LEICA V - LUX 20 Gebruiksaanwijzing
Beknopte handleiding De batterij is niet opgeladen wanneer de camera wordt geleverd. Laad vóór gebruik de batterij op en stel de klok in. Als u de kaart (los verkocht) niet gebruikt, kunt u foto’s opnemen of afspelen via het ingebouwde geheugen (→14).
Inhoudsopgave
Laad de batterij op.
Voordat u de camera gaat gebruiken Voordat u de camera gaat gebruiken... 6 Lees eerst dit.................................................6 Schade, defecten en storingen voorkomen...7 Gps-functie ....................................................8
Geleverde onderdelen/ Optionele accessoires .......................... 8 Namen van onderdelen ......................... 9
Plaats de batterij en de kaart in de camera.
Cursorknop....................................................9
Schakel de camera in
Voorbereidingen Zet de opname/weergaveschakelaar op
Batterij opladen ................................... 10 Richtlijnen voor het aantal foto’s dan kan worden gemaakt en de opnametijd ............. 11
De kaart (optioneel)/ de batterij plaatsen en verwijderen.... 13 Bestemming voor het opslaan van foto’s (kaarten en ingebouwd geheugen) .............14 Resterende batterij- en geheugencapaciteit .....................................14
Zet de modusknop op
De klok instellen .................................. 15 Klokinstelling wijzigen .................................17
Het menu instellen............................... 18 Menutype ....................................................19
Druk op de ontspanknop en maak foto’s.
Druk half in (druk licht in en stel scherp)
Druk volledig in (druk de knop helemaal in om een foto te maken)
■ Bij het afspelen van de foto’s
1. Zet de opname/ weergave-schakelaar op . 2. Selecteer de foto die u wilt bekijken.
Standaardbediening Basisbediening voor het fotograferen ......................................... 28 Foto’s maken...............................................28 Bewegende beelden opnemen ...................28 De camera vasthouden ...............................29 Modusknop..................................................29
Foto’s nemen met automatische instellingen........................................... 30 Vrolijke kleuren ............................................32 Gezichtsdetectie en gezichtsherkenning.....32 [TRACKING AF] ..........................................32
Foto’s maken met uw eigen instellingen........................................... 33 Scherpstellen voor de gewenste compositie ...................................................34 Richtingwaarnemingsfunctie .......................34
Foto’s maken met zoom ...................... 35 [i.ZOOM]......................................................37 [DIG. ZOOM]..........................................38
Uw foto’s bekijken [NORMAAL AFSP.] ............................... 39 Foto’s verwijderen ............................... 40 Meerdere (maximaal 50) of alle foto’s verwijderen ..................................................41
Gebruik van het menu [SET-UP] ... 20 [KLOKINST.]/ [TOON]/ [VOLUME]/ [GEH VOORK INST] ..............................20 [LCD MODE]/ [BEELDGROOTTE]/ [RICHTLIJNEN]/ [HISTOGRAM] .......21 [OPN.GEBIED]/ [BESPARING] ...22 [AUTO REVIEW]/ [ZOOMOVERZ.]/ [NR. RESET]..........................................23 [RESETTEN]/ [USB MODE]/ [VIDEO UIT]/ [TV-ASPECT] ..............24 [HDMI-FUNCTIE]/ [HDTV Link] .........25 [VERSIE DISP.]/ [FORMATEREN]/ [TAAL] ....................................................26 [O.I.S. DEMO.] ......................................27
Vorige Volgende
2
3
Inhoudsopgave (vervolg) Toepassingen (Fotograferen) Weergave informatie voor opname wijzigen................................................. 42 Fotograferen met een flitser ............... 43 Close-upfoto’s maken ......................... 45 ‘Telemacro’ functie ................................45 [MACRO ZOOM].....................................46
Opstellen van de camera en uw onderwerp binnen het optimale scherpstelbereik .................................. 47 Fotograferen met de zelfontspanner ..................................... 48 Foto’s maken met belichtingscompensatie...................... 49 Opnemen terwijl de belichting automatisch wordt gewijzigd ([AUTO BRACKET]) ............................. 50 Fotograferen met automatisch wisselende beeldverhouding [MULTI-ASPECT].................................. 51 Diafragma instellen en opnemen Modus [LENSOPENINGSPR.] ............. 52 Sluitertijd instellen en opnemen Modus [SLUITERPRIORITEIT] ............ 53 Diafragma en sluitertijd instellen en opnemen Modus [HANDM. BELICHT.] ................ 54 Uw eigen instellingen registreren en opnemen Modus [KLANT] .................................. 55 [GEH VOORK INST]............................55 [KLANT].......................................................56
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [SCÈNE MODE] .................................... 57 [PORTRET]/ [GAVE HUID]/ [TRANSFORMEREN]/ [ZELFPORTRET] ...................................58 [LANDSCHAP]/ [PANORAMA ASSIST]/ [SPORT] ................................................59 [NACHTPORTRET]/ [NACHTL. SCHAP]/ [VOEDSEL]/ [PARTY] .................................................60 [KAARSLICHT]/ [BABY]/ [HUISDIER]/ [ZONSONDERG.] ........61
4
[H. GEVOELIGH.]/ [HI-SPEED BURST]...............................62 [FLITS-BURST]/ [STERRENHEMEL] ...............................63 [VUURWERK]/ [STRAND]/ [SNEEUW]/ [LUCHTFOTO]/ [SPELDENPRIK]....................................64 [ZANDSTRAAL]/ [HOGE DYNAMIEK] ..............................65 [FOTO FRAME] .....................................66
Veelgebruikte scènes registreren [MIJN SCN MODE] ............................... 67 Filmen van bewegende beelden......... 68 Opnametijd op een SD-geheugenkaart van 2 GB ....................................................70
Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie [GEZICHT HERK.] ................................ 72 Gezichtsfoto’s registreren ..........................73 Informatie over geregistreerde personen bewerken of verwijderen ............................75 Gezichtsfoto’s automatisch registreren ......76 Gevoeligheid van de herkenning instellen ..77
De opnamelocatie vastleggen met gps ........................................................ 78 [GPS-INST.].................................................79 De vastgelegde plaatsnaaminformatie wijzigen ......................................................81 De weergave van locatienaaminformatie wijzigen .......................................................82 Klok instellen via gps ..................................83
Nuttige functies voor op reis [REISMODUS] ...................................... 84 [REISDATUM] .......................................84 [LOCATIE] ...................................................85 [WERELDTIJD] ....................................86
Gebruik van het [OPNAME] menu...... 88 [FOTO RES.] ........................................88 [KWALITEIT]/ [ASPECTRATIO]/ [SLIMME ISO] .......................................89 [GEVOELIGHEID].................................90 [WITBALANS] .......................................91 [GEZICHT HERK.]/ [AF MODE] ......92 [PRE AF]/ [MEETFUNCTIE] ............94 [I. EXPOSURE]/ [KORTE SLUITERT.] ............................95 [BURSTFUNCTIE]/ [I.RESOLUTIE] .....................................96
[DIG. ZOOM]/ [KLEUR EFFECT]/ [FOTO INST.]....97 [STABILISATIE]/ [AUDIO OPNAME] ................................98 [AF ASS. LAMP]/ [RODE-OGEN CORR]/ [KLOKINST.] .........................................99
Gebruik van het [BEWEGEND BEELD] menu ................................................... 100 [OPN. KWALITEIT]/ [CONTINU AF]/ [WINDREDUCTIE] ..............................100
Prikbordfoto’s maken/bekijken [PRIKBORD] functie .......................... 101 Prikbordfoto’s maken ................................101 Prikbordfoto’s bekijken .............................102 Zoommarkering .........................................103 Menu [PRIKBORD] ..................................103
Gebruik van het Quick-menu............ 104 Tekst invoeren ................................... 105
Aansluiten op andere apparatuur De opgenomen foto’s en films bewaren ............................................. 128 Weergavebeelden kopiëren via AV-kabels .................................................128
Gebruik met computer ...................... 129 Kopiëren van foto’s en filmbeelden ..........129
Afdrukken ........................................... 132 Meerdere foto’s afdrukken ........................133 Afdrukken met datum en tekst ..................134 Afdrukinstellingen opgeven op de camera ......................................................135
Foto’s op tv bekijken ......................... 136 Beelden weergeven op een TV met HDMI-aansluitbus......................................137 HDTV Link (HDMI) ....................................138
Diversen Toepassingen (Bekijken) Bekijken als lijst (Meerdere afspelen / Kalender afspelen) ............................ 106 Films/foto’s met geluid bekijken ...... 107 Verschillende afspeelmethoden [AFSPEELFUNCTIE] .......................... 108 [DIASHOW].........................................109 [GPS-GEBIED AFSP.]......................... 111 [REIS AFSPELEN] .............................. 112 [CATEGOR. AFSP.] ............................ 114 [FAVORIET AFSP.].............................. 115
Gebruik van het menu [AFSPELEN] ....................................... 116 [KALENDER]/ [TITEL BEW.] ......... 116 [BEWERK PLAATSNAAM] ................. 117 [TEKST AFDR.]................................... 118 [NW. RS.] ............................................120 [BIJSNIJD.]/ [LEVELING] ..............121 [ASPECT CONV.]/ [LCD ROTEREN] ................................122 [FAVORIETEN] ...................................123 [PRINT INST.] .....................................124 [BEVEILIGEN] ....................................125 [GEZ.HERK. BEW.] ............................126 [KOPIE] ...............................................127
Lijst met symbolen op de lcdschermen............................................ 140 Tijdens het opnemen .................................140 Bij het afspelen..........................................141
Weergave berichten .......................... 142 Vraag en antwoord Storingen verhelpen .......................... 144 Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik ................................... 151 Gebruiksrechtovereenkomst voor de locatienaamgegevens ...............................153
Capaciteit/tijd voor het opnemen van foto’s ................................................... 162 Leica Akademie ................................. 164 Leica op internet ................................ 164 Leica Informatiedienst ...................... 165 Leica Klantenservice ......................... 165
5
Voordat u de camera gaat gebruiken Lees eerst dit ■ Maak eerst een testopname! Controleer eerst of u met succes foto’s kunt maken en geluiden kunt opnemen (bewegende beelden/foto’s met geluid). ■ We keren geen vergoedingen uit voor mislukte/verloren geraakte opnamen of voor directe/indirecte schade. Leica keert geen schadevergoeding uit, zelfs niet als de schade wordt veroorzaakt door storingen met de camera of de kaart. ■ Neem zorgvuldig het auteursrecht in acht. • Het opnemen van voorgeregistreerde banden of schijven, of ander gepubliceerd of uitgezonden materiaal, voor andere doeleinden dan persoonlijk gebruik, kunnen een overtreding van het auteursrecht zijn. Zelfs voor privégebruik kan het opnemen van bepaald materiaal aan beperkingen onderhevig zijn.
■ Sommige foto’s kunnen niet worden
afgespeeld • Foto’s die op een computer zijn bewerkt • Foto’s die op een andere camera zijn gemaakt of bewerkt (Foto’s die op deze camera zijn gemaakt of bewerkt, kunnen ook niet altijd op andere camera’s worden afgespeeld) ■ Software op de bijgeleverde dvd De volgende bewerkingen zijn niet toegestaan: • Kopieën maken van de software voor verkoop of verhuur • De software kopiëren naar netwerken
Kenmerken lcd-scherm Er wordt gebruik gemaakt van een extreem hoge precisietechnologie bij de productie van het LCD-scherm. Er kunnen echter enkele donkere of heldere punten (rood, blauw of groen) op het scherm zichtbaar zijn. Dit is geen storing.Het LCD-scherm heeft meer dan 99,99% effectieve beeldpunten met slechts 0,01% inactieve of altijd opgelichte beeldpunten. De spikkeltjes zullen niet te zien zijn op de foto’s die worden opgeslagen op het interne geheugen of een geheugenkaart. Temperatuur van het apparaat Het oppervlak van de camera (vooral de greep enzovoort), de batterij en de geheugenkaart kunnen warm worden tijdens gebruik. Dit veroorzaakt geen problemen met de prestaties of de kwaliteit van Handgreepgebied de camera.
Schade, defecten en storingen voorkomen ■ Voorkom schokken, trillingen en druk ■ Lens • Stel de camera niet bloot aan sterke trillingen of schokken. Zorg dat de camera bijvoorbeeld niet valt of ergens tegenaan stoot, en ga niet zitten met de camera in uw zak. (Bevestig het polsbandje om te voorkomen dat de camera valt. Hang geen andere voorwerpen dan het bijgeleverde polsbandje aan de camera, want die kunnen er teveel druk op uitoefenen.) • Druk niet op de lens of op het lcdscherm. ■ Zorg dat de camera niet nat wordt en steek geen vreemde voorwerpen in de camera. Deze camera is niet waterdicht. • Stel de camera niet bloot aan water, regen of zeewater. (Veeg de camera als deze nat is, met een zachte, droge doek af. Wring de doek eerst grondig uit wanneer de camera nat is door zeewater enzovoort) • Stel de lens en de behuizing niet bloot aan stof of zand, en zorg dat er geen vloeistoffen naar binnen lekken via openingen rond knoppen. ■ Voorkom condens als gevolg van plotselinge veranderingen in temperatuur en vochtigheid. • Leg wanneer u naar een plaats gaat met een andere temperatuur of vochtigheid, de camera in een plastic zak en laat deze zich aan de omstandigheden aanpassen voordat u deze gebruikt. • Schakel wanneer de lens beslaat, de stroom uit en wacht twee uur totdat de camera zich aan de omstandigheden heeft aangepast. • Als het lcd-scherm beslaat, veegt u dit af met een zachte, droge doek.
• Wanneer de lens vuil is De beelden kunnen enigszins wit lijken als de lens vuil is (vingerafdrukken enzovoort). Schakel de camera in, houd de uitgeschoven lensbuis met uw vingers vast en veeg het lensoppervlak voorzichtig af met een zachte, droge doek. • Stel de camera niet bloot aan direct zonlicht. ON/OFF-schakelaar camera
Raak de lensopening niet aan, want hierdoor kan uw camera beschadigd raken. Wees voorzichtig als u de camera uit de tas haalt, enzovoort.
■ Gebruik van een driepoot- of
eenpootstatief • Oefen niet te veel kracht uit en draai de schroeven niet aan als ze krom zijn. (Hierdoor kunnen de camera, het schroefgat of het label beschadigd raken.) • Zorg ervoor dat het statief stabiel staat. (Lees de handleiding bij het statief.)
■ Transport van de camera Schakel de stroom uit.
Raadpleeg ook ‘Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik’ (→151).
6
7
Voordat u de camera gaat gebruiken (vervolg) Gps-functie ■ Locatienaaminformatie van de camera Lees voordat u de camera in gebruik neemt “Gebruiksrechtovereenkomst voor de locatienaamgegevens”. (→153) ■ De gps-functie kan zelfs worden gebruikt als de camera uit is. Wanneer [GPS-INST.] op [ON] staat, werkt de gps-functie en wordt uw huidige positie regelmatig gecontroleerd, zelfs als de camera UIT is. • Wanneer u de camera uitschakelt in een vliegtuig, ziekenhuis of op een andere locatie waar gps-systemen niet zijn toegestaan, zet u [GPS-INST.] op of [OFF]. (→79) • Wanneer [GPS-INST.] op [ON] staat, zal de batterij leeg raken, zelfs als de camera is uitgeschakeld. ■ Informatie over de opnamelocatie • Namen van opnamelocaties en oriëntatiepunten (zoals namen van gebouwen) zijn bijgewerkt tot en met februari 2010. Deze worden daarna niet bijgewerkt. • Afhankelijk van het land of het gebied kunnen er weinig namen van locaties en oriëntatiepunten beschikbaar zijn. ■ Positionering Omdat de posities van de gps-satellieten continu veranderen, afhankelijk van de opnamelocatie en –omstandigheden, is het niet altijd mogelijk deze satellieten nauwkeurig te positioneren of kunnen er bij de positionering afwijkingen ontstaan. ■ Gebruik in het buitenland • Gps werkt mogelijk niet in China of in de grensregio’s van landen die grenzen aan China. (Bijgewerkt tot en met februari 2010) • In sommige landen of regio’s kunnen regels gelden voor het gebruik van gps of aanverwante technologie. Omdat deze camera een gps-functie heeft, dient u voordat u de camera meeneemt naar het buitenland, bij de ambassade of bij uw reisbureau na te vragen of er voor het desbetreffende land beperkingen gelden met betrekking tot het invoeren van camera’s met een gps-functie.
8
Geleverde onderdelen
Namen van onderdelen
Ordernr. Oplaadbare batterij BP-DC7-U BP-DC7-E Batterijoplader BC-DC7-U BC-DC7-E Netsnoer EU/AS UK J AUS TW Polsbandje Cd met instructie-PDF DVD met software USB-kabel AV-kabel Draagtas voor batterij Knoppensjabloon voor Canada / Taiwan Korte instructies Garantiekaart
18 702 18 701
ON/OFF-schakelaar camera (→15)
423-082.001-010 423-082.001-012
Ontspanknop (→30)
423-068.801-019 423-068.801-020 423-068.801-022 423-068.801-023 424-025.002-000 (levering verschilt, afhankelijk van de markten) 423-082.001-014 423-082.001-016 423-082.001-018 423-082.001-020 423-082.001-022 423-082.001-024 423-082.805-003 (Voor camera’s die zijn verkocht in de Verenigde Staten, Canada, Taiwan en Japan) 93 289 -295 (levering verschilt, afhankelijk van de markten) 439-399.100-026
Statiefaansluiting
Modusknop (→29) Flitser (→43) Indicator voor zelfontspanner (→48)/ AF-assistlampje (→99) Zoomhendel (→35)
Lensbuis
Klepje voor kaart/ batterij (→13)
Oogje voor polsbandje
Lens (→7)
We raden u aan het polsbandje te gebruiken om te voorkomen dat u de camera laat vallen.
Microfoon (→68, 98) Gps-antenne (→78) Luidspreker (→20, 107)
HDMI-aansluiting
Lcd-scherm (→6, 21, 42, 140, 146)
(→137, 138)
Opname/weergave-schakelaar
[AV OUT/ DIGITAL] aansluiting
(→28)
Knop [EXPOSURE]
Opmerkingen: • Kaarten zijn optioneel. Als u geen kaart gebruikt, kunt u foto’s opnemen of afspelen via het ingebouwde geheugen. • Controleer of alle onderdelen die worden vermeld onder geleverde onderdelen, aanwezig zijn voordat u de camera gaat gebruiken. • De onderdelen en de vormgeving ervan kunnen verschillen, afhankelijk van het land of de regio waar de camera was aangeschaft. • De batterij wordt in de tekst ofwel accu ofwel batterij genoemd. • De batterijoplader wordt in de tekst ofwel batterijoplader ofwel oplader genoemd. • Verwijder de verpakking op de juiste manier.
Optionele accessoires Ordernr. Leren tas HDMI-minikabel-E Ministatief Tafelstatief Kogel en bevestigingsschroef
Vrijgavehendel (→13)
18 700 14 491 14 320 14 110 14 100
(→129, 132, 136)
(→52, 53, 54)
Statusindicator (→78) Knop [DISPLAY] (→42) Q.MENU (Snelle instelmodus →104)/ verwijderen (→40)
Filmopnametoets (→68)
● De in deze handleiding afgebeelde illustraties en
schermen kunnen afwijken van het eigenlijke product.
Cursorknop [MENU/SET]
(menu aangeven/instellen/sluiten) (→18)
Linker cursortoets (◄) • Zelfontspanner (→48)
Omlaag-cursortoets (▼) • Macro (close-up) (→45) • Autofocus vast (Autofocusvolgen) (→32, 92)
Omhoog-cursortoets (▲)
• Belichtingscompensatie (→49) • Auto bracket belichtingsdrieluik (→50) • Multi-aspect verhoudingsdrieluik (→51) • Witbalans-fijnregeling (→91)
Rechter cursortoets (►) • Flitser (→43)
●In deze handleiding wordt elke te gebruiken richtingstoets in grijs of met een symbooltje ▲▼◄► aangegeven.
9
Batterij opladen Laad de batterij altijd op voordat u de camera voor het eerst gebruikt! (wordt niet opgeladen verkocht)
■Batterijen die u in dit toestel kunt gebruiken Er zijn op aantal plaatsen imitatiebatterijen aangetroffen die nauwelijks van echt te onderscheiden zijn. Dergelijke imitatiebatterijen zijn veelal niet voorzien van de interne beveiliging die nodig is voor een veilig gebruik. Een dergelijke imitatiebatterij zou spontaan kunnen ontbranden of ontploffen. Houd er rekening mee dat wij niet aansprakelijk kunnen worden gesteld voor enig defect of ongeval dat voortvloeit uit het gebruik van een imitatiebatterij. Voor een veilig gebruik van dit product is het sterk aanbevolen dat u gebruik maakt van een authentieke Leica batterij. • Laad uw batterij op met een daarvoor ontworpen batterijlader. • De camera is uitgerust met een functie voor het herkennen van batterijen die veilig gebruikt kunnen worden. De enige batterijen die geschikt zijn voor gebruik met deze camera zijn de originele LEICA BP-DC7-batterijen (→8). (Batterijen die deze functie niet ondersteunen, kunnen niet worden gebruikt.) Leica kan op geen enkele wijze de kwaliteit, prestaties of veiligheid garanderen van batterijen die zijn gemaakt door andere fabrikanten en geen originele Leicaproducten zijn.
Steek de batterij met de batterijpolen in de oplader en zet deze vast Controleer of [LEICA] naar buiten is gericht.
Sluit de oplader op het stopcontact aan
●Insteektype
●Stekkertype
Batterij (afhankelijk van model)
Oplader (afhankelijk van model)
Haal de batterij uit de oplader nadat het opladen is voltooid
10
Aantal te maken foto’s Opnametijd
2
Ca. 300 foto’s Ca. 150 min
Volgens de CIPAnorm
●Opnameomstandigheden volgens de CIPA-norm • CIPA is een afkorting van [Camera & Imaging Products Association]. • Modus [PROGRAM AE] • [GPS-INST.] is ingesteld op [OFF] • Temperatuur: 23 °C/Vochtigheid: 50% wanneer het lcd-scherm is ingeschakeld.∗ • Gebruik van een 32 MB SD-geheugenkaart • Gebruik van de bijgeleverde batterij.
1
• Beginnen met opnemen 30 seconden nadat de camera is ingeschakeld. (Wanneer de functie voor optische beeldstabilisatie is ingesteld op [AUTO].) • Eén opname per 30 seconden met om en om volledige flits. • De zoomhendel van Tele naar Wide of omgekeerd draaien bij elke opname. • De camera elke 10 opnamen uitschakelen en met rust laten totdat de temperatuur van de accu daalt. ∗ Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt, wordt lager wanneer u [LCD MODE] gebruikt.
Het aantal wordt lager als de intervallen langer worden – bijvoorbeeld tot ongeveer een kwart voor intervallen van 2 minuten onder de hierboven vermelde omstandigheden.
■ Foto’s bekijken Oplaadlampje ([CHARGE]) Aan: de batterij wordt opgeladen (ongeveer 130 minuten als deze helemaal leeg is) Uit: het opladen is gereed
• Het netsnoer past niet volledig in de netsnoeraansluiting. Er blijft een opening open.
Richtlijnen voor het aantal foto’s dan kan worden gemaakt en de opnametijd De waarden kunnen lager uitvallen wanneer de flitser, de zoomfunctie of [LCD MODE] regelmatig wordt gebruikt, of in koudere klimaten. Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt en de opnametijd worden ook lager als de gpsfunctie actief is. ■ Foto’s maken
Afspeeltijd
Ca. 300 minuten
Het aantal foto’s dat kan worden gemaakt of de beschikbare opnametijd kan enigszins variëren, afhankelijk van de batterij en de gebruiksomstandigheden.
Wanneer het lampje knippert: • Het opladen kan langer duren dan normaal als de batterijtemperatuur te hoog of te laag is (mogelijk kan de batterij dan niet volledig worden opgeladen). • De aansluiting van de batterij/oplader is vuil. Reinig deze met een droge doek.
11
Batterij opladen (vervolg)
De kaart (optioneel)/ de batterij plaatsen en verwijderen hendel
●De benodigde oplaadtijd varieert, afhankelijk van de omstandigheden van het
batterijgebruik. Het opladen duurt langer bij hoge of lage temperaturen en als de batterij al lang niet meer is gebruikt. ●Tijdens het opladen en enige tijd daarna is de batterij warm. ●De batterij loopt leeg als deze lange tijd niet wordt gebruikt, zelfs nadat deze is opgeladen. ●Laad de batterij binnenshuis op met de oplader (10 °C t/m 35 °C). ●Laat geen metalen voorwerpen (zoals paperclips) bij de contactpunten van de stekker liggen. Anders kunnen brand of elektrische schokken worden veroorzaakt door kortsluiting of door de hitte die hierdoor wordt gegenereerd. ●Demonteer nooit de oplader en pas deze niet aan. ●Als de batterij aanzienlijk korter meegaat, is de batterij versleten. Koop dan een nieuwe batterij. ●Bij aansluiting op een stopcontact wordt de batterij-oplader in de standby-stand geplaatst. Het primaire circuit is altijd “live” als de batterij-oplader is aangesloten op een stopcontact. ●We raden u af de batterij vaak op te laden. (Als u de batterij vaak oplaadt, vermindert de maximale gebruikstijd en kan de batterij groter worden.) ●Opladen • Verwijder met een droge doek vuil op de aansluitingen van de oplader en de batterij. • Houd de camera op minimaal 1 m afstand van AM-radio (kan radio-interferentie veroorzaken). • De oplader kan geluid maken, maar dit is normaal. • Haal na het opladen de stekker van de oplader uit het stopcontact en haal de batterij uit de oplader. (verbruik maximaal 0,1 W als deze blijft aangesloten). ●Gebruik geen beschadigde of ingedeukte batterij (vooral niet als de aansluitingen zijn beschadigd), bijvoorbeeld wanneer een batterij is gevallen (wat storingen kan veroorzaken).
Zet de ON/OFF-schakelaar van de camera op OFF.
Schuif naar de positie [OPEN] en open het deksel Vrijgavehendel
Raak de aansluiting niet aan
Opgeladen batterij (controleer de richting) Kaart (controleer de richting: de aansluitpunten zijn naar het lcd-scherm gericht)
[OPEN] [LOCK]
Schuif de batterij en de kaart volledig naar binnen • Batterij: druk deze naar binnen tot de hendel is vergrendeld • Geheugenkaart: druk deze naar binnen totdat deze vastklikt
Sluit het deksel Schuif naar de positie [LOCK].
■Verwijdering • Verwijdering van de batterij: beweeg de hendel hendel in de richting van de pijl.
• Verwijdering van de kaart: druk de kaart in het midden omlaag.
●Gebruik alleen Leica batterijen. ●Wanneer u andere batterijen gebruikt, kunnen we de kwaliteit van dit product niet garanderen.
●Haal de batterij uit de camera na gebruik.
• Bewaar de batterij in de batterijdraagtas (bijgeleverd).
●Als u de kaart of de batterij wilt verwijderen, schakelt u de
camera uit en wacht u tot de indicator Leica op het lcd-scherm uitgaat. (Als u niet wacht, kan de camera storingen vertonen en kunnen de kaart of opgenomen gegevens beschadigd raken.) ●Houd de geheugenkaart buiten bereik van kinderen om te voorkomen dat ze deze inslikken.
12
13
De kaart (optioneel)/ de batterij plaatsen en verwijderen (vervolg) Bestemming voor het opslaan van foto’s (kaarten en ingebouwd geheugen)
Stel de opname/weergave-schakelaar in op
Capaciteit 8 MB – 2 GB 4 GB - 32 GB 48 GB - 64 GB
Opmerkingen • Kunnen worden gebruikt met apparaten die compatibel zijn met de desbetreffende formaten. • Voordat u SDXC-geheugenkaarten gebruikt, dient u te controleren of uw computer en andere apparatuur dit kaarttype ondersteunen. • Kaarten met capaciteiten die links niet worden vermeld, worden niet ondersteund.
●Formatteer de kaart opnieuw met deze camera als die al eerder was geformatteerd met een computer of ander apparaat. (→26)
●Als het schrijfbeveiligingsschuifje op ‘LOCK’ is gezet, kunt u op de kaart
voordat u de camera inschakelt.
Schakel de camera in
Foto’s worden opgeslagen op een kaart als er een kaart aanwezig is, of in het ingebouwde geheugen als dat niet zo is. ■ Ingebouwd geheugen (ca. 15 MB) ●Foto’s kunnen van een kaart naar het ingebouwde geheugen worden gekopieerd en omgekeerd (→127). ●De toegangstijd voor het ingebouwde geheugen kan langer zijn dan de toegangstijd voor een kaart. ●Prikbordfoto’s (→101) worden in het ingebouwde geheugen opgeslagen. ●[QVGA] onder [OPN. KWALITEIT] kan alleen beschikbaar zijn voor het opnemen van bewegende beelden in het ingebouwde geheugen. ■ Compatibele geheugenkaarten (los verkocht) De volgende op de SD-standaard gebaseerde kaarten Kaarttype SDgeheugenkaarten SDHCgeheugenkaarten SDXCgeheugenkaarten
(Bij aflevering van de camera is de klok nog niet ingesteld.)
De klok instellen
De camera wordt ingeschakeld.
Druk op [MENU/SET] terwijl het bericht wordt weergegeven Druk op ▲▼ om de taal te selecteren en druk op [MENU/SET] • Het bericht [AUB KLOK INSTELLEN] verschijnt. (Dit bericht verschijnt niet in de afspeelmodus.)
Opname/ weergave-schakelaar
Druk op [MENU/SET] Druk op ◄► om de items (jaar, maand, dag, uur, minuten, weergavevolgorde of tijdweergave-indeling) te selecteren en druk op ▲▼ om deze in te stellen Selecteer [24 UURS] of [AM/PM] Het in te voor de indeling van de tijdweergave. stellen item selecteren
geen opnamen vastleggen of verwijderen en de kaart niet formatteren.
●Het wordt aanbevolen belangrijke foto’s op te slaan op uw computer (want elektromagnetische golven, statische elektriciteit of storingen kunnen ervoor zorgen dat de gegevens beschadigd raken).
schakelaar (LOCK)
Resterende batterij- en geheugencapaciteit Resterende batterijcapaciteit (alleen bij gebruik van batterij) (knippert rood) Als het batterijsymbool rood knippert, dient u de batterij opnieuw op te laden of te vervangen. (→10) Verschijnt als er geen kaart is geplaatst (foto’s worden in het ingebouwde geheugen opgeslagen) Resterend aantal foto’s (→162)
Als de camera in gebruik is (kaart) of (ingebouwd geheugen) wordt rood weergegeven. Zo lang het lampje blijft branden, vindt er een bewerking plaats, zoals het schrijven, lezen of verwijderen van een foto of het formatteren van de kaart. Terwijl het lampje brandt, dient u de stroom niet uit te schakelen en de batterij of kaart niet te verwijderen. (Gegevens kunnen dan kwijtraken of beschadigd raken.) Zorg dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen, schokken of statische elektriciteit. Als de werking van de camera wordt onderbroken door een van deze omstandigheden, probeert u het dan opnieuw.
14
De waarden en instellingen Selecteer de weergavevolgorde wijzigen voor de dag, de maand en het jaar ([M/D/J], [D/M/J] of [J/M/D]). • Annuleren → Druk op . • Wanneer u [AM/PM] instelt, wordt 0:00 uur middernacht weergegeven als AM 12:00 en 0:00 uur ‘s middags als PM 12:00.
Druk op [MENU/SET] Druk op [MENU/SET] • Druk op scherm.
om terug te keren naar het vorige
(Vervolg op de volgende pagina)
15
De klok instellen (vervolg) Als u automatische correctie van de tijd wilt laten plaatsvinden, selecteert u [JA] • Als u handmatig de datum en tijd wilt instellen →selecteert u [NEE] • Druk op om terug te keren naar het vorige scherm.
Wanneer [GELIEVE DE THUISZONE INSTELLEN] wordt weergegeven, drukt u op [MENU/SET] Stel uw thuiszone in Naam stad of regio Huidige tijd
De huidige tijd en de thuiszone worden ingesteld. • [GPS-INST.] wordt op [ON] gezet. (→79)
Klokinstelling wijzigen Wanneer u de datum en tijd opnieuw moet instellen, selecteert u [KLOKINST.] in het menu [SET-UP]. • De klokinstellingen worden ongeveer 3 maanden bewaard, zelfs nadat de batterij wordt verwijderd, mits een volledig opgeladen batterij in de camera was geïnstalleerd in de 24 uur voordat de klok werd ingesteld. • U kunt de gps-functie zo instellen dat de huidige tijd automatisch wordt gecorrigeerd. (→83)
Selecteer [KLOKINST.] in het menu [OPNAME] of [SET-UP] (→20) Stel de datum en de tijd in (Voer stap
en
op de vorige bladzijde uit.)
Druk op [MENU/SET]
■Plaatselijke tijd instellen op uw plaats van bestemming [WERELDTIJD] (→86)
Verschil met GMT (Greenwich Mean Time)
■Automatische tijdcorrectie (→83)
●Als u de datum en tijd niet instelt, worden een verkeerde datum en tijd gebruikt als u foto’s afdrukt via [TEKST AFDR.] of via een digitale fotowinkel.
●U kunt een jaartal instellen tussen 2000 en 2099. ●Nadat de tijd is ingesteld, kan de datum altijd juist worden afgedrukt, ook al verschijnt de datum niet op het scherm van de camera.
16
17
Welke instellingen u ziet, is afhankelijk van de opties. Welke menuopties u ziet, wordt bepaald door de instelling van de modusknop.
Het menu instellen Raadpleeg de volgende procedures voor het gebruik van menu’s zoals het menu [SETUP], het menu [OPNAME], het menu [REISMODUS] en het menu [AFSPELEN]. (Voorbeeld) Verander in de modus [PROGRAM AE] (→33) het onderdeel [LCD MODE] in het menu [SET-UP]. (OPNAME/WEERGAVE-schakelaar: instellen op ; modusknop: instellen op )
Open het menu
ON/OFF-schakelaar camera
Wanneer u een onderdeel selecteert, verandert de achtergrondkleur van het onderdeel
Modusknop Ontspanknop
Open het [SET-UP] menu Markeer
Selecteer en keer terug naar menuopties
■Standaardinstellingen
[OPNAME] menu (OPNAME/WEERGAVE-schakelaar: ) [BEWEGEND BEELD] menu (OPNAME/WEERGAVE-schakelaar:
)
Aanpassen van de opname-instellingen (→88 - 100) • Voor het instellen van o.a. witbalans, gevoeligheid, beeldverhouding en beeldformaat.
Menu [REISMODUS] (OPNAME/WEERGAVE-schakelaar: ) Uw reisfoto’s sorteren (→84 - 87) • U kunt de gps-instellingen, de instellingen voor de reisdatum en andere onderdelen instellen.
[SET-UP] menu (OPNAME/WEERGAVE-schakelaar: ) Om het bedieningsgemak van de camera aan te passen (→20 - 27) • Instellingen voor extra functies van de camera, zoals de tijdinstelling en keuze van de bedieningstonen.
De achtergrondkleur verandert
Opname/weergave-schakelaar
Menutype
Selecteer deze optie Pagina (Met de zoomhendel kunt u naar het volgende scherm gaan.)
herstellen
[RESETTEN] (→24)
Optie
[AFSPEELFUNCTIE] menu (OPNAME/WEERGAVE-schakelaar: ) Voor het bekijken van uw gemaakte opnamen (→108 - 115) • Kies een weergavestand, om te genieten van een diavertoning of alleen uw favoriete foto’s te bekijken. • Wanneer [FAVORIETEN] (→123) niet is ingesteld, wordt [FAVORIET AFSP.] niet weergegeven.
Selecteer deze instelling Instellingen Gekozen instelling
[AFSPELEN] menu (OPNAME/WEERGAVE-schakelaar: ) Verwerking van uw opgenomen beelden (→116 - 127) • Instellingen voor verdere bewerking van uw opname, zoals voor opslag, retoucheren en handige instellingen voor het afdrukken van uw foto’s (DPOF).
Sluit het menu • Als de opname/weergaveschakelaar is ingesteld op , kunt u het menu sluiten door de ontspanknop half in te drukken.
18
19
Gebruik van het menu [SET-UP] Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→18) Algemene camera-instellingen uitvoeren zoals de klok instellen, de gebruiksduur van de batterij verlengen en de geluidssignalen wijzigen. [KLOKINST.], [BESPARING] en [AUTO REVIEW] zijn belangrijk voor de instelling van de klok en de gebruiksduur van de batterij. Controleer deze instellingen voordat u de camera gebruikt. Onderdeel [KLOKINST.]
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→18)
Onderdeel [LCD MODE]
[TOON]
[SPANNING LCD]: Hiermee maakt u het scherm helderder dan normaal (voor buiten).
De tijd- en datumnotatie en de weergave-indeling instellen.
• [AUTO POWER LCD] werkt niet in de volgende gevallen. Tijdens het afspelen, tijdens de menuweergave, wanneer de camera op een computer/printer is aangesloten • [SPANNING LCD] keert terug naar de standaardhelderheid wanneer er tijdens het opnemen 30 seconden geen bedieningsfunctie wordt gebruikt. (Druk op een willekeurige knop om het scherm weer helderder te maken) • Omdat op het beeld dat op het lcd-scherm wordt weergegeven, de helderheid wordt benadrukt, kunnen sommige onderwerpen er anders uitzien dan in werkelijkheid. Dit is echter niet van invloed op de gemaakte foto. • Blokkeer het zonlicht (met uw hand enzovoort) als het beeld op het scherm door weerkaatsing van licht moeilijk zichtbaar is. • Als u [LCD MODE] instelt, kunt u minder foto’s maken en is de opnametijd korter. • Wanneer [LCD POWER SAVE] wordt ingesteld, wordt de helderheid van het lcd-scherm bepaald aan de hand van de instelling in [LCD MODE], maar blijft de beeldkwaliteit van het lcd-scherm op laag niveau staan.
[TOONNIVEAU] /
/
: Dempen/Laag/Hoog
[PIEPTOON] /
/
: Toon wijzigen.
/
/
: Dempen/Laag/Hoog
[SHUTTER TOON] /
Volume van het geluid van de luidsprekers aanpassen (7 niveaus). [GEH VOORK INST] Instellingen op de huidige camera registreren. (→55)
[AUTO POWER LCD]: De helderheid wordt automatisch ingesteld, afhankelijk van de lichtsterkte rondom de camera.
Instellingen, opmerkingen
[SHUTTER VOL.]
[VOLUME]
[OFF]: Normal (instelling annuleren)
Het lcd-scherm beter zichtbaar maken
De datum en de tijd instellen. (→15)
Geluidssignalen en geluiden van de ontspanner wijzigen of dempen.
Instellingen, opmerkingen
/
: Shuttertoon wijzigen.
0 • • [LEVEL3] • • [LEVEL6] • Hiermee kunt u niet het volume van de tv aanpassen wanneer de camera op een tv is aangesloten. (We raden u aan het cameravolume in te stellen op 0.) [C1] / [C2] / [C3]
[BEELDGROOTTE]
[STANDARD]/[LARGE]
Keuze van de afmetingen van het menu. [RICHTLIJNEN] Weergave van opnameinformatie en type richtlijnen selecteren. (→42) [HISTOGRAM]
[OPNAME INFO.] [OFF]/[ON] (Opname-informatie weergeven met richtlijnen.) [PATROON] /
: Het patroon van richtlijnen wijzigen.
[OFF]/[ON]
De helderheid van het onderwerp controleren in de grafiek. (→42)
20
21
Gebruik van het menu [SET-UP] (vervolg) Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→18) Onderdeel [OPN.GEBIED] Voor uw filmopnamen kunt u hieraan zien welk deel van het beeld zal worden opgenomen.
[BESPARING] Schakel de camera uit of zorg dat het lcd-scherm donker wordt terwijl u de camera niet gebruikt, om de batterij te sparen.
Instellingen, opmerkingen [OFF]/[ON] • Het kader van het opnamegebied voor bewegende beelden dient slechts als richtlijn. • Bij gebruik van de extra-optische zoom kan het kader voor het opnamegebied niet altijd worden aangegeven, bij bepaalde zoomwaarden. • Deze instelling kan niet worden gebruikt met [SNAPSHOT-MODUS].
Dit buitenste deel wordt niet opgenomen.
Onderdeel [AUTO REVIEW] Foto’s automatisch weergeven direct nadat u ze hebt gemaakt.
[LCD POWER SAVE]
• Hiermee wordt de beeldkwaliteit van het lcd-scherm verminderd tijdens het opnemen om het batterijverbruik te beperken (behalve voor het digitale zoomgebied). Dit heeft echter geen gevolgen voor de gemaakte foto. • Wanneer [LCD MODE] wordt ingesteld, wordt de helderheid van het lcd-scherm bepaald aan de hand van de instelling in [LCD MODE], maar blijft de beeldkwaliteit van het lcd-scherm op laag niveau staan.
Instellingen, opmerkingen [OFF]: Geen automatische weergave [1 SEC.]/[2 SEC.]: Automatisch weergeven gedurende 1 of 2 seconden. [HOLD]: Het scherm voor Auto review blijft staan totdat er op een knop (behalve de knop [DISPLAY]) wordt gedrukt • Ingesteld op [2 SEC.] in de modus [SNAPSHOTMODUS]. • In de scènemodi [ZELFPORTRET], [PANORAMA ASSIST], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST] en [FOTO FRAME], de modi [AUTO BRACKET], [MULTIASPECT] of [BURSTFUNCTIE] of bij foto’s met geluid wordt Auto review uitgevoerd ongeacht de instelling. • Bewegende beelden kunnen niet automatisch worden bekeken.
[SLAAPSMODUS] [OFF]/[2 MIN.]/[5 MIN.]/[10 MIN.]: De camera automatisch uitschakelen wanneer deze niet in gebruik is. • Herstellen → druk de ontspanknop half in of schakel de camera weer in. • Kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt. Wanneer de camera op een computer/printer is aangesloten, tijdens het opnemen/afspelen van films, tijdens diashows • De instellingen worden vastgezet op [5 MIN.] in de modus [SNAPSHOT-MODUS] of de modus [PRIKBORD], of op [10 MIN.] terwijl de diashow wordt gepauzeerd. [OFF]/[ON]: Het lcd-scherm wordt donker om het stroomverbruik te beperken.
22
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→18)
[ZOOMOVERZ.] Onthoud de zoompositie wanneer u de camera uitschakelt. [NR. RESET] Nummers van fotobestanden resetten.
[OFF]/[ON] • Kan niet worden ingesteld in de scènemodus [ZELFPORTRET]. [JA]/[NEE] • Het nummer van de map wordt bijgewerkt en bestanden worden genummerd vanaf 0001. • Aan de map kan een nummer tussen 100 en 999 worden toegekend. U kunt nummers niet resetten als het mapnummer 999 is bereikt. Kopieer in dat geval alle noodzakelijke foto’s naar uw computer en formatteer het ingebouwde geheugen/de kaart. (→26) • Het mapnummer terugzetten op 100: Formatteer eerst het ingebouwde geheugen of de kaart en reset daarna de bestandsnummers met [NR. RESET]. Selecteer vervolgens [JA] in het scherm voor het resetten van de mapnummers. • Bestandsnummers en mapnummers (→130)
23
Gebruik van het menu [SET-UP] (vervolg) Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→18)
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→18)
Onderdeel
Onderdeel
Instellingen, opmerkingen
[HDMI-FUNCTIE]
[RESETTEN]
[OPNAME INSTELLINGEN RESETTEN ?]
Voor instellen van de uitgangsresolutie bij aansluiting op een ‘hoge-definitie’ TV met een HDMI minikabel. (optioneel) (→137)
Terugkeren naar de standaardinstellingen.
[JA]/[NEE] [PARAMETERS SET-UP RESETTEN ?] [JA]/[NEE] • De gegevens die zijn vastgelegd voor [GEZICHT HERK.] komen te vervallen wanneer u de opname-instellingen terugstelt. • Als u de instelparameters terugzet op de beginwaarden, wordt ook het volgende teruggezet. Leeftijden in jaren/maanden en namen in de scènemodi [BABY] en [HUISDIER], eventuele instellingen in het menu [REISMODUS] (inclusief de gps-functie), [FAVORIETEN] in het menu [AFSPELEN] (stel in op [OFF]), [LCD ROTEREN] (stel in op [ON]) • Mapnummers en klokinstellingen worden niet gereset. • Tijdens het resetten van de lensfunctie hoort u wellicht camerageluiden. Dit is normaal.
[USB MODE] Communicatiemethode selecteren voor verbinding met een computer of printer via een USB-kabel. [VIDEO UIT] Hiermee past u het videosignaal aan wanneer u de camera op een tv enzovoort aansluit. (Alleen Terugspeelfunctie) [TV-ASPECT] Hiermee past u de aspectratio (beeldverhouding) aan wanneer u de camera aansluit op een tv enzovoort. (Alleen Terugspeelfunctie)
24
[PC]: Selecteren bij verbinding met een computer [NTSC]/[PAL] • Werkt als er een AV-kabel is aangesloten.
∗1 Wanneer de videouitgang staat ingesteld op [PAL] ∗2 Wanneer de videouitgang staat ingesteld op [NTSC] [HDTV Link]
/ • Werkt als er een AV-kabel is aangesloten.
[AUTO]: Hierbij wordt de uitgangsresolutie automatisch bepaald op basis van informatie ontvangen van de aangesloten TV. [1080i]: Voor weergave van 1080 effectieve scanlijnen bij geïnterlinieerd formaat. [720p]: Voor weergave van 720 effectieve scanlijnen in progressief formaat. [576p]∗1/[480p]∗2: Voor weergave van 576 (of 480) effectieve scanlijnen in progressief formaat. Interliniëring en progressief formaat In ‘i’ = interlaced formaat (interlaced scan) wordt de helft van de effectieve scanlijnen om en om elke 1/50∗1 (1/60∗2) seconde weergegeven. In ‘p’ = progressive formaat (progressive scan), worden videosignalen van een hoge dichtheid tegelijkertijd verzonden voor alle effectieve scanlijnen elke 1/50∗1 (1/60∗2) seconde. De HDMI-aansluiting van deze camera is geschikt voor [1080i] hoge-definitie video-uitgangssignalen. Om te genieten van progressieve of hoge-definitie video’s zult u een TV-toestel moeten aansluiten dat geschikt is voor die formaten.
[SELECT. VERBINDING]: Elke keer als u verbinding hebt met een computer of PictBridgecompatibele printer, selecteert u [PC] of [PictBridge (PTP)]. [PictBridge (PTP)]: Selecteren bij verbinding met een PictBridge-compatibele printer
Instellingen, opmerkingen
Voor automatisch gekoppelde bediening met andere HDTV Linkcompatibele apparaten en bediening met een afstandsbediening bij aansluiting met een HDMI-minikabel (→138).
• Ook al hebt u ingesteld op [1080i], dan nog zullen bij weergave de bewegende beelden worden weergegeven met 720p. • Als er geen videobeeld op TV verschijnt, ook al is er ingesteld op [AUTO], probeert u dan om over te schakelen naar [1080i], [720p], of [576p] ([480p]) om het meest geschikte videoformaat voor uw TV-toestel te vinden. • Deze wordt ingeschakeld wanneer u een HDMIminikabel (optioneel) aansluit. • Voor meer informatie (→137) [OFF]: Voor de bediening gebruikt u de toetsen op de camera zelf. [ON]: Voor de bediening gebruikt u de afstandsbediening van het HDTV Link-compatibele apparaat. (Niet alle functies zijn hiermee te bedienen.) De werking van de toetsen op de camera zelf zal beperkt zijn. • Werkt bij aansluiting via een HDMI-minikabel (optioneel).
25
Gebruik van het menu [SET-UP] (vervolg) Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→18) Onderdeel [VERSIE DISP.]
Instellingen, opmerkingen De huidige versie wordt aangegeven.
Controleer uw versie van de camera-firmware. [FORMATEREN] Gebruik dit wanneer er [FOUT INT. GEHEUGEN] of [STORING GEHEUGENKAART] verschijnt, of voor het formatteren van het ingebouwde geheugen of de geheugenkaart. Wanneer een kaart/het ingebouwd geheugen is geformatteerd, kunnen de gegevens niet meer worden hersteld. Controleer de inhoud van de kaart/het ingebouwd geheugen zorgvuldig voordat u het formatteren start. [TAAL]
Zie voor meer informatie over de instelprocedure in het menu [SET-UP] (→18)
Onderdeel [O.I.S. DEMO.] Een demonstratie van functies bekijken. (Alleen tijdens opname)
Instellingen, opmerkingen De hoeveelheid trillingen worden in de grafiek weergegeven (schatting) Groot ← Klein → Groot
Hoeveelheid trillingen Hoeveelheid trillingen na correctie
[JA]/[NEE] • Hiervoor is een voldoende opgeladen batterij nodig (→10). Verwijder de kaarten als u het ingebouwde geheugen gaat formatteren. (Bij gebruik van een geheugenkaart wordt alleen deze kaart geformatteerd. Als er geen kaart is, wordt het interne geheugen geformatteerd.) • Formatteer kaarten altijd met deze camera. • Alle fotogegevens, inclusief die van beveiligde foto’s, worden verwijderd. (→125) • Schakel de stroom niet uit en voer geen andere bewerkingen uit tijdens het formatteren. • Het kan enkele minuten duren om het ingebouwde geheugen te formatteren. • Neem contact op met het dichtstbijzijnde Leicaservicepunt (→165) als u niet kunt formatteren.
• Tijdens de weergave van het demoscherm wordt de optische beeldstabilisatie elke keer als op [MENU/SET] wordt gedrukt, AAN of UIT gezet. • Kan niet worden weergegeven tijdens de afspeelmodus. • Stoppen → Druk op de knop [DISPLAY]. • U kunt niet fotograferen en zoomen tijdens de demo.
Hiermee stelt u de schermtaal in.
Schermtaal wijzigen.
26
27
Basisbediening voor het fotograferen
Stel de klok in voordat u gaat fotograferen (→15).
Schakel de camera in
De camera vasthouden
Ontspanknop
Autofocuslampje Flitser
Instellen op : U kunt foto’s en filmopnamen maken. : U kunt de gemaakte foto’s en filmopnamen weergeven.
Stel in op de gewenste opnamestand
• Zorg dat u stevig staat met uw voeten iets uit elkaar en druk zo mogelijk uw armen tegen uw lichaam. • Raak de lens niet aan. • Let bij het opnemen van geluid op dat u de microfoon niet blokkeert. (→9) • Blokkeer de flitser en het autofocuslampje niet. Laat uw onderwerp niet van dichtbij in de flits of het lampje kijken. • Zorg dat de camera niet beweegt op het moment dat u op de ontspanknop drukt.
Filmopnametoets • U kunt direct bewegende beelden opnemen door indrukken van de filmopnametoets.
Modusknop
Stel in op de modus die u wilt gebruiken
Richt de camera op uw onderwerp en druk af Foto’s maken Druk de ontspanknop in Druk de ontspanknop licht in
Bewegende beelden opnemen Druk op de filmopnametoets Druk op de filmopnametoets om bewegende beelden op te nemen
Half indrukken (Stel scherp)
Druk de ontspanknop in en houd die vast om een foto te maken Volledig indrukken
Druk nogmaals op de filmopnametoets om het opnemen van bewegende beelden te stoppen
• Bewegende beelden kunnen niet worden opgenomen in de (Modus [PRIKBORD]). (→101)
28
Fotograferen met automatische
Modus [SNAPSHOT-MODUS] instellingen (→30).
Fotograferen met uw eigen instellingen. (→33) Diafragma instellen en vervolgens Modus [LENSOPENINGSPR.] fotograferen. (→52)
Modus [PROGRAM AE]
Modus [SLUITERPRIORITEIT]
Sluitertijd instellen en vervolgens fotograferen. (→53)
Modus [HANDM. BELICHT.] Modus [KLANT]
Diafragma en sluitertijd instellen en vervolgens fotograferen. (→54) Fotograferen met vooraf geregistreerde instellingen. (→55)
[MIJN SCN MODE]
Fotograferen met uw meest gebruikte scènefuncties (→67).
[SCÈNE MODE]
Fotograferen met diverse scènefuncties (→57).
Modus [PRIKBORD]
Foto’s maken als notities (→101).
29
Foto’s nemen met automatische instellingen Modus [SNAPSHOT-MODUS] Opnamemodus: U hoeft alleen de camera op het onderwerp te richten en automatisch worden de beste instellingen gebruikt op basis van informatie zoals ‘gezicht’, ‘beweging’, ‘helderheid’ en ‘afstand’. Zo maakt u scherpe foto’s zonder de camera handmatig in te stellen.
■Flitser gebruiken Selecteer (Auto) of (Flits gedwongen uit). • Wanneer wordt gebruikt, worden , (Auto/ rode-og), (Lngz. sy./rode-og) en (Langz. sync.) automatisch geselecteerd, afhankelijk van het soort onderwerp en de helderheid. Zie voor meer informatie (→43). • en geven aan dat de digitale rode-ogenreductie is geactiveerd. • Bij en is de sluitertijd langer.
Schakel de camera in Ontspanknop
Stel in op
●Scherpstelgebied (→47). ●U kunt de volgende menuopties instellen in de modus [SNAPSHOT-MODUS].
Stel in op
Scherpstelweergave (als scherpstelling is voltooid: knippert → verlicht)
Maak een foto
Druk half in (druk licht in en stel scherp)
Druk volledig in (druk de knop helemaal in om een foto te maken)
U ziet gedurende 2 seconden het blauwe pictogram van de herkende scène.
■Voor filmen van bewegende beelden (→68) ■Automatisch scènes Gericht op uw onderwerp, leest de camera de scène af en maakt dan automatisch de optimale instellingen. Mensen worden herkend [i PORTRET] Baby’s worden herkend [i BABY] (Wanneer baby’s (kinderen onder de 3 jaar) die zijn geregistreerd met de gezichtsherkenningsfunctie, worden herkend) Landschappen worden herkend [i LANDSCHAP] Nachtopnamen en mensen op deze opnamen worden herkend [i NACHTPORTRET] (Alleen wanneer wordt geselecteerd) Nachtopnamen worden herkend [i NACHTL. SCHAP] Close-ups worden herkend [i MACRO] Zonsondergangen worden herkend [i ZONSONDERG.] Beoordeelt de beweging van het onderwerp (om onscherpe foto’s te voorkomen) als de scène niet met een van de bovenstaande overeenkomt.
30
(Menu [OPNAME]): [FOTO RES.]∗1, [BURSTFUNCTIE], [KLEUR EFFECT]∗1, [GEZICHT HERK.] • ([BEWEGEND BEELD] menu): [OPN. KWALITEIT]∗1 • (Menu [REISMODUS]): [GPS-INST.], [SELECT. GPS GEBIED], [LOCATIE INST.], [REISDATUM], [AUTO REIS INST., [WERELDTIJD] • (Menu [SET-UP]∗2): [KLOKINST.], [TOON]∗1, [TAAL], [O.I.S. DEMO] ∗1 De opties die u kunt instellen, variëren per opnamemodus. ∗2 Andere onderdelen in het menu [SET-UP] geven instellingen aan die in de modus [PROGRAM AE] zijn gemaakt enzovoort. ●Welk scènetype wordt vastgesteld voor een onderwerp, is afhankelijk van de volgende omstandigheden. Contrast van het gezicht, omstandigheden van het onderwerp (grootte, afstand, kleuren, contrast, beweging), zoomafstand, zonsondergang, zonsopgang, weinig licht, trillingen ●Als het gewenste scènetype niet wordt geselecteerd, kunt u het beste handmatig de bijbehorende opnamemodus selecteren. (SCÈNE MODE: →57) ●Tegenlichtcompensatie Tegenlicht is het licht dat van achter uw onderwerp in de camera schijnt. Bij tegenlicht komt uw onderwerp naar verhouding veel donkerder over en de tegenlichtcompensatie maakt daarom het gehele beeld helderder. ●Bij [i NACHTL. SCHAP] en [i NACHTPORTRET] raden we u aan statief en zelfontspanner te gebruiken. ●Bij weinig cameratrilling (bijvoorbeeld bij gebruik van statief) is de sluitertijd maximaal 8 seconden met [i NACHTL. SCHAP]. Beweeg de camera niet. ●De instellingen voor de volgende functies staan vast. • [AUTO REVIEW]: [2 SEC.] • [SLAAPSMODUS]: [5 MIN.] • [RICHTLIJNEN]: • [WITBALANS]: [AWB] • [KWALITEIT]: (Fijn) • [SLIMME ISO] • [STABILISATIE]: [AUTO] • [AF MODE]: (Gezichtsdetectie)∗3 • [AF ASS. LAMP]: [ON] • [PRE AF]: [Q-AF] • [MEETFUNCTIE]: (Multiple) • [I. EXPOSURE]: [STANDARD] • [I.RESOLUTIE]: [i.ZOOM] • [RODE-OGEN CORR]: [ON] • [CONTINU AF]: [ON] • [WINDREDUCTIE]: [OFF] ∗3 (11-gebied-scherpstelling) als gezicht niet kan worden herkend ●U kunt de volgende functies niet gebruiken. [HISTOGRAM], [BELICHTING], [AUTO BRACKET], [MULTI-ASPECT], [WB INSTELLEN], [DIG. ZOOM], [KORTE SLUITERT.], [AUDIO OPNAME] •
31
Foto’s nemen met automatische instellingen
Foto’s maken met uw eigen instellingen
Modus [SNAPSHOT-MODUS] (vervolg)
Modus [PROGRAM AE]
Opnamemodus:
Opnamemodus:
Vrolijke kleuren Als [KLEUR EFFECT] wordt ingesteld op [Happy], zijn zowel foto's als films helderder, met levendigere kleuren. • [Happy] kan alleen worden ingesteld in de modus [SNAPSHOT-MODUS].
In het menu [OPNAME] instellingen wijzigen en uw eigen opnameomgeving instellen. Zoomhendel Ontspanknop
Schakel de camera in
Stel in op
Wanneer u [Happy] instelt
Gezichtsdetectie en gezichtsherkenning Stel in op
Wanneer de camera automatisch de scène waarneemt en vaststelt dat er personen als onderwerp in uw foto voorkomen ( of ), wordt de gezichtsdetectie ingeschakeld en dan wordt de scherpstelling en belichting toegespitst op de waargenomen gezichten. (→92)
(de modus [PROGRAM AE])
■ Gezichtsherkenning De gezichten van personen die vaak in uw foto’s voorkomen kunnen worden geregistreerd, samen met hun naam, leeftijd en andere gegevens. Bij het fotograferen met de [GEZICHT HERK.] (→72) op [ON] wordt bij de scherpstelling en belichting ook gelet op de gezichten in de buurt van uw geregistreerde gezichten. Bovendien zal de camera tijdens de gezichtsdetectie automatisch de waargenomen gezichten onthouden, de vaak gefotografeerde gezichten herkennen en die tonen in het gezichtsherkenningsscherm.
[TRACKING AF] Zelfs al beweegt uw onderwerp waarop vast was scherpgesteld (met AF Lock), de camera blijft er toch goed op scherpgesteld.
Stel de [AF MODE] in op autofocus-volgen (Tracking AF)
• Uitschakelen van de autofocus-volgen (Tracking AF) → Druk nogmaals op ▲.
Autofocus-volgkader
■Voor filmen van bewegende beelden (→68)
■Zoom gebruiken (→35)
■Flitser gebruiken
• Uitschakelen van de vaste autofocus (AF Lock) → Druk op▲. • De optimale scène-instelling wordt gekozen voor het onderwerp waarop u vast hebt scherpgesteld (AF Lock).
Vaste autofocus succesvol: Geel Vaste autofocus mislukt: Rood (knipperend)
●De gezichtsherkenning werkt niet tijdens het gebruik van de TRACKING AF. ●Als AF vergrendelen bij bepaalde voorwerpen niet werkt (→93)
32
Druk half in (druk licht in en stel scherp)
(→43)
Druk volledig in (druk de knop helemaal in om een foto te maken)
Scherpstelweergave (als scherpstelling is voltooid: knippert → verlicht)
■Beeldhelderheid aanpassen (→49)
■Close-upfoto’s maken (→45)
■Kleur aanpassen (→91)
Zorg dat uw onderwerp in het autofocus-volgkader valt en zet dit dan vast
Maak een foto
AF-gebied (Stelt scherp op het onderwerp; wanneer compleet: rood → groen)
●Gebruik in geval van een waarschuwing over
beweging [STABILISATIE], een statief of [ZELFONTSPANNER]. ●Als diafragma en sluitertijd in rood worden weergegeven, hebt u de belichting niet goed ingesteld. Gebruik de flitser, verander de instellingen voor [GEVOELIGHEID] of zet [KORTE SLUITERT.] op een kortere sluitertijd. Diafragmawaarde
Trillingswaarschuwing
Sluitertijd
33
Foto’s maken met uw eigen instellingen Modus [PROGRAM AE] (vervolg) Opnamemodus:
Opnamemodus:
Scherpstellen voor de gewenste compositie Handig als het onderwerp zich niet in het midden van de foto bevindt.
Stel eerst scherp op het onderwerp
●Onderwerpen/omgevingen waarbij
Leg het AF-gebied gelijk met het onderwerp
Half ingedrukt houden
Foto’s maken met zoom
AF-gebied
Keer terug naar de gewenste compositie
Volledig indrukken
scherpstellen een probleem kan zijn: • Snel bewegende of extreem lichte voorwerpen of voorwerpen zonder kleurcontrasten • Foto’s maken door een ruit of vlakbij voorwerpen die licht uitstralen. In het donker, of als de camera erg beweegt. • Wanneer u te dicht bij het object staat of wanneer u een foto maakt waarop zowel veraf als dichtbij gelegen objecten staan ●We raden u aan bij het fotograferen van personen (→92) de gezichtsdetectiefunctie te gebruiken.
AF-gebied
Richtingwaarnemingsfunctie Foto’s die zijn gemaakt terwijl de camera verticaal wordt gehouden, worden automatisch verticaal afgespeeld. (Alleen wanneer [LCD ROTEREN] is ingesteld op [ON]) ●Foto’s die zijn gemaakt met het lensoppervlak recht omhoog of omlaag en foto’s die op andere camera’s zijn gemaakt, worden mogelijk niet gedraaid. Ook worden foto’s die zijn gemaakt terwijl de camera ondersteboven wordt gehouden, niet automatisch gedraaid. ●Bewegende beelden worden niet verticaal weergegeven.
U kunt tot 12 keer inzoomen met de ‘optische zoom’ en tot 23,4 keer met de ‘extraoptische zoom’ (alleen bij fotograferen) met een wat mindere beeldkwaliteit. U kunt verder inzoomen met [i.ZOOM] of [DIG. ZOOM]. Blokkeer de beweging van de lens niet terwijl u in- of uitzoomt.
wanneer er niet goed is scherpgesteld. Gebruik het in rood aangegeven scherpstelbereik ter referentie.Ook al wordt de scherpstelaanduiding aangegeven, dan nog kan de camera niet altijd goed scherpstellen, als uw onderwerp buiten het scherpstelbereik valt. ●Het autofocuskader wordt groter aangegeven bij minder licht of tijdens het gebruik van de digitale zoomfunctie. ●De meeste aanduidingen verdwijnen even van het scherm wanneer u de ontspanknop halverwege indrukt.
34
Scherpstelaanduiding
Scherpstelbereik
Groter gebied fotograferen (groothoek)
Het onderwerp vergroten (tele)
Richting W (groothoek) Richting T (tele) Scherpstelgebied
Zoombalk
Zoomfactor (ong.)
●U kunt de zoomsnelheid aanpassen.
Langzaam zoomen → een beetje draaien Snel zoomen → volledig draaien ●Stel de foto scherp nadat u de zoominstelling hebt aangepast.
■Zoomtypen Type Maximumafstand
Optische zoom 12 ×
Verslechtering van de fotokwaliteit Bedieningsomstandigheden
Nee Geen
Extra optische zoom Tot 23,4 × (afhankelijk van het beeldformaat) Nee (De foto wordt echter wel kleiner) Stel [FOTO RES.] in het menu [OPNAME] in op een instelling waarvoor wordt weergegeven (→88)
Schermweergave wordt weergegeven Type Maximumafstand
●De scherpstelaanduiding knippert en er klinkt een pieptoon
In-/uitzoomen
i.Zoom Ongeveer 1,3 × de optische zoom of extra optische zoom Nauwelijks
Digitale zoom Tot 4 × de oorspronkelijke zoomafstand
Verslechtering van Ja de fotokwaliteit Omstandigheden i.Zoom functioneert in de volgende situaties. Wanneer [DIG. ZOOM] in het menu enzovoort [OPNAME] op [ON] wordt gezet (→38) • (Modus [SNAPSHOT-MODUS]) • Scènemodus (behalve [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST] en [FLITS-BURST], [SPELDENPRIK]) • (Modus [PRIKBORD]) • Wanneer [I.RESOLUTIE] in het menu [OPNAME] op [i.ZOOM] wordt gezet (→37) Schermweergave wordt weergegeven
Digitale zoomgebied wordt weergegeven
35
Foto’s maken met zoom (vervolg) Opnamemodus:
●Maximale zoomfactor per fotoresolutie Optische zoom [FOTO RES.]
[i.ZOOM]
Extra optische zoom
12 M
8M
5M
3M
0,3 M
11,5 M
7,5 M
4,5 M
2,5 M
0,3 M
10,5 M
7M
4,5 M
2M
Max. vergroting
12 x
●Wat is ‘extra optische zoom’ (EZ)?
14,7 x∗
18,8 x∗
0,2 M 23,4 x
∗ Wanneer de beeldverhouding van de foto gelijk is aan
In de camera wordt superresolutietechnologie gebruikt om de zoomafstand te verlengen. Met superresolutietechnologie kan de zoomafstand worden verlengd tot ongeveer 1,3 keer de oorspronkelijke zoomafstand met bijna geen verslechtering van de beeldkwaliteit.
Geef het menu [OPNAME] weer
Selecteer [i.ZOOM]
Selecteer [I.RESOLUTIE]
Sluit het menu
Wanneer u de camera bijvoorbeeld instelt op ‘3 M ’ (equivalent aan 3 miljoen pixels), wordt er alleen een foto weergegeven van het centrale gedeelte van 3 M van een gebied van 12 M (equivalent aan 12,1 miljoen pixels). Dit betekent dat de foto nog verder kan worden vergroot.
●Wanneer [I.RESOLUTIE] is ingesteld op [i.ZOOM], wordt superresolutietechnologie op de foto toegepast.
●i.Zoom functioneert in de volgende situaties.
• (Modus [SNAPSHOT-MODUS]) • Scènemodus (behalve [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST] en [FLITS-BURST], [SPELDENPRIK]) • (De modus [PRIKBORD])
●De vergrotingsfactor die in de balk op het scherm wordt weergegeven, is een schatting. ●In bepaalde opnamemodi wordt de functie ‘Telemacro’ (→45) geactiveerd als de maximale zoomfactor is bereikt.
●U hoort wellicht een ratelend geluid en voelt de camera trillen als u de zoomhendel gebruikt. Dit is normaal.
●Extra optische zoom kan in de volgende gevallen niet worden gebruikt:
Scènemodi [MACRO ZOOM], film, [TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.], [HISPEED BURST], [FLITS-BURST] en [FOTO FRAME] ●De digitale zoom is niet te gebruiken in de volgende gevallen: (Modus [SNAPSHOT-MODUS]), (modus [PRIKBORD]), scènemodi ([TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [SPELDENPRIK], [ZANDSTRAAL], [SPELDENPRIK], en [FOTO FRAME]) ●Met [ZOOMOVERZ.] (→23) legt u de zoomfactor in het geheugen vast, zelfs als de camera is uitgeschakeld.
36
37
Foto’s maken met zoom (vervolg)
Uw foto’s bekijken [NORMAAL AFSP.]
Opnamemodus:
Afspeelmodus:
[DIG. ZOOM] 4 keer verder zoomen dan met optische/extra optische zoom. (Let op: bij vergroting met digitale zoom neemt de beeldkwaliteit af.)
Geef het menu [OPNAME] weer
Wanneer er een kaart in de camera aanwezig is, worden de beelden van de kaart afgespeeld. Zonder een kaart worden de beelden vanuit het ingebouwde geheugen afgespeeld. (Prikbordfoto’s kunnen alleen worden afgespeeld in de mode [PRIKBORD] (→101).) Zoomhendel
Stel in op
Selecteer [ON] Doorloop de foto’s Bestandsnummer
[DISPLAY]
Selecteer [DIG. ZOOM]
Sluit het menu
■Vergroten (zoom afspelen)
Draai in de richting van de T
Huidige zoompositie (1 sec. weergegeven)
• Elke keer als u de zoomhendel in de richting van de T draait, wordt de vergroting in vier stappen vergroot na 1 x: 2 x, 4 x, 8 x en 16 x. (De weergegeven beeldkwaliteit wordt achtereenvolgens lager.) • Uitzoomen→ draai de knop in de richting van de W • Zoompositie verplaatsen→ ▲▼◄►
■Als lijst afspelen (Meerdere afspelen / Kalender afspelen) (→106)
■Beelden bekijken met
verschillende weergavemodi (Diashow, afspelen op categorie enzovoort) (→108)
Vorige Volgende
Fotonummer/ Totaal aantal foto’s
●Houd de knop ingedrukt om snel vooruit/
achteruit te bladeren. (Als u de knop ingedrukt houdt, veranderen alleen de bestandsnummers. De foto verschijnt als u de knop los laat.) Hoe langer u de knop ingedrukt houdt, hoe sneller u bladert. ●Als het bestandsnummer niet wordt weergegeven, drukt u op de knop [DISPLAY]. ●Na de laatste foto keert u terug naar de eerste foto. ●U kunt sommige foto’s die op de computer zijn bewerkt, niet op deze camera bekijken. ●Als de OPNAME/WEERGAVE schakelaar van op wordt gezet terwijl de stroom is ingeschakeld, zal de objectiefbuis na ongeveer 15 seconden inschuiven. ●Deze camera voldoet aan de DCF-norm (Design rule for Camera File System) zoals deze is vastgelegd door de Japan Electronics and Information Technology Industries Association (JEITA) en aan de Exif-indeling (Exchangeable Image File Format). Bestanden die niet voldoen aan DCF kunnen niet worden afgespeeld.
■Afspelen van filmopnamen (→107)
38
39
Foto’s verwijderen Afspeelmodus: De foto’s worden van de kaart verwijderd als de kaart in de camera is geplaatst, of uit het ingebouwde geheugen als deze niet is geplaatst. Verwijderde foto’s kunnen niet worden teruggehaald.
Meerdere (maximaal 50) of alle foto’s verwijderen (na stap
)
Selecteer het type verwijdering Geef de foto weer
• Ga naar stap wanneer u [ALLES WISSEN] selecteert
Druk hierop om de weergegeven foto te verwijderen
Selecteer [JA]
Selecteer de foto’s die u wilt verwijderen (herhalen)
Selecteer [JA] [DISPLAY]
Verwijder ze
• Annuleren → druk opnieuw op [DISPLAY]
• Schakel tijdens de verwijdering de stroom niet uit.
Geselecteerde foto
• Annuleren → Druk op [MENU/SET]. • Dit kan even duren, afhankelijk van het aantal foto’s dat wordt verwijderd. • U kunt bij [ALLES WISSEN BEHALVE ] de optie [ALLES WISSEN] selecteren als [FAVORIETEN] is ingesteld op [ON] (→123) en er foto’s zijn geregistreerd.
●Gebruik een voldoende opgeladen batterij. ●Foto’s kunnen in de volgende gevallen niet worden verwijderd:
• Beveiligde foto’s • Wanneer de kaartvergrendeling in de positie ‘LOCK’ staat. • Wanneer foto’s niet in de DCF-indeling staan (→39) ●U kunt ook bewegende beelden verwijderen. ●Als u prikbordfoto’s wilt verwijderen, verwijdert u de kaart en zet u de modusknop op ●Om alle gegevens te wissen, inclusief alle beveiligde beelden, verricht u het [FORMATEREN].
40
.
41
Weergave informatie voor opname wijzigen
Fotograferen met een flitser Opnamemodus:
Geef [FLITS] weer
Wisselen tussen verschillende weergaven op het lcd-scherm, zoals histogrammen.
Indrukken om de weergave te wijzigen
● In de opnamemodus Opnameinformatie∗1
Selecteer het gewenste type Filmopnameinformatie∗1,∗2
Geen schermweergave
Richtlijnen∗1,∗3 Kan ook worden geselecteerd met ►.
●Zorg voor een minimale afstand ● In de weergavemodus Opnameinformatie
Opname-informatie of Geen histogram∗1 schermweergave
■Histogram
∗1 Stel [HISTOGRAM] in op [ON] om het histogram weer te geven (→21). ∗2 Om terug te keren naar de ‘Opnameinformatie’ aanduiding, drukt u de ontspanknop halverwege in. ∗3 Selecteer met de instelling [RICHTLIJNEN] (→21) een richtlijnpatroon en geef aan of u opname-informatie wilt weergeven. • Bij gebruik van kunt u niet gelijktijdig opname-informatie en richtlijnen weergeven.
In het histogram ziet u de verdeling van helderheid op de foto. (Voorbeeld) Een piek rechts in de grafiek betekent bijvoorbeeld dat er verschillende heldere gebieden op de foto zijn. (Richtlijn) Een piek in het midden geeft een correcte helderheid aan (correcte belichting).De informatie kan worden gebruikt voor belichtingscorrectie (→49), enzovoort. • Het histogram op het moment van opname wijkt af van het Donker← OK → Licht histogram bij het afspelen en wordt oranje weergegeven bij een opname met flits of in een donkere omgeving. Het histogram kan ook afwijken van histogrammen die zijn gemaakt met beeldbewerkingssoftware. • Niet weergegeven tijdens de modus ([SNAPSHOT-MODUS]), (de modus [PRIKBORD]), [MULTI-ASPECT], [FOTO FRAME] of zoom afspelen.
■Richtlijnen
• Referentie voor evenwicht en compositie tijdens het fotograferen. • Alleen in de [SNAPSHOT-MODUS] modus en de [PRIKBORD] aanduidingsstand . • Dit wordt niet aangegeven in de [MULTI-ASPECT] stand.
●Evenwicht
beoordelen
●Middelpunt van
onderwerp beoordelen
● Tijdens zoom afspelen, afspelen van bewegende beelden, diashow: scherm aan/uit ● Bij het weergeven van menu’s, meerdere foto’s of de kalender: U kunt de weergave niet wijzigen.
42
van 1 m. als u flitsopnamen maakt van kleine kinderen.
(Voorbeeld wordt ongeveer 5 seconden weergegeven, modus [PROGRAM AE] ( ))
Type, bewerkingen Toepassingen [AUTO] Normaal gebruik • Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst. [AUTO/RODE-OG]∗1 Onderwerpen in een donkere • Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst omgeving fotograferen (met rode-ogenreductie). [FLITS ALTIJD AAN] Fotograferen met achtergrondlicht • Altijd flitsen of onder felle lampen (bijvoorbeeld [GDW. AAN/RODE-OG]∗1 tl-licht) • Altijd flitsen (met rode-ogenreductie) [LNGZ. SY./RODE-OG]∗1 • Bekijkt automatisch of er moet worden geflitst (met Onderwerpen fotograferen tegen een nachtlandschap (statief aanbevolen) rode-ogenreductie en lange sluitertijd voor meer helderheid). [GEDWONGEN UIT] Plaatsen waar u niet mag flitsen • Nooit flitsen ∗1 Er wordt twee keer geflitst. Beweeg niet tot na de tweede flits. Het interval tussen de flitsen varieert, afhankelijk van de helderheid van het onderwerp. Als [RODE-OGEN CORR] in het menu [OPNAME] op [ON] staat, verschijnt bij het pictogram van de flitser, worden rode ogen automatisch waargenomen en worden fotogegevens gecorrigeerd. (Alleen wanneer [AF MODE] is ingesteld op (gezichtsdetectie))
● De sluitertijden zijn als volgt:
• , , , : 1/30∗2 - 1/2000 • , : 1∗2,∗3 - 1/2000 ∗2 Afhankelijk van de instelling voor [KORTE SLUITERT.]. ∗3 Wanneer [KORTE SLUITERT.] is ingesteld op [AUTO], is dit maximaal 1/4 seconde, en wanneer [STABILISATIE] op [OFF] is gezet of als er weinig trillingen zijn, maximaal 1 seconde. Varieert ook afhankelijk van de modus [SNAPSHOT-MODUS], de [SCÈNE MODE] en de zoompositie. ● Het effect van de rode-ogenreductie varieert, afhankelijk van het onderwerp, en wordt beïnvloed door factoren zoals afstand tot het onderwerp, of het onderwerp tijdens de voorflits naar de camera kijkt enzovoort. In sommige gevallen is het effect van de rode-ogenreductie verwaarloosbaar.
43
Fotograferen met een flitser (vervolg)
Close-upfoto’s maken
Opnamemodus:
Opnamemodus:
■Beschikbare typen per modus (○: beschikbaar, —: niet beschikbaar, ○∗
– – – –
○ ○ ○
○ ○ ○
–
–
– –
○ ○
○
Wanneer u het onderwerp van dichtbij beeldvullend wilt opnemen, kunt u door instellen op [MACRO-AF] ( ) onderwerpen dichter benaderen dan bij de normale scherpstelafstand (tot op 3 cm in de maximale W groothoekstand).
: standaardinstelling)
–
○
○ ○ ○
○
– –
– –
– –
○
– – – – ○ ○
○ ○ ○ ○ ○ ∗ Stel in op (Auto), (Auto/Rode-ogenreductie), sync.), afhankelijk van het onderwerp en de helderheid.
○
– ○
– – ○
– – –
– – –
– – ○
○
○ ○ ○
○ ○ ○
– – –
– –
(Lngz. sy./rode-og) of
– –
○
– – – – ○ ○
Open de [MACRO STAND]
○ ○ ○
– –
Selecteer [MACRO-AF]
○
(Langz.
• De flitser kan niet worden gebruikt tijdens de filmopname van bewegende beelden en de scènefuncties , , , , , , of .
■Scherpstelgebied afhankelijk van ISO-gevoeligheid en zoom
[GEVOELIGHEID] (→90)
[SLIMME ISO] (→89) [H. GEVOELIGH.] (→62) [FLITS-BURST] (→63)
AUTO ISO80 ISO100 ISO200 ISO400 ISO800 ISO1600 ISOMAX400 ISOMAX800 ISOMAX1600 ISO1600ISO6400 ISO100ISO3200
Scherpstelgebied Max. W (groothoek) Max. T (tele) ongeveer. 0,6-5,3 m ongeveer. 1,0-3,6 m ongeveer. 0,6-1,5 m ongeveer. 1,0m ongeveer. 0,6-1,6 m ongeveer. 1,0-1,1 m ongeveer. 0,6-2,3 m ongeveer. 1,0-1,6 m ongeveer. 0,6-3,3 m ongeveer. 1,0-2,2 m ongeveer. 0,8-4,7 m ongeveer. 1,0-3,2 m ongeveer. 1,15-6,7 m ongeveer. 1,0-4,5 m ongeveer. 0,6-3,3 m ongeveer. 1,0-2,2 m ongeveer. 0,8-4,7 m ongeveer. 1,0-3,2 m ongeveer. 1,15-6,7 m ongeveer. 1,0-4,5 m ongeveer. 1,15-13,5 m
ongeveer. 1,0-9,1 m
ongeveer. 0,6-3,4 m
ongeveer. 1,0-2,3 m
● Plaats uw handen niet over het licht uitstralende gedeelte van de flitser (→9) en kijk ook niet
van dichtbij (op enkele centimeters afstand) in de flitser. Flits niet dicht in de buurt van andere onderwerpen (warmte en licht kunnen schadelijk zijn voor het onderwerp). ● Flitsinstellingen kunnen veranderen als u een andere opnamemodus kiest. ● Als u een andere scènemodus kiest, worden de standaardflitsinstellingen hersteld. ● Randen van foto’s kunnen iets donkerder worden als de flitser wordt gebruikt op korte afstanden zonder dat de zoom wordt gebruikt (vlakbij de maximale instelling voor W - groothoek). U kunt dit oplossen door enigszins in te zoomen. ) rood als u de ontspanknop half indrukt. ● Als er moet worden geflitst, worden de flitstypesymbolen (bijvoorbeeld ● Er kunnen geen foto’s worden gemaakt als deze symbolen knipperen (flitser wordt opgeladen) (bijvoorbeeld ). ● Onvoldoende bereik van de flitser kan worden veroorzaakt door niet goed ingestelde belichting of witbalans. ● Het flitseffect wordt mogelijk niet volledig bereikt bij korte sluitertijden. ● Het opladen van de flitser kan even duren als de batterij bijna leeg is, of als de flitser enkele keren achter elkaar wordt gebruikt.
44
●Het kan even duren totdat onderwerpen
op grote afstand scherp worden. (Modus [SNAPSHOT-MODUS]) kunt u de macro-opnamefunctie inschakelen door eenvoudigweg de camera op uw onderwerp te richten. (wanneer wordt weergegeven) ●De [MACRO-AF] functie wordt automatisch ingeschakeld wanneer u de [AF MODE] instelt op (Autofocusvolgen). ( wordt niet aangegeven.)
●Bij gebruik van de
Wordt ongeveer 5 sec. aangegeven
Neem de foto
aanduiding
Close-up foto’s maken zonder erg dicht bij het onderwerp te komen ‘Telemacro’ functie Handig voor het maken van close-up foto’s van bijvoorbeeld schuwe vogels die niet te benaderen zijn, of ook voor foto’s met een diffuse onscherpe achtergrond, zodat uw onderwerp beter uitkomt. De ‘Telemacro’ functie treedt automatisch in werking wanneer de optische of de extra-optische zoomwaarde dichtbij de maximale telestand komt (10 x of verder optisch inzoomen). Er kan scherpgesteld worden op afstanden van 1 meter of meer.
●De digitale zoom kan ook worden gebruikt. ●Deze functie werkt tevens ook bij het maken van Draai naar de maximale T telestand
verandert in
foto’s met de volgende scènefuncties. ( wordt niet weergegeven) [VOEDSEL], [KAARSLICHT], [BABY], [HUISDIER], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITSBURST], [SPELDENPRIK], [ZANDSTRAAL] , [HOGE DYNAMIEK]
45
Fotograferen met een flitser (vervolg)
Opstellen van de camera en uw onderwerp binnen het optimale scherpstelbereik
Opnamemodus:
Fotograferen van nóg dichterbij
[MACRO ZOOM]
■Beschikbaar opnamebereik in
(modus [PROGRAM AE]) Scherpstelbereik
Om uw onderwerp nog dichter te benaderen, kunt u instellen op [MACRO ZOOM] zodat uw onderwerp nog groter in beeld verschijnt dan bij de [MACRO-AF]. Zoomhendel
Open de [MACRO STAND] Afstand tussen de lens en uw onderwerp
3 cm
50 cm
1m
1 x (max.W)
Stel in op [MACRO ZOOM]
Er is hierbij vast uitgezoomd naar de groothoekstand. Het scherpstelbereik is van 3 cm - ∞. Terug
Vergroten
∞ ∞ 20 cm - ∞ 50 cm - ∞ 50 cm - ∞ 50 cm - ∞ 1m-∞ 1m-∞ 2m-∞ 2m-∞ 1.5 m - ∞ 2m-∞ 1m-∞ 2m-∞ 50 cm -
Zoom ratio ∗1
3x
Regel de vergroting van de digitale zoom met de zoomhendel
∞ 3 cm -
2x
Wordt ongeveer 5 sec. aangegeven
2m
4x
5x - 8x
9x 10 x - 12 x∗2 (max.T)
Wanneer het onderwerp zich te dicht bij de camera bevindt, kan er niet goed op worden scherpgesteld.
: Het scherpstelbereik wordt bij [MACRO-AF] ingesteld ∗3 : Het scherpstelbereik bij [MACRO-AF] is uitgeschakeld ∗4
Digitale zoom-vergroting (1 x tot 3 x)
Neem de foto
●Bij de [MACRO ZOOM] wordt een sterkere vergroting bereikt, hetgeen een mindere beeldkwaliteit geeft.
●Wanneer [MACRO ZOOM] is ingesteld, werken de extra optische zoom en [i.ZOOM] niet. ●De [MACRO ZOOM] instelling is niet te gebruiken tijdens opnemen in de [MULTI-ASPECT] modus. ●Wanneer [TRACKING AF] is ingesteld, wordt zoomen in de macrostand geannuleerd. ●Het verdient aanbeveling een statief en de [ZELFONTSPANNER] te gebruiken.
Bovendien wordt, wanneer u een onderwerp vlakbij de camera fotografeert, aanbevolen [FLITS] op [GEDWONGEN UIT] te zetten. ●Als u de camera beweegt nadat er is scherpgesteld, kunnen uw foto’s onscherp zijn wanneer uw onderwerp erg dicht bij de camera is, aangezien de scherptediepte en dus het scherpstelbereik bijzonder gering is.
46
∗1 Het scherpstelbereik varieert, afhankelijk van de zoomstand. ∗2 De maximale zoomafstand is afhankelijk van het zoomtype. ∗3 Het scherpstelbereik blijft gelijk bij de volgende instellingen. • (Modus [SNAPSHOT-MODUS]) • (Modus [PRIKBORD]) • [VOEDSEL], [KAARSLICHT], [BABY], [HUISDIER], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [SPELDENPRIK], [ZANDSTRAAL], [HOGE DYNAMIEK] in de scènemodus ∗4 Het scherpstelbereik blijft gelijk bij de volgende instellingen. • [PORTRET], [GAVE HUID], [TRANSFORMEREN], [PANORAMA ASSIST], [SPORT], [PARTY], [ZONSONDERG.], [STERRENHEMEL], [STRAND], [SNEEUW], [FOTO FRAME] in de scènemodus
●De zoom-instellingen zijn bij benadering. ●Het scherpstelbereik verschilt voor de scènefuncties. ●Max. W: De zoomhendel zo ver mogelijk naar de W of groothoekstand gedraaid (niet ingezoomd) Max. T: De zoomhendel zo ver mogelijk naar de T of telestand gedraaid (maximaal ingezoomd)
47
Fotograferen met de zelfontspanner
Foto’s maken met belichtingscompensatie
Opnamemodus:
Opnamemodus:
We raden u aan een statief te gebruiken. Deze optie is ook effectief om trillingen te voorkomen wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, door de zelfontspanner in te stellen op 2 seconden.
Geef [ZELFONTSPANNER] weer
Corrigeert de belichting wanneer een goede belichting niet mogelijk is (bij grote verschillen tussen de helderheid van het object en de achtergrond enzovoort). Afhankelijk van de helderheid is dit in sommige gevallen niet mogelijk. Onderbelicht
Optimale belichting
Overbelicht
Selecteer de tijdsduur Plusrichting
Minrichting
Geef [BELICHTING] weer Kan ook worden geselecteerd met ◄.
Druk op ▲ Wordt ongeveer 5 sec. weergegeven
Selecteer een waarde [0] (geen compensatie)
Maak een foto Druk de ontspanknop helemaal in om te beginnen met opnemen na de vooraf ingestelde tijd.
Indicator zelfontspanner (Knippert gedurende ingestelde periode)
• Annuleren tijdens gebruik → druk op [MENU/SET]
●Bij instellen op de [BURSTFUNCTIE] worden er drie foto’s genomen. Bij instellen op de [FLITS-BURST] scènefunctie worden er vijf foto’s genomen.
●Er wordt automatisch scherpgesteld vlak voordat het opnemen begint als u de ontspanknop hier volledig indrukt.
●Nadat de indicator voor de zelfontspanner stopt met knipperen, kan deze gaan branden als AF-assistlampje. ●Deze functie kan niet worden gebruikt in de scènemodus [HI-SPEED BURST] of bij het opnemen van films. ●[10 SEC.] kan niet worden gekozen in modus ([PRIKBORD]) of in de scènemodus [ZELFPORTRET].
48
●Na de belichtingscompensatie wordt de compensatiewaarde (bijvoorbeeld
) in de linkerbenedenhoek van het scherm weergegeven. ●De belichtingscompensatiewaarde die u instelt, blijft behouden, zelfs nadat de camera is uitgeschakeld. ●De belichtingscompensatie kan niet worden gebruikt bij de [STERRENHEMEL] scènefunctie.
49
Opnemen terwijl de belichting automatisch wordt gewijzigd ([AUTO BRACKET])
Fotograferen met automatisch wisselende beeldverhouding [MULTI-ASPECT]
Opnamemodus:
Opnamemodus:
Er worden 3 opeenvolgende foto’s gemaakt en de belichting wordt automatisch gewijzigd. Na de belichtingscompensatie wordt de compensatiewaarde als standaard ingesteld. Eerste foto 0 EV (Standaard)
Tweede foto-1 EV (Donkerder)
Derde foto+1 EV (Lichter)
In deze stand worden er bij een enkele druk op de ontspanknop drie foto’s achtereen genomen, met drie verschillende beeldverhoudingen: 4:3, 3:2 en 16:9. (Hierbij klinkt slechts een enkele sluiterklik.)
Stel in op [AUTO BRACKET] Druk enkele keren op ▲ om [BELICHTING] op [AUTO BRACKET] te zetten
Stel in op [MULTI-ASPECT] Geef [AUTO BRACKET] weer Druk enkele keren op ▲ om [BELICHTING] op [AUTO BRACKET] te zetten
Telkens wanneer u op [DISPLAY] drukt, schakelt de aangegeven aanduiding over tussen [AUTO BRACKET] en [MULTI-ASPECT].
Selecteer [ON]
Selecteer een waarde [0] (geen compensatie)
4:3 (blauw)
■Beeldformaat-combinaties 12 M 8M 5 M∗
11.5 M 7.5 M 4.5 M∗
10.5 M 7M 4.5 M∗
(Bijvoorbeeld) Wanneer staat ingesteld op 7,5 M, zijn de beeldformaten en bijbehorende resoluties bij 8 M, bij 7,5 M en bij 7 M. ∗ Als er een kleiner beeldformaat is gekozen, wordt de resolutie tijdelijk op deze waarde ingesteld.
16:9 (groen) 3:2 (rood) Weergegeven waarde na instelling belichtingscompensatie
aanduiding
●Na instellen op [MULTI-ASPECT] wordt er
●Geannuleerd wanneer de stroom wordt uitgeschakeld. ●Kan niet worden gebruikt met de flitser of wanneer er nog slechts capaciteit is voor 2
aangegeven aan de linkerkant van het scherm. ●Sluitertijd, diafragma, scherpstelling, de [BELICHTING], [WITBALANS] en [GEVOELIGHEID] instellingen blijven gelijk voor alle drie opnamen. ●[MULTI-ASPECT] wordt uitgeschakeld wanneer er nog maar één of twee foto’s genomen kunnen worden. Bovendien komt deze functie te vervallen wanneer u de camera uitschakelt. ●Wanneer u de [MULTI-ASPECT] kiest, worden [AUTO BRACKET] en de [BURSTFUNCTIE] uitgeschakeld. ●Kan niet worden ingesteld in de scènemodi [TRANSFORMEREN], [PANORAMA ASSIST], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [STERRENHEMEL], [SPELDENPRIK], [ZANDSTRAAL] en [FOTO FRAME].
foto’s.
●Wanneer u instelt op [AUTO BRACKET], worden de [MULTI-ASPECT] functie en de [BURSTFUNCTIE] uitgeschakeld.
●Kan niet worden ingesteld in de scènemodi [TRANSFORMEREN], [PANORAMA
ASSIST], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [STERRENHEMEL], [SPELDENPRIK], [ZANDSTRAAL] en [FOTO FRAME] of bij het opnemen van een film.
50
51
Diafragma instellen en opnemen
Sluitertijd instellen en opnemen
Modus [LENSOPENINGSPR.]
Modus [SLUITERPRIORITEIT]
Opnamemodus:
Opnamemodus:
Tijdens het opnemen kunt u het scherpstelbereik (de scherptediepte) vaststellen in overeenstemming met uw opnamedoel. De sluitertijd wordt automatisch aangepast aan de ingestelde diafragmawaarde.
Stel in op
Tijdens het opnemen kunt u de sluitertijd zo regelen dat deze aan uw opnamedoel voldoet. Het diafragma wordt automatisch aangepast aan de ingestelde sluitertijd.
Stel in op
(opnemen)
(opnemen)
Stel in op Stel in op
(de modus [SLUITERPRIORITEIT])
(de modus [LENSOPENINGSPR.])
Bepaal de sluitertijd
Bepaal de diafragmawaarde • Wanneer de diafragmawaarde wordt verhoogd, wordt de scherptediepte groter, en is het beeld scherp van vlak voor de camera tot op de achtergrond. • Wanneer de diafragmawaarde wordt verlaagd, wordt de scherptediepte kleiner en kan de achtergrond wazig worden. • Wanneer de foto te licht of te donker is of op andere wijze niet goed is belicht, worden de waarden voor het diafragma en de sluitertijd in rood weergegeven.
Diafragmawaarde
Sluitertijd
■Sluitertijden die kunnen worden ingesteld Diafragmawaarden die op deze camera kunnen worden ingesteld
Sluitertijd (in seconden) 8
6
5
4
2,5
2
1,6
1,3
1
Diafragmawaarde
Sluitertijden (in seconden) die op deze camera zijn ingesteld
1/1,3
1/1,6
1/2
1/2,5
1/3,2
F4,0 - F6,3
8 - 1/2000
1/4
1/5
1/6
1/8
1/10
F3,5
8 - 1/1600
1/13
1/15
1/20
1/25
1/30
F3,3
8 - 1/1300
1/40
1/50
1/60
1/80
1/100
1/125
1/160
1/200
1/250
1/320
1/400
1/500
1/640
1/800
1/1000
■Diafragmawaarden die kunnen worden ingesteld
• De diafragmawaarden die kunnen worden ingesteld, variëren afhankelijk van de zoompositie. (In de bovenstaande tabel is uitgegaan van maximale groothoek)
●De helderheid van het lcd-scherm kan afwijken van de feitelijk gemaakte foto. ●Als de foto te licht is, verhoogt u de diafragmawaarde; als deze te donker is, verlaagt u deze.
• Bij kortere sluitertijden lijken bewegende onderwerpen stil te staan. • Bij langere sluitertijden worden bewegende onderwerpen trillend weergegeven. • Wanneer de foto te licht of te donker is of op andere wijze niet goed is belicht, worden de waarden voor het diafragma en de sluitertijd in rood weergegeven.
3,2
F3,3 - F6,3
1/1300 1/1600
F3,5 - F6,3
1/2000
F4,0 - F6,3
• De diafragmawaarden die worden ingesteld, variëren afhankelijk van de zoompositie. (In de bovenstaande tabel is uitgegaan van maximale groothoek)
●De helderheid van het lcd-scherm kan afwijken van de feitelijk gemaakte foto. ●Wanneer u een lange sluitertijd gebruikt, verdient het aanbeveling een statief te gebruiken. niet worden ingesteld. ●In de modus [SLUITERPRIORITEIT] kan
52
53
Diafragma en sluitertijd instellen en opnemen
Uw eigen instellingen registreren en opnemen
Modus [HANDM. BELICHT.]
Modus [KLANT]
Opnamemodus:
Opnamemodus:
In deze opnamemodus kunt u elke willekeurige diafragmawaarde en sluitertijd instellen wanneer u met de belichtingsregeling geen opname kunt maken bij de gewenste belichting (licht/donker). Ook zijn opnamen met een lange belichting tot maximaal 60 seconden mogelijk.
Stel in op
(opnemen)
Stel in op (de modus [HANDM. BELICHT.]) • Het hulpmiddel voor de handmatige belichting wordt weergegeven. (Ongeveer 10 seconden)
Bepaal het diafragma en de sluitertijd
Diafragmawaarde/sluitertijd
◄►: diafragmawaarde aanpassen ▲▼: sluitertijd aanpassen • Wanneer de foto te licht of te donker is of op andere wijze niet goed is belicht, worden de diafragmawaarde en de sluitertijd in rood weergegeven. • Als de ontspanknop half wordt ingedrukt, wordt het hulpmiddel voor de handmatige belichting weergegeven. (Ongeveer 10 seconden)
Als u uw favoriete opnamemodus, instellingen in het menu [OPNAME] enzovoort registreert in [GEH VOORK INST] en de modusknop op zet, kunt u snel naar deze instellingen overschakelen.
[GEH VOORK INST] uw eigen instellingen registreren U kunt maximaal 3 actuele camera-instellingen registreren. ■ Opnamemodus:
Selecteer de opnamemodus die u wilt registreren en stel het menu [OPNAME], het menu [SET-UP] enzovoort in Selecteer [GEH VOORK INST] in het menu [SET-UP] (→20)
Selecteer [JA]
Sluit het menu
Selecteer de voorkeursinstelling die u wilt registreren
■Diafragmawaarden en sluitertijden die kunnen worden ingesteld Diafragmawaarde
Sluitertijd (in seconden)
F4,0 - F6,3
60 - 1/2000
F3,5
60 - 1/1600
F3,3
60 - 1/1300
• De diafragmawaarden die kunnen worden ingesteld, variëren afhankelijk van de zoompositie. (In de bovenstaande tabel is uitgegaan van maximale groothoek)
■Hulpmiddel bij handmatige belichting (schatting) Foto’s worden met standaardhelderheid weergegeven. Foto’s worden helderder weergegeven. Gebruik voor de standaardhelderheid een kortere sluitertijd of verhoog de diafragmawaarde. Foto’s worden donkerder weergegeven. Gebruik voor de standaardhelderheid een langere sluitertijd of verlaag de diafragmawaarde.
●De helderheid van het lcd-scherm kan afwijken van de feitelijk gemaakte foto. niet worden ingesteld. ●In de modus voor handmatige belichting kan
54
●De volgende menu’s en functies worden in de voorkeursinstellingen opgeslagen. Menu [OPNAME]/opnamefuncties [FOTO RES.] [KWALITEIT] [ASPECTRATIO] [SLIMME ISO] [GEVOELIGHEID] [WITBALANS] [GEZICHT HERK.] (alleen AAN/UIT) [AF MODE] [PRE AF] [MEETFUNCTIE] [I. EXPOSURE] [KORTE SLUITERT.]
[BURSTFUNCTIE] [I.RESOLUTIE] [KLEUR EFFECT] [FOTO INST.] [STABILISATIE] [AUDIO OPNAME] [AF ASS. LAMP] [RODE-OGEN CORR] Belichtingscompensatie [AUTO BRACKET] [MULTI-ASPECT]
Menu [SET-UP] [RICHTLIJNEN] [HISTOGRAM] [OPN.GEBIED] [ZOOMOVERZ.]
55
Uw eigen instellingen registreren en opnemen
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
Modus [KLANT] (vervolg)
[SCÈNE MODE]
Opnamemodus:
Opnamemodus:
[KLANT] naar uw eigen instellingen gaan en fotograferen
Met [SCÈNE MODE] kunt u fotograferen met optimale instellingen voor specifieke scènes (belichting, kleur enzovoort).
De instellingen die in [GEH VOORK INST] zijn geregistreerd, kunnen snel worden opgeroepen door de modusknop in te stellen op .
Stel in op Stel in op
Stel in op
(opnemen)
Stel in op Selecteer de scène en stel deze in
(voorkeuzemodus)
(Druk op [MENU/SET] en druk dan op ►, als het scènemenu niet verschijnt)
Selecteer de voorkeursinstelling • Druk op [DISPLAY] om de inhoud van de geregistreerde instellingen weer te geven. Met ◄► kunt u naar een ander scherm gaan. Druk opnieuw op [DISPLAY] om terug te keren.
● Scènemenu Zoomhendel [DISPLAY] [MENU/SET]
■Voor filmen van bewegende beelden (→68)
■Veelgebruikte scènes registreren [MIJN SCN MODE] (→67)
Met de zoomhendel kunt u ook naar het volgende scherm gaan. Beschrijving van de verschillende scènes bekijken: selecteer een scène en druk op de knop [DISPLAY].
●Wanneer u een scènemodus kiest die niet geschikt is voor de feitelijke scène kan dit de kleur van uw foto’s beïnvloeden.
●De volgende instellingen van het menu [OPNAME] worden automatisch aangepast
●Zelfs als het menu [OPNAME] enzovoort wordt gewijzigd in [KLANT], wordt de inhoud
van de voorkeursinstellingen niet veranderd. Wanneer u registratie-inhoud wijzigt, dient u deze opnieuw in te stellen in [GEH VOORK INST]. ●Op het moment van aanschaf van de camera zijn de oorspronkelijke instellingen van de modus [PROGRAM AE] in de voorkeursinstellingen geregistreerd.
56
en kunnen niet handmatig worden geselecteerd (instellingen afhankelijk van de geselecteerde scène). [SLIMME ISO], [GEVOELIGHEID], [MEETFUNCTIE], [I. EXPOSURE], [KORTE SLUITERT.], [I.RESOLUTIE], [KLEUR EFFECT], [FOTO INST.] ●De witbalans kan alleen in de volgende scène worden ingesteld. (De instelling wordt teruggezet naar [AWB] wanneer een andere scène wordt gekozen.) [PORTRET], [GAVE HUID], [TRANSFORMEREN], [ZELFPORTRET], [PANORAMA ASSIST] (alleen voor de eerste foto), [SPORT], [BABY], [HUISDIER], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [SPELDENPRIK], [HOGE DYNAMIEK], [FOTO FRAME] ●De beschikbare flitstypen (→44) variëren afhankelijk van de scène. De flitserinstelling voor de scènemodus wordt op de beginwaarde teruggezet wanneer de scènemodus wordt gewijzigd. ●De richtlijnen worden in grijs weergegeven in de scènemodi [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [STERRENHEMEL] en [VUURWERK].
57
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [SCÈNE MODE] (vervolg) Opnamemodus:
Scène
Toepassingen, Tips
Opmerkingen
• Standaardinstelling voor [AF Verbetert de huidskleur van onderwerpen MODE] is voor een gezonder uiterlijk in helder daglicht. (gezichtsdetectie).
[PORTRET]
[GAVE HUID]
Tips • Ga zo dicht mogelijk bij het onderwerp staan. • Zoom: Zo telescopisch mogelijk (richting T) Verzacht de kleuren van de huid in helder daglicht buiten (portretten vanaf de borst). Tips • Ga zo dicht mogelijk bij het onderwerp staan. • Zoom: Zo telescopisch mogelijk (richting T)
Verandert uw onderwerp in een filmster of een superslanke verschijning. Gebruik ▲▼ om het transformatieniveau te kiezen en druk dan op [MENU/SET] om het vast te leggen. • De instellingen zijn ook te wijzigen via het Quick-menu. (→104)
[TRANSFORMEREN]
Neem de foto. Opmerkingen • Deze functie mag alleen worden gebruikt voor privédoeleinden, dus niet voor winstbejag of commerciële toepassingen, waarvoor auteursrechten gelden. • Gebruik deze functie niet zodanig dat het iemand schade kan berokkenen of de openbare orde of goede zeden kan aantasten. • Gebruik de functie niet zo dat uw onderwerp er door geschaad kan worden. Foto’s van uzelf maken.
Tips • Druk de ontspanknop half in → de indicator van de zelfontspanner gaat aan → druk de [ZELFPORTRET] ontspanknop volledig in → bekijken (wanneer de indicator van de zelfontspanner knippert, is niet goed scherpgesteld) • Scherpstelling: 30 cm-1,2 m (Max. W) • Gebruik geen zoom (moeilijker scherp te stellen). (Zoom gaat automatisch naar max. W) • Zelfontspanner van 2 seconden aanbevolen.
58
• De duidelijkheid van het effect kan variëren, afhankelijk van de hoeveelheid licht. • Standaardinstelling voor [AF MODE] is (gezichtsdetectie). • Als een deel van de achtergrond enzovoort een kleur heeft die dicht in de buurt komt van huidskleur, wordt dit deel ook zachter gemaakt. • Wanneer u hiermee een foto neemt, wordt de huidtint treffend verbeterd. • De beeldkwaliteit wordt iets minder. • De [FOTO RES.] wordt ingesteld overeenkomstig de [ASPECTRATIO] instelling, zoals hieronder uiteengezet. :3M : 2,5 M :2M • De volgende functie is vast ingesteld. [KWALITEIT]: (Standaard) • Standaardinstelling voor [AF MODE] is (gezichtsdetectie). • De gezichtsherkenning kan niet zo doeltreffend werken wanneer u gebruik maakt van [SLANK HOOG] of [UITREKKEN HOOG]. • De volgende functies zijn niet te gebruiken. Extra-optische zoom/[DIG. ZOOM]/ [AUTO BRACKET]/[MULTIASPECT]/[BURSTFUNCTIE] • Foto’s maken met geluid (→98) (indicatielampje zelfontspanner brandt tijdens het fotograferen) • Belangrijke vaste instellingen [ZOOMOVERZ.]: [OFF] [ZELFONTSPANNER]: [UIT]/ [2 SEC.] [STABILISATIE]: [MODE 2] [AF ASS. LAMP]: [OFF] • Standaardinstelling voor [AF MODE] is (gezichtsdetectie).
Een scène selecteren (→57) Flitser gebruiken in scènemodi (→44)
Scène
Toepassingen, Tips
Opmerkingen
Heldere foto’s maken van brede onderwerpen • Belangrijke vaste instellingen [FLITS]: op afstand. [GEDWONGEN UIT] [AF ASS. LAMP]: [OFF] [LANDSCHAP] Tips • Ga op minstens 5 m afstand staan. Gebruik de bijgeleverde software om • De scherpstelling, zoomstand, verscheidene beelden aan elkaar te rijgen tot belichtingscompensatie, een enkele panoramische foto. witbalans, sluitertijd en ISOgevoeligheid worden allemaal vastgesteld op de waarde voor Gebruik ▲▼ om de opnamerichting te kiezen en de eerste foto. druk dan op [MENU/SET] om die vast te leggen. • Als de camera is ingesteld op Speciale richtlijnen voor panoramafoto’s [STABILISATIE] en er zeer worden aangegeven. weinig trillingen zijn of als Neem de foto. [STABILISATIE] is ingesteld op Stel in op [VOLG.] en druk dan op [MENU/ [OFF], kan de sluitertijd worden SET] om door te gaan. verlengd naar maximaal 8 • Ook kunt u op de seconden. ontspanknop drukken. • Bij donkere beelden kan er • U kunt foto’s opnieuw interferentie zichtbaar zijn. nemen door in te • De sluiter kan tot 8 seconden stellen op [NIEUW]. na het maken van de opname Kies een andere compositie en neem de foto gesloten blijven. zo dat een deel van de foto overlapt met de • Voornaamste vaste instellingen [PANORAMA vorige foto. [FLITS]: [GEDWONGEN UIT] ASSIST] • Om nog meer foto’s [GEVOELIGHEID]: ISO80 - 800 te nemen, stelt u in op • Het panoramisch aaneenlassen [VOLG.] en herhaalt u kan niet met deze camera de stappen en . worden verricht. Met de geschikte software kunt u normaal gemaakte foto’s op de computer samenvoegen tot een Deel van de foto dat al deel uitmaakte van de panoramafoto. vorige foto • De volgende functies zijn niet te Na afloop van het fotograferen, kiest u voor gebruiken. [EXIT] en drukt u op [MENU/SET] om het [AUTO BRACKET]/[MULTImenu te sluiten. ASPECT]/[AUDIO OPNAME]/ [BURSTFUNCTIE] Tips • Neem alle foto’s vanaf dezelfde plaats. • Gebruik een statief. • Maak als het donker is foto’s met de zelfontspanner. Foto’s maken van scènes met snelle • Als de camera is ingesteld op bewegingen, bijvoorbeeld sport. [STABILISATIE] en er zeer weinig trillingen zijn of als [STABILISATIE] is ingesteld op Tips [OFF], kan de sluitertijd worden • Ga op minstens 5 m afstand staan. [SPORT] verlengd naar maximaal 1 seconde. • Belangrijke vaste instelling [SLIMME ISO]: ISOMAX1600
59
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [SCÈNE MODE] (vervolg) Opnamemodus:
Scène
Toepassingen, Tips Foto’s maken van mensen en nachtlandschappen met benadering van de werkelijke helderheid.
Tips • Gebruik de flitser. • Het onderwerp mag niet bewegen. • Statief en zelfontspanner aanbevolen. • Ga tenminste 1,5 m weg staan en gebruik de [NACHTPORTRET] W-stand (groothoek) • Scherpstelling: Max. W: 60 cm - 5 m Max. T: 1,2 m - 5 m
Duidelijke foto’s maken van nachtscènes. Tips • Ga op minstens 5 m afstand staan. • Statief en zelfontspanner aanbevolen
[NACHTL. SCHAP]
Opmerkingen • Als de camera is ingesteld op [STABILISATIE] en er zeer weinig trillingen zijn of als [STABILISATIE] is ingesteld op [OFF], kan de sluitertijd worden verlengd naar maximaal 1 seconde (of maximaal 8 seconden als de flitser is ingesteld op (gedwongen uit)). • Er kan interferentie optreden bij donkere scènes. • De sluiter kan 8 seconde dicht blijven nadat u de foto hebt gemaakt. • Belangrijke vaste instelling [PRE AF]: [OFF] • Standaardinstelling voor [AF MODE] is (gezichtsdetectie). • Als de camera is ingesteld op [STABILISATIE] en er zeer weinig trillingen zijn of als [STABILISATIE] is ingesteld op [OFF], kan de sluitertijd worden verlengd naar maximaal 8 seconden. • Er kan interferentie optreden bij donkere scènes. • De sluiter kan 8 seconden dicht blijven nadat u de foto hebt gemaakt. • Belangrijke vaste instellingen [FLITS]: [GEDWONGEN UIT] [GEVOELIGHEID]: ISO80 - 800 [PRE AF]: [OFF] [AF ASS. LAMP]: [OFF]
Natuurgetrouwe foto’s maken van voedsel Tips • Scherpstelling (hetzelfde als macro-opnamen) Max. W (groothoek): 3 cm en hoger [VOEDSEL] Max. T: 1 m en hoger (5 × tot 8 × is 2 m tot ∞) Onderwerpen en de achtergrond helderder maken in foto’s van gebeurtenissen binnen, zoals bruiloften.
[PARTY]
60
Tips • Ga op ongeveer 1,5 m afstand staan. • Zoom: groothoek (richting W) • Gebruik de flitser. • Statief en zelfontspanner aanbevolen.
−
• Standaardinstelling voor [AF MODE] is (gezichtsdetectie).
Een scène selecteren (→57) Flitser gebruiken in scènemodi (→44)
Scène
Toepassingen, Tips De sfeer van een ruimte met kaarslicht fotograferen.
Tips • Scherpstelling (hetzelfde als macro-opnamen) Max. W (groothoek): 3 cm en hoger [KAARSLICHT] Max. T: 1 m en hoger (5 × tot 8 × is 2 m tot ∞) • Gebruik geen flitser. • Statief en zelfontspanner aanbevolen. Gebruikt een zwakke flits om de huidskleur naar voren te halen. • Leeftijd en naam vastleggen (U kunt [BABY1] en [BABY2] afzonderlijk instellen.)
[BABY]
Selecteer [LEEFTIJD] of [NAAM] met ▲▼, druk op ►, selecteer [SET] en druk op [MENU/SET]. Stel de geboortedatum en de naam in. Leeftijd: stel de geboortedatum in met ▲▼◄► en druk op [MENU/SET]. Naam: (Zie ‘Tekst invoeren’: (→105)) Druk op [MENU/SET].
Opmerkingen • Als de camera is ingesteld op [STABILISATIE] en er zeer weinig trillingen zijn of als [STABILISATIE] is ingesteld op [OFF], kan de sluitertijd worden verlengd naar maximaal 1 seconde. • Standaardinstelling voor [AF MODE] is (gezichtsdetectie). • De leeftijd en naam worden na het instellen van deze modus ongeveer 5 seconden weergegeven. • Als de camera is ingesteld op [STABILISATIE] en er zeer weinig trillingen zijn of als [STABILISATIE] is ingesteld op [OFF], kan de sluitertijd worden verlengd naar maximaal 1 seconde. • De leeftijdsnotatie wordt bepaald door de instelling voor [TAAL]. • U kunt via [TEKST AFDR.] ook tekst aan de foto toevoegen (→118). • De geboortedatum wordt weergegeven als [0 mnd. 0 dg.]. • Belangrijke vaste instelling [SLIMME ISO]: ISOMAX1600 • Standaardinstelling voor [AF MODE] is (gezichtsdetectie).
Tips • Zorg ervoor dat [LEEFTIJD] en [NAAM] zijn ingesteld op [ON] voordat u de foto maakt. • Resetten: selecteer [RESETTEN] in het menu [SET-UP] • Scherpstelling (hetzelfde als macro-opnamen) Max. W (groothoek): 3 cm en hoger Max. T: 1 m en hoger (5 × tot 8 × is 2 m tot ∞) Vastleggen van de naam en de leeftijd van uw • Als de camera is ingesteld op huisdier bij het fotograferen. [STABILISATIE] en er zeer weinig trillingen zijn of als [STABILISATIE] is ingesteld op [OFF], kan de Tips sluitertijd worden verlengd naar • Hetzelfde als voor [BABY] maximaal 1 seconde. • De standaardinstellingen zijn als volgt: [HUISDIER] [AF MODE]: (Autofocus-volgen) [AF ASS. LAMP]: [OFF] • Raadpleeg [BABY] (hierboven) voor andere opmerkingen en vaste instellingen. Duidelijke foto’s maken van scènes als • Belangrijke vaste instellingen zonsondergangen. [FLITS]: [GEDWONGEN UIT] [AF ASS. LAMP]: [OFF] [ZONSONDERG.]
61
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [SCÈNE MODE] (vervolg) Opnamemodus:
Scène
Toepassingen, Tips Voorkomt dat onderwerpen in donkere omgevingen binnen onscherp worden. Selecteer met ▲▼ de aspectratio (beeldverhouding) en fotoresolutie en druk op [MENU/SET].
[H. GEVOELIGH.] Tips • Scherpstelling (hetzelfde als macro-opnamen) Max. W (groothoek): 3 cm en hoger Max. T: 1 m en hoger (5 × tot 8 × is 2 m tot ∞) Foto’s maken van snelle bewegingen of beslissende momenten.
[HI-SPEED BURST]
Scène
• Foto’s kunnen soms iets korrelig overkomen vanwege de hoge gevoeligheid. • Belangrijke vaste instelling [KWALITEIT]: (Standaard) [GEVOELIGHEID]: ISO1600 6400 [I.RESOLUTIE]: [ON] • De volgende functies zijn niet te gebruiken. Extra-optische zoom/ [DIG. ZOOM]/[MULTI-ASPECT]
• Het aantal foto’s dat u met de burstfunctie kunt maken, is direct na formattering groter. • De beeldkwaliteit wordt iets minder. Gebruik ▲▼ om in te stellen op [SNELHEID VOORKEUR] of [BEELD VOORKEUR] en • Belangrijke vaste instellingen druk op [MENU/SET] om dat vast te leggen. [FLITS]: [GEDWONGEN UIT] Selecteer met ▲▼ de aspectratio (beeldverhouding) [KWALITEIT]: (Standard) en fotoresolutie en druk op [MENU/SET]. [GEVOELIGHEID]: Snelheid voorkeur ISO200 - 1600 Beeld voorkeur ISO500 - 800 [I.RESOLUTIE]: [ON] • De scherpstelling, zoom, belichting, witbalans, sluitertijd en ISO-gevoeligheid zijn gelijk aan Maak foto’s. (Houd de ontspanknop ingedrukt.) die van de eerste foto. Er worden continu foto’s gemaakt zolang de • U kunt de volgende functies niet ontspanknop volledig is ingedrukt. gebruiken. [SNELHEID Ongeveer 10 foto’s/ Extra optische zoom/ Maximale VOORKEUR] sec. [DIG. ZOOM]/[AUTO BRACKET]/ snelheid∗ [BEELD [MULTI-ASPECT]/ Ongeveer 6 foto’s/sec. VOORKEUR] [ZELFONTSPANNER]/ [AUDIO Ingebouwd OPNAME]/[BURSTFUNCTIE] Ongeveer 15 of meer Aantal te geheugen • Als het opnemen wordt nemen herhaald, kan er onder bepaalde Ongeveer 15 tot 100 foto’s∗ Kaart omstandigheden enige vertraging (Het maximum is 100). zijn voordat de camera weer ∗ De burstsnelheid en het aantal foto’s dat foto’s neemt. kan worden gemaakt, is afhankelijk van de opnameomstandigheden en het type geheugenkaart.
Tips • Scherpstelling (hetzelfde als macro-opnamen) Max. W (groothoek): 3 cm en hoger Max. T: 1 m en hoger (5 × tot 8 × is 2 m tot ∞)
62
Opmerkingen
Een scène selecteren (→57) Flitser gebruiken in scènemodi (→44)
Toepassingen, Tips Voor doorlopend opnemen op plaatsen met weinig licht. Gebruik ▲▼om het beeldformaat en de beeldverhouding te kiezen en druk dan op [MENU/SET] om die vast te leggen.
[FLITSBURST]
Neem uw foto’s (Houd de ontspanknop ingedrukt). Er worden doorlopend foto’s gemaakt zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. Aantal achtereenvolgende foto’s: Max. 5 Tips • Te gebruiken binnen de effectieve reikwijdte van de flitser. (→44) • Scherpstelling (hetzelfde als macro-opnamen) Max. W (groothoek): 3 cm en hoger Max. T: 1 m en hoger (5 × tot 8 × is 2 m tot ∞) Duidelijke foto’s maken van de sterrenhemel of van donkere onderwerpen. • Sluitertijdinstellingen Selecteer met ▲▼ en druk op [MENU/SET]. • U kunt het aantal seconden wijzigen via de snelle instelmodus. (→104)
Opmerkingen • De beeldkwaliteit wordt iets minder. • Belangrijke vaste instellingen [FLITS]: [FLITS ALTIJD AAN] [KWALITEIT]: (Standaard) [SLIMME ISO]: ISOMAX 3200 [I.RESOLUTIE]: [OFF] • De scherpstelling, zoomstand, belichtingscompensatie, sluitertijd en ISO-gevoeligheid worden allemaal vastgesteld op de waarde voor de eerste foto. • De sluitertijd is 1/30 - 1/2000 seconde. • De volgende functies zijn niet te gebruiken. Extra-optische zoom/ [DIG. ZOOM]/[AUTO BRACKET]/[MULTI-ASPECT]/ [BURSTFUNCTIE]/[AUDIO OPNAME] • Zie voor meer informatie over de flitser (→44) • Belangrijke vaste instellingen [FLITS]: [GEDWONGEN UIT] [GEVOELIGHEID]: ISO80 [PRE AF]: [OFF] [STABILISATIE]: [OFF] • De volgende functies zijn niet te gebruiken. [BELICHTING]/[AUTO BRACKET]/[MULTI-ASPECT]/ [BURSTFUNCTIE]/[AUDIO OPNAME]
Druk op de ontspanknop.
[STERRENHEMEL]
Het aftellen begint
Tips • Stel langere sluitertijden in voor donkerdere omstandigheden. • Gebruik altijd een statief. • Zelfontspanner aanbevolen. • Beweeg de camera niet totdat het aftellen (zie hierboven) is voltooid. (Het aftellen voor de verwerking wordt later opnieuw weergegeven)
63
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène [SCÈNE MODE] (vervolg) Opnamemodus:
Scène
Toepassingen, Tips Duidelijke foto’s maken van vuurwerk in de nachtlucht. Tips • Ga op minstens 10 m afstand staan. • Statief aanbevolen.
[VUURWERK]
Het heldere blauw van de lucht en de zee naar voren halen zonder dat de foto te donker wordt.
[STRAND]
Opmerkingen • De sluitertijd kan worden ingesteld op 1/4 seconde of 2 seconden (wanneer er weinig trillingen zijn of wanneer de optische beeldstabilisatie [OFF] is). (wanneer u de belichtingscompensatie niet gebruikt) • Belangrijke vaste instellingen [FLITS]: [GEDWONGEN UIT] [GEVOELIGHEID]: ISO80 [PRE AF]: [OFF] [AF ASS. LAMP]: [OFF] • Standaardinstelling voor [AF MODE] is (gezichtsdetectie). • Raak de camera niet met natte handen aan. • Houd rekening met zand en zeewater • De levensduur van de batterij wordt verkort bij lagere luchttemperaturen.
De natuurlijke kleur van de sneeuw naar voren halen op scènes van skipistes en [SNEEUW] bergen. Foto’s maken van het uitzicht vanuit het raam • Belangrijke vaste instellingen [FLITS]: van een vliegtuig. [GEDWONGEN UIT] [AF ASS. LAMP]: [OFF] • Schakel de camera uit bij het Tips opstijgen of landen. • Richt de camera op de gebieden met contrasterende kleuren wanneer u scherpstelt. • Volg bij het gebruik van de [LUCHTFOTO] camera altijd de instructies van • Controleer of het interieur van het vliegtuig het cabinepersoneel. niet in het raam wordt weerspiegeld. • Ga op minstens 5 m afstand staan. • De Gezichtsdetectie functie (→92) Maakt de randen van het scherm donker, kan niet altijd goed werken in het voor een ouderwets effect. donkere gedeelte langs de rand van het scherm. Tips • Scherpstelling (hetzelfde als macro-opnamen) • [I.RESOLUTIE] is vastgezet op [OFF]. Max. W (groothoek): 3 cm en hoger • De volgende functies zijn niet te Max. T: 1 m en hoger [SPELDENPRIK] gebruiken. (5 × tot 8 × is 2 m tot ∞) Extra optische zoom/ [DIG. ZOOM]/[AUTO BRACKET]/[MULTI-ASPECT]/ [BURSTFUNCTIE]
64
Een scène selecteren (→57) Flitser gebruiken in scènemodi (→44)
Scène
Toepassingen, Tips Geeft korrelige foto’s in zwart/wit.
[ZANDSTRAAL]
Tips • Scherpstelling (hetzelfde als macro-opnamen) Max. W (groothoek): 3 cm en hoger Max. T: 1 m en hoger (5 × tot 8 × is 2 m tot ∞) De over- en onderbelichting wordt verminderd bij opnamen in het licht en in nachtscènes. Druk op ▲▼ om het effect te selecteren en druk op [MENU/SET] STD
Natuurlijk kleureffect
Een impressionistisch effect waarbij KUNST contrast en kleur worden benadrukt ZWART/ [HOGE Een monochroom effect WIT DYNAMIEK]
• U kunt de instellingen ook wijzigen in het snelmenu. (→104) Tips • Scherpstelling (hetzelfde als macro-opnamen) Max. groothoek: 3 cm en hoger Max. T (tele): 1 m en hoger (5 × tot 8 × is 2 m tot ∞)
Opmerkingen • Belangrijke vaste instellingen [GEVOELIGHEID]: ISO1600 • De volgende functies zijn niet te gebruiken. [DIG. ZOOM]/[AUTO BRACKET]/[MULTI-ASPECT]/ [BURSTFUNCTIE] • Als de camera is ingesteld op [STABILISATIE] en er zeer weinig trillingen zijn of als [STABILISATIE] is ingesteld op [OFF], kan de sluitertijd worden verlengd naar maximaal 8 seconden. • De volgende functie staat vast ingesteld. [GEVOELIGHEID]: 400 • Afhankelijk van de opnameomstandigheden werkt het correctie-effect mogelijk niet. • Na het opnemen kan de sluiter dicht blijven (maximaal 8 seconden) om het signaal te verwerken. Dit is geen storing. • Omdat donkere gebieden worden gecorrigeerd naar lichter, kan er meer ruis zichtbaar zijn op het lcd-scherm dan bij standaardopnamen.
65
Foto’s maken die zijn afgestemd op de scène
Veelgebruikte scènes registreren [MIJN SCN MODE]
[SCÈNE MODE] (vervolg) Opnamemodus:
Scène
Toepassingen, Tips Er wordt een kader over de foto geplaatst. Druk op ◄► om het kader te selecteren en druk dan op [MENU/SET].
[FOTO FRAME]
Opnamemodus:
Opmerkingen • Het opnamepixelniveau is 2 M ( ). • De volgende functie staat vast ingesteld. [AUTO REVIEW]: [2 SEC.] • De kleur van het kader dat op het scherm wordt weergegeven, kan iets afwijken van de kleur van het kader op de foto die wordt gemaakt. • Richtlijnen kunnen niet worden weergegeven. • De volgende functies zijn niet beschikbaar. Extra optische zoom/ [DIG. ZOOM]/[AUTO BRACKET]/[MULTI-ASPECT]/ [BURSTFUNCTIE]
op de modusknop. U kunt een veel gebruikte scènemodus registreren in Nadat u de instellingen naar wens hebt geregeld, kunt u dan voortaan eenvoudig met die instellingen foto’s maken door de modusknop op te zetten.
Instellen op Instellen op
/
Als u al informatie hebt geregistreerd in My scene mode, wordt deze als geregistreerde scène weergegeven.
Zoomhendel [DISPLAY] [MENU/SET]
■Fotograferen in
geregistreerde scènemodi
Stel de modusknop in op en maak een foto. • Functies, tips voor elke scène (→58 - 66)
■Geregistreerde scènemodi wijzigen
Verricht het vastleggen van de scènefunctie opnieuw.
■Filmen van bewegende
Kies de scènefunctie en stel deze in (Druk op [MENU/SET], stel in op , en druk dan op ►, als het scènemenu niet verschijnt.) ●Scene menu U kunt ook de zoomhendel gebruiken om door te gaan naar het volgende scherm. Om een beschrijving van een scènefunctie te zien: Kies de scènefunctie en druk op [DISPLAY].
beelden (→68)
●
en Beide zijn op dezelfde manier te gebruiken. Onder elk van beide standen kunt u een zelf gekozen scène-instelling vastleggen, om vlot en gemakkelijk over te schakelen naar de gewenste scène-instelling. ●Nadere details over scène-voorinstellingen vindt u op de pagina over de scènefuncties. ●Als alle opname-instellingen worden teruggesteld via [RESETTEN] in het [SET-UP] menu, vervallen ook uw vooringestelde scènefuncties.
66
67
Filmen van bewegende beelden Opnamemodus: Bewegende beelden kunnen worden opgenomen met (stereo) geluid. (Filmen met gedempt geluid is niet mogelijk.) Tijdens het filmen kunt u ook de zoomfunctie gebruiken. Zoomhendel
Instellen op Instellen op een andere stand dan de Indrukken om te beginnen met filmen
Microfoon
(Hier uw vinger niet opleggen)
Het heeft geen nut de knop halverwege in te drukken. Het filmen van bewegende beelden begint na het overschakelen naar het filmopnamescherm.
Omschakelen van de filmopnamestand
Filmopnamescherm
Resterende opnameduur (ongeveer) [OPN. KWALITEIT] (→100)
(→107)
[i PORTRET] [i LANDSCHAP]
[i Weinig licht] [i MACRO]
• Als de lichtsterkte of andere omstandigheden tijdens het filmen veranderen, wordt de scènefunctie automatisch omgeschakeld. • Bij de functie worden de scherpstelling en de belichting aangepast aan het waargenomen gezicht in het beeld. • wordt gekozen voor scènes bij avond of nacht of op donkere plaatsen. De flitser is niet te gebruiken in deze stand. • Als het niet mogelijk is gemakkelijk scènes waar te nemen (→31). • Als de camera niet uw gewenste scènefunctie kiest, is het aanbevolen de juiste functie handmatig te kiezen. • De volgende menu-opties zijn instelbaar in het [BEWEGEND BEELD] menu. • [OPN. KWALITEIT]
• De [I. EXPOSURE] wordt automatisch ingeschakeld, voor aanpassing aan de omstandigheden. U kunt ook in- en uitzoomen als u films opneemt. • De zoomsnelheid ligt lager dan normaal. Ook verandert de zoomsnelheid afhankelijk van de zoomafstand. • Wanneer u in- en uitzoomt tijdens het opnemen van films, kan het even duren om scherp te stellen.
Druk nogmaals op de filmopnametoets om te stoppen met filmen
Omschakelen van de fotografiestand
68
Geldt wanneer de scène niet overeenkomt met enige van de rechts getoonde functies.
• [DIG. ZOOM]: [OFF] • [WINDREDUCTIE]: [OFF] • [CONTINU AF]: [ON] • [WITBALANS]: [AWB] • [AF MODE]: (Gezichtsdetectie)∗ ∗ De 1-plaatsen-scherpstelling wordt ingeschakeld wanneer er geen gezicht wordt waargenomen.
films
■Afspelen van filmopnamen
De camera zal automatisch het soort scène aflezen voor het filmen van bewegende beelden met optimale instellingen.
• De volgende functies staan vast ingesteld.
■Het opnamescherm voor
[CONTINU AF] (→100) Verstreken opnameduur
■Films opnemen in
Foto-opnamescherm
69
Filmen van bewegende beelden (Vervolg) Opnamemodus:
■Films opnemen in
●Zie voor informatie over de beschikbare opnametijd (→162) ●Het gebruik van een SD-kaart met een snelheid van ‘klasse 6’∗ of hoger wordt
Hiermee neemt u een film op met uw voorkeursinstellingen. • Diafragma en sluitertijd worden automatisch ingesteld. . • Het pictogram voor de opnamemodus verandert in
■Films opnemen in Voor filmopnamen met de optimale instellingen voor de gekozen scène. • Sommige scènes worden omgeschakeld naar de volgende scènefuncties. Gekozen scènefunctie
Scènefunctie voor filmopname
[BABY]
(Portret filmopname)
[NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [STERRENHEMEL] [PANORAMA ASSIST], [SPORT], [HUISDIER], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [VUURWERK], [FOTO FRAME]
(Weinig-licht filmopname) Normale filmopname
• De [I. EXPOSURE] wordt automatisch ingeschakeld, voor aanpassing aan de omstandigheden. • De volgende onderdelen kunnen bij bepaalde scènefunctie niet worden ingesteld. • [WITBALANS] • [DIG. ZOOM]
■Films opnemen in Hiermee neemt u films op in de geregistreerde opnamemodus.
Opnametijd op een SD-geheugenkaart van 2 GB Zie voor meer informatie (→162) [OPN. KWALITEIT]
Beeldcapaciteit opname (schatting)
[HD] [WVGA] [VGA] [QVGA]
8 min 20 s 20 min 50 s 21 min 40 s 1 uur
●Druk op [DISPLAY] voordat u opneemt om de opnametijd in de
huidige opnamemodus en in de huidige fotokwaliteit weer te geven.
aanbevolen voor het opnemen van films in ‘MOTION JPEG’. ∗ De SD-snelheidsklasse is een snelheidsklasse voor continu schrijven. ●Afhankelijk van het type kaart kan er enige tijd een kaarttoegangsbericht verschijnen na het opnemen van een film. Dit is geen storing. ●Als er herhaaldelijk gegevens worden opgenomen en gewist, kan de totale beschikbare opnameduur op de SD-kaart teruglopen. Om dan de oorspronkelijke capaciteit te herstellen, gebruikt u de camera om de SD-kaart te formatteren. Zorg echter eerst dat u alle belangrijke gegevens overneemt op uw computer of een ander opslagmedium, want bij het formatteren worden alle opgeslagen gegevens gewist. ●Na indrukken laat u de filmopnametoets onmiddellijk weer los. ●Er kunnen wel eens camerageluiden, zoals van het zoomen of bedieningspieptonen worden opgenomen. ●De [STABILISATIE] wordt vast ingesteld op [MODE 1] , ongeacht de instelling voordat u met filmen begon. ●Om de scherpstelling vast te houden, zet u [CONTINU AF] op [OFF]. ●De volgende functies zijn niet beschikbaar. Extra-optische zoom, flitser, [GEZICHT HERK.], [LCD ROTEREN] voor het filmen in verticale stand. ●Het opnemen stopt automatisch wanneer er geen ruimte meer over is. Bij bepaalde geheugenkaarten kan het opnemen tussentijds stoppen. ●Het scherm kan bij films smaller worden dan bij foto’s. Als de beeldverhouding voor foto’s en films verschilt, kan bovendien de kijkhoek veranderen wanneer u begint met het opnemen van een film. Het opneembare gebied wordt weergegeven door instelling van [OPN.GEBIED] (→22) op [ON]. ●Als de extra-optische zoom in gebruik was voordat u op de filmopnametoets drukte, komen deze instellingen te vervallen en wordt het opgenomen beeldveld groter. ●[QVGA] onder [OPN. KWALITEIT] (→100) is alleen geschikt voor opnemen in het ingebouwd geheugen. ●Snel bewegende onderwerpen in films kunnen tijdens het afspelen wazig worden. ●Afhankelijk van de omgeving kan tijdens het opnemen van films het scherm even zwart worden of kan ruis worden opgenomen als gevolg van statische elektriciteit, elektromagnetische golven enzovoort. ●Deze kan mogelijk niet worden afgespeeld op andere Leica compacte digitale camera’s. (Films die met andere compacte Leica digitale camera’s zijn opgenomen, kunnen echter wel op de LEICA V-LUX 20 worden afgespeeld). ●Het is over het algemeen aan te bevelen een volledig opgeladen batterij te gebruiken.
Beschikbare opnameduur
70
71
Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie [GEZICHT HERK.] Opnamemodus: Als u de gezichtsherkenningsfunctie wilt inschakelen, registreert u een gezichtsfoto (→73), of zet u de automatische registratie van gezichtsfoto’s (→76) op [ON]. (Op het moment van aanschaf van de camera is de gezichtsherkenningsfunctie niet ingeschakeld.)
■Hoe de gezichtsherkenningsfunctie werkt Tijdens het opnemen
• De camera herkent een geregistreerd gezicht en past de scherpstelling en belichting daaraan aan • Wanneer geregistreerde gezichten waarvoor namen zijn ingesteld, worden herkend, worden de namen weergegeven (maximaal 3 personen) • Wanneer [AUTOM. REGISTR.] op [ON] staat, worden gezichten die vaak zijn opgekomen, herkend en wordt het registratiescherm weergegeven
Tijdens het afspelen
• De naam en de leeftijd worden weergegeven (als de informatie is geregistreerd) • Tijdens het opnemen worden de namen die zijn ingesteld voor de herkende gezichten, weergegeven (maximaal 3 personen) • Alleen foto’s van de geselecteerde geregistreerde personen worden afgespeeld ([CATEGOR. AFSP.])
●[AF MODE] is vastgezet op (gezichtsdetectie). ●Wanneer burst wordt gebruikt, wordt de opname-informatie met betrekking tot
gezichtsherkenning alleen op de eerste foto gezet. ●Als u de ontspanknop half indrukt en de camera vervolgens op een ander onderwerp richt en een opname maakt, kan er opname-informatie voor een andere persoon op de foto worden gezet. ●Gezichtsherkenning werkt niet in de volgende gevallen. Modus [PRIKBORD], het opnemen van films, de scènemodi [TRANSFORMEREN], [PANORAMA ASSIST], [NACHTL. SCHAP], [VOEDSEL], [HI-SPEED BURST], [FLITSBURST], [STERRENHEMEL], [VUURWERK], [LUCHTFOTO] en [ZANDSTRAAL] ●Bij gezichtsherkenning wordt naar gezichten gezocht die lijken op de gezichten die zijn geregistreerd, maar er is geen garantie dat deze gezichten altijd worden herkend. ●Gezichtsherkenning werkt door naar bepaalde gezichtskenmerken te kijken en duurt daarom langer dan normale gezichtsdetectie. ●Zelfs als er gezichtsherkenningsinformatie is geregistreerd, worden foto’s die zijn gemaakt wanneer de naam [OFF] is, niet gesorteerd voor gezichtsherkenning in [CATEGOR. AFSP.]. ●Zelfs als de gezichtsherkenningsinformatie wordt gewijzigd (→75), wordt de gezichtsherkenningsinformatie voor eerder gemaakte foto’s niet gewijzigd. Als er bijvoorbeeld een naam wordt gewijzigd, worden foto’s die vóór de wijziging zijn gemaakt, niet gesorteerd voor gezichtsherkenning in [CATEGOR. AFSP.]. ●Als u naamgegevens wilt wijzigen voor foto's die al zijn gemaakt, dient u dit te doen met [REPLACE] (→126) in [GEZ.HERK. BEW.].
72
Gezichtsfoto’s registreren Er kunnen gezichtsfoto’s van maximaal 6 personen worden geregistreerd, samen met informatie als de naam en de geboortedatum. U kunt gezichtsherkenning beter laten werken door de manier waarop u gezichten registreert: registreer bijvoorbeeld verschillende gezichtsfoto’s van dezelfde persoon (maximaal 3 foto’s per registratie).
■Opnametips voor het registreren van gezichtsfoto’s • Zorg dat de persoon zijn ogen open en zijn mond dicht heeft; laat de persoon rechtstreeks in de camera kijken en zorg dat de contouren van het gezicht, de ogen en de wenkbrauwen niet door haren zijn bedekt. • Zorg dat er geen zware schaduwen op het gezicht vallen. (Tijdens de registratie wordt de flitser niet gebruikt)
■Als er problemen lijken te zijn met het herkennen van de gezichten tijdens het opnemen
• Registreer extra foto’s van het gezicht van dezelfde persoon, binnen en buiten of met verschillende uitdrukkingen of vanuit verschillende hoeken. • Registreer extra foto’s op de plaats waar u de opnamen maakt. • Verander de instellingen voor [GEVOELIGHEID]. • Als een geregistreerd persoon niet langer wordt herkend, dient u die persoon opnieuw te registreren.
●In sommige gevallen herkent de camera zelfs geregistreerde personen niet of onjuist, afhankelijk van de uitdrukking van de personen of de omgeving. • • • • • • • • • • • • • • • •
De ogen of wenkbrauwen worden verborgen achter haren De gefotografeerde persoon kijkt niet rechtstreeks in de camera De ogen van de gefotografeerde persoon zijn gesloten De persoon staat in het donker of wordt vanuit een verticale hoek belicht De persoon kijkt omhoog of omlaag Het is extreem licht of donker Het beeld van de gefotografeerde persoon is te klein De gezichtskenmerken van de persoon zijn door ouderdom veranderd De uitdrukking van de persoon is heel anders Niet het hele gezicht van de gefotografeerde persoon staat op het scherm De persoon heeft gezichtskenmerken die heel veel lijken op die van een gezinslid enzovoort. Er is weinig schaduw op het gezicht De gefotografeerde persoon beweegt zich snel De fotograaf beweegt De digitale zoomfunctie wordt gebruikt Het gezicht van de persoon wordt verborgen door een zonnebril, een bril die licht weerkaatst, haren, een hoed enzovoort.
73
Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie [GEZICHT HERK.] (vervolg) Opnamemodus:
Selecteer [GEZICHT HERK.] in het menu [OPNAME] (→18) Druk op ▲▼ om [MEMORY] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] Selecteer het kader voor de niet-geregistreerde gezichtsfoto • Als er al 6 personen zijn geregistreerd, dient u eerst een geregistreerde persoon te verwijderen. (→75)
■De gezichtsherkenningsfunctie op [OFF] zetten Selecteer [GEZICHT HERK.] in het menu [OPNAME] (→18) Druk op ▲▼ om [OFF] te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] ●Wanneer er een gezichtsfoto wordt geregistreerd of de automatische registratie van gezichtsfoto’s is ingesteld, wordt de instelling [GEZICHT HERK.] automatisch op [ON] gezet.
Informatie over geregistreerde personen bewerken of verwijderen Informatie over geregistreerde personen kan worden bewerkt of verwijderd.
Selecteer [GEZICHT HERK.] in het menu [OPNAME] (→18) Neem de gezichtsfoto op Zorg dat het kader om het gezicht ligt en maak de opname Druk met ▲▼ op [JA] en vervolgens op [MENU/SET]
Druk op ▲▼ om [MEMORY] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] Selecteer de persoon van wie u de informatie wilt bewerken of verwijderen • Wanneer een niet-geregistreerd kader wordt geselecteerd, vindt er een nieuwe registratie plaats.
• Als u het gezicht opnieuw opneemt, selecteert u [NEE] • Gezichten van andere onderwerpen dan personen (bijvoorbeeld huisdieren) kunnen niet worden geregistreerd. • Als de herkenning mislukt, wordt er een bericht weergegeven en verschijnt het opnamescherm weer. Maak een nieuwe opname. • Wanneer op [DISPLAY] wordt gedrukt, verschijnt er een uitleg.
Selecteer het onderdeel om te bewerken en voer de instelling uit Item [NAAM]
Instellingen Druk op ▲▼ om [SET] te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] Voer de naam in (tekstinvoerprocedure: →105) [LEEFTIJD] Stel de geboortedatum in. Druk op ▲▼ om [SET] te selecteren en vervolgens op [MENU/SET] Selecteer met ◄► het jaar, de maand en de dag, stel deze in met ▲▼ en druk op [MENU/SET] [FOCUS Verander het pictogram dat wordt weergegeven wanneer het ICOON] onderwerp scherp is. Selecteer met ▲▼ het scherpstellingspictogram en druk vervolgens op [MENU/SET] [BEELD U kunt maximaal 3 gezichtsfoto’s van de persoon registreren. TOEV.] Selecteer een ongeregistreerd kader en druk op [MENU/SET] • Als er een foto van een geregistreerd gezicht wordt geselecteerd met ◄►, verschijnt er een scherm om te bevestigen dat u dit gezicht wilt verwijderen. Selecteer [JA] om de foto van het gezicht te verwijderen. (Als er slechts één foto is geregistreerd, kan deze niet worden verwijderd.) Maak de foto (Stap hierboven.) Druk op
Selecteer het item Item
Instellingen
Informatie bewerken
Hier kunt u de naam of andere geregistreerde informatie bewerken. (→74)
Registratievolgorde
Hier kunt u een prioriteitsvolgorde instellen voor scherpstelling en belichting. Selecteer de registratievolgorde met ▲▼◄► en druk vervolgens op [MENU/SET]
Verwijderen
Hiermee kunt u informatie en gezichtsfoto’s van geregistreerde personen verwijderen.
Druk de ontspanknop half in om het menu te sluiten
Druk de ontspanknop half in om het menu te sluiten
74
75
Opnemen met de gezichtsherkenningsfunctie [GEZICHT HERK.] (vervolg) Opnamemodus:
Gezichtsfoto’s automatisch registreren U kunt de camera zo instellen dat het registratiescherm automatisch wordt weergegeven nadat u een foto hebt gemaakt van een onderwerp dat u al vele malen hebt gefotografeerd.
Selecteer [GEZICHT HERK.] in het menu [OPNAME] (→18) Selecteer [SET]
Selecteer [ON]
Druk de ontspanknop half in om het menu te sluiten Selecteer [AUTOM. REGISTR.]
●In sommige gevallen worden gezichten die alleen met automatische registratie zijn geregistreerd, moeilijk herkend. In het menu [OPNAME] vanuit [GEZICHT HERK.] registreert u van tevoren gezichtsfoto’s.
■Gezichtsfoto’s registreren vanaf het scherm voor automatische registratie Selecteer [JA] op het registratiebevestigingsscherm
●De richtlijn voor het registratiescherm dat wordt weergegeven is 3 keer (schatting).
(Dit komt niet voor in de scènemodus [ZELFPORTRET], [BURSTFUNCTIE], [AUDIO OPNAME], [AUTO BRACKET] of [MULTI-ASPECT].) ●Als het registratiescherm niet gemakkelijk wordt weergegeven, kunt u dit gemakkelijker maken door de foto’s te maken in dezelfde omgeving en met dezelfde gezichtsuitdrukking. ●Als een gezicht niet wordt herkend ondanks dat het is geregistreerd, kunt u door de persoon opnieuw te registreren in het menu [OPNAME] met het onderdeel [GEZICHT HERK.] het op die locatie gemakkelijker maken voor de camera om de persoon te herkennen. ●Als het registratiescherm wordt weergegeven voor een persoon die al is geregistreerd, kunt u het door een extra registratie van de persoon in die status uit te voeren, gemakkelijker maken voor de camera om die persoon te herkennen. ●Als een foto die met flitser is gemaakt, wordt geregistreerd, kan het moeilijk zijn voor de camera om de persoon op de foto te herkennen. ●Wanneer [AUTOM. REGISTR.] op [ON] is gezet, wordt de instelling [GEZICHT HERK.] automatisch ook op [ON ] gezet.
Gevoeligheid van de herkenning instellen De gevoeligheid van de camera kan worden ingesteld als er problemen zijn met de gezichtsherkenning of als er fouten bij worden gemaakt.
Selecteer [GEZICHT HERK.] in het menu [OPNAME] (→18) Selecteer [SET]
• Ga als de gezichtsherkenning niet is geregistreerd naar . • Als [NEE] wordt geselecteerd, wordt er een herbevestigingsscherm weergegeven. Als hier [JA] wordt geselecteerd, wordt [AUTOM. REGISTR.] op [OFF] gezet.
Selecteer [NIEUW REGIST.] of [TOEVOEG.BEELD] Item
Instellingen
[NIEUW REGIST.]
Selecteer als er al 6 personen zijn geregistreerd, een persoon om te vervangen.
[TOEVOEG. BEELD]
Selecteer de persoon voor wie u extra gezichtsfoto’s registreert • Selecteer als er al 3 gezichtsfoto’s zijn geregistreerd, een foto om te vervangen.
Selecteer het onderdeel om te bewerken en voer de instelling uit (Stap ) (→74)
76
Selecteer [GEVOELIGHEID]
Selecteer een gevoeligheidsinstelling
[HIGH]: stel dit onderdeel in als de camera problemen heeft met het herkennen van gezichten [NORMAL]: de standaardinstelling [LOW]: stel dit onderdeel in als de camera regelmatig een gezicht herkent als het gezicht van een andere persoon
Druk de ontspanknop half in om het menu te sluiten
●Als u [GEVOELIGHEID] op [HIGH] zet, is het gemakkelijker voor de camera om
gezichten te herkennen, maar wordt een gezicht ook eerder herkend als het gezicht van een andere persoon.
77
De opnamelocatie vastleggen met gps Opnamemodus:
∗
∗ Alleen opnemen (kan niet worden ingesteld)
Lees voordat u gps gebruikt “Gps-functie”(→8) en “Gebruiksrechtovereenkomst voor de locatienaamgegevens” (→153).
[GPS-INST.]: Gebruik van gps
Wat is gps?
Gps is een afkorting voor Global Positioning System, waarmee personen hun locatie kunnen vinden via gps-satellieten. Het ontvangen van signalen met baan- en tijdinformatie van meerdere satellieten om de huidige locatie te berekenen wordt “positionering” genoemd. Deze camera kan een positionering uitvoeren wanneer er signalen van drie of meer gps-satellieten worden ontvangen.
Selecteer [GPS-INST.] in het ■Controle van de gps-ontvangst Selecteer [INFO] in stap om de huidige reismodusmenu (→18) ontvangst te controleren. Selecteer [ON] of • Stel [GPS-INST.] in op [ON] of Ontvangen gps-tijd
Belangrijk: Het gebruik van GPS in de Volksrepubliek China en in de buurt van de Chinese grens is verboden volgens de Chinese wetgeving (met uitzondering van Hongkong en Macao). Overtredingen worden vervolgd door de autoriteiten van de Volksrepubliek China! De GPS-functies van de camera worden dan ook automatisch uitgeschakeld in deze regio’s.
■Gps-functies Wanneer gps wordt gebruikt, worden de volgende functies uitgevoerd.
• Hiermee worden de locatienaaminformatie en de breedtegraad en lengtegraad voor de gepositioneerde locatie op de gemaakte foto’s vastgelegd • Automatische correctie naar de huidige tijd∗ • Correctie van de tijd naar de plaatselijke tijd nadat naar een land of regio in een andere tijdzone is gereisd∗ ∗ Wanneer [AUTO REIS INST.] of [WERELDTIJD] is ingesteld op [AUTO]
■Signalen van gps-satellieten ontvangen ●Stel [GPS-INST.] in op [ON] of (→79) ●Houd de camera bij het gebruik van de gps-functie enige tijd stil met de gps-antenne omhoog gericht, in een buitenlocatie waar u de lucht helemaal kunt zien.
●Positionering duurt meestal minder dan twee minuten, maar omdat de posities van de gps-satellieten na verloop van tijd veranderen, kan het langer duren, afhankelijk van de opnamelocatie en de omgeving. ●In de volgende locaties is het niet altijd mogelijk de signalen van de gps-satellieten correct te ontvangen. In dergelijke gevallen is positionering niet altijd mogelijk, of kunnen er grote afwijkingen in de positionering ontstaan. • • • • •
Binnen • In de buurt van hoogspanningskabels Onder de grond of onder water • In tunnels In bossen In de buurt van mobiele telefoons van 1,5 GHz enzovoort. In de buurt van gebouwen of in dalen
●Bedek de gps-antenne niet met uw handen of met een ander voorwerp.
●Als u de camera tijdens de positionering draagt,
dient u deze niet in een metalen draagtas of een soortgelijke verpakking te dragen. De positionering kan niet worden uitgevoerd wanneer de camera is bedekt met een materiaal zoals metaal.
Gps-antenne
Statusindicator
■Gebruik in locaties zoals vliegtuigen en ziekenhuizen Wanneer [GPS-INST.] is ingesteld op [ON], werkt de gps-functie zelfs wanneer de camera uitstaat. Wanneer u de camera uitschakelt in een vliegtuig, ziekenhuis of op een andere locatie waar gps-systemen niet zijn toegestaan, zet u [GPS-INST.] op [OFF] of . (→79)
• Als de statusindicator af en toe knippert terwijl de camera uitstaat, is [GPS-INST.] ingesteld op [ON].
78
Aantal ontvangen gps-satellietsignalen
• Selecteer [OFF] om te annuleren
Sluit het menu Breedtegraad en lengtegraad • Druk op [MENU/SET] om de positionering te starten.
[GPS-INST.] [ON]
Beschrijving
Timing voor uitvoering positionering
● Positionering wordt zelfs uitgevoerd wanneer
Wanneer de camera is ingeschakeld de camera is uitgeschakeld, zodat u foto’s met • Direct nadat de camera is locatienaaminformatie kunt maken op het moment ingeschakeld dat u de camera weer inschakelt. • Elke 5 minuten ● Omdat de positionering zelfs doorgaat als de camera Wanneer de camera is is uitgeschakeld, wordt er batterijstroom verbruikt. uitgeschakeld∗ ● Wanneer de camera is uitgeschakeld, stopt de • Elke 15 minuten positionering in de volgende gevallen. Als de ∗ De statusindicator knippert positionering stopt, kan de positionering direct na het inschakelen van de camera enige tijd in beslag nemen. wanneer de positionering start. • Wanneer de batterij bijna leeg is, wanneer wordt ingeschakeld of wanneer de batterij wordt vervangen • Wanneer de positionering 2 uur nadat de camera is uitgeschakeld nog steeds niet correct is uitgevoerd • Wanneer de camera 3 uur niet ingeschakeld is geweest Wanneer de camera is ingeschakeld∗ ● De positionering direct nadat de camera is ingeschakeld, kan lang duren. De eerste • Direct nadat de camera is positionering nadat de camera is ingeschakeld ingeschakeld duurt lang. Locatienaaminformatie wordt niet • Elke 5 minuten ∗ De positionering wordt niet opgenomen voor foto’s die zijn opgenomen terwijl de positionering wordt uitgevoerd. uitgevoerd wanneer de camera is uitgeschakeld.
●Positionering is alleen mogelijk als er signalen worden ontvangen van drie of meer gps-satellieten. Ga naar een locatie waar de lucht zo helder mogelijk is voordat u de positionering uitvoert.
79
De opnamelocatie vastleggen met gps (vervolg) ∗
Opnamemodus:
∗ Alleen opnemen (kan niet worden ingesteld)
■Wanneer [GPS-INST.] is ingesteld op [ON] of In de opnamemodus wordt er een pictogram op het lcd-scherm weergegeven dat de positioneringsstatus aanduidt. Als de positionering vervolgens is geslaagd, wordt de locatienaaminformatie weergegeven. Pictogram
Locatienaaminformatie Positionering (maximaal 5 minuten)
Status Er bestaat locatienaaminformatie (informatie van de afgelopen 5 minuten) Er bestaat locatienaaminformatie (informatie van 5 minuten tot 1 uur geleden) Er bestaat locatienaaminformatie (informatie van 1 tot 2 uur geleden) Er bestaat locatienaaminformatie (informatie van meer dan 2 uur geleden) Positionering mislukt (geen locatienaaminformatie)
●Wanneer u de camera voor het eerst gebruikt of lange tijd niet hebt gebruikt,
kan de positionering enkele minuten duren, omdat het even kan duren voordat de baaninformatie van de gps-satellieten is opgevraagd. ●Als de positionering is geslaagd, wordt de huidige positie opgeslagen. De informatie van de opgeslagen positie wordt echter in de volgende gevallen verwijderd.
●De locatienaaminformatie bestaat uit locatienamen en oriëntatiepunten die worden gevonden na het doorzoeken van de database van de camera op basis van de breedtegraad en lengtegraad die zijn opgehaald bij de positionering, en de meest relevante namen worden op de volgende prioriteitsvolgorde weergegeven. (Soms worden de dichtstbijzijnde locaties niet weergegeven.)
Namen van oriëntatiepunten en de bijbehorende locatienamen binnen 1 km van de huidige positie Locatienamen voor plaatsen met oriëntatiepunten of andere bezienswaardigheden binnen 10 km van de huidige positie • Als er geen locatienamen of oriëntatiepunten zijn die voldoen aan de bovenstaande voorwaarden, wordt “---” weergegeven. Zelfs wanneer “---” wordt weergegeven, kan er in sommige gevallen locatienaaminformatie worden geselecteerd in [SELECT. GPS GEBIED]. • In sommige gevallen is het oriëntatiepunt waarnaar u op zoek bent, niet geregistreerd. Oriëntatiepunten en andere locatienaaminformatie zijn bijgewerkt tot en met februari 2010. (Soorten oriëntatiepunten →161)
●De locatienaaminformatie (locatienaam of naam van oriëntatiepunt) kan afwijken van de officiële naam.
De vastgelegde plaatsnaaminformatie wijzigen Als de positioneringsresultaten en de huidige positie niet met elkaar overeenkomen en er andere kandidaatlocaties zijn, kunt u de informatie wijzigen in plaatsnamen of oriëntatiepunten in de omgeving.
• Wanneer [GPS-INST.] is ingesteld op [OFF] • Wanneer [GPS-INST.] is ingesteld op en de camera vervolgens wordt uitgeschakeld • Wanneer de setup-instellingen worden teruggezet met [RESETTEN]
●In de volgende gevallen kan de locatienaaminformatie die op de foto wordt
vastgelegd, aanzienlijk afwijken van de huidige positie. Controleer de locatienaam en andere informatie voordat u gaat opnemen. • Direct na het inschakelen van de camera • Wanneer er een ander pictogram wordt weergegeven dan
●In de volgende situaties wordt er geen positionering uitgevoerd. • Tijdens het opnemen van een film • Tijdens het opnemen van geluid
■Informatie die op opgenomen foto’s wordt vastgelegd Wanneer de positionering is geslaagd, wordt de huidige positie in de camera opgeslagen en worden de breedtegraad, de lengtegraad en de locatienaaminformatie vastgelegd op de opgenomen foto’s en films. ●Informatie die op opgenomen foto’s wordt vastgelegd
Wordt weergegeven wanneer andere locatienaaminformatie kan worden geselecteerd.
Selecteer het menu [SELECT. GPS GEBIED] (→18), in de modus [REISMODUS] Selecteer het onderdeel waarvoor u de weergave wilt wijzigen
Selecteer bij de weergegeven kandidaten de gewenste plaatsnaam of het gewenste oriëntatiepunt dat moet worden vastgelegd
• Breedtegraad/lengtegraad • Locatienaaminformatie (naam van land of regio/naam van prefectuur, staat of provincie/ plaatsnaam/naam van oriëntatiepunt)∗ ∗ Op de camera kunt u de opnamelocatie controleren van de foto’s of deze op opnamelocatie weergeven.
Terug naar het menuscherm
80
81
De opnamelocatie vastleggen met gps (vervolg) Opnamemodus:
∗ ∗ Alleen opnemen (kan niet worden ingesteld)
■Als u geen plaatsnamen en oriëntatiepunten wilt vastleggen Selecteer in stap [ALLE PLAATSN. V.]. De plaatsnamen en oriëntatiepunten worden niet vastgelegd. Of als u in stap [JA] selecteert wanneer het bericht verschijnt waarin wordt gevraagd of plaatsnamen en oriëntatiepunten lager dan de geselecteerde plaatsnaam moeten worden verwijderd, wordt er geen informatie over de plaatsnaam vastgelegd (bijvoorbeeld plaatsnamen en oriëntatiepunten als u een naam van een prefectuur opgeeft). • De lengtegraad en de breedtegraad worden echter wel vastgelegd. Als u deze niet wilt vastleggen, zet u [GPS-INST.] op [OFF]. ●In grote openbare parken of soortgelijke locaties worden mogelijk geen of onjuiste oriëntatiepunten weergegeven. Als u het gewenste oriëntatiepunt niet kunt selecteren in [SELECT. GPS GEBIED], voert u [BEWERK PLAATSNAAM] uit na het opnemen. (→117)
De weergave van locatienaaminformatie wijzigen De schermweergave van locatienaaminformatie op basis van positionering kan worden gewijzigd.
Locatienaaminformatie
Terug naar het menuscherm
●In de volgende gevallen wordt “- - -” weergegeven.
• Er is geen locatienaaminformatie om weer te geven • Er zijn geen oriëntatiepunten in de omgeving (Het is soms mogelijk om oriëntatiepunten te selecteren in [SELECT. GPS GEBIED].) ●Wanneer de tekst van de locatienaaminformatie lang is, zoals wanneer er meerdere namen voor weergave zijn ingesteld, wordt er een lijst met meerdere pagina’s gebruikt.
Klok instellen via gps Op basis van de datum en tijd in het gps-signaal wordt automatisch [KLOKINST.] bijgewerkt. Ook wordt nadat u vanuit uw thuiszone naar een locatie in een andere tijdzone gaat, de tijd automatisch naar de lokale tijd gewijzigd als de positionering is geslaagd. Voer [KLOKINST.] van tevoren uit.
Selecteer het menu [AUTO REIS INST.] (→18), in de modus [REISMODUS] Selecteer [ON]
Selecteer het menu [LOCATIE INST.] (→18), in de modus [REISMODUS] Selecteer het onderdeel waarvoor u de weergave wilt wijzigen
Voer de bewerkingen uit vanaf stap (alleen de eerste keer) (→15)
in “De klok instellen”
●Als er tijdens de positionering een verschil van 1 minuut of meer is tussen de gpsZet onderdelen die moeten worden weergegeven op [ON] en onderdelen die niet moeten worden weergegeven op [OFF]
tijdsinformatie en de tijd onder [KLOKINST.], wordt de tijd automatisch gecorrigeerd.
●Wanneer [AUTO REIS INST.] op [ON] is gezet, wordt [WERELDTIJD] op [AUTO] gezet. ●Wanneer [WERELDTIJD] op een andere stand dan [AUTO] is gezet, wordt [AUTO REIS INST.] op [OFF] gezet.
●De tijd en datum die zijn gecorrigeerd door [AUTO REIS INST.], zijn niet zo nauwkeurig
als een klokradio. Als de tijd en datum niet goed worden gecorrigeerd, herstelt u dit met [KLOKINST.].
82
83
Nuttige functies voor op reis [REISMODUS] Opnamemodus:
∗
∗ ∗ Alleen bij opnemen. (Niet instelbaar.)
[REISDATUM] Als u uw reisschema instelt en foto’s maakt, wordt ingesteld op welke dag van de reis de foto is gemaakt. Instellen: • U moet van tevoren de klok instellen (→15).
Selecteer [REISDATUM] in het menu [REISMODUS] (→18)
Stel op dezelfde manier de terugreisdatum in
Selecteer [REIS-SETUP]
• De kleur van het datumkader vanaf de vertrekdatum tot aan de terugreisdatum verandert.
[LOCATIE] Uw bestemming vastleggen. Wanneer de [REIS-SETUP] eenmaal is ingesteld, kunt u de bestemming instellen.
Selecteer [LOCATIE] in stap op de vorige pagina
Voer uw bestemming in
Selecteer [SET]
Sluit het menu
• Tekst invoeren (→105)
Sluit het menu
Selecteer [SET]
Stel de vertrekdatum in
■De gegevens wissen Na de terugkeerdatum worden de gegevens automatisch gewist. Als u de informatie vóór deze datum wilt wissen, selecteert u [OFF] in stap . • Als [REIS-SETUP] op [OFF] wordt gezet, wordt [LOCATIE] ook automatisch op [OFF] gezet.
■Wissen Selecteer in stap
[OFF] en druk op [MENU/SET]
●Als [REIS-SETUP] wordt opgenomen, wordt [LOCATIE] tegelijkertijd opgenomen. ●Dit onderdeel wordt afzonderlijk van de plaatsnaaminformatie ingesteld die is vastgelegd voor foto’s via de [GPS-INST.].
●Als u de bestemming wilt afdrukken, gebruikt u [TEKST AFDR.].
●Het aantal dagen dat is verstreken wordt ongeveer 5 seconden lang aangegeven
wanneer u overschakelt van de weergave- naar de opnamestand of wanneer u de stroom inschakelt. ( verschijnt rechts onder in het scherm.) ●De reisdatum wordt berekend op basis van de ingestelde vertrekdatum en de datum die in de klok van de camera is ingesteld. Wanneer de bestemming wordt ingesteld in [WERELDTIJD], wordt het verstreken aantal datum berekend op basis van de lokale tijd op de bestemming. ●De ingestelde reisdatum wordt opgeslagen, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld. ●Wanneer [REIS-SETUP] is ingesteld op [OFF], wordt het aantal verstreken dagen niet vastgelegd. Dit aantal wordt zelfs niet weergegeven als [REIS-SETUP] wordt ingesteld op [SET] na het opnemen. ●Als de instellingen worden gemaakt vóór de vertrekdatum, zal het aantal dagen tot het vertrek worden aangegeven in oranje, met een minteken (maar niet opgenomen). ●Als de [REISDATUM] wit wordt weergegeven met een minteken, is de [HOME]-datum een dag later dan de [BESTEMMING]-datum (dit wordt vastgelegd). ●U kunt het aantal dagen dat is verstreken, afdrukken met [TEKST AFDR.].
84
85
Nuttige functies voor op reis [REISMODUS] (Vervolg) Opnamemodus:
∗
∗ ∗ Alleen bij opnemen. (Niet instelbaar.)
■Met gps automatische instellingen uitvoeren
[WERELDTIJD]
Als u de stappen op de vorige pagina volgt, kunt u [AUTO] selecteren om met de gps-functie de lokale tijd voor uw bestemming automatisch in te stellen. Dit is dezelfde functie als [AUTO REIS INST.]. Zie voor meer informatie (→83)
Stel de opnamedatum en -tijd in met de lokale tijd op uw bestemming. Voer [KLOKINST.] van tevoren uit.
Selecteer [WERELDTIJD] in het menu [REISMODUS] (→18) • [GELIEVE DE THUISZONE INSTELLEN] wordt weergegeven wanneer u de wereldtijd voor het eerst instelt. Druk in dit geval op [MENU/ SET] en ga naar stap .
Selecteer [HOME]
Selecteer [BESTEMMING]
●Wanneer u terugkeert van uw bestemming, volgt u stap en en stelt u [HOME] in. ●Als [HOME] al is ingesteld, verandert u alleen [BESTEMMING] voordat u deze instelling gebruikt.
●Als u uw bestemming niet kunt vinden in het gebied dat op het scherm wordt ● Stel het bestemmingsgebied in
weergegeven, stel de tijd dan in op basis van het verschil met de tijd in de thuiszone. wordt op het scherm weergegeven voor foto’s die op de bestemming zijn gemaakt wanneer ze worden afgespeeld.
Huidige tijd op geselecteerde bestemming
Stel uw thuiszone in Naam stad/regio Huidige tijd Verschil met thuistijd
Naam stad/ regio
Sluit het menu
Verschil met GMT (Greenwich Mean Time) • Wanneer [HOME] wordt gewijzigd nadat dit onderdeel al is ingesteld, verschijnt het menu [REISMODUS] weer op het scherm. Druk om door te gaan en [BESTEMMING] in te stellen op ►.
■Zomertijd instellen Doe dit in stap
of
(Druk opnieuw op de knop om dit op te heffen)
• Wanneer de zomertijd wordt ingesteld bij [BESTEMMING], wordt de huidige tijd 1 uur vooruitgezet. Als de instelling wordt geannuleerd, keert de tijd automatisch terug naar de huidige tijd. Als u echter de zomertijd instelt onder [HOME], zal de huidige tijd daardoor niet veranderen. Zet de huidige tijd in dat geval 1 uur vooruit via [KLOKINST.]
86
87
Gebruik van het [OPNAME] menu ●Voor instelprocedures in het menu [OPNAME] (→18) ●Het ‘Quick-menu’ (→104) is handig voor het vlot oproepen van vaak gebruikte menu’s. [FOTO RES.] Fotoresolutie instellen. Aantal op te nemen foto’s is afhankelijk van deze instelling en van [KWALITEIT] (→89). ■ Opnamemodus:
[KWALITEIT] Stel de fotokwaliteit in. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen:
Fijn (hoge kwaliteit, prioriteit ligt bij fotokwaliteit) Standaard (standaardkwaliteit, prioriteit ligt bij aantal foto’s)
[ASPECTRATIO]
■ Instellingen: 12 M 4000×3000
Beeldformaat ([ASPECTRATIO]: ) 8 M ∗1 5M 3 M ∗1 3264×2448 2560×1920 2048×1536
11.5 M 4176×2784
Beeldformaat ([ASPECTRATIO]: ) 4.5 M ∗1 2.5 M ∗1 7.5 M ∗1 3392×2264 2656×1768 2048×1360
10.5 M 4320×2432
7 M ∗1 3552×2000
Beeldformaat ([ASPECTRATIO]: ) 4.5 M ∗1 2 M ∗1 2784×1568 1920×1080
∗1 Deze instelling is niet beschikbaar in de
0.3 M 640×480
De aspectratio (beeldverhouding) van de foto kan worden gewijzigd, afhankelijk van het formaat voor afspelen of afdrukken. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: ∗1
0.3 M 640×424
4
0.2 M ∗1 640×360
3
3
16
2
9
([SNAPSHOT-MODUS] stand).
●Aantal te maken foto’s (→162) ●U kunt extra optische zoom gebruiken bij fotoresoluties die worden aangeduid met . ●Extra optische zoom is niet beschikbaar tijdens het filmen wanneer u [MACRO ZOOM] gebruikt, of in de scènemodi [TRANSFORMEREN], [H. GEVOELIGH.], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [SPELDENPRIK], of [FOTO FRAME]. ●Er kan een mozaïekeffect verschijnen, afhankelijk van het onderwerp en de opnameomstandigheden. Instelinstructies Grotere fotoresolutie
Kleinere fotoresolutie∗2
Scherper beeld
Korreliger beeld
lagere opnamecapaciteit
hogere opnamecapaciteit
∗2 ‘0,3 M ’ is bijvoorbeeld geschikt voor e-mailbijlagen of lange opnamen.
Hetzelfde als een tv- of computerscherm van 4:3
Hetzelfde als een normale filmcamera
Voor afspelen op breedbeeld-tv/ high-definition-tv
●Bij het afdrukken kunnen er randen worden afgesneden. Controleer dit vooraf. (11,5M) en (10,5M) worden ●In de ([SNAPSHOT-MODUS] stand) kunnen, gekozen door het wijzigen van de [FOTO RES.].
[SLIMME ISO] Ter voorkoming van onscherpe foto’s worden de ISO-gevoeligheid en sluitertijd automatisch afgestemd op de beweging van het onderwerp. Een grotere ISOgevoeligheid zorgt voor meer scherpte en reduceert de effecten van trillingen, maar kan leiden tot meer interferentie. Selecteer de maximale ISO-gevoeligheid op basis van onderstaande tabel. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: [OFF] /
/
/
Instelinstructies Beweging van onderwerp ISO-gevoeligheid Sluitertijd Interferentie
88
Traag Laag Traag Laag
Snel Hoog Snel Hoog
89
Gebruik van het [OPNAME] menu (Vervolg) ●Traag bewegend onderwerp
Voor instelprocedures in het menu [OPNAME] (→18)
●Snel bewegend onderwerp
[WITBALANS] Pas bij onnatuurlijke kleuren de kleuring aan de lichtbron aan. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: [AWB] (automatisch) / ISO-gevoeligheid 200 (Sluitertijd 1/30)
(buiten, heldere lucht) / (buiten, bewolkt) / (buiten, schaduw) / (Gloeilamplicht) / (gebruikt de waarden ingesteld in )/ (handmatig instellen)
ISO-gevoeligheid 800 (Sluitertijd 1/125)
●Na de opname ziet u gedurende een paar seconden de sluitertijd en ISO-gevoeligheid. ●Als de interferentie opvalt, raden we u aan de instelling te verlagen of [RUISREDUCTIE] in [FOTO INST.] in de richting + te zetten. ●Foto’s kunnen onscherp worden afhankelijk van helderheid, resolutie, positie en bewegingssnelheid van het onderwerp (als het onderwerp bijvoorbeeld te klein is, zich aan de rand van de foto bevindt of begint te bewegen als u op de ontspanknop drukt). ●Bereik van flitsopnamen (→44)
●Gebruiksgebied [AWB]: 10000K 9000K 8000K 7000K 6000K 5000K 4000K
[GEVOELIGHEID] U kunt de ISO-gevoeligheid (lichtgevoeligheid) handmatig instellen. We raden hogere instellingen aan om scherpe foto’s te maken op donkere locaties. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: [AUTO] / [80] / [100] / [200] / [400] / [800] / [1600] Instelinstructies [GEVOELIGHEID] Locatie (aanbevolen) Sluitertijd Interferentie
[80] Licht (buiten) Traag Laag
[1600] Donker Snel Hoog
●[AUTO] wordt automatisch ingesteld in een bereik tot 400 (1000 wanneer u een flitser gebruikt) op basis van beweging van het onderwerp en helderheid.
●Bereik van flitsopnamen (→44) ●Kan niet worden ingesteld bij gebruik van [SLIMME ISO] (u ziet ) ●Als de interferentie opvalt, raden we u aan de instelling te verlagen of [RUISREDUCTIE] in [FOTO INST.] in de richting + te zetten.
90
Blauwe lucht
3000K 2000K 1000K
Bewolkte lucht (regen) Schaduw Tv-scherm Zonlicht Wit tl-licht
●Een foto kan rood of blauw lijken als deze
buiten het bereik valt. Zelfs als de waarden binnen het bereik vallen, werkt deze functie mogelijk niet goed als er te veel lichtbronnen zijn. ] in te stellen ●We raden aan [AWB] / [ onder tl-licht.
Gloeilamplicht Zonsondergang/zonsopgang Kaarslicht
■ Verfijning witbalans (exclusief [AWB])
Verandert in rood (blauw)
wanneer u verfijningen U kunt elke instelling voor witbalans handmatig instellen als aanbrengt de kleuren niet naar verwachting zijn. Druk enkele keren op ▲ totdat [WB INSTELLEN] wordt weergegeven. Stel in met ► bij veel rood, stel in met ◄ bij veel blauw. Druk op [MENU/SET]. • De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld. • De instellingen blijven toegepast wanneer u de flitser gebruikt. • Verfijningen kunnen niet worden ingesteld wanneer de [KLEUR EFFECT] (→97) is ingesteld op [B/W], [SEPIA], [COOL] of [WARM]. Maakt alleen een foto van witte ■ Witbalans handmatig instellen ( ) objecten in het frame (stap ) Selecteer en druk op [MENU/SET]. Richt de camera op een wit voorwerp (bijvoorbeeld papier) en druk op [MENU/SET]. Druk op [MENU/SET]. [MENU/SET] De witbalans wordt ingesteld op . • Wanneer u deze instelling gebruikt, wordt de verfijning van de witbalans gereset. • Zelfs als de camera UIT staat, blijft de ingestelde witbalans in het geheugen staan. • Het is niet altijd mogelijk om de juiste witbalans in te stellen als onderwerpen te licht of te donker zijn. Pas in dit geval de helderheid aan en probeer de witbalans opnieuw in te stellen.
91
Gebruik van het [OPNAME] menu (Vervolg) [GEZICHT HERK.] Door personen die vaak in uw foto’s voorkomen te registreren, kunt u zorgen dat ze voorrang krijgen bij het scherpstellen en kunt u tevens alle foto’s waar ze in voorkomen bij elkaar houden en als groep bekijken. Zie voor meer informatie (→72).
[AF MODE] De scherpstelmethode kan worden gewijzigd afhankelijk van de positie en het aantal onderwerpen. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen:
/
/
/
Mensen van voren fotograferen (Gezichtsdetectie)
/
(Autofocus-volgen)
Herkent gezichten (max. 15 personen) en past de belichting en scherpstelling hierop aan. Wanneer de [MEETFUNCTIE] (→94) is ingesteld op ‘Multiple’ AF-gebied Geel: Als u de ontspanknop half indrukt, wordt het kader groen als de camera is scherpgesteld. Wit: Verschijnt bij detectie van meerdere gezichten. Andere gezichten die op dezelfde afstand zijn als de gezichten in het gele AF-gebied, worden ook scherp vastgelegd.
Zorg dat uw onderwerp in het autofocus-volgkader valt, en druk dan op ▼. Autofocus-volgkader Wanneer uw onderwerp herkend wordt, verandert het autofocus-volgkader van wit in geel en dan wordt uw onderwerp steeds scherp in beeld gehouden. Als de autofocus-koppeling wegvalt, gaat er een rood kader knipperen. • Om de autofocus-koppeling uit te schakelen, drukt u op ▼. • Scherpstelling (hetzelfde als macro-opnamen) Max. groothoek: 3 cm en hoger Max. T (tele): 1 m en hoger (5 × tot 8 × is 2 m tot ∞)
Onderwerp niet in het midden van de foto (AF-gebied wordt pas weergegeven als er is scherpgesteld) (11-gebied-scherpstelling)
92
Scherpstellen op 1 punt (hoge snelheid)/ Scherpstellen op 1 punt: (1-gebied-scherpstelling Er wordt scherpgesteld op het AF-gebied in het midden van (Hoge snelheid: de foto.(Aanbevolen wanneer u er wordt sneller moeilijk kunt scherpstellen) scherpgesteld dan bij andere instellingen)) (Scherpstellen op 1 AF-gebied punt) (Scherpstelling op spot) AF-spotgebied
Bepaalde positie voor scherpstelling
Scherpstelling op spot: Er wordt scherpgesteld op een kleiner gebied.
/
• Als in het menu [OPNAME] de [GEZICHT HERK.] op [ON] is gezet, wordt ( gezichtsdetectie) ingesteld en wordt bij scherpstelling en belichting prioriteit gegeven aan personen van wie vaak foto’s worden gemaakt. (→72) Automatisch koppelen van de scherpstelling aan een bewegend onderwerp
Voor instelprocedures in het menu [OPNAME] (→18)
Stelt automatisch scherp op een van 11 punten.
AF-gebied
●Bij gebruik van , kan het beeld even bevriezen voordat het scherp is. ●Het autofocusgebied wordt vergroot onder donkere omstandigheden of tijdens gebruik van de digitale zoomfunctie of de macro-zoomfunctie, e.d.
●Gebruik of wanneer het moeilijk is om scherp te stellen met ●U kunt gezichtsdetectie in de volgende gevallen niet instellen:
.
[PANORAMA ASSIST], In de scènemodi [NACHTL. SCHAP], [VOEDSEL], [STERRENHEMEL], [VUURWERK], [LUCHTFOTO] ●Als de camera een niet-menselijk onderwerp onjuist interpreteert als gezicht in de instelling ‘Gezichtsdetectie’, schakelt u naar een andere instelling. ●De functie Gezichtsdetectie werkt wellicht niet in de volgende omstandigheden. (AF MODE ingesteld op ) • Als het gezicht niet of niet helemaal naar • Als het gezicht klein lijkt op het scherm de camera kijkt • Bij snelle bewegingen • Als het gezicht is verborgen achter een • Als de camera trilt zonnebril of iets dergelijks. • Als het onderwerp geen mens is, maar • Wanneer er weinig schaduw is op het bijvoorbeeld een huisdier gezicht • Bij gebruik van digitale zoom • Als het gezicht heel helder of donker is ●Bij de autofocus-volgfunctie kan de autofocus-koppeling soms wegvallen of het onderwerp verliezen of een ander onderwerp gaan volgen, in de onderstaande gevallen. • Het onderwerp is te klein in beeld. • Soortgelijk gekleurd onderwerp of • Er is snelle beweging in beeld. achtergrond • De camera trilt. • Tussendoor wordt de zoom gebruikt • De verlichting is te fel of juist te donker. ●Wanneer tracking AF niet werkt, wordt scherpgesteld op ( 1-gebied-scherpstelling) ●Er kan niet worden ingesteld op in de onderstaande gevallen. • De scènemodi [PANORAMA ASSIST], [STERRENHEMEL], [VUURWERK], [SPELDENPRIK], [ZANDSTRAAL] of [HOGE DYNAMIEK]. • [B/W], [SEPIA], [COOL], en [WARM] in [KLEUR EFFECT]
●Als bij het opnemen van films een andere instelling dan ( gebruikt, wordt scherpgesteld op (
gezichtsdetectie) wordt 1-gebied-scherpstelling).
93
Gebruik van het [OPNAME] menu (Vervolg)
Voor instelprocedures in het menu [OPNAME] (→18)
[I. EXPOSURE]
[PRE AF] De scherpstelling wordt voortdurend bijgesteld om de beweging van uw onderwerp te volgen, ook wanneer u niet op de ontspanknop drukt. (Verbruikt meer stroom van de batterij) ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: Instellingen [OFF] [Q-AF] (Snelle AF) [C-AF] (Continu AF)
Effect Er wordt pas scherpgesteld wanneer u de ontspanknop halverwege indrukt. Er wordt automatisch scherpgesteld wanneer trilling van de camera gering is, ook wanneer u niet op de ontspanknop drukt. De scherpstelling wordt voortdurend bijgesteld om de beweging van uw onderwerp te volgen, ook wanneer u niet op de ontspanknop drukt.
●Het scherpstellen kan enige tijd vergen wanneer de zoom plotseling wordt omgezet van de max. W groothoekstand naar de max. T telestand, of als u plotseling dichter bij uw onderwerp komt. ●Druk de ontspanknop halverwege in als het moeilijk is een goede scherpstelling te verkrijgen. ●De functie wordt in de volgende gevallen op [OFF] gezet. In de scènemodi [NACHTPORTRET], [NACHTL. SCHAP], [STERRENHEMEL] of [VUURWERK] ●[Q-AF] functioneert niet terwijl tracking AF actief is.
[MEETFUNCTIE] Bij het corrigeren van de belichting kunt u de positie waar u de helderheid meet, wijzigen. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: Meetpositie voor helderheid Hele scherm
Centrumgewogen
Midden en omgeving
Onderwerp in het midden
Spotmeting
Midden en naaste omgeving
Groot verschil in helderheid tussen onderwerp en achtergrond (bijvoorbeeld iemand in de spotlights op toneel, achtergrondlicht)
Doel spotmeting
94
Omstandigheden Normaal gebruik (voor evenwichtige foto’s)
Multiple
Past bij groot contrast tussen achtergrond en onderwerp automatisch het contrast en de belichting aan voor meer levensechte kleuren. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: [OFF]/[LOW]/[STANDARD]/[HIGH]
●[LOW], [STANDARD] en [HIGH] geven de hoeveelheid correctie aan. ●Als een andere instelling dan [OFF] wordt gebruikt, wordt op het scherm weergegeven.
●Wanneer [I. EXPOSURE] werkt, verandert de kleur van . ●Zelfs als de [GEVOELIGHEID] staat ingesteld op [80] of [100], wanneer de
[I. EXPOSURE] functie wordt ingeschakeld, kunnen de foto’s worden genomen met een hogere gevoeligheid dan uw gekozen instelling. ●Onder bepaalde omstandigheden kan het zijn dat de gewenste correctie-effecten niet worden bereikt.
[KORTE SLUITERT.] Stelt sluitertijd in op de maximale waarde. We raden u een langere sluitertijd aan voor heldere foto’s op donkere locaties. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: [AUTO]
[1/250] [1/125] [1/60] [1/30] [1/15] [1/8] [1/4] [1/2] [1]
●Langere sluitertijden maken helderdere foto’s mogelijk, maar vergroten de kans op trillingen, dus we raden u aan een statief en de zelfontspanner te gebruiken. ●Aangezien foto’s donker kunnen worden bij een kortere sluitertijd, bijvoorbeeld [1/250], raden we u aan foto’s in een heldere omgeving te maken (als u de ontspanknop half indrukt, knippert ( rood bij donkere foto’s). ● wordt op scherm weergegeven bij andere instellingen dan [AUTO].
95
Gebruik van het [OPNAME] menu (Vervolg)
Voor instelprocedures in het menu [OPNAME] (→18)
[DIG. ZOOM]
[BURSTFUNCTIE] Hiermee kunt u een snelle serie foto’s maken. Een serie gemaakte foto’s terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: [BURSTFUNCTIE] instelling
■ Instellingen: [OFF]/[ON] Aantal foto’s∗
Snelheid
●Deze staat vast op [ON] wanneer de [MACRO ZOOM] is ingeschakeld.
Geen burstfunctie
[OFF]
(Burstfunctie)
Vergroot het effect van optische zoom of extra optische zoom met maximaal 4 keer. Voor meer informatie (→38) ■ Opnamemodus:
Fijn: max. 3 Standaard: max. 5
2,3 foto’s/sec.
∗ Bij gebruik van de zelfontspanner: vastgezet op 3 foto’s
●Scherpstelling, belichting en witbalans worden in de eerste foto vastgezet. ●De burstsnelheid kan lager zijn bij een hoge [GEVOELIGHEID] of bij een langere
sluitertijd in donkere omgevingen. ●Wanneer u de burst-instelling gebruikt, wordt de flitser ingesteld op [GEDWONGEN UIT] en worden de [AUTO BRACKET], [MULTI-ASPECT] en [AUDIO OPNAME] instellingen uitgeschakeld. ●Wanneer burst wordt gebruikt met het ingebouwde geheugen, kan het even duren voordat de gegevens zijn weggeschreven. ●De instellingen worden in het geheugen opgeslagen, zelfs als de camera wordt uitgeschakeld. ●Automatische weergave wordt uitgevoerd ongeacht de instelling voor [AUTO REVIEW]. ●Burst is niet beschikbaar in de scènemodi [TRANSFORMEREN], [PANORAMA ASSIST], [HI-SPEED BURST], [FLITS-BURST], [STERRENHEMEL], [SPELDENPRIK], [ZANDSTRAAL], [HOGE DYNAMIEK] en [FOTO FRAME]. ●Als u de scènemodus [HI-SPEED BURST] gebruikt, kunt u sneller achter elkaar foto’s maken. De [FLITS-BURST] functie is handig voor het nemen van een reeks foto’s op een donkere plaats met flitslicht.
[I.RESOLUTIE] Superresolutietechnologie kan worden gebruikt om foto’s met scherpere contouren en een hogere resolutie te maken. Ook kan als [i.ZOOM] is ingesteld, de zoomafstand worden verhoogd tot ongeveer 1,3 zonder merkbare verslechtering van de beeldkwaliteit. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: [OFF]/[ON]/[i.ZOOM]
[KLEUR EFFECT] Kleureffecten instellen. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: [STANDARD]/[B/W]/[SEPIA]/[COOL] (meer blauw)/ [WARM] (meer rood)/[Happy] (
alleen)
●In
([SNAPSHOT-MODUS]) kunnen alleen [STANDARD], [Happy], [B/W] of [SEPIA] worden ingesteld (deze worden apart van andere modi ingesteld).
[FOTO INST.] De elementen die de beeldkwaliteit bepalen, worden per onderdeel ingesteld en de foto’s die u opneemt, worden naar uw voorkeursbeeldkwaliteit aangepast. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: Inhoud van instellingen Instellingen en effect Het verschil tussen [CONTRAST] licht en donker in foto’s [SCHERPTE] Contouren in foto’s Verandering van [VERZADIGING] kleurverzadiging [RUISREDUCTIE]
Verwerking van ruis
–
+
Kleiner
Groter
Zacht
Scherp
Onderdrukt
Levendig
Voorkeursresolutie kiezen
Ruis verminderen
●Als u zich zorgen maakt om ruis wanneer u een donkere scène opneemt, wordt
het aanbevolen om [RUISREDUCTIE] op plus te zetten of andere onderdelen dan [RUISREDUCTIE] op min te zetten voordat u gaat opnemen.
●Informatie over i.ZOOM (→37) ●De instelling is vastgezet op [i.ZOOM] in
(modus [SNAPSHOT-MODUS]) en (modus [PRIKBORD]). ●De instelling is vastgezet op [ON] in [H. GEVOELIGH. ] en de scènemodi [HI-SPEED BURST], [OFF] in [FLITS-BURST] en de scènemodi [SPELDENPRIK] en [i.ZOOM] in andere scènemodi.
96
97
Gebruik van het [OPNAME] menu (Vervolg)
Voor instelprocedures in het menu [OPNAME] (→18)
[AF ASS. LAMP]
[STABILISATIE] Neemt automatisch trillingen waar en corrigeert die. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: Instellingen
Effect
[OFF]
Foto’s die opzettelijk worden gemaakt zonder bewegingscorrectie
[AUTO]
De optimale beeldstabilisatie wordt automatisch ingeschakeld, al naar gelang de opnameomstandigheden.
[MODE 1]
Constante correctie (Monitorbeeld stabiel, compositie gemakkelijk te maken)
[MODE 2]
Correctie op het moment dat de ontspanknop wordt ingedrukt (Effectiever dan [MODE 1])
Maakt de lamp aan als het donker is, zodat u gemakkelijker kunt scherpstellen. ■ Opnamemodus: ■ Instellingen: [OFF] : Lamp uit (dieren in het donker fotograferen enzovoort) [ON] : Lamp gaat aan als u de ontspanknop half indrukt ( en groter AF-gebied weergegeven) ●Wanneer [CONTINU AF] is ingesteld op [OFF], gaat de AF-ass. lamp ook branden wanneer u op de filmknop drukt. Lampje: Effectieve afstand: 1,5 m (Dek de lamp niet af en kijk niet van dichtbij in de lamp)
●De scènemodi [ZELFPORTRET] en [STERRENHEMEL] zijn vast ingesteld op
respectievelijk [MODE 2] en [OFF]. ●Omstandigheden waarbij de optische beeldstabilisatie minder goed werkt: Heftig schudden of trillen, extreme zoomstand (inclusief het digitale zoombereik), snel bewegende onderwerpen, opnamen binnenhuis of bij slecht licht (vanwege een langzame sluitertijd) ●Deze staat vast op [MODE 1] tijdens het filmen van bewegende beelden.
[AUDIO OPNAME] U kunt ook geluiden opnemen bij uw foto. Dit is handig voor gesprekken of het opnemen van memo’s. ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: [OFF]/[ON] (Ongeveer 5 seconden geluid opnemen ( het scherm))
weergegeven op
[RODE-OGEN CORR] Rode ogen worden automatisch gedetecteerd en de fotogegevens worden gecorrigeerd wanneer de foto wordt gemaakt met flitser en rode-ogenreductie ( ). ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: [OFF]/[ON]
●Uitgeschakeld wanneer [AF MODE] niet is ingesteld op (gezichtsdetectie). ●Afhankelijk van de omstandigheden is het niet altijd mogelijk om rode ogen te corrigeren.
●Wanneer de functie-instelling [ON] is, verschijnt er een
bij het flitserpictogram. (→43)
[KLOKINST.] De klok instellen. Dezelfde functie als in het menu [SET-UP] (→20).
●Opname annuleren: druk op [MENU/SET]. ●Geluid afspelen (→107) ●Opnemen is niet mogelijk met de [BURSTFUNCTIE], [AUTO BRACKET] en [MULTI-
ASPECT], functies en de [PANORAMA ASSIST], [STERRENHEMEL], [HI-SPEED BURST] en [FLITS-BURST] scènefuncties. ●[TEKST AFDR.], [NW. RS.], [BIJSNIJD.], [LEVELING] en [ASPECT CONV.] kunnen niet worden gebruikt voor foto’s met geluid. ●Dit is een andere instelling dan [AUDIO OPNAME] in het menu [PRIKBORD] (→103). ●Blokkeer de microfoon (→9) niet met uw vingers.
98
99
Gebruik van het [BEWEGEND BEELD] menu ●Voor instelprocedures in het menu [BEWEGEND BEELD] (→18) ●Het ‘Quick-menu’ (→104) is handig voor het vlot oproepen van vaak gebruikte menu’s. [OPN. KWALITEIT]
Prikbordfoto’s maken/bekijken [PRIKBORD] functie Modus: Handig voor het maken van foto’s van reistijden en plattegronden, zodat u geen memo’s hoeft op te nemen. Ongeacht de aanwezigheid van een kaart worden de foto’s altijd in het prikbordgedeelte van het ingebouwde geheugen opgeslagen, zodat ze van normale foto’s worden onderscheiden en direct kunnen worden bekeken. Let op auteursrechten enzovoort (→6)
Stelt de beeldkwaliteit in voor de te filmen bewegende beelden. ■ Opnamemodus:
Prikbordfoto’s maken
■ Instellingen: Instelling [HD] [WVGA] [VGA] [QVGA]
Resolutie 1280 x 720 848 x 480 640 x 480 320 x 240
Beeldsnelheid∗ 30 fps 30 fps 30 fps 30 fps
Zoomhendel Beeldverhouding 16:9
Stel in op
4:3
∗ De beeldsnelheid is het aantal beeldjes per seconde.
Maak een prikbordfoto
●Het gebruik van een SD-kaart met een snelheid van ‘klasse 6’∗ of hoger wordt
aanbevolen voor het opnemen van films in ‘MOTION JPEG’. ∗ De SD-snelheidsklasse is een snelheidsklasse voor continu schrijven. ●De [WVGA] kan niet worden ingesteld in de [SNAPSHOT-MODUS] stand. ●[QVGA] beelden kunnen als enige worden opgenomen in het ingebouwde geheugen.
[CONTINU AF]
Stel in op
Ontspanknop
● Dit is het ingebouwde geheugen dat
uitsluitend voor prikbordfuncties wordt gebruikt (ongeveer) Fotoresolutie 2M 1M Foto’s 26 40
Druk half in (druk licht in en stel scherp)
Druk volledig in (druk de knop helemaal in om een foto te maken)
De scherpstelling kan óf voortdurend worden bijgesteld tijdens het filmen van bewegende beelden, óf aan het begin van het filmen vast worden ingesteld. ■ Opnamemodus: ■ Instellingen: [ON] : Regelt de scherpstelling aan de hand van de beweging van uw onderwerp tijdens filmopname. ( verschijnt op het scherm.) [OFF] : Vaste scherpstelstand vanaf het begin van de filmopname van bewegende beelden. Gebruik deze instelling om op dezelfde afstand scherpgesteld te blijven, bij onderwerpen die ietwat voor/achterwaarts bewegen. ●De instelling is vastgezet op [OFF] in de scènemodi [STERRENHEMEL] en [VUURWERK].
[WINDREDUCTIE] Vermindert het opnemen van storende windgeluiden (windruis) tijdens het opnemen bij harde wind ■ Opnamemodus:
■ Instellingen: [OFF]/[ON] (
verschijnt op het scherm.)
●Wanneer de [WINDREDUCTIE] op [ON] staat, zullen de lagere klanken wegvallen en zal het geluid anders klinken dan bij uw normale opnamen.
100
101
Prikbordfoto’s maken/bekijken [PRIKBORD] functie (Vervolg) Modus:
Prikbordfoto’s bekijken Zet de opname/weergave-schakelaar op
Zoommarkering Nuttig voor het vergroten en opslaan van delen van landkaarten enzovoort.
■ Zoominstelling en -positie registreren Zet de modusknop op
●U kunt de foto’s op dezelfde manier bekijken als foto’s die u in andere modi
hebt gemaakt (→39). (U kunt de 30-fotoweergave en de kalenderweergave niet gebruiken.)
■ Prikbordfoto’s verwijderen Druk in stap hierboven op ■ Ga als volgt te werk als het interne geheugen vol is
Vergroot met zoomhendel en selecteer positie met ▲▼◄►
Zoomsymbool Weergegeven op geregistreerde foto’s
. (→40)
U kunt foto’s die niet op het prikbord staan, uit het interne geheugen verwijderen door de kaart uit de camera te verwijderen, de modusknop in te stellen op een andere optie dan (modus [PRIKBORD]) en op te drukken.
• Zoomstand en positie wijzigen: Herhaal de instructie links • Het instellen van het zoomsymbool voltooien: keer terug naar de oorspronkelijke (1 x) zoominstelling
Indrukken
■ De geregistreerde instelling en positie bekijken: Foto weergeven met het symbool
●Kopieer prikbordfoto’s naar een geheugenkaart om ze af te drukken (→103). ●Films kunnen niet worden opgenomen in de modus [PRIKBORD]. ●U kunt geen weergavefuncties gebruiken. ●De instelling die u in het menu [OPNAME] hebt opgegeven voor [STABILISATIE] wordt
Draai in de richting van de T (U hoeft deze niet handmatig te vergroten of te verplaatsen)
Wordt direct op opgenomen formaat en positie weergegeven
• Zoommarkering annuleren→ [ANNULEER MARK.] (zie hierna)
gebruikt in de modus PRIKBORD.
●Niet-beschikbare functies:
[SLIMME ISO], [GEZICHT HERK.], [PRE AF], [I. EXPOSURE], [KORTE SLUITERT.], [BURSTFUNCTIE], [DIG. ZOOM], [KLEUR EFFECT], [FOTO INST.], [AUTO BRACKET], [MULTI-ASPECT] [WB INSTELLEN], [LCD POWER SAVE], [HISTOGRAM]
●De instellingen voor de volgende functies staan vast. • • • •
• [GEVOELIGHEID]: [AUTO] [KWALITEIT]: (Standaard) • [ASPECTRATIO]: [WITBALANS]: [AWB] • [AF MODE]: (Scherpstellen op 1 punt) [AF ASS. LAMP]: [ON] • [SLAAPSMODUS]: [5 MIN.] • [RICHTLIJNEN]: • [I.RESOLUTIE]: [i.ZOOM] [MEETFUNCTIE]: (Multiple)
Zoomhendel
●Als u een foto met een zoommarkering verwijdert, wordt ook de originele foto verwijderd. ●U kunt een foto ook verwijderen als u hebt ingezoomd. Menu [PRIKBORD] Er wordt in de modus [PRIKBORD] een speciaal menu gebruikt. Menu [OPN. OP KLEMBORD] (Opname/weergave-schakelaar: [FOTO RES.] [AUDIO OPNAME] [LCD MODE] [KLOKINST.]
[2 M]
(prioriteit ligt bij fotokwaliteit) / [1 M]
[KOPIE] [LCD MODE]
)
(prioriteit ligt bij aantal foto’s)
Tegelijkertijd geluid (5 seconden) opnemen. [OFF] / [ON] [OFF] / [AUTO POWER LCD] / [SPANNING LCD] (→21) (→20)
Menu [AFSP. OP KLEMBORD] (Opname/weergave-schakelaar: [ANNULEER MARK.]
Modusknop:
Modusknop:
)
Selecteer (gemarkeerde prikbordfoto) met ◄►. CAnnuleer met [MENU/SET]. Individuele foto’s van prikbord naar kaart kopiëren. (Het zoomsymbool wordt niet gekopieerd.) Selecteer een prikbordfoto met ◄► en druk op [MENU/SET] Selecteer [JA] met ▲▼ en druk op [MENU/SET]. [OFF] / [SPANNING LCD] (→21)
●Andere onderdelen in het menu [SET-UP] duiden instellingen aan die in de modus [PROGRAM AE] enzovoort zijn ingesteld.
102
103
Gebruik van het Quick-menu
Tekst invoeren
Hierin vastgelegde menu-onderdelen kunnen gemakkelijk weer opgeroepen worden.
Voer met de cursorknoppen namen in met de gezichtsherkenningsfunctie en in de scènemodi [BABY] en [HUISDIER], of om bestemmingen te registreren in [REISDATUM] enzovoort. (Ga op het instelscherm van elk menu als volgt te werk)
Instellen op
Geef het tekenselectiescherm weer
Toon het Quick-menu Druk op de knop totdat het snelmenu wordt weergegeven
Selecteer tekens en druk op [MENU/SET] (herhalen)
Kies het onderdeel en de instelling
• Er wordt tekst ingevoegd op de cursorpositie. ■ Het type teken wijzigen Druk op [DISPLAY] (Verandert elke keer als u op de knop drukt)
Quick-menu Cursorpositie
Keuze
Selecteer [INST.] wanneer u klaar bent met het invoeren van tekst en druk op [MENU/SET] ■ Tekst bewerken Druk op ▲▼◄► om de cursor te verplaatsen naar de tekst die u wilt bewerken. • U kunt de cursor ook verplaatsen met de zoomhendel. Druk op ▲▼◄► om [WISSEN] te selecteren en druk dan op [MENU/SET]. Druk op ▲▼◄► om de juiste tekst te selecteren en druk daarna op [MENU/ SET].
Druk (Voltooid) Instelling Onderdeel
■Bediening gps-functie Wanneer [ON] of is geselecteerd in het onderdeel [GPS-INST.], zijn de volgende bewerkingen beschikbaar. • [SELECT. GPS GEBIED] → Druk op [DISPLAY]
●Voor instelprocedures in het menu [OPNAME] (→18) ●Welke onderdelen er worden getoond, is afhankelijk van de gekozen opnamestand.
104
: hoofdletters/kleine letters : symbolen/cijfers
●
: u kunt maximaal 30 tekens invoeren. (Maximaal 9 lettertekens voor de [GEZICHT HERK.] namen) ●U kunt de invoerpositiecursor naar links en rechts verplaatsen met de zoomhendel. ●Druk op om terug te keren naar het menuscherm. ●De tekst loopt naar beneden als deze niet op het scherm past. ●U kunt de opgegeven tekst afdrukken met [TEKST AFDR.].
105
Bekijken als lijst (Meerdere afspelen / Kalender afspelen)
Films/foto’s met geluid bekijken
Afspeelmodus:
Afspeelmodus:
U kunt 12 (of 30) foto’s tegelijk bekijken (meerdere afspelen), of alle foto’s bekijken die op een bepaalde datum zijn gemaakt (afspelen op kalender). Zoomhendel
Films en foto’s met geluid kunnen worden afgespeeld als normale foto’s.
Instellen op
Stel in op
• Foto's bekijken: Druk op ◄►
Instellen op een andere stand dan de Kies het beeld en start de weergave
Stel in op weergave op meerdere schermen Opnamedatum
Fotonr. Totaal aantal Schuifbalk
■Herstellen draai in de richting van de T.
Elke keer als u de knop naar W draait, bladert u verder. (12 foto’s)
■Wijzigen van
■ Bewerkingen tijdens het afspelen van bewegende beelden
▲:Pauzeren/afspelen ▼:Stop ◄:Snel terugspoelen (2 stappen) Beeld voor beeld terugspoelen (wanneer wordt gepauzeerd) ►:Snel vooruitspoelen (2 stappen) Beeld voor beeld vooruitspoelen (wanneer wordt gepauzeerd)
Fototype • [FAVORIETEN] • [MOTION JPEG] • [BABY] • [HUISDIER] • [REISDATUM] • [WERELDTIJD] • [TITEL BEW.] • [TEKST AFDR.]
12/30-fotoweergave naar 1-fotoweergave Selecteer een foto met ▲▼◄► en druk op [MENU/SET]
(30 foto’s) Geselecteerde datum (Eerste foto vanaf datum) • Selecteer de week met ▲▼ en de datum met ◄► en druk op [MENU/SET] om de foto’s van die datum met 12 tegelijk op het scherm weer te geven.
Opnameduur voor bewegende beelden
: Het voorbeeld toont het VGA pictogram : Beeld met geluid
• De weergave van de opnametijd voor films verandert in de verstreken tijd voor afspelen wanneer het afspelen wordt gestart. Voorbeeld: 1 uur, 2 minuten en 30 seconden is 1h2m30s
• Als u op ▲ drukt tijdens snel vooruitspoelen of terugspoelen, wordt automatisch teruggekeerd naar de normale afspeelsnelheid. • U kunt het volume aanpassen met de zoomhendel (alleen bij bewegende beelden).
■ Wissen (→40)
(Kalenderweergave)
●Alleen maanden waarin foto's zijn gemaakt, worden op het kalenderscherm
weergegeven. Foto’s die zijn gemaakt zonder klokinstellingen, worden met de datum 1 januari 2010 weergegeven. ●Kan niet geroteerd worden weergegeven. ●[LCD ROTEREN] kan niet worden uitgevoerd in de weergave met 12 en 30 schermen. ●Foto’s met de bestemmingsinstelling [WERELDTIJD] verschijnen in de kalenderweergave met de juiste datum voor de tijdzone van de bestemming.
106
●Bij beelden met geluid kunt u de geluidssterkte regelen met de luidsprekervolumeregelaar (→20). ●Films en foto’s met geluid die op andere apparaten zijn opgenomen, worden mogelijk niet correct afgespeeld.
●Bij gebruik van een geheugenkaart met hoge capaciteit kan het terugzoeken nogal wat tijd vergen.
107
Verschillende afspeelmethoden [AFSPEELFUNCTIE] Afspeelmodus: Opgenomen beelden kunnen worden weergegeven op diverse manieren.
Instellen op
[DIASHOW] Automatisch beelden in volgorde weergeven met muziek er bij. Aanbevolen voor het bekijken van uw beelden op een TV-scherm.
Selecteer een weergavemethode
• [ALLE]: Alles weergeven • [ALLEEN FOTO’S]: hiermee kunt u foto’s en foto’s met geluid afspelen • [ALLEEN BEW. BEELD]: hiermee kunt u alleen films afspelen • [GPS-GEB. AFSPELEN]: hiermee kunt u een plaatsnaam of oriëntatiepunt selecteren om foto’s af te spelen die op dezelfde plaats zijn gemaakt. (Selecteer met ▲▼◄► een plaatsnaam of oriëntatiepunt en druk op [MENU/SET]) (→111) • [REIS]: alleen foto's afspelen die zijn opgenomen met [REISDATUM] of [LOCATIE] (→112) • [CATEGORIESELECTIE]: Selecteer een categorie en speel alleen foto’s af. (Selecteer categorie met ▲▼◄► en druk op [MENU/SET].) (→114) • [FAVORIETEN]: Foto’s weergeven die u hebt ingesteld als [FAVORIETEN] (verschijnt alleen als er [FAVORIETEN] zijn en de optie is ingesteld op [ON]).
Instellen op een andere stand dan de Open het scherm voor selectie van de afspeelmodus
■[NORMAAL AFSP.] (→39)
Selecteer de afspeelmodus onder
■[DIASHOW] (→109)
■[GPS-GEBIED AFSP.]
Stel weergave-effecten in
(→111)
■[REIS AFSPELEN] (→112)
■[CATEGOR. AFSP.] (→114)
■[FAVORIET AFSP.] (→115)
[EFFECT] (Selecteer muziek en effecten die aansluiten bij de foto’s)
[AUTO]
Het optimale effect wordt geselecteerd uit [NATURAL], [SLOW], [SWING] en [URBAN] (alleen beschikbaar bij de instelling [CATEGORIESELECTIE])
[SET-UP] [DUUR]∗
[HERHALEN] [OFF]/[ON] (Herhalen)
[NATURAL] Weergeven met relaxte muziek en schermovergangseffecten [SLOW] [SWING]
●Wanneer er geen kaart is geplaatst, zullen de beelden (uitgezonderd [PRIKBORD] beelden) worden weergegeven uit het ingebouwde geheugen.
●De [AFSPEELFUNCTIE] wordt automatisch [NORMAAL AFSP.] wanneer de OPNAME/
WEERGAVE schakelaar op wordt gezet en de stroom wordt ingeschakeld, of ook bij het overschakelen van de opnamestand naar de weergavestand. ●[FAVORIET AFSP.] wordt alleen weergegeven wanneer er foto’s zijn ingesteld als [FAVORIETEN] en de instelling [ON] is.
108
[URBAN] [OFF]∗
Weergeven met levendige muziek en schermovergangseffecten Geen effecten
∗ Als er [ALLEEN BEW. BEELD] was gekozen bij stap , wordt het [EFFECT] vast ingesteld op [OFF]. Bovendien kan de tijdsduur niet worden ingesteld.
[1 SEC.] / [2 SEC.] / [3 SEC.] / [5 SEC.] (Alleen beschikbaar als [EFFECT] is ingesteld op [OFF])
[GELUID]
[OFF]: muziek en geluid worden niet afgespeeld. [AUTO]: bij foto’s wordt muziek afgespeeld en bij films of bij foto’s met geluid wordt het geluid afgespeeld. [MUZIEK]: er wordt effectmuziek afgespeeld. [AUDIO]: er wordt geluid afgespeeld van films of foto’s met geluid.
Selecteer [START] met ▲ en druk op [MENU/SET] • Druk op
om tijdens de diashow terug te keren naar het menuscherm.
109
Verschillende afspeelmethoden [AFSPEELFUNCTIE] Voor de procedure voor het overschakelen naar [AFSPEELFUNCTIE] (→108)
(vervolg) Afspeelmodus:
■Bediening tijdens de diavertoning Tijdens het afspelen van filmopnamen Pauze/weergave (In de pauzestand) Vorige Volgende (Tijdens weergave) Naar het begin van de weergegeven Stoppen filmopname∗ Volume omlaag
Volume omhoog
Tijdens het weergeven van foto’s Pauze/weergave (In de pauzestand) Volgende
(In de pauzestand) Vorige
[GPS-GEBIED AFSP.] U kunt de plaatsnaam of de naam van het oriëntatiepunt selecteren voor de plaats waar beelden zijn opgenomen om deze af te spelen.
Selecteer het bereik van het geografische gebied om af te spelen
Stoppen Volume omlaag
Volume omhoog
∗ De voorgaande beelden zullen worden weergegeven als er nog maar minder dan 3 seconden van de huidige filmopname was afgespeeld.
●Wanneer er [URBAN] is geselecteerd, kan het beeld in zwart/wit verschijnen als
Selecteer een plaatsnaam of de naam van een oriëntatiepunt dat wordt weergegeven Eerste letter van weergegeven plaatsnaam of oriëntatiepunt
schermeffect.
●Bepaalde weergave-effecten zijn niet te gebruiken tijdens het weergeven van beelden
op een televisie die is aangesloten via HDMI-minikabel. ●U kunt geen muziekeffecten toevoegen. ●De tijdsduurinstelling is uitgeschakeld tijdens het weergeven van bewegende beelden. ●Bij beelden met een afwijkende beeldverhouding worden de randen afgekapt, zodat ze schermvullend kunnen worden weergegeven.
Weergegeven opnameplaats
Bekijk de foto’s • Als u een foto wilt verwijderen →Druk op Vorige
(verwijderen)
Volgende
●Het kalenderscherm kan niet worden weergegeven. ●Als er veel foto’s zijn, kan het afspelen even duren. ●Alleen de volgende onderdelen uit het afspeelmenu kunnen worden gebruikt tijdens [GPS-GEBIED AFSP.]. [BEWERK PLAATSNAAM], [LCD ROTEREN], [PRINT INST.], [BEVEILIGEN] ●Wanneer u [GPS-GEBIED AFSP.] sluit, stelt u in op [NORMAAL AFSP.]
110
111
Verschillende afspeelmethoden [AFSPEELFUNCTIE] Voor de procedure voor het overschakelen naar [AFSPEELFUNCTIE] (→108)
(vervolg) Afspeelmodus:
[REIS AFSPELEN] Alleen foto’s afspelen die zijn opgenomen op uw bestemming.
■Afspelen op reisdatum
■Afspelen op bestemming U kunt foto’s op bestemming afspelen als [LOCATIE] was ingesteld op het moment van opname.
Selecteer [LOCATIE]
U kunt foto’s afspelen op reisdatum als [REIS-SETUP] op het moment van de opname van de foto’s is ingesteld.
Selecteer [REISDATUM] • Als [ALLE] wordt geselecteerd, worden alle foto’s weergegeven waarvoor [REIS-SETUP] is ingesteld.
Selecteer het item • Als er veel foto’s zijn, kan het afspelen even duren. • Van de foto’s waarvoor [LOCATIE] is ingesteld, wordt de foto met het laagste bestandsnummer als representatieve foto weergegeven.
Selecteer de datum waarvoor u de foto’s wilt afspelen Foto’s die op de geselecteerde datum zijn opgenomen, worden in een lijst weergegeven. • Maanden waarin er geen foto’s zijn opgenomen, worden niet weergegeven. • De datums die kunnen worden weergegeven, lopen vanaf januari 2000 tot en met december 2099. • Wanneer er meerdere foto’s op dezelfde datum zijn gemaakt, wordt de eerste foto die op die datum is gemaakt, ▲▼: selecteer de week op het kalenderscherm weergegeven. ◄►: selecteer de dag • Als er een [BESTEMMING] is ingesteld die een andere tijdzone heeft, wordt de opgenomen foto op de kalender weergegeven met de lokale datum en tijd.
Bekijk de foto’s • Als u een foto wilt verwijderen →Druk op Vorige
(verwijderen)
Volgende
Selecteer de foto De foto wordt weergegeven
●[PRIKBORD]-foto’s worden niet weergegeven, zelfs niet als [REISMODUS] is ingesteld. ●Alleen de volgende onderdelen uit het afspeelmenu kunnen tijdens [REIS AFSPELEN] worden gebruikt. [BEWERK PLAATSNAAM], [LCD ROTEREN], [PRINT INST.], [BEVEILIGEN]
112
113
Verschillende afspeelmethoden [AFSPEELFUNCTIE] Voor de procedure voor het overschakelen naar [AFSPEELFUNCTIE] (→108)
(vervolg) Afspeelmodus:
[FAVORIET AFSP.]
[CATEGOR. AFSP.] Beelden kunnen automatisch worden ingedeeld, zodat u ze per categorie kunt bekijken. De automatische indeling begint u wanneer de [CATEGOR. AFSP.] kiest uit het afspeelfunctie-keuzemenu.
Selecteer de categorie
[CATEGORIE]
Opname-informatie zoals scènemodi Foto’s die zijn opgenomen met gezichtsherkenning
Pictogrammen van fotocategorieën (donkerblauw) Aantal foto’s (verschijnt na een aantal seconden) • Voor de (weergave per persoon) gebruikt u ▲▼◄► om de persoon te kiezen en dan drukt u op [MENU/SET].
Bekijk de beelden • Foto’s verwijderen → Druk op . Vorige Volgende
[PORTRET]/[i PORTRET]/ [GAVE HUID]/ [TRANSFORMEREN]/ [ZELFPORTRET]/ [NACHTPORTRET]/ [i NACHTPORTRET]/ [BABY]/[i BABY]
Hiermee kunt u handmatig de foto’s die zijn ingesteld als [FAVORIETEN] bekijken (deze functie wordt alleen aangegeven als er [FAVORIETEN] zijn gekozen en als de instelling op [ON] staat).
Bekijk de beelden
Vorige
Volgende
●De kalenderaanduiding is niet te gebruiken. ●Alleen de volgende afspeelmenu’s kunnen worden ingesteld.
[BEWERK PLAATSNAAM], [LCD ROTEREN], [PRINT INST.], [BEVEILIGEN]
●Selecteer [NORMAAL AFSP.] als u [FAVORIET AFSP.] wilt sluiten.
[LANDSCHAP]/ [i LANDSCHAP]/ [ZONSONDERG.]/ [LUCHTFOTO]/[i ZONSONDERG.] [NACHTPORTRET]/ [i NACHTPORTRET]/ [NACHTL. SCHAP]/ [i NACHTL. SCHAP]/ [STERRENHEMEL] [SPORT]/[PARTY]/ [KAARSLICHT]/ [VUURWERK]/[STRAND]/ [SNEEUW]/[LUCHTFOTO] [BABY]/[i BABY] [HUISDIER] [VOEDSEL] [BEWEGEND BEELD]
●De kalenderaanduiding is niet te gebruiken. ●Foto’s die zijn genomen zonder ingestelde [NAAM] onder [GEZICHT HERK.] worden niet in een categorie ingedeeld.
●Alleen de volgende afspeelmenu’s kunnen worden ingesteld.
[BEWERK PLAATSNAAM], [LCD ROTEREN], [PRINT INST.], [BEVEILIGEN]
●Selecteer [NORMAAL AFSP.] als u [CATEGOR. AFSP.] wilt sluiten.
114
115
Gebruik van het menu [AFSPELEN] Afspeelmodus:
(Zet de modusknop op een willekeurige instelling behalve
Voor de instelprocedures in het menu [AFSPELEN] (→18) )
U kunt gemaakte foto’s bewerken of beveiligen. • Afhankelijk van de afspeelmodus worden sommige onderdelen in het menu [AFSPELEN] niet weergegeven. • Er worden nieuwe foto’s gemaakt na het bewerken van foto’s met functies zoals [TEKST AFDR.] en [NW. RS.]. Controleer voordat u foto’s gaat bewerken of er voldoende vrije ruimte is in het ingebouwde geheugen of op de geheugenkaart.
[BEWERK PLAATSNAAM] U kunt plaatsnaaminformatie bewerken die door de gps-functie is opgenomen. Gebruik: Druk op [MENU/SET] op het afspeelscherm en selecteer menu [AFSPELEN] → [BEWERK PLAATSNAAM]
Selecteer de foto
[KALENDER]
Selecteer [JA]
Kies een datum in het kalenderscherm om alleen de foto’s genomen op die dag te bekijken (→106). Menu [AFSPELEN] → Selecteer [KALENDER] Instellen: Druk op [MENU/SET]→ ●Deze instelling is alleen mogelijk wanneer de afspeelfunctie staat ingesteld op [NORMAAL AFSP.].
[TITEL BEW.] U kunt uw favoriete foto’s titels enzovoort geven. Menu [AFSPELEN] → Selecteer [TITEL BEW.] Instellen: Druk op [MENU/SET]→
Selecteer de locatienaam of het oriëntatiepunt om te bewerken
Druk op ▲▼ om [ENKEL] of [MULTI] te selecteren en druk dan op [MENU/SET] Selecteer een foto
●[ENKEL]
Voer tekens in (Tekst invoeren (→105))
●[MULTI] (tot 50 foto’s met dezelfde tekst) Instelling [TITEL BEW.]
Als u een andere locatienaam of een ander oriëntatiepunt wilt bewerken, herhaalt u stap tot en met • Druk na instelling op om terug te keren naar het menuscherm.
Selecteer [REPLACE]
[TITEL BEW.] al ingesteld • Annuleren → Druk nogmaals op [DISPLAY] • Instellen → Druk op [MENU/SET].
Voer tekens in (Tekst invoeren (→105)) (Na bevestiging drukt u op [ENKEL] instelling.)
om terug te keren naar het menuscherm voor de
■ Naam van locatie of oriëntatiepunt verwijderen Selecteer in stap
[DELETE] met ▼ en selecteer vervolgens [JA].
■ Bewerken Selecteer in stap → [ENKEL] → Selecteer met ◄► de foto en druk op [MENU/SET] → Corrigeer de tekst en druk op [EXIT] → Druk op om terug te keren naar het menu.
●Kan niet worden gebruikt bij beveiligde foto’s, bewegende beelden of foto’s die met andere apparaten zijn gemaakt.
●Gebruik voor het afdrukken van tekst [TEKST AFDR.].
116
117
Gebruik van het menu [AFSPELEN]
Voor de instelprocedures in het menu [AFSPELEN] (→18)
(vervolg) Afspeelmodus:
(Zet de modusknop op een willekeurige instelling behalve
)
[TEKST AFDR.] De opnamedatum en tijd, de locatienaaminformatie en de tekst die staat geregistreerd in de scènemodi [BABY], [HUISDIER], [REISDATUM] en [TITEL BEW.], worden op de foto afgedrukt. Instellen: Druk op [MENU/SET] → Menu [AFSPELEN] → Selecteer [TEKST AFDR.]
Druk op ▲▼ om [ENKEL] of [MULTI] te selecteren en druk dan op [MENU/SET]
Selecteer of u de leeftijd wilt afdrukken
Selecteer een foto
■Onderdelen die kunnen worden afgedrukt [OPNAMEDATUM] [ZON. TIJD]: de opnamedatum wordt afgedrukt [MET TIJD]: de opnamedatum en -tijd worden afgedrukt [NAAM]
[LOCATIE]
de bestemming die staat geregistreerd onder [REISMODUS] in de [LOCATIE] wordt afgedrukt
[REISDATUM]
de reisdatum die staat ingesteld onder [REISMODUS] in [REISDATUM] wordt afgedrukt
[TITEL]
de tekst die staat geregistreerd onder [TITEL BEW.] wordt afgedrukt
[LAND/GEBIED]
●[ENKEL]
[PROVINCIE] [GEMEENTE] [ORIËNTATIEP.] • Als [NAAM] op [OFF] staat in stap , wordt dit scherm niet weergegeven.
Selecteer [JA]
●[MULTI] (maximaal 50 foto’s) Instelling [TEKST AFDR.]
• Annuleren → Druk nogmaals op de knop [DISPLAY]. • Instellen → Druk op [MENU/SET].
Selecteer opties en voer instellingen uit voor elke foto [OFF]onderdelen worden niet afgedrukt
118
(Het scherm varieert, afhankelijk van de fotoresolutie enzovoort)
: de naam die staat geregistreerd in de gezichtsherkenning, wordt afgedrukt : de naam die staat geregistreerd in [BABY] of [HUISDIER], wordt afgedrukt
de plaatsnaaminformatie die is opgenomen door de gps-functie, wordt afgedrukt • Als tekst zoals de locatienaam of de naam van het oriëntatiepunt lang is, is het niet altijd mogelijk de volledige tekst af te drukken.
• Een onderdeel kan niet worden afgedrukt als de functie op [OFF] is gezet.
■Tekst die u wilt afdrukken controleren ‘zoom afspelen’ (→39)
●Kan niet worden gebruikt bij foto’s die met andere apparaten zijn gemaakt, foto’s die zijn gemaakt zonder ingestelde klok, bewegende beelden of foto’s met geluid.
●Nadat [TEKST AFDR.] is toegepast, kunt u geen fotoresoluties meer wijzigen of • Wanneer u [ENKEL] hebt geselecteerd na stap , drukt u op om terug te keren naar het menuscherm. • De fotoresolutie wordt verminderd als de foto groter is dan 3 M. De foto wordt iets korreliger. Na Beeldverhouding [TEKST AFDR.] 4:3 3M 3:2 2,5 M 16 : 9 2M
foto’s bijsnijden. U kunt ook [LEVELING], [ASPECT CONV.], [TEKST AFDR.] en de datumafdrukinstellingen van de foto’s niet meer wijzigen. ●Tekens kunnen op sommige printers worden afgesneden. ●Tekst is moeilijk leesbaar als deze op foto’s wordt afgedrukt van 0,3 M of minder. ●Gebruik in een winkel of op een printer geen algemene datumafdrukinstellingen bij foto’s met datumafdruk. (De datumafdruk kan overlappen.)
119
Gebruik van het menu [AFSPELEN]
Voor de instelprocedures in het menu [AFSPELEN] (→18)
(vervolg) Afspeelmodus:
(Zet de modusknop op een willekeurige instelling behalve
)
[NW. RS.]
[BIJSNIJD.]
De fotoresolutie kan worden verkleind als u foto’s als e-mailbijlage wilt meesturen, wilt gebruiken op uw website, enzovoort. (Foto’s die op het kleinste opnamepixelniveau zijn opgenomen, kunnen niet verder worden verkleind.) Instellen: Druk op [MENU/SET]→ Menu [AFSPELEN] → Selecteer [NW. RS.]
■ [ENKEL] Selecteer [ENKEL]
Selecteer de resolutie
Uw foto’s vergroten en ongewenste gebieden wegsnijden. Menu [AFSPELEN] → Selecteer [BIJSNIJD.] Instellen: Druk op [MENU/SET]→
Druk op ◄► om een foto te selecteren en druk dan op [MENU/SET] Selecteer het gebied dat u wilt wegsnijden
Huidige resolutie Resolutie na wijziging
Wijzigingspositie
Bijsnijden
Druk op ▲ om [JA] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] • Na bevestiging drukt u op
Selecteer [JA]
Selecteer een foto
Vergroten
om terug te keren naar het menuscherm.
●Na het bijsnijden neemt de fotokwaliteit af. ●Kan niet worden gebruikt voor bewegende beelden, foto’s met geluid of foto’s met een tekstafdruk. Is mogelijk niet compatibel met foto’s die op andere apparaten zijn gemaakt. ●De oorspronkelijke gegevens voor gezichtsherkenning worden niet gekopieerd wanneer u de foto’s bijsnijdt.
• Na bevestiging drukt u op om terug te keren naar het menuscherm.
■[MULTI] Selecteer [MULTI] in stap hierboven Selecteer de resolutie Beschrijving van nieuwe resolutie: Druk op de knop [DISPLAY] Selecteer het aantal pixels na de resolutiewijziging
[LEVELING] Een lichte scheefstand in de foto is te corrigeren. Menu [AFSPELEN] → Selecteer [LEVELING] Instellen: Druk op [MENU/SET]→
Selecteer een foto
Druk op ◄► om een foto te selecteren en druk dan op [MENU/SET]
(maximaal 50 foto’s)
Stel de scheefstand bij Instelling Nw. rs.
Aantal pixels voor/na de resolutiewijziging
• Annuleren → Druk nogmaals op de knop [DISPLAY]. • Instellen → Druk op [MENU/SET].
Druk op ▲ om [JA] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET]
●Na het wijzigen van de resolutie is de fotokwaliteit minder. ●Kan niet worden gebruikt voor bewegende beelden, foto’s met geluid of foto’s met een
Druk op ▲ om [JA] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] • Na bevestiging drukt u op
om terug te keren naar het menuscherm.
●Bij het rechtzetten zal de beeldkwaliteit iets afnemen. ●Na het rechtzetten kan de resulterende foto iets minder beeldpunten bevatten dan de oorspronkelijke foto. ●Werkt niet altijd voor foto’s die met andere toestellen zijn genomen. ●Kan niet worden gebruikt voor bewegende beelden, foto’s met geluid of foto’s met een tekstafdruk. ●De oorspronkelijke gegevens voor gezichtsherkenning worden niet gekopieerd wanneer u de foto’s recht zet.
tekstafdruk. Is mogelijk niet compatibel met foto’s die op andere apparaten zijn gemaakt.
120
121
Gebruik van het menu [AFSPELEN]
Voor de instelprocedures in het menu [AFSPELEN] (→18)
(vervolg) Afspeelmodus:
(Zet de modusknop op een willekeurige instelling behalve
)
[FAVORIETEN]
[ASPECT CONV.] Foto’s gemaakt in converteren naar of om deze af te drukken. Instellen: Druk op [MENU/SET] → Menu [AFSPELEN] → Selecteer [ASPECT CONV.]
Selecteer
Selecteer de horizontale positie en converteer
of
Door uw favoriete foto’s met een sterretje ( ) te markeren, kunt u een [DIASHOW] of [FAVORIET AFSP.] van alleen deze foto’s bekijken. Ook kunt u alle foto’s verwijderen behalve uw favorieten (→41). Instellen: Druk op [MENU/SET]→ Menu [AFSPELEN] → Selecteer [FAVORIETEN]
Selecteer [ON]
(Portretfoto’s verplaatsen met ▲▼)
Selecteer een foto die genomen is met
Verandert naar omkaderd formaat
Druk op ▲ om [JA] te selecteren en druk vervolgens op [MENU/SET] • Na bevestiging drukt u op om terug te keren naar het menuscherm. ●De fotoresolutie kan toenemen nadat de aspectratio (beeldverhouding) is gewijzigd. ●Kan niet worden gebruikt voor bewegende beelden, foto’s met geluid, foto’s met tekstafdruk of foto’s met een andere indeling dan DCF (→39). Is mogelijk niet compatibel met foto’s die op andere apparaten zijn gemaakt. ●De oorspronkelijke gegevens voor gezichtsherkenning worden niet gekopieerd wanneer u de beeldverhouding van de foto’s aanpast.
Sluit het menu
Selecteer een foto en maak de instelling (herhalen) Wordt weergegeven tijdens de instelling (niet weergegeven als deze op [OFF] staat).
• U kunt maximaal 999 foto’s selecteren. • Opheffen → Druk opnieuw op ▼.
[LCD ROTEREN] Portretfoto’s automatisch draaien. Instellen: Druk op [MENU/SET] →
■ Alles verwijderen Menu [AFSPELEN] → Selecteer [LCD ROTEREN]
Selecteer [ON]
Selecteer in stap
[ANNUL] en vervolgens [JA].
●Foto’s die met andere apparaten zijn gemaakt, kunt u mogelijk niet als favorieten instellen.
[ON]
[OFF]
●[LCD ROTEREN] kunnen niet voor bewegende beelden worden gebruikt. ●Sommige foto’s die staand of ondersteboven zijn gemaakt, kunnen niet automatisch worden geroteerd. Foto’s die met andere apparaten zijn gemaakt, kunt u mogelijk niet roteren. ●Tijdens het afspelen van meerdere foto’s kunnen foto’s niet worden geroteerd. ●Wordt alleen geroteerd weergegeven op een computer in een Exif-compatibele omgeving (→39) (besturingssysteem, software).
122
123
Gebruik van het menu [AFSPELEN]
Voor de instelprocedures in het menu [AFSPELEN] (→18)
(vervolg) Afspeelmodus:
(Zet de modusknop op een willekeurige instelling behalve
)
[BEVEILIGEN]
[PRINT INST.] U kunt de instellingen voor foto/fotonr./datum afdrukken uitvoeren wanneer u afdrukt met DPOF-compatibele printers of in DPOF-compatibele fotocentrales. (Vraag bij de fotozaak of ze DPOF kunnen afdrukken) Menu [AFSPELEN] → Selecteer [PRINT INST.] Instellen: Druk op [MENU/SET]→
Selecteer [ENKEL] of [MULTI]
Selecteer een foto
●[ENKEL]
bij gebruik van [MULTI] (tot 999 foto’s)) ●[MULTI] Datumafdruk instellen Aantal afdrukken
Selecteer [ENKEL] of [MULTI]
Selecteer een foto en maak de instelling
●[MULTI]
Stel het aantal foto’s in (Herhaal stap en ●[ENKEL]
Beveiliging instellen om te voorkomen dat foto’s worden gewist. Voorkomt dat belangrijke foto’s worden gewist. Instellen: Druk op [MENU/SET] → Menu [AFSPELEN] → Selecteer [BEVEILIGEN]
Datumafdruk instellen Aantal afdrukken
• Datumafdruk instellen/opheffen: druk op [DISPLAY]. • Na bevestiging drukt u op om terug te keren naar het menuscherm. ■ Alles verwijderen Selecteer in stap [ANNUL] en vervolgens [JA].
●[ENKEL]
●[MULTI]
Foto beveiligd
Foto beveiligd
• Annuleren → Druk nogmaals op [MENU/SET]. • Na bevestiging drukt u op om terug te keren naar het menuscherm.
■ Alles verwijderen Selecteer in stap
[ANNUL] en vervolgens [JA].
■ Annuleren en alle beveiligingen opheffen Druk op [MENU/SET].
●Kan mogelijk niet worden gebruikt wanneer u andere apparaten gebruikt. ●Wanneer u formatteert worden zelfs beveiligde bestanden verwijderd. ●Als het schrijfbeveiligingsschuifje op ‘LOCK’ is ingesteld, kunnen foto’s niet worden verwijderd, zelfs niet als ze niet met de camera-instelling zijn beveiligd.
● Controleer wanneer u PictBridge-compatibele printers gebruikt de instellingen op de printer zelf, want deze krijgen mogelijk voorrang boven die van de camera. ● Wanneer u in een fotozaak vanuit het ingebouwde geheugen wilt afdrukken, dient u de foto’s eerst naar een kaart te kopiëren (→127) voordat u instellingen verricht. ● Kan niet worden ingesteld voor bestanden die niet compatibel zijn met de DCF-norm (→39). ● Bepaalde DPOF-informatie die is ingesteld met andere apparatuur, kan niet worden gebruikt.
Verwijder in dergelijke gevallen alle DPOF-informatie en stel deze vervolgens opnieuw in met deze camera.
● U kunt geen datumafdrukinstellingen opgeven voor foto’s waarvoor [TEKST AFDR.] is ingesteld. Deze instellingen worden ook geannuleerd als u later [TEKST AFDR.] instelt.
124
125
Gebruik van het menu [AFSPELEN]
Voor de instelprocedures in het menu [AFSPELEN] (→18)
(vervolg) Afspeelmodus:
(Zet de modusknop op een willekeurige instelling behalve
)
[GEZ.HERK. BEW.] De herkenningsinformatie voor foto’s met een onjuiste gezichtsherkenning bewerken of verwijderen. Gebruik: druk op het afspeelscherm op [MENU/SET] en selecteer het menu [AFSPELEN] → [GEZ.HERK. BEW.]
Selecteer [REPLACE] of [DELETE]
Selecteer de foto
Selecteer een kopieermethode (richting) : Alle foto’s van het ingebouwde geheugen naar de kaart kopiëren (ga naar stap ) (U kunt geen prikbordfoto’s kopiëren. Gebruik hiervoor [KOPIE] in het weergavemenu van het [PRIKBORD] (→103).) : 1 foto tegelijkertijd van de kaart naar het ingebouwde geheugen kopiëren. : 1 foto tegelijkertijd van de kaart naar de prikbordmap kopiëren (in het ingebouwde geheugen) (geen bewegende beelden).
Selecteer de persoon die u door iemand anders wilt vervangen
Selecteer de foto met ◄ ► en druk op [MENU/SET] (voor Selecteer [JA]
en
)
Selecteer [JA] • Annuleren → Druk op [MENU/SET]. • Na bevestiging drukt u op om terug te keren naar het menuscherm. • Nadat alle foto’s vanuit het ingebouwde geheugen naar de geheugenkaart zijn gekopieerd, verschijnt het afspeelscherm automatisch weer op het scherm.
Selecteer een persoon • Druk na de instelling op om terug te keren naar het menuscherm.
• Als u [DELETE] wilt uitvoeren, gaat u naar stap • Mensen van wie de gezichtsherkenningsinformatie niet is geregistreerd, kunnen niet worden geselecteerd.
●Wanneer de gezichtsherkenningsinformatie is verwijderd, kan deze niet worden teruggezet.
●Foto’s waarvoor alle gezichtsherkenningsinformatie is verwijderd, worden niet gesorteerd in de gezichtsherkenning tijdens [CATEGOR. AFSP.].
●De herkenningsinformatie kan niet worden bewerkt in beveiligde foto’s.
126
[KOPIE] U kunt foto’s van het ingebouwde geheugen naar de geheugenkaart kopiëren en omgekeerd. Instellen: Druk op [MENU/SET] → Menu [AFSPELEN] → Selecteer [KOPIE]
(Het afgebeelde scherm is een voorbeeld.)
●Als de capaciteit van het ingebouwde geheugen onvoldoende is voor het kopiëren,
schakelt u de camera uit, verwijdert u de kaart en verwijdert u foto’s uit het ingebouwde geheugen. (Zet de modusknop op Prikbord om prikbordfoto’s te verwijderen.) ●Het kopiëren van beeldgegevens vanuit het inwendig geheugen naar een geheugenkaart zal halverwege worden onderbroken als er te weinig ruimte op de kaart beschikbaar is. Het is aanbevolen gebruik te maken van geheugenkaarten met een grotere capaciteit dan het inwendige geheugen (ongeveer 15 MB). ●Het kopiëren van foto’s kan enkele minuten duren. Schakel de camera niet uit en voer geen andere bewerkingen uit tijdens het kopiëren. ●Als er in de doelbestemming identieke namen zijn (map-/bestandsnummers), wordt er voor de gekopieerde foto’s een nieuwe map gemaakt bij het kopiëren van het ingebouwde geheugen naar een kaart ( ). Bestanden met een al bestaande naam worden niet vanaf een kaart naar het ingebouwde geheugen gekopieerd ( ). ●De afdruk en beveiligingsinstellingen worden niet gekopieerd. Stel deze instellingen na het kopiëren opnieuw in. ●Er kunnen alleen foto’s worden gekopieerd die zijn gemaakt met Leica compacte digitale camera’s. ●Na het kopiëren worden de originele foto’s niet verwijderd. (Foto’s verwijderen (→40)). ●Deze instelling is alleen mogelijk wanneer de afspeelfunctie staat ingesteld op [NORMAAL AFSP.].
127
De opgenomen foto’s en films bewaren Om foto’s en bewegende beelden die met deze camera zijn opgenomen te kopiëren naar andere toestellen gelden verschillende methoden, al naar gelang het bestandsformaat (JPEG, Motion JPEG). Volg de geschikte methode voor uw apparatuur.
Weergavebeelden kopiëren via AV-kabels Beschikbare bestandstypen: Filmopnamen Motion JPEG Video’s die op deze camera worden afgespeeld, kunnen worden overgezet naar media zoals een dvd, een harde schijf of een videotape met een apparaat als een dvdrecorder of een videorecorder. Dit kan zeer nuttig zijn, want hiermee kunt u uw opnamen ook overnemen op apparatuur die niet geschikt is voor hoge-definitie beelden. De beeldkwaliteit wordt verminderd van hoge definitie naar standaarddefinitie. AV-kabel (gebruik altijd de bijgeleverde kabel)
Sluit uw camera aan op uw videorecorder Start het afspelen op de camera Start het opnemen op uw videorecorder
Naar de ingangsaansluiting van de recorder
• Om te stoppen met opnemen (kopiëren), stopt u eerst het opnemen op uw videorecorder en dan stopt u de weergave op de camera.
●Gebruik geen andere AV-kabels, alleen de bijgeleverde kabel. ●Bij gebruik van een conventioneel TV-toestel met 4:3 beeldverhouding, dient u altijd
de [TV-ASPECT] instelling (→24) van de camera in te stellen op [4:3] voordat u gaat kopiëren. Bewegende beelden die worden gekopieerd met de [16:9] instelling zullen er verticaal uitgerekt uitzien bij weergave op een 4:3 TV-scherm. ●Voor het kopiëren is het aanbevolen om de [DISPLAY] toets van de camera in te drukken en het LCD-scherm uit te schakelen. (→42) ●Zie voor nadere aanwijzingen voor het kopiëren en afspelen de gebruiksaanwijzing van uw videorecorder e.d.
Gebruik met computer Sommige computers kunnen rechtstreeks de geheugenkaart van de camera lezen. Zie voor nadere details de handleiding van uw computer. Foto’s/filmbeelden zijn te kopiëren van de camera naar uw computer, door de apparaten op elkaar aan te sluiten. • Als uw computer geen SDXC-geheugenkaarten ondersteunt, wordt er een bericht weergegeven waarin u wordt gevraagd de kaart te formatteren. (Formatteer de kaart niet. Opgenomen foto’s worden dan gewist.)
■Computer-specificaties Windows 98/98SE Kan ik foto’s en Motion JPEG filmbeelden kopiëren van mijn camera naar mijn computer via een USB-kabel?
Nee
Macintosh XP/Vista/7
Ja
OS 9/OS X Ja OS 9.2.2/ OS X (10.1 - 10.6)
• USB-aansluitkabels zijn niet te gebruiken met Windows 98/98SE, Mac OS 8.x, of oudere versies daarvan, maar foto’s/filmbeelden zult u wel kunnen kopiëren met behulp van een geschikte SD-geheugenkaartlezer/schrijver.
Kopiëren van foto’s en filmbeelden Voorbereiding: • Laad de batterij voldoende op. • Plaats de kaart in de camera en zet de modusknop op een willekeurige stand behalve . Wanneer u foto’s vanuit het ingebouwde geheugen importeert, dient u eventuele geheugenkaarten te verwijderen. Controleer de richting van de aansluiting en sluit de stekker recht aan. (Schade aan de vorm van de aansluiting kan tot storingen leiden.)
[TOEGANG] (gegevens verzenden) • Ontkoppel nooit de USB-kabel terwijl [TOEGANG] wordt weergegeven.
128
Me/2000
USB-aansluitkabel (gebruik altijd de bijgeleverde kabel)
129
Gebruik met computer (vervolg) Schakel zowel de camera als de computer in
Selecteer op de camera [PC]
Sluit de camera aan op de computer Zorg dat u de bijgeleverde USBaansluitkabel gebruikt. Het gebruik van een andere dan de bijgeleverde USB-aansluitkabel kan problemen veroorzaken.
Er kan een bericht op het scherm verschijnen als u [USB MODE] (→24) hebt ingesteld op [PictBridge (PTP)]. Selecteer [ANNUL] om het berichtvenster te sluiten en stel [USB MODE] in op [PC].
Voer de gewenste handelingen uit met de computer
■De verbinding verbreken Klik op ‘Hardware veilig verwijderen’ in het Windows-systeemvak → Ontkoppel de USB-kabel → Schakel de camera uit U kunt foto’s op uw computer opslaan en gebruiken door mappen en bestanden naar aparte mappen op de computer te slepen.
■Map- en bestandsnamen op de computer
●Windows
De stations worden weergegeven in de map ‘Deze computer’ of ‘Computer’.
●Macintosh
De stations worden op het bureaublad weergegeven. (Weergegeven als ‘LEICA’, ‘NO_NAME’, of ‘Untitled’.)
130
DCIM (Foto’s/bewegende beelden) 100LEICA (maximaal 999 foto’s/map) L1000001.JPG : JPG: foto’s L1000999.JPG MOV: bewegende 101LEICA : beelden ∗ 999LEICA
∗ In de volgende gevallen worden nieuwe mappen gemaakt: • Wanneer er foto’s in mappen worden gezet die bestanden met het nummer 999 bevatten. • Wanneer er kaarten worden gebruikt die al hetzelfde mapnummer bevatten (ook foto’s die met andere camera’s zijn genomen enzovoort) • Bij opnamen na een [NR. RESET] (→23) • Het bestand kan mogelijk niet op de camera worden afgespeeld nadat de bestandsnaam is gewijzigd. • Als de modusknop op , staat, worden de gegevens van het ingebouwde geheugen (inclusief prikbordfoto’s) weergegeven, ook al zit er een kaart in de camera. Kaartgegevens worden niet weergegeven.
■Wanneer u Windows XP, Windows Vista, Windows 7 of Mac OS X gebruikt
U kunt de camera zelfs op de computer aansluiten als u [USB MODE] (→24) hebt ingesteld op [PictBridge (PTP)]. • U kunt foto’s alleen exporteren vanaf de camera. (Foto’s verwijderen kunt u ook via Windows Vista en Windows 7.) • Foto’s kunnen mogelijk niet worden geïmporteerd als er 1000 of meer foto’s op de kaart staan.
■Weergeven van bewegende beelden die zijn opgenomen in [MOTION JPEG] op uw computer
Gebruik de ‘QuickTime’ software op de bijgeleverde dvd. • Als standaard geïnstalleerd op de Macintosh Leg de filmbeelden vast op uw computer voordat u ze gaat bekijken.
Ingebouwd geheugen/ Kaart
MISC (DPOF-bestanden, Favorieten) PRIVATE1 (prikbordfoto’s) MEMO0001.JPG
Ingebouwd geheugen
●Gebruik geen andere USB-kabels, alleen de bijgeleverde kabel. ●Schakel de camera uit voordat u geheugenkaarten plaatst of verwijdert. ●Wanneer de batterij tijdens de communicatie leeg begint te raken, hoort u een
waarschuwingssignaal. Beëindig de gegevensuitwisseling via de computer direct en laad de batterij op voordat u de camera opnieuw aansluit. ●Als u [USB MODE] (→24) instelt op [PC], hoeft u deze instelling niet elke keer opnieuw op te geven als u de camera aansluit op de computer. ●Raadpleeg de handleiding bij de computer voor meer informatie.
131
Sommige printers zijn in staat direct af te drukken vanaf de geheugenkaart van de camera. Zie voor nadere details de gebruiksaanwijzing van uw printer.
Afdrukken U kunt de camera rechtstreeks aansluiten op een PictBridge-compatibele printer om af te drukken. Voorbereiding: • Laad de batterij voldoende op. • Plaats de kaart in de camera en zet de modusknop op een willekeurige stand behalve . Wanneer u foto’s vanuit het ingebouwde geheugen kopieert, dient u eventuele geheugenkaarten te verwijderen. (Kopieer [PRIKBORD]-foto’s van tevoren naar de kaart) • Pas desgewenst de afdrukkwaliteit of andere instellingen op uw printer aan. • Ontkoppel de USB-kabel niet wanneer het pictogram voor ontkoppeling van de kabel wordt weergegeven (dit wordt bij sommige printers niet weergegeven). Controleer de richting van de aansluiting en sluit de stekker recht aan. (Schade aan de vorm van de aansluiting kan tot storingen leiden.)
Schakel zowel de camera als de computer in Sluit de camera aan op de printer
Meerdere foto’s afdrukken Selecteer in stap op de vorige bladzijde [VEELV. AFDR.]
Selecteer een optie (Zie hierna voor meer informatie)
Afdrukken (Vorige pagina
)
• Zorg dat u de bijgeleverde USBaansluitkabel gebruikt. Het gebruik van een andere dan de bijgeleverde USB-aansluitkabel kan problemen veroorzaken.
Selecteer op de camera [PictBridge (PTP)] • [MULTI SELECTEREN] :
Als u [VERBINDING MET PC...] ziet, annuleert u de verbinding en stelt u [USB MODE] (→24) in op [SELECT. VERBINDING] of [PictBridge (PTP)].
Druk op ◄► om een foto te selecteren die u wilt afdrukken en druk op [MENU/SET] Selecteer [PRINT START]
Beweeg met ▲▼◄► door de foto’s en selecteer foto’s met [DISPLAY] om deze af te drukken. (Druk opnieuw op [DISPLAY] om de selectie te annuleren.) Druk op [MENU/SET] wanneer de selectie is voltooid. • [ALLES SELECTEREN] :Alle foto’s afdrukken. • [PRINT INST.(DPOF)] :Foto’s afdrukken die zijn geselecteerd in [PRINT INST.]. (→124) • [FAVORIETEN] :Foto’s afdrukken die zijn geselecteerd als [FAVORIETEN]. (→123) (verscijnt alleen als er [FAVORIETEN] zijn en de optie is ingesteld [ON]). ●Selecteer [JA] als het bevestigingsscherm voor afdrukken wordt weergegeven. ●Een oranje ● bij het afdrukken geeft een foutmelding aan. Controleer de printer. ●Het afdrukken kan in verschillende fasen plaatsvinden als u verschillende foto’s afdrukt. (Het weergegeven resterende aantal pagina’s kan afwijken van het ingestelde aantal.)
USB-aansluitkabel (gebruik altijd de bijgeleverde kabel) (Instellingen voor afdrukken (→135))
■Afdrukken annuleren
Druk op [MENU/SET]
●Gebruik geen andere USB-kabels, alleen de bijgeleverde kabel. ●Ontkoppel de USB-kabel na het afdrukken. ●Schakel de camera uit voordat u geheugenkaarten plaatst of verwijdert. ●Wanneer de batterij tijdens de communicatie leeg begint te raken, hoort u een
waarschuwingssignaal. Annuleer de afdrukopdrachten en ontkoppel de USB-kabel. (Laad de batterij op voordat u de camera opnieuw aansluit.) ●Als u [USB MODE] (blz. 22) instelt op [PictBridge (PTP)], hoeft u deze instelling niet elke keer opnieuw op te geven als u de camera aansluit op de printer.
132
133
Afdrukken (vervolg) Afdrukken met datum en tekst
Afdrukinstellingen opgeven op de camera
■ Met [TEKST AFDR.] U kunt de opnamedatum en de volgende informatie op foto’s afdrukken. (→118) ●Opnamedatum ●[NAAM] en [LEEFTIJD] vanuit scènemodi [BABY] en [HUISDIER] ●Aantal verstreken dagen op basis van [REISDATUM] en bestemming ●Tekst die is opgegeven via [TITEL BEW.] ●Namen die zijn geregistreerd met [GEZICHT HERK.] ●Locatienaaminformatie die is opgenomen met de gps-functie • Voeg geen datumafdruk toe in winkels of met printers waarop [TEKST AFDR.] is toegepast (tekst zou kunnen overlappen). ■ Datum afdrukken zonder [TEKST AFDR.] ●In winkels afdrukken: Alleen de opnamedatum kan worden afgedrukt. Vraag de winkel de datum af te drukken. • Als u vooraf op de camera [PRINT INST.] instelt, kunt u opgeven hoeveel exemplaren u wilt afdrukken en of u de datum wilt afdrukken voordat u de kaart in de winkel afgeeft. • Controleer of de winkel 16:9 ondersteunt als u foto’s in deze aspectratio (beeldverhouding) wilt afdrukken. ●Via de printer :U kunt de opnamedatum afdrukken door op de camera [PRINT INST.] in te stellen of door [PRINT MET DAT.] in te stellen op [ON] als u de camera aansluit op een printer met datumafdrukfunctie.
(Geef de instellingen op voordat u [PRINT START] selecteert.) Selecteer optie
Selecteer instelling
Onderdeel
Instellingen
[PRINT MET DAT.]
[OFF]/[ON]
[AANTAL PRINTS]
Hier stelt u het aantal foto’s in (maximaal 999 foto’s)
[PAPIERAFMETING]
(printerinstellingen krijgen voorrang) [L/3.5”×5”] (89×127 mm) [2L/5”×7”] (127×178 mm) [POSTCARD] (100×148 mm) [16:9] (101,6×180,6 mm) [A4] (210 ×297 mm)
[LAY-OUT PAGINA]
[A3] (297×420 mm) [10×15 cm] (100×150 mm) [4”×6”] (101,6×152.4 mm) [8”×10”] (203,2 ×254 mm) [LETTER] (216×279,4 mm) [CARD SIZE](54×85,6 mm)
(printerinstellingen krijgen voorrang) / (1 foto, zonder rand) / (1 foto, met rand) / (2 foto’s) / (4 foto’s)
●Opties die niet compatibel zijn met de printer, worden mogelijk niet weergegeven. ●Als u op één afdruk ‘2 foto’s’ of ‘4 foto’s’ wilt afdrukken, stelt u het aantal afdrukken in op 2 of 4.
●Stel als u wilt afdrukken op papierformaten/indelingen die niet door deze camera
worden ondersteund, de camera in op en voer de instellingen uit op de printer. (Raadpleeg de handleiding van uw printer.) ●[PRINT MET DAT.] en [AANTAL PRINTS] worden niet weergegeven wanneer u de instellingen van [PRINT INST.] hebt geselecteerd. ●Zelfs als u de instellingen van [PRINT INST.] volledig hebt ingesteld, worden datums mogelijk niet afgedrukt, afhankelijk van de gebruikte fotozaak of printer. ●Als u [PRINT MET DAT.] hebt ingesteld op [ON], controleert u de datumafdrukinstellingen van de printer (printerinstellingen hebben soms voorrang).
134
135
Foto’s op tv bekijken U kunt de beelden op uw TV-scherm vertonen door uw camera direct aan te sluiten op uw TV-toestel met de AV-kabel (bijgeleverd) of een HDMI-minikabel (optioneel). ●Raadpleeg ook de handleiding van de tv. Voorbereiding: • Stel [TV-ASPECT] in. (→24) • Zet de camera en de tv uit. Controleer de richting van de aansluiting en sluit de stekker recht aan. (Schade aan de vorm van de aansluiting kan tot storingen leiden.)
Sluit de camera aan op de tv Zet de tv aan
●Zet de tv op de ingang aux. Zet de camera aan
Zet de OPNAME/ WEERGAVE-schakelaar op
Beelden weergeven op een TV met HDMI-aansluitbus Met een HDMI-minikabel (optioneel) zult u kunnen genieten van foto’s en bewegende beelden met hoge resolutie. Wat is HDMI?
Het High-Definition Multimedia Interface (HDMI) is een aansluit-interface voor digitale videoapparatuur. Digitale video- en audiosignalen kunnen worden weergegeven door uw camera aan te sluiten op HDMI-geschikte weergave-apparatuur. Deze camera kan worden aangesloten op een HDMI-geschikte hoge-definitie TV waarmee u kunt genieten van foto’s en filmbeelden in hoge definitie. Door aansluiting van de camera op een TV die geschikt is voor de HDTV Link-functie (HDMI) kunt u beide gekoppeld bedienen (→138).
Voorbereidingen:
• Controleer de [HDMI-FUNCTIE]. (→25) • Schakel de camera en de TV uit. Controleer de richting van de aansluitbus en steek de stekker er recht in. (Als de aansluitbus geforceerd wordt, kan dat leiden tot storing in de werking.)
Sluit de camera aan op uw TV Schakel het TV-toestel in
●Stel in op HDMI-
ingangssignalen.
AV-kabel (gebruik altijd de bijgeleverde kabel)
Naar de HDMI video/audio-ingangsaansluiting (Als er meerdere aansluitingen zijn, gebruikt u naast de HDMI1 ook nog een andere aansluiting.)
Geel: naar videoaansluiting Wit: naar de audio-aansluiting (L) Rood: naar de audio-aansluiting (R)
HDMI-minikabel (optioneel)
Schakel de camera in Zet de OPNAME/ WEERGAVEschakelaar op
■Als uw TV of DVD-recorder voorzien is van een SD-kaartsleuf Plaats de SD-geheugenkaart in de SD-kaartsleuf • De beelden kunnen alleen weergegeven worden. • Wanneer u zowel SDHC- als SDXC-geheugenkaarten gebruikt, dient u elk type kaart af te spelen op apparatuur die compatibel is met het specifieke formaat.
●Gebruik geen andere AV-kabels, alleen de bijgeleverde kabel. ●U kunt foto’s afspelen op tv’s in andere landen (regio’s) waar het systeem NTSC of PAL wordt gebruikt, wanneer u [VIDEO UIT] in het menu [SET-UP] instelt.
●De instelling voor [LCD MODE] heeft geen effect bij weergave op de tv. ●Op sommige televisies worden de randen van de foto gesneden, of worden de foto’s
niet op volledig scherm weergegeven. Naar staand gedraaide foto’s kunnen enigszins onscherp zijn. ●Verander de instellingen van de fotomodus op de tv als de aspectratio (beeldverhouding) niet goed wordt weergegeven op een breedbeeld- of een highdefinition-televisie.
136
● Gebruik geen andere kabels dan de Leica HDMI-minikabel (→8). ● Weergave is niet mogelijk in de [PRIKBORD] stand. ● Er kunnen zwarte balken langs de zijkanten of de boven- en onderrand van het scherm verschijnen, al naar gelang de ingestelde beeldverhouding. ● Kabels die niet voldoen aan de HDMI-normen zijn niet bruikbaar. ● Wanneer u een HDMI-minikabel aansluit, worden de foto’s niet op het lcd-scherm weergegeven. ● De volgende functies kunnen niet worden ingesteld in de weergavestand. [TITEL BEW.], [TEKST AFDR.], [NW. RS.], [BIJSNIJD.], [LEVELING], [ASPECT CONV.] [GEZ. HERK. BEW.], [KOPIE], meervoudige selectie (voor wissen e.d.). enz.
● Het HDMI-uitgangssignaal wordt uitgeschakeld als er tegelijk een USB-aansluitkabel is aangesloten. ● Er worden geen beelden weergegeven via de aangesloten AV-kabels. ● Bij het afspelen van bewegende beelden/foto’s met geluid die zijn opgenomen met andere toestellen kan de weergave van de audio/video niet altijd goed verlopen. ● Onmiddellijk na het beginnen met afspelen of na pauzeren kunnen de beelden even vervormd zijn, bij bepaalde TV-toestellen. ● Lees vooral de handleiding van uw TV-toestel. ● De geluidsweergave is in stereo.
137
Foto’s op tv bekijken (vervolg) HDTV Link (HDMI) Wat is HDTV Link (HDMI)? ●HDTV Link is een functie voor het automatisch koppelen van deze camera aan HDTV Link geschikte apparaten via een aansluiting met HDMI-minikabels (optioneel), voor een gemakkelijke bediening met de afstandsbediening van de televisie. ●Deze camera is geschikt voor de nieuwste versie van HDTV Link (HDMI). (Per december 2009) HDTV Link (HDMI) is een functie die is toegevoegd aan de industriewijde norm van HDMI-bedieningsfuncties, bekend als HDMI CEC (Consumer Electronics Control). Bediening is alleen mogelijk met HDMI CEC-compatibele apparatuur. Lees de gebruiksaanwijzing van uw apparatuur om te zien of die geschikt is voor de HDTV Link (HDMI).
●Gebruik geen andere kabels dan de Leica HDMI-minikabel (→8). ●Kabels die niet voldoen aan de HDMI-normen zijn niet bruikbaar. ●Als u niet zeker weet of de tv die u gebruikt compatibel is met HDTV Link, leest u de gebruiksaanwijzing van de tv.
●Wanneer de [HDTV Link] instelling op de camera op [ON] staat, zal de bediening met de toetsen op de camera zelf beperkt zijn.
●Zorg dat het TV-toestel dat u aansluit is ingesteld voor het gebruik van de HDTV Link (HDMI) (zie voor nadere aanwijzingen de handleiding van uw televisietoestel).
●Als u de HDTV Link (HDMI) niet wilt gebruiken, zet u de [HDTV Link] instelling van de camera op [OFF].
●Bij het gebruik van de HDTV Link wordt de [HDMI-FUNCTIE] (→25) van de camera automatisch geselecteerd.
Voorbereidingen: • Zet [HDTV Link] op [ON]. (→25)
Sluit de camera aan op een compatibele TV met de Leica HDMI-minikabel (→8). Schakel de camera in Zet de OPNAME/WEERGAVE-schakelaar op Voer met de afstandsbediening van de televisie de volgende bewerkingen uit Compatibele TV
Afstandsbediening van compatibele TV
138
Aansluiten met een HDMIminikabel (optioneel)
139
Lijst met symbolen op de lcd-schermen
Druk op de knop [DISPLAY] om een andere weergave te kiezen (→42).
Tijdens het opnemen 1
2 3
4
14
5 6 7 8
13
Bij het afspelen 1 15
22 21
9
1 Opnamemodus (→29) Flitser (→43) Opnamekwaliteit (→100) Autofocus volgen (→32, 92) Windreductie (→100) Macro-opname (→45) 2 AF-gebied (→33) Spotmeting AF-gebied (→93) Doel spotmeting (→94) 3 Scherpstelling (→30) 4 Fotoresolutie (→88) Kwaliteit (→89)
18
8
16
10 11, 12
17
13 12 11 10 9
20
5 Batterijcapaciteit (→14)
14 Witbalans (→91) Slimme ISO-modus (→90)/ISO max (→89) Kleureffect (→97)
6 Aantal te maken foto’s (→162)
15 Beschikbare opnameduur (→68)
7 Bestemming voor opslaan (→14)
16 GPS (→78)
8 Opnamestand
17 Zelfontspanner (→48)
9 Histogram (→42)
18 Verstreken opnametijd (→68)
10 Reisdatum (→84)
19 Maximale sluitertijd (→95)
11 Belichtingscompensatie (→49) Diafragmawaarde/Sluitertijd (→33, 52, 53, 54) Slimme ISO-modus (→90) Slimme ISO (→89)
20 Aantal verstreken reisdagen (→84) Leeftijd in jaren/maanden (→61, 74) Instellingen voor bestemming (→85) Plaatsnaaminformatie (→78) Huidige datum/tijd (→15)
12
3
4
5 6 7
19
13 Optische beeldstabilisatie (→98)/ Trillingswaarschuwing (→33) Meetmodus (→94) PRE AF (→94) Burstfunctie (→96) Auto bracket (→50) Multi aspect verhoudingsdrieluik (→51) I.resolutie (→37, 96) I-contrast (→95) LCD-modus (→21) LCD-energiebesparing (→22)
2
1 Terugspeelfunctie (→108) Beveiligde foto (→125) Favorieten (→123) Met tekstafdruk (→118)
7 Datum en tijd van opname Bestemming∗ (→85) Naam∗ (→61, 74) Titel∗ (→116)
2 Fotoresolutie (→88) Kwaliteit (→89)
8 Instellingen voor bestemming (→86)
3 Batterijcapaciteit (→14) 4 Map-/bestandsnummer (→23, 39, 130) Fotonummer/Totaal aantal foto’s (→39) Opnametijd bewegende beelden/ Verstreken afspeeltijd (→107) Bestemming voor opslaan (→14) 5 GPS (→78) Histogram (→42) Opname-informatie Plaatsnaaminformatie∗ (→78) 6 Instellingen voor favorieten (→123)
9 Aantal verstreken reisdagen (→84) 10 LCD-modus (→21) 11 Kleureffect (→97) 12 Aantal af te drukken foto’s (→124) 13 Bewegende beelden/Foto met geluid (→107) Waarschuwingspictogram ontkoppeling kabel (→132) ∗ De prioriteitsvolgorde voor weergave is locatienaaminformatie, titel, bestemming, naam ([BABY]/[HUISDIER]), naam ([GEZICHT HERK.]).
21 AF-assistlampje (→99) Scherpstelgebied (→47) Zoom (→35)/Macro-zoom (→46)
22 Geluid opnemen (→98)
De schermen die hier worden afgebeeld, zijn alleen bedoeld als voorbeelden. De werkelijke weergave kan variëren.
140
141
Betekenis van en vereiste reacties op belangrijke berichten die op het lcd-scherm worden weergegeven.
Weergave berichten [DEZE GEHEUGENKAART KAN NIET WORDEN GEBRUIKT.]
● Er is een MultiMediaCard geplaatst.
→ Niet compatibel met de camera. Gebruik een compatibele kaart.
[GEHEUGENKAART TEGEN SCHRIJVEN BEVEILIGD]
● Ontgrendel het schrijfbeveiligingsschuifje op de kaart. (→14) [GEEN JUISTE FOTO OM WEER TE GEVEN]
● Maak foto’s of plaats een andere kaart die al foto’s bevat in de camera. [DEZE FOTO IS BEVEILIGD] [SOMMIGE FOTO’S KUNNEN NIET GEWIST WORDEN]
[DEZE FOTO KAN NIET GEWIST WORDEN]
● Niet-DCF-foto’s (→39) kunnen niet worden verwijderd.
→ Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en wis de kaart vervolgens door [FORMATEREN] op de camera uit te voeren. (→26)
[ER KUNNEN GEEN ADDITIONELE SELECTIES GEMAAKT WORDEN]
● Het aantal foto’s dat in één keer kan worden verwijderd, is overschreden. ● Er zijn meer dan 999 foto’s als favorieten ingesteld. ● Het aantal foto’s waarop [TITEL BEW.], [TEKST AFDR.] of [NW. RS.] (meerdere instellingen) tegelijk kan worden toegepast, is overschreden.
[KAN OP DEZE FOTO NIET INGESTELD WORDEN]
● [PRINT INST.], [TITEL BEW.] of [TEKST AFDR.] kan niet worden gemaakt voor foto’s die niet in de DCF-indeling staan (→39).
[AUB CAMERA UIT- EN INSCHAKELEN]
[SYSTEEMFOUT]
● De lens werkt niet goed.a
→ Schakel de camera weer in. (Neem contact op met het verkooppunt als het scherm opnieuw verschijnt)
[DIV. FOTO’S KUNNEN NIET GEKOP. WORDEN]
[KOPIE KAN NIET VOLTOOID WORDEN]
● In de volgende gevallen kunnen foto’s niet worden gekopieerd:
→ Er bestaat al een foto met deze naam in het ingebouwde geheugen (bij het kopiëren van bestanden van de kaart). → Bestand is geen DCF-indeling. → Foto is op een andere camera gemaakt of bewerkt.
[NIET VOLDOENDE RUIMTE INTERN GEHEUGEN]
[NIET VOLDOENDE GEHEUGEN OP DE KAART]
● Er is geen ruimte meer in het ingebouwde geheugen of op de geheugenkaart. Wanneer u beelden
kopieert van het ingebouwde geheugen naar de geheugenkaart (groepsgewijze kopiëren), zullen de beelden worden gekopieerd totdat de geheugenkaart geheel vol is.
[FOTM. INT. GEH. ?]
● Wordt weergegeven bij het formatteren van het ingebouwde geheugen via de computer enzovoort. → Formatteer rechtstreeks opnieuw met de camera. De gegevens zullen worden gewist.
[STORING GEHEUGENKAART]
[KAART FORMATEREN ?]
● Het kaartformaat kan niet in deze camera worden gebruikt.
→ Sla de benodigde gegevens op een computer of ander apparaat op en voer dan [FORMATEREN] uit op de camera. (→26)
142
[ANDERE KAART PROBEREN A.U.B.]
[STORING GEHEUGENKAART]
[PARAMETERFOUT GEHEUGENKAART]
● Kaart is geen SD-standaard. ● Wanneer u kaarten met een capaciteit van 4 GB of meer gebruikt, worden alleen SDHC- of SDXCgeheugenkaarten ondersteund.
[LEESFOUT]/[SCHRIJFFOUT]
● Hef de beveiliging op voordat u de foto’s verwijdert enzovoort (→125)
[FOUT INT. GEHEUGEN]
[PLAATS SD-KAART OPNIEUW]
● Geen toegang tot de kaart. → Plaats de kaart opnieuw in de camera. ● Probeer het met een andere kaart.
[CONTROLEER DE GEHEUGENKAART]
● Gegevens kunnen niet worden gelezen. → Controleer of de kaart op de juiste manier in de camera is geplaatst (→13). ● Gegevens kunnen niet worden geschreven.
→ Zet het apparaat uit en verwijder de kaart. Plaats de kaart vervolgens weer terug en zet het apparaat weer aan. ● Kaart is mogelijk beschadigd. ● Probeer het met een andere kaart.
[OPNAME BEW. BEELDEN GEANN. SCHRIJFSNELHEID KAART TE BEPERKT]
● Het gebruik van een SD-kaart met een snelheid van ‘klasse 6’∗ of hoger wordt aanbevolen voor het opnemen van films in ‘MOTION JPEG’. ∗ De SD-snelheidsklasse is een snelheidsklasse voor continu schrijven. ● Als de opname zelfs met de bovenstaande kaart wordt gestopt, is de gegevensschrijfsnelheid laag. U kunt het beste een back-up van de gegevens op de geheugenkaart maken en de kaart opnieuw formatteren (→26). ● Het opnemen van bewegend beeld kan op sommige kaarten niet automatisch worden beëindigd.
[CREËREN VAN EEN MAP NIET MOGELIJK]
● Gebruikt aantal mapnummers heeft 999 bereikt.
→ Sla alle noodzakelijke gegevens op een computer (of ander apparaat) op en gebruik [FORMATEREN] (→26). Het mapnummer wordt teruggezet op 100 wanneer u [NR. RESET] (→23) uitvoert.
[BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR 16:9 TV]
[BEELD WORDT WEERGEGEVEN VOOR 4:3 TV]
● AV-kabel is op de camera aangesloten.
→ Bericht direct verwijderen → Druk op [MENU/SET]. → Aspectratio wijzigen → Wijzig [TV-ASPECT] (→24).
● USB-kabel is alleen op de camera aangesloten.
→ Het bericht verdwijnt wanneer de kabel ook op een ander apparaat wordt aangesloten.
[DEZE BATTERIJ KAN NIET GEBRUIKT WORDEN]
● Gebruik alleen LEICA BP-DC7-batterijen. ● De batterij wordt niet herkend, vanwege vuil op de aansluitingen. → Maak de batterijaansluitingen schoon.
[ACCU IS LEEG]
● De batterijspanning is te gering.
→ Laad de batterij voor gebruik op. (→10)
[DE GPS-FUNCTIE IS NIET BESCHIKBAAR IN DEZE REGIO.]
● Gps werkt mogelijk niet in China of in de grensregio’s van landen die grenzen aan China. (Bijgewerkt tot en met februari 2010)
143
Vraag en antwoord
Storingen verhelpen
Batterij, spanning
Controleer eerst de volgende onderdelen (→144 - 150). (Wanneer u de menu-instellingen terugzet in de standaardwaarden, kunnen bepaalde problemen zijn opgelost. Gebruik in de opnamemodus [RESETTEN] in het menu [SET-UP] (→24).)
Opnemen
De camera werkt niet, ook niet als deze is ingeschakeld.
● De batterij is niet goed geplaatst (→13), of moet worden opgeladen. Lcd-scherm gaat uit, zelfs als de camera is ingeschakeld.
● [SLAAPSMODUS] is geactiveerd. (→22) → Druk de ontspanknop half in om op te heffen. ● De batterij moet worden opgeladen.
Er kunnen geen foto’s worden gemaakt.
● De opname/weergave-schakelaar is niet ingesteld op (opnemen). ● Kaart/ingebouwd geheugen is vol. → Maak ruimte vrij door ongewenste foto’s te verwijderen (→40).
Opnemen op een kaart is niet mogelijk.
De camera wordt uitgeschakeld als de stroom wordt ingeschakeld.
● De batterij moet worden opgeladen. ● De camera is ingesteld op [SLAAPSMODUS]. (→22)
● De kaart is geformatteerd met een ander apparaat. → Formatteer uw kaarten met deze camera. (→26) ● Zie voor meer informatie over compatibele kaarten (→14).
De opnamecapaciteit is gering.
● De batterij moet worden opgeladen.
→ Druk de ontspanknop half in om op te heffen.
Dit toestel wordt automatisch uitgeschakeld.
● Als u de aansluiting maakt op een TV-toestel dat geschikt is voor HDTV Link via een HDMI-
→ Gebruik een volledig opgeladen batterij (bij aanschaf niet opgeladen). (→10) → Als u de camera aan laat, raakt de batterij leeg. Schakel de camera regelmatig uit via de [SLAAPSMODUS] (→22) enzovoort. ● Controleer de opnamecapaciteit van de kaarten en het ingebouwde geheugen. (→162)
minikabel (optioneel), dan wordt bij uitschakelen van de TV met de daarbij behorende afstandsbediening ook dit toestel uitgeschakeld. → Als u geen gebruik wilt maken van de HDTV Link, zet u de [HDTV Link] dan op [OFF]. (→25)
Opgenomen foto’s zien er wit uit.
Gps
● De lens is beslagen (→7).
Positionering kan niet worden uitgevoerd.
● Wanneer [GPS-INST.] is ingesteld op [OFF]. (→79) ● Afhankelijk van de opnameomgeving, zoals binnen of in de buurt van gebouwen, is het niet altijd mogelijk de signalen van de gps-satellieten correct te ontvangen. (→78) → Houd de camera bij het gebruik van de gps-functie enige tijd stil met de gps-antenne omhoog gericht, in een buitenlocatie waar u de lucht helemaal kunt zien.
De statusindicator knippert terwijl de camera uit is.
● [GPS-INST.] staat op [ON]. ● Wanneer u de camera uitschakelt in een vliegtuig, ziekenhuis of op een andere locatie waar gpssystemen niet zijn toegestaan, zet u [GPS-INST.] op [OFF] of
.
Positionering kan even duren.
● De positionering kan enkele minuten duren wanneer u de camera voor het eerst gebruikt of lange tijd niet hebt gebruikt. ● Positionering duurt meestal minder dan twee minuten, maar omdat de posities van de gpssatellieten veranderen, kan het langer duren, afhankelijk van de opnamelocatie en de omgeving. ● Positionering kan even duren in omgevingen waar de signalen van de gps-satellieten moeilijk zijn te ontvangen. (→78)
De locatienaaminformatie wijkt af van de opnamelocatie.
● Direct nadat de camera is ingeschakeld of wanneer het gps-pictogram een ander pictogram is
dan , kan de locatienaaminformatie die in de camera is vastgelegd, aanzienlijk afwijken van de huidige positie. ● Wanneer wordt weergegeven als locatienaaminformatie, kunt u de locatie in een andere locatie uit de lijst wijzigen voordat u begint met de opname. (→81)
● De lens is vuil (vingerafdrukken enzovoort).
→ Schakel de stroom in om de lens uit te schuiven en reinig het lensoppervlak met een zachte, droge doek.
Opgenomen foto’s zijn te licht/te donker.
● Foto’s die in donkere ruimten zijn gemaakt, of van heldere onderwerpen (sneeuw, heldere
omgeving enzovoort) nemen het grootste deel van het scherm in beslag. (De helderheid van het lcd-scherm kan anders zijn dan van de werkelijke foto) → Pas de belichting aan (→49). ● [KORTE SLUITERT.] is ingesteld op een hele korte tijd, bijvoorbeeld [1/250] (→95).
Er worden 2-3 foto’s gemaakt terwijl ik maar één keer op de ontspanknop druk.
● De camera is ingesteld op het gebruik van de scènemodi [AUTO BRACKET] (→50), [MULTI-ASPECT] (→51), [BURSTFUNCTIE] (→96), of op [HI-SPEED BURST] (→62) of [FLITS-BURST] (→63).
Er is niet goed scherpgesteld.
● Er is niet ingesteld op de modus die geschikt is voor de afstand tot het onderwerp. (Scherpstelgebied varieert, afhankelijk van de opnamemodus.) ● Onderwerp valt buiten scherpstelgebied. ● Veroorzaakt door trillingen of beweging van het onderwerp (→89, 98).
Opgenomen foto’s zijn onscherp. Optische beeldstabilisatie werkt niet goed.
● De sluitertijd is langer in donkere locaties en de optimale beeldstabilisatie is daar minder effectief. → Houd de camera stevig met beide handen vast en houd de armen strak langs uw lichaam. ● Gebruik een statief en de zelfontspanner (→48) wanneer u een langere sluitertijd gebruikt met [KORTE SLUITERT.].
Kan [AUTO BRACKET] of [MULTI-ASPECT] niet gebruiken.
● Er is slechts geheugencapaciteit voor maximaal 2 foto’s.
De locatienaaminformatie wordt niet weergegeven.
● “- - -” wordt weergegeven als er geen oriëntatiepunt of andere punten dichtbij zijn, of als er geen informatie staat geregistreerd in de database van de camera. (→81) → Tijdens het afspelen kunt u een locatienaam of andere informatie invoeren met [BEWERK PLAATSNAAM]. (→117)
144
145
Vraag en antwoord
Storingen verhelpen (vervolg)
Opnemen (vervolg) Gemaakte foto’s zien er korrelig uit of er is sprake van interferentie.
● De ISO-gevoeligheid is hoog of er is een lange sluitertijd.
(De standaardinstelling voor [GEVOELIGHEID] is [AUTO] – bij binnenopnamen kan interferentie optreden.) → Verlaag de [GEVOELIGHEID] (→90). → Zet [RUISREDUCTIE] in [FOTO INST.] in de richting +.(→97) → Maak foto’s op locaties met meer licht. ● De camera is ingesteld op de scènemodi [H. GEVOELIGH.] of [HI-SPEED BURST]. (Foto wordt iets korreliger vanwege de hoge gevoeligheid)
De beelden zijn te donker, met fletse kleuren.
● Kleuren kunnen soms onnatuurlijk overkomen vanwege de lichtbron.
→ Gebruik de [WITBALANS] instelling om de kleuren te corrigeren. (→91)
Lcd-scherm (vervolg) Er verschijnen zwarte/blauwe/rode/groene punten of interferentie. Scherm ziet er vervormd uit als het wordt aangeraakt.
● Dit is geen storing. U ziet dit niet terug op de foto’s, dus u hoeft zich hierover geen zorgen te maken.
Datum/leeftijd wordt niet weergegeven.
● De huidige datum, de [REISDATUM] (→84) en de leeftijd in de scènemodi [BABY] en [HUISDIER]
(→61) worden slechts ongeveer 5 sec. weergegeven na het opstarten, instellen van wijzigingen of kiezen van een andere modus. Ze kunnen niet altijd worden weergegeven.
Flitser Geen flits.
● Voor opnamen bij tl-licht is soms een kortere sluitertijd nodig. Dit kan leiden tot kleine wijzigingen in
● De flitser is ingesteld op [GEDWONGEN UIT] (→43). ● Wanneer de flitser is ingesteld op [AUTO] , wordt niet in alle situaties geflitst. ● Er kan niet worden geflitst in de [LANDSCHAP], [PANORAMA ASSIST], [NACHTL. SCHAP],
Er kunnen rode balken op het lcd-scherm verschijnen of een deel van het scherm kan een roodachtige tint hebben tijdens het opnemen of het half indrukken van de ontspanknop.
Er wordt meermalen geflitst.
● Dit is een kenmerk van CCD en kan zich voordoen als het onderwerp heldere gebieden bevat. Rond deze gebieden kan onscherpte ontstaan, maar dit is geen storing. Dit wordt opgenomen bij bewegende beelden, maar niet op foto’s. ● We raden u aan bij het maken van foto’s het scherm weg te houden van felle lichtbronnen, zoals zonlicht.
● De rode-ogen reductie is ingeschakeld (→43). (Er wordt tweemaal geflitst, om het rode-ogen effect te vermijden.) ● De scènefunctie staat ingesteld op [FLITS-BURST].
Opname bewegend beeld stopt halverwege.
Foto’s zijn geroteerd.
De helderheid of kleuren van de opname zijn niet levensecht. helderheid of kleuren, maar dat is normaal.
● Bij sommige kaarten kan het toegangsscherm kort verschijnen na het opnemen en kan het opnemen halverwege stoppen. ● Het gebruik van een SD-kaart met een snelheid van ‘klasse 6’∗ of hoger wordt aanbevolen voor het opnemen van films in ‘MOTION JPEG’. ∗ De SD-snelheidsklasse is een snelheidsklasse voor continu schrijven. ● Als de opname zelfs met de bovenstaande kaart wordt gestopt, is de gegevensschrijfsnelheid laag. U kunt het beste een back-up van de gegevens op de geheugenkaart maken en de kaart opnieuw formatteren (→26).
Er kan niet vast op het onderwerp worden scherpgesteld. (De autofocus-volgen faalt)
● Als het onderwerp andere kleuren heeft dan de rand, stelt u het AF-gebied in op de kleuren die specifiek zijn voor het onderwerp en legt u dat gebied gelijk met het AF-gebied. (→93)
Lcd-scherm Het lcd-scherm wordt gedimd tijdens de opname van bewegende beelden.
● Het lcd-scherm kan worden gedimd als u gedurende langere tijd bewegende beelden opneemt.
De helderheid is instabiel.
● De diafragmawaarde wordt ingesteld als de ontspanknop half is ingedrukt. (Is niet van invloed op gemaakte foto.)
Het scherm knippert binnenshuis.
● Het scherm kan knipperen nadat het is ingeschakeld (voorkomt beïnvloeding door tl-verlichting).
Het scherm is te licht/te donker.
● De camera is ingesteld op [LCD MODE] (→21).
146
[ZONSONDERG.], [HI-SPEED BURST], [STERRENHEMEL], [VUURWERK], en [LUCHTFOTO] scènefuncties, evenmin als bij gebruik van [AUTO BRACKET] of [BURSTFUNCTIE]. ● Tijdens het filmen van bewegende beelden werkt de flitser niet.
Afspelen
● [LCD ROTEREN] is ingesteld op [ON].
(Foto’s worden automatisch van staand naar liggend geroteerd. Sommige foto’s die staand of ondersteboven worden gemaakt, kunnen als staand worden geïnterpreteerd.) → Stel [LCD ROTEREN] in op [OFF].(→122)
Kan geen foto’s bekijken. Er zijn geen gemaakte foto’s.
● De opname/weergave-schakelaar is niet ingesteld op (weergeven). ● Geen foto’s in ingebouwd geheugen of op de kaart (als de kaart is geplaatst worden foto’s van de kaart afgespeeld, anders uit het ingebouwde geheugen). ● De afspeelmodus is gewijzigd. → Stel de weergavemodus in op [NORMAAL AFSP.] (→108).
Map-/bestandsnummer weergegeven als [-]. Foto is zwart.
● Foto bewerkt op computer of gemaakt op ander apparaat. ● Batterij direct verwijderd na het maken van de foto, of foto gemaakt met bijna lege batterij. → Gebruik [FORMATEREN] om de foto te verwijderen (→26).
Onjuiste datum weergegeven bij afspelen kalender.
● Foto bewerkt op computer of gemaakt op ander apparaat. ● [KLOKINST.] is onjuist (→15).
(Onjuiste datum wordt weergegeven bij het afspelen van de kalender of als foto’s naar de computer en dan terug naar de camera zijn gekopieerd, als de datum van de computer verschilt van die van de camera.)
Afhankelijk van het onderwerp kan een interferentierand op het scherm verschijnen.
● Dit wordt moiré genoemd. Dit is geen storing.
147
Vraag en antwoord
Storingen verhelpen (vervolg)
Afspelen (vervolg) Op de foto zijn witte ronde vlekken te zien die lijken op zeepbellen.
● Als u binnenshuis of in een donkere omgeving flitst, kunnen er witte ronde vlekken
op de foto verschijnen. Dit is de weerkaatsing van het flitslicht op stofdeeltjes in de lucht. Dit is normaal. Kenmerkend hiervoor is het feit dat het aantal ronde vlekken en hun positie in elke foto anders zijn.
[WEERGAVE THUMBNAIL] verschijnt op het scherm.
● De foto’s zijn mogelijk met een ander apparaat opgenomen. Zo ja, dan worden ze mogelijk met een slechte beeldkwaliteit weergegeven.
De rode delen van scènes komen zwart op de foto.
● Wanneer de digitale rode-ogenreductie (
, , ) is ingeschakeld en er een onderwerp wordt gefotografeerd met huidkleurige gebieden met daarbinnen rode gebieden, kunnen door de digitale rode-ogenreductiefunctie de rode gebieden zwart worden. → Het verdient aanbeveling de flitser op , of te zetten, of [RODE-OGEN CORR] op [OFF] voordat u gaat opnemen.
Het geluid van de camera is samen met de bewegende beelden opgenomen.
Tv, computer, printer (vervolg) De HDTV Link (HDMI) werkt niet.
● Is de HDMI-minikabel (optioneel) wel juist aangesloten? (→137) → Controleer of de HDMI -minikabel (optioneel) stevig is aangesloten ● Is de [HDTV Link] instelling van de camera op [ON] gezet? (→25)
→ De ingangskeuze kan niet altijd automatisch worden omgeschakeld, met de HDMIaansluitingen van bepaalde TV-toestellen. In dit geval schakelt u de ingangskeuze over met de afstandsbediening van uw TV-toestel (zie voor nadere aanwijzingen de handleiding van uw televisie). → Controleer de HDTV Link (HDMI) instellingen op het aangesloten toestel. → Schakel de stroom van de camera eenmaal uit en weer in. → Zet de afstandsbediening van de (compatibele) TV (HDMI-apparaatbediening) uit en dan weer aan. (Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de TV.)
Kan foto’s niet naar de computer sturen.
● Niet goed aangesloten (→129). ● Controleer of de computer de camera heeft herkend. ● Stel [USB MODE] in op [PC] (→24).
● Mogelijk is het camerageluid opgenomen, zoals de automatische aanpassing van het diafragma
Computer herkent de kaart niet (leest alleen het ingebouwde geheugen).
Filmopnamen of foto’s met geluid erbij die met deze camera zijn opgenomen, kunnen met een andere camera niet worden weergegeven.
De computer herkent de kaart niet. (Wanneer u een SDXC-geheugenkaart gebruikt)
tijdens de opname van bewegende beelden. Dit is normaal.
● Bewegende beelden en foto’s met geluid die zijn opgenomen met deze camera kunnen niet altijd
juist worden weergegeven door camera’s van andere merken. Afspelen is ook niet altijd mogelijk op andere Leica compacte digitale camera’s. ● In sommige gevallen kunnen films en foto’s met geluid die met deze camera zijn gemaakt, niet worden afgespeeld op digitale camera’s van andere bedrijven.
Tv, computer, printer Geen beeld op de tv. Onscherp beeld of beeld niet in kleur.
● Niet goed aangesloten (→136, 137). ● De ingang van de tv is niet op AUX gezet. ● De tv ondersteunt het gebruikte type kaart niet. ● Controleer de instelling [VIDEO UIT] (NTSC/PAL) op de camera. (→24) Weergave tv-scherm wijkt af van lcd-scherm.
● Aspectratio (beeldverhouding) is mogelijk onjuist en op bepaalde tv’s worden de randen van foto’s afgesneden.
Bewegende beelden kunnen niet op tv worden afgespeeld.
● Kaart is in tv geplaatst.
→ Maak de aansluiting met de AV-kabel (bijgeleverd) of een HDMI-minikabel (→8) en begin met afspelen op de camera (→136, 137).
Beeld wordt niet op volledig tv-scherm weergegeven.
● Controleer de instelling [TV-ASPECT] (→24).
148
● Ontkoppel de USB-kabel en sluit deze weer aan met de kaart in de camera. ● Zet de modusknop op een willekeurige instelling behalve .
→ Controleer of uw computer compatibel is met SDXC-geheugenkaarten. → Wanneer u de kaart plaatst, kan er een bericht verschijnen waarin u wordt gevraagd de kaart te formatteren. Formatteer de kaart niet. → Als de indicator [TOEGANG] op het lcd-scherm niet uitgaat, schakelt u de camera uit voordat u de USB-kabel loskoppelt.
Kan niet afdrukken als de camera op de printer is aangesloten.
● Printer niet compatibel met PictBridge. ● Stel [USB MODE] in op [PictBridge (PTP)] (→24).
Het afdrukken van de datum lukt niet.
● Maak de vereiste afdrukinstellingen voordat u gaat afdrukken.
→ In de winkel: Maak de nodige instellingen onder [PRINT INST.] (→124), en vraag dan in de winkel om afdrukken ‘met datum’. → Met een printer: Maak de nodige instellingen onder [PRINT INST.], en gebruik dan een printer die geschikt is voor het afdrukken van de datum. ● Gebruik de [TEKST AFDR.] voordat u gaat afdrukken (→118).
Randen van foto’s afgesneden bij het afdrukken.
● Hef instellingen voor bijsnijden of afdrukken zonder randen op de printer op voordat u gaat afdrukken. (Raadpleeg de handleiding van uw printer.) ● De foto’s zijn gemaakt in de beeldverhouding .
→ Controleer als u de foto’s in een fotozaak laat afdrukken of formaten van 16:9 kunnen worden afgedrukt.
149
Vraag en antwoord
Storingen verhelpen (vervolg)
Diversen Menu niet weergegeven in gewenste taal.
● Verander de instelling van [TAAL] (→26).
Camera rammelt als deze wordt geschud.
● Dit geluid wordt veroorzaakt door beweging van de lens en is geen storing. Kan [AUTO REVIEW] niet instellen.
● Kan niet worden ingesteld wanneer een van de volgende functies in gebruik is: de [AUTO
BRACKET], [MULTI-ASPECT], [BURSTFUNCTIE], [ZELFPORTRET], [HI-SPEED BURST] of [FLITS-BURST] scènefuncties, of [AUDIO OPNAME].
Rode lampje gaat branden wanneer u de ontspanknop half indrukt op donkere locaties.
● [AF ASS. LAMP] ingesteld op [ON] (→99). AF-ass. lamp gaat niet branden.
● [AF ASS. LAMP] ingesteld op [OFF]. ● Brandt niet op locaties met veel licht of bij gebruik van de scènemodi [ZELFPORTRET],
[LANDSCHAP], [NACHTL. SCHAP], [ZONSONDERG.], [VUURWERK] of [LUCHTFOTO].
De camera is heet.
● De camera kan bij gebruik een beetje warm worden, maar dit is niet van invloed op de prestaties of de kwaliteit.
De lens maakt een klikkend geluid.
● Wanneer de helderheid verandert, maakt de lens soms een klikkend geluid en kan de helderheid
van het scherm ook veranderen, maar dit is het gevolg van de uitgevoerde diafragma-instellingen. (Is niet van invloed op de foto.)
De klok staat niet goed.
● De camera is lange tijd niet gebruikt. → Stel de klok opnieuw in (→15). ● Het duurde lang om de klok in te stellen (de klok loopt nu dus achter). De beweging van de zoomlens stopt even
● De beweging van de zoomlens stopt even tijdens Extra optische zoom en i.Zoom, maar dit is geen storing.
Er kan niet maximaal worden ingezoomd
● Als de zoomafstand stopt bij 3 ×, is [MACRO ZOOM] ingesteld. (→46) Bestandsnummers worden niet op volgorde opgenomen.
● Bestandsnummers worden opnieuw ingesteld wanneer er nieuwe mappen worden gemaakt (→130). Bestandsnummers lopen achteruit.
● De batterij is verwijderd/geplaatst terwijl de camera aan was.
(Nummers kunnen achteruit lopen als de bestands-/mapnummers niet goed worden opgenomen.)
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik Tijdens gebruik
● De camera kan warm worden als deze lange tijd wordt gebruikt, maar dit is geen storing. ● U voorkomt trillingen door een statief te gebruiken en dit op een stabiele locatie neer te zetten. (Vooral wanneer u telescopische zoom, langere sluitertijden of de zelfontspanner gebruikt) ● Houd de camera zo ver mogelijk uit de buurt van elektromagnetische apparatuur (zoals
magnetrons, tv’s, videospellen enzovoort). • Wanneer u de camera boven op of bij een tv gebruikt, kunnen de beelden en het geluid op de camera vervormd raken door elektromagnetische straling. • Gebruik de camera niet in de buurt van mobiele telefoons, want dit kan tot ruis leiden die stoort op de foto’s en het geluid. • Opgenomen gegevens kunnen beschadigd raken, of foto’s kunnen vervormd raken, door sterke magnetische velden die door luidsprekers of grote motoren worden veroorzaakt. • Elektromagnetische straling die door microprocessoren wordt gegenereerd, kan een negatief effect hebben op de camera en tot storingen in de foto’s en het geluid leiden. • Wanneer de camera negatief wordt beïnvloed door elektromagnetische apparatuur en niet goed meer functioneert, schakelt u de camera uit en verwijdert u de batterij. Plaats vervolgens de batterij weer in de camera en zet de camera aan. Gebruik de camera niet bij radiozenders of hoogspanningslijnen. • Wanneer u opneemt in de buurt van radiozenders of hoogspanningslijnen, heeft dit een negatief effect op de opgenomen foto’s en het geluid. Verleng het meegeleverde snoer en de meegeleverde kabel niet. ● ● Laat de camera niet in aanraking komen met pesticiden of vluchtige stoffen (hierdoor kan het oppervlak beschadigd raken of de coating gaan bladderen). ● Laat de camera en de batterij nooit achter in een auto die in de zon staat en leg het toestel ook niet op de motorkap. De camera kan door oververhitting defect raken en de batterij kan gaan lekken of openbarsten, met kans op schade en brandgevaar.
Onderhoud van uw camera Als u uw camera wilt schoonmaken, verwijdert u de batterij of haalt u de stekker uit het stopcontact en veegt u de camera met een zachte, droge doek af. ● Verwijder hardnekkige vlekken met een goed uitgewrongen natte doek. Wrijf de camera vervolgens na met een droge doek. ● Gebruik geen benzeen, verfverdunner, alcohol of allesreiniger. Deze kunnen de behuizing of coating van de camera beschadigen. ● Lees bij gebruik van een chemisch behandelde doek de meegeleverde instructies goed door. ● Raak de lensopening niet aan .
Wanneer u de camera lange tijd niet gebruikt
● Schakel de camera uit voordat u de batterij en de kaart verwijdert. (Zorg dat de batterij is verwijderd om schade door diepontlading te voorkomen.) ● Laat de camera niet in aanraking komen met rubberen of plastic zakken. ● Bewaar de camera met een vochtabsorberend middel (silicagel) als deze in een lade enzovoort wordt bewaard. Bewaar batterijen op een koele plaats (15 °C - 25 °C) met een lage vochtigheid (40% - 60%) en geen grote temperatuurschommelingen. ● Laad de batterij eens per jaar op en laat deze een keer volledig leeg lopen voordat u deze weer bewaart.
150
151
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik (vervolg) Geheugenkaarten
● Schade voorkomen aan kaarten en gegevens
• Voorkom hoge temperaturen, rechtstreeks zonlicht, elektromagnetische golven en statische elektriciteit. • Laat de camera niet buigen, vallen en stel deze niet bloot aan ernstige schokken. • Raak de aansluitingen op de achterzijde van de kaart niet aan en laat deze niet vuil of nat worden. ● Wanneer u geheugenkaarten verwijdert/inlevert • Wanneer u de functies ‘formatteren’ of ‘verwijderen’ op uw camera of computer gebruikt, worden alleen de bestandsbeheergegevens gewijzigd. De gegevens worden niet volledig van de geheugenkaart verwijderd. Wanneer u uw geheugenkaarten verwijdert of inlevert, raden wij u aan de geheugenkaart zelf te vernietigen of in de handel verkrijgbare software voor het wissen van computergegevens te gebruiken om de gegevens volledig van de kaart te verwijderen. Ga verantwoordelijk om met de gegevens op geheugenkaarten.
Lcd-scherm
● Druk niet hard op het lcd-scherm. Hierdoor kunt u ongelijkmatig beeld krijgen en kan de monitor beschadigd raken. ● In koude klimaten of in andere omstandigheden waarin de camera koud wordt, kan het lcd-scherm direct na het opstarten iets trager dan normaal reageren. De normale helderheid keert terug wanneer de interne onderdelen zijn opgewarmd.
Persoonlijke gegevens Als er namen of verjaardagen zijn ingesteld voor de [BABY] functie of de [GEZICHT HERK.] functie, zullen er persoonlijke gegevens worden vastgelegd in de camera en de beelden die zijn opgenomen. ● Aansprakelijkheid • Gegevens met persoonlijke informatie zouden kunnen worden aangetast of verloren gaan door storingen, statische elektriciteit, ongelukjes, defecten, reparaties en andere voorvallen. Leica kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enige schade, direct of indirect, die voortvloeit uit aantasting of verlies van gegevens met persoonlijke informatie. Bij ● het verzoeken om reparatie of de overdracht/wegdoen van de camera • Ter bescherming van uw persoonlijke informatie verzoeken wij u de instellingen alle terug te stellen. (→24) • Als er beelden zijn vastgelegd in het ingebouwd geheugen, kopieert (→127) u die dan zonodig naar een geheugenkaart en formatteert (→26) u het ingebouwd geheugen. • Verwijder de geheugenkaart uit de camera. • Wanneer u de camera terugkrijgt na reparatie, kunnen het ingebouwde geheugen en de instellingen zijn teruggesteld in de oorspronkelijke stand bij aankoop. • Als de bovenstaande ingrepen niet mogelijk blijken vanwege een storing in de camera, raadpleegt u uw Leica-leverancier of het dichtstbijzijnde Leica-klantenservicepunt. Zie voor inlevering/verwijdering van geheugenkaarten ‘Wanneer u geheugenkaarten verwijdert/ inlevert’ in het vorige gedeelte.
152
Belangrijk! Lees eerst het volgende voordat u de locatienamen gebruikt die in dit product zijn opgeslagen.
Gebruiksrechtovereenkomst voor de locatienaamgegevens Alleen voor persoonlijk gebruik. U gaat ermee akkoord deze gegevens te gebruiken in combinatie met deze digitale camera, uitsluitend voor de persoonlijke, niet-commerciële doeleinden waarvoor u een licentie hebt, en niet voor een servicebureau, voor timesharing of voor andere, soortgelijke doeleinden. Het is u dan ook toegestaan, onderhavig aan de beperkingen die in de volgende alinea’s uiteen worden gezet, deze gegevens uitsluitend te kopiëren voor zover nodig voor uw persoonlijk gebruik om (i) deze te bekijken, en (ii) deze op te slaan, mits u geen kennisgevingen met betrekking tot het auteursrecht uit de gegevens verwijdert en mits u de gegevens op geen enkele manier wijzigt. U gaat ermee akkoord niets uit deze gegevens te reproduceren, kopiëren, wijzigen, decompileren, demonteren of er reverse-engineering op toe te passen, en de gegevens niet over te dragen of te distribueren in welke vorm en voor welk doel dan ook, behalve voor zover toegestaan volgens de officiële wetgeving. Sets die uit meerdere cd’s bestaan, mogen uitsluitend worden overgedragen of verkocht als volledige set, zoals aangeboden door Leica Camera AG, en niet als gedeeltelijke set.
Beperkingen. Behalve voor zover u hiertoe een specifieke licentie hebt ontvangen van Leica Camera AG, en zonder beperking van de voorgaande alinea, is het u niet toegestaan (a) deze gegevens te gebruiken met producten, systemen of toepassingen die zijn geïnstalleerd op, op andere wijze zijn aangesloten op of communiceren met voertuigen, of voertuignavigatie-, GPS-, verzendingsof realtime routebewegwijzerings-, wagenparkbeheerfuncties of soortgelijke toepassingen kunnen uitvoeren, of (b) deze gegevens te gebruiken met of in communicatie met GPS-systemen of andere mobiele of draadloos verbonden elektronische apparatuur of computerapparatuur, inclusief zonder beperking mobiele telefoons, palmtops of handheld computers, pagers en PDA’s (Personal Digital Asistants). Waarschuwing. De gegevens kunnen onnauwkeurig of onvolledig zijn als gevolg van veroudering, veranderingen in de situatie, de gebruikte bronnen en de aard van de inzameling van uitgebreide geografische gegevens, wat tot onjuiste resultaten kan leiden.
153
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik (vervolg) Geen garantie. Deze gegevens worden “zonder enige vorm van garantie” aan u aangeboden en u gaat ermee akkoord deze op eigen risico te gebruiken. Leica Camera AG en haar licentiegevers (en hun licentiegevers en leveranciers) geven geen enkele garantie, verklaring of waarborg van welke aard dan ook, uitdrukkelijk of impliciet, wettelijk of anderszins, inclusief maar niet beperkt tot de inhoud, de kwaliteit, de nauwkeurigheid, de volledigheid, de effectiviteit, de betrouwbaarheid, de geschiktheid voor een bepaald doel, het nut, het gebruik of de resultaten die worden verkregen op basis van deze gegevens, of het ononderbroken beschikbaar zijn van de gegevens of de server of de foutloosheid van de gegevens. Uitsluiting van garantie: LEICA CAMERA AG EN HAAR LICENTIEGEVERS (INCLUSIEF HUN LICENTIEGEVERS EN LEVERANCIERS) SLUITEN ELKE VORM VAN GARANTIE UIT, UITDRUKKELIJK OF IMPLICIET, MET BETREKKING TOT KWALITEIT, PRESTATIES, VERKOOPBAARHEID, GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL OF HET NIET MAKEN VAN INBREUK. In sommige staten, regio’s en landen zijn bepaalde uitsluitingen van garantie niet toegestaan, dus in dat geval zijn bovenstaande uitsluitingen mogelijk niet op u van toepassing.
154
Uitsluiting van aansprakelijkheid: LEICA CAMERA AG EN HAAR LICENTIEGEVERS (INCLUSIEF HUN LICENTIEGEVERS EN LEVERANCIERS) ZIJN NIET AANSPRAKELIJK JEGENS U: VOOR CLAIMS, EISEN OF GERECHTELIJKE PROCEDURES, ONGEACHT DE AARD VAN DE OORZAAK VAN DE CLAIM, EIS OF GERECHTELIJKE PROCEDURE WAARIN WORDT BEWEERD DAT VERLIEZEN, LETSEL OF SCHADE, DIRECT OF INDIRECT, MOGELIJK HET GEVOLG ZIJN VAN HET GEBRUIK OF BEZIT VAN DE INFORMATIE; OF VOOR EVENTUELE WINSTDERVING, VERLIES VAN OPBRENGSTEN, CONTRACTEN OF SPAARGELDEN, OF VAN EVENTUELE ANDERE DIRECTE OF INDIRECTE SCHADE, INCIDENTELE SCHADE, BIJZONDERE SCHADE OF GEVOLGSCHADE DIE ONTSTAAT ALS GEVOLG VAN HET GEBRUIK DOOR U OF HET NIET KUNNEN GEBRUIKEN DOOR U VAN DEZE INFORMATIE, LACUNES IN DE INFORMATIE, OF HET MAKEN VAN INBREUK OP DEZE ALGEMENE VOORWAARDEN, ONGEACHT OF HET GAAT OM EEN DAAD OP BASIS VAN HET CONTRACT OF EEN ONRECHTMATIGE DAAD, OF OM EEN DAAD OP BASIS VAN EEN GARANTIEVOORWAARDE, ZELFS ALS LEICA CAMERA AG OF HAAR LICENTIEGEVERS OP DE HOOGTE WAREN GESTELD VAN DE MOGELIJKHEID VAN DERGELIJKE SCHADE. In sommige staten, regio’s en landen zijn bepaalde uitsluitingen van aansprakelijkheid of beperkingen van schadevergoeding niet toegestaan, dus in dat geval zijn bovenstaande uitsluitingen mogelijk niet op u van toepassing.
Exportbeperkingen. U gaat ermee akkoord om de gegevens die aan u worden aangeboden en de producten die daarvan rechtstreeks zijn afgeleid, niet vanuit een willekeurige plaats te exporteren, tenzij in overeenstemming met, en vergezeld van alle licenties en certificaten die verplicht zijn onder de relevante exportwetten, -regelingen en -verordeningen. Volledige overeenkomst. Deze algemene voorwaarden vormen de volledige overeenkomst tussen Leica Camera AG (en haar licentiegevers, inclusief hun licentiegevers en leveranciers) en u met betrekking tot het onderwerp van deze algemene voorwaarden, en vervangen in hun volledigheid alle eventuele schriftelijke en mondelinge overeenkomsten die eerder tussen de partijen bestonden met betrekking tot deze onderwerpen.
Het geografische coördinatensysteem De standaard voor breedtegraden en lengtegraden (het geografische coördinatensysteem) dat op deze camera wordt gebruikt, is WGS84. Auteursrecht Volgens de auteurswet mogen de landkaartgegevens die in deze camera zijn opgeslagen, niet voor andere dan persoonlijke doeleinden worden benut zonder toestemming van de houder van het auteursrecht. Navigatiefuncties Deze camera is niet uitgerust met een navigatiefunctie.
Kennisgevingen met betrekking tot de houders van het auteursrecht van software met een licentie
© 2009 NAVTEQ. Alle rechten voorbehouden.
Deze service maakt gebruik van de POI (Points of Interest bezienswaardigheden) van ZENRIN CO., LTD. “POWERED BY ZENRIN” is een handelsmerk van ZENRIN CO., LTD. ©2010 ZENRIN CO., LTD. Alle rechten voorbehouden. © Her Majesty the Queen met rechten in Canada, © Queen's Printer voor Ontario, © Canada Post Corporation, GeoBase®, © Department of Natural Resources Canada, © United States Postal Service® 2009, USPS®, ZIP+4®
155
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik (vervolg) Australië
Copyright. Based on data provided under license from PSMA Australia Limited (www.psma.com.au).
Austria
© Bundesamt für Eich- und Vermessungswesen
Croatia, Cyprus, Estonia, Latvia, Lithuania, Moldova, Poland, Slovenia and/or Ukraine
© EuroGeographics
France
source: Géoroute® IGN France & BD Carto® IGN France
Germany
Die Grundlagendaten wurden mit Genehmigung der zustaendigen Behoerden entnommen.
Great Britain
Based upon Crown Copyright material.
■Landen en regio’s waarvoor oriëntatiepunten kunnen worden weergegeven en vastgelegd Schermweergave
Land of regio
Schermweergave
Land of regio
JAPAN
Japan
REPUBLIK INDONESIA
Indonesië
ALBANIA
Albanië
IRELAND
Republiek Ierland
ARGENTINA
Argentinië
ITALY
Italië
AUSTRALIA
Australië
SAN MARINO
San Marino
AUSTRIA
Oostenrijk
VATICAN CITY STATE
Vaticaanstad
BAHAMAS
De Bahama’s
KUWAIT
Koeweit
BAHRAIN
Bahrein
LESOTHO
Lesotho
BELGIUM
België
LATVIA
Letland
BOSNIA HERZEGOVINA
Bosnië en Herzegovina
LITHUANIA
Litouwen
LUXEMBOURG
Luxemburg
MACAU
Macau
Greece
Copyright Geomatics Ltd.
Hungary
Copyright © 2003; Top-Map Ltd.
Italy
La Banca Dati Italiana è stata prodotta usando quale riferimento anche cartografia numerica ed al tratto prodotta e fornita dalla Regione Toscana.
BRAZIL
Brazilië
Norway
Copyright © 2000; Norwegian Mapping Authority
BULGARIA
Bulgarije
Portugal
Source: IgeoE – Portugal
BELARUS
Belarus (WitRusland)
CANADA
Canada
USA
Verenigde Staten van Amerika
MONTENEGRO
Montenegro
CHILE
Chili
MOROCCO
Marokko
TAIWAN
Taiwan
OMAN
Oman
CROATIA
Kroatië
NAMIBIA
Namibië
CZECH REPUBLIC
Tsjechische Republiek
NETHERLAND
Nederland
NEW ZEALAND
Nieuw-Zeeland
DENMARK
Denemarken
NORWAY
Noorwegen
ESTONIA
Estland
POLAND
Polen
FINLAND
Finland
PORTUGAL
Portugal
FRANCE
Frankrijk
QATAR
Qatar
MONACO
Monaco
REUNION ISLAND
Réunion
ANDORRA
Andorra
ROMANIA
Roemenië
SPAIN
Spanje
RUSSIA
Rusland
FRENCH GUIANA
Frans-Guyana
SAUDI ARABIA
Saoedi-Arabië
GERMANY
Duitsland
SERBIA
Servië
GREECE
Griekenland
SINGAPORE
Singapore
FRENCH GUADELOUPE
Guadeloupe Frankrijk
SLOVAK REPUBLIC
Slowakije
HONG KONG
Hongkong
SLOVENIA
Slovenië
HUNGARY
Hongarije
INDIA
India
Spain
Información geográfica propiedad del CNIG
Sweden
Based upon electronic data © National Land Survey Sweden.
Switzerland
Topografische Grundlage: © Bundesamt für Landestopographie.
156
MALAYSIA
Maleisië
BRUNEI
Brunei
MARTINIQUE
Martinique
MEXICO
Mexico
SOUTH AFRICA
Zuid-Afrika
GIBRALTAR
Gibraltar
157
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik (vervolg) Schermweergave SWEDEN
Land of regio Zweden
SWITZERLAND
Zwitserland
LIECHTENSTEIN
Liechtenstein
THAILAND
Thailand
UAE
Verenigde Arabische Emiraten
■Landen en regio’s zonder informatie over oriëntatiepunten • Er is bepaalde locatienaaminformatie beschikbaar, zoals de naam van het land, namen van regio’s en van steden. Schermweergave
Land of regio
Schermweergave
Land of regio
CONGO, DEMOCRATIC Democratische REPUBLIC Republiek Congo
MAYOTTE
RWANDA
COMOROS
Comoren
MAURITIUS
Mauritius
SEYCHELLES
Seychellen
MALTA
Malta
Rwanda
TURKEY
Turkije
UKRAINE
Oekraïne
CONGO, REPUBLIC OF THE
Republiek Congo
MACEDONIA
Macedonië
BURUNDI
Burundi
ENGLAND
Engeland
CHANNEL ISLANDS
Kanaaleilanden
CENTRAL AFRICAN REPUBLIC
Centraal-Afrikaanse Republiek
Het eiland Man (Isle of Man)
TUNISIA
ISLE OF MAN
EGYPT
NORTHERN IRELAND
Noord-Ierland
SCOTLAND
Mayotte
MONGOLIA
Mongolië
ICELAND
IJsland
Tunesië
SOUTH KOREA
Zuid-Korea
Egypte
VIETNAM
Vietnam
KENYA
Kenya
LAOS
Laos
Schotland
GUINEA-BISSAU
Guinee-Bissau
CAMBODIA
Cambodja
WALES
Wales
TOGO
Togo
KAZAKHSTAN
Kazachstan
Puerto Rico
Puerto Rico
BURKINA FASO
Burkina Faso
BURMA (MYANMAR)
Myanmar
US VIRGIN ISLANDS
Amerikaanse Maagdeneilanden
BENIN
Benin
NEPAL
Nepal
MALI
Mali
BANGLADESH
Bangladesh
VENEZUELA
Venezuela
SENEGAL
Senegal
BHUTAN
Bhutan
GHANA
Ghana
SRI LANKA
Sri Lanka
COTE D'IVOIRE (IVORY COAST)
Ivoorkust
MALDIVES
Maldiven
GUINEA
Guinee
SVALBARD
Svalbard en Jan Mayen
SIERRA LEONE
Sierra Leone
FAROE ISLANDS
Faeröer eilanden
LIBERIA
Liberia
UZBEKISTAN
Oezbekistan
CAPE VERDE
Kaapverdië
TURKMENISTAN
Turkmenistan
NIGER
Niger
CYPRUS
Cyprus
CHAD
Tsjaad
EAST TIMOR
Oost-Timor
NIGERIA
Nigeria
GREENLAND
Groenland
CAMEROON
Kameroen
GUAM
Guam
GABON
Gabon
MARSHALL ISLANDS
Marshalleilanden
EQUATORIAL GUINEA
Equatoriaal-Guinea
NORFOLK ISLAND
Norfolkeiland
SAO TOME AND PRINCIPE
Sao Tomé en Principe
NEW CALEDONIA
Nieuw-Caledonië
NAURU
Nauru
SAINT HELENA
Sint-Helena
MOZAMBIQUE
Mozambique
PAPUA NEW GUINEA
Papoea-NieuwGuinea
158
ANGOLA
Angola
FIJI
Fiji
MADAGASCAR
Madagaskar
SOLOMON ISLANDS
Salomonseilanden
159
Waarschuwingen en opmerkingen tijdens gebruik (vervolg) Schermweergave
Land of regio
VANUATU
Vanuatu
MICRONESIA, FEDERATED STATES OF
Federale Staten van Micronesia
AMERICAN SAMOA
Amerikaans-Samoa
COOK ISLANDS
Cookeilanden
FRENCH POLYNESIA
Schermweergave
Land of regio
■Soorten oriëntatiepunten De volgende bezienswaardigheden, zoals toeristische attracties en openbare voorzieningen, worden als oriëntatiepunten weergegeven. • Hoewel er ongeveer 30.000 oriëntatiepunten zijn geregistreerd voor Japan en ongeveer 500.000 voor andere landen, zijn sommige oriëntatiepunten niet geregistreerd. (Bijgewerkt tot en met februari 2010. Wordt niet verder bijgewerkt.)
BOLIVIA
Bolivia
ECUADOR
Ecuador
SAINT PIERRE AND MIQUELON
Saint-Pierre en Miquelon
COLOMBIA
Colombia
Dierentuin
Botanische tuin
Frans-Polynesië
NETHERLANDS ANTILLES
Nederlandse Antillen
Attractiepark
Sportcomplex
Honkbalveld
KIRIBATI
Kiribati
BARBADOS
Barbados
Sportzaal
Golfbaan
NIUE
Niue
ARUBA
Aruba
Bezienswaardige plaats, toeristenattractie, landschappelijk schoon
SAMOA
Samoa
GUYANA
Guyana
Toren
Kasteel, ruïnes
Heiligdom
TONGA
Tonga
SAINT LUCIA
Saint Lucia
Boeddhistische tempel
Kerk
WALLIS AND FUTUNA
Wallis en Futuna
PHILIPPINES
Filipijnen
TRINIDAD AND TOBAGO
Trinidad en Tobago
Graf, monument, grafheuvel, historische locatie, paleis
Vliegveld, luchthaven
Haven
NORTHERN MARIANA ISLANDS
Noordelijke Marianen
MONTSERRAT
Montserrat
Veerbotenterminal, inschepingspunt
SURINAME
Suriname
Recreatiepark
Toeristisch park
Station
PALAU
Palau
Antigua en Barbuda
Gemeentehuis
Tuvalu
Prefectuur- of staatskantoor, provinciehuis
Stadshuis
TUVALU
ANTIGUA AND BARBUDA
TOKELAU
Tokelau-eilanden
GRENADA
Grenada
Ambassade, consulaat
Kunsthistorisch museum
Historisch museum
URUGUAY
Saint-Vincent en de Grenadines
Ander museum
Theater
Uruguay
FALKLAND ISLANDS (ISLAS MALVINAS)
SAINT VINCENT AND THE GRENADINES
Falklandeilanden
ANGUILLA
Anguilla
BERMUDA
Bermuda
DOMINICA
Dominica
CUBA
Cuba
Saint Kitts en Nevis
JAMAICA
Jamaica
SAINT KITTS AND NEVIS
HAITI
Haïti
BRITISH VIRGIN ISLANDS
Britse Maagdeneilanden
DOMINICAN REPUBLIC
Dominicaanse Republiek
TURKS AND CAICOS ISLANDS
Turks- en Caicoseilanden
CAYMAN ISLANDS
Caymaneilanden
COSTA RICA
Costa Rica
GUATEMALA
Guatemala
HONDURAS
Honduras
PANAMA
Panama
NICARAGUA
Nicaragua
EL SALVADOR
El Salvador
BELIZE
Belize
PERU
Peru
PARAGUAY
Paraguay
160
Aquarium
161
●De genoemde cijfers zijn een schatting. Ze kunnen variëren afhankelijk van
Capaciteit/tijd voor het opnemen van foto’s
omstandigheden, kaarttype en onderwerp.
●Opnamecapaciteit/tijden die op het lcd-scherm worden weergegeven, zullen mogelijk niet regelmatig verminderd zijn.
Capaciteit voor het opnemen van foto’s
●Afhankelijk van de instellingen bij [ASPECTRATIO] (→89), [FOTO RES.] (→88) en [KWALITEIT] (→89).
●Wanneer het aantal op te nemen beelden meer dan 99.999 is, wordt er ‘+99999’ aangegeven.
[ASPECTRATIO] [FOTO RES.] [KWALITEIT] Ingebouwd geheugen
Geheugenkaart
256 MB 512 MB 1 GB 2 GB 4 GB 6 GB 8 GB 12 GB 16 GB 24 GB 32 GB 48 GB 64 GB
12 M 4000×3000
8 M EZ 3264×2448
5 M EZ 2560×1920
3 M EZ 2048×1536
2 47 94 190 380 760 1160 1550 2340 3120 4540 6270 9100 12350
3 65 130 260 520 1030 1580 2110 3190 4250 6180 8540 12560 17040
4 80 155 320 650 1280 1950 2610 3940 5250 7630 10540 15170 20590
8 150 300 600 1220 2410 3660 4910 7400 9880 14350 19820 28020 38020
3 70 135 280 560 1110 1690 2270 3420 4570 6640 9170 13490 18300
5 98 195 390 790 1560 2380 3180 4810 6410 9310 12870 18210 24710
7 140 280 560 1130 2230 3390 4540 6860 9150 13280 18350 26010 35300
17 290 580 1160 2360 4640 7050 9440 14240 19000 27590 38120 52030 70610
0.3 M EZ 640×480 65 1080 2150 4310 8770 17240 26210 35080 52920 70590 102500 141620 182130 247150
100 1690 3350 6710 12290 24130 36700 49120 74090 98830 143510 198260 182130 247150
11.5 M 7.5 M EZ 4.5 M EZ 2.5 M EZ 0.3 M EZ 10.5 M 7 M EZ 4.5 M EZ 2 M EZ 0.2 M EZ 4176×2784 3392×2264 2656×1768 2048×1360 640×424 4320×2432 3552×2000 2784×1568 1920×1080 640×360 2 47 95 190 390 760 1160 1560 2350 3140 4560 6310 9100 12350
3 71 140 280 570 1130 1730 2310 3490 4660 6760 9350 13490 18300
3 64 125 250 520 1030 1560 2090 3160 4220 6130 8470 12140 16470
5 99 195 390 800 1580 2410 3230 4870 6500 9440 13040 19170 26010
6 110 220 450 930 1820 2770 3720 5610 7480 10870 15010 21420 29070
11 195 390 790 1610 3170 4820 6460 9740 13000 18880 26080 36420 49430
9 170 330 670 1360 2680 4070 5450 8230 10980 15940 22020 30350 41190
19 320 640 1280 2560 5020 7640 10230 15430 20590 29890 41300 60710 82380
70 1170 2320 4640 8770 17240 26210 35080 52920 70590 102500 141620 182130 247150
100 1690 3350 6710 12290 24130 36700 49120 74090 98830 143510 198260 182130 247150
2 50 100 200 400 800 1220 1630 2460 3290 4780 6600 9580 13000
3 75 150 300 610 1200 1830 2450 3700 4940 7170 9910 14570 19770
3 63 125 250 520 1020 1550 2080 3130 4180 6080 8400 12140 16470
5 100 200 400 820 1630 2470 3310 5000 6670 9690 13390 19170 26010
6 115 230 470 950 1880 2860 3830 5780 7720 11210 15480 22760 30890
12 210 420 850 1700 3350 5090 6820 10290 13720 19930 27530 40470 54920
12 220 440 880 1800 3540 5390 7220 10890 14530 21100 29150 40470 54920
25 420 830 1670 3410 6700 10190 13640 20580 27450 39860 55070 72850 98860
83 1380 2740 5490 10240 20110 30580 40930 61740 82360 119590 165220 182130 247150
115 1900 3770 7550 15360 30170 45870 61400 92610 123540 179380 247830 364270 494310
Capaciteit opnametijd (bewegende beelden)
●Varieert, al naar gelang de instellingen van [OPN. KWALITEIT] (→100). [OPN. KWALITEIT] Ingebouwd geheugen 256 MB 512 MB 1 GB 2 GB 4 GB 6 GB Geheugenkaart 8 GB 12 GB 16 GB 24 GB 32 GB 48 GB 64 GB
162
[HD] — 59 s 2 min 4 min 8 min 20 s 16 min 20 s 25 min 33 min 30 s 50 min 30 s 1 h 7 min 1 h 38 min 2 h 15 min 3 h 19 min 4 h 30 min
[WVGA] — 2 min 30 s 5 min 10 min 10 s 20 min 50 s 41 min 1 h 2 min 1 h 23 min 2 h 6 min 2 h 48 min 4 h 4 min 5 h 38 min 8 h 17 min 11 h 14 min
[VGA] — 2 min 35 s 5 min 10 s 10 min 40 s 21 min 40 s 42 min 40 s 1 h 5 min 1 h 27 min 2 h 11 min 2 h 55 min 4 h 14 min 5 h 51 min 8 h 37 min 11 h 41 min
[QVGA] 24 s 7 min 20 s 14 min 40 s 29 min 30 s 1h 1 h 58 min 3h 4 h 1 min 6 h 4 min 8 h 5 min 11 h 45 min 16 h 14 min 23 h 52 min 32 h 23 min
●Voor camera’s die zijn verkocht in de Verenigde Staten, Canada, Taiwan en Japan Er kan maximaal ongeveer 2 GB aan continuopnamen worden gefilmd in [MOTION JPEG]-formaat. (Zelfs als er meer dan 2 GB ruimte beschikbaar is op de kaart, wordt de beschikbare opnameduur berekend voor maximaal 2 GB.) ●Voor camera’s die in andere landen zijn verkocht Films kunnen maximaal 15 minuten continu worden opgenomen. Ook kan er maximaal 2 GB continu aan film worden opgenomen. (Voorbeeld: [8 m 20 s] met [HD]) De resterende tijd voor continuopnamen wordt op het scherm weergegeven. De tijd die in de tabel wordt weergegeven, is de totale tijd.
163
Leica Akademie Naast hoogwaardige producten uit de topklasse voor observatie tot en met weergave bieden wij reeds vele jaren als bijzondere service in de Leica Akademie praktijkgerichte seminars en opleidingen aan. Hier kunnen zowel beginners als gevorderde fotoenthousiastelingen kennis vergaren over fotografie, projectie en vergroting. De inhoud van de cursussen – die in modern uitgeruste cursusruimten in de fabriek in Solms en in het nabijgelegen landgoed Altenberg worden verzorgd door een hoog opgeleid team van vakdocenten – varieert van algemene fotografie tot interessante specialisaties en omvat een overvloed van suggesties, informatie en adviezen voor de praktijk. Nadere inlichtingen en het actuele seminarprogramma, inclusief de fotoreizen, zijn verkrijgbaar bij:
Leica Informatiedienst Technische vragen over het Leica programma worden schriftelijk, telefonisch of per e-mail beantwoord door de Leica Informations-Service:
Leica Camera AG Leica Akademie Oskar-Barnack-Str. 11 D-35606 Solms Tel.: +49 (0) 6442-208-421 Fax: +49 (0) 6442-208-425
[email protected]
Leica Klantenservice Voor het onderhoud van uw Leica uitrusting alsmede in geval van schade kunt u gebruik maken van de Customer Service van Leica Camera AG of de reparatieservice van een nationale vertegenwoordiging van Leica (voor adressenlijst zie garantiebewijs). Wend u zich tot een erkende Leica speciaalzaak.
Leica op internet Actuele informatie over producten, wetenswaardigheden, evenementen en de onderneming Leica krijgt u op onze homepage op internet onder:
Leica Camera AG Informations-Service Postfach 1180 D-35599 Solms Tel.: +49 (0) 6442-208-111 Fax: +49 (0) 6442-208-339
[email protected]
Leica Camera AG Customer Service Solmser Gewerbepark 8 D-35606 Solms Tel.: +49 (0) 6442-208-189 Fax: +49 (0) 6442-208-339
[email protected]
http://www.leica-camera.com
164
165
• HDMI, het HDMI logo en High-Definition Multimedia Interface zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van HDMI Licensing LLC in de Verenigde Staten en andere landen. • SDXC logo is een handelsmerk van SD-3C, LLC. • QuickTime en het QuickTime-logo zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Apple Inc., onder vergunning gebruikt. • Leica is een gedeponeerd handelsmerk van Leica Microsystems IR GmbH. • Elmar is een gedeponeerd handelsmerk van Leica Camera AG. • Andere namen, bedrijfsnamen en productnamen die in deze instructies zijn afgedrukt, zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van de respectievelijke bedrijven.
166
167
Leica Camera AG / Oskar-Barnack-Straße 11 / 35606 Solms / Germany Telephone +49(0)6442-208-0 / Telefax +49(0)6442-208-333 www.leica-camera.com