Aantekeningen Goederenrecht Week 1, les 1, College 1 Privaat
Materieel
Publiek
Formeel
Personen Vermogensrecht
Verbintenissenrecht (relatie pers.) Relatieve rechten 6,7,8. werken jegens een bepaald persoon
Goederenrecht (relatie tussen pers. en goed) absolute rechten, boek 3 + 5 werken jegens een ieder droit de suite/priorite – seperatis
Welke rechten zijn er? Wie kan die rechten uitoefenen? Welke kenmerken hebben deze rechten? Welke mutaties kun je in deze rechten aanbrengen?
Casus 1 week 1, les 1 Zie antwoorden blz. 37 Zaken: stoffelijk / tastbaar Goed: zaken + vermogensrechten Arresten (het is van belang of iets roerend of onroerend is) 1. Portacabin-arrest: Er is sprake van een tijdelijke keet, verbind je de keet met een gebouw waar je werkt dan is het onroerend. 2. Grafzerken-arrest: Aard en nagelvast, grafzerk is onroerend 3. Onroerende kabels-arrest: Kabels onder de grond is onroerend, dit omdat de kabels met de grond worden verenigd Casus Peugeot blz. 39 Vraag 12 1. Leerstuk: overdracht roerende zaak 2. Wet: art 3:84 BW 3. Toepassen: 1. Titel: ja, koopovereenkomst 2. BB: Uit niets blijkt iets anders 3. Levering: bezitsverschaffing, art 3:90 jo 3:114 BW 4. Conclusie: Laurens is eigenaar, aan alle vereisten voldaan
1
Let op! Betaling is geen vereiste! Vraag 13 1. Leerstuk: Natrekking 2. Wet: art 5:3, art 3:4, art 5:14 BW 3. Toepassen: (art 5:3) eigenaar zaak is eigenaar van haar bestanddelen, (art 3:4) bestanddeel naar verkeersopvatting of aard en nagelvast lid 1 en 2 (in dit geval aard en nagelvast). 4. Conclusie: Laurens is eigenaar geworden dmv natrekking Vraag 14 Diefstal L
Sch. W
M
Terrein Hekken Keet
€ 4.250,-
1. Leerstuk: overdracht roerende zaak 2. Wet: art 3:84 BW 3. Toepassen: 1. Titel: ja, koopovereenkomst 2. BB: Nee, Schoonderwoerd is BOB 3. Levering: op juiste wijze 4. Conclusie: Schoonderwoerd is BOB, nu door voor derdenbescherming 1. Leerstuk: derdebescherming roerende zaken 2. Wet: art 3:86 BW 3. Toepassen: Lid 1: Goeder trouw/anders dan om niet: ja, redelijke prijs Lid 3: Auto door diefstal verloren? Ja, dan kan Laurens de auto opeisen/revindicatie is mogelijk, tenzij het in een winkel is gekocht (arrest UitslagWolterink). Is hier sprake van consumentenkoop?? Zelf uitleggen waarom hier wel of geen sprake is van een winkel/consumentenkoop. Is het in een winkel gekocht dan wordt M beschermd is het niet in een winkel gekocht dan kan Laurens de eigendom opeisen
4. Conclusie : -
Casus uitgeleende fiets Vraag 3 TT
TV Fiets uitgeleend
SS Verkoop
1. Leerstuk: Overdracht roerende zaak 2. Wet: art 3:84 BW 3. Toepassen: 1. Titel: ja, koopovereenkomst
2
2. BB: Nee, is houder en een houder is geen eigenaar – alleen een eigenaar is BB 3. Levering: CP, een houder mag niet CP leveren! Er heeft geen juiste levering plaatsgevonden! De levering is niet geldig! 4. Conclusie: een beroep op art 3:86 BW is niet mogelijk Een beroep op art 3:86 BW is alleen mogelijk indien er sprake is van levering door een BOB College 2, week 1 les 2 Eigendom moet je koppelen aan een zaak Revindicatie hoor bij eigenaar cq rechthebbende Onderwerpen: Bezit Rechtsgevolgen en functies van bezit Verkrijging en verlies van bezit Houderschap (zelfstudie, wett. Reg. sterk gelijkend op bezit) Rechthebbende: Diegene tot wiens vermogen het goed behoort.
Bezitter: - Feitelijke macht - Rechthebbende
Houder: Diegene die de feitelijke macht over iets uitoefent. Welke rechten heeft een bezitter (rechtsgevolgen en functie van bezit) Bezit en houderschap: (art. 3:107BW ev.) Bezit/possessie: Het houden van een goed voor zichzelf. Houderschap/detentie: Het houden van een goed voor een ander. Onderscheid middellijk en onmiddellijk: Karel (fiets) Onmiddellijk bezitter, hij kan er gelijk over beschikken.
3
Karel (fiets)
Piet Leent fiets uit aan
Middelijk bezitter
Houder voor Karel Levert aan/uitgeleend aan
Sam
Dan is Piet middelijk houder en Sam onmiddellijk houder
Criteria en onderscheid (art 3:108 ev) Criteria -verkeersopvatting -uiterlijke feiten Onderscheid: -bij de vereisten blijk van feitelijke macht (evt. middellijk uitgeoefend). -bezit vereist blijk van pretentie van toebehoren (exclusieve macht) Interversie: (Art. 3:111) Houder kan uit zichtzelf geen wijziging in het houderschap e/o de grondslag daarvan teweeg brengen tenzij: -Met medewerking van bezitter -houder te goede trouw het recht van de bezitter tegenspreekt.
Marlies brengt twee jurken naar de stomerij, die van haar buurvrouw en die van haarzelf, de twee jurken lijken op elkaar. Als marlies de jurken ophaalt neemt zij ter goede trouw aan dat 1 jurk van haar is (waarschijnlijk die van de buurvrouw). Marlies moet dit dan aannemelijk maken. Rechtsgevolgen en functies van bezit: - Bezitter wordt vermoed rechthebbende te zijn (art 3:119) Processuele/bewijsfunctie - Bezitter heeft recht op bezitsacties (art 3:125) Actiefunctie - Bezitter t.g.tr. die moet afgeven, wordt beschermd en gecompenseerd (art 3:120) Materiële functie
Goed dat je onder je hebt verbeterd t.g.tr, dan kun je een vergoeding/compensatie vorderen.
4
- Bezit breng ook verplichtingen e/o aansprakelijkheid mee (art 6:173 ev) Aansprakelijkheidsfunctie
Bezitter paard en het paard breekt los - Bezit als 1 van de essentialia voor overdracht (3:90, 91, 93) Goederenrechtelijke functie
Overdracht roerende zaken art 3:84 BW Titel BB Levering – roerende zaken via bezitsverschaffing Verkrijging van bezit - Inbezitneming / occupatie (3:113) Zichzelf feitelijke macht verschaffen - Bezitsverschaffing (3:114, 115) Een ander verschaft bezit – met name bij overdacht (al of niet met feitelijke overgave) - Verkrijging goederen onder algemene titel Erfopvolging, fusie ed
Bijzondere titel = overdracht
Verlies van bezit (3:117) - Kennelijke prijsgave (bijv. iets weggooien, aan de weg zetten – je geeft het dan prijs) - Bezitsverkrijging door een ander, op een van voorgenoemde wijze (met name occupatie, bezitsverschaffing, opvolging onder algemene titel) Casus 1 A+B, Blz. 47 Ellen= E +Middellijk bezitter
F = koop E/B A= lenen H/Onmiddellijk D = dief B
Ellen aanspr./stel paard aanpr. dieren Niet aanspr. Ze is geen bezitter
Eigenaar ------- door occupatie is het bezit verloren Casus 2, blz. 47 In onderstaand geval had ook gezien kunnen worden voor bezitter (D) ipv houder.
Ik ben eigenaar/rh M houder
D
AUTO via schenking
5
a. 1. Leerstuk: processuele/bewijsfunctie 2. Wet: 3:109 houder wordt vermoed bezitter te zijn 3:119 bezitter wordt vermoed rechthebbende te zijn 3. Toepassen: Ze wordt vermoed bezitter te zijn. Marcel moet dan aantonen dat ze voor hem houdt. Bezitter wordt dan weer vermoed rechthebbende te zijn. Marcel moet aantonen dat hij rechthebbende is. 4. Conclusie: Marcel, hij moet aantonen dat hij rechthebbende is b. Daniëlle moet aantonen dat de rechthebbende (Marcel) de auto aan haar geschonken heeft (ovk) c. M Auto
D - houder Bijz. titel
Overdracht roerende zaak Art 3:84 BW Titel BB Levering 1. 2. 3. 4.
Levering Wet: art 3:90, 114, 115 sub b + c Toepassen: Houder wordt bezitter Conclusie: Brevi Manu
Bezitverschaffen (manieren) - CP - Brevi Manu (korte hand) - Longa Manu (lange hand)
d. Zie boven het eerste gedeelte (van antwoorden), hier is sprake van Longa Manu
6
Casus 3, blz. 48 Familie huur PL
Frankrijk Koop Boerderij (eigenaar)
Nederland Huur
F. Vastgoed Eigenaar / RH a. Frankrijk: eigenaar / middelijk bezitter (omdat hij er niet direct over kan bezitten) Nederland: Onmiddellijk houder (kan er direct over bezitten) P
S
Eigenaar Bezitter
H
houder niet de intentie goed voor zichzelf te houden
b. Actiefunctie van de bezitter (art 3:125) c. Art 3:109, 119 processuele/bewijsfunctie P heeft bewijslast d. Houder (had hij niet geroepen ik breng de scooter terug, dan was hij bezitter geweest) e. Ja, rechtspositie wijzigt, is sprake van occupatie art 3:113 (dan is Herman bezitter) f. College 3, week 2, les 1 Onderwerpen College 3: Eigendom - Kenmerken - Rechtsgevolgen en functies 7
- Beperkingen - Wijzen van verkrijging en verlies Toebehoren van rechten * Mandeligheid * Appartementsrecht * *Zelfstudie Kenmerken eigendom (art 5:1) - Meest omvattende recht op een zaak (5:1) Beschrijft rechtspositie t.o.v. een zaak Meest omvattend volledig recht Alleen op een zaak - Duurzaamheid* - Elasticiteit * *Zie boek
Kan inkrimpen : bijv. beslasten met een beperkt recht Kan uitgebreid worden (uitrekken): bijv. lening af betalen bij bank (bijv. hypotheekrecht vervalt dan weer). Reikwijdte eigendom - Hoofdzaak en alle bestanddelen (5:3) - Afgescheiden vruchten (5:17) - Slechts individualiseerbare zaak Jp: Teixeira de Mattos, Nieuw Matex
ZIE VOLGENDE BLADZIJDE
8
Aantekening: Arrest Teixeira de Mattos Certificaten van aandelen in bewaring gegeven bij de bank 1
BANK
Gooide de certificaten in de kluis zonder te nummeren en bij te houden van wie de certificaten waren.
2
De twee zeiden ‘ik ben eigenaar van de 2 certificaten’ ze hadden nl. ieder 2 Certificaten naar de bank gebracht. De Curator zei toen: welke zijn dan precies van jou. De zaak was in dit geval niet te identificeren/niet te individualiseren.
Sureance van betaling (afkoelingsperiode, uitstel v. betaling - om de zaak op orde te krijgen – door de Rechtbank verleent).
Faillissement Bank
Bewindvoerder Curator RB: kunnen in dit geval niet spreken van eigendom, blijft dus bij de curator die mag verkopen. Nummer 1 + 2 moeten achter in de rij aansluiten, aangezien ze een vordering hebben. Casus 1, blz. 76 1. 300 kratten, omdat die aanwijsbaar zijn/identificeerbaar
Rechtsgevolgen en functies eigendom Is eigenaar bezitter, dan zij rechtsgevolgen en functies van bezit van toepassing. - Rechtsgevolgen eigen aan goederenrechtelijke rechten Absolute werking Droit de Suite Droit de Priorité Droit de Preference - Functies van bezit (zie college 2) Materiële functie
9
Actiefunctie Bewijsfunctie/processuele Goederenrechtelijke functie Aansprakelijkheidsfunctie
Kenmerken/rechtsgevolgen goederenrechtelijke rechten - Absolute werking: werken t/o een ieder (vs. relatieve rechten = werken t/o bepaalde perso(o)n(en)) - Droit de Suite volgt de zaak Zakelijk gerechtigde kan zaak revindiceren = zaaksgevolg Beperkt gerechtigde behoudt recht igv overdracht moederrecht = derdenwerking
Aantekening Revindiceren = terughalen Bijvoorbeeld: Huis Kopen = eigendom
Bank 200.000 Rente + aflossing
Anouk Recht van Hypotheek Bank leent 200.000 aan Anouk, zodat zij het huis kan kopen. Dit is het recht van Hypotheek het is een zekerheidsrecht – beperkt recht. Het is een beperkt recht omdat je niet zomaar het huis kan verkopen, zonder toestemming van de bank. Stel, verkoop van het huis, dan behoudt de beperkt gerechtigde het recht, in dit geval totdat de hypotheek is afbetaald.
Kenmerken/rechtsgevolgen goederenrechtelijke rechten - Droit de Priorité Ouder recht gaat voor jonger recht. Bijv. neemt in bovenstaand geval een 2e hypotheek en je gaat dat failliet, dan krijgt de bank als eerst het geld, dan pas Anouk. - Droit de Preference Goederenrechtelijk recht gaat voor een persoonlijk recht (igv botsing tussen beide) vb Boukje
koop Auto
Rachel
Rachel levert onder eigendomsvoorbehoud. Boukje raakt in staat van faillissement, nog voor ze betaald heeft. Curator zegt: ik ga verkopen. Rachel: nee, verkocht onder eigendomsvoorbehoud, dus eigendom nog van Rachel (slechts een deel geven aan curator)
10
Had Rachel niet verkocht onder eigendomsvoorbehoud, dan had de curator de auto gekregen. Rachel had in dat geval achter in de rij moeten sluiten en de vordering moeten indien bij de curator. Een vb. van een persoonlijk recht is een vorderingsrecht Rechtsgevolg en functies eigendom - Meest omvattende gebruiksrecht (5:1) (Behoudens beperkingen) NB: Wat is gebruik? Heel erg ruim, er mee doen wat je wilt - Generatievermogen (zie reikwijdte eigendom) Mag ook verhuren, inkomsten ermee genereren e.d. - Uitsluitend beschikkingsbevoegd NB: Wat is beschikken (3:81, 83) -
Vervreemden Overdracht Bezwaren (met beperkt recht)
- Revindicatie en andere rechtsvorderingen (5:2, 6:162 e.a.) (zie mede hiervoor) Revindicatie = goed ophalen Andere rechtsvorderingen= Voorbeeld Anouk
Kiki Verkoop paard € 8.000,-
NB: Anouk heeft onder eigendomsvoorbehoud geleverd Kiki betaalt niet, Kiki zegt ik betaal niet omdat het paard iets heeft, Kiki wilt ook niet ontbinden. Anouk heeft een vordering op Kiki en wilt tegen haar procederen. Anouk kan in dat geval beslag leggen op het paard (= een middel om ervoor te zorgen, dat als je naar bijv. 3 jaar bent uitgeprocedeerd er alsnog iets te halen valt). Beperkingen eigendom - Privaatrechtelijke beperkingen; - Niet onrechtmatig handelen i.h.b. Misbruik van bevoegdheid (3:13, 5:54) JP Grensoverschrijdende Garage Hinder JP Vermeulen/Lekkerkerker, Aalscholver
11
- ‘Vrijwillige’ privaatrechtelijk beperkingen Beperkte rechten (3:8) Persoonlijke rechten tbv derden (bijv. verhuren van huis) Beperkingen eigendom - Publiekrechtelijk beperkingen (3:14) Vb. huis ergens neerzetten, dan heb je wel een vergunning nodig. - Overig….. Faillissement, dan heb je niks meer te zeggen over je eigendom Herhaling beperkte rechten (3:8) – Zie aant. Schrift voor aanvulling - Goederenrechtelijk gebruiks-en genotsrechten: Vruchtgebruik Gebruik en bewoning Erfdienstbaarheid (vb. recht van overpad – heersend erf en dienend erf) Erfpacht Opstal (vb. huis bouwen op grond van ander) - Goederenrechtelijke zekerheidsrechten: Pand-en Hypotheek Casus 1 , blz. 76 en 77 - A was al beantwoord Café
Café
Loods
Plein b. 1. 2. 3. -
Leerstuk: Mandeligheid (krijgt samen het eigendom) Art: 5:60 BW Toepassen: Vereisten: Onroerende zaak: ja Eigenaars van 2 of meer erven: ja Gemeenschappelijk nut: ja In dat geval een notariële akte opstellen en inschrijving daarvan in de openbare registers. 4. Conclusie: Ja, mandeligheid c. Café
Café
Beekmans
Plein 1. 2. 3. 4.
Leerstuk: Hinder Wet: art 5:37 BW Toepassen: Vereisten: Onrechtmatigheid op grond van 6:162 BW, Zie uitwerking van dit art. hieronder Rumoer, trillingen, stank Conclusie: Ja er is een mogelijkheid, op grond van hinder art 5:37, als is voldaan aan alle vereisten van art 6:162 BW
12
1. 2. 3. 4.
Leerstuk: Onrechtmatige daad Wet: art 6:162 BW Toepassen: Vereisten Toerekenbaar: ja Schade: waarde van woning gedaald Causaal verband: ja Relativiteit: ja Conclusie: sprake van OD
Zie in bovenstaand geval (OD) ook het arrest: Lekkerkerker - Duur - Mate van hinder - Omstandigheden van het geval Een vergunning vrijwaart niet tegen onrechtmatig handelen d. Maakt geen verschil, zie arrest HR 24 januari 1994, NJ 1992 280/1 (Schade is evt. moeilijk te bewijzen) Casus 2, blz. 77 a. 1. Leerstuk: Erfafscheiding 2. Wet: Art 5:49 BW 3. Toepassen: In dit art. staat aangegeven dat de ieder der eigenaars te allen tijde kan vorderen dat de andere eigenaar ertoe meewerkt. 4. Conclusie: Nee, mag niet zonder toestemming. In het art. staat vorderen (afdwingen), maar je mag geen eigen rechter spelen. b. 1. 2. 3. 4.
Leerstuk: Mandeligheid Wet: art 5:62 BW Toepassen: Zie vereisten vorige vraag of zie art? (navragen) Conclusie: Van beide
c. Zie arrest Grensoverschrijdende Garage (inbreuk eigendomsrecht van een ander, dan vorderingsrecht van afbraak)
Echter, gaat het om een klein stukje dan geen vorderingsrecht van afbraak, mag geen misbruik maken van je bevoegdheid. Ligt aan het geval (HR).
Hoe meer over de grens, hoe groter de kans dat je moet afbreken.
13
d. 1. 2. 3. 4.
Leerstuk: Revindiceren/Revindicatie Wet: art 5:2 BW Toepassen: Te allen tijde, zie art. Conclusie: Doormiddel van revindicatie, art 5:2 BW
College 4,week 2, les 2 Wijzen verkrijging eigendom Overige toebehoren
er ontstaat nieuw recht bij bij de verkrijger
-
Originair Derivatief Alleen verkrijgen van zaken Verkrijging recht dat daarvoor aan een ander toebehoorde (dus incl. evt. beperkte rechten)
Verjaring Bevrijdende 20 jaar Verkrijgende Occupatie Schatvinding Natrekking Vermenging Zaaksvorming Vruchttrekking
Zaaksvorming Arrest: Breda – Antonius Breda
Antonius
Leverancier staal
Maker
Hij zou risico lopen v. verkoop
Failliet
Breda geeft opdracht aan Antonius. A gaat failliet. B is dan eigenaar op grond van zaaksvorming. Omdat, hij het risico liep van de verkoop. Doen vormen van iets (opdracht) speelt met name een rol: - Wie loop het risico bij de verkoop - Wie heeft geleverd Vereisten (bij zaaksvorming) - Industriële fabricage (opdracht tot) - Meeste risico - Wie had invloed op de definitieve vorm van het product
14
- Beslissende invloed op wijze van productie Casus 1, college 4, blz. 89 Tas, fiets, sleutels K
Dief
a. 1. 2. 3. 4.
Leerstuk: Bevrijdende Verjaring (actierecht ten einde) Wet: art 3:105 lid 1 3:306 Toepassen: Goeder trouw is geen eis, is dit geval is de dief niet ter goeder trouw. Conclusie: K heeft 20 jaar de tijd, om de fiets terug te vorderen. De dief is na 20 jaar eigenaar.
b. 1. Leerstuk: Vinderschap 2. Wet: art 5:5 lid 1 3. Toepassen: Criteria 1. Wat moet ze doen? Moet sprake zijn van een onbeheerde roerende zaak, daar is in dit geval sprake van. Het volgende moet ze doen: aangifte, mededeling en bewaring. 2. Wanneer wordt ze eigenaar? Na 1 jaar 4. Conclusie: zie bovenstaande c. 1. Leerstuk: Occupatie 2. Wet: 5:4 juncto 3:13 BW 3. Toepassen: Criteria: 1. Prijsgeven: mag je erop vertrouwen dat iemand dat prijsgeeft? Nee, dan sprake vinderschap. Dit in het geval van een handtas, portemonnee en dergelijke. 4. Conclusie: zie bovenstaande d. Dief David
Evelien Te goeder trouw, verkrijgende verjaring. Art 3:99 lid 1 BW Na 3 jaar
e. Zie hiervoor art 3:118 lid 2 BW. Tenzij dit al voor de verjaardag wist, dan na 20 jaar (Bevrijdende verjaring) f. Zie hiervoor art 3:86 BW 3 jaar g. 1. Leerstuk: Natrekking 2. Wet: art 3:4 juncto 5:14 BW 3. Toepassen: Hoofdzaak-bestanddeel 15
4. Conclusie: Eveline h. Juist (lees stelling). Casus 2, blz. 90 Philippe (F)
Jan
Beeld
Brond=s
a. 1. 2. 3. 4.
Leerstuk: Zaaksvorming Wet: 5:16 BW Toepassen: Arrest Breda-Antonius Waarde door de vorming bepaald Arbeid wegen tegen materiaal Conclusie: Philippe is eigenaar (F)
b. Nee, Philippe blijft dan eigenaar (F) c. Ovk Philippe (vormer)
Jan (opdrachtgever)
V (leverancier v. brons)
Brons Beeld
Productie
Ev Brons
Vorm + Risico
1. 2. 3. 4.
Leerstuk: Zaaksvorming Wet: 5:16 BW Toepassen: Financiele risico + Vorm bij Jan Conclusie: Jan is eigenaar
1. 2. 3. 4.
Leerstuk: Vermenging Wet: art 5:15 BW Toepassen: het is niet meer individualiseerbaar Conclusie: gedeeld eigendom, wordt waarschijnlijk naar evenredigheid verdeeld
d.
e. Nee, ook naar evenredigheid verdeeld (let op! Kwaliteit)
16
College 5 Goederenrecht (week 3, les 1) Originaire wijze van verkrijging
-
Verjaring Schatvinding Vinderschap Zaaksvorming Natrekking
Derivatieve wijze van verkrijging
Overdracht art 3:84 BW
College 5, Casus 1, blz. 103 en blz. 104 Vennex NV (Eindhoven)
eenmalige uitkering ivm pensioen
Videler (WN) - 500 aandelen op naam -500 aandelen aan toonder
Vruchtgebruik Overdracht Elles Verschil overdracht en vruchtgebruik: bij overdracht komt het in het vermogen van Elles en bij vruchtgebruik komt de winst in het vermogen van Elles a. 1. Leerstuk: Overdracht 2. Wet: art 3:84 BW 3. Toepassen: - Voldoende bepaalbaar? Ja - Titel: ja, schenking / koopovereenkomst - BB: ja, is rechthebbende van de vordering - Levering: 3:93 Toonder Bezitsverschaffing + 3:94 Op naam Akte + mededeling 4. Conclusie: Ja, kan overdragen b. art 3:83 lid 2 BW. Contractuele uitsluiting van overdracht is mogelijk.
17
c. Vruchtgebruik (beperkt recht) zelfde manier namelijk: Art 3:98 (schakelbepaling) juncto 3:84 (levering: 3:90 /3:114/115) d. Boek 7 / 633. Stel wel overdraagbaar uitkering kwalificeren als vordering op naam (3:94). e. 1. 2. 3. 4. 5. 6.
Roerende zaken, bezitsverschaffing art 3:90 BW Onroerend, art 3:89 BW Beperkt recht art. 3:98 BW 3:89 BW Bezitsverschaffing art 3:90 BW Art 3:94 BW Bezitsverschaffing art 3:90 BW
f. Niet voldoende bepaalbaar
g. Vennex NV (Eindhoven)
Videler
Laptop
Elles
1. 2. 3. 4.
Leerstuk: Overdracht Art: 3:84 BW Toepassen: Titel: Schenking/koop BB: nee hij is houder Levering Conclusie: Niet mogelijk
h. 11 November akte van cessie Overdracht vordering 15 november mededeling De vorderingen van Vennex op A,B,C e.d. Zijn naar het vermogen gegaan van Ploeg.
18
In de tussentijd betaald door de schuldenaar. Betreft vordering op naam: Art 3:84 BW - Titel - BB - Levering zie art 3:94 lid 3!!! Antwoord: Ja, ploeg moet dan maar zorgen dat ze het geld van Vennex krijgen i. Nee, maakt niet uit. j. Gestolen mercedes-arrest, overdracht van iets dat je niet onder je hebt, kan alleen via een akte. k. Door een akte! Casus 2, blz. 105 a. Ja tussen A en B overeenkomst 1 en tussen B en C overeenkomst 2 15 mei levering A
Levering B
Betaling
C Betaling
Art 3:84 BW B CP art 3:90 juncto 3:115 - Titel: ja.koopovk Tweezijdige verklaring - BB: ja, eigenaar - Levering: bezitsverschaffing Art 3:90/3:114/115 b. Titel valt weg in overeenkomst 1 en in overeenkomst 2 wordt B BOB. Maar ontbinding heeft geen terugwerkende kracht, alleen vernietiging. Revindicatie komt niet aan Agnes toe (kan alleen de eigenaar). (Ontstaan wel ongedaanmakingsverplichtingen/verbintenissen) c. Ja/ wel, zie art 7:39
College 6 (week 3, les 2) Art 3:84 - Titel - BB - Levering - Bepaalbaarheid - Overdraagbaarheid
19
Art 3:86 – Art 3:88 BW Voorbeeld Derdenbescherming art 3:86 lid 2 : Verkoop auto zonder te vertellen dat er een pandrecht vd bank op rust
Anouk Auto
Aleksander
Bank op Auto Pandrecht Aleksander is te goeder trouw en betaalt
Art 3:86 lid 2 (beroep hierop door Aleksander) op grond van art 3:86 lid 1 (goeder trouw + redelijke prijs) verkrijgt in dat geval het onbezwaarde eigendom (lees Syllabus).
Zie voorbeeld blz. 114 Syllabus A zweefvliegtuig
B
Ten behoeve van c een vruchtgebruik C - Beroep op 3:86 lid 2 (via art 3:86 lid 1) - Ingeval diefstal revindiceren (art 3:86 lid 3) A Voorbeeld (schakelbepaling 3:96 en 3:98 BW): A Stuk Grond F op A recht Van hypotheek Geldlening €100.000
F 3:98 BW (Schakelbepaling)
Art 3:84 BW - Titel
20
- BB - Levering: inschrijving + akte (Zo vestig je het recht van hypotheek op een stuk grond) Stel dat niet A de eigenaar maar de zus van A eigenaar is van het stuk grond - BOB art 3:88 BW Stel dat het een pandrecht betrof op machines, dan ingeval BOB 3:86 BW Casus 1, blz. 116 Vennex
Ploeg Logitics
t. g. tr. Dan evt. 3:86 BW 20 Transportwagens (3 onder EV) 3:84 BW - Titel - BB: Neen, voor de 3 beperkt BB - Levering 15 vorderingen op klanten Vennex (Stil pandrecht) a. -
Art 3:84 BW Titel BB Beperkt BB Levering Overdracht is in beginsel niet rechtsgeldig tot stand gekomen (Basisregel). Vordering in beginsel niet overgedragen.
b. Geen goederenrechtelijke overdracht (op het moment dat betaald wordt wel BB)
Casus 2, blz. 117
Jeroen / CD, red. prijs
Diefstal V.d Donk
Markus
Smets (winkel)
Emiel /tv (voor een prikkie) Wetenschap van diefstal Eerst kijken naar de verhouding Markus – Smets! a. 1. Leerstuk: Overdracht 2. Wet: art 3:84 BW 3. Toepassen: - Titel: ja - BB: BOB - Levering: ja
21
4. Conclusie : verder met art 3:86 BW
Art 3:86 lid 1 = hij is niet ter goeder trouw art 3:86 lid 3 = V. d Donk blijft eigenaar Dus Smets kan niet de overdracht realiseren (BOB) b. art 3:86 lid 1, Jeroen is te goeder trouw (art 3:86 lid 1). Uitzondering lid 3 (winkel), dus Jeroen wel eigenaar. Voor Emiel houdt 3:86 lid 1 al op (omdat hij niet ter goeder trouw is) geen beroep op derdenbescherming. c. Kan Emiel overdragen aan Bloem? Emiel is geen eigenaar dus BOB. Art 3:84 BW: - Titel: ja - BB: Neen - Levering: ja d. Dan evt. art 3:86 lid 1 (Ter goeder trouw) Art 3:86 lid 3 (verkregen door diefstal). V.d Donk blijft eigenaar! e. Nee f. Ja g. Ja, art 3:86 lid 3 (komt V.d Donk alleen toe). Mits de tv ook feitelijk in de macht is van Bloem. Lees de artikelen! h. blz. 118 Stelling is onjuist (alleen als een houder CP levert, dan is dit naast BOB ook een ongeldige levering/gebrek in de levering) Casus 3, blz. 118 a. A
B
S
Diefstal t.gr.tr Basis: 20 jaar (art 3:306 BW) Ingeval diefstal : art 3:86 lid 1 (t.gr.tr/prijs) en art 3:86 lid 3 = 3 jaar (geen recht op derdenbescherming indien iemand niet ter goeder trouw is!) b.20 jaar, omdat in casu sprake is van schenking! Komt dus geen beroep toe op derdenbescherming c.Basis: 20 jaar (geen redelijke prijs, omstandigheden dus geen beroep op art 3:86 lid 3) 22
d.Geen beroep op derdenbescherming, want ook de titel vervalt (BOB en titel vervalt)! Casus 4, blz. 118 erfopvolging V
60 toonderbewijzen K
B
Vruchtgebruik R
a. 3:98 BW
Art 3:84 BW - Geldige titel: ja, koopovk - BB: ja, vader BB - Levering: 3:93, via bezitsverschaffing (of in de macht brengen of via ake) b. Art 3:84 BW - Titel: ja - BB: Beperkt BB - Levering ja Conclusie: geen rechthebbende c.Nee, 3:86 lid 1 (ter goeder trouw)
3:86 lid 2 (beperkt recht): ja rechthebbende geworden aandelen/toonderbewijzen
Door de werking van lid 2, (onbezwaard) rechthebbende geworden d. Je moet de toonderbewijzen onder je hebben op het moment dat men het vruchtgebruik wilt inroepen. Op het moment dat toonderbewijzen verkocht worden dan is dat niet meer mogelijk. College 7 Week 4,les 1
23
Voorbeeld art 3:88 BW A heeft het huis voor een veel te lage prijs aan B verkocht. B verkoopt het vervolgens aan C. Op grond van misbruik van omstandigheden wordt de overeenkomst vernietigd, dan vervalt bij A de titel en bij B de Beschikkingsbevoegdheid. Zie uitwerking HUIS A
B
Art 3:84 BW - Titel: ja, koopovk, leverings - BB: ja - Levering: via akte+inschrijving
C
art 3:84 BW - Titel: ja, koopovk - BB: Ja - Levering: idem
Art 3:88 lid 1, zie de vereisten op sheet 5, blz. 3 Voorbeeld: (bij 3:88 geen bescherming tegen beperkt recht op ‘3:88 goed’, dus tegen beperkte bob van vervreemder) Dat in tegenstelling tot 3:86 lid 2 BW 3e beschermd bep. Goederen
bijv. Pand
Roerende zaken
Art 3:88 BW Beschermd de derde niet tegen beperkte BOB (Beperkte onbevoegdheid) Vb. vruchtgebruik Levering zelfde als waarom het rust (bijv. inschrijving registers) De ter goeder trouw is hier ander, omdat als het ingeschreven staat in de registers, alles te checken is. Je bent dus niet afhankelijk van de wederpartij.
Tenzij registers onvolledige of onjuiste informatie bevatten, dan art 3:24, 25, 26
24
Voorbeeld tijdstip inschrijving A
Verkoop huis
B
Schuldeiser C (Beslag op B) Als het wel is verkocht, maar niet ingeschreven Voorbeeld Rangorde inschrijving A Hypotheek
recht van tweede hypotheek
Bank 200.000
C 50.000 225.000
25.000
De bank gaat voor!!!
25
3:24, blz. 124 Syllabus (uitwerking van het voorbeeld) Huis A B 1 mei
Art. 3:84 BW - Titel: ja - BB: ja - Levering: ja
30 aug. C
Art 3:84 BW - Titel: ja - BB: ja - Levering: ja
1 juli valt de titel weg
BOB
Ingeschreven In de registers?
Van belang voor de beantwoording van
Beroep op 3:88 lid 1 -Registergoed -Ter goeder trouw (zie art 3:24,25 en 26) -Bob gevolg van eerder titel of leveringsgebrek: ja
Vernietiging ingeschreven? Dan niet beschermd, immers niet ter goeder trouw, zie blz. 124 Syllabus Casus 1, blz. 125 a. Registergoed Vernietiging ovk 27 aug. ’07 (vonnis)
M
S Vk januari ‘06
Art 3:84 BW - Titel - BB - Levering
Y v: medio dec’06 / L: 30 dec’06
art 3:84 BW - Titel - BB - Levering
Art 3:88 BW - Registergoed - Verkrijger ter goeder trouw: ja (tenzij de vernietiging was ingeschreven ten tijde van sluiten overeenkomst )
26
- BOB voortvloeiende uit eerdere titel of leveringsgebrek: ja Conclusie: Y wordt beschermd en mag zich op 27augustus’07 als eigenaar beschouwen b. Y
K
Art 3:84 BW Titel: ja BB: ja Levering: ja, notariële akte + inschrijving
-
K art 3:88 BW Voldaan aan eisen lid 1 Ook de BOB is het gevolg van titel of leveringsgebrek bij een eerder overdracht Conclusie: K mag zich op 27 aug. eigenaar noemen c. maakt niet uit, Kroes is ter goeder trouw, wordt gewoon beschermd (BOB op grond van titelgebrek in eerdere overdracht). d. Niet ter goeder trouw, niet meer beschermd op grond van art 3:88 BW (Yilmaz)
Casus 2, blz. 126 a. 22 feb MKB
Snaar Holding Art 3:84 BW Titel BB Levering
22 feb Snaar BV
art 3:84 BW Titel: ja BB: ja Levering: akte+ mededeling
Pianohandel 1 2 3 vorderingen – openbare cessie
28 feb Snaar failliet 15 mrt vern. koopovk
Curator vernietigt koopovereenkomst. Titel valt weg
Art 3:88 BW (lid 1) - Registergoed: ja - T.g.tr: ja - BOB is het gevolg van titel of leveringsgebrek bij een eerder overdracht
27
Antwoord: MKB rechthebbende op de vorderingen b. - dan vervalt de BB (tussen snaar/Holding BV). Blijft in de andere overdracht BOB – geen beroep op 3:88 (BOB is dan niet het gevolg van titel of leveringsgebrek bij een eerdere overdracht) antwoord: de curator. Op tentamen alle vereisten uitwerken! c. Ja, want als er openbaar gecedeerd is wordt de goeder trouw minder snel aangenomen (staat in alle registers). Stille cessie, hierbij wordt de goeder trouw sneller aangenomen. Casus 3, blz. 126 en 127 a. neen, geen garantie dat inschrijving juist is (negatief stelsel) b. Ja, om vruchtgebruik te vestigen gaat op dezelfde wijze waarop het is gevestigd. Anders waren de andere beperkte rechten ook ingeschreven. c. Bouwvast kan zich beroepen op derdenbescherming d. niet ter goeder trouw
College 8 Week 4, les 2 (definitie) Overdracht onder voorwaarde = een onzekere toekomstige gebeurtenis voor pp. Maar ook objectief bepaalbaar
overdracht tot stand komt op het moment dat de voorwaarde wordt vervuld!
Blz. 132/133 Syllabus Opschortende A B Antieke kast + onder opschortende voorwaarde Dat taxatie ten minste 10.000,-
Ontbindende vw A B antieke kast 10.000,onder de ontbindende Voorwaarde dat de kast Niet minder dan 10.000 Waard is.
28
Casus 1, blz. 141
27 april failliet
3 mei levering
Renova
2 maart
Anders
Beckers
2 febr. 2 stieren 15 april SR
Flechvieh 10 mei Flechvieh Feitelijke aflevering
Crom a. 1. Leerstuk: Dubbele levering bij voorbaat 2. Wet: art 3: 97 (i.c. 3:86 BW) 3. Toepassen: op het moment dat de vervreemder BB wordt (3 mei), op dat moment gaat de eerdere levering voor een latere (in beginsel) droit de priorité. Lid 2 – uitzondering: dubbele levering bij voorbaat roerende zaken, latere verkrijger ter goeder trouw gaat voor als de zaak in zijn macht is gekomen. 4. Conclusie: op 10 mei – De Crom b. voor de levering failliet verklaard en anders niet BB dan eigenaar de curator! c. Renova
Anders 2 vaarsen Op 10 mei 1750,- p.st./€3.500
Beding: levering op 15 mei Zal plaatsvinden en betaling 31 mei
Onder EV (Dus tussen 15 en 31 mei Renova nog eigenaar)
(levering strekkende tot) overdracht voor bepaalde tijd (mag niet voor bepaalde tijd overdragen). Overdracht vindt dan niet plaats. Art 3:85 lid 1 van rechtswege vruchtgebruik gevestigd (in die korte periode). Anders heeft tot 31 mei het vruchtgebruik gekregen, daarna kan het goed worden overgedragen. d. verkocht op 31 mei aan de broer. Nee, slechts vruchtgebruik, maar nog geen eigenaar geworden. Niet voldaan aan voorwaarde niet BB, er komt in beginsel geen geldige overdracht tot stand.
29
e. Nee, geen bezitter van de Vaars, niet geldig CP leveren. f. nee, op dezelfde wijze als de overdracht (3:84), dus niet BB g. Kan niet, EV is gevestigd op de Vaarsen, geen EV op Scandinavisch Rood. Dus de Vaarsen al wel betaald
Casus 2, blz. 143 Failliet
V. Berkel
Stoof NV Huurovereenkomst voor onbepaalde
Half jaar pand Pius
tijd van 7 panden
Akte +mededeling Krediet XL
a. Cessie van toekomstige vorderingen. Akte + mededeling aan schuldenaar art 3:94 lid 1 BW. b. niet meer bevoegd aan Krediet XL over te dragen (BOB). De curator de rechthebbende op de vordering. c. Kan wel: Timesharing. d. beide beperkt BB. - Komt er een krediet dan naar ivestmentnet (eigenaar) - Komt er geen krediet, dan blijft Van Berkel eigenaar e. recht van de verkrijger eindigt. f. kan alleen op enkel toekomstige vorderingen. Dubbele overdragen kan wel pandrecht vestigen niet. (dubbel = te onzeker).
30
College 9 Week 5, les 1 Vruchtgebruik Art 3:201 BW = het recht om goederen die aan een ander toe behoren te gebruiken + de vruchten te genieten Bijzondere vorm
Gebruik en bewoning Niet vervreemden of bezwaren. Persoonlijk karakter. Art 3:226 BW Erfdienstbaarheid A
B
Dienende erf Opstal Eigenaar opstal (eigenaar grond niet de eigenaar van de opstal het doorkruist de regel: eigenaar hoofdaak is eigenaar van alle bestanddelen!) Afhankelijk recht Kun je niet afzonderlijk overdragen: bijv. gebruik en bewoning (art 3:226) nazoeken Stel je wilt een pand vestigen op erfdienstbaarheid, erfdienstbaarheid kun je niet overdragen en dus kun je er geen pand op vestigen. Werk je dit uit op het tentamen, dan altijd kijken naar het artikel van pan (art 6:227 en 228) en naar het art van erfdienstbaarheid. Uitgangspunt: is het overdraagbaar, dan kun je pand of hypotheek erop vestigen, niet overdraagbaar dan niet toegestaan.
Voorbeeld (vermenging) W
O
Land in vruchtgebruik O gaat dood, W is (enig) erfgenaam. W wordt in dat geval eigenaar en dus vervalt het vruchtgebruik.
31
Voorbeeld (tekort schieten) 3:98 juncto 3:84 (ovk-levering) Titel
Recht van Erfpacht
U
A
U Heeft op A (stuk grond) recht van erfpacht. In dat geval moet U canon betalen. Stel U betaalt niet. De canon vloeit voort uit het recht van erfpacht zelf en niet uit de titel voor de vestiging (=de overeenkomst) In dat geval kan alleen een vordering op grond van OD. Geen vordering mogelijk op grond van wanprestatie. Casus 1, blz. 154/155 Bakker BV
X Janssen X
a. 1. Leerstuk: Opstal 2. Wet: art 5:101 3. Toepassen: eisen Op of boven onroerende zaak van een ander gebouw, werken of beplantingen in eigendom te hebben: de schoorsteen staat op een ander gebouw. Aan art 5:101 is voldaan. 4. Conclusie: recht van opstal kan worden gevestigd. Dan wordt Bakker eigenaar van de schoorsteen, netrekking wordt in dit geval doorbroken (dit altijd erbij noemen evt. met artikel) b. 1. Leerstuk: Erfdienstbaarheid 2. Wet: art 5:70 3. Toepassen: eisen Twee onroerende zaken (heersend en dienend erf). Staat nergens in de wet dat het aan 2 verschillende eigenaren(mensen) moet toebehoren. 4. Conclusie: Recht van overpad is mogelijk
32
c. 1. Leerstuk: Vestigen hypotheek op opstalrecht 2. Wet: art 3:227 (228) / art 5:101 (afhankelijk/zelfstandig) 3. Toepassen: eisen Opstalrecht kan afhankelijk of zelfstandig zijn. Is het zelfstandig dan kun je het bezwaren met een hypotheekrecht. Het betreft hier een zelfstandig recht. 4. Conclusie: Kan er een hypotheek op vestigen
Casus 2 J M
G
Recht van gebrui k en bewo ning
J
10 jaar K
a. 1. 2. 3. 4.
Leerstuk: Recht van gebruik en bewoning Art: 3:226 Toepassen: Gerdine wordt eigenaar van alles (huis/perceel) Conclusie: het is mogelijk
b. Vruchtgebruik c. Niet mogelijk. Art 3:226 lid 4 (3:201 ev) d. Gerdine (is eigenaar). Art 3:226 e. Ja, want zij de vruchten plukt + overdraagbaar f. Geen goederenrechtelijke bepaling hiervoor. Maar er is een bijzondere regeling: die van de kwalitatieve verplichting. - Ovk vast te leggen (notarieel) + inschrijven registers Aan een verbintenis goederenrechtelijk effect geven, art6:252 dulden of niet doen 33
(Syllabus vanaf blz. 151). - Kwalitatieve verplichting tot stand laten komen door passief handelen - In dit geval is sprake van actief handelen, in dat geval alleen nog mogelijk: kettingbeding Voorbeeld A
B
C
Overeenkomst A-B - Openzetten - Vergoeding 1. Openzetten kraan +vergoeding 2. Een tweede overeenkomst bij verkoop hetzelfde bedingen! En als B dat niet doet, boete betalen. g. Dit is een verbintenisrechtelijke afspraak, geen goederenrechtelijke werking (levert slechts wp op). h. art 5:91 wel goederenrechtelijk effect (als je dan toch overdraagt – BOB 3:84) i. De canon vloeit voort uit het recht zelf. Dus Dennis aanspreken (opg OD- Géén wp)
College 10 Week 5, les 2 Vestiging hypotheek/pand art 3:98 art 3:84 - Titel - BB – evt 3e bescherming - Levering: bijzondere bepaling (anders dan we kennen, bijz. regeling) Hypotheek op toekomstige registergoederen kan niet!
Parate executie: Schuldenaar in verzuim, dan kun je (bijv. in het geval van een hypotheek) het huis verkopen (zonder daar eerst over te procederen ed). Separatisme: Recht uitoefenen ook al is er sprake van een faillissement (separatist) Voorrang bij verhaal: Pand-hypotheek gaan voor andere vorderingen (preferent) Substitutie: Blijft overeind bij substitutie (zaaksvervanging) Ondeelbaarheid: Recht drukt op het gehele goed (bijv. op de complete woning) Strekt mede tot verhaal rente/kosten: Ook die meenemen
34
Executoriale titel: Hoor je in een procedure (vonnis.)Of je bijv. het huis mag verkopen. Niet nodig in geval van pand/hypotheek en je hoeft ook niet eerst beslag te leggen. Verschil vuistpand en stil pandrecht Vuistpand: in de macht van degenen die het pandrecht vestigt Stil pand: (nog) niet in de macht van de andere partij
Stel pand op inventaris (stil is meer voor de hand liggend) Art 3:98 BW Art 3:84 BW Voldoende bepaalbaar (ook van belang) - Titel: ja - BB: ja - Levering: art 3:237 BW (gaat dus niet via de normale weg van 3:90 e.v.)
Stel pand vordering op naam (Stil pand) Art 3:98 BW Art 3:84 BW Voldoende bepaalbaar (ook van belang) - Titel - BB - Levering art 3:239 BW
Derdenbescherming bij overdracht roerende zaken 10 Paarden
10 paarden
A
B
C
Stel tussen A en B Valt de titel weg
-
3:84 BW Titel BOB Levering
35
Derdenbescherming art. 3:238 / sheet 10
.
10 paarden A
BOB B
Hier vervalt de titel Titel
Dus ook in deze transactie
Pandrecht gevestigd
C= Bank
Art 3;98 BW Art 3:84 BW - Titel - BB BOB - Levering: bijv. art 3:237 Achteraf paarden nooit in pand mogen geven 3e bescherming 3:238 Ter goeder trouw? Moeilijk te bewijzen, vooral in het geval van stil pandrecht. Op het moment dat de titel vernietigd wordt voordat het in de macht van de bank komt, had moeten weten van de titel vernietiging. Moet ter goeder trouw zijn op het moment dat je het in je macht krijgt/dat het in de macht komt. (hangen af van de omstandigheden van het geval)
Voorbeeld(en)---------------------------------------------------------------------Overdracht goederen 3:84 86
88
Vestiging beperkte rechten op goederen 3:98/3:84 BW - Titel - BB 86 en 88 - Levering Bij pand en hypotheek bijz. leveringseisen Levering op andere wijze Pand (vuist en stil)
Voor genotsrechten Via reguliere regeling (art 3:98 en 3:84 BW) In de regel 3:90 ev
36
Hypotheek 3:260 - Titel - BB Pand 3:238 - Hypotheek 3:98-88 - Levering
Blz. 156, de laatste 2 vragen (j en k) j. zekerheidsrecht (als het een zelfstandig opstalrecht betreft) hypotheekrecht kun je er dan op vestigen (omdat het gaat om grond, daarop is een opstal recht, daarop weer hypotheek recht onroerend). Zo kan de bank zekerheid bieden (bedingen)
hypotheek
hypotheek
erfpacht
opstal
grond
hypotheek
h. bijv. ingeval van opstal art 3:98 BW art 3:84 BW - Titel - BB - Levering 3:89 (want opstal rust op grond) akte+inschrijving vestiging opstal Let op! De hypotheek echter vestig je door art. 3:260 (dit is ook de vraag) Zelfde in geval van erfpacht College 11 Week 6, les 1 Beslag: Beslag wordt veel ingezet (is belangrijk) Geeft beslaglegger behoorlijk wat rechten (kan het goed uitwinnen) Voorrang: (Het uitgangspunt) de schuldenaar staat in met zijn hele vermogen, enkele uitz.
37
woning hypotheek
inboedel pand
auto retentierecht
geven alleen maar recht op een bepaald goed!
Rangorde verhaal igv verhaal door meerdere schuldeisers Voorbeeld: Hypotheek (1) Kosten faill. aanvr. (4) Kosten tot behoud (3) Retentierecht op auto (2) Vordering T-mobile (5)
Casus 1, blz. 182 en 183 B
D € 4.300,€ 400,- Transport kosten
A
a. 1. 2. 3. -
Leerstuk: Retentierecht Wet: Art: 3:290 e.v. BW (art 6:52 BW) Toepassen: eisen Over en weer verbintenissen: levering en betaling Verplichting wederpartij tot afgifte zaak: ja D heeft recht om levering te weigeren zolang betaling niet plaatsvindt 4. Conclusie: Retentierecht kan worden uitgevoerd b. Nee, moet volledig betalen. Pas als vordering volledig wordt betaald. c. (art 3:294 BW, is in casu niet zo) De antiquair wordt in dit geval houder voor D hij raakt de macht niet kwijt, retentierecht blijft in stand.
38
d. 1. Leerstuk: Retentierecht 2. Wet: art 3:290 BW 3. Toepassen: kan niet, A is niet de schuldeiser van D, maar van B. voldoet niet aan criterium van schuldeiser. 4. Conclusie: Mag niet tegenover D beroepen op het retentierecht. A kan afgifte niet weigeren e. 1. Leerstuk: Retentierecht 2. Wet: art 3:290 BW 3. Toepassen: A wordt houder voor B. B is eigenaar geworden. Dan geen beroep op retentierecht. Pas als D aan B aflevert eindigt het retentierecht, art 3:294 BW. 4. Conclusie: D mag de kast ophalen! Omdat hij retentierecht heeft! f. Juist (alleen pand-hypotheek parate executie) Casus 2, blz. 184
Van Trigt
2 bedrijfswagens
Activa Pand Hypotheek
Schuld fiscus €50.000
Berk €4.500
Achterstallig loon €5000 (2 werknemers)
a. Kunnen ze retentierecht inroepen ten opzichte van Van Trigt? Art 3:290 BW dat is mogelijk Gaan ze voor op de bank? Rangorde regeling art 3:291 lid 2 Mogen tegen de bank inroepen (retentierecht) b. Schuldeisers moeten hun vorderingen indienen bij de curator. Behalve pand-hypotheek (verkopen als separatist) recht uitoefenen alsof er geen faillissement is. c. Ook werking tegen de curator (retentierecht) d. -
Fiscus Pand-Hypotheek
1 2 39
-
Werkn. Berk
3 4
40