Lessen en Uitdagingen uit Duurzaam Bodembeheer Utrecht West.
Wim Honkoop • Begeleiding 35 individuele melkveehouders. • Al ruim 3 jaar actief in het opstellen en optimaliseren van Kringloopwijzer resultaten. • Begeleiding Praktijknetwerken en projecten o.a. duurzaam bodembeheer. • Focus op de thema’s bodem en koe. • Zonder innovatie en samenwerking blijft de ontwikkeling van de sector achter.
Kern van het gelopen traject: • 30 veehouders aan de slag in studiegroepen. • Verzamelen en delen kennis en ervaringen. • Met concrete maatregelen aan de slag. • Innovatieraad aan de slag. • Zoektocht naar “belonen naar prestatie” • Inbreng en inzet diverse partijen!
Aan de slag met de kringloop: Een paar vragen aan: Gert Kastelein.
Maatregelenlijst:
Belangrijkste les:
Benutting bedrijf – vee bodem
Voordelen verhogen Bodembenutting: • Voor de Boer: inputs (N en P) zijn aan een maximum gebonden dus door een hogere gewasopbrengst ontstaat een hogere benutting. • Voor waterschap/provincie: Hogere benutting bij gelijke input betekend lagere nutriënten belasting.
Realiseren hogere Bodembenutting: • Toepassen huidige maatregelen bied voor veel veehouders nog perspectief: denk aan: – Bemesten bij de juist bodemtemperatuur. – Bemesten volgens een landbouwkundig bemestingsplan (op basis van mest monster). – Voorkomen verdichting. – Optimaliseren beweiding
Uitdagingen hogere Bodembenutting: • Benutten mineralisatie op veen. • Inschatten mineralisatie op bedrijfseigen percelen. • Vertalen naar gevolgen voor bemestingsplan. • Voorkomen van uitmergeling van fosfaat in de bodem. (inschatting beschikbaarheid)
Realiseren hogere koebenutting: Met toepassen van beschikbare maatregelen valt nog winst te boeken. • Benut de Bex! En maak een prognose zodat u er op kunt sturen. Fosfor is daarin erg belangrijk. • Relatief eiwitarm en structuurrijk voeren met voldoende energie. • Sturen van het ruw eiwit gehalte in het weide en kuilgras. • Ga voor oudere koeien zodat u met minder met minder jongvee toekunt.
Uitdagingen hogere koebenutting: • Sturen op Ureum/Ruw eiwit in de praktijk, vooral bij beweiding. • Extra geoogst fosfaat benutten. • Ammoniakemissie verder beperken.
Gemiddelde cijfers ceelnemers DBB UW N als bodemoverschot (kg N / ha) N als NH3 (kg N / ton melk) P205 als bodemoversch ot (kg P2O5 per ha)
2012
2013
2014
251
257
207
4,95
4,66
4,67
5
15
-17
Gemiddelde cijfers 3 deelnemers in 2014 2014 gem N als bodemoverschot (kg N / ha) N als NH3 (kg N / ton melk) P205 als bodemoversch ot (kg P2O5 per ha)
207 4,67 -17
Uitreiking certificaat
Innovatieraad? Henk Kieft – Secretaris Innovatieraad
Belangen rond de kringloop • • • • • • • • •
Boeren : lagere kosten, ‘beloning’ prestaties, ontwikkelruimte. Collectieven (ANV+): beloning POP3 Waterschap: KRW, betere relatie met boer Natuur&Milieu&Landschap: schonere landbouw Provincie: lucht, water, bodem, economie, biodiv EZ: klimaat, economie LTO: ontwikkelruimte, licence to produce Melkfabriek, voerfabriek: anticiperen op vraag Burgers: toekomstige kosten vermijden
Kansen voor ‘beloning’ kringlooprapport • • • • •
•
• • •
Europa/GLB: melkveehouders kunnen met KL rapport aantonen dat ze werken aan ‘vergroening’ en mogelijk extra premies of gunstiger voorwaarden verdienen. POP3 projecten: kringlopen sluiten hoge prioriteit; collectieven beloond Europa/derogatie: Meer plaatsing dierlijke mest per hectare dan in de rest van Europa. Omdat opbrengsten aantoonbaar hoger liggen en verliezen laag. Landelijk/mestwet: Geen diernormen en kunstmestruimte invullen met dierlijke mest. Provincie/vergunningverlening (PAS, Natura2000): borging totale ammoniak uitstoot via het “voerspoor”. Dus extra (ammoniak)ruimte binnen de vergunning. Waterschappen (KRW): Lagere stikstof- en fosfaatverliezen geven minder uitspoeling naar gronden oppervlaktewater. Korting op de waterschapslasten of premie voor bedrijven met lagere verliezen. RABO (leningen): 0,1% lagere rente voor heldere data en hoge kringloop efficientie Nog beter aantonen: verbinding tussen efficiente kringloop en biodiversiteit Nog beter koppelen: verbinding bodem C (OS en humus) met klimaat
Innovatieraad: Concept Beleidssignalen LTO: besparingen in efficiënte KL; innovaties in EIP Waterschappen: KL-cijfers in WSA; vertalen bodemoverschot bedrijven naar milieueffect gebied; proefpolder Provincies: ontwikkelingsruimte bij N2000; pluspunt aan Operationele Groep EIP; maatschappelijke kosten-baten analyse Natuur&Milieu organisaties: communiceren nut KL voor N&M Ketenpartijen: communiceren kansen KL; belonen via melkprijs Samen (+EZ): innoveren KL en opschalen naar meer boeren; Adviseurs: voorlichting KL; studiegroepen; prikkelen tot innovatie; begeleiden EIP projecten
Vervolgtrajecten: • Proefpolder met waterschap om effecten van kringloopaanpak op oppervlaktewater te meten (voor veenweide gebieden) • Proeftuin Veenweide (voor innovaties met lagere N en hogere efficientie) met LTO, EZ, provincies • Project kansen binnen kringloopdoelen POP3 • Gemeenten: projecten ‘biobased’ regionale kringlopen sluiten • Doorgaan met kringloopcijfers + studiegroepen ter verdieping
Einde: op naar het Debat
Stelling I
Financiële beloning voor de Kringloopwijzer (door provincie, waterschap, zuivel enz) is niet nodig: boeren kunnen zelf genoeg kosten besparen met de kringloop aanpak.
Stelling II
Hoge kringloopefficiëntie moet met maatschappelijke beloning worden aangevuld: want ze zorgt dat tegelijk maatschappelijke doelen worden gehaald (klimaat, biodiversiteit en waterkwaliteit) en maatschappelijke kosten worden voorkomen.
Eet Smakelijk!