Studiewijzer 2014-2015 Informatie voor studenten van de opleiding Pedagogisch Werk, niveau 3 en 4, Leerweg BOL Crebonummer(s): 92631PW PM JZ, 92632 PW GPM 4, 92620 PW PM 3
MBO College Hilversum Locatie: Arena 301
Inhoudsopgave 1. WELKOM .......................................................................................................................................... 4 2. JOUW SCHOOL: HET MBO COLLEGE ........................................................................................... 5 2.1 2.2
Dit vinden wij belangrijk: ......................................................................................................... 5 Wat zijn jouw rechten en plichten? ......................................................................................... 5
3. HET BEROEP ................................................................................................................................... 7 3.1 3.2
Inhoud beroep ........................................................................................................................ 7 Verder studeren na je opleiding ............................................................................................ 8
4. HET LEREN OP ONZE SCHOOL .................................................................................................... 9 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5
Leren en je ontwikkeling ......................................................................................................... 9 Leren in de praktijk ................................................................................................................. 9 Leren en beoordelen ............................................................................................................ 10 Het aantal uren ..................................................................................................................... 11 Aanvullende eisen ................................................................................................................ 11
5. DE STRUCTUUR VAN DE OPLEIDING ......................................................................................... 12 5.1 5.2 5.3 5.4 5.5
Kwalificatiedossier ................................................................................................................ 12 Kerntaken en werkprocessen ............................................................................................... 12 Generiek Nederlands- Rekenen- Engels ............................................................................. 13 Loopbaan en Burgerschap ................................................................................................... 14 Overige onderdelen ....................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
6. HET ONDERWIJSPROGRAMMA VAN JE OPLEIDING ................................................................ 15 6.1 6.2 6.3
De eerste leerperiode ........................................................................................................... 15 Leereenheden ...................................................................................................................... 15 IJken en meten van studievoortgang ................................................................................... 17
7. HET EXAMENPROGRAMMA .......................................................................................................... 1 7.1 7.2 7.3 7.4 7.5 7.6 7.7 7.8 7.9
De beroepsgerichte examinering ........................................................................................... 1 Nederlands – generiek ........................................................................................................... 2 Rekenen – generiek ............................................................................................................... 5 Engels - generiek ................................................................................................................... 6 Loopbaan en burgerschap in het mbo ................................................................................... 7 BPV ........................................................................................................................................ 7 Diplomering ............................................................................................................................ 8 Vrijstellingen voor Nederlands en rekenen ............................................................................ 8 Herkansingen ......................................................................................................................... 9
8. AANWEZIGHEID ............................................................................................................................ 10 8.1 8.2 8.3
Wanneer moet ik op school aanwezig zijn? ......................................................................... 10 Wat moet ik doen als ik niet kan komen?............................................................................. 10 Wat gebeurt er als ik zonder reden afwezig ben? ................................................................ 10
9. STUDIEKOSTEN ............................................................................................................................ 11 9.1 9.2
Wettelijke kosten .................................................................................................................. 11 Opleidingskosten .................................................................................................................. 11
10. INSPRAAK ...................................................................................................................................... 13 10.1
Inspraak via het ROC van Amsterdam ................................................................................. 13 2
10.2 10.3
Inspraak van studenten ........................................................................................................ 13 Inspraak via JOB .................................................................................................................. 13
11. VAKANTIEROOSTER 2014-2015 .................................................................................................. 14 12. PROBLEMEN OF KLACHTEN ....................................................................................................... 15 12.1 12.2 12.3
Wat moet ik doen als ik een probleem heb? ........................................................................ 15 Wat moet ik doen als mijn eigen opleiding het probleem niet kan oplossen? ..................... 15 Waar kan ik terecht? ............................................................................................................ 15
13. OVERIGE INFORMATIE VAN HET ROC ....................................................................................... 16 13.1 13.2 13.3 13.4
Verzekeringen ...................................................................................................................... 16 Begeleiding bij zorg en handicap ......................................................................................... 16 Topsportregeling .................................................................................................................. 16 Examenreglement ................................................................................................................ 16
14. OVERIGE INFORMATIE VAN HET MBO COLLEGEFOUT! BLADWIJZER NIET GEDEFINIEERD. 14.1
…………………….......................................................... Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.
Vastgesteld op 31 Mei 2014 door Jan Jongkind namens de directie van het MBO College
3
1.
Welkom
Welkom bij het MBO College Hilversum Met deze Studiewijzer informeren wij je over je opleiding en algemene zaken die te maken hebben met je studie. De opleidingsinformatie in deze Studiewijzer gaat over de opbouw van je opleiding, de stageperiodes, wat je moet kunnen om examens te mogen doen en wanneer je die kunt afleggen. Ook vind je informatie over wie jou begeleidt bij je studie, vakantiedata en het melden van absentie en waar je met klachten terecht kunt. We informeren je bijvoorbeeld ook over de kosten van je opleiding. Veel van deze zaken kun je ook elders vinden, zoals op de website van het ROC van Amsterdam. Dat is ook de plek waar je handige formulieren of het studentenstatuut en het examenreglement e.d. kunt vinden en downloaden. Actuele informatie zoals roosterwijzigingen of de lokalen waar je les hebt, wordt bijgehouden op de website www.welzijngvs.nl. Tot slot vertellen wij wat we belangrijk vinden om jou goed onderwijs te kunnen bieden en vind je in deze Studiewijzer de regels waaraan iedereen zich moet houden. Is iets niet duidelijk of wil je meer weten? Dan kun je natuurlijk altijd terecht bij je docenten en begeleiders. Wij wensen je veel succes en plezier met je opleiding!
MBO College Hilversum Afdeling Welzijn Jan Jongkind
4
Jouw school: het MBO College
2.
Het allerbelangrijkste is dat jij goed onderwijs en een waardevol diploma krijgt. Daar zetten wij ons samen met jou voor in. Daartoe hebben wij voor het onderwijs vijf belangrijke uitgangspunten opgesteld, die je hieronder kunt lezen. En we verwijzen je naar jouw rechten en plichten op dit gebied.
2.1
Dit vinden wij belangrijk:
1. Je krijgt onderwijs dat is gericht op de beroepspraktijk. Wij leiden je op voor een beroep dus daar moet ons onderwijs op afgestemd zijn. De lessen op school zijn daarom gericht op de beroepspraktijk en je volgt tijdens je opleiding een of meerdere stages. Je krijgt les van goede, enthousiaste en vakbekwame docenten. 2. Het onderwijs sluit aan bij wat jij nodig hebt. Tijdens het eerste jaar van je opleiding krijg je verschillende toetsen. Als je ondersteuning nodig hebt, bijvoorbeeld omdat je een leerprobleem hebt of vanwege persoonlijke omstandigheden, wordt van je verwacht dat je dit zelf tijdig aangeeft. Mogelijk is dit al bij de intake ter sprake gekomen. Als de ondersteuningsbehoefte pas tijdens de opleiding duidelijk wordt, moet je dit aangeven bij je loopbaanbegeleider. Waar nodig en waar mogelijk word je eventueel aanvullend getest om te beoordelen of en hoe er kan worden voorzien in de ondersteuning die je nodig hebt. Dit zal worden opgenomen in een ondersteuningsplan of een studieadvies. We verwachten van je dat jij je studieloopbaan serieus neemt en dat je gemotiveerd bent om mee te werken aan eventuele extra begeleiding. 3. Jouw school is jouw plek. Je volgt een opleiding op je eigen school. Daar ken je de docenten en medestudenten, je moet je thuis voelen. Er is een goede sfeer. Jouw school is een leuke plek om elkaar te ontmoeten! 4. Jouw school is goed georganiseerd. We geven je structuur en houvast. Op het ROC werken we met een rooster en onderwijsperiodes. Zo weet je precies welke lesonderdelen je wanneer en waar moet volgen. Dat geeft je structuur en houvast. Bovendien krijg je bij ons een vaste loopbaanbegeleider die jou helpt als je problemen hebt. 5. Doorstroming naar een hoger mbo niveau of hbo Als je dat wilt en kunt, ga je na jouw opleiding door naar een hoger mbo niveau of naar het hbo. Volg je een opleiding op mbo niveau 1 of 2 of 3, dan kijken we samen met jou of je kunt doorstromen naar een hoger mbo niveau nadat je je diploma hebt gehaald. Wij zorgen voor een goede aansluiting. Volg je een niveau 4 opleiding, dan bekijken we samen of je door kunt stromen naar het hoger beroepsonderwijs (hbo). Wij stimuleren je om je goed te verdiepen in de mogelijkheden en begeleiden je bij het maken van een goede keuze.
2.2
Wat zijn jouw rechten en plichten?
Je rechten en plichten zijn in verschillende documenten te vinden, zoals:
het Studentenstatuut de OOK (onderwijsovereenkomst) en/of de examenovereenkomst waaronder de algemene
bepalingen de BPV (of stage)-overeenkomst waaronder de algemene bepalingen deze Studiewijzer met de onderwijs- en examenregeling de Studiehandleidingen en de BPV informatie de algemene omgangsregels en eventuele specifieke schoolregels per opleiding, mbo college of locatie
5
Het Studentenstatuut In het Studentenstatuut staan de rechten en de plichten van elke mbo-student. Er wordt uitgelegd hoe die rechten en plichten vorm krijgen in de school. Voorbeelden zijn het recht op gelijke behandeling, de bescherming van je privacy en een veilige school. Je vindt het Studentenstatuut op de site van het ROC van Amsterdam (www.rocva.nl) onder: Info voor studenten. De onderwijsovereenkomst (OOK) Voordat je aan de opleiding begint, gaan we samen een OnderwijsOvereenKomst ofwel OOK aan. In de OOK leggen wij onze afspraken schriftelijk vast. Het zijn de rechten en de plichten van het ROC en van jou, waar wij ons beiden aan gaan houden. Ben je jonger dan 18, dan moet jouw ouder of verzorger de overeenkomst ondertekenen. Nadat alle partijen (jij, eventueel je ouder/verzorger en de school) handtekeningen hebben gezet onder de OOK, mag je de lessen gaan volgen en kun je echt beginnen aan je opleiding! Wij verwachten ook iets van jou, namelijk dat ook jij je bijdrage levert aan een goede sfeer op school. En dat je met een positieve instelling deelneemt aan je opleiding, dat je alle lessen volgt en dat je daar op tijd aanwezig bent. We verwachten van je dat je op een positieve manier met de docenten en je loopbaanbegeleider in gesprek gaat over je opleiding.
6
3.
Het beroep
De opleiding Pedagogisch Medewerker is een beroepsopleiding. Aan het einde van je opleiding moet je het beroep waar je voor opgeleid wordt kunnen uitoefenen en als goede burger kunnen functioneren in de Nederlandse samenleving. De onderwijsonderdelen die je in je opleiding krijgt, zijn hierop gericht.
3.1
Inhoud beroep
Pedagogisch werk in het kort Je werkt als groepsleider of woonbegeleider jeugd bij een organisatie voor kinderopvang of een instelling voor jeugdzorg. Denk bij kinderopvang aan een kinderdagverblijf, buitenschoolse opvang of een peuterspeelzaal. De kinderopvang biedt groepsgewijze opvang, ondersteuning en ontwikkelingsmogelijkheden aan kinderen van 0 tot en met 12 jaar. Meestal werk je met collega's in een team. In de jeugdzorg kun je bijvoorbeeld werken in residentiële opvang waar kinderen (tijdelijk) wonen en begeleid worden. Er zijn ook projecten voor jongeren die begeleid (zelfstandig) wonen. Je begeleidt kinderen of jongeren tot 23 jaar. Je werkt met: • Kinderen die buiten huis opgevangen worden, van zowel werkende als niet-werkende ouders. • Kinderen of jongeren met ontwikkelingsachterstanden (bijvoorbeeld op het gebied van taal) of opvallend gedrag. • Kinderen of jongeren die met justitie in aanraking zijn gekomen. Jouw werk op niveau 3 en 4. • Je biedt dagelijkse opvang aan baby's, peuters, kinderen en jongeren. • Je draagt bij aan hun opvoeding en verzorging en ondersteunt hen daarbij. • Je zorgt voor een veilige, gezellige en stimulerende leefomgeving. • Je stimuleert en begeleidt kinderen en jongeren om deel te nemen aan de groep. Daarbij zorg je voor een leuke interactie in de groep, voor sfeer, uitdaging en geborgenheid. • Je stimuleert (spelenderwijs) de cognitieve, motorische, sociale, emotionele, zintuiglijke en creatieve ontwikkeling van een kind en zijn taalbeheersing. • Kinderopvang gebeurt volgens een dagindeling, die je meestal zelf opstelt. • Je zorgt voor activiteiten die de ontwikkeling van kinderen en jongeren met en zonder specifieke begeleidingsvraag stimuleert. Die activiteiten sluiten aan bij hun wensen en mogelijkheden en zijn uitdagend. Je houdt daarbij rekening met leeftijd, ontwikkelingsniveau en interesse. • Ook houd je in de gaten wat er is afgesproken over de opvang en de begeleiding en wat vastligt in het plan van aanpak. • Je begeleidt het kind/de jongere bij de inrichting van zijn of haar dagelijks leven: vrije tijd, onderwijs, werk en relaties. • Je hebt veel contact met ouders en vervangende opvoeders. Bij de kennismaking bespreek je hun wensen bij de opvang van hun kind. Bij het halen en brengen wissel je dagelijkse informatie met ze uit en informeer je ze over de voortgang in de ontwikkeling van hun kind. • Je werkt volgens het pedagogisch (beleids-)plan van de organisatie en volgens protocollen. • Je signaleert bijzonderheden in de ontwikkeling van het kind en je speelt informatie door aan je collega's en leidinggevende. Jouw werk als gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang Als gespecialiseerd pedagogisch medewerker kun je ook hiermee te maken krijgen: • Als gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang heb je coördinerende taken binnen de organisatie. Je bent aanspreekpunt voor ouders, collega's en externe betrokkenen bij de begeleiding van kinderen met specifieke begeleidingsvragen, bijvoorbeeld vanwege een handicap. • Als gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang ben je vaak ook eindverantwoordelijk en heb je een rol in de aansturing en begeleiding van collega's. Jouw werk als pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg • In de jeugdzorg zijn je werkzaamheden gericht op het opvangen en begeleiden van kinderen en jongeren waarbij sprake is van opvallend gedrag en problemen in de opvoeding.
7
Jouw kwaliteiten Deze interesses en eigenschappen komen in dit beroep goed van pas: • Je wilt werken met kinderen en jongeren. • Je werkt graag met groepen kinderen en jongeren, omdat er sociaal gezien veel gebeurt en je moet omgaan met onverwachte gebeurtenissen, wisselende situaties en stemmingen. • Je houdt je graag bezig met de ontwikkeling van kinderen/jongeren: kwaliteiten, talenten en mogelijkheden zien, waarderen en ‘prikkelen'. • Je bent goed in de omgang met ouders en je houdt rekening met hun verwachtingen en wensen. Je bent klantgericht. • Je kunt goed communiceren en je verplaatsen in de leef- en belevingswereld van een kind/jongere en hun ouders/vervangende opvoeders. • Je bent betrouwbaar en weet hoe je warmte en geborgenheid kunt geven. • Je bent flexibel in de omgang met kinderen, jongeren en ouders, maar weet daarbij de regels te handhaven en kinderen en jongeren daarop aan te spreken. Je weet dat strengere maatregelen soms in het belang van een kind of jongere kunnen zijn. • Je kunt een band met het kind/de jongere opbouwen, maar je weet ook professionele afstand te houden. • Je weet van aanpakken als de ontwikkeling niet soepel of niet volgens verwachting verloopt. Jouw toekomst niveau 3 Op niveau 3 word je opgeleid tot pedagogisch medewerker 3 kinderopvang. Het diploma Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang geeft recht op doorstroom naar de opleidingen Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang en Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg. Ook kun je doorstromen naar andere MBO-opleidingen op niveau 4: Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg, Persoonlijk begeleider specifieke doelgroepen, Sociaalcultureel werker, Onderwijsassistent, Sociaalmaatschappelijk dienstverlener, MBO-verpleegkundige of Praktijkopleider. Jouw toekomst niveau 4 Op niveau 4 kun je een diploma behalen voor Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang of Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg. Met bij- en nascholing kun je doorgroeien naar specialistische functies, zoals opleidingsfuncties. Ook kun je een HBO-opleiding gaan volgen, zoals Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Pedagogiek, Cultureel Maatschappelijke Vorming, PABO of Maatschappelijk Werk en Dienstverlening. Jouw sector Je werkt in de sector sociaal agogisch werk, in de branches kinderopvang of jeugdzorg. Voor de sector jeugdzorg is het van belang door te studeren op niveau 5 (HBO). Meer weten? Heb je nog vragen over dit beroep, ben je nog niet zeker of dit bij je past of wil je van anderen horen wat zij van dit beroep vinden? Kijk dan op http://www.YouChooz.nl * Pedagogisch medewerker wordt gebruikt als verzamelbegrip voor alle pedagogisch medewerkers. Gaat het specifiek om pedagogisch medewerker in één van de uitstromen, dan wordt daarvoor gebruikt: pedagogisch medewerker 3 kinderopvang, gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang of pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg.
3.2
Verder studeren na je opleiding
Jouw toekomst niveau 4 Op niveau 4 kun je een diploma behalen voor Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang of Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg. Met bij- en nascholing kun je doorgroeien naar specialistische functies, zoals opleidingsfuncties. Ook kun je een HBO-opleiding gaan volgen, zoals Sociaal Pedagogische Hulpverlening, Pedagogiek, Cultureel Maatschappelijke Vorming, PABO of Maatschappelijk Werk en Dienstverlening.
8
4.
4.1
Het leren op onze school
Leren en je ontwikkeling
De maatschappij is veranderlijk, beroepen passen zich daarbij aan en veranderen of verdwijnen. Soms ontstaan er nieuwe beroepen. Zo worden er voortdurend wisselende vaardigheden van beroepsbeoefenaars gevraagd. Daar passen wij ons onderwijs op aan. Maar wij kijken net zo goed ook naar onze studenten. Want wat willen en kunnen zij? Niet alleen beroepen zijn in ontwikkeling maar jij als student ook. Wij ondersteunen jouw leerontwikkeling zo zorgvuldig mogelijk, daar heeft jouw loopbaanbegeleider een hoofdrol in. Loopbaanbegeleiding: de twee plannen Het uitgangspunt van je studie is jouw loopbaan. Elke student draagt zelf verantwoordelijkheid voor zijn of haar leertraject, maar met ondersteuning van een loopbaanbegeleider. Die volgt jou van het begin tot het einde van je opleiding. Hij/zij maakt samen met jou een Persoonlijk OntwikkelPlan en een Persoonlijk ActiviteitenPlan. Persoonlijk ActiviteitenPlan In je Persoonlijk ActiviteitenPlan staat onder meer aan welke competenties (vaardigheden) je wilt werken en met welke leeronderdelen. Je loopbaanbegeleider volgt jouw resultaten in een leerlingvolgsysteem. Zo houdt hij/zij steeds inzicht in hoe jij ervoor staat. Persoonlijk OntwikkelPlan (POP) Samen met je loopbaanbegeleider maak je aan het begin van je opleiding een Persoonlijk OntwikkelPlan (POP). In je Persoonlijk OntwikkelPlan komen de volgende onderwerpen te staan: je leerdoelen voor de beroepsvaardigheden wat je wilt bereiken in je persoonlijke ontwikkeling de planning van jouw (leer)activiteiten voor de komende periode de adviezen van de school en praktijkbegeleider en eventuele afspraken
4.2
Leren in de praktijk
Om een beroep goed te leren moet je natuurlijk in de praktijk aan de slag. Een belangrijk deel van je opleiding breng je door bij een bedrijf of instelling. Het bedrijf of de instelling maakt met de school afspraken over wat jij in de praktijk gaat leren en hoe je daarbij wordt begeleid. De school en het bedrijf of de instelling zorgen er samen voor, dat wat je op school en in de praktijk leert, op elkaar is afgestemd.
Beroepspraktijkvorming (BPV) Tijdens je opleiding leer je in de praktijk tijdens je BPV (stage of werk). Dan draai je een periode volledig mee in een bedrijf of instelling en doe je praktische ervaring op. Tijdens je BPV moet je ook een aantal praktijkopdrachten uitvoeren. Deze opdrachten staan in de projecthandleidingen; op de praktijkkaart(en) en de voortgangsrapportage. Deze documenten staan onder de respectievelijke opleidingen van de afdeling Welzijn van het MBO College Hilversum: www.welzijngvs.nl Tijdens BPV doe jij enorm veel ervaring op en kunnen wij je prestaties in de praktijk boordelen. Wij ondersteunen en begeleiden je tijdens BPV en bespreken regelmatig jouw ervaringen en voortgang.
Praktijkovereenkomst (POK) of BPV-overeenkomst De wet wil dat voor elke stage een aantal afspraken wordt gemaakt. De afspraken worden vastgelegd in de POK ofwel Praktijkovereenkomst. In de POK staat precies wat je gaat leren in de praktijk en hoe je begeleid en beoordeeld wordt en door wie. Lees de POK altijd goed door en als je het eens bent met de inhoud, dan onderteken je de overeenkomst. De school en het BPV-bedrijf of instelling moeten de POK ook ondertekenen. Pas als iedereen een handtekening heeft gezet, kun je aan de BPV beginnen. 9
4.3
Leren en beoordelen
Leerlingvolgsysteem Tijdens de opleiding is het voor jou belangrijk dat je weet hoe je ervoor staat. Voor je docenten en begeleiders is het belangrijk dat ze weten hoe je vooruit gaat in je opleiding. Al jouw resultaten worden bijgehouden in ons leerlingvolgsysteem. Daarin is te zien welke onderdelen jij met succes hebt afgerond en welke niet. Het is een handvat voor gesprekken met je loopbaanbegeleider, waarin jullie samen bekijken hoe het gaat en hoe jouw traject er verder uitziet. Op vaste momenten wordt bepaald of je verder mág met je opleiding. Om dat te kunnen vaststellen, is het natuurlijk van belang dat je goed beoordeeld wordt. Dat doen wij op twee manieren. Ontwikkelingsgericht beoordelen Als we ontwikkelingsgericht (of formatief) toetsen, willen we beoordelen of je voldoende geleerd hebt en voldoende op niveau bent om je studieloopbaan zonder vertraging voort te zetten. We noemen deze toetsen meestal “voortgangstoetsen”. In de opleidingsgids staat meer informatie over dit onderwerp. Deze toetsen tellen mee voor de overgang. Kwalificerend beoordelen Kwalificerende toetsen, ook wel summatieve toetsen genoemd, zijn bedoeld om te beoordelen of je aan de exameneisen voldoet. De resultaten van deze toetsen tellen mee voor de slaag-/zakregeling en tellen mee voor het behalen van het diploma. Examenregeling De regels voor het afnemen van examens staan in het examenreglement van het ROC en zijn te vinden op de website www.rocva.nl onder Info voor Studenten. Iedere opleiding moet precies beschrijven hoe de opleiding eruit ziet en met welke examens je te maken krijgt. Iedere opleiding heeft regels voor het onderwijs en de examens. Niet alleen de examens op school bepalen trouwens of je een diploma krijgt. De beoordeling van je BPV telt ook mee bij de examinering. Als je alle examens van de opleiding met voldoende resultaat hebt afgesloten, ontvang je een diploma met daarbij een lijst van je resultaten. In het examenreglement vind je wat je moet doen als je het niet eens bent met de uitslag van het examen. Extraneus of examendeelnemer Wil je uitsluitend examen of een examenonderdeel doen, dan kan dat onder bepaalde voorwaarden. Een reden kan zijn dat je enkele examens of examenonderdelen nog niet hebt behaald tijdens de normale duur van de opleiding. Je kunt je dan inschrijven als extraneus of examendeelnemer. Dan volg je geen onderwijs en je hebt geen recht op loopbaanbegeleiding. Je hebt ook geen recht op studiefinanciering en een ov-jaarkaart. De looptijd van de examenovereenkomst is maximaal zes maanden. Tijdens de looptijd van de examenovereenkomst heb je eenmaal het recht deel te nemen aan een examentoets. Er worden hiervoor kosten in rekening gebracht. Bij examens die door een externe partij worden afgenomen, komen de kosten voor het externe examen daar nog bovenop. .
10
4.4
Het aantal uren
Het middelbaar onderwijs beroepsonderwijs kent twee leerwegen: Beroepsopleidende leerweg (BOL) Beroepsbegeleidende leerweg (BBL) Het aantal uren onderwijs dat je per studiejaar krijgt, hangt af van de leerweg en bij de BOL ook nog van het aantal studiejaren.
BOL studiejaar 1 studiejaar 2 studiejaar 3 Totaal uren
BOT BPV Totaal uren uren uren 705 300 1005 586 456 1042 514 456 970 1805 1212 3017
BOT Begeleide onderwijstijd door de school (zonder bpv) zijn alle uren die je onder begeleiding van een docent of instructeur doorbrengt. Dat zijn dus de lessen, de toetsuren en de examenuren. BPV klokuren BPV of stage TOT = BOT + BPV
4.5
Aanvullende eisen
De wet stelt soms speciale eisen aan de uitoefening van je beroep. Als dat ook voor jouw beroep zo is, dan worden ze hieronder genoemd:
Verklaring Omtrent het Gedrag Bij bepaalde bedrijven is het hebben van een VOG wettelijk verplicht indien men daar wil werken of stage wil lopen. Dit komt regelmatig voor bij opleidingen in de zorg en hulpverlening. Zonder VOG kun je niet toegelaten worden tot de BPV omdat bedrijven je dan niet mogen aannemen.
11
5.
De structuur van de opleiding
Wat je precies moet kunnen binnen je beroep, is vastgelegd in een “kwalificatiedossier”. Daarin staan de werksituaties en taken van jouw beroep. Het onderwijsprogramma wordt dus niet zomaar samengesteld. Het onderwijs moet ervoor zorgen dat je straks voldoet aan alle eisen die aan jou als beginnend beroepsbeoefenaar gesteld worden. Je kunt het kwalificatiedossier van jouw opleiding vinden op www.kwalificatiesmbo.nl (onderdeel Kwalificatiedossiers). Naast het beroepsgerichte deel van je opleiding, is er een meer algemene deel van je opleiding. Dit algemene deel moet ervoor zorgen dat je als burger in de Nederlandse samenleving goed kunt functioneren. Dit algemene deel heeft de overheid verplicht gesteld voor alle mbo-opleidingen. Dat onderdeel van je opleiding heet “Loopbaan en burgerschap”. Verder stelt de overheid eisen aan het algemeen niveau van Nederlands, Rekenen en voor de niveau 4 opleidingen ook bij Engels. Daarnaast kan je opleidingstijd ook gevuld zijn met sport- en bewegen, ondernemerschap, doorstroomprogramma’s voor het hbo, verdieping en verbreding van bestaande vakken enz.
5.1
Kwalificatiedossier
De inhoud van je beroep is vastgelegd in een “kwalificatiedossier”. Alle scholen in Nederland die deze opleiding aanbieden, moeten zich houden aan de eisen in het kwalificatiedossier.
5.2
Kerntaken en werkprocessen
In het kwalificatiedossier staan voor elk beroep verschillende kerntaken (kt): dat zijn belangrijke werkzaamheden die centraal staan in dat beroep. Elke kerntaak bestaat uit verschillende onderdelen. Deze onderdelen heten werkprocessen (wp). Om een werkproces en dus een kerntaak uit te voeren heb je kennis, vaardigheden en de juiste houding nodig. In onderstaande tabel staan de kerntaken en werkprocessen van je opleiding. In de laatste kolom van de tabel zie je bij welke uitstroomrichtingen de kerntaken en werkprocessen horen.
12
Legenda: K1: Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang K2: Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang K3: Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg
Pedagogisch Werk - 2014 2015. Gebaseerd op KD 2014 Kerntaak 1: Opstellen van een activiteitenprogramma en plan van aanpak Kerntaak 2: Opvoeden en ontwikkelen van het kind/de jongere
1.1 1.2 1.3 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatieen professiegebonden taken
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Inventariseert de situatie en wensen van het kind/de jongere Stelt een activiteitenprogramma op Maakt een plan van aanpak Biedt het kind/de jongere opvang Biedt het kind/de jongere persoonlijke verzorging Draagt zorg voor de ruimte en huishoudelijke werkzaamheden Biedt het kind/de jongere ontwikkelingsgerichte activiteiten aan Ondersteunt het kind/de jongere bij werk, scholing en vrije tijd Werkt aan deskundigheidsbevordering en professionalisering van het beroep Werkt aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg Stemt de werkzaamheden af met betrokkenen Voert coördinerende taken uit Onderhoudt een netwerk Voert beleidsmatige taken uit Voert beheertaken uit Evalueert de werkzaamheden
K1(niv.3)
K2(niv.4)
K3(JZ)
x
x
x
x x x x
x x x x
x x x x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x x x x
x
Bij de start van je opleiding heb je al gekozen voor een uitstroom of je kiest in de loop van je opleiding in overleg met je opleiders een uitstroomvariant die past bij jouw wensen en mogelijkheden.
5.3
Generiek Nederlands- Rekenen- Engels
Generiek Nederlands en rekenen Nederlands en rekenen zijn belangrijke vakken die je nodig hebt om je opleiding goed te kunnen volgen. Maar ook in je latere beroep en om goed te kunnen functioneren in de samenleving is het nodig dat je deze vakken goed beheerst. Dat vindt de overheid ook en deze heeft in het mbo per niveau ongeacht de opleiding algemene of generieke eisen voor Nederlands en rekenen bepaald.
In ons onderwijs werken we er al aan dat je aan het eind van de opleiding het vereiste niveau van taal en rekenen haalt. Ben jij niet zo goed in taal of rekenen? Vraag bij je loopbaanbegeleider naar de mogelijkheden voor extra ondersteuning. Generiek Engels – niveau 4 opleidingen Voor de niveau-4-opleidingen gelden net als bij Nederlands en rekenen ook generieke eisen voor Engels.
13
5.4
Loopbaan en Burgerschap
Bij loopbaanoriëntatie wordt aandacht besteed aan je capaciteiten en motivatie en aan het plannen van je loopbaan. Tijdens de opleiding leer je hoe je hierin verder kunt ontwikkelen. Je leert bijvoorbeeld om na te denken over wat je wilt bereiken in je opleiding of je beroep en hoe je dit kunt bereiken. Daarnaast is het belangrijk dat je leert hoe je actief deel uit kunt maken van de Nederlandse samenleving. Daarbij kun je onder andere denken aan het maken van politieke keuzes, op tijd op je werk komen en als kritische consument kunnen functioneren. Dit onderdeel Loopbaan en Burgerschap" (L&B) komt terug in de workshops en tijdens LBB. Om je diploma te kunnen behalen, moet je ook voldoen aan de eisen voor L&B.
14
6.
Het onderwijsprogramma van je opleiding
6.1
De eerste leerperiode
Startprofiel Op vastgestelde momenten in je opleiding werk je aan je profiel. In het profiel staat wat jouw persoonlijke kwaliteiten zijn. Verder beschrijf je er in wat je wil bereiken en welke competenties (vaardigheden) je al hebt. Dit startprofiel vergelijk je met het profiel van je opleiding en beroep. Met de loopbaanbegeleider bekijk je of het startprofiel bij de opleiding past. Vervolgens maken jullie een Persoonlijk Ontwikkel Plan ofwel POP. In het startprofiel komen dus samengevat de volgende onderdelen aan bod: Wie ben ik? (je persoonlijke kwaliteiten) Wat wil ik? (je loopbaanwensen en ambities) Wat kan ik? (de competenties die je al hebt) Nulmetingen Als je start met je opleiding, moet jouw beginniveau van Nederlands, rekenen en Engels* gelijk zijn aan het vereiste eindniveau van het vmbo. Dat bepalen we door een test. Op basis van de resultaten proberen we jou een passend programma aan te bieden. Voor Engels of een andere moderne vreemde taal krijg je alleen een test als je deze taal later voor je beroep nodig hebt.
6.2
Leereenheden
Een opleiding bestaat uit leereenheden, leeractiviteiten en stages. Een stage heet in het mbo trouwens beroepspraktijkvorming (BPV). Elk studiejaar bestaat uit verschillende onderwijsperiodes en BPVperiodes, dat zie je in de tabel hieronder. Het is een zogenaamde begeleidingstabel (lessentabel) die de hele studieduur beslaat. Overigens wordt de tabel aan het begin van iedere onderwijsperiode zo nodig bijgesteld. De geplande uren zijn per vak of onderdeel opgenomen in de tabel. Per leereenheid en BPV-periode is aangegeven welke kerntaken en werkprocessen aan bod moeten komen. Leerjaar 1 (klok)uren per onderwijsperiode Leereenheden 1
2
3
4
Introductie project
3
1,5
1,5
Toetsen Workshops (bijv. psychologie, gezondheid, groepsdynamica, drama, muziek, beeldend, communicatie technieken, loopbaan en burgerschap, sport) Loopbaanbegeleiding Presentatie, extra activiteiten, conferentie e.d Nederlands, rekenen en Engels Beroepspraktijk vorming (BPV) Totaal
6
11
6
6
84
96
60
45
31,5 48 31,5
36 26 36
203
206,5
36 16,5 36 160 316
27 35 27 140 280
15
Leerjaar 2 Uren per onderwijsperiode 1 2 3 4
Leereenheden Formatieve toetsen Workshops (Bijv .Psychologie en Psychopathologie, ADL en Basiszorg, Didaktiek, Methodisch werken, Groepsdynamica, Nederlands, Engels, rekenen, sport) Loopbaanbegeleiding Presenteren, evalueren, reflecteren
4,5*
40 7*
Beroepspraktijkvorming
114
4,5*
95
4,5*
95
4,5*
95
95
40 7*
40 7*
40 7*
114
114
114
Uren met een * sterretje zijn eenmalig ingeroosterd. Komen dus niet wekelijks terug
Leerjaar 3 Leereenheden
Uren per onderwijsperiode 1 2 3 4
Formatieve toetsen
4,5*
4,5*
4,5*
4,5*
140
140
140
56
40 7*
40 7*
40 7*
114
114
114
Workshops ( Bijv. Zorgplan/Methodisch werken, Psychologie en Psychopathologie,Didaktiek, Verdiepingsopdracht, Nederlands, Engels, rekenen Loopbaanbegeleiding Presenteren, evalueren, reflecteren Proeve van Bekwaamheid Beroepspraktijkvorming
7* 12 114
16
6.3
IJken en meten van studievoortgang
Gedurende het eerste leerjaar wordt niveau 3 en 4 gemengd aangeboden. Na een periode krijg jij op basis van je resultaten een voorlopig advies. Je ontvangt twee maal per jaar een overzicht van de voortgang van je studie. Deze bespreek je met je loopbaanbegeleider. De voortgang van jouw resultaten kun je nalezen in Trajectplanner. Zie ook http://rocva.trajectplanner.nl. Jij krijgt een persoonlijke inlogcode om gebruik te kunnen maken van Trajectplanner. Twee maal per opleidingsjaar stelt je loopbaanbegeleider formeel vast hoe ver je gevorderd bent in het beheersen van de werkprocessen en kerntaken van het beroep, de burgerschapscompetenties en Nederlands, rekenen en Engels. De bewijzen in je portfolio en de informatie van docenten en praktijkbegeleiders zijn bepalend voor het vaststellen van je voortgang. De formele vaststelling vindt plaats tijdens de voortgangsvergadering aan het einde van periode 2 en de overgangsvergadering aan het einde van periode 4. Bij overgangs- en vaststellingsvergaderingen zijn in principe alle betrokken docenten van het team aanwezig. Tijdens deze vergaderingen wordt ook het studieadvies ten aanzien van niveau 3 of 4 vastgesteld. Het kan voorkomen dat je door omstandigheden vertraging hebt opgelopen zodat je langer over de opleiding gaat doen. Je loopbaanbegeleider bespreekt deze situaties met jou (en als je minderjarig bent met je ouders/verzorgers), maakt hier afspraken over en legt deze schriftelijk vast. Het docententeam heeft de mogelijkheid tot een bindend studieadvies te besluiten: Bindende studieadviezen: 1. Het bindend studieadvies is gebaseerd op een dusdanig gebrek aan goede studieresultaten over de gehele linie dat niet verwacht kan worden dat de student een diploma haalt in de gekozen beroepsrichting. 2. Het bindend studieadvies wordt schriftelijk vastgelegd. 3. Vooraf wordt een schriftelijke waarschuwing gegeven. 4. Het bindend studieadvies wordt schriftelijk beargumenteerd. Er kan tegen dit advies in beroep worden gegaan.
De uitgebreide beschrijving van de voortgangs- en overgangseisen kun je vinden op de site van de opleiding www.welzijngvs.nl onder de naam: voortgangs- en overgangseisen BOL 2014-2015.
17
7.
Het Examenprogramma
Het examen van de opleiding bestaat uit de volgende onderdelen: Beroepsgericht deel Nederlands Rekenen Engels (MBO 4) Loopbaan en burgerschap Om het diploma van de opleiding te behalen moet je daarbij voldoen aan de eisen die de school stelt voor de BPV. Voordat je aan je examens begint, krijg je de richtlijnen rond examinering. In deze richtlijnen staat wat je rechten en plichten zijn bij het maken van examens.
7.1
De beroepsgerichte examinering
In onderstaande tabel zie je welke beroepsgerichte examenonderdelen geëxamineerd worden. In de tabel kun je lezen in welke vorm het examen wordt afgenomen, waar en op welk moment van de opleiding. Beoordeling op driepuntschaal Het eindoordeel van de kerntaak wordt uitgedrukt in een driepuntschaal: ‘goed’, ‘voldoende’ of ‘onvoldoende’. Onvoldoende: Kan de taak niet zelfstandig uitvoeren of de uitvoering komt niet overeen met wat van een beginnend beroepsbeoefenaar verwacht wordt. Voldoende: Uitvoering komt overeen met wat van een beginnend beroepsbeoefenaar verwacht kan worden. Goed: Uitvoering overstijgt het niveau van een beginnend beroepsbeoefenaar. De beoordelaars beargumenteren per opdracht het oordeel over de kerntaken.
De opleiding wordt afgesloten met een proeve van bekwaamheid (examen). Hierin laat je zien dat je een beginnend beroepsbeoefenaar bent. Dit examen betreft de beoordeling van je beroepscompetenties. De beoordeling van de beroepscompetenties omvat één Proeve van Bekwaamheid gebaseerd op de kerntaken in het schema hieronder. Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Pedagogisch Medewerker 3 Kinderopvang Opdracht 1 Pedagogisch Medewerker 3 Kinderopvang Opdracht 2 Pedagogisch Medewerker 3 Kinderopvang Opdracht 4
1, 2 en 3
1.1, 1.3 2.1, 2.2, 2.3, 3.8
1 en 2
1.1 t/m 1.3 2.3, 2.4 en 3.8
3
3.1, 3.2 en 3.8
Zie kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014 Zie kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014 Zie kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang
Proeve (einde opleiding)
Op de BPV plaats en op school
Proeve (einde opleiding)
Op de BPV plaats en op school
Proeve (einde opleiding)
Op de BPV plaats en op school
Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 Kinderopvang Opdracht 1 Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 Kinderopvang Opdracht 2 Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 Kinderopvang Opdracht 3 Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 Kinderopvang Opdracht 4
1, 2 en 3
1.1 t/m 1.3 2.1 ,2.2, 2.3, 3.8
Zie Proeve kwalificatiedossier (einde Pedagogisch opleiding) Werk 2014
Op de BPV plaats en op school
1, 2 en 3
1.1 t/m 1.3 2.3, 2.4 en 3.8
Zie Proeve kwalificatiedossier (einde Pedagogisch opleiding) Werk 2014
Op de BPV plaats en op school
3
3.1, 3.2, 3.3, 3.4, 3.6 en 3.8
Zie Proeve kwalificatiedossier (einde Pedagogisch opleiding) Werk 2014
Op de BPV plaats en op school
3
3.1, 3.2, en 3.8
Zie Proeve kwalificatiedossier (einde Pedagogisch opleiding) Werk 2014
Op de BPV plaats en op school
Zie kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014 Zie kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014 Zie kwalificatiedossier Pedagogisch Werk 2014
Proeve (einde opleiding)
Op de BPV plaats en op school
Proeve (einde opleiding)
Op de BPV plaats en op school
Proeve (einde opleiding)
Op de BPV plaats en op school
Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg.
Pedagogisch medewerker 4 Jeugdzorg Opdracht 1 Pedagogisch medewerker 4 Jeugdzorg Opdracht 2 Pedagogisch medewerker 4 Jeugdzorg Opdracht 3
7.2
1, 2 en 3
1.1 en 1.3 2.1 ,2.2, 2.3, 3.8
1, 2 en 3
1.1 t/m 1.3 2.3, 2.4 en 3.8
1, 2 en 3
1.1, 2.1, 2.5, 3.1, 3.2, 3.3
Nederlands – generiek
Nederlands Alle mbo-deelnemers moeten examen Nederlands doen. Voor niveau 3 is dat op niveau 2F, voor niveau 4 is dat op niveau 3F. Tijdens je opleiding wordt uitgelegd wat dit niveau inhoudt. Cijferbeoordeling De beoordelingen bij Nederlands bij onderstaande examenonderdelen worden uitgedrukt in cijfers. Onderstaande tabel geldt alleen voor niveau 3 Nederlands - generiek Examentoets of onderdeel Examenvorm
Korte omschrijving Luisteren en Lezen 2F Schoolexamen of (pilot) centraal examen- digitaal
Plaats van afname Periode van afname Examentoets of onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Examentoets of onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Examentoets of onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Eindwaardering Nederlands
School Tweede jaar Schrijven 2F Schoolexamen - schriftelijk School Tweede jaar Spreken 2F Schoolexamen - mondeling School Eerste jaar Gesprekken 2F Schoolexamen - mondeling School Eerste jaar Cijfer Schrijven-Spreken-Gesprekken is het gemiddelde van de cijfers voor Schrijven, Spreken en Gesprekken Eindcijfer (een heel cijfer) voor Nederlands is het gemiddelde van het cijfer voor Luisteren-Lezen en het cijfer voor Schrijven-SprekenGesprekken
Onderstaande regels alleen voor niveau 4 Nederlands - generiek Examentoets of onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Examentoets of onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Examentoets of onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Examentoets of onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Eindwaardering Nederlands
Korte omschrijving Luisteren en Lezen 3F Centraal examen - digitaal School Tweede jaar Schrijven 3F Schoolexamen - schriftelijk School Tweede jaar Spreken 3F Schoolexamen - mondeling School Eerste jaar Gesprekken 3F Schoolexamen - mondeling School Eerste jaar Cijfer schoolexamen Schrijven-Spreken-Gesprekken is het gemiddelde van de cijfers voor Schrijven, Spreken en Gesprekken Eindcijfer (een heel cijfer) voor Nederlands is het gemiddelde van het cijfer voor Luisteren-Lezen en het cijfer voor het schoolexamen Schrijven-Spreken-Gesprekken
7.3
Rekenen – generiek
Alle mbo-deelnemers moeten het examen rekenen doen. Voor niveau 1, 2 of 3 is dat op niveau 2F, voor niveau 4 op niveau 3F. Tijdens je opleiding wordt uitgelegd wat dit niveau inhoudt. Cijferbeoordeling De beoordeling bij rekenen worden uitgedrukt in een cijfer. Onderstaande tabel geldt alleen voor niveau 3
Rekenen - generiek Examentoets of onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Eindwaardering Rekenen generiek
Korte omschrijving Rekenen 2F Schoolexamen – of (pilot) centraal examen digitaal School Tweede jaar Het eindcijfer is een heel cijfer en is de uitslag voor dit examenonderdeel
Onderstaande tabel geldt alleen voor niveau 4 Rekenen - generiek Examentoets of onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Eindwaardering Rekenen generiek
Korte omschrijving Rekenen 3F Centraal examen of pilot centraal examen - digitaal School Tweede jaar Het eindcijfer is een heel cijfer en is de uitslag voor dit examenonderdeel
7.4
Engels - generiek
Onderstaande tekst plus tabel geldt alleen voor niveau 4 Alle deelnemers van een mbo niveau 4-opleiding moeten generiek examen Engels doen. De onderdelen Lezen en Luisteren op niveau B1, de onderdelen Spreken, Gesprekken voeren en Luisteren op niveau A2. Tijdens je opleiding wordt uitgelegd wat deze niveaus inhouden. In de beroepsgerichte examinering, zoals beschreven wordt in paragraaf 4.1, wordt aangegeven of en op welke wijze moderne vreemde talen worden geëxamineerd. De beoordelingen bij Engels bij onderstaande examenonderdelen uit de tabel worden uitgedrukt in cijfers.
Engels - generiek Examentoets of onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Examentoets of onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Examentoets of onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Examentoets of onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Examentoets of onderdeel Examenvorm Plaats van afname Periode van afname Eindwaardering Engels
Korte omschrijving Luisteren B1 Schoolexamen of (pilot) centraal examen- digitaal School Eerste jaar Lezen B1 Schoolexamen of (pilot) centraal examen - digitaal School Eerste jaar Schrijven A2 Schoolexamen - schriftelijk School Eerste jaar Spreken A2 Schoolexamen - mondeling School Tweede jaar Gesprekken A2 Schoolexamen - mondeling School Tweede jaar Het eindcijfer (een heel cijfer) voor Engels is het gemiddelde van de cijfers voor de vijf onderdelen
7.5
Loopbaan en burgerschap in het mbo
Als student moet je minimaal voldoen aan de inspanningsverplichting die de opleiding hiervoor heeft gesteld. Dit onderdeel wordt niet geëxamineerd. Op de resultatenlijst bij je diploma is het resultaat voor dit vak wel opgenomen. De eindwaardering voor Loopbaan en burgerschap is ‘voldaan’ of ‘niet voldaan’. Het onderdeel Loopbaan en Burgerschap" (L&B) komt terug in de workshops en tijdens LBB. Om je diploma te kunnen behalen, moet je ook voldoen aan de eisen voor L&B. Zie paragraaf 6.2, Leereenheden, voor nadere details.
Loopbaan & burgerschap Onderdeel Beoordelingsvorm Plaats van afname Periode van afname Onderdeel Beoordelingsvorm Plaats van afname Periode van afname Onderdeel Beoordelingsvorm Plaats van afname Periode van afname Onderdeel Beoordelingsvorm Plaats van afname Periode van afname Onderdeel Beoordelingsvorm Plaats van afname Periode van afname Eindwaardering L&B
7.6
Korte omschrijving Loopbaanoriëntatie en ontwikkeling Aanwezigheid, beoordeling BPV, Portfolio, opeenvolgende POP ’s en STARR’s Op school en de BPV Gedurende de opleiding De politiek juridische dimensie Praktijkopdracht en schoolopdracht (project “Ik en de ander”) School en praktijk Tijdens eerste jaar De economische dimensie Praktijkopdracht en schoolopdracht (project “Werkveldoriëntatie”) School en praktijk Tijdens eerste jaar De sociaal-maatschappelijke dimensie (project “Ik en de ander” en “Dag van de gezondheid”+ loopbaanbegeleiding) Praktijkopdracht en schoolopdracht School en praktijk Gedurende de opleiding Vitaal burgerschap Sport School en praktijk Jaar 1 en 2 Voldoende/Onvoldoende
BPV
Om het diploma van de opleiding te behalen moet je ook voldoen aan de eisen die de school stelt voor de BPV. Het minimum aantal door de school gestelde uren en/of dagen aan BPV moet zijn behaald: Jaar 1: 243 uur (80% van in totaal 304 uur) gedurende twee periodes Jaar 2: 360 uur (80% van in totaal 450 uur) gedurende hele schooljaar Jaar 3: 360 uur (80% van in totaal 450 uur) gedurende hele schooljaar, incl. proeveperiode De stage of BPV moet met een voldoende zijn beoordeeld. De praktijkbegeleider beoordeelt de beroepspraktijkvorming aan de hand van de beoordelingscriteria in de volgende documenten en tekent deze af: - voortgangsrapportage PW3 en PW4 (jaar 2 en 3); - praktijkkaart PW3, PW4, PW-JZ (jaar 1 t/m 3); - competentiemeter (jaar 1 t/m 3) - persoonlijk ontwikkelingsplannen (POP, jaar 1 t/m 3) - reflectieverslagen (STARR, jaar 1 t/m 3) - presentie minimaal 80% (zie hierboven) - stagebezoek heeft plaatsgevonden (1 bezoek per 2 periodes) - go praktijk voor proevekandidaat De eindverantwoordelijkheid voor de opleiding (en daarmee de BPV) ligt bij het MBO College Hilversum, afdeling Welzijn.
Normeringen voor een voldoende beoordeling staan beschreven in de stagegids (basisfase) en in deel II van de opleidingsgids PW (verdiepingsfase). Meer informatie over de BPV is te vinden in: -Stagegids basisfase voor praktijkbegeleider en student -Deel II BPV van de Opleidingsgidsen BOL verdiepingsfase PW-JA;MZ;OAS;SCW -Opleidingsgidsen BBL MZ De opleidingsgidsen staan op de website www.welzijngvs.nl onder de diverse opleidingen SAW en de link BPV
7.7
Diplomering
Onderstaande regels alleen voor niveau 3 bij een traject van drie jaar Diplomering in 2016/2017 Je bent geslaagd voor je opleiding als voldaan is aan de volgende eisen: 1. Elke kerntaak heeft als eindbeoordeling een voldoende of goed. 2. Van de eindcijfers voor generiek Nederlands en generiek rekenen mag er één onvoldoende zijn (maar niet lager dan een 5) en moet het andere cijfer ten minste een 6 zijn. 3. Er is voldaan aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan & Burgerschap. 4. Er is voldaan aan de eisen ten aanzien van de BPV
Onderstaande regels alleen voor niveau 4 bij trajecten van langer dan één jaar Diplomering in 2017/2018 of 2018/2019 Je bent geslaagd voor je opleiding als voldaan is aan de volgende eisen: 1. Elke kerntaak heeft als eindbeoordeling een voldoende of goed.. 2. Van de eindcijfers voor generiek Nederlands, generiek rekenen en generiek Engels mag er één onvoldoende zijn (maar niet lager dan een 5), de twee andere cijfers moeten ten minste een 6 zijn. 3. Er is voldaan is aan de inspanningsverplichting voor Loopbaan & Burgerschap. 4. Er is voldaan aan de eisen ten aanzien van de BPV
7.8
Vrijstellingen voor Nederlands en rekenen
Op basis van eerder behaalde resultaten in een vorige opleiding, kunnen studenten bij de teamexamencommissie (TEC) verzoeken om vrijstelling van examens. Vrijstellingsregeling beroepsspecieke examens: De TEC kan op basis van eerder behaalde resultaten bij een erkende mbo-opleiding besluiten tot vrijstelling. De TEC houdt bij het verlenen van de vrijstelling rekening met de datum waarop het eerdere resultaat is behaald. De geldigheidsduur van eerder behaalde resultaten kan per cohort, per vak en per opleiding verschillen. Vrijstellingsregeling generieke examens: De TEC verleent studenten die deelgenomen hebben aan COE-examens op hun verzoek een vrijstelling conform het ‘Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB’ als de student voor het examenonderdeel Nederlands of Rekenen ten minste het cijfer 6 op het vereiste referentieniveau heeft behaald. De TEC houdt bij het verlenen van vrijstelling rekening met de datum waarop het eerdere resultaat is behaald. De TEC verleent studenten die in het laatste pilotjaar van een centraal examen deelgenomen hebben aan pilot COE-examen op hun verzoek een vrijstelling conform het ‘Examen- en kwalificatiebesluit beroepsopleidingen WEB’ als de student voor het centraal examen Nederlands of rekenen ten minste het cijfer 6 heeft behaald op het vereiste referentieniveau.
Studenten met een havo- of vwo-opleiding die het diploma vanaf 2015 hebben behaald kunnen in aanmerking komen voor een vrijstelling. Zij kunnen vrijstelling krijgen als zij een mbo-opleiding afronden binnen twee studiejaren na het studiejaar waarin zij voor het eindexamenvak Nederlands of de rekentoets een 6 hebben behaald. Verzoeken kunnen bij de teamexamencommissie worden ingeleverd. Indien de teamexamencommissie vrijstelling verleent voor het examenonderdeel Nederlandse taal of rekenen, telt de eindwaardering van het eerder afgelegde examenonderdeel of het eindcijfer van de eerder afgelegde rekentoets respectievelijk het eind- of staatsexamen in het vak Nederlandse taal en literatuur mee bij het bepalen van de uitslag.
7.9
Herkansingen
Volgens het examenreglement heeft een student die onderwijs volgt recht op twee deelname mogelijkheden aan een examen. Verzoeken tot extra herkansingen kunnen worden aangevraagd bij de team-examencommissie. Een extraneus heeft recht op deelname aan één toetsgelegenheid.
8. 8.1
Aanwezigheid Wanneer moet ik op school aanwezig zijn?
Je moet 100% van de tijd, dus altijd, aanwezig zijn bij onderwijsactiviteiten. Onderwijsactiviteiten zijn lessen, gastlessen, workshops, BPV en examens. Verder zorg je ervoor dat je altijd op tijd komt en dat je de onderwijsactiviteiten volgens het rooster volgt. Kom je te laat of houd je je niet aan het rooster? Dan volgt een gesprek met je loopbaanbegeleider.
8.2
Wat moet ik doen als ik niet kan komen?
Soms kun je niet naar school komen, bijvoorbeeld omdat je ziek bent. Dat heet verzuim. De school heeft duidelijke regels over verzuim. Je moet verzuim melden op de eerste dag dat je afwezig bent op telefoonnummer 035-6892004. Voor bijzondere omstandigheden, zoals een begrafenis of het bijwonen van een huwelijk, kun je vooraf een verlofaanvraag indienen bij de manager van je opleiding. De opleidingsmanager beslist of je verlofaanvraag wordt goedgekeurd. Als je langere tijd niet naar school kunt komen, dan loop je mogelijk een achterstand op. Denk je dat dit het geval is, neem dan zo snel mogelijk contact op met je loopbaanbegeleider. Jullie bespreken dan samen hoe je achterstand zoveel mogelijk kunt voorkomen en later kunt inhalen.
8.3
Wat gebeurt er als ik zonder reden afwezig ben?
Als jij je verzuim niet meldt, belt de school jou of je ouder of verzorger om te vragen wat er aan de hand is. Bij verzuim krijg je een gesprek met je loopbaanbegeleider. Ben je jonger dan 18 jaar, dan zijn wij wettelijk verplicht om het verzuim te melden aan de leerplichtambtenaar. Ben je tussen de 18 en 23 jaar, dan zijn we wettelijk verplicht dit te melden bij het Regionaal Meld- en Coördinatiepunt.
9.
Studiekosten
Een opleiding volgen kost geld. Er zijn verschillende soorten kosten: de wettelijke kosten en de opleidingskosten.
9.1
Wettelijke kosten
Wettelijke kosten zijn afhankelijk van de opleiding: Lesgeld Ben je in het studiejaar op 1 augustus 18 jaar of ouder en volg je een voltijd BOL-opleiding? Dan moet je lesgeld betalen. Het lesgeld wordt jaarlijks door de overheid vastgesteld. Het lesgeld moet je rechtstreeks betalen aan DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur).
9.2
Opleidingskosten
Sommige kosten moet je zelf betalen. Leermiddelen en materialen Dit zijn kosten die jij of je ouders/verzorgers moeten betalen, omdat ze noodzakelijk zijn om je opleiding te kunnen volgen. Voordat je begint aan je opleiding, krijg je een lijst met leermiddelen en materialen die je nodig hebt, zoals boeken, licenties, gereedschappen of werkkleding. Je moet deze leermiddelen verplicht kopen, maar je mag meestal wel kiezen of je de leermiddelen via school koopt of niet. Soms krijg je korting als je de leermiddelen via school koopt.
Bijdrage excursie, feesten, kluisjes etc. Dit zijn kosten waarvan je mag kiezen of je ze betaalt. Deze kosten zijn immers niet noodzakelijk voor je opleiding. De activiteiten die we voor dat geld organiseren, maken het onderwijs wel interessanter en leuker. De hoogte van het bedrag hangt af van de kosten die de school maakt. Het bedrag betaal je met een pin en/of eenmalige machtiging. Als je deze bijdrage niet betaalt, mag je gewoon het onderwijs volgen maar je mag dan niet meedoen met de extra activiteiten, zaken of diensten die van deze bijdrage worden betaald. Dat zijn bijvoorbeeld: introductieactiviteiten, zoals overnachtingen en maaltijden excursies, werkweken of culturele activiteiten schoolfeesten, gala’s en eindejaarsactiviteiten kerstviering afsluitingsbijeenkomst van de opleiding huur lockers/kluisjes
Specificatie opleidingskosten BOL-opleiding Kostenpost Wettelijke bijdrage per schooljaar Lesmaterialen (boeken, e.d) Per leerjaar
Aanvullend studiemateriaal Per leerjaar
Beroepsuitrusting Printen en kopiëren Overige kosten
Bedrag
Verplicht
lesgeld
€ 1118
X
leerjaar 1 leerjaar 2 leerjaar 3
± € 350 ± € 200 ± € 200
X X X
leerjaar 1 leerjaar 2 leerjaar 3
± € 25 ± € 15 ± € 25
X X X
Opmerkingen Wordt jaarlijks vastgesteld. Factuur van de IB-groep. Dit bedrag geldt voor 2014/2015. De boekenlijst staat vermeld op de site www.vandijk.nl
N.V.T ± € 30
X
± € 30 Reiskosten
Vrijwillig
X X
Kosten voor excursies en uitstapjes Reiskosten in het kader van de stage of beroepspraktijkvorming zijn voor rekening van de student. Het kan gebeuren dat gedurende de opleiding van locatie veranderd moet worden. Mogelijke (extra) reiskosten zijn voor rekening van de student.
10.
10.1
INSPRAAK
Inspraak via het ROC van Amsterdam
Het is belangrijk dat het MBO College jouw mening over het onderwijs en andere schoolzaken weet. We organiseren daarvoor verschillende activiteiten. Tevredenheidonderzoek We houden twee keer per jaar een onderzoek naar wat studenten vinden van hun school, hun opleiding en alles daaromheen. Eén keer per twee jaar wordt er landelijk een enquête gehouden in samenwerking met de Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB). Rondetafelgesprekken Sommige teams nodigen studenten van verschillende leerjaren uit om deel te nemen aan een rondetafelgesprek of een overleg van klassenvertegenwoordigers. Voorbeelden van onderwerpen zijn onderwijs, veiligheid, lesroosters of het gebouw. Op deze manier bekijkt het ROC hoe het met een opleiding gaat. Door de rondetafelgesprekken kunnen we het onderwijs en de examens blijven verbeteren. Het is dus belangrijk om eraan mee te doen als je een uitnodiging krijgt.
10.2
Inspraak van studenten
Je kunt zelf beslissen om mee te praten over het onderwijs en andere schoolzaken. Dat kun je op verschillende manieren doen: Klassenvertegenwoordiging Elke klas of groep heeft een klassenvertegenwoordiger. Iedere klas kiest in de eerste onderwijsperiode één student die hun klassenvertegenwoordiger wordt. De klassenvertegenwoordiger overlegt elke onderwijsperiode met de opleidingsmanager. Studentenraad Elk MBO College heeft een eigen Studentenraad waar zaken worden besproken van jouw MBO College. De Studentenraad overlegt regelmatig met de directie van het MBO College. Centrale Studentenraad Het ROC van Amsterdam heeft één Centrale Studentenraad (CSR) die zaken bespreekt die het gehele ROC raken. Zij heeft dan ook regelmatig overleg met het College van Bestuur. Verdere informatie over de CSR kun je terugvinden in het CSR Reglement, dit is te vinden op de website onder Info voor studenten.
10.3
Inspraak via JOB
De Jongeren Organisatie Beroepsonderwijs (JOB) is opgericht voor studenten in het middelbaar beroepsonderwijs. Het JOB komt op voor de rechten van deze studenten. Op de website van JOB, www.job-site.nl, vind je veel informatie over wettelijke regelingen en je rechten en plichten. We vragen je om elke twee jaar een JOB-enquête in te vullen en aan te geven wat je van het onderwijs vindt.
11.
Vakantierooster 2014-2015
Het vakantierooster van het ROC gaat in het algemeen volgens de Regio Noord. Het is belangrijk om aan het begin van het jaar te controleren of jouw vakanties overeenkomen met de regio van jouw woonplaats. Dit kan namelijk nog wel eens verschillen! Je bent verplicht om hier zelf op te letten. Als je hier vragen over hebt, neem je contact op met je loopbaanbegeleider. Wanneer zijn de vakanties dit schooljaar? Herfstvakantie 13 oktober 2014 Kerstvakantie 22 december 2014 Voorjaarsvakantie 23 februari 2015 Goede Vrijdag 03 april 2015 Tweede Paasdag 06 april 2015 Koningsdag 27 april 2015 Meivakantie 04 mei 2015 Hemelvaart 14 mei 2015 Tweede Pinksterdag 25 mei 2015 Zomervakantie 06 juli 2015
-
19 oktober 2014 04 januari 2015 01 maart 2015
-
10 mei 2015 15 mei 2015
-
16 augustus 2015
De data zijn onder voorbehoud. Let op dat je controleert of jouw opleiding conform bovenstaand rooster werkt. Jaarlijks vind je op de website van het ROC onder Info voor studenten de vakantieroosters.
12.
Problemen of klachten
Ben je het ergens niet mee eens of vind je dat er iets niet goed gaat? Dan willen we graag dat je dat aan ons laat weten. In ernstige gevallen kun je een formele klacht indienen. Het ROC probeert het probleem of de klacht altijd zo snel mogelijk op te lossen. Maar jij zult dit dan eerst zelf moeten melden en zo in werking zetten dat er iets mee gebeurt. Op de website vind je informatie over hulp bij klachten of problemen.
12.1
Wat moet ik doen als ik een probleem heb?
Probeer het probleem eerst bij je eigen opleiding te bespreken, bijvoorbeeld met een docent, je loopbaanbegeleider of de opleidingsmanager. Wanneer zij jouw probleem niet kunnen oplossen, kun je het probleem bespreken met de directie van jouw locatie.
12.2
Wat moet ik doen als mijn eigen opleiding het probleem niet kan oplossen?
Kom je er met je eigen opleiding en directie niet uit? Neem dan contact op met de Ombudsman van het ROC door middel van een mail aan:
[email protected] De Ombudsman is onafhankelijk en neutraal: hij kiest geen kant. De Ombudsman spreekt met de mensen die bij het probleem betrokken zijn. Vervolgens geeft hij een advies aan de directie. Meer informatie hierover vind je in het Studentenstatuut en op de website.
12.3
Waar kan ik terecht?
Er zijn veel verschillende soorten problemen of klachten die niet allemaal op dezelfde manier behandeld worden. Je kunt vragen bespreken met je loopbaanbegeleider, die je de weg kan wijzen als dat nodig mocht zijn. In het Klachtenreglement Studenten staat uitgebreid beschreven waar je met welke klachten terecht kunt. Hieronder benoemen we de mogelijkheden kort. Klachten m.b.t ongewenste omgangvormen Voor problemen en klachten rond ongewenste omgangsvormen (seksuele intimidatie, agressie, pestgedrag, discriminatie e.d.) kun je je wenden tot de vertrouwenspersoon. Indien gewenst kun je je klacht ook richten aan de externe klachtencommissie die zich uitsluitend bezig houdt met klachten omtrent ongewenste omgangsvormen. Meer informatie hierover kun je vinden op de website onder Info studenten. Vraag aan je loopbaanbegeleider de naam van de vertrouwenspersoon op je locatie. Klachten die te maken hebben met examens Voor klachten over examens, lees het Examenreglement op de website onder Info voor studenten. Er is een aparte klachtenprocedure voor de examens. Klachten kunnen gestuurd worden naar: Examencommissie team Welzijn t.a.v. Mevr. A. Ketel p.a. Arena 301 1213NW Hilversum
Alle overige klachten Alle overige klachten kun je richten aan de Klachtencommissie Studenten. Voorwaarde is wel dat je je klacht eerst hebt gericht aan de directie van jouw MBO College.
13.
Overige informatie van het ROC
Uitgebreide informatie over verzekeringen, begeleiding bij zorg en handicap en de topsportregeling is te vinden op de website onder Info voor studenten.
13.1
Verzekeringen
Op onze website staat onder Info voor studenten welke verzekeringen er voor studenten zijn afgesloten tijdens hun opleiding, bij stages en ook bij examens.
13.2
Begeleiding bij zorg en handicap
Het ROC vindt dat iedere student de beste begeleiding en ondersteuning verdient. Natuurlijk heeft niet iedereen evenveel begeleiding en ondersteuning nodig. Sommige studenten hebben een handicap of een chronische ziekte. Andere studenten hebben leerproblemen of problemen met bijvoorbeeld wonen, geld, veiligheid of justitie. We stemmen onze begeleiding en ondersteuning zoveel als mogelijk is daarom af op de vraag van iedere student. Bij een handicap of chronische ziekte is aanpassing mogelijk van de wijze van examineren. Je kunt een aanvraag indienen bij de teamexamencommissie. Dit moet tijdig gebeuren, zo mogelijk bij aanvang van de studie. Verdere informatie vind je op de website onder Info voor Studenten evenals het aanvraagformulier voor aangepaste examinering.
13.3
Topsportregeling
Doe je aan topsport of sport jij op het hoogste niveau in jouw sport? Dan kun je extra begeleiding krijgen tijdens je opleiding bij je mbo college. Er is een speciale regeling voor jou, zodat je je sport en opleiding kunt combineren. Zo heb jij straks naast je sportcarrière ook een mbo-diploma op zak! In overleg met je loopbaanbegeleider en de topsportbegeleider maken we een aangepast studieprogramma. Het mbo college houdt daarbij zoveel mogelijk rekening met je trainingen en wedstrijden. Meer informatie over de topsportregeling vind je op de website onder Info voor studenten.
13.4
Examenreglement
In het examenreglement staan de vastgelegde regels en afspraken die voor alle opleidingen gelden bij examinering en diplomering. Je vindt er over de regels van het examen over, aanwezigheid, verzuim, herkansingen, aantal deelnamemogelijkheden, fraude, onregelmatigheden, uitslag, bewaartermijn, aangepaste examinering, klachten, verzoeken, vrijstellingen, examenprogrammering enzovoorts. Op de website is steeds het actuele examenreglement te vinden onder Info voor studenten. Je loopbaanbegeleider en je docenten informeren je hoe het geregeld is bij de examens. Ook bij de manager van de opleiding kun je altijd terecht met vragen. De examens van je opleiding vallen onder een teamexamencommissie en deze examencommissie houdt toezicht op een correcte uitvoering van het examen. Voor de examens is een aparte klachtenprocedure. De eerste stap in de procedure begint met een zogenaamd revisieverzoek. In dit verzoek vraag je de teamexamencommissie nogmaals naar een genomen besluit te kijken waarmee je het niet eens bent. Een student (en/of zijn wettelijke vertegenwoordiger bij minderjarigheid) kan tegen een besluit van de teamexamencommissie schriftelijk een verzoek tot revisie indienen bij de teamexamencommissie. Het revisieverzoek dient binnen 10 werkdagen na bekendmaking van het genomen besluit te worden ingediend. De verdere stappen in de klachtenprocedure zijn beschreven in het Examenreglement. Dit reglement vind je op de website van het ROC onder Info voor studenten.