Liberaal Utrecht Jaargang 57 Nr.403
September 2015
Van de voorzitter Optimisme Ik hoop dat u een goede zomer heeft gehad en de batterij heeft kunnen opladen voor het nieuwe (politieke) seizoen. We hebben de vakantieverhalen kunnen uitwisselen op de gezellige barbecue waarmee de VVD Utrecht traditioneel het politieke seizoen aftrapt. En dat deden wij – en ook dat is inmiddels al bijna een traditie – in de tuin van de altijd gastvrije familie Van Schie. Langs deze weg bedank ik Ernestine en André nogmaals voor de hartelijke ontvangst! Ik schrijf dit voorzitterswoord terwijl ik met een glimlach terugkijk op zondag 30 augustus. Want niet alleen de barbecue was meer dan geslaagd. Voorafgaand aan de barbecue mochten wij namelijk ruim twintig leden verwelkomen op de Nieuwe Ledendag! Het merendeel was ook daadwerkelijk nieuw lid, een kleiner deel was al langer lid en had besloten dat het tijd was om een kijkje te komen nemen. Ook hier heet ik ze namens de gehele afdeling van harte welkom bij onze club! De nieuwe leden zijn ontvangen in de Raadszaal van het Stadhuis, waarna zij in gesprek gingen met diverse Utrechtse VVD-politici en een rondleiding door het stadhuis kregen. Als klap op de vuurpijl hebben ze allemaal een korte pitch gedaan: achter het katheder van de raadszaal mochten zij in 1 minuut uitleggen waarom zij lid zijn geworden van de VVD en wat ze in Utrecht zouden willen veranderen. De kwaliteit van de pitches was bijzonder hoog. Dat belooft dus nog wat voor de toekomst van de VVD Utrecht. Voor het organiseren van deze geweldige dag met twee geslaagde bijeenkomsten danken wij onze activiteitencommissie, die in een nieuwe samenstelling vol energie vakwerk heeft afgeleverd. Het optimisme spatte van de dag en alle betrokkenen af. En daar word ik als voorzitter bijzonder vrolijk van. Voor mijzelf is het een gekke periode. Een verhuizing naar een nieuwe omgeving (Doorn), al is het om de hoek bij ons geliefde Utrecht, een nieuwe baan en een naderend afscheid van de VVD Utrecht brengt veel emoties en energie met zich. Het is een rare gedachte dat dit alweer mijn (op een na?) laatste voorzitterswoord is. Over een kleine twee maanden draag ik het stokje over aan mijn opvolger. Wie wij als kandidaat aan u zullen voorstellen, hoort u begin oktober van ons. U kunt 4 november in ieder geval met een stevig potlood noteren in de agenda: we hopen u dan namelijk te treffen bij onze Algemene Ledenvergadering. Gekke periode of niet, ook bij mij is het optimisme volop aanwezig. Het is namelijk een fijne gedachte dat iedereen misbaar is. Met zoveel kwaliteit en energie in onze afdeling is het moeilijk om de toekomst voor de Utrechtse VVD niet positief tegemoet te zien. Optimisme kenmerkt liberalen. Ik ben blij dat dit soort zekerheden in het leven nog altijd bestaan.
1
Jorrit Linders
Inleveren kopij voor jaargang 57 nummer 404 vóór 1 December 2015 naar
[email protected] Foto’s fractieleden door Fotograaf: Sebastiaan ter Burg
Penningmeester VVD Utrecht t.a.v. Judith Versteege Weerdsingel O.Z. 29 Bis 3514 AB Utrecht
Giften Giften aan de afdeling Utrecht kunt u overmaken op bankrekening nummer NL56RABO0394560612 t.n.v. VVD afdeling Utrecht te Utrecht.
Bestuurlijke informatie Bestuur Jorrit Linders Willemijn Hack Yoni Shem-Tov Judith Versteege Tom van der Maas Edwin Löring Martijn van Dalen
voorzitter vice-voorzitter secretaris penningmeester bestuurslid, politiek en zakelijk netwerk bestuurslid, opleiding en training activiteiten en permanente campagne
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
06 46056978 06 21124578 06 29400757 06 22903648 030 2100200 06 23739287 06 26032028
Wethouder Kees Geldof
Organisatievernieuwing, Publieksdienstverlening, Openbare ruimte en groen, Grondzaken, Leidsche Rijn, Erfgoed en monumenten.
[email protected]
Wijken: Vleuten - De Meern en Binnenstad
Gemeenteraadsfractie 2014-2018 Dimitri Gilissen Fractievoorzitter
[email protected]
Judith Tielen Vice-fractievoorzitter
[email protected]
Economische Zaken, Financiën, Internationale Zaken, Leidsche Rijn, Ruimtelijke Ordening (west), Stadspromotie en toerisme Wijken: Leidsche Rijn en Vleuten-De Meern (wijkcontactpersoon vanuit de raad)
Communicatie, Inburgering, Jeugd(zorg), Krachtwijken, Maatschappelijke opvang, Ruimtelijke Ordening (oost), Transitie langdurige zorg, Volksgezondheid, Welzijn, Werk en inkomen Wijken: Noordoost en Overvecht
André van Schie Raadslid
[email protected]
Bibliotheek, Cultuur, Dierenwelzijn, Duurzaamheid, Grondzaken, Kraken en leegstand, Milieu, Monumenten en erfgoed, Openbare ruimte en groen, Stationsgebied, Utrechts archief Wijken: Binnenstad en Zuid
Queeny Rajkowski Raadslid, secretaris/ penningmeester
[email protected] Willem Buunk Raadslid
[email protected]
Bestuursinformatie, Burgerzaken, Juridische Zaken, Ombudszaken, Onderwijs, Openbare orde en veiligheid, Organisatie, Personeel, Publieksdienstverlening, Veiligheidshuis, Wijkgericht werken en participatie Wijken: West en Zuidwest Regiozaken, Sport, Utrecht Vernieuwt, Vastgoed, Verkeer & mobiliteit, Wonen Wijken: Noordwest en Oost
Leden Provinciale Staten Arthur Kocken Jacqueline Vaessen Zohair el Yassini Neeke Eijsbroek Daniel Tuijnman
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
06 29543735 06 23095772 06 84909535 06 12916796 06 30440675
Redactie Liberaal Utrecht Irene Crul Bas Steunenberg Rinze Benedictus Maarten v.d. Wetering
hoofdredacteur contactpersoon bestuur redacteur redacteur
030 2731149 06 41367328
2
Europese topregio? Dan ontwikkelen mogelijk maken! In de Provinciale Staten hebben we het zomerreces benut om goed uit te rusten van het drukke eerste half jaar met verkiezingen en de collegeonderhandelingen. We kunnen er nu met nieuwe energie en frisse blik weer tegenaan. De staten starten na het reces met een nieuwe werkwijze. Die moet de staten minder laten vergaderen over papier en meer laten samenwerken met bedrijven, maatschappelijke organisaties, gemeenten en inwoners. Op voorstel van de VVD gaan we van vier naar drie Statencommissies en gaan we met duo-voorzitters werken. Jacqueline Vaessen volgt mij (als duo-)voorzitter op in de Statencommissie Ruimte, Groen en Water. Kadernota 2016: Hoe blijven we aan de top? Vlak voor het reces hebben we nog de kadernota behandeld. Die geeft de kaders voor de provinciale begroting 2016 aan. Bij die gelegenheid heb ik gewezen op het belang van ontwikkeling in denken en doen. Daar moet (letterlijk) ruimte voor zijn in onze provincie. We hebben nieuwe ideeën, innovatie nodig en de mogelijkheid om die in de praktijk te brengen. Anders blijven we niet de Europese topregio, Europa's (internationaal) meest concurrerende regio. Als liberalen zijn we niet bang voor verandering. Sterker nog, we juichen die toe omdat de wereld om ons heen verandert, en daar moeten we op inspelen. Het is essentieel om gezamenlijk met gemeenten, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en inwoners er aan te werken om Europa's meest aantrekkelijke regio te blijven. Die liberale ambitie staat in het coalitieakkoord en ook in de kadernota. In de Statenvergadering heb ik het college opgeroepen daar ook in alle portefeuilles en activiteiten handen en voeten aan te geven. De 'aansporingsmotie' die dat verwoordde is bijna unaniem gesteund. De Staten willen aan de slag. Hopelijk werkt ook de gemeente Utrecht daar aan mee en wordt bijvoorbeeld gestopt met maatregelen die de stad alleen nog maar als NS-dagtrip bereikbaar maken. Bereikbaarheid, ook met de auto, is cruciaal om internationaal concurrerend te blijven. In dezelfde Statenvergadering hebben we als VVD-fractie gepleit voor een andere financiering van de mobiliteitsprojecten. Er worden steeds meer maatregelen ten bate van fietsers genomen. Steeds meer mensen gebruiken de fiets. Moet de financiering van mobiliteitsprojecten dan nog alleen door de automobilisten (motorrijtuigenbelasting) worden opgebracht?! Hoe kunnen we fietsers laten meebetalen zodat de motorrijtuigenbelasting omlaag kan? Ontwikkeling mogelijk maken; andere en minder regels Het komend half jaar bespreken de Staten de Landschaps Verordening (LSV) en de herijking van de Provinciale Ruimtelijke Structuurvisie. Voor de VVD moeten die in het teken staan van het mogelijk maken van ontwikkeling om de Europese topregio te blijven. De LSV kent bepalingen die er bijvoorbeeld voor zorgen dat in het provinciehuis wordt bepaald hoe groot de borden zijn waarmee boeren hun streekproducten onder de aandacht van passanten brengen, de afstand van eierautomaten tot de weg is en of mensen hun sloep op eigen terrein mogen afmeren. Eigenlijk is niet uit te leggen dat Europa's meest concurrerende regio dit soort soms bizarre regels kent. De VVD wil daar vanaf. Regels moeten burgers tegen elkaar 'beschermen' of het publiek belang dienen. De genoemde voorbeelden zijn regels die alleen maar frustreren en geen enkel belang dienen. Ik wil toe naar regels die ontwikkeling mogelijk maken in plaats van afremmen; faciliterende regels. De komende jaren staat door de veranderende economie en samenleving steeds meer vastgoed leeg: boerderijen en stallen, kantoren, winkels, kerken. Als we willen meebewegen met de veranderingen, dan zullen we dat vastgoed andere functies moeten geven. Dat houdt in dat steeds meer verschillende activiteiten naast elkaar plaatsvinden. Dat kunnen we niet meer allemaal achter de provinciale bureaus regelen. We zullen inwoners en ondernemers serieus moeten nemen. En ze zelf en met elkaar invulling laten geven aan gemeenschappelijke belangen. De provincie moet op doelen gaan sturen, niet op door de provincie bedachte oplossingen. Regels moeten dat ondersteunen; ruimte bieden aan de kracht die in de provincie aanwezig is. Want de VVD wil dat Utrecht aan de Europese top blijft!
Door: Arthur Kocken
3
Maak lokale keuzes inzichtelijk De gemeente Utrecht geeft in het jaar 2015 meer dan 1,3 miljard euro uit aan zorg, onderhoud van wegen en alle andere gemeentelijke taken. Hier tegenover staan 1,3 miljard euro aan baten die voor het grootste deel (66%) bestaan uit de bijdrage vanuit het gemeentefonds en specifieke landelijke en provinciale uitkeringen. Slechts 15% van de baten komen uit gemeentelijke belastingen, heffingen en rechten. Gaat hij nou een pleidooi houden voor hogere gemeentelijke belastingen zult u zich wellicht afvragen? Ja en nee. Nederland kent van oudsher een sterk gecentraliseerde financiering van gemeenten. Met andere woorden: de rijksoverheid haalt belastingen op en keert deze uit via het gemeentefonds. Het belastinggebied van gemeenten is in vergelijking met dat in andere landen uiterst klein. Dit heeft een voordeel: het rijk stuur daarmee aanzienlijk op de financiële huishouding van gemeenten en dit zorgt er voor dat de bewegingsvrijheid van gemeenten is beperkt. Zo is onroerendzaakbelasting aanzienlijk aan banden gelegd, wat natuurlijk een prettig idee is voor de huizenbezitter.
In een tijd waarin steeds meer taken naar gemeenten worden overgeheveld is deze situatie mijns inziens niet meer houdbaar en ik heb daar ook een belangrijk electoraal argument voor. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in 2010 en 2014 was de VVD de enige Utrechtse partij met een financiële paragraaf bij het verkiezingsprogramma. Reden hiervoor is dat wij aan de stad graag uitleggen dat onze voorstellen haalbaar en betaalbaar zijn. Andere partijen vonden dit klaarblijkelijk niet nodig wat er toe leidde dat de betaalbaarheid van al die voorstellen nauwelijks een issue was. In een stad waarin linkse partijen al jarenlang een meerderheid vormen in de raad steekt het dat de betaalbaarheid van alle linkse hobby’s en beloftes bijna nooit een onderwerp van gesprek zijn. Als VVD zorgen we er natuurlijk voor dat de gemeentelijk lasten laag zijn en bij voorkeur dalen, maar het zou toch mooi zijn als we de kiezer in 2018 kunnen uitleggen wat de financiële consequenties zijn van links beleid en waarom een stem op de VVD de beste garantie voor lage lokale lasten. Door het gemeentelijk belastinggebied te vergroten en tegelijkertijd de nationale belastingen (zoals belasting op arbeid) te verlagen komen lokale keuzes centraal te staan bij de verkiezingen. Voorwaarde voor een dergelijke herziening is natuurlijk dat de netto belastingdruk niet toeneemt en de ruimte voor het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid wordt beperkt. Het is per slot van rekening niet aan gemeenten om inkomenspolitiek te bedrijven, maar de voorzieningen te bekostigen waar Utrechters gebruik van maken, danwel recht op hebben. De herziening van het belastingstelsel en de Tweede Kamerverkiezingen in 2017 bieden dan ook een mooie kans om de discussie over het lokale belastinggebied opnieuw op de kaart te zetten. Uiteindelijk zal dat er toe leiden dat er bij de gemeenteraadsverkiezingen nog meer te kiezen valt en de boodschap van de VVD voor een krachtige, kleine overheid zich ook in lagere lokale lasten vertaalt voor Utrecht.
Agenda 11-09-15: Senioren Netwerkcongres 2015 Door: Dimitri Gilissen
07-10-15: Pubquiz
Fractievoorzitter VVD Utrecht
08-10-15: Discussie avond Zwarte Piet (VVD Voegt Toe) 04-11-14: ALV afdeling Utrecht Maandag 21 september 2015 om 20.00 uur in Café Miltenburg, Oude Brandenburgerweg 32, Bilthoven. Inloop vanaf 19.30 uur. Politiek Café met Minister van Defensie Jeanine HennisPlasschaert Zie ook de website www.liberaal-utrecht.nl >> Rechts in het menu staat de agenda
4
Liberaal slikken wat links oprispt? Liever uitspugen We gaan weer beginnen! Ondanks dat dossiers en werkzaamheden in de zomerperiode doorlopen, zijn er dan geen vergaderingen en ga ook ik heerlijk ontspannen met mijn gezin op vakantie. Eind augustus voelt dan ook echt weer als een nieuwe start. Een goed moment om vooruit te blikken naar wat het komende politieke jaar voor mijn portefeuilles (volksgezondheid, zorg en welzijn, jeugdzorg, werk en inkomen, diversiteit en minderheden, vreemdelingen en ruimtelijke ordening voor de oostelijke kant van Utrecht) gaat brengen. Dat verdient meteen een waarschuwing: het is de verwachting dat jullie veel gaan zien van linkse projectjes en experimenten. Het mag dan ook terecht jullie verwachting zijn ook veel te gaan horen van onze liberale tegenstand of wijzigingsvoorstellen. Ik licht er 3 uit: 1. Experiment 'Luilekkerland' D66-wethouder Everhardt noemt het 'experiment basisinkomen'. Waarschijnlijk omdat op een D66-congres vorig jaar een motie is aangenomen die D66-bestuurders oproept om met het basisinkomen aan de slag te gaan. Echter, een basisinkomen is een inkomen voor iedere inwoner, ongeacht zijn situatie en omstandigheden. En daar gaat dit experiment niet over. Dit experiment is bedoeld om bij 250 bijstandsgerechtigde proefpersonen uit te proberen of zij zonder de zware verplichtingen (en dan gaat het om sollicitatieplicht en werktraining) als vanzelf meer gaan participeren en bijdragen. In mijn blog '7 redenen waarom de VVD het experiment gratis bijstand in Utrecht afkeurt' op www.vvdutrecht.nl is er meer over te lezen. Het gaat onze Utrechtse fractie niet lukken het experiment dat zo'n half miljoen extra kost, te voorkomen. Maar ik ga er alles aan doen om het tegen te houden, net als onze VVD-fractie in de Tweede Kamer. 2. Armoedeaanpak effectief, efficiënt en eenvoudig In Utrecht wonen zo'n 18.000 mensen die het niet goed lukt elke maand rond te komen en daardoor sociale uitsluiting ervaren. Dat is nu ongeveer de definitie van armoede. Er bestaan momenteel 11 regelingen bovenop de landelijke uitkeringen en toeslagen. Regelingen die het voor sommige niet-werkende mensen mogelijk maakt weer rond te kunnen komen, maar voor wie betaald werk vaak niet loont. Het college van B&W is vanaf begin 2015 aan de slag om een nieuwe aanpak te bedenken die eenvoudiger is. Op mijn initiatief heeft de Gemeenteraad voor de zomer een motie aangenomen die stelt dat het armoedebestrijdingsbeleid moet voldoen aan meetbare effectiviteit, efficiëntie en eenvoud. En wat de VVD betreft is effectiviteit vooral te meten aan de mate waarin mensen uitstromen uit de armoede en zelfstandig in inkomen kunnen voorzien. Met spanning kijkt de Utrechtse fractie uit naar het voorstel voor de armoedeaanpak en de debatten die daarover in commissie en raad gevoerd zullen worden. Gaat het lukken om minder zieligheid en meer zelfstandigheid door te laten klinken? Dat gaan wij in elk geval doen! 3. Gemeentelijke vreemdelingenopvang Asielzoekers, vluchtelingen, migranten: dagelijks staan de media in het teken van de levensgrote vraag hoe om te gaan met de groeiende hoeveelheid mensen die vanuit Afrika en Azië naar Europa komen voor een vrijer, veiliger en welvarender bestaan. De vraag en het probleem zijn zo veelomvattend en complex dat het een gemeente-overstijgende visie en oplossing behoeft. Maar een deel van de vraag komt natuurlijk gewoon in Utrecht terecht: is er ruimte voor een tweede AZC, hoe gaat Utrecht om met de eerder dit jaar vastgestelde beleidslijn bed-bad-brood, hoe positioneert de VVD zich politiek in de debatten en discussies? Als enige G4-stad is Utrecht een gastvrije stad met een AZC dat een passende plek en positie heeft in onze gemeente. Probleem is echter dat ruim 2/3 van de bewoners in het AZC een status heeft gekregen en in Nederland mag blijven, maar het AZC niet kan verlaten omdat er geen huis voor hen is. Hierdoor is er nauwelijks plek voor nieuwe asielzoekers, maar daar zit meteen ook de oplossingsrichting: Scheefwoners moeten uit hun goedkope socialehuurwoning verhuizen en plaats maken voor mensen die daar wel recht op hebben. De VVD blijft een moreel appèl doen op de Utrechters op wie dat betrekking heeft. Ook roept de VVD het college op om meer moeite te doen voor die oplossing en het bewegen van de drie grotere steden, in plaats van het blijven zoeken naar een tweede (wat de VVD betreft tijdelijk) AZC. Ook wil de VVD dat uitgeprocedeerde asielzoekers, dus diegenen die geen status krijgen omdat ze geen politiek of oorlogsvluchteling zijn, Utrecht verlaten. Dat is van groot belang voor het draagvlak in de stad voor de opvang en begeleiding van echte vluchtelingen. Dus geen onvoorwaardelijke opvang voor uitgeprocedeerden, maar tijdelijke opvang op voorwaarde van meewerking aan terugkeer! De VVD zal zich niet neerleggen bij de linkse roep om meer ruimhartigheid: de gastvrijheid van Utrecht moet gericht zijn op diegenen die het echt nodig hebben. Tegen het einde van het jaar informeer ik jullie graag hoe deze (en andere) debatten zijn verlopen. Maar jullie zijn natuurlijk ook van harte welkom om mee te kijken naar de commissie- en raadsvergaderingen! Laat even weten dat je kijkt via de App, dan weet ik dat er niet alleen linkse Utrechters meeluisteren. Dat sterkt mijn gemoed.
Door: Judith Tielen
5
Fractiefragment bioscopen Begin vorig jaar stemde de VVD én gelukkig ook de meerderheid van de gemeenteraad tegen de Bieb++ op het Smakkelaarsveld. We vonden het bibliotheekplan te groot en overheidsbemoeienis bij het filmhuis niet nodig. Inmiddels is een mooi alternatief voor de centrale bibliotheek. Met minder geld en minder vierkante meters komt er een prachtige nieuwe bestemming voor een deel van het monumentale oude postkantoor aan de Neude. Onze motie om als gemeente strak vast te houden aan de financiële kaders van het coalitieakkoord heeft naar het zich laat aanzien dus goed uitgepakt.
De VVD heeft in de debatten rond de Bieb++ regelmatig betoogd dat er voor de filmvertoning in Utrecht geen taak is voor de gemeente. Dat blijkt nu ook wel. Er is door Gerben Kuipers van Cinemec een prachtige grote nieuwe multiplex (bioscoop met veel zalen) gebouwd in Leidsche Rijn centrum. De bouw van de multiplex bij de Jaarbeurs door Kinepolis begint ook binnenkort. 21 zalen en ruim 5000 stoelen komen er bij met deze twee nieuwe bioscopen voor mainstreamfilms. De sector arthouse films heeft op dit moment ’t Hoogt, Springhaver en Louis Hartlooper als zalen. De deskundigen zijn het er onderling niet over eens wat nou precies het verschil is tussen een art-house film en een mainstream film. Dat is ook lastig, want er is ook nog zoiets als “cross-over”. Ze vinden in elk geval dat Utrecht echt een publiek heeft voor arthousefilms. Het komt er op neer dat hoe minder mensen een film willen zien, hoe art-house’eriger hij is. Als er heel veel mensen heen willen is het in elk geval een mainstream film...
De arthouse films draaien in kleinere zalen en daar is heel veel gedoe over. Pim Hermeling is een filmdistributeur die heel graag een eigen theater wil en daarom tegen de Paardeveldgarage een filmhuis wil bouwen: “De Kade”. Jos Stelling heeft al twee art-house bioscopen en is er fel op tegen dat er een concurrent bijkomt, vooral omdat hij zelf ook graag een derde bioscoop voor kunstfilms wil beginnen in de huidige mainstreambioscoop “City”. Deze bioscoop is echter niet van Stelling, maar van Kinepolis (die ook de multiplex bouwt bij de Jaarbeurs). Volgens Jordi Wientjes van Kinepolis willen deze Belgische bioscoopgrootgrutters zelf óók graag een arthouse theater in City realiseren…
’t Hoogt moet in 2017 de huidige zalen verlaten en weet echt niet meer waar ze nu graag wil gaan programmeren. Annie Brouwer is voorzitter van ’t Hoogt en draait daar vooral films die zó kunstzinnig zijn dat er echt bijna niemand meer heen wil. Daarom krijgt ’t Hoogt nu jaarlijks € 450.000,- subsidie. De andere bioscopen krijgen geen subsidie, maar willen ook best af ten toe een film draaien voor bijna niemand als ze daarvoor geld van de overheid kunnen krijgen....
De VVD gunt elke ondernemer een kans op een mooi publiek en rolt de rode loper uit voor initiatieven. De Kade mag dus wat ons betreft gebouwd worden. Er is nul risico voor de gemeente en concurrentie is altijd goed voor de consument. Wat ons betreft mogen alle zalen alle films tonen en we zullen dus echt niet boos worden als een art-house theater ook cross-over of mainstream films vertoont. Gezellig juist!
Met al die nieuwe zalen en heftige concurrentie zullen er regelmatig ook zalen leeg staan. Daar kunnen Gerben, Jordi, Jos en Pim dan mooi de “kwetsbare films” van Annie draaien die nu in ’t Hoogt worden geprogrammeerd. Van de subsidie die we dan niet meer aan ’t Hoogt geven laten we dan een mooie film maken over ondernemerschap in Utrecht.
Door: André van Schie
6
Drie eisen voor een werkend actieplan radicalisering Bij een lokale aanpak radicalisering moeten gemeentelijke actieplannen voldoen aan in ieder geval de drie onderdelen: uitspreken, signaleren en balans tussen preventie en repressie. Is dit pakket aan maatregelen op lokaal niveau niet compleet? Dan ontstaat er een gapend gat in de ketensamenwerking aanpak radicalisering. Utrecht heeft niet alle drie de onderdelen op orde. Radicalisme is een groot probleem, de omvang van de jihadgang is de afgelopen jaren enorm gestegen en de (de-) radicaliseringsprocessen zijn nog complexer geworden. Een sluitende aanpak tussen lokale, nationale en internationale overheden is cruciaal om deze dreiging aan te kunnen en om onze jongeren te beschermen tegen verderfelijke ronselaars van haat en intolerantie. Gemeenten worstelen met hun rol hierin en dat is terug te zien in hun plannen en in de lokale politiek, zo ook in Utrecht. Vlak voor het zomerreces presenteerde Utrecht haar actieplan radicalisering ‘Utrecht maken we samen’. Op inhoud en aanpak sloeg de gemeente Utrecht de plank falikant mis. De focus in Utrecht ligt op één van de drie eisen en vergeet daarmee twee cruciale andere. Uitspreken ‘Homoseksualiteit en bestialiteit zijn afwijkingen, immoreel. Als deze afwijkingen in de praktijk worden gebracht, dan kan daar de doodstraf op staan’, aldus imam Khalid Yasin. Yasin wordt omschreven als een radicale islamist die haat predikt; een haatprediker. Radicalisering is een gevoelig onderwerp. Als je stelling neemt, ben je al snel een moslimhater, nazi of juist een hippie. Ook gemeenten worstelen met termen als ‘haatimams’. Het is echter belangrijk dat gemeenten scherp neerzetten wat ze wel en niet in hun gemeente tolleren. De gemeente Utrecht meldt in het actieplan dat zij zich neutraal zal opstellen. Dit betekent neutrale berichtgeving over haatimams die zij ‘gastsprekers’ noemen.
Laat dat nog eens tot u doordringen. Haatimams worden in het vervolg gastsprekers genoemd. Een lokale overheid die zich niet wil uitspreken, is onverenigbaar met andere problemen die zich in gemeenten voordoen. In 2010 wordt het Utrechtse homostel Hans en Tom weggepest uit nieuwbouwwijk Leidsche Rijn. De gemeente Utrecht pretendeert dit ten zeerste te betreuren: je moet overal jezelf kunnen zijn. Hoe kan je als gemeente zeggen: wij staan voor vrijheid van seksualiteit, als er mensen zijn (de haatpredikers) die dit opzettelijk proberen te verstoren en hier zelfs tot oproepen met geweld (gooi homo’s met het hoofd naar voren van flatgebouwen af!), dan zijn wij neutraal?! Het is niet altijd juridisch mogelijk om in te grijpen als haatpredikers onze steden bezoeken en dat maakt het voor burgemeesters lastig om in te grijpen. Zodra de haatimams zich in Nederland bevinden, letten zij goed op wat zij wel en niet zeggen. Eén zoekronde op internet laat zien waar zij echter werkelijk voor staan: zij verheerlijken geweld. Juist dan moet de gemeente een helder signaal laten horen en stelling nemen tegen types met deze verwerpelijke boodschappen. De situatie vraagt om alles behalve een neutrale overheid. Signaleringsfunctie Ten tweede moeten gemeenten zorgen voor een lokaal stevig netwerk van professionals uit buurtteams, politie, gemeente, jongerenwerkers, onderwijs, organisaties zoals SMN en andere bondgenoten. Deze professionals kennen de inwoners, de mensen in de wijk en kunnen vanuit hun professionele intuïtie verschillende signalen opvangen. Vaak weten deze professionals elkaar wel te vinden, alleen niet wanneer ze elkaar moeten vinden. Wanneer moet je als buurtteammedewerker een signaal van radicalisering doorverwijzen naar SMN, jongerenwerk of de politie? De rol die gemeenten hierin op kunnen pakken is die van de communicatie. Zo heeft Utrecht, op aandringen van onze fractie, een stromenschema gemaakt, gegoten in een infografic. Hierin staat welke professional met wat voor soort signaal met wie contact moet opnemen. Dit soort informatie steunt niet alleen de professionals op de straat en in de wijk, maar ook ouders die worstelen met het gedrag van hun zoon of dochter. Zo’n schema zorgt voor een goede ketensamenwerking en schept duidelijkheid bij professionals en ouders. Utrecht is hierin voorbeeld voor andere gemeenten.
7
Vervolg: 3 eisen Preventief waar kan, repressief waar moet Preventie en repressie zijn twee totaal verschillende middelen voor twee totaal verschillende doelen en individuen. Preventie zoals hulpverlening, zorg en de dialoog met elkaar aangaan zijn allemaal noodzakelijke elementen die in de actieplannen van de gemeenten niet mogen ontbreken. Dit is noodzakelijk voor bijvoorbeeld mensen die worstelen met hun identiteit, flirten met verschillende gedachtegoeden, niet weten in welke groep ze thuis horen en of dat wel in Nederland is. Deze mensen zijn Nederlanders en maken deel uit van onze inclusieve samenleving. Deze moet je als gemeente niet laten vallen. Gemeenten zijn vaak goed in het organiseren van deze hulpverlening en preventie. Iedereen die in Nederland woont, wat van Nederland wil maken en iedereen dat op zijn of haar eigen manier wil laten doen, dat is de ‘wij’-groep.
De ‘zij’-groep, is de groep die dat wil verstoren. Ronselaars en haatimams die proberen mensen op te zetten tegen alles waar Nederland voor staat, tegen over jezelf kunnen zijn, tegen iedereen lief kunnen hebben. Deze verachtelijke types maken misbruik van de goedheid en naïviteit van gemeenten die denken dat je er met hulpverlening wel komt en dat repressie eigenlijk niet nodig is. Mensen die de politieke islam gebruiken om mensen te ronselen, die de islam ten onrechte neerzetten als een religie vol haat en geweld. Deze mensen verdienen de harde hand. Een cursus antidiscriminatie of inburgering in Nederland zou een lachertje zijn, symboolpolitiek. Hier is keiharde repressie nodig. Het is de taak én verantwoordelijkheid van gemeenten om hier een visie op te formuleren.
Zo zijn er verschillende middelen van repressie zoals gebiedsverboden, contactverboden, hinderlijk volgen (online en offline), in de bak gooien en ook daar in de gaten houden. Voor welke instrumenten kies je als gemeente en waarom? Op welke manier sluit dit aan op de punten: uitspreken, signaleringsfunctie en de hulpverlening? Hoe kan dit elkaar versterken? Gemeenten zijn blind en naïef als een visie op repressie hierover ontbreekt. Het echt voorkomen van ongeregeldheden kan je niet, maar je kan er wel alles aan hebben gedaan.
Kortom: Utrecht is goed bezig op het gebied van signalering. We hebben ogen en oren in de wijk, hebben focus op de dialoog en zijn getraind in het plaatsen van opvallend gedrag. De twee cruciale andere pijlers, uitspreken en preventie-repressie balans, ontbreken echter volledig in het actieplan. Wat suggereert dat Utrecht goed is in praten, maar dat het ontbreekt aan aanpakken.
En nee, ook ik ben geen racist of moslimhater en zeker geen hippie. Ik maak me wel zorgen over de ‘pick and choose’-strategie van onze gemeente die kiest tussen preventie, repressie en andere maatregelen. Het moet gaan om een pakket aan maatregelen en daar hoort óók repressie bij en een visie daarop. Het gaat er uiteindelijk om dat wij voor onze democratische rechtstaat staan en deze verdedigen tegen iedereen die dit probeert te verstoren. De huidige situatie vraagt om meer dan preventie en controleren of een haatimam iets strafbaars zegt.
Door: Queeny Rajkowski
8
De bal kan raar rollen De financiële puinhoop van de redding van FC Utrecht uit 2003 is opgeruimd. Een onbetaalde rekeing van € 20 mln. blijft voor eeuwig begraven onder de grasmat van Nieuw Galgenwaard. De VVD stemde in 2003 tegen het reddingsplan, vanwege de grote financiële risico’s. In 2014 is de VVD fractie de aanjager van een koude sanering van de oninbare lening. In 2015 is het uitgerekend de VVD wethouder die verantwoordelijk is voor het onderhandelingsresultaat met andere schuldeisers. Voetballiefhebbers kunnen opgelucht ademhalen, de belastingbetaler heeft het nakijken en andere sporten hebben het nakijken.
Het sportbeleid van de gemeente heeft een brede blik. Een breed palet aan sporten wordt ondersteund met accommodaties en beleidsmatige ondersteuning. Van topsport tot breedtesport, van verenging tot ongeorganiseerde sporter in een buurthuis. Voor elk is er een steuntje in de rug met betaalbare velden of een coördinator die op scholen helpt met het organiseren van activiteiten en kennismaking met sporten en met verenigingen in de buurt. Sporten is gezond en sporten brengt mensen samen en maakt de stad leuker. Sporten daagt mensen uit om het beste uit zichzelf te halen. Niet voor niets is de VVD sportpartij.
Veel is mogelijk in de sport door initiatieven en de inzet van ontelbare vrijwilligers en met een een fatsoenlijk budget voor accommodaties en enige ondersteuning worden prachtige resultaten behaald. Zoals de formidabele prestatie van Hellas-atlete Dafne Schippers, die wereldkampioen op de 200 meter wordt in toptijd 21.63. Goed voorbeeld doet volgen, dus het zal wel druk worden met sprintende meisjes op de Utrechtse tartanbanen.
Sporters en sportverenigingen willen altijd meer, hoger, verder, sneller. Dat kost geld en dat is er in de meeste sporten nooit genoeg. Daarom is er in het topsportbeleid een duidelijke keuze gemaakt. Sommige sporten krijgen een extra steuntje in de rug, omdat die veel toppers voortbrengen en hoge ambities kunnen waarmaken. De Utrechtse kernsporten zijn atletiek (Dafne!), waterpolo (UZSC is dit jaar kampioen), hockey (nationaal topsportcentrum zit net in Utrecht en de heren zijn alweer Europees Kampioen), roeien (diverse Utrechtse roeiers in de oranje boten op het WK) en wielrennen (Tour de France!).
Het sportbeleid wordt volgend jaar herzien en een evaluatie van de aanpak gericht op de kernsporten wordt nu uitgevoerd. De vraag zal zijn hoe het nog beter kan, zonder dat het meer budget van de gemeente vraagt. Dat budget is met €900.000,bescheiden. Daarvan worden jeugdige talenten ondersteund in hun ontwikkeling, worden regionale trainingcentra gesubsidieerd en krijgen kernsportverenigingen een 3.000 per jaar voor aanvullende initiatieven. In de meeste takken van sport is er maar een Sven Kramer-achtige figuur die veel sponsorinkomsten kan genereren, maar daar kan niet een hele sport op draaien. Het miljoenenbal van het voetbal is de grote uitzondering. Het is daarom extra wrang, dat de gemeente aan een betaald voetbalorganisatie, die in 2003 door wanbeleid aan de afgrond stond, met een klunzig uitgevoerde reddingsoperatie het enorme bedrag van €20 mln. kwijtraakt. Het is natuurlijk ‘ander geld’, maar voor wie even droomt: wat een bedrag waar we voor het topsport ondersteuning en ander sportbeleid onvoorstelbaar veel mooie dingen hadden kunnen doen.
Door: Willem Buunk
9
Foto’s nieuwe ledendag
Diederik Linders winnaar Pitch wedstrijd
Foto’s barbecue
10
Einde discussie Sinds een aantal jaren is de discussie rondom de aanwezigheid van Zwarte Piet tijdens het Sinterklaasfeest een heikel onderwerp. In 2011 ontstond deze discussie doordat een vier mensen tijdens de intocht van Sinterklaas in Dordrecht T-shirts droegen met de tekst ‘Zwarte Piet is racisme’. Hierbij zou volgens sommigen de politie te hard zijn opgetreden. Het debat werd gestart en verspreidde zich als een olievlek over Nederland. De discussie werd in 2013 alleen maar heviger totdat zelfs afgevaardigden van de VN zich ermee gingen bemoeien. In oktober 2013 stelde de VN-consultant Verene Shepherd vast dat dit volksfeest ‘een terugkeer van de slavernij’ was (Volkskrant, 22 oktober 2013). Zij stelde namens de VN een onderzoek in of Zwarte Piet een racistisch stereotype is (NRC Handelsblad, 19 oktober 2013). Intussen heeft iedereen wel een mening over Zwarte Piet, maar vaak lees en hoor ik nog veel argumenten die gebaseerd zijn op emotie. Emotie is in dezen niet fout, maar ik zou ook graag wat meer rationelere argumenten willen delen. De verschijning van Zwarte Piet is in Nederland eigenlijk nog niet eens een heel oude traditie. De trouwe helper van Sinterklaas kreeg pas gestalte in het prentenboekje “Sint Nicolaas en zijn Knecht” van de onderwijzer Jan Schenkman rond 1850. Dit betekent dat Zwarte Piet vandaag de dag 165 jaar oud is. Eigenlijk nog best jong in vergelijking met de traditie van Sinterklaas zelf. Deze gaan namelijk terug naar de tijd van de heilige Nicolaas van Myra (280-342 n. Chr.) en is sindsdien ontwikkeld tot het volksfeest zoals wij deze nu kennen, aldus het Meertens instituut dat onderzoek doet naar de Nederlandse taal en cultuur. Deze “Pietendiscussie” is in mijn ogen vooral gebaseerd op non-rationele individuele en collectieve aspecten bij mensen. Zowel betreffende de traditie binnen generaties als het gevoel van iemand aangaande de verwijzing naar het slavernijverleden van Nederland. Concluderend geldt voor deze discussie: ‘Een kat in het nauw maakt rare sprongen.’
Weber en liberalisme Wanneer wij de socioloog Weber er eens bij pakken wordt alleen maar bevestigd dat het ‘verstehen’ van mensen zo belangrijk is. Wanneer wij elkaar namelijk beter begrijpen kan je de menselijke acties eerder verklaren en moeilijke situaties vergemakkelijken of zelfs oplossen. Ik zie namelijk vooral een strijd tussen het affectief handelen van mensen (associatie met slavernij en/of onderdrukking) en het traditioneel handelen (eeuwenoud volksfeest). Wanneer iedereen meer afstand van het non-rationele aspect neemt, kunnen we het Sinterklaasfeest wellicht weer zonder discussie door laten gaan. Als liberaal zou iedereen een meer rationelere aanpak moeten aanspreken, want binnen deze ideologie wordt vooral geopteerd rationeel te handelen. Echter, wanneer wij als individu deze ‘Pietendiscussie’ minder rationeel kunnen benaderen, zou dit door objectieve personen moeten worden overgenomen (zoals burgermeesters, wetenschappers, etc.). Zij kunnen namelijk de affectie én traditie op een rationelere en objectievere manier benaderen en daarmee voor- én tegenstanders dichter bij elkaar brengen als verbinder. Het is nota bene niet de taak van de politiek om hier een rol in te hebben, want die staan niet objectief genoeg in de samenleving vanwege de verschillende (subjectieve) ideologieën en soms partijpolitiek.
Rede of emotie De tweedeling in opvatting wordt op dit moment nog te veel gevoed door emotie en minder door rationaliteit. Dat is jammer, want met enige rationaliteit is de emotie in deze kwestie juist goed te begrijpen. Het zijn vooral non-rationele argumenten die voor- en tegenstanders gebruiken en daarnaast moeten we elkaars standpunten écht beter proberen te begrijpen (‘verstehen’, Weber). Dit is nu nog een zwaarwegend gemis, want zodoende had deze discussie wellicht in een eerder stadium al minder fel hoeven zijn. Door elkaar beter te begrijpen kunnen wij erachter komen waar de knelpunten liggen, want juist de samenstelling van ieders sociaal kapitaal is de graadmeter om te kunnen verklaren waarom iemand een mening heeft zoals die gegeven wordt. Verstandig is het om soms even een stap terug te nemen en meer naar elkaar te luisteren. Dan hoeft de spreekwoordelijke kat zich ook niet in het nauw gedreven te voelen en kan de goedheiligman gewoon z’n werk doen in een nog liberaler en toleranter Nederland.
Door: Maarten v.d. Wetering
11
Patenten Patenten beschermen slimme uitvinders door ze jarenlang het alleenrecht te geven hun idee te vermarkten. Dit stimuleert technologische vooruitgang waar we allemaal baat bij hebben. Althans, dat is de theorie. In de praktijk jagen patenten niet zozeer de vooruitgang aan, maar beschermen ze gevestigde commerciële belangen of worden patenten gebruikt door bedrijven om elkaar het leven zuur te maken. Denk aan de patentoorlogen tussen telefoonmakers Samsung en Apple. Kun je de functie ‘twee keer tikken om te zoomen op een touchscreen’ patenteren? Of neem patenttrollen, bedrijven die patenten opkopen in de hoop dat iemand het per ongeluk schendt die ze dan voor de rechter kunnen slepen. Dit is ook de reden dat heel veel patenten nooit gebruikt worden. Afhankelijk van welk onderzoek je gelooft, promoveert zo’n 40 tot 90 procent van de ideeën vastgelegd in patenten nooit tot een product. De patenten zijn defensief. Of ze helpen de eigenaar aan munitie om concurrenten voor de rechter te slepen als die misschien een patent heeft geschonden. Of ze bevatten waardevolle ideeën die concurreren met producten die het bedrijf al maakt. Het shelven is dan commercieel gezien misschien verdedigbaar – voor de samenleving als geheel is het natuurlijk jammer dat het goede idee op de plank blijft liggen. En daar gaat het patentrecht wringen. De bescherming van ideeën was ooit bedoeld om vernieuwing en vooruitgang te stimuleren ten behoeve van de hele maatschappij, maar van dat doel zijn we afgedwaald. Door een idee een eigenaar te geven staat de eigenaar centraal en niet de ontdekking. In de praktijk is de eigenaar van een patent lang niet altijd de creatieve uitvinder, maar vaker een grote commerciële partij die vooral aan z’n eigen belang denkt. Veel economisch historisch onderzoek lijkt erop te wijzen dat patenten innovatie juist remmen. Italië kende tot 1978 geen patentbescherming voor nieuwe geneesmiddelen bijvoorbeeld. Zoals verwacht had Italië voor 1978 meer bedrijven die vooral namaakten wat anderen ontwikkelden. Maar deze naäpers deden ook zelf aan R&D. Na het invoeren van de nieuwe wetgeving gingen deze bedrijven op de fles omdat ze licentiekosten niet konden betalen. Dure medicijnen zijn een ander gevolg van patentbescherming. Pas als patenten op (dure) medicijnen verlopen kunnen concurrenten dezelfde medicijnen veel goedkoper aanbieden. Dat drukt de medicijnkosten voor de maatschappij als geheel. Amerikaans onderzoek suggereert dat een patentvrije medicijnmarkt de Amerikaanse belastingbetaler jaarlijks honderden miljarden dollars zou kunnen schelen. Een deel van dat geld moet wel gebruikt worden om wetenschappers en bedrijven te stimuleren nieuwe medicijnen te ontwikkelen, dat kan onder andere via het uitloven van grote prijzen. Netto is de belastingbetaler veel goedkoper uit dan met de huidige dure medicijnen. De Verenigde Staten geeft nu jaarlijks meer dan 370 miljard dollar aan receptgeneesmiddelen uit. Ook de Britse biochemicus Terence Kealey, bekend tegenstander van publieke financiering van wetenschap, pleit in zijn boek ‘Sex, science and profits’ (2008) voor het afschaffen van patenten. Ze belemmeren vernieuwing en volgens hem hebben uitvinders de bescherming van een patent niet nodig. De uitvinder is immers al ‘first mover’ in een nieuwe markt en alleen dat is een doorslaggevend voordeel. The Economist (‘Set innovation free!’, 8 augustus) pleit niet voor afschaffen van patenten maar wel voor het aanpassen van de wetgeving. Patenten zouden bijvoorbeeld een ‘use it or lose it’-clausule moeten krijgen dat de eigenaar dwingt er iets mee te doen. Leuke Nederlandse voetnoot. Nederland kende tussen 1867 en 1910 geen octrooiwet waardoor buitenlandse vindingen, zoals gloeilampen, hier straffeloos werden gekopieerd. Dit legde de basis voor een hele succesvolle multinational – Philips
http://rond1900.jouwweb.nl/technologische-vooruitgang/patenten/in-nederland http://www.ftm.nl/exclusive/hoe-nederland-groot-werd-door-intellectuele-piraterij/ http://www.economist.com/node/21660559/ Door: Rinze Benedictus
12