LES 4
2
LES 4: Geweldloos communiceren via theater
Deze les biedt impulsen om met je leerlingen enkele theateroefeningen uit te proberen. De leerlingen ervaren zo aan den lijve ‘de kracht van theater’. Deze doe-‐gerichte les duurt 1 à 2 lesuren, afhankelijk van het aantal oefeningen en of je ook met de reflectievragen als uitbreiding aan de slag gaat. Deze les is de praktijkgerichte variant van de theoretischere les ‘vreedzaam activisme in Palestina en Israël’ . Ze vormt een goede inleiding voor scholen die tijdens Zuiddag 2014 een theatervoorstelling van Theatre Day Productions zullen bijwonen.
DUUR EN DOELGROEP e
e
Gemakkelijke moeilijkheidsgraad, bij voorkeur voor 2 of 3 graad 1 of 2 lesuren (bij voorkeur aansluitend)
DOELSTELLINGEN EN EINDTERMEN m.b.t. de inhoud van de les De leerlingen kunnen aan de hand van concrete oefeningen de kracht van theater verwoorden De leerlingen leren bij conflicten twee keer nadenken en de positie van de ander innemen De leerlingen reflecteren over hun eigen reactie bij ‘gevaar’ Uitbreiding: de leerlingen reflecteren over de begrippen ‘beschermeling’ en ‘vijand’ in hun eigen leven en in het Israëlisch-‐Palestijns conflict. - De leerlingen worden zich bewust van de verschillende betekenissen van woorden en de verschillende uitdrukkingsvormen van emoties, begrippen - De leerlingen kunnen in eigen woorden vertellen hoe Combatants for Peace theater gebruikt om te dialogeren via geweldloze communicatie VOET: context 2 (7, 8), context 3 (6, 9, 11), context 7 (1, 2, 4, 5, 6) -
m.b.t. de methodiek - De leerlingen kunnen zich via theateroefeningen in de schoenen plaatsen van iemand anders - De leerlingen kunnen zich via theateroefeningen uitdrukken in beelden - De leerlingen kunnen reflecteren over hun eigen gedrag - De leerlingen kunnen via theateroefeningen raakvlakken vinden met de realiteit VOET: Stam 1, 4, 5, 7, 12, 16, 18,19, 21, 22
DIDACTISCHE WERKVORMEN EN LEERMIDDELEN -
theateroefeningen reflecteren in groep via vraaggesprek filmfragment
LESVERLOOP
3
-
Opwarming en concentratie ! met oefeningen ‘Stop en loop’ en ‘vijand/schild’
-
Uitbreiding: extra reflectie
-
Aan de slag met beelden ! met oefeningen ‘beeldenrijen’ en ‘cross the line’
-
Slot: Theater als oefening in geweldloos communiceren in Israël en Palestina ! met kort filmfragment
Belangrijk 1: Stoelen en banken zijn hinderend voor deze les. Zorg voor een ruimte waar leerlingen vrij kunnen bewegen en zich kunnen uitdrukken (lawaai maken ☺). Een gymzaal of speelplaats zijn ideaal. Belangrijk 2: Deze les als leerkracht begeleiden is enkel mogelijk in een ‘veilige’ klascontext. Indien je de les laat doorgaan in een klas waar al spanningen zijn, kan dit immers fout aflopen. Maak daarom werk van een sfeer waarin er open en respectvol met elkaar kan gecommuniceerd worden. Misschien heeft iemand van het lerarenkorps ervaring met theater? Spreek die persoon aan en vraag of hij/haar de les wil begeleiden.
Opwarming en concentratie (5 à 15 min) Doe beide of één van onderstaande ‘opwarmingsoefeningen’. Sla deze stap echter niet over. Deze oefeningen zijn nodig voor de concentratie in de groep. Iedereen heeft nood aan eenvoudige opstapjes om vertrouwen te krijgen in een andere manier van uitdrukken. De oefeningen kunnen ‘kinderlijk’ overkomen, maar al spelende durf je sneller fouten te maken, en dingen uit te proberen. Ondanks het doen alsof, zijn er altijd raakvlakken met de realiteit. 1. Stop en loop Geef als leerkracht duidelijke instructies: “Loop allemaal kriskras door de ruimte. Als ik ‘Stop!’ zeg, sta je stil, als ik ‘Loop!’ zeg, loop je verder.” Laat de groep dit een paar keer doen. Geef een aanvullende instructie, bijvoorbeeld: ‘Klap!’ (in de handen klappen) en ‘Spring!’ (in de lucht springen) en ‘Naam!’ (roep de eigen naam) en ‘Grond!’ (raak de grond aan). Vervolgens veranderen de instructies. Vertel de leerlingen: “We draaien het nu om. ‘Stop!’ wordt ‘Loop!’ en ‘Loop!’ wordt ‘Stop!’.” Vul een beetje later aan met de extra instructies, deze wisselen ook om, dus ‘Klap!’ wordt ‘Spring!’ en ‘Spring!’ wordt ‘Klap!’. Doe dit ook een paar keer, in verschillende ritmes, en zeg ook een aantal keren hetzelfde commando achter elkaar. De oefening zal voor verwarring zorgen. Dit is precies de bedoeling. Variant: De oefening kan afgesloten worden door een competitie te houden. Als een deelnemer een fout maakt gaat hij/zij aan de kant staan en wordt de jury. Uiteindelijk blijft er één winnaar over. Uitbreiding: Reflectie Bij conflicten moet je twee keer nadenken en niet enkel ingaan op je eerste impuls. Het helpt om eerst twee keer na te denken. Dat zullen we in deze les ook doen. Twee keer nadenken over onze eigen positie en die van de ander. 2. Vijand/Schild
4
Iedereen neemt iemand uit de groep in gedachten die zijn “bodyguard” is en iemand die zijn “vijand” is. Vraag de leerlingen om zo dicht mogelijk bij hun bodyguard te staan, en zo ver mogelijk van hun vijand vandaan te blijven. Maak het gevaar concreter. Aan de hand van cijfers van 1 t/m 10 laat je zien hoe groot het gevaar is. 1 is weinig gevaar en 10 is extreem gevaarlijk. Observeer als leerkracht wat er met de klasgroep en de individuele leerlingen gebeurt. Reflectie: Hou achteraf een nabespreking met bijvoorbeeld volgende vragen. Hoe voelde je je in de oefening? Hoe reageerde jij en de groep bij een hoog getal? Wat viel op, waren er bijzondere of onverwachtse zaken? Zocht je eerder bescherming of liep je bij hoge spanning eerder weg van je “vijand”? Lukte het nog om bescherming te vinden of rende jouw beschermengel voor zijn eigen leven? Uitbreiding: extra reflectie Wie symboliseert voor je de “vijand” in jouw leven? Wie zijn je beschermers, in je omgeving, in de samenleving? Voor wie ben jij een beschermer? Ben je meestal bezig met anderen te beschermen of bescherm je eerder jezelf? Als je kijkt naar het Israëlisch-‐Palestijnse conflict, wie zijn dan “de beschermers” of “de vijanden” en voor wie in de verschillende groepen? Hoe reageren ze bij hoge spanning? Kunnen ze anders reageren?
Aan de slag met beelden (15 à 40min) Door onderstaande oefeningen beseffen leerlingen dat woorden heel wat betekenissen met zich meedragen. Wanneer iemand een bepaald woord gebruikt, heeft dit voor deze persoon een andere lading dan voor zijn gesprekspartner . Toch lijkt het in een gesprek dat mensen over hetzelfde praten. Het “verbeelden” maakt die verschillen en nuances duidelijk. In theater blijft het niet enkel bij woorden. Het zorgt ervoor dat wat er wordt voorgesteld ook effectief gebeurd. In de eerste plaats in de “fictieve – en veiligere -‐ werkelijkheid”. Doordat een persoon, al is het maar fictief, iets effectief doet, is dit krachtiger dan wanneer die er enkel over praat. In theater kruip je ook soms in de rol van je tegenstander. Je speelt iemand die eigenlijk verschillend is van jou. Door dit te doen, kan je zaken ontdekken in die rol van de ander die je anders nooit zou ontdekken. Doe beide of één van onderstaande oefeningen. 1. Beeldenrijen De oefening gebeurt in twee rijen (groep 1 en groep 2) die tegenover elkaar staan met een afstand van 5 meter tussen. Iedereen heeft een partner aan de andere kant van de ruimte, waar hij/zij tegenover staat. Controleer of iedereen weet wie zijn/ haar partner is. Stap 1 Verzin als leerkracht een emotie (bv. woede, angst, vreugde, …). Groep 1 draait zich om en krijgt even de tijd om na te denken over hoe deze emotie uit te beelden. Tel tot drie, klap in de handen, en op dat moment draait groep 1 zich tegelijkertijd om en maakt ieder voor zich een beeld van deze emotie. Zo ontstaat een rij van verschillende interpretaties van dezelfde emotie.
5
Stap 2 Bekijk de beelden met groep 2 en vergelijk ze: “Wat hebben de beelden gemeenschappelijk?” en “Wat is het verschil?” Maak duidelijk het onderscheid tussen wat objectief zichtbaar is (heel wat leerlingen staan met de handen open) en wat subjectief en dus interpretatie is (ze willen iets aanbieden.) Stap 3 Herhaal met een andere emotie voor groep 2. Doe dit nog een paar keer. Stap 4 Wissel emoties af met concrete begrippen (Vlaming, vrouw, leerkracht, politie, Palestijn, Jood, oorlog). Zo kom je snel tot hoe de groep een “leerkracht” ziet bijvoorbeeld. Reflectie: Bij iedere emotie, begrip kun je als leerkracht puur op observatie en door extra vragen te stellen dieper ingaan rond wat kan ontdekt worden in de beelden. 2. Cross the line Alle leerlingen gaan aan één kant van de ruimte staan. Deelnemers krijgen de gelegenheid om één voor één naar de andere kant van de zaal te lopen en een uitspraak te doen die voor hem/haar geldt. Bijvoorbeeld: “Ik ben een niet-‐Europeaan” of “Ik ben gelovig” of “Ik ben 17 jaar” of “Ik ben vroeger gepest”. Alle deelnemers voor wie dit ook waar is, gaan bij hem/haar aan de andere kant staan. Geef voldoende ruimte aan de groep om met dingen te komen. Diepgang heeft tijd nodig. Hieronder volgen opties om de oefening meer diepgang te geven. Optie 1 Vraag aan beide groepen om -‐ elke deelnemer voor zich – een beeld te maken van hoe het voelt om het kenmerk (bv. gelovig) wel of juist niet te zijn. Laat de andere groep -‐ wederom elke persoon apart -‐ het beeld kopiëren ‘aan de andere kant’ dat ze niet associëren met (of herkennen van) de groep. De eerste groep maakt nu een beeld van hoe ze zich nu voelen met deze reactie (eventueel kan hier een woord of klank die dit versterkt aan toegevoegd worden). Reflecteer kort. Optie 2 Vraag aan een van de groepen om een beeld te maken – elke persoon apart -‐ van wat het voor hen betekent om de “andere” groep te zijn (bv. niet gelovig). De groep aan de overkant -‐ elke persoon apart – kopieert een beeld van de andere groep dat zij niet associëren met (of herkennen van) zichzelf. Gelijk daarna maken zij een beeld van zichzelf dat niet aanwezig was in de beelden van de andere groep. Laat de deelnemers nu een trage, repetitieve beweging maken tussen het eerste beeld en het tweede beeld. De andere groep maakt nu een beeld van hoe zij zich nu voelen met deze reactie (eventueel kan hier een woord of klank die dit versterkt aan toegevoegd worden). Reflecteer eventueel kort.
6
Optie 3 Vraag aan beide groepen om een beeld te maken van zichzelf of van de ander. Combineer naargelang met stappen van optie 1 of 2. Optie 4 Vraag aan de ene groep om een beeld te maken -‐ elke persoon apart -‐ van wat het voor hen betekent om de andere groep (of zichzelf) te zijn. De andere kant kopieert nu het beeld van wat het meest herkenbaar was. Laat de eerste groep de beelden nog even vasthouden. Nu kopieert de andere kant het beeld wat het minst herkenbaar is. Reflecteer over de verschillen. Opmerking: Laat de deelnemers een naam geven aan de collectie van individuele beelden van de andere groep.
Slot: Theater als oefening in geweldloos communiceren in IsraëlPalestina (5min) “Cross the line” is een variant op de bekende oefening uit het jeugdwerk “iedereen die…” om elkaar op een actieve manier beter te leren kennen. Bovenstaande variant werd ontwikkeld door Chen Alon van de organisatie Combatants for Peace uit Israël. Combatants for Peace (CFP) is een beweging die gezamenlijk werd opgericht door Palestijnen en Israëli’s die deelnamen aan het geweld: Israëli’s die dienden als soldaat in het Israëlische leger , Palestijnen die deelnamen aan de gewapende strijd. Na jaren zwaaien met wapens en elkaar zien door wapenvizieren, besloten ze hun wapens neer te leggen en te vechten voor vrede. Ze organiseren tal van activiteiten en acties. -
Bekijk samen met de leerlingen het korte filmpje “van soldaat naar vredesacteur in theater Zuidplein” over het bezoek van CFP aan Nederland (3’ 41’’): http://www.youtube.com/watch?v=6nmy0oriIkc
Het illustreert mooi hoe via theater emoties, frustraties, e.d. met elkaar uitgewisseld kunnen worden en hoe er begrip kan groeien voor de situatie van de andere, hoe moeilijk ook. -
Geef tot slot van deze les nog volgende mee aan de leerlingen:
We deden slechts enkele oefeningen die de kracht van theater aantonen. Misschien voelde je je goed bij de oefeningen, misschien ook niet. Is theater voor iedereen het ideale middel? Neen. Maar puur verbaal met elkaar communiceren is dat net zomin. Deze les was een proevertje om aan te voelen wat theater bij de jongeren van Theatre Day Productions kan losweken.
LESVOORBEREIDING LEERKRACHT Bekijk het filmpje ‘van soldaat naar vredesacteur’, lees de lesinhoud en de beschrijving van de theateroefeningen. Zorg voor een grote ruimte (zonder tafels), zodat de theateroefeningen optimaal kunnen plaatsvinden. Zorg voor internetverbinding, geluid en mogelijkheid tot projectie voor het filmpje ‘van soldaat naar vredesacteur’.
7
GEBRUIKTE LITERATUUR EN MEDIA -
theateroefeningen uit: Formaat. (2013). Bridging the divide. Methodische handleiding polarisatie en Theater van de Onderdrukten. Rotterdam
-
kortfilm “van soldaat naar vredesacteur in theater Zuidplein” (3’ 41’’):
http://www.youtube.com/watch?v=6nmy0oriIkc Webtip: Over “Theater van de onderdrukten”: http://www.paxchristi.be/um4p/theater-‐van-‐de-‐onderdrukten/
BIJLAGEN Er horen geen bijlagen bij deze les
Deze les werd ontworpen door Broederlijk Delen i.s.m U Move 4 Peace, jongerenwerking Pax Christi Vlaanderen