Letseldatering, een nieuwe techniek binnen oud denken. Op 15 april 2015 promoveerde Frank van de Goot aan de Vrije Universiteit op oa het onderwerp Letseldatering. Ruim voor die tijd werd de techniek al gebruikt echter telkens weer rezen er vragen omtrent de toepassing. Welnu, het is wellicht nuttig om enige verduidelijking te geven over deze techniek. Primair, een kleine schok voor de lezer maar letseldatering hoort niet thuis in de forensische wereld maar in de klinische wereld en als we de forensische wereld zorgvuldig bij de teugels nemen kan deze techniek van onschatbare waarde zijn voor de strafrechtpleging. Wat is het probleem bij letseldatering. Het antwoord is eenvoudig: Informatie ! Geen voorinformatie, een veel gehoorde eis binnen het forensisch onderzoek. Geen informatie die zou kunnen sturen om zo een optimaal objectieve benadering te garanderen. Niemand klinkt dit raar in de oren, en dat zou het in feite wel moeten doen. Stel iemand gaat naar een ziekenhuis en bij de intake zit de dokter tegenover deze persoon en vraagt, wat komt u doen. Patiënt echter zegt niets want anders is de dokter niet meer objectief. Wat is er aan de hand met deze wereld, waarom is de klinische benadering zo ver van de forensisch benadering verwijderd geraakt ? Zou het wellicht een idee zijn om sommige forensische vraagstukken juist met aanvullende informatie te benaderen. Dan maar niet, objectief en neutraal maar gericht en deskundig. Letseldatering is geen forensische benadering. Het klinkt goed, het bepalen van de tijdspanne tussen het oplopen van letsel en het uiteindelijk intreden van de dood. Erg veel forensische lijkt het niet meer te kunnen worden en juist nu deze techniek heb ik weggehaald uit het forensisch assortiment omdat het er niet thuis hoort. Wat is dan precies zo anders aan deze techniek. Wel, dat is eenvoudig, maar deze techniek kan alleen maar bestaan met voorkennis. Letseldatering is in feite geen tijdstip toekennen aan een wond maar het is het testen van andermans denkpatronen en daarvoor het je informatie nodig, al was het alleen maar dat je andermans denkpatroon moet weten alvorens je deze kan testen. Hoe gaat een en ander dan te werk.
Letseldatering werkt volgens het vijf stappen protocol. 1: Anamnese 2: Macroscopie 3: Microscopie 4: Immunohistochemie/Moleculaire technieken 5: Implementatie. 1: Anamnese.
Foto 1: Het uitvragen van het probleem. Wat willen ze weten ? Voordat een datering mogelijk is zal men moeten vertellen wat er is gebeurd. Al er sprake is van brand kunnen technieken vals negatief worden, als er sprake is van ontbinding, soms weer vals positief. Een letsel dat veroorzaakt is door een mes, reageert anders dan door een hamer. Met name omsnoerend geweld moet je van te voren weten anders dateer je de verkeerde delen. Soms is bij anamnese een datering ook al aan te geven. Enkele jaren geleden was er een man die met een RIOD gun door de borst was geschoten. Zijn hart had veel weg van een waterlelie, opengebarsten. De vraagstelling voor de datering. Kan jij nog in 30 minuten naar huis zijn gelopen. Antwoord: nee !
2: Macroscopie.
Foto 2: Slag met een hamer of schop met een beschoeide voet ? Door te kijken met voorkennis worden veel dingen direct duidelijk. Hoe ziet een letsel er uit. Past het Letsel bij het verhaal dat wordt verteld. Niet ieder letsel is perse een onderdeel van de zaak weer we mee bezig zijn. Iedereen heeft blauwe plekken. Als het verhaal is dat iemand direct dood was (treinongeval) en de letsels zien er simpelweg ouder uit, horen ze er niet bij. Tevens is aan de hand van het wondaspect ook al een richting aan te geven hoe oud het mogelijk zal gaan worden. Met name de macroscopie is van belang omdat afhankelijk van het type geweld andere delen van de wond moeten worden afgenomen. Een steekwond voldoet met alleen de wondrand, een schotwond echter is het best dateerbaar om een kleine afstand van het schotkanaal. Een strangulatie is het beste te dateren op de overgang tussen snoerspoor en normale huid, een hematoom kan in de tijd uitbreiden. Als iemand de rand afneemt krijg je een andere uitslag dan wanneer iemand het centrum bemonsterd.
3: De microscopie.
Foto 3: Het ontstekingsbeeld is ver voortgeschreden. Dit letsel heeft uren de tijd gehad, als dir beeld wordt gezien bij een trein ongeval, klopt het verhaal niet, of hoort dit letsel niet bij de zaak. Nu komt het er op aan of datgene wat de stappen 1 en 2 beweerden, overeenkomt met stap 3. Het microscopisch beeld moet kloppen. Het kan zijn dat er sprake is van twee of meer geweldinwerkingen op de zelfde plek. In dat geval kan het zijn dat de microscopie opeens begint af te wijken. Dat is het moment dat er informatie nodig is (anamnese), is het mogelijk dat er daadwerkelijk twee geweldmomenten zijn geweest. De microscopie zal dan verder een onderbouwing geven wat uit de voorgaande stappen al naar voren is gekomen. 4: immunohistochemie en moleculaire technieken.
Foto 4 en 5: Twee bloedvaten van iemand die zogenaamd voor de trein zou zijn gesprongen. Er is geen enkele moleculaire activiteit terwijl dat terdege na de dood nog een minuut of tien doorgaat. Met dit beeld is het zeer de vraag of iemand echt wel leefde toen hij of zijn voor de trein “sprong”
Dit is high Tech onderzoek dat geen zin heeft zonder een duidelijke vraagstelling. De vraag: bij leven of niet, dat is een goede vraag. Of, zit er enige tijd tussen het oplopen van deze twee letsels. Dan kun je met deze technieken dat onderscheid maken. Blind ergens eiwitten op gooien en kijken wat er bruin wordt is futiel. 5: Implementatie
Foto 6: Weging van alles. Dit is wellicht de belangrijkste stap. Als alle onderzoek zijn gedaan en alle data zijn bekend wordt er gekeken hoe waarschijnlijk het is om deze data aan te treffen als de theorie van de aanvrager correct is. We zeggen niet, dit lestel is een uur oud, maar als de aanvrager twijfelt tussen een of twee uren, dan zijn deze bevindingen veel waarschijnlijker om aan te treffen als het een uur oud zou zijn da waanneer het twee uren oud zou zijn. Dat is letseldatering, een subtiel samenspel tussen aanvrager en onderzoeker. Een klinische benadering van een forensisch probleem en hopelijk de voorbode voor wezenlijke veranderingen in de forensische wereld. Casus 1: Voorbeeld van een datering, hoe met deze materie om te gaan. Maandagochtend, er wordt gebeld naar de politie dat een jonge vrouw van 23 jaren niet op haar werk is verschenen. Ondanks herhaaldelijk bellen neemt zij haar mobile telefoon niet op. Een collega is in de loop van de ochtend naar haar woning gegaan en treft daar de gordijnen dicht maar de lichten zijn binnen wel aan. Ook nu weer geen gehoor bij herhaaldelijk bellen en kloppen. Eenmaal aangekomen opende de politie de deur en al snel wordt de vrouw dood in de woonkamer aangetroffen. Een groot sporenonderzoek wijst uit dat er iemand in de woning is geweest. Er staan meerdere kopjes en glazen op de tafel en er lijkt sprake te zijn geweest van
een handgemeen daar meubilair is omgevallen. Rond haar hoofd is de vloedbedekking doordrenkt met bloed. Al snel komt een ex-vriendje in beeld. Een gewelddadig type met een lange rij aan antecedenten. Gerechtelijke sectie op het slachtoffer wijst uit dat er bij sectie geen zekere doodsoorzaak aanwijsbaar is maar dat de bevindingen zeer sterk wijzen in de richting van samendrukkend geweld op de hals. Dit kan het intreden van de dood zondermeer verklaren op basis van bloedstuwing van de hersenen en verstikking door ademweg belemmering. Een andere doodsoorzaak was niet aanwijsbaar. In de hals worden aan weerszijde streepvormige uitsparingen gezien in een bloedgestuwde huid tezamen met streep en krasvormige huidbeschadigingen. In het onderhuidse weefsel worden beiderzijds bloeduitstortingen gezien in de spieren. De beide kopjes van het strottenhoofd zijn gebroken met omgevende bloeduitstorting. Er wordt materiaal afgenomen voor letseldatering. Opmerkelijk is tevens de aanwezigheid van een hoofdwond aan de rechter achterzijde. Dit betreft een rafelige huidverscheuring van circa 8 cm waarbij het onderliggende schedelbot zichtbaar is. In het hoofd zelf echter geen bloed onder de hersenvliezen. Wel lijkt er een kleine kneuzingszone aan de rechter achterzijde van de grote hersenen alsmede een kleine kneuzingszone aan de linker voorzijde. Van dit letsel wordt aangegeven dat het ten gevolge van inwerking van uitwendig botsen mechanisch geweld is opgetreden zoals bijvoorbeeld kan passen bij hard vallen op of hard slaan met een kantig voorwerp. Gezien de bloeduitstorting was het letsel bij leven opgelopen. Het kan het bewustzijn hebben beïnvloed door middel van beperkte hersenschade echter het lijkt geen rol te spelen bij het intreden van de dood. Stap 1: Anamnese Het gaat er nu om in grote lijnen de grenzen te bepalen en inzichtelijk te maken wat men wil weten en wat er wellicht te weten kan zijn. Op grond van de bovenstaande informatie is alleen een vitaliteitbepaling reëel. Is het letsel bij leven opgelopen. Aanvraaggroep: Post mortaal versus vroeg vitaal. Bij navragen blijkt dat het slachtoffer die Vrijdag nog gewoon op stap is geweest met een vriendin. Zaterdag zou zij nog een paar App-jes hebben gestuurd naar iemand, zondag zou er geen contact meer zijn geweest. De buren hebben zaterdag zo tegen 23.15 wel iets gehoord. Er leek iets om te vallen, het was een harde bonk maar daarna niets meer. Het was de buurvrouw wel opgevallen dat om 23..30 uur nog een auto de staart uit reed. Het was een rustige weg en zoveel auto’s reden daar niet, maar ach, het was maar een auto.
Opstellen van de werkhypothesen op grond van deze informatie. 1: Is het letsel bij leven opgelopen of niet ? 2: Is het letsel op het hoofd bij leven opgelopen. 3: Zijn de beide series letsels min of meer gelijktijdig opgelopen. Later in de week wordt dan het vriendje opgepakt. Hij spartelt eerst nog wat tegen maar dan komt het verhaal er uit. Hij was op bezoek geweest en tijdens een enorme ruzie was zij hem aangevlogen. Het was een jaloerse dame en ze kon het niet hebben dat hij een nieuwe vriendin had, een bekende van haar nota bene. Hij had helemaal geen zin in ruzie en vechten en in een snelle handeling had hij haar bij de keel gegrepen en met een harde duw van zich af geworpen. Hierbij was ze tegen de tafelrand gevallen en bewusteloos blijven liggen. Daarna was hij in paniek geraakt. Hij had geprobeerd haar wakker te maken hetgeen aanvankelijk leek te lukken. Ze had een wond op haar hoofd had hij gezien. Toen hij zag dat ze weer bij begon te komen is hij er vandoor gegaan. Hij vond het ook stom van zichzelf dat hij geen hulp had ingeroepen maar met zijn verleden zou iedereen meteen hem verdenken. In de paniek was hij hem gesmeerd. De politie vertrouwd de zaak niet. Het verhaal wisselt iedere keer weer en uiteindelijk zwijgt de verdachte. Als later dan ook blijkt dat er geld verdwenen is uit de tas van het slachtoffer begint het gevoel op te komen dat er wellicht meer aan de hand is dan wat de verdachte aangeeft. Het laatste wat de verdachte heeft aangegeven is dat hij erg sterk is en haar een harde duw tegen haar keel heeft gegeven. Hij was erg boos en het kan zijn dat hij haar echt bij de keel heeft gegrepen en zo van zich afgeduwd Opstellen werkhypothesen 1: Zijn alle letsels bij leven opgelopen ? 2: Zijn de letsels aan de hals min of meer van gelijke ouderdom ? 3: Zijn de letsels aan de hals net zou oud als het letsel aan het hoofd ? Met deze vraagstelling wordt letseldatering ingezet. Stap 2: macroscopie In de hals worden aan weerskanten streepvormige uitsparingen gezien met onderliggende bloeduitstortingen. Gezien de intensiteit hiervan en gezien de verdeling waren deze bij leven opgetreden. Het letsel aan het hoofd was een rafelige huiverscheuring met kneuzing aan de
wondranden. Er was rijkelijk bloed onder de huid en in het wondbed. Ook dit was zondermeer bij leven opgelopen. Verwerking op geleide van de vraagstelling Hals links: een bloedig spierfragment van 4 bij 2 bij 1 cm met duidelijke kneuzingszone. Twee oriënterende coupes onder 1 en 2 (onderlinge afstand van elkaar 2 cm) Hals rechts: een bloedig spierfragment van 3 bij 2 bij 2 cm met duidelijke kneuzingszone. Twee oriënterende coupes onder 2 en 4 (Onderlinge afstand van elkaar 2 cm) Hoofdhuid: Huidfragment met enerzijds een gladde rand (uitname snede) anderzijds een rafelige rand met kneuzing van de wondrand. Er was duidelijke bloeduitstorting onder de huid. Het geheel was circa 3 cm bij 1 cm bij 1 cm. Twee oriënterende coupes, centraal (5) en aan het uiteinde (6).
Foto: het patroon in de hals Stap 3: Microscopie In zowel de letsel1 en 2 als in 3 en 4 wordt min of meer het zelfde beeld gezien. Het betreft spierweefsel met rijkelijk bloed tussen de vezels. Er is geen cellulaire activiteit, geen granulocytaire diapedese. Opvallend is de aanwezigheid van enkele wandconcordante granulocyten in met name coupe 1 en 2. Dit is niet aanwezig in coupe 3 en 4. Het beeld is niet fulminant.
De coupe 5 geeft een doorsnijding door een huiddeel met uitgebreid Haemorrhagie. Er wordt duidelijke toename van granulocyten gezien in de oppervlakkige vaten echter met tevens een beeld van een onrustige huid (hyperkeratose en op verschillende plaatsen folliculitis) Coupe 6 geeft slechts geringe Haemorrhagie met iets toename van granulocyten in de vaten. Het verdere beeld is min of meer als 5. Eerste evaluatie aan de hand van de werkhypothesen. 1: Zijn alle letsel bij leven opgelopen ? Gezien het microscopisch beeld zondermeer (vroege face immuno zou volstaan, verwacht wordt sterke tot maximale aankleuring. Middenfase lijkt voorbarig, Advies CD62P, F-VIII, Fibronectine, CD62E, TNF-A, IL1-B, TGF-B, IL8, Mib-1, CD68, CD3, CD20, MPO en een ijzertje. 2: Zijn de letsels aan de hals min of meer van gelijke ouderdom ? Het hoofdletsel lijkt iets ouder echter onder natuurlijke huidontsteking. Gelijke serie maar alleen beoordelen in de diepte, niet oppervlakkig. 3: Zijn de letsels aan de hals net zou oud als het letsel aan het hoofd ? Er lijkt iets verschil, gelijke reeks, let op voor intensiteitverschillen. Neem extra controles mee. Stap 4: Immunohistochemie Nr Test CD62-P F. VIII Fibronec CD62-E TNF-A Il1-B TGF-B IL8 Mib-1 CD3 CD20 MPO CD68 Fe
1
2
3A
3B
4
5
6
Pos C
Neg C
3 3 3 2 2 1 2 1 1 0 0 1 0 0
2 3 3 2 1 1 2 1 0 0 0 1 0 0
2 2 2 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
3 3 3 2 2 1 1 1 1 0 0 0 1 0
2 2 2 1 0 0 1 0 0 0 0 0 0 0
3 3 3 2 2 2 2 1 2 0 0 1 1 0
3 3 3 1 1 1 0 1 1 0 0 1 0 0
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
Stap 5: Implementatie. Het komt bij de implementatie aan op genuanceerd omgaan met de bevindingen. Het beeld zoals aangetroffen in de huid lijkt verder te zijn voortgeschreden dan in de hals. In het materiaal afkomstig van 3 lijken twee fasen te zitten, een fase die meer lijkt op 1 en 2 en een veel recentere fase. Het immunobeeld neigt daar verschillende tijdsintervallen. Datering monsters zonder implementatie 1: Letsel spier hals links: Vroeg vitaal letsel. Het beeld is te verwachten bij een tijdspanne van meerdere minuten tot maximaal 30 minuten 2: idem 3: Letsel spier hals rechts. Twee wondfasen. Een conform monster 1 en 2, een minder ver ontwikkeld. Een beeld dat te verwachten is bij kort voor de dood opgelopen letsel. 4: Als letsel 1 en 2 5: Huidletsel hoofd centraal. Beeld met vorderende wondreactie. Het beeld is te verwachten bij letsel dat reeds meerdere minuten oud is waarbij deze tijd kan oplopen tot 30 minuten of langer. 6: Huidletsel hoofd uiteinde. Randzone van 5, beeld is conform. Er lijkt een klein verschil te zijn in de momenten van oplopen. 1: Zijn alle letsels bij leven opgelopen ? Antwoord: dit beeld is veel waarschijnlijker om aan te treffen wanneer de letsel bij leven zouden zijn opgenomen dan wanneer dit na de dood zou zijn gebeurd. 2: Zijn de letsels aan de hals min of meer van gelijke ouderdom ? Met name in het letsel rechts aan de hals bevindt zich een recente wondfase. Indien uit ander onderzoek naar voren zou komen dat er twee momenten van geweld op de hals zouden zijn geweest, een moment enkele minuten tot 30 minuten voor de dood en een kort voor de dood zouden deze bevindingen aannemelijk zijn om aan te treffen. 3: Zijn de letsels aan de hals net zou oud als het letsel aan het hoofd ? Het letsel aan het hoofd is in grote lijnen met zou oud als het letsel links aan de hals (en een deel rechts). Toch lijkt er een klein verschil aanwezig. Dit kan het gevolg zijn van een ontstoken hoofdhuid echter indien uit ander onderzoek naar voren zou komen dat er enige tijd heeft
gezeten tussen het geweld op het hoofd en het geweld op de hals dan zouden deze bevingen aannemelijk zijn om aan te treffen. Uiteindelijk verhaal. Verdachte heeft slachtoffer een harde duw/slag tegen de keel gegeven. Ze is daarna gevallen met het hoofd tegen de tafel. Aangezien ze bewusteloos was heeft verdachte het huis doorzocht op geld. Na een kwartier merkte hij dat ze bij begon te komen en heeft haar gewurgd. Met het blind inleveren van het materiaal zouden dergelijke subtiliteiten nooit naar voren kunnen komen. Enkel door een nauw samenspel met maximale informatie laat zich deze techniek bedrijven. Ik mag er als ontwerper van deze techniek dan ook voor waken dat dit niet in de handen valt van onervaren onderzoekers. Letseldatering is geen simpele test die men even kan uitvoeren. Het is geconcentreerde forensische pathologie in een klinisch pathologische benadering.
Letseldatering in ervaren handen is van onschatbare waarde. Letseldatering in onervaren handen is als een Faberge-ei in de handen van een kleuter. Het ei gaat stuk en verliest zijn waarde, de kleuter is boos en gaat op zoek naar een nieuw speeltje om stuk te maken.