Leidsche Leden van het Geslacht Van Musschenbroek. DOOR D R . C. A. CROMMELIN.l)
Familie van Musschenbroek is oorspronkelijk uijt Vlaenderen omtrent Doornik; zij ten tijde der onder Tweede, Spaensche Koning van en Hertog van komen in Familie de Religie omhelsde”. begint Geslachtslijst van Van Musscheneen 18e eeuwsch handschrift van Jan Willem Musschenbroek (1729-1807). Wij lezen hierin verder, niet alle leden familie naar Holland gevlucht zijn, maar dat sommigen in Duijtsland verspreijdt”, anderen ,,sig ter zeevaert hebben, maar van dezen weet schrijver blijkbaar niets verder te vertellen. Beter is hij op hoogte van Joost van Musschenbroek, die zich met zijn vrouw Levina in laatst der 16de eeuw te Leiden gevestigd heeft, stamvader van de Mededeeling No. 47 uit het Nederlandsch Historisch Natuurwetenschappelijk Museum te Leiden. Onder berusting van den Heer G. van Musschenbroek te Bussum.
135 Van Musschenbroeks, die zich in de eeuw een roemvollen naam het der metaalbewerking, in het bijzonder wetenschappelijke instrumentmakerskunst, en der natuurkunde hebben verworven. Joost in Leiden lbegeeven aen het geelkoper gieten”; van zijn tweeden zoon (1590-1663) wordt vermeld, hij geweest een unaecker en allerlije welke doemaels in gebruijk waeren; hij was bekent onder de naem van de Lampemaeker, een voortreffelijk meester van Lamis geweest in het pen. Arij’s oudste zoon Joost Adriaense 1693) is weer geelkopergieter, en ook Leijden en Rhijnlandt”. Ziehier een uittreksel van hetgeen het genoemde handschrift ‘over de oudere Van mededeelt; van hun werk is waarschijnlijk niets meer over of althans niets meer te vinden. Het is natuurer in deze of gene kerk lijk zeer goed mogelijk, te Leiden nog een kerkkroon van hangt, kroon op te sporen is uiterst gedoch de kans ring. Kerkkronen werden niet gesigneerd;
en
Zie, ook voor het vervolg, de achter dit artikel afgedrukte geslachtslijst. Portretten van hem zijn vrouw Mayken van Midden Ouden, in delen, toegeschreven aan Frans van het stedelijk Museum De Laeckenhal te Leiden.
136
wanneer er een naam op voorkomt, dan is het de naam van den schenker 1). De metaalbewerkingskunst, hier is, is gedurende eenige van vader op zoon overgegaan. Zij werd tot een en het verwondert ons ‘derhalve geenszins, dat de zoons van Joost Adriaense van Musschenbroek, (1639-1682) en Johan (1660-1707) laatste helft 17de eeuw deze traditie hebben in voortgezet en uitgebreid met de vervaardiging van wetenschappelijke instrumenten. De tijd was daartoe namelijk gunstig. Met de eeuw begon geest van het onderzoek te veranderen; zag in, de de grondslag voor verdere ontwikkeling der vormen, kortom, experimenteele methode het woord eerst eeuw begon langzaam zeker uit de baan te breken Hierdoor ontstond allengs de vraag wetenschappelijke instrumenten, maar bij het volslagen gebrek aan professioneele instrumentmakers waren de natuuronderzoekers der 17de eeuw nog veelal zelf te maken, natuurlijk met behulp van handwerkslieden, koperslagers en zien wij Christiaan Huygens zijn kijkers en luchtpompen, zijn microscoopjes zelf Volgens mededeeling van Dr. E. H. Ter Kuile, Hoofdcommies aan het Rijksbureau voor de Monumentenzorg te ‘s-Gravenhage. C. A. Crommelin, De Gids, Febr. 1934, Aug. 1936.
137 vervaardigen, de lenzen inbegrepen dergelijke instrumenten toch waren in eeuw in ‘t geheel niet te koop, òf, indien zij al te koop waren, te slecht onderzoek. Een van qualiteit voor wetenschappelijke instrumentmakerij was reeds omtrent het midden der eeuw een des Wat wonder dat Samuel een werkplaats stichtte en zich ontwikkelde tot eerste phische Instrumentmaker in ons Nederlandt, der van Microscopia, Telescopia, anatomische Injicieerspuiten, en veele andere instrumenten.” Veel er overigens over Samuels werkzaamheid niet (bekend; wij weten dat bij voor Jan Swammerdam instrumenten heeft vervaardigd, getuivoorrede tot ge Boerhaave, die Samuel in merdams naturae sive historia insectorum groote en (1737) met eere noemt en hem als schranderste werkbaas” betitelt. Van Samuels werk is, voor mij bekend is, één stuk tot ons gekomen, namelijk een in 1675 voor Leidschen hoogleeraar Burchardus de (1643-1709) gebouwde luchtpomp een eeuwsche fraai stuk van kunst. Johan van Musschenbroek, Joost Adriaensz.’ 13de kind en Samuels 21 jaar heeft dit op waardige wijze voortgezet. en handmicroscoopjes schijnen zijn geweest te zijn. Zeer volledig in het Ned. Hist.
Leiden. Thans in het Ned. Hist.
Museum te Museum te Leiden.
138 van een door den Leidschen hoogleeraar Wolferdus ontworpen en door Johan vervaardigde luchtpomp met cylinder vindt men musea en verzamelingen, eveneens microscoopjes van twee verschillende Evenals Samuel gebruikte hij als modellen. plaatsmerk een (naar een ‘gevelop ‘t deusteen aan zijn ren van Bagijnhofs Poort, hebbende oostersohe en gekruiste Lamp boven aen sijn sleutels van het wapen van De beide broeders zijn ‘betrekkelijk jong gestorven, Samuel op 43 jarigen, Johan op 47 jarigen leeftijd. Nu had Johan echter twee zoons, Jan en Petrus (1692-1761) van wie de eerste door zijn Ofschoon slechts 19 vader in het vak was jaar oud toen zijn vader stierf, heeft hij het zijn oom begonnen en door zijn vader voortgezette kunnen uitbreiden en tot een bloei brengen, dat zijn werkplaats in de eerst helft der eeuw als een der van Leiden goid en geen reiziger met natuurwetenschappelijken zin een bezoek aan zijn werkplaats zou verzuimen. Vooral is hij geworden zijn vriendschappelijke en wetenschappelijke samenwerking met den Leidschen hoogleeraar Gravesande (1688-1742, hoogleeraar 1742); deze toch besefte als eerste, dat een college in Zeer volledig in het Ned. Leiden.
te
139 de natuurkunde behoort opgeluisterd te door proeven. Aangezien de daartoe be-, noodigde instrumenten echter nooit ontworpen en veel vervaardigd waren, vrienden het pionierswerk om deze instrumenten te ontwerpen en te Zonder twijfel hebben hierbij de natuurkundige en de instrumentkundige is de even beroemde als elkaar geïnspireerd en verzameling ontstaan, die door ‘s Gravesande op zijn colleges en voor zijn onderzoekingen gebruikt werd en door hem beschreven en afgebeeld is in zijn leerboek Elementa Experimentis Confirmata”. Dit is derhalve de eerste volledige verzameling van instrumenten, die ooit bestaan [heeft, een cultuurmonument op van den eersten rang. natuurwetenschappelijk Leiden dus de bakermat van de natuurkundige instrumentmakerskunst geweest en wij in Jan eersten professioneelen van Musschenbroek natuurkundigen instrumentmaker. Zijn jongere Petrus heeft te Leiden eerst in in de natuurde geneeskunde wetenschappen. Van 1719 tot 1723 was hij Professor in de Philosophie en Mathesis en bovendien Professor. extraordinaris aan de Academie te burg, ‘daarna van 1723 tot 1740 Professor phiae et Matheseos te Utrecht en ten van tot zijn dood in 1761 hoogleeraar in ‘dezelfde wetenschappen te Leiden. Voor het grootste deel in uitstekenden staat aanNed. Museum te Leiden. wezig in
140 Petrus van Musschenbroek was een voortreffelijk physicus, een invloedrijk docent, een ingenieus rimentator, ja, een der vermaardste natuurkundigen is Leidsche flesch van zijn tijd. eerste condensator), in 1745 door hem en zijn leerling Cunaeus uitgevonden of eigenlijk nog eens want Von Kleist dezelfde reeds eenige vroeger gedaan doch niet bekend gemaakt. Over uitzetting van vaste lichamen en over de magnetische aantrekking en ting hij zeer nauwkeurig en met succes geëxperimenteerd en hij is althans in Holland de eerste geweest, die het belang van geregelde meteorologische waarnemingen heeft ingezien en deze ook met veel zorg heeft Toch is niet zoozeer door werk (met een uitzondering van Leidsche flesch), dat zijn naam in de geschiedenis natuurkunde voortleeft als door en zijn werkzaamheid op gebied. Hij was, met Gravesande en Boerhaave, een der groote voorvechters der experimenteele methode; in woord en geschrift, op zijn colleges en in zijn oraties, leerboeken en compendia stond hij in de hres en dit was, aan voor de nieuwe de universiteiten, in de eeuw nog geenszins is Petrus Musschenbroeks in“) Handschrift in de Leidsche Universiteitsbibliotheek,
bovendien nog een groot aantal andere handschriften van Petrus van Musschenbroek, uitgewerkte colleges, enz. Ook Museum handschriften. de de doctorale bullen, enz.
in het Ned. Hist.
141 vloed den ontwikkelingsgang der natuurkunde van groot belang geweest, niet alleen in Holland, maar ook in het met name in het conservatieve geheele eerste helft Frankrijk, waar het gedurende der eeuw aan tegenstanders niet ontbrak. Waren niet Elementa door het des Sçavants doodgezwegen en door Gaste1 lijk na het verschijnen in 1721 vernietigend gecritiseerd? ook de Maar in ‘datzelfde Frankrijk roerden voorstanders. Du La Mettrie, en Nollet maakten in de jaren 1733-1736 reizen naar Holmeesters der methode, land Boerhaave, ‘s en Petrus van broek, te een bevoegd oordeelaar als P. Brunet als trois maîtres hollandais” en te Parijs noemde men den des d’un d’un en men, dat hij zijn lessen gaf ,,conformément usages des célèbres de Leyde et Petrus van Musschenbroek heeft veel geschreven, o.a. verscheidene leerboeken: de (1734) en de (1748) voor zijn studenten, groote ad sophiam naturalem” (1762) en voorts het Les physiciens hollandais et la tale en au 18ième Paris, 1926, p. 108. Een ongenoemde schrijver in: sur les 13 p. 137 sqq; vgl. ook P. Brunet, I.C. p. 117.
142 boek over natuurkunde der Natuurkunde ten landgenooten” een omwerking en voor het ontwikkelde publiek, destijds in Holland zeer talrijk. Ook op het ‘gebied van de constructie van instrunatuurkunde niet vermenten, waarbij de geten werd, heeft Petrus #belangrijk werk verricht, hoewel het pionierswerk door zijn broer Jan en vesande was gedaan. Het Leidsche Museum bezit een groot aantal instrumenten, dat hem afkomstig is. Na Van Musschenbroeks dood in 1761 is en in de familie uitgestorven en hebben zijn kinderen Lelden allengs verlaten. Het geslacht geenszins uitgestorven, beroemin tegendeel, vele dragers van den eens den naam, alle afstammelingen in rechte lijn van dag nog in leven. Petrus, zijn op den NASCHRIFT. Eenige mededeelingen in het reeds genoemde eeuwsche handschrift, aangaande de graven Leidsche waren mij een aanleiding om na te of er van deze graven nog iets te vinden was. van Aangaande broek en zijn vrouw Mayken van Middelen staat verbeijde begraeven in de Hooglandsche meld: Kerk te Leijden in ‘t graf wan sijn vader”.
143 Nu komt in een der gralboeken (VIII, 18) der Kerk een graf voor onder NOS. 127 en 134 in de waarin van Musschenbroek begraven is; tevens vindt in boek een (plattegrond, waarop de plaats van het graf nauwkeurig staat aangegeven. Een onderzoek ter plaatse leerde mij echter, dat de grafsteen verdwenen is en waarschijnlijk het eveneens. De plaats in de Noordkapel, waar het moet gelegen vierkante hebben is thans met veel geplaveid, ten van een herstelling van den vloer. Omtrent Samuel Joostens laatste rustplaats het handsuhrift ons niets In den blaffaard of blaffer (register van inkomsten en uitgaven) van de Kerk van het sterfHooglandsche Kerk en jaar van Samuel, 1682, komt zijn naam echter niet het wel vast staat, dat hij niet in een voor, van deze beide kerken is. Over Johan en zijn vrouw Margareta (het handschrift noemt haar Maria) van der Straeten handschrift: sijn beijde begraeven in de Hooglandsche Kerk op ‘t in graf van Van der Straeten”. Over Jan van Musschenbroek lezen in de Kerk wij eveneens: op ‘t in ‘t graf van Van der Straeten”. In een (VIII, 19) der Hooglandsche Kerk volgende (Fol. 87) : vond ik nu
144
(om het No. 36. De van Pieter van der Straeten 1718 (graf). 1743 Maria van der Straeten, Wed. Jan Musschenbroek. 1748 Jan van Musschenbroek sijnde 16 overleede. 1748 Sara van Musschenbroek sijnde den 29 Septemb. overleede. ‘Voorts in het Journaal van het jaar 1707: eijgen (graf). Lijk van Jan van Mutsenbroek op 18 0 (stuivers). ‘t en in ,,Boek der van den 20 April 1748 tot den . . . Maart 1754 Leijden” (VIII, 31) onder de data 14-21 Sept. 1748: Hoogelandse Kerk: ‘t Lijk van Jan van Musschenbroek Instrumentmaker op ‘t Rapenburg; en onder de data 28 Sept.-5 Oct. 1748: Hoogl. Kerk. ‘t Lijk van Sara van Musschenbroek ongetrouwt op Rapenburg. In reeds (VIII, 18) staat van het waarop de van een platte het graf No. 36 in den ommegang aangegeven. Juist de aangegeven plaats ik gnaf gel) De woorden tusschen zijn ter verduidelijking door mij bijgevoegd. Vermoedelijk een datum van overboeking op de deren van Pieter van der Straeten”. Data der begrafenissen.
Graf
van
Michiel
van
der
Straeten
met
monogram
in
de
Hooglandsche
Kerk.
145 vonden. De grafsteen draagt het nummer 36 en voorts den van Michiel van der Straete, een monogram van de letters M. v. d. S. (zie figuur). Hier is geen twijfel mogelijk, dit is inderdaad het zijn zuster en zijn graf, waarin Jan, zijn vader Johan hun laatste rustplaats hebben gevonden. Over Petrus van Musschenbroek ten lezen in ‘t graf van sijn wij in het tweede vrouw Helena in Kerk vlak voor Deur”. van alle de eijgen Graven in een van de in de (VIII, 9) komt een graf voor (Fol. 209) : No. 79. Arend Kuijk en Dirk Gottenbos, beijde uxoris. 1718. 1728 Aart van Kuijk 1732 Jan 1748 Dirk van Kuijk 1761
van Musschenbroek
Verder in een journaal onder Ontfangst den 28 September 1761 Eijge (graf): ‘t Lijk van
Hr Prof. Petrus van
Middelkerk No. 78 . . . . . . f. 10 6 (stuivers) Dit graf heb ik niet kunnen vinden en het is zeer de
vraag, of het nog bestaat. De geheele middelkerk is Het handschrift vermeldt: Sara Maria van broek, geb. 1696, ongehuwd overleden 29 Sept. 1748 graeven in de Hooglandsche Kerk op ‘t in ‘t graf van Van der Straeten”. (Niet in de geslachtslijst hierachter opgenomen). Zijn naam is echter in de grafboeken niet te vinden.
146 volgebouwd met banken en een houten vloer, waaren electriciteit liggen. Een onder leidingen voor verdere plaatsbepaling in de middelkerk ontbreekt. Zelfs al wilde men de geheele ‘planken vloer opbreken, nog zou het zeer twijfelachtig zijn, of men de juiste plaats van graf zou kunnen vinden. echter de gegevens der grafboeken en journalen ons volle vertrouwen verdienen, acht ik het ook moge zijn, dat Jan Wilzeker, hoe lem van Musschenbroek, schrijver van het handzijn schrift, zich in de plaats van het graf vergist heeft. De naam Alstorphius komt in de boeken niet voor en ,,vlak voor de Deur” is deze naam op de grafsteenen nergens te vinden, noch een nummer 79. Kneppelhout vermeldt in zijn werk over de Pieterskerk noch den naam Van Musschenbroek noch den naam Alstorphius. deze nasporingen heb ik het voorrecht gehad met raad en daad bijgestaan te worden Mejuffrouw F. A. Le Poole, archivaris van duitsch Hervormd Kerkgenootschap te Leiden, die even oordeelkundige als welwillende wijze mij in de Grafboeken en Journalen, ‘berustend in het archief van dit kerkgenootsohap in de Pieterskerk, den weg heeft gewezen en alles voor mij heeft opgezocht; zonder haar hulp zou ik dit onderzoek niet tot een eind kunnen brengen. Hiervoor zeg ik Mejuffrouw Le Poole mijn welgemeenden Mr. K.
C. Kneppelhout van Sterkenburg: De in de Kerk te Leiden, Leiden
147
LITTERATUUR. (behalve A.
Leidsche in de en eeuw. der Ver. Leiden”, 1913. P. Het aandeel van in de wikkeling Natuurkunde gedurende de kaatste 150 jaren. van het Bataafsch Genootschap te Rotterdam, 1769-1919. Siegenbeek. Geschiedenis der Leidsche school, 2 1829-1832. C. A. Catalogus der Historische verzameling van Natuurkundige instrumenten in het Laboratorium der Rijsuniversiteit te Leiden, 1926. mentmakerskunst en proefondervindelijke Natuurkunde, rede uitgesproken bij de aanvaarding van het Lectoraat in de Natuurkunde aan de Rijksuniversiteit te Leiden, den Mei 1925. Leiden, 1925; Physics and the Art of Instrumentmaking at and Centuries (verschenen Leyden in the in: Lectures on Physics Physiology, Netherlands week for amerioan students, Leiden, afbeeldingen van 1926). In al instrumenten en reproducties van portretten; in de laatstgenoemde een iconographie Leidsche Van Musschenbroeks. Thans Omes Laboratorium. De verzameling bevindt zich sinds 1931 in het Ned. Hist. Museum te Leiden.
Jan v. M.
(1639-1682) huwd
onge-
v. M. (1590 1612 Mayken van
Petrus v. M. (1692-1761) huwde Cornelia v. 1724 Adriana van de Water (1694 ?) 1719 -1732) Luchtmans 1757) 1 Dr. Jan Willem v. M. Cornelia huwde 1734-1804)
V.M. (1660-1707) Sara v. M. huwde 1685 Margaretha van der 1710) huwde 1683 (1659-1743) Luchtmans (1652 - 1 7 0 8 )
Joost Adriaensz. v. M. 1693) huwde Mayken van Middelen (1617-1685)
Adriaen -1663) Ravelinghen
Joost v. M. omstreeks 1600) huwde Levina Braekmans
GESLACHTSLIJST DER VAN MUSSCHENBROEKS.
149 In deze geslachtslijst zijn alleen die leden van de familie ons in het bijzonder seeren; (bovendien eenige als drukkers en uitgevers van boeken van en Petrus van familie Luchtmans, families aan elkaar om te doen zien hoe geparenteerd zijn. der jaartallen staan niet geheel vast.