LEVENSBESCHOUWELIJKE VORMING
ISLAM STUDIEWIJZER 3VWO
STUDIEWIJZER Let op: alle belangrijke data staan in de studiewijzer vermeld. Je weet dus precies wat je wanneer kan verwachten. Les 1 – Culture Clash? Weten waarom en welke verschillen er zijn tussen de Nederlandse en Islamitische cultuur. Je moet uit kunnen leggen wat de scheiding van kerk en staat en de verlichting voor Doel impact hebben op het denken over godsdienst in Nederland. Je kunt uitleggen wat er bedoeld wordt met de titel van les 1. Stof Blz. 5-7 & 56-59 Studievragen Beantwoord de volgende studievragen 1. Wat is de letterlijke betekenis van het woord ‘islam’? 2. Verklaar waarom er in islamitische landen vijf keer per dag ‘Allahoe akbar’ klinkt in steden en dorpen. Zorg dat je in je verklaring ook de link legt met het woord ‘islam’. 3. Waarom is het woord islam de kenmerkende naam van deze godsdienst geworden? Maak opdracht 2 uit het boek (blz. 6 en 7). 4. Noem drie culturele verschillen tussen de Nederlandse en Turkse en Marokkaanse cultuur (gebruik hiervoor de antwoorden van opdracht 2 uit het boek). 5. Op blz. 56 wordt drie personen op typerende wijze geschreven over de opvatting over de rol van godsdienst in de samenleving. Geef met enkele kernwoorden/begrippen aan hoe je de opvatting van de verschillende personen (Kaldenbach, Aboutaleb en Tahir) zou kunnen omschrijven 6. Leg uit wat ‘scheiding tussen staat en godsdienst’ betekent. 7. Leg uit wat de invloed van de verlichting is op het denken in Nederland over godsdienst. 8. Leg de uitspraak uit (en gebruik daarbij voorbeelden): ‘Een niet-westerse gelovige schrikt van wat er in Nederland allemaal mag.’ 9. Wat is, volgens het CBS, de definitie van de term ‘allochtoon’? Levensvisieboek A. Op blz. 6 staat het gezegde ‘onbekend maakt onbemind’. In hoeverre herken jij bij jezelf dat je hier (bewust of onbewust) vanuit handelt? Of heb je er juist bewust voor gekozen zo niet te willen handelen? Gebruik minimaal 250 woorden om uit te leggen in hoeverre dit gezegde op jouw handelen van toepassing is. B. Naar aanleiding van deze les heb je nagedacht over de rol van godsdienst in de samenleving. Je begrijpt waarom sommige zaken in de Nederlandse samenleving kunnen botsen met bijv. de geloofsopvattingen van moslims. Leg uit hoe jij de rol van godsdienst in de samenleving ziet. Denk bijv. aan de ruimte die er voor godsdienst moet zijn, maar denk bijv. ook aan de grenzen die er zouden moeten gelden. Gebruik hier minimaal 250 woorden voor.
2
Les 2 – Mohammed Weten wie Mohammed was en wanneer hij leefde. Kunnen uitleggen waarom Mohammed zo belangrijk is voor de islam. Doel Kunnen uitleggen wat de rol van Mekka en Medina is in het leven van Mohammed en in de islam Stof Blz. 29 – 33 Studievragen Beantwoord de volgende studievragen: 1. Noem de belangrijkste kenmerken van het Arabische schiereiland, naar aanleiding van blz. 30. 2. Noem de belangrijkste gebeurtenissen in Mohammeds leven, naar aanleiding van het bovenste gedeelte op blz. 31. 3. Wat was de belangrijkste kritiek van Mohammed op de mensen in Mekka? 4. Leg de uitspraak uit: ‘Mohammed maakte geen vrienden met zijn prediking.’ 5. Welk jaartal wordt gezien als begin van de Islam? Wat gebeurde er toen en waarom wordt dit jaartal als beginpunt genomen? 6. Waarom is de Rotskoepel-moskee in Jeruzalem voor moslims zo waardevol? Leg uit. 7. Noem de belangrijkste gebeurtenissen in Mohammeds leven, naar aanleiding van het bovenste gedeelte op blz. 33. 8. Tussen welke partijen speelde de Heilige Oorlog zich af? 9. Wat was het belangrijkste resultaat van deze oorlog? 10. Leg de uitspraak uit: ‘In het leven van Mohammed is een stijgende lijn te vinden.’ Levensvisieboek De Mohammed experience. Gebruik minimaal 350 woorden voor het beschrijven van jouw visie naar aanleiding van de drie onderstaande vragen. A. Mohammed leefde in de 7e eeuw na Christus. Waarom kan iemand die zo lang geleden leefde een inspiratiebron zijn voor mensen vandaag de dag? Leg uit. B. Als jij zeker weet dat jij gelijk hebt, hoe ver zou jij dan gaan om iemand te overtuigen? C. Hoe ver mag men gaan in het opkomen voor jouw religie: mag je religieuze opvattingen verdedigen ook als dit gepaard gaat met geweld?
Les 3– De koran en nog veel meer Weten wat de koran is, hoe de koran is ontstaan en wat er in staat. Kunnen uitleggen wat het belang ervan is voor moslims. Doel Weten wat de soenna en sjaria zijn. En wat het verband is tussen de koran, soenna en sjaria. Stof Blz. 36 – 42 Studievragen Beantwoord de volgende studievragen: 1. Wat is de letterlijke betekenis van ‘koran’? 2. De koran bestaat uit soera’s. Wat zijn soera’s? 3. Hoe is de koran ontstaan? Leg uit. Maak opdracht 3 uit het boek. 4. Maak de zin af: de koran gaat niet alleen over wat je moet geloven, maar vooral ook over. . . . . . 5. Zijn, volgens de islamitische traditie, alle joodse, christelijke en islamitische profeten even belangrijk? Leg uit waarom wel/niet (wees volledig!). 6. Leg uit wat bedoeld wordt met de ‘oemma’. 7. Wat wordt bedoeld met de ‘soenna’. 3
8. Leg uit wat drie belangrijke verschillen zijn tussen de koran en de soenna. 9. Leg uit wat bedoeld wordt met de ‘hadieth’. 10. Leg uit wat bedoeld wordt met de ‘sjaria’. 11. Leg de uitspraak uit: ‘Moslims hebben meer te lezen dan alleen de koran.’ 12. Wat wordt bedoeld met ‘dar al-islam’? 13. Klopt het dat de sjaria altijd zware straffen geeft voor overtreders? Leg je antwoord uit. Levensvisieboek A. Maak opdracht 2 van blz. 42 B. Op blz. 37 worden Koranteksten weergegeven. Kies er vijf uit die jou aanspreken (dat kan zowel positief als negatief zijn). Noem de tekst; Leg uit wat de tekst naar jouw idee betekent; Leg uit wat jou in de tekst aanspreekt.
Schriftelijke overhoring: les 1 t/m 3 Telt een keer mee. SO uiterlijk in week 18 (de week van dinsdag 28 april)
Les 4 – Rituelen & De vijf zuilen van de Islam: Sjahada en Salaat Weten welke belangrijke levensrituelen de Islam kent. Doel Weten dat elke moslim vijf belangrijke religieuze plichten moet nakomen. Weten wat de vijf zuilen zijn en kunnen uitleggen wat ze betekenen voor moslims. Stof Blz. 16 –26 Studievragen Beantwoord de volgende studievragen 1. Wanneer krijgt een pasgeboren kind de naam? Waarom dan? 2. Wat is de betekenis van de besnijdenis voor een moslim? 3. Welke regels zijn er rondom het huwelijk binnen de Islam? 4. Wat zijn de drie belangrijkste rechten en plichten van islamitische vrouwen wat betreft het huwelijk? 5. Maak een overzicht van de belangrijkste islamitische rituelen rondom een begrafenis. 6. Wat zijn de vijf religieuze plichten van een moslim? Schrijf bij elke plicht de Arabische naam ervan op. 7. Noem twee redenen waarom de geloofsbelijdenis zo belangrijk is in de Islam. 8. Wat zijn de vier voorwaarden om de salaat zo goed mogelijk uit te voeren? 9. Is de zakaat altijd een verplichting geweest? Leg uit waarom wel of waarom niet. 10. Wat is ramadan? 11. Waarom wordt de Saum juist tijdens ramadan gehouden? 12. Wat is de hadj? 13. Wat is het ultieme doel tijdens de hadj? 14. Wat is de betekenis van het offer tijdens het grote feest? A. Wat vind jij ervan dat islamitische vrouwen niet mogen trouwen met een nietmoslim, terwijl islamitische mannen dat wel mogen? Leg jouw mening hierover uit. Levensvisieboek B. De bedoeling van het vasten is dat mensen zich kunnen inleven in mensen die geen eten hebben. Denk je dat vasten hierbij helpt? Leg uit waarom wel/niet. Zou je zelf willen vasten? Leg uit waarom wel/niet.
4
Les 5– De moskee en islamitische cultuur Weten wat de functie is van de moskee en weten wat de indeling is van een moskee. Doel Weten hoe de islam zich heeft uitgebreid na de dood van Mohammed tot en met de 20 e eeuw. Blz. 12 – 15 Stof Blz. 43 – 49 Studievragen Beantwoord de volgende studievragen 1. Wat is de functie van de minaret in Islamitische landen en wat is de functie ervan in Nederland? 2. Maak een overzicht met daarin de belangrijkste elementen van de moskee en een korte beschrijving/uitleg van elk element. 3. Wat zijn de 3 belangrijkste functies van een moskee? 4. Wat is de betekenis van de vrijdag in de Islam? 5. Noem drie belangrijke verschillen tussen de soennieten en de sjiieten 6. Noem twee voorbeelden die duidelijk maken dat Alevieten nogal vrij staan ten opzichte van de leer van de islam 7. Geef twee voorbeelden waaruit blijkt dat de westerse wetenschap veel aan de Arabische cultuur te danken heeft. 8. Waarom was het voor de islam belangrijk dat veel Turkse stammen zich bekeerden tot de islam? 9. Wat heeft Kemal Atatürk in Turkijke doorgevoerd dat revolutionair was en is in de islamitische wereld? A. Het levensvisieboek van het 3e schooljaar is weer voorbij. Tijd voor een reflectie. Schrijf een reflectie over afgelopen schooljaar en gebruik de volgende reflectievragen (eventueel, mag ook op eigen wijze). Wat waren dit schooljaar voor jou de hoogtepunten? En wat waren de dieptepunten? Levensvisieboek Wat heb je geleerd afgelopen jaar, waar ben je wijzer van geworden? Wat hebben anderen van jou kunnen leren afgelopen jaar? Wat wil je dat volgend schooljaar echt anders is? Wat houd je hetzelfde? Waar zie je naar uit volgend schooljaar? Waar zie je tegenop? Kortom: maak een mooie afsluiter voor je LVB! Op naar volgend schooljaar!
Schriftelijke overhoring: les 4 en 5 Telt een keer mee SO uiterlijk in week 24 (de week van 8 juni) Het levensvisieboek inleveren: uiterlijk in week 25 op woensdag 17 juni. Het LVB telt twee keer mee. De toets in de toetsweek gaat over de stof van les 1 tot en met 5. Deze toets telt drie keer mee.
5
BIJLAGE 1: TOELICHTING LEVENSVISIEBOEK (LVB) Wat is een Levensvisieboek (LVB)? Het LVB gaat over jouw levensvisie. Letterlijk betekent het woord ‘levensvisie’ hoe je tegen het leven aankijkt. Vragen die daarbij horen zijn bijvoorbeeld: hoe denk jij over de zin van het leven? Wat vind jij van jezelf en hoe zien anderen jou? Wie zijn belangrijke mensen voor jou en waarom is dat zo? Om deze vragen te kunnen beantwoorden, moet je er natuurlijk eerst over nadenken. In de lessen helpen wij jou, met behulp van het lesboek, op weg om na te denken over jouw levensvisie. Omdat het best moeilijk is om onder woorden te brengen wat jouw levensvisie is, geven wij je verschillende opdrachten die je moet maken en die in je LVB komen. Het resultaat van al die opdrachten in jouw LVB is uiteindelijk de beschrijving van jouw kijk op het leven. Jouw boek Het LVB is helemaal jouw boek. Behalve jijzelf en jouw LV-docent krijgt dan ook niemand jouw boek te lezen (of je moet het zelf aan iemand willen laten lezen). Ook is het belangrijk om te onthouden dat je nooit iets op hoeft te schrijven wat je niet wilt delen met je docent. Hoe maak je een LVB? In bijlage 2 vind je de opdrachten die je per les moet maken voor het LVB. Je hoeft de opdrachten dus niet allemaal in één keer te maken. Al deze opdrachten moet je uittypen, printen en bundelen in een snelhechter of multomap. Dan ben je al een heel eind met het maken van een LVB, maar omdat je er een cijfer voor krijgt zijn er een aantal zaken die niet mogen ontbreken. Beoordeling van het LVB Er zijn vijf punten waarop jouw LVB wordt beoordeeld. Deze punten zorgen ervoor dat jouw LVB een duidelijk en overzichtelijk geheel wordt. Dat is niet alleen prettig werken voor jezelf, maar is ook prettig voor jouw docent om het te lezen en na te kijken. De punten zijn onder te verdelen in Vormgeving en Inhoud. Vormgeving: 1. Het LVB moet netjes en compleet zijn: Jouw boek heeft geen gekreukte of gevlekte bladzijdes en zit in een nette snelhechter of multomap. Losse blaadjes zijn dus niet de bedoeling. Je levert het getypt in (als dat een probleem is, overleg dat met je docent). Daarnaast is het de bedoeling dat je alle opdrachten naar behoren doet die gedaan moeten worden. Soms zul je in de les tijd krijgen om aan je boek te werken. Die tijd gebruik je om te bedenken wat je gaat schrijven en om dat in klad (op papier) uit te werken. Thuis of elders op school kun je dit dan op de computer uitwerken. 2. Het LVB is geschreven in correct Nederlands Wij vinden het belangrijk dat je de opdrachten schrijft in goed Nederlands. Dat betekent dat de grammatica en spelling correct moeten zijn. Dyslectici gebruiken spellingscontrole of taalcorrectie op de computer of laten het door iemand nakijken en corrigeren.
3. Het LVB is overzichtelijk: 6
Jouw boek heeft een voorkant (zet hierop jouw naam, je klas en de naam van jouw docent) met foto’s o.i.d. Daarnaast geef je elke opdracht een titel en werk je de opdrachten uit in alinea’s, die verschillende tussenkopjes (kunnen) hebben. Alle opdrachten moeten makkelijk terug te vinden zijn, door bijvoorbeeld een inhoudsopgave. Zo kunnen jij en jouw docent snel zien of je alles gemaakt hebt en waar de opdrachten staan. Inhoud: 4. Het LVB moet uniek zijn: Het is jouw boek en van niemand anders. Het is niet zo maar een werkstuk, maar jouw eigen levensvisieboek. Daarom willen wij dat jij je boek zo mooi mogelijk maakt: voeg foto’s, plaatjes, tekeningen, gedichten, citaten of andere dingen toe die passen bij jouw leven(svisie) en bij jouw verhaal. Een ander belangrijk onderdeel is dat je een originele titel voor jouw levensvisieboek bedenkt, die echt bij jou past. Deze titel zet je op de voorkant van je boek. 5. Het LVB heeft diepgang: De bedoeling van het LVB is dat je echt nadenkt over de vragen en de opdrachten. Daarom is het niet voldoende als je alleen antwoord geeft op de vraag, je moet er ook bij vertellen waarom jij dat antwoord geeft. Dit doen we om je te leren stilstaan bij de redenen waarom jij (of een ander) iets vindt. Het is niet erg als je sommige dingen niet weet of als je het moeilijk vindt om een antwoord te geven. Zolang je er maar vertelt waarom je het niet weet of waarom je het moeilijk vindt. Dan kan jouw docent zien dat je er wel over nagedacht hebt. Noem in het Levensvisieboek altijd de les waarbij de opdracht hoort! Dit is voor de docent overzichtelijker met nakijken. Beoordelingschema Dit beoordelingsschema gebruiken we om jouw LVB te beoordelen.
Onderdeel
Slecht 2
Onvoldoende 4
Voldoende 6
Goed 8
Uitmuntend 10
Netheid Nederlands Overzichtelijkheid Uniciteit Diepgang (telt 2x mee)
7