LEREN BELEGGEN EEN BASISCURSUS BELEGGEN VOOR SCHOLIEREN
EDITIE 2013 Leren beleggen 2013
1
2
Leren beleggen 2013
LEREN BELEGGEN EEN BASISCURSUS BELEGGEN VOOR SCHOLIEREN
EDITIE 2013
2
Leren beleggen 2013
Introductie
Het op een verstandige wijze omgaan met financiën krijgt meer en meer aandacht. Willen jongeren later bewuste financiële consumenten worden, die in staat zijn weloverwogen keuzes te maken, dan moeten zij enige basiskennis hebben van financiële onderwerpen. Daar hoort ook basiskennis van beleggen bij. In de cursus Leren beleggen worden jongeren de basisbeginselen van beleggen bijgebracht. Doelgroep Dit lesmateriaal is ontwikkeld voor leerlingen van 15 jaar en ouder in het secundair onderwijs. Het lesmateriaal is in de eerste plaats bedoeld als aanvulling op het vak economie, maar is door de brede opzet ook geschikt voor lessen in het kader van management en organisatie. Doelstellingen Het doel van de cursus Leren beleggen is de doelgroep de basisprincipes en -begrippen van beleggen bij te brengen. Aan het eind van de cursus moet de leerling in staat zijn de basisprincipes en begrippen te herkennen in het dagelijkse leven. Bijvoorbeeld in media als het journaal, dagbladen en internet. De bovengemiddeld geïnteresseerde leerling moet aan het eind van de cursus een eigen portefeuille kunnen samenstellen en de gemaakte keuzes kunnen onderbouwen. Basisprincipes • Overeenkomsten en verschillen tussen de verschillende beleggingscategorieën. • Koersvorming: vraag en aanbod op de beursvloer, externe factoren die van invloed zijn op de koers. • Afweging van rendement en risico, het spreiden van risico. • Actief en strategisch beleggen.
Leren beleggen 2013
3
Basisbegrippen • Twee methoden van vermogensvorming: sparen en beleggen. • Beleggingscategorieën: vastrentende waarden (obligaties en termijndeposito’s), onroerend goed, aandelen, beleggingsfondsen, opties. • Rendement en risico: rente, koerswinst, dividend en spreiding. • E xterne factoren: beurscrisis, politiek, wetenschap en technologie, rampen, micro-economische gebeurtenissen.
4
Leren beleggen 2013
Cursusopzet
De cursus is zo opgezet dat u zelf kunt kiezen hoeveel lesstof u behandelt en met welke diepgang. Elke module heeft een theoretisch deel, dat door de leerling kan worden bestudeerd en tijdens de les kan worden behandeld. Daarnaast kunnen leerlingen na behandeling van de theorie hun opgedane kennis toepassen door een aantal opdrachten te maken. De lesstof biedt u verder de mogelijkheid dieper op onderwerpen in te gaan en op actualiteiten in te spelen. Modulaire opbouw De cursus bestaat uit zes modules, die elk op zichzelf staan. De volgorde van de modules is niet bindend, maar kan als advies worden beschouwd. De modules zijn los van elkaar te gebruiken, waardoor u de mogelijkheid hebt bepaalde onderwerpen of opdrachten te selecteren. De theorie die in de modules 1 tot en met 6 behandeld wordt, kan door de leerlingen worden toegepast aan de hand van een aantal opdrachten. Module 6 bevat tevens een afsluitende groepsopdracht over het samenstellen van een beleggingsportefeuille, waarin de stof van alle voorgaande modules terugkomt. Per module moet worden gerekend op een studielast van 1 à 2 uren. In combinatie met de praktijkopdracht neemt de laatste module meer studie-uren in beslag. Breng de kennis in praktijk: het KBC-Beursspel 2013 De leerlingen kunnen hun kennis omzetten in praktijkervaring, door deel te nemen aan het KBC-Beursspel. Dit Beursspel is een competitie voor jongeren en vindt plaats van 4 februari tot en met 15 maart 2013. Bereid de leerlingen voor met dit lessenpakket, zodat zij de uitdaging aan kunnen gaan. Inschrijven is mogelijk vanaf 7 januari 2013 via www.kbc-beursspel.be. Klassen kunnen samen een klassenportefeuille beheren. Bovendien kunnen de leerlingen ook deelnemen in de individuele competitie, met een eigen portefeuille.
Leren beleggen 2013
5
Test de kennis van de leerlingen Vanaf 7 januari 2013 staat op www.kbc-beursspel.be een Beursquiz, waardoor leerlingen hun beleggingskennis online kunnen testen. De vragen worden tijdens het KBC-Beursspel elke twee weken vernieuwd, waarbij de lat steeds iets hoger wordt gelegd. De leerlingen krijgen direct na het invullen van de quiz een terugkoppeling op hun antwoorden. Verder leren na het KBC-Beursspel Tot twee weken na afloop van het KBC-Beursspel kunnen de leerlingen een overzicht van hun klassenportefeuille (of individuele portefeuilles) downloaden. In dit overzicht staan alle transacties en de resultaten per transactie. Cursusopzet Het lesmateriaal Leren beleggen bestaat uit: • Docentenhandboek Dit docentenhandboek geeft uitleg over het gebruik van het lesmateriaal. Het boek bevat per module de vragen en bijbehorende antwoorden. • Online lesmateriaal voor de leerlingen Op de website www.kbc.be/scholen vindt u een pdf-document dat u kunt downloaden. Dit document bevat de theoretische lesstof, die bestaat uit zes modules. Daarnaast treft u per module vragen en opdrachten aan op twee niveaus. Door het lesmateriaal meerdere malen af te drukken kan iedere leerling erover beschikken. • KBC-Beursspel Het KBC-Beursspel is een online beleggingsspel dat vanaf 4 februari 2013 gedurende zes weken actief op www.kbc-beursspel.be online kan worden gespeeld. Individuele spelers en teams krijgen een virtueel bedrag, waarmee zij zelf een portefeuille kunnen samenstellen. Daarbij kunnen zij kiezen uit een aantal daadwerkelijk bestaande aandelen. Die aandelen worden tegen actuele koersen verhandeld. Als klas gaan de leerlingen een competitie aan met klassen van andere scholen, waarbij ook prijzen te winnen zijn. Het is aan te raden om leerlingen individueel ook te laten inschrijven (individuele competitie). Op die manier kunnen ze dus twee keer een prijs winnen. Meer uitleg over het spel vindt u op www.kbc.be/scholen.
6
Leren beleggen 2013
Lesopzet per module
De cursus bestaat uit 6 modules. Iedere module biedt lesstof voor een studielast van 1 à 2 uren. Op de volgende pagina’s wordt per module de inhoud kort vermeld, gevolgd door de opdrachten, inclusief de uitgewerkte antwoorden. • Module 1
Sparen en beleggen?
• Module 2
Soorten beleggingen
• Module 3
De beurs
• Module 4
Rendement en risico
• Module 5
Koersinvloeden
• Module 6
Slim handelen
Leren beleggen 2013
7
Het doel van module 1 is de leerlingen bekend te maken met de ver schillende vormen van vermogensgroei.
Module 1 Sparen en beleggen? Doel Aan het eind van deze module moet de leerling het volgende kennen: • De basisprincipes van sparen en beleggen • De belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen deze vormen
Inhoud Vermogensvorming • Hoe kun je geld laten groeien? Verschillende vormen van vermogensgroei • Kenmerken van sparen: veilig, rente • Kenmerken van beleggen: relatief veel rendement, hoger risico Sparen tegenover beleggen • Sparen: zeker, relatief weinig rendement, soms boetes, eenvoudig • Beleggen: relatief veel rendement, avontuurlijk, risico, complexer dan sparen
8
Leren beleggen 2013
Vragen module 1 Vragen niveau 1
Vraag 1 Wat is vermogensvorming?
Het geld dat je bezit heet vermogen. Met vermogensvorming wordt bedoeld: het laten groeien van het vermogen.
Vraag 2 Welke vormen van vermogensvorming ken je?
Je kunt je vermogen laten groeien door te gaan sparen. Je spaargeld groeit door de rente die je ontvangt. Ook kun je door te beleggen je vermogen laten groeien.
Vraag 3 Waarom wordt geld minder waard als je het
Je hebt te maken met inflatie. Het leven wordt duurder en de prijzen van de
in een spaarpot stopt?
producten en diensten worden in de loop der tijd hoger. Daardoor kun je na 10 jaar voor hetzelfde bedrag minder kopen.
Vraag 4 Waarom is sparen veilig?
Het geld dat je inlegt, krijg je altijd terug. Ook weet je vooraf hoeveel rente je ontvangt op een spaarrekening.
Vragen niveau 2
Vraag 5 Hoe kun je geld verdienen als je een aandeel
Bezit je aandelen, dan kan je vermogen groeien door:
koopt?
Dividend: in veel gevallen ontvang je een winstuitkering in de vorm van dividend. Waardestijging: gaat het goed met het bedrijf, dan zal de waarde van je aandeel stijgen. Verkoop je je aandeel voor een hoger bedrag dan waar je het voor gekocht hebt, dan maak je winst.
Vraag 6 Noem enkele voor- en nadelen van sparen ten opzichte van beleggen.
Sparen
• Veilig: je krijgt het ingelegde geld altijd terug.
•B ij sommige spaarrekeningen moet je boete
• Rente: je weet vooraf hoeveel rente je krijgt.
betalen als je het geld eerder opneemt dan
• Eenvoudig: ook zonder financiële kennis kun je
afgesproken.
sparen.
•R elatief laag rendement: soms is de rente maar net iets meer of zelfs minder dan de inflatie.
Beleggen
• Rendement: over langere termijn meestal meer rendement dan bij sparen. • Avontuurlijk: je bent actief met je eigen geld bezig.
•R isico over je ingelegde geld: het kan minder waard worden. •R isico dat het rendement tegenvalt. • Ingewikkelder: om te beleggen moet je over enige financiële kennis beschikken.
Leren beleggen 2013
9
Vraag 7 Wanneer kun je overwegen te gaan beleggen in plaats van te sparen?
•W anneer je meer rendement wilt behalen en bereid bent daarvoor het risico te lopen dat het vermogen in waarde daalt. • Wanneer je het geld een paar jaar kunt missen. • Wanneer je actief betrokken wilt zijn bij de groei van je vermogen.
Vraag 8 Wat gebeurt er als iedereen in België zijn spaargeld in aandelen belegt?
•D e banken krijgen minder aanbod aan spaargeld, waardoor de rente omhoog gaat. Met een hogere vergoeding hopen de banken weer meer spaargeld aan te trekken. • Er is meer vraag naar aandelen, waardoor aandelen duurder worden.
Opdrachten Opdracht 1 Anne heeft met haar vakantiebaan EUR 200
Anne ontvangt na een jaar 3% rente over haar geld: EUR 200 x 0,03 = EUR 6
verdiend. Dit geld wil zij graag over twee jaar
rente. De rente wordt op haar rekening bijgeschreven, waardoor ze na een
besteden aan een citytrip naar Londen (haar
jaar EUR 206 op haar termijnrekening heeft staan. Het tweede jaar ontvangt
droom), deze trip kost EUR 300. Anne zet
zij EUR 206 x 0,03 = EUR 6,18 rente. Als Anne haar geld opneemt na twee
haar geld op een termijnrekening, die jaarlijks
jaar heeft zij EUR 212,18 (EUR 206 + EUR 6,18) in haar bezit.
3% rente oplevert. De rente wordt op haar rekening bijgeschreven. Na twee jaar neemt
Bij deze oefening werd geen rekening gehouden met de inhouding van ‘roerende
ze haar geld op. Hoeveel geld heeft Anne
voorheffing’.
dan? Opdracht 2 Na twee jaar is de prijs van de trip door infla-
De prijs van de trip wordt EUR 300 x 1,05 = EUR 315. Uit het antwoord op
tie met 5% gestegen. Heeft Anne voldoende
de vorige vraag blijkt dat Anne EUR 212,18 heeft gespaard. Zij heeft dus
geld om de trip te betalen als je kijkt naar het
EUR 102,82 te weinig om de trip te kunnen kopen.
antwoord bij opdracht 1? Opdracht 3 Robert bezit EUR 740 en koopt voor dit
Robert heeft 8 aandelen (EUR 740/EUR 92,50). Als hij ze verkoopt is zijn
bedrag aandelen Nike. De koers van 1 aan-
verlies: (EUR 87,50 - EUR 92,50) x 8 aandelen = EUR 40.
deel Nike is EUR 92,50. De koers daalt nadat Robert de aandelen heeft gekocht naar
Bij deze oefening werd geen rekening gehouden met de inhouding van ‘roerende
EUR 87,50. Welk bedrag verliest Robert als
voorheffing’.
hij na deze koersdaling zijn aandelen weer verkoopt?
10
Leren beleggen 2013
Het doel van module 2 Opdrachten module 1 is leerlingen te laten kennismaken met de vormen van Opdracht belangrijkste 1.1 beleggen en hendrerit de verschillen Nullam quis nunc sed elit bibenduidelijk maken. dum. Ut cursus hendrerit odio.te Aenean
Module 2 Soorten beleggingen Nam posuere justo vitae ligula. Donec pede nunc, lacinia vitae, laoreet at, Doel aliquet mauris. Integer in urna eu nisi pretium. Aan hetid, eind van deze module moeten dealiquam leerlingen het volgende kennen:
lobortis tortor a turpis. Quisque sodales
• De verschillende beleggingscategorieën
cursus orci?
• De belangrijkste overeenkomsten en verschillen tussen de categorieën
Opdracht 1.2
Maecenas non dolor. Fusce sodales ullamcorper felis. Morbi ultricies nulla Inhoud
Morbi lacus purus, adipiscing nec, ultricies
non diam. Cum sociis natoque penatibus et magnis dis parturient montes Vastrentende waarden
at, vulputate?
• Twee soorten: obligaties en termijndeposito’s • Obligaties: vaste rente, lening • Termijndeposito’s: vaste rente, vaste termijn
Opdracht 1.3
Donec ultricies. Donec felis. Sed a nisi. Nullam enim ipsum, vulputate in,
Nunc vitae sapien sed sem fringilla interdum.
posuere ac, fringilla Onroerend goed ac, est. Sed tincidunt luctus turpis. Etiam quis pede sit
In vitae augue. Donec ultricies. Donec felis.
risus •amet Direct en auctor indirectegestas. beleggen
Sed a nisi. Nullam enim ipsum, vulputate in, posuere ac, fringilla ac, est.
Aandelen • Aandeelhouder: stemrecht en meeprofiteren van winst • Vermogensgroei: dividend en waardegroei
Opdracht 1.4
cursus est scelerisque felis. Praesent a nisl. Nullam tellus. Sed at lectus •Proin Emissie
Sed tincidunt luctus turpis. Etiam quis pede
turpis ultricies •eu Obligaties versusvulputate. aandelen Mauris et pede. Sed tempus. Pellentesque vel
sit amet risus auctor egestas. Etiam et lorem
purus nec tortor sollicitudin. Integer tincidunt Obligaties: inlegcommodo gegarandeerd, vaste vergoeding, geen ligula placerat
sit amet erat molestie aliquam. Ut dolor felis,
lacus. inspraak, waarde afhankelijk van rentestand
porttitor eu, pellentesque et, fringilla eu.
Aandelen: meedelen in de winst, stemrecht, kans op waardevermindering van het aandeel Beleggingsfondsen • Soorten: type investering (aandelen, vastgoed, mix, enz.) regio’s, sectoren of thema’s • Voordelen: gespreid risico, gemak, eenvoud Opties • Optie: verhandelbaar recht • Premie • Call- en putoptie • Kopen of schrijven
Leren beleggen 2013
11
Vragen module 2 Vragen niveau 1
Vraag 1 Noem vijf vormen van beleggen.
Je kunt beleggen in aandelen, obligaties, termijndeposito’s, beleggingsfondsen en opties. Maar ook in onroerend goed, edelmetalen, grondstoffen en andere producten. Sommige mensen beleggen door verzamelingen aan te leggen. Zij kopen bijvoorbeeld schilderijen, postzegels of munten.
Vraag 2 Bij welke vormen van beleggen heb je grote
Obligaties
zekerheid dat je je inleg weer terugkrijgt?
Wanneer je belegt in obligaties ontvang je aan het einde van de looptijd het geld dat je hebt ingelegd terug. Tussentijds ontvang je rente. Er bestaat een klein risico dat een bedrijf dat de obligatie heeft uitgegeven failliet gaat en de obligaties niet worden afgelost. Termijndeposito’s Je zet het geld tegen een afgesproken rente vast gedurende een afgesproken termijn. Na afloop ontvang je het geld inclusief rente terug.
Vraag 3 Wat betekent de nominale waarde bij aan-
De nominale waarde is de waarde die op het aandeel staat vermeld. Deze
delen?
waarde blijft altijd gelijk. De beurswaarde van een aandeel kan wel veranderen.
Vraag 4 Wat is het verschil tussen direct en indirect
Direct beleggen betekent dat je zelf panden koopt, verhuurt en verkoopt. De
beleggen in onroerend goed?
aankoop van een eigen huis is een voorbeeld van een directe belegging. Indirect beleggen in onroerend goed is beleggen via een onroerendgoedfonds. Verschillende mensen investeren geld in het fonds. Het fonds koopt daarvoor een aantal panden. Door deze panden te verhuren en/of weer te verkopen, wordt winst gemaakt. De winst kan weer uitgekeerd worden aan de mensen die hun geld hebben ingelegd. Door op deze wijze te beleggen in onroerend goed, geef je als belegger de zorg uit handen en laat je het beleggen over aan experts van het fonds.
12
Leren beleggen 2013
Vragen niveau 2
Vraag 5 Noem enkele voor- en nadelen van beleggen in obligaties ten opzichte van aandelen.
+
Obligaties
-
• Je krijgt in principe altijd je inleg terug. Als een
• Je deelt niet mee in de winst van het bedrijf.
bedrijf failliet gaat, dan krijgen obligatiehouders
• Je hebt geen inspraak in het bedrijf.
eerder hun geld terug dan aandeelhouders.
• Als marktrente stijgt, daalt de waarde van je obligatie.
• Je ontvangt jaarlijks een vaste vergoeding. Aandelen
• Je profiteert direct mee van de winst en waarde-
• Je aandeel kan minder waard worden.
groei van het bedrijf. • Je hebt stemrecht tijdens de aandeelhoudersvergadering.
Vraag 6 Wat betekent de volgende aanduiding bij
De obligatie is in 2013 uitgegeven. Er zijn vier uitlotingsgroepen. Met ingang
een obligatie? 2013-2017/2020
van het jaar 2017 tot en met 2020 wordt ieder jaar een kwart (één uitlotingsgroep) van alle obligaties door de instelling afgelost.
Vraag 7 Waarom zou je beleggen in een beleggingsfonds?
• Met een klein bedrag kun je toch een grote spreiding bereiken, doordat de fondsmanager het geld van jou en alle andere deelnemers bij elkaar neemt en daarmee in veel verschillende titels kan beleggen. • De fondsmanager die het fonds beheert, heeft meer verstand van beleggen dan jij. • De transactiekosten die je betaalt zijn lager dan wanneer je zelf direct zou beleggen in alle titels van het fonds. • Het is eenvoudig en gemakkelijk, omdat je zelf niet de koers en het nieuws hoeft bij te houden.
Vraag 8 Er zijn beleggingsfondsen die in aandelen
Deze fondsen herbeleggen het dividend, waardoor de waarde van het aande-
beleggen en bij voorbaat geen dividend uit-
lenfonds stijgt.
keren. Hoe kun je toch profiteren van de winst die het fonds maakt?
Leren beleggen 2013
13
Opdrachten Opdracht 1 Chantal heeft twee jaar geleden staatsobli-
1e jaar: 0,06 x EUR 1.000 = EUR 60 couponrente obligatie
gaties gekocht voor EUR 1.000. Elk jaar ont-
2e jaar: couponrente + rente spaarrekening EUR 60 + (0,04 x 60 EUR) =
vangt zij 6% couponrente. De ontvangen
EUR 62,40
rente zet Chantal op een spaarrekening tegen 4% rente per jaar. Hoeveel rente heeft
Totale rente die Chantal ontvangt in het 1e en 2e jaar:
Chantal na 2 jaar ontvangen?
EUR 60 + EUR 62,40 = EUR 122,40
Opdracht 2 Tom koopt 100 aandelen Adidas tegen een
De opbrengst bestaat uit koerswinst en dividend:
koers van EUR 30. Tom ontvangt dat jaar EUR
Koerswinst: (verkoopkoers – aankoopkoers) x aantal aandelen
2 dividend per aandeel. Na een jaar bedraagt
Koerswinst: (EUR 32 – EUR 30) x 100 = EUR 200
de koers van het aandeel EUR 32 en verkoopt Tom zijn aandelen. Hoeveel geld heeft Tom
Dividend: EUR 2 x 100 aandelen = EUR 200
het afgelopen jaar verdiend?
Totale opbrengst: EUR 200 + EUR 200 = EUR 400
Opdracht 3 Het aandeel Mobistar staat in augustus 2012
Opbrengst: 100 aandelen x (EUR 39 – EUR 32) = EUR 700
op de beurs genoteerd voor EUR 25.
EUR 700 – (100 x EUR 1 premie) = EUR 600 winst
Kathleen koopt een call-optie Mobistar met een uitoefenprijs van EUR 32. Ze betaalt er EUR 1 premie voor. Het gaat goed met Mobistar en de koers stijgt. Stel, in maart 2013 staan de aandelen voor EUR 39 op de beurs genoteerd. Kathleen besluit haar optie uit te oefenen. Wat verdient Kathleen aan haar optie?
14
Leren beleggen 2013
Het doelmodule van module 3 is Opdrachten 1 inzicht geven in de wijze waarop koersen tot stand Opdracht 1.1komen, hoe beleggers koersen volgen en Nullam quis nunc sedkunnen elit hendrerit bibenhoe het handelen dum. Ut cursus hendrerit odio. Aenean in werkt. lobortis tortor a turpis.aandelen Quisque sodales cursus orci?
Module 3 De beurs Nam posuere justo vitae ligula. Donec pede nunc, lacinia vitae, laoreet at, Doel aliquet id, deze mauris. Integer in urna eu nisi de aliquam pretium.te beDe stof in module helpt de leerling marktwerking grijpen. Aan het einde van deze module moet de leerling kennen: • De effecten waarin wordt gehandeld op de beurs • Het verband tussen marktwerking en de koers
Inhoud Opdracht 1.2
Maecenas non dolor. Fusce sodales ullamcorper felis. Morbi ultricies nulla De effectenbeurs
Morbi lacus purus, adipiscing nec, ultricies
diam. Cum sociis penatibus et magnis dis parturient montes •non Marktwerking: vraagnatoque en aanbod
at, vulputate?
• Belangrijke effectenbeurzen: Euronext, NYSE, Tokio • Beursindex: Dow Jones, BEL20
Opdracht 1.3
Donec ultricies. Donec felis. Sed a nisi. Nullam enim ipsum, vulputate in, Handelen op de beursvloer
Nunc vitae sapien sed sem fringilla interdum.
ac, fringilla ac, est. Sed tincidunt luctusenturpis. Etiam quis pede sit •posuere Verwerken van orders: verleden (handelaren hoekmannen)
In vitae augue. Donec ultricies. Donec felis.
amet risus auctor egestas. en heden (computers)
Sed a nisi. Nullam enim ipsum, vulputate in,
• Order plaatsen via bank: telefonisch, via het internet
posuere ac, fringilla ac, est.
• Twee soorten orders: bestens en gelimiteerd Beurskoersen lezen
Opdracht 1.4
cursus est scelerisque felis. Praesent a nisl. Nullam tellus. Sed at lectus •Proin Uitleg via kranten of internet
Sed tincidunt luctus turpis. Etiam quis pede
eu turpis ultricies vulputate. Mauris et pede. Sed tempus. Pellentesque vel
sit amet risus auctor egestas. Etiam et lorem
purus nec op tortor Emoties decommodo beurs sollicitudin. Integer tincidunt ligula placerat
sit amet erat molestie aliquam. Ut dolor felis,
•lacus. Emoties: voorliefde, ‘hot’ nieuws, extrapolatie, kuddegedrag
porttitor eu, pellentesque et, fringilla eu.
Leren beleggen 2013
15
Vragen module 3 Vragen niveau 1
Vraag 1 Hoe ontstaat een beurskoers?
De koers is een prijs die ontstaat door vraag en aanbod. Als het aanbod stijgt, dan daalt de prijs. Stijgt de vraag, dan stijgt ook de prijs. Een beurskoers is niets anders dan een prijs waarbij op dat moment de vraag en het aanbod in evenwicht is (er zijn evenveel mensen die tegen die prijs willen kopen als verkopen). Zodra er weer meer vraag of aanbod is, zal de koers weer stijgen of dalen.
Vraag 2 Wat is de naam van de beurs in Brussel?
September 2002 fuseerde de Beurs van Brussel met de beurzen van Parijs, Lissabon en Amsterdam en werd de naam gewijzigd in Euronext Brussels. (In 2007 fuseerde Euronext N.V. met de New York Stock Exchange tot Euronext NYSE Inc.)
Vraag 3 De BEL20 is een index die de stemming op de beurs in België weergeeft.
Wat is de BEL20?
De index wordt samengesteld op basis van de aandelenkoersen van de 20 belangrijkste beursgenoteerde bedrijven in België. Dit zijn aandelen waar veel en vaak in wordt gehandeld. Vraag 4 Hoe koop je aandelen op de beurs?
Je geeft je order door aan je bank. Dit kan telefonisch of via internet. De beleggingsspecialist van je bank geeft de opdracht door aan een handelaar van de bank op de beursvloer. Via een computer wordt jouw order uitgevoerd, samen met vele andere bestellingen.
Vragen niveau 2
Vraag 5
Als er veel aanbod is van het aandeel Recticel, dan zal de prijs van het aandeel
Stel dat veel mensen plotseling het aandeel
dalen. Als er daarentegen net zoveel mensen zijn die het aandeel willen
Recticel willen verkopen. Welke invloed kan
kopen, dan zal de koers gelijk blijven.
dit hebben op de koers van het aandeel?
Vraag 6
De index geeft het gemiddelde koersverloop van 30 grote Amerikaanse aan-
De Dow Jones-index stijgt enorm.
delen weer. Daarmee kun je uit de Dow Jones-index de stemming op
Wat betekent dit?
de Amerikaanse beurzen aflezen. Stijgt de index snel, dan gaat het goed op de beurs. Veel mensen willen aandelen kopen. Zij verwachten dus positieve berichten van de bedrijven waarin wordt belegd. Een daling in de index kan onrust of terughoudendheid onder de beleggers betekenen.
16
Leren beleggen 2013
Vraag 7 Stel dat je op internet ziet dat de koers
Door een gelimiteerde order te plaatsen, geef je aan dat je het aandeel voor
van het aandeel H&M erg laag is. Je besluit
niet meer dan een bepaald bedrag wilt kopen. Komt de koers boven dit
goedkoop aandelen te kopen en je geeft
bedrag uit dan gaat de koop niet door. Als je geen limiet meegeeft aan een
de bank deze opdracht. Vervolgens krijg je
order gaat de koop tegen elke koers door. Dit wordt ‘bestens’ genoemd.
te horen dat de koop is gesloten, maar wel tegen een veel hogere koers dan je op internet had gezien. Hoe had je dit kunnen voorkomen?
Vraag 8 Hoe kun je aan de koers van een aandeel zien
Wanneer de koers van een aandeel flink schommelt, is dat een teken dat er
dat er veel in wordt gehandeld?
veel wordt gehandeld. Blijkbaar houden veel mensen dat aandeel in het oog en reageren zij op koersveranderingen van het aandeel. De ene keer is er meer aanbod, de andere keer is de vraag naar dat aandeel groter.
Opdrachten Opdracht 1 Je wilt op 1 december aandelen Colruyt
Aandeel
Slot
Vk
Op
La
Ho
Omzet
Lj
Hj
Kw
kopen. Je geeft aan de bank door dat je voor
Colruyt
38,43
38.39
38,39
38,20
38,45
100.758
27,22
38,49
17,14
een bedrag van EUR 500 aandelen wilt kopen en geeft daarbij een limiet aan van
Je zult geen aandelen in je bezit hebben, omdat de laagste koers EUR 38,20
EUR 38. Voor welk bedrag bezit je op het
bedroeg en je een limiet hebt aangegeven van maximaal EUR 38.
einde van de dag aandelen als er ’s avonds het volgende in de krant staat? Opdracht 2 Zoek via internet de koers van het aandeel
Het grootste positieve koersverschil had je kunnen behalen door aandelen
Sofina op. Stel dat je dat aandeel in 2012 tus-
Sofina te kopen op 18 mei (laagste prijs die dag was EUR 56,61) en te verkopen
sen 1 januari en 1 augustus zou hebben ge-
op 3 juli (hoogste prijs die dag was EUR 62). Het grootste verlies zou je hebben
kocht en verkocht. Met welke aan- en ver-
gemaakt door te kopen op 18 april (EUR 62) en te verkopen op 18 mei
koopdata in die periode zou je de grootste
(EUR 56,61).
winst hebben behaald? En het grootste verlies? Typ bijvoorbeeld op www.euronext.com in het zoek-venster bij ‘Aandelenoverzicht’ (NL)/‘Equities Directory’ (EN) Sofina in. Na door te klikken, zie je een pagina over Sofina, waar je kunt kiezen voor ‘Quotes’. Hier kan je het koersverloop doorheen de tijd bekijken en zelf een periode kiezen. Via de knop ‘View Data’ en vervolgens ‘Historical’ kun je de koersen ordenen van hoog naar laag door op ‘close’ (=slotkoers van die beursdag) te klikken. Via de ‘Download’-knop kun je de gegevens ook exporteren naar bijvoorbeeld een Excel-bestand en de hoogste en laagste koersen op een dag bekijken.
Leren beleggen 2013
17
Het doel van de vierde module is leerlingen een realistisch beeld geven van de relatie tussen risico en rendement.
Module 4 Rendement & risico Doel De leerlingen moeten na deze module weten: • Waaruit rendement bestaat • Wat de risico’s van beleggen zijn • Hoe rendement en risico per beleggingscategorie verschillen
Inhoud Rendement • Rente, dividend (kas-, stock- of keuzedividend), koerswinst • Berekening rendement: in percentage van hoofdsom • Bruto- en nettorendement • Invloeden op rendement: de rente, de beurs, valuta’s, de economie Risico • Positief en negatief risico • Soorten risico’s: koersrisico, debiteurenrisico, renterisico, valutarisico, inflatierisico Rendement en risico • Verband tussen rendement en risico • Verband beleggingsduur en risico Rendement en risico per beleggingscategorie • Vastrentend: lager verwacht rendement, laag risico • Onroerend goed: huuropbrengsten en waardestijgingen en -dalingen • Beleggingsfondsen: spreiding van risico • Aandelen: hoger verwacht rendement, hoger risico • Opties: hoger verwacht rendement, hoog risico Spreiding van het risico • Spreiding over verschillende beleggingscategorieën, landen en sectoren • Deelname aan een beleggingsfonds versus beleggen in aandelen
18
Leren beleggen 2013
Vragen module 4 Vragen niveau 1
Vraag1 Wat is rendement? En wat is de eenheid
Het rendement is de opbrengst die je met je geld behaalt. Het rendement
waarin rendement wordt uitgedrukt?
geeft aan hoe succesvol je belegging is en wordt uitgedrukt in procenten. Rendement kan ook negatief zijn, je vermogen neemt dan af.
Vraag 2 Op welke manieren kun je met beleggen
Als belegger kun je drie vormen van rendement behalen:
rendement behalen?
1. koerswinst (of waardevermeerdering bij onroerend goed) 2. rente 3. dividend
Vraag 3 Welke beleggingsrisico’s ken je?
Koersrisico: als belegger loop je koersrisico doordat het aandeel in waarde stijgt of daalt. Debiteurenrisico: het debiteurenrisico is het risico dat de partij aan wie je geld uitleent – de debiteur – niet kan betalen op het afgesproken tijdstip. Dat wil zeggen dat hij de afgesproken rente, of zelfs de hoofdsom niet kan terugbetalen. Dit speelt vooral bij obligaties. Renterisico: als je spaart, kun je een vaste of een variabele rente afspreken. Ligt de rente vast, dan profiteer je niet van een stijging van de marktrente. Daalt de marktrente, dan is het natuurlijk voordelig dat je vooraf een hogere rente hebt afgesproken. Renterisico leidt ook tot koersrisico: als de rente stijgt, dalen de koersen van obligaties en andersom. Valutarisico: als je belegt in andere valuta dan de euro, krijg je uitbetaald in die andere muntsoort. Als de waarde daarvan sterk vermindert ten opzichte van de euro, kun je ook hiermee de boot in gaan, of juist niet! Inflatierisico: inflatie, ofwel geldontwaarding, betekent dat in de loop van de tijd producten en diensten steeds duurder worden. Voor 100 euro, die je aan het begin van de belegging had ingelegd, kun je aan het einde van de looptijd minder producten kopen dan aan het begin. De nominale waarde blijft 100 euro, maar de reële waarde is minder. Het rendement van je belegging moet dus minimaal het inflatierisico goedmaken.
Vraag 4 Wat is het verband tussen rendement en risico?
Hoe hoger het gewenste rendement, des te groter is het risico dat beleggers moeten accepteren. Anders gezegd: naarmate een belegger bereid is meer risico te lopen, kan de beloning hoger oplopen.
Leren beleggen 2013
19
Vragen niveau 2
Vraag 5 Op welke manieren kun je rendement be-
Rendement op aandelen: dividend en koerswinst.
halen als je in obligaties belegt en welke
Rendement op obligaties: rente en koerswinst. Je kunt een koerswinst
vormen van rendement zijn er als je belegt in
behalen door voor het einde van de looptijd je obligaties met winst te
aandelen?
verkopen.
Vraag 6 Wat gebeurt er met de waarde van obligaties
Een stijgende rente zal de obligatiekoersen doen dalen. De aankoop van
als de marktrente stijgt?
obligaties is dus vooral aantrekkelijk wanneer je denkt dat de rente niet (meer) zal stijgen.
Vraag 7 Waarom zal je rendement op een aandeel
Belgische bedrijven die hun producten exporteren naar de Verenigde Staten
van een Belgisch bedrijf dat veel zaken doet
ontvangen hiervoor meestal dollars. Wordt de dollar minder waard, dan
met de Verenigde Staten waarschijnlijk lager
betekent dit dat zij minder euro’s ontvangen als zij hun dollars omwisselen.
zijn als de dollarkoers daalt?
De winstverwachting van bedrijven die veel zaken doen met de VS is dus lager als de dollarkoers daalt. Daardoor zakt vaak de aandelenkoers van deze bedrijven.
Vraag 8 Anna en Pascal willen allebei voor EUR 1.000
Als Anna haar scooter wil kopen, zal ze een rendement moeten behalen
aandelen kopen. Anna wil met het geld dat
van 10%. (EUR 1.100 – EUR 1.000) / EUR 1.000.
ze belegt over een jaar een scooter kopen ter waarde van EUR 1.100. Pascal hoopt met zijn
Pascal hoeft met een gewenst rendement van 5% minder risico te accep-
beleggingen 5% rendement te behalen per
teren dan Anna.
jaar. Wanneer hem dat lukt, levert beleggen hem meer op, dan wanneer hij het geld op
Hoe hoger je gewenste rendement, hoe meer risico je zult moeten nemen.
zijn spaarrekening zet. Beide beleggen dus
Je moet dus vragen of Anna bereid is meer risico te lopen, in ruil voor een
met een ander doel. Stel dat je hen moet
mogelijk hoger rendement.
adviseren, waarin zou je beleggingsadvies voor Anna en Pascal dan verschillen?
20
Leren beleggen 2013
Opdrachten Opdracht 1 Zet de volgende zaken in de juiste volgorde.
a.
Opties
Begin met de meest risicovolle manier van
b.
Aandelen in IT-sector
vermogensvorming en eindig met de minst
c.
Onroerend goed direct
risicovolle manier. Opties, staatsobligaties,
d.
Onroerend goed indirect
aandelen in IT-sector, aandelen in levensmid-
e.
Aandelen levensmiddelenbranche
delenbranche, obligaties in bedrijven, onroe-
f.
Obligaties in bedrijven
rend goed indirect, onroerend goed direct,
g.
Staatsobligaties
spaarpot.
h.
Spaarpot
Opdracht 2 Op 1 januari koopt Noah 1.000 aandelen
Winst/verlies = aantal aandelen x (verkoopkoers juni – aankoopkoers januari) + dividend
Total tegen EUR 40. In februari betaalt het bedrijf EUR 5 dividend per aandeel uit. In juni
Rendement =
(winst of verlies/geïnvesteerde bedrag) x 100%
verkoopt Noah zijn aandelen tegen EUR 33.
Verlies =
1.000 x (33-40+5) = EUR -2.000
Wat is het rendement dat hij behaald heeft in
Rendement:
(-2.000 / (1.000 x EUR 40)) x 100% = -5%
die periode?
Opdracht 3 Cindy heeft van haar spaargeld een staatsobli-
Opbrengst = rente (8 jaar x 8% x EUR 100) + verkoopwaarde (EUR 95) = EUR 159
gatie gekocht voor EUR 110. De obligatie heeft een nominale waarde van EUR 100
Winst =
opbrengst EUR 159 – aankoopprijs EUR 110 = EUR 49
en de looptijd bedraagt 10 jaar. Elk jaar ont-
Rendement:
(49/110) x 100 = 44,5%
vangt zij 8% couponrente. Na 8 jaar verkoopt Cindy de obligaties voor EUR 95. Wat is het rendement van haar belegging?
Leren beleggen 2013
21
Module 5 geeft weer hoe uiteenlopende gebeurtenissen in de wereld invloed kunnen hebben op de beurskoersen.
Module 5 Koersinvloeden Doel Na behandeling van deze module moeten leerlingen de genoemde invloeden kunnen herkennen. Een goede leerling kan het verband leggen tussen externe factoren en de beurskoersen.
Inhoud Beurscrisis • Uitleg kredietcrisis 2008, eurocrisis 2010/2012 De invloed van politiek • Politieke beslissingen, overheidsuitgaven, invloed op rentestand Externe factoren en rampen • Wetenschap en technologie: technische ontwikkelingen • Natuurrampen Micro-economische invloeden • Gebeurtenissen die invloed hebben op een individueel aandeel
22
Leren beleggen 2013
Vragen module 5 Vragen niveau 1
Vraag 1 Hoe kan politiek invloed hebben op aande-
Er zijn veel manieren waarop de politiek invloeden kan hebben. Denk aan
lenkoersen?
presidentsverkiezingen, waarbij de gekozen president bepaalde plannen heeft met het bedrijfsleven of de invoering van een nieuwe wet die gunstig of ongunstig is voor een aantal bedrijven.
Vraag 2 Wat was de aanleiding voor de kredietcrisis in
De aanleiding was het instorten van de Amerikaanse huizenmarkt in de zo-
2008?
mer 2007. De complexe, risicovolle hypothecaire leningen op deze huizen werden snel minder waard. Hierdoor kwamen financiële instellingen in problemen. Het consumentenvertrouwen daalde, met als gevolg dat de koersen in de Verenigde Staten en vervolgens in Europa kelderden.
Vraag 3 Micro-economische gebeurtenissen kunnen
Micro-economische gebeurtenissen zijn gebeurtenissen die voor een individu-
invloed hebben op beurskoersen. Wat voor
eel aandeel van een bedrijf van grote invloed zijn. Denk bijvoorbeeld aan
gebeurtenissen zijn dit?
veranderingen in het wegennet of een provinciale regelgeving, die gevolgen heeft voor een specifiek bedrijf.
Vraag 4 Hoe kun je als je in aandelen gaat beleggen
Je kunt de risico’s beperken door te zorgen voor spreiding. Je kunt je risico’s
ervoor zorgen dat de risico’s beperkt blijven?
spreiden door te beleggen in verschillende beleggingscategorieën, je beleggingen te spreiden over verschillende regio’s of sectoren, of door ook te sparen.
Vraag 5 Kun je verklaren waarom de rente van staats-
Naarmate een land meer schulden heeft, heb je minder zekerheid dat de staat-
leningen stijgt, als een land veel schulden
lening (op tijd) wordt afgelost. Een land kan zelfs failliet gaan. De hoogte van
heeft?
rente houdt verband met het risico dat niet op tijd wordt terugbetaald. Hoe hoger het risico dat je je geld niet (op tijd) terugkrijgt, hoe hoger de rente. Het land wil immers toch beleggers aantrekken die de staatsleningen kopen.
Leren beleggen 2013
23
Vragen niveau 2
Vraag 6 Hoe kan een universiteit invloed hebben op
Aan een universiteit kunnen, al dan niet in samenwerking met een bedrijf,
de beurs?
nieuwe technieken worden ontwikkeld of uitvindingen worden gedaan, die grote gevolgen kunnen hebben voor de winstgevendheid van bedrijven. Ook kunnen hele nieuwe branches ontstaan door wetenschappelijke ontwikkelingen. Denk aan alle internet-bedrijven en webwinkels. In de oerversie is internet opgezet door het Ministerie van Defensie en later ‘groot’ gemaakt door universiteiten.
Vraag 7 Hoe kan een nieuwe uitvinding ervoor zor-
Technologische ontwikkelingen kunnen andere bedrijfstakken ook overbodig
gen dat aandelenkoersen in een bepaalde
maken of sterk doen inkrimpen. Door automatisering is de bijdrage van
bedrijfstak dalen?
de industrie aan de werkgelegenheid sterk gedaald. Ontwikkelingen in de biotechnologie, zoals genetische manipulaties en klonen, en in de nanotechnologie, de opvolger van de microtechnologie (chips), zorgen in de toekomst waarschijnlijk voor nog grotere verschuivingen in de sectoren landbouw, industrie en dienstverlening.
Vraag 8 In april koopt Kevin aandelen InBev. Welke
Een bierconcern heeft te maken met seizoensinvloeden. Wordt het een war-
belangrijke factor heeft in de maanden daar-
me zomer, met veel zon, dan zal er meer bier gedronken worden. Dit heeft
na invloed op de waarde van het aandeel?
een gunstige invloed op de waarde van het aandeel.
Vraag 9 Kun je beschrijven welke rol emoties hebben
Normaal gesproken beleggen beleggers voor de lange termijn. Ze vertrouwen
gehad op de koersen tijdens de kredietcrisis?
erop dat aandelenkoersen over de jaren heen stijgen. Maar toen zij hoorden dat banken in problemen kwamen doordat veel huizenbezitters hun hypotheken niet meer konden aflossen, werden sommigen bang. Als eerste daalden de koersen van financiële instellingen. Ook banken vertrouwden elkaar niet meer en leenden elkaar geen geld meer uit. Lenen werd duur en bedrijven kwamen daardoor in financieel zwaardere tijden. Veel beleggers gingen zich grote zorgen maken en wilden ernstige verliezen voorkomen. Daarom verkochten ze aandelen. Doordat genoeg aandelenbezitters zo reageerden, daalden de koersen inderdaad sterk en maakten veel mensen verlies. Deze spiraal was goed te zien in oktober 2008 en de eerste maanden van 2009. Er ontstond grote stress en vervolgens paniek op de beurs. Gek genoeg hadden veel maatregelen die de paniek moesten wegnemen juist een omgekeerd effect. Geruststellende woorden van de president van de Centrale Bank werden opgevat als een teken dat het echt mis was.
24
Leren beleggen 2013
Vraag 10 Leg uit welke gevolgen de kredietcrisis heeft
Banken willen zeker weten dat zij de lening kunnen aflossen met de opbrengst
voor de huizenmarkt in het algemeen.
van de verkoop van een woning. Alleen dan verstrekken zij een hypotheek. Daardoor wordt het moeilijker om een (hoge) hypotheek te krijgen voor een woning. Ook spelen psychologische effecten een rol. Doordat mensen minder makkelijk een nieuwe hypotheek afsluiten, raakt de huizenmarkt ‘op slot’. Huizenbezitters kunnen hun huis moeilijker verkopen en kopers aarzelen en wachten af. Zij zijn bang een huis te kopen, dat daarna in waarde daalt.
Vraag 11 Stel: een bedrijf in België heeft een middel
Onzekerheid over de uitkomsten van wetenschappelijke ontwikkelingen kun-
uitgevonden om snel af te vallen. Het pro-
nen leiden tot onzekerheid op de beurzen. Mensen kunnen uitkomsten onder-
duct moet nog getest worden, maar de ver-
schatten of overschatten. Als de verwachtingen hooggespannen zijn, is de kans
wachtingen zijn hooggespannen. Hoe kan
groot dat deze niet waargemaakt worden. De koersen kunnen door te hoge
dit de aandelenkoers van het bedrijf dat het
verwachtingen snel stijgen, maar als de resultaten tegenvallen ook weer rap
middel op de markt wil brengen beïnvloe-
kelderen.
den? Opdrachten Opdracht 1 Zoek drie actuele berichten in de krant of op internet met ontwikkelingen die van invloed kunnen zijn op de beurs. Opdracht 2 Bedenk welke invloed deze ontwikkelingen kunnen hebben op de beurs. Opdracht 3 Zoek op internet wat de huidige rating is van obligaties, uitgegeven door de Belgische staat.
Leren beleggen 2012
25
Tijdens de uitwerking van Opdrachten module 1
deze module leren de leerlingen te kijken naar Opdracht 1.1hun wijze van beleggen versus korte termijn, Nullam quis(lange nunc sed elit hendrerit bibenmate van duurzaamheid). dum. Ut cursus hendrerit odio. Aenean lobortis tortor a turpis. Quisque sodales
Module 6 Slim handelen Nam posuere justo vitae ligula. Donec pede nunc, lacinia vitae, laoreet at, Doel aliquet Integer urna module eu nisi aliquam Tijdensid,demauris. uitwerking vanindeze moetenpretium. zij in staat zijn zich een afgewogen oordeel te vormen, zowel over de markt als geheel als over individuele aandelen.
cursus orci?
Inhoud Beleggen: de eerste stappen Opdracht 1.2
Maecenas Fusce sodales ullamcorper • Bepalennon van dolor. gewenste rendement en risico felis. Morbi ultricies nulla
Morbi lacus purus, adipiscing nec, ultricies
non diam. Cum penatibus et magnis dis parturient montes • Beleggen metsociis geld natoque dat je niet nodig hebt
at, vulputate?
• Beleggen op langere termijn, minder risico • Risico’s spreiden • Transactiekosten beperken
Opdracht 1.3
Donec ultricies. Donec felis. Sed a nisi. Nullam enim ipsum, vulputate in, • Beleggen in aandelenfondsen
Nunc vitae sapien sed sem fringilla interdum.
posuere ac, fringilla ac, est. Sed tincidunt luctus turpis. Etiam quis pede sit
In vitae augue. Donec ultricies. Donec felis.
amet auctor egestas. Slimrisus beleggen
Sed a nisi. Nullam enim ipsum, vulputate in,
• Eigen regels stellen, op zoek gaan naar feiten in media
posuere ac, fringilla ac, est.
• Relatie: conjunctuur en koersen (conjuncturele aandelen), rente en financiële sector, olieprijs en energiesector • Beleggingsstijlen: actief beleggen (speculeren) versus passief
Opdracht 1.4
Proin cursus est scelerisque felis. Praesent nisl. Nullam beleggen (strategisch beleggen voor dealange termijn)tellus. Sed at lectus
Sed tincidunt luctus turpis. Etiam quis pede
eu turpis ultricies vulputate. Mauris et pede. Sed tempus. Pellentesque vel • Duurzaam beleggen
sit amet risus auctor egestas. Etiam et lorem
purus nec tortor commodo sollicitudin. Integer tincidunt ligula placerat
sit amet erat molestie aliquam. Ut dolor felis,
lacus. Case Zelf beleggen
porttitor eu, pellentesque et, fringilla eu.
• Performance van een onderneming bekijken • Zelf een afgewogen oordeel vormen • Op basis hiervan een eigen portefeuille samenstellen en beheren
26
Leren beleggen 2013
Vragen module 6 Vragen niveau 1
Vraag 1 Wat is het verschil tussen een negatieve en
Maak je als belegger een negatieve selectie, dan sluit je bepaalde beleggingen
positieve selectie?
uit, omdat ze niet voldoen aan jouw criteria. Positieve selectie is het omgekeerde: je kiest juist bepaalde beleggingen omdat ze zich op een positieve wijze onderscheiden. Een bedrijf laat zien dat het producten maakt die bijdragen aan een gezonder milieu of een bedrijf zet zich extra in voor gelijke behandeling van alle medewerkers terwijl dat niet gebruikelijk is in het land waar het bedrijf is gevestigd.
Vraag 2 In het lesmateriaal staan drie groepen activi-
a) Aandelen van een producent van zonnepanelen (1B)
teiten genoemd, die van belang kunnen zijn
b) Staatsobligaties van een land waar vrouwen niet naar school mogen (3B)
bij duurzaam beleggen. Hieronder zie je ze
c) Aandelen van een toeleverancier van metaal aan een wapenproducent (2A)
nog eens in een schema. In welke categorie
d) A andelen van een fabrikant van goedkope waterputten voor ontwikke-
vallen de hiernaast genoemde beleggingen?
lingslanden (2B)
Negatief
Positief
1A. Schadelijk voor het milieu
1B. Levert een goede bijdrage aan het milieu
2A. Onethisch, draagt niet bij aan een duurzame samenleving
2B. Ethisch, draagt bij aan een duurzame samenleving
3A. In strijd met de rechten van de mens
3B. In lijn met de rechten van de mens
Vragen niveau 2
Vraag 3 Er zijn drie soorten activiteiten waar beleg-
Voorbeelden:
gers extra kritisch naar kijken. Kun jij bij elke soort twee voorbeelden geven van een be-
Milieu:
drijfsactiviteit of een werkwijze waardoor be-
• Ontwikkeling van nieuw type auto’s die extra zuinig rijden
leggers het bedrijf juist positief selecteren?
• Nieuwe recyclingtechnieken • Onderzoek naar reiniging van vervuild water •B ouwmethoden die het milieu minder schaden, bouwen op zee zonder het ecosysteem aan te tasten Positieve bijdrage aan de maatschappij: • Bedrijven die goede doelen steunen • F inanciële instellingen die micro-kredieten verstrekken aan ondernemers in ontwikkelingslanden • Bedrijven die goedkope waterputten ontwikkelen, voor ontwikkelingslanden • ‘Fair-trade’ organisaties Rechten van de mens: •B edrijven die alle medewerkers gelijke kansen geven/eerlijk behandelen, terwijl dat in het land waar het bedrijf is gevestigd niet gebruikelijk is Leren beleggen 2013
27
Vraag 4 Hoe kun je door middel van stem- of spreek-
Door spreektijd aan te vragen kun je aandacht vragen voor bepaalde onder-
recht tijdens een aandeelhoudersvergadering
werpen. Je kunt ook vragen stellen. Daardoor ‘dwing’ je een bedrijf openheid
invloed uitoefenen op het duurzaamheidsbe-
van zaken te geven over hun toekomstvisie en duurzaamheidsbeleid. Stel dat
leid van een onderneming?
een bedrijf niet wil antwoorden of kenbaar maakt dat het geen duurzaam beleid voert of wil voeren, dan kun je als (groep) beleggers besluiten je aandelen te verkopen. Gebeurt dat massaal, dan daalt de waarde van het aandeel van het bedrijf. Belangrijke investeringen worden voorgelegd aan de aandeelhouders. Door voor of tegen deze plannen te stemmen heb je invloed op de koers van een bedrijf en kun je het bedrijf stimuleren een duurzamer beleid te voeren.
Opdrachten Opdracht 1 Kies (met een groep leerlingen) één van de beursgenoteerde organisaties uit het KBCBeursspel. Probeer in bijvoorbeeld een week tijd zoveel mogelijk belangrijke en recente informatie over dit bedrijf te verzamelen. Lees goed de krant en kijk op internet. Kijk of je berichten kunt vinden over de branche en de koers van het aandeel. Misschien zijn er ook algemene economische en politieke ontwikkelingen die de koers van het aandeel beïnvloeden? Maak een verslag van 500 tot 750 woorden over je bevindingen. Opdracht 2 Bediscussieer met elkaar in welke aandelen of obligaties je wel of niet zou beleggen. Wat zijn voor jou belangrijke criteria? Opdracht 3 Neem deel aan het KBC-Beursspel! • Stel samen met je klasgenoten een klas-
Weet u wat KBC voor uw school kan betekenen?
portefeuille samen en schrijf je in voor de klassencompetitie (www.kbc-beursspel.be). • Verhoog je winkansen.Schrijf je ook in met een persoonlijke portefeuille voor de individuele competitie. • De wedstrijd loopt van 4 februari tot 15 maart 2013. Inschrijven kan vanaf 7 januari.
28
Leren beleggen 2013
KBC Bank & Verzekering biedt een waaier aan educatieve pakketten aan. Ontdek het allemaal op www.kbc.be/scholen.
assen zich 13 kunnen kl 20 i ar u n ja Vanaf 7 el.be.voor .kbc-beurssp w w w a vi inschrijven ! rsspel 2013 het KBC Beu
Verantwoordelijk uitgever: KBC Global Services NV, Havenlaan 2, 1080 Brussel, België. BTW BE 0465.746.488, RPR Brussel, bankrekening 734-0089023-83. (BIC KREDBEBB – IBAN BE 14 7340 0890 2383) 09-2012