Op zoek naar Selma
Lezing Selma Meerbaum-Eisinger, een jonge Joods Roemeense dichteres 8 februari 2013 in Cultureel Podium de Bornse Synagoge.
8 februari 2013
Dreaming about …….
Opening: muziek Mattijs, Thijs, Jonatan met “Dreaming about….”
Mattijs Kuhlmann (gitaar) Thijs Dubbelink (saxofoon) Jonatan Kuhlmann (piano)
Hartelijk welkom. Dit is het eerste muziekstuk dat u vanavond hoort, gecomponeerd en uitgevoerd door Thijs Dubbelink, Mattijs en Jonathan Kuhlmann, allen leerlingen van de Muziekschool Borne. Alle muziekstukken die vanavond ten gehore worden gebracht, zijn geschreven op basis van gedichten van Selma Meerbaum- Eisinger door muziekschoolleerlingen zelf. De composities worden ook uitgevoerd door henzelf. Het project is een samenwerkingsverband tussen de Bornse synagoge en de Muziekschool. De muziekleerlingen hebben vele uren gewerkt aan deze mooie muziekstukken. Selma Meerbaum-Eisinger (15 augustus 1924 – 16 december 1942) was een jonge dichteres. Ze is geboren in Czernowitz in Roemenië (tegenwoordig Oekraïne) en was van Joodse afkomst. Ze stierf op achttienjarige leeftijd in een kamp in de Oekraïne aan tyfus, slachtoffer van de Holocaust. Haar naam is een begrip in Duitsland, Israël en de VS, maar in Nederland is Selma nog relatief onbekend. In het verleden is er in de Bornse synagoge een tentoonstelling geweest van de Russische kunstenaar Alexej Archipov die ons een bronzen kunstwerk schonk, een borstbeeldje van Selma. Bij een opruiming kwam dit beeld onlangs weer onder het stof vandaan en vervolgens zijn we ons gaan verdiepen in de achtergronden van Selma. Vandaag organiseren we met gevorderde leerlingen van de Muziekschool Borne een avond rond deze bijzondere dichteres, want ze verdient aandacht! Haar gedichten zijn het lezen meer dan waard en ook geschikt om op muziek te zetten. Dit is overigens ook gedaan door bekende musici als Herman van Veen en Edith Leerkes. (cd Songs in the distance). Maar ook buitenlandse muzikanten hebben Selma’s gedichten gebruikt voor hun muziek, zoals de Duitse zanger en liedjesschrijver Reinhardt Mey. De leerlingen van de Muziekschool zijn aan de slag gegaan met hun composities en hebben daarbij hulp gehad van Daan Temmink, componist van o.a. filmmuziek. Het meisje Selma Selma’s vader Max Meerbaum (geboren in Berlijn) overleed toen ze anderhalf jaar oud was; haar moeder hertrouwde al snel met Leo Eisinger, die dus haar stiefvader werd. Vandaar de dubbele achternaam: Selma Meerbaum-Eisinger. Selma’s familie was arm en woonde in een klein huis dat bestond uit een keukentje en een woonkamer. De woonkamer was ook slaapkamer. Ze woonden in het Arme- Leute- Viertel aan de voet van de Habsbürgerhohe in het zuiden van de stad. Het was een kunstzinnige familie, Haar oma speelde piano en er stond speciaal voor Selma een klein schrijftafeltje in de kamer. De beroemde dichter Paul Celan was haar neef. Hun beide grootvaders waren broers. Paul Celan schreef gedichten in een impressionistische stijl en heeft Selma geïnspireerd tot het schrijven van haar gedichten. In deze stijl probeert de dichter vooral een gevoel weer te geven, een persoonlijke indruk van de werkelijkheid
te geven. Ook schoonheid scheppen is belangrijk in deze kunstvorm. Een andere bekende Joods Roemeense dichteres die in hetzelfde genre schreef is Rose Ausländer. Zowel Paul Celan als Rose Ausländer overleefden de oorlog en zijn heel beroemd geworden, maar hebben zich ook nooit kunnen losmaken van die oorlog. Ondanks dat het Duits de taal was van de moordenaars van hun familie, bleven ze in het Duits dichten, het was immers hun moedertaal. ‘Te midden van al het verlies bleef bereikbaar, nabij en niet verloren, dit ene: de taal. Ja, ondanks alles, bleef zij, de taal onverloren.’ Uitspraak van Paul Celan. Gedicht van Paul Celan: Kristal Niet aan mijn lippen zoek je mond Niet voor de poort de vreemde Niet in het oog de traan Zeven nachten hoger nadert rood tot rood Zeven harten dieper klopt aan de poort de hand Zeven rozen later ruist de bron Gedicht van Rose Ausländer: Geen gedichten nu Ik wil leven
Paul Celan
Morgen misschien Lukt het woord Wit blad Bos vol vogels Ik Spits mijn oren Zie met de Uitlogen van de nacht Geen gedichten Morgen Misschien Even terug naar Selma: Selma leefde zoals gezegd in de stad Czernowitz, de hoofdstad van de landstreek Bukovina, wat Beukenland betekent. Het was een bijzondere stad, waar veel etnische groepen samenleefden. Ongeveer een derde van de bevolking was Joods. Maar ook andere etnische groepen: Oekraïners, Roemenen, Armeniërs, Duitsers, Polen, Tsjechen en zigeuners bevolkten de stad. Een multiculturele samenleving dus, een verzamelplaats van culturen, met ook veel aandacht voor die verschillende culturen.Vandaar ook dat veel bewoners van de stad meertalig waren. De stad Czernowitz was een belangrijke stad in het Habsburgse rijk en werd ook wel “Het kleine Wenen” genoemd. Daaruit kun je afleiden dat het een culturele stad was, met veel ruimte voor muziek, literatuur, bouwkunst en politiek. ‘Een stad waar de boeken wonen’ is ook een bekende uitspraak. De mensen hadden een voorliefde voor de Duitse cultuur, ook de Joodse bevolking. Selma sprak thuis Duits en maakte haar gedichten in het Duits, terwijl op school het Roemeens de voertaal was. Opmerkelijk als je weet dat haar lot uiteindelijk lag in handen van de Duitsers. Grote synagoge van Czernowitz
Jewish community house
Station
Wat voor meisje was Selma eigenlijk? Een levendig kind, volgens haar vrienden. Ze hield ervan om in het park rond te hangen, te wandelen, te praten en te dromen. Ze gaf niet veel om haar uiterlijk, had een bos ontembaar haar en bruine ogen. Selma was, zoals zo veel Joodse jonge mensen in die tijd, lid van een zionistische jeugdbeweging. Deze had als politieke droom een thuisland voor Joden in Palestina. Je kunt deze beweging zien als een grote familie waar veel samen werd gedaan: dansen, discussiëren, literatuur lezen en bespreken. Er werden vriendschappen gesloten en er bloeiden liefdes op. Op deze foto zie je Selma’s vrienden: Else, Reneé en Leijser (of ook wel Leiser geschreven). Leijser en Selma zittend op de tweede rij, rechts. Een andere vriendin van Selma was Pearl Fischman, die je hier op de foto ziet. Pearl heeft de oorlog overleefd en zou later over Selma vertellen: Members of the Ha - Shomer ha - Tsa'ir youth movement in Chernovtsy. In the photo: the poet Selma Meerbaum - Eisinger (1924 - 1942, middle row, second from the right); Leizer Furman (middle row, on the right), Else Schachter - Keren (top row, third from the right), and Renee Abramovici - Michaeli (bottom row, on the right).
Pearl Fichman
“Selma was niet altijd even gemotiveerd voor school en vond de lessen vaak saai. Ze trok zich dan terug en las stiekem een boek. Ze las graag poëzie. Ook was ze geïnteresseerd in de Europese politiek, zoals de Spaanse burgeroorlog.”
Selma wordt wel eens vergeleken met Anne Frank. Anne was weliswaar jonger, maar ook serieus bezig met schrijven, zij het op een journalistieke manier. Ze hadden beiden idealen en hielden hartstochtelijk veel van het leven en de natuur, maar zijn helaas slachtoffer geworden van de nazi’s en in een concentratiekamp aan tyfus gestorven. Thema’s in de gedichten Hier ziet u de omslag van de gedichtenbundel, dit is het originele boekje zoals het bewaard is gebleven. Selma heeft haar gedichten zelf gebundeld, je ziet nog de gaatjes en het touwtje, de gedichten zijn handgeschreven in een klein handschrift, met potlood, ze heeft de titel Blütenlese aan haar bundel gegeven. Selma had al jong interesse voor literatuur en las onder andere Heinrich Heine, Rainer Maria Rilke en Paul Verlaine, maar ook werk van Chinese dichters. Ze liet zich bij het maken van haar eigen gedichten inspireren door deze romantische schrijvers. Zelf begon ze met het schrijven van gedichten in 1939; ze was toen vijftien jaar. In totaal heeft ze 57 gedichten nagelaten, waaronder enkele vertalingen bijvoorbeeld van Paul Verlaine. Ze schreef in het Duits, maar beheerste ook het Roemeens, Frans en Jiddisch. Aanvankelijk schreef Selma veel over haar gevoelens voor haar vriend Leijser Fichman op wie ze erg verliefd was. Leijser was ongeveer een jaar ouder dan zij en ze wandelde vaak met hem in een park van Czernowitz, waar zoals gezegd veel jongeren samenkwamen.
Een vriendin beschreef Selma en Leijser als twee tegenpolen: Selma klein, met donker krullend haar, levendig en tegelijk ook dromerig; Leijser lang, rustig en bedachtzaam. Selma’s grote liefde voor Leijser bleef echter onbeantwoord, waarover Selma veel verdriet had. Ook hierover schrijft ze, het volgende muziekstuk is op één van die gedichten gebaseerd.
Today you hurt me so
Jonatan Kuhlmann (piano)
Een ander thema is de natuur in al haar facetten: de seizoenen, regen, wind, nacht, bloemen, stormen, sneeuw, vogels. Bijvoorbeeld dit gedicht over het voorjaar: Frühling Sonne. Und noch ein bisschen aufgetauter Schnee Und Wasser, das von allen Dächern tropft, Und dann ein blosser Absatz, welcher klopft, Und Strassen, die in nasser Glattheit glänzen, Und Graser, welche hinter hohen Fenzen Dastehen, wie ein halbverscheuchtes Reh… Himmel. Und milder, warmer Regen, welcher fällt, Und dann ein Hund, der sinn- und grundlos bellt, Ein Mantel, welcher offen weht, Ein dünnes Kleid, das wie ein Lachen steht; In einer Kinderhand ein bisschen nasser Schnee Und in den Augen Warten auf der ersten Klee…
Bukovina
Frühling. Die bäume sind erst jetzt ganz kahl Und jeder Strauch ist wie ein weicher Schall Als erste Nachricht von dem neuen Glück. Und morgen kehren Schwalbe auch zurück. In de jaren 1940-1941 is de natuurlijke omgeving van groot belang voor de dichteres Selma, maar er komt iets anders bij. De gedichten worden overschaduwd door de oorlog en de angst dat haar leven spoedig voorbij zal zijn en dat de liefde voor Leijser geen vervulling zal krijgen. De bomen, bladeren, nachten, vlinders en sneeuwvlokken zijn nog wel aanwezig in de gedichten, maar eerder in dromen. Dit zie je ook terug in het volgende gedicht, dat Nicole en Manon Lasker gebruikt hebben voor hun compositie: Couplet uit het gedicht Poem (geschreven vlak na de inval van de Duitsers) Ik wil graag leven Kijk, het leven is zo bont gekleurd. Je ziet er zoveel mooie kaatsballen in. En vele lippen wachten, lachen, gloeien En laten openlijk hun vreugde zien. Kijk naar de straat hoe zij oploopt: Zo breed en licht alsof zij op mij wacht. En ergens ver daar snikt en speelt viool Het verlangen, dat jou en mij vervult.
De wind ruist roepend door het bos, Hij zegt mij dat het leven zingt. De lucht praat zacht, is teer en koud, Van verre wenkt en wenkt de populier. Ik wil graag leven. Ik zou willen lachen en zware dingen tillen En ik zou willen strijden en liefhebben en haten En ik zou de hemel met mijn handen wil voelen En ik zou vrij willen zijn en ademen en schreeuwen. Ik wil niet sterven. Nee! Nee. Het leven is rood, Het leven is van mij. Van mij en van jou. Van mij (7 juli 1941) Dit fragment hebben Manon en Nicole vertaald in het Engels. Ze hebben de tekst gebruikt voor hun compositie I want to live.
I want to live
Manon Lasker (gitaar) Nicole Lasker (piano en zang)
Je moet je voorstellen dat het leven van jonge mensen zoals Selma en haar vrienden zich afspeelde tegen het decor van de Tweede Wereldoorlog. De dreiging van de oorlog was steeds aanwezig en er waren ook al voor de oorlog incidenten die wezen op antisemitisme. Een voorbeeld daarvan is de geschiedenis van de jonge student David Fallik. Hij was een student die protesteerde tegen een antisemitische professor en dat met de dood moest bekopen. David werd vermoord door een Roemeense nationalist, die daar nooit voor veroordeeld is. Hierbij sluit het gedicht van Selma over een raaf aan: Do you know… Do you know how a raven shrieks? And how the night, afraid and bleak, does not know where to flee? And in her fright she cannot tell: is this her realm or not her realm? Does the wind belong to her or is she his? Are not the wolves in all their greed just waiting to devour their prey? Do you know how the wind can wail? And how the trees, afraid and pale, do not know where to flee? And in their fright they cannot tell: is this their realm or not their realm, Do they belong to the rain or to the night? And is not Death, with his chilling Laugh, their very highest lord and master?
David Fallik
Do you know how the rain can weep? And how I move, afraid to sleep, not knowing where to flee? And in my fright I cannot tell: is this my realm or not my realm, does the night belong to me, or am I hers? And is my dazed and ashen mouth the one who really weeps? In 1941 vallen de Russen de stad Czernowitz binnen, daarna veroveren de Duitsers de stad. Met de komst van de Duitsers wordt alles nog erger. De grote synagoge wordt in brand gestoken.
Invasie van de Russen
Grote synagoge, in brand gestoken door de Duitsers
Duitsers veroveren Czernowitz
Selma gaat nu naar het Joods Lyceum, dat door de Sovjets is ingericht. Ze krijgt er les van Hersch Segal, die behalve haar klasseleraar ook leraar wiskunde is en bovendien en passie heeft voor poëzie. Selma schrijft maar liefst 35 gedichten in 1941, waarschijnlijk door de stimulans van deze leraar. Een dichtregel uit deze tijd: ‘Es weint Regen in mir, wie es weint auf die Stadt’ Het werd voor Joden steeds moeilijker in Czernowitz te leven. Ze werden geweerd in de winkels en in openbare gelegenheden zoals theaters, parken en scholen. Hun rechten werden afgenomen en ze moesten een gele ster gaan dragen, zodat iedereen kon zien dat ze Joods waren. Op deze foto zie je Joodse mensen gedwongen aan het werk, een gewoon straatbeeld uit die tijd. Uiteindelijk hebben de Roemeense nationalisten bijgedragen aan de deportaties en dood van hun Joodse stadsgenoten. Joden verrichten gedwongen arbeid
De gehele Joodse bevolking wordt op last van de Duitse bezetter ondergebracht in een getto, een deel van de stad speciaal bestemd voor Joden. Uiteindelijk wonen er 60.000 mensen en er is aan alles een gebrek: elektriciteit, water, voedsel. Dat gebeurt om meer controle te hebben over deze bevolkingsgroep en ze uiteindelijk te kunnen afvoeren en vermoorden. Ook Selma verhuist naar het getto, en omdat zij en haar ouders niemand kenden waar ze kunnen inwonen, bivakkeren ze een tijdje onder een brug met doeken als een soort gordijnen om tegen de kou te beschermen. Later verhuist Selma met haar oma naar een klein appartement in Ghetto in Czernowitz het getto. Selma voelt steeds meer dat het slecht met haar zal aflopen. Ze verwoordt haar gevoelens in het gedicht “Schlaflied für mich” , wiegeliedje voor mezelf. Dit gedicht begint vrolijk: Ich wiege und wiege und wiege mich ein mit Träume bei Tag und bei Nacht En: Ich singe und singe und singe mir’ein Lied, ein Lied von Hoffnung und Glück, maar naar het einde toe wordt het steeds stiller… Luistert u naar Dirk en Annemei, die dat gevoel in hun muziekstuk willen uitdrukken.
Schlaflied für mich
Annemei Groenen (zang) Dirk van Bree (piano)
Selma heeft meer van deze prachtige wiegeliedjes geschreven, gebaseerd op haar ervaringen als kinderoppas van kinderen in het getto. Ze schrijft niet alleen wiegeliedjes voor kinderen, maar dus ook voor haarzelf en zelfs voor Leijser, waaruit haar grote liefde voor hem blijkt. Een fragment uit Schlaflied für dich: Komm zu mir, Dann wieg’ich dich, Wiege dich zur Ruh’. Komm zu mir Und weine nicht, Mach die Augen zu Ich flechte dir aus meinem Haar Eine Wiege, sieh! Schläft drin aller Schmerzen bar, Träumst drin ohne Müh. Meine Augen sollen dir Blinkend Spielzeug sein, Meine Lippen schenk ich dir, Trink dich in sie ein. Een echt liefdesgedicht. Selma houdt van het leven en wil heel graag leven, maar ze kan niet ontkomen aan haar lot, zoals ze al voorvoelde. Ze wordt gedeporteerd vanuit het getto in Czernowitz. Voor veel gedeporteerden was de strook land tussen de stad en de rivier een soort tussenstation waar ze gedwongen waren te wachten. Vanaf die plek werden ze vervoerd naar kampen in Roemenie of de Oekraïne. Het was er bitter koud en veel Joden probeerden hun kleding te ruilen tegen eten van de boeren. Velen stierven op deze plek. Vlak voor haar deportatie kan ze op het laatste nippertje haar gedichten aan haar vriendin Else meegegeven. Selma heeft de gedichten met potlood in een klein handschrift geschreven en zelf gebundeld. De gedichtenbundel is “with love” opgedragen aan haar vriend Leijser en Else moet het bundeltje aan hem overhandigen. Deportatie
Roemeense soldaten transporteren Joden over de Dniester rivier
Selma sterft in een naziwerkkamp Michailowka aan vlektyfus. We weten dat omdat de Roemeense kunstenaar Arnold Daghani, die ook in het kamp verbleef, een potloodtekening van deze trieste gebeurtenis maakte die hij Piëta noemde. Overigens heeft hij meer tekeningen over het kampleven in zijn “Notebook” gemaakt. Selma en Arnold Daghani hadden in het kamp een speciale band; hij besprak zijn tekeningen met haar waar ze nogal eens commentaar op had. Er is ook een brief van Selma aan haar vriendin Renée bewaard gebleven. De brief is uit 1942 en uit het kamp gesmokkeld. Ze schrijft: (een vertaling) ‘Men kan het volhouden, ondanks dat je steeds weer denkt, nu, nu is het te veel, ik hou het niet meer uit “jetzt breche ich zusammen’’ Ze eindigt de brief met Chazak, Hebreeuws voor ‘wees sterk’. Tekening door Arnold Daghani van de dood van Selma
De gedichten komen wonder boven wonder (hoe weten we niet) veilig in Leijsers handen (hij zat ook in een kamp) en hij heeft ze tot zijn bevrijding bij zich gedragen. Maar voordat Leijser Fichman in 1944 naar Palestina vertrekt, geeft hij de gedichten terug aan Selma’s vriendin Else, omdat hij bang is dat er iets mee zou gebeuren tijdens zijn reis. Dit voorgevoel klopt inderdaad; Fishman zal Palestina niet bereiken. Het Turkse schip Mefkure met Joodse vluchtelingen wordt in de Zwarte Zee door een Russische onderzeeër getorpedeerd, en alle opvarenden komen om het leven. Else gaf Renée de bundel, die het bewaarde in haar rugzak. Tijdens een vierjarige reis door Europa hield ze de gedichten daar, tot zij uiteindelijk toestemming kreeg zich in Israël te vestigen. Renée pakte al haar spullen in een koffer, maar bewaarde Selma’s bundel weer in de rugzak. De koffer raakte kwijt, maar de rugzak met “Blütenlese” bleef gespaard. Renée en Else kregen weer contact met de vroegere leraar Hersch Segal die zich inspande om de gedichten uit te geven. Maar dat gebeurt uiteindelijk pas in 1979 als ze door de universiteit van Tel Aviv worden uitgegeven. In 1980 volgt een uitgave in Duitsland met de titel “Ich bin in Sehnsucht eingehüllt”. In het Nederlands is de dichtbundel verschenen onder de titel: “Tussen weemoed en verlangen.” , met vertalingen van Nanda van der Zee. Dan nu het muziekstuk van Marlijne Jans. Ze zingt het lied Song en begeleidt zichzelf op de gitaar. Song is een vertaling van het gedicht Lied. Een strofe daaruit: Receive my song May it become a gentle, sweet refrain. May he who reads it Say: I see More happiness than pain
Song
Marlijne Jans (gitaar en zang)
Met dit prachtige lied zijn we bijna bij de afsluiting van deze avond gekomen. Kijkt u nog even naar de laatste pagina uit Selma’s Blütenlese. Haar laatste gedicht van de bundel is het gedicht Tragik: Das ist das schwerste: sich verschenken und wissen, das man überflüssig ist, sich ganz zu geben und zu denken dass man wie Rauch ins Nichts verfliesst. Dus: het ergste is dat je jezelf weggeeft en weet dat je overbodig bent, je helemaal te geven en te weten dat je in rook verdwijnt… Omdat dit het laatste gedicht van Selma is, denken velen dat het hier gaat om een verwijzing naar haar dood in het kamp, maar volgens poëziekenners wordt hier haar liefdesverdriet om Leijser in weerspiegeld. Als liefdeslyriek, maar ook als geëngageerde gedichten is Selma’s werk nog steeds actueel. De laatste woorden in rood potlood zijn ook voor Leijser: Vertaald: ik heb geen tijd gehad om dit af te maken. Het is erg dat je geen vaarwel tegen me wilde zeggen. Ik wens je het beste.’ Met deze woorden nam Selma afscheid van Leijser. Ten slotte Als Selma geen gedichten had geschreven, was haar leven nooit op deze manier gereconstrueerd. Dan hadden we niet geweten van een avontuurlijke reis die een gedichtenbundel heeft gemaakt en de zorg van haar vrienden on haar stem te behouden. Maar ze schreef de gedichten wel, en deze avond met volle inzet van jonge mensen uit ons eigen dorp bewijst de waarde van muziek en poezie. Want alles van waarde is weerloos, schreef een andere dichter eens. Graag nog een heel heel hartelijk applaus voor onze musici van vanavond. De avond was niet mogelijk geweest zonder: Jan Geuke, Daan Temmink, Karin Poorthuis, Ed Loedeman, docenten van de muziekschool, de vrijwilligers van het Kulturhus en de Bornse synagoge. Dank u wel. ------------------------------------------------------------------------
© Stichting de Bornse Synagoge. Wilt u bovenstaande tekst of delen daarvan gebruiken, neem dan alstublieft contact op met Stevine Groenen (074-2663103) of Anke Jonathans (074-2669565)
.