reiniging;sdiensten I
bu-
c
AFVALHOIEVEELHE
1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1
'
en m en co cp »-
CM
'
CO 00*
m
oo
00
co
1.89
h-
1.86
CO o>
TT
co m co'
o o"
o CM
oo
oo
CM
CM
CO T-
co'
m co'
O CM
o o CO co
8
co CM
oo CM
id
cd
o
.610
1-
O O f
o ir-n oo
t
O O O
3 o
CO O O CM
CM
So
T- 00
t en
290
co
.278
co co
.250
CM
o en co
•>- o
en
«p CM
oo
o Q.
co m o
i
00 CM
o
m CM
ES co
U)
't
i
o o
CO
CM
oo
T-
3
en
en co f CM
o CM
O M
t
CM" OÏ
CO CO CM
S8§
I
oo co en O)
(0
co «o en CO
! o
o ö
s CM
I •o
CM
(D
(0
Cd
11! OUD'.
•JHh
Veegv'uil Kolkeii en riool:slib
c c
GFT Snoeilhout Hark- en rooste rgo HouU Overijj hout A-hou t C-hou t
ir
1
•M
o
I
. 1 g
"8
0)
O)
f1
ë
CO
0 0 0 0 0 0 0 1 n oio i
§
I O O • * O T- O * -
ooooocoo^co CO
Oï
01 >
CN O
O) CO
T-
m oo
CN CO
O T - O O O T - ^ - O Ï
co
co
t: t; t:
O
CO
CO CO 00
in
co
co OÏ CN
O O O O O W O O
8
II CO
r-
CO
CD t - CD O O co OÏ r( O CO CO
I!
lis» CO CO CO
>oooo
r--Oï r- o>
CD
O
O
O
O
O
O
O
ï
f! f
mo
O
§
&
ooooor^-om
IO
in CN in in CN C5
CD
CN T -
f-
I
O CO O O O i
•^ co Oï
ooooooor*-
i <
^ t O O O O O O »
C J O O O O C O C O T -
CN
•I
o
o o o o o o o i n
*-
O ï O O O O C O O t
S É
CO 00 00
r-tnoooh-ocn
r^-
iri
T - CN
CN
in
co ^~
8 *
r-oooocooi co
CN
CO U)
<
O ^CO
Tf (D ( 00 h CO CN
00
wu)or«.
•-
r- CM
CN r~.CN
T-
qi oi ^
co
loniDi cn * - -
a?
Ui
ê
•r: oi d
*-
I
iii si Sf 0.
1
O
S11
f si l u E
N
O
f
Burgemeester en Wethouders van Kerkrade Postbus 600 6460 AP KERKRADE Kerkrade, 15 augustus 2007 Betreft: ART. 38 RvO aangaande Parkeerproblematiek Zonstraat
Aan de voorzitter van de gemeenteraad,
Naar aanleiding van vragen van twee Huurders Be langen Commissies verder te noemen HBC’s die aangesloten zijn bij de HV St. Pietersrade omtrent de parkeerproblematiek rond de seniorencomplexen Lindenhof / Deken Deutzlaan / Zonstraat zijn enkele leden van de PvdA fractie zelf ter plekke geweest om zich op de hoogte te laten brengen van de betreffende parkeerproblematiek. De complexen die de parkeervoorziening van de gemeente insluiten zijn eigendom van Wonen Zuid. In beiden complexen wonen overwegend ouderen boven de 65+. Ondanks een uitbreiding van de parkeerplaatsen voor de winkels aan de Zonstraat bij de herinrichting van die straat, parkeren nog veel bezoekers van de winkels en de tandartsenpraktijk overdag op de parkeervoorziening bij de seniorencomplexen. Bovendien maken veel bezoekers van het aan de Zonstraat gelegen restaurant gebruik van bedoelde parkeervoorziening. Ook de winkeliers zelf en in mindere mate de leerkrachten parkeren overwegend op deze parkeervoorziening Hierdoor zijn de bewoners van de betreffende complexen genoodzaakt hun vo ertuig elders te parkeren. Veel bewoners zijn ouder dan 65+ en zijn over het algemeen slecht ter been. Deze bewoners zijn gebaad met een parkeergelegenheid dicht bij het complex. Denk bijvoorbeeld bij het slepen met boodschappen e.d.
Gezien de problemen rondom het parkeren heeft onze fractie dan ook een aantal vragen. 1
Bent u ook van mening dat wanneer men voornamelijk ouderen plaatst in een seniorencomplex dat er dan ook een parkeervoorziening aanwezig is die dicht bij de ingang van het complex ligt en die alleen voor de bewoners toegankelijk dient te zijn ? Zo neen, waarom niet ?
2
Door de HBC’s wordt aangegeven dat u geweigerd heeft om de parkeervoorziening over te dragen aan Wonen Zuid, enerzijds door verkoop of anderzijds door middel van huur. a. Wanneer dit zo is, wat zijn dan de door het College aangevoerde argumenten en beweegredenen om bedoelde parkeervoorziening niet ter beschikking te stellen aan Wonen Zuid..
3
Bent u op de hoogte van de problemen rondom de parkeerproblematiek bij de ouderencomplexen op de Zonstraat die eigendom zijn van Wonen Zuid. a. Zo ja, wat heeft u dan m.b.t. deze parkeerproblematiek tot op heden voor oplossingen aangedragen ? b. Zo neen, hoe denkt u dan deze parkeerproblematiek op zeer korte termijn te gaan te gaan aanpakken en te gaan oplossen.
Dhr Leo Jongen Fractievoorzitter PvdA
Dhr Rene Sulmann Raadslid PvdA
Sector Samenleving Bezoekadres:
Gemeente Kerkrade T.a.v.: De leden van de raadscommissie Burgers en Samenleving
Markt 33 Ambtenaar
Mw. mr. A.A.F. Engels Doorkiesnummer
045 - 567 6632 Telefax
045 - 567 6395 Zaaknummer Uw brief van
Uw kenmerk
Ons kenmerk
Datum
LW-GE Onderwerp
Evaluatie subsidieverordeningen Bijlage(n)
0 Geachte commissieleden, In het voorbije jaar hebben wij u regelmatig geïnformeerd over de wijze waarop wij de evaluatie van de subsidieverordeningen en de bijbehorende beleidsregels gaan oppakken, met als einddoel te komen tot een nieuwe subsidieverordening plus één of twee beleidsregels per 1 januari 2008. Tussentijds hebben wij u door middel van presentaties over onze vorderingen over de reeds ingang gezette procedure op de hoogte gehouden. Gaandeweg de verdere uitwerking van deze procedure zijn wij tot het inzicht gekomen dat een nadere inhoudelijke verdieping in de materie noodzakelijk is. Op grond van deze ontwikkeling willen wij ons niet alleen tot de oorspronkelijk geplande technische aanpassingen en vereenvoudiging van de verordeningen en beleidsregels beperken doch ook mogelijke inhoudelijke knelpunten bespreken en oplossen. Bij een mogelijk daaropvolgende inhoudelijke discussie willen wij uw raad nader betrekken. Onderwerpen die daarbij aan de orde kunnen komen zijn onder meer de subsidiesystematiek en de hoogte van de subsidiebedragen. Deze toevoeging vraagt evenwel om meer voorbereidingstijd met als gevolg dat de oorspronkelijk nagestreefde ingangsdatum van 1 januari 2008 niet haalbaar is. Wij verzoeken u ons dan ook tot het voorjaar 2008 de ruimte en de tijd te geven om met name de inhoudelijke heroriëntatie op een zorgvuldige wijze te kunnen laten plaatsvinden. Overigens blijven tot die tijd de bestaande regelingen van kracht. Wij zullen u op de ons gebruikelijke wijze tussentijds over de vorderingen op de hoogte houden. Het college,
De secretaris,
J.J.M. Som.
Mr. C.M. Kuikman.
Postbus 600 6460 AP Kerkrade Telefoon 045 – 567 67 67 Telefax 045 – 567 63 95
ING Bank Kerkrade 67.31.10.672 Postbank 1031755 BNG 28.50.04.484
Burgemeester en Wethouders van Kerkrade Postbus 600 6460 AP KERKRADE Kerkrade, 12 september 2007 Betreft: ART. 38 RvO aangaande de tijdelijke verhoging entreeprijs Gaiapark
Aan de voorzitter van de gemeenteraad,
Op woensdag 12 september 2007 stond in het dagblad de Limburger een artikel dat het Gaiapark haar prijzen wil verhogen met € 7.50 in de week van 22 t/m 28 oktober. Volgens een woordvoerster van het Gaiapark ( Liesbeth Engels) zou deze prijs verhoging nodig zijn om het evenement hier heen te halen. Volgens het krantenartikel moeten ook de 43.000 abonnementhouders van het Gaiapark die normaliter het park gratis en onbeperkt kunnen bezoeken aan de kassa € 7.50 extra betalen. Regulier bezoek aan de dierentuin in de week van het festival is dan niet mogelijk zonder de extra kosten. Omdat de gemeente Kerkrade een van de aandeelhouders is van het Gaiapark stelt de fractie van de PvdA enkele vragen aangaande de tijdelijke prijsverhoging conform art. 38 RvO. 1
Hebt u het kranten artikel gelezen in het dagblad de Limburger met als kop ”Gaiapark verhoogt entreeprijzen voor JungleBook Festival”
2
Bent u ook van mening dat wanneer men als abonnementhouder een jaar kaart koopt dat men er vanuit mag gaan dat men het hele jaar vrije toegang heeft tot het park. a. Zo ja, hoe denkt u deze tijdelijke prijsstijging te voorkomen? b. Zo nee, waarom bent u dan van mening dat het toegestaan is om tussentijds de prijs voor abonnementhouders te verhogen?
3
Graag willen wij weten wat het college voor standpunt inneemt inzake deze tijdelijke prijsverhoging in de herfstvakantie van de kinderen.?
Rene Sulmann Raadslid PvdA
Geacht College van Burgermeester en Wethouders van de gemeente Kerkrade, Het Wormdal met haar grensriviertje tussen Duitsland en Nederland vormt, door herstel, op steeds meer plekken een schitterend natuurgebied en is dan ook zeer terecht een voor Nederlandse begrippen uniek gebied waar de natuur 40 jaar lang vrijwel ongestoord zijn gang heeft kunnen gaan. In het gebied zijn dan ook zeer zeldzame restpopulaties van bijzondere flora en ook fauna voor, zoals beschermde amfibieën. Het is dan ook goed om alles te doen voor verder herstel van dit gebied. Bewoners maken zich zorgen over hun gezondheid. Ter hoogte van Kerkrade is een gedeelte van dit Wormdal aangetast door een groot industriegebied en een ‘berg’ die milieubelastend zijn en die de natuurwaarden van het Wormdal in dit gebied schaden maar ook mogelijk in de toekomst onherstelbare milieuschade kunnen aanrichten. Op enkele plaatsen is voornoemde berg zelfs tot enkele meters afstand van het riviertje opgerukt. Het betreft vooral door toedoen van het bedrijf van de firma Hodzelmans. Wat de fractie van de SP betreft zorgt deze industrie voor een niet te accepteren aantasting van dit natuurgebied en leefklimaat. In het verleden heeft dit bedrijf toestemming gekregen voor een aantal milieubelastende activiteiten. Bewoners, werkgroepen en organisaties die natuur en milieu behartigen hebben reeds eerder klachten bij de gemeente ingediend en ook bij de Provinciale Staten hebben ze verschillende vragen aan GS gesteld. Daarnaast zijn er ook schriftelijke bedenkingen afgegeven van Duitse zijde waaronder plaatselijke overheden. De SP fractie wil opnieuw aandacht voor dit probleem door middel van het stellen van vragen aan het college van B en W, welke moeten leiden tot meer duidelijkheid en inzicht in toekomstig beleid. In een brief van het Waterschap Roer en Overmaas (12 maart, Lee/1522) aan Hodzelmans staat, dat er geen duidelijkheid bestaat wie welke delen van het terrein in het Wormdal te Haanrade in eigendom heeft. Bedoeld zijn de terreinen waar Hodzelmans op dit ogenblik haar activiteiten onderneemt en de terreinen die er om heen liggen, oostelijk van het spoor. Zelfs het kadaster heeft problemen bij het bepalen van de eigendomsverhoudingen. Daardoor kan niet altijd worden nagegaan ‘wie voor wat verantwoordelijk is’, zoals bv. het opruimen van bepaalde schadelijke stoffen.
Misschien is het U bekend dat onze partij in de Provinciale Staten vragen heeft gesteld, na het bekijken van het dossier van Haanrade/Worm versus Horzelmans. Wij van de SP Kerkrade hebben ook vragen voor U volgens art. 38 van het reglement van orde, zeker nu de Raad van State (op woensdag 5 september ’07) Hodzelmans aanvraag voor uitbreiding van haar activiteiten wederom verworpen heeft. Volgens het Bestemmingsplan Gemeente Kerkrade van 10 december 1985 BO 12860 behoort een, voorheen beboste groenstrook langs het spoor ter hoogte van Hodzelmans, toe aan de Gemeente Kerkrade. Dit stuk grond is nu ontbost en is onderdeel van de geluidswal. De Corridor tussen Hodzelmans en het ten noorden hiervan gelegen industrieterrein Julia heeft een uitermate belangrijke natuurfunctie en dient als zodanig beschouwd te worden. Vraag 1: A B
C
Hebben wij hier met zijn allen het goede bestemmingsplan voor ons? Is de geluidswal legaal aangelegd en heeft de gemeente ook ingestemd met het verlenen om deze groenstrook te ontbossen? Indien niet, hoe denkt de Gemeente de Provincie te kunnen aansturen om alles in de oorspronkelijke situatie te brengen? Ziet U ook het terrein Julia en Hodzelmans als één industrieterrein of heeft de groene corridor (waaronder de Anselderbeek en het aangrenzende bosgebied) tussen Hodzelmans en het terrein Julia een duidelijke groene functie?
Vraag 2: A B
Wie is aansprakelijk voor het uitvoeren/onderhouden van natuurcompensatiemaatregelen? Hoe denk u de overlast in de wijk, die door vrachtwagens wordt veroorzaakt, in de toekomst op te lossen?
Vraag 3: A
B
Bent u het met de SP eens dat op korte termijn gezocht moet worden naar verplaatsing van het bedrijf Hodzelmans naar een ander minder gevoelig bedrijventerrein , omdat dit beter is voor….. niet alleen omwonenden, natuur en milieu, maar ook voor het bedrijf Hodzelmans zelf? Is de Gemeente dan ook bereid zich in te spannen om het gebied tussen Haanrade, Eijgelshoven en Rimburg te herinrichten als “een natuurlijke omgeving”, omdat het gebied zich uitstekend leent voor rustige, op natuur gerichte, toeristisch-recreatieve doeleinden en daardoor een economische impuls kan zijn?
Tevens verwijzen wij naar de uitspraak van de Raad van State d.d. 05092007. Hierin staat dat de Raad van State ook de nodige bedenkingen heeft bij de vergunningverlening van de Provincie. Zaaknummer:
200608071/1
Publicatie datum: woensdag 5 september 2007 Tegen:
het college van gedeputeerde staten van Limburg
Proceduresoort:
Eerste aanleg - meervoudig
Rechtsgebied:
Kamer 2 - Milieu - Afval
Wij zijn ervan overtuigd dat nu alles in het werk gesteld dient te worden om uw inwoners van Haanrade te verlossen van deze vervuilende en ongezonde bedrijfsactiviteiten door verplaatsing van het bedrijf. Met vriendelijke groet, Marcel Van Aken SP Kerkrade Haanrade, zoals het hoort te zijn!
Zaaknummer:
200608071/1
Publicatie datum: woensdag 5 september 2007 Tegen: het college van gedeputeerde staten van Limburg Proceduresoort: Rechtsgebied:
Eerste aanleg - meervoudig Kamer 2 - Milieu - Afval
200608071/1. Datum uitspraak: 5 september 2007 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak in het geding tussen: 1. 2. 3. 4.
[appellante sub 1], wonend te [woonplaats], [appellant sub 2], wonend te [woonplaats], [appellant sub 3], wonend te [woonplaats], [appellante sub 4], wonend te [woonplaats],
en het college van gedeputeerde staten van Limburg, verweerder. 1. Procesverloop Bij besluit van 3 oktober 2006 heeft verweerder aan [vergunninghoudster] een revisievergunning als bedoeld in artikel 8.4, eerste lid, van de Wet milieubeheer verleend voor een inrichting voor de opslag, overslag en bewerking van afvalstoffen op het perceel [locatie] te [plaats]. Dit besluit is op 12 oktober 2006 ter inzage gelegd. Tegen dit besluit hebben appellante sub 1 bij brief van 20 november 2006, bij de Raad van State ingekomen op 22 november 2006, appellant sub 2 bij brief van 15 november 2006, bij de Raad van State ingekomen op 16 november 2006, appellant sub 3 bij brief van 5 november 2006, bij de Raad van State ingekomen op 7 november 2006, en appellante sub 4 bij brief van 22 november 2006, bij de Raad van State ingekomen op dezelfde datum, beroep ingesteld. Appellante sub 4 heeft haar beroep aangevuld bij brief van 20 december 2006. De Stichting Advisering Bestuursrechtspraak voor Milieu en Ruimtelijke Ordening heeft een deskundigenbericht uitgebracht, gedateerd 16 mei 2007. Partijen zijn in de gelegenheid gesteld daarop te reageren. Na afloop van het vooronderzoek zijn nadere stukken ontvangen van appellante sub 4, verweerder en vergunninghoudster. Deze zijn aan de andere partijen toegezonden. De Afdeling heeft de zaak ter zitting behandeld op 16 juli 2007, waar appellante sub 1, in persoon, appellant sub 2, in persoon en bijgestaan door mr. J. Schepers, advocaat te Maastricht, appellant sub 3, in persoon en bijgestaan door mr. J.A.M. van der Velden, advocaat te Breda, en appellante sub 4, in persoon, en verweerder, vertegenwoordigd door mr. J.J. A.G. Werkhoven en R.P. Franken, ambtenaren van de provincie, zijn verschenen. 2. Overwegingen 2.1. Op 1 juli 2005 zijn de Wet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb en de Aanpassingswet uniforme openbare voorbereidingsprocedure Awb in werking getreden. Uit het daarbij behorende overgangsrecht volgt dat de bij deze wetten doorgevoerde wetswijzigingen niet van toepassing zijn op het geding.
2.2. Verweerder heeft gesteld dat het beroep van appellante sub 1 niet-ontvankelijk is, voor zover dat ziet op de toepassing van teerhoudend asfalt in de geluidwal. 2.2.1. Ingevolge artikel 20.6, tweede lid, van de Wet milieubeheer, zoals deze vóór 1 juli 2005 luidde, kan tegen een besluit als het onderhavige beroep worden ingesteld door: a. degenen die bedenkingen hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit; b. de adviseurs die gebruik hebben gemaakt van de gelegenheid advies uit te brengen over het ontwerp van het besluit; c. degenen die bedenkingen hebben tegen wijzigingen die bij het nemen van het besluit ten opzichte van het ontwerp daarvan zijn aangebracht; d. belanghebbenden aan wie redelijkerwijs niet kan worden verweten geen bedenkingen te hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit. 2.2.2. Appellante sub 1 heeft de grond inzake de toepassing van teerhoudend asfalt in de geluidwal niet als bedenking tegen het ontwerp van het besluit ingebracht. Verder is het bepaalde onder b en c hier niet van toepassing. Niet is gebleken van omstandigheden op grond waarvan appellante sub 1 redelijkerwijs niet kan worden verweten op dit punt geen bedenkingen te hebben ingebracht tegen het ontwerp van het besluit. Uit het vorenstaande volgt dat het beroep van appellante sub 1 in zoverre niet-ontvankelijk is. 2.3. Appellante sub 1 vreest dat er stofhinder zal plaatsvinden en stelt dat de vergunningvoorschriften niet toereikend zijn om deze hinder te voorkomen dan wel in voldoende mate te beperken. Daarnaast betwijfelt zij of de grenswaarden voor zwevende deeltjes die in het Besluit luchtkwaliteit 2005 zijn opgenomen, kunnen worden nageleefd. Appellant sub 2 stelt dat het in werking zijn van de inrichting negatieve gevolgen heeft voor het nabij gelegen Wormdal. 2.3.1. Op 15 juni 2004 en 2 augustus 2005 heeft verweerder voor de inrichting vergunningen krachtens de Wet milieubeheer verleend. De Afdeling heeft beide besluiten, naar aanleiding van de hiertegen ingestelde beroepen, bij haar uitspraken van 29 juni 2005, no. 200405766/1, respectievelijk van 26 juli 2006, no. 200507969/1, vernietigd. Bij het bestreden besluit heeft verweerder opnieuw op de aanvraag beslist en voor de inrichting een vergunning verleend. Ten opzichte van het besluit van 2 augustus 2005 zijn, voor zover hier relevant, enkele geluidvoorschriften gewijzigd. Wat de vrees voor stofhinder betreft, heeft de Afdeling in haar uitspraak van 26 juli 2006 reeds overwogen dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat de voorschriften E.1 tot en met E.5 in samenhang met de in de aanvraag beschreven maatregelen om stofverspreiding tegen te gaan, voldoende waarborg bieden om onaanvaardbare stofhinder te voorkomen. De Afdeling ziet geen reden om hier nu anders over te oordelen. Verder heeft de Afdeling, kort samengevat, geoordeeld dat het bezwaar met betrekking tot de naleefbaarheid van de grenswaarden voor zwevende deeltjes die in het Besluit luchtkwaliteit 2005 zijn opgenomen en het bezwaar met betrekking tot de aantasting van de natuurwaarden van "het Wormdal" niet slagen. Ook ten aanzien van deze bezwaren ziet de Afdeling geen reden om hier nu anders over te oordelen. 2.4. Appellant sub 3 richt zich tegen de gestelde geluidgrenswaarden. Hij stelt dat in het akoestisch onderzoek van 15 september 2006, dat bij de aanvraag behoort, onvoldoende is gemotiveerd waarom er geen organisatorische dan wel technische maatregelen mogelijk zijn om de geluidbelasting verder te reduceren. 2.4.1. Bij de beoordeling van de geluidbelasting ten gevolge van de inrichting heeft verweerder de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (hierna: de Handreiking) gehanteerd. In hoofdstuk 4 van de Handreiking is
vermeld dat, zolang er nog geen gemeentelijke nota industrielawaai is vastgesteld, zoals het geval is in de gemeente Kerkrade, bij het opstellen van de geluidvoorschriften gebruik moet worden gemaakt van de systematiek van richt- en grenswaarden. Voor bestaande inrichtingen wordt aanbevolen de aanvraag om vergunning opnieuw te toetsen aan de richtwaarden. Overschrijding van de richtwaarden is mogelijk tot het referentieniveau van het omgevingsgeluid. Overschrijding van het referentieniveau tot een maximum van 55 dB(A) kan volgens de Handreiking in sommige gevallen aanvaardbaar worden geacht op grond van een bestuurlijk afwegingsproces waarbij de geluidbestrijdingskosten een belangrijke rol dienen te spelen. 2.4.2. Verweerder heeft bij het vaststellen van het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (LAr,LT) in de dagperiode aansluiting gezocht bij de richtwaarden die tabel 4 van hoofdstuk 4 van de Handreiking geeft voor een rustige woonwijk in de stad, te weten 45 dB(A) etmaalwaarde. Gelet op de stukken en het verhandelde ter zitting bestaat geen aanleiding voor het oordeel dat verweerder de omgeving van de inrichting onjuist heeft gekwalificeerd. Voor immissiepunt 6 heeft verweerder aansluiting gezocht bij het referentieniveau van het omgevingsgeluid dat hoger is dan genoemde richtwaarde en 46 dB(A) bedraagt. Nu de in voorschrift F.1 gestelde geluidgrenswaarden voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau in overeenstemming zijn met de richtwaarden van tabel 4 van hoofdstuk 4 van de Handreiking dan wel met het referentieniveau van het omgevingsgeluid is de Afdeling van oordeel dat verweerder zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat in dit opzicht sprake is van een toereikend beschermingsniveau. Ten aanzien van de in voorschrift F.3 gestelde grenswaarden voor het maximale A-gewogen geluidniveau (LAmax) overweegt de Afdeling dat deze lager zijn dan de etmaalwaarde van 70 dB(A) die volgens hoofdstuk 3, paragraaf 3.2, van de Handreiking maximaal aanvaardbaar is. Daarom bestaat evenmin grond voor het oordeel dat verweerder deze grenswaarden niet in redelijkheid toereikend heeft kunnen achten. Verweerder heeft zich daarom in redelijkheid op het standpunt kunnen stellen dat verdere maatregelen ter reducering van de geluidbelasting niet nodig zijn in het belang van de bescherming van het milieu. Het beroep van appellant sub 3 faalt in zoverre. 2.5. Alle appellanten vrezen dat de aan de vergunning verbonden geluidvoorschriften niet kunnen worden nageleefd, omdat de geluidbelasting vanwege de inrichting volgens hen onjuist is gemodelleerd in het bij de aanvraag behorende akoestische rapport. Verweerder had dit rapport, aldus appellanten, niet aan het bestreden besluit ten grondslag mogen leggen. 2.5.1. Ingevolge vergunningvoorschrift F.5 moeten geluidmetingen en/of -berekeningen alsmede de beoordeling van de resultaten geschieden overeenkomstig de Handleiding meten en rekenen industrielawaai 1999 (hierna: de Handleiding). Op grond van hoofdstuk 2, paragraaf 2.3, van de Handleiding dient er in geval van geluid met een tonaal karakter op het gemeten of berekende langtijdgemiddeld deelgeluidniveau vanwege de gehele inrichting een toeslag van 5 dB in rekening te worden gebracht. De toeslag wordt alleen toegepast voor dat deel van de beoordelingsperiode waarin sprake is van tonaal geluid. 2.5.2. De inrichting is in de dagperiode in werking van 07.00 uur tot 19.00 uur. In het akoestisch onderzoek is bij de modellering uitgegaan van twee shovels die beide acht uur in bedrijf zijn en die 10% van de werktijd achteruitrijden. Niet aannemelijk is geworden dat deze uitgangspunten onjuist zijn. De achteruitrijdsignalering is blijkens de stukken regelmatig hoorbaar gedurende de bedrijfsperiode van twaalf uur. Dit betekent volgens het deskundigenbericht dat gemiddeld genomen elke vier minuten gedurende een halve minuut de achteruitrijdsignalering hoorbaar is. Niet gebleken is dat deze bevinding onjuist is. In het bij de aanvraag behorende akoestisch rapport is de toeslag voor tonaal geluid met betrekking tot de shovels alleen toegepast over het geheel van de afzonderlijke momenten dat de achteruitrijdpiep hoorbaar is. In aanmerking genomen dat blijkens de Handleiding de toeslag voor tonaal geluid op het gemeten of berekende langtijdgemiddeld deelgeluidniveau in het leven is geroepen om tot uitdrukking te brengen dat een dergelijk geluid als extra hinderlijk wordt beschouwd, deelt de Afdeling de stelling van appellanten dat de geluidbelasting in de inrichting, wat de shovels betreft, onjuist is gemodelleerd in het bij de aanvraag behorende akoestische rapport. Naar het
oordeel van de Afdeling had in het akoestisch rapport moeten worden uitgegaan van een tonaliteitstoeslag vanwege de achteruitrijdsignalering van de shovels over een periode van twaalf uur. Immers, gedurende deze gehele periode zal hinder worden ervaren van tonaal geluid vanwege de regelmaat waarmee dit geluid optreedt en de duur van elk van de desbetreffende periodes. Voor dit oordeel bestaat temeer aanleiding, nu blijkens het akoestisch onderzoek maximaal tweehonderdtwintig vrachtwagens dagelijks de inrichting zullen aandoen, waarvan een deel manoeuvres uitvoert waarbij eveneens achteruitrijdsignalering zal worden gebruikt. Dat dit geluid volgens het akoestisch rapport als niet relevant kan worden beschouwd gezien de relatief korte bedrijfstijd ten opzichte van de geluidimmissie vanwege de totale inrichting, komt de Afdeling, mede gezien het deskundigenbericht, niet aannemelijk voor. Door het akoestisch onderzoek op dit punt aan het bestreden besluit ten grondslag te leggen, heeft verweerder gehandeld in strijd met artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht. 2.5.3. Ten aanzien van de gehanteerde bodemfactor in het akoestisch rapport is in het deskundigenbericht gesteld dat er voor twee relevante bodemgebieden, te weten het terrein van de inrichting en het terrein van NOVO Wegenbouw, een verkeerde bodemfactor is gebruikt. Over de stelling van verweerder dat bij de modellering van de bodem rekening kan worden gehouden met de opslagen van afval-, grond- en bouwstoffen die op deze terreinen plaatsvinden, stelt het deskundigenbericht dat bij de modellering van de bodem normaliter geen eventueel opgeslagen materialen worden meegenomen, omdat die niet in de inrichting aanwezig behoeven te zijn. In geval er wel rekening wordt gehouden met eventueel opgeslagen materiaal, had het, aldus het deskundigenbericht, voor de hand gelegen om meer verschillende bodemgebieden te modelleren. Verweerder heeft hier ter zitting over opgemerkt dat zonder genoemde opslagen geen aan- en afvoer plaatsvindt door vrachtwagens en shovels en geen bewerking van afvalstoffen, waardoor er in zo'n situatie ook geen geluid geproduceerd wordt. Het modelleren van meer afzonderlijke bodemgebieden, elk met een aparte bodemfactor, zou naar zijn mening geen nauwkeuriger resultaat geven. Gelet op de omvang van het terrein van de inrichting en het feit dat de opslag van materialen op dit terrein kan veranderen van omvang en van locatie, is de Afdeling van oordeel dat verweerder niet deugdelijk heeft gemotiveerd waarom de in het akoestisch rapport neergelegde uitgangspunten ten aanzien van de te hanteren bodemfactor, juist zijn. Het bestreden besluit is in zoverre strijdig met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht. 2.5.4. Gelet op genoemde gebreken die aan het akoestisch rapport kleven, is de Afdeling niet aannemelijk geworden dat de aan de vergunning verbonden voorschriften voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau kunnen worden nageleefd. 2.6. Aangezien ten aanzien van de geluidaspecten aan het bestreden besluit gebreken kleven en deze aspecten in dit geval bepalend moeten worden geacht voor de vraag of de vergunning, zoals deze is aangevraagd, kan worden verleend, dient het bestreden besluit in zijn geheel te worden vernietigd. 2.7. Uit het vorenstaande volgt dat het beroep van appellante sub 1 deels niet-ontvankelijk is en voor het overige gegrond. De beroepen van appellanten sub 2 tot en met 4 zijn gegrond. 2.8. Verweerder dient ten aanzien van appellanten sub 1 tot en met sub 4 op na te melden wijze in de proceskosten te worden veroordeeld. Appellante sub 4 heeft verzocht om vergoeding van kosten van een in haar opdracht opgesteld deskundigenrapport. De Afdeling is niet gebleken dat deze kosten zijn gemaakt in verband met de behandeling van het voorliggende beroep, zodat deze kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. 3. Beslissing De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State Recht doende in naam der Koningin: I. verklaart het beroep van appellante sub 1 niet-ontvankelijk voor zover dat ziet op de toepassing van teerhoudend asfalt in de geluidwal;
II. verklaart de beroepen van appellanten sub 2 tot en met 4 geheel gegrond en het beroep van appellante sub 1 voor het overige gegrond; III. vernietigt het besluit van het college van gedeputeerde staten van Limburg van 3 oktober 2006, kenmerk 2003/12302; IV. veroordeelt het college van gedeputeerde staten van Limburg tot vergoeding van bij appellante sub 1 in verband met de behandeling van het bezwaar opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 43,13 (zegge: drieënveertig euro en dertien cent); het dient door de provincie Limburg aan appellante sub 1 onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald; veroordeelt het college van gedeputeerde staten van Limburg tot vergoeding van bij appellant sub 2 in verband met de behandeling van het bezwaar opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 821,97 (zegge: achthonderdeenentwintig euro en zevenennegentig cent), waarvan een gedeelte groot € 644,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de provincie Limburg aan appellant sub 2 onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald; veroordeelt het college van gedeputeerde staten van Limburg tot vergoeding van bij appellant sub 3 in verband met de behandeling van het bezwaar opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 205,17 (zegge: tweehonderdvijf euro en zeventien cent); het dient door de provincie Limburg aan appellant sub 3 onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald; veroordeelt het college van gedeputeerde staten van Limburg tot vergoeding van bij appellante sub 4 in verband met de behandeling van het bezwaar opgekomen proceskosten tot een bedrag van € 714,57 (zegge: zevenhonderdveertien euro en zevenenvijftig cent), waarvan een gedeelte groot € 644,00 is toe te rekenen aan door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand; het dient door de provincie Limburg aan appellante sub 4 onder vermelding van het zaaknummer te worden betaald; V. gelast dat de provincie Limburg aan appellanten het door hen voor de behandeling van de beroepen betaalde griffierecht ten bedrage van € 141,00 (zegge: honderdeenenveertig euro) voor appellante sub 1, € 141,00 (zegge: honderdeenenveertig euro) voor appellant sub 2, € 141,00 (zegge: honderdeenenveertig euro) voor appellant sub 3 en € 141,00 (zegge: honderdeenenveertig euro) voor appellante sub 4 vergoedt. Aldus vastgesteld door mr. M. Oosting, Voorzitter, en mr. C.W. Mouton en mr. H.G. Sevenster, Leden, in tegenwoordigheid van mr. J. Heijerman, ambtenaar van Staat. w.g. Oosting w.g. Heijerman Voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 5 september 2007
Kerkrade, 4 juli 2007 Hierbij vindt u het advies van het college betreffende het volgende document (ligt ter inzage): Voorjaarsrapportage / nota 2007 Brandweer Parkstad Limburg De Brandweer Parkstad Limburg heeft de voorjaarsrapportage 2007 opgesteld, het voornoemde als onderdeel van de planning en control cyclus. De voorjaarsrapportage is een verantwoording van de commandant van de Brandweer Parkstad Limburg aan het Dagelijks Bestuur. Tevens wordt het Algemeen Bestuur geïnformeerd over de gang van zaken binnen de gemeenschappelijke regeling van de Brandweer Parkstad Limburg. In de voorjaarsrapportage wordt een inzicht gegeven met betrekking tot de bereikte resultaten en ook ten aanzien van afwijkingen en bijstellingen van hetgeen in de begroting 2007 is vermeld. Gezien een aantal belangrijke wijzigingen op het terrein van de arbeidsvoorwaarden zoals in 2006 doorgevoerd, Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) en Arbeidstijdensbesluit, is een tekort op de begroting 2007 ter hoogte van € 1.165.000,-- ontstaan. Het nadelige resultaat van deze voorjaarsrapportage 2007 is dermate substantieel dat de Brandweer Parkstad Limburg niet in staat is dit tekort binnen de eigen exploitatie op te vangen. De eigen algemene reserve is bovendien volledig besteed voor de dekking van het tekort van 2006. Gezien het vorenstaande is een aanpassing van het bedrag per inwoner voor de deelnemende gemeenten noodzakelijk Het Dagelijks Bestuur Brandweer Parkstad Limburg heeft op 20 juni 2007 besloten de voorjaarsrapportage voor kennisgeving aan te nemen, de stand in de Najaarsrapportage 2007 af te wachten en de Jaarrekening 2007 te gebruiken voor een eventuele bijstelling van de begroting 2008. De bijgaande voorjaarsnota 2007 Brandweer Parkstad Limburg wordt ter kennisname aan het college en de gemeenteraad aangeboden. De voorjaarsrapportage 2007 geeft informatie over de uitvoering van: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Het programmaplan; Bijstelling begroting 2007; Bedrijfsvoering; Investeringen; Reserves en voorzieningen; Risico’s; Verbonden partijen.
Ad. 1. Het programmaplan Hierin worden de ontwikkelingen op het gebied van pro- actie, preventie, voorlichting, preparatie, repressie, rampenbestrijding en nazorg beschreven. Er zijn geen bijzonderheden aan te geven op voornoemde gebieden. Ad. 2. Bijstelling begroting 2007 In de voorjaarsrapportage wordt een inzicht gegeven met betrekking tot de bereikte resultaten en ook ten aanzien van afwijkingen en bijstellingen van hetgeen in de begroting 2007 is vermeld. Gezien een aantal belangrijke wijzigingen op het terrein van de arbeidsvoorwaarden zoals in 2006 doorgevoerd, Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) en Arbeidstijdensbesluit, is een tekort op de begroting 2007 ter hoogte van € 1.165.000,-- ontstaan.. Het nadelige resultaat van deze voorjaarsrapportage 2007 is dermate substantieel dat de Brandweer Parkstad Limburg niet in staat is dit tekort binnen de eigen exploitatie op te vangen. De eigen algemene reserve is immers reeds volledig besteed voor de dekking van het tekort van 2006 ad € 471.178,--. Gezien het vorenstaande is een aanpassing van het bedrag per inwoner voor de deelnemende gemeenten noodzakelijk.
Op basis van het in deze voorjaarsnota geprognosticeerde tekort ad € 1.165.000 en uitgaande van het inwoneraantal op 1 januari 2006 betekent dit per gemeente een aanvullende bijdrage van: Gemeente Kerkrade Gemeente Landgraaf Gemeente Heerlen Gemeente Brunssum
€ 274.197,-€ 217.751,-€ 508.817,-€ 164.835,--
Deze extra kosten voor het jaar 2007 worden definitief bepaald in de Jaarrekening 2007. Voor 2007 betaalt Kerkrade een bedrag van € 29,08 per inwoner. Het vorenstaande betekent een verhoging van de gemeentelijke bijdrage per inwoner van € 5,56 voor 2007. In de onlangs door de raad vastgestelde voorjaarsnota gemeente Kerkrade, is op basis van de toen bekende en door de Brandweer Parkstad Limburg aangeleverde cijfers, vooralsnog een bedrag van € 165.000,- als tegenvaller voor de Brandweer Parkstad geaccordeerd. Voor de najaarsnota 2007 van de gemeente Kerkrade betekent dit dat naast de aanvullende bijdrage tengevolge van de afdekking van het tekort over 2006 ad afgerond € 47.500,- (raad juni) tevens rekening moet worden gehouden met een additionele tegenvaller van afgerond € 110.000,- (€ 275.000 minus € 165.000) voor het jaar 2007, in totaliteit € 157.500,--. Ad. 3. Bedrijfsvoering In deze paragraaf wordt stilgestaan bij de interne bedrijfsvoering, personeelsbeleid, medezeggenschap, informatie en communicatietechnologie en organisatie, financiering, huisvesting, onderhoud kapitaalgoederen en inkopen. Er zijn geen bijzonderheden aan te geven op voornoemde gebieden. Ad. 4. Investeringen Het project voertuigautomatisering (1e lijnsvoertuigen voorzien van apparatuur waarmee invulling kan worden gegeven aan informatievoorziening tijdens operationele werkzaamheden) is verder doorgevoerd. Gezien de per 1 januari 2008 beoogde regionalisatie is nauwelijks gevolg gegeven aan de overige investeringsplannen 2007. Ad. 5. Reserves en voorzieningen De prognose voor 31 december 2007 is dat er op de posten “voorziening voormalig personeel” en “voorziening groot onderhoud gebouwen” in totaal nog reserves en voorzieningen zijn te hoogte van € 210.367,-. De aanwezige algemene reserve, ter hoogte van € 471.178,- wordt aangewend ter dekking van het tekort 2006. Ad. 6. Risico’s Er wordt gememoreerd aan het voorhanden zijnde risico van aansprakelijkheid in relatie tot het functioneren van de brandweer. Verder wordt aangegeven dat de praktijk dient uit te wijzen of de geraamde personeelskosten ad € 150.000,- ten behoeve van de nieuwe roosters in het kader van het gewijzigde Arbeidstijdensbesluit, voldoende zijn. Het overgangsrecht in verband met afschaffing van het functionele leeftijdsontslag (FLO) leidt tot een substantiële kostenstijging. Er dient rekening gehouden te worden met een aantal uitzonderingsgevallen en de uitkomst van een bezwaarschriftenprocedure. Er dient verder rekening te worden gehouden met extra opleidingsinspanningen die door de werkgever verricht dienen te worden om medewerkers in het kader van het nieuwe loopbaanbeleid voor te bereiden op een tweede loopbaan na de bezwarende functie. Door brandweer Parkstad Limburg wordt ingeschat dat het overgangsrecht FLO en het nieuwe loopbaanbeleid tot meer werk zal leiden en dat derhalve de capaciteit op P&O gebied uitgebreid dient te worden. Momenteel ontvangt brandweer Parkstad Limburg ten behoeve van een viertal ID medewerkers € 75.000,-, echter regelmatig verschijnen berichten dat regelingen in het kader van gesubsidieerde arbeid komen te vervallen. Voor het overige gelden ook voor
brandweer omgevingsfactoren als bron van een mogelijk risico. Eveneens wordt gememoreerd aan de vorming van een regionale brandweer Zuid Limburg, het voornoemde bergt financiële risico’s in zich in termen van initiële meerkosten die in de regel bij de vorming van een nieuwe organisatie optreden. Gezien het feit dat met de besteding van de algemene reserve ter dekking van het tekort 2006 is geen intern weerstandsvermogen meer beschikbaar. Het voornoemde betekent dat tekorten van de gemeenschappelijke regeling direct ten laste van de vier deelnemende gemeenten komen. Ad. 7. Verbonden partijen Melding wordt gemaakt van het feit dat Parkstad Limburg Veiligheidsopleidingen, Planvorming & Training BV over het jaar 2006 een positief financieel resultaat, ter hoogte van € 48.520,- heeft geboekt. Voor het jaar 2007 zijn de verwachtingen positief. Daar de contracten met betrekking tot de dienstverlening brandweerzorg ten behoeve van gemeenten Nuth en Voerendaal in 2007 aan herziening toe waren, is in gesprekken met deze gemeenten bepaald dat de bijdrage per inwoner per 2007 verhoogd zal worden tot € 26,61. Gezien het vorenstaande wordt de commissie voorgesteld de raad als volgt te adviseren: 1. 2.
kennis te nemen van de bijgaande voorjaarsrapportage 2007 Brandweer Parkstad Limburg. in de najaarsnota 2007 van de gemeente Kerkrade reeds rekening te houden met een extra tegenvaller ter hoogte van € 157.500,-.
Openbare vergadering van het Algemeen Bestuur van Werkvoorzieningschap Oostelijk ZuidLimburg, gehouden op 28 juni 2007 in de raadzaal van het gemeentehuis van Landgraaf. Aanvang 18.00 uur. Einde 18.40 uur.
Aanwezig: AB-leden: Gemeente Brunssum Gemeente Gulpen-Wittem Gemeente Heerlen Gemeente Kerkrade Gemeente Landgraaf: Gemeente Nuth Gemeente Onderbanken Gemeente Simpelveld Gemeente Vaals Gemeente Valkenburg ad Geul Gemeente Voerendaal
dhr. S.J.H.L. L’Espoir --dhr. K. Adema dhr. H.J.G.M. Jacobs de heren P.J.M. Arends en M.W. Geutjes (plv. lid) -mevr. S. Sajovec-Jacobs de heren H.J.P. Vliex en F.J. Ortmans de dames B.C.A. Göttgens-Pelzer en O.L.D. Claessen -Jolic de heren C.H.W. Boumans en J.E.J. Blom dhr. A.M.C. Brosky
De secretaris De plv. secretaris De notuliste Hoofd financiën
dhr. P.F.M. Simons dhr. J.J.A. Bisschops mevr. A. Canisius dhr. S. Tilmans
DB-leden Gemeente Brunssum Gemeente Gulpen-Wittem Gemeente Heerlen Gemeente Kerkrade Gemeente Landgraaf Gemeente Nuth Gemeente Onderbanken Gemeente Simpelveld Gemeente Vaals Gemeente Valkenburg a/d Geul Gemeente Voerendaal
dhr. J.H.J. Janssen --dhr. J.G.G. Bosch (voorzitter) -dhr. H.J.L. Kockelkoren dhr. J.G.M. T. Ubachs ---dhr. H. Bressers
Verhinderd: AB-leden: Gemeente Brunssum Gemeente Gulpen-Wittem Gemeente Heerlen Gemeente Kerkrade Gemeente Landgraaf Gemeente Nuth Gemeente Onderbanken Gemeente Voerendaal
mevr. A.G.L. Huisman de heren W.H. Dautzenberg en M.G.H. Hendriks mevr. P.J.D. Smeets de heren P.A.A. Bell mevr. M.C.J. Berg-Lamers mevr. W. Verboom en dhr. A.J.P.M.E. Slangen mevr. A. Scheilen-Lagro dhr. M. Koenen
DB-leden: Gemeente Gulpen-Wittem Gemeente Heerlen Gemeente Landgraaf Gemeente Simpelveld Gemeente Vaals Gemeente Valkenburg ad Geul
mevr. M.F.H. Leurs -Mordang mevr. M.F.A. de Wit-Romans mevr. J.M.J. Kamps-Laeven dhr. H.G.G. Bogman
dhr. J. Lux dhr. H.M.L. Dauven
1
1.
Opening. De voorzitter, de heer Bosch, opent de vergadering en heet iedereen van harte welkom. De voorzitter deelt mede dat bericht van verhindering is ontvangen van: AB-leden: Mevr. Huisman (Brunssum); mevr. Lagro (Onderbanken); mevr. Berg (Landgraaf; wordt vervangen door dhr.Geutjes); dhr. Adema (Heerlen); dhr. Bell (Kerkrade); dhr. Dautzenberg (Gulpen-Wittem); dhr. Hendriks (Gulpen-Wittem); dhr. Koenen (Voerendaal); dhr. Slangen (Nuth). DB-leden: Mevr. Kamps (Landgraaf); mevr. Leurs (Gulpen-Wittem); mevr. De Wit (Heerlen); dhr. Dauven (Valkenburg); dhr. Bogman (Simpelveld); dhr. Lux (Vaals). (De heer Ubachs heeft kenbaar gemaakt dat hij de vergadering om 18.30 uur moet verlaten).
2.
Vaststelling agenda . De agenda is ongewijzigd vastgesteld.
3.
Mededelingen. De voorzitter deelt mede dat, zoals afgesproken, het DB uitvoerig heeft stilgestaan bij de opmerkingen/reacties van het AB naar aanleiding van de discussie die in de vorige ABvergadering heeft plaatsgehad over de samenstelling van het Algemeen Bestuur. Aan het voorstel dat in het AB besproken is, lagen twee invalshoeken ten grondslag nl. enerzijds de wijziging van de Wet SW en anderzijds wijzigingen in de Wet in relatie tot gemeentelijke medebewindstaken. De voorzitter memoreert dat het DB beide invalshoeken ontkoppeld had omdat er toen nog geen zicht op was wanneer de nieuwe Wet SW zou ingaan. Dit is inmiddels wel bekend; de regering heeft nl. besloten de nieuwe Wet SW per 1-1-2008 in te voeren. Het DB heeft besloten om even pas op de plaats te maken in bedoeld traject en heeft inmiddels aan de Colleges van B&W gevraagd om het Schap op zo kort mogelijke termijn te laten weten hoe men denkt (voorlopig vooralsnog) om te gaan met de invulling van de bestuursvertegenwoordiging in het Schap. De voorzitter merkt op dat iedere gemeente in wezen daarmee de keuze heeft om de invulling te laten zo als het is dan wel om alsnog aan te geven dat men er voor kiest om naar de toekomst toe het AB in te vullen middels uitsluitend een vertegenwoordiging van collegeleden. De voorzitter stelt dat dit laatste dan pas aan de orde is als er ook een wijzigingsvoorstel van de GR voor ligt. In verband met het feit dat nu zeker is dat de nieuwe regering de wetswijziging SW zal doorvoeren, heeft het DB besloten zich op 29 juni a.s. met de beleidsmedewerkers SW te bezinnen op de vragen. De voorzitter hoopt dat vanuit die gedachtewisseling een lijn naar de toekomst kan worden geschetst. De voorzitter merkt, inhakend op bovenstaande mededeling, op dat bij de raambehandeling van de begroting van het Schap in de gemeente Heerlen door de SP- en de PvdA-fractie is aangegeven dat men een onderzoek wil naar de toekomst van het Schap. De voorzitter stelt dat dit laatste eigenlijk ook de hoofdvraag is die op 29 juni aan de orde zal zijn, omdat men daarmede ook op al de overige vragen terecht komt zoals: binnen welke structuur; welke rol en taken in het kader van de nieuwe wetgeving en wat daar mee te maken heeft. De voorzitter zegt toe dat het DB na de vakantie, met behulp van de uitkomsten en discussiepunten die 29 juni op tafel komen, de discussie met het AB zal voortzetten. De secretaris deelt mede dat hij gehoopt had dat hij het AB vanavond al informeel de wijzigingsvoorstellen van het nieuwe Kabinet inzake de nieuwe Wet Sw had kunnen voorleggen. Deze zouden immers vóór het zomerreces aan de Tweede Kamer worden aangeboden, doch ze zijn er echter nog niet. Hij verwacht dat de wijzigingsvoorstellen in de loop van de volgende week zullen komen.
4.
Vaststelling van het verslag van 29 maart 2007. Het verslag is ongewijzigd vastgesteld.
2
Naar aanleiding van het verslag: Pagina 2 (mededeling dhr. Bosch m.b.t. overwerk SW-medewerkers Business unit Bedradingssystemen): De heer L’Espoir merkt n.a.v. de gedane mededeling van de heer Bosch, t.w. dat er m.i.v. 1 januari 2007 geen overwerk meer zou zijn, op dat dit volgens medewerkers niet zo is. De voorzitter antwoordt dat de heer Schrijnemakers hem per mail d.d. 26 juni het volgende heeft laten weten: “In de notulen van het AB wordt opgemerkt dat er bij Licom Bedradingssytemen m.i.v. 15 januari geen overwerk meer zou plaatsvinden. Dit behoeft wellicht enige nuancering. Toentertijd hebben wij gesproken over structureel overwerk bij Bedradingssytemen en het feit dat wij daaraan een einde gemaakt hadden. Dit impliceert vanzelfsprekend niet dat medewerkers nooit meer zouden overwerken. Er zijn natuurlijk situaties denkbaar waarin ook in de toekomst van (SW-) medewerkers van onze bedrijven gevraagd wordt overwerkt te verrichten. In het algemeen geldt hierbij dat overwerk zo veel mogelijk vermeden wordt en dat dit voor SW-medewerkers altijd op basis van vrijwilligheid is. Van structureel overwerk bij Bedradingssytemen is in ieder geval sinds begin dit jaar geen sprake meer, incidenteel kan dit, zoals gezegd, nog voorkomen”. De heer Bosch hoopt dat deze toelichting van de zijde van de directie van Licom helderheid schept als antwoord op de vraag van de heer L ‘Espoir. Pagina 2 (inkoopbeleid): Nadat de voorzitter heeft opgemerkt dat er ten aanzien van dit punt geen voorstel aan het AB is verzonden, heeft de heer Simons toegelicht dat hij op de aktielijst heeft aangegeven dat bedoeld voorstel in september aan het AB zal worden voorgelegd. Er ligt weliswaar een conceptvoorstel doch dit moet nog in de Financiële Commissie worden besproken waarna het vervolgens in augustus aan het DB zal worden aangeboden en daarna (september) aan het AB. Pagina 4 (punt 7: Vraag van de heer Bell betreffende contact AB met de OR van Licom). De heer L’Espoir merkt op dat de voorzitter heeft toegezegd de suggestie te zullen overnemen. Het punt staat evenwel niet op de besluitenlijst vermeld. De heer L’Espoir vraagt wat ermee gebeurt en of met OR alleen de OR van Licom bedoeld wordt of de Ondernemingsraden van de uitvoerende bedrijven (ASB, der Sjtiel en Licom). De heer Bosch verduidelijkt dat de Ondernemingsraden worden bedoeld. Hij zegt dat het DB zich over de vraag nog niet heeft beraden en hij zegt het AB toe dat hij de vakantieperiode zal gebruiken om vanuit directieoverleg en overleg met de Ondernemingsraden te zullen bekijken hoe daaraan invulling kan worden geven. De heer L'Espoir vraagt of het AB nu kan besluiten het prettig te vinden dat het AB minimaal bijv. 1x per jaar contact heeft met de Ondernemingsraden. De voorzitter merkt op dat het AB dat weliswaar kan vragen doch indien er derden betrokken zijn, die niet rechtstreeks onder de verantwoordelijkheid van het DB c.q. AB vallen, zij zich daarmee niet verplicht hoeven te voelen. Z.i. zal het dus altijd de vraag zijn welke praktische afspraken er daarover gemaakt kunnen worden en hij zegt toe op zich te zullen nemen om daarvoor een praktische vorm te vinden die ook handzaam is. Aktielijst: Besluit: Met inachtneming van de reeds gedane opmerkingen en mededelingen is de aktielijst vastgesteld. 5.
e
Rapportage ontwikkelingen wachtlijst 1 kwartaal. De heer Geutjes vraagt hoe de brief van de staatssecretaris m.b.t. de wachtlijst gezien moet worden. Z.i. gaat de staatssecretaris nl. maatregelen nemen die de wachtlijstproblematiek zouden moeten gaan verminderen. De heer Geutjes vraagt vervolgens wat het DB realistisch acht voor een wachtlijst. De huidige wachtlijst lijkt hem nl. onaanvaardbaar en hij vraagt zich af of we daarmee toch nog wat indringender de gemeentes moeten aanspreken over het feit dat zo’n 16 % van de Wsw geïndiceerde inwoners van de 11 gemeentes op de wachtlijst staat. De heer Bosch merkt op dat uit het feit dat ook de staatssecretaris zich daarmee bezig houdt en hierover een aantal opmerkingen is gemaakt, men kan afleiden dat het zeker niet een regionaal, doch een landelijk probleem is. Daarbij is het blijkbaar zo dat het personeelsbestand binnen de SW als het ware een verstopping veroorzaakt omdat er niet in dezelfde mate uitstroom plaatsvindt waarin er instroom zou moeten plaatsvinden op basis van het aantal mensen dat geïndiceerd
3
wordt. De heer Bosch merkt op dat men de vraag ook kan omdraaien (het Schap heeft dat ook in veel discussies met vertegenwoordigers van landelijke partijen aangedragen) nl.: Is het budget dat landelijk wordt uitgetrokken voor de uitvoering van de Wet SW (ca 2, 5 miljard) wel voldoende? De voorzitter stelt dat de beide amendementen (Irrgang en Verburg/ Bussemaker) in ieder geval geen structureel soulaas bieden en wel gezien het feit dat de luttele bedragen waar het feitelijk omgaat (nl. 2x € 25 miljoen afgezet tegen de € 2,5 miljard waar het landelijk omgaat) natuurlijk niet voldoende ruimte biedt om echt iets te doen aan die wachtlijsten. De voorzitter wijst er vervolgens op dat de gemeenten/het Schap in deze regio op een z.i. wel heel bijzondere manier speciale actie hebben ondernomen, los van het geld dat wat van het Rijk komt, nl. door 2 x 25 SE-eenheden voor de jaren 2006 en 2007 te realiseren op kosten van de gemeenten . Daarnaast hebben de gemeenten 179 mensen laten instromen vanuit de bijstand op basis van de inzet van W-budgetten met de inspanningsverplichting van de kant van het Schap dat betrokkenen dadelijk ook daadwerkelijk een SW-plaats gaan bezetten. De voorzitter merkt op dat het Schap daarnaast bezig is om te kijken hoe we t.a.v. de doelgroep jongeren in relatie tot de wachtlijst bijzonder acties kunnen ondernemen om ook daar een antwoord op te kunnen geven. De voorzitter zegt van mening te zijn dat wanneer wij ons naar eer en geweten de vraag stellen of wij voldoende aan de wachtlijst doen deze vraag z.i. met ja beantwoord kan worden. Er blijken echter dan nog ruim 750 personen op de wachtlijst te staan waarbij hij aantekent dat tegelijkertijd met deze constatering wel de relativering past dat die 750 ook gerelateerd moeten worden aan de bijna 5000 mensen die bij het Schap daadwerkelijk wel aan de slag zijn. Hij wijst er op dat dit getal verhoudingsgewijs niet afwijkt van datgene wat er landelijk aan de hand is. De voorzitter merkt op dat, kijkend naar hetgeen primair gezien moet worden als een taak die op basis van rijksbudgetten gefinancierd wordt en waar gemeenten toch al bijdragen in de exploitatie bijdragen van de bedrijven die die taken vervolgens realiseren, men wel altijd kan zeggen “dat kan meer en dat kan beter” maar wij zijn er z.i. zelf voor om te beoordelen of we vinden dat we er wel voldoende aan doen. Besluit: e Het Algemeen Bestuur heeft kennisgenomen van de rapportage ontwikkelingen wachtlijst 1 kwartaal 2007.
6.
Rapportage voortgang WWB/WSW trajecten t/m 31 mei 2007. Besluit: e Het AB heeft kennisgenomen van de rapportage betreffende de ontwikkelingen wachtlijst 1 kwartaal 2007.
7.
Vaststellen jaarrekening 2006. De heer Geutjes merkt op verbaasd te zijn dat het weerstandsvermogen van het Schap nihil is. Hij wijst er op dat het Schap mensen in dienst heeft en dat het Schap geconfronteerd kan worden met een probleem dat zich laat vertalen met geld. Hij stelt weliswaar niet te willen pleiten voor het oppotten van gelden maar helemaal geen weerstandsvermogen voor een organisatie als het Schap betekent z.i. dat men erg afhankelijk is en voor ieder detail terug moet vallen op de gemeenten. De heer Bosch antwoordt, dat als men kijkt naar dat wat het Schap feitelijk in het verleden deed, de door de heer Geutjes gestelde vraag, zeker in relatie met de uitvoeringsinstelling Licom, relevant was. In het verleden heeft het Schap dat eigenlijk altijd ondervangen door vaste afspraken te maken met de gemeenten over hoe om te gaan op het moment dat er een probleem ontstaat bij Licom. Dat heeft in het verleden er toe geleid dat de gemeenten structureel bijdroegen in de exploitatie tekorten van Licom en bovendien hebben de gemeenten stortingen gedaan in het aandelenkapitaal van Licom. Daarmede werd eigenlijk het risico voor het Schap m.b.t. de leningen die het Schap had afgesloten t.b.v. Licom min of meer mede afgedekt. De voorzitter stelt dat in de huidige situatie die vraag misschien wat minder relevant is in zoverre als men kijkt naar het huishoudboekje van het Schap waar een fors bedrag (€ 110.000.000 ) aan rijksmiddelen binnenkomt als subsidie en waarvan op voorhand helder is waar dat voor bedoeld is nl. dat dit aan niets anders mag worden besteed dan aan de uitvoering van de Wet SW terwijl die ander financiële relatie van het Schap met Licom zo goed als beëindigd is. De voorzitter wijst er op dat de bezetting van het Schap uit beperkt aantal FTE’s aan personeel bestaat, bijna allen zijn hier aanwezig, en als men dan kijkt naar welke risico’s wij lopen, los van
4
de exploitatie van Licom, dan is het z.i. verantwoord dat, als er zich een probleem voordoet, het Schap zich tot de gemeenten wendt. De heer Brosky heeft m.b.t. een aantal posten vragen gesteld die beantwoord zijn door de heer Tilmans, hoofd financiën (behoudens een vraag die beantwoord is door de voorzitter) t.w.: Pagina 2 (bovenaan “in die zin is dus geen sprake van een geconsolideerde jaarrekening, als optelsom van alle inkomsten en uitgaven van het Schap en de werkeenheden”). Vraag: Waarom is er geen geconsolideerde jaarrekening nodig? Het WOZL is z.i. toch verantwoordelijk. Antwoord dhr. Tilmans: Er is geen sprake van geconsolideerde jaarrekening omdat de bedrijven Licom NV, Stichting ASB en der Sjtiel eigen juridische entiteiten zijn. Het Schap heeft echter als zodanig verder geen juridische banden met deze ondernemingen en het Schap heeft hierin in principe ook geen vertegenwoordiging (behalve dat de gemeenten aandeelhouder zijn van Licom). Pagina 7 (rekening courant verhouding tussen Schap en Licom). Vraag: zijn daar ook zekerheden of risico’s aan verbonden waar wij nu geen rekening mee houden? Antwoord dhr. Tilmans: In het verleden hadden we op de leningen, die we ten gunste van Licom NV hadden afgesloten, zekerheden, namelijk panden van Licom, welke als onderpand dienden. V.w.b. de rekening courant hebben we die niet. Het Schap heeft met Licom afgesproken dat alle langlopende leningen in 2007 door Licom worden afgelost. Op één lening na is dat ook al gebeurd en deze laatste zal binnenkort worden afgelost, nl. wanneer Licom de opbrengsten krijgt van de verkoop van Intratuin aan Ikea. Dan wordt de laatste langlopende lening afgelost. Het Schap heeft dan eigenlijk financieel gezien alleen nog een rekening-courant verhouding met Licom. Dit moet gezien worden als een stukje werkkapitaal dat het Schap aan Licom verschaft. Pagina 9 (kasgeldlimiet). Vraag: De ruimte kasgeldlimiet gaat van € 9 miljoen naar € 15 miljoen. Wat betekent dit, is dit zeer slecht? Antwoord dhr. Tilmans: Wij hebben een overschot op de vlottende middelen van € 5,9 miljoen. Met de kasgeldlimiet wordt eigenlijk bedoeld dat we voor € 9,3 miljoen rood mogen staan. Aangezien we echter voor € 5,9 miljoen positief zitten, hebben we ruimte voor € 15,2 miljoen. Het overschot dat inmiddels is ontstaan, is een gevolg van het feit dat de rekening courantvordering op Licom met dat bedrag omhoog is gegaan. (We hebben dus een hogere vordering op Licom NV gekregen). Pagina 13: (Materiële vaste activa). Vraag: Op de balans staat materiële vaste activa € 3.000; bij de toelichtingen op pagina 15 staat echter een hogere waarderingen nl. € 2,5 miljoen. Vraag: Wat is de hoogte van de oorspronkelijke investeringen? Betreft het onroerend goed en is er eventueel sprake van stille reserves? Antwoord dhr. Tilmans: In de toelichting staat € 2.500,11 genoemd. Dat is afgerond € 3.000, - dat opgenomen is op de balans. Het op pagina 15 aangegeven bedrag is zonder kopje “x 1000" Het betreft alleen inventaris en automatiseringszaken. Pagina 13: (De debiteuren worden gewaardeerd onder aftrek van eventuele voorzieningen) Vraag: Is daar een indicatie van hoe hoog dat is en waarom dat eventueel is ontstaan? Antwoord dhr. Tilmans: Per ultimo 2006 is er geen voorziening voor dubieuze debiteuren noodzakelijk. Pagina 18: (Opgenomen gelden). De heer Brosky merkt op dat er diverse leningen opgenomen gelden van Mees en Hoop staan waarbij geen aflossingen zijn bedongen. De rentepercentages waren z.i. toch relatief hoog terwijl in de afgelopen jaren volgens hem veel lagere rentes hadden kunnen worden afgesloten. Hij vraagt of dat niet zinnig zou zijn geweest. Antwoord dhr. Tilmans;
5
De vraag is in wezen achterhaald omdat de leningen (behoudens een) zijn afgelost (hij verwijst naar zijn beantwoording van de vraag over de rekening courant verhouding Schap –Licom). Z.i. kan men natuurlijk leningen vervroegd aflossen maar dat betekent ook dat men een boeterente moet betalen. Er zal een afweging moeten worden gemaakt of de boeterente opweegt tegen de lagere rente die men dan gaat betalen. Pagina 23 (bezetting). Bij directeur/secretaris staat een realisatie van 0,1. De begroting van 2006 spreekt over 1,3. Betekent dit dat er nog een vacature is en zo ja, hoe zit het dat met de kosten? Antwoord van de voorzitter: De heer Bosch legt uit dat de personele bezetting van het Schap zoals weergegeven in de jaarrekening om enige toelichting vraagt voor wat betreft directeur/secretaris. Hij merkt op dat we een overgangssituatie hebben gekend gedurende het jaar 2006 waarbij de heer Simons de ad interim functie van secretaris heeft ingevuld op grond van het feit van onze constatering dat in de oude situatie de organisaties van regio PL en Werkvoorzieningschap OZL compleet in elkaar waren vervlochten en er ook geen echt onderscheid meer was maar dat toerekeningen op papier plaatsvonden die min of meer pro forma waren. Dit liet een onduidelijk beeld zien van de echte kosten voor het Schap en de echte kosten voor de regio. De heer Bosch zegt er toen op te hebben aangedrongen dat die twee dingen gescheiden zouden moeten worden alleen al vanwege het feit dat de buitengemeenten (Vaals, Nuth, Gulpen-Wittem en Valkenburg ad Geul) op die manier de kosten van het Schap zouden dragen en niet ook aan de kosten van de regio zouden meebetalen In die overgangssituatie is er met elkaar afgesproken dat de directeur van de regio PL, zo lang de secretaris geen definitieve benoeming had, ook ingezet zou worden t.b.v. het Schap t.w. voor algemene taken, personeelszaken e.d. Daardoor kwamen we op 1,3 full time. De heer Simons is steeds actief werkzaam geweest als secretaris van het Schap. Eerst als interim-secretaris en sinds 1 september 2006 in vaste dienst. Besluit: Het Algemeen Bestuur heeft ingestemd met de jaarrekening 2006 van het Werkvoorzieningschap OZL. e
8. Vaststellen 1 wijziging begroting 2007. Besluit: Het Algemeen Bestuur heeft e * Ingestemd met het concept 1 begrotingswijziging 2007. * Besloten de vastgestelde begrotingswijziging ter kennis te brengen aan de Colleges van B&W van de aangesloten gemeenten. 9. Begroting 2008. Ter vergadering is een overzicht uitgereikt van de ontvangen schriftelijke reacties van de gemeenten Kerkrade, Simpelveld, Voerendaal, Vaals en Nuth. Besluit: Het Algemeen Bestuur heeft: * Kennisgenomen van de binnengekomen reacties van de aangesloten gemeenten. * De conceptbegroting 2008 van het Werkvoorzieningschap OZL goedgekeurd. 10. Brief van de staatssecretaris Aboutaleb m.b.t de modernisering van de Wsw. De heer Geutjes merkt op dat de brief op hoofdlijnen duidelijk is doch vraagt of er ook al wat inside infomation is over wat de brief voor het Schap gaat bekekenen. De voorzitter antwoordt: eerlijk gezegd ja en neen. Hij merkt op dat op dit moment drie hoofdelementen zijn te constateren. De SW blijft grotendeels in ieder geval als een afgeschermd gebied bewaard. De wet zegt nl. niet dat er één pot in relatie tot de Wet Werk en Bijstand wordt gemaakt De voorzitter ziet dat zelf als een positief gegeven omdat daarmee in ieder geval een groep bescherming blijft genieten die volgens hem die bescherming ook verdienen. Er wordt wel ruimte gecreëerd voor de gemeenten om, althans vanuit hun verantwoordelijkheid, wat meer naar de samenhang te kijken van de beschikbare instrumenten. De voorzitter merkt op
6
dat het aan ons zal zijn om daar handen en voetjes aan te geven. Hij tekent daarbij aan dat het Schap dat overigens ook al aan het doen is. De WWB-middelen mochten nl. formeel nog niet ingezet worden voor voortrajecten van mensen met een SW-indicatie. Het Schap heeft dat toch gedaan en we worden daar ook niet voor op de vingers getikt, sterker nog het ligt in de lijn van de wetswijziging. De voorzitter merkt verder op dat wij vooral blij mogen zijn met de brief van Aboutaleb in die zin dat hij ons aanspoort meer werk te maken van de wachtlijstproblematiek en dat hij daarin ook aangeeft verder te willen kijken (samen met de gemeenten) hoe daar een oplossing voor kan worden aangeboden. De voorzitter gaat er vanuit dat als de staatssecretaris dit zo stelt, dat dit betekent dat hij dan ook met de Kamer hopelijk tot goede afspraken zal komen om ons dan ook de instrumenten daarvoor aan te reiken. De subsidiesystematiek zoals die nl. nu functioneert, benadeelt het Schap zeer sterk. Het Schap heeft dit jaar als gevolg van de huidige subsidiesystematiek 90 SE moeten inleveren waarbij bijna altijd een na-ijl effect is van de wachtlijst. De voorzitter hoopt dat dit in ieder geval met de invoering van de nieuwe wet straks voorbij is. De huidige subsidiesystematiek is straks ook niet meer aan de orde want dan vi ndt budgettering plaats via de gemeenten op basis van het aantal geïndiceerden. De voorzitter wijst er op dat dit op zich echter nog niet een oplossing impliceert voor de problematiek van de wachtlijst, want ook in de conceptwet staat de stelling dat wij verplicht zijn de middelen in te zetten voor de uitvoering van onze taakstelling. Maar dat onze verplichting niet verder gaat dan de middelen die we krijgen. M.a.w. we worden niet geacht voor 100 mensen tewerkstellingen te regelen als we maar voor 80 mensen budget krijgen. In zoverre kijkt de voorzitter met enige zorg naar de toekomst. De heer Simons merkt aanvullend op dat inmiddels de beschikking op basis van het amendement Verburg/Bussemaker is ontvangen. Hierbij wordt eenmalig € 25 miljoen beschikbaar is gesteld voor de aanpak van de wachtlijst. Dat betekent voor het Schap OZL dat wij ruim € 1,2 miljoen daarvoor krijgen. De heer Simons wijst er op dat dit echter eenmalig geld is. De plannen voor de besteding zijn al in het DB aan de orde geweest. In de rapportage naar het AB zal het DB daarover nog teruggekomen. Besluit: Het Algemeen Bestuur heeft kennisgenomen van de brief d.d. 21 mei 2007 van de Staatssecretaris van SZW met betrekking tot het ingediende voorstel tot wijziging van de Wet sociale werkvo orziening. 11. Functiebeschrijving van de bestuurssecretaris. Besluit: Het Algemeen Bestuur heeft kennisgenomen van de door het Dagelijks Bestuur vastgestelde functiebeschrijving van de functie Bestuurssecretaris voor het Werkvoorzieningschap OZL. 12. Rondvraag. De heer Geutjes memoreert dat de vorige AB vergadering in het kader van de discussie over de wijziging van de GR gesproken is over een volgende bestuursvorm en een oplossing van de quorum problematiek. Hij stelt voor om wat de quorumproblematiek betreft na te denken over een creatieve oplossing die de zaak wat werkzamer maakt. Hij denkt daarbij bijv. aan de mogelijkheid om toe te laten dat een nieuwe AB- vergadering wordt uitgeschreven een half uur of een uur na de gestelde aanvangstijd. Mevrouw Göttgens vraagt wanneer de discussie, die in de vorige AB-vergadering heeft plaatsgevonden over de wijziging van de GR en de samenstelling van het AB, wordt voortgezet. De voorzitter gaat er vanuit dat dit na de zomervakantie zal gebeuren. Hij wijst er op dat morgen een sessie plaats vindt met de bedoeling om van gedachten te wisselen over een aantal punten dat de vorige vergadering aan de orde is gekomen en een aantal vraagpunten dat voortkomt uit de wetswijziging die nu definitief doorgaat. Z.i. is het goed om, rekening houdend met de opmerkingen die de vorige keer in het AB gemaakt zijn en met hetgeen wetstechnisch van ons verlangd wordt, te kijken naar de toekomt van het Schap. De voorzitter zegt dat hij morgen met de heel basale vraag zal beginnen nl: of dit Schap als Schap een toekomst heeft. Hij is van mening dat men niet moet weglopen voor het stellen van deze basale vraag om vervolgens langs de weg van de logica naar een antwoord te zoeken. Als die
7
vraag met ja beantwoord wordt, zijn we vervolgens ook toe aan de structuurvraag en de vraag hoe kleden we het dan zo in dat we ook toekomstgericht kunnen werken met elkaar. De voorzitter zegt toe dat na de zomervakantie bij het AB daarop zal worden terugkomen. Hij is van mening om dat dan wel in een andere setting te doen dan de formele setting van de ABvergadering, nl. door er een informele bijeenkomst aan te wijden, waarbij men ook wat vrijer met elkaar van gedachten kan wisselen over de vraagpunten zoals die op tafel liggen. 13. Sluiting. De voorzitter sluit, na iedereen een fijne vakantie te hebben gewenst, de vergadering.
Aldus vastgesteld in AB-vergadering van 27 september 2007. De secretaris,
De voorzitter,
P.F.M. Simons
J.G.G. Bosch
8