H A R T K AT E R N
®
BUSINESS
T H E M A
Het goederenverkeer in Nederland groeit harder dan het personenvervoer. Dit gaat gepaard met toenemend ruimtebeslag, energieverbruik, overlast en milieuvervuiling. Navenant stijgen ook de vervoerskosten door bijvoorbeeld tolheffingen en accijnsverhoging. Kostenreductie via logistieke efficiency is daarom een voorwaarde om onze concurrentiepositie te behouden.
DISTRIBUTIELAND OF KOELIELAND? aar liefst 35 tot 40% van alle internationale goederen voor Europa komt via Nederland binnen,’ stelt drs. Dirk ‘t Hooft, directeur van de vereniging Nederland Distributieland (NDL). ‘De helft van alle Europese distributiecentra bevindt zich in ons land. Niet voor niets worden wij de vervoerders van Europa genoemd. De vraag is echter, hoe lang en op welke wijze we deze vooraanstaande positie kunnen behouden.’ NDL telt circa 550 leden en vertegenwoordigt alle vervoersmodaliteiten: transport over de weg, per spoor, door de lucht en over het water. Verder zijn de leden organisaties die met logistiek te maken hebben, van financiële instellingen en consultants tot uitzendbureaus en kennisinstituten. ‘NDL zet zich in om de concurrentiepositie van de Nederlandse logistieke sector in de Europese markt te versterken,’ zegt ‘t Hooft. ‘Wij zoeken naar strategische oplossingen om alle vervoersmodaliteiten zo nauw mogelijk op
‘M
elkaar te laten aansluiten. Dat is geen idealisme, maar pure noodzaak om de groei van het vervoer in de toekomst te kunnen opvangen. Ons beleid is daarbij allereerst gericht op de ontwikkeling en implementatie van logistieke kennis. Het tweede belangrijke beleidspunt is de promotie van Nederland als logistieke voortrekker en partner in het buitenland, zoals de VS, China en andere Aziatische landen. We laten zien hoe interessant het is om in Nederland een Europees logistiek centrum op te zetten. Niet alleen vanwege onze centrale ligging, infrastructuur en uitstekende logistieke faciliteiten. Ook het Nederlandse vestigingsklimaat spreekt daarbij tot de verbeelding. Tenslotte adviseren wij de overheid bij het ontwikkelen van verkeers- en economisch beleid als het gaat om transport en logistiek.’ Drijvende voorraden Met name voor de combinatie van verschillende vervoersvormen ziet Dirk ‘t Hooft een toekomst wegge-
Business Hartkatern ● Landelijk katern van de regionale zakenmagazines Postbus 14101, 3508 SE Utrecht, Mecklenburglaan 16, 3581 NW Utrecht Telefoon (030) 2512818; fax (030) 2512819; e-mail
[email protected]
● Eindredactie: Hans Hajée ● Medewerkers: Arie Craanen, Hans Hooft, Cees Louwers, Ferdinand Pronk, Mart Rienstra, Tony Vos, Rolf de Weijs ● Advertentieacquisitie: BPN, telefoon 030 - 2512818 ● Vormgeving: bpMedia+Design, Tilburg Copyrights: Het auteursrecht op de in Business verschenen artikelen wordt door de uitgever voorbehouden.
H A R T K A T E R N
1
T H E M A legd. ‘Nederland biedt door de gunstige centrale ligging en infrastructuur ongekende logistieke mogelijkheden. Goederen die via zee- of luchthavens binnenkomen, zouden met een juiste multimodale logistieke aanpak nog sneller en efficiënter kunnen worden vervoerd.’ Op dit moment lopen enkele NDL-projecten met betrekking tot nieuwe technologieën, gericht op die multimodaliteit. Zo behelst het concept
voorraden creëer je een soort “varende” band met goederen.’ Aansluiting van meer vervoersmodaliteiten op dit systeem is uiteraard goed mogelijk. ‘Ik verwacht dat het principe van “floating warehouses” echt toekomst heeft, ook voor de kustvaart. Via mainports naar kleinere havens, dan overladen op binnenschepen, treinen en vrachtauto’s voor verdere distributie. De goederenstroom kan natuurlijk ook weer omgekeerd lopen. Zo ontwikkelt het transMeer dan 800 Amerikaanse en Aziatische bedrijven port door en voor Nederland zich tot een In 2001 hadden 819 internationale verladers Nederland als thuisba- uiterst efficiënte logissis voor hun Europese distributieactiviteiten gekozen.Van deze 819 tieke keten. Het resulbeschikken 197 over een eigen ELC-vestiging, terwijl 622 de Euro- taat: minder vervoersbewegingen, minder pese logistiek hebben uitbesteed aan dienstverleners in Nederland. milieu-overlast, minder druk op de infrastructuur en last but not least kostenbesparing. Wel is het daarbij van belang dat we Nederland blijven zien als “een gateway for Europe” en rekening houden met een optimale aansluiting voor verder vervoer buiten onze grenzen. Ook zijn bij het wisselen van modaliteiten slimme innovatieve oplossingen nodig.’ Stedelijke distributie NDL-directeur ‘t Hooft doelt daarbij enerzijds door slimme(re) combinaties in logistiek’, september 2001 op ICT-toepassingen, ‘Distrivaart’ vervoer per pallet van anderzijds op meer fysiek-logistieke ‘fast moving consumer goods’ via oplossingen. Zo participeert NDL een landelijk binnenvaartnetwerk. in een consortium dat oplossingen NDL werkt hierbij samen met prozoekt voor stedelijke distributie ducenten, supermarktketens, logisdoor middel van onder andere de tieke dienstverleners, ICT-bedrijven zogenaamde Stadsbox. In dit logisen overheden. ‘Distrivaart is een tieke concept maakt men gebruik drijvend magazijn dat volgens een van een multifunctionele standaardvaste dienstregeling rondvaart. Het laadeenheid om binnenstedelijke “verklanten” en “order picken” gaat distributie en bevoorrading te vertijdens de reis gewoon door. Bij elke beteren. Binnensteden worden imaanlegplaats worden goederen afgemers steeds minder goed bereikleverd; vrachtauto’s brengen die baar, waardoor winkeliers vertrekvervolgens naar winkels of distribuken naar buiten de stad. De eerste tiecentra. Binnenvaart mag dan stap in de vicieuze cirkel van verminder snel zijn dan wegvervoer, paupering. ‘De oplossing is simpel met genoeg van dit soort drijvende en praktisch. In plaats van één con-
Bron: BCI/ NDL, ‘Van EDC naar ELC, meer toegevoegde waarde
2
B U S I N E S S
tainer, vervoert een vrachtauto zes Stadsboxen naar overslagpunten aan de rand van de stad. Een speciale wagen brengt vervolgens één
ER ZIJN VEEL KAPERS OP DE KUST of meer Stadsboxen naar de winkels in de binnenstad. Tijdens de overslag worden de boxen een kwartslag gedraaid en zijn zo qua maatvoering beter geschikt voor vervoer naar en binnen het centrum.’ Matchmaker NDL probeert op logistiek gebied nationaal en internationaal de functie van matchmaker te vervullen. Eén van de speerpunten hierbij is de verdere ontsluiting van Europese Logistieke Centra (ELC’s) in Nederland. Nederland was jarenlang favoriet als vestigingsplaats voor Europese distributieactiviteiten. Meer dan 800 Amerikaanse en Aziatische bedrijven hebben ons land gekozen als thuisbasis voor de distributie van hun producten in Europa. Door een verslechterd economisch en fiscaal klimaat, omslachtige overheidsbureaucratie, een uittocht van kennis en hoge loonkosten dreigt Nederland deze positie echter te verliezen. Volgens Dirk ‘t Hooft ligt er een uitdaging voor bedrijfsleven en overheid om het imago van Nederland als dé ‘gateway for Europe’ voor ELC’s met hernieuwde kracht neer te zetten, om zo nieuwe centra’s aan te trekken en bestaande te behouden. ‘ELC’s hebben een enorme economische en maatschappelijke waarde. Ze zorgen in bijna de helft van de gevallen voor het ontstaan van nieuwe economische activiteiten en werkgelegenheid. Zo zie je veel outsourcing van activiteiten rond een ELC; denk aan catering, callcentra en financiële diensten. We zouden ons kunnen toeleggen op markten zoals de farmaceutische of hightech industrie en rond zo’n ELC specifieke kennisontwikkeling opzetten.
T H E M A Vestiging van ELC’s is echter alleen aantrekkelijk wanneer aan alle logistieke eisen wordt voldaan. Als we de keten sluitend willen maken, moeten we flink aanpakken en zeker niet te lang wachten. Er zijn veel kapers op de kust.’ Zere plek Walther Ploos van Amstel is senior adviseur op het gebied van transport, logistiek en supply chain management bij TNO Inro in Delft. Daarnaast is hij hoogleraar logistiek aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda. ‘TNO Inro ondersteunt strategische besluitvorming op het gebied van stedelijke en economische ontwikkeling, verkeer en vervoer en logistiek en transport bij overheid en bedrijfsleven,’ legt Ploos van Amstel uit. ‘We doen dat door pro-actief en op een hoog niveau kennis te ontwikkelen en ter beschikking te stellen.’ Hij legt meteen de vinger op de zere plek: ‘We moeten voorkomen dat we de koelies van Europa worden. Logistiek is meer dan een doos van A naar B brengen. Een gezonde logistieke sector moet een daadwerkelijke toegevoegde waarde bieden. Denk aan Value Added Logistics, extra diensten als orderpicking, assemblage en verpakking. Maar ook Value Added Services, die nog verder gaan, zoals voorraadbeheer, financiële afwikkeling en callcenteractiviteiten. Alles draait om een goed georganiseerde, integrale logistieke keten. De transportsector is daarin geen onbelangrijke schakel, maar ook niet meer dan één element. Daar komt bij, dat een enkele zwakke schakel de keten kan breken.’ Zeilen Transporttarieven zijn nog relatief laag en de kosten van een vertraging of venstertijd zitten versleuteld in de prijzen. De vervuiler betaalt op dit moment nog niet, maar dat zal veranderen. Volgens een studie van TNO Inro zullen transportkosten de komende tien jaar met 30 tot 40% toenemen. Het is derhalve vijf voor twaalf; wil Nederland haar voortrekkersrol als distributeur voor
Dirk ‘t Hooft: ‘Combinaties van verschillende vervoersvormen hebben de toekomst’.
Europa behouden, dan zullen alle zeilen moeten worden bijgezet.
HET IS V I J F VO O R T WA A L F Slimme en duurzame logistieke innovaties zijn nodig om de concurrentiepositie te behouden en te voorkomen, dat ons land niet meer wordt dan slechts een doorgeefluik voor transportbewegingen.
Volgens Ploos van Amstel kan een gezonde logistieke sector zich alleen maar ontwikkelen op een industriële basis. ‘Nederland heeft daarbij een fundamentele aanpak in haar beleid nodig. Hierbij spelen zaken een rol als hoogwaardige kennis van alle bedrijfsprocessen, informatietechnologie, het stimuleren van innovatieve samenwerking, het koesteren van het poldermodel en een focus op enkele specifieke producten. Te denken valt aan voedingsmiddelen, high tech, farmacie en hoogwaardige machinebouw.’
H A R T K A T E R N
3
T H E M A maken in plaats van een mainport, is derhalve uitermate slecht doordacht. Industrieel beleid moet er juist op gericht zijn, producerende ondernemingen aan onze eigen regio te binden. Daar ligt een belangrijke basis voor een gezonde economie. Zonder die industrie zijn er geen diensten, maar ook geen winkels meer nodig. In zuidoost Nederland tonen ondernemingen aan hoe succesvol industriële ontwikkeling kan zijn: Océ, Shell Solar, Philips, ASML, Stork en Xerox. Maar de vraag is, of dit succes lang kan standhouden.’ Anders is het in de tuinbouw. ‘Daar zijn de diverse soorten bedrijven en instanties perfect op elkaar ingespeeld. Zij clusteren om efficiënt te
GEZONDE L O G I S T I E K E S E C TO R HEEFT INDUSTRIËLE BA S I S N O D I G Walther Ploos van Amstel: ‘Logistiek wordt steeds meer ingezet als concurrentiewapen’.
R&D volgt productie Ploos van Amstel waarschuwt voor een kennisparadox: ‘Nederland logistiek kennisland is een leuke gedachte, maar dan moet je wel tegelijkertijd zorgen dat de productie in eigen land blijft. Wanneer je van 150.000 medewerkers in operationele processen 10% logistiek kenniswerker maakt en de productie zelf verdwijnt vervolgens naar het buitenland, dan zit je wel met 135.000 werklozen. R&D moet logistieke operationele processen efficiënter en goedkoper maken én moet er tevens voor zorgen, dat deze in eigen land blijven.’ Een kenniseconomie kan niet los worden gezien van de productie. ‘R&D volgt de productie, niet andersom. Denk maar aan Fokker of Volvo Cars; van deze kennisbedrijven die losstonden van de productie is niets meer over. Het plan om van Nederland een brainport te 4
B U S I N E S S
kunnen samenwerken en logistieke voordelen te behalen. Ondanks een relatief hoog aandeel loonkosten kunnen we in de Nederlandse tuinbouwsector toch gemiddeld 5% goedkoper produceren dan elders in Europa. Maar kijk daarentegen eens naar de boekenbranche. Eén op de vijf boeken blijft als winkeldochter in de schappen staan. De productiekosten zijn dus gewoon 20% te hoog, en dat kun je besparen door een goed gevoerd supply chain management.’ Trends Producten ontwikkelen zich steeds meer tot diensten. De klant zoekt een oplossing en de leverancier moet toegevoegde waarde bieden. Het bij elkaar brengen van de juiste afzonderlijke componenten kan zo’n toegevoegde waarde zijn. ‘Logistiek wordt daarbij steeds meer ingezet als concurrentiewapen. Tussenschakels worden overgeslagen en men richt op rechtstreekse leve-
ring aan de consument. Denk aan direct sellers als Zara, Dell en Viking Direct. Een tweede trend is de toenemende noodzaak tot versnelling van supply chains. Flexibiliteit, minder voorraad en inspelen op de individualisering; allemaal vragen, waarop efficiënt supply chain management het antwoord vormt.’ Dan spelen er nog enkele duurzame ontwikkelingen, waarbij een noodzaak bestaat om omgevingsvriendelijke transportoplossingen te vinden. ‘Over de invoering van een afstandsgebonden tolheffing voor zware vrachtauto’s, de LKW-Maut, is veel te doen, maar die gaat er echt komen. Ook de opkomst van Centraal- en Oost-Europa is in logistieke kringen een belangrijk issue. De rode draad bij al deze ontwikkelingen is vooral het streven naar kostenverlaging en het verminderen van werkkapitaal,’ aldus Ploos van Amstel. ‘Steeds meer bedrijven ontdekken dat het veel zinvoller is om de integrale keten te optimaliseren, in plaats van zich te concentreren op het verbeteren van de eigen operaties. Het slimme samenspel van toeleveranciers, fabrikanten, groothandel, detailhandel, logistieke dienstverleners, kenniscentra en overheden bepaalt uiteindelijk succes of falen, en niet meer het functioneren van die ene onderneming, dat ene schakeltje in de keten. Alle partijen moeten zodanig samenwerken, dat de consument optimaal wordt bediend en tegelijkertijd de gezamenlijke kosten zo laag mogelijk zijn. Bedrijven moeten elkaar niet beconcurreren, maar samenwerken en clusteren.’
Tekst: D R S . A R I E F . O . C R A A N E N ■
Hoe houdt u financiële risico’s in uw bedrijf beperkt?
Prijs: € 179,- (excl. BTW en verzendkosten) Nieuw verschenen, speciaal voor ondernemers uit het MKB: CD-ROM ‘Grip op financiële zaken’ (inclusief boekje boordevol tips en adviezen) Beoordelen, beheren en plannen van financiële zaken voor ondernemers
Ontwikkeld in samenwerking met o.a. Deloitte
Waarom deze CD-ROM? Bij economische tegenwind loopt uw bedrijf meer financiële risico's. Met de CD-ROM 'Grip op financiële zaken' houdt u uw financiële risico's beperkt. Maak met deze CD-ROM zelf financiële prognoses, financieringsplannen en investeringsoverzichten en krijg antwoord op al uw financiële vragen. Voor wie? Deze CD-ROM is bedoeld voor alle ondernemers zonder specifieke financiële kennis die de financiële risico’s van hun bedrijf zo klein mogelijk willen houden. Met deze CD-ROM kunt u uw bedrijf financieel beter sturen. Uw voordelen op een rij: ✓ Analyseer snel en gemakkelijk uw jaarcijfers waardoor u met deze CD-ROM uw bedrijf beter financieel kunt sturen; ✓ Maak zelf uw financiële prognoses, financieringsplannen en investeringsoverzichten waardoor u onverwachte financiële tegenvallers kunt voorkomen; ✓
Weet wat u moet doen en krijg antwoord op vragen als: - hoe omgaan met de bank? - wat zijn signalen van financiële problemen? - wat zijn dan effectieve maatregelen? - hoe omgaan met een accountant? - op welke manier debiteuren in de hand houden? - enzovoort.
Inclusief: ✓ Gratis financiële vragenservice voor klanten waarbij u aan de accountants die hebben meegewerkt aan deze CD-ROM een jaar lang gratis uw financiële vragen kunt stellen.
Hoe kunt u bestellen? • Via het terugsturen van een ingevulde antwoordcoupon naar:
✗
Coupon Ja, ik bestel hierbij de CD-ROM Grip op financiële zaken voor € 179,- (excl. BTW en € 5,- verzendkosten) en krijg het recht om gedurende een jaar gebruik te maken van de bijbehorende financiële vragenservice.
Naam bedrijf:
…………………………………………..
Voorletters/naam contactpersoon:
…………………………………………..
Adres:
…………………………………………..
• Via onze fax: 030-2512819
PC Woonplaats:
…………………………………………..
• Via E-mail:
[email protected]
e-mailadres:
…………………………………………..
• Telefonisch: 030-2512818
Stuur deze antwoordcoupon naar: Business Antwoordnummer 8861 3500 ZK Utrecht Of fax naar 030-2512819.
Business Antwoordnummer 8861 3500 ZK UTRECHT
T R E N D S
Onderhoud en uitbreiding van het Nederlandse wegennet zijn hard nodig om onze concurrentiepositie te waarborgen. Om het tij te keren pleit Peter Janssen voor een andere financieringswijze en een alternatieve structuur van autobelastingen. Maar ook het bedrijfsleven moet volgens de directeur van RAI Vereniging haar verantwoordelijkheid nemen: ‘Met adequaat vervoermanagement is nog veel te winnen’.
Impuls nodig voor infrastructuur
HET MOET ANDERS
bezighouden met de ontwikkelingen op het gebied van mobiliteit en bereikbaarheid. ‘Nederland is een dichtbevolkt land met een grote vervoersbehoefte. Door onze ligging aan zee, met een groot achterland en een aantal belangrijke mainports, is Nederland een distributieland bij uitstek. Als we deze positie willen behouden, moet fors geïnvesteerd worden in infrastructuur. Dat is de afgelopen decennia veel te weinig gebeurd. We krijgen nu de rekening gepresenteerd van de verkeerde keuzes uit het verleden.’ Volgens Janssen moet de basisinfrastructuur dringend verbeterd worden. ‘Allereerst moet het nodige achterstallig onderhoud worden verricht; de wegen liggen er slecht bij.Vervolgens ontkomen we niet aan een uitbreiding van de infrastructuur. Meer “doorsnijdingen” in het landschap zijn hierbij overigens niet
AU TO M O B I L I T E I T VO R M T E E N O N M I S BA R E S C H A K E L
RAI Vereniging behartigt de belangen van importeurs en fabrikanten van wegvervoermiddelen. Er zijn zo’n 800 bedrijven aangesloten bij de brancheorganisatie. ‘Wij vertegenwoordigen de makers van alles dat wielen heeft en rijdt op de weg,’ zegt Peter Janssen. Hij is sinds 2001 directeur van RAI Vereniging. Daarvoor was Janssen 25 jaar werkzaam in de automobielbranche, het meest recent als commercieel directeur van Toyota-importeur Louwman & Parqui. 6
B U S I N E S S
RAI Vereniging en de BOVAG vertegenwoordigen opeenvolgende schakels in de bedrijfskolom. ‘De bij ons aangesloten bedrijven zijn leveranciers van de BOVAG-leden.We hebben elk een eigen rol, maar onze belangen lopen voor een belangrijk deel parallel. Daarom trekken we veel samen op.’ Onmisbare schakel Zo hebben beide brancheorganisaties de stichting BOVAG-RAI Mobiliteit opgericht, waarbinnen zij zich gezamenlijk
nodig; de noodzakelijke corridors liggen er al. Het gaat vooral om verbreding van de bestaande wegen, waardoor een aantal knelpunten verdwijnt en de infrastructuur beter kan worden benut.’ Ook het onderliggende wegennet verdient aandacht. ‘Met de aansluiting van de rijkswegen op de lokale en provinciale wegen is het vaak matig gesteld. Bijkomend probleem hierbij is, dat de bestuurlijke regie over het Nederlandse wegennet zich niet in één hand bevindt.’ Als het aan RAI Vereniging ligt, is het overigens zeker niet louter asfalt wat de klok slaat.‘Automobiliteit vormt een onmisbare schakel, maar we moeten deze niet onbeperkt faciliteren door het uitbreiden van wegen. Het gaat juist om de inzet van alle vormen van transport, om
T R E N D S het creëren van een optimale mix tussen openbaar vervoer, fiets en autogebruik.’
dat er uiteindelijk één landelijke wegbeheerder komt die de financiering coördineert en de realisatie stuurt. Dit heeft als consequentie, dat instanties als Rijkswaterstaat en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat een andere rol krijgen. Er zullen de nodige heilige huisjes moeten sneuvelen.’
langrijke rol spelen.’ De benzineprijs is een voordehandliggende manier om de kosten te koppelen aan het gebruik. ‘We dienen echter rekening te houden met de situatie in de ons omringende landen, waardoor dit instrument slechts beperkt bruikbaar is.’ Er moet dus een nieuw systeem ontwikkeld worden. Hoe dat er precies uit zal zien, is volgens Janssen vooral een technische kwestie. ‘Vooralsnog zijn wij blij te kunnen constateren, dat bij de politiek steeds meer bereidheid bestaat om na te denken over een variabel belastingsysteem. Hierbij moet het overigens wel gaan om een integraal stelsel.Variabilisering mag niet worden gefrustreerd door allerlei lokale initiatieven op het gebied van tolheffing. Daardoor ontstaat een lappendeken van maatregelen en span je het paard achter de wagen.’
Strategische aanpak Het besef dat een inhaalslag nodig is als het gaat om de Nederlandse infrastructuur, dringt ook door tot de politiek. ‘Het huidige kabinet kenmerkt zich door een aanmerkelijke realiteitszin. Geen lappendeken Men ziet de noodzaak om de probleIn het verlengde van een andere finanmen aan te pakken. Helaas bevinden we cieringswijze is RAI Vereniging een ons op dit moment in een periode van oplopende begrotingstekorten.’ Dat brengt Janssen ertoe, een vurig pleidooi te houden voor een andere wijze van financiering als het gaat om onderhoud en aanleg van infrastructuur. ‘Op dit moment zijn de benodigde middelen afkomstig uit de jaarlijkse rijksbegroting, waarbinnen keuzes worden gemaakt op basis Schaars goed van politieke afwegingen. Bij een deel van het bedrijfsleven Daar komt bij, dat bij de bestaat de angst, dat een variabel aanleg van infrastructuur belastingsysteem zal leiden tot vaak sprake is van langlohogere kosten. ‘Verhoudingsgepende inspraakprocedures. wijs worden inderdaad meer zaKan eindelijk gestart worden kelijke kilometers gemaakt. Een met de realisatie, dan is de fivariabele heffing zal echter gelnancieringsgrondslag vaak den voor alle bedrijven, dus de verdwenen en zijn de middeNederlandse concurrentieverlen inmiddels bestemd voor houdingen worden niet beïnandere doeleinden.’ vloed.’ Janssen wijst ook met naInvesteringen in infrastrucdruk op de eigen verantwoordetuur zijn volgens Janssen van lijkheid van ondernemers. ‘Vaak essentieel belang voor een wordt mobiliteit nog beschouwd blijvende welvaart. ‘Daarom als een vanzelfsprekendheid. Het Peter Janssen: ‘Er zullen de nodige heilige huisjes moeten moeten de budgetten hieris echter een schaars goed, waar sneuvelen’. voor niet telkens opnieuw ter we ook als zodanig mee om discussie staan, maar is een moeten gaan. Indien bedrijven het vergroot voorstander van een alternatieve strategische aanpak nodig die gericht is plaatsingsgedrag van hun medewerkers structuur van autobelastingen. ‘Op dit op de lange termijn. Jaarlijks brengt het nauwkeurig tegen het licht houden, zal moment wordt met BPM en motorrijautoverkeer zo’n 15 miljard op, afkomblijken dat met adequaat vervoermatuigenbelasting vooral het bezit van de stig uit motorrijtuigenbelasting, BPM, nagement nog veel te winnen is. Door auto belast.Wij pleiten al jaren voor vaaccijns en omzetbelasting. Het deel van betere planning van de automobiliteit, de riabilisering; een systeem, waarbij de dit bedrag dat bestemd is voor infrainzet van e-mail en videoconferencing en kosten gekoppeld worden aan het gestructuur, zou afzonderlijk moeten worhet stimuleren van fietsgebruik kan veel bruik. Dat is niet alleen rechtvaardiger, den geoormerkt en gereserveerd.Vervoltijd en geld worden bespaard. Het mes maar maakt mensen ook bewuster van gens kan onderzocht worden, hoe deze snijdt zo aan twee kanten: de concurrende financiële consequenties van autogemiddelen met privaat geld kunnen wortiepositie wordt positief beïnvloed en onbruik.’ den aangevuld. Er zijn namelijk voldernemers leveren een bijdrage aan een Bij de invoering van een dergelijk mobidoende partijen die via een PPS willen betere bereikbaarheid.’ liteitstarief kan gestart worden met een investeren in infrastructuur, mits dit ‘platte’ heffing. ‘In een later stadium is rendement oplevert - en dat is heel wel het vervolgens mogelijk, te differentiëren mogelijk.’ Met een dergelijke aanpak naar tijd en plaats. Ook als sturingsinkan de infrastructuur een enorme imstrument kan variabilisering dus een bepuls krijgen. ‘Belangrijk is echter wel, Tekst: H A N S H A J É E ■ H A RT K AT E R N 7
H A R T K AT E R N
BUSINESS ®
Met haar regionale focus staat BUSINESS dicht bij de beslissers in het Nederlandse bedrijfsleven; er is sprake van een hoge zakelijke en emotionele betrokkenheid tussen lezer en tijdschrift. Door de integratie van zowel regionale als landelijke informatie kent BUSINESS een unieke mediaformule. Zo bieden de regionale BUSINESS uitgaven adverteerders een uitgelezen mogelijkheid voor landelijke exposure. Het hart van elke editie bestaat uit een katern dat op nationaal niveau verslag doet van economische ontwikkelingen, ondernemerschap en management. Naast een deels thematische invulling geven diepte-interviews een andere, vaak verrassende kijk op de drijfveren van ondernemers, politici en bestuurders.
Dé ideale combinatie: landelijk adverteren met regionale impact! BUSINESS uitgaven verschijnen onder meer in de gehele Randstad (Amsterdam, Haarlem, Leiden, Den Haag, Zoetermeer, Delft, Rotterdam, Amersfoort, Hilversum, Dordrecht, Gorinchem, Utrecht), West-Brabant (Breda, Roosendaal, Bergen op Zoom), Midden-Brabant (Tilburg, Waalwijk), Rivierenland (Tiel), Nijmegen, Arnhem, Ede, Veenendaal, Wageningen, Apeldoorn, Deventer, Zutphen, alsmede de provincies Zeeland, Overijssel en Flevoland. Kortom, u bereikt het economische hart van Nederland met het BUSINESS Hartkatern. Neem contact op met één van de regionale Business Publishers voor meer informatie.
Zelf uitgever worden? Dat kan. Als u de drive hebt om als zelfstandig ondernemer in uw eigen regio een business-tobusiness tijdschrift uit te geven volgens een voor Nederland unieke formule, dan heeft u nog kansen in de regio’s Noord-Holland, Groningen, Friesland, Drenthe, Oost-Gelderland en Limburg. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Kees van ‘t Zelfde, Postbus 4137, 2980 GC Ridderkerk; telefoon 0180-487287 of e-mail
[email protected]
L I T E R AT U U R
GOED VERSUS GOED
DE EERSTE INDRUK IN BUSINESS
DOOR JOSEPH BADARACCO lke manager wordt op gezette tijden geconfronteerd met morele dilemma’s. Denk maar aan de haast onmogelijke keuze bij een reorganisatie; wie moet ontslagen worden, de alleenstaande moeder of de beter functionerende tweeverdiener? Bij dergelijke dilemma’s hanteren managers vaak hun eigen waarden en normen. In zijn boek Goed versus goed toont Joseph Badaracco echter aan, dat bij het oplossen van zakelijke en persoonlijke dilemma’s de voordehandliggende stelregel ‘kies voor het goede’ lang niet altijd voldoende houvast biedt. Een keuze op grond van deze overweging houdt immers veelal ook in, dat iets anders goeds achterwege blijft of dat zelfs iets verkeerds gebeurt. Goed versus goed wil managers helpen om niet verstrikt te raken in ethische dilemma’s. Het ontlokt antwoorden, zonder deze standaard te geven. De in het boek opgenomen suggesties zijn onder meer ontleend aan moderne en klassieke literaire schrijvers.
DOOR NICOLAS BOOTHMAN e krijgt maar één kans voor een eerste indruk. Een open deur, maar daarom niet minder waar. Voor iedereen, van directeur tot trainee, is de eerste indruk van essentieel belang. In zijn boek De eerste indruk in business legt Nicholas Boothman daarom uit, hoe zakelijk succes kan worden vergroot door een goede eerste indruk. Alles draait daarbij om effectieve communicatie. Niet alleen verbaal, maar ook als het gaat om aspecten als houding, kleding en gedrag. Het maken van een goede eerste indruk vergt dan ook de nodige training. De eerste indruk in business bevat oefeningen in observeren, positief denken, glimlachen en het visualiseren van de eigen uitstraling. De auteur besteedt ook aandacht aan het vervolgtraject; hoe kun je vanuit die eerste goede indruk een vaste zakenrelatie ontwikkelen?
184 pagina’s,ISBN 90-5871-224-9. Prijs € 12,50.Uitgeverij Thema,Zaltbommel.
DOOR AERNOUD WITTEVEEN,TON KORVER, HANS ACHTERHUIS E.A. et spanningsveld tussen leef- en werkritmes stelt steeds meer mensen voor problemen. Zij maken deel uit van verschillende organisaties - zelfs het gezin en een vakantie kunnen als zodanig worden omschreven - die elk een eigen ritme proberen op te leggen. Aangezien deze ritmes vaak niet parallel lopen, neemt de druk toe. Als gevolg daarvan stijgt het aantal burn-outs en komt dit verschijnsel op steeds jongere leeftijd voor. Ook de inhoud van het werk wordt beïnvloed. Er moet direct gepresteerd worden, deadlines worden krapper, aandeelhouders eisen driemaandelijkse cijfers. Managers kunnen vaak niet meer kiezen voor de lange termijn en leer- en innovatieprocessen komen in het gedrang. Arbeid, tijd en flexibiliteit behandelt de diverse facetten van werk en tijd. Een breed scala auteurs staat stil bij het spanningsveld tussen werken en leven, de maatschappelijke context hiervan en de sociaal-psychologische en economische effecten.
DOOR PHIL KLEINGELD én van de belangrijkste sleutels tot succes lijkt het hebben van dyslexie. Zo’n dertig procent van de miljonairs lijdt aan deze vorm van woordblindheid. Dat is de conclusie van Phil Kleingeld, auteur van Geheimen van succes. In dit boek vertellen 24 ondernemers hun persoonlijke succesverhaal. De deelnemers zijn geselecteerd op gewonnen ondernemersprijzen en/of onderscheidend creatief vermogen. Zij geven tips, vertellen anekdotes en bieden inspiratie voor startende en gevestigde collega’s. Er komen thema’s aan bod als opleidingsachtergrond, ondernomen activiteiten, persoonlijke motto’s en inspiratiebronnen. Kleingeld besteedt ook aandacht aan de gemaakte fouten en de bijbehorende leereffecten, alsmede aan persoonlijke verklaringen van ondernemers voor hun behaalde successen. De auteur heeft verder meer dan duizend praktijkgerichte tips verzameld, die de succesvolle zelfstandigen met toekomstige miljonairs willen delen. Op basis van uitgebreide profielanalyses van zakelijke uitblinkers komt Kleingeld tot de conclusie, dat wanneer iemand last heeft van dyslexie, slechte schoolresultaten behaalde of opleidingen niet heeft afgemaakt, hij of zij zich geen zorgen hoeft te maken. Staat een ondernemer ook nog te boek als individualistisch, is zijn focus eenzijdig en is hij de jongste telg uit een arm gezin? Dan lijkt het miljonairsschap slechts een kwestie van tijd.
245 pagina’s, ISBN 90-5594-362-2. Prijs € 24,90. Scriptum, Schiedam.
148 pagina’s, ISBN 90-8082-081-4. Prijs € 22,50. Uitgeverij Uw Boek, Zwijndrecht.
E
ARBEID, TIJD EN FLEXIBILITEIT
H
J
168 pagina’s, ISBN 90-5871-154-4. Prijs: € 17,50. Uitgeverij Thema, Zaltbommel
GEHEIMEN VAN SUCCES
E
H A RT K AT E R N 9
P R O F I E L
De passie van Frans Molenaar
‘ALLES IS AAN TE KLEDEN’ Volgend jaar wordt hij 65 en zit couturier Frans Molenaar veertig jaar in het vak. Toch denkt hij niet aan stoppen. ‘Ik ga zeker door tot mijn honderdste collectie’. De tussen naald en draad geboren Amsterdammer is een liefhebber pur sang. Iemand die bovendien oog heeft voor ontwerp van andere artikelen, zoals zonnebrillen, auto’s en fietsen. ‘Alles is aan te kleden’.
10
B U S I N E S S
n 1967 begon hij Frans Molenaar Couture; eerst aan de Van Baerlestraat in Amsterdam, sinds ’78 in Zuid, aan de statige Oranje-Nassaulaan. Zijn winkel is gevestigd aan de Jan Luykenstraat. Daar vertoeft hij enkel op afspraak. ‘Als klanten mij willen spreken, zit ik al in de auto.’ Relaties zijn heilig voor Molenaar. Hij moet ook wel, want het ondernemersleven van een couturier is zwaar.‘Het is een kleine kom waar je in vist. Slechts een paar honderd vrouwen en mannen in Nederland laat zich couture aanmeten. Vaak zijn dat bekende Nederlanders of Captains of Industry. Ook zakenvrouwen komen regelmatig bij mij over de vloer. Die zoeken in hun design naar een statement; de eerste klap is ten slotte een daalder waard.’
I
Luchtje Kleren maken de man. ‘Het uiterlijk begint steeds meer te tellen, niet alleen voor dames.Toen ik in de jaren zestig begon, was een lotion voor mannen not done; nu is een “luchtje” heel normaal. Kijk ook eens naar de verandering in signatuur van de mannenbladen. Een groot deel beschikt tegenwoordig over vaste modepagina’s. Er verzorgd uitzien heeft vandaag de dag een andere betekenis dan twintig, dertig jaar geleden. Zo’n ontwikkeling is goed voor de business. Het is al moeilijk genoeg om te overleven in onze branche. Ik heb vijf mensen op de payroll en in drukke tijden - tijdens de presentatie van de collecties - lopen hier een kleine twintig mensen rond. Dat kost veel geld.’
P R O F I E L Daarom heeft de couturier een mateloze bewondering voor jonge mensen die hun nek durven uit te steken en een eigen label starten. ‘Toch is daar meer voor no-
DE EERSTE KLAP IS EEN DA A L D E R WA A R D dig dan uitsluitend talent. Je moet ook commercieel kunnen denken en relaties aan je weten te binden, door ze zo nu en dan te prikkelen met nieuwe ideeën en creaties.’ Experimenten Een andere - vooral door Franse en Italiaanse couturiers gekozen - weg, is die van het opzetten van een zogenaamde ‘accessoirelijn’. Modehuizen als Versace, Gaultier en Hugo Boss brengen onder hun eigen naam tassen, parfums en horloges aan de man of vrouw. Ook Molenaar is al enige jaren bezig met deze exploitatie van zijn talenten. Zo werkt hij nauw samen met Royal Leerdam als het gaat om de creatie van glasobjecten en zijn eigen ‘Haute Verriere’. Daarnaast heeft hij al diverse keren een Ford Ka gerestyled, alsmede een aantal Sparta-fietsen. ‘Ik waag mij graag aan experimenten. Het kijken door mijn ogen houdt niet op bij uitsluitend ideeën en concepten voor kleding. Je kunt alles fraaier “aankleden”, zo ook zonnebrillen. Daarom ben ik zo blij met mijn eigen lijn bij Pearle.’ Ook een schoenen- en een meubellijn wil Molenaar graag eens proberen. ‘Ik heb tal van ideeën over hoe je een bank aan kunt kleden; het design, de bekleding en de stoffenkeuze. Een sofa in tweed; waarom niet? Zolang ik mijn “ei” kwijt kan, sta ik open voor alles. Nou ja, bijna alles.Toen ze mij eens vroegen voor een ontwerp van keukenrollen, kreeg ik betrekkelijk weinig inspiratie. Het moet wel niveau hebben.’ Zelfvertrouwen Natuurlijk vindt Molenaar deze ‘uitstapjes’ ook om financiële redenen interessant. Toch is de gebrilde couturier bovenal een liefhebber, iemand die graag
mensen helpt in hun zoektocht naar een zekerder bestaan. Want kleren moeten vooral zelfvertrouwen geven.‘Mijn credo luidt dan ook: iedereen is aan te kleden, zelfs kleine of dikke mensen. In zo’n situatie zoek ik het vooral in stoffen en accessoires waarmee ik de lengte als het ware kan “uitrekken”.’ Dergelijke ‘huzarenstukjes’ zijn minder van toepassing bij de tientallen topmodellen, die de nieuwste creaties van Molenaar tijdens modeshows ten tonele brengen. ‘Toch geeft mij dat niet meer voldoening. Als ik zie dat iemand gelukkiger de winkel verlaat dan ze is binnengekomen, ben ik tevreden. Kleren moeten happy maken.’ De vraag is, of dat ook geldt voor de doorsnee zakenman? Ondanks de opkomst van casual kleding, hijst de gemiddelde manager zich iedere ochtend nog steeds in dat traditionele antracietgrijze kostuum. Molenaar: ‘Is dat zo? Ik heb juist het idee dat ook zij beseffen, dat ze iets leuks aan hun kont moeten hebben. Als ik om mij heen kijk, is variatie troef. Zeker in mijn herenlijn. Een colbertje met daaronder een kasjmir polo; het kan nu. Natuurlijk is het pak in bepaalde kringen nog steeds dominant. Maar ik vind bij voorbeeld dat politici en directieleden van bedrijven zich veel beter kle-
KLEREN MOETEN HAPPY MAKEN den dan vroeger. Daarbij komt dat ook ik een minister met een felrood colbertje en een grote bloemencorsage geen gezicht vind. Aan de andere kant, wat meer vrolijkheid mag best. Pim Fortuyn heeft het geprobeerd. Hij was een prachtig, opvallend uithangbord voor onze branche.’ Rode Kruis Maar Fortuyn bezat dan ook een meer dan gemiddeld charisma. ‘Toch vind ik de uitdaging om mensen met minder uitstraling en een lelijker figuur toch mooi aan te kleden, vergelijkbaar interessant. Daarom ben ik ook zo enthousiast over het ontwerpen van bedrijfskleding. Dan ga je aan de slag met elementen als huisstijl en herkenbaarheid. Je kunt je daarbij niet permitteren, te experimenteren met overdrijving. Het gaat nadrukke-
lijk om een gemiddelde, dus pas je op een gedistingeerde manier kleur en materialen toe.’ Op deze wijze kleedde hij al in de jaren zeventig een tiental vuilnismannen van de gemeente Den Haag aan. Een primeur die veel opzien baarde; een couturier die bedrijfskleding ontwierp, en dan nog wel voor vuilnismannen. Het moest niet gekker worden, schreven de bladen destijds. Gelukkig trok Molenaar zich daar niets van aan en ontwierp korte tijd later kleding voor onder meer Albert Heijn, Gamma en de Hoogovens. Recentelijk zag hij bij de uitvaart van Prinses Juliana ‘zijn’ uniformen van het Rode Kruis. ‘Een prachtig gezicht, die dames in die sprankelende, felrode jacks,’ zegt hij tevreden. Jubileum Toch ligt zijn werkelijke passie bij het ontwerpen van haute couture. ‘Dat is mijn hobby, daar leef ik mij helemaal in uit. Dan ga ik met prachtige, fijne stoffen aan de slag, bewandel ik nieuwe wegen. Ik sta nu al te popelen om met de wintercollectie te starten. Vorige week heb ik enkele materialen ontvangen, schitterend; ik krijg meteen beelden. Maar ja, het is nu echt te vroeg, ik moet wachten, mij in bedwang zien te houden.’ Straks, in september, wordt het zijn 78e collectie. In 2005 gaat hij op voor nummer 79 en 80, een jubileumcollectie. Dan is Molenaar 40 jaar couturier en verschijnt ter gelegenheid daarvan een boek over zijn leven.Tevens komt er een eau de parfum op de markt, in een limited edition in Leerdam-kristal, en wordt een roos naar hem vernoemd. Tot slot zijn er komend voorjaar drie overzichtstentoonstellingen met foto’s van zijn tachtig collecties te zien, onder andere in het Centraal Museum te Utrecht. Een waardiger slot van zijn carrière is nauwelijks denkbaar. ‘Ho ho, ik ga nog zeker tien jaar door. Mijn streven is 100 collecties, dan ben ik 75 en zien we wel weer verder.’ Het is niet een onmetelijke bewijsdrift die Molenaar drijft, maar eerder een ongeremd enthousiasme. ‘Ik vind dit het mooiste in het leven.Van iets creëren gaat mijn hart altijd sneller slaan…. . ‘
Tekst: M A R T R I E N S T R A ■ Fotografie: R O Y B E U S K E R
H A R T K AT E R N 11
P L AT F O R M
De positie van Nederland in het internationale concurrentieveld kalft af. Ons land blijft achter als het gaat om innovatie en technologische vernieuwing. Een gevaarlijke ontwikkeling, want innovatie leidt tot groei en groeibedrijven leveren een substantiële bijdrage aan de toename van werkgelegenheid. Meer en meer dringt nu echter het besef door, dat iets moet gebeuren. Innovatie en groei mogen zich verheugen in een toenemende belangstelling. Zo staan groeiende technologiebedrijven centraal tijdens het High Tech Forum op 9 juni aanstaande.
Innovatie staat centraal tijdens High Tech Forum
GROEI IS EEN KEUZE oop de Jong is directeur van het in groeibedrijven gespecialiseerde bureau Growth Consult. Het afgelopen jaar heeft hij als mede-onderzoeker gewerkt aan een groot landelijk onderzoek naar groeibedrijven. Verder is hij organisator van het Deloitte Technology Fast 50-programma. Deze competitie brengt de snelstgroeiende technologiebedrijven van Nederland bij elkaar. In dit kader is specifiek voor de technologiegroeiers een aanvullend onderzoek gedaan. ‘Regelmatig hoor ik van direc-
J
B E S TA A N D E P L AT F O R M S B I E D E N O N VO L D O E N D E SOELAAS ties van snelgroeiende bedrijven, dat zij grote behoefte hebben aan het delen van ervaringen met andere groeiondernemers,’ aldus De Jong. Bestaande platforms bieden onvoldoende soelaas. ‘Netwerken en brancheverenigingen hebben vaak een algemeen karakter, terwijl groeiende bedrijven zich juist kenmerken door een eigen problematiek.’ 12
B U S I N E S S
Haven Dit besef bracht De Jong er toe om eind vorig jaar de stichting Port4Growth op te richten. Hij deed dat samen met Skillcity - een netwerk van ICT-bedrijven - en een aantal groeiondernemers. ‘De naam Port4Growth is gebaseerd op een metafoor van een 19e eeuwse haven,’ vertelt De Jong. ‘Op de kades wordt handel gedreven; langs de haven staan dienstverleners, die zich specifiek richten op groeibedrijven, en deze groeibedrijven liggen als schepen in de haven.’ Om haar introductie kracht bij te zetten, organiseert Port4Growth op 9 juni het High Tech Forum. ‘Centrale vraagstelling hierbij is, waarom bij vergelijkbare omstandigheden het ene bedrijf wel groeit en het andere niet.’ Om het antwoord op deze vraag te achterhalen, is uitgebreid onderzoek gedaan onder alle groeibedrijven van Nederland.‘Voor het eerst hebben we deze bedrijven nu goed in kaart. Opvallende uitkomst is, dat groei wel degelijk een keuze blijkt te zijn. Driekwart van de groeibedrijven plande en managede de groei vooraf, zonder zekerheid te hebben over de daadwerkelijke realisatie.’ Innovatiekracht In welk opzicht ervaren technologiebedrijven andere belemmeringen dan ‘ge-
wone’ snelle groeiers? ‘Het is meestal een arbeidsintensieve sector. Bedrijven hebben vaak hoog opgeleid personeel in dienst en ondervinden daardoor veel hinder van het belangrijkste knelpunt voor alle snelle groeiers, het aantrekken van voldoende goed gekwalificeerd personeel,’ aldus De Jong. ‘Verder is technologie bij uitstek een segment, waar een voorsprong op de directe concurrentie van levensbelang is. Innovatiekracht en nieuwe toepassingen zijn zelfs bepalend voor het voortbestaan van een bedrijf. Daarnaast hebben producten of diensten vaak een softwarematig karakter. Eenmaal succesvol zijn ze vaak gemakkelijk te vermenigvuldigen en kunnen al snel leiden tot een explosieve groei.’ Perspectief Technologiebedrijven bieden dus verhoudingsgewijs veel perspectief.‘De uitkomsten van de Technology Fast 50-verkiezing laten zien, dat ondanks de tegenzittende economie groeipercentages van twee of meer cijfers wel degelijk mogelijk zijn,’ benadrukt De Jong.‘Deze groeipotentie speelt ook een expliciete rol bij het definiëren van ambities en strategie. Daarom vormen management en organisatie een tweede categorie van knelpunten, die juist in deze sector spelen. Als het gaat om zaken als aanpassingsvermogen, het formuleren van een heldere strategie en het creëren van de juiste bedrijfscultuur staan ondernemers van snelgroeiende technologiebedrijven vaak voor belangrijke keuzes. Er is daarom een grote behoefte aan sparringpartners en contact met gelijkgestemden.’ Deelgebieden Het High Tech Forum speelt in op deze ontwikkelingen en wil bedrijven en personen rond het onderwerp innovatie en groei bij elkaar brengen. De bijeenkomst start met een aantal zogenaamde ‘breakfast circles’, waarbij deelnemers aan kunnen schuiven aan een ontbijt met succesvolle ondernemers en deskundigen op het gebied van groei. Elke tien minuten wordt van plaats gewisseld, zodat in twee uur tijd zo’n tien gesprekken kunnen worden gevoerd. Onderdeel van het High Tech Forum vormt verder een bijdrage van een aantal succesvolle ondernemers. Zij geven van-
P L AT F O R M
Het High Tech Forum vindt plaats op woensdag 9 juni in de Meervaart te Amsterdam. De bijeenkomst begint om 8.00 uur met de - facultatieve - deelname aan de breakfast circles. Het officiële programma start om 10.00 uur. De kosten bedragen €295,- per deelnemer. Voor meer informatie: www.hightechforum.nl
Joop de Jong: ‘Ondanks de tegenzittende economie blijken groeipercentages van twee of meer cijfers wel degelijk mogelijk’.
uit hun eigen persoonlijke ervaring aan, waarom zij wel groeien en andere bedrijven juist niet. Het middagprogramma is opgebouwd rond zes deelgebieden, die bepalend zijn voor het maken van de goede keuzes: strategie, kapitaal, eigendom, automatisering, marktpositionering en de selectie van de juiste partners. In parallelsessies wordt dieper ingegaan op deze thema’s, waarbij experts van onder meer Berenschot, McKinsey, CenE Bankiers en Microsoft vragen beant-
VO O R S P R O N G O P DE CONCURRENTIE I S VA N LEVENSBELANG
woorden en hun visie geven.Tijdens het High Tech Forum worden de uitkomsten van de eerdergenoemde enquête onder snelgroeiende technologiebedrijven nader toegelicht. De resultaten van dit onderzoek worden overhandigd aan staatssecretaris Karien van Gennip van Economische Zaken.
Tekst: C E E S L O U W E R S ■
H A RT K AT E R N 1 3
A D V E R T O R I A L Cegelec heeft het afgelopen jaar in Nederland
Overname installatietechniek Siemens en ABB Building systems
een aantal grote stappen gezet richting top
CEGELEC GROEIT NAAR TOP VIJF IN
vijf van de installatiebedrijven. Dat gebeurde door overname van de installatieafdeling van Siemens en de serviceafdeling van ABB. Cegelec verdubbelde daarmee het aantal medewerkers tot ongeveer 750. Bovendien resulteerden de overnames in marktverbreding en een volledig landelijke dekking.
NEDERLAND ankzij de overname van de installatieactiviteiten van Siemens is Cegelec nu sterker ingevoerd in de sectoren energie, brandmelding, infrastructuur en telecom. Daarnaast bracht Building Systems uit het ABB-concern kennis in van gebouwgebonden onderhoud en management voor alle technische installaties. Van Leeuwen: “Wij verwachten dat deze diversiteit van werkgebieden een grote synergie en een bredere profilering in de markt zal opleveren. Cegelec heeft nu kennis en ervaring op elk gebied van de installatietechniek”.
D
Cegelec is een internationale onderneming met vestigingen in dertig landen en tezamen meer dan 26.000 medewerkers. Directeur Business Development van Nederland is W. van Leeuwen. Hij zegt:“Voor de acquistie van Siemens en ABB was een grote investering door het moederbedrijf nodig.We waarderen dat zeer en het geeft blijk van groot vertrouwen in onze groeistrategie in Nederland”. “En nu”, vervolgt hij, “nu begint het pas. Het is onze taak om de organisatie te stroomlijnen en te zorgen dat ons bedrijf maximaal rendeert. Om optimaal te kunnen aansluiten bij de ontwikkelingen en de wensen van onze opdrachtgevers bestaat Cegelec voortaan uit drie business units, te weten Industrie, Infrastructuur en Gebouwen. Bij een groeistrategie met marktverbreding is clustering noodzakelijk. Daarom
links:Tom van Kooten - directeur Infrastructuur recht:Wim van Leeuwen - directeur Business Development 14
B U S I N E S S
vindt in elk van deze werkvelden bundeling van kennis en kunde plaats op markt- en technologisch kennisniveau. In de organisatie geeft het ook duidelijkheid over verantwoordelijkheden, wat bijdraagt aan de effectiviteit van bedrijfsprocessen en meer gevoel voor klantgerichtheid.”
Activiteiten De werkvelden van de Business Units zijn advies, engineering, installatie, service, onderhoud en technisch management. Business Unit Industrie omvat de sectoren: olie en gas, voeding en genot, chemie en metallurgie. Business Unit Infrastructuur omvat de sectoren: natte en droge infrastructuur, energie, telecommunicatie, waterzuivering, vuilverbranding, luchthavens, public transport en gasdistributie. Business Unit Buildings verzorgt in gebouwen: onderhoud, renovaties, main contracting en technical facility management. Cegelec B.V. is al ruim twintig jaar actief op de Nederlandse markt, aanvankelijk onder de koepel van het Franse concern Alstom. Na een management buy-out in 2001 is Cegelec zelfstandig. Dit vertaalt zich in ruimte voor ondernemerschap en verdere ontwikkeling voor de medewerkers. Kortom, Cegelec staat in de startblokken voor verdere groei.
Z A K E N A U T O
SKODA OCTAVIA
VOORTGAAN OP DE BEKENDE WEG e Tsjechische VW-dochter Skoda zag geen noodzaak om de tweede generatie Octavia op een andere leest te schoeien. Daarom komt er na de zomer op het onderstel van de nieuwe Volkswagen Golf en Audi A3 een Octavia, die meteen erg vertrouwd overkomt, maar wel degelijk helemaal nieuw is.
D
Wat is er zo vertrouwd gebleven? Dat zijn de sedanachtige contouren en de aanwezigheid van een flinke achterklep, waarachter nu zelfs een ruimte schuilgaat van 560 liter. Het front komt forser over door de enorme grille, waarmee de Octavia beter aansluit bij de grotere Superb. De achterkant doet een beetje aan Mercedes denken, met name door de samenstelling van de lichtunits. De Octavia bedient zich van een fraai onderstel met rondom onafhankelijk opgehangen wielen die zorgen voor een voorspelbaar, maar uitermate prettig weggedrag. De auto is niet te slap, maar ook niet te hard geveerd. Het motorenprogramma start met een weinig interessante 1,4 liter 16 klepper en loopt via de 1,6 liter - al dan niet met directe benzine-inspuiting - naar de krachtige 2 liter FSI. Diesels zijn voor Skoda van groot belang en daar vinden we de keuze uit de vertrouwde 1,9 liter TDI (105 pk) en de recente 2 liter 16V TDI, goed voor 140 pk. De laatste motor kan worden geleverd met de zeer innovatieve Direct Shift Gearbox, voor de combinatie van uiterst sportief maar tegelijk ook automatisch schakelen. Het interieur is fraai van inrichting en uitstekend afgewerkt. Natuurlijk gaat Skoda diverse uitrustingsniveaus leveren en er kan worden gekozen uit verschillende kleuren. De prijzen zijn nog niet bekend. In het najaar onthult Skoda de nieuwe Octavia Combi op de Autosalon van Parijs.
JAGUAR X-TYPE ESTATE et van oudsher zeer traditionele, Britse merk Jaguar slaat nieuwe wegen in. En die wegen komen allemaal samen in de nieuwe Xtype Estate. Het is voor het eerst dat Jaguar een stationwagon brengt. De X-type is weliswaar de meest compacte uit de familie, maar met een Estate in huis is het juist in dit deel van het premium-segment goed zaken doen.Veel belangstelling is er voor de dieselvariant, voorzien van een 4 cilinder 2 liter met common rail inspuiting die de voorwielen aandrijft. Normaal zou de X-type Estate een zogenaamde lifestyle stationwagon moeten zijn, maar de auto troeft de concurrentie af met zijn maximale laadvolume. Het is moeilijk om de diesel qua souplesse te verbeteren, maar ook de drie V6-motoren stemmen beslist tot tevredenheid. De 2,5 en 3,0 liter worden zelfs gekoppeld aan permanente vierwielaandrijving.
H
MITSUBISHI GRANDIS et Japanse Mitsubishi heeft een naam hoog te houden als het gaat om fullsize ruimtewagens. De Space Wagon wordt nu vervangen door de Grandis, waarvan de naam al het een en ander zegt over het formaat. In vergelijking met andere MPV’s is de Grandis wat lager, maar tegelijk ook wat langer, zodat het totale interieurvolume concurrerend blijft. De auto heeft een moderne, typisch Japanse vormgeving met fraaie LED-achterlichten. Het interieur is met zorg ingericht; er worden niet alleen mooie materialen gebruikt, maar ook de kleuren spreken aan.Voorlopig is de Grandis er alleen met een 2,4 liter benzinemotor, gekoppeld aan een vijfbak of automaat.Volgend jaar komt de zo belangrijke diesel, een 2 liter 16V die bij Volkswagen wordt ingekocht.
H
Tekst en fotografie: T O N Y V O S ■
H A RT K AT E R N 1 5
B U S I N E S S
F L I T S E N
Berk, Accountants en Belastingadviseurs, heeft met een omzet van 75 miljoen euro over 2003 een omzetstijging van 7% gerealiseerd. Voor dit jaar wordt wederom een toename van de omzet verwacht. De omzet van Berk is voor 69% afkomstig van de accountancytak; voor het resterende deel was de discipline belastingadvies verantwoordelijk. De gefactureerde omzet per fulltime medewerker over 2003 bedraagt € 93.500, tegenover € 90.300 in 2002. Dit jaar viert Berk het 90-jarig jubileum. Het bedrijf is uitgegroeid tot een landelijk opererende organisatie met meer dan twintig kantoren en ruim 850 medewerkers. De dienstverlening van Berk richt zich op het mkb, met een nadruk op het middenbedrijf.
90-JARIG BERK REALISEERT GROEIDOELSTELLING
W W W. L A B O R A N D U M . N L 030 210 64 51
EXPORTEURS VOORZICHTIG OPTIMISTISCH Nederlandse exporteurs verwachten voor 2004 gemiddeld een stijging van 2,9% van hun exportomzet. Deze geprognosticeerde groei is bescheiden, maar het aantal exportbestemmingen neemt wel toe. De meeste groei wordt verwacht naar Rusland, Polen en Tsjechië. Binnen de EU is Groot-Brittannië koploper. Dit blijkt uit het onderzoek ‘Trends in Export 2004’, een initiatief van Fenedex en credit management organisatie Atradius. De veronderstelling dat productie vooral aan de EU-nieuwkomers wordt uitbesteed, lijkt volgens het onderzoek ongegrond. Nederlandse exporteurs denken 5% productie onder te brengen in nieuwe EU-landen, tegenover bijna 10% in China. Tweederde van de Nederlandse ondernemers verwacht dat zij in 2004 ten opzichte van vorig jaar een toename van hun exportomzet zullen realiseren. Dit is aanzienlijk meer dan de stijging van 41% in 2003. Ruim 80% van de ondervraagde exporteurs vindt de invoering van de euro nog altijd een goede zaak. Als belangrijkste stimulans voor de Nederlandse export worden het innovatieve vermogen van het bedrijfsleven en het positieve imago van onze producten genoemd. Als belangrijkste bedreiging scoren de stijging van de loonkosten en de ongunstige koers van de euro ten opzichte van de dollar het hoogst.Toch verwacht bijna de helft van de exporteurs een exportgroei naar de VS.