Lesbrief voor leerlingen: hoe ontwerp je een omslag voor een boek
KIEZEN Een goed begin is het kiezen van het juiste boek. Er zijn zo veel mooie verhalen waardoor het soms lastig is om een goede keuze te maken die bij jou past. Denk goed na over wat voor verhalen jij boeiend vindt om te lezen en welke verhalen bij jou in het verleden zijn blijven hangen. Zijn dat romantische boeken of spannende, grappige, fantasierijke of griezelige verhalen? Heb je misschien een favoriete schrijver? Om je op weg te helpen lees je eerst het Jonge Jurymagazine. Hierin staan ieder editie andere thema’s centraal, om jou erbij te helpen erachter te komen welke verhalen het best bij je passen. Op www.jongejury.nl vind je vervolgens de groslijst van de Jonge Jury: alle boeken die voor deze editie gelezen mogen worden op een rij. Handig ingedeeld naar genre, moeilijkheidsgraad en auteur. LEZEN Je hebt je boek gevonden en gaat beginnen met lezen. Omdat je een boekomslag gaat ontwerpen voor het verhaal is het goed om tijdens het lezen ideeën op te schrijven of alvast te tekenen. Maak korte kanttekeningen van de belangrijkste gebeurtenissen per hoofdstuk. Zo blijft het verhaal fris in je hoofd nadat je alles hebt gelezen. Hier zijn een paar dingen waar je rekenen mee kan houden tijdens het lezen: - Hoofdpersonages en hun kenmerken (uiterlijk, voorwerpen, kleding enz) - Setting: waar en wanneer speelt het verhaal zich af? - Sfeer: is het verhaal spannend, romantisch, zielig? - Wat vind jij de belangrijkste gebeurtenis? Probeer ook tijdens het lezen beelden te bedenken voor de omslag. Dit kan een bepaalde gebeurtenis zijn in het verhaal of een collage van verschillende situaties. Probeer zo veel mogelijk de sfeer van het boek mee te nemen in je ideeën en denk na hoe je dat het beste kan laten zien. Ook dit is verstandig om op papier vast te leggen. SCHETSEN Verzamel je notities en lees ze nog eens keer goed door. Kies een paar gebeurtenissen die je goed vindt passen bij jouw indruk van het verhaal. Neem ook de titel van het verhaal mee tijdens het schetsen, dit kan jouw idee versterken tijdens het ontwerpen van een boekomslag. Wanneer je met schetsen begint is het altijd goed om eerst een aantal ideeën uit te proberen door snelle schetsjes te maken. Dit hoeven geen mooie uitgewerkte tekeningen te zijn maar door middel van een paar lijnen kan je al zien wat je in je hoofd hebt. Zo kan je een snelle vergelijking maken. Houd ruimte voor de titel belettering. Het is verstandig om dit te verwerken in je schetsen zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Tijdens het schetsen is het handig om veel verschillende composities uit te proberen. Wat komt er op de voorgrond, achtergrond enz? Alles mag dus, maak daar lekker gebruik van. Je eerste schets hoeft niet altijd de
beste te zijn, vaak word je veel creatiever met oplossingen zoeken wanneer je jezelf steeds meer uitdaagt om iets nieuws te verzinnen. Een schetssessie kan je behoorlijk wat ideeën opleveren waardoor een keuze maken lastig kan zijn. Laat daarom de schetsen even liggen en ga er de volgende dag mee verder. Ondertussen kan je nadenken over hoe je de schets gaat uitwerken. Kijk wat er mogelijk is qua technieken en materialen en zoek op internet of er illustratiestijlen zijn die je aanspreken. Zijn dat bijv. tekeningen of illustraties met verf, collages of computerwerk? Wanneer je je schetsen opnieuw gaat bekijken, zie je vanzelf of er één uitspringt die jij goed bij het verhaal vindt passen. Ga daarmee verder als uitgangspunt. Dit hoeft nog lang niet het definitieve eindresultaat te zijn maar het is een begin. Wie weet zijn er details van de andere schetsen die je nog kan gebruiken? Er is nog ruimte genoeg om je ontwerp verder aan te passen of te veranderen. De volgende stap is het verzamelen van foto’s en tekeningen die je kunnen helpen bij het uitwerken van jouw ontwerp. Speelt het verhaal zich bijvoorbeeld in de middeleeuwen af, dan moet je weten wat ze in die tijd droegen en hoe gebouwen er toen uit zagen. Kies je voor een dier op de omslag, dan is het goed om te weten hoe dat beest er precies uitziet. Kijk ook hoe andere illustratoren (wiens stijl jou aanspreekt) hun ideeën op papier hebben gezet. TIP: laat je niet leiden door de bestaande omslag. Je wilt daar geen kopie van maken. Het is veel spannender als je je eigen draai eraan geeft. UITWERKEN Zodra je je schets hebt gekozen ga je die verder uitwerken. Een omslag moet knallen. Het liefst wil je dat jouw ontwerp vergeleken met de rest er goed uitspringt. Dat hoeft niet altijd met heel veel kleur of veel illustraties. Je kan een omslag heel boeiend maken door de sfeer treffend neer te zetten. Je wilt graag in één oogopslag kunnen zien of het bijvoorbeeld een spannend, romantisch of griezelige verhaal is en waar het over gaat. Denk daarom goed na hoe jouw omslag gaat opvallen. Wordt het rustig, druk, zwart/wit, kleurrijk of misschien zelfs abstract? De keuze is aan jou. Pak een paar vellen papier en ga jouw schets wat duidelijker op papier zetten. Je uiteindelijke ontwerp mag best groter zijn dan het boek is. A3-formaat werkt vaak het fijnst. Dit bied je de ruimte je ontwerp beter uit te werken. Bedenk je daarbij maar dat een definitief ontwerp vaak ook groter is. Het origineel wordt voor het boek simpelweg verkleind. In deze fase van het ontwerpen ben je nauwkeuriger met het schetsen. Mensen en dieren krijgen gezichten, achtergronden worden duidelijker en je gaat details toevoegen in de schets. Let nu ook meer op hoe je de illustratie gaat indelen. Denk aan: - Achtergrond – wordt dat een setting (bijvoorbeeld buiten of binnen) of een kleur? - Wie of wat komt groot in beeld en wat wordt kleiner? - Waar komen de letters? - De sfeer- hoe kan ik dat het beste laten zien?
Een omslag hoeft niet persé een illustratie van alleen een gebeurtenis te zijn. Een collage van verschillende situaties kan net zo boeiend zijn. Pas op dat het geen verzameling wordt van losse elementen, verbindt ze aan elkaar zodat het één geheel is. Een hele drukke omslag kan soms verwarrend overkomen. Probeer daarom een mooie balans te vinden tussen de illustratie en de ruimte voor de belettering. Bij het uitwerken geef je vorm aan mensen, dieren en voorwerpen die in het ontwerp te zien zijn. Als je het lastig vindt om dit uit je hoofd te tekenen, kijk dan naar de foto’s en tekeningen die je hebt verzameld om je te helpen bij het tekenen en ontwikkelen van jouw eigen stijl. Mensen met gezichtsuitdrukkingen of bewegende vormen/dieren geven een ontwerp veel meer leven en kunnen je helpen om de sfeer van het verhaal goed neer te zetten. TIP: Blijf origineel. Een illustratie of omslag natekenen is niet jouw eigen stijl dus probeer zoveel mogelijk je eigen manier van tekenen te ontdekken en vast te leggen. Dit maakt jouw ontwerp direct ook unieker. MATERIAAL EN AAN DE SLAG Je uitgewerkte schets is er. Nu de grote stap om het af te maken. Dit is niet altijd even makkelijk. Niet iedereen kan even goed tekenen en vaak denkt men dat dit de basis is van een goede omslag. Er zijn heel veel verschillende stijlen en technieken die een idee prachtig neer kunnen zetten. Stijlen die geen potlood of verf nodig hebben. Denk aan een fotocollage. Het knippen en plakken van foto’s uit tijdschriften, kranten, verpakkingen enz.. Hier kan je alle kanten mee op. Voorkom wel dat je grote lappen foto’s gaat gebruiken om je ontwerp te vullen. Je kan juist met kleine stukjes papier en delen van foto’s verrassende illustraties maken. Je kan natuurlijk ook technieken combineren. Stift, potlood, verf, foto’s, computerbeelden; maak vooral een keuze waarmee je wilt werken. Je docent heeft vast ook tips hoe je een bepaald effect kan realiseren.
1. collage
2. potlood, stift en computer
3. Verf, potlood en computer
KLEUR Kleuren bepalen een groot deel van de sfeer van een omslag. Bedenk welk kleur bij welke sfeer past (wat past er bij winter, of bij spanning? ). Ga een serie boekomslagen bekijken en zie hoe andere tekenaars dit hebben gedaan. Het is verstandig om eerst een paar kleurproefjes te maken zodat je kan zien welke kleuren goed bij elkaar passen. Onderzoek welk materiaal bij jouw stijl past en kijk welke technieken bij jouw ontwerp horen en welke niet. Oefen van te voren met verschillende materialen. Aquarel werkt heel anders dan olieverf en een computertekenprogramma kan ook verrassende uitkomsten bieden. Het is belangrijk dat jij blij bent met het resultaat. TIP!: Vergeet schaduwwerking niet. Dit kan een beeld heel veel diepte geven en een mooie sfeer neerzetten.
BELETTERING Letters hebben een grote invloed op een boekomslag. Ze zijn net zo belangrijk als de illustratie zelf. Ze vormen samen één geheel om een mooie sfeer neer te zetten. Het is best lastig om de juiste letters te vinden die bij jouw ontwerp passen. De meeste illustratoren doen dit ook vaak niet zelf, dit wordt meestal door een grafische vormgever gedaan. Jij mag voor jouw ontwerp wel zelf de letters ontwerpen, dus kijk goed om je heen naar alle verschillende lettertypes (fonts), vormen en stijlen. Het zijn er ontzettend veel. Je kunt ook op internet bij afbeeldingen zoeken naar 'fonts', dan krijg je veel verschillende voorbeelden te zien. Probeer een beeld te krijgen van wat voor letters bij jouw omslag en de sfeer van het boek passen. Ga op dezelfde manier te werk als met je omslag. Dus gewoon weer schetsjes maken, kleuren en vormen kiezen. Denk goed na over de afmetingen en de plek waar ze moeten komen. En bedenk: De tekst moet in één oogopslag te lezen zijn! Werk de letters zorgvuldig uit met het materiaal dat past bij je tekening. Als je op de computer werkt kun je ook met de lettertypes werken die in het programma staan of kijk op www.dafont.com voor gratis fonts. Probeer gewoon zoveel mogelijk lettertypes uit om erachter te komen welke het beste bij jouw omslag past.
Veel plezier en succes, Kristel steenbergen Kristel Steenbergen Illustrations (www.kristelsteenbergen.nl)