levensbeschouwing & maatschappij 2011
MAVO 3
2012
katern 2
cluster
criminaliteit
rechtspraak
naam
Maartenscollege
Groningen / haren
levensbeschouwing & maatschappij MAVO 3 2011 – 2012
katern 2 bij Thema’s Maatschappijleer 1 voor VMBO
hoofdstuk 7
criminaliteit rechtspraak oktober 2011
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
1
inhoud
1
studiewijzer oktober - december 2011
p. 3
4
opdrachten
p. 4 p. 5
1 2 2 3 4 5 6 7
doen wat niet mag waarom gebeurt het? Deel 1 waarom gebeurt het? Deel 2 opgepakt… en dan? schuldig of onschuldig? Praktische opdracht 1A wat doen we eraan? Drugs drugs en criminaliteit (praktische opdracht 1B)
p. 7 p. 10 p. 13 p. 24 P. 26 p. 28
5
begrippenlijst hoofdstuk 7: CRIMINALITEIT
p. 29
6
ruimte voor meer aantekeningen hoofdstuk 7
p. 34
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
2
1
studiewijzer 2
Dit is je tweede studiewijzer voor L&M. In de eerste les kijken we hoe hij in elkaar zit. Er staat precies in wat je voor welke les moet doen en wat je in een les moet doen.
week
weektaak lezen lesboek
vaklessen
maken katern 2 pag op
43
44
45
Bespreken toets + introductie hoofdstuk criminaliteit 132-133
5
1-2
Wat is criminaliteit
134-135
6-8
3-4
waarom is er criminaliteit.
134-135
8-9
5
waarom is er criminaliteit.
136-137
10-12
6-9
opgepakt en dan? Maartensdag
46
47
48
138-139
Rechtbank
13-14
10-11
138-139
15-21
12
Rechtbank PO 1A
138 -139
15-21
12
Rechtbank PO 1A
138 -139
15-21
12
Rechtbank PO 1A
140-141
22 -23
13
Wat doen we eraan? Drugs
49
Proeftoets + herhaling
TB blz. 132t/m147 50
Praktische opdracht 1B
Toets criminaliteit Folder Drugs Folder Drugs
51
Folder Drugs Presentatie Folder Drugs
betekenis afkortingen in studiewijzer: 132-133 Thema’s Maatschappelijleer lesboek, bladzijde 132 t/m 133 kat 2 katern 2 (met soms bladzijdennummers erbij) gr groepswerk op opdracht kl klassikaal behandelen/uitwerken po praktische opdracht
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
3
4
opdrachten
opdracht 1 We spelen een spel. Dat gaat over asociaal gedrag. 1 Formeer een groepje van vier mensen. 2 Zoek in je groepje een goed speelbaar voorbeeld van wat jullie asociaal gedrag noemen. Werk dat voorbeeld kort uit tot een klein toneelstukje van ongeveer één minuut. [10 minuten ontwerptijd] 3 Bespreek goed met elkaar waarom je dit voorbeeld asociaal gedrag vindt. Wat maakt het precies tot asociaal gedrag? Waarom erger je er zo aan? [5 minuten gesprekstijd] 4 We spelen alle voorbeelden in de klas uit [2 minuten per spel]. 5 We analyseren heel kort in de klas wat er zo asociaal aan het voorbeeld is en hoe we het voorbeeld nog asocialer zouden kunnen maken [2 minuten per spel]. Noteer hieronder [nadat je alle voorbeelden hebt gezien] wat asociaal gedrag in zijn algemeenheid zo asociaal maakt.
opdracht 2 Vanuit de tekst en vanuit de uitleg in de les kun je antwoord geven op de volgende vragen: 1 Leg met je eigen woorden uit wat het begrip criminaliteit betekent.
2 Leg de volgende twee begrippen met eigen woorden uit: a strafbaar gedrag
b strafblad
3 Het verschil tussen een misdrijf en een overtreding is:
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
4
2 Waarom gebeurt het: les 1 Hoe wordt iemand crimineel? Is crimineel gedrag aangeboren en is criminaliteit dus erfelijk? Of word je juist crimineel door de omgeving waarin je opgroeit: slechte buurt, verkeerde vrienden, werkloosheid? De deskundigen zijn het er niet over eens. Begin vorige eeuw is er onderzoek gedaan om te kijken of criminaliteit erfelijk zou kunnen zijn. De Italiaanse gevangenisarts Cesare Lombroso beweerde van wel. Hij zei dat crimineel gedrag aangeboren is en dat men criminelen zou kunnen herkennen aan hun uiterlijk: laag voorhoofd, doorlopende wenkbrauwen, kort, gedrongen gestalte. Opdracht 3 Denk jij dat je aan iemands uiterlijk kan zien of hij/zij crimineel is? ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. Ga naar www.google.nl type in ‘Lombroso test’ en klik op de link van school TV. Vul je naam in en doe nu de Lombroso test. Nu je de Lombroso test hebt gedaan. Denk jij dat nu dat je kan beoordelen of iemand crimineel is aan zijn uiterlijk? ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………….
Vragen bij Video focus op de maatschappij criminaliteit 1. Hoe vaak doen Nederlandse winkeliers per jaar aangifte? ……………………………………………………………………………………………………………………. 2. Hoe vaak per dag gebeurt dit dan? ……………………………………………………………………………………………………………………. 3. En om hoeveel geld gaat dit dan? ……………………………………………………………………………………………………………………. 4. Wat is emotionele schade? ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. 5. Wat is volgens de rechter het verschil tussen overtredingen en misdrijven? ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. Vervolg op volgende pagina
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
5
6. Wat is bureau halt? ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. 7. Leg eens uit waarom criminaliteit een maatschappelijk probleem is ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. 8. .......................................................................................................................................................
9. Welke oorzaken worden allemaal genoemd? 1. ........................................................................................................................................... 2. ........................................................................................................................................... 3. ........................................................................................................................................... 9. Wat is witteboorden criminaliteit? ................................................................................................................................................................... ................................................................................................................................................................... ...................................................................................................................................................................
opdracht 4 In de tekst van je boek op p. 134-135 worden heel wat redenen genoemd waarom mensen crimineel gedrag zouden vertonen. Maak hieronder een volledige opsomming, leg uit wat elk punt precies inhoudt en geef in de laatste kolom aan of het een reële oorzaak is (of dat het een onzinoorzaak is) en als het een reële oorzaak is of die vanuit jouw mening belangrijk of minder belangrijk is. oorzaak
uitleg
reëel? niet
beetje
zeer
persoonlijke kenmerken uiterlijk
man-zijn
slechte opvoeding groepsgedrag geen diploma
maatschappelijke oorzaken lage maatschappelijke positie minder strenge normen MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
6
minder sociale controle pakkans kleiner wonen in grote stad gebruik alcohol en drugs combinatie individuele en maatschappelijke factoren bindingstheorie
Waarom gebeurt het: les 2 In de vorige les hebben we het gehad over verschillende oorzaken van criminaliteit. Deze les gaan we Hier mee verder. Je krijgt zo een video te zien waarin het gaat over de stijgende criminaliteit onder Meisjes. Bij deze video maak je de onderstaande vragen.
Opdracht 5 1.
Naast de Theorie van Lombroso zijn er vele andere Theorieën. Één van de bekendst is de bindingstheorie van Hirschi (BLZ. 135 TB) Volgens de bindingstheorie schuilt in iedereen een ‘geboren misdadiger’. Wat vind jij van deze uitspraak dat in iedereen een geboren misdadiger schuilt? Beargumenteer je antwoord!
……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………….
2.
Leg in je eigen woorden uit wat de Bindingstheorie is en inhoudt?
……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………….
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
7
3.
De bindingstheorie beschrijft dat de meest van ons op het rechte pad blijven omdat we bindingen hebben met familie, school, werk enzovoort. Door deze bindingen leren we dus wat wel en niet mag. Beschrijf hieronder welke bindingen jij allemaal hebt!
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
4.
Denk jij dat je met de Bindingstheorie crimineel gedrag kan veroorzaken?
……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………….
5.
Iemand met weinig bindingen wordt die dan bij voorbaat sneller crimineel?
……………………………………………………………………………… …………………………………….………………………………………… ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ………………………….……………………………………………………
Videovragen hoe word ik wie ik ben? 1. Voordat de video begint probeer eens te beschrijven hoe jij geworden bent wie je bent. waardoor is dat gekomen. Welke factoren speelden daarbij een rol? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… 2. Waarom spelen opvoeding en omgeving een rol bij wie je bent? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
8
3. Waarom is het voor de maatschappij belangrijk wie jij bent? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
4. Wie bepalen hoe de samenleving in elkaar zit en hoe men met elkaar omgaat? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… 5.
Wat is DNA en wat kun je er mee?
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… 6. Welke factoren spelen mee bij het bepalen wie je bent? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… 7. Wat is socialisatie? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… 8.
Wat bepaald hoe jij omgaat met waarden en normen
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
9
Discussie in de klas. Het tweede deel van de les gaan we eventueel discussiëren over de volgende onderwerpen. Ouders moeten ook gestraft worden wanneer de kinderen in de fout gaan. Om leerlingen te beschermen moeten agressieve jongeren van school worden gestuurd. Er moet op school meer voorlichting komen over criminaliteit. Er moeten meer jeugd teams komen zoals in Leeuwarden om criminaliteit tegen te gaan. Tegen criminaliteit onder jongeren is weinig te doen.
Opgepakt…. en dan?
3
opdracht 6 1 wanneer ben je een verdachte?
……………………………………………………………………………… …………………………………….………………………………………… ……………………………………………………………………………… Feitelijk heeft de politie drie taken, namelijk:
1 2 3 2 De bevoegdheden, waarover de politie kan beschikken, zijn:
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
10
3 Het Openbaar Ministerie (Officier van Justitie) heeft de volgende taken:
1 2 3
4 Het OM kan – als ze een zaak hebben – drie besluiten nemen. Leg uit wat die betekenen: 1
seponeren
2
met transactie afdoen [schikking]
3
voor de rechter brengen [vervolgen]
opdracht 7 Wat is het verschil tussen: 1 de rechtsorde handhaven en hulpverlening door de politie?
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… 2
het opsporen en het vervolgen van strafbare feiten?
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… 3 inverzekeringstelling en voorlopige hechtenis?
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
11
opdracht 8 1 Wat is een verdachte?
2 Welke rechten heeft een verdachte?
1 2 3 4 5 6 7 3 Een verdachte mag door politie en justitie maar een beperkte tijd worden vastgehouden. In die periode worden bewijzen verzameld, de verdachte gehoord, etc. Daarna moet de zaak voor de rechter worden gebracht. Hoeveel dagen is die beperkte tijd en uit welke onderdelen bestaat deze periode?
1 2 3 Opdracht 9 In Nederland kun je op meerdere plaatsen worden ‘vastgehouden’. Leg uit in welke omstandigheden en/of wanneer je vastgehouden wordt in een: 1
politiecel
2
huis van bewaring
3
tuchtschool
4
gevangenis
5
van Mesdag-kliniek
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
12
4
Schuldig of onschuldig?
opdracht 9 Een strafproces bestaat uit een aantal onderdelen die een bepaalde functie of doel hebben. Geef in het kort aan wat die functies of doelen zijn. onderdeel 1
dagvaarding
2
tenlastelegging
3
onderzoek ter rechtszitting
4
requisitoir
5
pleidooi
6
laatste woord
7
vonnis
8
hoger beroep
inhoud, functie of doel
betrokkenen
opdracht 10 Leg het verschil uit wat de volgende ‘straffen’ inhouden: 1
vrijheidsstraf
2
onvoorwaardelijke gevangenisstraf
3
voorwaardelijke gevangenisstraf
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
13
4
hechtenis
5
geldboete
6
smartengeld
7
schadevergoeding
8
alternatieve straf [taakstraf]
9
bijkomende straf
Opdracht 11 In Nederland kennen we verschillende soorten rechtbanken. Al deze rechtbanken hebben een ander nut over behandelen andere zaken. Hieronder is ruimte vrijgelaten voor de aantekeningen die in de les hierover worden gegeven.
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
14
Vragen bij video de rechtbank A.
Hoeveel mensen komen jaarlijks in Nederland in aanraking met criminaliteit?
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… B.
Wie bepaald wie en welke straf iemand krijgt?
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… C.
Wat is criminaliteit?
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… D.
Waar is vastgelegd wat is in Nederland
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… E.
Wat is één van de taken van de politie?
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………
F.
Welke drie keuzes heeft de officier van justitie?
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
15
G.
Schrijf hieronder alle stappen die tijdens een rechtszaak voorkomen op.
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
H.
Welke drie doelen heeft het straffen van een persoon?
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… I. Wat is resocialisatie? ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
J.
Welke zogenaamde waarborgen heeft een verdachte?
……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
16
Praktische opdracht 1A Dit is de eerste praktische opdracht die je bij maatschappijleer krijgt. Deze opdracht is niet zo groot en we zullen er drie lessen aan besteden ook zal je zal thuis wat moeten voorbereiden. Bij deze praktische opdracht gaan we de rechtbank naspelen. Iedereen krijgt dus een rol toegedeeld en deze moet je voorbereiden. Omdat sommige rollen groter zijn en andere kleiner bereidt iedereen twee rollen voor. Je bereidt twee rollen voor het geval er iemand ziek wordt. Je wordt beoordeeld op twee dingen. De eerste is de voorbereiding, het gaat er dus om of jij je rol goed hebt voorbereidt. Het tweede deel van je cijfer is je gedrag/houding tijdens de rechtbank. Voordat we beginnen met het verdelen van de rollen krijg je eerst een beetje theorie over de rechtbank. Je maakt dus eerste de onderstaande vragen totdat je aankomt bij de rollen.
Opdracht 11 de rollen! Let goed op! Hieronder staat een lange tabel met alle rollen die bij onze rechtszaak voorkomen. In de eerste tabel zie je een eerste rol, deze rol ga jij in principe spelen. Voor de zekerheid studeer je ook de tweede rol in de tweede tabel in. Wij spelen een zwaar misdrijf na dus we hebben 3 rechter, Omdat de officier van justitie een grote taak heeft wordt deze taak gedeeld door twee leerlingen. Ditzelfde geldt voor de advocaat van de verdachte. 1e rol Rechter Rechter Rechter Officier van justitie Officier van justitie Advocaat verdachte Advocaat verdachte Verdachte Getuigen (bakker) Getuigen (politieagent)
Wie gaat dit doen?
Expert (bewaking) Expert (ondervoeding) Deurwaarder (zaal) Deurwaarder (deur) Griffier Pers Pers Publiek Publiek
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
2e rol (reserve) Pers Pers Deurwaarder (deur) Publiek Publiek Griffier Deurwaarder (zaal) Rechter Rechter Rechter Getuige (politieagent) Getuige (bakker) Expert (bewaking) Expert (ondervoeding) Verdachte Advocaat verdachte Advocaat verdachte Officier van justitie Officier van justitie
17
Opdracht 10 Wat moet je doen? Nu iedereen een rol verdeeld heeft gekregen moet je gaan kijken wat je precies wanneer en hoe moet doen. Allereerst gaan we kijken hoe een rechtszaak in elkaar zit. Op pagina 138 van je tekstboek bron 9 zie je hoe iedereen zit tijdens en rechtspraak! In de les zal iedereen dus ook zo zitten!
1. Voordat de rechtszaak begint zit iedereen al in de rechtszaal te wachten op de rechters. De verdachte wordt naar binnen gebracht door de deurwaarder (zaal). Als iedereen dan zit roept de deurwaarder (deur) dat de rechter komen en dat iedereen moet gaan staan. De rechters komen dan binnen en iedereen mag pas weer gaan zitten als de rechters zitten. 2. De rechters heten iedereen welkom en vertellen waarom we hier vandaag zijn. (met welke zaak zijn we hier bezig). De rechter controleert alle persoonlijke gegevens van de verdachte (naam, woonplaats, adres, geboortedatum, enz.) 3. De officier van justitie gaat dan staan en leest de aanklacht voor. Hierin staat precies van Johan heeft gedaan en wanneer het is gebeurd! (dit moet de officier van justitie dus goed voorbereiden!) 4. De rechter, de officier van justitie en de advocaat gaan de verdachte nu allemaal vragen stellen(in deze volgorde eerst vraagt de rechter wanneer deze geen vragen meer heeft dan is pas de volgende). Als de vragen gesteld zijn begeleidt de deurwaarder (zaal) de verdachte naar de zijkant (en gaat naast hem zitten om hem te bewaken) 5. Dan komt de getuige en stellen de rechter, officier van justitie en de advocaat weer na elkaar vragen. (let wel een getuige mag niet liegen). Alle getuigen worden nu na elkaar gehoord een daarna de verschillende experts. 6. Hierna komt nog een korte vragenronde aan de verdachte (weer in dezelfde volgorde) 7. Hierna legt de officier van justitie uit waarom hij vindt dat de verdachte schuldig is en vertelt de straf eis.! 8. De advocaat van de verdachte vertelt nu waarom hij vindt dat de verdacht niet schuldig is of dat hij de straf eis te hoog vindt! 9. Nu mag de verdachte nog kort iets zeggen ( het spijt me of zoiets) 10.De rechters trekken zich nu terug en komen later weer terug met de uitspraak (iedereen gaat natuurlijk staan bij zowel het vertrek als weer de binnenkomst!) 11.Na de uitspraak neemt de deurwaarder (zaal) de verdachte mee! En schrijven de Pers hun verhaal voor de krant (ze doen dit bij ons door een samenvatting te geven wat hier gebeurd is)
Enkele algemene regels tijdens de rechtspraak! Uiteraard luistert iedereen aandachtig! Een rechtszaak in Nederland gaat niet zoals je misschien wel eens op televisie hebt gezien in de Verenigde staten. Er is geen Jury en de bewijzen liggen allemaal al op tafel. Het gaat om het opsommen van de bewijsmaterialen! Iedereen die wat zegt tijdens de rechtspraak spreekt naar de rechters. Iedereen spreekt ze aan met edelachtbare! De rechters zorgen dat de rechtspraak ordelijk verloopt dit houdt in dat ze ervoor zorgen dat het gaat zoals het op papier staat. (ze zijn dus verantwoordelijk voor de volgorde deze moeten ze dan ook goed kennen)
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
18
De zaak! Er was eens een man. Deze man genaamd Koos K was arm. Zes weken geleden werd hij ontslagen bij zijn werk. Hij was schoonmaker in een groot schoolgebouw. Gelukkig had de man van zijn schamele loon wat geld kunnen sparen. Met zijn uitkering en zijn spaargeld samen, had hij net genoeg om de afgelopen weken zijn 5 kinderen en zijn vrouw te eten te geven. Maar nu was zijn spaargeld op. En zijn uitkering was maar net genoeg om de huur en het gas, water en de elektriciteit te betalen. Om het nog erger te maken was het ook nog eens heel erg koud deze winter. De beste man wilde zijn vrouw en kinderen niet hongerig laten zijn. Daarom eet hij zelf al een paar dagen heel weinig. .
Het delict Na een paar dagen zelf niet gegeten te hebben, liep de man op straat. Hij kwam terug van het arbeidsbureau, waar ze hem geen werk konden geven. Niemand wilde een man van veertig, met weinig opleiding, in dienst nemen. Verdrietig omdat hij geen werk en geen geld meer had, en hongerig omdat hij al een paar dagen veel te weinig gegeten had, liep hij door de winkelstraat. Bij de bakker bleef hij staan. Wat rook dat verse brood toch heerlijk. Op dat moment werd het hem te veel. Hij rende naar binnen, pakte twee broden en wilde het op een lopen zetten. Maar toen hij zich omdraaide stond daar de 23 jarige zoon van de bakker. Koos deelde hem snel een flinke tik uit en nam een hap van het brood. Een voorbijlopende agent rende naar binnen. Koos rende toen achter de bakkerij door, op zoek naar de achteruitgang. Hij duwde de Bakker tegen de grond en maakte zich uit de voeten en wist de achterop volgende agent af te schudden. Een aantal straten verder stond hij stil. Geschrokken van wat hij gedaan had, maar blij dat hij wat te eten had. Hij besloot naar huis te gaan maar hij was nog maar even thuis of de politie stond bij hem op de stoep. Het gevolg Door de harde tik die Koos uitdeelde aan de zoon van de bakker is de zoon na een hersenbloeding overleden. De bakker was hierop zo verdrietig dat hij zijn zaak gesloten heeft en door de emotionele schade niet meer kan werken. De aanklacht Koos wordt aangeklaagd door het openbaar ministerie voor dood door schuld. De officier van justitie bereidt de aanklacht verder voor samen met de strafeis. Koos krijgt door de staat een advocaat toegewezen. Deze advocaat probeert de straf van Koos zo laag mogelijk te houden omdat Koos door zijn slechte omstandigheden is gaan stelen en dit alles een ongeluk was. Hij kon er immers zelf niks aan doen dat hij ontslagen werd. Er zijn twee getuigen bij deze zaak. De eerste is de emotioneel beschadigde bakker en de politie agent die Koos probeerde te pakken Er zullen bij de rechtszaak twee experts gehoord worden. De eerste is de man van het bewakingsbedrijf die de video beelden heeft bestudeerd. De tweede is een expert in ondervoeding en wat dit met een mens kan doen.
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
19
Hieronder schrijf je op welke rollen je hebt en wat je daarvoor moet doen! Voor sommige rollen moet je meer voorbereiden. De docent helpt je hiermee op weg. Hieronder schrijf je eerst welke rol je hebt en in welk deel van de rechtszaak je wat moet doen! Wat is mijn 1e Welke delen (zie volgorde rechtszaak) van de rechtszaak moet ik daarvoor iets doen? (deze delen mag je nummeren 1t/m11) rol:
Wat moet ik bij welke delen doen? 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
20
Wat ga ik wan- Op deze pagina bereid je opmerkingen die je gaat maken voor dit kan gaan om neer zeggen (als de volgende dingen je bij deze rol wat vragen die je gaat stellen aan de verdachte, getuige, of expert te zeggen hebt) Je strafeis als Officier van justitie Waarom je deze persoon wilt vervolgen als officier van justitie (opening) Opening van de rechter Wat je gezien hebt als getuige Wat je weet te vertellen als expert over dit onderwerp Wat je als verdachte te vertellen hebt Wat je gaat zeggen als advocaat om je cliënt te verdedigen. Enz. Kort samengevat als je iets te vertellen hebt tijdens de rechtszaak schrijf je hier op wat je gaat vertellen en wanneer!
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
21
Wat is mijn 2e Welke delen (zie volgorde rechtszaak) van de rechtszaak moet ik daarvoor iets doen? (deze delen mag je nummeren 1t/m11) rol:
Wat moet ik bij welke delen doen? 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
22
Wat ga ik wan- Op deze pagina bereid je opmerkingen die je gaat maken voor dit kan gaan om neer zeggen (als de volgende dingen je bij deze rol wat vragen die je gaat stellen aan de verdachte, getuige, of expert te zeggen hebt) Je strafeis als Officier van justitie Waarom je deze persoon wilt vervolgen als officier van justitie (opening) Opening van de rechter Wat je gezien hebt als getuige Wat je weet te vertellen als expert over dit onderwerp Wat je als verdachte te vertellen hebt Enz. Kort samengevat als je iets te vertellen hebt tijdens de rechtszaak schrijf je hier op wat je gaat vertellen en wanneer!
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
23
5 Wat doen we eraan? Opdracht 13 1 Er zijn vier redenen waarom we als samenleving straffen. Noem ze en leg ze uit. reden
uitleg
1
2
3
4
2 Leg het verschil uit tussen repressie en preventie (als het om aanpak van criminaliteit gaat).
3 Er worden vier andere oplossingen aangedragen om criminelen na hun straf op het goede pad te brengen (of te houden). Leg uit wat die oplossing inhoudt en of die oplossing volgens jou ex-criminelen op het rechte pad houdt. oplossing 1 strenger straffen
wat oplossing inhoudt
mening over effect oplossing
2 lik-op-stuk-beleid
3 taak- en leerstraffen
4 voorkomen
MAVO 3 KATERN 2 2011 – 2012 levensbeschouwing en maatschappij: criminaliteit:(rechtspraak)
24
4 Op p. 142-143 wordt informatie gegeven over taakstraffen en HALT. Maak hieronder een correcte, puntsgewijze samenvatting van alle daar gegeven informatie.
1 2 3 4 5 6 7
5 Geef in de onderstaande Tabel aan of het bij de stelling gaat om Repressie of Preventie? Stelling Iemand een gevangenisstraf geven Iemand een halt straf geven Iemand een boete geven nadat hij betrapt is op wildplassen Iemand een waarschuwing geven Iemand in de gevangenis les geven over de maatschappij Maatschappijleer geven op school Reclame Filmpje of TV over criminaliteit
Repressie of Preventie?
6 Geef je beargumenteerde mening over de volgende stellingen a. In Nederland moeten we harder straffen.
b. we moeten mensen minder lang in de gevangenis stoppen zodat dit de maatschappij minder geld kost.
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing & maatschappij: criminaliteit (rechtspraak)
25
6
Drugs
Filmpje gedoog beleid in Nederland vanaf 7.42 min tot 13.44 a. Leg in je eigen woorden uit wat het Nederlandse drugsbeleid inhoudt? ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………….
b. Wat bedoelt men met gedogen? ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………….
c. Wat houdt het Nederlandse gedoogbeleid in? ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………….
d. Hoe komen de Nederlandse koffieshop houders aan wiet? ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………….
e. Vind jij dat het Nederlandse softdrug beleid moet worden aangetast? ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………….
f. Noem de voor en nadelen van het legaliseren van de soft drugs. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………………………………………………. …………………………………………………………………………………………………………………….
Filmpje Zoveel drugs zoveel effecten
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing & maatschappij: criminaliteit (rechtspraak)
26
Ruimte voor opdracht tijdens de les
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing & maatschappij: criminaliteit (rechtspraak)
27
7 drugs en criminaliteit
Praktische opdracht 1B
voorlichtingsfolder
De laatste paragraaf van het hoofdstuk over criminaliteit gaat over drugs en criminaliteit. Je gaat daarover een voorlichtingsfolder maken. De – aantrekkelijk opgemaakte [als het even kan op computer gemaakte] – folder bevat zowel goede informatie over drugs, als jouw goede mening daarover. De opdracht luidt als volgt: 1 Je maakt de opdracht met zijn tweeën (in uitzonderingsgevallen alleen of met drie). 2 Als je de opdracht op computer maakt, is de omvang van de folder een dubbel A4-vel (voor- en achterkant van A4-papier), als je de folder schrijft, wordt de omvang een dubbel A3-vel (voor en achterkant van A3papier). Het wordt een folder, dus er moet een vouw in het vel papier zitten (of meerdere). 3 De folder bevat tekst en afbeeldingen (foto’s, tekeningen, cartoons, statistieken). 4 Je schrijft de folder vanuit een bepaald standpunt of een bepaalde mening. Dat kan b.v. de Nederlandse overheid of de politie zijn of een buitenlandse (b.v. Franse) overheid zijn, maar het mag ook vanuit het standpunt van een coffeeshophouder of een hulpverleningsorganisatie bij alcohol- en drugsproblemen zijn of de organisator van grote feesten. Je moet in de folder duidelijk aangeven vanuit welke organisatie de folder wordt gemaakt. 5 Je moet ook een duidelijke doelgroep aanwijzen: voor wie wordt de folder geschreven [jongeren (leeftijd…?), ouderen, mensen met drugsproblemen, de Franse regering, overheidsorganen, bezoekers/patiënten van ziekenhuizen, huisartsen, CAD o.i.d., discobezoekers, scholieren (van witte of zwarte school), mensen van bepaalde bedrijven, mensen in een bepaalde buurt, etc.]. Uit je tekst moet je doelgroep blijken. 6 In de folder moet aandacht zijn voor de volgende zaken: Goede feitelijke informatie over drugs en drugsbeleid. Een goed standpunt (of mening) vanuit de organisatie die de folder maakt en wil verspreiden, met goede argumenten voor dat standpunt. Afwegingen vanuit verschillende standpunten (voor- en tegenargumenten) bij het standpunt dat in de folder wordt ingenomen. 7 Je kunt twee lessen op school aan de folder werken (ook op computer). Verder moet je er thuis aan werken. 8 Je krijgt een apart cijfer op de folder, die 2x meetelt voor je rapport. Ik let bij de beoordeling vooral op de volgende punten: Of de feitelijke informatie over drugs correct en voldoende is; Of goed duidelijk is (en hoe) vanuit welke organisatie de folder is geschrweven; Of de inhoud van de folder voldoet aan de eisen voor een goede mening; Of er goed passende afbeeldingen in de folder zijn opgenomen; Of de tekst goed is geschreven (goed Nederlands, goede zinnen, geen taal- en spelfouten, aantrekkelijk geschreven, dus leuk om te blijven lezen); Of de hele folder er goed verzorgd en aantrekkelijk uitziet. 9 Je presenteert en levert de folder in op de vrijdag voor de vakantie. Ook mail je deze naar
[email protected] of levert deze in tijdens de les. MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing & maatschappij: criminaliteit (rechtspraak)
28
8
begrippenlijst hoofdstuk 7 CRIMINALITEIT
Noteer voor de toets hieronder eigen omschrijvingen van begrippen, die je zeker moet kennen: begrip
eigen uitleg
1 aanhouden 2 aanklacht 3 advocaat 4 afschrikking 5 alternatieve straf 6 arresteren 7 asociaal 8 bijkomende straf 9 bindingstheorie 10 boete 11 borg 12 criminaliteit 13 dader 14 dagvaarding 15 fouilleren 16 gerechtshof 17 getuige 18 gevangenis 19 gevangenisstraf MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing & maatschappij: criminaliteit (rechtspraak)
29
20 gedoogbeleid 21 HALT 22 harddrugs 23 hechtenis 24 hoge raad 25 hoger beroep 26 hoofdstraf 27 huis van bewaring 28 huiszoeking 29 inbeslagneming 30 in verzekering stellen 31 kantongerecht 32 kantonrechter 33 legaliseren 34 lik-op-stuk-beleid 35 misdrijf 36 norm 46 officier van justitie 37 onder toezichtstelling 38 onvoorwaardelijke straf
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing & maatschappij: criminaliteit (rechtspraak)
30
39 openbaar ministerie 40 opiumwet 41 opsporingsonderzoek 42 overtreding 43 pakkans 44 pleidooi 45 politie 46 politiecel 47 preventie 48 proces-verbaal 49 opiumwet 50 opsporingsonderzoek
51 overtreding
52 pakkans
53 pleidooi
54 politie
55 politiecel
56 preventie
57 proces-verbaal
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing & maatschappij: criminaliteit (rechtspraak)
31
58 procureur-generaal
59 proeftijd
60 raadsheer
61 raadsman
62 rechter
63 rechtszaak
64 repressie
65 requisitoir
66 resocialisatie
67 schadevergoeding
68 schikking
69 seponeren
70 smartengeld
71 sociale controle
72 softdrugs
73 staande houden
74 strafbaar gedrag
75 strafblad
76 taakstraf MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing & maatschappij: criminaliteit (rechtspraak)
32
77 tbs
78 tbs-kliniek
79 tenlastelegging
80 verdachte
81 verhoor
82 vervolgen
83 volgen
84 vonnis
85 voorlopige hechtenis
86 voorwaardelijke straf
87 vrijheidsstraf
88 werkstraf
89 waarde
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing & maatschappij: criminaliteit (rechtspraak)
33
9
ruimte voor meer aantekeningen hoofdstuk 7 CRIMINALITEIT
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing & maatschappij: criminaliteit (rechtspraak)
34
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing & maatschappij: criminaliteit (rechtspraak)
35
MAVO 3 KATERN 2 2011– 2012 levensbeschouwing & maatschappij: criminaliteit (rechtspraak)
36