Tekst lezing Michel Vandenbosch op Campus Tant (22 november 2009)
Lekker eten met een geweten. Over dierenrechten: meer dan goede smaak. Het woord “smaak” heeft verschillende betekenissen volgens van Dale: in de eerste plaats : “het zintuig waarmee men proeft, waarmee men eigenschappen van spijzen en dranken als zodanig kan onderscheiden wanneer die in de mond komen”. In dezelfde lijn betekent “smaak”: “welbehagen in een bepaalde spijs of drank”. “Welbehagen, lust, genot” is een andere betekenis. In eerder figuurlijke zin betekent “smaak” ook : “neiging, voorkeur, persoonlijke waardering”. “Smaak” kan ook verwijzen naar : “wat volgens de heersende opvattingen goed staat, verfijning of voornaamheid tekent”. In de Week van de Smaak die – als ik het goed voorheb - vandaag zijn laatste dag ingaat, lag, afgaand op de berichtgeving terzake in de massamedia, de nadruk uitsluitend op de betekenissen van “smaak” die met eten te maken hebben, en dan vooral op het genot dat met eten gepaard gaat. Anders gezegd: de hedonistische dimensie van het nuttigen van voedsel in onze boergondische eetcultuur. De tegenhanger van het woord “smaak” is “smakeloos”. “Smakeloos” betekent : “Niet van goede smaak getuigend”. “Smakeloosheid” betekent “gebrek aan goede smaak”. De beelden die ik u nu ga tonen kreeg u niet te zien tijdens de Week van de Smaak. Deze beelden verschenen deze week in geen enkele krant, in geen enkel tijdschrift, in geen enkel televisieprogramma, in geen enkele kookrubriek en in geen enkel kookprogramma. Welkom in de kippenhel. Hierin brengt de gemiddelde leghen voor het grootste deel van de industriële eiproductie haar leven door. In een batterijkooi waarin één hen 1 A4 ruimte gegund wordt. De slechtste leefomgeving voor een leghen, besloten de wetenschappers van de Europese Commissie reeds 10 jaar geleden. Kippen kunnen 10 jaar oud worden. Een leghen wordt na 13 maanden geslacht om als soepkip te eindigen. Men zou kunnen denken: dat is toch geen leven voor zo’n dier. Gelukkig dat dit kiponwaardig bestaan niet langer dan 13 maanden gerekt wordt. Slachten lijkt dan een daad van barmhartigheid. Maar is het werkelijk barmhartig deze dieren met 12 of meer opeengepakt in een transportkrat te vervoeren naar de slachterij om ze met de kop omlaag ruw aan hun poten vast te haken. De kop komt in aanraking met water dat onder stroom staat wat er voor moet zorgen dat de dieren bedwelmd raken. Maar omdat zo aan de poten in metalen haken hangen, een zeer
1
onaangename ervaring is voor kippen, verweren de dieren zich, ze fladderen hevig met hun vleugels waarbij ze zich ernstig kunnen verwonden. Tja, broze botten bij gebrek aan beweging in een legbatterijkooi breken gemakkelijk. Die heftige bewegingen hebben in vele gevallen tot gevolg dat leghennen hoegenaamd niet bedwelmd zijn wanneer het mechanische slachtmes hen de keel overhaalt. Het zelfde lot wacht de vleeskippen die met 30 000 vleeskuikens in één loods met 24 dieren op 1 vierkante meter op mekaar gepakt zitten en in nauwelijks 42 dagen van kuikens van enkele tientallen grammen uitgroeien tot kippen van meer dan 2 kg. Ze lijden aan brandwonden aan de voetzolen, dat is het effect van de ammoniak van hun uitwerpselen, en aan buikzucht, vocht dat zich ophoopt rond de inwendige organen. Voor een habbekrats te koop onder plasticfolie in de rekken van uw supermarkt en met zichtbaar enthousiasme voor u bereid door de Piet Huysentruits van deze wereld. Smakelijk … of smakeloos? Deze wereld kent ook mensen die aanklagen wat al deze dieren wordt aangedaan en op de bres staan voor betere leefomstandigheden voor deze dieren. Mensen die wijzen op de noden en behoeften van deze dieren. Plots smaakten de biefstukken niet meer Herinnert u zich nog de beelden die ons land in rep en roer zetten. Dolle koeien- en andere dioxineplagen waren nog niet helemaal uitgewoed. De beelden die GAIA negen jaar geleden met verborgen camera filmde op de veemarkten van Anderlecht en Ciney toonden de schokkende werkelijkheid: meedogenloze veedrijvers en –handelaars gingen zich systematisch te buiten aan mishandelingen en wreedheden zonder de minste bekommernis om het lijden van de dieren. In de eerste weken nadat we de beelden publiekelijk onthulden ging de verkoop van rundsvlees met de helft achteruit. De biefstukken smaakten toen niet meer. De overgrote meerderheid sprak schande van de beulen van Anderlecht en Ciney. Dezelfde mensen die opkomen voor het kippenwelzijn eisten gerechtigheid voor het vee dat op de veemarkten mishandeld wordt. Konijn uit de batterij Van het bestaan van batterijkippen hebben de meeste mensen wel al gehoord. Maar dat er ook konijnen op grote schaal in batterijen worden gehouden voor de industriële productie van konijnenvlees, was bij het grote publiek helemaal niet bekend. Tot GAIA in april dit jaar de wantoestanden in deze onderbelichte sector onthulde. Hoge sterfte, kannibalisme, kortom de wijze waarop konijnen voor de vleesproductie intensief gekweekt worden, is een moordaanslag op het dierenwelzijn. De dieren kunnen nochtans in beduidend betere leefomstandigheden gehouden worden. Zeugen in de box, biggen gecastreerd Ziehier de beruchte metalen zeugenboxen waarin vrouwelijke varkens hun drachtige leven lang opgesloten worden en zich niet kunnen draaien of keren. Ze komen er enkel uit om biggen te werpen in een ‘kraamhok’ waarin ze zich evenmin kunnen draaien of keren. “Smakeloos” vond Vlaams minister-president én minister van landbouw Kris Peeters een van onze acties tegen onverdoofde biggencastratie, waarbij de minister onderging wat jaar na jaar meer dan 5 miljoen biggetjes wordt aangedaan. “Ook ik ben al slachtoffer geweest van GAIA-acties”, antwoordde minister Peeters op een parlementaire vraag naar aanleiding van onze meest recente campagne tegen biggencastratie. De minister kon er toen al niet mee lachen, zeker niet toen onze ‘Operatie onverdoofde Kris Peeters-castratie’ het VTM-nieuws haalde. Nog smakelozer vonden de boerenorganisaties dit campagnebeeld. In De Ochtend op Radio 1 zegde kersvers parlementsvoorzitter Jan Peumans in een vraaggesprek over de actualiteit dat hij onze campagne bijzonder geslaagd vond. De boerenorganisaties – Piet Vanthemsche, de voorzitter van de Boerenbond op kop – vonden onze knip-oog “misplaatst”, een “slag onder de gordel”, “getuigend van bijzonder slechte smaak”. Vooral onze oproep om varkensvlees te boycotten zolang varkenshouders biggen onverdoofd castreren, was in het verkeerde keelgat geschoten. Toen we 20 000 roze ballen dropten in de inkomhal van de hoofdzetel van de Boerenbond riep Vanthemsche met onze lange baard-advertentie in de hand uit : “dit is racisme”.
2
Geanimeerd massagebedrog Is het niet merkwaardig dat de antropomorfistische reclamespots voor varkensvlees die tonen hoe animatievarkens die zich modern menselijk gedragen op allerlei manieren verwend worden – inclusief massages – blijkbaar geenszins smakeloos of misplaatst gevonden worden door minister Peeters en de verenigde varkenshouders. Men kan de waarheid nochtans moeilijk meer geweld aandoen dan met dergelijke spots die de mensen de indruk geven dat intensieve varkenshouderij garant staat voor een paradijselijk luxebestaan voor de dieren. De bedoeling is de mensen een goed gevoel te geven over varkensvlees. Om op die manier de verkoop van varkensvlees te stimuleren. Dit is zoiets als in die film, The Matrix. Mensen nemen een virtuele wereld aan voor de realiteit. Misplaatst of smakeloos is hier niet het juiste woord. Dit ruikt verdacht veel naar bedrog. Minister Peeters noemt zich een slachtoffer van GAIA-acties. Maar 5 miljoen volkomen weerloze dieren, de enige echte naamloze slachtoffers van overigens volstrekt onnodige mishandeling, worden niet als zodanig erkend… Voer voor sadisten Hier reppen de nieuwe televisiesterren, onze meesterchefs, de Peter Goossenssen en de Sergio’s van deze wereld met geen woord over wanneer ze foie gras de hemel inprijzen. Laat het hen dan volkomen koud hoe deze dieren onbeweeglijk vastgehouden in individuele batterijkooien van 30 cm op 30 cm gemarteld en ziek gemaakt worden voor foie gras? U ziet hoe de “gaveur” een pneumatisch aangedreven trechterbuis uit de slokdarm van een eend trekt terwijl hij al de bek van een andere eend tussen duim en wijsvinger gedrukt houdt , klaar om in de geopende bek machinaal een maïsbrei diep tot in de voormaag van het dier te spuwen onder hoge druk. Dit gebeurt 2 keer per dag, twaalf dagen lang. Na twaalf dagen is de lever van zo’n eend tot 9 keer groter geworden. Wat oorspronkelijk een gezonde lever was, bloedrood van kleur, ziet er nu geelachtig beige uit: een zieke lever, die niet langer in staat is als een zuiveringsstation te functioneren. De dieren worden na twaalf dagen geslacht. Wordt er een dag langer gewacht, dan bezwijken ze allemaal aan de gevolgen van de gavage. Dit gezegd zijnde, leert onderzoek dat de sterfte voor de slacht al ontstellend hoog is. In een gewone eendenkwekerij is de gemiddelde sterfte na 12 dagen 0, 2 %, in een bedrijf dat eenden onder dwang vetmest voor foie gras loopt de gemiddelde sterfte op tot 4 %, ofwel 20 keer hoger! “Foie gras: voer voor sadisten!” De NMBS weigerde deze affiche uit te hangen in zijn stations. Volgens de NMBS zouden haar klanten er aanstoot kunnen aan nemen. De NMBS vond onze affiches “smakeloos”. Precies door die weigering kreeg onze affichecampagne bijzonder veel aandacht in de binnenlandse media en vond ze ook weerklank in de buitenlandse pers. Kelen en kantelen Ik heb het met u gehad over het leed van meer dan 5 miljoen biggen die onverdoofd gecastreerd worden. Maar wat met de tienduizenden runderen en honderdduizenden schapen in ons land die onverdoofd geslacht worden? Voor rituele doeleinden? Hier ziet u een beeld van een rund dat in de zogenaamde kantelbox wordt gefixeerd. Het gefixeerde dier wordt gekanteld zodat het omgekeerd op de rug komt te liggen met de hals naar boven gekeerd, en dan wordt het gekeeld. Deze methode veroorzaakt onnodig extra lijden want het dier stikt in zijn eigen bloed. Overigens kan het minuten duren vooraleer zo’n koe met zekerheid het bewustzijn verloren heeft, waardoor het geen pijn meer voelt, en daarna sterft. Het kan nog erger: een rund wordt eerst gekeeld en pas daarna gekanteld. Gevolg: nog meer onnodig lijden. Een deel van de runderen en schapen wordt inderdaad voor rituele doeleinden geslacht zonder bedwelming. Maar wat de wetgever in 1986 bedoeld had als de uitzondering, een ontheffing van de wettelijke verplichting tot bedwelming van de dieren voorafgaand aan het kelen voor rituele slachtingen, is bijna een kwart eeuw later de regel geworden, althans wat schapen betreft. 92 % van alle schapen die geslacht worden in België worden zonder enige bedwelming de keel overgehaald. Ik herhaal: zonder enige bedwelming, waardoor die dieren onnodig lijden. Waarom worden zo goed als alle schapen in ons land zonder bedwelming geslacht? Omdat vleesgrossisten op die manier steeds meer schapenvlees op de halal-markt verkocht krijgen. Twee vliegen in één klap: de gewone maar onwetende consument, die indien hij of zij het zich aantrekt mogelijk niet beter meent dan dat al dat schapenvlees komt van dieren die niet geleden hebben, en de moslim, die gelooft dat het pittavlees 100 % halal is, zoniet zou het wel nooit als zodanig verkocht worden.
3
Dat nagenoeg alle schapen onbedwelmd geslacht worden, wordt zonder boe of ba, met uitgestreken gezicht, als was het de normaalste zaak van de wereld, ook bevestigd door de Belgische slachthuizenfederatie. En daar komt men ook ongestraft mee weg. Industreel én onverdoofd geslacht Wie terecht gekant is tegen rituele slachtingen waarbij de dieren onbedwelmd (of onverdoofd) geslacht worden én schapenvlees eet, moet beseffen dat hij naar alle waarschijnlijkheid vlees eet van schapen die ritueel geslacht zijn, althans in technische zin. Wie als moslim denkt dat hij 100 % zuiver halal schapen – of rundsvlees eet van dieren die in Belgische slachthuizen geslacht werden, moet weten dat hij in vele, en ik sluit niet uit in de meeste gevallen bij de neus genomen wordt. Daarvan ziet u hier slechts één voorbeeld: bij halal-slachtingen mogen dieren in afwachting dat zij geslacht worden geen andere dieren zien die geslacht worden of geslacht werden. Alvast in dit Belgische slachthuis wordt die regel overduidelijk met de voeten getreden. Slachten zonder bedwelming of verdoving van dieren is een bijzonder ingrijpende aanslag op het dierenwelzijn. Daardoor wordt immers ernstig lijden teweeg gebracht. Bovendien bestaan de technieken om dieren te slachten op een wijze die hen quasi ogenblikkelijk gevoelloos maakt voor pijn. Op grond van wat we recent hebben kunnen vaststellen, kan ik u dit zeggen: Belgische slachthuizen zijn niet vrij van wantoestanden. Hoe er met slachtdieren anno 2009 wordt omgegaan aan de slachtlijn in onze moderne slachthuizen is zeer zorgwekkend, alarmerend tot volstrekt onaanvaardbaar. Dit heeft ongetwijfeld te maken met de grootschalige, industriële aard van de slachtpraktijk: Time is Money! Aan de slachtlijnen moet het vooruit gaan. Wat op een gegeven ogenblik nog een levend dier was, is enkele minuten later al vakkundig herleid tot een vleeskarkas. Snelheid primeert. Efficiency is het ordewoord. Maar hoe komt het dan dat er in die zogenaamd streng gecontroleerde slachthuizen vanuit het oogpunt van het dierenwelzijn zoveel misloopt? Zoals ik eerder al aangaf, werkt het systeem dat op industriële leest geschoeid is, mistoestanden in de hand. De overheidscontrole schiet jammerlijk tekort. Het systeem schept een voedingsbodem voor normvervaging, gewenning én verruwing, zowel bij de werknemers (de slachters) als bij de controleurs. Het zijn de dieren die daar een onaanvaardbaar hoge prijs voor betalen. De vraag is welke prijs – en dan bedoel ik niet de prijs van het vlees - wij, mensen betalen? Inboeten aan menselijkheid Wat wij de dieren aandoen, doet ons inboeten aan menselijkheid. Dat is volgens mij de prijs die wij betalen. We doen geen boete, we boeten in aan menselijkheid. Het is geen goede zaak voor onze menselijkheid als we steeds meer het gevoel verliezen dat de bekende Amerikaanse neuroloog Oliver Sacks had bij het verlaten van een slachthuis: “een enorme opluchting, moreel, om weg te geraken van het idee van het doden”. Een van onze activisten zei me ooit: “Ik zou geen wet eisen die slachthuizen verbiedt. Ik zou een wet willen die elk slachthuis verplicht de muren te vervangen door glazen doorkijkwanden. Wedden dat het dan sneller zou dagen bij de mensen.” Naar schatting worden wereldwijd jaarlijks 60 miljard dieren geslacht. Dat zijn 2000 dieren per seconde. 2000 per seconde. We tellen tot 10 en hop: 20 000 dieren geslacht. Maak u geen illusies: de meeste van die 20 000 dieren, zoniet allemaal, hebben op een of andere wijze, in meer of mindere mate, geleden, in alle schakels van de productieketen, ‘on the farm’ zoals de Engelsen zeggen, tijdens het transport over kortere of langere afstand, op de veemarkt en/of het slachthuis. Wellicht ligt het aantal dieren dat wereldwijd geslacht wordt nog een pak hoger. Stel dat alle slachthuizen letterlijk transparant zouden worden, zouden de mensen dan tot andere inzichten komen zoals onze actievoerster meent? Zou best kunnen. Maar dan zou dit idealiter zeer snel moeten leiden tot een revolutionaire omkering van waarden, waarbij een dier niet langer als een manipuleerbaar en vervangbaar object, als een reservoir van eiwitten, wordt gezien, maar als een levend wezen met gevoel, een individu met een unieke eigenheid, om niet te zeggen persoonlijkheid tot op zekere hoogte, een kwetsbaar, broos individu ook dat om die reden met respect in de ware zin van het woord behandeld wordt: met respect betekent: zorgzaam, een houding van bezorgdheid en bekommernis aannemen. Zorg dragen voor de ander betekent erover waken dat die andere geen schade berokkend wordt, in bescherming nemen, zich als een beschermend schild opwerpen voor de ander die men onder zijn of haar hoede neemt. Zorgzaam tegenover afhankelijken maakt ook integraal deel uit van onze menselijkheid in de ethische zin van het woord. Het tegenovergestelde van wreedheid dus, waarbij “wreed” staat voor opzettelijk en nodeloos hard, meedogenloos, gemeen, hardvochtig. Een wreedaard kan ook bruut, barbaar of beul genoemd worden, iemand die zich inspant of erop aanstuurt om anderen leed aan te doen. Wreedheid kan ook slaan op onbarmhartigheid, op gevoelloosheid in de zin van een totaal gebrek aan zorgzaamheid, bekommernis en mededogen. Dat zijn de betekenissen die van Dale geeft aan het woord “wreed” of
4
“wreedheid”. De Britse Oxford Advanced Dictionary of Contemporary English zowel als de Longman Dictionary of Contemporary English geven aan “wreedheid” een ruimere betekenis. Wreedheid kan zich uiten in het toebrengen van pijn of lijden, op de bereidheid anderen pijn te doen of te doen lijden, zonder meer. Maar wreedheid kan ook de onverschilligheid tegenover het lijden van anderen inhouden. Ook de onverschilligheid waarmee iemand een dier doet of ziet lijden. “Foltering die ik niet wil en zal verdedigen”: zo reageerde de toenmalige Europese Commissaris David Byrne, bevoegd voor volksgezondheid en dierenwelzijn, op de wreedheden van Anderlecht en Ciney. Maar de beulen van Anderlecht en Ciney zijn wel degelijk mensen. De slachters in de slachthuizen voeren niet alleen slecht betaalde, maar in hun ogen saaie routineklussen uit. Van hen wordt, althans in theorie, een bepaalde technische kennis verwacht zodat de slachting technisch en legaal correct wordt uitgevoerd, evenals de capaciteit om desgevallend bij te sturen, een bepaald reactievermogen dus dat evenwel technisch blijft. Maar van een slachter wordt geen morele betrokkenheid verwacht bij het dier dat pijn lijdt. In de specifieke slachthuisbiotoop laat het lijden van slachtdieren deze mensen in morele zin geheel onverschillig. De goede slachter is hij die geen morele betrokkenheid voelt met de dieren die hij slacht. Dat kan ook moeilijk anders. Hoe hou je dat anders vol als mens? Zoniet loop je daar toch meteen weg, zoals Oliver Sacks. Uw biefstuk had een gezicht Het is de morele onverschilligheid die mensen onmenselijk maakt. Dat is de paradox. Bij elke slachting verliest de slachter een stuk van zijn menselijkheid. Dieronwaardig is ook mensonwaardig. Maar een mens kan zich immoreel of amoreel gedragen, hij is en blijft steeds een mens, ook in de slachthuizen.Wat Hannah Arendt de banaliteit van het kwade genoemd heeft, speelt zich ook af in de slachthuizen. It’s nothing personal, it’s strictly business. Achter ondoorzichtige muren, veilig onttrokken aan het oog van de burger die als consument in alle rust geniet van zijn biefstuk. Maar die biefstuk had een gezicht. Het gezicht van een kwetsbaar en nagenoeg volledig weerloos dier dat geleden heeft. Enkele dagen geleden verscheen er een bericht dat een stier die ontsnapt was uit een Vlaams slachthuis door de politie doodgeschoten was. Een fait divers, waar weinig mensen, vermoed ik, van wakker liggen, of tenminste zich vragen over stellen. Ik stel me daar wel vragen over. Een stier ontsnapt niet zomaar uit een slachthuis. Het dier moet in paniek geslagen zijn. Maar wat deed hem in paniek slaan? Wat is daar gebeurd in dat slachthuis? Kreeg hij onophoudelijke stokslagen, werd hij met de stroomstok gemarteld? Slechts even leek hij meester van zijn eigen lotsbestemming. Hij bekocht zijn drieste ontsnappingspoging met de dood, toen hij zich bedreigd voelde door politieagenten die hij aanviel. “Terwijl we over de droom van vrijheid en gerechtigheid voor iedereen praatten, lag er een biefstuk op ons bord. Ik zit hier ellende te eten, dacht ik bij de eerste hap. En ik spuugde hem uit.” Zo beschrijft de zwarte schrijfster Alice Walker hoe ze vegetariër werd, net zoals ook de weduwe van Martin Luther King gestopt is met vlees te eten. Eten met of zonder geweten? Wie het in ieder geval allemaal niet aan zijn hart laat komen is onze sympathieke, eeuwig goedlachse, buitenmatig populaire Piet Huisentruyt evenmin als zijn collega’s televisiekoksterren. Hun bijdrage aan het instandhouden van het systeem dat verantwoordelijk is voor onnoemelijk veel dierenleed is ongeëvenaard. Piet en co gaan uit van het mijns inziens foute oordeel dat dierenleed – in hun ogen wellicht meer vermeend dan reëel – hun verantwoordelijkheid niet is. Hun job is koken. Alles wat eetbaar is, moet men kunnen bereiden. Zo smaakvol mogelijk. Punt. Zij zien het eendimensionaal: het product vlees – van foie gras tot kreeft – herleiden zij tot het strikt culinaire. Al de rest is irrelevant of gaat hen niet aan. Relatieve uitzondering is de wereldbekende Britse TV-kok Jamie Oliver, die zich publiekelijk al meer dan eens uitsprak tegen intensieve veehouderijpraktijken en zelf campagne voerde tegen dierenleed. Lekker eten boven alles, zonder zich lastige gewetensvragen te stellen. Het is dat soort – ongetwijfeld goedgemaakte – hedonistische intoxicatie van de geest, die de mensen in een voortdurende staat van morele verdoving brengt. Pas wanneer GAIA erin slaagt het verborgen dierenleed via de media aan het licht te brengen, worden ze met een schok uit hun lethargie wakker geschud. Dit soort shocktherapie, die we onmogelijk om de week kunnen toedienen, blijft bij de ene al langer nazinderen dan bij de andere. En sommigen komen precies door dergelijke bewustwordingsschokken zoals Alice Walker tot het besef dat ze bij de eerste hap biefstuk ellende eten.
5
Bij de gedachte alleen al aan verborgen GAIA-camerabeelden breekt bij de gemiddelde slachthuiseigenaar het angstzweet uit. Een cameraploeg van Man bijt Hond daarentegen wordt vermoedelijk met de rode loper ontvangen. Hoe zou dat komen? We heersen over dieren met quasi naakte macht, macht waarvan de machthebbers denken dat die geen instemming behoeft, om Bertrand Russell te parafraseren “De botsing van immorele macht met machteloze moraal vormt de belangrijkste crisis van onze tijd.” Wijze woorden die Martin Luther King veertig jaar geleden uitsprak, maar die aan actualiteit niets hebben ingeboet. Evengoed van toepassing op onze intermenselijke relaties als op onze omgang met dieren. Ook de Gentse ethicus Etienne Vermeersch pleit voor de uitbreiding van de menselijke solidariteit naar de komende generaties en het meevoelen met alle dieren die kunnen lijden. Volgens hem zou de authenticiteit die onze zorg voor de medemens vertoont “twijfelachtig blijven zolang men door de ene expressie van lijden (bij mensen) wordt ontroerd en door een andere (van een dier) helemaal niet”. Sinds de oprichting van GAIA in 1992 behoren drie gebeurtenissen die aan GAIA gelinkt zijn tot het collectieve geheugen in ons land: de barbaarse straatpaardenkoersen van Sint-Eloois-Winkel en Krombeke die in 1995 wettelijk verboden werden, mijn aanranding op 9 september 1998 toen ik op de paarden- en kleinveemarkt van Anderlecht meedogenloos in mekaar geslagen werd door veehandelaars, en de wreedheden op de veemarkten van Anderlecht en Ciney, die GAIA op 16 november 2000 onthulde. Maar we vergeten zo snel. Alles gaat in onze samenleving ook allemaal zoveel sneller dan pakweg twintig jaar geleden, nog maar twintig jaar geleden. Via de televisie wordt ons netvlies dag in dag uit gebombardeerd met een onophoudelijke stroom beeldinformatie, waaruit we noodgedwongen moeten selecteren, die we zelf moeten kunnen duiden, of waarvan we ons kotsbeu geïnformeerd van afsluiten. Maar dreigt een overkill aan informatie over al het lijden in de wereld ons niet onverschilliger te maken, uit zelfbescherming? Televisie, in onze cultuur de voornaamste bron van informatie, en binnenkort zowat in alle culturen, moet in onze tijd vooral entertainen. De meeste mensen willen niet geïnformeerd, maar geëntertaind worden. De juiste mix tussen beide kan er net nog mee door. Maar het moet allemaal leuk blijven voor de mensen, de obligate en onvolprezen documentaires over de tweede wereldoorlog en de shoa op canvas voor de meerwaardezoeker niet te na gesproken. Is er dan hoop voor de dieren op een betere en waardiger toekomst? Mijn antwoord op die vraag luidt: Ja, zolang er hoop is op meer menselijkheid in de wereld. Zolang er - al was het maar - 1 enkele mens geraakt wordt door het lijden van een of meerdere dieren, zolang is er hoop op beterschap. In vitro vlees van de toekomst Hierop aansluitend, wil ik eindigen met een toekomstbeeld. De mensheid staat voor een aantal keuzes die van kolossaal belang zijn voor de toekomst van onze kinderen, kleinkinderen, toekomstige generaties dieren op onze planeet. U kent het probleem: de opwarming van de aarde. Maar wist u dat de wereldwijde vleesproductie vandaag voor minstens 18 bijdraagt tot de totale uitstoot van CO2. Sommige wetenschappelijke onderzoeksbronnen maken gewag van een nog hoger percentage. Maar laat het 18 % zijn, mensen, dat is enorm. De impact van de wereldwijde vleesproductie wordt ook erkend door het wetenschappelijke internationale panel over klimaatverandering van de Verenigde Naties, en onlangs nog door een alom gerespecteerde en voormalige Britse hoofdeconomist van de Wereldbank, Lord Stern. In zoverre dat de interviewer van dienst in het kwaliteitsprogramma Hard Talk van de BBC waar politieke en maatschappelijke wereldautoriteiten aan de tand gevoeld worden over hun opvattingen, aan een lichtjes verbouwereerde Al Gore vroeg of hij al vegetariër geworden was. Nee, dat niet, maar hij voegde er schuchter aan toe dat hij zijn vleesconsumptie gematigd had. Om de huidige menselijke wereldbevolking van meer dan 6 miljard mensen op Amerikaans vleesdieet te zetten, hebben we bijna drie keer zoveel graan nodig dan de wereld vandaag aan graan produceert. Veronderstellen dat we 9 miljard mensen in 2050 op zo’n dieet kunnen zetten, is waanzin, zeggen onderzoekers van het World Watch Institute. Eigenlijk is een beduidende matiging van de vleesconsumptie geen optie meer maar het absolute minimum. En van dat absolute minimum staan we nog heel ver af. Een beduidende matiging van de vleesconsumptie impliceert dat het veel beter is om geen vlees tout court meer te eten. Misschien brengt de toekomst ons nog iets wat velen vandaag als utopische science fiction in de oren zal klinken: in vitro vlees. Met andere woorden vlees dat in de proefbuis gekweekt wordt, vlees waarvoor men geen enkel dier meer hoeft te slachten. Echt vlees dus, maar in de proefbuis gekweekt.
6
Welnu, het zou wel eens sneller realiteit worden dan men denkt. In de Verenigde Staten en Nederland wordt er volop onderzoek naar gedaan. Erg ver is men nog niet gekomen, maar men boekt stelselmatig vooruitgang. Is het een misdaad geen mens te zijn? Aan Leonardo da Vinci wordt de volgende gedachte toegeschreven: eens komt de dag dat mensen zoals ik op het vermoorden van dieren zullen neerkijken zoals zij nu neerkijken op het vermoorden van mensen. Vijfhonderd jaar geleden schreef Leonardo die geen vlees at, in een van zijn beroemd geworden notitieboekjes dat hij geen graf voor dieren wilde zijn. Tot op de dag van vandaag zijn er niet weinig mensen die dergelijke uitspraken “smakeloos” vinden. Sterker nog: heiligschennend. Indien de mensheid van de toekomst - wellicht noodgedwongen om rampspoed te voorkomen - zich in meerderheid deels plantaardig, deels met in vitro vlees zal voeden, dan staat het voor mij buiten kijf dat daarmee gepaard gaand het doden van dieren voor vlees, tenzij uit noodzaak om te overleven, als een misdaad zal worden begrepen en aangevoeld. Terug naar onze tijd: ik kan mij inbeelden dat bij buitenaardse wezens, behept met een gezonde dosis mededogen, die de mensheid zouden vereren met een eerste bezoek, maar door een fout in het besturingssysteem bij vergissing terechtkomen in een modern westers slachthuis, al kokhalzend de vraag zou rijzen welke vreselijke misdaden al deze dieren begaan hebben om een dergelijke straf te moeten ondergaan? Of is het een misdaad geen mens te zijn?
7