Gebruiksaanwijzing
Leica CV5030 Afdekautomaat
Leica CV5030 V 3.1, Nederlands 04/2015 Bestelnr.: 14 0478 80109 RevF In de buurt van het apparaat bewaren. Vóór inbedrijfstelling zorgvuldig doorlezen.
BELANGRIJK De in deze documentatie aanwezige informatie, cijfers, aanwijzingen en waardeoordelen vormen de ons na grondig onderzoek bekend geworden huidige stand van de wetenschap en techniek. Wij zijn niet verplicht dit handboek met voortdurende tussenpozen aan te passen aan nieuwe technische ontwikkelingen en aan onze klanten naleveringen, updates enz. van dit handboek te verschaffen. Voor foutieve gegevens, tekeningen, technische afbeeldingen enz. die dit handboek bevat, is onze aansprakelijkheid in het kader van de betrouwbaarheid volgens de telkens daarop betrekking hebbende nationale rechtsorden uitgesloten. Met name bestaat geen enkele aansprakelijkheid voor vermogensschade of overige vervolgschade in samenhang met het naleven van gegevens of overige informatie in dit handboek. Gegevens, tekeningen, afbeeldingen en overige informatie van inhoudelijke alsmede technische aard in deze gebruiksaanwijzing gelden niet als gegarandeerde eigenschappen van onze producten.
In zoverre zijn alleen de contractuele bepalingen tussen ons en onze klanten beslissend. Leica behoudt zich het recht voor, veranderingen van de technische specificaties alsmede van het productieproces zonder voorafgaande aankondiging uit te voeren. Alleen op deze wijze is een voortdurend technisch alsmede productietechnisch verbeteringsproces mogelijk. Deze gebruiksaanwijzing is beschermd onder het auteursrecht. Alle auteursrechten verblijven bij Leica Biosystems Nussloch GmbH. Vermenigvuldigingen van tekst en afbeeldingen (ook bij wijze van uittreksel) door druk, fotokopie, microfilm, webcam of andere procédés inclusief middels alle elektronische systemen en media is uitsluitend toegestaan met uitdrukkelijke voorafgaande schriftelijke toestemming van Leica Biosystems Nussloch GmbH. Het serienummer alsmede het fabricagejaar is te vinden op het typeplaatje aan de achterkant van het toestel. © Leica Biosystems Nussloch GmbH
Leica Biosystems Nussloch GmbH Heidelberger Str. 17 - 19 D-69226 Nussloch Duitsland Telefoon: +49 (0)62 24 143-0 Fax: +49 (0)6224 143-268 Internet: http://www.LeicaBiosystems.com
Leica CV5030 – Afdekautomaat
3
Inhoudsopgave
1. Belangrijke informatie.....................................................................................................7
1.1 De symbolen in deze gebruiksaanwijzing en de betekenis ervan......................................... 7 1.2 Gebruikersgroep............................................................................................................................ 9 1.3 Gebruik volgens de voorschriften............................................................................................... 9 1.4 Apparaattype.................................................................................................................................. 9
2. Veiligheid........................................................................................................................10
2.1 Veiligheidsinstructies................................................................................................................. 10 2.2 Waarschuwingen........................................................................................................................ 10
3. Componenten van het apparaat en specificaties.....................................................13 3.1 3.2 3.3
Totaaloverzicht - onderdelen apparaat................................................................................... 13 Technische specificaties........................................................................................................... 14 Standaard leveringsomvang...................................................................................................... 15
4. Eerste inbedrijfstelling..................................................................................................17
4.1 Voorwaarden voor de standplaats........................................................................................... 17 4.2 CV5030 uitpakken......................................................................................................................... 18 4.2.1 CV5030 opstellen.......................................................................................................................... 20 4.3 Apparaat voorbereiden en instellen......................................................................................... 20 4.3.1 Transportbeveiligingen verwijderen of monteren................................................................. 21 4.4 Apparaat horizontaal uitlijnen................................................................................................... 22 4.5 Afzuigsysteem.............................................................................................................................. 22 4.6 Dispensergroep inbouwen......................................................................................................... 24 4.7 Dispensernaald ten opzichte van objectglaasjes-slider uitlijnen....................................... 26 4.8 Dispensernaald-reiniger (nozzle cleaner)............................................................................... 29 4.9 Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet.......................................................................... 32 4.10 Toebehoren plaatsen.................................................................................................................. 32 4.11 Verbruiksmateriaal vullen.......................................................................................................... 34
5 Bediening........................................................................................................................36 5.1 Functies van het bedieningspaneel.......................................................................................... 36 5.2 Toetsfuncties voor de bediening van het apparaat............................................................... 37 5.3 Apparaat in- of uitschakelen..................................................................................................... 39 5.4 Korte controle vóór de start van het afdekproces................................................................. 41 5.5 Afdekproces................................................................................................................................. 42 5.6 Afdekproces onderbreken......................................................................................................... 44 5.7 Displaymeldingen en aanwijzingen.......................................................................................... 50 5.8 Toetsfuncties voor het programmeren.................................................................................... 56
4
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
Inhoudsopgave 5.9 Parametersets instellen............................................................................................................. 57 5.10 Menu A – parameterinstellingen.............................................................................................. 57 5.11 Menu B – parameterinstellingen.............................................................................................. 60 5.11.1 Parameters en submenu's verlaten......................................................................................... 62 5.12 Geadviseerde parameterinstellingen (vanaf firmware-versie 3.01.04) ............................. 63 5.13 Optimale parameterinstellingen bepalen (menu A+B).......................................................... 66 5.13.1 Werkwijze..................................................................................................................................... 66
6.
Gebruik als workstation...............................................................................................72
6.1 6.2 6.3 6.4
Gebruik als workstation ST 5010 – CV5030.............................................................................. 72 Gebruik als workstation ST 5020 – CV5030.............................................................................. 74 Belangrijke aanwijzingen voor het gebruik als workstation................................................ 76 Onderbrekingen van de werking van het workstation.......................................................... 78
7. Reiniging en onderhoud................................................................................................79
7.1 Aanwijzingen voor reiniging en onderhoud............................................................................ 79 7.2 Dagelijkse reiniging en onderhoud - overzicht....................................................................... 80 7.3 Wekelijkse reiniging en onderhoud.......................................................................................... 81 7.4 Reiniging en onderhoud naar behoefte................................................................................... 82 7.5 Beschrijving van de dagelijks uit te voeren reinigingswerkzaamheden............................ 82 7.5.1 Laadschacht en baktransport met transportketting.............................................................. 82 7.5.2 Dispensernaald-reiniger (nozzle cleaner)............................................................................... 82 7.5.3 Glazen flesje in de parkeerstand van de dispenser............................................................... 83 7.5.4 Laadbak......................................................................................................................................... 83 7.5.5 Dispensernaald............................................................................................................................ 83 7.5.6 Dekglaasjesopvangschaal......................................................................................................... 83 7.5.7 Dekglaasjesmagazijn.................................................................................................................. 83 7.5.8 Runners van de Pick & Place-module..................................................................................... 83 7.5.9 Zuignappen reinigen en vervangen.......................................................................................... 84 7.5.10 Dekglaasjessensor...................................................................................................................... 84 7.5.11 Objectglaasjes-slider.................................................................................................................. 84 7.6 Beschrijving van de wekelijks uit te voeren reinigingswerkzaamheden........................... 85 7.6.1 Dispensergroep............................................................................................................................ 85 7.6.2 Dispensernaald-reiniger (nozzle cleaner)............................................................................... 86 7.6.3 Objectglaasjeshouder, grijper en uitvoermagazijnen........................................................... 86 7.7 Beschrijving van de reiniging en het onderhoud naar behoefte......................................... 87 7.7.1 Actieve-koolstoffilter.................................................................................................................. 87 7.7.2 Glijgoot van het transferstation TS5015 of TS5025 bij gebruik als workstation................ 87
Leica CV5030 – Afdekautomaat
5
Inhoudsopgave 7.7.3 Transferarm van het transferstation TS5015 of TS5025 bij gebruik als workstation........ 87 7.8 Werkwijze bij het verversen van het afdekmedium............................................................... 88 7.8.1 Wissel van een afdekmedium op xyleenbasis naar een ander afdekmedium op xyleenbasis.............................................................................................................................. 88 7.8.2 Wissel van een op een xyleenvervangende stof gebaseerd afdekmedium naar een afdekmedium op xyleenbasis.................................................................................................... 88 7.8.3 Wissel van een afdekmedium op xyleenbasis naar een op een xyleenvervangende stof gebaseerd afdekmedium.................................................................................................... 88
8. Storingen en het verhelpen van storingen.................................................................89
8.1 Storingscodes.............................................................................................................................. 89 8.2 Storingen opsporen en verhelpen............................................................................................ 91
9. Optionele toebehoren....................................................................................................95
9.1 Bestelinformatie........................................................................................................................... 95
10. Garantie en service.....................................................................................................106 Bijlage A Gebruiksspecifieke aanwijzingen en aanbevelingen.............................107
A1.1 Kunststof objectglaasjeshouders, uitvoermagazijnen en dekglaasjesmagazijnen van Leica..................................................................................................................................... 107 A1.2 Objectglaasjeshouders van andere fabrikanten.................................................................. 108 A1.3 Objectglaasjes en grijpmechanisme...................................................................................... 109 A1.4 CV5030 - goedgekeurde en aanbevolen objectglaasjes..................................................... 109 A1.5 Dekglaasjes................................................................................................................................ 111 A1.6 Etiketten (labels) voor objectglaasjes.................................................................................... 112
6
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
1. Belangrijke informatie 1.1
De symbolen in deze gebruiksaanwijzing en de betekenis ervan Waarschuwingen staan in een grijs kader en worden aangeduid met een waarschuwingsdriehoek . Aanwijzingen, d.w.z. belangrijke informatie voor de gebruiker, staan in een grijs kader en worden aangeduid met het symbool . Met dit symbool worden brandgevaarlijke oplosmiddelen en reagentia aangeduid. Dit waarschuwingssymbool wijst op oppervlakken die heet zijn als het apparaat in werking is. Directe aanraking moet vermeden worden, er bestaat gevaar voor verbranding.
(5)
START
Cijfers tussen haakjes verwijzen naar de nummers in de afbeeldingen.
Functietoetsen die op het toetsenbord ingedrukt resp. in de software bediend moeten worden, zijn in de tekst vet en in hoofdletters weergegeven.
Fabrikant
Leica CV5030 – Afdekautomaat
In-vitrodiagnostiek (IVD) - medisch apparaat Dit product voldoet aan de eisen van de richtlijn van de raad 98/79/EG over medische apparaten voor de in-vitrodiagnostiek (IVD). Het CSA-keurmerk betekent dat een product getest is en aan de geldende veiligheids- en/of prestatienormen voldoet, inclusief de relevante normen die door de Amerikaanse instantie voor normering (American National Standards Institute - ANSI), de Underwriters Laboratories (UL), de Canadian Standards Association (CSA), de National Sanitation Foundation International (NSF) en andere zijn vastgelegd of beheerd worden. Milieusymbool van de China RoHSrichtlijn. Het cijfer in het symbool geeft de "milieuveilige gebruiksduur" van het product aan. Het symbool wordt gebruikt als een in China beperkte stof boven de toegestane maximale grens wordt gebruikt. Symbool voor de aanduiding van elektrische en elektronische apparaten conform § 7 ElektroG. ElektroG is een Duitse wet betreffende het in omloop brengen, terugnemen en milieuvriendelijk afdanken van elektrische en elektronische apparaten.
7
1.
Belangrijke informatie
1.1
De symbolen in deze gebruiksaanwijzing en de betekenis ervan
REF
Bestelnummer
SN
Serienummer Volg de gebruiksaanwijzing De inhoud van het pakket is breekbaar. Daarom moet het pakket voorzichtig worden behandeld. Geeft de bovenzijde van het pakket aan. Het pakket moet in een droge omgeving worden bewaard. Het stapelen van pakketten is niet toegestaan en er mag niets op het pakket worden geplaatst. Geeft het temperatuurbereik aan waarin het medische apparaat zonder problemen kan worden gebruikt. Minimaal –29 °C Maximaal +50 °C Geeft het luchtvochtigheidsbereik aan waarin het medische apparaat zonder problemen kan worden gebruikt. Minimaal 10 % Maximaal 85 %
8
Voorbeeld van een codering volgens IPPC • IPPC-symbool • Landcode volgens ISO 3166, bijv. DE voor Duitsland • Regiocode, bijv. HE voor Hessen • Registratienummer, uniek nummer beginnend met 49 • Behandelingsmethode, bijv. HT (heat treatment), MB (methyl bromide) of DB (debarked) Verpakkingscode volgens GGVSE/ADR voor het transport van gevaarlijke stoffen. Klasse 3: "FLAMMABLE LIQUID" - ontvlambare vloeistof Tip-n-Tell bewaakt of de zending zoals voorgeschreven rechtop is getransporteerd en opgeslagen. Bij een hellingshoek van 60° loopt er blauw kwartszand in het pijlvormige weergave-element. Een verkeerde behandeling van de zending is meteen zichtbaar en onomstotelijk aan te tonen.
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
1. Belangrijke informatie 1.2 Gebruikersgroep
1.4 Apparaattype
• De Leica CV5030 mag uitsluitend door speciaal hiervoor opgeleid personeel worden bediend. • Er mogen pas werkzaamheden met het apparaat worden uitgevoerd, wanneer de gebruiker deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig heeft gelezen en hij/zij met alle technische details van het apparaat vertrouwd is.
Alle informatie in deze gebruiksaanwijzing heeft uitsluitend betrekking op het type apparaat dat op het titelblad van deze gebruiksaanwijzing staat vermeld. Aan de achterkant van het apparaat is een typeplaatje met het serienummer bevestigd. (Het serienummer staat ook boven de laadklep aan de voorkant van het apparaat).
1.3
Gebruik volgens de voorschriften
De Leica CV5030 is een automatisch afdekapparaat voor het afdekken van op objectglaasjes aangebrachte weefselcoupes, cellen of uitstrijkjes met glazen dekglaasjes, met toepassing van veel verschillende afdekmedia. Alleen de door Leica Biosystems Nussloch GmbH goedgekeurde toebehoren mogen worden gebruikt. Ieder ander gebruik van het apparaat is niet toegestaan. Het niet in acht nemen van deze waarschuwingen kan ongevallen, verwondingen en/of beschadiging van het apparaat/de accessoires tot gevolg hebben. Tot gebruik volgens de voorschriften behoort ook het in acht nemen van alle aanwijzingen in deze gebruiksaanwijzing en het uitvoeren van de voorgeschreven inspectie- en onderhoudswerkzaamheden.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
Afb. 1
Afb. 1 dient alleen als voorbeeld en geeft een voor dit apparaat geldig typeplaatje met de noodzakelijke gegevens weer. De exacte gegevens van de verschillende versies staan vermeld in hoofdstuk 3.2 "Technische specificaties".
9
2. Veiligheid 2.1 Veiligheidsinstructies • U dient de veiligheidsinstructies en waarschuwingen in dit hoofdstuk onvoorwaardelijk in acht te nemen. • Lees deze ook door wanneer u al met de bediening en het gebruik van een Leica-apparaat vertrouwd bent. • De veiligheidsinrichtingen op het apparaat en de toebehoren mogen noch verwijderd noch gewijzigd worden. Het apparaat mag alleen door een door Leica geautoriseerde servicetechnicus worden geopend en gerepareerd. Restrisico's: • Het apparaat is gebouwd volgens de nieuwste technische inzichten en conform de erkende regels op het gebied van veiligheid. Bij een verkeerd gebruik van of een verkeerde omgang met het apparaat bestaat er gevaar voor lichamelijk letsel voor de gebruiker en derden en gevaar voor materiële schade. Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt voor het doel waarvoor het ontworpen is, en alleen wanneer het in een onberispelijke technische staat verkeert. Storingen die de veiligheid in gevaar brengen dienen onmiddellijk te worden verholpen. • Er mogen uitsluitend originele onderdelen en goedgekeurde originele toebehoren worden gebruikt. Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke instructies en informatie over de veiligheid bij de bediening en over het onderhoud van dit apparaat. De handleiding vormt een essentieel onderdeel van het apparaat. Deze dient zorgvuldig te worden gelezen alvorens het apparaat in bedrijf te stellen en te gebruiken, en in de buurt van het apparaat te worden bewaard. De gebruiksaanwijzing dient met de nodige instructies te worden aangevuld als dit verplicht is op grond van bestaande nationale regel- of wetgeving ter voorkoming van ongevallen en bescherming van het milieu in het land van de gebruiker.
Dit apparaat is gebouwd en getest conform de veiligheidsvoorschriften voor elektrische meet-, stuur-, regel- en laboratoriumapparatuur. Voor het behoud van deze toestand en waarborging van een gebruik zonder risico's moet de gebruiker de aanwijzingen en waarschuwingen in acht nemen die in deze gebruiksaanwijzing zijn vermeld. Het CE-certificaat vindt u op internet op de website: http://www.LeicaBiosystems.com
2.2 Waarschuwingen De veiligheidsinrichtingen die door de fabrikant op dit apparaat zijn aangebracht, dienen slechts als basis ter voorkoming van ongevallen. Met name de ondernemer bij wie het apparaat wordt gebruikt, alsmede de door hem aangewezen personen die het apparaat bedienen, onderhouden of repareren dragen de hoofdverantwoordelijkheid voor een arbeidsproces zonder ongevallen. Om te garanderen dat het apparaat correct functioneert, dienen de volgende aanwijzingen in acht te worden genomen. Houd er rekening dat direct of indirect contact met de Leica CV5030 kan leiden tot een elektrostatische ontlading.
10
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
2. Veiligheid 2.2
Waarschuwingen (vervolg)
Waarschuwingen - transport en installatie • Het apparaat mag uitsluitend rechtop worden getransporteerd (transportbeveiligingen gebruiken!). • Het optillen resp. dragen van het apparaat dient door twee personen te gebeuren! • De Leica CV5030 is alleen bedoeld voor gebruik in gesloten ruimten. • Het apparaat mag uitsluitend met de bijgeleverde netkabel worden aangesloten. Deze netkabel mag niet worden vervangen door een andere kabel. Mocht de bijgeleverde netkabel niet op het stopcontact ter plekke kunnen worden aangesloten, neem dan contact op met de serviceafdeling van Leica. • Het apparaat mag alleen op een geaard stopcontact worden aangesloten. Om de aarding in stand te houden, mag er geen verlengkabel zonder randaarde worden gebruikt. Het apparaat herkent de aanliggende spanning/frequentie automatisch. • De standplaats moet goed geventileerd zijn en er mogen zich geen ontstekingsbronnen bevinden. De chemicaliën die in de Leica CV5030 worden gebruikt, zijn licht ontvlambaar en schadelijk voor de gezondheid. • Het apparaat mag niet worden gebruikt in ruimten waar explosiegevaar bestaat. • Bij extreme temperatuurverschillen tussen opslag- en opstellingsplaats, in combinatie met een hoge luchtvochtigheid, kan zich condenswater vormen. In dat geval dient een wachttijd van ten minste twee uur in acht te worden genomen alvorens het apparaat in te schakelen. Wordt deze wachttijd niet in acht genomen, dan kan dit schade aan het apparaat tot gevolg hebben. • Het apparaat moet vóór inbedrijfstelling zorgvuldig horizontaal worden uitgelijnd (zie hiervoor Hoofdstuk 4.4 - "Apparaat horizontaal uitlijnen").
Waarschuwingen - werken aan het apparaat • Het apparaat mag uitsluitend door geïnstrueerd laboratoriumpersoneel worden bediend. • Het apparaat mag uitsluitend overeenkomstig de gebruiksbepalingen en de instructies in deze gebruiksaanwijzing worden bediend. • In geval van nood de netschakelaar uitschakelen en de netstekker eruit trekken. • Bij het werken met reagentia dient geschikte veiligheidskleding (laboratoriumjas, handschoenen, veiligheidsbril) te worden gedragen. Huidcontact met oplosmiddelen of afdekmedia vermijden. • Let op de juiste dosering van de opgebrachte media (zie hiervoor hoofdstuk 5.10 - Menu A - parameterinstellingen). Overtollig medium kan van het objectglaasje op het werkvlak en op de transportband van het bad lopen en zo de beweging van onderdelen van het apparaat hinderen (zie ook hoofdstuk 7 - Reiniging en onderhoud). • Motorisch bewegende delen mogen tijdens het gebruik niet door het werk of door voorwerpen worden geblokkeerd. Er bestaat gevaar voor letsel door gebroken glas! • De aflegbeweging van de Pick & Place-module (dekglaasje-opname) mag niet met de hand worden uitgevoerd! Aanwijzingen in hoofdstuk 4.7.1 in acht nemen. • Het apparaat mag niet voor langere tijd onbeheerd achter worden gelaten. Met name tijdens een stroomuitval moet ervoor worden gezorgd, dat weefselcoupes niet uitdrogen. • Na het indrukken van de toets STOP moeten alle glazen delen en andere voorwerpen uit het werkgebied van de CV5030 worden verwijderd. Pas daarna mag de toets START worden ingedrukt. Leica CV5030 – Afdekautomaat
11
2. Veiligheid Waarschuwingen - werken aan het apparaat (vervolg) • Het apparaat moet onder een geschikte afzuiginstallatie worden gebruikt. Het is ook mogelijk om de afzuigslang op een externe afzuiginstallatie aan te sluiten. In beide gevallen moet het bijgeleverde actieve-koolstoffilter worden gebruikt. • Omdat oplosmiddelen in het apparaat worden gebruikt, bestaat er brandgevaar als met open vuur (bijv. bunsenbrander) in de nabijheid van het apparaat wordt gewerkt. • Bij het werken mag geen vloeistof met de elektronica in aanraking komen.
Waarschuwingen - omgaan met reagentia • Wees voorzichtig bij het werken met oplosmiddelen en afdekmedia! • Draag bij het werken met de chemicaliën die in dit apparaat worden gebruikt, altijd handschoenen, een laboratoriumjas en een veiligheidsbril. • De gebruikte reagentia kunnen giftig en/of brandbaar zijn. • Gebruikte reagentia afvoeren met inachtneming van de toepasselijke bepalingen van de plaatselijke overheid en de afvalverwerkingsvoorschriften van uw onderneming/laboratorium.
Waarschuwingen - onderhoud en reiniging • Vóór elk onderhoud de laadbak en de objectglaasjeshouders uit het apparaat verwijderen, het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. • Het apparaat mag voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden uitsluitend door geautoriseerde servicetechnici worden geopend. • Bij de omgang met reinigingsmiddelen de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant en de laboratoriumvoorschriften in acht nemen. • Voor het reinigen van de oppervlakken van het apparaat geen schuurmiddelen, aceton-, chloor- of xyleenhoudende oplosmiddelen gebruiken. • Kap en behuizing van het apparaat met een mild en ph-neutraal, in de handel verkrijgbaar, huishoudelijk reinigingsmiddel reinigen. De gelakte oppervlakken kunnen door agressieve reinigings- en oplosmiddelen worden beschadigd! • Bij de reiniging mag geen vloeistof met de elektronica in aanraking komen. Bladen met veiligheidsinformatie over de reagentia kunnen bij de betreffende chemiefabrikant worden aangevraagd. Deze kunnen ook op het volgende adres via internet worden gedownload: http://www.msdsonline.com
12
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
3. Componenten van het apparaat en specificaties 3.1
Totaaloverzicht - onderdelen apparaat Afdekkap
Uitvoerstation voor uitvoermagazijnen
Pick & Place-module (dekglaasjeopname)
Uitvoermagazijnen Onderhoudsklep
Fles voor afdekmedium
Dekglaasjesmagazijn
Dispensergroep
Dispenser parkeerstand (prime position)
Bedienings paneel
Hoofdschakelaar
Laadbak In hoogte verstelbare apparaatvoetjes
Laadklep
Laadbaklade
Afb. 2
Leica CV5030 – Afdekautomaat
13
3.
Componenten van het apparaat en specificaties
3.2
Technische specificaties
Nominale spanning: Nominale frequentie: Goedkeuringen Beveiliging: Nominaal vermogen: Afmetingen (B x H x D):
100 - 240 V AC, ±10 % 50 - 60 Hz CE, CSA C/US Automatische zekering T5 A 100 VA Kap gesloten: 420 x 600 x 550 mm Kap geopend: 420 x 980 x 550 mm Breedte (van linker tot rechter voetje): 370 mm Diepte (van achterste tot voorste voetje): 525 mm Multistainer workstation: Kap geopend: 1620 x 980 x 760 mm Gewicht (zonder verpakking): Ca. 57 kg Gewicht (met verpakking): Ca. 104 kg Werktemperatuurbereik: +15 °C - +35 °C Opslagtemperatuurbereik: –29 °C - +50 °C Transporttemperatuurbereik: –29 °C - +50 °C Relatieve luchtvochtigheid: Maximaal 85 % (zonder condensvorming) Classificatie conform IEC 1010: Beschermklasse 1 Verontreinigingsgraad 2 Overspanningscategorie II Internationale beschermklasse: IP20 Werkhoogte: Tot max. 2000 m boven NAP A-gewogen geluidsniveau: <65 dB(A), gemeten op 1 m afstand Aansluitingen: RS 232C, servicepoort Onderbrekingsvrije voeding (UPS): De onderbrekingsvrije voeding (UPS) dient berekend te zijn op een capaciteit van ten minste 200 VA gedurende een periode van 5 minuten. Warmteafvoer: 100 J/s Afvoerlucht: Slangmateriaal: EVA (ethyleenvinylacetaat) Slanglengte: 3000 mm Slangdiameter: 32 mm Slangomvang: 41 mm Afvoerluchthoeveelheid: 38,5 m3/h Afzuiging: Actieve-koolstoffilter en afzuigslang om op een externe afzuiginstallatie aan te sluiten
14
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
3. Componenten van het apparaat en specificaties 3.2
Technische specificaties (vervolg)
Bedrijfsparameters: Doorgangssnelheid objectglaasjes: Te gebruiken objectglaasjes: Capaciteit dekglaasjesmagazijn: Dekglaasjes: Capaciteit afdekmediumfles: Max. inhoud: Opbrenghoeveelheid afdekmedium: Mediatypen: Objectglaasjeshouders: Uitvoermagazijnen:
3.3
1 objectglaasje in ca. 9 seconden Alle in de handel verkrijgbare objectglaasjes conform ISO-norm 8037-1. Leica adviseert het gebruik van goedgekeurde Surgipath™-objectglaasjes. Afhankelijk van de dikte van de dekglaasjes: 120 stuks (22-24 mm x 60 mm; #1.5) 160 stuks (22-24 mm x 40 mm; #1.0) 22-24 mm x 40 - 60 mm; #1.0 of #1.5 Leica adviseert goedgekeurde Surgipath™ ASC-dekglaasjes of Surgipath™ Premier Cover Glass-dekglaasjes te gebruiken. 250 ml 200 ml Individueel instelbaar Zie hoofdstuk 5.12. Leica-objectglaasjeshouders (20 of 30 objectglaasjes) en andere objectglaasjeshouders (zie hoofdstuk 9 - "Optionele toebehoren") Capaciteit 20 of 30 objectglaasjes (maximaal 60 objectglaasjes)
Standaard leveringsomvang
De basisuitrusting van de Leica CV5030 bestaat uit de volgende onderdelen:
Bestelnummer
1 basisapparaat
14 0478 39700
1 dispensergroep, bestaande uit:
14 0478 39402
1 dispenser 2 dispensernaalden, 21 G
14 0478 40157
2 dispensernaalden, 20 G
14 0478 40158
2 dispensernaalden, 18 G
14 0478 40159
2 dispensernaalden, 16 G
14 0478 40160
Leica CV5030 – Afdekautomaat
15
3.
Componenten van het apparaat en specificaties
3.3
Standaard leveringsomvang (vervolg)
1 set toebehoren, bestaande uit:
14 0478 39734
1 Leica-penseel
14 0183 30751
1 inbussleutel, SW 3.0
14 0222 04138
1 schroevendraaier 5,5 x 150
14 0170 10702
1 set netkabels, bestaande uit: 1 netkabel "UK" ST/BU F-5A
14 0411 27822
1 netkabel "D"
14 0411 13558
1 netkabel "USA-C-J"
14 0411 13559
1 netkabel "BR"
14 0411 47869
1 actieve-koolstoffilter (xyleen)
14 0422 30673
1 dispensernaald-reiniger, compleet
14 0478 40941
2 glazen flessen voor afdekmedium met dop, 250 ml
14 0464 36537
1 verpakking met 5 objectglaasjeshouders 30, plastic
14 0475 33643
1 deksel voor laadbak
14 0478 39584
1 dekglaasjesopvangschaal
14 0478 39585
1 verpakking met 4 uitvoermagazijnen 30
14 0478 39586
1 laadbak voor objectglaasjeshouders, diep
14 0478 39657
1 bakinzetstuk voor Leica-objectglaasjeshouder 30
14 0478 39593
1 verpakking met 2 zuignappen
14 0478 39701
2 dekglaasjesmagazijnen multi-size™ 40-60 x 22 mm
14 0478 39748
2 dekglaasjesmagazijnen multi-size™ 40-60 x 24 mm
14 0478 39749
1 glazen flesje, 12 ml
14 0478 39789
1 afzuigslang, 3 m
14 0478 39820
1 gebruiksaanwijzing voor Leica CV5030
14 0478 80109
1 talen-CD-ROM
14 0478 80200
Vergelijk de levering zorgvuldig met de pakbon en de afleverbon. Als u afwijkingen constateert, dient u onmiddellijk contact op te nemen met uw Leica-dealer.
16
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
4. Eerste inbedrijfstelling 4.1
Voorwaarden voor de standplaats
De standplaats van de afdekautomaat Leica CV5030 moet aan de volgende voorwaarden voldoen: • De standplaats moet goed geventileerd zijn en er mogen zich geen ontstekingsbronnen bevinden. • De in de Leica CV5030 te gebruiken chemicaliën zijn zowel licht ontvlambaar als schadelijk voor de gezondheid. • Het apparaat mag niet worden gebruikt in ruimten waar explosiegevaar bestaat. • Bij extreme temperatuurverschillen tussen opslag- en opstellingsplaats, in combinatie met een hoge luchtvochtigheid, kan zich condenswater vormen. In dat geval dient een wachttijd van ten minste twee uur in acht te worden genomen alvorens het apparaat in te schakelen. • Wordt deze wachttijd niet in acht genomen, dan kan dit schade aan het apparaat tot gevolg hebben. • Een correcte werking van het apparaat is alleen gegarandeerd, wanneer aan de achterkant van het apparaat en aan de rechterkant van het apparaat een afstand van minimaal 10 cm tot wanden en interieurstukken wordt aangehouden. Aan de linkerkant van het apparaat moet een afstand van 25 cm tot wanden en interieurstukken worden aangehouden, om te garanderen dat de onderhoudsklep vrij toegankelijk is. • Het apparaat moet zodanig worden opgesteld dat de netaansluiting aan de achterkant van het apparaat en de stekker te allen tijde bereikbaar zijn. • De opstellingsplaats moet beveiligd zijn tegen elektrostatische ontlading.
• Het apparaat heeft een vrij oppervlak nodig van ca. 420 x 600 mm. • De tafel moet met betrekking tot het gewicht van het apparaat over een toereikend draagvermogen en een toereikende stijfheid beschikken. • Het apparaat is alleen ontworpen voor gebruik binnen. • Er moet een stopcontact in de buurt van het apparaat aanwezig zijn, zodat het met de bijgeleverde netkabel kan worden aangesloten - er mag geen verlengkabel worden gebruikt. • Het apparaat MOET op een geaard stopcontact worden aangesloten. • Alleen de bijgeleverde netkabel die geschikt is voor het plaatselijke elektriciteitsnet mag worden gebruikt. • Het apparaat mag niet onder een airconditioning worden geplaatst. • Trillingen, direct zonlicht en sterke temperatuurschommelingen dienen te worden vermeden. • De in het apparaat gebruikte chemicaliën zijn licht ontvlambaar en schadelijk voor de gezondheid. • Alle apparaataansluitingen staan beschreven in de gebruiksaanwijzing. • We adviseren de afdekautomaat onder een geschikte afzuiginstallatie te gebruiken. Het is ook mogelijk om de afzuigslang (max. lengte van de afzuigslang: 3,00 m) op een externe afzuiginstallatie aan te sluiten. In beide gevallen moet het bijgeleverde actieve-koolstoffilter worden gebruikt. Leica CV5030 – Afdekautomaat
17
4.
Eerste inbedrijfstelling
4.1
Voorwaarden voor de standplaats (vervolg)
• De gebruiker van het apparaat dient maatregelen te nemen tegen ontladingen van statische elektriciteit. • De gebruiker van het apparaat is verplicht ervoor te zorgen dat de plaatselijke werkplekgrenswaarden niet worden overschreden. De gemeten waarden dienen schriftelijk te worden vastgelegd. Verder dient de gebruiker van het apparaat te controleren of de luchtverversing voldoende is en het actieve-koolstoffilter volgens de voorgeschreven intervallen te vervangen. De verantwoordelijkheid voor het aanhouden van de werkplekgrenswaarden en de desbetreffende maatregelen incl. documentatie ligt bij de gebruiker van het apparaat.
4.2
CV5030 uitpakken Bij levering van het apparaat de kantelindicatoren op de verpakking controleren. Als de pijlpunt blauw is, is de zending liggend vervoerd, te sterk gekanteld of tijdens het transport omgevallen. Vermeld dit a.u.b. op de begeleidende papieren en onderzoek de zending op eventuele beschadigingen. Het apparaat mag alleen worden uitgepakt en opgesteld door personeel dat door Leica is geautoriseerd!
Verpakking openen (afb. A)
2
• De 8 schroeven (afb. A, 2) aan de bovenkant van de houten kist eruit draaien en het deksel losmaken.
4 1
• Deksel voorzichtig van de houten kist verwijderen. 7
3
Afb. A
18
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
4. Eerste inbedrijfstelling CV5030 uitpakken (vervolg)
4.2
Toebehoren uit de kist nemen (afb. B) • De 2 schroeven (4) in de zijwand (links en rechts) verwijderen en de transportbeveiliging (5) verwijderen.
7
• Nu kan de doos met de toebehoren (6) uit de kist worden genomen.
6
5
Afb. B
Apparaat uit de kist nemen • De 8 schroeven (afb. A, 3) aan de onderkant van de houten kist eruit draaien en de houten kist voorzichtig van de bodemplaat verwijderen. • Tweemaal 8 schroeven (voor en achter in het apparaat, (8) in afb. C) eruit draaien, de borgklemmen (9) van de bodemplaat losmaken en verwijderen. • De beschermhoes van het apparaat verwijderen. Voor het opstellen van het apparaat, zie hoofdstuk 4.2.1 - CV5030 opstellen.
9
9 8
Afb. C
Leica CV5030 – Afdekautomaat
19
4.
Eerste inbedrijfstelling
4.2.1 CV5030 opstellen
21
Afb. 3
4.3
65
20
• Altijd aan de voorkant en achterkant (met ten minste 2 personen, het apparaat weegt ca. 57 kg) de onderkant van het apparaat vastpakken en het op een stabiele laboratoriumtafel neerzetten. • Controleren of het apparaat op alle vier de voetjes staat. • Plastic beschermkap naar boven toe van het apparaat af trekken en de beide hechtstrips (20) verwijderen. • Schuimstof transportbeveiliging (21) uit het uitvoerstation nemen. • Laadklep (65) openen en de schuimstof afdekking voor de laadbak verwijderen. • Controleren of de bijgeleverde toebehoren volledig en conform bestelling zijn.
Apparaat voorbereiden en instellen
Voor de inbedrijfstelling van het apparaat moeten de volgende, in de navolgende hoofdstukken beschreven werkzaamheden worden uitgevoerd: • • • • •
Transportbeveiligingen verwijderen. Filter plaatsen en afzuigslang aanbrengen. Apparaat horizontaal uitlijnen. Dispensergroep inbouwen. Dispensernaald ten opzichte van objectglaasjes-slider uitlijnen. • Dispensernaald-reiniger monteren. • Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet.
20
• De volgende toebehoren plaatsen: - afdekmediumfles - dekglaasjesopvangschaal - dekglaasjesmagazijn - uitvoermagazijnen - laadbak - dispensernaald-reiniger - glazen flesje voor parkeerstand van dispenser - verbruiksmaterialen vullen
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
4. Eerste inbedrijfstelling 4.3.1 Transportbeveiligingen verwijderen of monteren • De onderhoudsklep (28) aan de linkerkant van het apparaat openen en de schuimstof transportbeveiliging (50) verwijderen.
50
28
Afb. 4
1. De transportbeveiliging (24) van de Pick & Place-module verwijderen. 2. De transportbeveiliging (25) van de grijper verwijderen. Hierbij beweegt de grijper langzaam naar beneden. • De bouten (22) en (23) van de twee rode transportbeveiligingen (24) en (25) met de bijgeleverde inbussleutel SW 3 eruit draaien (zie afb. 5):
24
Transportbeveiliging van grijper (25)
22 23
Transportbeveiliging (24) van Pick & Place-module
23
24
25
25
Afb. 5
• Voor het transporteren van het apparaat de transportbeveiligingen in omgekeerde volgorde weer inbouwen. Het is aan te bevelen de transportbeveiligingen samen met de bouten in het bijgeleverde plastic zakje bij het apparaat te bewaren.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
21
4.
Eerste inbedrijfstelling
4.4
Apparaat horizontaal uitlijnen • Apparaat op het werkoppervlak in de definitieve stand plaatsen. Hierbij controleren of alle vier de apparaatvoetjes op het werkoppervlak staan. 26
27
Detail 2
• De kap openen en een geschikte waterpas (26), zoals getoond in afb. 6, op het werkoppervlak leggen.
• Door de apparaatvoetjes (27) (detail 2 in afb. 6) naar binnen resp. naar buiten te schroeven, kan het apparaat horizontaal worden uitgelijnd.
Afb. 6
4.5 Afzuigsysteem We adviseren de afdekautomaat onder een geschikte afzuiginstallatie te gebruiken. Het is ook mogelijk om de afzuigslang op een externe afzuiginstallatie aan te sluiten. In beide gevallen moet het bijgeleverde actieve-koolstoffilter worden gebruikt. Het verdient aanbeveling om het actieve-koolstoffilter elke drie maanden te vervangen. Wordt alleen het actieve-koolstoffilter gebruikt, houd er dan rekening mee dat het filter slechts in beperkte mate schadelijke dampen (zoals xyleen) kan filteren. De standplaats kan zeer verschillend zijn wat betreft oplosmiddelbelasting, kamerventilatie, kamer-/omgevingstemperatuur, kamergrootte, enz. In geval van twijfel moet de eigenaar/gebruiker van het laboratorium ter plekke metingen laten uitvoeren, om er zeker van te zijn dat de wettelijke grenswaarden voor oplosmiddeldampen niet worden overschreden.
22
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
4. Eerste inbedrijfstelling 4.5 Afzuigsysteem (vervolg) 70
Actieve-koolstoffilter plaatsen
Detail:
• De sleufschroef (34) in de onderhoudsklep (28) aan de linkerkant van het apparaat losdraaien en de onderhoudsklep naar links openen (afb. 7). • De bout (29) van de filterafdekking (30) met een inbussleutel SW 3 losdraaien en de afdekking naar boven klappen. • Op het filteretiket (31) kan de datum van de plaatsing van het filter worden genoteerd. • Het filter (32) plaatsen, de filterafdekking (30) sluiten en met de bout (29) weer bevestigen. • Als laatste de onderhoudsklep sluiten en de sleufschroef weer vastdraaien.
33
30
Afzuigslang aanbrengen (detail in afb. 7) • De afzuigslang (70) tot de aanslag op de pijp (33) schuiven (zie gele pijl in de detailafbeelding), die zich aan de achterkant van de onderhoudsklep (28) bevindt. 32
31
29
Aanwijzing: Detail afb. 7: Montage van de afzuigslang (70). De filterafdekking (30) en het filter (32) zijn niet afgebeeld, om de aansluiting (33) van de afzuigslang te tonen.
34
28 31
Filteretiket
Afb. 7
Leica CV5030 – Afdekautomaat
23
4.
Eerste inbedrijfstelling
4.6
Dispensergroep inbouwen • De dispensergroep (afb. 8) uit de verpakking nemen. • De dispenser (35) in de houder (39) voor de parkeerstand plaatsen (zie afb. 9). • De drukslang (36) van de dop van de afdekmediumfles (40) tot de aanslag in de luchtdrukuitgang (41) steken. • Om de drukslang weer te verwijderen, de witte ring (42) omlaagdrukken en de drukslang eruit trekken.
Dispensergroep 37
36 40 47
35 38
Detail:
Luchtdrukuitgang
42
Afb. 8
37
en 41
34
Bus voor dispenseraansturing
• De kabel (37) naar de dispenserklep in de bus (43) steken en met de kartelschroef (38) vastschroeven (zie detail). • De dop (40) op de afdekmediumfles (afb. 10, 44) draaien en de afdekmediumfles in de houder plaatsen (afb. 10).
35 39
Afb. 9
24
43
Let erop dat de blauwe sluitring zich op de flessenhals bevindt en de O-ring (afb. 8, 47) correct op de dispensergroep (afb. 8, 40) is aangebracht.
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
4. Eerste inbedrijfstelling 4.6
Dispensergroep inbouwen (vervolg)
45 49
48
46 44
Afb. 10
• Tot slot de kabel en de luchtslang in de daarvoor bedoelde houder (45) steken (afb. 10). Dispensernaalden
47
21 G
20 G
18 G
16 G
Afb. 11
Dispensernaald plaatsen (afb. 11) • Het voor het afdekken bedoelde dispensernaald uit de geleverde artikelen (afb. 12) kiezen. • De dispensernaald (46) van onderaf in de dispensernaaldhouder (48) plaatsen en 45° draaien, tot een hoek (47 in afb. 12) boven de bevestigingsplaat (49) zit (afb. 11). Let erop dat de dispensernaald goed vastzit. De dispensernaald mag tijdens het afdekken niet los gaan zitten. Lekkage kan bij het afdekken tot luchtbellen leiden.
Afb. 12
Leica CV5030 – Afdekautomaat
25
4.
Eerste inbedrijfstelling
4.7 Dispensernaald ten opzichte van objectglaasjes-slider uitlijnen 4.7.1 Dispensernaaldhoogte controleren Detail:
55
52
28
51
53
Afb. 13
Dispensernaald uitlijnen: • Het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken. • De onderhoudsklep (28) openen zoals beschreven in hoofdstuk 4.6 (afb. 7). • Eventueel de reeds geplaatste dekglaasjesopvangschaal bij de objectglaasjes-slider verwijderen. • De dispenser met de dispensernaald in de werkstand zetten. • In de buurt van de geopende onderhoudsklep bevindt zich een omlooprol (51), die de objectglaasjes-slider (52) beweegt. Hiermee kan de objectglaasjes-slider naar rechts en links worden bewogen (zie gele pijl, afb. 13, 51). • De dispensernaald in de werkstand (zie afb. 13, 53) kan met de Pick & Place-module voorzichtig met de hand naar voren en naar achteren worden bewogen. Let op! De aflegbeweging van de Pick & Placemodule mag niet met de hand worden uitgevoerd.
46 55
Afb. 14
26
De hoogte van de dispensernaald moet ten opzichte van het objectglaasje correct zijn uitgelijnd, zodat er geen luchtbellen tijdens het opbrengen van het afdekmedium ontstaan. De hoogte van de dispensernaald mag niet te laag zijn ingesteld, om beschadiging van het preparaat op het objectglaasje te voorkomen.
• Nu het hoogste punt van de objectglaasjesslider (zie afb. 14, 55) en de punt van de dispensernaald zodanig uitlijnen, dat deze zich raken. Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
4. Eerste inbedrijfstelling 4.7.2. Hoogte van de dispensernaald instellen Na het plaatsen van de dispensernaald moet de naaldhoogte worden gecorrigeerd.
35
39
Afb. 15
56 57
Naaldhoogte instellen: • De dispenser (35) vanuit de werkstand (zie afb. 16, 57) in de parkeerstand (zie afb. 15, 39) terugzetten. • De bout (afb. 16, 54) bepaalt de afstand tussen de dispensernaald en het objectglaasje. • Door de bout met een inbussleutel SW 3 (56) (standaard bijgeleverd) te verdraaien, kan de hoogte van de dispensernaald worden veranderd: - door rechtsom te draaien wordt de afstand kleiner - door linksom te draaien wordt de afstand groter • De bout rechtsom draaien tot de dispensernaald zich op het hoogste punt van de objectglaasjes-slider (zie afb. 14, 55) bevindt (afstand = 0 mm). Dit kan worden gecontroleerd door de dispenser in de werkstand te zetten.
54
Afb. 16
Leica CV5030 – Afdekautomaat
27
4
Eerste inbedrijfstelling
4.7.2 Hoogte van de dispensernaald instellen (vervolg) • Is de afstand 0 mm correct ingesteld, dan wordt de dispenser teruggezet in de parkeerstand. • Met de inbussleutel SW 3 de bout driekwart omwenteling linksom draaien. • Hierdoor wordt de optimale afstand van 0,75 - 0,8 mm bereikt. • De ingestelde dispensernaaldhoogte kan nu visueel van voren nogmaals worden gecontroleerd (zie afb. 14). • Tot slot de onderhoudsklep sluiten en vastschroeven en de stekker weer in het stopcontact steken.
28
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
4. Eerste inbedrijfstelling 4.8
Dispensernaald-reiniger (nozzle cleaner)
De dispensernaald-reiniger dient ervoor om de dispensernaald na elk verwerkt objectglaasje te ontdoen van overtollig afdekmedium. 1
3
7
5
9 8
4 10
Onderdelen De afzonderlijke onderdelen uit de verpakking nemen en controleren of alles compleet is. Dit moet aanwezig zijn: • • • • • •
container (1) met deksel (10), borstel (2) (2 stuks) houder (3) met inbusbout (7) en onderlegring (8) hoeksteun (4) met 2 inbusbouten (9) plastic pipet (5) inbussleutel SW 3 (6)
6
2
Afb. 17
Montage De dispensernaald-reiniger bestaat uit een container (voor de reinigingsvloeistof) waar een borstel in wordt geplaatst. De borstel wordt via een strook vilt (19) met oplosmiddel bevochtigd. 2
16
10
19 15
①
➁
③ Afb. 18
• Borstel (2) zodanig in de container plaatsen, dat de geleidingen aan de zijkant (15) (2 rechts en 2 links) in de daarvoor bestemde uitsparingen (16) passen. Leica CV5030 – Afdekautomaat
• Nu het deksel (10) plaatsen en omlaagdrukken tot dit vastklikt.
29
4.
Eerste inbedrijfstelling
4.8
Dispensernaald-reiniger (nozzle cleaner) (vervolg) Montage 12 9
11
4
Om de houder voor de dispensernaald-reiniger te monteren, moeten eerst de transportbeveiligingen van de Pick & Placemodule worden verwijderd (zie hoofdstuk 4.3.1, afb. 5). Voor het monteren worden schroefgaten (11) van de ➁ de transportbeveiliging gebruikt Afb. 19 (zie afb. 19/1).
① 7, 8
• Eerst de hoeksteun (4) met de twee bouten (9) in de boorgaten (11) in de behuizingswand (12) bevestigen (afb. 19/2). Let erop dat de hoeksteun gelijkligt met de rand van de behuizingswand (ellipsvormige cirkel, afb. 19/2). • Vervolgens de houder (3) met de bout (7) en de onderlegring (8) aan de hoeksteun bevestigen.
3
① 17
6
• De gereed gemonteerde dispensernaald-reiniger (1) zoals getoond in afb. 20/2 in de houder plaatsen. Hierbij omlaagdrukken om er zeker van te zijn dat de twee bevestigingsbeugels aan de zijkant (17) hoorbaar in de groeven van de houder vastklikken.
1
➁ Afb. 20
30
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
4. Eerste inbedrijfstelling 4.8
Dispensernaald-reiniger (nozzle cleaner) (vervolg)
Uitlijning ten opzichte van dispensernaald • Na het plaatsen van de dispensernaaldreiniger moet een uitlijning ten opzichte van de dispensernaald (13) plaatsvinden. • Hiervoor de bout (7) met de inbussleutel SW 3 (6) losdraaien (afb. 20/1) en de dispensernaaldreiniger door de houder (3) opzij te schuiven zodanig uitlijnen dat de dispensernaald (13) zich correct in het midden van de reinigingsopening beweegt (afb. 21).
13
7 3
Afb. 21
Vaststellen of alles vrij kan bewegen
• Tot slot controleren dat de grijper (14) bij zijn beweging en/of het getransporteerde objectglaasje (18) niet botst met de dispensernaaldreiniger (afb. 22). • Als de rand van het objectglaasje het deksel van de borstelhouder raakt, kan na losdraaien van de bouten (9) op de behuizingswand (afb. 19/2) een fijnafstelling worden uitgevoerd. Hierbij gebruik maken van de speling die in de boorgaten aanwezig is.
14 18
Afb. 22
Leica CV5030 – Afdekautomaat
De container met 5 ml oplosmiddel vullen. Hiervoor de bijgeleverde plastic pipet (afb. 17, 5) gebruiken. Het vloeistofpeil van de container moet regelmatig worden gecontroleerd. Het gebruikte oplosmiddel moet compatibel zijn met het afdekmedium.
31
4.
Eerste inbedrijfstelling
4.9
Apparaat aansluiten op het elektriciteitsnet
De elektrische aansluiting bevindt zich links aan de achterkant van het apparaat (afb. 23).
Het apparaat is ontworpen voor: 100 tot 240 V wisselspanning bij 50/60 Hz.
Het apparaat MOET worden aangesloten op een geaard stopcontact. Alleen de kabel die bedoeld is voor het plaatselijke elektriciteitsnet (stopcontact) mag worden gebruikt.
Apparaat aansluiten • Controleren of de afdekautomaat uitgeschakeld is: De hoofdschakelaar (84) aan de voorkant moet in de stand "0"= UIT staan.
59
84
58
Afb. 23
• De juiste netkabel op de bus (58) voor de voeding aansluiten. • De seriële poort (59) is bedoeld om het apparaat te verbinden met de Leica ST5020 (multistainer), als beide apparaten samen als workstation worden gebruikt (zie hoofdstuk 6).
4.10 Toebehoren plaatsen Dekglaasjesopvangschaal 60
De dekglaasjesopvangschaal (60) dient voor het opvangen van gebroken dekglaasjes door de Pick & Place-module. • Dekglaasjesopvangschaal zoals getoond in afb. 24 naar rechts in de objectglaasjes-slider (52) vasthaken. Let erop dat de opvangschaal altijd goed vastzit.
52
Afb. 24
32
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
4. Eerste inbedrijfstelling 4.10 Toebehoren plaatsen (vervolg)
62
61
Afb. 25
63
64
Afb. 26
67 68 65
66
Dekglaasjesmagazijn • Een dekglaasjesmagazijn (62) voor het gewenste type dekglaasje (breedte 22 of 24 mm) kiezen en het magazijn vullen. • Tegen de kant van het dekglaasjesmagazijn stoten die na het plaatsen naar de voorkant van het apparaat is gekeerd (hierdoor komen alle dekglaasjes goed te liggen). Vervolgens het dekglaasjesmagazijn met deze kant in de magazijnhouder plaatsen en het magazijn tegen de bladveer (61) drukken (afb. 25). Uitvoermagazijn • Het uitvoerstation (64) met het gewenste aantal uitvoermagazijnen (63) vullen (afb. 26). Er passen maximaal twee uitvoermagazijnen 30 of drie uitvoermagazijnen 20 in het uitvoerstation. • Om te kunnen werken, moet ten minste één uitvoermagazijn in het uitvoerstation zijn geplaatst. Laadbak • De laadklep (65) openen en de laadbaklade (66) naar buiten trekken. • De laadbak (68) samen met het bijgeleverde bakinzetstuk (afb. 27, 67) in de lade plaatsen. • Standaard bijgeleverd is het bakinzetstuk voor de Leica-objectglaasjeshouder 30. Als andere objectglaasjeshouders worden gebruikt (Leica-objectglaasjeshouder 20 metaal, Leicaobjectglaasjeshouder 20 type Sakura plastic of objectglaasjeshouders van andere fabrikanten (zie hoofdstuk Optionele toebehoren), moet het hierbij behorende inzetstuk worden gebruikt.
Afb. 27
Leica CV5030 – Afdekautomaat
33
4.
Eerste inbedrijfstelling
4.11 Verbruiksmateriaal vullen
40
44
62
69
Afb. 28
• De laadbak (afb. 27, 68) vullen met een oplosmiddel dat compatibel is met het afdekmedium. Het vloeistofpeil moet tegen het tekstveld van de objectglaasjes staan. • Het glazen flesje (69) in de parkeerstand vullen met een oplosmiddel dat compatibel is met het afdekmedium (ca. 10 ml). De dispensernaald moet altijd in het oplosmiddel ondergedompeld zijn. • Standaard zijn twee verschillende dekglaasjesmagazijnen bijgeleverd met verschillende breedte (22/24 mm). Het magazijn dat past bij de breedte van het gebruikte dekglaasje (mogelijke lengte van het dekglaasje 40 - 60 mm) vullen en plaatsen (zie hoofdstuk 9 "Optionele toebehoren").
34
Om gassen die bij het vullen van de afdekmediumfles (44) zijn ontstaan, te kunnen laten ontsnappen, moet men de afdekmediumfles 6 - 12 uur laten staan (deze tijd is afhankelijk van het type afdekmedium).
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
4. Eerste inbedrijfstelling 4.11 Verbruiksmateriaal vullen (vervolg) • Na het vullen van de afdekmediumfles de flessenhals en de schroefdraad controleren op resten van afdekmedium en zo nodig reinigen. • Voor een optimale afdekkwaliteit de gevulde afdekmediumfles 6 - 12 uur met aangebrachte, maar niet vastgedraaide blauwe dop onder een afzuiginstallatie laten staan. Daarna pas de fles in het apparaat plaatsen. • De rode dop van de dispensergroep stevig op de afdekmediumfles draaien. Hierbij controleren of de zwarte O-ring goed op de dispensergroep zit en de blauwe sluitring goed op de afdekmediumfles. Uitsluitend de door Leica aangeboden glazen flessen (zie Optionele toebehoren en Standaard leveringsomvang) mogen worden gebruikt. Andere glazen of plastic flessen zijn niet geschikt en mogen niet worden gebruikt.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
35
5 Bediening 5.1
Functies van het bedieningspaneel
Het bedieningspaneel Afb. 29 toont het bedieningspaneel. De tekst op het display dient slechts als voorbeeld.
Afb. 29
Het bedieningspaneel bestaat uit een folietoetsenbord met tien druktoetsen, vier LED-lampjes en een display bestaande uit een tweeregelig LCD-scherm. • Het bedieningspaneel dient voor de besturing van de functies van het apparaat en voor de weergave van de softwarestatus. • Het bedieningspaneel geeft de huidige toestand van de afdekautomaat en de lopende processen aan. • Met de druktoetsen kunnen verschillende parameters (settings) voor het afdekproces worden geprogrammeerd. • Op het display worden waarschuwingen en foutmeldingen weergegeven. • Een druktoets kan verschillende functies hebben. De verschillende functies staan nader toegelicht in hoofdstuk 5.2 en hoofdstuk 5.8. De in dit hoofdstuk beschreven functies, meldingen, instellingen, enz. hebben betrekking op firmware-versie 3.01.04 en hoger.
36
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.2
Toetsfuncties voor de bediening van het apparaat Met de toets START wordt het afdekproces gestart. Dit kan alleen vanuit de stand READY of PAUSE.
LED
De LED "READY" brandt groen in de stand READY en rood in de stand PAUSE. Als de toets PAUSE wordt ingedrukt, wordt het afdekproces onderbroken (de LED "BUSY" brandt). Het objectglaasje dat op dat moment wordt verwerkt, wordt eerst helemaal afgemaakt voordat het apparaat naar de stand PAUSE gaat.
LED
Daarna brandt de LED "READY" rood. Op het display wordt "PAUSED" weergegeven. Voor het voortzetten van het afdekproces moet de toets START worden ingedrukt.
LED
LED
Met de toets STOP wordt het afdekproces onmiddellijk onderbroken. De LED "ERROR" brandt rood, op het display wordt "STOPPED" weergegeven en er klinkt een geluidssignaal. Om verder te kunnen werken, moet de toets START worden ingedrukt. Het apparaat wordt dan opnieuw geïnitialiseerd. Zie hoofdstuk 5.3 onder "Check Bath", "Prime" en hoofdstuk 5.6 "Afdekproces onderbreken". Als op de toets LIFT wordt gedrukt, gaat het uitvoermagazijn naar de uitneempositie. Deze functie is geblokkeerd wanneer de LED "BUSY" brandt. Als het uitvoermagazijn zich in de uitneempositie bevindt, moeten alle objectglaasjes uit het magazijn worden verwijderd, voordat het afdekproces opnieuw kan worden gestart. Wordt deze regel niet in acht genomen, dan kunnen objectglaasjes beschadigd raken.
Met de toets RESPOND wordt het geluidssignaal bevestigd.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
37
5. Bediening 5.2
Toetsfuncties voor de bediening van het apparaat (vervolg) RELEASE COVER SLIP Als de toets RELEASE COVER SLIP wordt ingedrukt, worden de zuignappen van de Pick & Place-module belucht. Het dekglaasje wordt vrijgegeven. Deze functie is geblokkeerd wanneer de LED BUSY groen brandt. RELEASE SLIDE Zolang de toets RELEASE SLIDE wordt ingedrukt, wordt de grijper geopend. Deze functie is geblokkeerd wanneer de LED BUSY groen brandt.
PRIME Zolang de toets PRIME wordt ingedrukt, wordt de dispenserklep geopend. Deze functie is geblokkeerd wanneer de LED BUSY groen brandt.
VENT MOUNTANT Als de toets VENT MOUNTANT wordt ingedrukt, wordt er onderdruk opgebouwd in de afdekmediumfles. Dit helpt bij het ontgassen van het afdekmedium. Deze functie is geblokkeerd wanneer de LED BUSY groen brandt. EXIT Met deze toets wordt het configuratiemenu verlaten.
38
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.3
Apparaat in- of uitschakelen
ð
De hoofdschakelaar aan de voorkant van het apparaat in de stand AAN = I of UIT = 0 zetten. Als het apparaat wordt ingeschakeld, klinkt er een akoestisch signaal. Na het inschakelen wordt het apparaat geïnitialiseerd. Op het display wordt de geïnstalleerde softwareversie weergegeven. De LED "READY" brandt rood.
LED Na de initialisatie wordt "CHECK BATH" weergegeven. Dit is het teken voor de gebruiker om de laadbak te plaatsen. Hiervoor de laadklep openen en de laadbaklade naar buiten trekken. Mocht dat nog niet gebeurd zijn, dan nu de afdekking van de laadbak verwijderen. Het cijfer op het display geeft het gekozen afdekprogramma aan (zie hoofdstuk 5.9)
Als de laadbaklade naar buiten is getrokken, verschijnt "BATH NOT READY" op het display. Attentie! VÓÓR het uitschakelen van het apparaat de laadbak verwijderen, afdekken en onder een afzuiginstallatie neerzetten. De laadbak pas NA het inschakelen van het apparaat en de initialisatie weer plaatsen, om te voorkomen dat instellingen veranderen en de grijper beschadigd raakt.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
39
5. Bediening 5.3
Apparaat in- of uitschakelen (vervolg) Er kan nu een gevulde objectglaasjeshouder in de laadbak worden geplaatst. Vervolgens de laadbaklade terugschuiven en de laadklep sluiten. De melding "PRIME POSITION" verschijnt. De dispenser uit de parkeerstand zetten; de melding "PRIME TO ACT." wordt weergegeven. Attentie! Bij het verwijderen of plaatsen van de dispenser moet altijd voorzichtig te werk worden gegaan. Als de dispenser valt, kan dat leiden tot letsel voor de gebruiker en schade aan de dispensergroep of het apparaat.
De toets PRIME eenmaal indrukken. De melding "ACTIVATING" verschijnt. Het apparaat bouwt druk op in de afdekmediumfles tot er geen pompgeluiden meer te horen zijn en de melding "PRIME" wordt weergegeven. Nogmaals de toets PRIME indrukken. De toets ingedrukt houden tot er afdekmedium luchtbelvrij uit de dispenser komt. Het afdekmedium niet opvangen met het glazen flesje, maar hiervoor een ander opvangmiddel gebruiken (bijv. het bovenste deel van de verpakking van de dekglaasjes). Als er voldoende afdekmedium uit de dispenser is gekomen, verschijnt de melding "DISP. POSITION". De dispenser in de werkstand zetten. De melding verdwijnt en het apparaat is gereed voor gebruik. Op het display wordt "READY" weergegeven. Zodra de kleur van de LED "READY" van rood in groen is veranderd, kan de toets "START" worden ingedrukt om het afdekproces te starten.
40
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.4
Korte controle vóór de start van het afdekproces • De laadbaklade (68) met de laadbak weer in het apparaat schuiven. Daarna de laadklep (65) sluiten. • Ook het volgende moet vóór de start van het afdekproces gecontroleerd en zo nodig gecorrigeerd worden: - vulling van de dispensernaald-reiniger - afdekmediumpeil in de afdekmediumfles - vulling en plaatsing van het dekglaasjesmagazijn - aanwezig zijn van uitvoermagazijnen - keuze van gewenste parameterset (zie hoofdstuk 5.9)
74
65 68 Afb. 30
De volgende punten moeten vóór de start van het afdekproces nogmaals worden gecontroleerd: • Vóór de start van het afdekproces moet het vloeistofpeil in de laadbak worden gecontroleerd. De laadbak vullen met het betreffende oplosmiddel. Het vloeistofpeil moet bij geplaatste objectglaasjeshouder (74) tegen het tekstveld van de objectglaasjes staan. • Bij het plaatsen van de gevulde objectglaasjeshouder moet erop worden gelet, dat de af te dekken objectglaasjes met de preparaatzijde naar de gebruiker zijn gekeerd (voorkant van apparaat).
Leica CV5030 – Afdekautomaat
41
5. Bediening 5.5 Afdekproces Na de initialisatie, de prime-cyclus en de voorbereidende handelingen (zie hoofdstuk 5.3) kan het afdekproces met de toets START (LED "READY" brandt groen) worden gestart. • De laadbak wordt naar de voor het afdekproces benodigde positie getransporteerd en het uitvoermagazijn wordt gepositioneerd. • De objectglaasjes worden achtereenvolgens afgewerkt: ze worden na elkaar afgedekt en in opeenvolgende posities van het uitvoermagazijn geschoven (van boven naar beneden). • Na het verwerken van het laatste objectglaasje verschijnt de melding "FINISHED" en klinkt er een geluidssignaal. De LED "READY" brandt rood. • De melding "FINISHED" moet met de toets RESPOND worden bevestigd. Daarna brandt de LED "READY" groen en wordt de melding "READY" op het display weergegeven. • Het uitvoermagazijn blijft in de positie staan van het laatst ingeschoven objectglaasje. • Om het uitvoermagazijn te verwijderen, de toets LIFT indrukken. Het uitvoermagazijn gaat dan naar de uitneempositie. • De uitvoermagazijnen moeten handmatig verwijderd en leeggemaakt worden. • Daarna de lege uitvoermagazijnen in het uitvoerstation plaatsen. • De lege objectglaasjeshouder uit de laadbak verwijderen (niet nodig als het apparaat als workstation wordt gebruikt) en een volle objectglaasjeshouder plaatsen. • De toets START indrukken om verder te gaan met afdekken. • De dispenser aan het einde van de werkdag of bij langere werkpauzes in de parkeerstand zetten, om indrogen van de dispensernaald te voorkomen. Als de toets RESPOND niet onmiddellijk wordt ingedrukt, stopt het geluidssignaal automatisch na ca. 15 seconden. De LED "READY" brandt rood. De toets RESPOND moet worden ingedrukt om de LED "READY" groen te laten branden en met het apparaat verder te kunnen werken.
42
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.5 Afdekproces (vervolg) • Als alle of afzonderlijke objectglaasjes moeten worden verwijderd, de uitvoermagazijnen met de toets LIFT in de uitneempositie brengen. Uitnemen is niet altijd na elke objectglaasjeshouder noodzakelijk als voor de volgende afdekcyclus voldoende restcapaciteit in het uitvoermagazijn aanwezig is (max. capaciteit = 60 objectglaasjes). Als het uitvoermagazijn helemaal vol is, maar er NOG AF TE DEKKEN OBJECTGLAASJES in de laadbak zitten, wordt dit door de melding "PAUSED" en "CHECK LIFT" aangegeven. Tevens klinkt er een geluidssignaal. De melding "CHECK LIFT" geeft aan dat het volle uitvoermagazijn moet worden verwijderd. Lege uitvoermagazijnen plaatsen en dan pas het geluidssignaal met de toets RESPOND bevestigen. De melding "CHECK LIFT" verdwijnt en het geluidssignaal stopt. De lege uitvoermagazijnen worden naar de voor het hervatten van het afdekproces noodzakelijke positie verplaatst. De melding "PAUSE" blijft op het display staan. Door op de toets START te drukken kan het afdekproces worden voortgezet.
Algemene aanwijzing: Volle uitvoermagazijnen worden automatisch naar de uitneempositie verplaatst, tenzij: a) slechts één uitvoermagazijn 20 of 30 is geplaatst, b) slechts twee uitvoermagazijnen 20 zijn geplaatst, of c) de uitvoermagazijnen na afloop van het afdekproces slechts gedeeltelijk vol zijn. In deze gevallen moet de toets LIFT worden ingedrukt.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
43
5. Bediening 5.6
Afdekproces onderbreken Om het afdekproces te onderbreken, de toets PAUSE indrukken.
ò
• Het objectglaasje dat op dat moment wordt verwerkt, wordt volledig afgedekt en in het uitvoermagazijn geschoven terwijl de melding "PAUSING" wordt weergegeven. • Als deze stap ten einde is, wordt de melding "PAUSED" op het display weergegeven. Tegelijkertijd klinkt een geluidssignaal. • Het geluidssignaal met de toets RESPOND bevestigen.
Het afdekproces met de toets PAUSE onderbreken wanneer het apparaat maar voor korte tijd moet worden stopgezet (bijv. voor het bijvullen van het dekglaasjesmagazijn) en er geen nieuwe initialisatie- en prime-cyclus hoeft te worden doorlopen. Als een gedeeltelijk gevuld uitvoermagazijn moet worden verwijderd, de toets LIFT indrukken en te werk gaan zoals beschreven onder hoofdstuk 5.5. In de stand PAUSE kunnen door het langdurig indrukken van de toets RESPOND (> 2 seconden) de afdekparameters worden gewijzigd of kan een andere parameterset (SET 1 t/m 4) worden gekozen (zie hoofdstuk 5.8).
• Met de toets START kan het afdekproces worden voortgezet.
44
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.6
Afdekproces onderbreken (vervolg)
Onderbreking in geval van nood met STOP
ò
• In geval van nood of als het afdekproces snel moet worden onderbroken, de toets STOP indrukken. Daarna wordt het afdekproces meteen onderbroken. • De melding "STOPPED" wordt weergegeven en er klinkt een geluidssignaal. • Het geluidssignaal met de toets RESPOND bevestigen. Na het indrukken van de toets STOP moeten alle glazen delen en andere voorwerpen uit het werkgebied van de CV5030 worden verwijderd. Pas daarna mag de toets START worden ingedrukt.
• Met de toetsen RELEASE COVER SLIP en RELEASE SLIDE kunnen een opgenomen dekglaasje en een gegrepen objectglaasje weer worden vrijgegeven. Bij het verwijderen van het gegrepen objectglaasje voorzichtig te werk gaan. In geen geval de grijper met de hand openen. Alle glazen delen, glasscherven (bijv. van dekglaasjes) en andere voorwerpen uit het werkgebied van het apparaat verwijderen.
• Pas daarna mag de toets START worden ingedrukt. Het apparaat wordt geïnitialiseerd. • Verder te werk gaan zoals beschreven in hoofdstuk 5.3. De uitvoermagazijnen worden na het indrukken van de toets START automatisch naar de uitneempositie verplaatst. Alle resterende objectglaasjes in de uitvoermagazijnen MOETEN worden verwijderd.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
45
5. Bediening 5.6
Afdekproces onderbreken (vervolg)
Dekglaasjesmagazijn leeg Als de ingestelde dekglaasjeslimiet wordt onderschreden, verschijnt de melding "COVERSLIPS LOW" op het display. Het apparaat werkt verder tot er geen dekglaasjes meer in het dekglaasjesmagazijn zijn. Dan verschijnen de meldingen "PAUSED" en "CS EMPTY" op het display en klinkt er een geluidssignaal. • Het geluidssignaal met de toets RESPOND bevestigen. • Het dekglaasjesmagazijn vullen en daarna het afdekproces met de toets START voortzetten. Dekglaasjes beschadigd • De dekglaasjessensor tussen de zuignappen van de Pick & Place-module herkent automatisch beschadigde dekglaasjes. De beschadigde dekglaasjes worden in de dekglaasjesopvangschaal gedeponeerd.
• Is het volgende dekglaasje onbeschadigd, dan wordt het afdekproces automatisch hervat. • Als na elkaar drie beschadigde dekglaasjes herkend en in de opvangschaal gedeponeerd worden, wordt het afdekproces onderbroken. De meldingen "PAUSED" en "COVERSLIP BROKEN" worden weergegeven en er klinkt een geluidssignaal. • Het geluidssignaal met de toets RESPOND bevestigen. • De dekglaasjes in het dekglaasjesmagazijn op beschadiging controleren en zo nodig het magazijn met nieuwe dekglaasjes vullen. • Daarna door het indrukken van de toets START het afdekproces voortzetten.
46
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.6
Afdekproces onderbreken (vervolg)
Uitvoermagazijn vol Als het uitvoermagazijn vol is, wordt het afdekproces onderbroken. Het apparaat bevindt zich in de stand PAUSE. • De LED READY brandt rood en de LED PAUSE groen. Op het display wordt "PAUSED CHECK LIFT" weergegeven. Er klinkt een geluidssignaal om aan te geven dat het uitvoermagazijn niet aanwezig is of leeg moet worden gemaakt. • Het geluidssignaal met de toets RESPOND bevestigen. • Op het display wordt PAUSED weergegeven. • De volle uitvoermagazijnen verwijderen en lege magazijnen plaatsen. • De toets START indrukken om het afdekproces voort te zetten.
Objectglaasje kan niet worden gegrepen Als de grijper na drie pogingen een objectglaasje niet kan pakken, gaat het apparaat automatisch naar de stand PAUSE. • De LED READY brandt rood, de LED PAUSE groen. Op het display wordt "PAUSED CHECK SLIDES" weergegeven en er klinkt een geluidssignaal, dat aangeeft dat niet verder kan worden afgedekt. • Het geluidssignaal met RESPOND bevestigen en stoppen. • De laadklep openen en in de objectglaasjeshouder controleren: - of de afzonderlijke objectglaasjes correct zijn geplaatst; - of de afstanden tussen de afzonderlijke objectglaasjes correct zijn; - of het objectglaasje beschadigd is. • Het niet gegrepen objectglaasje eventueel één positie in de objectglaasjeshouder naar voren plaatsen, of verwijderen en met de hand afdekken. • Als alles in orde is, kan net als in de normale PAUSE-stand na het indrukken van de toets START weer verder worden gewerkt. Objectglaasjes die niet voldoen aan ISO 8037/1 worden door het apparaat niet herkend en moeten met de hand worden afgedekt. Leica CV5030 – Afdekautomaat
47
5. Bediening 5.6
Afdekproces onderbreken (vervolg)
Druk of vacuüm kan niet worden bereikt Als in het dispensersysteem de voorgeschreven druk of het vacuüm na een bepaalde tijd niet kan worden bereikt, gaat het apparaat automatisch naar de stand PAUSE. • De LED READY brandt rood, de LED PAUSE groen. Op het display wordt, afhankelijk van de opgetreden fout, "PAUSED BOTTLE VACUUM" of "PAUSED BOTTLE PRESSURE" weergegeven en er klinkt een geluidssignaal, dat aangeeft dat niet verder kan worden afgedekt. • Het geluidssignaal met RESPOND bevestigen en stoppen. • Het gehele dispensersysteem op lekkage controleren. Controleren of - in het deksel van de dispensergroep de O-ring is aangebracht en of deze intact is; - de aansluitingen van de luchtdrukslang dicht zijn; - er hard geworden resten afdekmedium op de dispensernaald zitten. • Mocht de dispenser zich nog in de werkstand bevinden, dan verschijnt de melding "PRIME POSITION" op het display. De dispenser in de parkeerstand zetten en verder gaan zoals beschreven in hoofdstuk 5.3.
48
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.6
Afdekproces onderbreken (vervolg)
Dekglaasje verloren Als de Pick & Place-module een dekglaasje verliest, of als een dekglaasje op de weg naar het af te dekken objectglaasje breekt, gaat het apparaat automatisch naar de stand PAUSE. In de stand PAUSE kan de Pick & Placemodule vrij naar voren naar de gebruiker worden verplaatst, om toegang tot het objectglaasje te krijgen. • De LED READY brandt rood, de LED PAUSE groen. Op het display wordt "PAUSED CS DROPPED" weergegeven en er klinkt een geluidssignaal, dat aangeeft dat niet verder kan worden afgedekt. • Het geluidssignaal met RESPOND bevestigen. • Het dekglaasjesmagazijn voorzichtig verwijderen. De dispenser in de parkeerstand zetten om beschadigingen aan het preparaat en/of de dispensernaald te voorkomen.
• De Pick & Place-module voorzichtig naar voren trekken (zie markering in afb. 31) en het af te dekken objectglaasje uit de objectglaasjes-slider nemen. • Het verloren gegane dekglaasje voorzichtig uit het apparaat verwijderen. Het verwijderde objectglaasje met de hand afdekken of, als het afdekmedium al licht gedroogd is, het objectglaasje in een compatibel oplosmiddel leggen, het afdekmedium verwijderen en het objectglaasje voor het afdekken weer in het apparaat leggen.
Afb. 31
• De zuignappen van de Pick & Place-module op kleefresten controleren en zo nodig met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek reinigen of vervangen door nieuwe zuignappen (zie hoofdstuk 7.5.9). • Het dekglaasjesmagazijn weer plaatsen. • De dispenser weer in de werkstand zetten. • Op de toets START drukken om het afdekproces voort te zetten.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
49
5. Bediening 5.7
Displaymeldingen en aanwijzingen Op het display van de Leica CV5030 worden status- en foutmeldingen weergegeven. Deze geven uitsluitsel over de actuele toestand van het apparaat. Statusmeldingen worden altijd op de onderste regel van het display weergegeven. Op de bovenste regel wordt de bedrijfsstatus van het apparaat weergegeven. In de volgende tabel staan alle statusmeldingen. Bovendien zijn er aanwijzingen voor de gebruiker, welke actie hij/zij moet ondernemen. Alle foutmeldingen die op het display kunnen worden weergegeven, staan vermeld in hoofdstuk 8.1.
Displaymelding
Toelichting
Actie
Verschijnt na het inschakelen van het apparaat. Geeft aan dat het apparaat wordt geïnitialiseerd.
Geen toets indrukken, wachten tot het apparaat volledig geïnitialiseerd is en de volgende melding wordt weergegeven.
Verzoek aan de gebruiker om de Laadklep openen en de laadbaklaadbak te controleren. lade met de laadbak naar buiten trekken. Vervolgens controleren of er nog een deksel op de laadbak zit en of zich een leeg rek in de laadbak bevindt (zo nodig beide verwijderen). De laadbaklade is naar buiten Laadbaklade naar binnen schuigetrokken. ven en de laadklep sluiten. Verzoek aan de gebruiker om de Dispenser in de parkeerstand dispenser in de parkeerstand te zetten. zetten. Verzoek aan de gebruiker om de Toets PRIME indrukken. toets PRIME in te drukken. Er wordt druk opgebouwd in de Wachten tot de voorgeschreven afdekmediumfles. druk in de afdekmediumfles is bereikt en er geen pompgeluiden meer te horen zijn.
50
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.7
Displaymeldingen en aanwijzingen (vervolg) Displaymelding
Toelichting
Actie
Verzoek aan de gebruiker om de toets PRIME nogmaals in te drukken, om de dispenser te vullen met afdekmedium.
De toets PRIME ingedrukt houden tot er afdekmedium luchtbelvrij uit de dispenser komt. Controleren of er nog luchtbellen in de afdekmediumslang van de dispensergroep zitten. Als er nog luchtbellen zijn, de toets PRIME ingedrukt houden tot deze weg zijn.
Verzoek aan de gebruiker om Dispenser in de houder van de de dispenser in de werkstand te werkstand plaatsen. zetten. Het apparaat is gereed voor Door de toets START in te drukgebruik. ken kan het afdekproces worden gestart. De toets PAUSE is ingedrukt. Een Wachten tot het apparaat zich in reeds gestart afdekproces van de pauzestand bevindt. een objectglaasje wordt afgemaakt. Het apparaat bevindt zich in de Geluidssignaal met de toets RESpauzestand. Er klinkt een geluids- POND bevestigen. Door de toets signaal. START in te drukken kan het afdekproces worden voortgezet.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
Het apparaat bevindt zich in de pauzestand. Geen uitvoermagazijn aanwezig of alle uitvoermagazijnen zijn vol.
Uitneempositie controleren. Uitvoermagazijnen leegmaken resp. nieuwe magazijnen plaatsen. De toets START indrukken om verder te gaan.
De dekglaasjeslimiet is onderschreden. Het apparaat werkt verder tot de toets PAUSE wordt ingedrukt of tot alle dekglaasjes op zijn.
Met de toets PAUSE het afdekproces onderbreken en het dekglaasjesmagazijn vullen. De toets START indrukken om verder te gaan.
51
5. Bediening 5.7
Displaymeldingen en aanwijzingen (vervolg) Displaymelding
Toelichting
Actie
Het apparaat bevindt zich in de pauzemodus. Het afdekproces is vanwege een leeg dekglaasjesmagazijn afgebroken.
Dekglaasjesmagazijn vullen. Door de toets START in te drukken kan weer verder worden gewerkt.
Het apparaat bevindt zich in de pauzestand. In de laadbaklade bevindt zich geen laadbak.
Laadbak in de laadbaklade plaatsen. De toets RESPOND ter bevestiging indrukken. Daarna de toets START indrukken om met het afdekken verder te gaan.
Het apparaat bevindt zich in de pauzestand, omdat er in het systeem geen vacuüm kon worden bereikt.
Afdekmediumfles/dispensersysteem op lekkage controleren, controleren of beide Oringen aanwezig zijn, zo nodig de O-ringen vervangen.
Het apparaat bevindt zich in de pauzestand, de werkdruk in het systeem kon niet worden bereikt.
Afdekmediumfles/dispensersysteem op lekkage controleren, controleren of beide Oringen aanwezig zijn, zo nodig de O-ringen vervangen.
Het apparaat bevindt zich in de In de objectglaasjeshouder pauzestand, een objectglaasje controleren of de objectglaasjes kon niet worden gegrepen. correct zijn geplaatst en onbeschadigd zijn. Als de melding zich ondanks correct geplaatst objectglaasje herhaaldelijk voordoet, het objectglaasje verwijderen en met de hand afdekken.
52
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.7
Displaymeldingen en aanwijzingen (vervolg) Displaymelding
Toelichting
Actie
Ten minste drie dekglaasjes na Dekglaasjes in het dekglaasjeselkaar zijn niet in orde. magazijn controleren. Als de melding zich ondanks intacte dekglaasjes herhaaldelijk voordoet, de dekglaasjessensor reinigen. Blijft de melding zich voordoen, dan de Pick & Place-module (runners en zuignappen) reinigen. De gebruiker heeft de toets De uitvoermagazijnen, indien STOP ingedrukt. gevuld, moeten uit het apparaat worden verwijderd. Ook gegrepen objectglaasjes of opgenomen dekglaasjes moeten door het indrukken van de toetsen RELEASE SLIDE en RELEASE COVERSLIP worden verwijderd. Door het indrukken van de toets START wordt het apparaat opnieuw geïnitialiseerd. Daarna op dezelfde wijze te werk gaan als bij het inschakelen van het apparaat (zie hoofdstuk 5.3.). Attentie! Wordt het apparaat als workstation gebruikt, dan moet de gebruiker ervoor zorgen dat er zich vóór de nieuwe initialisatie geen rek meer in het transferstation bevindt. Het afdekproces is beëindigd. Afgedekte objectglaasjes verwijHet cijfer achter FINISHED deren. geeft het gekozen programma aan SET 1-4. Leica CV5030 – Afdekautomaat
53
5. Bediening 5.7
Displaymeldingen en aanwijzingen (vervolg) Displaymelding
Oorzaak
Toelichting
De Pick & Place-module verliest Zodra de melding "CS DROPPED" het dekglaasje op de weg naar verschijnt, gaat het apparaat automatisch naar de stand PAUSE. de afdekpositie. Attentie: De dispenser in de parkeerstand zetten, de Pick & Place-module richting gebruiker schuiven en het objectglaasje verwijderen. Het objectglaasje kan nu met de hand worden afgedekt. Het objectglaasje kan ook in een compatibel oplosmiddel worden gelegd om het afdekmedium te verwijderen, Daarna het objectglaasje weer in het apparaat plaatsen. 1. De zuignappen, de dekglaas- 1. De zuignappen, de dekglaasjessensor en/of de runners jessensor en/of de runners van de Pick & Place-module van de Pick & Place-module zijn bedekt met afdekmedium. met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek reinigen of vervangen (zie hoofdstuk 7.5.9). 2. De zuignappen zijn vervormd. 2. D e zuignappen door nieuwe vervangen (zie hoofdstuk 7.5.9). 3. Het dekglaasjesmagazijn is 3. Controleren of het dekglaasniet correct geplaatst. jesmagazijn correct is geplaatst. 4. D e zuignappen zitten niet 4. Zuignappen controleren. Deze correct op de Pick & Placezo nodig lostrekken en opmodule. nieuw aanbrengen.
54
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.7
Displaymeldingen en aanwijzingen (vervolg) De volgende statusmeldingen worden alleen weergegeven als het apparaat via een transferstation is aangesloten op een kleurautomaat (Leica ST5010 of Leica ST5020).
Displaymelding
Toelichting
Actie
Geeft aan dat een door de kleur- Wachten tot het objectglaasje automaat overgedragen object- is verwerkt. glaasjeshouder wordt verwerkt. Er bevinden zich twee lege De lege objectglaasjeshouders objectglaasjeshouders op de van de glijgoot van het transferglijgoot van het transferstation. station verwijderen. De capaciteit van de glijgoot is bereikt. Er bevinden zich drie lege objectglaasjeshouders op de glijgoot van het transferstation.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
De lege objectglaasjeshouders moeten van de glijgoot van het transferstation worden verwijderd, omdat er anders geen nieuwe objectglaasjeshouder door de kleurautomaat naar de CV5030 kan worden getransporteerd.
55
5. Bediening 5.8
Toetsfuncties voor het programmeren Voor het instellen van de programma's en parametersets waarmee het apparaat werkt, de toets RESPOND ca. twee seconden ingedrukt houden.
2 seconden ingedrukt houden
72
71
Afb. 32
1x indrukken
De instelling van de afzonderlijke parametersets vindt plaats via twee submenu's: menu A (afb. 32) en menu B (afb. 33). Door de toets RESPOND kort in te drukken kan tussen de submenu's worden gewisseld. Het actieve submenu (71) wordt in de rechterhelft van de bovenste displayregel weergegeven. Er kan uit vier programma's worden gekozen (SET 1 t/m 4). Het gekozen programma wordt in de linkerhelft van de bovenste displayregel weergegeven (afb. 32, 72). Op de onderste regel van het display worden in MENU A de volgende parameters weergegeven: STK - opbrenglengte van het afdekmedium VOL - hoeveelheid afdekmedium TYP - druk in de afdekmediumfles LEN - correctie van de opbrenglengte van het afdekmedium
MENU B omvat de volgende parameters: CSP - oplegpositie van het dekglaasje STP - startpunt van het opbrengen van het afdekmedium SPK - volume van de akoestische signalen LIM - instelling dekglaasjeslimiet
Afb. 33
56
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.9
Parametersets instellen Er zijn in totaal vier programma's (SET 1 t/m SET 4), die met verschillende parameterinstellingen in het apparaat kunnen worden opgeslagen. Door de toets START in te drukken wordt het volgende hogere programma opgeroepen. Door de toets PAUSE in te drukken wordt het volgende lagere programma opgeroepen (afb. 34).
ñ ò Afb. 34
5.10 Menu A – parameterinstellingen De onderste rij toetsen op het folietoetsenbord zijn de toetsen waarmee de betreffende parameters kunnen worden gekozen en geprogrammeerd. Bijvoorbeeld: Voor het wijzigen van de opbrenglengte van het afdekmedium (STK ) de toets RELEASE COVERSLIP indrukken (afb. 35). Op het display verschijnt de naam van de parameter en de actueel ingestelde waarde (afb. 35, 73). Rechtsboven wordt het gekozen programma (SET 1 t/m SET 4) aangegeven. De waarde van de parameter kan met de toetsen START of PAUSE één stap worden verhoogd of verlaagd. Ter bevestiging de toets RESPOND indrukken. De werkwijze voor het wijzigen van een waarde is bij alle parameters hetzelfde.
1x indrukken
ò
73
Afb. 35
Leica CV5030 – Afdekautomaat
57
5. Bediening 5.10 Menu A – parameterinstellingen (vervolg) Mountant Stroke - opbrenglengte van het afdekmedium De opbrenglengte van het afdekmedium en de hoeveelheid afdekmedium wordt aangepast aan de lengte van het dekglaasje.
Tekstveld
Mountant Stroke: 40
= 40 mm lengte dekglaasje
Mountant Stroke: 50
= 50 mm
Opbrenglengte
lengte dekglaasje Mountant Stroke: 55
= 55 mm lengte dekglaasje
Mountant Stroke: 60
= 60 mm lengte dekglaasje Afb. 36
Mountant Volume - hoeveelheid afdekmedium
ð
De openingstijd van de dispenserklep wordt ingesteld in stappen van 1:
Instelmogelijkheden van de openingstijd: In stappen van 1: van 1 (kort) t/m 9 (lang). 1 = weinig afdekmedium, 9 = maximale hoeveelheid afdekmedium De hoeveelheid van het opgebrachte afdekmedium is bovendien afhankelijk van de staat van het medium (bijv. viscositeit) en de gekozen dispensernaald (verschillende diameters).
58
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.10 Menu A – parameterinstellingen (vervolg) Mountant Type - dispenseerdruk De druk die nodig is om het afdekmedium uit de dispenser te drukken wordt ingesteld in stappen van 1:
ð
1 = 100 mbar/laagste druk tot 10 = 1000 mbar/hoogste druk Een verhoging met "1" zorgt voor een verhoging van de druk met 100 mbar. Afhankelijk van het gebruikte afdekmedium (verschillende viscositeiten) en de gebruikte dispensernaald (verschillende diameters) moet de druk worden aangepast. Stroke Length Corr - correctie van de opbrenglengte van het afdekmedium
ð In stappen van 10: 0 = geen wijziging tot –100 = maximale wijziging
90
De met de parameter STK (opbrenglengte van het afdekmedium) ingestelde opbrenglengte van het afdekmedium kan door het veranderen van de parameter LEN (90) (correctie van de opbrenglengte van het afdekmedium) worden verkort. De verkorting vindt alleen plaats van het bereik van het tekstveld tot het midden van het objectglaasje. De fabriekswaarde bedraagt 0.
Tekstveld STROKE LENGTH CORRECTION (correctie van de opbrenglengte van het afdekmedium) MOUNTANT STROKE (opbrenglengte van het afdekmedium) STROKE POSITION CORRECTION (startpunt van het opbrengen van het afdekmedium) COVERSLIP POSITION CORRECTION (oplegpositie van het dekglaasje)
De opbrenghoeveelheid wordt niet veranderd, alleen de opbrenglengte van het afdekmedium.
Afb. 37
Leica CV5030 – Afdekautomaat
59
5. Bediening 5.11 Menu B – parameterinstellingen Coverslip Position Corr - correctie van de oplegpositie van het dekglaasje De oplegpositie van het dekglaasje kan met de parameter CSP (91) (oplegpositie van het dekglaasje) worden gewijzigd (zie afb. 38). Als de oplegpositie van het dekglaasje richting de rand van het objectglaasje moet worden verschoven, moet een negatieve waarde tussen –5 en –30 worden gekozen. Moet de oplegpositie richting het tekstveld worden verschoven, dan moet een positieve waarde tussen +5 en +30 worden gekozen. De wijzigingen kunnen in stappen van 5 worden uitgevoerd. Een stap komt overeen met ca. 0,5 mm. De fabriekswaarde bedraagt 0.
ð
91
Afb. 38
Stroke Position Corr - correctie van het startpunt van het opbrengen van het afdekmedium
ð
92
Afb. 39
60
De oplegpositie van het afdekmedium kan met de parameter STP (startpunt van het opbrengen van het afdekmedium) worden gewijzigd. Als het startpunt van het opbrengen van het afdekmedium richting de rand van het objectglaasje moet worden verschoven, moet een negatieve waarde tussen –10 en –100 worden gekozen. Moet het startpunt van het opbrengen van het afdekmedium richting het tekstveld worden verschoven, dan moet een positieve waarde tussen +10 en +100 worden gekozen. De wijzigingen kunnen in stappen van 10 worden uitgevoerd. Een stap komt overeen met ca. 1,0 mm. De fabriekswaarde bedraagt 0. Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.11 Menu B – parameterinstellingen (vervolg) Speaker Volume Level - volume van de akoestische signalen
ð
Instelling van het volume van de toetsgeluiden, meldingen en de geluidssignalen: In stappen van 1: van 1 (zacht) tot 3 (luid) De geluidssignalen en de toetsgeluiden kunnen niet geheel worden uitgeschakeld.
Coverslip Limit Adjust - instelling van de dekglaasjeslimiet
ð
Met de parameter LIM (instelling dekglaasjeslimiet) kan het aantal dekglaasjes in het dekglaasjesmagazijn worden vastgelegd bij welk de melding "COVERSLIPS LOW" op het display wordt weergegeven. Hierdoor wordt de gebruiker attent gemaakt op een kritieke (geringe) hoeveelheid dekglaasjes in het magazijn. Voor het instellen van de dekglaasjeslimiet moet als volgt te werk worden gegaan: Een stapel dekglaasjes (ca. 30 - 40 stuks) in het lege dekglaasjesmagazijn plaatsen. Daarna de toets START indrukken.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
61
5. Bediening 5.11 Menu B – parameterinstellingen (vervolg) Coverslip Limit Adjust - instelling van de dekglaasjeslimiet (vervolg) De Pick & Place-module beweegt richting dekglaasjesmagazijn en zakt vervolgens tot het niveau van het bovenste dekglaasje. Daarna keert de module weer terug naar de oorspronkelijke positie. De nieuwe dekglaasjeslimiet is nu opgeslagen en op het display verschijnt weer het overzicht voor de parameterinstelling in menu B.
De ingestelde dekglaasjeslimiet wordt automatisch in alle parametersets (set 1 t/m 4) overgenomen en opgeslagen.
5.11.1 Parameters en submenu's verlaten
ò
Werkwijze: a) Met opslaan van de gewijzigde parameter: • De toets RESPOND eenmaal indrukken, daarna de toets EXIT indrukken. b) Zonder opslaan van de gewijzigde parameter: • De toets EXIT eenmaal indrukken.
ò Na het indrukken van de toets EXIT is het apparaat weer gereed voor gebruik.
ò
62
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.12 Geadviseerde parameterinstellingen (vanaf firmware-versie 3.01.04) De navolgende instellingen dienen als advies en moeten aan de omstandigheden in het betreffende laboratorium worden aangepast. De parameterinstellingen zijn onder gestandaardiseerde omstandigheden in het laboratorium van Leica Biosystems Nussloch GmbH als volgt bepaald: • Gebruik van weefselcoupes met een dikte van 3-5 µm. • Omgevingstemperatuur: 20-25 °C. • Gebruik van dekglaasjes met afmeting 24 x 50 mm en dikte #1. • Vulhoogte van de laadbak reikt tot aan het tekstveld van de geplaatste objectglaasjes. • Afdekmediumfles gevuld met 150-170 ml afdekmedium. De parameters STP (startpunt van het opbrengen van het afdekmedium) en CSP (oplegpositie van het dekglaasje) staan in de volgende lijst niet resp. alleen in uitzonderlijke gevallen vermeld. Deze moeten individueel worden aangepast.
Geadviseerde parameterinstellingen voor oudere firmware-versies (ouder dan firmware-versie 3.01.04) kunnen bij de plaatselijke dealer van Leica Biosystems worden opgevraagd. We adviseren uitsluitend verbruiksmaterialen te gebruiken die door Leica zijn goedgekeurd!
Leica CV5030 – Afdekautomaat
63
5. Bediening 5.12 Geadviseerde parameterinstellingen (vanaf firmware-versie 3.01.04) (vervolg)
Benaming
Fabrikant/ leverancier
Laadbak gevuld met
Dispensernaald
STK
VOL
TYPE
LEN
CV Mount
Leica
Xyleen
20 18
50 50
7 (8) 5 (6)
8 (10) 4 (5)
0/ –10/ –20
CV Ultra
Leica
ST Ultra (reagens)
18
50
3/4
5/6
–20
Pertex
Leica / Surgipath
Xyleen
18
50
2/3
8
–30
Micromount
Leica / Surgipath
Xyleen
18
50
1/2
5/6
0
MM 24
Leica / Surgipath
Xyleen
21
40
1/2
4
0
DPX
Leica / Surgipath
Xyleen
16
50
9
10
0
Acrytol
Leica / Surgipath
Xyleen
20
50
2
5/6
–30/ –40
Sub-X
Leica / Surgipath
Xyleen
20
40
1/2
8
–20/ –30
Sub-X
Leica / Surgipath
Sub-X reagens
20
50
1/2
5
–40/ –50
Clearium
Leica / Surgipath
Lege laadbak / Bij de laatste kleurstap 2-propanol gebruiken
21
6
6
0
0
DPX
Merck KGaA
Xyleen
18
50
5/6
6
0
Entellan Nieuw voor afdekautomaat
Merck KGaA
Xyleen
20
50
5/6
8
–20
64
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.12 Geadviseerde parameterinstellingen (vanaf firmware-versie 3.01.04) (vervolg)
Benaming
Fabrikant/ leverancier
Laadbak gevuld met
Dispensernaald
STK
VOL
TYPE
LEN
DPX
Fluka
Xyleen
18
50
6
6/7
0
Pertex
Medite
Xyleen
18
50
7/8
8
0
Mounting Medium No. 4111/4112
Richard-AllenScientific
Xyleen
21
50
1/2
5/6
–30/ –40
Cytoseal Xyl
Richard-AllenScientific
Xyleen
21
50
2/3
5
0
Cytoseal 60 (280)
Richard-AllenScientific
Xyleen
20
50
4/5
6/7
–20
Eukitt
O. Kindler
Xyleen
20
50
6
8
0
Histofluid
Marienfeld
Xyleen
18
50
7/8
9
0/ –20
Consul-Mount/ Shandon/ Histology For- Thermo Scienmulation tific
Xyleen
18
50
3/4
4
0/ –20
Consul-Mount/ Shandon/ Cytology For- Thermo mulation Scientific
Xyleen
18
50
4/5
6
0
Shandon Xyle- Shandon/ ne Substitute Thermo Mountant Scientific
Xyleen
20
50
4/5
5
0
Histokitt II
Carl Roth GmbH
Xyleen
20
50
6
7
0
Aquatex: (water based)
Merck KGaA
Gedestilleerd water
20
50
7/8
7/8
0
Leica CV5030 – Afdekautomaat
STP: 40/50 CSP: gevarieerd
65
5. Bediening 5.13 Optimale parameterinstellingen bepalen (menu A+B) De navolgende werkwijze helpt bij: • het aanpassen van de eerder genoemde parameterinstellingen aan de omstandigheden in het laboratorium; • het bepalen van de optimale parameterinstellingen voor een afdekmedium dat niet in de lijst staat vermeld (zie hoofdstuk 5.12); • het wisselen van afdekken met oplosmiddel ("nat") in de laadbak naar afdekken zonder oplosmiddel ("droog") in de laadbak en omgekeerd (zie hoofdstuk 5.13.1 - 3. Verschillen bij het zogenaamd "nat" en "droog" afdekken). In de volgende hoofdstukken worden de te verrichten handelingen uitvoerig beschreven. Van de voorbereiding van het apparaat tot de beoordeling van de preparaten. Tijdens de serie tests voor het bepalen van de optimale parametersets moet ook naar het afdekproces in het apparaat zelf worden gekeken.
5.13.1 Werkwijze 1. Afdekmedium vullen • Het is van essentieel belang dat er op het moment dat een parameter wordt ingesteld geen luchtbellen in het afdekmedium zitten (schone fles gebruiken, zie hoofdstuk 4.11).
66
2. Geschikte maat resp. geschikt nummer van de dispensernaald (nozzle) kiezen => Geschikt voor dikvloeibare (hoogviskeuze) afdekmedia zijn: • dispensernaald nr. 16 (grootste diameter) • dispensernaald nr. 18 => Geschikt voor dunvloeibare (laagviskeuze) afdekmedia zijn: • dispensernaald nr. 21 (kleinste diameter) • dispensernaald nr. 20 => Geschikt voor afdekmedia met een gemiddelde viscositeit zijn: • dispensernaald nr. 18 • dispensernaald nr. 20 Dispensernaald 21 (kleinste diameter) => dispensernaald 20 => dispensernaald 18 => dispensernaald 16 (grootste diameter). 3. Verschillen bij het zogenaamd "nat" en "droog" afdekken "Nat" afdekken met gevulde laadbak: • De laadbak moet gevuld zijn met voldoende oplosmiddel. Het oplosmiddel moet compatibel zijn met het afdekmedium. Het vloeistofpeil moet tegen het tekstveld van de in de laadbak geplaatste objectglaasjes staan. Of: "Droog" afdekken met lege laadbak:
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.13.1 Werkwijze (vervolg): Let op: • Bij het "droog" afdekken moet in tegenstelling tot bij het "nat" afdekken een grotere hoeveelheid afdekmedium worden opgebracht, d.w.z. dat de parameters VOL en/of TYP eventueel moeten worden verhoogd. • Als dit niet meer mogelijk is, kan ook een dispensernaald met een grotere diameter worden gebruikt. 4. Afdekautomaat voorbereiden • Bij het plaatsen van de afdekmediumfles erop letten dat deze luchtdicht is (zie hoofdstuk 4.11). • Geschikte dispensernaald plaatsen (zie hoofdstuk 4.6). • Hoogte van de dispensernaald controleren en zo nodig instellen (zie hoofdstuk 4.7). • Prime-cyclus uitvoeren (zie hoofdstuk 5.3). • Dispensernaald-reiniger vullen en op correcte montage controleren (zie hoofdstuk 4.8). • Laadbak met een geschikt oplosmiddel vullen (zie hoofdstuk 4.11). • Dekglaasjesmagazijn vullen (zie hoofdstuk 4.10).
Leica CV5030 – Afdekautomaat
5. Belangrijke aanwijzingen voor de werkwijze bij de testruns voor het bepalen van de optimale afdekparameters • De eerste afdekpogingen moeten met lege objectglaasjes, d.w.z. zonder preparaat, worden uitgevoerd. • Bij een goede afdekkwaliteit vervolgens een serie tests uitvoeren met objectglaasjes met preparaat. • Omdat factoren als coupedikte, preparaatkwaliteit en preparaattype van invloed kunnen zijn op de afdekkwaliteit, moeten de ingestelde parameters eventueel iets worden gecorrigeerd. Bijvoorbeeld VOL: verhoging resp. verlaging van de ingestelde waarde met ±1 en/of TYP: verhoging resp. verlaging van de ingestelde waarde met ±1
6. Afdekkwaliteit beoordelen De afdekkwaliteit moet tijdens de testruns meerdere malen worden gecontroleerd: • meteen na het afdekken • 1-3 uur na het afdekken • 24-48 uur na het afdekken Als bij deze controles luchtinsluitingen tussen het objectglaasje en het dekglaasje worden geconstateerd, moeten de ingestelde parameters worden gecorrigeerd. Als zich ondanks de correcties toch nog luchtinsluitingen voordoen, zie dan hoofdstuk 8.2 voor verdere aanwijzingen.
67
5. Bediening 5.13.1 Werkwijze (vervolg): Als bij deze controles artefacten (strepen, vertroebelingen, verkleuringen) worden geconstateerd, moeten de gebruikte reagentia op compatibiliteit en houdbaarheid worden gecontroleerd. Eventueel moeten de kleurprotocollen worden aangepast. 7. Eerste testparameters invoeren: 7 a) Invloed van parameters op opbrenghoeveelheid • STK - opbrenglengte van het afdekmedium overeenkomstig de lengte van het gebruikte dekglaasje. • VOL - hoeveelheid afdekmedium: 1 (min.) -> 9 (max.) • TYP - druk in de afdekmediumfles: 1 (min.) -> 10 (max.) 7 b) Richtlijn voor dunvloeibare (laagviskeuze) afdekmedia Dispensernaald: 20 of 21 (kleinste diameter) Menu A: • STK: opbrenglengte aan lengte van gebruikt dekglaasje aanpassen (bijv. STK = 50 bij een dekglaasje van 22 x 50 mm en 24 x 50 mm). • VOL: eerste afdekpogingen beginnen met een lage waarde voor VOL (ca. 2-4). • TYP: eerste afdekpogingen beginnen met een lage waarde voor TYP (ca. 2-4).
68
De parameters VOL en TYP moeten stapsgewijs worden aangepast (verhoogd resp. verlaagd) tot de juiste hoeveelheid afdekmedium op het objectglaasje wordt aangebracht. De verdere werkwijze staat beschreven bij punt 8 "Fijnafstemming". 7 c) Richtlijn voor dikvloeibare (hoogviskeuze) afdekmedia Dispensernaald: 18 of 16 (grootste diameter) Menu A: • STK: opbrenglengte aan lengte van gebruikt dekglaasje aanpassen (bijv. STK = 50 bij een dekglaasje van 22 x 50 mm en 24 x 50 mm). • VOL: eerste afdekpogingen beginnen met een waarde van ca. 5-7 voor VOL. • TYP: eerste afdekpogingen beginnen met een waarde van ca. 5-7 voor TYP. De parameters VOL en TYP moeten stapsgewijs worden aangepast (verhoogd resp. verlaagd) tot de juiste hoeveelheid afdekmedium op het objectglaasje wordt aangebracht. De verdere werkwijze staat beschreven bij punt 8 "Fijnafstemming".
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.13.1 Werkwijze (vervolg): Belangrijke aanwijzing: Als voor de parameter TYP de maximale waarde wordt gekozen (10 - hoogste druk), bestaat de mogelijkheid dat er kleine luchtbellen in het dispensersysteem ontstaan. Dit is afhankelijk van de specifieke eigenschappen van het betreffende afdekmedium en de gebruikte dispensernaald (komt vaker voor wanneer een dispensernaald met een kleine diameter wordt gebruikt). Daarom is het raadzaam bij het bepalen van de optimale parametersets met gemiddelde waarden te beginnen. Onjuiste werkwijze: Dispensernaald nr. 21 TYP: 10 VOL: 1 of 2 stapsgewijze verhoging. Juiste werkwijze: Dispensernaald nr. 21 TYP: 4 of 5 stapsgewijze verhoging/verlaging, tegelijkertijd stapsgewijze verhoging/verlaging van VOL VOL: 4 of 5 stapsgewijze verhoging/verlaging, tegelijkertijd stapsgewijze verhoging/verlaging van TYP Als het niet lukt om de juiste hoeveelheid afdekmedium op het objectglaasje te krijgen, moet een dispensernaald met een andere diameter worden gebruikt.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
69
5. Bediening 5.13.1 Algemene aanwijzingen resp. werkwijze (vervolg): 8. Fijnafstemming van de opbrengpositie van het afdekmedium en de oplegpositie het dekglaasje: •
Hiervoor worden de volgende parameters gebruikt: STP (Stroke Position - startpunt van het opbrengen van het afdekmedium) CSP (Coverslip Position - oplegpositie van het dekglaasje) LEN (Stroke Length Correction - correctie van de opbrenglengte van het afdekmedium)
Tekstveld STROKE LENGTH CORRECTION (correctie van de opbrenglengte van het afdekmedium) MOUNTANT STROKE (opbrenglengte van het afdekmedium) STROKE POSITION CORRECTION (startpunt van het opbrengen van het afdekmedium) COVERSLIP POSITION CORRECTION (oplegpositie van het dekglaasje) Afb. 40
• STP en CSP moeten op elkaar zijn afgestemd, omdat anders het risico bestaat dat het afdekmedium bij het opbrengstartpunt over de rand van het objectglaasje in het apparaat druppelt, of dat er door een niet optimale oplegpositie van het dekglaasje afdekmedium op de zuignappen terechtkomt. In beide gevallen kan dit leiden tot storingen.
70
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
5. Bediening 5.13.1 Algemene aanwijzingen resp. werkwijze (vervolg): Aanwijzingen voor de fijnafstemming van de parameters STP, CSP, LEN: • Meestal moet voor de parameter STP bij zeer dunvloeibare afdekmedia een positieve waarde tussen ca. +20 en +40 worden gekozen (dit zijn empirische waarden - ze kunnen variëren). Bij lagere waarden (negatieve waarden tot 0/+10) is het mogelijk dat het afdekmedium over de rand van het objectglaasje resp. dekglaasje loopt. Als echter het startpunt voor het opbrengen van het afdekmedium te ver richting het midden van het objectglaasje wordt verschoven, kunnen er na het afdekken en drogen van het afdekmedium luchtinsluitingen bij de rand van het dekglaasje ontstaan. • De oplegpositie van het dekglaasje CSP moet vóór het startpunt voor het opbrengen van het afdekmedium worden gepositioneerd (gerelateerd aan de rand van het objectglaasje die tegenover het tekstveld ligt). Dit moet afhankelijk van de eigenschappen van het gebruikte afdekmedium, de wijze van afdekken ("nat" of droog") en de gebruikte objectglaasjes individueel worden ingesteld. Als zogenaamde "clipped corners"-objectglaasjes worden gebruikt (bij deze objectglaasje zijn alle vier hoeken afgeslepen of afgerond) moet erop worden gelet, dat de hoeken van de dekglaasjes niet uitsteken. Als de oplegpositie van het dekglaasje niet optimaal is, kunnen er luchtbellen of verklevingen bij de zuignappen ontstaan.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
• De lengtecorrectie LEN verkort de opbrenglengte van het afdekmedium van het tekstveld richting het midden van het objectglaasje. Als ondanks een optimale instelling van de opbrenghoeveelheid (STK, VOL, TYP) overtollig afdekmedium langs de rand van het afdekglaasje in de buurt van het tekstveld wordt geconstateerd, kan dit worden gecorrigeerd door de parameter LEN te wijzigen. De opbrenghoeveelheid afdekmedium blijft hierbij constant. Alleen de lengte van de opbrengstrook wordt verkort. Op deze wijze kunnen ook kleine luchtbellen langs de rand van het dekglaasje in de buurt van het tekstveld worden gecorrigeerd.
71
6.
Gebruik als workstation De mogelijkheid bestaat de afdekautomaat via een transferstation (TS) aan te sluiten op een Leica-kleurautomaat ST5010 (Autostainer XL) of ST5020 (Multistainer) en er een workstation van te maken.
6.1
Gebruik als workstation ST 5010 – CV5030
Beide apparaten zijn met elkaar verbonden door middel van een transferstation TS 5015. • Objectglaasjeshouders (77) worden met een transferarm (76) uit het ontlaadstation (75) naar het transferstation getransporteerd. • Op het display verschijnt de melding "STAINER PROC.". 76
• Vervolgens wordt een objectglaasjeshouder naar de afdekautomaat getransporteerd, in de laadbak geplaatst en verwerkt. De lege objectglaasjeshouder wordt na het afdekproces op de glijgoot van het transferstation gezet. Op het display verschijnt "READY". • Bevinden zich al twee lege objectglaasjeshouders op de glijgoot, dan verschijnt de melding "TS FULL" op het display van de CV5030. • Met een derde objectglaasjeshouder is de glijgoot vol. Er klinkt een geluidssignaal en op het display van de afdekautomaat verschijnen de meldingen "TS FULL" en "PAUSED". De afdekautomaat bevindt zich nu in de pauzestand. De objectglaasjeshouders moeten worden verwijderd, omdat anders niet meer verder kan worden gewerkt. Het geluidssignaal met de toets RESPOND bevestigen.
78 75 77
Afb. 41
72
De kleurautomaat en de afdekautomaat moeten met de standaard bijgeleverde verbindingskabel met elkaar worden verbonden. Bovendien moet bij het programmeren van de kleurprotocollen als laatst stap "EXIT" worden ingevoerd. Wordt dit niet gedaan, dan worden de objectglaasjeshouders NIET automatisch naar de afdekautomaat getransporteerd.
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
6. Gebruik als workstation 6.1
Gebruik als workstation ST 5010 – CV5030 (vervolg):
• Alle lege objectglaasjeshouders moeten van de glijgoot worden verwijderd en de schuiflade van het transferstation moet worden gesloten. Vervolgens de toets START indrukken, zodat op het display de melding "READY" verschijnt. Een transfer van de kleurautomaat naar de afdekautomaat is nu weer mogelijk. Handmatig laden Als de CV5030 als workstation wordt gebruikt, is het niet aan te raden om de afdekautomaat handmatig te laden, omdat dit tot storingen zou kunnen leiden in de ST5010.
• Is het echter noodzakelijk dat een objectglaasjeshouder met de hand in de laadbak wordt geplaatst, dan moet de lege objectglaasjeshouder ook weer met de hand uit de laadbak worden genomen. De houder wordt niet automatisch naar het transferstation en dus naar de glijgoot getransporteerd. Objectglaasjeshouders uit de kleurautomaat hebben bij de verwerking voorrang. • Op het display wordt de melding "FINISHED" weergegeven en er klinkt een geluidssignaal. Het geluidssignaal met de toets RESPOND bevestigen. Vervolgens verschijnen de meldingen "PAUSED" en "CHECK BATH" en klinkt er weer een geluidssignaal. Het geluidssignaal met de toets RESPOND bevestigen. Daarna wordt de melding "PAUSED" op het display weergegeven.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
• Pas na het verwijderen van de objectglaasjeshouder mag de toets START worden ingedrukt, zodat gereedstaande objectglaasjeshouders uit de kleurautomaat kunnen worden verwerkt. • Mocht in het ontlaadstation van de kleurautomaat een objectglaasjeshouder wachten op het transport naar de CV5030, dan kan een handmatig geplaatste objectglaasjeshouder niet worden verwerkt. Op dit moment geen objectglaasjeshouder handmatig in de laadbak plaatsen, omdat dit tot storingen kan leiden.
Om storingen in het workstation te voorkomen, moeten eerst de objectglaasjeshouders die uit de kleurautomaat komen, worden verwerkt. Daarna mogen pas de handmatig te plaatsen objectglaasjeshouders worden verwerkt.
73
6.
Gebruik als workstation
6.2
Gebruik als workstation ST 5020 – CV5030
In dit geval zijn beide apparaten met elkaar verbonden door middel van een transferstation TS5025. In tegenstelling tot workstation ST5010 communiceren de beide apparaten ST5020 en CV5030 met elkaar. Achterkant ST 5020
59 86.1 87
• De objectglaasjeshouder (afb. 43, 77) wordt met de transportarm (afb. 43, 82) van de ST5020 uit het in het kleurprotocol als laatste geprogrammeerde station naar het transferstation TS5025 getransporteerd. • De transferarm (afb. 43, 82) van het transferstation transporteert de objectglaasjeshouder naar de laadbak van de afdekautomaat. • Op het display verschijnt de melding "STAINER PROC".
74
• Voor de communicatie tussen de kleurautomaat en de afdekautomaat de standaard bijgeleverde seriële verbindingskabel (87) op beide apparaten aansluiten (86.1/86.2). • Hiervoor bevindt zich aan de achter86.2 kant van de afdekautomaat een bus met de aanduiding SERIAL (59). • In de workstation-configuratie moet de afdekautomaat startgereed ("READY") zijn, zodat de objectglaasjes goed kunnen worden verwerkt. • Als de CV5030 niet startgereed is en een handeling van de gebruiker nodig is, wordt een alarmmelding op het beeldscherm van de ST5020 weergeAfb. 42 geven en klinkt er een geluidssignaal.
Achterkant CV 5030
Een automatisch transport van de objectglaasjeshouders is alleen gegarandeerd, wanneer in de kleurprotocollen als laatste station "CV" is geprogrammeerd.
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
6. Gebruik als workstation 6.2
Gebruik als workstation ST5020 – CV5030 (vervolg):
Detail: Transfer van de objectglaasjeshouder naar het transferstation
81
82
79
80
77
• De objectglaasjeshouder wordt na het afdekproces op de glijgoot (81) van het transferstation gezet. Op het display verschijnt "READY". • Bevinden zich al twee lege objectglaasjeshouders op de glijgoot, dan verschijnt de melding "TS FULL" op het display van de CV5030. • Met een derde objectglaasjeshouder is de glijgoot vol. Er klinkt een geluidssignaal en op het display van de afdekautomaat verschijnen de meldingen "TS FULL" en "PAUSED". De afdekautomaat bevindt zich nu in de pauzestand. De objectglaasjeshouders moeten worden verwijderd, omdat anders niet meer verder kan worden gewerkt. Het geluidssignaal met de toets RESPOND bevestigen. Alle lege objectglaasjeshouders moeten van de glijgoot worden verwijderd en de schuiflade van het transferstation moet worden gesloten. Vervolgens de toets START indrukken, zodat op het display de melding "READY" verschijnt. Een transfer van de kleurautomaat naar de afdekautomaat is nu weer mogelijk (77). Als de CV5030 als workstation wordt gebruikt, is het niet aan te raden om de afdekautomaat handmatig te laden, omdat dit tot storingen zou kunnen leiden in de ST5020.
• Is het echter noodzakelijk dat een objectglaasjeshouder met de hand in de laadbak wordt geplaatst, dan moet de lege objectglaasjeshouder ook weer met de hand uit de laadbak worden genomen. De houder wordt niet automatisch naar het transferstation en dus naar de glijgoot getransporteerd. Afb. 43
Leica CV5030 – Afdekautomaat
75
6.
Gebruik als workstation
6.3
Belangrijke aanwijzingen voor het gebruik als workstation
81
83 Afb. 44
Afb. 45
76
• Objectglaasjeshouders die handmatig in de CV5030 zijn geplaatst, moeten na verwerking onmiddellijk worden verwijderd. • De glijgoot (afb. 44, 81) van het transferstation moet na het verschijnen van de melding "TS FULL" worden leeggemaakt. Uiterlijk echter na het geluidssignaal dat na de derde objectglaasjeshouder en de meldingen "PAUSED" en "TS FULL" klinkt. • Het dekglaasjesmagazijn in de CV5030 moet regelmatig worden gevuld, om te voorkomen dat het magazijn leegraakt. Als het dekglaasjesmagazijn leeg is, gaat de afdekautomaat naar de pauzestand en kan er niet meer verder worden gewerkt. • Volle uitvoermagazijnen moeten regelmatig worden verwijderd, omdat anders een continue workstationwerking niet gegarandeerd is.
Als het apparaat als workstation wordt gebruikt, mag de diepe bak, te herkennen aan de inkepingen aan de zijkant (zie afb. 64), alleen in combinatie met een zilver/blauw-kleurige transferarm (afb. 45) worden gebruikt. De transferarm bevindt zich in het achterste gedeelte van het transferstation TS5015 / TS5025. Voordat de diepe bak wordt gebruikt, controleren of de zilver/ blauw-kleurige transferarm aanwezig is. Oudere apparaten hebben een zilver/zilver-kleurige transferarm. De diepe bak mag niet in combinatie met deze transferarm worden gebruikt!
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
6. Gebruik als workstation 6.3
Belangrijke aanwijzingen voor het gebruik als workstation (vervolg):
Belangrijke aanwijzingen voor het gebruik van verschillende objectglaasjeshouders Voor het gebruik als workstation moeten plastic Leica-objectglaasjeshouders voor 30 objectglaasjes worden gebruikt (bestelnr. 14 0475 33643). Het gebruik van andere Leica-objectglaasjeshouders (bijv. plastic Leica-objectglaasjeshouders voor 20 objectglaasjes) of van objectglaasjeshouders van andere fabrikanten tijdens het gebruik als workstation is niet toegestaan. Objectglaasjeshouders van andere fabrikanten mogen alleen worden gebruikt, wanneer deze in het apparaat zijn getest. Deze objectglaasjeshouders resp. de passende bakinzetstukken staan vermeld in hoofdstuk 9 - "Optionele toebehoren". Niet-goedgekeurde objectglaasjeshouders worden mogelijk niet door het apparaat herkend, waardoor het tot botsingen kan komen.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
• Als de afdekautomaat niet als workstation wordt gebruikt en er objectglaasjeshouders van andere fabrikanten of andere Leica-objectglaasjeshouders handmatig in de laadbak moeten worden geplaatst, is dit alleen mogelijk wanneer een passend bakinzetstuk wordt gebruikt. • Na afloop van het afdekproces moeten de objectglaasjeshouders weer handmatig worden verwijderd. Voordat de afdekautomaat weer als workstation wordt gebruikt, moet het bakinzetstuk worden verwijderd.
77
6.
Gebruik als workstation
6.4
Onderbrekingen van de werking van het workstation • De toetsen PAUSE en STOP hebben in principe dezelfde functies als beschreven in hoofdstuk 5.6. • Als het afdekproces met de toets STOP wordt onderbroken, moet de afdekautomaat worden geïnitialiseerd. Hiervoor moet de toets START worden ingedrukt. • Na onderbreking van het afdekproces met de toets STOP moet de objectglaasjeshouder die zich nog in het apparaat bevindt, na verwerking handmatig uit de laadbak worden verwijderd, omdat de houder niet automatisch naar het transferstation wordt getransporteerd.
Wordt het apparaat als workstation gebruikt, dan moet de gebruiker ervoor zorgen dat er zich vóór de nieuwe initialisatie geen rek meer in het transferstation bevindt. Om storingen in het workstation te voorkomen, moeten eerst de objectglaasjeshouders die uit de kleurautomaat komen, worden verwerkt. Daarna mogen pas de handmatig te plaatsen objectglaasjeshouders worden verwerkt.
• Bij stroomuitval of het uitschakelen van de apparaten kunnen objectglaasjeshouders op verschillende plaatsen blijven steken. Daarom moeten in een dergelijk geval de volgende plaatsen worden gecontroleerd: - transferstation met alle overdrachtmogelijkheden - laadbak van de afdekautomaat • Deze objectglaasjeshouders moeten handmatig worden verwijderd, om botsingen te voorkomen wanneer het workstation weer begint te werken. • Voor de verdere verwerking moeten daarna alle steken gebleven objectglaasjeshouders handmatig in de afdekautomaat worden geplaatst en na verwerking weer worden verwijderd.
78
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
7. Reiniging en onderhoud 7.1
Aanwijzingen voor reiniging en onderhoud • Het apparaat moet altijd na afloop van het werk, echter VÓÓR het uitschakelen van het apparaat worden gereinigd. • De onderhoudsintervallen moeten worden aangehouden. • De standaard bijgeleverde diepe laadbak moet VÓÓR afloop van het werk uit het apparaat worden verwijderd en pas na het inschakelen van het apparaat en de initialisatie weer worden geplaatst, om te voorkomen dat instellingen veranderen en de grijper beschadigd raakt. • De grijper NIET met de hand openen! Tijdens noodzakelijke reinigingswerkzaamheden binnen in het apparaat mag het grijpmechanisme voor de objectglaasjes niet veranderd of gemanipuleerd worden. De rood geanodiseerde grijpervingers mogen niet handmatig uiteengebogen, samengedrukt of verbogen worden. In plaats daarvan in ingeschakelde, geïnitialiseerde toestand de toets RELEASE SLIDE indrukken. Dit geldt bij reinigings- en onderhoudswerkzaamheden, na een noodstop en terwijl het apparaat in werking is. • Bij de omgang met reinigingsmiddelen de veiligheidsvoorschriften van de fabrikant en de laboratoriumvoorschriften in acht nemen. • Voor het reinigen van de buitenoppervlakken van het apparaat geen oplosmiddelen (zoals alcohol, aceton, xyleen en tolueen) of oplosmiddelhoudende reinigingsmiddelen gebruiken. • Kap en behuizing van het apparaat met een mild en ph-neutraal, in de handel verkrijgbaar, huishoudelijk reinigingsmiddel reinigen. De gelakte oppervlakken zijn maar in beperkte mate bestand tegen oplosmiddelen! • Tijdens het werken en bij de reiniging mag geen vloeistof binnen in het apparaat en bij elektrische contacten komen. • Blijven na het uitschakelen oplosmiddelen in het apparaat, dan kunnen oplosmiddeldampen ontstaan. Als het apparaat niet onder een afzuiginstallatie wordt gebruikt, bestaat er gevaar voor brand en vergiftiging! • Gebruikte reagentia afvoeren met inachtneming van de toepasselijke bepalingen van de plaatselijke overheid en de afvalverwerkingsvoorschriften van uw onderneming/laboratorium. • Het verdient aanbeveling om de met oplosmiddel gevulde laadbak na afloop van het werk en vóór het uitschakelen van het apparaat af te sluiten met een metalen deksel (zie hoofdstuk 3.3 "Standaard leveringsomvang" - bestelnr. 14 0478 39584), uit het apparaat te nemen en apart onder een afzuiginstallatie neer te zetten. • Het apparaat bij langere onderbrekingen en aan het einde van de werkdag uitschakelen. • Bij langere pauzes en 's nachts moet de dispensernaald in de houder van de parkeerstand worden gezet en in de oplosmiddelfles worden ondergedompeld. • Afdekmedium dat op of in het apparaat is gedruppeld (bijv. tijdens het primen of vullen van een afdekmediumfles) onmiddellijk met een pluisvrije doek opvegen. • Let erop dat er geen grotere hoeveelheden oplosmiddel in het apparaat worden gemorst (elektronica!). Als oplosmiddel is gemorst, moet de vloeistof met een absorberende doek direct worden opgeveegd. • Vóór elk onderhoud de laadbak en de objectglaasjeshouders uit het apparaat verwijderen, het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
79
7.
Reiniging en onderhoud
7.1
Aanwijzingen voor reiniging en onderhoud (vervolg)
Aanwijzingen voor reinigingsmiddelen • Kap en behuizing van het apparaat met een mild en ph-neutraal, in de handel verkrijgbaar, huishoudelijk reinigingsmiddel reinigen. De gelakte oppervlakken zijn maar in beperkte mate bestand tegen oplosmiddelen! • Dekglaasjessensor, zuignappen en runners van de Pick & Place-module, transportketting, objectglaasjeshouder en uitvoermagazijnen met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek reinigen. • Toebehoren nooit langere tijd (bijv. de hele nacht) in oplosmiddel of water laten, om beschadiging te voorkomen.
7.2
Dagelijkse reiniging en onderhoud - overzicht
A
Laadschacht en het complete werkgebied van de transportketting op glasscherven en resten afdekmedium controleren. Resten afdekmedium en glasscherven voorzichtig verwijderen (zie hoofdstuk 7.5.1).
B
Kunststof container van de dispensernaald-reiniger controleren en zo nodig met maximaal 5 ml van een compatibel oplosmiddel bijvullen (zie hoofdstuk 7.5.2).
C
Vloeistofpeil van het glazen flesje in de parkeerstand van de dispenser controleren en zo nodig het flesje met maximaal 10 ml van een compatibel oplosmiddel bijvullen (zie hoofdstuk 7.5.3).
D
Laadbak met voldoende oplosmiddel vullen (zie hoofdstuk 7.5.4).
E
Bij ingeschakeld apparaat de dispensernaald met afdekmedium vullen en de naald op verstopping controleren. Als er geen of slechts enkele druppels uit de dispensernaald komen, is deze verstopt. De naald moet dan door een nieuw exemplaar van hetzelfde type worden vervangen (zie hoofdstuk 7.5.5). De verstopte dispensernaald in een oplosmiddel leggen om de verstopping te verhelpen.
F
Dekglaasjesopvangschaal (zie hoofdstuk 7.5.6) en dekglaasjesmagazijn (zie hoofdstuk 7.5.7) controleren op: • glasscherven • correcte plaatsing Dekglaasjesmagazijn vullen indien dat nodig is.
80
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
7. Reiniging en onderhoud 7.2
Dagelijkse reiniging en onderhoud - overzicht (vervolg)
G
Pick & Place-module, runners (zie hoofdstuk 7.5.8), zuignappen (zie hoofdstuk 7.5.9) en dekglaasjessensor (zie hoofdstuk 7.5.10) controleren op: • resten afdekmedium • glasscherven Indien nodig, de zuignappen door nieuwe vervangen en de runners met een compatibel oplosmiddel reinigen.
H
Objectglaasjes-slider op kleefresten controleren en zo nodig met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte doek reinigen (zie hoofdstuk 7.5.11).
7.3
Wekelijkse reiniging en onderhoud
A
Oplosmiddel in de laadbak volledig verversen. Laadbak en laadbaklade op glasscherven controleren en reinigen.
B
Dispensergroep met oplosmiddel spoelen (zie hoofdstuk 7.6.1): • Tweede glazen fles (blauwe dop) vullen met 150 ml van een oplosmiddel dat compatibel is met het afdekmedium. • Apparaat uitschakelen en de tweede glazen fles met het compatibele oplosmiddel plaatsen. • Apparaat inschakelen en de stappen zoals beschreven in hoofdstuk 5.3 volgen. • PRIME-toets indrukken om het gehele dispensersysteem te spoelen. • Fles met het oplosmiddel (spoelmiddel) verwijderen en de afdekmediumfles weer plaatsen. Indien nodig, nieuw, luchtbelvrij afdekmedium bijvullen.
C
Borstel van de dispensernaald-reiniger op resten van afdekmedium controleren en reinigen. Een sterk verontreinigde of harde borstel vervangen door een nieuw exemplaar (zie hoofdstuk 7.6.2).
D
Dispensernaald, grijper, objectglaasjeshouder en uitvoermagazijnen controleren en zo nodig met oplosmiddel reinigen. • Dispensernaald in een geschikt, compatibel oplosmiddel leggen en vervolgens met een pluisvrije doek reinigen (zie hoofdstuk 7.6.2). • Grijper voorzichtig met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek reinigen. • Objectglaasjeshouder en uitvoermagazijnen alleen met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek reinigen (zie hoofdstuk 7.6.3). Nooit de hele nacht in oplosmiddel laten liggen! De grijper NIET met de hand openen! Om de grijper te openen (voor het reinigen of om een gegrepen objectglaasje te verwijderen), de toets RELEASE SLIDE indrukken. Dit geldt bij reinigings- en onderhoudswerkzaamheden, na een noodstop en terwijl het apparaat in werking is.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
81
7.
Reiniging en onderhoud
7.4
Reiniging en onderhoud naar behoefte
A
Afdekmediumfles vullen: • De afdekmediumfles indien mogelijk aan het einde van de werkdag vullen met afdekmedium, zodat luchtbellen die bij het vullen ontstaan de volgende werkdag verdwenen zijn. • Het afdekmedium heeft 6-12 uur nodig om te ontgassen (tijd is afhankelijk van het type afdekmedium). • Indien nodig, de flessenhals en beide O-ringen (blauw = flessenhals en zwart = dispensergroep) van afdekmediumresten ontdoen.
B
Actieve-koolstoffilter indien nodig vervangen, uiterlijk echter na drie maanden (zie hoofdstuk 7.7.1).
C
Transferstation op verontreiniging controleren en zo nodig reinigen: • TS5015: transferarm (zie hoofdstuk 7.7.3) en wagen in y-richting. • TS5025: glijgoot (zie hoofdstuk 7.7.2) en transferarm.
7.5
Beschrijving van de dagelijks uit te voeren reinigingswerkzaamheden
7.5.1 Laadschacht en baktransport met transportketting • De laadschacht en het baktransport met transportketting op glasscherven en resten afdekmedium controleren en de verontreinigingen voorzichtig verwijderen. Bij deze reinigingswerken bestaat gevaar voor snijwonden. Daarom voorzichtig te werk gaan. Beschermende kleding dragen!
• Voor het verwijderen van kleefresten kan een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek worden gebruikt. Niet vastklevende glasscherven en glasstof kunnen met een in de handel verkrijgbare stofzuiger worden opgezogen.
7.5.2 Dispensernaald-reiniger (nozzle cleaner) • De dispensernaald-reiniger met ca. 5 ml oplosmiddel vullen. • De borstel controleren. Bij sterke verontreiniging of als de borstel hard is, deze door een nieuw exemplaar vervangen.
82
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
7. Reiniging en onderhoud 7.5
Beschrijving van de dagelijks uit te voeren reinigingswerkzaamheden (vervolg)
7.5.3 Glazen flesje in de parkeerstand van de dispenser • Het vloeistofpeil controleren. Zo nodig het flesje leegmaken en vullen met een compatibel oplosmiddel.
7.5.4 Laadbak • De laadbak met voldoende oplosmiddel vullen.
7.5.5 Dispensernaald • Vóór de start van het apparaat resp. de prime-cyclus de dispenseernaald op verstopping en kleefresten controleren. Bovendien controleren of de dispensernaald correct is aangebracht en niet is verbogen (zie ook hoofdstuk 4.6).
7.5.6 Dekglaasjesopvangschaal • Glasscherven uit de dekglaasjesopvangschaal verwijderen. Controleren of de dekglaasjesopvangschaal correct is aangebracht (zie hoofdstuk 4.10). Attentie: Als de dekglaasjesopvangschaal niet correct is aangebracht, kunnen er botsingen ontstaan.
7.5.7 Dekglaasjesmagazijn • Controleren of het dekglaasjesmagazijn correct is aangebracht. Door het bijvullen van dekglaasjes kunnen glasscherven in/onder het dekglaasjesmagazijn terechtkomen. Deze moeten worden verwijderd. Attentie: Als het dekglaasjesmagazijn niet correct is aangebracht, kunnen er problemen ontstaan bij het opnemen van de dekglaasjes voor het afdekken.
7.5.8 Runners van de Pick & Place-module • De runners aan de onderkant van de Pick & Place-module op verklevingen (afdekmedium met glassplinters) controleren en zo nodig voorzichtig met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek reinigen. Leica CV5030 – Afdekautomaat
83
7.
Reiniging en onderhoud
7.5
Beschrijving van de dagelijks uit te voeren reinigingswerkzaamheden (vervolg)
7.5.9 Zuignappen reinigen en vervangen
7.5.10 Dekglaasjessensor 89
88 Afb. 47
Afb. 46
• De zuignappen (afb. 46, 88) op kleine glassplinters (door gebroken glas) en kleefresten controleren. Kleefresten en glassplinters voorzichtig verwijderen. De zuignappen voorzichtig met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek schoonwrijven. Men mag de zuignappen niet in oplosmiddel laten liggen.
• De zuignappen moeten worden vervangen wanneer ze vervormingen en beschadigingen vertonen. Hiervoor de oude zuignappen met de vingers naar beneden lostrekken (zie afb. 46) en door nieuwe zuignappen vervangen.
84
De dekglaasjessensor (89) op verklevingen en beweegbaarheid controleren: • Aan de onderkant van de Pick & Place-module tussen de beide zuignappen bevindt zich de dekglaasjessensor. De dekglaasjessensor moet met de punt van een vinger heen en weer kunnen worden bewogen. • Beweegt de dekglaasjessensor niet en/of zijn verklevingen waarneembaar, dan moet de sensor voorzichtig met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek worden gereinigd.
7.5.11 Objectglaasjes-slider • De objectglaasjes-slider op kleefresten controleren en zo nodig voorzichtig met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek reinigen. Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
7. Reiniging en onderhoud 7.6
Beschrijving van de wekelijks uit te voeren reinigingswerkzaamheden
7.6.1 Dispensergroep Het verdient aanbeveling de dispensergroep eenmaal per week te spoelen met ca. 150 ml van een oplosmiddel dat compatibel is met het afdekmedium. Attentie: Vanwege de hoge druk bij het spoelen met oplosmiddel moeten handschoenen, een veiligheidsbril en beschermende kleding worden gedragen! Voor het opvangen van de spoelresten moet een opvangbak worden gebruikt met voldoende inhoud.
• Apparaat uitschakelen. • De standaard bijgeleverde extra glazen fles vullen met 150 ml oplosmiddel. • Als een derde glazen fles nodig is, omdat de extra fles al met afdekmedium is gevuld, kan nog een glazen fles met bestelnr. 14 0464 36537 worden besteld. • De afdekmediumfles losschroeven en uit het apparaat verwijderen.
• Wachten tot het apparaat geïnitialiseerd is en daarna te werk gaan zoals bij een nieuwe start (zie hoofdstuk 5.3.). De prime-cyclus moet zo lang worden uitgevoerd tot al het oplosmiddel door de dispensergroep is gespoeld (PRIMEtoets ingedrukt houden). Afdekmediumfles vullen: • Indien mogelijk aan het einde van de werkdag, zodat de luchtbellen die bij het vullen ontstaan de volgende werkdag verdwenen zijn. • Het afdekmedium heeft 6-12 uur nodig om te ontgassen (tijd is afhankelijk van het type afdekmedium). • Indien nodig, de flessenhals en beide O-ringen (blauw = flessenhals en zwart = dispensergroep) van afdekmediumresten ontdoen.
Attentie: Druppelgevaar – omlaagdruppelend medium moet meteen met een absorberende doek worden opgeveegd.
• Het afdekmedium van het uiteinde van de slang van de dispensergroep afvegen. • De met oplosmiddel gevulde extra fles in het apparaat plaatsen, de dop goed dichtdraaien (let erop dat de twee O-ringen goed zitten) en vervolgens het apparaat weer inschakelen.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
85
7.
Reiniging en onderhoud
7.6
Beschrijving van de wekelijks uit te voeren reinigingswerkzaamheden (vervolg)
7.6.2 Dispensernaald-reiniger (nozzle cleaner)
7.6.3 Objectglaasjeshouder, grijper en uitvoermagazijnen
Afb. 48
• De borstel van de dispensernaald-reiniger op opgedroogd, hard geworden afdekmedium controleren. • Hiervoor de borstel uit de kunststof container nemen en vastgekoekt afdekmedium verwijderen. • Een sterk verontreinigde of harde borstel vervangen door een nieuwe. • De kunststof container vóór aanvang van het werk vullen met 5 ml oplosmiddel. Hiervoor de bijgeleverde kunststof pipet gebruiken.
86
• Grijper met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek reinigen (eventueel ook dagelijks als etiketten worden gebruikt die uitsteken of die gevoelig zijn voor oplosmiddel). • De uitvoermagazijnen op vastgekoekt en gedroogd afdekmedium controleren. • Vooral opgedroogde kleefresten in de gleuven van de uitvoermagazijnen kunnen leiden tot problemen bij het inschuiven van de objectglaasjes. • De uitvoermagazijnen met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek reinigen.
Attentie: De uitvoermagazijnen mogen niet urenlang (bijv. de hele nacht) in een oplosmiddel liggen (zie hoofdstuk 7.1).
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
7. Reiniging en onderhoud 7.7
Beschrijving van de reiniging en het onderhoud naar behoefte
7.7.1 Actieve-koolstoffilter • Het actieve-koolstoffilter zoals beschreven in hoofdstuk 4.5 vervangen door een nieuw filter. De reservefilters moeten met ongeopende en onbeschadigde kunststof beschermhoes worden opgeslagen.
7.7.3 Transferarm van het transferstation TS5015 of TS5025 bij gebruik als workstation • De transferarm op verontreinigingen controleren en zo nodig voorzichtig met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek reinigen (afb. 50).
7.7.2 Glijgoot van het transferstation TS5015 of TS5025 bij gebruik als workstation • De glijgoot (90) op verontreinigingen controleren en zo nodig voorzichtig met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek reinigen (afb. 49).
Afb. 50
90
Afb. 49
Leica CV5030 – Afdekautomaat
87
7.
Reiniging en onderhoud
7.8
Werkwijze bij het verversen van het afdekmedium Vóór het verversen van het afdekmedium het apparaat uitschakelen en de stekker uit het stopcontact trekken! Vóór het uitschakelen de laadbak en de objectglaasjeshouders uit het apparaat verwijderen. Vanwege de hoge druk bij het spoelen met oplosmiddel moeten handschoenen, een veiligheidsbril en beschermende kleding worden gedragen! Voor het opvangen van de spoelresten moet een opvangbak worden gebruikt met voldoende inhoud.
7.8.1 Wissel van een afdekmedium op xyleenbasis naar een ander afdekmedium op xyleenbasis • Afdekmediumfles verwijderen. • Tweede glazen fles met 150 ml xyleen plaatsen en spoelen/primen (zie hoofdstuk 7.3 B). • Afdekmediumfles met nieuw afdekmedium plaatsen. • Een prime-cyclus uitvoeren. De PRIME-toets zo lang indrukken tot de slang geheel luchtbelvrij en met afdekmedium gevuld is.
7.8.2 Wissel van een op een xyleenvervangende stof gebaseerd afdekmedium naar een afdekmedium op xyleenbasis De volgorde van de afzonderlijke stoffen moet worden aangehouden, anders kunnen er melkachtige klonters ontstaan in de slang en in de dispensergroep.
88
• Afdekmediumfles verwijderen. • Tweede glazen fles met 150 ml xyleenvervangende stof plaatsen en spoelen/primen (zie hoofdstuk 7.3 B). • Tweede glazen fles leegmaken en met 150 ml 100 % ethanol vullen, plaatsen en spoelen. • Tweede glazen fles leegmaken en met 150 ml xyleen vullen, plaatsen en spoelen/primen. • Afdekmediumfles met nieuw afdekmedium plaatsen. • Een prime-cyclus uitvoeren. De PRIME-toets zo lang indrukken tot de slang geheel luchtbelvrij en met afdekmedium gevuld is.
7.8.3 Wissel van een afdekmedium op xyleenbasis naar een op een xyleenvervangende stof gebaseerd afdekmedium • Afdekmediumfles verwijderen. • Tweede glazen fles met 150 ml xyleen plaatsen en spoelen/primen (zie hoofdstuk 7.3 B). • Tweede glazen fles leegmaken en met 150 ml 100 % ethanol vullen, plaatsen en spoelen. • Tweede glazen fles leegmaken en met 150 ml xyleenvervangende stof vullen, plaatsen en spoelen/primen. • Afdekmediumfles met nieuw afdekmedium dat compatibel is met de vervangende stof plaatsen. • Een prime-cyclus uitvoeren. De PRIME-toets zo lang indrukken tot de slang geheel luchtbelvrij en met afdekmedium gevuld is. Alle onderdelen die met xyleen waren gevuld, moeten op het nieuwe afdekmedium worden ingesteld (= laadbak, glazen flesje, dispensernaald-reiniger)! Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
8. Storingen en het verhelpen van storingen 8.1 Storingscodes Hierna volgt een overzicht van alle storingsmeldingen inclusief de bijbehorende maatregelen om de storing te verhelpen. Als storingen niet kunnen worden verholpen met de in de tabel genoemde maatregelen, of herhaaldelijk optreden, moet contact worden opgenomen met de serviceafdeling van Leica. Als een storing optreedt, dient de gebruiker de preparaten die zich op verschillende plaatsen in het apparaat/workstation kunnen bevinden, te verwijderen. Hierbij moet op de eigen veiligheid worden gelet.
Melding
Oorzaak
Verhelpen van storing
Error 301 De objectglaasjes-slider is Objectglaasjes-slider (zie hoofdstuk 7.5.11) en uitvoermagazijn (zie SLIDER BLOCKED geblokkeerd. hoofdstuk 7.6.3) controleren. Blokkade (verklevingen door resten van afdekmedium) verhelpen (zie hoofdstuk 7.6.3). Apparaat uit- en inschakelen en verder gaan zoals beschreven in hoofdstuk 5.3. Error 305 GR-X BLOCKED
De grijpertang is in horizon- Als de grijpertang een objectglaasje heeft gegrepen, met REtale richting geblokkeerd. LEASE SLIDE de grijpertang openen en het objectglaasje handmatig verwijderen. Vervolgens het apparaat uit-/inschakelen en verder gaan zoals beschreven in hoofdstuk 5.3. Kleefresten (kleefresten van uitstekende, voor oplosmiddel gevoelige etiketten) op de bekken van de grijper verwijderen (zie hoofdstuk 7.6.3).
Error 306 GR-Z BLOCKED
De grijper is in verticale Blokkade verhelpen. Als de grijpertang een objectglaasje heeft richting geblokkeerd. gegrepen, met RELEASE SLIDE de grijpertang openen en het objectglaasje handmatig verwijderen. Vervolgens het apparaat uit-/inschakelen en verder gaan zoals beschreven in hoofdstuk 5.3.
Error 312 TS-X BLOCKED
De transferarm van het transferstation TS5025/ TS5015 kan niet naar links en niet naar rechts bewegen (x-as).
Leica CV5030 – Afdekautomaat
Blokkade (veroorzaakt door objectglaasjeshouder) verhelpen en de transferarm van de TS5025/TS5015 controleren. Lege objectglaasjeshouders van de glijgoot van het transferstation verwijderen. Het apparaat uit-/inschakelen en verder gaan zoals beschreven in hoofdstuk 5.3. De eventueel verwijderde objectglaasjeshouder in de afdekautomaat plaatsen en afdekken (afdekautomaat nu niet als workstation gebruiken).
89
8.
Storingen en verhelpen van storingen
8.1 Storingscodes (vervolg) Melding
Oorzaak
Verhelpen van storing
Error 313 TS-Z BLOCKED
De transferarm van het transferstation TS5025/ TS5015 kan niet naar boven en niet naar beneden bewegen (z-as).
Blokkade (veroorzaakt door objectglaasjeshouder) verhelpen en de transferarm van de TS5025/TS5015 controleren. Lege objectglaasjeshouders van de glijgoot van het transferstation verwijderen. Het apparaat uit-/inschakelen en verder gaan zoals beschreven in hoofdstuk 5.3. De eventueel verwijderde objectglaasjeshouder in de afdekautomaat plaatsen en afdekken (afdekautomaat nu niet als workstation gebruiken).
Error 314 TS-AX BLOCKED
De grijper van het transferstation TS5015 kan niet naar links en niet naar rechts bewegen (x-as).
Blokkade (veroorzaakt door objectglaasjeshouder) verhelpen en de grijper van de TS5015 controleren. Lege objectglaasjeshouders van de glijgoot van het transferstation verwijderen. Het apparaat uit-/inschakelen en verder gaan zoals beschreven in hoofdstuk 5.3. De eventueel verwijderde objectglaasjeshouder in de afdekautomaat plaatsen en afdekken (afdekautomaat nu niet als workstation gebruiken).
Error 315 TS-AY BLOCKED
De wagen van het transferstation TS5015 kan niet naar voren en niet naar achteren bewegen (y-as).
Blokkade (veroorzaakt door objectglaasjeshouder) verhelpen en de wagen van de TS5015 controleren. Lege objectglaasjeshouders van de glijgoot van het transferstation verwijderen. Het apparaat uit-/inschakelen en verder gaan zoals beschreven in hoofdstuk 5.3. De eventueel verwijderde objectglaasjeshouder in de afdekautomaat plaatsen en afdekken (afdekautomaat nu niet als workstation gebruiken).
Error 316 TS-AZ BLOCKED
De grijper van het transferstation TS5015 kan niet naar boven en niet naar beneden bewegen (z-as).
Blokkade (veroorzaakt door objectglaasjeshouder) verhelpen en de grijper van de TS5015 controleren. Lege objectglaasjeshouders van de glijgoot van het transferstation verwijderen. Het apparaat uit-/inschakelen en verder gaan zoals beschreven in hoofdstuk 5.3. De eventueel verwijderde objectglaasjeshouder in de afdekautomaat plaatsen en afdekken (afdekautomaat nu niet als workstation gebruiken).
Error 319 CS SENSOR DEF.
De dekglaasjessensor zit Met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte pluisvrije doek vastgekleefd of is defect. de Pick & Place-module en de dekglaasjessensor zoals beschreven in hoofdstuk 7.5.10 reinigen.
Error 322 CONFIG FAULT
De referentiewaarden van Contact opnemen met de serviceafdeling van Leica. het apparaat zijn onjuist.
90
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
8. Storingen en het verhelpen van storingen 8.2
Storingen opsporen en verhelpen
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Luchtbellen (tussen pre- Luchtbellen zijn ontstaan in het Na het vullen van de afdekmediumfles de fles ca. 6 - 12 uur paraat en dekglaasje). afdekmedium door het vullen van laten staan. de afdekmediumfles. De afdekmediumfles voorzichtig vullen. Vóór de volgende start van het apparaat controleren of bij de prime-cyclus het afdekmedium luchtbelvrij uit de dispensernaald komt. Tegelijkertijd mogen er ook geen luchtbellen meer in de slang van de dispensergroep zitten (ter controle afdekmedium op een leeg objectglaasje opbrengen). Luchtbellen (tussen pre- Hoogte van de dispensernaald is De naaldhoogte correct instellen (zie hoofdstuk 4.7.2). paraat en dekglaasje). niet correct ingesteld. De dispensernaald op verklevingen en verbuiging controleren. Luchtbellen (tussen pre- Gedeelte van de dispensernaald Dispensernaald reinigen: paraat en dekglaasje). kleeft vast resp. is geblokkeerd. De naald van de dispenser verwijderen en een nacht in een compatibel oplosmiddel laten liggen. Om verder te kunnen werken, een nieuwe naald met dezelfde diameter plaatsen en vóór het volgende afdekproces een voldoende lange prime-cyclus uitvoeren. Bij het terugplaatsen van de dispensernaald moet altijd de naaldhoogte worden gecontroleerd. De dispensernaald-reiniger controleren: Deze elke dag met voldoende oplosmiddel vullen. Als de borstel van de dispensernaald-reiniger vastkleeft en/of hard is geworden, de borstel vervangen. Luchtbellen (tussen pre- Dispensernaald is verbogen. paraat en dekglaasje).
Een nieuwe dispensernaald met dezelfde diameter plaatsen en vóór het volgende afdekproces een voldoende lange prime-cyclus uitvoeren. Bij het terugplaatsen van de dispensernaald moet altijd de naaldhoogte worden gecontroleerd. De dispensernaald-reiniger controleren: Deze elke dag met voldoende oplosmiddel vullen. Als de borstel van de dispensernaald-reiniger vastkleeft en/of hard is geworden, de borstel vervangen.
Luchtbellen (tussen pre- Verklevingen binnen in de dispen- Verklevingen door opgedroogd afdekmedium in de disparaat en dekglaasje). sergroep. pensergroep zijn meestal niet zichtbaar. Als ondanks het nemen van bovengenoemde maatregelen luchtbellen blijven ontstaan, moet de dispensergroep worden gespoeld met 100 ml van een compatibel oplosmiddel. Zie hiervoor hoofdstuk 7 - Reiniging en onderhoud.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
91
8.
Storingen en verhelpen van storingen
8.2
Storingen opsporen en verhelpen (vervolg)
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Luchtbellen (tussen pre- De gekozen dispensernaald is niet De diameter van de dispensernaald moet worden gekozen paraat en dekglaasje). geschikt voor het gebruikte afdek- op basis van de geadviseerde parameterinstellingen medium. voor de verschillende afdekmedia (zie hoofdstuk 5.12), of worden bepaald zoals beschreven bij de geadviseerde parameterinstellingen. Luchtbellen (tussen pre- De luchtbellen ontstaan doordat Als de lekkage in het slangsysteem niet kan worden paraat en dekglaasje). het slangsysteem van de dispen- verholpen, contact opnemen met de serviceafdeling sergroep lekkage vertoont. van Leica. Luchtbellen (tussen pre- Het afdekmedium is niet compatibel Zowel in de laadbak van de CV5030 als bij de laatste paraat en dekglaasje). met het gebruikte oplosmiddel. stappen van de voorafgaande kleuring een oplosmiddel gebruiken dat compatibel is met het afdekmedium. Als een in de handel verkrijgbaar afdekmedium met een oplosmiddel wordt verdund en dit niet compatibel is, kunnen eveneens kleine luchtbellen ontstaan. Incompatibiliteit is vaak aan streepvorming te herkennen. Luchtbellen (tussen pre- De zuignappen van de Pick & Als de zuignappen niet goed werken, wordt het dekglaasje paraat en dekglaasje). Place-module zijn vastgekleefd of niet goed opgebracht. vervormd. De zuignappen op verklevingen en vervorming controleren en deze zo nodig vervangen. Als de verklevingen het gevolg zijn van verkeerd ingestelde parameters (bijv. door te veel afdekmedium), moeten deze parameters gecontroleerd en zo nodig gecorrigeerd worden. Er wordt geen afdekme- 1. De dispensernaald is volledig 1. De dispensernaald is gedeeltelijk of volledig verstopt dium op het objectglaasje verstopt. door opgedroogd afdekmedium. De vastklevende opgebracht. 2. De stekker (hoofdstuk 4.6, naald door een nieuwe naald met dezelfde diameter afb. 8, 38) is losgetrokken. vervangen. 2. De stekker aansluiten. Afdekmedium wordt over 1. Hoogte van de dispensernaald is 1. De hoogte van de dispensernaald correct instellen. de gehele lengte van het niet correct ingesteld. 2. en 3. De hoogte van de dispensernaald en de afdekobjectglaasje inclusief 2. De gekozen dispensernaald is parameters moeten worden gekozen op basis van het tekstveld opgebracht. niet geschikt voor het gebruikte de geadviseerde parameterinstellingen voor de verafdekmedium. schillende afdekmedia (zie hoofdstuk 5.12 of worden 3. De afdekparameters zijn niet corbepaald zoals beschreven in hoofdstuk 5.13. rect.
92
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
8. Storingen en het verhelpen van storingen 8.2
Storingen opsporen en verhelpen (vervolg)
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Het preparaat wordt bij De hoogte van de dispensernaald De hoogte van de dispensernaald is te laag ingesteld, het opbrengen van het af- is niet correct ingesteld, of de dis- zodat de naald bij het opbrengen van het afdekmedium dekmedium beschadigd. pensernaald is verkeerd geplaatst. over het preparaat krast. De hoogte van de dispensernaald moet opnieuw worden ingesteld (zie hoofdstuk 4.7). Attentie! Let erop dat de dispensernaald goed vastzit (vastgeklemd in bevestigingsplaat). De dekglaasjes worden 1. Het dekglaasjesmagazijn is niet 1. Plaatsing van het dekglaasjesmagazijn controleren. niet correct op het objectcorrect geplaatst. Eventuele verontreinigingen en glasresten in/onder glaasje gelegd. 2. De dekglaasjes plakken aan het dekglaasjesmagazijn verwijderen. elkaar. 2. Kwalitatief goede dekglaasjes gebruiken en deze droog 3. De dekglaasjessensor is verontbewaren. reinigd. 3. De dekglaasjessensor op verontreinigingen controleren. Zo nodig de sensor reinigen met een in een compatibel oplosmiddel gedrenkte doek. Attentie! Als het probleem niet met de hierboven beschreven maatregelen kan worden opgelost, contact opnemen met de serviceafdeling van Leica. De oplegpositie van de 1. De dekglaasjes zijn niet correct 1. De dekglaasjes moeten aan de voorkant gelijkliggen dekglaasjes op het obin het dekglaasjesmagazijn gemet de rand van het dekglaasjesmagazijn. jectglaasje is niet correct. plaatst. 2. De parameter CSP (Coverslip position= oplegpositie 2. De parameter CSP is niet correct van het dekglaasje) moet worden gecorrigeerd. ingesteld. Daarnaast kan een wijziging van de parameter STP (Stroke Position= startpunt van het opbrengen van het afdekmedium) nodig zijn (zie hoofdstuk 5.10). Intacte dekglaasjes wor- 1. De dekglaasjessensor is veront- 1. De dekglaasjessensor op verontreinigingen controden in de dekglaasjesopreinigd. leren. Zo nodig de sensor reinigen met een in een vangschaal gedeponeerd. 2. De zuignappen zijn vervormd. compatibel oplosmiddel gedrenkte doek. 2. De zuignappen vervangen. Het afdekmedium wordt De dispensernaald is verstopt door niet gelijkmatig verdeeld. opgedroogd afdekmedium, of er heeft zich rond de dispensernaald opgedroogd afdekmedium verzameld.
Dispensernaald door een nieuwe naald vervangen. De verstopte dispensernaald een nacht in xyleen of een ander oplosmiddel laten liggen en daarna voorzichtig van afdekmediumresten ontdoen.
De Pick & Place-module Het dekglaasjesmagazijn is niet Controleren of zich op de bodem en/of in de houder van botst tegen het dekglaas- correct geplaatst. het dekglaasjesmagazijn vuil bevindt, bijv. glasscherven, jesmagazijn, of er is bij en dit zo nodig voorzichtig verwijderen. het opnemen van het dekglaasje een schrapend geluid te horen.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
93
8.
Storingen en verhelpen van storingen
8.2
Storingen opsporen en verhelpen (vervolg)
Probleem
Mogelijke oorzaak
Oplossing
Op het display wordt de 1. Er worden kwalitatief mindere 1. Objectglaasjes gebruiken die volgens norm ISO 8037/1 melding "CHECK-SLIDES" objectglaasjes gebruikt. zijn vervaardigd. weergegeven en er wor- 2. Objectglaasjes of objectglaas- 2. Objectglaasjes en objectglaasjeshouders op beschaden geen objectglaasjes jeshouders zijn beschadigd en diging controleren en zo nodig vervangen. gegrepen. worden niet door het apparaat herkend. Het bovenste gedeelte 1. De laadbak is niet met voldoende 1. Voor het "nat" afdekken moet de laadbak helemaal met van de weefselpreparaoplosmiddel gevuld. oplosmiddel zijn gevuld. Het vloeistofpeil controleren ten op de objectglaasjes 2. De laadbak is te laag om de en zo nodig oplosmiddel bijvullen. is opgedroogd. weefselcoupes volledig met 2. Als het maximale vloeistofpeil niet toereikend is om oplosmiddel te bedekken. de weefselpreparaten volledig te bedekken, moet de standaard bijgeleverde diepe laadbak worden gebruikt. Laadbak, diep - bestelnr. 14 0478 39657 Attentie! Bij het gebruik van de diepe laadbak in workstations (Leica ST5010 Autostainer XL of Leica ST5020 Multistainer) moet erop worden gelet, dat bij oudere modellen of bij ombouw tot workstation een technische modificatie nodig is. Hiervoor contact opnemen met de serviceafdeling van Leica. De objectglaasjeshou- 1. De bakinzetstukken of object- 1. Controleren of de bakinzetstukken of objectglaasjesders passen niet in het glaasjeshouders zijn verontreihouders correct in de laadbak zijn geplaatst. Eventueel bakinzetstuk. nigd, verbogen of niet correct in aanwezige verontreinigingen en glasscherven voorde laadbak geplaatst. zichtig verwijderen. 2. Er worden objectglaasjeshouders 2. Bakinzetstukken gebruiken die passen bij de objectvan andere fabrikanten gebruikt glaasjeshouders (zie hoofdstuk 9 - Optionele toebedie niet compatibel zijn met de horen). gebruikte bakinzetstukken. De laadbak komt niet naar Er zit een (mechanisch) obstakel in Het transportmechanisme bestaat uit een kettingmodule voren, de transportketting het transportbereik. op de bodem van de laadbaklade. beweegt niet. Controleren of de kettingen bewegen wanneer de laadbaklade naar buiten wordt getrokken. Als dit niet het geval is, zitten de kettingen wellicht vast, bijv. door glassplinters of opgedroogd afdekmedium. Ook controleren of aan de onderkant van de laadbak vastklevende glasscherven of objectglaasjes zitten. Het transportbereik met een geschikt oplosmiddel, bijv. xyleen, reinigen. Als het kettingmechanisme ook na de reiniging niet werkt, contact opnemen met de servicedienst van Leica.
94
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
9. Optionele toebehoren 9.1 Bestelinformatie Er mogen uitsluitend toebehoren en reserveonderdelen worden gebruikt die door Leica zijn goedgekeurd, om beschadiging aan het apparaat of aan de preparaten te voorkomen. Benaming
Bestelnummer
Dispensernaald, 21 G
14 0478 40157
Dispensernaald, 20 G
14 0478 40158
Dispensernaald, 18 G
14 0478 40159
Dispensernaald, 16 G
14 0478 40160
Dispensernaald-reiniger set, groot
14 0478 40941
Dispensernaald-reiniger set, klein
14 0478 40559
Dispensernaald-borstel, 5 stuks
14 0478 41115
Dekglaasjesopvangschaal
14 0478 39585
Uitvoermagazijn 30, 4 stuks
14 0478 39586
Uitvoermagazijn 20, 6 stuks
14 0478 40117
Laadbak voor objectglaasjeshouders, plat, optioneel (voor apparaten met serienr. lager dan 3472)
14 0478 39592
Laadbak voor objectglaasjeshouders, diep
14 0478 39657
Deksel voor laadbak
14 0478 39584
Deksel met uitsparing voor laadbak
14 0478 40337
Afdekmediumfles met dop
14 0464 36537
O-ring 28x3 mm, 5 stuks
14 0253 45452
Dekglaasjesmagazijn, 40-60x24 mm
14 0478 39749
Dekglaasjesmagazijn, 40-60x22 mm
14 0478 39748
Afzuigslang ID32 mm
14 0478 39820
Glazen flesje met dop
14 0478 39789
Zuignap, 2 stuks
14 0478 39701
Objectglaasjeshouder 20, type Sakura, plastic
14 0474 33463
Objectglaasjeshouder 30, type Leica, metaal, 1 stuks
14 0456 33919
Objectglaasjeshouder 20, type Leica, metaal, 1 stuks
14 0474 32789
Leica CV5030 – Afdekautomaat
95
9.
Optionele toebehoren
9.1 Bestelinformatie (vervolg): Benaming
Bestelnummer
Objectglaasjeshouder 30, plastic, 5 stuks
14 0475 33643
Objectglaasjeshouder 30, plastic, 1 stuks
14 0475 33750
Objectglaasjeshouder 30, type Leica, plastic
14 0478 38029
Varistain-adapter voor Varistain 24-2
14 0464 37659
Adapter voor DRS601/Varistain XY
14 0464 37058
Bakinzetstuk voor Leica-objectglaasjeshouder voor 30 objectglaasjes
14 0478 39593
Bakinzetstuk voor Leica-objectglaasjeshouder voor 20 objectglaasjes
14 0478 36706
Bakinzetstuk voor objectglaasjeshouder 20, type Leica Sakura
14 0478 36707
Bakinzetstuk Shandon 20
14 0478 36709
Bakinzetstuk Medite/Hacker 20
14 0478 36710
Bakinzetstuk Medite/Hacker 20
14 0478 37263
Bakinzetstuk Medite/Hacker 20/40
14 0478 39781
Leica TS5025 - transferstation
14 0478 39710
Leica TS5015 - transferstation
14 0506 38050
Basisplaat voor workstation
14 0475 37647
Leica staat niet garant voor de kwaliteit van objectglaasjeshouders van andere fabrikanten en kan niet garanderen dat dergelijke objectglaasjeshouders goed in het apparaat werken. Het gebruik van objectglaasjeshouders van andere fabrikanten gebeurt op eigen verantwoordelijkheid!
96
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
9. Optionele toebehoren 9.1 Bestelinformatie (vervolg): Leica CV Mount, afdekmedium, voor alle gangbare afdekautomaten en voor handmatig afdekken. 4 flessen à 250 ml, in kartonnen doos Bestelnr. 14 0464 30011
Afb. 51
Leica ST Ultra, Intermedium Leica ST Ultra werd ontwikkeld als vervangingsmiddel voor xyleen voor histologische preparaatinbedding, voor preparaatdeparaffinering en voor handmatige en automatische preparaatafdekking. Voor het gebruik bij de preparaatafdekking kan ST Ultra alleen in combinatie met Leica CV Ultra worden gebruikt. 1 blik, 10 liter Afb. 52
Bestelnr. 14 0709 36260 Leica CV Ultra, 1 x 250 ml - afdekmedium. Voor alle gangbare afdekautomaten en voor handmatig afdekken. Xyleenvrij. 1 fles à 250 ml Bestelnr. 14 0709 37891 6 flessen à 100 ml, in kartonnen doos Bestelnr. 14 0709 36261
Afb. 53
Leica CV5030 – Afdekautomaat
97
9.
Optionele toebehoren
9.1 Bestelinformatie (vervolg): Standaard actieve-koolstoffilter, voor het werken met xyleen Bestelnr. 14 0422 30673
Afb. 54
Afb. 55
Dekglaasjes, van zuiver wit glas, hydrolytische klasse 1, dikte nr. 1 (0,13 - 0,17 mm) Geleverde hoeveelheid: 1000 stuks - in plastic hoezen à 100 stuks Afmeting 24x40 mm Bestelnr. 14 0711 35635 Afmeting 24x50 mm Bestelnr. 14 0711 35636 Afmeting 24x55 mm Bestelnr. 14 0711 35637 Afmeting 24x60 mm Bestelnr. 14 0711 35638 Dispensernaald, 21 G, extra klein, 1 stuks 20 G, klein, 1 stuks 18 G, groot, 1 stuks 16 G, extra groot, 1 stuks
21 G
20 G
18 G
Bestelnr. 14 0478 40157 14 0478 40158 14 0478 40159 14 0478 40160
16 G Afb. 56
98
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
9. Optionele toebehoren 9.1 Bestelinformatie (vervolg):
7
10 1
3
8
9
4 5
6 2
Afb. 57
Dispensernaald-reiniger, compleet Dispensernaald-reiniger bestaande uit: • 1 container (1) met deksel (10) • 2 borstels (2) • 1 houder (3) met inbusbout (7) en onderlegring (8) • 1 hoeksteun (4) met 2 inbusbouten (9) • 1 inbussleutel (6) • 1 plastic pipet (7,7 ml) (1) • 1 gebruiksaanwijzing Bestelnr. 14 0478 40941
Dispensernaald-reiniger, klein Set bestaande uit: • container • deksel • borstel Bestelnr. 14 0478 40559 Afb. 58
Dispenser-borstel, set van 5 Bestelnr. 14 0478 41115 Afb. 59
Leica CV5030 – Afdekautomaat
99
9.
Optionele toebehoren
9.1 Bestelinformatie (vervolg): Dekglaasjesopvangschaal Bestelnr. 14 0478 39585
Afb. 60
Uitvoermagazijn 30, voor 30 objectglaasjes, 4 stuks Bestelnr. 14 0478 39586
Afb. 61
Uitvoermagazijn 20, voor 20 objectglaasjes, 6 stuks Bestelnr. 14 0478 40117
Afb. 62
Laadbak voor objectglaasjeshouders, plat Bestelnr. 14 0478 39592
Afb. 63
100
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
9. Optionele toebehoren 9.1 Bestelinformatie (vervolg): Laadbak voor objectglaasjeshouders, diep In tegenstelling tot de platte laadbak heeft de diepe laadbak twee inkepingen aan de zijkant, zodat deze goed te herkennen is. Bestelnr. 14 0478 39657
Afb. 64
Deksel voor laadbak Bestelnr. 14 0478 39584 Afb. 65
Afb. 66
Deksel met uitsparing, voor laadbak, alleen in combinatie met bakinzetstuk voor Leica-objectglaasjeshouder voor 30 objectglaasjes - 14 0478 39593 Bestelnr. 14 0478 40337 Glazen fles met dop, fles voor afdekmedium, inhoud 250 ml, leeg, met dop Bestelnr. 14 0464 36537
Afb. 67
Leica CV5030 – Afdekautomaat
101
9.
Optionele toebehoren
9.1 Bestelinformatie (vervolg): Dekglaasjesmagazijn, dekglaasjesmagazijn multi-sizeTM met inzetstukken voor het opnemen van verschillende gangbare dekglasmaten. 40-60 x 22 mm 40-60x24 mm
Bestelnr. 14 0478 39748 Bestelnr. 14 0478 39749
Afb. 68
Afzuigslang, oplosmiddelbestendig, flexibel, 3 m lang, diameter 32 mm. Bestelnr. 14 0478 39820
Afb. 69
Glazen flesje met dop Bestelnr. 14 0478 39789
Afb. 70
Zuignappen, verpakking à 2 stuks Afb. 71
102
Bestelnr. 14 0478 39701
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
9. Optionele toebehoren 9.1 Bestelinformatie (vervolg): Sakura-objectglaasjeshouder, type Sakura, plastic, 1 stuks Waarschuwing: in combinatie met ST4040 de transportbeugel 14 0474 34969 gebruiken. Bestelnr. 14 0474 33463
Afb. 72
Objectglaasjeshouder 30, plastic, verpakking à 5 stuks Bestelnr. 14 0475 33643 plastic - 1 stuks
Bestelnr. 14 0475 33750
Afb. 73
Leica CV5030 – Afdekautomaat
103
9.
Optionele toebehoren
9.1 Bestelinformatie (vervolg): Objectglaasjeshouder 30, gemodificeerd, plastic, 1 stuks, voor Varistain-adapter (14 0464 37659) Bestelnr. 14 0478 38029
Afb. 74
Varistain-adapter, adapter voor Shandon-Varistain 24-4 Waarschuwing: Voor gebruik met Leica-objectglaasjeshouder 30, gemodificeerd, plastic 14 0478 38029, om Varistain 24-4 met CV5030 te combineren. Bestelnr. 14 0464 37659
Afb. 75
104
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
9. Optionele toebehoren 9.1 Bestelinformatie (vervolg): Bakinzetstuk Leica 20, voor Leica-objectglaasjeshouders, voor 20 objectglaasjes Bestelnr. 14 0478 36706 Afb. 76
Bakinzetstuk Sakura 20, objectglaasjeshouder voor 20 objectglaasjes Bestelnr. 14 0478 36707 Afb. 77
Bakinzetstuk Shandon 20, voor Shandon-Gemini, objectglaasjeshouder voor 20 objectglaasjes Bestelnr. 14 0478 36709 Afb. 78
O-ring voor afdekmediumfles, 28 x 3 mm, verpakking à 5 stuks Bestelnr. 14 0253 45452
Afb. 79
Leica CV5030 – Afdekautomaat
105
10. Garantie en service
Garantie Leica Biosystems Nussloch GmbH staat ervoor in, dat het geleverde contractproduct onderworpen werd aan een omvangrijke kwaliteitscontrole conform de interne keuringsnormen van Leica, en dat het product niet behept is met gebreken en alle gegarandeerde technische specificaties en/of overeengekomen eigenschappen bezit. De omvang van de garantie richt zich naar de inhoud van het afgesloten contract. Bindend zijn uitsluitend de garantievoorwaarden van het Leica-verkoopfiliaal resp. de firma waar u het contractproduct hebt gekocht. Service-informatie Neem voor technische ondersteuning of het bestellen van vervangende onderdelen contact op met de vertegenwoordiger of dealer van Leica bij wie dit apparaat gekocht is. Hierbij is de volgende informatie nodig: • • • •
Modelaanduiding en serienummer van het apparaat. Locatie van het apparaat en naam van de contactpersoon. De reden voor het inroepen van ondersteuning. De leverdatum van het apparaat.
Stilleggen en afvoeren Het apparaat of onderdelen van het apparaat moeten conform de ter plaatse geldende wetgeving worden afgevoerd.
106
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
Bijlage A Gebruiksspecifieke aanwijzingen en aanbevelingen A1.1 Kunststof objectglaasjeshouders, uitvoermagazijnen en dekglaasjesmagazijnen van Leica De kunststof toebehoren van Leica zijn gemaakt van een speciaal materiaal en gaan daardoor lang mee. Verschillende factoren, zoals materiaalafhankelijke veroudering, gebruiksafhankelijke materiaalmoeheid, hitte en verontreiniging, kunnen ertoe leiden dat de kunststof verandert. Daarom behoren de objectglaasjeshouders en uitvoermagazijnen van Leica tot de optionele toebehoren en staan ze in hoofdstuk 9 vermeld. Om de kunststof toebehoren zo lang mogelijk te kunnen gebruiken, hebben we voor de volgende objectglaasjeshouders, uitvoermagazijnen en dekglaasjesmagazijnen enkele aanbevelingen geformuleerd: • • • • •
uitvoermagazijn voor 30 objectglaasjes (14 0478 39586) uitvoermagazijn voor 20 objectglaasjes (14 0478 40117) objectglaasjeshouder voor 30 objectglaasjes, type Leica, plastic (14 0475 33750) objectglaasjeshouder voor 20 objectglaasjes, type Sakura, plastic (14 0474 33463) objectglaasjeshouder voor 30 objectglaasjes, type Leica, gemodificeerd, plastic, voor Varistainadapter (14 0478 38029) • dekglaasjesmagazijn voor dekglaasjes 40-60x24 mm (14 0478 39749) • dekglaasjesmagazijn voor dekglaasjes 40-60x22 mm (14 0478 39748) Kunststof toebehoren van Leica mogen nooit langdurig (bijv. de hele nacht voor reinigingsdoeleinden) in oplosmiddel of bij hoge temperaturen worden bewaard!
Voor een goede werking van de uitvoermagazijnen mogen de zijwanden van de uitvoermagazijnen niet worden beschadigd: • De uitvoermagazijnen mogen niet urenlang (bijv. de hele nacht) in een oplosmiddel liggen (zie hoofdstuk 7.1). • Na contact met oplosmiddel of water mogen de uitvoermagazijnen niet langdurig (bijv. de hele nacht) of bij temperaturen boven 100 °C worden gedroogd.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
107
Bijlage A
Gebruiksspecifieke aanwijzingen en aanbevelingen
A1.1 Kunststof objectglaasjeshouders, uitvoermagazijnen en dekglaasjesmagazijnen van Leica (vervolg) Voor een goede werking van de objectglaasjeshouders moet het volgende in acht worden genomen: • De objectglaasjeshouders moeten voorzichtig worden behandeld. Niet laten vallen of tegen andere voorwerpen stoten, omdat ze anders kunnen breken. • Na contact met oplosmiddel of water mogen de objectglaasjeshouders niet langdurig (bijv. de hele nacht) of bij temperaturen boven 100 °C worden gedroogd. Voor een goede werking van de dekglaasjesmagazijnen moet het volgende in acht worden genomen: • Na contact met oplosmiddel of water mogen de dekglaasjesmagazijnen niet langdurig (bijv. de hele nacht) of bij temperaturen boven 100 °C worden gedroogd.
A1.2 Objectglaasjeshouders van andere fabrikanten Leica staat niet garant voor de kwaliteit van objectglaasjeshouders van andere fabrikanten en kan niet garanderen dat dergelijke objectglaasjeshouders goed in het apparaat werken. Het gebruik van objectglaasjeshouders van andere fabrikanten gebeurt op eigen verantwoordelijkheid. • Voor het gebruik van objectglaasjeshouders van andere fabrikanten zijn speciale bakinzetstukken nodig, die onder "Optionele toebehoren" zijn te vinden. • We adviseren ook de objectglaasjeshouders van andere fabrikanten regelmatig op beschadiging, verontreiniging en vervorming te controleren. Deze factoren in combinatie met de andere constructie van de objectglaasjeshouders van andere fabrikanten kunnen leiden tot storingen in het apparaat. Daarom moet met name bij het gebruik van objectglaasjeshouders van andere fabrikanten erop worden gelet dat deze intact zijn.
108
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
Bijlage A Gebruiksspecifieke aanwijzingen en aanbevelingen A1.3 Objectglaasjes en grijpmechanisme Het nieuwe grijpmechanisme is te herkennen aan de rood geanodiseerde grijpervingers van de objectglaasjesgrijper. Het nieuwe grijpmechanisme is vanaf serienummer 3000 in de CV5030 te vinden. Attentie! Tijdens noodzakelijke reinigingswerkzaamheden binnen in het apparaat mag het grijpmechanisme voor de objectglaasjes niet veranderd of gemanipuleerd worden. De rood geanodiseerde grijpervingers mogen niet handmatig uiteengebogen, samengedrukt of verbogen worden.
Het nieuwe grijpmechanisme is geschikt voor alle objectglaasjes die volgens ISO 8037-1:1986 zijn vervaardigd en de volgende randeigenschappen hebben: 1.) 90° geslepen 2.) 90°gesneden 3.) 45° geslepen 4.) Gevatte randen (geslepen resp. prismavorm) 5.) Afgeschuinde hoeken (clipped corners) met de hierboven beschreven randeigenschappen
A1.4 CV5030 - goedgekeurde en aanbevolen objectglaasjes Naam
Fabrikant
Eigenschappen en beschrijving
Snowcoat
Leica - Surgipath
Geslepen randen 90°
Snowcoat
Leica - Surgipath
Geslepen randen 45°
Snowcoat
Leica - Surgipath
Clipped corners
Snowcoat Pearl
Leica - Surgipath
Geslepen randen 90°
X-tra Slides
Leica - Surgipath
Geslepen randen 90° clipped corners
X-tra Adhesive Slides
Leica - Surgipath
Clipped corners
X-tra Adhesive Slides
Leica - Surgipath
Geslepen randen 90°
Micro-Slides
Leica - Surgipath
Geslepen randen 90°
Apex Superior Adhesive Slides
Leica - Surgipath
Geslepen randen 90°
Superfrost "Plus" white (Menzel Leica - Surgipath Gläser)
Geslepen randen 90°
Polysine (Menzel Gläser)
Geslepen randen 90°
Leica CV5030 – Afdekautomaat
Leica - Surgipath
109
Bijlage A
Gebruiksspecifieke aanwijzingen en aanbevelingen
A1.4 CV5030 - goedgekeurde en aanbevolen objectglaasjes (vervolg) VCE Micro-Slides
Leica - Surgipath
Geslepen randen 90°
Naam
Fabrikant
Eigenschappen en beschrijving
Bloodsmear Slides / Art. 3010-SBE Leica - Surgipath Frosted End
Beveled edges
Bloodsmear Slides / Art. 00375 Dou- Leica - Surgipath blefrost
Beveled edges
De volgende objectglaasjes zijn goedgekeurd voor de objectglaasjesgrijper die vanaf serienummer 3000 is ingebouwd: Leica staat niet garant voor de kwaliteit van objectglaasjes van andere fabrikanten en kan niet garanderen dat dergelijke objectglaasjes goed in het apparaat werken. Het gebruik van objectglaasjes van andere fabrikanten gebeurt op eigen verantwoordelijkheid. Voordat objectglaasjes van andere fabrikanten worden gebruikt, verdient het aanbeveling deze in het apparaat te testen.
Naam
Fabrikant
Eigenschappen en beschrijving
Superfrost
Menzel Gläser
Geslepen randen 45°
Superfrost
Menzel Gläser
Geslepen randen 90°
Immuno
Dako
Geslepen randen 90°
Histobond
Marienfeld
Geslepen randen 90°
Unimark
R. Langenbrinck
Geslepen randen 45°/90°
Thin Prep Slides
Hologic Cytyc
Geslepen randen 90° clipped corners
Cod.09-OMB95
Bio-Optica
Geslepen randen 45°
SP Brand Superfrost Micro Slides
Erie Scientific Co. Geslepen randen 90°
Adhesive Slides
Knittel
Printer Slides (aanbevolen voor Leica Knittel IP-S printer)
110
Geslepen randen 90° Geslepen randen 90° clipped corners
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
Bijlage A Gebruiksspecifieke aanwijzingen en aanbevelingen De volgende objectglaasjes zijn goedgekeurd voor de objectglaasjesgrijper die vanaf serienummer 3000 is ingebouwd (vervolg): Naam
Fabrikant
Eigenschappen en beschrijving
Colorfrost Plus
Thermo Fisher Scientific Geslepen randen 90° Carl Roth GmbH
Geslepen randen 45° clipped corners
Carl Roth GmbH
Geslepen randen 90°
VWR
Geslepen randen 90°
VWR
Geslepen randen 45° clipped corners
A1.5 Dekglaasjes Voor de afdekautomaat Leica CV5030 adviseren we dekglaasjes te gebruiken die speciaal voor het automatisch afdekken zijn ontwikkeld. Deze dekglaasjes zijn zodanig vervaardigd dat ze niet of nauwelijks aan elkaar plakken. We bevelen de volgende dekglaasje aan: • Surgipath™ Premier Cover Glass • Surgipath™ Cover Glass for Automated Coverslippers Dekglaasjes moeten altijd in een droge omgeving worden bewaard. Bij een verhoogde luchtvochtigheid gaan de dekglaasje aan elkaar plakken, waardoor storingen kunnen optreden tijdens het afdekproces.
Leica CV5030 – Afdekautomaat
111
Bijlage A
Gebruiksspecifieke aanwijzingen en aanbevelingen
A1.6 Etiketten (labels) voor objectglaasjes De Leica Universal Label-etiketten zijn voor het gebruik in de afdekautomaat CV5030 geoptimaliseerd en bieden een uitstekende kwaliteit. De beste printkwaliteit wordt bereikt wanneer de Leica Universal Label-etiketten worden bedrukt met de Cognitive Label Printer. Deze printer is alleen verkrijgbaar bij Leica Biosystems. Eenmaal bedrukt en op het objectglaasje aangebracht blijven de Leica Universal Label-etiketten langdurig goed. Ze verkleuren niet, ze verouderen niet en ze laten niet los, zelfs niet onder de meest extreme omstandigheden zoals die zich bij de verschillende kleurprotocollen voordoen. De barcode en de tekst die op de Leica Universal Label-etiketten worden geprint, zijn duidelijk en scherp. Zelfs na de extreme omstandigheden bij de kleuring zijn ze goed leesbaar en kunnen ze zonder problemen worden gescand.
112
Leica Universal Label: Etiketafmeting:
22 mm x 15 mm (7/8 " x 19/32 ") 1 x 3000 etiketten, bestelnr. 14 0605 46822 6 x 3000 etiketten, bestelnr. 14 0605 46823
Cognitive Cxi:
Bestelnr. 14 0605 46820 Bestelnr. 14 0605 46821
USA-uitvoering EU-uitvoering
Gebruiksaanwijzing V 3.1 RevF – 04/2015
www.LeicaBiosystems.com
Leica Biosystems Nussloch GmbH Heidelberger Straße 17-19 D- 69226 Nussloch Telefoon: +49 6224 - 143 0 Fax: +49 6224 - 143 268 Internet: http://www.LeicaBiosystems.com