Liefde in tijden van gifaffaires ~ mighty society Anne-Mieke Akkermans, Als het stuk begint lopen er wat mensen het toneel op en af. Ze maken daarbij contact met de zaal. Sofie, een tv-‐ ster vertelt dat ze er even tussenuit moet nadat ze is uitgerangeerd bij haar tv programma. Naar Afrika, daar heeft ze een man ontmoet. Een neger, of moet je nu eigenlijk een zwarte zeggen vraagt ze zich af. Ze vertelt het verhaal van de ontmoeting met ironiserend commentaar op zichzelf alsof ze ook haar leven moet regisseren voor de bühne. Dat is in zekere zin ook zo, want haar ontmoeting maakt deel uit van een nieuw tv-‐programma. Er vindt een talentenjacht plaats in Ivoorkust waarbij ook een beeld van de toestand in het land gegeven wordt na de giframp met de Trafigura in Probo Koala. De uitspraken die gedaan worden moeten wel kloppen met het beeld dat men in Europa van Afrika heeft, zo nodig wordt de werkelijkheid geweld aangedaan en uitspraken daar op aangepast. Het doel heiligt de middelen, het persoonlijke verhaal is daaraan ondergeschikt. De tv-‐maker stelt zich daarbij paternalistisch op. Het is een schijnwereld die wordt neergezet waarbij emoties worden uitgebaat uit eigenbelang onder de vlag van hulpverlening via een emotioneel mediagebeuren. We zien op het achterdoek een levensgrote opname van een videoclip met sterren die voor Afrika zingen op een makkelijk in het gehoor liggende melodie. Hiermee sluit deel 1 af. Een deel waarion de spanningsboog mooi is vol gehouden. In het 2e deel vindt er achter een lange tafel een persconferentie plaats van het multinationaal bedrijf van Trafigura waarbij de directeur, Jason, zich macho-‐achtig gedraagt, alles mooi voorspiegelt en de ramp minimaliseert. Zijn conferentie wordt verstoord door zijn vrouw Medea. Zij verwijt hem ontrouw. Ook hier is het thema: het uitbaten van emoties uit eigen belang. In dit geval tegenover een paternaliserende man, waarbij de kinderen als inzet gebruikt worden. Ondertussen probeert de man zijn schijnwereld op te houden en van twee walletjes te eten. Medea gebruikt emoties als strijdwapen. In dit deel wordt met name door Medea op een uitvergrote manier gespeeld. Naar mijn smaak te veel uitgesponnen en op een manier van meer van hetzelfde. In deel 3 vindt een optreden plaats van een danser voor een rij toeschouwers op het toneel. De danser uit in zijn dans oergevoelens. Hij gaat in duel met een blanke machofiguur uit de rij toeschouwers die ook het recht opeist om zijn emoties te tonen. Dit doet hij op een uitdagende en soms wat neerbuigende manier n aar de ander. Het is een deel wat heel spannend is en mooi gechoreografeerd. Het roept ook allerlei associaties op. Door het mombakkes en rieten rokje moest ik aan het busje met knikkend kopje voor de missie denken. Voor de hele voorstelling geldt dat het veel associaties oproept, het is heel veel wat op je af komt. Naar mijn smaak iets te veel. Ik voelde me overspoeld. De voorstelling was sterker geweest als er wat meer in gesnoeid was. Met name in het gedeelte rond Medea vond ik de spanningsboog verslappen. De uitvergrote manier van spelen in dit gedeelte duurde me te lang. Op zich hangen de delen wel met elkaar samen en dat is knap gedaan. Steeds is het thema: hoe worden emoties gebruikt, zijn ze echt of niet. In hoeverre is het opportuun om deze emoties in te zetten bij b.v. hulpverlening? Hoe verhoudt zich dat met eigen belang? Welke rol spelen de media daarin? Het was in die zin een voorstelling waarover ik nog een tijd heb door gedacht
Erik Bakker, Zeer sterke voorstelling. Vooral het spel en de regie waren zeer overtuigend. Hierdoor kwam de tekst, de “boodschap” enigszins in de verdrukking. Niettemin waren er hartverscheurende momenten, onder meer als de effecten van de milieuvergiftiging werden geschetst. Zowel het ensemble spel als de verschillende monologen waren van een hoog niveau.
Renée Besteman,
Het stuk biedt ons inzicht hoe de westerse wereld met haar behoeften de derde wereld vervuilt en hoe het daarmee weg probeert te komen. Het is een moedige poging om de gelaagde tekst (zonder pauze) over het voetlicht te krijgen en het wordt energiek gespeeld. De voorstelling zakt halverwege in als, out of the blue, het Medea-‐thema wordt ingezet. Doel daarvan lijkt te zijn om de gevolgen van het gif voelbaar te maken. Stijlbreuk, maar ook een andere speelstijl, maakt dat die overgang naar de confrontatie tussen Jason en Medea niet soepel verloopt. Ook het ritme van de voorstelling valt weg. Het stuk gaat een beetje zwalken omdat de overige, sterke, acteurs buiten spel lijken gezet en alsof dat niet genoeg is, heeft de regisseur ook nog aan een choreografie toegevoegd. Wat mij betreft is de boodschap helder doorgekomen; het rijke westen dient haar problemen op te lossen en het is zelfs misdadig is om de derde wereld daarmee te belasten. Meer eenvoud had de voorstelling krachtiger gemaakt.
Monique Biekart,
Indrukwekkend, actueel toneelstuk met zeer sterk toneelspel. Zeker het gezongen gedeelte heeft indruk gemaakt. Het decor was sober, maar daardoor treffend voor het plot. Vooral de vergelijking tussen een ‘ echte ramp’ en de geregisseerde, gecaste schijnwerkelijkheid die je steeds meer op televisie ziet vond ik in dit stuk goed naar voren komen.
Else Blom Zeer interessante voorstelling. Teskt en tekstbehandeling waren bijzonder vakkundig en heel educatief. Ik heb genoten van het spel van alle acteurs, gedreven mensen. Muziek en regie waren voortreffelijk ook de vormgeving in drie 3 delen. In één woord prachtig.
Susan de Boer & Geertje van der Waaij,
Liefde in tijden van gifaffaires is een Grieks drama in drie bedrijven. Eerste bedrijf: een talkshowpresentatrice interviewt een Ivoriaan over het effect van de giflozingen van Trafigura. Decor: een witte wand met deuren, als een studio. De Ivoriaan in kwestie wordt een tekst in de mond gelegd, het verhaal wordt helemaal toegesneden op wat de kijker verwacht.Boodschap: We worden bedonderd door de media, die willen een drama brengen dat er wel is, maar genuanceerder in elkaar zit dan wij als publiek willen weten. Oordeel: scherp uitgebeeld, goede tekst en goed spel, maar er had wat in gesneden kunnen worden. Het punt was halverwege wel duidelijk. Tweede bedrijf: Trafigura presenteert jaarverslag aan aandeelhouders. Hierdoorheen speelt de liefde tussen Trafigura-‐eigenaar ‘Jason’ en wethouder ‘Medea’. Hart van het stuk. Hartstochtelijk en heftig toneelspel. Soms iets te schreeuwerig. Deze scene riep erg veel vragen op, in het nagesprek zijn we vooral hierop ingegaan. Wat doet ‘Medea’ werkelijk met die kinderen? Wat betekent het dat ze zegt: ‘Als we kinderen hadden zou ik ze vermoorden’? De boodschap was hierdoor duister, ging het nu om een verraden liefde (‘Jason’ had een affaire met een andere vrouw) of om het vermoorden van kinderen door gif? Het derde bedrijf: we maken de opening mee van het operadorp Proba Koala. Europa brengt Mozart en Wagner naar Afrika in plaats van gif. Indrukwekkend en verrassend ballet, en als boodschap de krachtig geformuleerde vraag: wat doen we met slachtofferschap, welke verantwoordelijkheden heeft het rijke westen, hoe zien we Afrikanen en hoe zien zij ons? Het ballet had in mijn ogen gewonnen bij meer indikking, nu viel het in herhaling. Maar de boodschap bleef wel overeind.
Bertien Broekhans, Maatschappelijk geengageerd toneel brengt Eric de Vroedt iedere keer weer. Zoals altijd schuurt en confronteerd het, en staat het dichter bij – zo niet in -‐ de dagelijke actualiteit dan de meeste andere voorstellingen dit zeizoen. De affaire rond het ‘amsterdamse’ gifschip stond weer haast dagelijks in de krant toen het stuk in de zalen stond. Mightysociety9 vertelt drie verhalen rond deze gebeurtenissen. In het eerste proberen nederlandse journalisten een ‘afrikaan’ hun perspectief op de affaire te laten vertellen in opnames voor een televisieinterview. Hun verhalen verschillen aanzienlijk; het plaatst opnieuw vraagtekens bij de (on)mogelijkheden van journalistieke objectiviteit. In deel 2 loopt de persconferentie van een Europese multinational uit in een tragedie. Er worden ethische vragen gesteld op bij voornamelijk door financiele belangen ingegeven beslissingen. Tenslotte eindigt de voorstelling met een voorstelling /competitie tussen een danser en een acteur. Een confrontatie tussen culturen; de karikaturen en idiotie van sponsorakties? Drie kanten van hetzelfde verhaal – een beetje veel van het goede wat mij betreft. Argumenten worden herhaald; en was het echt nodig om de griekse mytologie erbij te slepen? Het is indrukwekkend hoe Eric de Vroedt grappig en wrange kanten van dezelfde ontwikkelingen en momenten op het toneel weet te zetten. Maar hoe dramatisch ook, de parallel met het griekse drama was iets te gezocht. Bij deze MS voorstelling werd een debat georganiseerd – goed en een mooi dilemma werd er in de schoenen van de toeschouwer geschoevn. De journalist leek echter zo weggelopen uit het eerste deel, en het debat sloot daardoor weinig aan bij de voorstelling. Het leek eerder nog een deel eraan toe te voegen; dat van de (krieik) op de ontwikkelings samenwerking. Zeker dit deel kon wel wat meer regie gebruiken.
René van Dootingh, Deze voorstelling was meteen al een ijzersterk begin van het nieuwe theaterseizoen. Het was een maatschappij kritisch stuk waarin de perfide zakkenvullers die over lijken gaan theatraal en met humor te kijk werden gezet. Ook de egotje’s van dit soort mensen werden op een kluchtige, luchtige manier uitgebeeld. Het werd knap verweven met persoonlijke drama’s en zieleroerselen, waarin de opera Medea ook nog een rol speelde als allegorie, én als werkelijke situatie in het zogenaamde operahuis dat als genoegdoening voor de negertjes
gebouwd was, als penitentie van de directeur van Trafigura.. De hele geschiedenis rond de dump van de vervuilde olie van de Trafigura werd in de voorstelling weer naar voren gebracht, en kreeg door de acteurs nu veel meer een gezicht dan toen ik het indertijd in de krant las. Eigenlijk is zo’n onderwerp universeel omdat er altijd mensen zijn die voor eigen gewin over lijken gaan. Een wijze en toch humorvolle les, die je weer even wakker schud.
Joke Feitsma, In een drieluik stelt Eric de Vroedt een groot maatschappelijk onrecht aan de orde: Een gewetenloos bedrijf uit het rijke Westen dat zijn gifafval slinks dumpt in een Afrikaanse staat waar onschuldige burgers slachtoffer worden van de schadelijke stoffen uit het afval. De toeschouwer is getuige van manipulatie op verschillende fronten: de tv-‐verslaggevers in het eerste deel die de waarheid geweld aan doen om een ‘aangrijpend’ verhaal vanuit Afrika te brengen. De gruwelijke waarheid wordt aangedikt om nog meer emotie op te kunnen wekken. De mooie praatjes van de directeur van Trafigura in het tweede deel, uitstekend gespeeld door Martijn de Rijk die alle beschuldigingen omtrent de gifdump door zijn bedrijf ontkent en het financiële voordeel van deze transactie trots meedeelt aan zijn toehoorders. Zijn persoonlijke omstandigheden maken dat deze glansrol verandert in een drama. Het derde deel is afwijkend van vorm: een lichamelijke confrontatie tussen twee acteurs die allebei symbool staan voor hun eigen cultuur: de gracieuze donkere hiphopdanser en de blanke, hoekige Nederlander die met woorden probeert recht te maken wat krom is. Het verhaal is over het algemeen duidelijk en de opbouw geeft een goede spanning. Alleen de invoeging van het Medea-‐thema in deel twee komt erg gekunsteld over. De acteurs spelen overtuigend en met enthousiasme. In het eerste deel komt Gustav Borreman heel goed uit de verf. De videoprojecties geven een mooi toneelbeeld, zowel in deel een als twee. Theater en maatschappelijk engagement: goed dat Mightysociety er is.
Derk Hazekamp, De negende van Eric de Vroedt sleept ons mee in de duistere krochten der internationale afvalverwerking. Door boevenbendes bestuurde multinationals versus de op kijkcijfers en traan beluste media komen in dit stuk in de ring tegenover elkaar. En dat met veel decorwisselingen en doorvlochten met referenties aan de Griekse tragedie. Het maakt de (wel wat lange) voorstelling wel ingewikkeld om helemaal te doorgronden. Onderhoudend is hij wel: snel, flitsend in presentatie en multidisciplinair met over het algemeen goede acteerprestaties en een leuke dansbattle. Er zijn wel wat minpuntjes: na het eerste deel waarin de sensatiebeluste media en commercieel ingegeven goedbedoeligheid aan de kaak wordt gesteld, volgt een tweede deel dat spannend begint (de persconferentie) maar ontaardt in theatrale grootheidswaanzin en lastig te volgen verhaallijnen. Gelukkig wordt dat weer goedgemaakt in het wervelende slotdeel.
Gerrit Jol, Een theatergroep, die de geruchtmakende Probo Koala affaire aanpakt, stond in aankondiging. Geeuw, geeuw… weer een theatermaker, die vindt dat hij zo nodig aan maatschappijkritiek moet doen. Dat viel gelukkig alleszins mee en na de eerste 3 scenes dacht ik in een kolderiek P F Thomese-‐achtig verhaal terecht te zijn gekomen, waarin de maatschappij links en rechts, voor en achter, boven en onder op de hak werd genomen. Veel vaart, snelle teksten en mooie decors, met superbe details: de op groot videoscherm geprojecteerde droevig kijkende slachtoffer Solo, met de verkeerde laptop en telefoon. Enige kritiek dat de theatermaker, wel veel op een hoop heeft gegooid. De corrupte directeur bleek getrouwd met de wethouder, die zich als kinder moordenares Medea ontpopte en de essentie van de laatste dans scene met een plots opduikende extra acteur/danser was ook niet helemaal duidelijk. Al met al toch een schitterende theater happening.
Janie Kropman, Deze avond was een avond zoals het altijd zou moeten gaan in het theater: eerst een inleiding, daarna een fantastisch gespeeld actueel stuk, gevolgd door discussie ( veel te kort!) na afloop. Ik heb een topavond gehad! Het stuk behelsde drie verhalen, die onderling met elkaar waren verbonden, een klassieker, en twee moderne delen. Het onderwerp was zeer actueel: helpen wij Afrika? Is dat nodig? Wat gebeurt er met ons beschikbaar gestelde geld? Worden zij daar in Afrika beter van? Moeten wij er mee doorgaan? De drie verhaallijnen probeerden daar een antwoord op te formuleren door ons een spiegel voor te houden over hoe het er in de wereld van ontwikkelingshulp en in de ontwikkelingslanden zelf aan toe gaat. Het spel was zeer overtuigend, goede acteurs, boeiende tekst en spel, eenvoudige maar goed gekozen vormgeving. Het geheel duurde wel erg lang gezien de oncomfortabele stoelen, maar dat woog niet op tegen een mooie avond met een fantastisch stuk. Chapeau!!
Sylvia Leenheer,
Tekst en spel: Over het algemeen geloofwaardig. Sommige acteurs schieten door in overacting. Regie: Te veel lagen, onderwerpen en stijlen in 1 stuk Vormgeving: Mooi en slim decor. Met een paar panelen en meubelstukken drie verschillende decors neergezet. Enerzijds interessant dat het een drieluik was (drie verhalen geinspireerd op de Probo Koala-‐gifaffaire) waardoor het een zeer afwisselende en boeiende voorstelling was. Anderzijds vond ik dat er sprake was van te veel lagen, onderwerpen en stijlen in 1 stuk: de giframp zelf en de fysieke gevolgen voor de bewoners in de omgeving, slachtofferrol Afrika, dubieuze televisieopnames en hoe de media de waarheid manipuleert, politiek en ambtenarij, hoe de multinational reageert op de affaire, uitstoting in de maatschappij, nut van ontwikkelingshulp en opportunisme, schuldgevoelens afkopen In het eerste deel vond ik de toevoeging dat de acteurs lieten zien wie zij speelden (“ik speel …”) overbodig. In het tweede deel werd het ‘wat zou je gedaan hebben (met het gif) als je kinderen daar leefden?’ behandeld. Ik vond het jammer dat hiervoor ‘Medea’ gebruikt werd. Zeker goed dat mightysociety maatschappijkritische stukken maakt, maar aan het einde van dit stuk duizelde het me, wat was er allemaal aan bod gekomen, wat wilde de makers en spelers mij nou eigenlijk allemaal vertellen? Jammer dat een (flink) aantal onderwerpen niet geschrapt is.
Dorien Leopold, Een avondje theater over een milieuramp van vijf jaar geleden, die – helaas – nog steeds actueel is. Het levert een voorstelling op over schuldvraag en schuldgevoel, leugens ‘om bestwil’, machtsmisbruik en hypocrisie, vol humor, clichés en cynisme, maar uiteraard met een wrange ondertoon. Deel 1 zet zowel het beeld van ‘de Afrikaan’ als de mateloos populaire zoektocht naar talenten op televisie op scherp. Jammer dat de regisseur er, wat mij betreft, veel te veel lagen in wilde stoppen, wat met name naar voren kwam tijdens de persconferentie. De overvloed aan wisselingen en tekst van dit 2e deel en het overacteren deden afbreuk aan deze voorstelling. Deel 3 was een kunststuk, met een dansduel waarin de ‘foute blanke’ door de ‘zwarte primitieve’ op zijn plaats werd gezet.
Christien Modderman, Spetterende voorstelling, die pasklare meningen ondergraaft door op indringende manier vragen te stellen over verantwoordelijkheid, integriteit, de corrumperende werking van de macht. Verschillende inzichten en realiteiten verwikkelen zich tot een gordiaanse knoop van schuld, berekenend egoïsme, wraakzucht, weerloosheid, onverschilligheid en razernij. Verrassend, de vorm die is gekozen, verwarrend, desoriënterend het spel. Het kostte enige tijd om aansluiting te vinden: wat is de positie van de maker? Toen die duidelijk werd, kon ik me gaan verwonderen over de inventiviteit waarmee de kwestie in beeld is gebracht: via het platvloerse, het oppervlakkige vermaak, via giftige liefdes-‐ (lees: machts-‐) relaties. Mijn meest hilarische herinnering aan deze voorstelling was het ogenblik waarop een man, vermomd als Mozart en streetdancer tegelijk, losbarst in een geweldige hiphopsolo en daarmee het witte culturele imperialisme in zijn witte decor grandioos te kakken zet. Ook de slangachtige geslepenheid waarmee de ondernemer in zijn monoloog zijn handelswijze verklaart en verdedigt: de directie van Shell Nigeria kan er nog zijn voordeel mee doen. Overigens kon deel drie mijn aandacht niet meer vasthouden. Er waren in de twee voorafgaande delen zoveel beelden en ideeën gepasseerd, voor mij was de boodschap gebracht en deel drie kon daar voor mij niet veel aan toevoegen.
Brigitte van Mulken, In drie – prachtige -‐ delen wordt de gifaffaire met de Probo Koala vanuit allerlei invalshoeken belicht. In deel 1 valt al meteen het fantastische acteerwerk op. Bij het maken van een documentaire op locatie wordt de geïnterviewde flink gemanipuleerd, en hij gaat er niet alleen in mee, hij kan er zelf ook wat van. De videoclip à la “we are the World” vol BN-‐ers is een vondst. Nog mooier is de operasetting, waarin de vergadering plaatsvindt en Medea/echtgenote/wethouder de les leest aan Jason/echtgenoot/directeur. In dit deel wordt pas echt duidelijk hoe ongelooflijk gecompliceerd deze zaak in elkaar zit. Iedereen belazert de kluit en probeert ons een verkeerd beeld te schetsen, niet alleen de media. Ook het derde deel is heel mooi! De letterlijke botsingen tussen de verschillende culturen worden uitstekend in beeld gebracht door een dansende ambtenaar en een hiphopdanser, terwijl de weldoeners op de achtergrond kritisch toekijken. En steeds meer ga je je afvragen, is Afrika alleen slachtoffer of ook mededader? Macht, corruptie en geld, wie is er niet gevoelig voor? Alles aan deze voorstelling is met heel veel vakmanschap, passie en liefde gemaakt, en dat is altijd een feest om naar te kijken. Ondanks de forse lengte verveelde dit stuk geen moment. Het enige minpuntje dat ik kan bedenken is dat de snel uitgesproken tekst soms wat moeilijk te verstaan was. Voor de rest niets dan lof voor deze topvoorstelling!!!!!
Martin Pikard,
Het gezelschap slaagde erin vanaf het beging de aandacht te vestigen op het hoofd thema: het gewetenloos uitbuiten van het Afrikaanse continent door het Westen. Ondanks alle goede bedoelingen ten spijt is het noodlot van de Westerling zich ten koste van anderen te verrijken. Het meeste tragische vond ik dat ook Afrikanen niet anders kunnen dan hier aan mee te werken, voor hen de enige manier om het hoofd boven water te houden. De acteurs slaagden erin ook de menselijke kant te laten zien van de uitbuiter. Maar hoe dan ook het blijven “uitbuiters` De vormgeving vond ik summier. Dit werd gecompenseerd door het energieke spel van de acteurs. Het laatste gedeelte ervoer ik als een ridicularisering van de Afrikaanse cultuur. Een gemiste kans om Afrika een beter aanzien te geven. Zonder literair taalgebruik slaagden de acteurs erin hun diepere beweegreden kenbaar te maken. In alledaagse bewoordingen werden herkenbare personen neergezet. Door stemgebruik, klank werden er reële personen neergezet die voor ieder herkenbaar zijn. Het verhaal werd zodanig verteld dat je er deel van uit ging maken. Was het een goede voorstelling ? Ja, mede door het vakmanschap van de acteurs en de regisseur. Was het een bijzondere voorstelling?: Soms, wanneer de acteurs niet uit voorbedachte rade acteerden (een ingestudeerde rol) maar inspeelden op de actualiteit (aanwezige publiek, mede acteurs, nieuws gebeurtenissen end.). Wanneer de acteurs los kwamen van hun rol en al improviserend vorm gaven aan wat zich op dat moment voordeed ontstond er een boeiende voorstelling.
Anjo Schaap, Omdat dit mijn eerste toneelkijkersvoorstelling was, vind ik het lastig om een cijfer te geven. Ik heb genoten van de voorstelling op enkele scenes na. Het Jason-‐Medea gedeelte vond ik echt ‘to much’. Ik heb een klassieke middelbareschoolcarriere gehad, dus de mythologische achtergrond is mij bekend. Ik vond het echter totaal niet passen bij het gedeelte vlak ervoor en vlak erna. Ook de dansscene aan het eind kon mij niet helemaal bekoren. Deelcijfers geven voor de diverse onderdelen doe ik de eerste keer dus niet…
Jan Stoof, Ik zag een lang verhaal over mensen in Europa en Afrika, over botsende culturen, normen en waarden, beelden en verwachtingen. Analytisch en vol emoties. Ik vond het verhaal goed te volgen, zeker het eerste uur. Dat vond ik boeiend qua spel, dialogen, interacties en in het gebruik van de ruimte, van het decor en van de personages. Dat maakte me steeds nieuwsgierig naar het vervolg. Maar dat werd gaandeweg minder, ik ging me iets vervelen. Ik kreeg de associatie dat er geen enkel thema dat er ook maar iets toe deed in de verhouding tussen deze werelden en hun mensen, onbesproken mocht blijven. Het leek alsof het allemaal moest worden uitgediept, wat ik zowel in hoeveelheid als in uitbeelding wel wat overdone ging vinden, teveel over the top. Dat betekende voor mij dat het stuk met alsmaar meer aspecten van dat grote interessante thema niet meer aan kracht won, eerder iets verloor. Ook in de al te nadrukkelijke expressie ging het voor mij te ver, bijna letterlijk schreeuwerig. Toch deed dat uiteindelijk weinig of niets af aan de kennelijke intentie om mij als toeschouwer de dilemma’s van de botsing der culturen –én heel nadrukkelijk ook van de botsende belangen-‐ voor te schotelen op een wijze die mij moest aanzetten tot een standpunt. Daar was kennelijk al die nadruk en compleetheid voor, om mij te dwingen me ertoe te verhouden en te voorkomen dat ik als toeschouwer onbewogen en schouderophalend weg zou kunnen lopen. Nou, dat is gelukt. Hoewel ik al jaren intensief werk aan enkele ontwikkelingsprojecten in Afrika en me daaraan diepgaand heb verbonden, met alle bijbehorende en hier uitgebeelde teleurstellingen van dien, heeft de totale herkenning van de problematiek en de indringende uitbeelding mij aangezet tot meer integratie van de gevoelens van gespletenheid die ik soms zo sterk van binnen kan hebben. En daarom geef ik het geheel een compliment.
Martien Vogelezang, Deze perfecte presentatie van het diep geworteld onvermogen de kloof tussen Westers en Afrikaans handelen te overbruggen is echt schitterend op het toneel gezet. Op drie lokaties, de drie delen, met als drijfveer de ramp met de Proba Koala die in Ivoorkust plaats vond in 2005, komen de vele en grote verschillen, de leugenachtigheid, de hypocrisie, het onbegrip en de corruptie in de Afrikaanse en Nederlandse samenleving scherp naar voren. De geldinzameling door of eerder vóór hulporganisaties, de risico-‐afwenteling van Nederlandse overheid en het bedrijf Trafigura ten koste van toevallige Ivorianen, het wederzijds niet begrijpen van de blanke directeur die een Afrikaanse vrouw getrouwd is, de ongelijkheid bij een talentenjacht tussen blanken en kleurlingen. Dit alles schitterend gespeeld en vormgegeven op het toneel. Het decors in hoofdzakelijk wit waarin de blanke mens in zwart-‐grijs-‐witte kleding en de kleurlingen in fleurige, van heel bont tot zachte tinten, spelen-‐dansen-‐zingen. De emoties wordt krachtig aangezet en uitgespeeld op ingrijpende thema's zoals
in: het verscheurde gezin van de CEO van Trafigura gehuwd met een prachtige lange slanke Afrikaanse vrouw die als een Medea de kinderen dreigt te gaan ontvoeren; de heel snel van perspectief wisselende scenes met de opnames voor de geldinzameling voor slachtoffers waarin leugenachtigheid en hypocrisie van alle kanten aangelicht wordt; de door het machtsverschil aandoenlijke confrontatie tussen de Afrikaanse hiphopperige danser met het Westerse jurylid van de talentenjacht aan heteind van de voorstelling. Dit besluit toont de onvermijdelijke kortsluiting die ontstaat in de confrontatie tussen 'haves' en 'haves-‐not', die leidt tot bevestiging van het onbegrepen verschil in cultuur. Een indrukwekkend complete en vooral complexe voorstelling
Franca de Vries,
Het stuk bestaat uit drie delen, waarvan het eerste en het laatste deel mij het meest aanspraken. Het middelste gedeelte vond ik vooral lang, soms was ik de rode draad kwijt en alhoewel ‘Medea’ mooi speelde vond ik het ook wat overgeacteerd. Het stuk begon met de verslaggever die in Afrika zijn documentaire manipuleert. Ik zat er gelijk in, het spel was dynamisch en ook geestig. Het gebruik van de videocamera was verrassend en aantrekkelijk. Er was voor mij ook herkenning, daar ik een aantal malen in Afrika geweest ben, dat was leuk én schrijnend. Het tweede deel, zoals gezegd, vond ik minder. De woordvoerder van Trafigura vond ik mooi en indrukwekkend spelen, maar het geheel werd te ingewikkeld en er werd veel met de haren bijgesleept. De erotische scene, leuk, maar waar ging het eigenlijk over en om? In het derde deel ging het weer leven, was er actie, passie, een schitterende dans tussen de hiphopper en de acteur. Zonder woorden, maar met des temeer zeggingskracht in de dans. Prachtig, een mooi eind. Als geheel heeft het stuk indruk gemaakt en heeft stof tot namijmeren gegeven.
Het portret van Dorian Gray ~ Artemis Anne-Mieke Akkermans, De voorstelling opent met de schilder Basil die staart naar een doek dat op een ezel staat. Het is het portret van Dorian Gray. Hij heeft geprobeerd de jeugd en schoonheid en onbedorvenheid van Dorian te vangen op het doek. Een vriend, lord Henry komt het atelier binnen. Hij vindt dit doek het beste werk dat Basil ooit gemaakt heeft. Hij vraagt te mogen blijven als Dorian komt om te posteren voor de finishing touch. Met tegenzin stemt Basil toe, op voorwaarde dat hij Dorian niet bederft. Beide kijken op hun eigen manier naar de jongen. Dorian realiseert zich dat het portret altijd jong en mooi zal blijven, maar dat hijzelf zal verouderen. Hij wordt bijna jaloers op het portret. Lord Henri wijst hem op alle genoegens van het leven en het belang het leven ook echt te leven. Hij sleept hem mee in een zoektocht naar genot. Basil is bang dat Dorian zijn onschuld en daarmee zichzelf zal verliezen. Dorian stort zich in een leven waarin de eeuwige jeugd voorop staat. Hij offert hier vriendschap en liefde voor op. Alles moet wijken voor zijn zucht naar genot. Hij verwordt tot iemand die over lijken gaat en slechts gericht is op de buitenkant. In plaats van dat hij ouder wordt, tekent het leven zijn portret dat verwordt tot een monster. In de flyer van de voorstelling wordt een verwijzing gedaan naar de idolen van de populaire cultuur en de gevaren van beïnvloeding door ideaalbeelden, uiterlijkheden en de druk om perfect te moeten zijn. Ik vind dat deze thema’s niet goed uitgewerkt zijn in de voorstelling. Dorian wordt aanvankelijk door zijn omgeving gezien als een onbedorven toppunt van onschuld, maar vanaf het begin gedraagt hij zich als een onuitstaanbare poseur, die wat mij betreft niets sympathieks heeft. Het komt mij heel ongeloofwaardig over dat tegenspelers zo met hem weglopen. Daardoor wrikt de voorstelling bij mij. Er wordt zo gespeeld dat ik niet echt mee kan voelen met de personages. Ze zijn meer zinnebeeldige figuren die een rol spelen in een parabelachtige vertelling waarvan de moraal zoals ze in de flyer staat niet echt overkomt. Dat is jammer, want de flyer wekt een hogere verwachting.
Erik G Bakker,
Bij bewerkingen vraag je je altijd af waarom een toneelstuk – in dit geval een ijzersterk sterk stuk van Oscar Wilde -‐ bewerkt moet worden. Het getuigt vaak van artistieke arrogantie der bewerkers dat zij een noodzaak tot bewerken zien: hun eigen ideeën moeten kennelijk prevaleren boven die van de oorspronkelijke auteur. Wij komen dit vaak tegen. Ook in de operapraktijk wordt zeer vaak afgeweken van de “voorschriften“ van de componist. Daarbij spelen overigens vaak ook praktische factoren een rol. In de instrumentale muziekpraktijk heeft de dirigent “slechts” de mogelijkheid om in de uitvoering te variëren, niet in de partituur. Kortom, bewerken van toneel en opera vloeit niet zelden voort uit het strelen van het eigen ego (dat doen dirigenten van bv symfonische muziek overigens ook nog al eens!). In Dorian Gray leidt dit tot een voorstelling die met name door de regie niet sterk genoemd kan worden. De acteurs acteren niet zelden statisch of geven zich als andere uiterste over aan “overacting”. Het toneelbeeld was wel erg zakelijk en de techniek van het veranderende fotobeeld kon beter.
Renée Besteman,
Theatergroep Artemis heeft zich ten doel gesteld klassiekers uit de wereldliteratuur te bewerken tot een toneelstuk voor jongeren. Het portret van Dorian Gray door Oscar Wilde in de bewerking van Koen Tachelet is zo’n klassieker. Zo kan men toch kennismaken met literatuur zonder er een boek voor hoeven open te slaan. Om de vaart erin te houden heeft de regie gekozen voor veel korte scènes. In het begin werkt deze aanpak goed omdat je snel kennismaakt met de hoofdpersonen en waar ze voor staan. Het gaat over de strijd tussen goed en kwaad. Wit voor de jonge Dorian die zó uit het paradijs afkomstig lijkt en zwart voor de aantrekkelijke verdorvene. Het portret dat van de jongen geschilderd is, is zó mooi dat iedereen voor hem valt, inclusief hijzelf. Nadat de onschuldige maagd ten tonele is gevoerd, wordt voor het publiek voelbaar dat alle ingrediënten voor een dramatische afloop voorhanden zijn. Dorian raakt snel uitgekeken op de schone deerne onder invloed van zijn beschermheer en vanaf dat moment gaat het bergafwaarts. Hij raakt zijn naïviteit kwijt maar behoudt zijn schoonheid. Het is zijn portret dat ouder wordt en steeds meer getekend raakt door de wandaden van de geportretteerde. Eenzelfde thema speelt ook in Goethes Faust. In de regie van Johan Doesburg bij het Nationaal Toneel afgelopen voorjaar was de geleidelijke overgang van een goedbedoelende Faust naar een afgestompte figuur die onverschillig wordt voor het leed dat hij veroorzaakt wél geloofwaardig. Faust bleef deerniswekkend. In Dorian Gray is dat niet gelukt. Steeds als Dorian voorover boog en schreeuwde, was onduidelijk of het zijn ziel was die hem kwelde of zijn onzichtbare ouderdom. Het gevaar bij korte scènes is dat een voorstelling schetsmatig blijft en derhalve oppervlakkig, ook al omdat de overige acteurs te weinig bij de ontwikkeling van
het drama werden betrokken. De jongeren die bij mij in de voorstelling zaten, waren aan een stuk door fluisterend aan het woord. Ik vermoed dat zij er niets van opgestoken hebben.
Monique Biekart, Het is misschien ook moeilijk om objectief naar de toneelbewerking van een van je lievelings boeken te kijken, maar ik was best teleurgesteld met de bewerking van Artemis’ bewerking van ‘ Het portret van Dorian Gray’ . Het spel was over het algemeen veel te schreeuwerig. Ik begrijp uit de voorbespreking dat het de bedoeling was om dit stuk ook voor jongeren interessant te maken, maar ik vraag me af of dit niet mogelijk was geweest om het boek iets meer te volgen. Het decor droeg niet bij om duidelijk te maken waar het stuk zich afspeelde, bij Basil of Dorian? Wel vond ik de dubbelrol van An Hackselmans (?) goed gevonden en ook de manier waarop het portret van Dorian ‘ tot leven kwam’ was ook goed gedaan.
Else Blom Sfeer en aankleding van deze voorstelling waren zonder meer goed. Het spel (zeker van Dorian) was niets op aan te merken, maar ondanks dat heeft de voorstelling mij niet geboeid. Er ontbrak spanning. Wat voor mij ergerlijk was: bij boosheid werd er veel te hard geschreeuw en dat gebeurde te vaak.
Susan de Boer & Geertje van der Waaij, Het portret van Dorian Gray roept zeker interessante vragen op over schoonheid en vergankelijkheid. In hoeverre is ‘mooi’ ook ‘goed’, de terreur van de uiterlijke perfectie, et cetera. Ook over wie er eigenlijk verantwoordelijk is als mensen zich in het ongeluk storten. Is Dorian verantwoordelijk voor de zelfmoord van Sybille? Of voor de liederlijke uitspattingen van mensen die met hem omgaan? Maar op de een of andere manier gingen die vragen niet voor me leven. Een paar oorzaken. De tekst: gezwollen, theatraal. Als je zulke teksten uitspreekt, is timing en intonatie enorm belangrijk. Het is lastig om complexe zinnen te begrijpen, vooral als ze elkaar snel opvolgen. Het spel: De personages kwamen niet tot leven, ik kon me met geen enkel persoon identificeren of begrip hebben voor bepaalde opvattingen / gedrag, ze waren een beetje karikaturaal. Het is me bijvoorbeeld niet duidelijk geworden waarom iedereen zo in de ban van Dorian raakte. Regie en Vormgeving waren oke, zij het dat het begin wel wat sneller had gekund. Wel goed vond ik het gebruik van de vloer. Zo kun je tegelijk het optreden van Sybille zien en de toeschouwers. Artemis kiest ervoor producties te brengen van ‘onverwoestbare klassiekers’, geschikt voor 13+. Misschien krijg je dan toch dat je teveel op twee gedachten hinkt.
Bertien Broekhans, Artmis kiest ervoor om klassiekers naar een jong publiek te brengen, bij wijze van educatief toneel haast zoals de dramaturg het verwoord. Bepaalde klassiekers gaan immers over nog steeds actuele thema’s. Zo ook Dorian Gray: over de schoonheid van de jeugd, ijdelheid, ouder worden en het verzet daartegen. Gaat het in het leven om uiterlijke schoonheid om innerlijk geluk? Het lijkt dat deze thema’s al de hoofdrol hebben in de roman; en zichzelf vertellen in het leven van Dorian Gray. Artemis laat zien dat dat niet zo eenvoudig is als het lijkt. Het is een vervelende voorstelling, die de contemplatieve roman van iedere diepgang heeft ontdaan. Daardoor blijft een langdradige vertelling over, die traag naar het einde wordt gebracht. Het wordt platvloers en saai, terwijl Wilde het toch allesbehalve dat heeft voorgedaan. De kwaliteiten van de acteurs lopen sterk uiteen, waardoor bijrollen af en toe wat energie en spanning in de voorstelling brengen. Jammer dat de hoofdrollen – mogelijk gehinderd door de bewerking – dat niet voor elkaar krijgen.
Paula Deurloo-Siblesz,
Goed om zo’n algemeen bekend, maar toch vaak niet echt gekend stuk nu ook eens uitgevoerd te zien. Op het toneel zag ik een redelijk uitgebalanceerd stel rollen, zich kronkelen om Dorian Gray. Die zelf uiteindelijk ook kronkelend ten onder ging. Waarbij een ieder zijn plaats intussen weer had ingenomen, al of niet met meer verdriet of onmacht. Mooi weergegeven vond ik het gegeven, dat ieder rondom hem – of je ze als personage nu sympathiek of antipathiek, sterk of zwak vond – zich zo notwendig tot Dorian Gray in al zijn extremiteit verhield.. zonder hem zou ook hun rol in niets opgaan. Dat gaf mij plots wel een inzicht. De tekst liep redelijk gelijk op met het spel. Dat spel was per persoon wel goed uitgewerkt, een gezamelijkheid trof ik minder aan. De regie heeft het niet makkelijk gehad, denk ik, maar door de typerende aankleding van de personages kwam het stuk uiteindelijk wel uit de verf. In de vormgevind had, wat mij betreft, DG wel iets minder “uitgelicht” mogen worden. Maar al met al heb ik de ont-‐wikkeling met aandacht gevolgd! En ben met een verhelderd inzicht naar huis gegaan.
René van Dootingh & Hubert Coenen,
Een loffelijk streven om sterke stukken die eeuwigheidswaarde verdienen op het toneel te zetten. Dorian Gray is natuurlijk alweer een ouder verhaal, maar de insteek is van alle tijden. Jammer dat de regisseur zo vast is blijven houden aan het oorspronkelijke verhaal, waardoor het heel gedateerd overkwam. Als je ook de jeugd wil bereiken denk ik dat een vertaling naar het heden het stuk meer zeggingskracht zou geven en de mogelijkheid je in te leven in de karakters zal vergroten. Het toneelbeeld was prima en sterk, maar ik vond dat er overgeakteerd werd, en dat ging irriteren. Erg jammer.
Joke Feitsma,
Schoonheid, vergankelijkheid en beïnvloeding zijn belangeijke thema’s in ‘Het portret van Dorian Gray’ van Oscar Wilde. Met lede ogen ziet de schilder Basil dat zijn muze Dorian, waarvan het hem gelukt is diens ziel te vatten in een schitterend portret, door Lord Henry wordt verleid tot het slechte pad. Hoe meer Dorian zich laat beïnvloeden door Lord Henry, hoe gewetenlozer hij wordt. Dorian raakt het contact met zijn geweten kwijt. Uiterlijk lijkt alles voor de wind te gaan, door zijn fysieke schoonheid lijkt hij overal mee weg te komen maar ook voor Dorian Gray breekt het moment aan dat hij oog in oog komt te staan met zijn portret, zijn geweten en stort het kaartenhuis van uiterlijke schijn volledig in. Het stuk staat nog maar een week op de planken en dat is wel een beetje te merken bij de hoofdrolspeler Mattias Van de Vijve: in het begin van de avond lijkt hij nog niet zo zeker maar gaandeweg groeit hij in zijn rol. Overtuigend is Fabian Jansen in zijn rol als schilder Basil. Het stuk kent een goede timing. Mooi is de vondst om de medespelers van Dorian ouder te laten lijken door hun gezichten met pleisters te laten afzakken. Het toneelbeeld is sober maar doetreffend. Het verhaal van Dorian Gray is als een sprookje met eeuwigheidswaarde: De droomprins die gaat voor schoonheid en uiterlijkheden en daarbij zijn geweten verliest maar die uiteindelijk toch niet kan ontlopen en op uiterst pijnlijke wijze hervindt.
Derk Hazekamp, De oorspronkelijke versie van dit stuk was drie uur lang. Daarmee hou je een deel van je beoogde doelgroep (jeugd) niet vast. Wat we vanavond te zien kregen was het door Artemis ingekorte product: fragmentarisch door de korte scenes, met beknopte teksten en veel opkomsten en afgangen. Daardoor is het lastig voor de acteurs om de spanning (zo die er al is) vast te houden. Ze probeerden het nog met een op momenten irritant harde spreek(schreeuw)stijl, maar het mocht niet baten. Het stuk beklijft niet. Het veranderende portret dat een prominente plek in het overzichtelijke decor heeft blijft nog het meest bij. En waarom moet er toch steeds weer tenenkrommende zang of dans in toneelvoorstellingen worden gepropt? Wat een verschrikking. Ik neem aan dat dat een regie-‐keuze was: alsjeblieft niet meer doen.
Gerrit Jol, Artemis, een oorspronkelijk jeugdtheater, richt zich nu op een meer gemengd publiek, maar heeft nog steeds wel de stevige ambitie de klassiekers bij een jong publiek te introduceren. Het portret van Dorian Gray is één van die klassiekers, een tijdloos drama over de keuze tussen schoonheid en de werkelijkheid achter die soms lege schoonheid. Een klassiek in een modern jasje, dat kan. Maar een klassiek stuk in de stijve taal van 100 jaar geleden presenteren in een ook nog eens vrij theatrale vorm, lijkt niet direct een vorm, die de doelgroep zal aanspreken. Zes personages, waarvan 4 centraal, Dorian, zijn schilder, zijn leermeester en grote liefde. Twee minder relevante personages, de broer van de geliefde en de society dame, die beide gemist hadden kunnen worden. Maar als je die weglaat, dan blijft met wat dun spel van Dorian en zijn geliefde niet zo veel over. Alleen Lobst Schnibbe in de rol van Lord Henry maakt een overtuigende indruk. Theatraal en een beetje saai, is zo de algemene indruk.
Marijke de Jong, Lovenswaardig is het initiatief van toneelgroep Artemis om klassiekers voor de jeugd toegankelijk te willen maken. Ik hoop, dat met deze enscenering van het boek van Oscar Wilde lukt. Aan de voorstelling zie je de goede bedoelingen af, waardoor je wel kunt rationaliseren wat de intentie is, maar ik vind de personages niet invoelbaar worden, waardoor het je als toeschouwer niet raakt. Je ziet dat er heel veel energie en tijd in het digitale schilderij met bewerkte foto is gaan zitten, maar misschien was het beter geweest om de verbeelding van de kijker aan te spreken. Waar je je in het boek je kunt voorstellen, dat de geportretteerde oud en lelijk wordt, terwijl hij in werkelijkheid jong blijft, lukt dat in de voorstelling niet. Ik heb het idee, dat veel van de regie in de vormgeving is blijven steken.
Janie Kropman,
Ik zal niet ingaan op het verhaal zelf, dat zal al veelvuldig zijn geschied bij deze klassieker van Wilde. Toch moet ik wel vermelden dat het thema, over opgroeien en (niet) volwassen (willen) worden , erg actueel blijft door de jaren heen. In het boek “The Catcher in the Rye” van Salinger speelt dat probleem ook zo prominent, het is een klassieker geworden, net als het verhaal van Wilde. Mattias vd Vijver is een overtuigende Dorian. Met zijn uiterlijk, accent en stem is hij goed ge-‐cast. Wat jammer is , is dat naarmate het stuk vordert, hij zoveel schreeuwt en woest acteert, dat maakte in het begin wel indruk, maar op den duur gaat het irriteren, bijna “overacting”. Basil wordt mooi ingetogen neergezet, en Lord Henry is een overtuigende verpersoonlijking van de verleiding, het is alsof Dorian zijn ziel aan de duivel verkoopt. Het niet tonen van een schilderij maar van een fotobeeld dat er steeds grotesker gaat uitzien, vond ik een mooie oplossing. Het stuk wil jonge mensen die perfectie nastreven de spiegel voorhouden, daar is dit stuk ook zeker geschikt voor, maar het blijft toch een beetje oubollig: de tekst, de kleding, Lords en Ladies, het is niet meer van deze tijd en dat zal misschien de jonge mensen afschrikken. Het stuk boeide mij zeker, op het geschreeuw na dan, en ik vond het een aanrader.
Sylvia Leenheer, Artemis richt zich op een gemengd publiek van uiteenlopende leeftijden. Ze hopen dat het publiek elkaars reacties merkt. Ze gaan ervan uit dat verschillende leeftijden hun voorstellingen anders beleven en andere lagen ontdekken. Tevens willen ze jongeren kennis laten maken met klassiekers. Helaas zaten er nauwelijks jongeren in de zaal. Ik had graag hun reacties gezien op het stuk. Zien jongeren andere zaken dan ik heb gezien, beleven zij het stuk anders. Sprak het stuk hun aan? Bereik je jongeren alleen met een flitsende, snelle voorstelling met weinig tekst, waarbij je een klassieker in de hedendaagse tijd plaatst of werkt het ook op de manier waarop Artemis het doet? De voorsteling hield zich aan de lijn van het boek, maar de tekst was uitgekleed. Gelukkig maar, want er zat nu nog steeds veel tekst in. Toneelbeeld was mooi. Het decor was leeg gehouden. Het verschil in hoogte van de vloer werkte symbolisch (echte en schimmen/geestenwereld), maar werd niet helemaal consequent doorgevoerd. Het veranderen van positie en kleur van de lichtbakken werkte goed. Veranderd beeld op de spiegel (schilderdoek) was technisch goed. Tegelijkertijd werkte de techniek verwarrend voor mij. Het stuk speelde zich namelijk in vroeger tijd af met name duidelijk door kostuums en taal-‐ en naamgebruik (lord en lady). Muziek en geluid (met name in het begin) vond ik echter niet passend bij het tijdsbeeld dat kostuums. Ik zou het interessant heb gevonden als het stuk verplaatst en vertaald zou zijn naar 2011. Hoe zou het dan zijn geworden? Dorian schreeuwde (te) veel. Waarom niet af en toe zijn emoties op een andere manier laten tonen? Waarom heeft de regisseur gekozen voor een hysterische Dorian? De karakters hadden onvoldoende diepgang. Lord Henry vond ik te weinig manipulatief. Ik werd niet gepakt door deze voorstelling, leefde niet met de personages mee, kon me niet inleven in het verhaal. Artemis sprak na afloop over korte en puntige scenes. Ik ervaarde dat niet altijd zo. Al in de eerste monoloog van Lord Henry raakte ik de aandacht even kwijt, waardoor ik de rest van het stuk mij bleef afvragen wat hij gezegd had waardoor Dorian zo geworden was. Tekend voor mij dat het stuk mij onvoldoen aanspraak, was t ik na een uur op mijn horloge keek om te zien hoe lang het nog ging duren. De veroudering van de personages (en de tegenstelling met Dorian die jong bleef) werd zichtbaar gemaakt door grime en ‘pleisters’ in de gezichten, technisch goed uitgevoerd, maar het leidde mij af. De functie van het dansen/bewegen was mij onvoldoende duidelijk.
Dorien Leopold, Een voorstelling gebaseerd op een klassieker wekt hoge verwachtingen. Dat is wat mij betreft niet goed gelukt. De ingrediënten waren aanwezig, de bedoelingen zonder meer goed, maar het effect bleef uit. De vormgeving was mooi gekozen: een eenvoudig, in twee lagen opgedeeld toneel, een paar lichtbakken en een enkel meubelstuk – en natuurlijk het schilderij, dat evenals de acteurs af en toe ‘slechts’ als achtergrond fungeerde. Het thema is niet alleen interessant, maar ook – steeds weer – actueel: hoe ga je om met fysieke aftakeling? Dorian’s keuze voor eeuwige jeugd en uiterlijke schoonheid is voorstelbaar, maar kost hem steeds meer moeite – en uiteindelijk zijn leven. Dat het niet goed met hem afloopt weet de kijker vrijwel meteen – ook wie het boek niet gelezen heeft – maar zijn gevecht met zijn geweten werd voornamelijk met geschreeuw en gebonk op zijn lichaam weergegeven. De meeste dialogen waren kort, wat de acteurs dwong tot ‘overacteren’ met veel stemverheffingen. De dansscenes die de dames uitvoerden waren volledig overbodig, alsof de gedachte was dat ze ‘ toch iets moesten doen’. De emoties kwamen, tenminste bij mij, niet echt binnen, het bleef een intensief gespeeld stuk waar ik naar keek. Mattias van de Vijver (Dorian) draagt het stuk – een erg zware rol. Dat zijn spel niet altijd even overtuigend was, lag zeker niet aan zijn inzet. Een apart compliment voor het lied dat hij zong: erg mooi! Lady Agatha was te weinig op het toneel om indruk te maken. Alleen Fabian Jansen (Basil) kwam echt geloofwaardig over, hopelijk had Jobs Schnibbe (Lord Henry) een mindere avond. Al met al een teleurstelling, het boek, de acteurs en het publiek zouden beter verdienen.
Brigitte van Mulken, Het stuk begint indrukwekkend. Het decor is sober, functioneel en vooral mooi. De acteurs zien er prachtig uit. De belichting middels kantelbare lichtbakken is een vondst. Vooral het acteerwerk van Basil Hallward, de schilder, gespeeld door Fabian Jansen, is indrukwekkend. Waarom er voor gekozen is om Dorian overdreven vrouwelijk te laten spelen is niet duidelijk, echte verwijzingen naar homoseksualiteit zijn er niet en als verwijzing naar de schrijver voldoet dit ook niet, het ziet er alleen maar over the top uit. Het stuk kwam op mij over als een variant op het Dr. Faust verhaal waar iets aan leek te ontbreken. Ik betrapte mij erop dat ik tijdens de voorstelling zat te wachten op iets dat maar niet wilde komen (geen idee wat). Ondanks veel moois en goede vondsten, zoals pleisters om mensen ouder te doen lijken, en het mobiele projectiescherm met het veranderende portret, had ik soms toch een onbevredigend gevoel.
Anjo Schaap, Allereerst mijn complimenten voor het formidabele tekstgeheugen van Mattias van de Vijver (Dorian Gray). Zonder enige hapering. Mijn complimenten. Maar ligt het aan het vlakke speelvlak,de accoustiek of ergens anders aan: Waarom alles op zoveel volume, waarom moeten alle acteur schreeuwen.? Jammer. Daardoor komt Lord Henry niet tot zijn recht. Een verdorven verleider moet tijdens zijn verleidingsscènes toch zachtjes praten? En degene die verleid wordt toch ook? Het zou zoveel leuker zijn als de manipulatieve acties van Lord Henry wat beter tot hun recht zouden komen. Wat beeld en vormgeving betreft: De prachtige lichtbalken… ik was benieuwd wat daar allemaal mee gebeuren zou.. Helaas een beetje weinig.. De schildersezel / het portret van Dorian: Ik ben een zeurkous, maar waarom werd er door Basil alleen boven midvoor geschilderd met een veel te klein penseel? Minuscuul detail misschien, maar voor mij storend. De veranderingen in het portret tijdens de voorstelling waren veel te snel. Binnen een paar seconden van jong en mooi naar oud en verdorven. Daar had ik graag wat meer tussenfases in gezien. Mijn favoriete scenes: De overgang tussen jong en oud in het donker met veel stemmen, meningen, toonaarden Daar moest ik erg mijn best doen om zoveel mogelijk op te vangen. Op dat moment was ik als kijker dus het meest actief.Het eindbeeld : Portret van Dorian Gray was fantastisch
Martien Vogelezang, De voorstelling is gebaserd op en ‘klassiek’ verhaal, een mythe bijna, waarin de verwisseling van portret met de gepotretteerde persoon het verhaal in beweging zet. De bewerking van boek naar gesproken tekst is heel compact zakelijk en ontdaan van alle overbodige details. Het toneelspel van Artemis vult dit in met nadrukklijk spelen op de emoties van de verschillende rollen. Hierdoor komen de verschillen in spel en ervaring tussen de spelers ongemakkelijk scherp naast elkaar te staan. De invulling van de rollen van Basil de schilder en die van de Lord Henry? Komen echt mooi uit de verf door een ingehouden en beheerst spel. De rollen van de twee geliefden beduidend minder, hierbij heeft de hoofdpersoon de handycap dat hij weinig tekstmateriaal heeft gekregen om de ontwikkeling die hij door maakt vorm te geven. De ontwikkeling krijgt een hinkstapsprong-‐ karakter. De verbindende muziek is echt schitterend maar kan de grote verschillen en ontwikleingslijnen niet volgen. Het decors is eenvoudig gehouden alleen het licht speelt een bijzonder dynamische rol met de bewegende en verkleurende blokkken. Extra betekenis hiervan heb ik niet kunnen ontdekken maar het ziet er ingenieus uit. Kortom een voorstelling waar nogal wat open eindjes aan zitten maar zeker interessant om te zien.
Franca de Vries, Een eenvoudig toneel, weinig decorstukken en een houten vloer met kleine verhoging. Erboven mooie lichtbakken die soms hel licht gaven en andere momenten warmer licht. Op dit toneel vindt de aftakeling plaats van hoofdpersoon Dorian Gray. Hij begint als een jong, mooi en naïef persoon. Zo wordt hij ook geschilderd door Basil die in de ban van zijn schoonheid is geraakt. Terwijl Dorian echter zijn schoonheid behoudt, wordt zijn portret aangetast en verandert zijn schoonheid in iets duivels. Net als hijzelf overigens, hij raakt zijn ziel kwijt, die Basil zo graag had willen redden. Ik heb geboeid zitten kijken naar het spel van Dorian en de anderen. Ik werd gegrepen door de schilder Basil en zijn beroep op Dorian om niet mee te gaan in de manipulatie van Lord Henry. Toch voelde ik ook irritatie. Ik vond de stem van Dorian zo nu en dan erg hard en schreeuwerig. Was niet prettig om naar te luisteren, alhoewel daarin ook zijn wanhoop doorklonk, maar toch. Verder werd mij pas na enige tijd duidelijk dat men inmiddels vele jaren ouder was. Dit werd vooral aangegeven door plakkers/pleisters in het gezicht, bij de ogen. Dit leidde mij echter enorm af. Ik heb zeker een kwartier zitten bedenken wat ik nu toch zag. De moraal van het verhaal: de innerlijke schoonheid is toch belangrijker dan de uiterlijke schoonheid, die kwam over en blijft bestaan!
Ubermensch ~ Helmert Woudenberg Anne-Mieke Akkermans, De voorstelling speelt zich af in een sober decor. De muren van de ruimte zijn bedekt met zwarte lappen. Op het toneel staan 2 stoelen, een keukenstoel en een stoel met ronde leuningen. De nadruk in deze voorstelling ligt op de tekst, er is weinig handeling. In het eerste deel zijn het stukken van toespraken die zich richten tegen vreemdelingen en tegen de parlementaire democratie. Ze worden met passie uitgesproken alsof het publiek overtuigd moet worden. Dit deel duurt naar verhouding erg lang, heeft geen dramatische spanning. In het 2e deel wordt het verhaal van de jeugd van de spreker geschetst. Dit heeft wel iets meer dramatische spanning ook omdat er meerdere figuren aan het woord komen zoals de vader, die losse handen heeft en de moeder die zich onderdanig opstelt en tante die het af en toe voor hem op neemt. Vader heeft bovendien een geheim, er vloeit Joods bloed door zijn aderen. Al deze figuren worden door Helmert Woudenberg neergezet. Subtiel wordt ook door verandering van houding en manier van spreken een ander personage neergezet. Het verhaal van de jeugd geeft een idee hoe de spreker uit het eerste deel tot zijn uitspraken gekomen zou kunnen zijn. In de manier waarop de voorstelling is gemonteerd vind ik dit niet goed werken. Het eerste deel heeft te weinig spanning. De teksten zijn door Helmert Woudenberg zelf bij elkaar gezocht, vermoedelijk uit toespraken van Hitler, hoewel dat niet met name genoemd wordt. Dit gedeelte duurde wat mij betreft veel te lang. De grote hoeveelheid teksten voegden niet iets nieuws toe. Het riep bij mij de associatie op met een omgevallen boekenkast. Ik betrapte mezelf er ook op dat ik ging letten op de techniek van spreken. In het 2e deel was het wel boeiender omdat de verschillende personages met subtiele middelen werden neergezet. Het bleven voor mij twee aparte delen die niet in evenwicht waren. Misschien had een regisseur meer evenwicht kunnen brengen.
Erik G Bakker, Indrukwekkende voorstelling. Opvallend vond ik wel dat de woordkeus van Woudenberg vaak zakelijk, soms zelfs saai-‐ambtelijk aandoet. Niet alleen in lichaamstaal, beweging en verschil in stemkracht maar ook in het taalgebruik zou meer emotie mogen klinken. Meerdere malen gebeurt dat gelukkig ook maar de verhaaltrant is vaak (te) objectief vertellend. Niettemin, nogmaals indrukwekkend en navrant van toepassing op de huidige tijd waarin nogal wat lieden zich afzetten tegen binnengekomen minderheden.
Renée Besteman,
Weergaloze voorstelling van Helmert Woudenberg Ik zou niet snel naar een voorstelling over Hitler gaan tenzij deze gespeeld en bedacht is door Helmert Woudenberg. Zijn ontroerende productie over de Joodse Hatty Waterman stond nog op mijn netvlies. Voor aanvang van Uebermensch vertelde Woudenberg dat hij vanuit verbazing en onbegrip werkt. Zo zijn onder meer de voorstellingen over Jezus en Wilders ontstaan. Uebermensch past in dat rijtje. Na de mooie proloog over hoe de mens naar zichzelf kijkt, doet de hoofdpersoon ontboezemingen over hoe hij tegen de wereld aankijkt. Dat zijn door Woudenberg geschreven teksten die uit ‘Mein Kampf” afkomstig zijn. Ondanks het verschrikkelijke wereldbeeld dat daaruit oprijst en die Woudenberg op een droge, feitelijke manier etaleert, wordt duidelijker dat Hitler in zijn tijd een meeslepende figuur moet zijn geweest. Zijn ideologie is trouwens zonder al te veel moeite naar deze tijd te halen, huiveringwekkend genoeg. In het tweede deel, dat eenvoudig geïllustreerd wordt als Woudenberg zijn jasje heeft uitgetrokken, verhaalt hij over de jeugd van deze man. Het maakt de tiran niet begrijpelijker maar wel menselijker en zet tot denken aan over het gesternte waaronder een ieder geboren wordt. Woudenberg had niets anders dan een kale maar magistrale tekst waarmee hij het publiek gevangen hield als een rattenvanger van Hamelen..
Monique Biekart,
Wel een interessant uitgangspunt om teksten van Hitler, zonder dat in eerste instantie duidelijk is dat het Hitler’s teksten zijn, voor te dragen. In de voorbespreking heeft Woudenberg eigenlijk al uitgelegd wat zijn bedoeling was met dit stuk en eigenlijk was dit ook een beetje jammer. Misschien heeft hij van te voren iets te veel willen uitleggen en ons het stuk willen laten begrijpen. Ik was eigenlijk meer teleurgesteld en begreep niet goed wat Woudenberg wilde vertellen. Moeten we meer begrip krijgen voor mensen door te kijken waar zij vandaan komen, wat hun achtergrond is? Wat mij betreft is die achtergrond niet onbelangrijk, maar het gaat juist om de keuzes die mensen maken. In dit stuk lijkt het of die keuzes niet gemaakt kunnen worden, wat je doet in je latere leven vloeit voort uit wat je hebt meegemaakt in je jeugd. Ik hoop toch dat dit niet zo is. Ook vond ik de uitvoering te sober, het gebrek aan decor en ook medespelers vond ik niet bijdragen tot een sterker stuk.
Else Blom
Indrukwekkende voorstelling van grote klasse. 1,5 uur op het puntje van me stoel gezeten. Hoe krijgt deze acteur, schrijver en regisseur zoiets voor elkaar. De thematiek van de 2e wereldoorlog zit zo verstopt in de tekst dat het alleen over oorlog in de mens zelf gaat. Het kwade komt van buitenaf en je worstelt er je leven lang mee. Helmert Woudenberg is fenomenaal!
Susan de Boer & Geertje van der Waaij, De teksten waren bijzonder, maar werden niet goed gebracht: soms stotterend en soms leek Woudenberg de tekst kwijt te zijn. In het eerste gedeelte vooral monoloog, met weinig beweging. Een monoloog van een boze politicus die fulmineert tegen de komt van allochtonen. Maar in het tweede en derde deel was er meer dynamiek, speelden ook andere personages via Woudenberg een rol, zoals een tante en zijn vader. Wat blijkt: in de tuin vonden ze een ijzeren kistje, waarin een brief lag waarin de werkgever van de grootmoeder van de politicus een toelage toezegt. De werkgever een Jood zou dus de grootvader van de politicus kunnen zijn. Met andere woorden: je weet niet wat je eigen roots zijn, je weet niet altijd precies van wie je afstamt. Belangrijk is ook de invloed die de mishandeling heeft: pijn en genot gaan samen. Het toneel: maar effectief. Steeds minder aankleding, alsof je een ui afpelt. Uiteindelijk kom je bij de kern: een zielig mannetje.
Bertien Broekhans, De naam van Hitler staat niet in de tekst, terwijl de Woudenberg toch ruim anderhalf uur juist zijn leven samenvat. Hij doet dat in twee delen, op twee stoelen. Een keukenstoel uit zijn jeugd, en die andere een luxe. Die laatste speelt een rol speelt in de eerste monoloog als een fulminerende, overloze tirade waarin de acteur bescheiden en ingetogen speelt. Het lijkt een keuze dat vorm en inhoud zo anders zijn; stemverheffing blijft nagenoeg uit bij de meest opruiende politieke teksten die vrij letterlijk uit de oorspronkelijke werken van AD geciteerd lijken te worden. Maar die hun doel door de wijze van voordragen als haast vanzelf lijken te missen, bij het publiek. Aan de ene kant is het knap dat Woudenberg geen stereotype beeld neerzet, maar helaas biedt hij daarvoor geen alternatief. Het tweede deel van de voorstelling zou de verklaring moeten geven voor de merkwaardige denkbeelden waarop het publiek tot dan vergast is. Niets is echter minder waar. Net als het een prestatie lijkt AD te spelen zonder de gebruikelijke nazistische rituelen en assecoires, lijkt het charmant dat het tweede deel nergens echt uitleggerig wordt. De geschiedenis van een kind met een onderdanig moeder, een geweldadige vader en een wat seniele tante/oma is bij vlagen sentimenteel en hartverscheurend, en als typetjes mooi neergezet. Maar het vermeende contrast tussen de twee delen, wordt nauwelijks uitgespeeld en voornamelijk aan de verbeelding van de toeschouwer wordt overgelaten; als die daar nog zin in heeft. Deze voorstelling ontbeerde enig verhaal, elke dramatiek, en structuur, evenwicht, en opbouw; het lijkt te simpel, te rechtlijnig, en gort-‐ en gortdroog. De visie op de relatie tussen de ervaringen van een kind en de gedragingen van een volwassene die Woudenberg ons in de inleiding voor had gespiegeld, kwam gelukkig ook niet goed tot uitdrukking in deze voorstelling. Dat had het alleen maar erger kunnen maken.
Hubert Coenen & René van Dootingh, Geen prettig stuk om naar te kijken. Heel kaal en uitgekleed gebracht. Het was natuurlijk ook geen stuk om te “pleasen”’, de tekst zat wel heel goed in elkaar, en m’n bewondering voor het solo kunnen brengen van zo’n enorme en emotionele lap tekst. Toch vind ik dat een stuk meer afwisseling nodig heeft om de koncentratieboog gespannen te kunnen houden. Met meer ondersteuning van licht en geluid, en door afwisseling van schreeuwen met andere vormen van gevoelsuitingen was het stuk spannender geworden. Ik zakte nu af en toe weg, al probeerde ik dat tegen te gaan Desondanks blijft Helmert Woudenberg een fenomenale toneelspeler en een erudiet mens. Ik kijk alweer uit naar z’n volgende stuk.
Joke Feitsma, Met de solovoorstelling Uebermensch gaat Helmert Woudenberg op zoek naar de drijfveren van volksleider die een sterke haat heeft ontwikkeld tegen een bepaalde groep mensen die hij hoe dan ook wil uitroeien om het eigen volk zuiver te houden. Bijna griezelig is de actualiteit van dit fenomeen. Hoewel in de voorstelling niet genoemd, is het duidelijk dat het verhaal is gebaseerd op het leven van Adolf Hitler. Een verhaal, dat is het wat Helmert Woudenberg vertelt: In de proloog wordt duidelijk dat de hoofdpersoon zelf de vijand is in zijn nachtmerrie, hij is de vijand van zichzelf. Het verhaal zelf bestaat uit twee delen. Woudenberg heeft er voor gekozen eerst de volksleider ten tonele te voeren. De razernij van deze persoon wordt steeds heftiger. Ik merkte bij mezelf dat ik op een gegeven moment murw werd en het niet meer liet binnenkomen. De tekst is doorspekt
met citaten uit ‘Mijn Kampf’ en verbijsterend is het om te constateren dat veel van deze kreten ook vandaag de dag worden gehoord. Het vijandsbeeld wordt steeds steviger neegezet. In het tweede deel komt de moeilijke jeugd van de volksleider aan bod. Hij is het slachtoffer van een vader die zelf ook een moeilijke, liefdeloze jeugd heeft gehad, Ontkenning en miskenning zijn de voedingsbodem voor een diepe innerlijke razernij die van vader op zoon wordt doorgegeven en doorwoedt. Wanneer de zoon ook ontkend wordt in zijn artistieke talent breekt zijn razernij naar buiten. Hij werpt zich uiteindelijk op als leider voor het volk, voor de eenlingen, met desastreuze gevolgen. Aan het eind van de voorstelling blijkt in een sm-‐scene dat de leider de behoefte heeft zichzelf te laten pijnigen en vernederen: de destructieve neiging van een mens die zijn eigen vijand is. H elmert Woudenberg zet de kijker aan het denken: wie is de mens achter zijn daden? Hoe is hij zo geworden? Welke invloed heeft iemands kinderjaren op zijn latere leven? Door de sobere entourage komt het verhaal het beste tot zijn recht.
Derk Hazekamp, Kort samengevat wil Woudenberg ons doen nadenken over meningen (over volk, land, leiderschap, democratie en vreemdelingen) die in het eerste deel van de voorstelling gespuid worden, en vervolgens in het tweede deel “verklaard” (inzichtelijk) worden gemaakt aan de hand van gebeurtenissen in de jeugd van de hoofdpersoon in kwestie. Want, aldus Woudenberg, in de vroege jeugd en het contact met de ouders ligt ons verdere leven besloten. In dit geval is die hoofdpersoon niemand minder dan Adolf Hitler, alhoewel die niet bewust genoemd wordt om de relevantie met vandaag de dag te tonen. Zou interessant kunnen zijn, maar niet in deze opzet. Het stuk ontaard op het toneel in een proloog waarin je de ergste vijand uit je dromen ’s ochtends in de spiegel ziet, een eerste deel waarin vooral lekker gefulmineerd wordt en een tweede deel waarin de beloofde uitleg vervalt tot een weinig persoonlijke, wollige, documentaire achtige verhandeling. De tekstvastheid laat te wensen over, de voorstelling duurt te lang en de plot (hoe zou dat leeftijdsverschil toch te verklaren zijn?) ligt er te duidelijk op. En die relevantie met vandaag, die is me ook zonder deze avond wel duidelijk.
Gerrit Jol, Waarom is de man geworden, wie die hij was. Ubermensch past in een reeks voorstellingen van Woudenberg waarvoor eerder Jezus en Pim Fortuin model stonden en gaat dit keer Adolf Hitler op basis van zijn gedachten van uit Mein Kampf. De vernederingen en afwijzingen van de vader, die de jongen vormen tot de man die hij later zal worden; de jeugd als verklaring waarom de man geworden is, wie hij is. Ik begrijp ze niet, zei Woudenberg tijdens de inleiding, terwijl zijn indrukwekkende spel eigenlijk het tegenovergestelde laat zien: hij lijkt ze erg goed te begrijpen, dat wil zeggen te begrijpen waarom ze zo geworden zijn, maar tevens niet te begrijpen waarom dat tot dat tot dat extreme gedachte goed heeft geleid. Dat extreme valt eigenlijk erg mee: in een tijd waarin we gewend zijn, dat alles maar gezegd moet kunnen worden, lijken de teksten op basis van Mein Kampf goed te passen in het huidige tijdsbeeld en dat is misschien wel onbegrijpelijker dan het feit dat iemand ze uitspreekt. Een indrukwekkend voorstelling van Woudenberg, die zelf de teksten schreef en zichzelf regiseerde.
Janie Kropman,
Een knappe prestatie van Woudenberg: zelf een stuk schrijven en als twee-‐delig monoloog presenteren. Eenvoudig vormgegeven, slechts twee stoelen op het toneel, weet hij indringende teksten op ons af te vuren die in het eerste deel elkaar zo snel opvolgen dat je naar adem happend nauwelijks de tijd krijgt om de impact van die zinnen tot je door te laten dringen. Voor aanvang hadden sommige van mijn medekijkers en ik een kleine weddenschap welke stoel hij als eerste zou gaan gebruiken: we hadden het allemaal goed. Zo’n eenvoudig decor, waar je van te voren al de nodige informatie mee aangeeft! Het tweede deel sprak mij het meeste aan , zijn speelstijl is dan ook anders, hij gebruikt meer mimiek en laat meer gevoelens toe. Het eerste stuk was meer retorisch. Ik vraag mij wel af waarom de één na een jeugd in extreme en kwetsende omstandigheden ontspoort en machtswellusteling wordt en dat dat bij een ander niet gebeurt. Er is kennelijk meer voor nodig om een “Hitler” te worden. Dat antwoord kreeg ik niet tijdens de voorstelling. Wel was het behoorlijk confronterend om te horen dat sommige teksten die destijds door Hitler in Mein Kampf zijn opgetekend nog altijd in onze huidige maatschappij worden verkondigd. Huiveringwekkend. Een groot compliment aan Woudenberg.
Sylvia Leenheer, Schokkend en beangstigend om te ontdekken als je niet zou weten dat de voorstelling over Hitler gaat, de persoon uit het eerste deel ook een ander had kunnen zijn. De teksten blijken universeel en actueel te zijn. Ik vond het eerste deel wel te lang. Op een gegeven moment dacht ik bij mezelf ‘nou weet ik het wel’. Niet duidelijk welke boodschap Woudenberg nou precies wilde overbrengen. Dat er achter ieder mens een
(familie)geschiedenis zit die invloed heeft is duidelijk, maar waarom moet ik de geschiedenis van Hitler kennen? Was het de bedoeling om mij door het vertellen van gebeurtenissen uit Hitlers jeugd inzicht te geven hoe hij tot zijn ideeën en uitgesproken standpunten is gekomen? Dat is dan niet gelukt. Ik vond het een interessante familiegeschiedenis om te horen, maar ik was niet in staat en voelde zelfs inwendig weerstand om de link te leggen met het personage uit het eerste deel. Knap dat Woudenberg alles, tekst, spel en regie, alleen doet, maar dramaturgisch miste er wat. Op zich was het prima dat het een leeg toneel was met alleen twee stoelen (met hun eigen symboliek), maar ik vroeg me af in hoeverre Woudenberg geexperimenteerd had met de denkbeeldige negen vlakken op het toneel. Hij leek regelmatig gewoon maar heen en weer te lopen en ergens te staan zonder duidelijke aanleiding, wat mij op mijn zenuwen werkte. Te veel speelde zich in het midden en voor op het toneel af en te weinig achter en aan de zijkanten van de speelvloer. Er werd ook te weinig met licht gespeeld.
Dorien Leopold, In deze monoloog verplaatst Woudenberg zich in de persoon en het gedachtegoed van Adolf Hitler – naar eigen zeggen om te kijken of je (meer) begrip krijgt voor Hitler en zijn daden als je de persoon leert kennen, met name door te laten zien hoe (ongelukkig) zijn jeugd was verlopen. Het eerste deel toonde de persoon Hitler zoals we die allemaal ‘kennen’, met zijn theorieën over land, volk en leiderschap. Alle uitspraken waren afkomstig uit Mein Kampf. Het tweede deel vertelt het verhaal van zijn jeugd en de relatie met zijn ouders. De keuze voor deze opbouw is bewust niet (chrono)logisch, vertelde Woudenberg– al kan je het als terugblik vanuit nu ook wél een chronologische keuze noemen. Eveneens bewust was de keuze voor het afzien van een kostuum, snorretje of een theatrale opzet. Woudenberg vertelde ook, dat Hitler volgens Alice Miller in zijn redevoeringen zijn vader staat te overschreeuwen, en op die manier een karikatuur van zijn vader wordt. De kern van het stuk zou luiden: ‘wat is er toch gebeurd toen je kind was’. Een aantal elementen vond ik goed gekozen, zoals de sobere opzet en de indeling van het stuk. Maar juist die kernboodschap wil er bij mij niet in. Nare jeugd? Rot voor je, maar laat dat toch alsjeblieft geen verklaring vormen voor het uitroeien van een volk -‐ gelukkig is dit ook niet zo, want dan zouden er weinig mensen overblijven. Kinderen uit eenzelfde gezin worden vaak zeer verschillende volwassenen: ouders zijn niet allesbepalend. Karakter, vrienden, omgeving, school, en vooral al dan niet gemaakte of bijgestelde keuzes bepalen mede hoe je leven eruit komt te zien. Het is bijna alsof je met deze boodschap wil zeggen: hij kon er ook niets aan doen. Arme man. Tijdens de inleiding had Woudenberg met nadruk verzocht om vooral het tweede deel af te wachten. Ik vond dit appèl op het publiek onnodig en ook wat denigrerend – alsof men niet weet waar Hitler voor stond. Hij was de eerste inleider die moeite had om de inleiding te beëindigen, daar was wat aandrang van anderen bij nodig. Het leek alsof hij het nodig vond alvast begrip of sympathie (voor zijn keuze? of zijn rol?) te kweken. Toen iemand uit het publiek tijdens de voorstelling de zaal verliet en later weer terugkeerde, onderbrak Woudenberg zijn spel zelfs om te bedanken voor de terugkeer. Knap staaltje, maar ook hier nam hij teveel en onnodig afstand van zijn rol.
Brigitte van Mulken, Het H-‐woord valt niet één keer. Er worden geen namen genoemd, niet van mensen en niet van landen. Het woord Joden wordt ook niet gebruikt, hij heeft het over bebaarde kaftandragers of over ‘ze’. Alles is zo neutraal mogelijk gehouden, en daarmee is dit verhaal van alle tijden. Het zou zó in het heden kunnen spelen. In drie delen, afgewisseld met mooie muziek van Franz Liszt, vertelt Helmert Woudenberg in prachtige, zelfgeschreven teksten het verhaal van Adolf Hitler. Woudenbert verklaart niets, dat doet de, soms moeizaam uitgesproken, tekst. Het is een kwestie van oorzaak en gevolg. Niets kan de toeschouwer van deze mooie, heldere tekst afleiden. Het decor bestaat slechts uit twee stoelen en een paar spots. Zonder colbert is hij Adolf, het kind met de intens trieste jeugd. Met colbert is hij de Führer. Woudenberg doet zelf de scenewisselingen, deed ook de regie, en speelt ook de vader, moeder, zoon en tante. Hij kan veel, dat is wel duidelijk. Maar het mooiste van de voorstelling is toch wel de taal!
Anjo Schaap,
Ik probeer zoveel mogelijk aanwezig te zijn bij de inleiding van de voorstelling. Vaak maakt het delen uit de voorstelling inzichtelijker, begrijpelijker, soms ook niet… De inleiding van Helmert van Woudenberg was vriendelijk, aandoenlijk bijna. Het gegeven dat ervaringen in de vroegste jeugd invloed hebben op het hele leven grijpt terug op zijn eigen jeugdervaringen vermoed ik. Maar wel een tikje jammer dat hij daarmee ‘de clou’ al weggaf.De tekst vond ik sterk en goed gebracht. De monoloog nergens langdradig. Het beeld simpel en passend.Maar er zit een haakje aan de voorstelling: wat word ik geacht te vinden? Begrip? Meegevoel? Iedereen wordt beïnvloed door jeugdervaringen, goed dan wel slecht. Slechte jeugdervaringen kunnen leiden tot negatief gedrag in het volwassen leven, maar zeer zeker ook tot het tegendeel. Dus: wat moet ik ervan vinden? Nu, een
aantal weken na de voorstelling blijf ik nog steeds in verwarring achter.
Martien Vogelezang,
De voorstelling is geheel gevuld met vier monologen door Woudenberg, prachtig nederlandse zinnen, op goede toon, in een eenvoudig opgezet toneelbeeld bestaand uit twee stoelen en wat nodig is aan licht. De essentie bestaat uit de tekst waarin de afkeer van buitenlanders en voorkeur voor nationalism op gedragen toon wordt uitgesproken, gevolgd door fragmenten waarin meer over de spreker duidelijk wordt, waarin hij als product van de omstandigheden waarin hij opgroeide neergezet wordt. Er zitten drie kleine pauzes voor Woudenberg in waar hij van plaats en perspectief en jasje wisselt. Uit het spel of de voordrachten van Woudenberg kunnen we geen oordeel over de beschreven persoon destilleren. Het publiek, de kijker moet het zelf doen of nog even uit stellen en nog wat meer achtergrond verzamelen. Een mooi indrukwekkende maar ook wel beklemmende voorstelling. In het voorgesprek is al aangegeven dat het in deze voorstelling om de persoon van Adolf Hitler gaat, hierdoor gaf het eerste deel mij niet het schock-‐effect van confrontatie met de overdosis aan grove ongenuancerde meningen. Daardoor verveelt het zelfs een beetje en vraag ik me af of hoe het zou zijn als de naam niet gegeven was. Het vervolg is toch wel weer voldoende verrassend zodat het alle aandacht meeneemt. Een bijzondere ervaring.
Franca de Vries,
Door de inleiding vooraf door Helmert Woudenberg heb ik het stuk achteraf wat meer kunnen waarderen, alhoewel mijn algemene oordeel is: saai, vooral deel een. Het thema is (ook al gaat het in feite over Hitler) verplaatsbaar naar deze tijd. Het eerste stuk ging over de zienswijze van ‘Hitler’ over ras, politiek en politici. En de leider die nodig is. De manier van praten over ras en geloof zou zomaar over het nu kunnen gaan. Ik vond het lang duren, er gebeurt weinig tot niets, de stem van Helmert vind ik nogal gedragen waardoor er weinig spanning is. Deel twee is aantrekkelijker en boeiender, de geschiedenis over het gezin, de gewelddadige vader, de geheimen, dat alles is zo nu en dan ontroerend en vreselijk. Met regelmaat mooi gebracht door Helmert, en toch ook dit deel vind ik te lang duren, teveel uitgesponnen, waardoor ook weer langdradig. Jammer, het geheel viel mij tegen.
Man of moods ~ O.T. Anne-Mieke Akkermans, Man of moods is gebaseerd op de roman ‘How late it was, how late’ van de Schotse schrijver James Kelman die voor dit boek de Bookerprijs kreeg. In de inleiding wordt verteld dat het boek zonder hoofdstuk of alinea indeling is geschreven. Het verhaal wordt in een keer over de lezer uitgestort in een Schotse variant van het Engels. De schrijver woont in Glasgow, een stad gekenmerkt door een hoog percentage lagere klasse arbeiders. Voor de voorstelling is het verhaal ingekort. Het is het verhaal van Sammy die afgetuigd is door de politie. Hij wordt blind wakker in een politiecel zonder zijn nieuwe dure schoenen. Hij heeft een paar afgetrapte schoenen naast zich liggen als hij bij komt uit zijn roes. Hij probeert weer grip op zijn leven te krijgen en de zaken van een positieve kant te bekijken. Hij doet daarvan verslag in een soort monoloog die aangevuld wordt met muziek gespeeld door leden van de Sadists, Victor griffioen en Erik van der Horst, die zijn wisselende gemoedstoestand onderstrepen. Sammy, gespeeld door Bert Luppes, houdt van countrymuziek. De muziek is geïnspireerd op de nummers die in het boek genoemd worden. Grifioen en van der Horst vullen samen met Romana Vrede ook in korte trekken de andere personages in die in het verhaal een rol spelen. Dit maakt dat de spanningsboog goed wordt vastgehouden. De voorstelling is inhoudelijk moeilijk te bevatten vanuit de tekst, die in een mengeling van roes en werkelijkheid over het publiek wordt uitgestort. Als publiek moet je verward door de vloedgolf een weg zoeken in het woud van woorden, wat wel past bij het thema van het verhaal van de blinde Sammy. Door de toevoeging van de muziek is het makkelijker om je met de emoties mee te laten gaan. Bert Luppes vertelt het verhaal in een boeiend ritme waardoor je er wel bij blijft hoewel ik niet echt grip kreeg op het verhaal.
Erik G Bakker, Perfecte voorstelling met een ideale afwisseling van ernst en humor en goede muziek! Met name Bert Luppes was geweldig!!
Renée Besteman, Blues voor een sjacheraar Het zit Sammy niet mee want na een weekend stappen wordt hij wakker in een cel en blijkt hij het licht in zijn ogen te hebben verloren toen hij met de politie in aanraking kwam. Hij is zijn mooie schoenen verloren en thuis gekomen lijkt zijn vriendin met de noorderzon vertrokken. Omlijst door soms de pan uit swingende muziek, slaan we Sammy op zijn zoektocht gade waarbij de leden van de band ook soepel een groot aantal figuren vertolken die Sammy’s pad kruisen. Een sterk gegeven gedurende een uur waarna de spanning wegebt omdat er niet veel nieuws meer aan toe te voegen is. De tekst van de Schotse schrijver James Kelman lijkt vooral te gaan over het gevangen raken in een bureaucratisch systeem dat wij in Nederland niet kennen waardoor ik me onvoldoende met zijn misère kon identificeren. Bert Luppes zet een indrukwekkende schlemiel neer die je vooral geen voetbreed in de weg moet leggen bij het kankerend rommelen in de marge. Ook het verlies van zijn zicht krijgt heem er niet onder of wel? De regisseur heeft al flink de schaar in de lange tekst gezet maar een extra half uur schrappen zou de voorstelling krachtiger en aantrekkelijker maken.
Bertien Broekhans, De hele voorstelling staat Sammy met zijn ogen dicht op het podium. Sammy heeft gedronken en heeft daarna waarschijnlijk een handgemeen gehad met een politieman. Zelf kan hij dat de volgende dag zich niet herinneren, en erger nog hij is blind geworden en zijn vriendin (als die bestaat) komt niet meer opdagen. Zonder heel erg te struikelen zoekt hij een weg door het land der blinden: een functioneel vrijwel leeg en zwart decor. Hij zoekt – veelal tevergeefs en vloekend -‐ steun bij voorbijgangers, hulpverleners, buren en politie. De muziek en optreden van the sadists is een voorstelling op zich zelf, en vormt de perfecte begeleiding van de moeizame tocht van Sammy.
Hubert Coenen & René van Dootingh, Een mooi stuk, met sympathieke spelers die ook nog eens tussendoor als band speelden met goede muziek die ook op de actie op het toneel sloeg.Knap dat de regisseur het boek, dat aanvankelijk eigenlijk een monoloog is heeft weten om te vormen tot een stuk voor een gezelschap, wat het geheel echt verlevendigde en rijker maakte. Een tikkeltje rauwer had best gemogen.
Paula Deurloo-Siblesz,
Het in het programma opgenomen citaat van Kelman duidt het treffend aan: “Er is niet één enkele klootzak bij
wie je je verhaal kwijt kan. Dus banjer je maar in het wilde weg rond en raak je de weg kwijt.” Luppus loopt, als hoofdpersoon in dit persoonlijke ‘underclass drama’ – dat hij intussen geheel probeert te ontkennen, juist omdat hij niet weet waar hij heen moet – blind en verdwaasd rond. Prachtig spel. En dan die draad als ‘tegenwicht’! Als mensen ontbreken in je bestaan op cruciale momenten, zij er altijd nog de goden.. Zo licht, zo dun.. De muziek is daarbij werkelijk verweven met het spel van de speler en de sfeer die hij rond zich optrekt. De taal sluit daar weer prachtig op aan. Complimenten voor de regie! Zijn lot is onzeker, zijn wereld bedreigd. Hij zelf in zijn onmacht steeds bedreigender soms voor zijn omgeving… Je voelt die onderling verweven spanning oplopen. Heel mooi vorm gegeven en met meer dan overtuiging gespeeld!
Joke Feitsma,
Met minimale middelen heeft het O.T.Theater met ‘Man of moods’ een grootse muziektheater voorstelling neergezet. Respect voor hoofdrolspeller Bert Luppes die bijna twee uur lang overtuigend ‘blind’ speelt. De grote leegte op het toneel, begrensd door glanzend zwarte panelen wordt optimaal benut. Mooi is de vondst van het begrenzen door een koordje dat wordt uitgerold door een van de medespelers. De handmatige belichting ter plekke vergroot de kracht van de eenvoud. De muzikale bijdragen van de overige spelers zijn van hoge kwaliteit. Van de zang van Erik van der Horst en die van Tom Struyf heb ik met name genoten. Het verhaal is niet een afgerond geheel en biedt veel ruimte om zelf door te fantaseren. Een indrukwekkende voorstelling.
Derk Hazekamp, Het boek dat de basis voor deze voorstelling vormde is een van vloekwoorden doordrenkte tirade in het plat Glasgows. Maar wel een tirade van een in de kern optimistische man (Sammy) die na een flinke zuippartij wakker wordt in de goot, zowel letterlijk als figuurlijk. Blind, bestolen van z’n mooie schoenen en verlaten door z’n vriendin. Bert Luppes zet de spraakwaterval Sammy neer als iemand die zijn “gezichtvermogensverlies” probeert te begrijpen, maar door z’n geheugen ernstig in de steek wordt gelaten. Hij doet dat met verve. Indringend, woedend, subtiel, ontroerend: alle emoties komen overtuigend gespeeld in een rollercoaster ride voorbij. Hij doet dat in het lijnenspel van het strakke decor waar de zoektocht naar het hoe, waarom en nu verder letterlijk aan een draadje hangt. Het enthousiaste spel van The Sadists is essentieel bij de voorstelling, die misschien iets te lang duurt, maar door de muziek wordt gedragen.
Gerrit Jol, Man of Moods: een monoloog, die geen monoloog is. Bert Luppes speelt een aso met een klein hartje, die al vloekend door het leven gaat. Teksten zijn gebaseerd op het boek van James Kelman, die wilde schrijven als iemand aan de onderkant van de samenleving, maar tegelijkertijd constateerde, dat dit moeilijk was omdat de juiste stem en toon ontbrak. Dat is ook meteen het manco van dit stuk, want hoe Bert Luppes ook zijn best doet (en hoe kan het ook anders) hij blijft al vloekend ABN spreken en daarmee is zijn figuur al meteen wat minder geloofwaardig. Het boek is geschreven als een doorlopende monoloog, zonder hoofdstukken Een mooie vondst is wel de monoloog met muziek van The Sadists (Orkater) te omlijsten en de muzikanten ook kleine rollen te geven, wat een mooie mix oplevert.
Marijke de Jong, Twee uur lang keken we naar een blind geschopte man. Langzaam kwamen zijn herinneringen terug, die hij ook direct weer wilde blokkeren door de muziek door zijn hoofd ging spelen. Niet doordenken, alles overkomt hem, hij heeft er geen verantwoordelijkheid voor. Ongelooflijk indrukwekkend speelt Bert Luppes de rol van deze grofgebekte (al hoewel me dat na de inleiding reuze meeviel) zielepoot, die alleen voor zichzelf nog een facade ophoudt. Ontluisterend vind ik met name de scene waarin hij opeens een zoon blijkt te hebben. Oprechte blijdschap om de zoon en zijn vriend te zien, even proberen de joviale vader uit te hangen, maar dan moet hij toch toegeven blij te zijn met het geld dat hij toegestopt krijgt. Toch bevredigt de voorstelling niet helemaal. Ik denk dat dat komt, omdat je als kijker toch buitenstaander blijft en je niet indentificeert met de man. Je kijkt ernaar; maar het raakt je niet wezenlijk. Verder veel lof, ook voor de geweldige muziek.
Janie Kropman,
Interessant toneel gezien: de combinatie van muziek, decor , spel was goed. Allereerst de band: heel goed, heerlijke muziek! Luppes : een knappe energieke acteur, (het speeksel vliegt in het rond) , die Sammy als schlemiel maar ook pragmaticus neerzet: “ik ben nu blind, ik heb dus een probleem erbij en die is er om opgelost te worden”. Hij is een knap geportretteerd figuur uit de onderklasse van de samenleving. De problemen in die lagere klasse worden overtuigend gebracht, je kunt je er zeker een voorstelling van maken. Ook slim de vondst
om een blinde man te gebruiken, hij moet varen op zijn ervaring en intuitie, kan niet worden afgeleid door beelden, en dat maakt zijn frustratie en woede op de maatschappij invoelbaar. Vormgeving: alhoewel alle aandacht is gericht op Sammy, zie je de anderen op het toneel meewerken aan de effecten en geluiden, en dat is een mooie aanvulling. De eenvoudig doch mooie vondst van het touw dat wordt gebruikt om de “grenzen” voor Sammy te bepalen en te bewaken, en dat aan het einde hem uitsluit van het toneel en hem de wijde boze wereld instuurt, vond ik prachtig. Ik vond het stuk de moeite waard, maar het had korter gekund. De boodschap was met de helft van de tijd ook wel overgekomen.
Sylvia Leenheer,
Muziek, geluidjes, tekst en spel waren passend bij de gedachten en stemmingswisselingen van de hoofdpersoon. Het is het OT gelukt om er een project van iedereen van te maken inclusief muziek en het geen monoloog van de hoofdpersoon te laten zijn. Het decor met de zwarte, glanzende wanden en touwen was functioneel, symbolisch en passend. Goed spel van iedereen. Knap gedaan van Bert Luppes, een voorstelling ‘blind’ spelen en goed dat hij verschillende emoties toonde en bv. niet alleen boos was. Ik vond Romana Vrede in deze voorstelling beter dan in mightysociety9 ioveracting in Liefde in tijden van gifaffaires), ’t Been was goed gespeeld. Viktor Griffioen en Erik van der Horst laten zien dat het mogelijk is, goed toneel spelen en muziek kunnen maken. Ernstige bespiegelingen werden afgewisseld met humor. De voorstelling laat iets zien van de onderkant van de maatschappij en de werking van de sociale dienst, zonder een boodschap of mening op te dringen aan de kijkers. Ik vond het niet storend dat je uiteindelijk niet te weten komt wat er nou precies is gebeurd, waar Helen is en wat er nou met Sammy gaat gebeuren. Ik vond het stuk wel iets te lang.
Brigitte van Mulken,
Het decor is prachtig. Opzij van het toneel staan de band en de overige figuranten/technici/acteurs. De zwarte wanden werken als diffuse spiegels, er staat alleen een bank, en op de vloer zijn zwarte touwen gespannen, die samen met het oproltouw (mooie vondst) de speelruimte aangeven aan de hoofdpersoon. De overige spelers, met meerdere functies, zijn geraffineerd aan-‐ en afwezig. Dat doen ze door fantastische muziek te maken, sterk te acteren of door gewoon stil op hun plekje te blijven zitten. Het grote werk komt van Bert Luppes, die als Sammy ons een inkijkje in zijn gedachtewereld geeft. En daar haakte ik soms af. Zijn gedrag is zelden logisch. Zoals hij zijn blindheid en mishandeling accepteert zie ik niet gauw iemand doen. Hij weigert alle hulp, terwijl hij zich dat helemaal niet kan veroorloven. In zijn rol lijkt hij regelmatig stuurloos, en het stuk daarmee ook. Dit maakt het lastig om er de aandacht bij te houden. En waar kwam die zoon opeens vandaan? Verder waren we vooraf gewaarschuwd voor heel veel grof taalgebruik en het bleek veel minder erg te zijn dan verwacht. Wat mij betreft geen erg succesvolle voorstelling, wel bonuspunten voor de muzikanten en het hele mooie decor.
Martin Pikard, Ik zag een voorstelling waarin een de aan lager wal geraakte hoofdpersoon zich staande probeerde te houden in een wereld die weinig mededogen met hem had. Wat ik ervan begreep is dat de vraag werd gesteld of iemand zonder plaats in de maatschappij opgewassen zou kunnen zijn tegen de rauwe werkelijkheid. Het antwoord: Nauwelijks. Zonder zijn beschermengel Helen, strompelt hij onbeholpen rond in een wereld waarin het lijkt of iedereen tegen hem is. Alleen zijn zoon heeft mededogen. Alle overigen laten hem aan zijn lot over. Hem ontbreken de reflexen om te overleven in een wereld waarin ieder op zichzelf is aangewezen. Er rest hem geen andere uitweg dan ervandoor te gaan, een ongewisse toekomst tegemoet. Enscenering: Het leek alsof ik naar twee voorstellingen heb gekeken: een muziekvoorstelling en een toneelvoorstelling. Beide waren de moeite waard maar de onderlinge relatie was niet duidelijk. Beide werelden stonden apart zonder dat ze deel van elkaar uitmaakten. Wat kan ik ermee? Hoewel de hoofdpersoon volstrekt geloofwaardig was kon ik mij lastig in zijn positie verplaatsen. Ik kon me niet aan de indruk onttrekken dat het om een zelfverkozen lot ging. Het was niet zozeer iets wat hem overkwam maar wat hij op zich afriep door de keuzes die hij maakte. Hier werd het een boeiend schouwspel zonder dat ik zelf ook tot mededogen in staat was met de hoofdpersoon, evenals de personen die hem omringden.
Jan Stoof, Ik zag een bijna-‐ monoloog van een man aan de rand van de samenleving, met interacties met gevestigde instituties zoals politie en maatschappelijke zorg. De man voelt zich permanent over de rand geduwd en dat is wat ook gebeurt: hij haakt naar wat basaal contact en zorg, maar staat steeds opnieuw alleen. Ook al had hij niets anders verwacht, hij is daar tot op het bot door verbitterd en tegelijkertijd trekt hij zijn eigen plan. Hij neemt ondanks alle tegenslag bewust steeds weer de verantwoordelijkheid voor de shit waarin hij is beland. De
teksten zijn rauw en regelmatig aangrijpend, wat wordt versterkt door de muziek en diepe klankkleuren van de zangers en hun instrumenten. Dat is mooi in lijn met de passie die spreekt uit de tekst en de passie waarmee wordt gespeeld. Hoewel de spanningsboog in de loop van het stuk wat vervlakt, bleef het mij tot het einde boeien. Waarschijnlijk het meest door de herkenbaarheid van de strijd om het bestaan, waarin het uiteindelijk of per saldo blijkt te gaan om een mix van het bewust accepteren van de realiteit zoals die is en tegelijk het blinde zoeken naar aanhakingspunten voor liefde, naar contact en geborgenheid. En prachtige problematiek, prachtig vormgegeven en vertolkt. Als dit de bedoeling was van de makers, dan zijn zij daarin ruimschoots geslaagd. Ik heb afgezien van wat richtingloosheid op pakweg 3/4 van de voorstelling me kunnen laten meevoeren in de stroom die werd gecreëerd en die zo echt voelde dat ik toeschouwer en deelgenoot tegelijk kon zijn.
Martien Vogelezang, Het O.T.theater is met de bewerking van het boek van James Kelman door Mirjam Koen tot toneeltekst wel een bijzonder gedurfd experiment aangegaan. Het grove taalgebruik dat lijkt te passen bij een aan lager wal geraakt persoon valt uiteindelijk toch wel weer mee en de hoofdpersoon heeft toch ook een heel helder en mooi taalgebruik en een ruime woordenschat waarmee hij zijn emoties goed uit kan drukken. Het spel bestaat uit een gedachten stroom van de hoofdpersoon afgewisseld met wat dialogen met voorbijgangers en mensen die zich net de exgedetineerde bemoeien. Het meest effectief is de afwuiselling met muziek, de muziek die deman in zijn herinnering heeft bij verschillende voorvallenecht een prachtige vondst om wat aanvankelijk een monoloog interieur leek een lekkere vaart en tot een muzikaal onderhoudend geheel te vormen. Vooral dankzij de toneeltheatervermogens van de muzikanten lijkt het rimpelloos van toneel-‐ naar muzikaalspel over te gaan. Het decor bevat nogal wat vage ideetjes zo is er het touw en het lijnenspel op de vloer wat de hoofdpersoon in gareel moet houden wel erg alleen gezocht symbolisch en van weinig betekenis vaar het spel. Dankzij de muzikale inpassing van enthousiaste muzikanten is het toch een sterke voorstelling.
Franca de Vries,
Een bijzondere avond, zonder meer. Het decor is zwart glanzend, net zo zwart waarschijnlijk als het duister waarin Sammy zich bevindt. Hij scharrelt rond op dit toneel, op zoek naar wat hem overkomen is en hoe hij verder gaat in zijn ‘nieuwe blinde leven’. Hij zit letterlijk en figuurlijk opgesloten, letterlijk bij het politie onderzoek, figuurlijk in zijn duistere hoofd. Het samenspel met de gedachten in zijn hoofd en de muziek die daaruit voortkomt is schitterend. Mooie muziek, swingend, melancholisch, verpletterend. Er zijn mooie stukken tekst, klinkt soms als poëzie, afgewisseld met gescheld en gevloek (lijkt me heerlijk om dat te mogen op het toneel, maar dit terzijde!). In het geheel was het mij niet altijd duidelijk waar of wat de situatie zich afspeelde, dat was soms verwarrend en leidde af. Ik vond het op een gegeven moment ook langdradig worden en werd het een herhaling van zetten. Het had iets korter mogen zijn. En ja, wat heeft hij nu eigenlijk écht uitgespookt waardoor hij blind is geworden? Dat wil ik nog wel graag weten! Al met al een mooi muziektheaterstuk, waar ik met plezier naar gekeken heb.
De eenzaamheid van de priemgetallen ~ Matzer Anne-Mieke Akkermans, De eenzaamheid van de priemgetallen is een echte vertelvoorstelling. Door 4 spelers wordt het verhaal verteld in een aantal korte passages die elkaar opvolgen. Martijn Klaver als Mattia en Laurence Roothooft als Alice spelen de hele voorstelling deze (hoofd)personages.De andere 2 spelers nemen alle andere rollen voor hun rekening zoals de wederzijdse ouders, vrienden,huishoudster, collega’s, arts en echtgenoot. Op het toneel staan 4 bankjes. Met het wisselen van bankje wordt ook van scène gewisseld en van personage door Lotte Hellingman en Wolter Muller die alle andere rollen spelen. Het is bewonderenswaardig hoe vanzelfsprekend ze van personage wisselen met een verplaatsing naar een ander bankje. Deze manier van vertellen houdt de vaart in het verhaal. Zowel Alice als Mattia zijn eenzame figuren die moeilijk aansluiting vinden bij anderen, door wat er in hun jeugd gebeurd is. Alice, een bangelijk kind, dat bij spanning naar de wc moet, krijgt een ongeluk op de skihelling waardoor ze mank blijft en waardoor ze ook een deuk in haar zelfvertrouwen oploopt. Mattia laat bij een verjaarspartijtje zijn geestelijk gehandicapte tweelingzusje op een bankje bij een vijver in het park achter. Als hij haar na een tijdje weer op wil pikken is ze verdwenen en komt ook niet meer terug, haar lot blijft onzeker. Dit maakt de verhouding met zijn ouders lastig en hij trekt zich terug in de wereld van de wiskunde. Mattia en Alice ontmoeten elkaar op school en herkennen zichzelf in elkaar, trekken veel met elkaar op maar blijven ieder op zichzelf, alleen als priemgetallen. Ze voelen zich wel tot elkaar aangetrokken maar toch zijn ze voor elkaar onbereikbaar, ondanks verschillende pogingen tot contact in de loop van hun leven. Mattia en Alice worden met verve neergezet. De andere personages ondersteunen het verhaal op een heldere manier.
Renée Besteman, Eenzaamheid en verbinding De poëtische tekst die Madeleine Matzer heeft geschreven naar het boek De eenzaamheid van de priemgetallen vormt een stevige basis voor de acteurs, die daarmee een heel eigen kleur aan de invulling van hun rol(len) hebben gegeven. Iedere rol, ook de kleinste, komt tot leven en als toeschouwer kreeg ik het gevoel dat deze afstandelijke en toch juist heel intieme liefdesgeschiedenis zich net buiten mijn voordeur afspeelde. Het ragfijne spel, de zang, de mise en scène, de kleuren van de kleren van Mattia en Alice en de belichting; alle elementen droegen bij tot een bijzondere belevenis.
Susan de Boer & Geertje van der Waaij,
Alice en Mattia hebben beiden als jong kind iets ontzettends meegemaakt en dat heeft hun leven getekend. Hun verhaal wordt ons verteld door henzelf en door interactie met andere personages, zoals de ouders, schoolvrienden en – vriendinnen, een huishoudster. Wat je ziet is twee mensen die weinig aansluiting vinden met anderen. Zij herkennen als het ware elkaars ‘ziel’ en raken emotioneel verweven, maar een volwassen liefdesrelatie zit er niet in. Het stuk eindigt in zoverre hoopvol dat ze het leven in ieder geval onder ogen zien. Hoewel er goed gespeeld werd, zeker door ‘Alice’ en de acteur die de vader van Mattia speelde, raakte ik nergens ontroerd. Dat kan komen doordat ik kort daarvoor een paar indrukwekkende voorstellingen had meegemaakt. Of misschien kwam het door verwachtingen die niet werden ingelost. Of door de gesprekken naderhand met mensen die het boek hadden gelezen.
Bertien Broekhans, Twee jonge mensen die niet makkelijk contact maken, trekken elkaar aan, vinden elkaar en zoeken elkaar op. Op hun manier, stroef en terughoudend – soms haast afwerend. Hun gestuntel wordt overtuigend op het toneel gezet. De twee hoofdrol spelers zijn beide getekend door traumatische jeugdervaringendie steeds weer hun leven tekenen. De twee zijn volgens de jongen Mattia als priemgetallen die verwant zijn maar elkaar niet kunnen raken. De teksten zijn even stuntelig – waarbij romantekst knap wordt vertaald naar het toneel – en toch lopen ze vloeiend. Dat is de ironie van hun relatie. Ze circelen om elkaar heen, zonder elkaar – in onze ogen – echt te vinden. Matzer is erin geslaagd om hun karakters en hun levens – in ruim anderhalf uur -‐ te laten ontwikkelen. Het toneelbeeld is vrij leeg – wat stoelen, een bankje – net als hun wereld. Naast de twee jongeren, worden vele andere rollen op natuurlijke wijze waargenomen door twee andere acteurs.
Paula Deurloo-Siblesz,
Of je het ‘verhaal’ helemaal pakt als je het boek niet kent, kan ik niet goed inschatten, ik denk van niet. Maar misschien is dat ook niet eens echt van belang. Prachtig hoe Matzer’s toneelbewerking van het boek die eenzaamheid van de twee door een voorval in hun jeugd getraumatiseerde hoofdrolspelers nu ook laat zien en
voelen. Hoe de spelers, en m.n. Lottie Hellingman, de beperking èn de dapperheid die daarmee altijd samenhangt, aan ons laat zien. Dat er mensen zijn, en kinderen, die door wat voor beschadiging dan ook, in contact niet durven uitreiken of ontvangen, zul je na deze voorstelling nooit meer over het hoofd zien. De ouders vond ik minder. Misschien dat ik meer inzet en minder afstandelijkheid van hen verwachtte. Maar misschien waren ook zij al beurs, na zoveel jaren optrekken met dit soort kids. En hadden zij de hoop min of meer opgegeven, hen ooit nog gelukkig te zien worden in hun contacten. Waarbij het dan weer terecht en goed is, om te zien waar onmacht toe kan leiden. De vormgeving had m.i. niet de eerste aandacht. De regie vond ik knap. En voor alle – geroerde -‐ lezers van het boek beslist een roerend weerzien met de hoofdrolspelers.
Derk Hazekamp, In m’n aantekeningen na afloop van de voorstelling heb ik “Magnolia meets A Beautiful Mind” geschreven. Bij de inleiding hadden we het over hoe een film van een boek kan mee-‐ of tegenvallen. De twee films die ik hier noem (beide voor mij hoog in m’n top 10), combineren voor mij het gevoel dat na afloop van het stuk bleef hangen. De “loners” Mattia en Alice (fantastisch spel!) die hun best doen om het individuele leven te leiden binnen het collectief. De schoonheid van Alice (deed me denken aan het laatste fragment uit Magnolia) en de mathematisch sociale onhandigheid van Mattia (A Beautiful Mind) worden prachtig gepresenteerd op het podium. In z’n simpelheid (wat stoelen en banken en een paar losse attributen) was de vormgeving doeltreffend. Focus op het top-‐spel dat geweldig ondersteund wordt door de muziek. Heerlijk theater. Deze voorstelling klopt helemaal!
Gerrit Jol, Ik ben altijd enigszins huiverig voor een film of theatervoorstelling van een geweldig boek, en dat was dit boek zeker: Een aangrijpend verhaal van 2 mensen, die, net als de tweeling priemgetallen bij elkaar horen, maar elkaar nooit kunnen raken. Het stuk is bijna net zo goed als het boek, als het gaat om hun onvermogen om te communiceren, uit te drukken. Het meest nog genoten van de 2 andere acteurs, die alle andere personen spelen: ouders, verzorgers, vrienden en collega’s. Er wordt heel snel tussen, die de verschillende personen geschakeld, zonder dat dit tot verwarring leidt en wat het stuk een enorme vaart geeft.
Marijke de Jong, Twee eenzame zielen met een verleden. Ze horen bij elkaar en toch weer niet. De bewerkster en regisseuse van het boek van Paolo Giordiano presenteert de twee hoofdpersonages als twee aantrekkelijke jonge mensen, die door een gebeurtenis uit het verleden het vermogen tot contact maken verloren hebben. Met een eenvoudig toneelbeeld en slechts vier acteurs weet zij een hele wereld te creëren die de sfeer van het boek treft. Laurence Roothooft en Marijn Kalver vertolkten de twee hoofdpersonen mooi en ook Lottie Hellingman en Wolter Muller waren meer aan adequaat in het invullen van alle andere rollen. Maar meer dan dat is de voorstelling toch niet; het gevoel dat na het zien ervan overblijft, is dat het mooi gedaan is; maar ja, dat is om een echt goede voorstelling te zijn voor mij niet genoeg.
Janie Kropman, Ondanks de kennis van het verhaal dat ik had doordat ik het boek heb gelezen, zat ik bij een stuk dat uitgebalanceerd en aangrijpend overkwam. Het is moeilijk om het toneelstuk niet te vergelijken met het boek. Vanwege het lezen van het boek was ik ook op de hoogte van meer gegevens over de hoofdpersonen waardoor ik meer inzicht had in wat er gebeurt. Zonder die informatie lijkt het me voor de toeschouwer moeilijker om de beweegredenen van de personen te duiden. Ik vond het knap hoe M.Matzer van zoveel pagina’s een stuk maakt waarvan de essentie overeind blijft in een helder script. De acteurs vond ik erg goed spelen, voor een debutante was Laurence Roothooft een belofte! Lottie Hellingman stal voor mij de show, mede door haar prachtig en ingetogen gezongen liederen. Het zingen van de acteurs was aangenaam om naar te luisteren en een fijne onderbreking in het spel. De dubbelrollen werden perfect in scene gezet, er zat vaart in het stuk, en toch was het ingetogen en klein gehouden. Complimenten aan Madeleine Matzer en haar cast!!
Sylvia Leenheer,
Prima voorstelling die erg in lijn lag met het boek. Cruciale en mooie momenten uit het boek zijn omgezet in heldere scènes. Madeleine Matzer gaf vooraf aan welke thema’s uit het boek zij interessant vond: eenzaamheid van zielen, lotsbestemming (hoeveel ligt er vast door de eerste zeven jaar van je leven en hoeveel kan je zelf bepalen) en contrasten (mathematische opzet versus poëtische uitingen, schoonheid versus beschadigingen). De genoemde thema’s komen goed tot uitdrukking in de voorstelling. Goed spel van alle spelers. Lof voor Hellingman en Muller die vele malen schakelden van rol, soms zelf in een enkele beweging. Gedurfd ook van de
regisseuse om het op deze manier te doen. Het nieuwe personages was steeds direct duidelijk door verandering van een enkel kleding, verandering van positie of een enkele zin. Als kijker accepteerde ik steeds direct de nieuwe situatie. Ook op de momenten dat zij zelf niet deelnamen aan een scene bleven ze gefocust, hier had de regisseuse duidelijk aandacht aan besteedt. Lof ook voor Roothooft. Knappe prestatie voor een actrice die bij het begin van de tournee vorig jaar nog niet eens afgestudeerd was. Knap hoe ze de fysieke beperking van haar personage consequent weergaf. Mooie fysiek tussen Mattia en Alice, dicht bij elkaar, maar toch altijd een afstand(je) ertussen, ook als ze elkaars hand vasthielden, net zoals bij priemgetallen. De mooiste momenten waren de momenten van goed geregisseerde (langdurige) stiltes. De zang/muziek was een welkome aanvulling en was prachtig gedaan, vooral door Hellingman. De muziekkeuze was goed uitgevoerd want paste zeer bij het bereik van de spelers. Deze voorstelling laat zien dat er niet altijd een ingewikkeld decor nodig is. Zet gewoon vijf bankjes neer en laat de verbeelding van het publiek werken, zoals een lezer ook met een boek doet.
Dorien Leopold, Aangrijpend stuk over twee beschadigde, eenzame jonge mensen, die tot elkaar worden aangetrokken en dicht bij elkaar komen, maar elkaar letterlijk en figuurlijk net niet (kunnen) raken – zoals priemgetallen. Het stuk zit vol tegenstellingen: Alice en Mattia zijn buitenbeentjes en soulmates ; het stuk gaat over schoonheid en beschadiging, over lotsbestemming versus vrije keuze. Laurence Roothooft en Marijn Klaver zijn bijzonder goed gecast en zetten hun personages overtuigend neer. Laurence Roothorst speelt haar debuut in deze voorstelling; van haar zullen we zeker meer horen. De regisseur moest een selectie maken uit het boek, dat tientallen personages kent en een uitgebreide periode beslaat – en haar keuzes vormen de kracht van dit stuk. Er zijn nl. slechts 2 andere acteurs, die beiden afwisselend allerlei rollen spelen: ouders, vrienden/vriendinnen, de huishoudster, de dokter/echtgenoot ; deze rolwisselingen worden met een minimum aan middelen uitgevoerd: wel of geen sjaal om, haar opgestoken of los, meer niet. Toch is geen moment onduidelijk met wie je te maken hebt – een knap staaltje acteerwerk. De muzikale intermezzo’s zijn een geweldige vondst: ze benadrukken of ondersteunen de sfeer en geven een extra laag – of een moment van rust. Lottie Hellingman laat zien ook een prachtige zangstem te hebben, maar ook in de samenzang waren de spelers goed op elkaar afgestemd. Het eenvoudige decor (vijf tweezitsbankjes – niet toevallig twee priemgetallen) is een fraai gekozen symbool voor de rust/eenzaamheid.
Brigitte van Mulken,
In mooie, glasheldere teksten wordt ons het verhaal van twee getraumatiseerde jonge mensen verteld. Soms is er maar een enkel woord of een halve zin nodig om personen of situaties te duiden. Je hoeft je geen moment af te vragen over wie of wat het tijdens de vele scenewisselingen gaat. Jurk uit, en je bent de vriendin, shawl om, en je bent de huishoudster. Dat is mede te danken aan een uitmuntende regie en fantastisch acteerwerk van alle vier de acteurs. Zonder enige opsmuk zien we eenzaamheid, kwetsbaarheid, onvermogen en verdriet en vooral dat zoeken naar liefde en naar elkaar uitgebeeld. Naadloos verschijnen en verdwijnen de vele personages in en uit het leven van de hoofdpersonen. Stiltes die uitnodigen tot nadenken, humor op zijn tijd en vooral de prachtige muziek en de hele mooie a capella zang maken dit stuk helemaal af! De supersymmetrisch geplaatste lampen versterken het wiskundige element, een mooie vondst. Een prachtige, sobere en uitgebalanceerde voorstelling. Indrukwekkend!!
Martin Pikard, 4 acteurs die in een sober decor, voortsdurend van personage wisselden om de levenswandel van twee hoofdpersonen uit te beelden. Een jongen die door zijn uitzonderlijke begaafdheid geen aansluiting had bij zijn leeftijdgenoten. Een meisje dat gekweld door onzekerheid de spot van haar vriendinnen op zich afriep. Ze oefenden aantrekkingskracht op elkaar uit doordat ze hun afzondering in elkaar herkenden. Al met al bleven het nogal zonderlinge personen. Vooral doordat Mattia verstoken bleef van menselijke reacties werd hij onherkenbaar, moeilijk te plaatsen. Een raadsel dat die avond niet werd opgelost. Het werd niet precies duidelijk wat hem dreef. Door gebrek aan initiatief had hij geen andere keus dan zich terug te trekken in zijn eigen wereld om geen speelbal te worden van zijn omgeving. Toch is de boodschap wel vergekomen. Eenzaamheid is onontkoombaar. Mensen blijven hoe dan ook solitaire wezens. Hoe aardig mensen elkaar ook vinden ieder gaat uiteindelijk zijns weegs. Wat kan ik ermee? Het geven is een uitvergroting van het heersende individualisme. Het illustreert dat mensen ook in het contact met anderen op zichzelf blijven aangewezen. De regisseuse maakte effectief gebruik van de beperkte (decor) middelen. Ze had slechts 4 acteurs en een sober decor tot haar beschikking. Desondanks kon ik me in de verschillende situaties verplaatsen doordat de acteurs moeiteloos van rol wisselden. Naarmate de avond vorderde waren de acteurs beter te verstaan. Mogelijk doordat de acteurs gewend raakten aan de akoestiek van de zaal of ik gewend raakte aan hun stemmen.
Anjo Schaap, Elke voorstelling weer prijs ik me gelukkig dat ik me heb aangemeld als prille toneelkijker. Wat een prachtige voorstelling. Als dit echt het debuut was van Laurence Roothooft, dan voorspel ik haar een grootse toekomst. Wat een prachtige Alice zet zij neer. Prachtig verhaal over beschadigde mensen. Heel herkenbaar vanuit mijn beroepspraktijk (studieadviseur aan de TU-‐Delft, dus veel Mattia’s). Het ‘simpele’ toneelbeeld met vijf tweezitsbankjes werkte boven verwachting. Moeiteloze overgang van het huis van Alice naar dat van Mattia. Van school naar universiteit naar ‘waar dan ook’. Een prima vondst! In de flyer las ik dat het Parool vermeldt: ‘Toneelversie Priemgetallen is beter dan het boek’ Maar ik wil toch graag in de kerstvakantie het boek lezen. Ik ga er naar op zoek in mijn vriendenkring.
Jan Stoof, De invloed van wat in iemands jeugd gebeurt op de perceptie van nagenoeg alles daarna – gedurende het hele verdere leven-‐ dat lijkt het thema te zijn van deze voorstelling. Hoewel het in mijn ogen soms meer gaat over generatie verschillen en strijd tussen ouders en tieners-‐ en tieners onderling, volwassenen onderling, strijd in relaties. Natuurlijk is er een voertuig nodig, een verhaallijn om het thema in uit te drukken. Toch heb ik de kracht van die lijn in relatie tot het veronderstelde thema als heel wisselend ervaren. Dat is denk ik waarom het mij ook wisselend boeide en raakte … of zit mijn jeugdverhaal er onbewust tussen? Nee, dat is niet zo .. of ben ik het mij ook niet bewust >> nee dat is ook niet zo. Van dit laatste aspect – de vraag in hoeverre het een rol speelt of je in je leven je bewust van bent van de invloed van je jeugd-‐ heb ik in het stuk weinig gemerkt, terwijl de vraag of de personages zich bewust zijn of worden, naarmate ze ouder worden, juist zo’n impact kan hebben op hoe het verder gaat. Of ik heb het niet gezien, dat houd ik voor mogelijk, of er is door de makers en de regie bewust voor gekozen om dit te laten liggen >> dat zou me nieuwsgierig maken naar de motivatie.
Martien Vogelezang, De vier spelers zitten al op het toneel als het publiek de zaal binnen komt. Een sober ingerichte toneelruimte, vier verschillende tweezits-‐bankjes, een kist, wat kleine romel bij de banken en op de achtergrond een grote foto van een landschap met een diep-‐perspectief. Muziek klinkt zachtjes op de achtergrond, het zaallicht dooft. Het toneel wordt uitgelicht en het meisje, Alice begint te vertellen. Ze vertelt haar verhaal over het ski-‐ongeluk wat de rest van haar leven zal blijven doorwerken in een stijf been en een heel bijzondere kijk op de werkelijlkheid en de mensen in haar omgeving. Daarna begint de jongen Mattia zijn eigen verhaal over een verjaarsvisite en zijn achterlijke zusje. De verhalen worden verder ingevuld door de andere twee spelers die een wisselende rol daarin spelen, van vader, moeder, vriendin of schoolkameraad. Het spel is heel echt, naturel, bijna zonder moeite leveren de acteurs de tekst met klein gehouden handelingen op het toneel. Het is het verhaal van twee opgroeiende tieners naar volwassenheid die elkaar herkennen en lijken te erkennen als buitenbeentjes, best wat voor elkaar over hebben, maar niet echt samen tot een diepe relatie komen. De tekst bestaat uit een mengeling van monoloog-‐interieur aangevuld met tekst van medespelers. Een slimme manier om het wisselend vertellers-‐ perspectief op toneel te zetten en knap en met een lekker tempo gespeeld door deze acteurs. De samenhang van de tekst is daardoor wel wat minimaal, er moet zo heel erg veel verteld worden, dat schrappen in de gesproken tekst de methode lijkt te zijn geweest De toevoeging van muziek en zang door de acteurs levert een heel relaxte afwisseling in sfeer en gevoel op. De betekenis van de muziek gaat niet veel verder dan sfeerbepalend, ontspannen in contrast met de steeds aanwezige op de voorgond, dwingende spanning in de ontwikkeling van de hoofdpersoon Mattia. Zijn tegenspeler Alice komt wat minder problematisch over, het probleem dat ze te weinig eet of zelfs anorexia heeft komt niet echt sterk tot uitdrukking op het toneel door de uitgeklede of ingekorte tekst. De grote aanwezigheid van deze actrice lijkt dat probleem eigenlijk ook niet toe te staan. De slim en schlemielerig gespeelde hoofdpersoon Mattia krijgt daardoor meer diepgang. Een ingewikkled thema dat fraai in efficiënte teksten en met mooi spel op het toneel tot werkelijkheid wordt.
Franca de Vries, Het decor bestaat uit een aantal bankjes, eenvoudig en mooi, werkt verstillend en past goed bij het verstillende spel van Alice en Mattia. De twee andere toneelspelers hebben verschillende rollen, waarin ze moeiteloos schakelen en mooi spelen. Het is in het begin even wennen, maar daarna valt het wisselen eigenlijk nauwelijks op. Zowel Alice als Mattia spelen fantastisch goed. Ontroerend om te zien hoe ze in hun verlegenheid en onvermogen vast zitten. Hoe het getraumatiseerd zijn invloed heeft op hun gevoel en contact met elkaar. De lichaamstaal is mooi en soms indrukwekkend. En wat zingt Lotty Helleman mooi. Ik vind de muziek, en de samenzang een mooie toevoeging aan het spel. Een boeiende avond.
Low yo yo stuff ~ Noord Nederlands toeel Anne-Mieke Akkermans, Het genre van muziektheater is niet echt mijn ding bovendien kan ik heel slecht tegen harde muziek, daar word ik letterlijk beroerd van. Ik denk dat het in zijn soort wel een goede voorstelling was, maar niet voor mij. Wat dat betreft kan ik geen eerlijk oordeel geven. Als ik echt naar mijn waardering kijk kom ik op een 3, maar dat doet geen recht aan het spel van Frank Lammers.
Renée Besteman,
Droomtrip met Captain Beefheart en zijn Magic Band Soms was niet duidelijk wie er sprak; was het de stem van captain Beefheart, hoorden we God of was het Rikkie zelf? Het was van geen belang. Door de weergaloze tekst van Ko van den Bosch, de door merg en been gaande stem van Frank Lammers en de strak maar snoeihard spelende band zit je zelf ook meteen in het hoofd van Beefheart en trip je mee met het ritme van de muziek en met alle ups en downs van Rikkie. Ik was ook volledig verkocht na de voorstelling c.q. het popconcert van vijf kwartier maar kon gelukkig, in tegenstelling tot Rikkie, de weg naar huis weer moeiteloos terugvinden.
Else Blom
Frank Lammers in topvorm. Als je nog nooit van Captain Beefheart hebt gehoord en dan via toneelkijkers in zo´n voorstelling wordt gezet vergaat horen en zien je in de eerste minuten en dan wordt je meegezogen in dat leven van die Captain, Frank en de muzikanten. Gave voorstelling, eentje die er toe doet!!!
Susan de Boer & Geertje van der Waaij,
Ik kende de muziek van Captain Beefheart niet en de kennismaking viel niet mee. Ik hou ook niet van in drank en drugs gedrenkte verhalen over psychedelische ervaringen. Kortom, deze voorstelling is aan mij niet zo besteed.
Bertien Broekhans, Al voor de deuren van de zaal open gaan blijkt uit de gesprekjes in de foyer dat kennis en emotie bij het onderwerp van deze voorstelling – Captain Beefhart – een grote, zo niet doorslag gevende rol zullen spelen bij de beleving ervan. Echte fans worden gespot, en ook onbevangenen die de kennismaking aangaan. Ik ken de muziek uit mijn woongroep, waar ook een echte fan zijn platen grijs draaide. Eindeloos was-‐ie op zoek naar nieuwe oude opnamen. Met gitaar in de hand werden daar achter het bureau hoogoplopende discussies gevoerd over of een cover van zijn nummers nu wel of niet mocht of kon. Voor zover ik me kan herinneren heeft mijn huisgenoot zich er niet aangewaagd. Frank Lammers en de anderen van het NNT doen dat met verve en ze hoeven zich er niet voor te schamen. Ze produceren meer lawaai dan de theaterzaal aankan – het is niet echt een poppodium – en maken minder rotzooi dan we van Ko van den Bosch gewend zijn. Beide kan je betreuren ... maar daar is verder weinig aanleiding toe. Een maniak – Ricky Black – is op zoek naar het ontbrekende album, dat alle waanzinnigheid van de muziek en het leven van CB zal verklaren. Daarbij produceert hij veel tekst: briljant, hallucinerend, ongrijpbaar, en prachtig. Als het onbegrepen blijft is dat helemaal niet erg, lijkt me. Ondertussen manouvreert hij zich door het leven en over het toneel, van microfoon naar draaitafel. Als CB een mythe was, dan is dat in deze voorstelling goed overgebracht.
Paula Deurloo-Siblesz, Fantastisch, helemaal terug naar de 60/70ties. Wat een muziek. En wat een spel van Frank Lammers! Wat mij betreft geven jullie hem de Publieksprijs voor dit jaar! Ook hier zie je, dat je een stuk niet alleen op “Tekst” kunt recenseren. En hoewel Lammers dit stuk zo’n beetje in zijn eentje draagt – vanuit z’n rolstoel valt dit wonderlijk genoeg nog veel meer op -‐ , The Magic Band is onvoorstelbaar onmisbaar in dit geheel. Dat er in het stuk naar iets gezocht wordt, is duidelijk. Maar waarnaar blijft prettig onduidelijk. Intussen voel je de gedrevenheid steeds groter worden. Een funktioneel rommelige vormgeving sluit hier prima bij aan. Ode aan de regie, die hier een idee, een luchtspiegeling toch maar vorm geeft, of op z’n minst probeert te geven. Juist dat laatste maakt het geloofwaardig sympathiek. Hulde aan Lammers voor deze inzet en vertolking!
Joke Feitsma,
Low Yo Yo Stuff van het NNT met Frank Lammers is echt een voorstelling voor liefhebbers. Als leek op het gebied van het leven van Captain Beefheart was het voor mij moeilijk vat op de inhoud van de voorstelling te krijgen maar het spel van Frank Lammers maakte daarin veel goed. Het rommelige decor was wellicht een vertaling van de rommelige geest van de hoofdpersoon. Als je, zoals ik, geen fan bent van het soort muziek dat de band speelde (dat met verve de nummers van Beafheart bracht), is de voorstelling een lange zit.
Derk Hazekamp, Een psycho-‐weirdo-‐trip door de geest van Captain Beefhart, omlijst met een flinke partij (iets te harde) live muziek. Op zoek naar het missing album graaft de ultieme Beefhart fan in het hoofd van de muzikant. In het museale decor, met memorabilia, kunstwerken en bewegende robots komen we tijdens deze poëtische muziekvoorstelling niet echt veel verder, behalve dan het idee dan Don van Vliet een op z’n minst interessant personage uit de muziekgeschiedenis is geweest.
Marijke de Jong, Voordat ik deze voorstelling gezien had, had ik nog nooit van Captain Beefheart gehoord. In 1973 was ik 17 jaar, woonde nog niet in Amsterdam maar in het dorp Scheveningen, dus niet onbegrijpelijk dat het aan mij voorbij is gegaan. Maar dat ik de muziek zeer te pruimen vond, was vooral aan het uitstekende spel van de band te danken. Je werd meegenomen in een soort psychedelische trip van een fan van de Captain. Frank Lammers speelde die fan gelovenswaardig, ok, maar ik vond hem toch niet echt heel sterk. Ondanks dat de voorstelling me niet verveelde, had ik het op een gegeven moment wel gezien, omdat het allemaal een beetje hetzelfde bleef. Erg leuk vond ik overigens de inleiding in de vorm van een quiz! Heel leuk gedaan.
Brigitte van Mulken, Zonder de rest van de voorstelling tekort te willen doen is het mooiste onderdeel toch zonder twijfel de tekst. Pure poëzie, geschreven door Ko van den Bosch, die ook tekent voor de regie en het toneelbeeld. Als je heel even niet oplet heb je weer een heel mooi stuk tekst gemist. Wat een prachtige taal!!! Deze heerlijke voorstelling bevat nog veel meer moois. De muziek, die ik helemaal niet kende -‐ ik wist niets van Captain Beefheart -‐ is te gek en wordt op een fantastische manier uitgevoerd door beroepsmusici. En dan Frank Lammers. Als fan, geboren in het hoofd van zijn idool, is hij constant dronken en/of stoned en hij hallucineert aan een stuk door. De bijbehorende motoriek completeert het geheel. De enorme hoeveelheid tekst komt er moeiteloos uit en zingen kan hij ook al (is hij, samen met de Magic Band, soms beter dan de echte Captain Beefheart? Het zou zo maar kunnen). Humor, een mooi en functioneel decor en een geweldige chaos zijn een ode aan de fantasie. Ook het projecteren van de songteksten op een plank kon ik erg waarderen, dit helpt als de gezongen teksten niet altijd even verstaanbaar zijn. Verder nog een bonuspunt voor de inleiding in de vorm van een quiz. Met veel humor en gezelligheid wordt hier op een speelse manier duiding gegeven over de voorstelling. Een heerlijke voorstelling!
Martien Vogelezang, Deze Captain Beefheart voorstelling drijft op de prestaties van die echt heel muzikale 5-‐koppige band verbonden door de monologen gesproken en gezongen van Frank Lammers. De muziek zit goed in elkaar zijnde elektronisch gemanipuleerde enorme teringherrie uit de jaren 70, wat direct tot muzikaal monument mag worden verheven, echter als de gehoofddekselde muzikanten geen muziek maken is hun aanwezigheid op toneel ook 0,00. Lammers weet met zijn onnavolgbaar hallucinerende teksten, poëzie, zang en acteertalent de spanning en aandacht vast te houden. Komt op als de MS-‐patient die Beefheart-‐bedenker Don Van Vliet aan het einde van zijn leven geweest moet zijn, schildert de grote panelen met over-‐expressionistische gebaren en kleuren en weet intussen duidelijk te maken dat hij als FAN “opgesloten is in de totale vrijheid” die Captain Beefheart heeft gecreëerd en daar in ook nog eens “totaal de weg kwijt is geraakt”. Beefheart en Zappa die “niet leuk gevonden willen worden” maar wel “the biggest thing is the absent mind” vertegenwoordigen. Een bijzondere en zeer persoonlijke ervaring: gelukkig heb ik Captain Beefheart alle voorgaande jaren gemist, maar had deze voorstelling toch weer niet willen mislopen.
Stella Maris ~ Jakop Ahlbom Renée Besteman, De reis met de Stella Maris Jakop Ahlbom en Silke Hundertmark nemen ons mee op reis naar hun universum. We zijn deelgenoot van hun vrolijke, beklemmende, gewelddadige maar ook weer liefdevolle samenzijn. Hun universum is dat van de mens die op pad gaat en wat hij of zij daarbij tegenkomt, niet uit de weg gaat, of anders gezegd de weg van de mens. Licht, speels en ontroerend is de voorstelling, die een uur duurt, maar nog lang nagalmt. Het openingsbeeld vergeet ik nooit meer. Wat een feest dat die schitterende voorstelling nu opnieuw wordt gespeeld en kan worden gezien.
Else Blom,
Het deed mij genoegen dat de directeur van het Theater aan het Spui bij zijn inleidende interview met Jakop Ahlbom hem nog maar eens vroeg uit te leggen, wat mime eigenlijk inhoudt. Net als hij ben ik daar ook nog steeds niet achter. Waar komt zo’n voorstelling vandaan? Waar wil de voorstelling naar toe? Het enige dat duidelijk wordt is dat Jakop en zijn partner op een ongelofelijk knappe manier ons een onderhoudende avond kunnen voorzetten. Zeker geschikt voor cruise schepen van een zeker niveau, waar altijd behoefte is aan acts waarin de taal geen rol speelt. Je kunt deze variant van woordloos theater inderdaad geen ballet noemen, de vaardigheden van de executanten zijn wel vergelijkbaar met die van dansers, maar anders – dus laten we dit soort werk maar als mime kenmerken. Na inmiddels een aantal voorstellingen van Jakop Ahlbom gezien te hebben, wil ik mij wel een liefhebber van zijn producties noemen. Eigenlijk kun je er echter geen kant mee heen. Hoe moet je dit tot je AOW volhouden? Gelukkig stelt Jakop Ahlbom zich dit soort kleinburgerlijke vragen niet en laat hij zien, wat in hem zit en naar buiten wil. Mooi dat dit soort mensen bestaan.
Susan de Boer & Geertje van der Waaij,
We zien een stel, een man en een vrouw, verwikkeld in een relatie. De relatie verloopt stormachtig en gewelddadig en de man en de vrouw gaan uit elkaar. Hilarisch was het begin, waarin de twee zich klaarmaken voor een werkdag en zo goed op elkaar zijn ingespeeld, dat ze elkaar beurtelings kunnen ‘helpen’. Daarna wordt het grimmiger. De vrouw vraagt teveel aandacht, de man wil bezig zijn met zijn wekkertjes (ook erg leuk) en niet met haar. Hij slaat haar. Dat markeert de omslag. Er komen derden in het spel. Even lijkt het goed te komen, maar het lukt niet meer en dat is het einde. Dat is wel jammer, zo’n einde, een beetje een domper.
Bertien Broekhans, Stella Maris is een duet van een man en een vrouw tegelijkertijd met en zonder elkaar willen leven. De choreografie wordt bepaald door deuren en zitmeubelen. Op het toneel een alledaagse tafereel, met een tafel met stoelen en wat kasten die van alles blijken te herbergen. Degenen die al eerder voorstellingen van Jakop Ahlbom hebben gezien weten dat dergelijke atributen goochelarij beloven. De voorstelling begint met een sprookjesachtig tafereel waarin een man en een vrouw afzonderlijk de zwaartekracht en de logika tarten. Dat idilische beeld wordt echter afgesloten met het geluid van een vlieg. U weet wel, zo eentje waar je je op een gegeven moment aan gaat irriteren als hij rond je hoofd blijft zoemen. Jakop speelt samen met zijn vrouw, Silke Hundertmark, een man en een vrouw die elkaar verleiden, verzorgen, vervelen, hebben lief, irriteren en bevechten. Of strijden ze met zichzelf? Het thema is waarschijnlijk zo oud als de toneelgeschiedenis, de mime en magie zijn van Ahlbom; misschien zijn ze wel zijn antwoord op de vraag waarom langdurige liefdes relaties kunnen standhouden. Wat je het ene moment doet lachen, is tegelijkertijd diep ontroerend of ontgoochelend. In beeldend en fysiek mime theater maken ze van de eenvoudigste dingen in het leven iets raars, op een uiterst precieze en beheerste manier die we ook van de voorstellingen kennen die Ahlbom hierna heeft gemaakt. Stella Maris was zijn eersteling. De man-‐vrouw beelden die hierin worden neergezet zijn schrijnend rolbevestigend. De tragiek van hun relatie, het onvermogen om bij elkaar te komen en de eenzaamheid die dat onvermijdelijk meebrengt worden steeds duidelijker uitgespeeld, naar mate de voorstelling vordert. Als toeschouwer wordt je met de vraag geconfronteerd of het allemaal niet te expliciet en te banaal is. Wat mij betreft mag er wel wat meer aan de verbeelding van de kijker worden overgelaten; ik verlaat liever met meer vragen dan antwoorden de zaal. Wat dat betreft doet het latere werk van Ahlbom meer recht dan deze eersteling, waarin veel ingredienten herkenbaar zijn die voldoende stof voor een hele voorstelling zouden kunnen bieden.
Joke Feitsma,
Aantrekken – afstoten, samen – alleen, dat zijn in Stella Maris van Jakob Ahlbom de thema’s waar het om draait. In een combinatie van dans, acrobatiek, mime en illusie vertellen Jakob Ahlbom en zijn vrouw Silke Hundertmark het verhaal van een stel dat naar elkaar hunkert, veiligheid zoekt bij elkaar maar dat ook niet aan kan en ieder weer terug kruipt in zijn eigen wereld. De voorstelling is speels en ontroerend, de bewegingen zijn dikwijls hilarisch. Jakob en Silke zijn goed op elkaar ingespeeld, wat ook wel moet bij de halsbrekende toeren die ze soms uithalen. Het decor is doetreffend, de dansers weten op fantasievolle manier hun capriolen uit te halen op het meubilair. Attributen krijgen een eigen rol, zoals wekkers en kettingen. Heeft de stomme film nog geschreven teksten tussendoor, bij Ahlbom is dat niet nodig, zijn voorstelling isvoldoende verhalend maar geeft ook een prettige ruimte voor verbeelding.
Derk Hazekamp, Stella Maris in reprise, 12 jaar later. Leuk om het “oerwerk” van Ahlbom alsnog te kunnen zien. En, de recente voorstellingen in gedachten, leuk om te zien hoe in dat vroege werk alle kenmerkende elementen al aanwezig zijn. Maar door juist die kennis van het recente werk, komt Stella Maris in deze reprise soms wat gedateerd over. Het blijft ondanks dat een onderhoudend stuk, prima vormgegeven en met goed spel van Ahlbom en Hundertmark.
Gerrit Jol, Stella Maris was het eerste stuk van Ahlbom. Die voorstelling pas te zien, nadat je al eerder de Architect, Innenschau en Vielfalt hebt gezien, valt allereerst de enorme progressie van de latere stukken op, maar ook dat alle elementen die zo kenmerkend zijn voor die latere stukken in essentie al aanwezig zijn. Mime, dans, illusie met een nadruk op dat laatste. Zinderende theaterstukken, die nieuwsgiering maken, naar wast nog komen gaat
Janie Kropman, Knap hoe je zonder woorden, dus met mime en geluid een aparte wereld zichtbaar maakt op toneel. Hun relatie is broodnodig maar ook verstikkend. Hun eigenaardigheden worden gebruikt om elkaars menselijkheid te tonen, en die eigenaardigheden zijn soms een struikelblok en ook weer bindende factor in de relatie. Erg knap gespeeld, perfecte timing, een plezier om naar te kijken! De scene met de “poppen”is weergaloos! Ben benieuwd naar “Lebensraum”!
Anjo Schaap, Eigenlijk had ik me erg verheugd op de voorstelling ‘Slappe was’ van Theatergroep Carver. Maar ik had al eerder in de krant gelezen dat deze voorstelling was teruggetrokken. Een lichte teleurstelling was dat wel…. In plaats daarvan speelde Jakop Ahlbom een reprise van de voorstelling Stella Maris. Ik had nog niet eerder een voorstelling gezien van Ahlbom, wat volgens mijn dochter een ernstig tekort was in mijn theatrale opvoeding. Maar wat genoot ik van deze eerste kennismaking. Wat een vaart, wat een energie! De grapjes in het decor waren natuurlijk ook nieuw voor mij: muur wordt deur wordt raam wordt muur…. Heerlijk, wat een mooie manier om het nieuwe jaar te beginnen. Ik heb genoten en verheug me op de volgende voorstelling van Jakop Ahlbom in april.
Decemberhonger ~ TG STAN i.s.m. NT Gent Anne-Mieke Akkermans, Vooraf is er een inleiding van Tom Blokdijk die vertelt dat Sara de Roo en Stefan van Watermeulen, samen afgestudeerd zijn in Antwerpen. Sara is vooral gevormd door de speelwijze van Discordia, dat zich richt op de kleine zaal en dat wars is van het ingeleefd spelen. Stefan gaat in zijn toneelpraktijk meer uit van het inlevend spel en speelt in grote-‐zaal producties. In 2001 hebben ze samen gespeeld in Lucia Smelt, een tekst geschreven door Oscar van den Boogaard. In dat stuk zijn ze een toneelspelend paar dat met elkaar de confrontatie aangaat. Opvattingen over toneelspel zijn daarvan een onderdeel. Het stuk eindigt dat ze de relatie opbreken. Dit stuk, decemberhonger is een soort vervolg. De titel is ontleend aan een citaat uit Titan, een roman van Jean Paul. “De decemberhonger drijft de edelman naar de laagvlaktes, niet om de verveling te ontvluchten maar slechts uit verlangen naar een ander, omdat hun tijdsbesteding juist uit de onderbreking en afwisseling van hun verveling ontstaat.” De toneelvloer is bedekt met verhuisdozen, het definitieve vertrek heeft niet plaats gevonden. Het is of de relatie zich in een soort tussenfase bevindt. Ze ervaren hun huwelijk als een mislukte scheiding. Hij heeft een jongere speelster mee naar huis genomen na een brand in het theater zegt hij. Door haar aanwezigheid komen herinneringen boven aan hun eigen leven toen ze op die leeftijd waren. Het maakt ook dat ze terugkijken op hun leven en hun verhouding tot elkaar en de toestand waarin ze verzeild zijn geraakt. Ze dwingen elkaar tot een uitspraak over hoe ze zich nu tot elkaar verhouden. De confrontaties tussen de personages worden op een boeiende manier neergezet. Door de inleiding was ik meer gespitst op de manier van spelen.
Susan de Boer & Geertje van der Waaij, Een man in lederhosen ligt te telefoneren met geliefden van wie kennelijk net afscheid heeft genomen. Zij vrouw / vriendin komt thuis van het theater, dat is afgebrand. Zij heeft haar studente meegenomen. Ze speelden samen in een toneelstuk en hebben hun kostuums nog aan. De studente gaat douchen en tussen de man en de vrouw ontstaat een gesprek dat bij mij de indruk wekte of ze het speciaal voor het publiek zo voeren. Je hebt van die stellen. Die spelen alsmaar toneel. Het is wel amusant en ze houden de aandacht vast, maar je krijgt toch het gevoel dat het niet helemaal echt is. Dat is natuurlijk ook niet zo, het is toneel. De studente komt ook op – een van de mooiste zinnen vond ik: ze krijgt van ons bijvoorbeeld de opdracht: kom op in een hoepelrok met een bad – en zij blijkt een verhouding te hebben of te willen met de man. De man en de vrouw hebben een zogenoemd open huwelijk. Hij mag ook gaan, maar zij heeft liever dat hij blijft en dus blijft hij. Het maakt niet zoveel uit, zei in de nabespreking iemand, ze houden zich aan andere regels maar er zijn gewoon regels. Spelen met toneel en werkelijkheid en verwijzen naar het toneelstuk waarin ze aan het spelen zijn en ook toneelspelen dat ze een stel zijn dat toneelspeelt. Duizelingwekkend en boeiend tot het eind.
Bertien Broekhans,
Decemberhonger wordt gespeeld in het publiek en met medewerking van het publiek, dat af en toe wat attributen en decorstukken vasthoudt en daarop wordt aangekeken. Ze/we bewegen ons in een decor van anoniem en verplaatsbare ‘meubelstukken’ (de wc valt daar voor het gemak ook onder); een decor als een kijkdoos of maquette waarin alles verplaatst kan worden en waarin gezet kan worden op een vloer van verhuisdozen. In dit witte, steriele decor dat ontdaan is van persoonlijke geschiedenissen die een 10jarige relatie wel gehad moet hebben, ontmoeten twee ex-‐en elkaar weer. Hun leerlinge/maitresse is er net als het publiek ooggetuige van. Ex-‐en is een begrip dat volgens Stefan van de Watermeulen niet bestaat: je houdt van elkaar of je houdt niet van elkaar. En deze mensen houden van elkaar, ze verlangen en zoeken vrijheid en respect. En hebben prachtige teksten om dat met elkaar te bediscussieren.
Hubert Coenen, Genoten van deze leuke, lichtvoetige productie. Het was heel tekstueel, maar met verve en drama gebracht, ook liet men de mimiek vaak een hoop werk doen, wat het spektakel nog smeuiiger maakte. Daarbij ook nog eens een verrassend gebruik van rekwisieten, wat het geheel ook nog eens verlevendigde. De teksten waren met psychologisch inzicht in verhoudingen tussen mensen geschreven, en dat had ook een zwaarder op de hand zijnde voorstelling kunnen geven. Gelukkig waren de spelers in staat door gebruik ook van al hun hulpmiddelen om dit te voorkomen, zonder oppervlakkig te worden.
Paula Deurloo-Siblesz,
Wat een wonderlijk stuk. Maar heerlijk meeslepend. Een man, een vrouw, samen een stel … Maar daarmee zeker niet kiezend voor beslotenheid of vastigheid. Een derde, een meisje nog, dat hier doorheen wandelt … De acteurs geven de indruk zichzelf te spelen. De verwijzingen naar hun verschillende toneelopleidingen lijken dit te onderstrepen. Hun spel, hun boodschap: wat kan een stel hebben wanneer het deze vraag zelf uitlokt? b.v. Wat voor effect heeft de komst van een – uitgenodigde – derde? In een geestig en zeer beweeglijk decor mogen wij hen volgen. Tot op de huid. Welke keuzes maken zij, elk van de drie, soms? En hoe voelt dat bij ons zelf, de toeschouwers? Die ons in ons privé bestaan natuurlijk met dezelfde vragen moeten zien te verhouden. Geestig gespeeld. En met verve en snelheid, geen geaarzel, dan maar liever de gok gewaagd! In een inventief beweeglijk decor. Wat een vondst!, zowel die huishoudelijke inboedel als de vloer. Een prettig uitdagend stuk, geheel op eigen toer gespeeld.
Joke Feitsma, Decemberhonger is een vervolgstuk van Oscar van den Boogaard op ‘Lucia Smelt’ uit 2001. Daarin staat de relatie van Sara en Steven onder vuur maar uiteindelijk zijn ze toch weer bij elkaar. Nu is het tien jaar later en het stel denkt hun relatie in tact te kunnen houden door elkaar alle vrijheid te gunnen. Steven is net terug van een reis vol avontuurtjes wanneer Sara thuiskomt met een leerlinge van hen beiden (Maya Sannen). De intentie van een open relatie blijkt op emotioneel vlak toch flink onder druk te staan. De jonge leerlinge werkt hierin als een katalisator. Prachtig spel van Sara de Roo den Steven Watermeulen. Het stuk heeft soms iets karikaturaals. Dat wordt mede veroorzaakt door het taalgebruik, soms wat overacting en het directe contact met het publiek. De opstelling van het speelvlak met aan twee zijden een tribune met publiek maakt de grens tussen acteurs en publiek flinterdun. Meer indruk dan het verhaal maakt het toneelbeeld: B-‐architecten hebben een verrassende constructie gecrëerd. Bestaat het decor aanvankelijk uit uitgevouwen verhuisdozen op de grond, later komen daaronder als stukken uit een kinderpuzzel interieurdelen tevoorschijn. Eerst blijven ze liggen in het platte vlak, wat hilarische momenten oplevert wanneer de acteurs liggend op de grond gaan fietsen of eten koken. Later sjouwen de acteurs met de grote panelen rond en uiteindelijk ontstaat een 3 dimensionaal interieur. Decemberhonger is een stuk dat met plezier wordt gespeeld en waar ik met plezier naar heb gekeken.
Derk Hazekamp,
Het verhaal van twee acteurs in een open relatie, die soms wat teveel vrijheid nemen. Hoe ga je daar mee om, hoe principieel hou je vast aan de onderlinge afspraak van vrijheid. Komt met het ouder worden uiteindelijk toch niet een klassiek huisje-‐boompje-‐beestje wens. Binnen dat gegeven wordt door NTGent een voorstelling neergezet die zeker onderhoudend is, prachtig vormgegeven (doe mij ook zo’n flexibel huis), geweldig gespeeld, maar uiteindelijk niet heel veel stof tot veelvuldig reflecteren opleverde. Nu hoeft natuurlijk niet elk stuk diepgaand, moralistisch of levensvragen oproepend te zijn, maar een scheutje van die saus had in dit geval net dat beetje extra gegeven.
Gerrit Jol, De inleiding van de makkelijk pratende Tom Blokdijk, een dramaturg, die ook als schrijver voor NT Gent heeft gewerkt en de groep en hun Vlaamse roots erg goed kent, was even vermakelijk als informatief: bijna een extra theatervoorstelling. Die inleiding legt echter ook de zwakke plek van de voorstelling bloot, de opmerkingen over toneelspelen, en acteren en lesgeven en de kennis dat alle drie acteurs van Dora van der Groen les hebben gehad. Dat maakt het een beetje een voorstelling voor insiders, die kennis nmoeten hebben van het Vlaamse toneel. Om het nog wat ingewikkelder te maken is het stuk een vervolg van een 10 jaar ouder stuk over huwelijks perikelen. De man en vrouw hebben nu echter gezelschap gekregen van een jongere actrice, die leas heeft gead van zowel de man als de vrouw. Desondanks blijft er erg veel te genieten over flitsende dialogen over relatie zin en onzin.
Marijke de Jong,
Ontrouw is noodzakelijk om een relatie fris te houden. En dat hoeft niet persé met de tegenovergestelde sekse en het kan ook een driehoeksverhouding zijn. Daar lijkt Decemberhonger over te gaan. Het publiek zit aan weerszijden op de tribune, alsof het naar een (boks?)wedstrijd kijkt. Van een echte strijd tussen de man en het vrouw om de gunst van het meisje (de jeugd) komt het echter niet. De vloer bestaat uit verhuisdozen en de locatie, wordt als een strip in elkaar gezet met getekende hulpstukken. Een vondst die er erg leuk uitziet, maar eigenlijk inhoudelijk weinig toevoegt. De voorstelling zit vol interessante ingrediënten, maar ondanks het goede spel van alle drie de acteurs vond ik het echt niet erg spannend.
Janie Kropman,
Genoten! Actueel vraagstuk: hoe gaan we om met liefde, monogamie, gevoelens enz. Dilemma’s die herkenbaar zijn. Het af en toe betrekken van het publiek is leuk, maakt het geheel wat luchtiger. Decor was weergaloos, zo eenvoudig en toch zo functioneel! De inleiding vooraf was uitgebreid maar gaf een goed inzicht in het ontstaan van het stuk en dat voegde veel toe aan hoe ik het stuk waardeerde. Ik hoop dat de inktvissoep na afloop nog heeft gesmaakt…
Brigitte van Mulken, Dit stuk is een hele originele benadering van een open relatie. Met veel humor wordt hier getoond dat je ook in zo’n open relatie behoorlijk gevangen kunt zitten. Gedegen acteerwerk en veel contact met de zaal – de vierde wand is hier nauwelijks aanwezig – zorgen voor een heel plezierige en bijzondere voorstelling, die nergens inzakt en steeds onverwachte wendingen heeft. Eigenlijk kan ik maar één minpunt bedenken, en dat waren de tribunes. Het idee was prima, maar ze zaten zo slecht dat ik de volgende dag nog pijnlijk aan de voorstelling werd herinnerd. Nooit meer doen, iedereen liep erover te klagen, en dat, terwijl de rest van het decor er heel aantrekkelijk uitzag, vooral toen de onderdelen overeind stonden. Eindelijk die verhuisdozen uitgepakt! (Toch een beetje gesetteld?).Compliment voor de inleider, Tom Blokdijk. De voorstelling werd er rijker door.
Anjo Schaap, Een van de plezierige voordelen van toneelkijker zijn, is de inleiding voorafgaand aan de voorstelling. Vaak is het informatief en voegt het iets toe aan de voorstelling. Zo kan het je aandacht richten op details die je anders mogelijkerwijs ontgaan. Zo niet vanavond. Tja het is mogelijk interessant te weten waar de spelers/makers elkaar hebben ontmoet, hoe ze uit elkaar gingen en waarom ze nu weer samenwerken… Maar mij gaf het geen duidelijkheid. Extra vervelend was de uitleg over sommige details. Het gebruik van een rood jurkje uitleggen die in een vorige voorstelling werd gebruikt omdat anders de context zou ontbreken??? Eigenlijk had ik toen al weg moeten gaan, want het kwam die avond niet meer goed. De grappig bedoelde (?) teksten vond ik plat en humorloos. Tussen het publiek zat welgeteld één persoon die zich duidelijk amuseerde. Saai, langdradig… Wel benieuwd was ik naar de spannend uitziende toneelattributen (het meubilair). Helaas werd daar nauwelijks gebruik van gemaakt. Af en toe werden de meubelstukken van de ene hoek naar de andere gesleept, maar waarom? Gelukkig werd alles aan het eind van de voorstelling nog even volledig opgesteld. Een werkelijk prachtig beeld. Dat was voor mij het enige positieve aan deze voorstelling…. Jammer!
Martien Vogelezang, Het stuk Decemberhonger is in een heel bijzondere toneelvorm gemaakt, het publiek zit dicht op het speelvlak aan weerszijden op elk drie rijen harde houten bankjes, trapsgewijs oplopend. Ook de tekst en het decor hebben een heel bijzondere organisatie gekregen van de makers. De tekst wordt vrij naturel en toch aandachtig uitgesproken soms met veel drama soms bijna neutraal. Het decor bestaat uit enorme losliggende insteekkaarten van een woonkamerinterieur die passen in gleuven van de toneelvloer, die in het eerste deel bedekt is met uitgevouwen verhuisdozen. Het kaarten-‐decor geeft een komisch effect, vooral als de spelers ermee gaan inrichten en het verplaatsen. De verhaallijn gaat over een stel dat al meer dan tien jaar een ‘open relatie’ heeft. Op dit moment is er een derde jonge studente bij en haar aanwezigheid veroorzaakt een soort van herziening, een terugblik op de relatie. De verschillende gevoelens, motieven en drijfveren worden in een snel wisselend tempo en met ook snel wisselende toon aan de orde gesteld. De open relatie lijkt alle vrijheid te laten voor de betrokkenen echter de twee trekken uiteindelijk toch heel sterk naar elkaar toe en sluiten de logé buiten. Het levensmotto van de man blijft wel staan: “vooral te leven en te ervaren // in het hier en nu // leef op het moment optimaal positief” maar kan niet op elk moment totaal worden ingevuld. De snelle wisseling van teksthouding, van cynisch tot verwijtend, aanhalig en afwijzend, gericht op het publiek of op de andere acteurs, zet de toneelkijker geregeld op het verkeerde been en levert een komisch effect. Daarmee wordt echte ook de mogeljkheid je te verplaatsen in een rol terug gedrongen zodat er ondanks de nabijheid toch een behoorlijke afstand blijft bestaan. De bijna postmoderne montage-‐achtige opbouw van het stuk met de verschillende levenshoudingen en gevoelens voor elkaar lijken een ontbreken van een natuurlijke dimensie aan te duiden. Het publiek kijkt dwars door het spel naar de overzijde met weer publiek. De tekst lijkt wel heel erg nauw op de drie heel verschillende persoonlijkheden van de acteurs bedacht en geschreven te zijn. De eigen speelmaniertjes komen daardoor prachtig uit en tekenen de acteurs heel precies en verschillend uit. De samenhang neemt hierdoor wel af maar dat komt aan de meervoudige betekenis, de inhoud weer ten goede. In dit spel is er zelfs ok nog gelegenheid om over het spel op het toneel zelf te spreken. Het Maniërisme wordt aan de kaak gesteld en weggewuifd. De houding van de eigentijdse jeugd wordt weggezet als verwend en weinig ondernemend en
negatief. In aansluiting daarop melden de twee oudere acteurs vooral “niets te willen vinden van....” “geen kritiek te hebben op.....” en eigenlijk alleen maar “van alle mensen willen houden.....”. Toch eindigen ze bij de conclusie dat ze vooral veel van zichzelf en van elkaar houden of tot elkaar veroordeeld zijn. Dit wordt bevestigd door (bij wijze van) op huwlijksreis te gaan. Een prachtig geconstrueerd stuk met veel diepere inhoud en een laagsgewijze opbouw en heel persoonlijk en los acteerwerk. Alle lof voor STAN
Franca de Vries, Wat fijn dat Tom Blokdijk voor de voorstelling een inleiding heeft gehouden, niet alleen over dit stuk, maar ook over het eerdere stuk Lucia Smelt, wat door dezelfde mensen 10 jaar geleden is gespeeld. Nu is er wel een jonge actrice bijgekomen. Door deze inleiding kon ik sneller in de voorstelling zitten omdat ik de voorgeschiedenis had gehoord. Het stuk speelde in een bijzonder decor met het publiek aan beide zijden van het speelvlak. De vloer was bedekt met verhuisdozen, waaronder op een gegeven moment de decorstukken, de inrichting van een kamer, tevoorschijn kwamen. Platte decorstukken die vervolgens ook weer een rol speelden. Ingenieus. ‘Decemberhonger’ is net zoals Lucia Smelt geschreven door Oscar van den Boogaerd, met mooie en ‘gewone’ uit het leven gegrepen teksten De twee hoofdfiguren Sara en Steven zijn terug samen, zij het in een zeer open relatie. Hij vertelt openhartig over zijn leven naast haar, zij is de ietwat cynische commentator. En de actrice Maya (Sannen) speelt een leuke rol, waarin ze steeds sterker wordt naarmate het spel vordert. Er wordt fantastisch geacteerd in een even fantastisch stuk. Wat mij zo opvalt is dat het zo ‘gewoon’ gebracht wordt alsof je naar de buren zit te kijken en te luisteren. Vooral Sara is mooi in haar teksten. Ik heb met plezier zitten kijken.
King sweet king ~ Zeelandia Anne-Mieke Akkermans, Van deze voorstelling had ik een hoge verwchting omdat hij geregisseerd is door Paul Knieriem van wie ik kort daarvoor Am Ziel heb gezien, dat vind ik een van de beste voorstellingen die ik dit seizoen heb gezen. Bovendien is de tekst van Paul Pourveur en daar heb ik ook goede voorstellingen van gezien. Het gegeven van de voorstelling vind ik interessant: verwikkelingen rondom een familie met de snoepfabriek van Melle, een van oorsprong Zeeuwse fabriek. De voorstelling is verdeeld in drie delen, de geschiedenis van 3 generaties vrouwen, van geldschieter van de oprichter via dochters naar kleindochters. Ieder kijkt op zijn eigen manier naar het familieverleden in de eigen tijd. Een man, Stijn Westenend, treedt als een soort verteller op. Julia van de Graaff, Astrid van Eck en Gonny Gaakeer spelen de vrouwen van de verschillende generaties en illustreren dan als het ware verder het verhaal. De combinatie van op deze manier het verhaal vertellen vond ik niet erg gelukkig. De spanningsboog van de gespeelde stukken werd steeds onderbroken en daardoor heb ik de hele voorstelling als erg brokkelig ervaren. De manier van spelen van de vrouwen deels vertellend en deels met vet aangezette emoties maakte het er ook niet beter op. Kortom, een teleurstellende voorstelling.
Renée Besteman, De voorstelling over de Zeeuwse snoepfabrikant Van Melle bestaat uit drie delen. In het eerste deel vertelt vrouw Van Melle uit hoe het toegaat in vooroorlogs schraal Zeeuws-‐Vlaanderen. Het enige dat haar als kind nog plezier doet is schilderen maar ook dat wordt van haar afgenomen. Julia van de Graaf vertolkt haar verdrietige leven heel krachtig. In het tweede deel wachten haar drie dochters in de schuilkelder tot het bombardement, dat door geluidseffecten angstwekkend echt wordt gemaakt door Stijn Westenend. Door dat tweede deel wordt inzichtelijk gemaakt hoe een volgende generatie omgaat met hun welvaart. Het derde deel, nog een generatie later, wordt langdradig en minder to the point. Daardoor wordt de voorstelling wat kunstmatig. Inkorten met een kwartier had de compactheid bevorderd.
Else Blom, Leuke, gezellige, knappe, onderhoudende voorstelling. De 3 delen een vondst. De aankleding goed. Regie liet ook niet te wensen over. Voor ij persoonlijk iets te veel bijgeluiden tijdens deel 2. Stijn deed erg zijn best, vaak ook heel goed en apart, maar zoals gezegd iets te veel van het goede.
Susan de Boer & Geertje van der Waaij, In het eerste deel een tamelijk triest verhaal van een meisje dat opgroeit bij een strenge oom en tante. Wat het lastig maakte om haar te geloven was dat je soms uit haar mimiek en de manier waarop ze haar tekst zei niet kon opmaken wat ze bedoelde: voelde ze zich geborgen bij Gods woord? Of juist niet? Het tweede deel zien we de drie zussen in de kelder. Er werd voor mijn gevoel raar geacteerd, alsof ze niet konden besluiten of er in een soort driezang het publiek iets moest worden verteld, of dat ze op elkaar moesten reageren. Wat ook niet hielp was de wonderlijke manier waarop het bombardement werd gesuggereerd. Het derde deel sprak me het meest aan, misschien omdat ik zelf al drie jaar bezig ben een ‘neven-‐en-‐nichten-‐dag’ te organiseren die maar niet van de grond komt. Maar ook dit deel had iets onbevredigends, er komen wat familiegeheimen boven tafel maar erg schokkend zijn die niet. Theatraal was het wel sterker dan de vorige twee delen. Wat voor mijn gevoel ontbrak in de voorstelling was een dwingende, dramatische ontwikkeling.
Bertien Broekhans, Een familiegeschiedenis over een familiebedrijf in snoepjes in drie delen, over drie generaties en drie zussen. In ieder deel komt de spanning tussen de zussen op een andere manier tot uitdrukking, gekleurd door de tijdsgeest.We leren veel over het bedrijf en de zeeuwse geschiedenis in ruwweg de 20e eeuw over de rol van de kerk en de vader, over de (on)mogelijkheid dat de oudste zus bedrijfsleider wordt, over de oorlog, over economische groei en teloorgang, over de betekenis van snoepjes in de samenleving. Veel van die informatie wordt gedocumenteerd, onder andere door een verteller. Voor het familiedrama doet lang niet alles ertoe; maar weinig van die informatie wordt gebruikt om het verhaal neer te zetten de relaties en karakters te kleuren. Jammer dat de spanning en dramatiek ondergeschikt blijven aan zoiets als kennis van de zeeuwse geschiedenis.
Paula Deurloo-Siblesz, Mooi neergezet, die zeeuwse sfeer. En die slagschaduw van de hoge preekstoel aan het begin van het stuk, van
waaruit het hele dilemma zich ontrolt: “Geld is van de duvel”! Een dilemma waarmee al die personages een leven lang zullen blijven worstelen. De drie zusjes, per tijdvak getypeerd, maar blijvend in hun eenmaal ingenomen rol. De drie nichtjes, naadloos af te leiden uit hun moeders… De stam-‐moeder, neergezet als product van de toenmalige omstandigheden. Maar toch haar keuzes makend. Het geheel had wel een wat bijzondere problematiek: De beperkingen die aan een ‘rijkeluis opvoeding’ kleven, gecombineerd met de blijvende invloed van een religieuse opvoeding. Hoe je je ook daartoe verhoudt. Maar hiermee kon juist mooi invoelbaar worden gemaakt, wat wij tegenwoordig in de zogenoemde “familie-‐opstellingen” therapeutisch proberen zichtbaar te maken. De tekst won beslist aan kracht door die zeeuwse intonatie die af en toe was toegevoegd. En het zingen van één van de zusjes was een prachtige inbreng. En die lach! Het spel, in tegenstelling tot de durf om een en ander voor het voetlicht te brengen, vond ik ietwat houterig.. Hun “eerlijkheid” maakte dit echter weer goed. Mooi gedaan! En ik denk dat er veel Zeeuwen in de zaal waren… die heel veel herkenden!
Derk Hazekamp, In drie delen wordt het wel en wee van de koning van de snoep verteld. Het ontstaan van de verslaving van suiker (“je hebt suiker nodig, suiker brengt troost”) wordt in het eerste deel als een blije boodschap vanaf het kansel gepredikt. De Van Melle (Mentos) fabriek ontstaat, en Nederland gaat plat voor snoep. Het decor van het eerste deel blijkt vernuftig: met simpele aanpassingen wordt het altaar een bunker en later een luxe bank. Zo snellen we door een eeuw Zeeuwse familie-‐ en fabrieksgeschiedenis, ook door het per deel verschillende taalgebruik. De eerste twee delen zijn een opmaat voor het omvangrijke derde: de fabriek is verkocht, het geld is binnen (inmiddels via erfenis bij drie nichten beland) en wat doe je met de leegte die dan ontstaat? Door het stuk heen loopt het thema van emancipatie van vrouwen: van de hardwerkende vrouw van de oprichter van de fabriek, via hun dochters (met hun respectievelijke ambities vechtend tegen de trouwen-‐kinderen krijgen vanzelfsprekendheden) tot de nichten die hun kapitaal op de beurs zien verdampen of willen gebruiken om een familiemuseum op te richten. Daardoor krijgt het stuk wat meer lading dat alleen een lokale familiegeschiedenis die vooral voor betrokkenen interessant is.
Gerrit Jol, Een soort “Oud Geld” drama over opkomst en teloorgang van een snoepjes fabrikant in Zeeuwse en deels gebaseerd op historische werkelijkheid. Het verhaal werd verteld in drie bedrijven: opkomst in een duistere godvrezende omgeving in 1900. De drie dochters van de oprichter in een schuilkelder tijdens het bombardement van Breskens in 1944 en drie kleindochters, die elkaar in de huidige tijd niks meer te vertellen hebben. Drie actrices en 1 acteur, die deels een rol speelde als verbindende verteller, voor de gluideffecten zorgde en daarnaast in het laatste deel ook de echtgenoot was van 1 van de kleindochters. Het hing een beetje als los zand aan elkaar, de verhaallijn over de geschiedenis van het snoep had niet zo veel met het drama te maken, dat verder voor iedere Oud Geld fabrikanten familie verteld zou kunnen worden. De geluidseffecten in het 2e bedrijf werden storend en gingen irriteren en het drama, waar het allemaal om te doen was, bleef niet veel meer over dan plichtmatig theatraal ouderwets toneel.
Marijke de Jong, Het idee is leuk: aan de hand van drie generaties vrouwen een stuk nederlandse / zeeuwse geschiedenis. De verhaallijn wordt gevormd door de opkomst en ondergang van een snoepfabriek. In deel een zien we het ontstaan van he bedrijf, in deel twee zitten we in de tweede wereldoorlog en deel drie speelt zich af in het heden. Helaas komt het idee niet geheel uit de verf, de voorstelling is wat lang en onevenwichtig. Julia van de Graaf is het meest overtuigend het eerste deel, wat ik ook het sterkste deel van het drieluik vond.
Janie Kropman, en prettig stuk om naar te kijken en luisteren. Toevallig ken ik een familie die in dezelfde omstandigheden verkeerde, maar dan met de productie van koekjes, waardoor het geheel mij zeer boeide. Deel 1 kwam in eerste instantie een beetje over als oubollig toneel, wel aangenaam om het Zeeuwse accent erbij te horen, dat maakte het wel weer authentiek. Deel 2 geeft een goed inzicht in de ontwikkeling van het verhaal( het snoep bedrijf) en alles wat daarmee samenhangt. De oorlogsherrie erbij was te overheersend en ging irriteren op den duur. Deel 3 is een mooie afronding van het verhaal. Ik heb met veel plezier en aandacht het stuk gevolgd, het stak goed in elkaar, er werd met gevoel en humor geacteerd. Door het personage van de man er bij te betrekken, wordt er wat meer diepgang in gebracht en is het daardoor niet een braaf opgelepeld familieverhaal. Complimenten aan Zeelandia, waar ik al vaker mooie stukken van zag!
Brigitte van Mulken,
Julia van der Graaff speelt in het eerste deel haar eigen overgrootmoeder, die graag haar erfenis had besteed aan een school, maar moest toezien hoe haar man het geld gebruikte voor een snoepfabriek. Ze had weinig in te brengen, en zo verging het ook de generatie na haar. De mannen krijgen de voorkeur bij de familie Van Melle, zoals dat in die tijd ook gebruikelijk was. In drie delen krijgen we een inkijkje in de familieperikelen, zoals altijd prachtig vertolkt door Zeelandia! Een sterke tekst, het eerste deel helemaal in het Zeeuws, fantastisch spel en een sobere, maar hele mooie vormgeving zorgen voor een mooie King sweet King. De drie vrouwen in klederdracht uit deel één zingen zich in deel twee door het bombardement heen, om in deel drie tot de conclusie te komen dat terugkijken zinloos is. De moeder van één van de nichtjes heeft hen het goede voorbeeld gegeven door het schilderij van oma te verbranden. Intussen hebben de dames zelf het decor gewijzigd door één betonnen element twee maal te kantelen, met verrassend effect. De enige man in het stuk, die info geeft over snoep en in het laatste deel opdraaft als echtgenoot, hebben ze daarbij niet nodig.
Martien Vogelezang,
Het toneelstuk over de Zeeuwse familie Van Melle gaat gebukt onder de opdracht vooral veel en historisch verantwoord het verhaal te vertellen van de familie. Hierdoor is er weinig echte actie of interactie en worden vooral beschouwende verhalen op een toneeltoontje gebracht. Het decor zit slim in elkaar maar heeft samen met de geluids-‐ en muziekeffecten ook iets knulligs. Op zich wordt er helder toneel gespeeld maar het komt niet tot een prikkeling van de verbeelding of een inleving in een van de karakters. Het blijft een beetje in het Zeeuws-‐ Vlaamse hangen met een wegvallende klinker g.
Franca de Vries, Jammer dat er geen snoepjes uitgedeeld werden, kreeg ik zo’n zin in nadat de man in het stuk al opkomend een snoepje begon te eten! Van Melle, een voor mij nog bekend merk. Ook al lopen feit en fictie door elkaar, het stuk geeft toch een mooi beeld van een familiebedrijf en een tevens een stuk geschiedenis. Ik heb met veel plezier gekeken en genoten van het spel van de ‘zussen’. Deel 1 en 2 was voor mij duidelijk. In deel 3 moest ik even wennen aan de verandering van personages, ik bleef wat hangen aan de personages van deel 2. Het ‘sprookjesachtige’ verhaal als tussenstuk, kwam op mij wat gezocht over, overigens vond ik de rol van de man met zijn ‘vertellingen’ over snoep wel leuk en grappig. De rol van snoep/zoet werd wel duidelijk. Al met al een geslaagde voorstelling.
Boiling Frog ~ Toneelgroep Oostpool Anne-Mieke Akkermans, Als Boiling Frog begint zien we eerst het dienstmeisje aarzelend staan, ze oefent hoe ze zich op zal stellen tegen mevrouw. Vervolgens komt Adrienne, de oudste zus van de familie Berkema, met haar man Francois terug van de begrafenis van broer William. Hij is op een onduidelijke manier tragisch om het leven gekomen. Uit de manier waarop Adrienne over hem praat kun je opmaken dat ze hem als een looser beschouwt. Ook haar man staat in haar schaduw. De familie Berkema bezit van oudsher een tegelfirma die nu niet meer floreert. De jongste zus Emma is te laat voor de begrafenis uit Colombia terug gekeerd, maar is nu wel aanwezig. Adrienne stelt zich zowel naar het personeel als haar man en zus zeer dominant op. Met harde, schelle stem geeft ze haar bevelen door op zo’n manier dat je haren ervan overeind gaan staan. Ze gaat er vanuit dat haar wil wet is en dat anderen zich daarnaar moeten schikken. Dit roept spanningen op en allerlei verwikkelingen. Dat is niet alleen merkbaar aan wat er gezegd wordt, maar ook aan de fysieke reacties van de anderen. Emma is niet van plan zich als vanouds te schikken. Naast het machtspel tussen de zussen zijn er ook verwikkelingen met het personeel. Het dienstmeisje blijkt meer in haar mars te hebben, ze heeft filosofie gestudeerd. Bovendien heeft ze een ex die door haar toedoen een contactverbod heeft. Hij blijkt de sollicitant te zijn die een nieuw perspectief moet bieden voor de tegelfirma. Er is ook een tuinman die zo zijn eigen opvattingen heeft en voor zijn eigen hachje strijdt. Het hele stuk is een mooie combinatie van snedige teksten en mooi fysiek spel. Het geheel speelt zich af in een halfronde ruimte met een rechte wand met daarin een glazen ruit en aan de rechterkant een ruimte waar de keuken moet zijn waar het dienstmeisje zich terug kan trekken. De ruimte biedt mooi gelegenheid voor samenkomsten met de verschillende personages en maakt dat verloop van het verhaal helder is. Na verloop van tijd kantelen de machtsverhoudingen. In het boeiende fysieke spel komen deze verhoudingen steeds goed naar voren, de aankleding van de personages werkt daarin ondersteunend. Het geheel vormt een boeiende voorstelling.
Renée Besteman, Hilarische voorstelling Boiling Frog van Toneelgroep Oostpool Voor een uitverkocht Theater aan het Spui speelde Toneelgroep Oostpool de laatste twee voorstellingen van Boiling Frog, een voorstelling die bijna drie uur duurde terwijl de tekst door auteur Peter De Graef al aanzienlijk was ingekort. De voorstelling stond als een huis dankzij de goede regie en het grootse spel van de acteurs. Na een hilarisch begin door de entree van Bianca van der Schoot wordt de voorstelling langzaam aan grimmig en slaan we gade wat er kan gebeuren als de underdog plotseling de macht grijpt. De ontknoping is na drie uur onverwacht en de voorstelling blijft fris tot het eind. Voor mij had het wel nog scherper en radicaler gemogen maar dat is een kwestie van smaak.
Susan de Boer & Geertje van der Waaij, Het verhaal had niet de diepgang waarop ik had gehoopt na de uiteenzetting voor de voorstelling. Maar het was een komisch toneelstuk, inderdaad een ‘well made play’ met een dubbele grap in het eind. Eerst dat Adrienne anna doodschiet en vervolgens zich weer laat vastbinden, en de schuld succesvol op Joachim schuift, en vervolgens dat de tuinman haar bedwelmt en meeneemt naar een onzeker lot. Waarom Adrienne in een naar mens was veranderd werd niet invoelbaar, waarom ze zo schreeuwerig haar tekst zei trouwens ook niet. En de oplossing van Joachim om uit de kokende pot te springen ging ook niet echt voor me leven. Maar ik heb me prima geamuseerd met alle verwikkelingen, de acteurs speelden goed en met plezier (ik zie nog die innige scene met een kussen voor me, en Emma ‘dit doet mij ook pijn!’ is prachtig) en als je er niet teveel achter wil zoeken word je uitstekend vermaakt.
Bertien Broekhans,
Een mens heeft niet de neiging te ontsnappen aan de merkwaardige cultuur en verhoudingen waarin z/hij is gegroeid. Zo ongeveer zou je de metafoor van de langzaam gekookte kikker kunnen vertalen. De relatie tussen de zussen is inderdaad bijzonder, wanneer ze elkaar na het overlijden van hun broer en bedrijfsleider weer ontmoeten in het ouderlijk huis. Aanvankelijk voegt iedereen zich als vanzelf naar de nukken van de oudste zuster, de kenau. De inmenging van een jonge idealist in de familiezaken confronteert hen niet, zoals je zou verwachten met hun merkwaardige omgangsvormen, maar keert de rollen haast probleemloos om om uiteindelijk op een bizarre wijze de onderdrukster, onder druk te zetten om anders met het familiebedrijf om te gaan. De idealen worden zonder morren onderschreven door iedereen behalve natuurlijk de oudste zus; maar aan het denken worden ze – en het publiek – niet gezet. Inderdaad doet niemand een overtuigende poging om
aan de gang van zaken te ontsnappen. Maar overtuigen dat die onontkoombaar is doet het evenmin, ondanks dat er goed gespeeld wordt in het ingenieuze decor. Ik heb het meer ervaren als een satirisch blijspel, dan een komische satire.
Paula Deurloo-Siblesz, Een echt toneelstuk, zomaar in eens! Met een thema, rollen en een tekst, met een visie … En uitgevoerd op een manier dat we er, o gemak, steeds meer bij betrokken worden en al voelen aankomen waar het heen zal gaan. Alleen de vraag is nog: hoe. En zijn er naast slachtoffers ook nog winnaars? Of op z’n minst gelukkigen? … Wat is dat toch een heerlijk luxueuse positie voor een toneelkijker. De rollen zijn stevig neergezet. En worden met verve gespeeld, tot in het absurde doorgetrokken, maar tegelijk blijven ze toch heel invoelbaar. Ze zijn allen irritant, maar vervullen je tegelijk met hartzeer. En het thema van de ‘boiling frog’ is slim gekozen. Steeds verder schuift ieder in zijn zelf gekozen positie de verstarring in… ook tot in het absurde, maar toch …. of: … juist. Mooi neergezet, dit resultaat van de tijdgeest anno nu : er is geen rol die niet vastloopt. Behalve misschien van diegene, die alle emoties en problematiek ontkent … En waar op een gegeven moment blijkt dat, met wie je je ook vanaf het begin denkt te kunnen vereenzelvigen tijdens dit stuk, je hoe dan ook bij jezelf uitkomt. Dank aan auteur en spelers!
Derk Hazekamp, Wat een vervelend kreng zet Bianca van der Schoot neer op het toneel. Maar wat verbluffend goed speelt ze dat. Het bloed verdwijnt onder je nagels. De prachtige tekst van Peter de Graef biedt haar ook alle ruimte om (in een zeer fraai decor) die dominante, niets ontziende zus neer te zetten. Maar ook de rest van de cast straalt in deze zwarte komedie over het naderende kookpunt en de schijnbare onmogelijkheid dat in te zien of daaraan te ontsnappen.
Gerrit Jol, Een enthousiaste inleiding kon niet verhinderen dat ik toch met enige reserve heb zitten kijken. Moeten acteurs zo hard schreeuwen, zat ik me in de eerste minuten af te vragen of zet je zo een dominante vrouw neer. Dominante vrouw met zus en echtgenoot en een dienstmeisje met een geheim en minnaar. Echte personen werden het nooit, veel meer uitvergrote karikaturen, maar dat was misschien de bedoeling ook wel.
Marijke de Jong, De voorstelling duurt bijna drie uur en die tijd vliegt voorbij. Je verveelt je geen moment. De kijker wordt meegenomen in de perikelen van de rijke familie Berkema en hun personeel. Hoe de verhoudingen liggen en lagen kom je gaandeweg te weten. Levenswijsheden en levensgewoonten, hoe ga je met geld om, hoe houd je je hoofd boven water, hoe houd je je staande; brede, filosofische menselijke thema’s worden op een vlotte en komische manier meegegeven. Boiling frog is een ouderwets goed geschreven menselijk drama waar de grote thema’s van het leven aan bod komen. Peter de Graef was voor mij een ontdekking. Er wordt prachtig gespeeld door alle acteurs maar met name Bianca vd Schoot als de pin van een zus en de tuinman vond ik erg goed.
Janie Kropman, Een tragikomedie met heel veel tekst. Naar mijn smaak iets te veel waardoor het stuk te lang duurde. Voor de pauze werd ik een beetje gek van “mevrouw Berkema”, het geschreeuw en overdreven acteren hield maar niet op, na de pauze viel het wat meer op zijn plaats waarom zij zo moest doen, maar het was in het begin even doorbijten. Wat ik niet helemaal snap is het anachronisme in het stuk: het speelt in 2017, maar er loopt personeel in huis dat wordt toegesproken op een “jaren 50 “ wijze, zich onderdanig gedraagt, de kleding is ouderwets, het rijmt niet met 2017. De figuur van “Jeroen” moet een terugkeer naar een hogere macht of andere ethiek voorstellen, dat kwam niet goed uit de verf, veel te slap neergezet. Het was een bijtijds hilarisch stuk, de ontknoping was ook wel verrassend en wreed, het was een duidelijke aanklacht tegen een overmatige consumptie maatschappij, maar toch kon het me niet voortdurend boeien. Het werd soms langdradig, en ik had op een gegeven moment het gevoel dat “point was taken” , maar het bleef maar uitgemolken worden.
Christien Modderman, Een nogal gecompliceerd stuk, een mengsel van Strindberg en New Age met een Occupy sausje. Spannend, maar ook nogal een open deur voor wie de laatste twee decennia een beetje heeft opgelet. Het treffendst vond ik het slotbeeld: het afvegen van de bebloede ruit, een poging tot het uitwissen van onze zonden, en de oproep “Houd moed”. Dat zullen wij doen, ook al zijn wij al zo goed als doodgekookt. Er werd voortreffelijk gespeeld in een
ruimtelijk heel handig ingedeeld decor dat vele scènewisselingen mogelijk maakt en dat mooi de sfeer oproept van oud geld. Ik had wel te doen met de actrice die Adrienne spleelde : zo’n geweldig dikmaakpak aan hebben, bijna stikken onder een vastgetapete lap over je hoofd en dan ook nog moeten schreeuwen en spelen dat je jezelf geweldig zit op te winden. Heel sterk.
Brigitte van Mulken, Bianca van der Schoot praat veel te hard, en dat is jammer, want dat ze een enorme bitch is, is zo ook wel te zien. Bovendien liegen haar teksten er ook niet om, dus deze noodzaak ontgaat me. Ze ziet er indrukwekkend uit, met haar pruik en dikmaakpak. Volgens de boventitels (mooie vondst!!) speelt dit verhaal in 2017, maar aan de kleding van de zussen is dit niet te zien. Ze lijken daarmee in de 70er jaren te zijn blijven steken, de betekenis hiervan is me ook niet duidelijk. Tot zover de minpunten. De tijd vliegt tijdens dit 3 uur durende stuk. Het spel van alle acteurs is van hoog niveau, maar dat van de beide dames is zo mogelijk nog beter. Vooral het stille spel van Emma, het jonge zusje, gespeeld door Kirsten Mulder, is indrukwekkend. En net als je denkt dat het niet veel gekker moet worden met alle onderlinge verhoudingen, komt er een sollicitant langs, die hondsbrutaal is, een enorme wereldverbeteraar lijkt te zijn, filosofie heeft gestudeerd, net als het dienstmeisje (!) waar hij een relatie mee heeft gehad, en die de boel enorm op zijn kop zet. Hij legt het boiling frog principe uit, en zelfs de grootste bitch lijkt bijna slachtoffer te zijn. De totale gekte is nog lang niet bereikt, dat gebeurt pas als Emma haar grenzen trekt en af wil van haar slachtofferschap. Zelfs als het allemaal heel gruwelijk wordt, blijft er nog volop humor voorhanden. Hoe bizar het verhaal ook wordt, je blijft gefascineerd kijken en luisteren en genieten van het vele stille spel van alle acteurs, als er even niet iets te vertellen valt. Complimenten voor een hele fraaie voorstelling, met een prachtige enscenering, uitstekende teksten en muziek, en, zoals te verwachten, een hele goede regie. Na de laatste boodschap, in boventitel, “Houd moed” weet ik het zeker. Er is veel moois te zien in het theater en dat zal vast wel zo blijven!
Martien Vogelezang,
Een waanzinnig irrationeel verhaal, een onverwacht einde, kortom het verhaal is niet de kern van de voorstelling van Boiling Frog, het verhaal is de aanleiding om teksten achter elkaar te zetten. Dat is echt ontzettend goed gelukt en samen met het perfecte toneelspel van de zes acteurs een schitterende voorstelling geworden. De tekst bevat keiharde dialogen gecombineerd met wreedheden en twijfels en dan ineens een monoloog waarin ons bestaan op deze aarde tegen een zeer bepaald licht heel erg omhoog gehouden wordt. De personages zijn nogal ééndimensionaal bijna karikaturen van een psychologische test uit een vrijetijdsblad. Een rauwe overheersende potentaat als de oudste zuster die tegen van alles bestand is. Haar altijd met iedereen meepratende en meegaande echtgenoot, die ook altijd z’n twijfels houdt en geen keuzes maakt zolang hij maar naar buiten en genieten kan. De jongere zus die zo weinig standvastig is, maar toch de meest wrede dingen doet om maar een uitweg te vinden uit de ongelukkige situatie die ze wel heel precies herkent. De tuinman die rechtlijnig zich in alles corrrect en niet betrokken probeert te gedragen maar daarbij zijn eigen doelen maar niet kan vergeten. De grote gangmaker van het stuk is een idealist die grote wereldverbeteringen ziet en in enthousiaste monologen anderen weet te overtuigen, zich daarin verslikt, volledig vastloopt en toch nooit opgeeft. Het meest tegenstrijdige ongeloofwaardige type is de keukenhulp die huilerig, emotioneel uit evenewicht, ook weer diepzinnige teksten levert waarin ze allle mogelijke gevoelens en ideeën tot serieus nul weet te reduceren. Heel bijzonder is de manier waarop de acteurs op elkaar reageren als de ander aan het woord is, ieder een eigen luisterend passende reactie, die ze volledig in de eigen karikatuur vasthoudt, geen enkele ontwikkeling ondanks dat ze wel naar elkaar luisteren. Dat is nu precies die langzaam opwarmende kikvors in de pan tot aan het kookpunt, dat hem gaar en eetbaar maakt. Een pittige en tot nader overdenken dwingende inhoud van een prachtige toneelvoorstelling.
Franca de Vries,
Wat was dit een feest om naar te kijken, geen moment van verveling. Wat een mooi spel van alle acteurs, alles klopte, alle gebaren, alle mimiek. De teksten waren goed. Er was genoeg humor om de zwaarte van het onderwerp en de wreedheid die ontstond, wat lichter te maken, zonder dat het iets af deed aan dat waar het om ging. En uiteindelijk blijkt iedereen niet helemaal te sporen. Het was een fantastische voorstelling!
Quality Time ~ mugmetdegoudentand Anne-Mieke Akkermans, Als het stuk begint zijn vader en moeder zich aan het gereed maken voor een benefit party waar met name moeder gezien moet worden vanwege haar functie in de politiek. Ze ziet die party eigenlijk niet zitten. Ook haar taak als woordvoerder cultuur van haar partij de VVD vindt ze eigenlijk maar niets. Ze ruziet met vader terwijl ze aan het redderen is en ondertussen beantwoordt ze een telefoontje waarin ze zich juist heel begaan toont met cultuur. Gelijk na het telefoontje vervalt ze weer in het gedrag van afkatten. Man en vrouw claimen aandacht van elkaar, dagen elkaar uit en trekken steeds een schijnwereld op. Ze zijn niet in staat om echte aandacht en liefde te geven. Hij is met zijn eigen dingen bezig. Hij is netmanager van de publieke omroep en heeft ook zo zijn ambities en contacten. Hij heeft een manuscript voor een boek opgestuurd aan Connie Palmen en verwacht van haar een telefoontje. Het gesteggel vindt plaats in een huiskamer waarin speelgoed van de kinderen rondslingert. Daarmee wordt aanvankelijk hun aanwezigheid getoond. De ouders praten niet echt over de kinderen, maar alleen over de ruimte die zij in hun agenda innemen en de regelingen die dat vergt en de angsten die opgeroepen worden door alle opvoedingsstress. Af en toe zie je boven bij de trap ook een voet van een van de kinderen. Een teken dat de kinderen kunnen mee genieten van het geruzie. Er zijn twee kinderen, een meisje van vier en een jongen van zes. Vanaf het begin hebben ze een uitgebreide volwassen woordenschat en spreken zij in volzinnen. Zij nemen het gedrag van hun ouders in zich op en geven eerlijk weer wat ze zien en verwoorden wat dat bij hen aan vragen en angsten oproept. Op die manier ontstaat een geestige zedenschets van een modern gezin. Juist doordat de kinderen niet kinderlijk praten wordt het effect versterkt. De kinderen houden tenslotte de ouders een spiegel voor wat enig effect heeft, maar aan het eind vervalt de dochter in het gedrag van haar moeder. Het stuk wordt met vaart en verve gespeeld. Er is aandacht voor zowel goed uitgevoerd fysiek spel als gesproken tekst. Het decor en de aankleding ondersteunen het geheel, kortom, een onderhoudende voorstelling met een stekelig randje.
Renée Besteman, Wat moeten mensen toch veel (denken ze) en wat laten ze zich leven! Ze leven en reageren volkomen over the top. Pa is aandachtsjunk en hypochonder, Ma is ongelooflijk onzeker en hysterisch. Tijdens een avond, nacht en ochtend zien we wat voor effect dit vooral op de kinderen heeft. Met een tekst die voor een 4-jarige compleet ongeloofwaardig is, maar die je direct van haar accepteert, speelt vooral Lineke Rijxman de sterren van de hemel. Met heel veel humor, het is soms cabaret, wordt hier getoond hoe triest het leven er uit kan zien als je je leven zo laat beïnvloeden door de mores van anderen. Je ziet hoe de kinderen eronder lijden en net zo worden als hun ouders. Er zijn snelle wisselingen van tragisch naar komisch en weer terug, en dat houdt de vaart er goed in. Alles aan deze voorstelling klopt. De tekst, het spel, het decor en de regie falen nergens. Extra plezierig was het om te merken dat de grote hoeveelheid scholieren enorm genoot en steeds in een deuk lag. Als het dochtertje de slotzin uitspreekt, “ik ben zo…., ik ben zo…..,” dan kan het publiek er niet omheen. Ze kan niet anders dan “bang” bedoelen. Zó te moeten leven is ook om bang van te worden. Een ijzersterke voorstelling!
Susan de Boer & Geertje van der Waaij,
Er gebeurt eigenlijk niks in de voorstelling en toch gebeurt er van alles. Een stel moet naar een galafeestje, de kinderen liggen al in bed. Man kijkt in de spiegel en vrouw wil zich nog even ontspannen. Beiden laten voortdurend zien hoe onzeker ze zijn: hoe zie ik eruit, ik voel me alleen, ik kan het niet, vinden ze me wel aardig. Ze praten daarbij vrolijk langs elkaar heen. Ze krijgen ook nog even ruzie. Als ze weg zijn, komen de kinderen uit bed. Ze gaan tekenen en kleien en bespreken hun onzekerheden (zwemles, overgang naar groep 1), maar op een veel volwassener manier. Ze reageren bijvoorbeeld op elkaar. Later, als de ouders weer thuiskomen, komen de kinderen weer beneden. Er wordt dan meer op elkaar gereageerd, ook door de ouders. Uiteindelijk (de volgende morgen) worden de kinderen serieus genomen. Wat me opviel was dat niemand een naam heeft: ze noemen elkaar pappie, mammie, schat, beertje, prinsesje. Alsof de voorstelling exemplarisch is, een soort Elckerlyc. Best mooie voorstelling, mooi spel, niks mis met tekst, maar het deed me niet zoveel. Misschien ben ik gewoon niet zo onzeker over alles. En ik denk ook niet dat alles altijd fout gaat.
Bertien Broekhans,
Een grappige voorstelling over de achterkant van de mooie verhalen en idealen van een jong gezin, en succesvolle ouders. De gebeurtenissen zijn doordeweeks – werk, moe, druk, organisatie van het gezinsleven – maar het verhaal daarover ongewoon. De kinderen hebben kinderproblemen: angst voor zwemles, ongewenste
aandacht, aandacht vragen .... De ouders zoeken naar de zin van hun aktiviteiten, aandacht voor elkaar, of juist niet: hoe om te gaan met het dilemma tussen het zonnige beeld van het gezinsleven, je succes als professional en je twijfels daarbij, en hoe het werkelijk (wel eens mis) gaat. Het is grappig en confonterend, herkenbaar en wordt door het tempo en spitsvondige teksten niet echt flauw en slap. Het is een mooie voorstelling, met sterk gespeelde rollen en karakters die stof genoeg biedt voor een geannimeerd gesprek in de foyer.
Paula Deurloo-Siblesz, Als eye-‐opener, als een nieuwe, wat bittere kijk op het nieuwe maatschappelijk fenomeen van de door werk-‐ en carriere-‐perikelen opgeslokte ouder en de – daardoor?-‐ emtioneel verwaarloosde kinderen, voelt het stuk wonderlijk genoeg een beetje gedateerd. Wonderlijk, omdat we oplossing hiervoor nog steeds niet gevonden hebben. En het onderwerp dus nog steeds alle aandacht verdient. Wat ik jammer vond, en zelfs storend, dat de ouders hun rol als een slapstick invulden. Ze worden wat mij betreft hierdoor enigszins absurd, en daarmee ook ongeloofwaardig. En dit staat in contrast met de kinderen: zij spelen ook wel wonderlijke rollen -‐ een te slim meisje en een sociaal lichtelijk geretardeerde jongen – maar zij gaan voor kwetsbaar. En die twee-‐bij-‐twee opstelling matcht naar mijn gevoel niet. Maar ja, misschien wil je niet-‐opgeloste thema’s ook wel eens niet 100% serieus op het toneel zetten … om het publiek er via het bespelen van een andere snaar bij te betrekken … En ik heb genoten van Lineke Rijxman’s rol, of beter: de kracht van haar spel.
Joke Feitsma, Op de middelbare school leerde ik “Humor is lachen om de bittere werkelijkheid, om niet in tranen om te komen’. Deze definitie past feilloos op de voorstelling Quality Time van Mugmetdegoudentand. Tranen met tuiten heb ik gelachen, maar wat een treurnis. In deze geactualiseerde voorstelling beleven we een half etmaal met een modern gezin: twee goed opgeleide ouders met een zoontje van zes en een dochter van vier. De ouders staan beiden hoog op de maatschappelijke ladder maar zijn zo druk bezig met zichzelf dat er van een volwassen houding geen sprake is. De moeder, Joan Nederlof, wordt geregeerd door angsten, ze is gefocust op alles wat er mis kan gaan, de vader, Marcel Musters, heeft enorme bevestiging nodig, hij voelt zich niet gezien. Beiden leven in hun eigen wereld en spuien alles wat in hen opkomt. De teksten leggen innerlijke roerselen bloot die normaal onuitgesproken blijven. Het echtpaar zoekt wanhopig bevestiging en steun bij elkaar. Dit gebeurt in snel afwisselende, pittige, vaak hilarische dialogen, maar helaas luisteren de man en vrouw slecht naar wat de ander werkelijk zegt. Wie dat wel feilloos doorheeft is de vroegrijpe dochter, geweldig gespeeld door Lineke Rijxman. Zij analyseert de situatie scherp en schrijnend is het om te zien dat de kinderen die werkelijk afhankelijk zijn van hun ouders, niet door hen worden gezien omdat de vader en moeder het zo druk hebben met zichzelf. Bijzonder is dat jij bij de kinderrollen die gespeeld worden door volwassen acteurs (Dick van Toorn is het sullige zoontje) al snel vergeet dat het fysiek geen kinderen zijn die op het toneel staan, zo goed worden ze neergezet. Het is triest dat je al aanvoelt hoe de kinderen, door gebrek aan goede voorbeelden van volwassenheid van de ouders, ook zelf in de toekomst moeite zullen hebben het afhankelijke kind in zichzelf te overstijgen. Ook deze voorstelling van Mugmetdegoudentand is van eigen hand, dicht op de huid: dat raakt.
Derk Hazekamp,
De voorstelling is een herneming van het oorspronkelijke stuk uit 2006. De accessoires zijn bijgewerkt, en wat randgegevens geactualiseerd. Maar in essentie is er niets veranderd: twee ouders in een soort van constante staat van egocentrische paniek spreken net iets teveel hun binnenste gedachten uit. Twee kinderen waarvan vooral de dochter een stuk wijzer blijkt dan haar leeftijd doet vermoeden, maar die inmiddels ernstig geobsedeerd lijkt te zijn door ramzalige familietragedies. Het levert typische Mug-‐humor op, met grof taalgebruik in een goed geacteerd hoog tempo. Op een gegeven moment zijn de personages echter wel duidelijk, en is het concept van de voorstelling bekend. Het stuk blijft onderhoudend en grappig, maar wordt ook voorspelbaar. Het einde (alles komt goed) is een beetje een afknapper waarmee het vlammend vuur eindigt in een flakkerend kaarsje.
Gerrit Jol, Ik zag Quality Time voor de 2e keer, en het feit dat ik me eigenlijk niet zo goed meer kon herinneren wat ik toen van vond, was een teken aan de wand. Ik kon me eigenlijk alleen maar herinneren dat ik indertijd niet over liep van enthousiasme en dat bleek nog steeds niet het geval. Niet slecht, niet onaardig, maar op een één of andere manier niet overtuigend en volgend jaar is het voorgoed diep in het geheugen weggezonken. De eerste scene was het leukst, waarin pa en ma langs elkaar heen zaten te communiceren, daarna, met de kinderen erbij werd het snel minder leuk. Een 4 en 6-‐jarige, die als bijna volwassenen problemen aan de orde stellen: het was niet goed voor te stellen. Natuurlijk moet dat geen probleem zijn: theater hoeft zich niet te houden aan de wetten
van de logica. In het theater is de verbeelding aan de macht, maar dat kwam bij mij blijkbaar niet over. Ook de spanningsboog werd na de eerste scene snel minder, het kabbelde maar door en echt drama werd het nooit.
Janie Kropman, Een geestig stuk, mooie spiegel wordt de moderne mens voorgehouden! Allerlei zaken die in het moderne gezinsleven voorbijkomen worden scherp en met humor grotesk uitvergroot. Met als pijnlijk en schrijnend gevolg de wanhopige poging van de kinderen om greep op het leven te houden. Knap spel van Lineke Rijxman als kind. Ondanks het volwassen uiterlijk en het volwassen tekstgebruik, weet ze toch ook een kwetsbaar meisje neer te zetten. Joan Nederlof zet een geweldige zenuwpees en neuroot neer, marcel Musters doet niet voor haar onder. Met heel veel plezier naar gekeken!
Christien Modderman, Hier en daar een beetje over de top, de tekst, en sommige scènes, maar de humor doet wel weer z’n pijnlijk krassende werk. Het verhaal heeft eigenlijk bijbelse proporties: tot in de derde generatie zult gij vervloekt zijn, nou, tel er gerust nog maar een paar generaties bij. Zo werden wij besmet, en zo infecteren wij op onze beurt ons nageslacht. Pijnlijk herkenbaar, en zo oud als de mensheid. De rollen van de beide kinderen vond ik geweldig mooi gespeeld, de oudste is al murw, bij de tweede zie je het slopende proces van verlies van objectiviteit en toename van angst en ongerustheid. De rollen van de ouders zouden wat mij betreft hebben gewonnen bij een minder hysterische uitwerking.
Brigitte van Mulken, Wat moeten mensen toch veel (denken ze) en wat laten ze zich leven! Ze leven en reageren volkomen over the top. Pa is aandachtsjunk en hypochonder, Ma is ongelooflijk onzeker en hysterisch. Tijdens een avond, nacht en ochtend zien we wat voor effect dit vooral op de kinderen heeft. Met een tekst die voor een 4-‐jarige compleet ongeloofwaardig is, maar die je direct van haar accepteert, speelt vooral Lineke Rijxman de sterren van de hemel. Met heel veel humor, het is soms cabaret, wordt hier getoond hoe triest het leven er uit kan zien als je je leven zo laat beïnvloeden door de mores van anderen. Je ziet hoe de kinderen eronder lijden en net zo worden als hun ouders. Er zijn snelle wisselingen van tragisch naar komisch en weer terug, en dat houdt de vaart er goed in. Alles aan deze voorstelling klopt. De tekst, het spel, het decor en de regie falen nergens. Extra plezierig was het om te merken dat de grote hoeveelheid scholieren enorm genoot en steeds in een deuk lag. Als het dochtertje de slotzin uitspreekt, “ik ben zo…., ik ben zo…..,” dan kan het publiek er niet omheen. Ze kan niet anders dan “bang” bedoelen. Zó te moeten leven is ook om bang van te worden. Een ijzersterke voorstelling!
Martien Vogelezang,
De voorstelling Quality Time geeft ons een doorkijkje in een andere een verdraaide werrkelijkheid. Een wereld waarin de ouders van het gezin ongeremd zeggen wat ze denken en de kinderen weloverdacht tactisch manipulerend reageren en spreken. Dit levert zowel schockerend als ook heel intrigerende teksten op die samen mét het realistische spel heel direct en soms overrompelend overkomen. Door de eenvoudige verwisseling van rolinhoud en rolbetekenis, de omgezette codering, staat het rommelig gezinsleven ineens te kijk als een uitzinnig en dynamisch geheel van leugens, machtspelletjes, eigen belangetjes, faalangstigheid, doortrapt manipuleren, oprechte knuffels en toch ook zoeken naar harmonieus samenzijn. Telkens wordt de eerste indruk weggeveegd door het tegendeel van wat als reactie volgt. Prachtig realistisch gespeeld, slim in elkaar gezet en goed doordacht, komisch en hilarisch, in een rommelig modern interieur. Een boeiende avond toneel die blijft hangen of, eerder nog, blijft haken in de herinnering.
Franca de Vries, Vooraf hadden we een inleiding, waarbij ik voor het eerst ervoer dat deze inleiding mij, itt vorige keren, op een verkeerd been heeft gezet, waardoor ik op een andere manier naar de voorstelling ben gaan kijken. En dit werkte voor mij vooral minder positief uit. De psychologische lading die ik in de inleiding heb gehoord gaf mij een eigen interpretatie die ik in het toneelstuk niet waargemaakt heb zien worden. Vreemd genoeg gingen dingen mij daardoor irriteren. Ik vond dat er veel geschreeuwd werd en dat hier en daar te overdreven of te extreem gespeeld werd. Verder had ik moeite met het feit dat kinderen van 4 en 6 gespeeld werden door volwassenen, ik kon daar niet erg aan wennen. Overigens vond ik het spel van Lineke Rijxman erg knap en goed. Ik heb ook gelachen, omdat ik de vader en moeder erg kinderachtig vond en de kinderen te volwassen en toch kreeg ik niet de smaak te pakken. Met gemengde gevoelens ging ik nar huis.
Branden ~ RO Theater
Aart Blom,
Het is de verborgen kracht van een repertoiregezelschap met vaste krachten om stukken in herhaling te kunnen nemen. Meestal ben je gedwongen van papier te beslissen of je naar een bepaalde voorstelling zult gaan kijken; voor je het weet is die ene avond voorbij dat je het in of nabij je woonplaats kunt zien. Op papier zag “Branden” er een beetje uit als goedbedoeld wijktheater voor het buurthuis. Totaal onbekende schrijver, bekende regisseur met een aantal goede spelers van de vaste ploeg maar ook met passanten, waar je nooit van gehoord hebt. Uit de recensies bleek dat het stuk goed zou zijn en het spel ook. Heel goed zelfs. Prima, dat het dan later nog weer terugkomt en je het in de planning kunt opnemen. Sprookjesachtige tekst met een heel eigen relatie met de aanmerkelijk minder sprookjesachtige werkelijkheid. Er gebeuren dingen, die helemaal niet kunnen zoals een kansarme (maar wel onverzettelijke) moeder, die twee kinderen in een welvarend land (via de hoofduitgang) van de Universiteit weet af te krijgen. Dat ze in het begin dan ook door die twee met welvarende-‐kinderen-‐oog wordt bekeken, is een sterk element in de opbouw van het stuk. Daarna verlaten we de geordende en rijke maatschappij en komen we op sprookjesbasis terecht in een omgeving van ellende en geweld. Mooi evenwicht. Sterke rollen van Derick, Sorel, Dchar, Gaier en Scheldwacht. Prima regie, die het verhaal duidelijk houdt en meegaat in de strategie van de schrijver om weinig of niets uit te leggen. Zeer prijzenswaardig. De vormgeving, op basis van de mogelijkheden van een groot, goed gesubsidieerd stadstheater, is weer eens een verademing na allerlei voorstellingen, waarbij je goed kunt zien, dat de vormgeving bijna niks heeft mogen kosten. Gedenkwaardige avond.
Joske van Duijne Strobosch, Een stuk met een grote waarheid. Wat schieten wij mensen,die ondanks dat zij kunnen lezen schrijven en denken te kort. Prachtige regie, beeldend, scherp en genuanceerd en soms met uitvergrote karakters die raak en origineel neergezet worden. Prachtig intens spel van alle spelers en muziek die je meeneemt naar onze -‐ maar ook naar een andere wereld, een wereld van liefde en verdriet,van haat, en chaos in denken en doen. Een stuk als Branden maakt veel los, in ieder geval bij mij als oeschouwer en dat zal ook wel de bedoeling zijn van de schrijver!
Saskia Herberghs,
Nadeel van een alom bejubelde voorstelling is dat je er als toeschouwer extra kritisch naar kijkt. Eerst zelf maar eens zien of je het enthousiasme kunt delen. Het stuk duurt lang, er zijn verschillende verhaallijnen, sommige scenes zijn flink uitgesponnen. Het verhaal, overigens met verrassende afloop, doet traditioneel aan. Maar inderdaad: bij de laatste scene valt een traan: het stuk beroert dus. Wie zou bij deze vertelling onberoerd kunnen blijven? Die moet een hart van steen hebben. Voor de schrijver dus veel lof. Ook de vormgeving is mooi. Prachtig vooral het schimmenspel, en de zwarte aarde op de vloer. Het spel is ook mooi, zeker van hoofdrolspeler Fania Sorel (Nawal in de voorstelling). Regie ook prima, al hadden wat mij betreft sommige scenes korter gekund. Nog een minpuntje: het spel bleef af en toe te veel spel. Dan had ik het idee dat ik van buitenaf zat te kijken naar mensen die ontzettend hun best deden om te acteren. Daarom bleef het verhaal voor mij toch lang een verhaal van anderen, over een andere wereld ver weg. Juist om die reden was ik zelf verbaasd over mijn eigen traan. Uiteindelijk raakte het me dus toch.
Marjolein Post,
Hoewel ik het verhaal kende doordat ik de film in het filmhuis had gezien heb ik de gehele voorstelling geboeid en vol aandacht gekeken. Dit kwam door het wonderschone spel van eigenlijk alle acteurs met als sterren wat mij betreft de “notaris” en de hoofdrolspeelster. Zo geniaal en zo geloofwaardig gespeeld dat ik er af en toe rillingen van kreeg. Het spel raakte mij en ik kon meeleven. Als theater zo wordt gemaakt dan is het een feestje! De vormgeving vond ik bijzonder. Heb nooit eerder iets van het RO theater gezien maar dit smaakt naar meer. Creatieve vormen door beelden op het doek, de juiste muziek op het juiste moment en het gebruik maken van het hele podium en hier ook de tijd voornemen maakten het geheel compleet. Grappig dat wij als publiek ook mochten zien wat er gebeurde, zoals de emmers met water die onder het gordijn werden doorgeschoven. Om tot zo’n voorstelling te komen moet je wel een bijzonder goede regie hebben gevoerd. Dus complimenten voor Alice. Ik heb er met volle teugen van genoten en kijk uit naar de volgende voorstelling van het RO theater.
Walther Scheffer,
Branden is een al veel besproken voorstelling van het RO theater in het seizoen 2009/2010 en vanwege dat succes in reprise. Over deze voorstelling niets dan lofgetrompetter , nominaties en superlatieven, vandaar mijn hoge verwachtingen, die ruimschoots werden overtroffen. Regisseur Alize Zandwijk zet een adembenemend spel neer die je rechtstreeks raakt – de tekst is rauw en poetisch tegelijk , het spel van het ensemble indringend met een geweldige rol van Fania Sorel als Nawal. De keus voor een ensemble met acteurs uit alle windstreken – ongeacht familieverhoudingen van de personages – geeft extra kracht aan het gegeven dat oorlog een menselijk tekort aan de oppervlakte brengt die van alle tijden is. Een ijzersterk decor met mooi gebruik van schaduwspel , de beeldwisseling met gekleurde dekens , de inzet van the logical song , wat niet eigenlijk, het totaal is fantastisch gedaan.
Lineke van der Velden, De tekst is subliem. Het verhaal aangrijpend. Het decor prachtig. Door gebruik te maken van schimmenspel krijgt het spel de kracht van een Grieks epos. Nooit heb ik een krachtiger en indringender pleidooi gezien en gehoord tegen oorlog, haat en zinloos geweld en vóór verdraagzaamheid. Wat een verdriet, ontreddering en eenzaamheid. Maar ook wat een enorme moed, wilskracht en staaltje positief denken. Voor het eerst dat ik me kan heugen zit ik na afloop van een zo zwaar thema niet met een beklemmend gevoel van woede en onmacht maar van respect, begrip en mededogen. De hoofdrolspeelster Fania Sorel speelt waanzinnig goed. Goele Derick speelt haar rollen met verve en zorgt voor een luchtige noot. Yahya Gaier die ontelbare rollen speelt, doet dat fenomenaal. Chapeau!
Elly Asscheman,
Wat een prachtig vormgegeven stuk! De beelden op de verschillende doeken, indrukwekkend van eenvoud. Het verhaal van de kinderen op zoek naar hun vader en broer weergegeven in een wel erg lang verhaal, waarbij de inhoud van de scenes voor mij niet altijd duidelijk was. Het spel van de verschillende spelers, maar vooral de moeder aan het slot van het stuk was zeer indrukwekkend. De stijl van spelen was dramatisch, wel zwaar, maar geeft aan het stuk een gelaagdheid, die in de film, die ik ook gezien heb, niet voorkwam. Jammer van het spel van de beul, die verrassend anders van stijl was dan van de andere rollen. Bijna zou ik de muziek van de accordeonist als onvergetelijk niet noemen. Prachtig sfeervolle klanken en stem. Over theater gesproken, dit was theater in optima forma. Dat zeker!
Henriette Boevé, Een letterlijk adembenemende voorstelling. Als niet af en toe de rol van Hermine (Goele Derick), met haar nuchtere opmerkingen, voor een glimlach hadden gezorgd, dan was ik in ademnood gekomen. Hele stukken waren zo aangrijpend, dat je je adem inhield. Een ongelooflijk drama, vol verrassende wendingen, inhoudelijk sterk. Daarnaast prachtig gespeeld, ontroerend. Dit alles in een vormgeving die niet als versiering diende, maar een duidelijke toevoeging was bij het verhaal. Schitterende beelden geprojecteerd op wit doek. Simpel, maar doeltreffend, evenals het gebruik van gekleurde dekens om de woestijn of de oceaan uit te beelden. Het bekende verhaal van oorlog en de ellende die dat meebrengt op zo’n manier uit te beelden is toneel zoals je het vaker zou willen zien. Een voorstelling die lang nazindert.
Fred Brandt,
Branden , een voorstelling die boeiend blijft tot het einde. In Branden wordt het verhaal verteld van een tweeling die in een ver land op zoek moet gaan naar hun verloren vader en broer die nog in leven moeten zijn. Deze opdracht wordt gegeven door een testamentair executeur die de tweeling broer en zus een enveloppe meegeven. Zij zullen de brieven ongeopend moeten overhandigen .De gestorven moederr van de tweeling Nawal die vijf jaren lang niet heeft gesproken komt in een ver oosters land tot leven en is in haar jonge leven het slachtoffer van afschuwelijke uitbuiting, gevangenschap en marteling. De rol van Nawal wordt schitterend en indringend gespeeld door Fania Sorel. De waarheid is te gruwelijk . Door verkrachting tijdens de gevangenschap is Nawal bevallen van een tweeling. De verkrachter is tevens de zoon van Nawal. Het verhaal speelt zich af tegen de achtergrond een sober maar krachtig decor. Het verre land wordt verbeeld door zandkleurige doeken en bepaalde handelingen spelen zich af achter een gespannen laken in de vorm van een schimmenspel. De kracht van het stuk zit hem vooral in het laatste uur waar voelbaar toegewerkt wordt naar een climax. De vertaling van Tom Kleijn mag niet onvermeld blijven.
Mieke Duijkers, Het is bijna niet mogelijk om een verhaal te houden over dit stuk. Als je het zou navertellen aan iemand, lijkt het bijna een melodrama: een vrouw die op 15-‐jarige leeftijd een kind krijgt dat haar 30 jaar later verkracht. Pas na
haar dood horen haar twee kinderen de toedracht als ze ieder voor zich, op zoek moeten naar hun biologische vader en hun broer. Dat blijkt dus één en dezelfde persoon te zijn. De vrouw heeft destijds gezworen altijd van haar kind te zullen houden, wat er ook gebeurt. Maar wat als dat kind later een boosaardige, misdadige geest blijkt te hebben. Wat als dat kind jou op beestachtige wijze mishandelt en verkracht? En dat is het knappe van het stuk dat er uiteindelijk erbarmen bestaat, ook voor deze misdadiger. Zij zegt, als ze haar zoon/verkrachter ziet: 'zojuist was je de verschrikking; nu ben je het geluk'. Het is geweldig dat zij kan zeggen: ‘wat overblijft is alleen onze waardigheid’. En: ‘iemand haten? Nooit! Het hoofd in de sterren! Altijd’. De zoon en dochter haten de moeder, die jarenlang niet gesproken heeft. Als zij, na haar dood, opdracht krijgen om te gaan zoeken naar hun vader en broer, wil met name de zoon hier in eerste instantie niets van weten. Liever spuugt hij op haar graf. Beide kinderen zijn verbitterd. Waarom heeft de moeder nooit warmte en liefde kunnen geven; waarom heeft zij vijf jaar lang gezwegen en is ze, precies op de datum en dag van hun geboorte weer gaan praten? Langzamerhand komt de waarheid – die meer dan afschuwelijk is – boven tafel en verandert het beeld dat zij van hun moeder hadden.. Sterk dat er heel veel verschillende ‘nationaliteiten’ aan meededen. Dat maakt oorlog -‐ met alle verschrikkingen en gruwelen -‐ universeel .
Jeannette Houwink ten Cate, In deze voorstelling wordt het publiek meegenomen op een reis naar het verleden, waar oorlog, geweld en hoop de hoofdrol spelen. Het stuk is geschreven door Wajdi Mouawad en het is door zijn gelaagdheid en woordkeus een episch monument geworden. Het verhaal gaat over vergeving en waardigheid, opgeroepen door de moeder, die haar kinderen na haar dood de gruwelijke waarheid omtrent hun herkomst en haar geschiedenis laat ontdekken. De moraal is duidelijk: ondanks alle ellende, die de mens elkaar aandoet, is het mogelijk hoop te koesteren en opnieuw te beginnen. De regie van Alize Zandwijk is indrukwekkend: de prachtige afwisseling van muziek en spel, het schitterende decor, de vondst van het schimmenspel maken dit stuk tot een onvergetelijke ervaring. De spelers blijven de gehele voorstelling op de vloer meedoen en kijken naar hun medespelers: dat geeft een gevoel van saamhorigheid, dat ook overslaat op het publiek. Het is zonneklaar, dat Fania Sorel de hoofdprijs verdient voor haar acteerprestaties, op de voet gevolgd door de jonge Nastaran Khorasani. Het gebeurt zelden, dat een actrice het publiek zo meevoert met haar emoties. Chapeau!
Margreet Iskra,
Een letterlijk adembenemende voorstelling. Als niet af en toe de rol van Hermine (Goele Derick), met haar nuchtere opmerkingen, voor een glimlach hadden gezorgd, dan was ik in ademnood gekomen. Hele stukken waren zo aangrijpend, dat je je adem inhield. Een ongelooflijk drama, vol verrassende wendingen, inhoudelijk sterk. Daarnaast prachtig gespeeld, ontroerend. Dit alles in een vormgeving die niet als versiering diende, maar een duidelijke toevoeging was bij het verhaal. Schitterende beelden geprojecteerd op wit doek. Simpel, maar doeltreffend, evenals het gebruik van gekleurde dekens om de woestijn of de oceaan uit te beelden. Het bekende verhaal van oorlog en de ellende die dat meebrengt op zo’n manier uit te beelden is toneel zoals je het vaker zou willen zien. Een voorstelling die lang nazindert.
Els Moonen van Lith, Desillusie en woede van kinderen die na jaren van onwetenheid niet kunnen verkroppen dat zij bij de executeur testemantair van hun moeder moeten komen om de erfenis in ontvangst te nemen.Eigenlijk willen zij dat niet. In haar schrijven Laat moeder eindelijk laat zien wie zij was, en ,waarom zij zo gehandeld heeft. De erfenis blijkt het verhaal van hun moeder te zijn. Op een waardige manier wordt onzegbaar leed door onmenselijke wreedheidheid en geweld deel van hun geschiedenis. Naar voren komt haar zoektocht naar haar kind; van wie zij wordt gescheiden .Maar ook het geluk dat ze liefde heeft gekend en daaruit de kracht ontving om te overleven. Door haar verhaal na haar dood te laten vertellen heeft zij de erfenis van wraak en woede geprobeerd te keren. De tekst was soms moeilijk te verstaan en de belichting was ook niet ideaal. het Schimmenspel was aardig maar iets meer op de achtergrond was, van mijn plaats uit gezien, zeker beter.want, Met afgewend hooft is het totale toneel zelf niet meer te volgen .Nogal hoog gezeten op de tribune werden de gekleurde doeken grote vierkanten waardoor een absoluut gebrek aan landschap ontstond. Jammer .
Erik G Bakker, Indrukwekkende voorstelling, met name door het spel en de regie. Enkele spelers speelden de sterren van de hemel, een waar genoegen om hen te zien en te horen. Helaas was de samenhang van de tekst niet altijd even duidelijk, wat wellicht ingegeven werd door de zeer lange duur zonder pauze. Het waarom van dit soort marathonvoorstellingen ontgaat mij. Niettemin kwam geregeld het schrijnende van de misdaad duidelijk naar
voren maar de schok die had moeten plaatsvinden toen de moeder-‐zoon-‐relatie zichtbaar werd, bleef uit. Door de regie? Het spel? De tekst? De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat ik ongeveer een jaar eerder de gelijknamige film had gezien en die maakte op mij een zeer grote indruk. Hoe dan ook, een memorabele voorstelling.
Renée Besteman, Branden is aangrijpend Alize Zandwijk heeft een prachtige voorstelling gemaakt van de schitterende tekst van Wajdi Mouawad met een dragende rol voor Fania Sorel. Haar Nawal is de komst naar het theater waard, al zijn er veel meer elementen die aan de kracht van deze voorstelling bijdragen. Na de poëtische openingsscène tussen de twee geliefden zit de toeschouwer 2.5 uur ademloos aan zijn stoel gekluisterd tot het slotapplaus klinkt en zodoende gedwongen wordt om de zaal te verlaten en het eigen leven weer op te pakken.
Monique Biekart, Wat een prachtig toneelstuk! De acteurs, het decor, het verhaal: alles was prachtig! Vooral de rol van Nawal gespeeld door Fania Sorel vond ik erg sterk en geloofwaardig.
Else Blom Onwaarschijnlijk goede voorstelling. Fania Sorel makt van haar rol een onvergetelijke belevening. Knap geacteerd en een zeer terechte Theo D´or. Het verhaal de regie!! Alles wat we gezien en gehoord hebben was verbluffend.
Susan de Boer en Geertje van der Waaij, Een indrukwekkende voorstelling met de allure van een Griekse tragedie. In Branden gaan eerst dochter Jeanne en later ook zoon Simon naar het land waar hun moeder Nawal vandaan kwam om hun vader resp. broer te zoeken. Afwisselend tussen het nu en toen wordt het verhaal van moeder Nawal verteld en komen we achter een gruwelijke waarheid. Oorlog, bloedvergieten, brandstichten, verkrachten, wraak en weerwraak, alles komt langs. Maar ook intense liefde die naast intense haat bestaat. De voorstelling wordt gedragen door het personage Nawal, dat een prachtige ontwikkeling doormaakt van jong meisje tot oude vrouw, van speels naar vastbesloten naar avontuurlijk naar boos en bang naar mild en wijs naar stil. Er is een schitterende rol voor de notaris, die als de voedster in Griekse drama’s afwisselend biechtmoeder en helpster is.
Bertien Broekhans, Over haar graf geeft een moeder haar zoon en dochter twee brieven mee, een voor hun broer en de ander voor hun vader. Hun moeder heeft bij leven gezwegen, zeker over deze twee mannen die ongetwijfeld belangrijk waren in haar leven. Maar hoe? Met de nodige tegenzin gaan zoon en dochter op zoek, en vinden een verhaal wat ze niet hadden kunnen vermoeden in de oorlogen van afrika. Waren ze aanvankelijk sceptisch over hun moeder, door hun reis dwingt zij alsnog respect af en vinden zij zichzelf opgescheept met een familiegeschiedenis die ze niet meer – zoals hun familie nog probeert in het begin van het stuk – kunnen ontkennen, verfraaien of negeren. In het decor kunnen heden en verleden, dode en levenden letterlijk door elkaar heen lopen. En daarmee doen ze een appel op het geweten van broer en zus, en het publiek. Als de omstandigheden barbaars zijn, hadden de betrokkenen zich dan menselijk kunnen gedragen; of anders gezegd is het haast onmenselijke gedrag niet juist zeer menselijk? Branden is deel twee in het vierluik en wordt vooraf gegaan door Kust. In beide stukken komen ver-‐van-‐mijn-‐bed nieuwsberichten tot leven na het overlijden van een ouder. Ze stellen op een heel andere, maar even indringende wijze, het oordeel en begrip van het leven dat aan het jouwe vooraf is gegaan ter discussie. Ik zie ernaar uit dat beide stukken volgend jaar samen opnieuw geprogrammeerd worden – naast het derde deel?!
René van Dootingh, Het was geen luchtig avondje uit, de regisseur had voor een zwaar onderwerp gekozen. Maar dit werd op een meesterlijke wijze uitgewerkt en opgevoerd. Gelijdelijk aan werd er duidelijk wat er gaande was, en dat was soms ijzingwekkend en tegelijkertijd ontroerend. Dat een mens zoveel leed mee moet maken in zijn leven, en dan te beseffen dat er duizenden, zo niet tienduizenden vrouwen in de wereld soortgelijke ervaringen delen! Het is goed om er middels een toneelstuk weer eens met de neus bovenop gedrukt te worden. Op deze manier krijgt deze verschrikking een gezicht en dringt die [nog] dieper door in ons bewustzijn. In het stuk bleef onduidelijk waar het verhaal zich afspeelde, waardoor het ook universeler werd. Je denkt daardoor al snel terug aan allerlei opstanden en oorlogen in de wereld. De realiteit dat zo,n ervaring je voor de rest van je leven tekent,
en ook het leven van je kinderen zwaar kan beinvloeden was schrijnend maar realistisch. De acteurs waren bijzonder goed, maar vooral de moeder, Nawal Marhan speelde fantastisch. Ze kreeg een verdiend extra applaus. Een ontroerend stuk.
Derk Hazekamp, Het begin van Branden was wennen. Wennen aan de manier van spelen (acteurs speelden van elkaar af, naar het publiek toe) en wennen aan de dictie. Maar op een gegeven moment komt de flow in de voorstelling, wen je aan het spel en word je gaandeweg meegezogen in het ontroerende en aangrijpende verhaal achter de zoektocht van de tweeling naar vader en broer. Het prachtige decor helpt daar zeker bij en speelt op zichzelf een belangrijke rol met mooie doorkijkjes en projecties. De tekst is bijna poëtisch, stroomt als het ware van scene naar scene (en daar zijn er nogal wat van). De verhaallijn is echter keihard en dreunt nog lang na afloop door: wat doet burgeroorlog met een land, een volk en bovenal: een familie. Dit was zo’n voorstelling waar je bij het doven van het licht hoopt dat het klappen niet direct begint omdat je eerst nog bij moet en wilt komen.
Gerrit Jol,
Branden is de theater bewerking van de film Incendice, een ontroerende en verbijsterende zoektocht van een broer en zus, naar het verleden van hun moeder met een schokkende ontknoping. Indrukwekkend spel met een aantal visuele vondsten, met name door achter opgehangen doeken silhouetten van personen mee te laten spelen.
Marijke de Jong,
Aangrijpender kan het niet zijn: dat waar je het meest van houdt het meeste haten. De strijd van de vrouw die dat overkomt, en haar keuze om er door zwijgen vorm aan te geven, wordt prachtig verbeeld in de voorstelling Branden in de regie van Alice Zandwijk bij het Ro-‐theater. De ingewikkelde sprongen in de tijd en de veranderingen van locaties zijn haast niet bij te houden, maar dankzij de prachtige vondsten in de vormgeving met dekens, grind en schaduwspel gaat dat als vanzelf. Het schimmenspel wordt ook op andere fronten effectief ingezet: machtsverhoudingen, sfeer en zelfs geboorte krijgen we op die manier te zien. Alle lof verdient de inzet van de acteurs: de betrokkenheid en het genoegen om dit stuk te spelen straalt er vanaf. Helaas zijn niet alle acteurs even sterk. Fania Sorel was fantastisch; niet alleen bij haar stonden tranen in de ogen, ook bij mij. Maar de acteur die zoon en verkrachter speelt, vond ik vreselijk en Oleg Fatev kan mooier accordeon spelen, dan acteren en Esther Scheldwacht had als dochter slechts een getergde of een geschrokken blik (en die leken sprekend op elkaar). De voorstelling laat je de gruwelen van de oorlog tot je doordringen met poëtische beelden en teksten en dat is heel bijzonder.
Janie Kropman,
Wat een schitterend gespeeld stuk. Vol ontroering het einde aangehoord. Het past niet om te gaan muggenziften en kleine onvolkomenheden te benoemen, dat zou afbreuk doen aan de geweldige prestatie die hier is neergezet. Complimenten!!!
Sylvia Leenheer,
In het verleden nog wel eens de mist in gegaan door te hoge verwachtingen n.a.v. goede recensies. Bij deze voorstelling zijn de verwachtingen meer dan 100% waar gemaakt. Een goed geschreven verhaal/ scenario/ toneelstuk hoeft nog niet garant te staan voor een goede voorstelling. Hier was dat wel het geval. Wat een ontzettend goede en aangrijpende voorsteling. Voor het eerst niet alleen met een brok in mijn keel, maar ook met tranen op mijn wangen in het theater gezeten. Veelzeggend was het feit dat iedereen in de zaal na afloop direct ging staan voor een welgemeende langdurige ovatie. Daar waar ik me bij sommige voorstellingen wel eens afvraag of het bij veel mensen een gewoonte is geworden om na afloop te gaan staan voor het applaus, kreeg de staande ovatie hier weer betekenis. Terecht geselecteerd voor het Nederlands Theater Festival 2010 en genomineerd voor de Toneel Publieksprijs 2012 Wajdi Mouawad heeft een prachtig toneelstuk stuk geschreven dat, om met de woorden van Alize Zandwijk te spreken, je grijpt door de heftigheid van het verhaal, maar ook door de kracht die eruit spreekt, de poëzie, de overlevingsdrift. Grote complimenten voor vertaling, regie, dramaturgie, decor-‐, kostuum-‐ en lichtontwerp, muziek en last but not least het spel. De kwaliteit van alles zorgde ervoor dat het aangrijpende en prachtige stuk van Mouawad ook een sterke voorstelling is geworden. Lof voor hoe Fania Sorel gaandeweg het stuk transformeerde van een jong meisje in een oudere vrouw, met alle mogelijke emoties. Indrukwekkend hoe zij de lange stukken tekst geloofwaardig en aangrijpend wist over te brengen. Alle muziek en zang was prachtig en goed gekozen, in het bijzonder de muziek van Oleg Fateev en de
zang van Nastaran Razawi Khorasani. Knap hoe Yahya Gaier de diverse personages afwisselde en af en toe wat humor in het verhaal bracht. Geinspireerd op oorlogservaringen in het midden Oosten (Libanon), is het een universeel verhaal geworden over de (individuele) gevolgen van burgeroorlogen. Als Nederlander weet je totaal niet hoe het is om een burgeroorlog mee te maken, maar door het zien van deze voorstelling kan je er iets van voelen. De schimmenspelscenes laten zien dat het mogelijk is om af te wijken van een standaardmanier van spelen en toch op overtuigende wijze de toeschouwer mee te nemen in een verhaal.
Dorien Leopold,
Wat een traktatie voor alle zintuigen, deze voorstelling. Je durft haast niet met je ogen te knipperen, wetend dat je iets moois zal missen. Elke acteur, regisseur en decorontwerper (en toneelkijker!) kan hier enorm veel van leren: elk woord heeft betekenis, elke handeling heeft zin, en zo’n effectief en mooi decor heb ik niet eerder gezien. Alleen maar complimenten dus, als ik er dan een paar moet uitlichten: het gebruik van het schimmenspel is geniaal ; het feit dat je van een verhaal over oorlog en woede zo’n ontroerend verhaal over liefde weet te maken (deze eer komt de schrijver toe, die zelf een van de aangrijpendste scènes meemaakte: hij was als zesjarige getuige van het in brand schieten van een bus met vluchtelingen) en natuurlijk het weergaloze spel van Fania Sorel. Ik kan gerust zeggen dat nu al het hoogtepunt van dit seizoen is bereikt, want beter wordt het niet. Dank voor deze pure verwennerij!
Martin Pikard, Wat zag ik ? Het stuk begon met een raadselachtige begrafenis van waaruit het stuk zich ontwikkelde. De vragen die hun overleden moeder opriep waren voor haar kinderen aanleiding voor een zoektocht naar hun verleden die tot een onthutsende ontdekking leidde. Hun broer waar hun moeder haar hele leven naar opzoek was geweest, bleek tevens hun vader te zijn. Was het begrijpelijk? Het verhaal werd zowel vanuit het verleden naar de toekomst als vanuit het heden naar het verleden verteld. Doordat beide verhalen gescheiden van elkaar bleven, konden ze tot het eind toe worden gevolgd tot ze bij elkaar kwamen en de afschuwelijk waarheid omtrent de afkomst van de broer en zus bleek. Ik denk dat het de verdienste van de regisseuse was dat je als toeschouwer niet verstrikt raakte in de complexiteit van het verhaal. Wat wilden de makers ermee ? Ik denk dat ze toch vooral een mooie voorstelling wilden maken. Het thema leende zich daartoe. Het gaat om gebeurtenissen die het begripsvermogen te boven gaan waardoor de acteurs tot het uiterste moesten gaan om ze aannemelijk te maken. Ik denk dat de acteurs daar in slaagden. Ze slaagden erin om de verschrikkingen van een burgeroorlog begrijpelijk te maken ook zonder die zelf te hebben meegemaakt. Waar ging het over? Behalve over de vraag of haat sterker is dan liefde, was het toch ook een zoektocht naar een onopgehelderd verleden. De speurtocht naar hun afkomst door broer en zus. Ze zouden zich niet kunnen begrijpen als ze hun afkomst niet kenden. Het was hen er alles aan gelegen die te leren kennen, hoe weerzinwekkend het verleden ook was. Wat kan ik ermee? Een familiedrama in deze omvang is te uitzonderlijk om zich eenvoudig te laten herleiden tot familieomstandigheden die ik ken. Mogelijk dat ze na verloop van tijd herkenbaar worden.
Anjo Schaap, Knoop in de maag, brok in de keel, en tranen in de ogen. Hoe vaak komt het voor dat je zo een voorstelling verlaat. Eigenlijk zijn woorden verder overbodig..Maar als toneelkijker wordt er van je verwacht dat je er toch iets meer over zegt… Diep ontroerende voorstelling, prachtig geacteerd. Mooi ook het beeld met schaduwen op witte doeken. Het is geen enkel probleem om te tijdsprongen te volgen. Mini-‐puntjes van kritiek: Simon is aan het begin van de voorstelling wat moeilijk te verstaan Diverse personages spreken de naam van Nawal anders uit (zoals Noelle). Maar als dat eenmaal gewend is, staat niets een bijzondere emotionele beleving in de weg.Kust wil ik zeker gaan zien!!
Martien Vogelezang,
Branden is een heftig toneelstuk, heftig gespeeld, heftig door de aangesneden onderwerpen, heftig door de stevige inzetvan muziek, heftig door de beladen thema’s. Een thema dat de vluchteling van nu verbindt met de strijder Oedipus eeuwen terug. Zoeken naar afkomst, zoeken naar familie, zoeken naar taal en de woorden om de dingen te zeggen, soms wordt poëzie gevonden, vaak ook geweld en ellendig aflopende verhalen. Menselijk en tegelijk onmenselijk komt op meerdere manieren samen in dit stuk. Alles heeft een betekenis in de speurtocht naar de ongelofelijke waarheid. Dar is dan ook de zwakte waarneembaar alles wodrt door de spelers met grote nadruk uitgesproken. Als een salvo van woorden gaat de tekst eruit, staccato en fortissimo gaat soms wat vervelen. Gelukkig is er een afwisseling met muziek en het schaduwspel, ingenieus door eenvoud in het decors verwerkt. Een weldoordacht decors waar veel aan textiel wordt ontleend als zachte grond, zachte
projectie van verschrikkelijke dingen, zachte vermommingen van personages in scherpcontrast met het vele geweld in het verhaal, een geschiedenis die ook een legende zou kunnen zijn.
Theo Akse, Branden volgt een tweeling op hun zoektocht naar hun herkomst na de dood van hun moeder. Die voert hen naar de burgeroorlog en vluchtelingenkampen in het Libanon van rond 1980. Daar doen zij een vreselijke ontdekking. Dit motief is het uitgangspunt voor een epos over de menselijke aard en verhoudingen, la condition humaine zo je wilt. Een universeel thema, dat schrijver Wajdi Mouawad uitwerkt in een kruisbestuiving tussen Grieks noodlotsdrama en modern emancipatiestuk. Dit interessante dramatische idee kan opwindend modern theater opleveren. Kan, want dit idee werd te vaak ondergesneeuwd door scènes van een te sentimentele aard, die vooral geschreven leken om het effect en aan de handeling weinig toevoegden, ja, deze zelfs afzwakten. Het stuk werd hierdoor te lang, en de spanningsboog te ver opgerekt. Een en ander riep gaapreacties op. De tekst was aansprekend. Met name de monologen van het hoofdpersonage waren sterk. Toch was de tekst bij vlagen ook langdradig, en nogal eens bedacht, pamflettistisch en…. tja sentimenteel. Wellicht mede een gevolg van de noodzaak de lengte van het stuk op te vullen. De regie bood hiervoor geen oplossing, maar ging juist mee in de overdosering. Soms werd het ietwat teveel het niveau van verkleedpartij en ‘anekdotistiek’. Een gemiste kans; hier had de moed om te snijden veel kunnen opleveren. Wellicht mede door de regie was het spel afwisselend van kwaliteit. Indruk maakte het spel van Fania Sorel vooral in haar monologen. Ook de andere acteurs deden op de geëigende plaatsen hun best. Dit alleen zou voldoende zijn geweest om een indrukwekkend toneelstuk neer te zetten, dat recht zou doen aan het zware thema. Maar er was te veel om heen geschreven en geregisseerd. Schmieren leek op de loer te liggen, waardoor men langs het ‘Allo ‘allo-‐effect scheerde. Leuk voor een comedy, maar hier niet op zijn plaats. Het gemiddeld stelde teleur. De kwaliteit in tekst en spel was te afwisselend, en het ontbrak de regie aan moed om te snijden. Erg jammer, want de thematiek van noodlot en emancipatie en dito kruisbestuiving verdienden een strengere uitwerking.
Fea Boegborn, Allereerst ode aan de schrijver die de heftige belevenissen van een jong meisje op indrukwekkende wijze verwoordt. Het jonge meisje is gerijpt, volwassen geworden en inmiddels overleden. Middels haar testament dwingt ze twee van haar kinderen zich alsnog te verdiepen in haar leven, waar ze blijkbaar nooit over sprak met die kinderen en die op hun beurt blijkbaar ook geen moeite deden haar daar naar te vragen. De zielenroerselen van de overleden vrouw zouden mij normaliter niet lang hebben kunnen boeien, maar door de sfeer die het steeds wisselende decor, het licht en de spelers opriepen werd een levensgeschiedenis verbeeld die je van vanaf het allereerste moment tot het einde toe meevoelt en meebeleeft.
Theo Hesselink,
Branden, wat een tragedie, een serie verhalen die zich ontwikkelt van kwaad tot erger, de vreselijkheden van oorlog, en vooral van burgeroorlog. Mannen zijn slachtoffers, en daders; vrouwen bijna altijd slachtoffers. Maar Nawal, de vrouwelijke hoofdpersoon,"de vrouw die zingt", is de oermoeder, de drager van hoop en optimisme. Een geweldig stuk, geweldig gespeeld, creatief en overtuigend vormgegeven, meer dan 2 ½ uur fantastisch toneel.
Mary Huizinga,
De voorstelling Branden van het RO theater had veel ingrediënten van een Griekse tragedie: een zoektocht, bloedwraak, liefde, oorlog en vergelding. De verrassende ontknoping van de zoektocht naar de broer en dood gewaande vader bood de mogelijkheid om vergiffenis en een doorbreken van de geweldspiraal een rol te laten spelen, prachtig vertolkt door de moeder Nawal. Het moeilijk te verbeelden stuk was goed geacteerd, af en toe iets te gechargeerd. Minpuntje was de rol van de vader/broer,een weinig waarschijnlijke belichaming van een door haat en wreedheid gedreven persoonlijkheid. Al met al een indrukwekkende voorstelling, die liet zien dat de ruimere mogelijkheden die een verfilming van dit onderwerp bieden ook met enige inventiviteit op het toneel neergezet kon worden.
Marije de Maessen Onbeschrijflijk mooi toneel!!Het stuk heeft nog dagen door mijn hoofd gespeeld. De perfecte combinatie van gesproken tekst, decor, geschreven tekst, verbeelding, poezie, en uitmuntend spel maakten dat het ingewikkelde verhaal begrijpelijk bleef. Het verhaal is prachtig, maar het is vooral de manier waarop de regisseur dit verhaal verbeeldde dat het bij de kijker blijft hangen. Mijn aandacht is geen minuut verslapt. De indringende
ogen van de hoofdrolspeelster blijven mij achtervolgen. De verhaallijn was chronologisch gezien ingewikkeld (sprongen in de tijd), maar door de decorwisselingen goed te volgen. De rode draad bouwde zich langzaam op naar de climax. Enig kritiekpuntje was het spel van de zoon/commandant. Hij was een overtuigende rebel, maar pastte door zijn uiterlijk (neger) en taal (engels) en verwardheid (invloed van drugs/vermoedelijk kindsoldaat) niet in de midden-‐oosten-‐setting. Hij deed me sterk denken aan de rebellen die ik in Congo, Somalie en Sudan heb gezien. Verder niets dan lof en ik zou heel graag meer zien van het Ro-‐theater!!!!
Brigitte van Mulken,
Op zoek naar hun moeders verleden en naar hun vader en hun broer (die een en dezelfde persoon blijkt te zijn) komt een tweeling in een oorlogssituatie terecht. Een oorlog die overal ter wereld plaats zou kunnen vinden en die van alle tijden lijkt te zijn, zó universeel is dit prachtige stuk. Het verhaal is vaak schokkend, maar het is ook ontroerend om te zien hoe Nawal, een juweel van een rol van Fania Sorel, haar uiterste best doet om onder de moeilijkste omstandigheden recht overeind te blijven en zichzelf niet kwijt te raken. Het thema oorlog, hoe kom je eruit en wie zijn wij eigenlijk, wordt treffend in beeld gebracht. Daarbij helpen een schitterend decor, hele mooie muziek (o.a. Supertramp met the Logical Song ), fantastisch acteerwerk en vooral een hele mooie tekst. De tweeling vraagt zich af wie ze zijn en waar ze vandaan komen, om na veel belevenissen hun moeder op een waardige manier te kunnen herbegraven. Het publiek kijkt ontroerd toe en in mijn hoofd hoor ik nog Supertramp, please tell me who I am…. Als dit stuk geen klassieker wordt!
Marjan Oosterwijk, Branden vertelt over een moeder die haar oorlogservaringen in het Midden-‐Oosten voor haar kinderen heeft verzwegen. Na haar dood gaan de kinderen terug naar hun geboortegrond en worden geconfronteerd met de gruwelijkheden van de oorlog, de zinloze keten van wraak en geweld. Ze komen erachter wat voor vrouw hun moeder eigenlijk was en waarom ze gezwegen heeft. Een heftig verhaal met een verrassend einde, prachtig geacteerd. De actrice die de moeder speelde was subliem. Het decor was bijzonder, de lichteffecten ook, waardoor het 2,5 uur boeiend bleef.
Sjoerd Postma,
Een schitterende voorstelling van RO theater. Ik heb van de eerste tot de laatste scene geboeid zitten kijken. Niet emotieloos, de tekst was niet eenvoudig en het verhaal was af en toe gruwelijk. Maar de manier waarop dit verhaal gebracht werd was zondermeer fantastisch. Een sprookjesachtige voorstelling die in en met een eenvoudig maar zeer creatief en functioneel decor gebracht werd. De geboortescene was een trouvaille. De krachtige rol van Fania Sorel overvleugelde de overige spelers waardoor die minder tot hun recht kwamen. Het gehele verhaal speelt in verschillende plaatsen en springt voor-‐ en achteruit in de tijd. Toch was het verhaal moeiteloos te volgen en ik denk dat we dat in hoge mate aan de regie van Alize Zandwijk te danken hebben.
Rudy Ramondt, Een prachtige voorstelling over een moeder van een tweeling die opzoek gaat naar haar eerste geboren zoon en ontdekt dat die zoon haar verkrachter is en daarmee ook de verwekker van de tweeling. Vanaf het moment van die ontdekking zwijgt zij en na haar dood krijgt de tweeling elk een brief. Een voor de vader en een voor de broer. Zij moeten op zoek naar de vader en broer om de brief te kunnen overhandigen en zo komen ook zij achter de waarheid. Het verhaal speelt zich af in het Midden-‐Oosten woestijnachtig landschap met langs de zijkanten stapels verschillende dekens en mooie vloeiende toneelbeeld en scene wisselingen. Het is zondermeer een loodzwaar stuk en daarom des te doeltreffender dat er toch een beetje humor en lucht ingebracht is in de vorm van de notaris die de brief aan de kinderen overhandigt. Een briljante en innemende persoonlijkheid, die niet alleen de notaris maar meerdere personages liet zien. In ieder geval twee actrices die uitblonken: de notaris en de hoofdrol Nawan Marwal. Maar eigenlijk moet je die twee niet apart noemen omdat alle acteurs elkaar complimenteerden en van zeer hoog acteurtalent getuigden. De pijnlijke werkelijkheid en het prachtige spel van Fania Sorel roerde mij tot tranen en gaf mij een gevoel van onmacht, omdat je weet dat dit soort toestanden ook vandaag nog kunnen gebeuren. Dat er nog steeds oorlog is, dat er nog steeds verkracht wordt. Ik had maar één minpuntje, vandaar geen 10. De figuur van de vader/broer was mij te overweldigend en ‘over the top’ en dat vond ik een dissonant. Als dat de bedoeling was, dan is dat gelukt…
Robert Schoustra, Deze mooie voorstelling, een soort moderne Griekse tragedie, zou ik nog wel een keer willen zien. Het stuk heeft veel te vertellen, teveel om in één keer volledig te doorgronden. Bespiegelingen over oorlog en hoe het kwaad
van generatie op generatie wordt doorgegeven en over de keuze die we kunnen maken om ons te richten op samenzijn, weg van de haat. De eenvoud van het decor en eenheid van de gebruikte materialen vormden een rustige achtergrond voor de complexe spel-‐ en tijdswisselingen. De vloer was leeg en zwart, de achtergrond een groot wit doek. Dit vroeg weinig aandacht en liet toe dat ik me op het verhaal kon blijven concentreren. De dekentjes, zacht en koesterend, kwamen in alle mogelijke situaties verrassend terug en brachten kleuraccenten. Het spel met het witte decordoek dat er uit zag als rijstpapier was ook verrassend en de schaduwprojecties waren fascinerend. De kostuums waren prettig om naar te kijken, in rustige kleuren en materialen en toch voor elk personage heel specifiek, sloten ze goed aan bij het sobere decor. Met de lage lichtinval en de doffe zwarte vloer was de sfeer vaak intiem. Fania Sorel leverde als Nawal, de moeder, een fenomenale acteerprestatie, vooral tegen het einde van het stuk, met de aanklacht tegen haar beul, zoon en de vader van haar kinderen, ongelooflijk knap om die complexe emoties te spelen. Nihad was een indrukwekkende verschijning. Ook de andere acteerprestaties waren uitstekend. Al met al een wereldtragedie!
Hera Tseng, Een prachtige voorstelling; misschien wel de beste die ik ooit in het Spuitheater heb gezien. Het was aangrijpend en zo knap opgebouwd naar de plot. Een totaal onverwachte wending. De moeder was fenomenaal; het is onvoorstelbaar knap hoe Nawal op het toneel werd gezet en hoe ze uiteindelijk iemand werd waarvan je het gevoel kreeg dat je haar persoonlijk hebt gekend. Er is zo heel veel in dit stuk dat je raakt, dat je doet gruwen van de mens, dat je doet reflecteren en dat je ook laat zien waartoe liefde in staat is. En alhoewel enorm barbaars vind ik het toch mooi dat de tweeling op zoek gaan naar twee mensen die uiteindelijk één zijn. Enig kritiekpunt op het geheel is de casting van de zoon, de huurmoordenaar. Hij was zo niet passend, maar anderzijds zal dat waarschijnlijk gedaan zijn om je echt tot het einde toe op een verkeerd been te zetten. De vormgeving was goed; het spelen met schaduwen op het doek heel creatief en gaf een bijzonder perspectief. Een mooie rol was die van de vriendin/notaris. Dankzij haar humoristische inbreng werd het niet loodzwaar de hele tijd. Ook complimenten voor de muziek en zang. Samenvattend: een zeldzaam mooi en aangrijpend stuk en ik zie uit naar het volgende stuk van deze vierluik.
Freule Julie ~ Tibaud Delpeut
Aart Blom,
Voorafgaand aan de voorstelling van “Freule Julie” kregen we een buitengewoon interessante inleiding door de regisseur. Thibaud Delpeut is een keurige jongen, die artistiek iets te melden heeft en dit combineert met heldere betogen (weinig of geen prietpraat!) en een voorkomen, dat de indruk wekt dat je goed en betrouwbaar zaken met hem zou kunnen doen. Zo kregen we de verklaring waarom deze jonge regisseur kort na zijn afstuderen al heel mooie regie-‐opdrachten kreeg van gerenommeerde, gevestigde gezelschappen en er als nieuwkomer snel in slaagde om door hem geschreven stukken opgevoerd te krijgen. Na de op zich niet zo bijzonder boeiende eigen schrijfsels heb ik prima herinneringen aan de bewerking en regie van “Antigone-‐Kreon-‐ Oedipous” en vooral van “Al mijn zonen”. Deze avond kregen we een boeiend verhaal te horen over de vraag hoe je een stuk over negentiende eeuwse klasseverschillen relevant en zinvol maakt voor onze tijd. De inleiding was verreweg het aardigste deel van de avond. In het stuk zelf trof je niet zo vreselijk veel en niet zo vreselijk duidelijk de transformatie aan, waar gedurende de inleiding over gesproken was. We zagen een sterk, negentiende eeuws stuk, een echte klassieker met behoorlijke spelers. Het moet gezegd worden, dat het palet aan uitdrukkingsmiddelen van Wendell Jaspers ver uitstijgt boven dat van haar medespelers, maar dat betekent niet dat het acteren beneden de maat was. Integendeel. De vormgeving was evenmin opmerkelijk, een koelkast op het toneel maakt een 19e eeuws stuk nog niet eigentijds. Wel een prachtig lakeienpak voor Guy Clemens. Eigenlijk helemaal geen kostuum van een lakei volgens de plaatjes, maar wel precies goed in de sfeer. Een avond mooi, klassiek toneel maar we bleven wel in de negentiende eeuw steken. Wat overigens helemaal geen kwaad kan.
Joske van Duijne Strobosch,
De vermoedelijke bedoeling van de schrijver Strindberg om de verhouding tussen de adel en de rest van het volk te schetsen, heb ik in deze regie niet kunnen ontdekken. De nogal expliciete (sexuele) handelingen op het toneel werken een broeierige spanningsopbouw in de weg. Het belemmerde mij als kijker, mijn gedachten te vormen en meegesleept te worden in het verhaal.
Saskia Herberghs,
Van tevoren zei regisseur Thibaud Delpeut dat het stuk Freude Julie nogal verwarrend kon zijn. Dat was niet mijn ervaring, tot de allerlaatste scene toen Julie in het donker naar de microfoon liep en een vierde bedrijf aankondigde, haar tekst vergeten leek te zijn en het stuk ten einde kwam. Afgezien daarvan vond ik Freude Julie een helder en stevig stuk, mooi gespeeld in een eenvoudig decor. Delpeut zei ook dat hij de kokkin een grote rol had gegeven, maar Jean en Julie vormen toch echt het middelpunt. Spannend blijft of Jean en Julie samen weggaan. Dat de acteurs zelf vertellen wat in de navolgende scene gebeurt, vond ik mooi en verrassend.
Post, Marjolein
Opnieuw genoten van een mooie voorstelling in het TAHS. Mooi spel van de 2 hoofdrolspelers, geloofwaardig. Vooral de opbouw in spel van de mannelijke speler was mooi, ik geloofde het zijn verandering qua persoonlijkheid. De vormgeving was simpel maar voldoende, een absoluut hoogtepunt was het schrijven met “poep” op de ramen, hoogtepunt omdat het zo geloofwaardig leek dat ik er weerzin van kreeg.
Walther Scheffer,
Thibaud Delpeut regisseert Freule Jeulie van August Strindberg met Wendell Jaspers als de dochter van de graaf. De graaf is afwezig, als altijd op deze door de eeuwen inmiddels veel gespeelde midzomeravond, zijn personeel viert feest. De dochter van de graaf waagt zich op het personeelfeestje en legt het aan met Jean (Guy Clemens) de knecht van de graaf ,die verloofd is met Julie’s dienstmeid , gespeeld door Eline ten Camp. Delpeut benadert de tekst met vervreemdingseffecten door acteurs uit de rol te laten stappen om nadrukkelijk op het voortoneel in een microfoon regie aanwijzingen of de handeling te laten zeggen . In een saai decor moet het gaan broeien en schroeien maar ik zie vooral een saai decor kennelijk opgetrokken met het idee : waar vuur is daar is … rook ? Rook kwam er wel , maar vuur,? Ook de inleiding van Delpeut zelf was behoorlijk mistig net als het einde van de voorstellings waarin het nogal onduidelijk bleef of de Freule even niet wist wat ze stond te spelen of dat er iets mis was met die microfoon op het voortoneel. Als ik de ‘vertaalslag’ maak die Delpeut graag ziet van het publiek : naar mijn idee mislukte voorstelling.
Lineke van der Velden,
Altijd een uitdaging om een historisch stuk in het nu te trekken. Is dat gelukt? Ja en nee. Het verschil in stand wordt duidelijk neergezet zo ook de spanning die dat met zich meebrengt. Het decor minimalistisch wordt door het plaatsen van de koelkast en het aanbrengen van de grafitti MERDE in het nu geplaatst. Het plot van het stuk dat de elite uiteindelijk het onderspit delft, is mij door het spel niet duidelijk geworden. De zinspeling op de onlustgevoelens van het volk nu blijft beperkt tot het woord merde. Ook de bedoeling van de regisseur dat het spel tussen de standen uiteindelijk uitloopt op de onoverkomelijke wraakoefening is mij uit het spel niet nagebleven. Ik wijt dit met name aan het spel van de mannelijke hoofdrolspeler. Zijn dienstbaarheid was niet authentiek. Zijn misleiding en de wraakoefening van het ‘gemene’ volk tenslotte volstrekt niet overtuigend. Daarentegen spelen de vrouwelijke acteurs hun rollen overtuigend. De spelaanwijzingen van Strindberg die door de acteurs tussendoor worden geciteerd, vind ik een creatieve vondst die het spel meer vaart geeft.
Elly Asscheman, Ogenschijnlijk een gedateerd stuk, want gaat het niet over een freule; wie zal dat in deze tijd nog aanspreken. Het tegendeel is waar. De regisseur Delpeut slaagt erin de menselijke aspecten van eigen belang en 'hogerop 'willen komen zo naar voren te laten komen, dat een ieder zich daar nu nog in kan herkennen. Hoewel we in deze tijd niet meer leven met het gezegde: Als je voor een dubbeltje geboren bent, wordt je nooit een kwartje. Verhoudingen van mensen onderling die elk hun eigen positie innemen en daarbij hun eigen belangen nastreven, is van alle tijden. Het verloop/opbouw in het verhaal is spannend, de uitkomst niet zo voorspelbaar. Niet in de laatste plaats debet aan de acteurs, die hun werk goed doen. Van de vormgeving is mij niet zoveel bijgebleven. En was er muziek? Enfin, de inhoud van het stuk, naar de tekst van Strindberg was de moeite waard.
Fred Brandt, Het toneelbeeld is eenvoudig. Links een tafel waaraan de knecht Jean zit te eten aan het begin van het stuk. Een ijskast met een kooktoestel en een paar pannen tegen de achterwand waarin de dienstmeid roert en een toilet met een hoog gemonteerde spoelbak , ook geplaatst tegen de achterwand. Freule Julie wordt treffend door de regisseur neergezet in al haar wisselende buien, emoties en onredelijkheid, Door gebruik te maken van een vertelstem, in geluid versterkt door een microfoon en wisselend door Jean en Julie ingesproken, komt het publiek meer te weten over de afwezigheid van de graaf, de werkzaamheden van Jean de knecht en Julie de freule. Waarom de freule zich met zoveel hartstocht werpt op de knecht wordt niet echt duidelijk. Over de jonge jaren van deze freule en haar vader wordt immers niets verteld. Waarom is deze vrouw zo hysterisch geworden ? Kennelijk komt ze veel te kort. Eigenlijk wil je te weten komen wat Delpeut “weglaat”van de 19de eeuwse setting en waarom hij kiest voor dit sobere decor en dit onverwachte contact .Wat maakt dit contact tussen Julie en Jean absurd, onmogelijk en uniek ? Natuurlijk, in de 19de eeuw kon dit contact niet , het was een schande. Maar het is teveel 21ste eeuw om in het optreden van beide acteurs de 19de eeuw te ervaren. Het dienstmeisje krijgt in dit stuk een beperkte rol toegemeten. De toeschouwer moet het doen met het aantrekken en afstoten van het duo waarvan vaststaat dat de ‘Twins shall never meet”. Een happy end is niet mogelijk. Aan het eind verdwijnt Jean. Julie gaat zitten op de ijskast. Door een hard aanzwellend geluid op de achtergrond wordt de suggestie geboden dat de wereld aan het vergaan is. Julie zit hoog op de ijskast en doet tape om haar benen en maakt zich vast aan de ijskast. Julie is gevangen.
Mieke Duijkers, Een stuk waarin standsverschillen het hoofdthema vormen. De freule probeert de huisknecht van haar vader te verleiden. Met succes, want Jean blijkt al langer verliefd op haar te zijn. Of wil hij haar alleen maar gebruiken om zelf hoger op de maatschappelijke ladder te klimmen? (Zij is de ‘eerste tak van de boom’. Als hij die maar kan bereiken, is de top met het nest met gouden eieren gemakkelijk haalbaar). Julie verlaagt zich. Jean schaamt zich voor haar, maar is tegelijkertijd met een natte vinger over te halen. Langzaam maar zeker verschuiven de verhoudingen: gaf Julie eerst bevelen, daarna is het Jean die de leiding overneemt. Van een liefdevol en gepassioneerd spel verandert dit geleidelijk in haat. Eerst is Jean bang dat het personeel achter hun relatie zal komen. Hij wil naar Zwitserland en daar een hotel beginnen. Julie als ‘uithangbord’, met haar geld. Maar als zij dit niet blijkt te hebben, is de liefde snel over. Zowel van Julie’s kant: ‘denkt u dat ik hier blijf als uw bijzit’? Als van Jean: ‘een ekster vang je met glimmers’. Hij noemt haar: ‘een lakeienslet’. Zij: ‘ik haat je als een rat!’ Julie heeft een vreemde jeugd gehad. Haar moeder heeft haar geleerd mannen te haten. Jean onderkent dat: 'U haat mannen en mij ook'. Julie: 'Grenzeloos!'. Uiteindelijk – als de graaf thuiskomt – schiet Jean weer in zijn oude rol. Hij moet de laarzen van zijn meester poetsen. 'Nu de graaf gesproken heeft, schiet die vervloekte knecht weer in mijn rug'. Julie blijft alleen en gedesillusioneerd achter. Julie is duidelijk de verliezer in dit stuk. Zij gaat er nog
van uit dat de mensen van haar houden, maar twee maal krijgt zij te horen dat 'ze het eten van haar aannemen, maar er op spugen'. Ieder respect heeft zij ook verloren door haar optreden. En wat zal er gebeuren als haar vader hier van hoort? Op de achtergrond is de sfeer van het feest dat door het personeel werd gehouden in een grimmig oproer veranderd (het enige in dit stuk dat ik niet zo sterk vond, deze plotselinge opstand van het volk). De enige die het hoofd koel houdt is de kokkin Christine. Zij doorziet de spelletjes die er gespeeld worden ('als deze mensen aanpapen met de gewone man, worden ze gewoontjes') en uiteindelijk is zij de sterkste. Zij gaat weg om elders een nieuw bestaan op te bouwen. Een mooie vondst: de spelers die gebruik maken van de microfoon om te vertellen wat Strindberg als tekst heeft voorgeschreven (zonder zich hier overigens letterlijk aan te houden!)
Liesbeth Hazekamp, Het is een stuk uit eind 19e eeuw, maar de tekst was snel, korte zinnen en fel van ritme. Het waren moderne jonge mensen in hun taal en hun spel. Daardoor kreeg de voorstelling veel vaart. Het decor van de afgeleefde keuken ondersteunde het fin de siecle-‐verhaal van de in verval rakende hogere standen. Een prachtig tijdsbeeld, dat tegelijk van alle tijden is. Een geweldige voorstelling!
Els Moonen van Lith, Thibaud Delpeut heeft het aangedurfd Strindbergs beroemde toneelstuk om te zetten in een eigentijdse enscenering.Elite en volk, worden gepersonificeerd in de freule en de knecht . Zij staan voor het schijnbaar ongerijmde van de samenleving.Een uitgebreide romance wordt hier achterwege gelaten om werkelijke motieven vande moderne man en vrouw meer naar voren te laten komen. De strijd om de macht wordt door de hoofdrolspelers uitstekend gespeeld. Niets is overdun en de heldere taal van Strindberg geeft de liefdes affaire geen ouderwetse lading. Integendeel de excessen in gevoelsuitingen en politiek liggen ook nu op de loer. Vakantie drank en wraak zijn niet meer beheersbaar terwijl het zo duidelijk is dat je ondanks de soms grote verschillen elkaar nodig hebt.
Frans Oremus,
De eeuwige strijd tussen macht en onmacht, tussen arm en rijk. De freule Julie, dochter van de graaf vertegenwoordigt macht en rijkdom, de lakei Jean is haar ondergeschikte. Tijdens een midzomernachtfeest trekken Julie en Jean elkaar aan en stoten elkaar af. Gegeven de situatie mag alles gezegd en gedaan worden en dat gebeurt ook. Totdat het feest is afgelopen en ieder weer terugkeert in de eigen rol. We maken de twee mee in een liefdesrelatie, in een onstuimig kemphanengevecht en in een woordenspel waarin ieder vanuit eigen optiek een visie geeft op de maatschappij. Liefde en haat, vreugde en verdriet worden op sublieme wijze verwoord en verbeeld. Beiden zijn sterke figuren die in hun spel niet voor elkaar onder doen. Een moeilijke maar eveneens voortreffelijk ingevulde rol speelt Christine, kokkin. Neerkijkend (en soms jaloers) op Julie, verliefd op Jean, duidelijk en met succes een eigen plaats innemend tussen Julie en Jean. De kilte van het décor – met de ijskast als blikvanger – versterkt de afstand tussen de freule en de lakei. Twee originele elementen in dit stuk: * de spelers maken alle drie af en toe gebruik van de microfoon om een situatie te verduidelijken; * de epische/verhalende muziek/ritmiek versterken de soms heftige scènes.
Anne-Mieke Akkermans,
Het stuk van Freule Julie van Strindberg is door regisseur Thibaud Delpeut teruggebracht tot 3 personen: Freule Julie, de knecht Jean en zijn verloofde, de kokkin Kristine. De scènes waarin deze personages een rol spelen zien we op het toneel. De overige delen van het verhaal worden door een van de spelers kort samengevat door een microfoon. Op de achtergrond is steeds een soort beat hoorbaar van het feest dat elders op het landgoed tijdens de midzomernacht plaats vindt. De regisseur heeft een geslaagde poging gedaan om het stuk uit 1888 naar de huidige tijd te vertalen. Julie is gekleed in een jurk ,die met koorden is dicht geknoopt alsof ze er in opgesloten zit. Ze komt trillend van begeerte naar de keuken, het domein van de bedienden en daagt de knecht uit tot een flirt hoewel ze weet dat hij iets heeft met Kristine. Julie speelt daarbij met de standsverschillen maar zet Jean mede door dat verschil ook onder druk. Kristin wordt gedwongen dit aan te zien. Zij doet dit met een zekere gelatenheid en waardigheid, zich bewust van haar positie. Hierdoor staat juist zij meer boven de situatie dan de freule. Julie daagt Jean uit er met haar vandoor te gaan. Jean biedt weerstand door Julie te wijzen op de onmogelijkheid van een verhouding. Dit zet Julie aan hem nog meer klem te zetten. Het rumoer op de achtergrond van een massa die op tilt raakt neemt steeds verder toe. Julie gedraagt zich steeds vasthoudender, maar tegelijk is voor haar ook de onmogelijkheid van de situatie steeds duidelijker een verhouding zal in geen van beide ‘kampen’ geaccepteerd worden. Het rumoer neemt onheilspellende vormen aan.
Erik G Bakker,
Jammer genoeg weer een bewerkt stuk dat in zijn oorspronkelijke vorm van Strindberg prachtig is. Het gebruik van de microfoon had voor mij geen enkele toegevoegde betekenis. Totaal overbodig. Het stuk behandelt een thema dat van alle tijden is en behoeft geen actualisering. Het spel van met name de freule was schitterend maar ook de beide anderen toonden goede spelkwaliteit. De vormgeving, het toneelbeeld was erg zwak. Je zou het functioneel kunnen noemen maar zelfs dat was het niet. De acteur en actrices speelden in feite in het luchtledige. Dat de voorstelling desondanks zeer boeide bewijst de kwaliteit van Strindberg als toneelschrijver.
Renée Besteman, Strindberg variaties Na de voorstelling hoorde ik een prachtig gedicht van Michael Zeeman dat hij in de schouwburg van Leeuwarden bij de opening had laten inmetselen en toen dacht ik: “zó moet het!”. Een gedicht kan onbegrijpelijk zijn en toch kun je de schoonheid ervan ervaren. Dat ontbrak er voor mij aan de voorstelling: als het over standsverschil en machtsverhouding gaat tussen Julie en de knecht nemen zij elkaar steeds de maat waardoor het zwaartepunt voortdurend kantelt en dus heel spannend blijft. Na de ‘daad’ wordt het een chaos waarmee helaas ook het spanningsveld tussen de personages is verdwenen. De regie laat het daar afweten en dat is heel jammer. De enige die de spanning tot het eind toe volhoudt is Christine, waarmee zij tot ruggengraat van de voorstelling is geworden.
Monique Biekart, Ondanks het feit dat ik een slechte recensie in de Volkskrant had gelezen, vond ik dit stuk wel erg mooi. Ik heb niet eerder een uitvoering van ‘ Freule Julie’ gezien en kende ook het verhaal niet. Ik werd dus niet gehinderd door enige voorkennis, maar vond dit toneelstuk toch best goed. Het spel van de drie acteurs was erg sterk en ik vond het een hele goede vondst om de ‘regie-‐aanwijzingen’ door de microfoon te laten horen. De innerlijke strijd van de drie personages werd goed verbeeld en kwam hun strijd en ongenoegen kwam heel geloofwaardig over. Ook het decor en de muziek werkten heel goed in dit stuk, het droeg bij aan een steeds ongemakkelijker sfeer, dat goed bij dit stuk paste.
Else Blom Mooi toneelbeeld maar de voorstelling heeft te weinig indruk op mij gemaakt. op 7/12/2011 gezien en op 3/1/2012 moet ik de recensie nog schrijven en blijkt dat er weinig indruk is achter gebleven. Niet slecht dat weet ik nog wel, maar wat was er nou ook alweer goed??
Susan de Boer en Geertje van der Waaij,
Het toneel is vrij kaal, met plastic wanden, een oude koelkast met een elektrische kookplaat erop, en vreemd genoeg een wc pot. Freule Julie komt op, half rillend half dansend. Allemaal nogal vervreemdend. Het verhaal: In de afwezigheid van de graaf geeft dochter Julie zich af met het personeel tijdens het midzomernachtsfeest. Ze wil vluchten met knecht Jean, maar Christien, Jeans ‘verloofde’ wil met hem trouwen en kinderen krijgen. Het feest loopt uit de hand, het personeel gaat tekeer in de keuken en nagelt Julie aan de schandpaal, Jean vermoordt Julie en het slot of in ieder geval de keuken wordt in brand gestoken. Freule Julie is wel een voorstelling die te denken geeft. Dat mensen elkaar op hun plaats houden, zodat je als ‘knecht’ nooit ‘baas’ kunt worden, en als ‘baas’ geen betekenisvolle relaties kunt hebben met de ‘knecht’ is al cynisch genoeg. Gisteren bracht trouwens de Onderwijsraad een advies uit om op school niet alleen taal en rekenen, maar ook ‘hogere vaardigheden’ als zelfstandig kunnen denken en flexibel reageren op veranderende omstandigheden op scholen expliciet te leren aan kinderen uit lagere sociaal-‐economische milieus, omdat ze anders nog niet mee kunnen komen in deze samenleving. We proberen er dus wel wat aan de te doen. Maar het stuk suggereert dat je als ‘baas’ ook vast zit in je positie en dat is maar ten dele zo. Ik denk dat Julie best had kunnen vluchten, dat ze daarvoor als het puntje bij het paaltje komt Jean niet nodig heeft. Opvallend trouwens dat alles wat Jean voorstelt later door Julie wordt overgenomen – naar de Italiaanse meren gaan, hotel beginnen – en dat hij het dan niet meer wil.
Bertien Broekhans, Natuurlijk speelt ook deze Strindberg zich af in de keuken – kzal eerlijk zijn, ik hou niet van dit stuk, maar deze is mooi opgezet. De dubbele wand verbeeldt de plaats van de keuken in de wereld. De regieaanwijzingen worden letterlijk op het toneel gesproken, wat de vaart erin houdt, nodeloos langdradige scenes vemijdt en meer dan een ‘ontwikkeling’ tegelijk gespeeld kan worden. Een knappe vondst en gewaagde uitvoering. Het drama voltrekt zich echter zoals het hoort: de freule papt aan met de knecht, die ‘verloofd’ is met de meid. De ene
probeert uit haar stand af te dalen, de ander op te klimmen. Beiden zijn kritisch op de verworvenheden en het standsbesef van de ander; beide ontberen enige reflectie. Wellicht is het in dit stuk echt onvermijdelijk, maar het laat weinig aan de verbeelding van de kijker over. Of het moet de vraag zijn hoe standsverschillen in de huidige samenleving betekenis krijgen, maar de voorstelling helpt de kijker nauwelijks bij het stellen en beantwoorden van dergelijke vragen. Maar er wordt mooi gespeeld, het einde blijft open; er is misschien niets mis met deze voorstelling.
Hubert Coenen,
het nagesprek met de regiseur was heel verhelderend en gaf meer duidelijkheid over zijn bedoelingen
Paula Deurloo-Siblesz, Vond het een wat rommelig stuk. Waarbij het goed is, om je vanaf het begin het bedoelde uitgangspunt van Strindberg te realiseren. Dan krijgen de rollen en de tekst direct hun symboolwaarde en geeft dat het stuk ‘body’. Ook zou het wel zo spannend zijn, als iemand deze Freule Julie eens echt naar onze tijd zou transformeren. Hoe zou het er dan voorstaan met deze “paradox van de samenleving”? Want een freule en een dienstknecht… kunnen wij ons daar gevoelsmatig echt nog in inleven? Maar mochten we denken dat we als ‘moderne samenleving’ aan deze problematiek allang ontstegen zijn, wat zou zo’n stuk ons laten zien?... Denk b.v aan de film Lena. Kortom, voor mij toch te achterhaald in enscenering en rollen. Of te modern gespeeld ipv als klassiek stuk? Maar altijd weer en ondanks alles: pet af voor de vertolkers! Waarbij de rol van Christine mij nog het meest intrigeerde, als tegenspeelster van de twee anderen, ahw als duidster van het realiteitsgehalte van het reële perspectief.
René van Dootingh, Een stuk met een [te] oubollige speelstijl en navenant taalgebruik. Daardoor vond ik de karakters te theatraal, waardoor ik me niet met ze kon vereenzelvigen. De huisknecht bleef zijn gedienstige vorm vasthouden, ook in de hitte van de hystherische freule, waardoor het geheel te vlak bleef.
Derk Hazekamp, Freule Julie is in 1888 geschreven. Inmiddels een klassieker over klassenstrijd en de man-‐vrouw verhoudingen. Delpeut heeft geprobeerd de actualiteit in het stuk door te laten klinken. Zo sijpelen de rellen in Londen uit 2011 en de brede maatschappelijk onvrede (in de ogen van Delpeut) door in het stuk om in het slot letterlijk door het (enigszins low-‐budget uitziende) decor te breken. Het geeft het in essentie vrij statische, wat saaie stuk gelukkig wat vaart en diepgang. Ook de keuze om de regieaanwijzingen uit te laten spreken door de acteurs helpt daarbij. Het spel was ok, maar niet echt spectaculair genoeg om tot een sprankelende voorstelling te komen. Misschien dat er teveel dubbele lagen en moralistische betekenissen aanwezig zijn om het, in elk geval in deze uitvoering, memorabel te maken.
Marijke de Jong, Dat Thibaud Delpeut een bevlogen regisseur is, dat is duidelijk. Dat hij meer wil dan alleen een plezierige voorstelling maken ook. Met zijn enscenering van Freule Julie is dat zeer zeker gelukt. We zien de seksuele spanning tussen de Freule en haar knecht ontaarden in een machtsstrijd tussen klassen. De heersende klasse waar Julie toe behoort, zal zeker ten onder gaan, zien we gelijk al aan het begin aan het de verloederde armoedige locatie (door plakband bij elkaar gehouden). Op het landgoed wordt de heer des huizes nog volgens de oude rangen en standenorde bejegend (de laarzen), maar als de dochter zich onder en met het personeel gaat mengen is het einde daar, slaan de stoppen door en breekt aan het eind de opstand uit. Eline ten Camp, Guy Clemens en Wendell Jaspers vervulden hun rollen goed, alleen was het schreeuwen tegen elkaar wat mij betreft wat té. De vondst om de neventekst als terzijdes vorm te geven, werkte verrassend goed.
Janie Kropman, Zo heftig als het stuk op papier is, zo slap en rommelig kwam het stuk op mij over in de toneelzaal. Ik heb nauwelijks iets van de spanning gevoeld die er moet zijn als je de ingrediënten beschouwt: klassenstrijd, liefde overspel, elite vs het volk, ga zo maar door. Het werd niet waar gemaakt. Jammer. Wat mij ook opvalt: ik schrijf de recensie bijna twee maanden na de voorstelling, en er is mij geen enkel beeld bijgebleven van het stuk, alleen het einde, als Julie boven op een stellage zit en het morrende volk in aantocht is. Dat zegt genoeg, het heeft mij niet kunnen boeien.
Sylvia Leenheer,
Na het zien van Nacht en 4.48 Psychosis (Blasted helaas niet gezien), wilde ik per se naar deze voorstelling van Thibaud Delpeut. Waar Nacht en 4.48 Psychosis mij echt grepen, gebeurde dat bij Freule Julie helaas niet. Zeker een goede voorstelling, maar het haalde het voor mij niet bij Delpeut’s eerdere voorstellingen. ‘Strindbergs klassieker ontleedt als paradox van de samenleving’, volgens de aankondiging. Thibaud Delpeut wilde ‘Freule Julie’ spelen omdat hij ontdekte dat thema van het stuk, standen-‐/klassenverschil, nog steeds bestaat en actueel is (wat o.a. duidelijk wordt uit de rellen in de Parijse buitenwijken en vorig jaar in diverse Engelse steden). Het is bewust een andere Freule Julie geworden dan Strinberg geschreven heeft. Er zijn technieken gebruikt om Strinberg te ‘vertalen’ (Brecht). Delpeut wilde een reflectie geven op onze tijd. Delpeut heeft gelijk als hij zegt dat het standenverschil nog steeds bestaat en dat dit in deze tijd op bepaalde manieren tot uitdrukking (ontploffing) komt. Tijdens het zien van de voorstelling zag ik echter alleen het verhaal van Freule Julie en haar tijd en dacht ik er geen moment aan dat standenverschil nog steeds bestaat. Ik moest wennen aan de vorm, dat niet de regieaanwijzingen van Strindberg gespeeld maar verteld werden en er zelfs bij gezegd werd dat het de aanwijzingen van Strindberg zijn. In het begin vond ik dat niet goed werken, later wel, zeker als er duidelijker uit sprak wat de personages ervan vonden. Goed spel van Wendell Jaspers en Guy Clemens als Freule Julie en knecht Jean. Ook goed spel van Eline ten Camp als dienstmeid Kristin. De rol van Kristin had echter nog duidelijker vorm gegeven mogen worden op de momenten dat ze niet sprak. Ze was heel de voorstelling op het toneel, het was duidelijk dat ze niet sliep maar alles wat er gebeurde meekreeg. Ik zag echter een groot deel van de tijd niet echt was zij ervan vond. Wel toen zij naast de koelkast zat, maar niet toen ze aan de zijkant van het podium (slaapkamer) zat. Qua regie had dat wel meer uitgebouwd mogen worden. Hoewel het gaandeweg duidelijk werd hoe het zou gaan eindigen, kwam het daadwerkelijk einde van de voorstelling abrupt en had wat mij betreft nog sterker/heftiger gemogen. De geluidsband vond ik soms toegevoegde waarde hebben, maar vaak ook niet, sterker nog, soms vond ik het storend omdat ik afgeleid werd van het spel. De vormgeving van het decor was lelijk en daardoor interessant.
Dorien Leopold, Mag je aan een bestaand, klassiek toneelstuk komen? Na het zien van de voorstelling is mijn antwoord: als je Thibaud Delpeut heet, wel. En zeker als Wendell Jaspers de hoofdrol voor haar rekening neemt. In het stuk komen tegenstellingen tussen rijk en arm, man en vrouw, massa en elite naar voren. Jaspers speelt indrukwekkend de rol van freule Julie. Ze toont de meest uiteenlopende emoties/stemmingen: zenuwachtig/bezeten, sensueel, arrogant, onzeker, alles even overtuigend. De keuze van Delpeut om de ‘regie-‐ aanwijzingen’ van Strindberg door de acteurs te laten voordragen in een microfoon (‘Over enkele ogenblikken zal ik opkomen’) zijn ijzersterk en erg grappig. Het decor is lelijk en armoedig – maar functioneel, en vestigt meer de aandacht op het spel. En dat is meer dan de moeite waard. Er lagen veel smoezen op de loer om niet te gaan deze avond, maar ik ben erg blij dat ik er niet aan heb toegegeven.
Martien Vogelezang, De klassieker van Strindberg met een actuele vormgeving en accenten. Bij binnenkomst staan de drei acteurs al op het toneel in een decor van doorzichtig plastic met veel plakband, spaarzame inrichting en houten schotten van waarachter rook opkringelt. Het verhaal van de freule die wil ontsnappen aan de grafelijke stand en vrij wil zijn, loopt vast op de omgeving van personeel zoals dat in 1888 wel gewerkt zal hebben. Door expliciet eigentijds te reageren en de toneel aanwijzingen van Strindberg los uit te spreken door een micrfoon ontstaat een extra komische maar ook wrange werkelijkheid. Door het intensieve spel van de twee vrouwen, de freule en de kokkin, en de huisknecht wisselt het voortdurend van toekomstperspectief voor de betrokkenen waar het publiek makkelijk en volledig in mee genomen wordt. Op de achtergrond de dreigende geluiden van het volk het gepeupel het Midzomernachtsfeest/carnaval houdt de spanning steeds hoog en brengt tussen de drie spelers een dramatisch einde. Een gevangen of gevallen freule en weggevlucht personeel. Een prachtige ervaring met hoge kwaliteit acteerwerk.
Theo Akse, Delpeut zette een moderne versie van Strindbergs Freule Julie op de planken. De regie was compact, met een Brechtiaanse toets. Het voorlezen van de regieaanwijzingen had een duidend karakter, waarna de betreffende scene bijna als toelichting op de tekst werd gespeeld. En die duiding betrof de manipulatie waar de mens, het individu aan onderworpen is, maar datzelfde individu ook toepast op de ander. Het wierp de vraag op, of wij als individu slachtoffer zijn van ‘het systeem’ (de ‘maatschappij’ zoals dat nog niet zolang geleden gangbaar was aan te duiden), of dat we zelf dat systeem vormen, en in stand houden. Met andere woorden, we zijn niet anders
dan slachtoffer van onze eigen verlangens en projecties, maar niet bij machte dat te onderkennen. En dat leidt tot het ontnuchterende inzicht dat we alleen dan niet aan onszelf ten onder gaan, als we bereid zijn onze rol in ons eigen gefabriceerde systeem tot het einde toe te spelen. De acteurs zetten dit gegeven met verve neer. Ze gaan mee in de omkering van de rollen, waar ze, bij aanspreken van het publiek en uitbeelden van de karakters, schijnbaar even makkelijk uit-‐ als instappen, Wendell Jaspers zet een getormenteerde Freule Julie neer, die in haar naïviteit niet terugkeert van het keerpunt van de omkering. Guy Clemens is een afstandelijke en manipulatieve Jean. En Eline ten Camp maakt van Christine een werkelijk, want dubbel, verraden personage en doet wat de enige uitweg is: de orde herstellen en je rol weer oppakken. Een ontnuchterende ervaring.
Eveline van Beek-Hazenberg, Voorstelling die drijft op het succes van het oorspronkelijke toneelstuk. Ik vind het jammer dat de roem van een klassieker wordt gebruikt als publiekstrekker. De voorstelling is niet goed uitgewerkt. Er zou meer uit gehaald kunnen worden.
Fea Boegborn,
Het stuk begint in de helder verlichte keuken waar wat simpele maar doeltreffende attributen meteen al op de lachspieren werken. De graaf is weg en er zou uitbundig gevierd worden door het personeel. Dat personeel wordt voornamelijk gesuggereerd op de knecht en de kokkin na, die samen een onevenwichtige relatie lijken te hebben. De Freule is wel thuis, en houdt van feestjes én van haar personeel. Soms voelt ze zich één met hun, maar het andere moment laat ze weer zien hen “de baas” te zijn. Er ontstaat een idylle tussen de knecht en de gravin, mooi gesymboliseerd in een toekomstwens van een door hen beheerd idyllisch hotel aan het Como meer. Dat zullen ze nooit realiseren, de tijden veranderen en niet alleen omdat de graaf terug komt. Het heeft er alle schijn van dat de regisseur Brecht nodig lijkt te hebben om ons de werkelijkheid te openbaren, maar hij en wij (als kijker) weten dat tegenwoordig niets meer voorspelbaar is. Kortom een vermakelijke voorstelling die je tegelijkertijd stof tot nadenken geeft!
Mieke Devilee,
Weer een klassiek stuk in een nieuwe zak. De uitvoering was prachtig; heftige emoties die me raakten vooral van Jean en Julie o.m. in hun seksuitspatting en daarnaast de onuitgesproken spanning van de kokkin/verloofde van Jean. Alle drie de personen zitten gevangen in hun eigen web –prachtig uitgebeeld : de freule eenzaam in het plakband-‐ en in het web dat anderen om hen gesponnen hebben, waaruit ze niet kunnen ontsnappen wanneer de vlammen alles vernietigen. De inleiding door de jonge regisseur Thibaud Delpeut was interessant. De Brechtiaanse invloed op de tekst werkte verrassend en was zinvol. Nabespreking was niet aan de toneelkijkerstafel, jammer, daar zaten we wel. We merten te laat dat anderen elders met Thibaud spraken.
Theo Hesselink, Delpeut 's Freule Julie is een rauwe moderne voorstelling; het midzomerfeest en de revolutie gaan naadloos in elkaar over; ik hoorde bijna de Internationale. De freule is een dom, verwend nest ( Strindberg hield duidelijk niet van vrouwen ) met lusten; de knecht denkt een moment zijn kans te zien en zijn vriendin schrijft met stront haar vloek op de muur. Kortom, krachtig toneel, sterk gespeeld, een mooie moderne versie van een klassiek stuk, ook in die kale keuken.
Tiny Hielema, Een lelijke ruimte die de keuken van een landgoed moet voorstellen. Waarschijnlijk zo lelijk gemaakt om de schrijnende gelijkenis naar onze tijd te laten zien. Helaas werkte dat bij mij niet zo. Een ander vervreemdend element, het gebruik van de microfoon, werkte wel goed tot op een zeker moment waarop Julie niet meer afstandelijk maar geheel in de emotie haar tekst in de microfoon schreeuwde. De bedoelde spanning die er zou moeten zijn tussen Jean en Julie kwam ook niet helemaal uit de verf. Van een liefdesrelatie was niets te merken , wel van sex en uitbuiting. Het ging allemaal te snel om ranzig over te komen. In Julie herkende ik geen elite en in Jean geen volk zoals de regisseur beloofde. Een voorstelling die het doel toch enigszins voorbij schiet.
Mary Huizinga, Prachtige voorstelling. Strindbergs tekst boeit nog steeds. Sterk spel van de drie jonge acteurs, die de sterke en snelle wisseling van emoties schitterend verbeelden. Vooral Eline ten Camp als freule Julie speelt met grote overtuiging. Inventief decor ondersteunde het spel. In de boeiende regie van Delpeut zijn de karakters trefzeker neergezet . Kortom een voltreffer deze uitvoering.
Brigitte van Mulken, Een klassieker naadloos vertaald naar het heden, dankzij Thibaud Delpeut. In een lelijk, maar heel knap decor, dat verrijkend werkt voor de voorstelling, zien we 3 fantastische acteurs zich moeizaam verhouden tot elkaar. Ze lijken wel om elkaar heen te dansen, waarbij ze elkaar tot het uiterste uitdagen en vernederen en een heel geraffineerd spel spelen. Het acteerwerk ik beslist indrukwekkend te noemen. Een mooie vondst is de microfoon, die humoristisch en soms ook cynisch werkt, en die het stuk compacter en daardoor sneller maakt. Waarom zou je moeilijk doen en alles spelen als je het ook via de microfoon kan overbrengen. Less is more. Nog zo’n mooie vondst zijn de luikjes in de achterwand, waar de zon door naar binnenkomt om de dag aan te kondigen, en waar ook de rook door naar binnendringt als metafoor voor het opstandige voetvolk, dat oprukt. De spiegelingen en het meetrillen maken dit armoedige decor tot een belangrijk instrument. Voeg daar nog de muziek aan toe (van Delpeut!), waarvan het staccato ritme als een nerveuze hartslag klinkt, en het stuk wordt nog indringender. Als op het einde van de voorstelling Julie zichzelf heeft vastgetapet op de koelkast is het duidelijk dat dit niet goed kan aflopen. De rook en de muziek daveren door de luiken en over muren heen de keuken in. In een glasheldere inleiding vertelde Delpeut dat hij zich nogal wat vrijheden had veroorloofd, en eerlijk gezegd hield ik mijn hart vast, maar hij had gelijk. Dit stuk gaat gewoon met zijn tijd mee op deze manier, dankzij de prachtige ingrepen van de regisseur.
Marjan Oosterwijk, Tijdens de introductie vooraf met regisseur Thibaud Delpeut zei hij dat hem de overeenkomst trof tussen het einde van de negentiende eeuw waarin Strindberg leefde en de huidige tijd met zijn opkomend populisme. Ik kon echter tijdens de voorstelling geen verband leggen met de huidige maatschappij. Ik miste de relevantie met het nu. Er was niets mis met de vormgeving. De voice-‐over was speciaal. Julie speelde met verve, maar ik miste toch wat humor en het einde vond ik niet duidelijk.
Sjoerd Postma, Vooral door de regie van Thibaud Delpeut was deze voorstelling een bijzondere verrijking van Strindbergs klassieker. De wijze waarop hij de Brechtiaanse verteller invoegde gaf een mooie een prettige aanvulling op de tekst, het beeld en de handelingen op het toneel. De rollen werden allemaal goed en evenwichtig vertolkt door Guy Clemens, Wendell Jaspers, Eline ten Camp, waarbij de rol van Freule Julie natuurlijk wel de mooiste is. De keuken waarin dit zich allemaal afspeelde was wel erg sober, evenals de schaarse attributen. Met het licht werd daarentegen wel creatief omgegaan en de kleding was mooi en functioneel voor wat er mee gedaan moest worden. Al met al werd het een avond waarin regelmatig gelachen werd en waarvan ik van begin tot eind geboeid heb zitten genieten.
Rudy Ramondt, Het toneelbeeld geeft weer dat we ons in de keuken van een kasteel bevinden. De graaf is op vakantie. Het personeel neemt het ervan, daarbij aangevuurd door freule Julie, de dochter van de graaf. In het schamele interieur werkt Kristin de verloofde van knecht Jean, die bij haar aan de keukentafel zit. Kristin roert in de potjes, Jean krijgt een bord eten met een fles dure – van de graaf gejatte – Franse wijn in plaats van met bier. Buiten vindt het midzomernachtfeest plaats en freule Julie, zelf door haar verloofde aan de kant gezet, komt ontgoocheld en hitsig naar de keuken om Jean te verleiden. Het stuk gaat over een standenmaatschappij en de conflicten daarbinnen die niet meer de onze is, maar ongepaste relaties en verboden liefdes bestaan nog steeds. En het gemanipuleer van Julie is fascinerend neergezet, alleen zou Kristin in deze tijd niet zo lang gelaten hebben toegekeken en eerder haar protest hebben kenbaar gemaakt… Zeker als ze, zoals in deze versie, een constante toeschouwer is. Wendell Jaspers speelt uitstekend, bijgestaan door Guy Clemens en Eline ten Camp. Een mooie vondst is dat regelmatig door de spelers in de microfoon verteld wordt wat er gebeurd of wat er staat te gebeuren. Al met al, vooral ook door de muziek en het tromgeroffel, een indrukwekkende voorstelling.
Robert Schoustra, In Nederland wordt in gezelschap bij de maaltijd nogal eens een mop verteld of een anekdote waar poep in voorkomt. Vaak volgt er dan een halfgemeende verontschuldiging als blijkt dat iemand nog niet klaar is met eten. Ik weet niet zeker of dit een Nederlands fenomeen is, maar ik vind poep en eten niet bij elkaar passen. Bij Freule Julie was na de nare kale neonatmosfeer het eerste wat me opviel de toiletpot midden in de keuken. Tijdens het verrichten van de daad wordt het woord merde op de meest plastisch denkbare wijze op de muur gesmeerd. Expressionistisch toneel misschien, qua vorm klopt het allemaal. Lelijk, het decor is goed.
Unheimisch, het geluid is mooi. Akelig, het neonlicht is veelzijdig. Indringend het toneelspel is … nee alle gekheid op een stokje, met de voice-‐over over ontstaat er de broodnodige afstand van de gruwelen der merde en gelukkig ook een beetje humor. Maar behalve goede smaak en subtiliteit is er ten opzichte van het oorspronkelijke stuk denk ik nog iets verloren gegaan. Kijkend naar het verhaal en luisterend naar de tekst kan ik de plotwendingen en de machtsspelletjes niet goed volgen. Beschouwingen over de meester-‐knechtverhouding kan ik geen plaats geven. Waarom precies freule Julie tenslotte aan het gas gaat? Misschien moet ik het oorspronkelijke stuk nog maar eens gaan zien.
Hera Tseng, Ook weer een mooie voorstelling van Freule Julie dit seizoen. Zoals de regisseur aangaf in de inleiding is hij dichtbij de tekst gebleven; allemaal heel herkenbaar. Wat mooi was in deze voorstelling waren de opdrachten die via de microfoon werden gegeven; het had wel iets geestigs. De glansrol was wel die van de knecht; het is gewoon een mooie rol. De rol van de dienstmeid is een heel ondankbare rol en zou ook wel gemist kunnen worden als in de teksten van de 2 hoofdrolspelers gewag wordt gemaakt van een verloofde. Zij was nu de hele tijd aanwezig maar zonder echte betekenis zodat zij, op het moment dat ze wel wat moest d oen weinig impact had. De rol van de freule was wel erg wiebelig, maar waarschijnlijk geheel conform gedragingen van freules: ietwat hysterisch, verwend, maar in de bodem onzeker. Mij irriteerde zij af en toe. Mooie teksten ook over wat het volk niet doet; dit is wel de andere kant van ‘hoe hoort het’ volgens Amy Groskamp-‐ten Have. Heel fraai! Het decor was niet bijzonder en heel sober; niet echt de keuken van een kasteel. Maar zoals ik al zei in het begin: het was een mooie voorstelling.
Heleen Wagenaar,
Een deprimerend stuk, maar dat geeft niet. Doordat er maar drie personen acteerden, kwam het leed rechtstreeks binnen. Niemand is gelukkig, arm noch rijk. Vooral Christine maakte dat heel duidelijk: zij zag in de freule geen concurrent. Dit zou wel het geval geweest zijn als het haar collega betrof. Het beeld was sober, maar wel duidelijk. Het spel vond ik goed, met name Christine. Alleen als je haar zag, wist je hoe laat het was. Zij bepaalde met haar houding de hele sfeer. Ik vind het aanbod tot nu toe van hoge kwaliteit.
Flow my tears ~ Veenfabriek
Annemarie Baronner
Een man en een vrouw, uitgedost als Indianen trekken {Dolend?) rond. Zij zingen minstreelachtige liederen van John Dowland en worden begeleid door een combo, een blokfluitspeler, een contrabas, de synthesizer en clavecimbel dienen tevens als decorvulling. De achterwand die omviel was in het begin intrigerend, later niet meer Tussendoor worden door de man en de vrouw verhalen verteld, die ik niet kon plaatsen, omdat ik de samenhang niet ontdekte. Dat irriteerde mij. Ik herkende het thema niet in elk geval. Waarom tegen het einde de bedscene? Omdat twee eenzame mensen geen gemeenschap maken en gemeenschap hebben ook niet helpt tegen eenzaamheid? De stem van Jeroen Willems was mooi, de stem van Marleen Scholten aardig. Ik heb ‘Flow my tears’ als eentonig en langdradig ervaren. Misschien is de intentie van het stuk mij ontgaan. Ik snapte er nin ieder geval niets van.
Aart Blom Het is bewonderenswaardig als je op grond van twee losse gedachteflitsen: “we gaan iets met de 16de eeuwse renaissancecomponist John Dowland doen” en “Jeroen Willems wil al twintig jaar graag een keer als Indiaan optreden” een onderhoudende en zelfs meeslepende voorstelling kunt maken. In het voor cultureel gerichte Hagenaren onmisbare en onvolprezen lijfblad “Den Haag Centraal” stond een diepgaande analyse van de inhoud van dit werk. Helaas moet ik bekennen, dat ik die diepere lagen van de tekst van Annelies Verbeke er geenszins uit heb kunnen halen. Het zal mijn fout wel zijn, je hebt daar waarschijnlijk een hoger niveau van intelligentie voor nodig. Dat is meteen het zwakke van het stuk: als de voorstelling alleen voor de hoogst ontwikkelden en diepst denkenden toegankelijk is. Gelukkig is er voor anderen te genieten van de springerige fantasie, die zich voor onze ogen ontrolt. “Je moet er maar opkomen”, denk je dan. Jeroen Willems behoort tot onze topacteurs: hij zingt prima en tegelijkertijd is zijn gesproken woord eersteklas van tekstbehandeling, dictie en helderheid. Over Marleen Scholten is beslist niets negatiefs te melden, maar ze heeft nog niet de persoonlijkheid kunnen opbouwen, die Willems in de loop der jaren heeft verkregen. Een hoog cijfer voor de vormgeving stoelt op het prachtige gebruik van de vier veelzijdige muzikanten van het Asko Schönberg Ensemble. Je wordt helemaal treurig van de gedachte dat het vormen van dit soort talenten en het verschaffen van dagelijks werk aan mensen die dit kunnen, binnenkort onmogelijk of in elk geval véél moeilijker wordt. Ik denk dan aan de nauwelijks geld opleverende bezuinigingen op muzikale ensembles, die zich op een wat minder omvangrijk publiek richten. Het was een goede greep ons als Toneelkijkers te tracteren op een inleiding door Paul Slangen, dramaturg van Veenfabriek. Hij proberen ons niet op te tillen, tot intellectuele hoogten, waar we als gewoon mens haast niet bij kunnen; hield ons met beide benen op de grond en bleef daar zelf ook. Met zijn stellingen hoefde je het niet allemaal eens te zijn, maar ze verschaften materiaal om over na te denken. Zijn duidingen van de regie en belichting waren mooier, dan ik er persoonlijk uit zag komen maar de regisseur is –denk ik-‐ wel in belangrijke mate de man geweest achter de uiterst springerige fantasie.
Saskia Herberghs
Flow my Tears is een bij tijd en wijle erg grappige tot dolkomische maar zeer fragmentarische voorstelling met mooie muziek die door muzikanten van ASKO/Schonberg wordt uitgevoerd. De acteurs, de als indiaan uitgedoste Jeroen Willems en de in glitterjurk gestoken Marleen Scholten spelen toneel en zingen. Dat levert een leuke avond op, maar wat een en ander toevoegt aan het door de Veenfabriek gekozen thema ‘in hoeverre het nog nodig is te geloven in de samenleving’ werd mij niet geheel duidelijk. De interactie tussen de muzikanten en acteurs (Jeroen Willems die met pijl en boog Frans de Ruiter te lijf gaat) en het gebruik van het decor (de drie maal omvallende schutting) is grappig. Vooral de professionele muzikanten doen gewoon wat ze moeten doen, maar Jeroen Willems lijkt gehinderd door de grote hoofdtooi zijn bewegingen zoveel mogelijk te beperken terwijl Marleen Scholten wel erg flirterig en vrouwelijk lijkt te willen overkomen. De instrumenten zijn mooi om te zien, en zonder de muziek te kennen van John Dowland valt er toch veel te genieten. Toch blijft het een warrig stuk en denk ik niet dat ik iemand zou aanraden het te gaan bekijken.
Hannah Marks
Ik moet zeggen dat ik het jammer vind van de muziek om een negatieve recensie te schrijven. De muziek was heel mooi. Maar waar bij een opera of musical nog sprake is van een verhaal en beweging, was het verhaal totaal onbegrijpelijk en saai. Het geheel was slaapverwekkend en bewegingloos. Ik heb het spel gemist. In een groep indianen is de figuur van Frans, de engel, een dissonant. Waarom moest hij zo uit de toon vallen.
Datzelfde geldt voor die seksscène. Als er tegenwoordig geen seks in een voorstelling voorkomt, is de voorstelling zeker mislukt. Welnu, voor mij is dat zo langzamerhand het tegenover-‐ gestelde. In het begin waren die droogkomische opmerkingen van de hoofdindiaan wel grappig, maar zij kwamen te traag. De opbouw was onbegrijpelijk. Waarom wilde die man zo graag een indiaan zijn? En waarom mislukte het dat geloofwaardig bij de anderen over te brengen? Het was ons verteld dat het decor zou omvallen en dat gebeurde ook. Niet één, maar verschillende keren. Wat hiermee gezegd moest worden, is mij ontgaan. Mijn belangrijkste kritiek is dat het saai was, statisch en onbegrijpelijk. Ook de videobeelden op het scherm hadden geen toegevoegde waarde. Het leidde slechts af van wat er op toneel gebeurde. Ook de bewegingen achter de ‘muur’ van de drie andere indianen die op de grond lagen heb ik niet begrepen. Het leken yogaoefeningen. Door die indianenkreten kon ik tenminste soms nog even lachen. Kortom, ik krijg de indruk dat ik in de verkeerde serie ben terechtgekomen dit jaar. Voor de muziek zou ik apart een 8 geven, maar ik weet niet waar ik dat in het totaal kwijt zou moeten, want dat was niet om anderhalf uur naar te blijven kijken. Wat een kwelling.
Marjolein Post Met een grote verwachting ging ik naar TAHS. Na de fantastische voorstelling Orfeo met Jeroen Willems van vorig jaar was ik er helemaal klaar voor. Helaas viel deze voorstelling voor mij tegen. De zang en muziek nog steeds mooi en bijzonder, alleen het verhaal en het spel waren plat en zelfs flauw af en toe. Het decor wat tot 2 keer instortte werkte ook niet mee aan het verhogen van de kwaliteit van de voorstelling. Kortom een voldoende voorstelling maar geen aanrader.
Lineke van der Velden
Jeroen Willems is een ras acteur. Het doet er niet toe wat hij speelt, het is altijd imponerend. De relatie die werd gemaakt met muziek en zang van Indianen voelde heel natuurlijk. Helaas kan de muziek van John Dowland mij niet boeien. Het verhaal dat wordt verteld in de flyer heb ik als zodanig niet op het toneel zien ontrollen. De diepere lagen die worden verondersteld zijn door de treurige trage muziek bij mij niet aangekomen. De vormgeving was een bijzonder aangename afleiding van de muziek.
Elly Asscheman
Met veel originele details en creatieve vormgeving is dit stuk opgetuigd. Geweldig zoals de muzikanten hun vloerdans uitvoeren. Verrassend zoals de muur op en neer gaat. Voorop echter staat de prachtige muziek, helemaal in de stijl van die tijd gezongen. Minder is de inhoud van het stuk. Op zoek naar zijn identiteit in conclaaf met zijn vrouw, maar dan. De combinatie van de muziek met een eigen tintje door de elketrische pianootjes in combinatie de theatrale uiterlijkheden een waar muziektheater geworden. Niet op de laatste plaats heb ik genoten van de inleiding van de dramaturg. De gepassioneerde uitleg gaf een meerwaarde aan de avond, hoewel ik niet van roze koeken hou.
Fred Brandt Jeroen Willems en Marleen Scholten staan het grootste deel van de tijd centraal op het podium achter de microfoon en spreken / zingen onsamenhangende teksten. Jeroen Willems ,vermomd als Indiaan last van de drank is omgetoverd tot een eigentijdse Indiaan die verliefd is en de liefde bedrijf met zijn vrouw. De teksten worden uitgesproken en gezongen door beide acteurs geflankeerd door musici, die de muziek van John Dowland spelen. De fluitist Walter van Hauwe zit met zijn rug naar het publiek en Frans de Ruiter loopt zo nu en dan rond op het podium en verstoort het spel van de acteurs. Op den duur wordt het enigszins saai. Er is weinig ontwikkeling in het spel. Bin Laden wordt er met de haren bijgesleept om het geheel een sausje van actualiteit te geven. Acteurs laten zingen is ook niet altijd een gelukkige greep. De stem van Marleen Scholten is zeer beperkt. De voorstelling is te lang voor de inhoud. Natuurlijk, de muziek is prachtig maat het script is erg dun.
Mieke Duijkers
Zes mensen op het toneel, twee acteurs en vier musici. De hoofdfiguur wil een Oijbwe Indiaan zijn. Hij draagt een grote veren hoofdtooi. Ook de anderen spelen dit spel mee en dragen soms veren en indianenkleding. De tekst is hier en daar heel sterk: ’iemand die alles wil geven, weet niet hoe hij zichzelf moet redden’. Maar bij de gezongen tekst is het erg moeilijk te verstaan. Wel komt de spanning tussen het echtpaar er goed uit. Zij blijft hem onverbiddelijk trouw. Ook als hij haar weg probeert te sturen of twijfelt waarom ze van hem houdt, blijft ze onvoorwaardelijk achter hem staan.’Jij bent mijn krijger’. De muziek van Dowland is schitterend. Maar alles bijeen kwam er bij mij toch geen vonk over, voelde ik, hoewel de teksten soms tragisch waren, geen medelijden of mededogen met een van de acteurs. De zoektocht van -‐ vooral -‐ de man, het ‘erbij willen horen’ kwam wat
mij betreft niet overtuigend over.
Liesbeth Hazekamp Een muziektheater waarbij vooral de muziek prachtig was met de mix van moderne met de zestiende eeuwse liederen. Het spel was erg statisch. De muzikanten/acteurs waren toch voornamelijk muzikanten. Het decor viel iets te vaak om. Wel spannend was de manier waarop de vrouw haar relatie met de man uit het slop wist te trekken. Maar het “indianenspel” sprak me niet zo aan.
Els Moonen van Lith Dramaturg Paul Slangen leidde ons in in de denkpatronen van waaruit dit muziektheaterstuk is ontstaan. Thema: Geloven wij nog in de samenleving . Het doel van de makers is de actieve verhouding thèse-‐antithèse. Elke discipline kan autonoom uitgewisseld worden . Uiteindelijk kom je tot een verzameling van wat je denkt en van wat je bent. Met de daaruit vloeiende consencus kan vrijelijk geimproviseerd worden en kan er toch samen wat bereikt worden , iets bijzonders ontstaan Die indruk kreeg ik ook tijdens de opvoering van het muziektheaterstuk";" Flow my tears" Door deze manier van werken was het eigenlijke spel moeilijk te doorgronden .Jeroen Willems barriton met de contrabas op de achtergrond kwam als uit de aarde tot je en nam je mee in het treurige bestaan van de indiaan. Indringend en somtijds amusant en gek genoeg altijd boeiend. Marleen Scholte probeeert hier als geliefde hem te doorgronden en ondersteunt hem in het verlangen naar vroeger. Haar Krijger lijkt moeilijk tot een andere opstelling te bewegen.Hij is ontdaan door verlies van identiteit. Ze zingt en probeert met volharding een positieve wending te geven aan zijn houding Het prachtige gedicht:"tranen" van Annelies Verbeke geeft de weg aan naar de open samenleving waar fantasie en dromen kansen in zich dragen. Uiteindelijk is voortplanting het doel en in dat onderdeel gaat de natuur z'n gang. In deze muziektheateropvoering wordt actieve deelname gevraargd.Het is geen kant en klaar stuk om snel geconsumeerd te worden Maar wel heel bijzonder.!!
Frans Oremus Een verrassend kijk-‐ en luisterspel! De kracht is de gelijkwaardigheid van drama en muziek of -‐ beter gezegd -‐ van muziek en poëzie. Want de handeling blijft ondergeschikt. Instrumenten en stemmen voeren letterlijk de boventoon. De vraag is of de regisseur/dirigent erin is geslaagd de beoogde harmonie tussen de elementen muziek, beeld en tekst voldoende gestalte te geven. 'Wij zijn er om te blijven', zegt de vrouw van Kwekwekibiness en -‐ inderdaad -‐ dat stralen zij en haar man bij voortduring uit. Kwekwekibiness wil blijven maar hij twijfelt aan zichzelf als mens en als indiaan. Dat zou wel eens de centrale boodschap kunnen zijn maar erg duidelijk komt die niet over. Evenmin vind ik dat de in de flyer opgenomen tekst (In hoeverre is het nog nodig te geloven in de samenleving?) in voldoende mate wordt uitgedragen.
Heleen Sissingh Was de verwachting te hoog gespannen en viel het daarom extra tegen? Door de inleiding begreeep ik nog iets van de Indiaan, maar verder? Of komt het doordat ik het slecht volgen kon, hoewel ik vrij vooraan zat? Ik kon slechts gedeeltes verstaan. Er zaten wel een paar leuke monologen in, maar dat was onvoldoende voor het begrijpen van de hele tekst. Ik begreep door de inleiding dat het een poetische voorstelling was, gebaseerd op teksten van John Dowland -‐ muziek die ik wel eens gehoord heb en mooi vond. Maar waarom moest die door een microfoon uitgesproken worden? Ironie: het zou daardoor goed verstaanbaar moeten zijn maar werd het niet. De personages stonden door hun vaststaan voor die microfoon nogal stijf hun tekst voor te dragen -‐ de taal van het lichaam, een factor die bijdraagt om de tekst te verstaan, ontbrak nu. Ze spraken ook te zacht, vond ik. De muziek was wel mooi; maar waarom moest de blokfluit met de rug naar het publiek spelen? deze muziek droeg daardoor niet bij aan de algehele sfeer. Het decor was vrij leeg, wat best mooi kan zijn, althans niet hoeft te storen. Hier was het echter ook rommelig, en voor mij zonder betekenis. De regie bleef hier in gebreke. Jammer, de brokjes die ik volgen kon waren wel mooi. Maar de hele voorstelling bleef saai. En bracht geen verhaal noch schildering.
Anne-Mieke Akkermans Voor de voorstelling begint is er een enthousiaste inleiding van Paul Slangen, de dramaturg van de Veenfabriek. Hij geeft aan hoe hij muziektheater ziet, namelijk als een geheel waarvan de onderdelen: muziek, tekst, performance, regie, decor en belichting elkaar kunnen beïnvloeden als gelijkwaardige onderdelen. Ze richten zich op de toeschouwer die zich hiertoe moet verhouden. In de voorstelling zingen Jeroen Willems en Marleen Scholten 16e eeuwse liederen o.a. van John Dowland begeleid door 4 muziekanten. Het zijn liederen die een
melancholieke sfeer uit ademen. Het geheel is in een wat mager liefdesverhaal gegoten. Jeroen Willems is uitgedost als indiaan met indrukwekkende hoofdtooi. Hij begint met het slaken van kreten die weemoedig klinken. De muziek vult deze sfeer goed aan. Het maakt hem tot een zeer geloofwaardige indiaan. Marleen Scholten speelt zijn vrouw. Kan hij met haar een oude indiaan zijn?De muzikanten zijn ook getooid met indianensymbolen. Een heeft daarbij ook een witte jas aan en beweert dat hij dokter is. Het thema is neergezet: Wat maakt dat je bent wie je zegt te zijn? Ben je dat ook echt? Zowel in de teksten die gesproken worden als in de liederen gaat het steeds over een zoektocht naar je plek in het leven en hoe je je daartoe verhoudt en wat dan de plek is voor de ander. Wat sfeer, zang, muziek en thema betreft vind ik de voorstelling geslaagd. De projecties versterken die sfeer. Ik heb moeite met de tussenkomsten die in het verhaaltje zitten waarin het is ingebed. Met name de ‘grapjes’ die ik als stijlbreuken heb ervaren maken dat de voorstelling voor mij te weinig tot een geheel komt.
Renée Besteman Indianenleed Muziektheater met het accent op de muziek van John Dowland die uitstekend werd vertolkt door zangers/acteurs Marleen Scholten en Jeroen Willems en de vierkoppige indianenband. De tekst bleef raadselachtig. Ging het om een bizar maar prachtig uitgedoste band op toernee of ging het om een jongetje dat altijd al een indiaan wilde zijn of speelde alles zich af in een droomwereld? Je komt er niet achter. Kijkend naar Marleen Scholten maakte het niet uit wat ze deed of zei, ze bleef toch wel geloofwaardig door haar presentie. Het gekke was dat de indianentooi van Jeroen Willems stoorde omdat je hem maar gedeeltelijk zag. Toen hij de tooi had afgelegd, miste je deze wel weer omdat hij toch onderdeel was geworden van zijn personage. De acteurs en de muzikanten vormden een mooie eenheid ondanks dat er geen synthese is bereikt tussen Dowland en de indianen, waardoor het experiment en daarmee de voorstelling niet geheel geslaagd is.
Susan de Boer en Geertje van der Waaij Jeroen Willems kan prachtig melancholiek kijken en de muziek van Dowland was mooi. De indiaan in dowland bevrijden, het is een wat wonderlijke missie. Ik geloof dat ik er niet zo van hou als mensen zich als indiaan verkleden en met pijl en boog gaan rondlopen. Ik begreep het ook niet goed. Wat voegden die lichtbundels nou toe? Of het steeds weer omvallen van de muur? Sommige dingen vond ik grappig, bijvoorbeeld toen de Indiaan een verhaal aan het houden was en de muzikanten er steeds doorheen gingen spelen: ‘Jongens, wacht nou even met die muziek.’
Bertien Broekhans Flow my tears is geen concert en ook geen sterk verhaal. De muziek is in goede handen bij de muzikanten, en ook bij Willems en Scholten is Dowland in goede handen. De goede instrumentalisten zetten echter geen overtuigende acteerprestaties neer. Het stuk blijft daardoor erg fragmentarisch en onsamenhangend, doordat de scenes niet los en niet in verband tot een punt en verhaal lijken te komen. De anekdotes worden mooi gebracht, de teksten zijn vak intrigerend, maar hun bijdrage sijpelt weg in een afvoerputje dat nergens naar leidt. Het thema van de voorstelling blijft erg abstract en oogt ondanks alle details – die weinig duiding kregen – algemeen. Spel en tekst – hoe prachtig ook – vertellen niet samen met de muziek – eveneens prachtig – meer dan zichzelf. Mijn voortdurende verwondering slaat soms zelfs om in lichte irritatie dat ze elkaar niet weten te versterken. Ik had van deze voorstelling meer verwacht, misschien is dat mijn eigen valkuil.
Hubert Coenen Het is niet duidelijk wat de tekst met de liederen te maken had. zonder de voorbespreking en de info uit de maandagenda zou ik helemaal verwrd uit de voorselling zijn gekomen.Jeroen speelt op zijn eigen bekende manier met zijn oogopslag en de duetjes met marleen zijn geweldig ! hun stemmen passen heel goed bij elkaar. ze maken dan ook de liederen fantastisch.hele goeie muzikanten. Dankzij de mooie muziek is de voorstelling gered.
Paula Deurloo-Siblesz Hoewel de opzet zich traag ontrolde, was je als kijker wel zeer benieuwd naar wat dit stuk voor ons in petto had… Aan de vormgeving was beslist veel aandacht besteed, maar de regie liet ons toch wel erg lang raden, zonder dat je intussen echt in de sfeer werd opgenomen. Uiteindelijk valt dan een en ander wel op zijn plaats. Maar in een tempo dat je (mij in ieder geval) gaat tegenstaan. Dat heeft mogelijk, en misschien wel zeker, te maken met het tempo van de gekozen liederen, die trouwens prachtig werden gezongen. Ons was in de inleiding verteld dat Jeroen Willems al heel lang twee diepe wensen had: Om eens een indiaan te zijn en om met zijn
eigen stem als instrument van zang op het podium te staan. Naar mijn idee hebben de uitvoering van deze wensen een veel te zwaar stempel op dit stuk gedrukt. Het was Jeroen Willems voor al en alleen maar. En zodoende nog nauwelijks een theaterstuk, waarin je je wilde verplaatsen of je uitgenodigd voelde om dat te doen. Maar het zingen was prachtig! En leve de dappere vrouw die zich tegen het noodlot keert …
René van Dootingh Het was voor mij niet altijd helder waar het over ging. Uiteindelijk kan ik zeggen dat het over een man gaat die op zoek is naar zijn identiteit. Dit werd in een vreemde vorm gegoten, hij voelde zich indiaan, maar in de setting van een barokorkest. Jeroen Willems en Marleen Scholten zijn goede acteurs, die ook nog eens verdomd mooi kunnen zingen. De orkestleden/medeacteurs waren goede musici, en een vrolijke noot als acteurs.Het spel bleef me te vlak, het had meer dramatisch uitgewerkt mogen worden van mij.
Derk Hazekamp Indianen en de zestiende eeuwse muziek van John Dowland. Een aparte combinatie op z’n minst. Toch probeert De Veenfabriek om de twee bij elkaar op het toneel te brengen. Het komt nogal gekunsteld over in een voorstelling die het vooral van de vorm, muziek en zang moet hebben. Dat laatste kunnen we Jeroen Willems wel toevertrouwen. Hij draagt deze voorstelling op zijn eigen sublieme wijze. Maar verder blijft het een nogal abstract geheel, waarbij de diepere betekenissen van gemeenschap, het ergens bij willen horen vooral misplaatst lijken. Jammer is daarbij ook dat de muzikanten vooral dat waren, en geen bijster goede acteerprestatie neerzetten. Ze deden hun ingestudeerde dingetjes, maar vergaten dat je – wanneer je onderdeel bent van een voorstelling – moet blijven doorspelen. Misschien kun je deze voorstelling het beste met je ogen dicht bekijken.
Gerrit Jol Voorafgaande aan de voorstelling een inleiding, waarin werd verteld wat muziektheater is. De opera is gestolde traditie, hoorden we. In een musical verteld het liedje nog een keer wat we net gezien of gehoord hebben, maar in muziektheater daarentegen spelen acteurs en muziek hun eigen specifieke rollen, die ze ook nog eens van elkaar kunnen overnemen. Dat snapte ik: groot was mijn teleurstelling toen ik dat in de voorstelling absoluut niet terug kon herkennen. Een slap verhaal over een man, die zo graag Indiaan wilde zijn, ondersteund (als in de Musical) door een slap barok orkestje, waarbij ik lange tijd zat te wachten op het moment dat het “echt” zou worden. Dat moment kwam niet en de Indiaan ging uit als een nachtkaars. Wel aardig het decor, met de wand die af en toe omviel, waarachter ook het een en ander gebeurde, wat ook weer werd gevolgd door camera’s
Marijke de Jong
Een indiaan, muziek van een 16e eeuwse componist, een muzikant in een witte jas, die als een demente bejaarde over het podium scharrelt, een dame die ook zingt: alles bij elkaar was FLOW MY TEARS een onderhoudende voorstelling door de muziek – maar ik kon er eigenlijk geen kaas van maken. Achteraf las ik op de flyer waar het over ging, waarin ik het stramien herkende ‘een man en een vrouw trekken rond met een band’. Maar als ik dan lees “ (…) De boog kan niet altijd gespannen staan. Vernietiging dreigt. Maar zij is er ook nog. De vrouw van Kwekwekibiness. De amazone die in hun verleden de strijd tegen zijn alcoholisme aanvoerde. In haar dromen ontmoet ze de ander-‐dan-‐menselijken, en ze heeft hen iets beloofd. Ze wil blijven. Alles is gemaakt van tranen, maar haar liefde is een rots”, dan denk de makers wisten het zelf ook niet. Jammer van zoveel talent …
Janie Kropman
Het is bijzonder om te ervaren dat onder het mom van “muziektheater” je denkt weg te komen met een ratjetoe aan stijlen. Hoe je jezelf in deze wereld presenteert, daar gaat het waarschijnlijk om in dit ( saaie!) stuk. Als Indiaan door het leven willen gaan is een keuze, maar daar dan een avondvullende voorstelling over willen maken is wat anders. Ik ervaarde geen enkele emotie bij het zien van dit stuk, anders dan verveeldheid. De enige positieve en aangename momenten waren die waarin de liederen van John Dowland ten gehore werden gebracht. Het stuk was helaas niet aan mij besteed, jammer.
Christien Modderman Zeer gelaagde voorstelling, waar muziek, beeld en tekst zozeer strijden om de aandacht dat het geheel overkomt
als een versnipperde prent, stukjes zijn te herkennen, maar waar is de samenhang? Waar gaat het heen? Opnieuw voel ik me als toeschouwer in het nauw gedreven: de makers hebben maanden aan deze voorstelling gewerkt, scenes uitgeprobeerd, stukken gehandhaafd, stukken verworpen, gepraat, gefilosofeerd, overwogen en gekozen, en ik krijg anderhalf uur de tijd om deze artistieke vloedgolf te ondergaan, te begrijpen, te analyseren en er tenslotte een mening over te formuleren. Een zoektocht naar authenticiteit, een hype op het moment. “ De Indiaan in Dowlands muziek voelbaar te maken”, is de taak die Willems zegt te willen uitvoeren. Mij is het niet helemaal gelukt hem daarin te volgen. Ik vond Dowlands muziek prachtig. Meer dan prachtig. Melancholiek en onderdanig, naar de smaak van zijn tijd. De overgangen naar wat ik dan maar, bij gebrek aan kennis over het onderwerp, het huilen van Indianen noem, vond ik heel erg knap en verrassend. Was het daar maar bij gebleven. De spanningen tussen de personages, hoe filosofisch geladen ook, konden mij minder boeien. Identificatie met de ander, met het “slachtoffer”, de essentie van het leven zoeken in de droom, de vlucht in de verbeelding versus trouw aan de werkelijkheid, eerlijk of modieus verlangen naar de dood, ik kon mij niet vinden in de vorm waarin de antwoorden gezocht werden.
Anjo Schaap
Een uiterst plezierige inleiding over muziektheater deze avond. Onderhoudend, leerzaam en met humor. Daar werd ik erg blij van. Van de voorstelling werd ik overigens ook blij. De combinatie Veenfabriek/ Wunderbaum leidde al tot tamelijk hoge verwachtingen. Daarin werden we niet teleurgesteld. Goede (af en toe ingewikkelde teksten) mooie muziek, een boodschap om over na te denken. Wat gaat er voor: het individu of de groep? En is er binnen de groep/samenleving wel voldoende ruimte voor individualisme? Ach, waren er maar meer indianen…..Na afloop stond ik bij de tramhalte met een koppeltje dat de voorstelling ook gezien had… ‘Ik vond het wel een beetje Parade’, sprak zij weifelend…. Zelf heb ik weinig Parade-‐ervaring, maar wel veel Oerolervaring. Mijn leukste 10-‐daagse van het jaar. En als ik zeg: ‘ik vond het best wel Oerol’, dan is dat bedoeld als groot compliment.
Martien Vogelezang Flow My Tears is een muziektheater voorstelling waar het echt alleen maar om muziek draait. Muziek die op het toneel gebracht wordt door muzikanten-‐zangers-‐acteurs. Het toneel element is het enkelvoudige gegeven dat het indianen zijn die gespeeld worden en de muziek is hoofdzakelijk van Dowland een componist zanger van rond het jaar 1600. Twee gegevens die niet s met elkaar te maken lijken te hebben en dat blijft ook zo als alleen dat ze de ingrediënten zijn van deze voorstelling van De Veenfabriek. Het kan niet meer zijn dan een droom die maar eventjes waar wordt hier op het toneel, waarin we mogen genieten van het vrije en ongedwongen spel op klavecimbel, keyboards, blokfluiten grote en kleine, contrabas en gitaar. De verhaallijn is er eigenlijk niet, liefde is er wel. Tussen de zanger-‐indiaan en de zangeres-‐indiaan is een diepgaande maar verder onbegrijpelijke relatie tussen de zanger-‐indiaan en de klavecinist is er een wat gelijkhebberig verschil van mening wat verder niet ter zake doet maar alleen enkele handelingen en het schieten met en pijl en boog nog wat teksten losmaakt. Enige echte vormen die gekozen zijn betreffen het thema "Indianen" en "Muziek van Dowland". Daaromheen is een waas of meer een droom die voor de kijker interessant blijft door de sterke persoonlijke aanwezigheid van de acteurs-‐muzikanten. De uitvoering van de zang door de twee acteurs is op het niveau van de goed geoefende amateur en datzelfde geldt voor het spel als indiaan van de muzikanten. Hiermee wordt de imperfectie het aandacht-‐pakkende element en dat is voor de kijker wel weer heel gemakkelijk en comfortabel om zich in in te leven en mee te laten voeren door het muziekspel. Een heerlijk ongecompliceerde voorstelling vol prachtige gevoelige melancholische muziek over een diep gedroomd verdriet. We zijn niet Indiaans en zijn niet in het zeventiende eeuwse Engeland van Dowland.
Theo Akse In Flow my tears onderzoekt De Veenfabriek de verhouding van het individu tot de gemeenschap. Uitgangspunt voor het muziektoneelstuk is de muziek van de 16e eeuwse Engelse componist John Dowland. Dowland kreeg in Engeland niet de waardering die hij verwachtte, maar daarbuiten wel. Hij bracht dan ook een groot deel van zijn leven buiten Engeland door, maar bleef verlangen naar zijn geboorteland. Een verlangen dat in zijn muziek doorklinkt. En deze muziek is het leidmotief voor het hoofdpersonage in het stuk, een toneelindiaan, die iets te veel is gaan geloven in zijn personage. Als wannabe indiaan creëert hij zijn eigen wereld, daarbij flink geholpen door zijn geliefde. Onder de ruimhartige regie van Paul Koek gaan acteurs en musici aan de slag. Spel en muziek brengen de gevoelens van verlangen en verlatenheid poëtisch en subtiel tot uiting. In een organisch spel raken zij in elkaar vervlochten, vullen elkaar aan en geven commentaar op elkaar. En zo zijn we getuige van de Werdegang van onze indiaan. Waar aanvankelijk nog sprake is van werkelijke weemoed, verschuift dit langzaam naar een cliché, ja zelfs karikatuur. Sterk naar voren gebracht in een tekstgedeelte dat eerst gemeend geacteerd
wordt, maar direct daarop als opgelepelde tekst herhaald. Het maakt de kunstmatigheid van de indiaan des te schrijnender. Vanaf dat moment beginnen de gevoelens ook te knarsen, en vallen de personages één voor één uit hun rol terug naar wie ze werkelijk zijn. Ook de vormgeving doet hierin mee. Van de videoprojectie van de paardrijdende indiaan, tot het omvallende decor, waardoor letterlijk een blik wordt gegund op wat er zich achter de schermen van de menselijke ziel afspeelt. Aanvankelijk wordt nog gepoogd de schijn op te houden, maar met die schijn creëert de mens ook zijn eigen spleen. Dan maar liever de naakte werkelijkheid, dan een karikatuur zijn. En met het verlies van de illusie, gaat ook de verwondering verloren, een vermogen om het paradijs in de ander te zien. Wat blijft is de werkelijkheid: in het laatste (video)beeld rijden de indiaan en zijn geliefde te paard het beeld uit een oer-‐Hollands polderlandschap in.
Eveline van Beek-Hazenberg Een muziektheatervoorstelling rond muziek van de 16de eeuwse componist John Dowland, het verhaal van een indiaan die geen indiaan is en de vrouw die hem inkapselt in haar liefde. De muziek raakt me. De intensiteit van het spel en de tragiek van de indiaan vormen een mooi contrast met de viriele vrouw, die erg begaan lijkt te zijn van de crisis in haar man, maar je kan je goed voorstellen dat door haar hoge eisen en claimende liefde elke man in haar omgeving impotent wordt. Zij is het middelpunt van de voorstelling. Zij kan bloeien doordat hij weifelt. Ze weet precies wie hij is: ´hij is een jager´ en ´hij hoort bij mij.´ Prachtig hoe deze voorstelling boven zichzelf uitstijgt en universele thema’s in de muziek verwerkt.
Tilly Bertling Grappige opkomst. Doet denken aan Old Shatterhand en uiteraard hilarisch met de haartooien van zijn collega indianen die vervolgens de oude instrumenten bespelen. Jeroen (John Dowland) voelt zich helemaal indiaan en zijn omgeving doet erin mee. Hij maakt een sombere , matte indruk . Later begrijp je uit het verhaal dat alcohol hier debet aan is. Prachtige dictie en de momenten van zang zijn mooi, niet altijd zuiver, maar intiem gezongen door de beide hoofdrolspelers. Zo nu en dan traag, wat wel bij de muziek past , maar het leek of men nog zocht naar een andere vorm Ik had nog wel extra tekst en een climax gewild, maar de wilde lelijke muziek aan het eind betekende ws alleen, dat Dowland een hekel heeft aan nieuwe muziek en zich wil koesteren in indianen gezang en lamenteren.
Theo Hesselink Hier heb ik geen affiniteit mee; een stortvloed van geluid, sentimentele indianenliederen, betekenisloos gebrabbel. Het heeft mij niet geboeid, niet ontroerd, niet geinteresseerd, niet geamuseerd, niets.
Brigitte van Mulken
Zowel tijdens de voorstelling als tijdens het nagesprek met toneelkijkers vroeg ik me af wat de boodschap van dit stuk wel mocht zijn. Hier kwam jammer genoeg geen antwoord op. Tekst en handelingen leken als los zand aan elkaar te hangen en ook de zang viel tegen. Het decor gaf ook al geen antwoorden en de musici leken er soms wat verdwaald bij te zitten. Iedereen heeft ongetwijfeld heel erg zijn best gedaan, maar de regie is dusdanig in gebreke gebleven dat er geen touw aan vast te knopen was. De titel is eigenlijk nog het beste deel van de voorstelling. Flow my tears, om te huilen…..!
Marjan Oosterwijk Wat mij betreft een mislukking deze voorstelling. Kamermuziek is op zich prachtig, maar de combinatie met de indianenact deed het voor mij niet. Te lang, te saai, valt ook het decor nog om en ik vraag me nog steeds af of dit zo hoorde of niet. Niet aan mij besteed deze combinatie van muziek en spel.
Rudy Ramondt
De bandleden komen op verkleed als indianen met zwarte pruiken en leren lintjes aan hun kleding. De bassist draagt zijn strijkstokken in zijn pijlenkoker en de hoofdman draagt een enorme verentooi. Maar ze kijken allemaal somber en lijken niet gelukkig met hun situatie. Behalve de vrouw van de hoofdman, die trots uitlegt dat haar man een krijger is en dat ze deze andere indianen hebben ontmoet op een indianenbeurs in Den Bosch. Sindsdien treden ze samen op. De indianenoutfit en de band blijken voor de twee slechts een manier te zijn om de alledaagse werkelijkheid te ontvluchten, om ergens bij te horen. Voor en achtertoneel zijn gescheiden door een wankele wand en worden met elkaar verbonden door videoprojecties. Leuke vondst zijn de indianenkostuums en pruiken en vooral als de muzikanten in het tweede deel in dierentooien opkomen. Er wordt met enorme contrasten gespeeld. Die bewegen zich tussen het stille
commentaar, de sereniteit van de muziek, de beladenheid van de teksten en de theatraliteit van de personages. Dat is vaak amusant maar vergt ook een voortdurende aanpassing en omslag voor de toeschouwer. Het was mij allemaal een beetje te ver gezocht en ongeloofwaardig. Wel grappig die geleidelijke gedaante wisselingen, maar de diepere betekenis daarvan is mij helaas ontgaan.
Heleen Wagenaar Van dit theaterstuk begreep ik niets, ik had beter wel naar de introductie kunnen gaan. De muziek vond ik mooi, maar of dat de bedoeling is, weet ik niet. Het decor was grappig. Er zat ook voldoende beweging in het stuk, wat mij gelukkig wakker hield. In het geheel van goede toneeluitvoeringen vond ik dit een misser, ondanks de goede recensies.
Lebensraum ~ Jakop Ahlbom Gerda Heethuis Ik wist wat mij te wachten stond. Zijn vorige voorstelling, Vielfalt, heb ik ook gezien Toen verliet ik de zaal in een soort trance: “Hoe is dit mogelijk? Waar komt deze elasticiteit vandaan, Wat een geweldige trucages, enz., enz. Want woorden schieten te kort. Vanaf het begin van de voorstelling word je meegezogen in een wereld van illusies, onmogelijkheden, fantasieën. Alle handelingen tot in de puntjes voorbereid en uitgevoerd, in een zeer hoog tempo voorgeschoteld, het gaat maar door en het verveelt geen seconde. Een voorstelling die jou als bezoeker, overrompelt door alles wat je ziet gebeuren, de meest onwaarschijnlijke, hilarische gebeurtenissen op het toneel vlak voor je. Een groot compliment, a: voor de spelers, b: voor de regisseur. De voorbespreking, met vertoning van korte filmfragmenten van Buster Keaton, was verhelderend en deels herkenbaar in deze unieke voorstelling. Wanneer komt de volgende voorstelling? theater Ik kan niet wachten.
Walther Scheffer I create my own World zingen de muzikanten – gekleed als behang -‐ in deze fysieke komedie, geïnspireerd op de stomme film The Scare Crow van Buster Keaton -‐ Nooit zo'n buigzame vrouw/pop gezien als Silke Hundertmark – geweldig! De voorstelling Lebensraum van Jakop Ahlbom en (de muzikanten van) Alamo Race Track is een productie die wereldwijd gespeeld kan worden. De zweefduik door het portret van Buster Keaton leek me een kantelpunt in de voorstelling , hahaha , maar vooral is dit een voorstelling om met open mond en de ene lach na de andere te bekijken. Wereldklasse ! Ik weet niet of Jakop Ahlbom de komende jaren als “publiekslieveling” nog naar Thas terugkomt , mij lijkt het dat hij met zijn voorstellingen wereldwijd welkom is. Alle acteurs zijn in deze productie onwaarschijnlijk goed bezig , maar naar Silke Hundertmark , gaat mijn enige 10+ van dit seizoen .
Lineke van der Velden Waanzinnig eigenzinnig en creatief theater. Ik vond het spel fenomenaal. Wat een vaart en wat een ingenieuze vondsten in vormgeving. Het enige minpuntje vond ik de zang. Terwijl de muziek versmolt met het spel was de zang bij tijd en wijlen zo dominant aanwezig dat het me stoorde. Het leidde me af van het waanzinnig goede mimespel dat van begin tot eind wist te boeien en een uitgekiende spanningsboog neerzette.
Elly Asscheman Wat een verrassende voorstelling. Geen saaiheid of teveel voorspelbaarheid. Alle elementen van een multimedia voorstelling zijn vertegenwoordigd en hoe. Onopvallend was het niet spreken: Er was genoeg te zien en te beleven. Prachtige start met muzikanten gehuld in het patroon van het behang, bewegend 'ontbijt' met fles in de goeie richting gemikt. Acrobatische toeren van de spelers met een uitmuntend vertolkte 'poppen act' van de interieurverzorgster. Muziek was passend. Smaakgevoelig is de zangtechniek (schelle stemklank). Natuurlijk was er wel een cliche: de pop die niet voldeed, dus geopereerd moest worden. Het bekende element van Jakob Ahlbom, n.l. alle bewegende delen en verdwijnende mensen daarin blijven leuk. Hoogtepunt was de verdwijntruc door het lichaam van de 'nep werkster'. Kortom een heerlijk bewegend stomme theatervoorstelling, een echte aanrader.
Fred Brandt
Het begin van de voorstelling is direct spannend. Je gaat op het puntje van de stoel zitten. Twee mannen, witte gezichten , gaan nadat zij zijn ontwaakt, zitten aan een lange tafel. Ze zitten tegenover elkaar. Het ontbijt kan beginnen. De ene man gooit achteloos de borden , het bestek, de glazen over zijn rug naar de andere man. Via een ingenieus systeem van touwen en katrollen worden het zout en peperstel, flesjes drinken vanuit een buffet naar de twee heren geslingerd. Ook het treintje met een mandje brood dat over een railsje op de tafel loopt is prachtig om te zien. De dame die binnen komt is eerst een pop en later een mens. Silke Hundertmark speelt de rol als robot op een schitterende manier. Het verhaal gaat eigenlijk nergens over maar Ahlbom weet, geïnspireerd door Buster Keaton en de stomme films uit de jaren 20 ,een fantastische sfeer te scheppen op het podium. Van de eerste tot de laatste minuut blijft het vertoonde spel boeien.
Liesbeth Hazekamp Een wervelende show met absurde en hilarische elementen. Geweldig knap zoals de spelers hun lichaam kunnen beheersen. De muziek onderstreepte de diverse handelingen en door de inpassing in het decor vormden de
muzikanten letterlijk uitstekend in het geheel. Meesterlijk.
Els Moonen van Lith prachtige gestyleerde acts, en dat zo verfijnd op de milimeter uitgevoerd. Twee en toch een veelvoud van personnages voorstellend naar zijn grote voorbeeld Buster Keaton, dat bekoord blijkbaar.En als Jacob Ahlbom in zijn rol is lijkt hij een techneut een designer. Bij hem is alles is multifunctioneel. De snelheid de ontwapende nooit uit de strakke rol vallende mimiek van beide spelers maakt dat je totaal geboeid de surrealistische schoonheid ervaart en de verbluffende acrobatische manoevres blijft volgen.De Alamo Race track hoort er helemaal bij. Ongekende bewegingen en de invloedrijke" dame"Ook hier staan wij voor raadselen. Een tijdloos stuk maar onnavolgbaar denk ik en dan hoop je maar dat ook hiervan een film gemaakt is. Grote Kunst .[ Een klein puntje, halfweg meende ik even wat veel herhaling te bespeuren]
Heleen Sissingh Een fantastische voorstelling. Heel mooi, en technisch heel knap. Ik zat zo geboeid te kijken en te genieten dat ik pas later over het verhaal ging nadenken -‐ en de titel begreep -‐ en merkte dat al die acrobatiek ook iets vertelde: als de kamer te benauwd wordt ga je het raam uitspringen. Al die acrobatiek en grappen beschouw en waardeer ik als een mooie tekst. Het begin is rustig maar leuk: het eetgerei hangt aan de zolder, heel handig, en het levert ook een leuk spel met touwen op, geestig en knap. Daarna komt de heftige acrobatiek: de twee bewoners buitelen over elkaar heen. en botsen tegen elkaar op; en gaan door het behang. Deuren draaien om en in en uit in wervelende scenes; als er maar een deur is, kan dat niet anders; en de twee bewoners moeten wel tegen elkaar oplopen. Wat een regie om al die "gevechten" goed te laten verlopen. Hoewel ze de kamer ontvluchten kunnen ze er ook niet buiten; dat zeggen de draaiende deuren mij. De acrobatiek, hier dus het spel, was geweldig; maar ze speelden ook heel mooi heren uit een stomme film van Buster Keaton. De werkster-‐pop was grandioos. Hoewel ik gewaarschuwd was door de etalagepop in "Gevallen van alledaagse waanzin", twijfelde ik toch: wel of geen pop? Haar mimiek was geweldig, en passend. Hoe kun je je zo stijf houden en toch meegaan in die buitelingen? Het decor was heel terecht dat uit een stomme film. Een leuke vondst dat het pak van de twee muzikanten gelijk was aan het behang. In dat leuke geheel waren er nog uitspringende gebaren, bv.: als de werkster de twee borden tegelijk neerzet. Nog een accent; dat de piano ook een bed is , is niet alleen leuk maar ook noodzakelijk in een kamer Lebensraum. Aan het eind wordt het toch te benauwend en gaat het behang aan flarden. Als climax , mooi voor het laatst bewaard, vliegt er dan eentje door een scherm ! Kortom: prachtig en zeker niet zonder betekenis.
Anne-Mieke Akkermans Als de voorstelling begint zien we een bed met twee gestalten. De achterwand is bekleed met bloemetjes behang, overal hangen lampen. Als je goed kijkt ontwaar je tegen de muur twee figuren in pakken van dezelfde stof. Als de mannen zich los gemaakt hebben van de muur gebruiken ze allerlei instrumenten. Jacop Ahlbom heeft zich voor deze voorstelling laten inspireren door het werk van Buster Keaton, een fenomeen van de stomme film. Bij de inleiding vooraf zijn korte fragmenten van zijn werk vertoond waardoor je ook makkelijk die link kunt leggen. In dit stuk wordt, net als in de stomme film, geen woord gesproken. Wel is er de muziek die mee het verhaal vertelt. Uit het bed komen twee mannen. Het bed wordt weg geklapt en het bed wordt dan een piano met kast. De mannen worden jaren 30 mannetjes. Op een surrealistische manier wordt een lange tafel gedekt. De mannen zetten zich aan tafel tegenover elkaar. Er wordt aan allerlei katrolletjes gedraaid waardoor voorwerpen op een onverwachte manier in beweging komen. Op die manier wordt de tafel gedekt en daarna weer afgeruimd. De timing daarbij is geweldig. Ze gaan daarna aan het werk met het maken van een pop die een eigen leven gaat leiden. Je vraagt je als kijker af is dit nu een pop of toch een mens. Er volgen allerlei onnavolgbare acrobatische toeren en verdwijn-‐ en verschijntrucs met surrealistische effecten zoals vaker in werk van Jacob Ahlbom is te zien. Dit vind ik wel zijn tot nu toe beste voorstelling door de goed getimede effecten, de acrobatische toeren en het consequent volgehouden goed gemimede fysieke spel. De live muziek versterkt het geheel.
Renée Besteman Magische slapstick De voorstelling Lebensraum van Jakop Ahlbom in samenwerking met Alamo Race Track is visuele en muzikale kunst op hoog niveau. Er valt ontzettend veel te zien in het ingenieuze decor waartegen de muzikanten met hetzelfde pak aan als het behang, in eerste instantie wegvallen. De spelers lijken van elastiek en de vondsten zijn talrijk. Zo hangen de benodigdheden voor het ontbijt aan de waslijn en belandt de fles water door een zandzak als contragewicht vanzelf weer in de ijskast die ook boekenkast is maar ook als uitgang gebruikt wordt. De pop die binnen wordt gebracht, ziet er helemaal als een echte pop uit, en alleen omdat je de
dansbenen van Silke Hundertmark herkende, weet je dat het geen pop kan zijn. De snelheid en de finesses van de ontmoetingen tussen de twee mannen en hun mechanische metgezel zijn duizelingwekkend van timing en onweerstaanbaar komisch. De truc met het verdwijngat aan het eind van de voorstelling lijkt pure magie. De films van Buster Keaton, die als inspiratiebron dienden, kunnen hier niet tegenop.
Susan de Boer en Geertje van de Waaij Geweldig, wat een timing weer bij deze voorstelling van Ahlbom. Er moet ook niks misgaan, want dan krijgen de acteurs een fles tegen hun hoofd of ze komen verkeerd terecht. Het verhaal van de voorstelling komt neer op Pygmalion meets de tovernaarsleerling. Twee samenwonende heren nemen een werkster in dienst. Een pop die tot leven wordt gewekt en steeds sneller en met grotere gebaren aan de slag gaat, tot het appartement een puinhoop is. Geinspireerd op Buster Keaton, In de voorbespreking hadden we filmfragmenten van deze legendarische filmacteur gezien en in de voorstelling waren er volop verwijzingen en citaten. Aan de muur hing bijvoorbeeld een Buster Keaton-‐portret. Verder veel vallen en duikelingen, door muren heen springen en filmische grapjes zoals het schoonpoetsen van het raam en aan het eind natuurlijk dat het decor in een bos veranderde. Knap gedaan, ik snap nog steeds niet hoe iemand dwars door een acteur heen kan springen. Buster Keaton sluit ook goed aan bij de manier waarop Ahlbom werkt. Wel wordt het op onderdelen een beetje voorspelbaar. Maar het blijft een genoegen om naar te kijken.
Bertien Broekhans Een kamer, een bed, een bank, een tafel en twee stoelen. De muziekanten komen uit het donkerbruine behang tevoorschijn. Twee mannen leven in deze kleine kamer. Geen beweging te veel, geen woord uitgesproken. Hun leven en bewegingen zijn perfect op elkaar afgestemd. Samen werken ze aan een mechanische werkster. Zij moet de plant water geven, de vloer dweilen en de mannen verzorgen. De inspiratie van de stomme films van Buster Keaton uit de jaren ’20 is te lezen van de gezichten van de mannen en de prachtige slapstick die zij uitvoeren. Keaton liet niets aan het toeval over en ook Jakop Ahlbom, Reiner Schimmel en Silke Hundertmark hebben elke grap en truc in hun vingers. Zij brengen, net als Keaton hun virtuoze acts met een vrijwel emotieloze uitdrukking. Indrukwekkend is hoe Hundertmark, die de mechanische werkster speelt, met zich laat sollen. Schijnbaar met het grootse gemak laat zij zich in bochten buigen, tillen, vallen en weer opstaan. Altijd met een lief poppenlachje op haar gezicht. Het decor is een ouderwetse kijkkast, maar dan met briljante mogelijkheden. Mensen verdwijnen en verschijnen uit een kastje, door een raam of soms zelfs gewoon door een deur. Maar zelfs die deur heeft iets bijzonders. Lebensraum is net als de eerdere voorstellingen van Ahlbom een wonderbaarlijke combinatie van illusionisme, acrobatiek en slapstick. Ditmaal is het verhaal ondergeschikt aan het visuele sprookje. Helemaal niet erg! De muziek van de Alamo Racetrack is geen kabbelend jaren ’20 deuntje, maar net als de muziek bij de stomme film maakt het de voorstelling compleet; dankzij crowdfunding!
Hubert Coenen
Waar de tite lebensraum op sloeg is mij niet duidelijk. Het doet me denken aan een bekende oostenrijkse amateurschilder met een snorretje.........
Paula Deurloo-Siblesz Dat Ahlbom een publiekslieveling, kan ik mij voorstellen: Een mime-‐speler die acrobatiek en illusionisme op een niet-‐voorspelbare en prachtige wijze combineert. En vlak vooral in deze opzet zijn vrouw/partner niet uit: zij tegen-‐draagt m.i. dit stuk totaal. De openingsscene met de naar ieders maar vooral hun eigen grillen dansende onderdelen van een ontbijt is natuurlijk fantastisch. Dit zet meteen de sfeer en schroeft de verwachtingen hoog op. En dan volgt nog de introductie van “de pop”! De “pop” is verbluffend in haar uitvoering en m.n. in haar constant niet eenduidig zijn: is zij robot of persoon? Het spel dat zij neerzetten, tesamen met der dritte im Bunde, en waar zij zelf weer zo prachtig mee spelen, is meer dan vernuftig. De twee zich verplaatsende muzikanten geven wat lucht aan dit stuk. Ook al worden ze geacht weg te vallen tegen het behang. De Publieksprijs mag wat mij betreft dit jaar meer dan van harte naar de vrouw: Silke Hundertmark. Fantastisch.
René van Dootingh Dit was een heel bijzondere voorstelling, waarin twee huisgenoten waarbij een vrouwelijke pop die later veranderde in een robot om hun huishouding te doen, wat vreselijk uit dehand liep. dit ondersteund door twee muzikanten die vaak opgingen in het decor door op te gaan in het behang. Het was een virtuoze voorstelling Met heel veel grappige vondsten, en je reinste acrobatiek die heel ingenieus in elkaar zat en in een soms onwaarschijnlijk hoog tempo gespeeld werd. Sommige trucs vielen niet te verklaren. De pop die gespeeld werd
door Silke Hundertmark (?) werd zo onwaarschijnlijk goed gespeeld, dat er na de voorstelling een discussie ontstond of ze al die tijd deze rol had gespeeld, of dat er in het eerste deel van de voorstelling een pop was gebruikt. Soms hield ik m’n hart vast als er weer eens stevig met haar gesmeten werd, zo te zien soms baf! vol met haar gezicht op de tafel, maar de “pop”gaf geen krimp, de lach bleef onverstoorbaar op haar gezicht.
Derk Hazekamp Ahlbom blijft een buitenbeentje in de serie, met zijn tekstloos beeldingstheater. Maar wel een buitenbeentje dat volle zalen trekt en enthousiast publiek oplevert. Het is goed dat zijn nieuwe voorstelling Lebensraum, ondanks een mislukte crowdfunding actie, toch op tournee kan met twee muzikanten van Alamo Race Track. Nu krijgen we de voorstelling zoals hij bedoeld is: voor alle zintuigen feest. We zien uiteraard weer een genieus vormgegeven decor, nu met twee mannen die een klein huisje delen en daar vernuftige oplossing hebben bedacht voor hun ruimtegebrek. Alles lijkt prima in orde, behalve dat wat ons mannen compleet schijnt te maken: vrouwelijke zorg. Maar ook dat kan geregeld worden door de heren in hun witte jassen: een kleurrijke werkster wordt gefabriceerd, die aanvankelijk wat houterig maar allengs steeds enthousiaster haar taken uitvoert. Tot het een beetje uit de hand loopt… Het spel van Ahlbom, Reinier Schimmel en de verbluffende Silke Hundertmark is fantastisch. Met een vette knipoog naar de Buster Keaton slapstick wordt er met elkaar gegooid en gesmeten en zowel zeer groots als op de vierkante centimeter gespeeld (een enkele wenkbrauw doet al wonderen). De heren van ART dragen met hun muziek (en spel) wezenlijk bij aan de voorstelling die vol zit met verbazende trucs. Dat het feitelijke verhaal niet zo heel diep gaat is in dit geval niet heel erg. Lebensraum is Ahlbom ten top en bewijst wederom wat een genie hij is. De drie open doekjes na afloop waren meer dan terecht.
Gerrit Jol Een voorstelling op hetzelfde hoge niveau als wat we van Ahlbom gewend zijn. Buster Keaton’achtige slapstick met dezelfde bijna-‐ongeluk effecten in de beste traditie van de stomme film. Vooral de openingsscène aan de ontbijttafel, met de talloze mechaniekjes, die ontbijt benodigdheden binnen bereik brachten. Ik zou die scene nog wel eens met een stel jonge kinderen willen zien en hem dan de volgende ochtend moeten naspelen. Timing met meesterlijke magische illusionistische trucs:Ahlbom is daar ware een meester in. Schitterende voorstelling.
Marijke de Jong Ik heb genoten van de prachtige voorstelling van Jacob Ahlbom, en daarom krijgt hij voor alle componenten een 9. Fascinerend was de overgang tussen pop en danseres, de slapstickmomenten waren hilarisch en het decor was ingenieus. Toch als algemeen cijfer geen 9, maar een 7, omdat nu ik er veel later nog wat over wil/moet schrijven, merk, dat het niet beklijft heeft.
Janie Kropman Wij hebben als toneelkijkers mooie dingen van Ahlbom gezien, Dracula lastte hij af, dus ik was erg benieuwd naar zijn nieuwe productie. Ahlbom heeft mij niet teleurgesteld. Wat een timing, wat een virtuositeit! Nartuurlijk kan je veel van de “trucs” tot in het oneindige oefenen tot ze zo goed als perfect zijn, maar dan moet je daarbij ook een verhaal te vertellen hebben. Dat lukt heel goed in Lebensraum. Veel te zien, verrassende wendingen, prachtig en inventief gemaakt decor, ook het predicaat “jeugdtheater” in een NRC recensie kon ik begrijpen. De live muziek was zeker een positieve toevoeging ( leve de bingoavond!!) en Silke Hundertmark was weergaloos ongelofelijk knap als robot! (Deed me ook een beetje denken aan “De Vriendin van Harry” van Golden Palace). Ik hoop dat Ahlbom nog veel meer stukken gaat maken, ik zal ze zeker gaan bezoeken.
Sylvia Leenheer Jakop Ahlbom liet zich voor deze voorstelling inspireren door de openingsscene van de film ‘Scarecrow’ van Buster Keaton. Ik denk dat als Buster Keaton deze voorstelling had kunnen zien, het zeker zijn goedkeuring han kunnen verdragen en hij zlefs trots zou zijn geweest. ‘Lebensraum’ is fysiek theater, slapstick, klucht, acrobatiek en illusionisme op hoog artistiek en theatraal niveau. Alle theatermakers die heel veel tekst in hun voorstellingen gebruiken, zouden deze voorstelling moeten zien. Om te ervaren hoe je zonder tekst een geweldige voorstelling neerzet, door goed fysiek te acteren, muziek te integreren in het spel en gebruik te maken van een vernuftig decor. De totale tijdsduur van de voorstelling was goed. Het gevaar bij dit soort stukken is namelijk dat je denkt ‘dit trucje heb ik al eens gezien’ en dat het gaat vervelen. Dat was hier geenszins het geval. Iedere keer als je zou kunnen gaan denken, nu kan het niet beter, kwam er weer een nieuwe truc uit de goochelhoed die nog beter was. Tot de laatste minuut verrassend. Technisch heel knap in elkaar, zowel qua decor als in spel, maar
tegelijkertijd ook onderhoudend en komisch. Surrealistisch decor met technische vernuftigheden. Zeer strak geregisseerd, wat ook nodig is met zo’n technische voorstelling, waar timing heel bleangrijk is. De uitstekende muziek van Alamo Race Track gaf emotie aan het spel en was toepasselijk bij de scenes. Groot compliment voor Silke Hundertmark. Erg knap hoe ze de fysiek van de pop (bijna) heel de tijd vast wist te houden.
Brigitte van Mulken Jakop Ahlbom laat zich weer eens van zijn beste kant zien. Met onverstoorbare gezichten ( ze vallen geen moment uit hun rol) laten twee vrienden/uitvinders zich inpakken door een pop die ze zelf gemaakt hebben. Het is uit met het rustige leventje, ze gaan voortaan vechtend door het leven. Als de pop eenmaal in beeld komt blijkt dat vooral zij uitblinkt in fysiek vakmanschap. In het multifunctionele decor met zijn vele luikjes en andere ontsnappingsmogelijkheden gaat de hele trukendoos van het gezelschap open, rustig gade geslagen door de grootmeester himself, Buster Keaton. Ik zag zelfs iemand dwars door iemand anders heen door de achterwand wegduiken. Ook goochelen zit al jaren in het pakket. Alamo Race Track, de twee muzikale begeleiders, klonk aanvankelijk nogal metaalachtig (expres?), maar verder paste de muziek naadloos bij de voorstelling en vormde daar een hele mooie aanvulling op. Wat de betekenis van het bos aan het einde van de voorstelling was is me een raadsel, en ook daarin herken je Jakop Alhbom. Ik herkende trouwens wel meer grappen en trucs, het lijkt erop dat hij in herhaling begint te vallen. De uitvoering is echter zó fantastisch – ze moeten heel veel geoefend hebben! – dat je ze dat onmiddellijk vergeeft.
Martien Vogelezang
De voorstelling Lebensraum zien, is echt een avond vol verrassingen, vol acrobatiek, slimme decors, uitgestreken gezichten, wat suffe muziek, echt een kant en klaaar goed doorgewerkt product. De inhoud, het verhaal blijft toch wat gratuite, waarom al die trucs? De tovenaarsleerling, de zelfgecreëerde ramp zou het motief kunnen zijn, maar komt er niet echt uit. Het geheim van de dubbelganger, de dubbele niet uitgesproken waarheid geeft het verhaal meer ruggengraat. De twee mannen zijn zo op elkaar ingesteld dat ze bijna samenvallen inwisselbaar zijn. Als makers van de schoonmaakhulp die alles wat ze eerder bedacht hebben kan bedienen en opruimen, komt tot leven. In de relatie met de twee mannen en de muziek van de twee muzikanten komt ook zij tot verdubbeling, net zo als alle leven, om maar te beginnen met onze basis de bacterieën, zich eenvoudigweg steeds verdubbelt. Een boeiende voorstelling, die je mooi boven de werkelijkheid uit laat fladderen.
Franca de Vries Het stuk speelt zich af in een kamer, waar van alles gebeurt op een vreemde en onverwachte wijze. Deuren gaan open op plekken waar je het niet verwacht, er zijn dubbele bodems, tuimelluiken etc. Meubels worden op verschillende wijze gebruikt, bv een bed wordt piano, er wordt gegoocheld etc. De muziekanten lijken behang en vallen daardoor in eerste instantie niet op. Het stuk is geïnspireerd door Buster Keaton, over wie wij vooraf een inleiding hebben gekregen via filmmateriaal. Het spel bestaat uit acrobatiek, illusionisme en doet allemaal erg slapstick aan. Er wordt fantastisch geacteerd door de 2 mannen met uitgestreken gezichten, door een vrouwelijke pop, die tot leven komt en het geordende leven van de twee heren in de war schopt. De muziekanten zorgen voor een mooie sfeer. Ik heb genoten van het gegoochel, de onverwachte verrassingen, het gespring, het verdwijnen en op andere plekken tevoorschijn komen. De knappe bewegingen van de pop. Kortom het was een feest!
Theo Akse Lebensraum was een hommage aan Buster Keaton. Lebensraum was dan ook geen gesproken, maar een zeer fysieke voorstelling. Een alsof het een voorstelling uit het stomme filmtijdperk betrof, live van muziek voorzien. Technisch was er niks mis met de voorstelling. De slapstick en de acrobatiek waren tot in de puntjes uitgedacht en uitgevoerd. Ook de muziek was er op de juiste momenten. Maar het wilde toch geen theatervoorstelling worden. Daarvoor bleef het te zielloos. Want waar het in de film werkt door de mogelijkheid van close ups (van Keaton’s pokerface), en er contact met het publiek ontstaat en inleving mogelijk wordt, ontbrak dat hier. Het was een afstandelijke verzameling van valpartijen, sprongen, vernuftigheden met het decor en wat al niet meer, die in een circus absoluut niet zouden misstaan. Maar nu werd het al snel een trucje: weer een ingenieuze val of duik door de muur. Het (spel met het) decor was dan nog wel aardig. Eigenlijk was de tekst nog het meest vermeldenswaard, juist door het ontbreken ervan. En nieuw was het allemaal ook niet. Het was allemaal al een keer gedaan, al was het door Buster Keaton. Deze deceptie kwam mede door de titel ‘Lebensraum’. Een dergelijke titel roept toch ernstige, zware associaties op, en leek die ook te gaan waarmaken gezien het thema,
twee mannen die een beperkte ruimte delen. Maar het bleef bij tweedimensionaal gehakketak tussen de personages. Gezien de aard van de voorstelling was ‘Spielraum’ een passender titel geweest. Want dat was het vooral, Spielerei, weliswaar van een hoog niveau, maar toch Spielerei. Nee, voor toneel of een dieper inzicht hoef je deze voorstelling niet te gaan zien.
Eveline van Beek-Hazenberg Een muziektheatervoorstelling rond muziek van de 16de eeuwse componist John Dowland, het verhaal van een indiaan die geen indiaan is en de vrouw die hem inkapselt in haar liefde. De muziek raakt me. De intensiteit van het spel en de tragiek van de indiaan vormen een mooi contrast met de viriele vrouw, die erg begaan lijkt te zijn van de crisis in haar man, maar je kan je goed voorstellen dat door haar hoge eisen en claimende liefde elke man in haar omgeving impotent wordt. Zij is het middelpunt van de voorstelling. Zij kan bloeien doordat hij weifelt. Ze weet precies wie hij is: ´hij is een jager´ en ´hij hoort bij mij.´ Prachtig hoe deze voorstelling boven zichzelf uitstijgt en universele thema’s in de muziek verwerkt.
Tilly Bertling
Indrukwekkende voorstelling waarin het gezelschap een perfect getimede slapstick film neerzet. De acteurs zijn erg goed op elkaar afgestemd, waardoor het soms zelfs op een film lijkt. Tussendoor voor mij toch ook een gemis aan tekst voor iets meer diepgang ? Ik bemerkte namelijk iets van verveling, waarvoor ik me geneer, daar het overduidelijk is dat er veel oefening en inspanning aan dit stuk vooraflaat.
Fea Boegborn
Briljant spel in een mooi vormgegeven fantasievol decor met zeer vele verrassende details! Een hele vrolijke voorstelling die doet uitzien naar een volgend spektakel van deze groep.
Theo Hesselink Lebensraum is een stuk zonder tekst maar wel met een verhaal vol verrassingen en met een mooi einde in het zonnige bos. Het wordt goed gespeeld met mooie effecten wanneer de één de ander volgt door muren en ramen of begluurd door een venster. Het is een perfect uitgevoerde slapstick, niet de dikke en de dunne maar de lange en de korte, soms bijna een ballet, misschien wat minder miraculeus en origineel dan Ahlbom's eerder werk.
Tiny Hielema Deze voorstelling van Ahlbom bracht voor mij niet de verrassing die ik bij een andere voorstelling van hem had. Knap gedaan allemaal, de acrobatiek, de vondsten, de effecten, maar helaas, te voorspelbaar allemaal. Ahlbom zal zich moeten vernieuwen om weer verrassend te zijn.
Marjan Oosterwijk Omdat de regisseur zich heeft laten inspiren door de films van Buster Keaton, was er eerst een inleiding door filmwetenschapper Rudi de Boer over het werk van Buster Keaton met bijbehorend filmmateriaal. Goed opgezet en met veel enthousiasme gebracht. Daarna echt genoten van de bijzondere voorstelling Lebensraum. Publieksprijswaardig! Hulde voor de acteurs of moet ik zeggen acrobaten / illusionisten. De actrice die de “pop” speelde deed dit met verve. Geweldig. Het decor was buitengewoon en de techniek maakten alle trucs waar. De muzikanten maakten het compleet. Helemaal goed dus.
Sjoerd Postma Een verrassing, van begin tot eind. Geen enkele keer voorspelbaar, maar steeds met een aparte wending werden de vele attributen, decor-‐fratsen en persoonlijke mogelijkheden ten volle benut. Een aaneenschakeling van grappen en grollen, zonder ook maar een kik te geven. Ik kan die talloze grappen en vele manieren waarop het decor gebruikt werd niet herhalen, maar blijf wel zitten met de illusie van de duikende man door man. Hier is een echte illusionist aan het werk. Halverwege kwam de levende pop op het toneel, wat wel weer erg deed denken aan “de vriendin van Harry, van Golden Palace” een beetje uitgekauwd gegeven, dat ik bij Golden Palace laag beoordeelde. Jakop Ahlbom maakte er echter een veel beter gespeeld en vindingrijk stuk van, juist zonder tekst (die bij Golden Palace ook nog slecht was). De inleiding van Rudi de Boer over Buster Keaton was een goed voorproefje, al was de werkelijkheid van de voorstelling veel verrassender. Bravo!
Hera Tseng
Heel geestig allemaal; luchtig avondje uit. De muziek was er erg mooi bij, de attributen waren geweldig en ingenieus. Je werd natuurlijk ook wel gefopt, of op een verkeerd been gezet, maar dat hoort erbij. Wat je ziet is niet altijd wat het is. Geweldig zoals de muzikanten wegvielen tegen het behang en dat de eenkamerwoning helemaal compleet was ingericht. Een beetje té was het groeiende schuim, waar niets mee gedaan werd. De inleiding met filmfragmenten van Buster Keaton was prima als opwarmer, en zeker met zo’n superenthousiaste fan van Buster Keaton. Hulde voor deze actie!
Heleen Wagenaar Geweldig wat een kunstenaars. Heel goede acteurs met een wervelende voorstelling, surrealisme ten top. Het was de hele avond genieten en lachen geblazen, een goede combinatie. Ik vond de voorstelling in grote lijnen goed, maar ook in de details. De actrice speelde bijvoorbeeld heel goed haar rol als pop die tot leven komt, maar het amusantste vond ik nog de bloem die elke keer ging bloeien als ze hem water gaf. Aan het applaus te horen wordt Jakop Ahlbom opnieuw de publiekslieveling.