Even voorstellen: Françoise Feys leerkracht geschiedenis in Paridaens, zovele jaren...en nog blijft ze met haar hart in de school! Ze zal zich inzetten voor de oud-leerlingen: ze kent er heel velen, ze kwam in vele klassen. Wij wensen haar alle geluk toe in haar nieuwe taak, staan haar nog bij met het kerncomité en beloven haar onze steun (11 jaar voorzitterschap blijft wel een beetje in onze kleren zitten!) Het ga je goed Françoise! Het lukt je zeker. De brief "Afscheid aan Paridaens" typeert Françoise helemaal. Ik kon geen beter interview bedenken voor onze Kroniek. Het is echt met een warm gevoel dat we hem hier publiceren, met haar toestemming natuurlijk. Dank je Françoise en "ad multos annos!"
Afscheid van Paridaens Lieve aanwezigen, In de voorbije weken was het weer somber, volledig in overeenstemming met mijn droef gemoed. Ik heb het altijd moeilijk met afscheid nemen, en dus vooral ook nu, nu ik op het punt sta weg te gaan van een plaats waar ik bijna vijftig jaar gelukkig ben geweest. Een kleine zestig jaar geleden, in mijn klein West-Vlaams dorp van Bachten de Kupe, had niemand kunnen voorspellen dat ik zo lang naar school zou gaan. Het kleine dorpsschooltje had graadklassen, we zaten dus met telkens drie leerjaren samen in de klas. De eerste klas viel best mee en het was gezellig, zo samen rond de grote kachel. De juf van vier, vijf en zes was zeer streng en zeer stuurs. Ik was Herfstkrantje oud-leerlingenbond - november 2006
31
ontzettend bang van haar en ik was vaak schoolziek. Vooral als mijn breiwerk de avond ervoor niet was opgeschoten. In 1957 verlieten de Russen als de eersten de dampkring van onze aarde om met hun Spoetnik de ruimte te verkennen, en wij verlieten met het gezin ons WestVlaamse dorp om naar Leuven te komen. Zo kwam ik met een maand vertraging in het zesde leerjaar van Paridaens terecht. School was hier iets helemaal anders. Zeer groot. Met een gymzaal, nog nooit gezien. Met een uniform. Met veel huiswerk, en vooral met ander huiswerk dan breien en dan catechismus leren. Met die vreemde h die ik onder de knie moest krijgen. School was nog altijd een beetje beangstigend. In 1958 hadden nog maar weinig mensen televisie. Op de wereldtentoonstelling in Brussel konden ze zien wat de wereld te bieden had. Ik kwam er ook een paar keer. De Spoetnik stond in het Russisch paviljoen. En de geit van Picasso in het Franse. In dat zelfde jaar ging ik naar de middelbare school, naar onze middelbare school. Daar gebeurde er toen met mij iets wonderbaarlijks, maar ook iets wat jullie onmiddellijk begrijpen: Ik begon school leuk te vinden, interessant. De meeste zusters en leraressen waren ook vrij streng, maar dat was in functie van de goede gang van zaken en ik was bijna nooit bang van hen. Je had zelden of nooit het gevoel dat je als persoon niet werd aanvaard. Ik wist toen nog niet dat de goede geest van zuster Cicercule hier nog ronddwaalde - en intussen ook de goede geest van mensen als van zuster Lydia, als van Lia… De School vulde vanaf dan bijna heel mijn leven, maar dat was toen niet ongewoon. Ik noem graag een aantal van mijn vroegere leraressen voor wie ik een warm gevoel van dankbaarheid koester. Sofie Rutten heeft mij met veel moeite wel de h leren horen én uitspreken. Zuster Hilde schaafde ondeugend gedrag met zachte hand bij, spiegelde ons de hoogste idealen voor en organiseerde sociaal werk met de weeskinderen van de Redingenstraat. Emma Mommens leerde mij voor het eerst van poëzie genieten. Juffrouw Kuyl hielp ons over het ezelsbrugje, organiseerde bejaardenzorg, leidde een koor waar muziek, discipline en vriendschap hand in hand gingen. Cathy Janssens wijdde ons op een voortreffelijke manier in, in de Nederlandse literatuur en in de Duitse taal, en met Jacqueline VandenHeuvel lazen we Cicero, geïllustreerd met feiten uit de advocatenpraktijk van haar man. Zuster Lydia, de directrice, was haar tijd ver vooruit toen ze een jeugdraad inrichtte, waarvan de leden tegelijkertijd een beetje de functie hadden van onze meters en 32
november 2006 - Herfstkrantje oud-leerlingenbond
peters nu. Als dat niet van visie van haar getuigt. Ik heb nog het kruisje dat de leden toen als herkenning droegen en ik vond de tekst terug, door pater Lenaers geschreven, die de woorden op het kruisje moest toelichten. 1969. De Amerikanen waren deze keer de Russen voor en zetten de eerste stappen op de maan. Voor mij was het vooral het jaar van mijn eerste, aarzelende, stappen in het onderwijs. Ik heb inderdaad niet bewust gekozen voor het onderwijs, al was ik hier nog zo graag naar school geweest. Mijn vader was ziek en stierf en ik vond dat ik dringend werk moest zoeken, ook al was mijn verhandeling nog niet af. Zuster Lydia vertrouwde mij de interim van Mia Goris toe. Frans in één en twee. Zo ben ik begonnen. En hier ben ik na een aantal omzwervingen terug beland. Nog altijd een beetje om den brode: Ik vroeg mij af: Was het dat nu wat ik echt wou? Had ik die meisjes wel iets te vertellen? Had ik eigenlijk wel 'gezag'? Ik twijfelde daar soms zeer sterk aan. Ik kon toen echt niet vermoeden dat ik zovele jaren later met al mijn vezels aan deze school verbonden zou zijn. Ik hou werkelijk van de school. Wat nu volgt er zoiets als een liefdesverklaring. Om alles en iedereen en alles op te noemen zou ik veel, veel tijd nodig hebben. Daarom vernoem ik een aantal facetten van de school, in een beetje een willekeurige volgorde, met voor elk facet maar één of twee typische voorbeelden. Ik hou van de geuren van Paridaens. Welke voorbeelden zal ik geven? Eerst een voor de ouderen onder jullie, die nog de tijd hebben gekend dat we allen binnen kwamen langs de grote bruine poort. Welke geur hing toen reeds 's morgens vroeg over de binnenkoer? Juist, de geur van gestoofde prei, van de voorbereidselen voor het middagmaal. En we kennen allemaal de typische boenwasgeur aan de vooravond van een feest of van een open deur. Ik hou van de muren van Paridaens. Bijvoorbeeld de oude rode muren van de binnenkoer, mét graffiti, of ook de nieuwe, stijlvolle grijze muren van de hall voor de oude feestzaal. Ik hou van de vogels van Paridaens, met een speciale voorliefde voor de gierzwaluwen in de zomer. Ze nestelen in de spleten van de alleroudste gebouwen van onze school. Herfstkrantje oud-leerlingenbond - november 2006
33
Ik hou van de gebouwen van Paridaens. Welk hoekje zal ik uitkiezen om hier expliciet vermelden? Er zijn er zoveel. Eén van mijn lievelingshoeken is de galerij aan de grote studeerzaal met nog de oude kapstokken van de internen (met een uitgespaard vakje waarin ze hun missaal kwijt konden), en met de mooie vloer. En natuurlijk ook lokaal 140, mijn stek als het ware, met het schitterende uitzicht op de toren, op de Dijle. Waar is de tijd dat Mark en ik op een woensdagmiddag zware kasten verhuisden, en dat Magda Crabbé gordijnen stikte? Ik hou van het toegewijde poetspersoneel. Mevrouw Vingtcent en haar ploeg. De Bulgaar Delian, die er nu niet meer is, maar met wie ik vaak een interessante babbel had als hij 's avonds in 140 kwam en ik er zat te werken. zusters. Ik hou van de zusters In het begin van mijn loopbaan ging ik elke week op bezoek bij de zeer oude zuster Godelieve, de tante van mijn vriendin. Ze gaf me goede raad en af en toe ook wat lectuur uit de bibliotheek van de zusters. En nu kunnen we natuurlijk niet zonder onze zuster Roos. Wat is de mediatheek doods en kaal als ze er niet is… Ik hield meer en meer van het lesgeven zelf, maar dat hoef ik aan leraren niet uit te leggen, al denk ik dat een geschiedenisles voorbereiden en geven het allerleukste is. Dit laatste schooljaar was wat dat betreft mijn allerfijnste jaar. Vorig jaar zei An Cox: 'lesgeven was voor mij een voorrecht'. Ook ik heb dat zo mogen ervaren. kijken. Ik hield van al de leuke nevenactiviteiten die bij het lesgeven kwamen kijken De nevenactivitieten zijn inherent aan het vak geschiedenis, en ze waren als het ware het zout op mijn 'patatten'. Moeilijk, moeilijk dus om niet alles te willen opsommen. Als ik dan toch een paar dingen noem, dan zeg ik: het EJP, de Parijsreis- telkens weer een feest-, en uiteraard ook de Romereis, onder leiding van pater Lenaers of van Jeannette, één keer ook met Zeef - ze had toen hele leuke rode schoentjes!- , en verschillende keren met Bieke Vds, de andere Oud-Historica van de school, met wie ik ook in Oostenrijk allerlei avonturen beleefde. En zo kom ik tot een liefdesverklaring voor mijn lieve collega's. 34
november 2006 - Herfstkrantje oud-leerlingenbond
Juffrouw De Wilde zaliger zei eens in de lerarenkamer, helemaal aan het begin van mijn loopbaan. "Ik hou van mijn collega's". Ik stond daar toen perplex van. Juffrouw De Wilde was mijn oud-lerares en wij wisten als leerlingen niet dat leraren ook gevoelens hadden. En dat ze dan ook nog gevoelens voor elkaar hadden? Nu begrijp ik perfect wat ze bedoelde. Ik hou oprecht van mijn collega's en van mijn oudcollega's, en ik was altijd zeer ongelukkig de enkele keren dat de harmonie werd verstoord. Onmogelijk een opsomming te maken. Ik vermeld dus, zeer in het algemeen: De collega's die mij altijd vestimentair in orde brachten als mijn jasje niet goed was geknoopt of als ik het binnenstebuiten aanhad. De collega's die mij met hun plagerijen een thuisgevoel gaven. De collega's die een luisterend oor boden bij moeilijke momenten. Maar daarnaast zijn er nog vele andere redenen om met een warm gevoel aan mijn collega's terug te denken: jullie zijn mij allen om de ene of andere reden zeer dierbaar, ook de jonge collega's van wie ik sommige nog niet zo goed ken. Elke Beersmans die mij als Sint- Maarten een stukje van haar dekentje gaf bij de allerlaatste filmforum voorbereiding. We zaten in het donkere, koude lokaal en sommigen hadden een dekentje bij zich. Ik niet, maar Elke zei: "kom , het mijne is groot genoeg voor twee". Het gaf mij een absoluut kampvuurgevoel. Ik hou natuurlijk zeer in het bijzonder van mijn vakcollega's. vakcollega's k ben absoluut bevoorrecht geweest met mijn vakcollega's die ik nu toch allemaal uitdrukkelijk wil noemen: Bieke, Mark, Zeef, Maggy, Liesbeth, Myriam, Kris, Magda, Katrijn en even ook Clothilde: zeg nu zelf, is dat geen uitgelezen gezelschap? Het zou me geen moeite kosten om van elk van hen een uitgebreide lofzang te zingen en om hen te zeggen hoeveel ik aan hen te danken heb. Bijzonder trots ben ik op Liesbeth, mijn oud- leerlinge en een absolute top -lerares. directrices, Ik hou van mijn directrices stuk voor stuk merkwaardige mensen. Zuster Lydia, mijn eerste directrice, Maddy, Lieve, Agnes en Lut, Annick en Jeannine: Allemaal andere persoonlijkheden, maar allemaal gekenmerkt door diezelfde fundamentele grondhouding ten opzichte van ons, leraren. Ze geven ons veel vrijheid en ze vertrouwen dat ieder van ons, elk op zijn manier en met zijn eigen aard, gewoon zijn best doet, ook al maken we allemaal Herfstkrantje oud-leerlingenbond - november 2006
35
fouten. We krijgen hier enorm veel vleugelslag en mogen elk voor een stuk 'ons ding' doen. Maar verder vallen nog andere gemeenschappelijke kenmerken van de directeurs op. Ze staan niet boven ons. Ze staan vaak tussen ons. Dat valt mij telkens op als ze hun brieven beginnen met 'beste collega'. Zelf zijn ze enorm werkzaam. Hun werkkracht kan spreekwoordelijk genoemd worden. Ze zijn dienstbaaar, zelfs tot in heel kleine zaken. Zuster Lydia die 's avonds laat de asbakken van de lerarenkamer leegmaakte. En onze huidige directie doet mij steeds denken aan de heldin van een Frans boek dat in mijn humaniora werd voorgelezen en die mij bijgebleven is als een persoon die met veel toewijding de zorg en de lasten voor kinderen op zich neemt: ‘cheftaine Françoise’. secretariaat. Ik hou van de mensen van het secretariaat Hier wil ik in het bijzonder de niveauverantwoordelijken noemen, met wie het zo prettig samenwerken was, vooral in de zorg voor leerlingen die het moeilijk hebben. Maar verder ook iedereen die achter de schermen vaak ook ondankbaar werk doet. Ik hou van het onderhoudspersoneel . Iedereen is het er over eens dat Guy een volwaardig lid is van onze school. Hij doet mij altijd een beetje denken aan Robert Long, en volgens Guy ben ik niet de enige om dat te vinden. Lang geleden was Maurice, de tuinman, ook een absoluut begrip. leerlingen, Ik hou zeer veel van de leerlingen met misschien wel een speciaal boontje voor de jongens. Mijn manier om het ontbreken van zonen te compenseren? Pieter Peperstraete die op mijn laatste schoolreis naar de Westhoek "In Flanders Fields" voorleest en de klas 5A die stil wordt. En Mounia, van 6E, richting Humane Wetenschappen. Vorige week waren ze wat uitgelaten . Toen ik terloops zei dat ze duidelijk goed gezind waren maar dat ik mij eigenlijk zelf niet zo vrolijk voelde, kwam ze grappig, als een volleerde menswetenschapper, uit de hoek en riep: "Wat scheelt er, mevrouw? Komaan, gooi 36
november 2006 - Herfstkrantje oud-leerlingenbond
het in de groep!". Algemene hilariteit natuurlijk. Maar toen we al lang weer bij de les waren zei Mounia vanop de eerste bank mij stilletjes: "nu hebt u nog niet gezegd wat er u scheelde…" Ik heb het inderdaad aan de leerlingen niet verteld, dat het mijn laatste lessen waren. In sommige klassen waren ze het op ene of andere manier wel te weten gekomen. oud--leerlingen leerlingen, Ik hou veel van mijn oud die intussen met een paar duizend zijn en van wie er ook hier verschillende lesgeven. Ik ben dan ook zeer blij dat ik mij vanaf volgend jaar met de oud-leerlingenbond mag inlaten, en dat ik hier nog af en toe iets te doen zal hebben, al neem ik mij ook voor om echt de bladzijde om te draaien en met een nieuw leven te beginnen."Niets zo erg als mensen die geen afscheid kunnen nemen”, placht mijn vader te zeggen in verband met bezoek dat aan de deur blijft drentelen. Ik zal dus wel echt afscheid nemen, maar jullie begrijpen dat ik Paridaens in mijn hart zal blijven dragen, tenslotte: "Voor elk van ons na 't Ouderhuis, is Paridaens het tweede thuis"…
Herfstkrantje oud-leerlingenbond - november 2006
37