JAARREKENING 2014
INHOUDSOPGAVE
JAARREKENING
2014 Bladzijde
I nleiding/Leeswijzer
1
Jaarverslag Hoofdstuk 1
a. b.
Programmaverantwoording Voortgang bestuursprogramma
3 29
Hoofdstuk 2 Verslag ter verantwoording van het financieel beheer a. rekeningresultaat b. analyse van de belangrijke afwijkingen tussen de jaarrekening en de najaarsrapportage
33 33
Hoofdstuk 3 Paragrafen a. ontwikkelingen in 2014 b. overzicht incidentele baten en lasten c. lopende investeringen d. waterschapsbelastingen e. weerstandsvermogen f. financiering (treasuryparagraaf) g. risicoparagraaf h. verbonden partijen i. bedrijfsvoering j. EMU-saldo
53 53 54 55
36
71 73 75 77 79 81
83
Jaarrekening Hoofdstuk 4 Salans met toelichting
84
Hoofdstuk 5 Exploitatierekening naar kostendragers
97
Hoofdstuk 6 Exploitatierekening naar programma's
99
Hoofdstuk 7 Exploitatierekening naar kosten- en opbrengstsoorten
102
Hoofdstuk 8 Topinkomens
105
Hoofdstuk 9 Controleverklaring
107
Hoofdstuk 10 Vaststelling jaarrekening 2014
109
BIJLAGEN
111
1.
Kredietoverzicht per 31 december 2014
112
2.
Overzicht afgesloten projecten 2014
114
Inleiding De jaarrekening 2014 is samengesteid conform de regelgeving volgens de Waterschapswet. Het jaarverslag is onderverdeeld in een aantal thema's, programma's genaamd. Bij de indeling in programma's is de hoofdindeling van het beheerplan gevolgd. Dit zijn de programma's Veiligheid, Watersystemen en Organisatie. Op grond van de Waterschapswet kent het waterschap twee taken; watersysteembeheer en zuiveringsbeheer.
Leeswijzer ln hoofdstuk 1 a, programmaverantwoording, wordt per programma ingegaan op onze visie en de realisatie van de beleidsdoelen. In de onder de programma's opgenomen subprogramma's worden de beleidsdoelen nader uitgewerkt. In hoofdstuk 1 b, voortgang bestuursprogramma, wordt verwezen naar de evaluatie van het bestuursprogramma 2009 - 2012 en de aandachtspunten voor de komende jaren. Hoofdstuk 2 bevat grotendeels financiële beschouwingen. Hier wordt onder andere ingegaan op de uitkomst van de jaarrekening. Het exploitatieresultaat wordt hier uitgebreid geanalyseerd. In hoofdstuk 3 zijn de voorgeschreven paragrafen opgenomen. Hier wordt ondermeer ingegaan op de vermogenspositie en de financiering. In hoofdstuk 4 is de balans met toelichting opgenomen. De balans geeft de vermogenspositie weer. In de hoofdstukken 5, 6 en 7 is de exploitatierekening naar respectievelijk kostendrager, programma's en kosten- en opbrengstsoorten opgenomen. In de rekening naar kostendrager en programma's is volstaan met een korte toelichting op de uitkomsten. Dit om te voorkomen dat dezelfde toelichtingen meerdere malen worden gegeven. De uitgebreide analyse is namelijk opgenomen in hoofdstuk 2. In hoofdstuk 8 "Topinkomens" zijn de gegevens volgens de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) opgenomen. De controleverklaring is opgenomen in hoofdstuk 9. De vaststelling van de rekening vindt u onder hoofdstuk 10. De (verplichte) bijlagen bij de jaarrekening zijn afzonderlijk opgenomen.
-1-
-2-
HOOFDSTUK
1a. PROGRAMMAVERANTWOORDING
2014
Inleiding
De Waterschapswet geeft het algemeen bestuur een grote roi in de beleidsbepalende functie. Dit wordt onder meer bereikt door in de begroting het beleid van het waterschap voor de komende jaren weer te geven. Maar ook door in de begroting de acties / maatregelen voor het komende jaar te benoemen. De begroting is daarom ingedeeld naar programma's. De programma's sluiten aan bij de indeling van het beheerplan 2010 - 2015. Per programma dient expliciet te worden weergegeven welke doelstellingen het waterschap nastreeft. Hierbij worden de drie w's als richtlijnen gebruikt. • Wat willen we bereiken. Zie hiervoor onze visie per programma en de beleidsdoelen. • Wat gaan we daarvoor doen. Zie de acties per programma. • Wat gaat het kosten. De acties leiden over het algemeen tot investeringskosten. Per programma worden de investeringskosten getotaliseerd. Het programmaplan 2014 is gebaseerd op het beheerplan 2010-2015 en het meerjarenprogrammaplan 2014 - 2017. De opbouw van het programmaplan is grotendeels identiek aan het beheerplan. De programmaverantwoording geeft aan wat we van de voorgenomen activiteiten hebben uitgevoerd en is een soort jaarverslag. Leeswijzer De indeling van de programmaverantwoording 2014 is grotendeels gelijk aan de indeling van het programmaplan (begroting) en is als voigt. Programma = thema Het programmaplan bestaat uit drie programma's: veiligheid, watersystemen en organisatie. Deze drie programma's komen overeen met de hoofdthema's uit het beheerplan. Het beheerplan kent nog een vierde hoofdthema: water en ruimtelijke ordening. Deze is om praktische redenen in het programmaplan opgenomen onder het programma watersystemen. Onderdelen per programma Eerst wordt per programma onze visie weergegeven. Deze visie komt overeen met de visie uit het beheerplan. Zie hoofdstuk 2, "Misste, ambitie en visie" van het beheerplan. Daarna wordt per programma het beleidsdoel weergegeven. Ook deze komt overeen met het beleidsdoel per thema van het beheerplan. Vervolgens is het programma onderverdeeld in subprogramma's. Onderdelen subprogramma De onderverdeling in subprogramma's is overgenomen van het beheerplan. Ook daar is een thema uitgewerkt in een of meer paragrafen. Ook een subprogramma kent een beleidsdoel. Dit beleidsdoel is overgenomen uit het beheerplan. In het beheerplan worden vervolgens acties genoemd die als doel hebben het beleidsdoel te bereiken of te realiseren. Deze acties worden in het programmaplan ook acties genoemd. Per actie is een einddatum genoemd. Deze einddatum is oorspronkelijk overgenomen van het beheerplan. Omdat een groat aantal acties een doorlooptijd heeft langer dan één jaar, wordt zo nodig een concreet "tussenresultaat" voor 2014 gegeven onder het kopje "Wat doen we in 2014?". Voar de programmaverantwoording is het laatste kopje vervangen door "wet waren in 2014 de voorgenomen activiteíten?".
-3-
Omgaan met beheerplanacties
Niet alle beheerplanacties zijn in het jaarplan terug te vinden. Beheerplanacties die zijn afgerond zijn niet opgenomen. Jaarlijks worden deze acties in de jaarrekening vermeid. Dit overzicht zal uiteindelijk alle acties van het beheerplan bevatten. Acties waarvoor in het begrotingsjaar nog geen werkzaamheden worden uitgevoerd worden ook niet opgenomen. Hierdoor kunnen verschilIen ontstaan tussen de beheerplanacties in de begroting en de meerjarenraming. De einddatum per actie ligt in principe vast. Deze datum is uit het beheerplan overgenomen. Door omstandigheden kan het voorkomen dat een datum vervroegd kan worden. Ook kan het voorkomen dat een vertraging in de voortgang optreedt. Via de voor- en najaarsrapportage wordt hierover gerapporteerd. Een eventuele aanpassing van een einddatum wordt in de begroting of de meerjarenraming opgenomen. Dergelijke aanpassingen worden via een voetnoot bij de betreffende actie kenbaar gemaakt. De rapportage van de werkelijke uitvoering van onze activiteiten is opgenomen onder het kopje "Wat hebben we gedaan in 2014?' Met de toevoeging
+, - of +/- wordt de voortgang van een actiepunt
symbolisch weergegeven. Via het kopje "Liggen we nog op schema?' wordt tot slot aangegeven in hoeverre de aangegeven einddata nag realistisch zijn. Intussen is een groot aantal beheerplanacties afgerond. Hieronder vindt u een overzicht van de afgeronde acties met daarbij een zeer beknopt resultaat per actiepunt. Afgeronde beheerplanacties
Gereed*
Actie
Onderwerp
7.1.a.
Opstellen van een voorlopige overstromingsrisicobeoordeling volgens de Europese Richtlijn Overstrominosrisico's Vastleggen waterkeringszone in legger
7.1.b 7.1.c. 7.1.d 7.2.a 7.3.a. 7.5.b
7.5.c
7.7.a
Opstellen van overstromingsrisicokaarten volgens de Europese Richtliin Overstrorninosrisico's Toetsing van de zeedijk aan (nieuwe) veiligheidsnormen Vaststellen nieuw gewenst veiligheidsniveau op de boezem op basis van studie Onderzoek zonering boezemkaden Vasthouden van 1 miljoen m3 in de kanalen en wijken van de Veenkoloniën door aangepast peilbeheer Strategie opstellen voor bergen en vasthouden van water in Westerwolde (waaronder onderzoek naar mogelijkheden om water vast te houden in het Pagediep en Mussel Aa in combinatie met KRW) Bewerkstelligen van integraal informatie-
-4-
Resultaat
2011
Overstromingskaart is beschikbaar.
2011
2011
Legger vastgesteld in AB vergadering 27-4-2011 Overstromingskaart is beschikbaar. Uitgevoerd Niet meer actueel Het rapport Droge Voeten 2050 is beschikbaar Uitgevoerd 1 miljoen m3 is beschikbaar. Ook het plan om deze kuubs in te zetten. Strategie is opgesteld
2010
Uitgevoerd
2013 2010 2015 2014 2011 2015
management binnen de veiligheidsregio 7.7.b
Opzetten en invoering van een kwaliteitmanaç¡ementsysteem
8.4.b
2010
Uitgevoerd
2010
Is beschikbaar
2012
Droogtestudie
2012
Aigemene regels opgesteld.
binnen de veiliaheidsreaio
Vaststellen nog te herstellen hectares verdroogd gebied na TOP lijst
8.5.a
Samen met de provincies en andere waterschappen droogtestudie,
is uitgevoerd
uitvoeren van een regionale waarbij ook het verminderen van de
watervraag in ons waterschapsgebied
wordt
onderzocht 8.5.b.
Onderzoek naar mogelijkheden voor beregening uit
Deze zijn per 01-01-2012
grondwater
inaeaaan 8.6.d
Verdere implementatie grondwatergestuurd
2012
een pilot uitgevoerd.
peilbeheer 8.8.a
Een studie uitgevoerd en
Onderhoudbeheerplan
in stedelijk gebied opstellen
2012
Bestaande OBP wordt ook voar stedelijk gebied
en aanpassen aan OBP
ingezet 8.8.c
Aanpassen van het schouwbeleid aan ons eigen onderhoudbeheerplan
2011
gebleken dat aanpassing
en aan de Flora- en
niet nodia is
faunawet 8.12.b
Opstellen van visstand beheerplannen
voor alle
2015
Nota visbeleid door DB (512-2011) vastgesteld
grote waterlichamen 8.14.a
Uit evaluatie OBP is
Uitvoeren onderzoek naar de effecten van exoten
2012
Onderzoek uitgevoerd.
op het behalen van KRW-doelen 2012 in de
Momenteel geen specifiek
oppervlaktewaterlichamen.
exotenbeleid nodig.
Indien noodzakelijk
gevolgd door het opstellen van specifiek exotenbeleid 8.15.a
Verdergaande
fosfaatverwijdering
op de zuivering
2013
Gerealiseerd door aanpassing besturing rwzi
in Gieten
Gieten 8.15.c
2. Onderzoek naar mogelijkheid om nutriëntengehalten
op KRW-maatregelen) 8.17.c
8.18.b
2013
Onderzoek is afgerond
2012
Onderzoek toont aan dat
verder te verlagen (aanvullend in het Zuidlaardermeer
Onderzoek naar noodzaak verwijdering nutriëntenrijk
slib in KRW waterlichamen
Westerwolde
en Veenkoloniën
niet altijd nutriëntenrijk slib
kanalen
gebaggerd moet worden.
Onderzoek naar optimalisatie van het doors poe len
2012
Onderzoek is afgerond.
2012
Er is een pilot uitgevoerd.
van het Eemskanaal 8.19.a
Onderzoek en uitvoering pilots sanitatie
Door landelijke pilots geen extra pilots nodia. 8.19.b
Renovatieplan
2010
rioolgemalen
Vastgesteld (AB 23-092009)
8.20.a
Effectmeting
KRW -maatregelen (tussenrapportage)
2012
Jaarlijkse rapportage via iaarverslaa waterkwaliteit.
8.21.a
Onderzoek naar maatregelen tegen overlast door
2012
Voldoende gegevens zijn beschikbaar.
blauwalgen
-5-
8.21.b
Samen met provincie zwemwaterprofielen
2011
en
8.21.c
Profiel en strategie is opgesteld
strategie van maatregelen opstellen 2012
Een meer pro-actieve en oplossingsgerichte
Opgedane kennis ten aanzien van
adviesrol naar provincie
blauwalgbestrijding
is met
de provincie gedeeld. 8.22.c
Actief bevorderen en stimuleren van afkoppelplannen
2015
subsidieregeling
voor hemelwater en riolering van
8.24.b
is
beëindigd
gemeenten 8.22.d
Afzonderlijke
Waterkwaliteitsspoor
gereed
Onderzoek naar hergebruikmogelijkheden
voor
2015
Wordt toegepast
2010
Onderzoek is afgerond. Resultaten verwerkt in
effluent
zu iverinqsstrategie. 9.1.a
Opstelling en implementatie van beleid ten aanzien van maatschappelijk
2010
notities vastgesteld op 24
verantwoord en betrokken
november 2010
ondernemen 9.1.b
Besproken met AB. Twee
Heroriëntatie op het beleid ten aanzien van
2011
Besproken met AB op 23 iuni 2010
internationale samenwerkinq 9.1.c
Invulling beleid ten aanzien van subsidieverwerving
2010
Functie subsidioloog
9.1.d
Beoordelen van onze communicatiestrategie
2011
Communicatienota
ingevuld maatschappelijke
vanuit
vastgesteld (AB 26-05-
oriëntatie
2010) 9.3.a
Opstellen visie op kennismanagement,
incl. plan
2011
Kenniskaart is opgezet.
van aanpak
Uitwerking vindt aan de
We meten via objectief onderzoek de
Onderzoek en maatregelen
hand hiervan plaats. 9.3.c
betrokkenheid/binding
2014
uitgevoerd
bij de organisatie en voeren
eventueel benodiqde maatreoelen uit 9.3.d
We nemen maatregelen om de effecten van
2010
Trainees aangesteld. Actie
vergrijzing en krapte op de arbeidsmarkt op te
"studeren op onze kosten"
vangen
is goed verlopen.
* De datum gereed is niet het jaar zoals oorspronkelijk opgenomen in het beheersplan 2010-2015. Deze datum verwijst naar eerdere voortgangsrapportages zoals begroting en meerjarenraming.
-6-
PROGRAMMA
VEILIGHEID
Visie op veiligheid
Veiligheid staat voorop, overal en altijd. Wij zorgen ervoor dat we het vastgestelde veiligheidsniveau in ons gebied continu waarborgen. We speien tijdig in op ontwikkelingen die de veiligheid kunnen aantasten. Wij zijn in alle opzichten goed voorbereid op calamiteiten en zijn in staat daar zeer snel en effedief op in te speien.
Beleidsdoel veiligheid Levensbedreigende situaties voor mensen mogen niet plaatsvinden; voor dieren proberen we die zoveel mogelijk te voorkomen. Het programma veiligheid is opgesplitst in drie subprogramma's: zeedijk, boezem en calamiteitenzorg. Het subprogramma "boezem" is verder onderverdeeld.
Subprogramma 1: Zeedijk (beheerplan 7.1) Beleidsdoel We zorgen ervoor dat de zeedijk nu en in de toekomst voldoet aan de wettelijke veiligheidsnorm. Deze veiligheidsnorm gaat uit van een gemiddelde overschrijdingsfrequentie van 1 keer per 4.000 jaar (1: 4.000). Acties 7.1.e
7.1.d 7.1.f
1. Het uitvoeren van onderzoek naar benodigde maatregelen om te anticiperen op de zeespiegelstijging en de bodemdaling (inclusief mogelijke inzet slaperdijken en technische oplossingen bij Delfzijl) 2. Toetsing van de zeedijk aan (nieuwe) veiligheidsnormen 3. Opstellen van overstromingsrisicobeheerplannen volgens de Europese Richtlijn Overstromingsrisico's
gereed 2014
2015 2015
Wat waren in 2014 de voorgenomen activiteiten? 1. In afwachting van de landelijke prioritering in het nHWBP worden werken in voorbereiding genomen. Vóór 2020 worden geen werken in uitvoering verwacht in ons beheergebied. De in het actiepunt genoemde onderzoek ("verkenning") uit het nHWBP-programma wordt in 2014 opgestart met de andere waterschappen uit dijkring zes. 2. De planning van de toetsing van de zeedijk is veranderd. In plaats van elke zes jaar, vindt nu elke twaalf jaar een toetsing plaats. De in het beheerplan 2010-2015 opgenomen toetsing (2015) is niet meer actueel. De derde toetsing is afgerond in 2011 en de vierde toetsing moet worden afgerond in 2023. De voorbereiding van deze vierde toetsing loopt van 2011 tot 2017 (WTI en HR), de uitvoering van de toetsing is van 2017 tot 2023. Ook is men bezig van het toetsen een jaarlijks proces te maken, waardoor kennis behouden blijft en de werklast gelijkmatig over de jaren wordt verdeeld.
-7-
De voorbereiding van de toetsing wordt landelijk geregisseerd. Dit betreft het Wettelijk Toetsinstrumentarium werkzaamheden
(WTI) en de Hydraulische randvoorwaarden
(HR). De voorbereidende
voor de vierde toetsing van de zeedijken (2017-2023) zijn gestart. In de
voorbereiding denken de waterschappen
mee over een juiste uitwerking van het WTI en de HR.
De vierde toetsing wordt dus niet in 2015 afgerond, maar in 2023. 3. Inbrengen van inhoudelijke expertise aan het provinciale team dat deze beheerplannen opstelt en het beoordelen van deze plannen. Wat hebben we gedaan in 2014? 1. Conform plan. De voorbereiding voor de Project Overstijgende Verkenning (POV) Waddenzeedijken is afgerond. Het plan van aanpak is vastgesteld. De werkzaamheden voor de POV Waddenzeedijken zijn in volle gang. Het plan van aanpak voor fase 1 is door de gezamenlijke DB's op 1 april 2014 vastgesteld. De beschikking door de minister is afgegeven op 8 mei 2014. Vanaf 1 april is door de drie samenwerkende waterschappen gezamenlijk gewerkt aan de verdere uitwerking van fase 1. 2. Vanaf 2015 starten we met de kennisdeling ten behoeve van de uitvoering van het WTI in de periode 2017-2023. 3. 'v'Ve hebben inhoudelijke expertise ingebracht. Liggen we nog op schema? 1. Ja. 2. Ja. 3. Ja.
Subprogramma 2: Boezem (beheerplan
7.2)
Beleidsdoel We zorgen ervoor dat de boezem nu en in de toekomst voldoet aan de regionale veiligheidsnorm. De huidige veiligheidsnorm gaat tot en met 2015 uit van een overschrijdingskans van 1 x op de 100 jaar (1 :100). gereed
Acties
7.2.a 7.2.c 7.2.d
1. Vaststellen nieuw gewenst veiligheidsniveau op de boezem op basis van studie 2. Langetermijnstrategie opstellen voor benodigde maatregelen om te anticiperen op de effecten van de zeespieçelstijqinç en de bodemdalinq 3. Opstellen overstromingsrisicobeheerplan volgens de Europese Richtlijn Overstrom ingsrisico's
20141 2014 2015
Wat waren in 2014 de voorgenomen activiteiten? 1. Begin 2014 zal een studie binnen Droge Voeten (DV) 2050 naar kosten van hogere kadenormen dan 1/100 worden afgerond en geeft de stuurgroep OV2050 een advies. In 2014 zullen de provincies het bestuurlijke besluitvormingstraject doorlopen en de definitieve gewenste veiligheidsniveaus vaststellen. In dit proces moeten we de bestuurlijke discussie begeleiden. 2. De uitkomsten van Veiligheid Nederland in Kaart (VNK) -2 worden landelijk verwerkt in de nieuwe WTI en HR (zie actiepunt 7.1.d). Wij praten mee in de landelijke discussie.
1
Door de koppeling met actiepunt 7.2.c is de datum gereed aangepast in 2014.
-8-
In 2013 start een Bodemdalingsstudie
op kosten van bodemdalingscommissie.
Deze wordt in 2014
afgerond. Ook de uitwerking van het nHWBP houdt rekening met de lange termijnstrategie. 3. Zie actiepunt 7.1.f.
Wat hebben we gedaan in 2014? 1. De DV2050 studies zijn afgerond en de gewenste veiligheidsniveaus zijn vastgesteld door de provincies. Afgesproken is dat we na vaststelling van nieuwe rekentechnieken voor stabiliteit in 2021 duidelijk maken hoe we stabiliteit van boezemkaden betrekken bij de toetsing aan de gewenste veiligheidsniveaus. 2. In DV2050 is vastgesteld dat we tot 2025 voor de boezemsystemen geen aanvullende maatregelen nodig hebben om klimaatverandering en zeespiegelstijging op te vangen. In 2014 is een verkennende bodemdalingsstudie uitgevoerd. De conceptrapportage is gereed. Begin 2015 wordt intern discussie gevoerd over de vervolgstappen. Daarna gaan we in 2015 een studie uitvoeren om de benodigde maatregelen in detail vast te stellen (zie ook 8.2.b). 3. We hebben inhoudelijke expertise ingebracht in het provinciale team dat deze beheerplannen opstelt en beoordeeld. Líggen we nog op schema? 1. Ja, dit actiepunt is afgerond. 2. Nee, dit actiepunt is afgerond voor het onderdeel zeespiegelstijging. Voor de bodemdaling voigt afronding in 2015. 3. Ja.
2.1 Kaden (beheerplan 7.2.1) Beleidsdoel Boezemkaden voldoen aan de veiligheidsnorm. Acties 7.3.b 7.3.c
1. Toetsing van de boezemkaden aan de nieuwe veiligheidsnormen 2. Afronden Masterplan Kaden (aanpassen resterende 110 km) in stedelijk gebied - in landeliik cebied
gereed 20172 2018 20203
Wat waren in 2014 de voorgenomen activiteiten? 1. In 2013 is gestart met de toetsing van regionale kaden. In 2014 zijn we bezig met de toetsing van met name het Eemskanaal en het Winschoterdiep. De toetsing zal naar verwachting vijf jaar in beslag nemen. 2. Een overzicht van de uitgevoerde trajecten wordt in de jaarrekening gegeven. Bij nieuwe kaden of te verplaatsen kaden wordt zo veel mogelijk rekening gehouden met de nieuwe veiligheidsnormen ten aanzien van stabiliteit.
De eerste toetsingsronde eindigt in 2017. 3 Met de provincie Groningen is afgesproken het afronden van de kadeaanpassingen in het stedelijk gebied uit te stellen tot 2018 en in het landelijk gebied tot maximaal 01.01.2020. 2
-9-
Wat hebben we gedaan in 2014? 1. De toetsing van het Eemskanaal is afgerond. Het resultaat is een goedgekeurde kering voor reguliere faalmechanismen. Het aardbevingsonderzoek voor het Eemskanaalloopt nog en is afhankelijk van goedgekeurde data van het KNMI. We concluderen met de voorlopige data dat de kering aardbevingsbestendig is. We zijn nog bezig met de toetsing van de keringen random Winschoten (Winschoterdiep, Rensei, Havenkanaal en Pekel A), zowel regulier als aardbevingsonderzoek. 2. In 2014 is in totaal bijna 45 km kaden op veilige hoogte gebracht. In het landelijk gebied betreft het hier met name trajecten langs het Schildmeer, Dannemeer, Siochterdiep, het Nieuwe Kanaal, Buiten Nieuwe Diep en Termuntenzijldiep. In het stedelijk gebied is een grote slag gemaakt in de stad Groningen en langs het Winschoterdiep tussen Zuidbroek en Westerbroek. Door het meeliften met andere ontwikkelingen in het landelijk gebied en de UAV-gc contracten voor de stad Groningen en het traject Zuidbroek-Westerbraek ligt het Masterplan Kaden goed op planning zowel wat de betreft het tijdspad als de investering.
Liggen we nog op schema? 1. Ja. We lopen met de toetsing van de keringen rondom Winschoten slechts een paar maanden achter op de planning vanweqe tíjdrovend aardbevinqsonderzoek en staqnatie bij de bodemonderzoeken. 2. Ja. 2.2 Waterbergingsgebieden (beheerplan 7.2.2) Beleidsdoel Creëren van ongeveer 11 miljoen m3 berging. Acties 7.4.a
gereed Inrichten van resterende bergingsgebieden: Benedenloop Westerwoldse Aa (2e fase): 0,2 miljoen m3 Tusschenwater: 2 miljoen m3 : 1,5 miljoen m3 Meerstad: (ca. 3 miljoen m3)
20144 20155 Na 20156 2030
Waf waren in 2014 de voorgenomen activiteiten? Benedenloop Westerwoldse Aa: zodra de gronden voor de tweede fase zijn verworven wordt met de uitvoering gestart. Tusschenwater: voor fase 1 wordt in 2014 het definitieve inrichtingsplan opgesteld. Meerstad: verdere gefaseerde vergroting van het nieuwe Woldmeer met ca. 0,2 miljoen m3 berging en de realisatie van de sluis voor de inlaat vanuit het Siochterdiep worden afgerond. Waf hebben we gedaan in 2014? Benedenloop Westerwoldse Aa: Een deel van de nog benodigde gronden is in 2014 verworven en wordt in 2015 ingericht. Voor de nog te verwerven granden is naast voortgaande aankoop onderhandelingen het onteigeningstraject ingezet.
4 5 6
Einddatum is gewijzigd. Was oorspronkelijk 2012. Einddatum is gewijzigd. Was oorspronkelijk 2013. Einddatum is gewijzigd in ná 2015.
-10-
Tusschenwater:
In 2014 is het inrichtingsplan Tusschenwater
onderliggende onderzoeken. aan de streek gepresenteerd.
in concept opgesteld inclusief de
In de zomer 2014 is de uitkomst van de variantenstudie
in het schetsplan
Dit plan is verder uitgewerkt tot het concept inrichtingsplan waarmee de
formeie procedure zal worden ingegaan. Meerstad: De bergingscapaciteit
van het Woldmeer is in 2014 met 0,1 miljoen m3 vergroot. Ook is in
2014 de schutsluis gerealiseerd waarmee ook bergingswater van het Siochterdiep kan worden ingelaten naar het Woldmeer.
Liggen we nog op schema? Benedenloop Westerwoldse Aa: Nee. Door de onteigeningsprocedure zal naar verwachting medio 2017 het project zijn afgerond. Tusschenwater: Nee. In 2015 wordt de formeie procedure voor het ruimtelijk plan, projectplan en peilbesluit gestart. In Tusschenwater fase 1 kan circa 1,2 miljoen m3 worden geborgen. Een gedeelte van de wateropgave is overigens al eerder gerealiseerd in de deelprojecten van het gebied Tusschenwater. Uiteindelijk zal in 2016 - mogelijk begin 2017, afhankelijk van het verloop van de bestemmingsplanprocedure - fase 1 worden afgerond. Meerstad: Ja. In 2012 heeft een herschikking van het project Meerstad plaatsgevonden waarbij het projectgebied is verkleind. De gefaseerde vergroting van de bergingscapaciteit van het Woldmeer is in dat kader teruggebracht tot ea 1,8 miljoen m3.
2.3 Kleinschalige waterberging bovenstrooms van de boezem (beheerplan 7.2.3) Beleidsdoel Realiseren van kleinschalige waterberging bovenstrooms van de boezem. Acties 7.5.a
Zodanige inrichting en beheer van een deel van de beekdalen van Hunze (0,55 miljoen m"), Drentsche Aa (0,6 miljoen m3) en in Westerwolde (2 miljoen rrr'), dat kleinschalige waterberging plaatsvindt
gereed 2015
Waf waren in 2014 de voorgenomen acfivifeifen? Hunze: start uitvoering project Oude Weer en Bonnerklap Drentsche Aa: uitvoering Landinrichting Laaghalen (Geelbroek, deel van de 180.000 m3) en start project Deurzerdiep / Anreeperdiep (650.000 rrr') Westerwolde: De opgave voor Westerwolde is verlaagd naar 1,3 miljoen m '. Waf hebben we gedaan in 2014? Hunze: Bonnerklap en Oude Weer zijn gerealiseerd. Drentsche Aa: De planvorming van het project Deurzerdiep-Anreeperdiep is afgerond. De uitvoering is gestart. Landinrichting Laaghalen (Geelbroek) is voor een deel van het gebied de uitvoering gestart voor de rest van het gebied is gewerkt aan de compenserende maatregelen voor de omgeving van het plangebied. Westerwolde: Het deeltraject Ter Wupping is ingericht. Het bestek is gereed voor inrichting deelgebied Ter Apel Noord. Ontwerpfase deelgebied Renneborg - Ter Walslage loopt.
-11-
Liggen we nag op schema?
Hunze: Ja. Drentsche Aa: ja. Westerwalde: Ja.
Subprogramma 3: Overige secundaire keringen (beheerplan 7.3) ßeleidsdoel We zorgen ervoor dat de overige secundaire keringen voldoen aan de nog vast te stellen regionale norm. Acties 7.6.a 7.6.b
1. Samen met provincie voorstel maken voor overschrijdingskans (norm) voor overige regionale waterkeringen 2. Samen met provincie een technische leidraad opstellen voor het ontwerp van deze keringen
gereed 20147 2014
Wat waren in 2014 de voorgenomen activiteiten? 1. In 2014 wordt een (praktisch) uitgangspunt afgesproken dat als norm gehanteerd kan worden en waaruit de dimensionering van de kering voldoende kan worden afgeleid. 2. Er wordt geen technische leidraad opgesteld, maar wei een praktische norm met betrekking tot hoogte en afmetingen waaraan deze overige keringen moeten voldoen. Waf hebben we gedaan in 2014? 1. De notitie "Uitgangspunten voor de beoordeling van de veiligheid voor de regionale keringen in de provincie Groningen" is samen met de Provincie Groningen uitgewerkt. Wij werken nu conform deze notitie. 2. De praktische norm met betrekking tot hoogte en afmetingen waaraan deze overige keringen moeten voldoen staat in bovengenoemde notitie. Liggen we nag op schema? 1. Ja. Actiepunt is afgerond. 2. Ja. Actiepunt is afgerond.
7
Datum gereed is gewijzigd in 2014. Was 2012.
-12-
PROGRAMMA
WATERSYSTEMEN
Visie op watersystemen
Ons watersysteem is een zoveel mogelijk natuurlijk functionerend watersysteem dat klimaatbestendig, veerkrachtig en gezond is, en ook in staat is om de belangen en functies die afhankelijk zijn van voldoende, ecologisch gezond en schoon water zo goed mogelijk van dienst te zijn, We streven naar een grotere maatschappelijke bewustwording ten aanzien van het belang en de potenties van water. Wij vinden het essentieel dat onze samenleving zich bewust is van de risico's, maar tevens van de kansen die de aanwezigheid van water met zich meebrengt en de rol die het waterschap daarbij speelt. Het programma watersystemen is opgesplitst in vier subprogramma's: "voldoende water", "ecologisch gezond en schoon water", "zuiveringsbeheer" en "water en ruimtelijke ordening". De eerste twee subprogramma's zijn nader onderverdeeld.
Subprogramma 1: Voldoende Water (beheerplan 8.1) Beleidsdoel Wij zorgen voor voldoende water, nu en in de toekomst, zowel in droge als in natte perioden.
1.1: Inundatie vanuit de watergangen (beheerplan 8.1.1) Beleidsdoel Watergangen voldoen aan de vastgestelde inundatienorm. Acties 8.1.a 8.1.c 8.1.d
1. Oplossen van kleine inundatieknelpunten 2. Oplossen grootschalige kneipunten in Hunzegebied
gereed 20158 2015
3. Tweede toetsing van watersystemen aan normen voor regionale wateroverlast
Wat waren in 2014 de voorgenomen activiteiten? 1. De analyse van inundatieknelpunten gebeurt op basis van peilbesluiten. Zie acties 8.6.a en 8.6.c. voor de in 2014 op te stellen peilbesluiten. Enkele kneipunten bleken in de praktijk niet aanwezig te zijn. De overige kneipunten zijn opgelost met de revisie van gemaal Boonspolder, de realisatie van natuurgebied Torenveen. Het inundatieknelpunt Achterste Diep is opgelost bij de Herinrichting Odoorn. 2. De pilots veenoxidatie (Valthermond en Hongerige Wolf) zullen worden afgerond. 3. In ons gebied bestaat onvoldoende aanleiding en urgentie om voor 2015 een tweede toetsing uit te voeren. Wij zullen daarom bij de provincies ervoor pleiten deze toetsingsronde over te slaan.
De acties lopen in ieder geval tot 2015. Dan hebben we overal peilbesluiten genomen en zijn ook de inundatieknelpunten in de plangebieden beoordeeld. 9 De nieuwe klimaatscenario's verschijnen niet voor begin 2014. De nieuwe midden scenario's komen echter naar verwachting van het KNMI sterk overeen met die van de oude klimaatscenario's. De nieuwe klimaatscenario's geven dan ook geen aanleiding voor een nieuwe toetsing. 8
-13-
9
Waf hebben we gedaan in 2014?
1. Aan de hand van de genomen peilbesluiten zijn kneipunten onderzocht en zo nodig opgelost. Bijvoorbeeld: Baggeren van een watergang in de omgeving van natuurgebied Breeveenen (Peilbesluit Annen) om teveel opstuwing te voorkomen. Nabij natuurgebied Wolfsbarge zijn duikers dieper gelegd om teveel opstuwing te voorkomen. 2. In het gebied zijn kneipunten in de waterbeheersing opgepakt in combinatie met de projecten Oude Weer en Bonnerklap. De projecten Annermoeras en Elzemaat zullen in 2015 ook positief uitwerken op de kneipunten. De pilots veenoxidatie zijn afgerond. De resultaten worden in 2015 eerst met het dagelijks bestuur besproken. 3. We hebben met de provincies afgesproken deze toetsronde 2014/2015 over te slaan. In 2021 moeten we wei een toetsing van watersystemen aan normen voor regionale wateroverlast opleveren. Liggen we nog op schema? 1. Ja. 2. Ja. 3. Ja.
1.2: Wateroverlast door bodemdaling (beheerplan 8.1.2) Beleidsdoel Voorkomen van wateroverlast door bodemdaling. Acties 8.2.a 8.2.b
gereed 201510
1 . Aanleg pandscheiding 2. Samen met provincie onderzoek uitvoeren naar maatregelen in de Eemskanaalen Dollardboezem om de gevolgen van bodemdaling door aardgaswinning tot 2050 te voorkomen of te compenseren
2014
Waf waren in 2014 de voorgenomen ectiviteiten? 1. In 2014 zullen met de commissie bodemdaling afspraken worden gemaakt over de definitieve locatie en de wijze van uitvoering. 2. Een bodemdalingsstudie starten op kosten van bodemdalingscommissie in 2013 en afronden in 2014. (zie oak 7.2.c) Waf hebben we gedaan in 2014? 1. In 2014 is nader onderzoek gedaan of de pandscheiding de juiste maatregel is en of er alternatieven zijn die beter aansluiten bi] de oplossing van het probleem. Er wordt geen pandscheiding aangebracht. In de nieuwe planperiode 2016-2021 zullen maatregelen worden uitgewerkt en uitgevoerd. 2. Een verkennende bodemdalingsstudie is uitgevoerd. Begin 2015 wordt intern discussie gevoerd over de vervolgstappen. Daarna gaan we in 2015 een studie uitvoeren om de benodigde maatregelen in detail vast te stellen. Liggen we nog op schema? 1. Ja. Er is wei een nieuwe planning gemaakt.
10
Datum gereed was 2012, wordt vóór 2015
-14-
2. Nee. Het onderzoek is afgerond, de maatregelen worden in 2015 bepaald.
1.3: Wateroverlast in stedelijk gebied (beheerplan 8.1.3) Beleidsdoel Verminderen van kans op wateroverlast
in stedelijk gebied.
gereed
Acties 8.3.a
1. Samen met gemeenten realiseren van waterberging
8.3.b
2. Samen met gemeenten inventariseren van rioleringsopgaven
8.3.c
3. Samen met gemeenten onderzoek uitvoeren naar oorzaken van
berging in oppervlaktewater qrondwateroveríast
in bestaand stedelijk gebied
en de verwerkingscapaciteit
2015 2015
in relatie tot
van de zuiveringen 2015
en opstelien rnaatreqelproqramma
Wat waren in 2014 de vaargenomen activiteiten? Voor deze actiepunten geldt dat het continue actiepunten zijn geworden. Ook ná 2015 proberen we in samenwerking
met gemeenten wateroverlast in stedelijk gebied te verminderen.
1. Samen met gemeenten pakken we projecten op. 2. Acties worden in samenwerking
met gemeenten ondernomen.
3. Samen met gemeenten pakken we projecten op.
Wat hebben we gedaan in 2014? 1. Opstelien Structuurvisie wateropgaven. Het inrichtingsplan
Water gemeente Emmen ten behoeve van het oplossen van stedelijke
stedelijke wateropgave voor Musselkanaal
is opgesteld.
Opstarten project 3Di Winschoten, met als doel te analyseren hoe we de wateroverlast tijdens hevige zomerbuien
overstromingsrisico vanuit de boezem. 2. Deze actie vormt een onderdeel van de afvalwaterakkoorden samenwerken
in Winschoten
kunnen voorkomen of minimaliseren. Ook wordt hierbij gekeken naar die opgesteld zijn voor het
in de waterketen. Continu actiepunt.
3. Wordt - zo nodig - uitgevoerd in samenhang met 8.3.a. Zie daar voor de verdere toelichting.
Liggen we nag op schema? 1. Ja. 2. Ja.
3. Ja.
1.4: Verdroogde natuurgebieden (beheerplan 8.1.4) Beleidsdoel Herstel van verdroogd natuurgebied.
-15-
Acties
8.4.a
8.4.c.
gereed
1. Uitvoering van de herstelprojecten volgens de TOP-lijst 4.728 ha: 2.280 ha TOP Groningen en 2.448 ha TOP Drenthe Uitvoerinq herstel project Oosterbos (buiten TOP): 200 ha 2. Afspraken met de provincie maken over de uitvoering van de vergunningplicht voor drainages in bufferzones rondom EHS gebieden
201511
201512
Waf waren in 2014 de voorgenomen ectiviteiten? 1. Het inrichten van circa 350 ha natuur in Dannemeer (fase 2) en van het deelgebied Ter WuppingWessinghuizen. 2. Pas na het afronden van het Natura2000 proces pakken we deze actie op. Waf hebben we gedaan in 2014? 1. Project verdrogingsbestrijding Oosterbos: inventarisatie, analyse en voorstel inrichtingsplan zijn opgesteld (rapportage). De inrichting van 350 ha natuur in Dannemeer is in 2014 uitgevoerd. Deelgebied Ter Wupping - Wessinghuizen is ingericht (ca. 300 hectare). Gebied Scheebroekerioopje is ingericht (ca. 50 hectare). 2. Geen acties in 2014. Liggen we nog op schema? 1. Nee. Een aantal projecten zal door de koppeling met herinrichtingswerken ná 2015 worden afgerond. 2. Is afhankelijk van het verloop van het Natura2000 proces.
1.5: Droogte in de zomer (beheerplan 8.1.5) Beleidsdoel De wateraanvoer in droge perioden blijft gegarandeerd. Acties 8.5.a
Samen met de provincies en andere waterschappen uitvoeren van een regionale droogtestudie, waarbij ook het verminderen van de watervraag in ons waterschapsgebied wordt onderzocht
gereed 201513
Waf waren in 2014 de voorgenomen acfiviteiten? Samen met de provincies en andere waterschappen input aanleveren voor de discussie binnen het deltaprogramma zoetwater. Participeren bij het indienen van het onderzoeksvoorstel "Spaarwater" bij het Waddenfonds en starten met de pilots druppelirrigatie en ondergrondse infiltratie van zoetwater in de kustzone. Het verminderen van doorspoeldebiet in de Oldambtboezem.
Een aantal verdrogingsprojecten in de Drentse Aa is vervallen als KRW maatregel. Zie AB voorstel prioritering KRW maatregelen van 19 december 2012. Het betreft: Anderse Diep, restant Loonerdiep, Visvliet, Roodzanden, Vossenveen en LappenvoortiOosterland. 12 Datum gereed gewijzigd, was 2014. 13 Datum gereed gewijzigd van 2012 in 2015. De droogtestudie is in 2012 afgerond. Daarmee is dit actiepunt afgerond. Het actiepunt zal nu in het kader van het Deltaprogramma worden voortgezet. 11
-16-
Wat hebben we gedaan in 2014?
- Het Deltaprogramma zoetwater is afgerond. - Het project Spaarwater is gestart. In ons gebied ligt bij Borgsweer een pilot met druppelirrigatie en ondergrondse infiltratie van zoetwater. - Onderzoek naar optimaliseren van het doorspoelen van de Oldambtboezem is afgerond. De verwachting is dat het stoppen van doorspoelen geen onacceptabele negatieve gevolgen zal hebben op landbouw en ecologie. Er wordt een meetplan opgesteld om de effecten van het stoppen van doorspaelen te monitoren. Liggen we nag op schema?
Ja.
1.6: Kaders en uitvoering peilbeheer (beheerplan 8.1.6) Beleidsdoel Waterbeheer is optimaal afgestemd op diverse functies in het hele beheersgebied. Grond- en oppervlaktewaterstanden zijn optimaal afgestemd op streefpeilen. Acties 8.6.a
1. Vaststellen van GGORIPeilbesluiten in de nu bekende knelpuntgebieden
8.6.b 8.6.c
2. Vaststellen van GGORIPeilbesluiten in Natura 2000 gebieden
8.6.e
4. Uitwerking peilbeheer in stedelijk gebied in relatie tot de overdracht van stedelijk waterbeheer en de qevolqen van de stedeliike wateropqave
3. Opstellen van GGORIPeilbesluiten in de rest van het beheersgebied
gereed 2015 2015 201414 2015
Wat waren in 2014 de voorgenomen activiteiten?
1. De GGORIPeilbesluiten Tusschenwater en Achterste Diep worden in 2014 in een normale peilbesluitprocedure afgerond. 2. Het peilbesluit in het Natura-2000 gebied Drentse A is nog niet afgerond. Daarom is dit actiepunt weer toegevoegd. Het beheerplanproces wordt anders ingericht, waardaor het peilbesluit wordt losgekoppeld van beheerplanproces. De huidige inrichting wordt vastgelegd in een peilbesluit volgens de normale peilbesluitprocedure. 3. Er maet nog een aantal GGORIPeilbesluiten genomen worden vaor gebieden waar gebiedsplannen in voarbereiding zijn, bijvoorbeeld Meerstad, het "Nedmag-gebied" (bodemdaling) en in het Hunzegebied. Onze GGORIPeilbesluiten sluiten aan bij deze ontwikkelingen en zijn mogelijk daarom niet voor 2013 afgerond. 4. Dit actiepunt wordt gestart na afronding van de GGORIPeilbesluiten en nadat het stedelijk waterbeheer overgedragen is. Dit wordt vanaf 2014 opgepakt. Wat hebben we gedaan in 2014?
1. De genoemde ontwerp peilbesluiten worden in 2015 genomen. Het peilbesluit Achterste Diep wordt beïnvloed door de discussie rondom veenoxidatie. Het peilbesluit voor Tusschenwater loopt vertraging op doordat de planvorming pas in 2015 kan worden afgerond; het peilbesluit voigt de planvorming.
14
De laatste peilbesluiten zijn in 2013 in antwerp vastgesteld. Definitief in 2014.
-17-
2. We hebben nu een ontwerp peilbesluit opgesteld voor het noordelijk deel van het Drentse A-gebied. In 2015 doen we dit voor het zuidelijk dee!. Beide procedures worden in 2015 afgerond. Dit actiepunt is afgerond met het nemen van het peilbesluit in het Drentse A-gebied. Het Natura 2000 gebied Drentse Aa is het enige Natura 2000 gebied in ons beheersgebied
3. Onze GGORIPeilbesluiten
met grondwaterafhankelijke
sluiten aan bij gebiedsontwikkelingen.
afgerond. Voor het bodemdalingsgebied
natuur.
Daarom zijn deze niet in 2014
Nedmag hebben we een 'masterplan' gemaakt, waaruit een
inrichtingsplan en een peilbesluit voortkomt.
4. We hebben de peilbesluiten voar het stedelijk gebied gepland in 2015. Liggen we nag op schema? 1. Ja. Als gevolg van de discussie random veenoxidatiegebieden
lopen we wei vertraging op.
2. Ja. Dit actiepunt is afgerond. 3. Nee. We sluiten aan bij de gebiedsontwikkelingen,
zoals de ontwikkeling van Meerstad.
4. Ja.
1.8: Onderhoud en schouw van watergangen (beheerplan 8.1.8) Beleidsdoel Garanderen van een ongestoorde aan- en afvoer van water.
1. Onderhoudbeheerovereenkomsten
voor gebouwd gebied opstelien met
gemeenten Waf waren in 2014 de voorgenomen activiteiten?
1. Met acht gemeenten wordt in 2014 het gewenste onderhoud besproken en vastgelegd in een overeenkomst.
Deze overeenkomsten
worden door uw dagelijks bestuur vastgesteld.
Wat hebben we gedaan in 2014? 1. We hebben overeenkomsten Beliingwedde.
gesloten over het onderhoud in de gemeenten Oldambt,
Met de gemeenten Delfzijl, Appingedam,
Odoorn zijn geen beheerovereenkomsten
Haren, Menterwolde, Tynaarlo en Borger
gesloten. In deze gemeenten is het stedelijk waterbeheer
op orde. Het eigendom, beheer en onderhoud van de belangrijke watergangen
ligt reeds bij het
waterschap. Ook in Vlagtwedde zijn afspraken gemaakt. Hier is in 2014 door de gemeente in samenwerking
met
het waterschap gestart met de uitvoering van het achterstaliig onderhoud in Ter Apel en Vlagtwedde. In 2016 worden deze watergangen over gedragen aan het waterschap. Met de resterende gemeenten zijn we in gesprek om de overeenkomsten stedelijk water in 2015 af te ronden. Liggen we nag op schema?
1. Ja.
1.9: Vaarwegenbeheer (beheerplan 8.1.9) Beleidsdoel Voorkomen van diepgangsbeperkingen
voor de scheepvaart.
-18-
over het onderhoud van het
Acties
8.g.a 8.9.b
gereed
1. Kneipunten door huidige of in planperiode verwachte vaardieptebeperkingen verhelpen/voorkomen 2. Opstellen overeenkomst met provincie Drenthe over beheer en onderhoud van vaarwegen en kaden
201515 2015
Waf waren in 2014 de voorgenomen ectlvitelten? 1. Jaarlijks monitoren we 1/3 deel van ans areaal. Kneipunten die aan het licht komen worden verholpen waarbij zoveel mogelijk aangesloten wordt bij overige projecten (zoals KRW en Masterplan Kaden). 2. We zijn in overleg met de provincie en de overige Drentse waterschappen over het peilbeheer op de Drentse kanalen. Voor ons waterschap zijn het Noord-Willemskanaal en de nieuwe vaarweg EricaTer Apel van belang. Waf hebben we gedaan in 2014? 1. We hebben het afgelopen jaar weer een deel gemonitord. Hier zijn geen kneipunten aan het licht gekomen. Met de resultaten van de afgelopen drie jaren gaan wij onze meerjarenplanning actualiseren. 2. Het overleg met de andere waterschappen en provincie Drenthe loopt. Hieruit is nag geen overeenkomst tot stand gekomen. Liggen we nog op schema? 1. Ja. 2. Ja.
Subprogramma 2: Ecologisch gezond en schoon water Beleidsdoel We zargen voor ecologisch gezonde en schone watersystemen, waarin systeemspecifieke dieren en planten voorkomen.
2.1: Kaderrichtlijn water (beheerplan 8.2.1) Beleidsdoel Verbeteren ecologische toestand in zestien waterlichamen conform de KRW-doelstelling. Acties 8.10.a 8.10.b
gereed 1. Uitvoering van afgesproken KRW-maatregelen (zie bijlage 1 en 9 beheerplan 2010-2015)
2015
2. Vaststellen nieuw Stroomgebiedbeheerplan (SGBP)
2015
Waf waren in 2014 de voorgenomen activiteiten? 1. Zie de betreffende beheerplanopgaven. 2. In 2014 wordt een ontwerp SGBP opgesteld.
15
Dit actiepunt is continu geworden.
-19-
Wat hebben we gedaan in 2014? 1. In kanalen Duurswold is 3,5 km NVO opgeleverd, is aanleg 1,2 km in uitvoering en is aanleg van 3 km aanbesteed. Het peilbesluit voor een natuurvriendelijker Duurswold is vastgesteld.
peilregiem in het Schildmeer en kanalen
In Deelgebied Ter Wupping is 8,7 km beek hersteld. In de Hunze is met de
projecten Bonnerklap en Oude Weer 4 km beek hersteld. In de Drentsche Aa is de planvorming van het project Deurzerdiep-Anreeperdiep
afgerond, inclusief de procedures voor het projectplan en de
vergunningen. Uitvoering is gestart. 2. Eind 2014 is het ontwerp beheerprogramma
2016 - 2021 (SGBP) ter inzage gelegd.
Liggen we nog op schema? 1. Ja. 2.
Ja.
2.2: Inrichting van de oevers (beheerplan 8.2.2) 8eleidsdoel Verbeteren hydromorfologie kanalen en meren conform de KRW-doelstelling.
gereed
Acties 8.11.a
1. Aanleq van 17,3 km natuurvriendeliike
8.11.b
2. Verbetering oeverzone
2015
oevers lanes de kanalen
2015
- Schildmeer (2 km) - Hondshalstermeer
Na 201516
(1,2 km)
Wat waren in 2014 de voorgenomen activiteiten? 1. Ongeveer 2 km natuurvriendelijke
oever (NVO) langs het Nieuwe Kanaal wordt afgerond.
Ongeveer 2,9 km NVO in samenwerking met de inrichting van Dannemeer-Midden het Afwateringskanaal
Groningen langs
Zuid oostzijde en het Siochterdiep zuidzijde traject langs natuurgebied
Midden-
Groningen. Start met ongeveer 2 km NVO trajecten langs de zuidzijde van het Siochterdiep tussen Siochtersluis en Schaaphok. Ongeveer 0,6 km NVO langs de Borgsloot, traject zuidzijde Klein Harkstede - Siochtersluis. Ongeveer 5 km NVO kanalen Hunze - Veenkoloniën. 2. Voor het Schildmeer staat in 2014 geen werk gepland.
Wat hebben we gedaan in 2014? 1. Circa 2,5 km NVO gerealiseerd
in Nieuwe Kanaal en een begin gemaakt met een 2e traject van 2,5
km. In kanalen Duurswold (Dannemeer, Siochterdiep en Borgsloot) is 3,5 km NVO opgeleverd, km in uitvoering gegaan en is aanleg van 3 km aanbesteed. Er is gestart met de realisatie van circa 1,6 km NVO in het Buiten Nieuwediep (waterlichaam Oldambt). Een integraal project langs het Termunterzijldiep
is 1,2
Kanalen
en Opdiep is aanbesteed en gestart. Onderdeel
hiervan is de realisatie van circa 0,8 km NVO. Ongeveer 5 km NVO kanalen Hunze - Veenkoloniën is uitgevoerd.
16
Via het AB voorstel prioritering KRW maatregelen (AB 19 december 2012) is besloten de inrichting
te faseren tot na 2015.
-20-
2. Planvoorbereiding De maatregelen
is gestart voor de resterende opgave aan verbeterde oeverzones Schildmeer.
voor het Hondshalstermeer
zijn gefaseerd.
In 2014 is door middel van kooiproeven
onderzocht wat de kansen en bedreigingen zijn voor NVO's in het Hondshalstermeer.
Liggen we nog op schema? 1. Ja. Vanwege actualisatie van de KRW begrenzing van het waterlichaam Kanalen Duurswold is de opgave voor aan te leggen NVO verhoogd van 7 km naar 8,5 km. Hiervan zal 2,7 km na 2015 gereed komen. 2. Ja.
2.3: Vispassages (beheerplan 8.2.3) Beleidsdoel Verbeteren gezonde en gebiedsspecifieke visstand conform KRW-doelstelling. Acties 1 8.12.a 11.
gereed Oplossen van 52 vismigratie kneipunten (waarvan 41 in KRW lichamen)
1
2015 1
Wat waren in 2014 de voorgenomen activiteiten? 1. Vispassage Sans Souci, Dannemeer en Hongerige Wolf worden gerealiseerd. Daarnaast diverse vispassages als onderdeel van geplande beekherstel projecten. Waf hebben we gedaan in 2014? Opheffen vier vismigratie kneipunten (sluisbeheer) in de Kanalen Hunze-Veenkoloniën (gereed). De vispassages Sans Souci en Dannemeer zijn gerealiseerd. In het project Bonnerklap zijn twee migratieknelpunten de Beek opgeheven. In de Drentsche Aa is een vismigratieknelpunt in het Rolderdiep en het Witterdiep opgeheven. Liggen we nog op schema? 1. Ja.
2.4: Herstel van de beek (beheerplan 8.2.4) Beleidsdoel Verbeteren hydromorfologie beken conform KRW-doelstelling. Acties 8.13.a
17
Herstel natuurlijke inrichting van beken: Westerwoldse Aa zuid/Ruiten Aa (27 km), Runde (7 km) Westerwoldse Aa noord Hunze Drentsche Aa waarvan Rolderdiep
Idem als voetnoot 15.
-21-
gereed 2015 34 km 8,5 km 15 km 6 km 3km
Na 201517
Waf waren in 2014 de voorgenomen ectiviteiten?
Westerwoldse Aa zuid/Ruiten Aa en Runde: start met ongeveer 3,5 km beekherstel in fase 2 van de Benedenloop Westerwoldse Aa. Westerwoldse Aa noord: Hunze: start Oude Weer en Bonnerklap Drentsche Aa: start Deurzer/Anreeperdiep Waf hebben we gedaan in 2014? Westerwoldse Aa: Het onderdeel beekherstel Runde (7km) is gereed en geopend op 4 oktober 2014. 8,7 km beek hersteld in deelgebied Ter Wupping. Hunze: In de Hunze zijn de projecten Oude Weer (0,7 km) en Bonnerklap (3,3 km) gerealiseerd. Drentsche Aa: De voorbereiding van het project Deurzerdiep-Anreeperdiep is afgerond, de uitvoering is gestart (3,4 km). Liggen we nog op schema? Westerwoldse Aa: Ja. Hunze: Ja.
Drentsche Aa: Ja.
2.6: Nutriënten: stikstof en fosfaat (beheerplan 8.2.6) Beleidsdoel Voldoen aan de gebiedsgerichte normen voor stikstof en fosfaat. Acties 8.15.b
1. Onderzoek naar bronnen van belasting van nutriënten in Hondshalstermeer en de kanalen Fiemel, eventueel opstellen van een maatregelprogramma
Waf waren in 2014 de voorgenomen ectiviteiten? 1. Naar aanleiding van de resultaten van het onderzoek Hondshalstermeer en Fiemel dat in het najaar van 2013 is afgerond, kunnen in 2014 de maatregelen geformuleerd worden die de belasting terug kunnen dringen. Voor het Hondshalstermeer hangen de maatregelen samen met het opstellen van het ecologisch haalbare doel voor het meer, dat doel moet worden bijgesteld omdat het meer als een verbrede boezem moet worden beschouwd. Waf hebben we gedaan in 2014? 1. We hebben de bronnen van het kanaal Fiemel onderzocht; naast landbouw speien kwel, veenoxidatie en naleveririg vanuit de bodem een rol. Hier worden geen verdere maatregelen voor opgesteld. 2. Voor het Hondshalstermeer zijn mogelijke maatregelen geïnventariseerd; in het nieuwe beheerprogramma is onderzoek naar het effect van die maatregelen opgenomen. Liggen we nog op schema? 1. Ja. Het uitvoeren van maatregelen voor het Hondshalstermeer worden ná 2015 uitgevoerd.
18
Datum gereed is verschoven, was 2013.
-22-
2.7: Prioritaire en overige stoffen (beheerplan 8.2.7)
Beleidsdoel Voorkomen en terugdringen van verontreinigingen met prioritaire en overige stoffen. gereed
Acties
8.16.a 8.16.c
1. Kennis opdoen over het effect van prioritaire en overige stoffen en over de diverse bronnen waar deze stoffen vandaan komen 2. Vergunningen aanpassen op prioritaire stoffen
2015 2015
Wat waren in 2014 de voorgenomen activiteiten? 1. Er is in een eerdere fase al geïnventariseerd welke stoffen bij welke processen vrijkomen. Er zijn adviezen per prioritaire stof opgesteld, de kennis is beschikbaar. Op basis van dit advies meten we bij de bron of in het oppervlaktewater. 2. Het aanpassen van de vergunningen op prioritaire stoffen va It onder het regulier vierjaarlijks bezien van de vergunningen. We steilen een overzicht op met de vergunningen waarin prioritaire stoffen zijn opgenomen. Wat hebben we gedaan in 2014? 1. Er zijn aanvuliende metingen uitgevoerd bij de bronnen en in het oppervlaktewater. De resultaten van deze meetronde zijn verwerkt in een advies per stof. De rapportage is opgesteld. 2. Het overzicht van vergunningen met prioritaire stoffen is opgesteld. Liggen we nog op schema? 1. Ja. 2. Ja.
2.7: Verontreinigde
waterbodem (beheerplan 8.2.8)
Beleidsdoel Voorkomen dat waterkwaliteit negatief wordt beïnvloed door baggerspecie; voldoen aan de KRWdoelstelling.
1. Spoedeisende waterbodemsaneringen voor de KRW zijn uitgevoerd Wat waren in 2014 de voorgenomen activiteiten? 1. Op basis van oude wetgeving (Wet Bodembeheer) moeten toegestane (beschikte) waterbodemsaneringen vóór 2015 gesaneerd worden: - In de provincie Drenthe zijn geen spoedeisende waterbodemsaneringen aanwezig. - Met de provincie Groningen zijn we een bijdrage als waterkwaliteitsbeheerder overeengekomen voor het Eemskanaal. De sanering start in 2014. - Ceresmeer: Betrokken partijen starten in 2014 om het waterbodemprobleem op te lossen. Hiervoor zijn de eerste vergunningen inmiddels in procedure gebracht. Wat hebben we gedaan in 2014?
-23-
1. Het Eemskanaal is gesaneerd, wij hebben onze voorlopige bijdrage betaald. De definitieve financiële afwikkeling vindt plaats in het voorjaar van 2015. In 2014 zijn afrondende afspraken gemaakt over de sanering van het Ceresmeer. In 2015 zal een start gemaakt worden met de sanering die vijf jaar duurt. Het waterschap wordt als waterkwaliteitskwantiteitsbeheerder
en
nauw betrokken bij de sanering.
Liggen we nog op schema? 1. Nee. De sanering van het Ceresmeer is niet tijdig (uiterlijk 2015) afgerond. We blijven bij het project betrokken vanuit onze taak en verantwoordelijkheid
en zullen dit blijven volgen.
2.11: Stedelijk water (beheerplan 8.2.13) Beleidsdoel Kwaliteit stedelijke wateren in overeenstemming
met de functie van het water.
Acties
gereed
8.22.8
1. Samen met qerneenten functies uitwerken
8.22.b
2. Inrichting, beheer en onderhoud afstemmen op de functie van het water
2015
8.22.d
3. Waterkwaliteitsspoor
2015
VOOi
kleine wateten in de stedeiijke
2015
kernen gereed
Wat waren in 2014 de voorgenomen activiteiten? 1. De functies zijn bepalend voor het uitvoeren van het gewenste onderhoud conform de overeengekomen
onderhoudbeheerovereenkomsten
en worden daarin uitgewerkt (zie 8.8.b)
2. Zie punt 1. 3. Waar kneipunten in het watersysteem, veroorzaakt door riolering, bekend waren zijn maatregelen uitgevoerd. In sommige gemeenten zijn integrale meetplannen opgesteld en geïmplementeerd.
Indien
meetresultaten daar aanleiding toe geven, zal in 2014 met maatwerk "fine-tunning" plaatsvinden om de waterkwaliteit verder te verbeteren.
Wat hebben we gedaan in 2014? 1. Wordt waar nodig meegenomen in de onderhoudbeheerovereenkomsten
met gemeenten. Zie 8.8.b.
2. Wordt waar nodig meegenomen in de onderhoudbeheerovereenkomsten
met gemeenten. Zie 8.8.b.
3. In 2014 zijn vanuit de samenwerking waterketen waterplannen onderdeel van de samenwerking
met de gemeenten vastgesteld. Als
zullen we, waar nog nodig, meet- en monitoringsplannen
implementeren waarin ook het waterkwaliteitsspoor
wordt meegenomen.
Liggen we nog op schema? 1. Ja.
2. Ja. 3. Ja.
2.13: Waterketen (beheerplan 8.2.15) Beleidsdoel Winst in de waterketen zoeken.
Acties
gereed
-24-
in de afvalwaterketen
Waf waren in 2014 de vaargenamen ectiviteiten? 1. In 2014 gaan we verder met de clustersamenwerking.
Per cluster worden te bereiken doelen
beschreven en de eerste acties uitgevoerd. Het verder opbouwen van het rioleringsbedrijf
RioNoord is
stopgezet. RioNoord bleek niet levensvatbaar. 2. Op basis van verkennende
gesprekken met waterschap Noorderzijlvest, de provincie Groningen,
Narthwater (WBG) en Groningen Seaports in het najaar 2013, wordt in 2014 onderzocht of hergebruik van effluent in het industriegebied
van Oosterhorn en de Eemshaven kansen biedt. Hiervoor zal een
inventarisatie worden gemaakt van potentieie industriewatergebruikers
in het Hunze en Aa's gebied.
Waf hebben we gedaan in 2014? 1. In 2014 zijn waterakkoorden
per cluster vastgesteld. In de waterakkoorden zijn de maatregelen
omschreven om de doelen te bereiken. Daarnaast is de organisatie van het samenwerken
in de
waterketen opnieuw ingericht, om optimaal gericht te zijn op de uitvoeringsfase van deze samenwerking. 2. Er is vooralsnog geen afzet mogelijk van industriewater.
Liggen we nag op schema? 1. Ja, de samenwerkingsvorm
ligt vast het komt nu aan op de uitvoering.
2. Ja.
19
Datum gereed is aangepast. Was 2013.
20
Deze actie is een continue opdracht geworden. Als einddatum wordt nu het laatste jaar van het
huidige beheerplan aangehouden.
-25-
PROGRAMMA
ORGANISATIE
Visie op de organisatie
Wij streven naar een slagvaardige, flexibele en kennisgerichte organisatie die niet alleen innovatief en kostengedreven is, maar oak vanuit een pro-actieve houding te werk gaat en snel op ontwikkelingen weet in te speien. Een organisatie die als regionale waterautoriteit wordt erkend en gewaardeerd, die maatschappelijk zichtbaar is, midden in de samenleving staat en oak in staat is am de waterbelangen te verbinden met het werk van andere maatschappelijke organisaties en daarbij de rol van initiërende co-maker niet schuwt. Ons relatiebeheer is daar dan oak op afgestemd. Het programma organisatie is onderverdeeld in drie subprogramma's: maatschappelijke oriëntatie, de klant en de bedrijfsvoering. De opgaven van het subprogramma maatschappelijke oriëntatie zijn intussen afgerond, het subprogramma ontbreekt in dit overzicht.
Subprogramma 2: Klant (beheerplan 9.2) Beleidsdoel Onze dienstverlening voldoet op transparante wijze aan de eisen en wensen van de klant, en is gericht op het bereiken van klanttevredenheid tegen lage - en voor de klant acceptabele - kosten. Acties 9.2.b
9.2.a
9.2.c
1. We zargen ervoor dat onze dienstverlening wordt afgestemd op de wensen van de klant, met gebruikmaking van de mogelijkheden van moderne ICTontwikkelincen en het dicitale overheidsloket (qemeenschappeliik e-Ioket) 2. We meten via objectief onderzoek aan het eind van iedere bestuursperiode hoe onze klanten onze dienstverlening ervaren en in hoeverre onze omgeving ons als transparant ervaart; op basis daarvan bepalen we de nadere doelstellingen en maatregelen voor de volgende bestuursperiode 3. We maken afspraken met gemeenten am een goede en snelle afhandeling van watergerelateerde klachten etc. van burgers en bedrijven te realiseren
gereed 201521
201422
2015
Wat waren in 2014 de voorgenomen activiteiten? 1. Door gebruik te maken van mobiele applicaties kunnen we sneller en adequater reageren op meldingen en calamiteiten. Oak zullen via de website kaarten met waterschapsinformatie beschikbaar gesteid worden. We bieden de mogelijkheid aan met externe partijen projectinformatie te delen door gebruik te maken van een interne Sharepoint omgeving. Formulieren op de website worden nu zelf ontwikkeld en worden in 2014 verder uitgebreid. Bekendmakingen worden vanaf 2014 ingevolge de Wet elektronische bekendmakingen gepubliceerd via een digitaal waterschapsblad en op Overheid.nl. 2. De evaluatie wordt dusdanig opgezet dat partijen (bedrijven, burgers) die met het waterschap in contact zijn geweest am terugkoppeling wordt gevraagd inzake de kwaliteit van de dienstverlening en
Deze actie is een continue opdracht geworden. Als einddatum wordt nu het laatste jaar van het huidige beheerplan aangehouden. 22 Door de verlenging van de zittingsduur van het huidige bestuur tot 2014 wordt dit actiepunt verschoven naar 2014, was 2013. 21
-26-
de transparantie.
Belangrijk onderwerp is of burgers de toegevoegde waarde die het waterschap biedt
er- en herkennen. De onderzoeksmethode
zal van kwalitatieve aard zijn.
3. Alle gemeenten worden in 2014 bezocht. Er worden afspraken gemaakt hoe watergerelateerde klachten kunnen worden geregistreerd en verwerkt. Een en ander conform de afspraken die al gemaakt zijn om trent de realisatie van het waterloket.
Waf hebben we gedaan in 2014? 1. Door de ontwikkeling van mobiele applicaties (voor o.m. schouw, handhaving, dijkinspectie) kunnen we sneller en adequater reageren op meldingen en is de verwerking van de data geoptimaliseerd. Maar ook met een educatie- App, zwemwater- App en overstromings- App stemmen we onze dienstverlening af op de klant. Tevens zijn via de website kaarten met waterschapsinformatie beschikbaar gesteid. Bekendmakingen worden vanaf 2014 ingevolge de Wet elektronische bekendmakingen gepubliceerd via een digitaal waterschapsblad en op Overheid.nl. 2. De evaluatie is dusdanig opgezet dat burgers die met het waterschap in contact zijn geweest om terugkoppeling is gevraagd over de dienstverlening. Het merendeel van de ondervraagden is tevreden met de afhandeling. Dit onderzoek wordt in 2015 voortgezet. Daarnaast is de belastingflyer geëvalueerd. Het blijkt dat de respondenten de flyer als informatief en goed leesbaar beoordeelden. Op basis van ondermeer deze verzamelde gegevens wordt nag vervolgonderzoek opgezet om te achterhaien wat de beste aanpak is voor het fenomeen "onbekend maakt onbemind". 3. In 2014 zijn in het kader van de samenwerking met gemeenten voor de BGT (Basisregistratie Grootschalige Topografie) parallel de eerste gesprekken geweest om te komen tot een uniforme manier van verwerking van klachten en meldingen die voor een andere organisatie als de eigen zijn bedoeld. In 2015 wordt dit afgerond. Líggen we nog op schema? 1. Ja. 2. Nee, het onderzoek wordt in 2015 voortgezet. 3. Ja.
Subprogramma 3: Bedrijfsvoering (beheerplan 9.3) Beleidsdoel We voeren onze taken uit op basis van een optimale kwaliteit/prijsverhouding.De competenties van onze medewerkers zijn in lijn met de kerncompetenties van de organisatie. Acties 9.3.c 9.3.b
1. We meten via objectief onderzoek de betrokkenheid/binding bij de organisatie en voeren eventueel benodigde maatregelen uit 2. We gaan verder met het ontwikkelen van organisatie- en medewerkercompetenties op het gebied van interne en externe samenwerking. Elementen als deskundigheid, professionaliteit en betrouwbaarheid speien een prominente roi in de ondersteuning van onze roi ais waterautoriteit.
gereed 201423 2015
Waf waren in 2014 de voorgenomen ectivitelien? 1. De uitkomsten van de RI&E is onze basis van waaruit verbeteracties plaatsvinden. De RI&E uitkomsten werden gekenmerkt door een grate mate van betrokkenheid van het personeel. De acties
23
Datum gereed verschoven. Was 2013.
-27-
zijn er dan oak op gericht deze betrokkenheid (o.m. middels kennis op peil houden, verantwoordelijkheden
laag en duidelijke doelen) te bestendigen.
2. Het proces am te kamen tot de strategische personeelsplanning en kunde competenties
(2013-1016)
is afgerond. De kennis
maken hiervan deel uit. Deze worden via opleidingsprogramma's uitgewerkt.
De insteek is am daarnaast 5% van de fte's te benuUen voor innovatieve doeleinden die meer winst genereren dan de fte's kosten. Dit stimuleert ondernemerschap
en innovatie en bespaart tevens
kosten. In 2014 zullen de eerste innovatieresultaten worden geboekt.
Waf hebben we gedaan in 2014? 1. De goede uitkomst van de RI&E laat onverlet dat de verbeteracties over de geheie linie zijn opgepakt.
De RI&E uitkomsten werd gekenmerkt door een grate mate van betrokkenheid
personeel. De aanvullende acties zijn gericht geweest am deze betrokkenheid peil houden, verantwoordelijkheden lage ziekteverzuimpercentage
van het
(o.m. middels kennis op
laag en duidelijke doelen) te bestendigen. Blijkens het wederom
in 2014 van 2.9% zijn we hierin geslaagd.
2. Op basis van de strategische personeelsplanning
2013-1016 zijn diverse op kennis en kunde
gerichte opleidingen en trainingen verzorgd. De insteek, am 5% van de fte's te benutten voor innovatieve doeleinden die meer winst genereren dan de fte's kosten, ligt op koers. Momenteel is € 391.000,-
van de
€ 900.000,- aangemerkt om op de begroting 2017 gereduceerd te zijn/worden.
Liggen we nog op schema? 1. Ja, het actiepunt is afgerond. 2. Ja.
-28-
Hoofdstuk 1 b. Voortgang bestuursprogramma
2009 - 2012
In de jaarrekening 2012 (AB 29 mei 2013) hebben we uitvoerig stilgestaan bij een evaluatie van het bestuursprogramma tot en met 2012. De zittingsduur van het huidige bestuur is verlengd tot maart 2015. Bij de evaluatie is ook aangegeven waar de aandacht vanuit het bestuursprogramma de komende jaren (tot 2015) komt te liggen. ln de bestuurlijke tussenrapportages richten we onze blik nu vooral op de in de evaluatie opgenomen "vooruitblik" per aandachtsgebied. Op deze aandachtsgebieden gaan we in deze rapportage in. 1. Duurzaamheid Het duurzaamheidsverslag 2014 zal in de AB vergadering van mei 2015 door het algemeen bestuur worden behandeld. Wij verwijzen hiervoor graag naar deze afzonderlijke rapportage. 2. Zuiveringsstrategie G rondstoffenfabriek Landelijk zijn er verschillende werkgroepen actief om de transitie van afvalwater naar grondstof vorm te geven. Om dit te stroomlijnen is er onder verantwoordelijkheid van de Vereniging van Zuiveringsbeheerders (WZB) een stuurgroep en een kerngroep gevormd. De werkgroepen zijn vertegenwoordigd in de kerngroep. Naast werkgroepen voor specifieke producten, zoals fosfaat, cellulose en biopolymeren zijn er werkgroepen voor juridische zaken en markt- en ketenonderzoek. Door de VVZB is besloten om de Grondstoffenfabriek en de Energiefabriek te combineren. Door de waterschappen wordt geïnvesteerd om de technische en financiële haalbaarheid van verschillende terugwin routes te onderzoeken en aan te tonen. Onderstaand de huidige stand van zaken in grote lijn. Fosfaat via Struviet • Technisch haalbaar, kwaliteit variabel • Mag per 1 januari 2015 onder voorwaarden worden afgezet als meststof in landbouw. • Marktwaarde nihil of negatief. Bij financieel positieve business cases wordt struviet toegepast ten behoeve van het positieve effect op de slibontwatering (Reest en Wieden / Waternet). Aiginaat • Aiginaat is een polyrneer dat betrokken is bij korrelvorming in het Nereda proces. Het korrelslib bevat tot twintig procent van dit polyrneer. • Toepassingen van alginaat polyrneer liggen vooral op het gebied van medische materialen en voeding. • Stowa onderzoekt op dit moment de haalbaarheid van diverse afzetmogelijkheden voor het alginaat dat uit het korrelslib kan worden gewonnen. Technische en financiële haalbaarheid zijn op dit moment nog niet aangetoond. Cellulose • Zeefgoed is een celluloserijk materiaal dat verkregen wordt door het fijnzeven van rwziinfluent. Zeefgoed kan in principe worden gebruikt voor de productie van een volwaardige cellulosevezel (toepassing in bijv. asfalt of isolatiemateriaal) of koolstofbron (voor biobased chemicals).
-29-
•
Onderzoekstadium:
het beeld is dat er geen onoverkomelijke
belemmeringen zijn voor de
verdere ontwikkeling van commerciële haalbaarheid van zeefgoed. De technieken om uit zeefgoed een schone, hygiënische grondstof te maken zijn voorhanden. •
lowel technisch als economisch lijkt een perspectiefvolle
marktketen voor cellulosevezels
mogelijk, maar er bestaat nog geen goed beeld van mogelijkheden niveau. Daarvoor moeten demonstratiebatches
in de praktijk / industrieel
worden gemaakt van producten gebaseerd op
zeefgoedvezel. PHA voor bioplastics •
PolyHydroxyAlkanoaten
(PHA) is een biologisch afbreekbaar
(bio)polymeer dat door bacteriën
wordt geproduceerd via anaerobe omzetting van koolstof. Het type koolstofbron dat wordt toegediend aan de PHA-fermentatie
heeft invloed op het type biopolymeer dat uiteindelijk
gevormd wordt. •
luiveringsslib
kan, na verzuring voor productie van vluchtige vetzuren in principe worden
ingezet worden als koolstofbron voor PHA-productie.
Mogelijk is PHA productie uit 'gratis'
organische restromen zoals zuiveringsslib interessant omdat de organische grondstof circa 30% bepaalt van de totale productiekosten. luiveringsslib moet daarbij concurreren tegen andere koolstofbronnen
zoals glücose, zetrneel of plantaardiqe elie (veelal afkornstiç van
maïs- of aardappelproducten). •
De huidige marktprijs zorgt ervoor dat PHA, ondanks de aantrekkelijke
producteigenschappen,
nog niet veelvuldig wordt toegepast aangezien alternatieve biopolymeren goedkoper te produceren zijn, am de toepassingen van PHA in de toekomst mogelijk te maken, zal de PHA-productiekosten
en daarmee de prijs gereduceerd en de productkwaliteit gegarandeerd
moeten worden zodat zowel hoog- als meer laagwaardige toepassingen in beeld komen. Markt en ketens Deze werkgroep gaat na wat de marktvraag voor de verschilIende grondstoffen is. Ook is aandacht besteed aan de "merken strategie". In opdracht van de Unie van Waterschappen
en de Stowa is er een handreiking verschenen die de
juridische aspecten beschrijft die verbonden zijn bij de productie en levering van energie en grondstoffen door waterschappen. Energie uit afval en slib (ook co-vergisting) Bij de rwzi Scheemda is met het nieuw te bouwen Ommelanderziekenhuis
onderzocht of de levering
van biogas aan het ziekenhuis en/of het plaatsen van een Pharmafilter systeem een win-win situatie kan opleveren. Biogas levering is op dit moment uitgesloten. Over plaatsing van een Pharmafilter
is
nog geen duidelijkheid.
3. Efficiency, synergie en samenwerking Doelmatigheid waterketen Eind 2013 is de Visitatiecommissie Waterketen (commissie Peijs) geïnformeerd over de verwachtingen van de regio Groningen en Noord Drenthe omtrent doelmatigheid in de waterketen. De Visitatiecommissie onderzoekt landelijk of de beoogde doelmatigheidswinst in de waterketen (onderdeel Bestuursakkoord Water) wordt gehaald. Als praktische norm hanteert de commissie een te realiseren besparing van 10% op de kosten in 2020. Ons waterschap verwacht een besparing te realiseren van 11,2%. Energiebesparingen, slimmere processen, verdere samenwerking en een scherp slibcontract zorgen voor deze besparing. Een deel van deze besparing is al gerealiseerd. In december 2014 is het eindbeeld van de Visitatiecommissie aan de Tweede Kamer gepresenteerd. Hieruit bleek dat ondanks het feit dat van de landelijke besparingsdoelstelling van 350 miljoen euro,
-30-
10 miljoen euro nog niet vastgelegd is, men vertrouwen had in de voortgang van de samenwerking en het behalen van het gesteide einddoel. In 2014 zijn met alle gemeenten, waterschappen Noord Drenthe waterakkoorden
gesloten om de doelmatigheid
is daarbij opgedeeld in samenwerkingsclusters waterschappen
en een drinkwaterbedrijf.
partners in de keten willen samenwerken.
één of twee
is van 2015 tot 2020.
zijn concrete onderdelen benoemd waarop de
Daarbij is per onderdeel uitgewerkt in welke mate het
met de daarbij te verwachten besparingsdoelstelling
voor 2020.
van slib
We voeren met de noordelijke waterschappen door gisting of door aanpassingen exploitatiekosten
in de waterketen te vergroten. De regio
bestaande uit drie of meer gemeenten,
onderdeel bijdraagt aan het behalen van de drie K's en D (Kwaliteit, Kwetsbaarheid,
Kosten en Duurzaamheid) Eindverwerking
in de regio Groningen en
De looptijd van de waterakkoorden
In deze bestuurlijk vastgestelde waterakkoorden desbetreffende
en drinkwaterbedrijven
een gezamenlijk beleid: zoveel mogelijk slib reduceren
in het proces. Het reduceren van de slibproductie en daarmee de
door een andere wijze van procesvoering,
is op modelmatige wijze onderzocht. In
2015 zal dit in de praktijk worden toegepast en geëvalueerd. Samen met Noorderzijlvest
is de slibstrategie verder uitgewerkt.
Optimalisatie van de ontwatering
door het toevoegen van gruis aan het slib en drogen met laagwaardige slib eindverwerkingskosten
warmte biedt potentie om de
te reduceren waarbij de slibketen ook nog eens duurzamer wordt. Voorjaar
2015 wordt er een voorstel opgesteld voor het opzetten van een proeflijn op rwzi Garmerwolde.
4. Transparantie / communicatie Zwaarder inzetten op (crisis)communicatie / bewustwording Door de snelle ontwikkeling van sociale media vraagt crisiscommunicatie om een andere benaderingswijze. Kernpunt is om vanuit een gedegen en snelle media-omgevingsanalyse gegevens te verzamelen. Hiermee wordt de maatschappelijke informatiebehoefte in kaart gebracht. Vanuit de voorgaande analyse voigt de advisering en wordt de aanpak gekozen. Deze werkwijze sluit aan bij de buurwaterschappen en de Veiligheidsregio. Er is een 'handleiding crisiscommunicatie' opgesteld en een crisissite met een live weblog ontwikkeld. Via de crisissite brengen we besluiten van 'binnen naar buiten'. Externen kunnen zo de ontwikkelingen van een calamiteit volgen. Daarnaast hebben wij als één van de partijen in de veiligheidsregio de Risicowijzer herschreven. Hierin staan de mogelijke risico's in de provincie Groningen en de handelingsperspectieven voor inwoners. De risicowijzer is digitaal. Er is een handzame kaart gemaakt voor elke inwoner waar kort en bondig de belangrijkste handelingsperspectieven bij crisissituaties vermeid staan.
-31-
-32-
Hoofdstuk 2. Verslag ter verantwoording In het verslag ter verantwoording
van het financieel beheer
van het financieel beheer wordt ingegaan op de navolgende punten:
a. b
Rekeningresultaat Analyse van de belangrijke afwijkingen tussen de jaarrekening
ª'-
Rekeningresultaat
en de najaarsrapportage
De jaarrekening 2014 geeft een voordelig resultaat van € 1.394.000. De primitieve begroting sluit met een onttrekking aan de algemene reserves van €1.609.000. voordeel ten opziehte van de primitieve begroting bedraagt in hoofdlijnen: * * * *
* * * * * * * * * * *
lagere kapitaallasten post onvoorzien lagere personeelslasten minder geaetiveerde eigen uren hogere rentebaten lagere energiekosten lagere kosten diensten door derden en bijdragen derden hogere kosten onderhoud derden en materialen voorziening dubieuze belastingdebiteuren voorziening voormalig bestuur en personeel hogere subsidies en bijdragen van derden hogere opbrengsten uit eigendommen hogere opbrengsten werken diensten derden lagere opbrengsten watersehapsbelastingen Uitspraak kwestie natuurterreinen diversen; per saldo
Het
236.000 207.000 1.110.000 -94.000 66.000 244.000 805.000 -133.000 -385.000 -225.000 619.000 792.000 495.000 -724.000 -1.620.000 1.000 1.394.000
In onderdeel b van dit hoofdstuk wordt uitvoerig ingegaan op het verklaren van het saldo van deze jaarrekening. Al bij de voor- en najaarsrapportage gewijzigde budgetten worden niet opnieuw verklaard. Het resultaat 2014 wordt voor € 170.000 negatief beïnvloed door mee- en tegenvallers uit voorgaande dienstjaren. Het betreft: - belastingopbrengsten inel. uitspraak natuur -1.161.000 - kosten wateraanvoer 73.000 - afrekeningen voorgaande jaren BTW Noorderzijlvest 417.000 - BTW teruggaaf 2008 tim 2013 175.000 - energie 29.000 - vergoeding salariskosten 2013 60.000 - bijdrage bodemdalingseommissie 237.000 -170.000 Voor het dienstjaar 2014 betekent dit dat het "bedrijfsresultaat"
-33-
2014 € 1.564.000
posttief bedraagt.
Het voordelig resultaat is (in afwachting van een besluit omtrent de bestemming) afzonderlijk op de balans verantwoord. Bij de voorjaarsrapportage
werd uitgegaan van een verwacht nadelig resultaat van
€ 364.000.
Bij de najaarsrapportage werd het verwacht resultaat voordelig bijgesteld met € 679.000 en werd voor de jaarrekening een voordelig resultaat verwacht van € 315.000. Het werkelijk resultaat over 2014 bedraagt € 1.394.000 voordelig. Dit is € 1.079.000 voordeliger dan verwacht bij de najaarsrapportage. Het resultaat is als voigt opgebouwd: Resultaat voor bestemming bijdrage uit bestemmingsreserves bijdrage uit algemene reserves
-293.000 79.000 1.608.000
Resultaat nag te bestemmen Verwacht nadelig resultaat bij de najaarsrapportage
1.394.000 315.000
Voardeliger resultaat dan verwacht bij de najaarsrapportage
1.079.000
ï oeiichting op het resuitaat Resultaat voor bestemming Dit is het saldo van de lasten en baten exclusief de onttrekkingen aan de reserves, het exploitatiesaldo. Bijdrage uit bestemmingsreserves Dit betreft een onttrekking uit de bestemmingsreserve bodemsaneringen Bijdrage uit algemene reserves Dit zijn bij de primitieve begroting geraamde aanwending uit c.q. storting aan de algemene reserves. storting algemene reserve watersysteembeheer -1.082.000 aanwending algemene reserve zuiveringsbeheer 2.690.000 1.608.000 Resultaat nag te bestemmen. Dit is het resultaat inclusief de onttrekkingen aan de reserves. Bestemming van het resultaat Het algemeen bestuur geeft een bestemming aan het rekeningresultaat. Voorgesteld wordt het resultaat als voigt te bestemmen: algemene reserve watersysteembeheer; toevoeging van het voordeel algemene reserve zuiveringsbeheer; toevoeging van het voordeel
741.754 652.216 1.393.970
-34-
Structurele effecten Bij de analyse van de jaarrekening is ook gekeken naar structurele effecten van deze jaarrekening. Het gaat er daarbij om te bepalen of de geraamde budgetten voor 2015 en verder toereikend zijn. Een aantal zaken is nog in onderzoek. De structurele effecten zullen in de voorjaarsrapportage 2015 en meerjarenraming 2016 tim 2019 worden opgenomen. Dit kunnen zowel positieve als negatieve bijstellingen zijn.
-35-
-º.:.
Analyse van de belangrijke afwijkingen tussen de jaarrekening 2014 en de begroting 2014 incl. wijzigingen
Het voordelig exploitatieresultaat van € 1.394.000 is als voigt te specificeren naar kosten- en opbrengstsoorten (bedragen x € 1.000,-) - = nadeel t.o.v, de begroting: Rekening Verschil Begroting 2014 (incl. wijz.)
LASTEN 1.
Kapitaallasten
25.483
25.786
303
2.
Personeelslasten
22.239
22.877
638
3.
Goederen
2.460
2.625
165
4.
Energiekosten
3.722
4.065
343
5.
Huren, pachten en lease
1.060
1.048
-12
6.
Verzekeringen en belastingen
343
309
-34
7.
Onderhoud door derden
5.234
5.293
59
8.
Diensten en bijdragen aan derden
24.066
24.471
405
9.
Onvoorzien
183
183
595
-461
10. Toevoeging aan voorzieningen
1.056
11. Ten laste van reserves
79
Totaal lasten 12. Af: doorberekende personeelskosten aan investeringen
-79
85.742
87.252
1.510
1.055
1.149
-94
84.687
86.103
1.416
1.264
1.264
BATEN 13. Rentebaten 14. Baten in verband met salarissen en sociale lasten
97
15. Opbrengst goederen, werken en diensten voor derden en opbrengst uit eigendommen
48
49
3.857
2.910
77.373
79.234
17. Bijdragen van derden
1.803
1.354
449
18. Onttrekkingen aan reserves
1.687
1.608
79
86.081
86.418
-337
315
1.079
16. Waterschapsbelastingen
T otaal baten Resultaat
1.394
-36-
947 -1.861
Lasten 2014 Personeelslasten 25%
Kapitaallasten 30%
Goederen 3%
Energiekosten 4% Toevoeging aan voorzieningen 1%
-----
Diensten en bijdragen Onderhoud door derden derden 6% 29%
Verzekeringen en belastingen 1%
Huren, pachten en lease 1%
Baten 2014 Waterschapsbelastingen 90%
Baten in verband met salarissen en sociale lasten, opbrengst goederen, werken en diensten voor derden en opbrengst uit eigendommen 4%
Bijdragen van derden 2% ~~
Onttrekking aan reserves 2%
-37-
Aigemeen Op basis van het hiervoor getoonde overzicht kunnen de volgende analyses per kostensoort worden gegeven. In de kolom "begroting 2014" staan de begrotingscijfers indusief de wijzigingen bij de voor- en najaarsrapportage 2014.
1.
Kapitaallasten (V
€ 303.000)
13. Rentebaten ( € O)
-
rente afschrijvingen
-
rentebaten
Verschil
Rekening 2014
Begroting 2014
8.401.000 17.082.000 25.483.000 1.264.000
8.419.000 17.367.000 25.786.000 1.264.000
?LI.
1Q
onn
?LI. '\??
n
18.000 285.000 303.000
~
nnn
Het voordelig verschil van € 303.000 bestaat uit: A. B.
18.000 285.000
Lagere rentelasten; per saldo Lagere afschrijvingslasten
303.000
Totaal A.
Rentelasten De rentelasten over 2014 wijken gering (0,2%) afvan de raming bij de najaarsrapportage. In 2014 is één nieuwe lening opgenomen van € 30 miljoen met een looptijd van 20 jaar tegen 2,995% rente. Daarnaast is een deel van de financieringsbehoefte gedekt met kort geld waarvan de rente lager is.
B.
Afschrijvingslasten De afschrijvinglastenwijken 1,6% af van de raming bij de begroting. Tussen de geraamde en de werkelijke afschrijvingen ontstaan verschilIen als gevolg van de planningsbijstellingen in de loop van het jaar. Ons geraamde investeringsvolume van € 15 miljoen is met € 15,1 miljoen gerealiseerd. De afschrijving is gebaseerd op het moment dat een project in exploitatie (in gebruik) wordt genomen. Wordt een projectlater in exploitatie genomen dan begint ook de afschrijving later.
-38-
Personeelslasten (V € 638.000) 14. Personeelsbaten (V € 49.000)
2.
De personeelslasten zijn als voigt samengesteid:
-
-
-
Verschil
Rekening 2014
Segroting 2014
salarissen en sociale lasten personeel van derden overige personeelslasten
21.266.000 307.000 666.000
21.709.000 358.000 810.000
443.000 51.000 144.000
af: personeelsbaten
22.239.000 97.000
22.877.000 48.000
638.000 49.000
22.142.000
22.829.000
687.000
Salarissen en sociale lasten en personeel derden Het voordeel op de salarissen en sociale lasten bedraagt € 443.000 (2,0%). Sij de najaarsrapportage is het budget met € 302.000 verlaagd als gevolg van vacatureruimte. Daarbij is wei rekening gehouden met een cao-stijging van 1 % in 2014. Het voordeel van € 443.000 is als voigt opgebouwd: Sij de najaarsrapportaqe is rekening gehouden met een cao-stijging van 1 % in 2014. De cao-onderhandelingen zijn nog gaande. 217.000 Sij de najaarsrapportage is uitgegaan van een vacatureruimte in 2014 van 8 fte. De werkelijke vacatureruimte over 2014 was 8,4 fte. 30.000 In 2014 is de vergoeding van de salariskosten over 2013 van een permanent gedetacheerde mederwerker verantwoord. Dit betekent in 2014 een extra opbrengst. 60.000 Jaarlijks wordt het restantverlof, per einde van het jaar, als verplichting opgenomen. Het aantal uren restantverlof eind 2014 was lager dan eind 2013. 34.000 Overige afwijkingen (0,5%) 102.000 443.000 Personeel derden Door een sober inhuur beleid zijn de kosten € 51.000 lager dan geraamd. Overige personeelslasten Het voordeel van € 144.000 betreft: mobiliteitsbeleid opleidingskosten ARSO-dienst diverse kleinere afwijkingen
22.000 86.000 19.000 17.000 144.000
Mobiliteitsbeleid De kosten blijven beperkt door enerzijds een gering verloop en anderzijds vanwege het sturen op het principe van werk naar werk. Sij de najaarsrapportage is het budget reeds met € 50.000 verlaagd. Opleidingskosten Een deel van het budget voor opleidingen is niet aangewend. Sehalve een wisselende behoefte aan het volgen van studies en trainingen is ook een trend waarneembaar van meer "in huis" (kantoor Veele) organiseren van studies en trainingen. Hierdoor dalen de kosten. Sij de najaarsrapportage is het budget
-39-
reeds met € 100.000 verlaagd.
ARBO-dienst De jaarlijkse kosten zijn lager omdat er rechtstreeks met de bedrijfsarts een contract is afgesloten in plaats van met een bedrijfsartsengroep. Personeelsbaten Het voordeel van € 49.000 betreft met name de vergoeding voor het, tijdelijk, uitlenen van een tweetal medewerkers aan een gemeente en een collega waterschap. 3.
Goederen CV € 165.000) Rekening 2014
-
goederen
2.460.000
Verschil
Begroting 2014
165.000
2.625.000
Het voordeel bedraagt € 165.000. Tussen de post onderhoud derden en goederen bestaat een relatie doordat het onderhoud deeis door eigen personeei wordt uitgevoerd en dee's wordt uitbesteed. Bij uitbesteding worden de totale kosten verantwoord op onderhoud derden, inclusief de door de derde gebruikte materialen. Het voordeel ad € 165.000 wordt in de analyse van de post onderhoud door derden meegenomen. 4.
Energiekosten (V € 343.000)
-
energie
Rekening 2014
Begroting 2014
3.722.000
4.065.000
Verschil
Het voordeel betreft: elektriciteit en gas 2014 elektriciteit en gas afrekening voorgaande jaren dieselolie tractiemiddelen
343.000
308.000 29.000 6.000 343.000
Elektriciteit en gas 2014 In de begroting 2014 was reeds rekening gehouden met diverse energie besparende maatregelen. Dit betreft ondermeer de vervanging van de puntbeluchting van rwzi Veendam. Daarnaast is in 2014 veel aandacht besteed aan optimalisatie van de instellingen op aile zuiveringen en gemalen. Ook is eind 2013 gevelisolatie aangebracht aan het waterschapsqebouw. Hier:..d9~r is 300.000 kwh elektriciteit bespaard en 40.000 m3 gas. In 2014 zijn onze voorgenomen doelstellingen inzake energiereductie gehaald. Het voordeel ad € 308.000 wordt deels veroorzaakt door energiereductie die nog niet in de begroting was meegenomen, door weersomstandigheden en deels door een te hoge raming. Elektriciteit en gas afrekening voorgaande ¡aren De in de jaarrekening 2013 opgenomen raming voor de afrekening over 2013 voor het elektriciteit- en gasverbruik was € 29.000 lager dan de uiteindelijke werkelijke afrekening.
-40-
Huren pachten en lease CN € 12.000)
5.
Rekening 2014 -
huren, pachten en lease
1.060.000
Begroting 2014 1.048.000
Het nadeel betreft: lagere huur helicopter schouw lagere huur kantoorapparatuur; nieuwe leverancier lagere huur laboratorium; te ruime raming hogere leasekosten; meer kilometers dan verwacht diverse kleinere afwijkingen
Verschil
-12.000
17.000 18.000 12.000 -64.000 5.000 -12.000
6.
Verzekeringen en belastingen CN € 34.000) Rekening 2014
-
verzekeringen en belastingen
343.000
Begroting 2014 309.000
Verschil
-34.000
Dit betreft hogere kosten verzekeringen € 18.000 en hogere kosten belastingen € 16.000. De verzekeringen zijn in 2014 opnieuw aanbesteed. De kosten zijn hierdoor gestegen. De kosten motorrijtuigenbelasting zijn bij de voorjaarsrapportage met € 23.000 verlaagd. Deze verlaging is te hoog geweest. 7.
Onderhoud door derden CV € 59.000) Rekening 2014
-
onderhoud door derden
5.234.000
Het voordeel bedraagt Voordeel op goederen (zie post 3 goederen) Doorberekend aan derden
Begroting 2014 5.293.000
Verschil
59.000 59.000 165.000 34.000
Feitelijk voordeel 2014
·258.000
De grotere afwijkingen op onderhoud en goederen zijn: communicatie onderhoud tractiemiddelen onderhoud zuiveringstechnische werken onderhoud kwantiteitsgemalen integraal waterbeheerplan overige, per saldo
42.000 82.000 30.000 65.000 35.000 4.000 258.000
-41-
Communicatie
In 2014 zijn diverse communicatie projecten uitgevoerd. Voor deze projecten waren weinig materialen benodigd. Onderhoud tractiemiddelen In 2014 is het onderhoud materieel gecentraliseerd. De werkplaatsen Siddeburen en Rolde zijn gesloten en alle werkzaamheden worden centraal vanuit Veele uitgevoerd. Deze samenvoeging stimuleert een efficiënte inzet van de plannings- en monteurswerkzaamheden. Bovendien krijgen we meer zieht op de onderhoudstoestand van ons materieel. De kennis en capaciteit is gebundeid en dit leidt tot lagere onderhoudskosten van het materieel. Onderhoud zuiveringsteehnische werken Naar aanleiding van een overschrijding van de kosten bij de jaarrekening 2012 zijn door de organisatie diverse maatregelen genomen om overschrijdingen te voorkomen of in het geval van calamiteiten of onverwachte kosten, dit tijdig te signaleren. Hierdoor is het ook mogelijk om tussentijds bij te sturen. In 2014 is het onderhoudsbudget met een klein voordeel van € 30.000 (1,3%) afgesloten. Onderhoud kwantiteitsgemalen Het voordee! op het onderhoud van de kwantiteitsqemalen bedraaqt € 65.000. Dit wordt met name veroorzaakt door eind 2014 geplande werkzaamheden die, als gevolg van lange levertijden van de benodigde materialen, pas begin 2015 konden worden uitgevoerd. Dit betreft: In de najaarsrapportage 2014 is voor de revisie van het bewegingsmeehanisme van de spuisluis Duurswold een extra budget aangevraagd van € 50.000. Omdat de benodigde lagers pas begin 2015 konden worden geleverd is een groot deel van de werkzaamheden doorgeschoven naar 2015. Voor gemaal Fiemel is begin december 2014 een frequentieomvormer voor de regeling van het toerental van pomp 3 besteid. De levering is pas begin 2015.
30.000 22.000 52.000
Aangezien deze in 2014 geplande werkzaamheden in 2015 worden uitgevoerd, wordt voorgesteld dit restantbudget van € 52.000 over te hevelen naar 2015. Dit bedrag wordt dan opgenomen in de voorjaarsrapportage 2015. Hiermee blijft een voordeel aanwezig op het onderhoud kwantiteitsgemalen van € 13.000. Integraal waterbeheerplan De verwachte kosten voor de vormgeving van het nieuwe beheerprogramma 2016 - 2019 zijn in 2014 niet gemaakt. Mogelijk worden in 2015 nog kosten gemaakt voor de vormgeving van het digitaal beschikbaar te stellen beheerprogramma. Daarnaast zijn de kosten voor het maken van kaarten grotendeels binnen de budgetten van GEO-informatie opgevangen. Hierdoor hoefde een deel van het budget niet te worden aangesproken.
-42-
8.
Diensten en bijdragen derden CV € 405.000)
-
overige diensten van derden bijdragen aan derden
Verschil
Rekening 2014
Begroting 2014
17.685.000 6.381.000
18.220.000 6.251.000
535.000 -130.000
24.066.000
24.471.000
405.000
overige diensten van derden Het voordeel bedraagt Volledig gedekt door subsidies 1)
535.000 123.000
Feitelijk voordeel 2014
658.000
1) Voor subsidieprojecten is € 123.000 aan diensten derden besteed. In totaal is € 187.000 ontvangen aan subsdies (post 17 bijdragen van derden). Het voordeel bestaat uit diverse afwijkingen en is voor een groot deel ontstaan doordat terughoudend is omgegaan met het uitbesteden aan derden en, waar mogelijk, meer zelf is uitgevoerd. Hieronder worden de afwijkingen gespecificeerd. De grotere c.q. bijzondere afwijkingen zijn toegelicht. Diverse afwijkingen: schoonmaakkosten; nieuwe aanbesteding opruimacties; verschilt per jaar toetsen kaden; minder toetsingen diensten door derden t.b.v. de waterlopen peilbeheer zuiveren over de grens Reest en Wieden; op basis van aantal ve's diverse kleinere afwijkingen; per saldo
25.000 31.000 28.000 18.000 26.000 25.000 3.000 156.0001
De grotere c.q. bijzondere afwijkingen zijn: stimulering derden aanpak diffuse emissies buitenlandbeleid/internationale samenwerking kosten Lab biogasinstallaties; implementatie veiligheidsbeheersysteem bijdrage water aan- en afvoer advertentiekosten toepassingen Waterschapshuis schoonmaakkosten bellenbeluchting rwzí's
31.000 43.000 -56.000 25.000 137.000 42.000 180.000 100.000 502.0001 658.000
Totaal voordeel
Stimulering derden aanpak diffuse emissies Een aantal in 2014 geplande werkzaamheden is doorgeschoven naar 2015. De kosten hiervan worden derhalve in 2015 verantwoord ten laste van het budget 2015. .
-43-
Buitenlandbeleid/internationale samenwerking Het budget wordt vooral gebruikt voor het betalen van reis-, verblijf- en cursuskosten en de mogelijke tijdelijke inzet van extra arbeid. In 2014 hebben wij het beschikbare budget nauwelijks aan hoeven te spreken omdat de projecten waaraan we deelnemen binnen de bestaande formatie en beschikbare tijd van betreffende medewerkers kan worden uitgevoerd. De aaneengesloten tijdsduur die aan een buitenlandproject wordt besteed is tot op heden maximaal een week. De rest van de activiteiten vinden versnipperd plaats. Kosten Lab De hagere kosten betreffen met name hagere kosten voor uitgevoerde KRW analyses en hagere kosten uitbesteed onderzoek wegens meer uitgevoerd werk voor derden. Biogasinstallaties; implementatie veiligheidsbeheersyteem In de voorjaarsrapportage is een budget geraamd voor de implementatie van een veiligheidsbeheersysteem. De kwaliteit van het beheer en onderhoud is verbeterd en moet geborgd worden op het gewenste niveau. In sam en hang met de aanpassingen van de huidige installaties zal het veiligheidsbeheersysteem worden geïmplementeerd. Dit was gepland voor 2014 maar door de gewijzigde planning van het project Biogasveiligheid zal de implementatie in 2015 plaatsvinden. Voorgesteld wordt dit budget van € 25.000 over
te hevelen naar 2015. Dit bedrag wordt dan opgenomen in de voorjaarsrapportaqe 2015. Bijdrage water aan- en afvoer In droge perioden wordt water aangevoerd via het Orentse Primaire Aanvoercircuit. Hiervoor betalen we een vergoeding aan de provincie Drenthe. In de begroting wordt hiervoor een bedrag geraamd van € 237.000. Dit is een gemiddeld bedrag gebaseerd op ervaringscijfers. In 2014 was de zomer gunstig qua wateraanvoer waardoor de kosten onder het gemiddelde uitkomen. Het voordeel over 2014 bedraagt € 64.000. Oaarnaast was de inschaUing in de jaarrekening 2013 over de kosten 2013 € 73.000 te hoog. Advertentiekosten In 2014 zijn er minder bekendmakingen gepubliceerd en de advertenties zijn soberder van opzet. Toepassingen Het Waterschapshuis (HWH) In 2014 heeft de "ontvlechting" met HWH verder plaatsgevonden. We willen meer producten niet meer via HWH afnemen. Door deze producten zelf uit te voeren besparen we verder op de kosten. Hierdoor kon in 2014 € 180.000 bespaard worden. Schoonmaakkosten bellenbeluchting rwzí's De bellenbeluchters van de rwzi's moeten regelmatig worden leeggehaald en schoongemaakt. Hiervoor is een schema gemaakt en jaarlijks wordt de schoonmaak bij een aantal rwzi's uitgevoerd. In 2014 was een bedrag van € 100.000 gereserveerd voor de schoonmaak van de gistingstank rwzi Scheemda en de stortkosten van het slib. Dit wordt gelijktijdig uitgevoerd met de vervanging van de mengers. Aangezien de vervanging van de mengers van de rwzi Scheemda is doorgeschoven naar 2015 in verband met het onderzoek naar biogasveiligheid zal dit budget oak pas in 2015 worden besteed. Voorgesteld wordt dit budget vari € i 00.000 over te heveien naar ZOi 5. Dit bedrag wordt dim opçënomen in de voorjaarsrapportage 2015.
-44-
Bijdragen aan derden
Het nadeel bedraagt € 130.000 en is als voigt opgebouwd.
bijdrage Hefpunt bijdrage HWBP Rijksheffing VKA Diversen
-214.000 49.000 41.000 -6.000 -130.000
Bijdrage Hefpunt De bijdrage aan Hefpunt is in 2014 € 714.000 hoger dan geraamd. Ons aandeel daarin bedraagt € 214.000 (30%). De hogere lasten bestaan uit enerzijds een in 2014 gevormde voorziening van € 906.000 in verband met de reorganisatie en de daarmee samenhangende boventalligheid en anderzijds een voordeel op de exploitatie van € 192.000. Het voordeel op de exploitatie bestaat uit diverse afwijkingen. In de jaarrekening van Hefpunt worden de afwijkingen uitgebreid toegelicht. Bijdrage HWBP Voor onze bijdrage 2014 aan het Hoogwater beschermingsprogramma (HWBP) is in de begroting € 3,1 miljoen geraamd. De werkelijke bijdrage is € 49.000 lager. Rijksheffing VKA De aanslag verontreinigingsheffing Rijkswateren is € 41.000 lager dan geraamd. 9.
Onvoorzien (V € 183.000) Rekening 2014
-
onvoorzien
Begroting 2014
Verschil
183.000
183.000
In de oorspronkelijke begroting is € 207.000 opgenomen voor onvoorzien. Bij de najaarsrapportage is hiervan € 24.000 bestemd voor het beter beschikbaar maken van de ontwikkelde inundatiefilms. Daarnaast zijn de inundatieflims, mede vanwege de onderzoeken naar risico's van aardbevingen, ook beschikbaar bij normale peilen. 10. Toevoeging aan voorzieningen (N € 461.000) Rekening 2014
-
voorziening voormalig bestuur en personeel voorziening dubieuze belastingdebiteuren
225.000 831.000 1.056.000
-45-
Begroting 2014
Verschil
595.000
-225.000 -236.000
595.000
-461.000
Toevoeging voorziening voormalig bestuur en personeel Conform de regelgeving zijn de toekomstige lasten van voormalig personeel en bestuur opgenomen in een voorziening. De jaarlijkse kosten worden rechtstreeks ten laste van deze voorziening gebracht. Jaarlijks wordt de benodigde hoogte van deze voorziening herberekend. Een eventueel tekort of overschot wordt ten laste of ten gunste van de exploitatie gebracht. Voor onze DB leden is bij Loyalis een APPA-plan (Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers) afgesloten. Hiervoor wordt jaarlijks premie betaald. Naast deze premie wordt jaarlijks het benodigd beleggingstegoed
door Loyalis berekend en wordt het verschil tussen het opgebouwd en het benodigd
beleggingstegoed
aangegeven. Het verschil hiertussen is in onze voorziening opgenomen. Uit de
berekening over 2014 blijkt dat de voorziening met € 153.000
dient te worden verhoogd. Loyalis heeft, door
de situatie op de financiële markten de rekenrente van 3% naar 1,5% verlaagd. Het restant van € 72.000
extra dotatie betreft een in 2015 uit te keren ontslagvergoeding
bijstellingen, ondermeer de verhoging van de AOW-gerechtigde
en diverse
leeftijd.
Toevoeging voorziening dubieuze belastingdebiteuren Jaarlijks wordt bij de jaarrekening een inschatting gemaakt van de invorderbaarheid van de Bij de voorjaarsrapportage
is het budget reeds verhoogd met € 150.000 tot € 595.000.
De werkelijke dotatie 2014 bedraagt € 830.000.
Dit is € 235.000 hager dan geraamd. Dit is het gevolg van
belastingdebiteuren.
met name een toename van het aantal faillissementen. 11.
Ten laste van reserves (N € 79.000)
-
ten laste van reserves
Rekening
Begrating
2014
2014
Verschil
-79.000
79.000
In 2013 is een krediet verstrekt van € 156.000 als bijdrage aan de provincie Groningen voor de hot spot sanering Eemskanaal en Oosterhornkanaal. In 2014 is hiervan € 79.000 uitbetaald. De afrekening zal in 2015 plaatsvinden. Conform het AB besluit worden deze kosten ten laste gebracht van de bestemmingsreserve bodemsaneringen. Deze onttrekking is verantwoord onder de baten punt 18 "onttrekkingen reserves". 12.
Doorberekende
-
personeelskosten
aan investeringen (N € 94.000)
geactiveerde personeelslasten
Rekening 2014
Begroting 2014
1.055.000
1.149.000
Verschil
-94.000
De geactiveerde lasten betreffen de eigen uren welke worden toegerekend aan de investeringen. Ingaande 2015 worden de eigen uren niet meer qeactiveerd. Hierop vooruitlopend is bij een aantal projecten, waaronder project biogasveiligheid, geen eigen uren meer geraamd. Dit betekent dat de in 2014 bestede eigen uren ook niet zijn geactiveerd. Daarnaast is in 2014 een projectleider deels gedetacheerd bij een collega waterschap waardoor er ook minder uren ten laste van de projecten zijn gebracht.
-46-
13. Rentebaten (€ O)
-
rentebaten
Rekening 2014
Begroting 2014
1.264.000
1.264.000
Verschil
De rentebaten zijn in samenhang met de rentelasten toegelicht (zie punt 1 ad A). 14. Baten in verband met salarissen en sociale lasten (V € 49.000) Rekening 2014
-
baten i.v.m. salarissen en sociale lasten
Begroting 2014
97.000
Verschil
48.000
49.000
De baten i.v.m. salarissen en sociale lasten zijn in samenhang met de personeelslasten toegelicht (zie punt 2). 15. Opbrengst goederen, werken en diensten voor derden en opbrengst uit eigendommen (V € 947.000)
-
Opbrengst goederen, werken en diensten voor derden en opbrengst uit eigendommen
Rekening 2014
Begroting 2014
3.857.000
2.910.000
Verschil
947.000
Het voordeel ad € 947.000 betreft: diensten voor derden zuiveren afvalwater Reest en Wieden bemonstering en analyse derden toezicht indirecte lozingen provincie Groningen verkoop percelen grond overig; per saldo
240.000 81.000 40.000 53.000 507.000 26.000 947.000
Diensten voar derden Betreft de ontvangen vergoedingen van diverse bij derden in rekening gebrachte werkzaamheden. Het betreft ondermeer het door het waterschap uitgevoerd onderhoud en slibverwerking van de ZAWZI in Delfzijl en de rioolgemalen en tractiemiddelen van de gemeente Vlagtwedde. Rekening houdende met de door ons aan derden betaaide kosten voor onderhoud, materialen en diensten, bedraagt het daadwerkelijk voordeel € 36.000. Zuiveren afvalwater Reest en Wieden Het voordeel van € 81.000 betreft met name een hoger zuiveringstarief dat in rekening is gebracht dan waar in de begroting rekening mee is gehouden.
-47-
Bemonstering en analyse derden Er is in 2014 beduidend meer werk verricht voor de Suikerunie dan in voorgaande jaren. Daarnaast is een, niet voorzien, project voor de gemeente Tynaarlo uitgevoerd. Dit project loopt door tot de zomer van 2015. Toezicht indirecte lozingen provincie Groningen Voor de provincie Groningen is in 2014 het toezicht op indirecte lozingen uitgevoerd. Verkoop percelen grond Ten behoeve van het project Westerwoldse Aa (inrichting bergingsgebieden Westerwoldse Aa, Kuurbos, Hamdijk en Bovenlanden) zijn door ons gronden buiten het projectgebied aangeboden (als ruiling) ten einde grondverwerving binnen het project te bespoedigen. Na aftrek van gemaakte kosten bedraagt de verkoopopbrengst ruim € 500.000.
-48-
16.
Waterschapsbelastingen
-
-
(N € 1.861.000 )
gebouwd ongebouwd natuur ingezetenen verontreinigingsheffing zuiveringsheffing kwijtschelding
Rekening 2014
Begroting 2014
Verschil
20.003.000 6.478.000 216.000 12.006.000 508.000 40.310.000 -2.148.000
20.049.000 8.266.000 101.000 12.010.000 465.000 40.293.000 -1.950.000
-46.000 -1.788.000 115.000 -4.000 43.000 17.000 -198.000
77.373.000
79.234.000
-1.861.000
werkelijk
begroot
verschil
39.211.000 -671.000 40.310.000 -1.477.000
40.891.000 -662.000 40.293.000 -1.288.000
-1.680.000 -9.000 17.000 -189.000
77.373.000
79.234.000
-1.861.000
o{2brengst verdeeld naar taken:
-
watersysteembeheer af: kwijtschelding watersysteembeheer zuiveringsbeheer af: kwijtschelding zuiveringsheffing
afwilking t.O.V. de begroting verdeeld naar 2014 en voorgaande tusa: 2014
-
-
lagere opbrengst gebouwd lagere opbrengst ongebouwd lagere opbrengst ongebouwd "uitspraak natuur" hogere opbrengst natuur hogere opbrengst natuur "uitspraak natuur" lagere opbrengst ingezetenen hogere opbrengst verontreinigingsheffing hogere opbrengst zuiveringsheffing hogere kwijtschelding watersysteembeheer hogere kwijtschelding zuiveringsheffing
2013 en voorgaande jaren
-116.000 -47.000 -304.000 2.000 21.000 -8.000 11.000 -61.000 -9.000 -189.000
70.000 -8.000 -1.429.000
-700.000
-1.161.000
92.000 4.000 32.000 78.000
totaal -46.000 -55.000 -1.733.000 2.000 113.000 -4.000 43.000 17.000 -9.000 -189.000 -1.861.000
Lagere opbrengst gebouwd (N € 46.000) De werkelijke opbrengst is € 46.000 (0,2%) lager dan geraamd. Dit betreft een hogere opbrengst over voorgaande jaren van € 70.000 en een lagere opbrengst 2014 van € 116.000. De afwijkingen worden veroorzaakt door de afwijking in de WOZ-waarden waarmee wordt gerekend.
-49-
Lagere apbrengst angebauwd (N € 55.000)
De werkelijke opbrengst is € 55.000 (0,1 %) lager dan geraamd. Dit betreft een lagere opbrengst over voorgaande jaren van € 8.000 en een lagere opbrengst 2014 van € 47.000. De lagere opbrengst 2014 wordt met name veroorzaakt door de toegepaste tariefdifferentiatie bij wegen. Deze raming was te hoog opgenomen. Hagere opbrengst natuur (V € 2.000) De opbrengst is € 2.000 (2%) hoger dan geraamd. Lagere apbrengst ongebauwd "uitspraak natuur" (N € 1.733.000) Hagere apbrengst natuur "uitspraak natuur" (V € 113.000) Op basis van de uitspraak van de Hoge Raad van 7 november 2014 inzake de proefprocedures natuur is een berekening gemaakt van de waarschijnlijk alsnog als natuur te kwalificeren hectares ongebouwd. De vanaf 2009 te veel ontvangen waterschapsbelasting zal worden terugbetaald. Hiermee is € 1.620.000 gemoeid. € 1.337.000 heeft betrekking op voorgaande dienstjaren, € 283.000 op 2014. Lagere apbrengst ingezetenen (N € 4.000) De werkelijke opbrengst is € 4.000 lager dan verwacht. Dit betreft een hogere opbrengst over voorgaande jaren van € 4.000 en een lagere opbrengst 2014 van € 8.000. Hagere apbrengst verontreinigingsheffing;directe lozers (V € 43.000) Het voordeel ad € 43.000 (9,2%) betreft een hogere opbrengst over voorgaande jaren van € 32.000 en een hogere opbrengst over 2014 van € 11.000. De hogere opbrengst voorgaande jaren is in de jaarrekening 2013telaagingeschat. Hogere opbrengst zuiveringsheffing (V € 17.000) De werkelijke opbrengst is € 17.000 hoger dan verwacht. Dit betreft een hogere opbrengst over voorgaande jaren van € 78.000 en een lagere opbrengst 2014 van € 61.000. Hagere kwijtschelding watersysteembeheer (N € 9.000) Hogere kwijtschelding zuiveringsheffing (N € 189.000) Bij de voorjaarsrapportage is de kwijtschelding verhoogd met € 150.000. De werkelijke kosten kwijtschelding zijn in totaal € 198.000 (10,2%) hoger. Dit is het gevolg van de siechte economische situatie.
-50-
17.
Bijdragen van derden (V € 449.000)
Rekening 2014 -
bijdragen van derden
Begroting 2014
Verschil
1.803.000
1.354.000
449.000
1.803.000
1.354.000
449.000
Het voordeel van € 449.000 betreft: subsidies bodemdalingscom m issie BTW teruggave bijdrage VKA urenvergoeding POV Waddenzee overig; per saldo diverse kleinere afwijkingen
110.000 245.000 155.000 -173.000 95.000 17.000 449.000
Subsidies Voor het bijdragen in diverse subsidieprojecten is in 2014 € 187.000 aan subsidies verantwoord. De raming was € 77.000. Dit betreft alleen de subsidies op de exploitatieprojecten. Daarnaast zijn voor € 9,8 miljoen subsidies en bijdragen verantwoord op onze investeringsprojecten. Deze subsidies en bijdragen worden verantwoord binnen het krediet van het desbetreffende project. Bodemdalingscom m issie Het voordeel betreft € 237.000 gehonoreerde declaraties over voorgaande jaren. Dit betreft voor € 150.000 alsnog gedeclareerde uren over 2008 tim 2013 en € 87.000 onderhoud- en beheerkosten over voorgaande jaren. BTW teruggave In 2014 is een BTW teruggave over 2008 tim 2013 verantwoord van € 175.000. Voor 2014 is uitgegaan van een teruggave van € 20.000. Voorlopig was met € 40.000 rekening gehouden. Eind 2013 is een onderzoek gestart naar de manier waarop wij met BTW omgaan. Uit het onderzoek kwam naar voren dat we geen gebruik maakten van de mogelijkheid een deel van door ons betaaide BTW op zogenaamde gemengde kosten van de belastingdienst terug te krijgen. Gemengde kosten zijn kosten die wij maken ten behoeve van zowel onze overheidstaken als voor onze dienstverlening aan derden (btw-belaste taken). Over het algemeen gaat het hierbij om overhead. Via een te berekenen verhoudingsgetal (pro rata) is een deel van de BTW van de gemengde kosten terug te vragen. Bijdrage VKA In de begroting 2014 was uitgegaan van een kostendekkende exploitatie van de VKA (Veenkoloniale Afvalwaterleiding). De juridische procedure met de betrokken bedrijven loopt nog. Afgesproken is met de betreffende bedrijven dat gedurende het geschil de bestaande bijdrageregeling blijft gehanteerd. Urenvergoeding POV Waddenzee In het kader van het Hoogwater beschermingsprogramma (HWBP) neemt ons waterschap samen met Noorderzijlvest en Wetterskip Friesland deel aan de Project overstijgende verkenning Waddenzee (POV). De uren door de medewerkers hieraan besteed worden volledig vergoed vanuit het HWBP.
-51-
18
Onttrekkingen aan reserves (V € 79.000)
Rekening 2014
-
algerriene reserves bestemm ingsreserves
Begrating 2014
1.608.000 79.000
1.608.000
1.687.000
1.608.000
Verschil
79.000 79.000
In 2013 is een krediet verstrekt van € 156.000 als bijdrage aan de provincie Groningen voor de hot spot sanering Eemskanaal en Oosterhornkanaal. In 2014 is hiervan € 79.000 uitbetaald. De afrekening zal in 2015 plaatsvinden. Conform het AB besluit worden deze kosten ten laste gebracht van de bestemmingsreserve bodemsaneringen. De uitgaven zijn verantwoord onder de lasten punt 11 "ten laste van reserves".
-52-
Hoofdstuk 3 a. Ontwikkelingen
in 2014
Landelijk gaat het met de economie iets beter. De economie als totaliteit (SSP-percentage) groeide licht. De inflatie bedroeg gemiddeld 1 % en tendeert momenteel naar 0% of lager (deflatie). Het EMUsaldo zal hierdoor in 2014 waarschijnlijk lager (= beter) uitkomen dan de -3%. Nederland lijkt uit een diep dal te krabbelen. De werkloosheid is in het najaar gedaald. De prognoses voor 2015 zijn gunstiger. In ons beheergebied kamt deze positieve ontwikkeling nog niet duidelijk naar voren. De werkloosheid is in Noord Nederland bijvoorbeeld nog hoger dan in de rest van Nederland. Financieel uit zich bij ons de economische situatie nog steeds via de vele verzoeken tot kwijtschelding en het oninbaar moeten verklaren van belastingschulden. Onze raming voor de kosten van kwijtschelding en oninbaar hebben we bij de voorjaarsrapportage van 2014 verhoogd met € 0,3 miljoen. Deze verhoging bleek helaas niet voldoende. Uiteindelijk is bijna € 3 miljoen aan belastingschulden kwijtgescholden of oninbaar verklaard. In 2013 was hiervoor ruim € 2,5 miljoen uitgetrokken. Een daling van deze uitgaven wordt in 2015 nog niet voorzien. In 2014 zijn eerste aanzetten gemaakt om een (verkennend) onderzoek te starten naar de mogelijke voordelen van een fusie met waterschap Noorderzijlvest. Uiteindelijk is besloten een vervolgtraject uit te stellen. Een besluit hiertoe zal door het nieuwe algemene bestuur genomen worden. Met een bestuursbesluit op 24 september 2014 is in principe besloten tot een fusie per 1 januari 2015 tussen het laboratorium van de waterbedrijven van Groningen en Drenthe en ons laboratorium. Hiermee kan op termijn de kwaliteit beter worden gewaarborgd en kan op kosten worden bespaard. Een dee I van het verwachte financieel voordeel is recent komen te vervallen. Het btw voordeel bij samenwerking (via de zogenaamde koepelvrijstelling) is bij nader inzien niet mogelijk gebleken. De consequenties hiervan worden in beeld gebracht. De feitelijke fusie is uitgesteld. Zie ook de paragraaf verbonden partijen. In relatie tot het meerjarig kader voor het in 2015 vast te stellen beheerprogramma 2016-2021 is binnen het bestuur gediscussieerd over een vergaande beperking (bevriezing) van de lastenstijging. De uitkomst van deze discussie was dat een echte nullijn (geen lastenstijgingen de komende jaren) niet haalbaar is. De huidige dienstverlening met de huidige kwaliteit kan dan niet gegarandeerd worden; er zal eerder sprake zijn van een verschraling. Een beperking van de lastenstijging naar tussen nul en twee procent is mogelijk wél realistisch. Afgesproken is jaarlijks vanaf 2015 een half miljoen op de operationeie kosten te besparen ten einde het streven naar een lage lastenstijging te ondersteunen. In het verlengde van de nullijndiscussie zijn de financiële gevolgen van het nieuwe beheerprogramma door het algemeen bestuur besproken en verwerkt in de meerjarencijfers vanaf 2016. De financiële gevolgen passen binnen de in de nullijndiscussie aangeven marges ten aanzien van de lastenstijging.
-53-
Hoofdstuk 3 b. Overzicht incidentele baten en lasten
Het overzicht incidentele baten en lasten betreft de baten en lasten die als éénmalig ten opzichte van voorgaande en komende jaren moeten worden beschouwd. De volgende incidentele baten en lasten zijn in de exploitatierekening 2014 meegenomen. Incidentele baten
In 2014 zijn geen noemenswaardige incidentele baten ontvangen. Incidentele lasten
Extra bijdrage Hefpunt wegens voorziening voormalig directeur Toevoeging voorziening voormalig bestuur en personeel Terugbetaling i.v.rn. "uitspraak natuur" Totaal incidentele lasten
272.000 225.000 1.620.000 2.117.000
De niet geraamde incidentele baten en lasten worden toegelicht in hoofdstuk 2 onderdeel b: analyse van de belangrijkste afwijkingen tussen de jaarrekening en de najaarsrapportage.
-54-
Hoofdstuk
3 c. Lopende investeringen
Aigemeen Het totale volume aan beschikbaar gesteide kredieten bedraagt per 31 december 2014 € 44 miljoen. Van deze € 44 miljoen zal een deel niet hoeven te worden besteed omdat naar verwachting de werkelijke kosten lager zullen zijn dan het beschikbaar gesteid krediet. In 2014 is een investeringsvolume gerealiseerd van ruim € 15 miljoen. Vanaf 2015 worden de eigen uren en rentebijschrijving niet meer geactiveerd. Momenteel wordt een inventarisatie gemaakt per investeringsproject van het bedrag aan eigen uren en rentebijschrijving wat deel uitmaakt van het restant krediet. De kredieten worden met deze bedragen verlaagd. In de voorjaarsrapportage 2015 zal dit worden meegenomen. Het jaar 2014 In de begroting 2014 is uitgegaan van een investeringsvolume van € 15 miljoen. Daarbij is gesteid dat bij gunstige omstandigheden meer geïnvesteerd zou kunnen worden. Uiteindelijk is in 2014 een netto investeringsvolume gerealiseerd van € 15,1 miljoen. De bruto investering bedraagt € 24,9 miljoen en de subsidies en bijdragen € 9,8 miljoen. Hieronder wordt de stand van zaken per project weergegeven onderverdeeld in lopende projecten en afgesloten projecten in 2014. Lopende projecten Voor een totaaloverzicht van de lopende projecten wordt verwezen naar bijlage 1 "kredietoverzicht per 31 december 2014". Hieronder wordt per project een korte toelichting gegeven. HIR Haren (028) Krediet: € 7.265.000. Uitgaven en verplichtingen tot en met 2014: € 5.934.000. Restantkrediet:
€ 1.331.000. De Herinrichting Haren is een landinrichtingsplan waarin onder meer de waterbeheersing wordt verbeterd en op de (toekomstige) functies wordt afgestemd. Vanwege de directe sam en hang tussen het Herinrichtingsplan en het plan voor de inrichting van de noodberging in de Onner- en Oostpolder is dit samen met het herinrichtingsplan gerealiseerd. In 2014 zijn de grondkosten op basis van het Plan van toedeling op naam van het waterschap overgeschreven. Het deel van de gronden waarvoor de procedure is afgerond, is betaald. In 2015 voert de Landinrichtingscommissie Haren afrondende werkzaamheden en kavel aanvaardingswerken uit en worden de procedures met betrekking tot de lijst geldelijke regeling afgerond. Herinrichting Oude Veenkoloniën, blok 3 (031) Krediet: € 112.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 8.000. Restant krediet: € 104.000. Dit betreft vooral de procedurele en financiële afwikkeling van het herinrichtingsplan Oude Veenkoloniën, blok 3. Er worden geen grootschalige werken meer uitgevoerd. Het betreft hier hoofdzakelijk nog uit te keren schadevergoedingen. HIR Westerwolde grondaankopen (033) Krediet: € 3.394.000. Uitgaven en verplichtingen tot en met 2014: € 3.295.000. Restantkrediet: € 99.000. In 2014 is ten aanzien van acht weigerachtige eigenaren, uiteindelijk een gedoogprocedure op grond van de Waterwet opgestart. Inmiddels hebben vier eigenaren berust in de toepassing van de gedoogprocedure en ten aanzien van de andere vier eigenaren is de verwachting dat er in de minne nog een oplossing mogelijk is. Voorts hebben er nog enkele na-ijlende verwervingszaken gespeeld, die in 2015 afgerond worden.
-55-
In 2015 zal de aanleg van de maaipaden naar verwachting vervolgd en afgerond worden.
Herinrichting Midden Groningen (076) Krediet: € 2.000.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 1.070.000. Restantkrediet: € 930.000. De uitvoering van de 2e fase van het natuurgebied Oannemeer, van Blok" (Slochteren/Schildwolde) en de verbeteringswerken voor de kaden langs het Afwateringskanaal en de Siochter Ae zijn in 2014 grotendeels uitgevoerd. Begin 2015 worden de werken afgerond. De werken voor het gebied Haansplassen zijn in 2014 voorbereid. Hierbij zijn ook de verbeteringswerken aan de kade tussen de Haansplassen en het Schildmeer meegenomen. De werkzaamheden worden in 2015 uitgevoerd. Landinrichting Laaghalen (115) Krediet: € 685.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 211.000. Restantkrediet: € 474.000. Met de uitvoering van het eerste deel van het project Geelbroek is gestart. Naar verwachting zal het project in 2016 worden afgerond. 5tedelijk Waterbeheer (124) Krediet: € 1.053.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 535.000. Restantkrediet: € 518.000. Dit krediet is met het vaststellen van de nota stedelijk waterbeheer uit 2003 beschikbaar gesteid. Het restantkrediet zal worden ingezet ten behoeve van stedelijke waterplannen. In 2014 zijn geen uitgaven ten laste van het krediet gebracht. Landinrichting Odoorn (184) Krediet: € 675.000. Uitgaven en verplichtingen tot en met 2014: € 421.000. Restantkrediet: € 254.000. Dit jaar is langs het Achterste Oiep een brede ecologische verbindingszone gerealiseerd. In de tussen de Oude Oijk en het Lofargebied liggende landbouwgronden zijn verbeteringen van de lokale waterhuishouding uitgevoerd waardoor de mogelijkheid gecreëerd is om met wateraanvoer het peilbeheer te optimaliseren voor landbouw en natuur. In 2014 zijn de werkzaamheden afgerond, een dee I van de grondkosten moet nog worden gedeclareerd. Uitvoering waterplannen (208) Krediet: € 1.520.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014 € 22.000. Restantkrediet: € 1.498.000. ln dit project zijn al onze toezeggingen opgenomen, vanuit de gemeentelijke waterplannen, richting de gemeenten. Vanwege de hoge prioriteit van de KRW en WB21 zijn deze activiteiten naar achteren geschoven en ondernemen wij alleen actie als de gemeente daar echt am vraagt. Aanpak Ceresmeer (237) Krediet: € 50.000. Uitgaven en verplichtingen tot en met 2014: € O Restantkrediet: € 50.000. In 2013 is het Ceresmeer door Philips verkocht aan de Grondbank. De verwachting is dat in 2015 een start wordt gemaakt met de sanering van de sloten rondom het Ceresmeer en de sanering vijf jaar zal duren.
-56-
Vismigratie KRW kanalen Hunze-Veenkoloniën Krediet:
(242)
€ 570.000. Uitgaven en verplichtingen tot en met 2014: € 596.000 € -26.000.
Restantkrediet:
Wij dragen bij in een aantal gerealiseerde vispassages
in het Amerdiep, Deurzerdiep en Anreperdiep.
Daarnaast is er een bijdrage geleverd aan het visvriendelijk maken van gemaal Ennemaborgh. Momenteel wordt er nag gewerkt aan de afrondende werkzaamheden vispassages
van de realisatie van de
bij gemaal Sans Souci. Deze actie maakt onderdeel uit van het Waddenfondsproject
"Ruirn Baan voor Vissen". Het negatieve restantkrediet
wordt veroorzaakt door nog te verrekenen
subsidies van het Waddenfonds.
Westerwoldse Aa (246) Krediet: € 5.291.000. Uitgaven en verplichtingen tot en met 2014: € 4.212.000. Restantkrediet: € 1.079.000. Overeenkomstig Westerwoldse bedrag van
het bestuursvoorstel
als vastgesteld door het AB op 24 juni 2009 is in het project
Aa ook de uitvoering van een aantal opgaven van Masterplan Kaden opgenomen. Het
€ 561.000 dat hiervoor in Masterplan Kaden was gereserveerd is conform de afspraak
hierover in het bestuursvoorstel overgeheveld voor 246 is daarmee verhoogd van
naar het project Westerwoldse
€ 4.730.000
naar
Aa (246). Het krediet
€ 5.291.000.
De uitvoering van Fase 1 (op de ca. 215 ha reeds verworven gronden) van het inrichtingsplan voor de Benedenloop
Westerwoldse
Aa, Kuurbos, Hamdijk en Bovenlanden is afgerond. Ca. 4 min. m3
waterberging
en ca. 2,5 km natuurvriendelijke
(fietspad, aanlegsteiger, passantenhaven)
oevers, twee vispassages en recreatieve voorzieningen
zijn gerealiseerd.
Verwerving van de resterende benodigde gronden voor fase 2 (ca. 23 ha) Ioopt. Zoals is aangegeven in het bestuursvoorstel
van 24 juni 2009 zullen deze gronden zo veel mogelijk op minnelijke basis
worden verworven. Maar als minnelijke verwerving niet mogelijk blijkt zullen de gronden uiteindelijk via een onteigeningsprocedure
worden verworven. De gronden zullen zo spoedig mogelijk na verwerving
worden ingericht. In 2015 zal naar verwachting mogelijk via onteigening verwachting
13 ha worden ingericht. De resterende gronden zullen
beschikbaar komen. De inrichting van de te onteigenen gronden zal naar
uiterlijk in 2017 worden voltooid.
EHS Westerwolde (306) Krediet
€ 2.147.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 1.265.000. € 882.000.
Restantkrediet:
De inrichtingswerkzaamheden werkzaamheden
in het gebied Ter Wupping
zijn grotendeels in 2014 uitgevoerd. De
worden in maart 2015 afgerond. Voor het project was Waddenfondssubsidie,
POP
subsidie en bijdragen van de provincie, de gemeenten Stadskanaal en Vlagtwedde en Staatsbosbeheer watergedeelte
draagt € 200.000 bij aan het project. Voor het
is 8,5 km beekherstel gerealiseerd,
onderzoeksrapport landbouwgrond
beschikbaar. Het waterschap
drie stuwen vervangen door vistrappen, een
over vismigratie opgesteld, is de waterhuishouding verbeterd en is een bergingsgebied
van honderd ha
van tien ha gerealiseerd.
In het dal van de Ruiten Aa van Ter Apel tot Renneborg bij Vlagtwedde worden werkzaamheden voorbereid. Voor het project is Waddenfondssubsidie worden nog aangevraagd. Het waterschap
beschikbaar. Overige subsidies en bijdragen
draagt € 400.000 bij aan het project. In het watergedeelte
van het project worden 11,5 km beekherstel gerealiseerd, acht stuwen vervangen door vistrappen, vier stuwen geplaatst en een onderzoeksrapport te hoge grondwaterstanden
opgesteld. Voor de woningen en landbouwpercelen
zullen optreden worden compenserende
-57-
maatregelen voorbereid.
waar
Ten noorden van Ter Apel wordt het dal van de Ruiten Aa versneid aangepakt.
Het project is in 2014
voorbereid en wordt in 2015 uitgevoerd. Voor het project is Waddenfondssubsidie,
POP subsidie en
een bijdrage van de provincie beschikbaar. Het waterschap draagt € 60.000 bij aan het project. Voor
het watergedeelte wordt 2,5 km beekherstel gerealiseerd, twee stuwen worden vervangen door vistrappen, te kleine duikers in een hoofdwatergang en in de Ruiten Aa in Ter Wisch worden vervangen en campenserende maatregelen op landbouwgronden uitgevoerd. Eerste aanleg riolering (323) Krediet: € 2.000.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014 € 1.593.000. Restantkrediet: € 407.000. Het krediet is bedoeld am de eerste aanleg van riolering van woningen te stimuleren via subsidiëring. Het laatste project dat nu nag loopt in de gemeente Tynaarlo is in 2014 uitgevoerd, de financiële afronding zal in 2015 plaatsvinden. Aanpassingen RWZI Veendam (361) Krediet: € 2.695.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 1.466.000 Restantkrediet: € 1.229.000. De RWZI Veendam is nag niet aangepast aan het laatste ontwerp/bouwfilosofie. Belangrijke kneipunten zijn o.a. het hage energieverbruik van het beluchtingssysteem, de huidige biologische capaciteit die niet is afgestemd op toekomstige prognose en het ontbreken van biologische fosfaatverwijdering. De RWZI Veendam is voorzien van drie puntbeluchters in combinatie met vier voorstuwers. De puntbeluchters en voorstuwers zijn zowel technisch als financieel afgeschreven. Deze manier van beluchten vergt veel energie nI. 1.050.000 kWh/jaar. In het kader van de MJA-3 doelstelling is in het energie efficiency programma (EEP 2009-2012) opgenomen dat door vervanging van het beluchtingssysteem (incl. voorstuwers) een energie voordeel is te behalen van circa 520.000 kWh/jaar door het plaatsen van bellenbeluchting in combinatie met energiezuinige en onderhoudsarme voorstuwers. In 2013 zijn de puntbeluchters en voorstuwers vervangen door bellenbeluchting. De lucht wordt middels drie blowers ingebracht en een tweetal voorstuwers zorgt ervoor dat de massa in het beluchtingscircuit in beweging blijft. In 2014 zijn een bandindikker en een PE-aanmaakinstallatie, ten behoeve van het indikken van het slib, geplaatst. Tevens zijn de surplusslibbuffers aangepast. De geplande struvietinstallatie zal mogelijk vervallen. De mogelijkheid am op biologische wijze fosfaat te verwijderen is mogelijk voldoende am aan de eisen te voldoen. Dit wordt nag nader onderzocht. In 2015 zal de optimalisatie van de primaire sliblijn worden uitgevoerd. Saneren riooloverstorten Zuidlaardermeer (412) Krediet: € 775.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 615.000. Restantkrediet: € 160.000. Het Zuidlaardermeer voldoet momenteel niet aan de ecologische en chemische waterkwaliteitseisen die daar vanuit de KRW zijn gesteid. Oak voldoet de waterkwaliteit niet altijd aan de eisen voor de zwemwaterfunctie. Eén van de als effectief aangegeven KRW-maatregelen is het saneren van drie riooloverstorten die rechtstreeks op het Zuidlaardermeer lozen. De gemeenten Tynaarlo en Haren zijn daarvoor verantwoordelijk. Om dit aan de gesteide eisen te laten voldoen heeft het waterschap in 2010 een financiële bijdrage toegezegd. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de realisatie en hebben in 2010 de voorbereiding hiervoor gestart. De werkzaamheden in de Groeve zijn in 2011 uitgevoerd en in 2012 in Noordiaren. In 2012 en 2013 is er nader onderzoek naar de te treffen maatregelen in Midlaren uitgevoerd. De uitvoering van die maatregelen is in 2014 gestart en zal in 2015 worden afgerond.
-58-
Realiseren
overstromingsvlakte
Hunze (413)
Totaal krediet: € 2.055.000. Waarvan deelprojecten die zijn afgesloten: € 14.000. Restant krediet per 31 december 2014: € 2.041.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 970.000. Restantkrediet: € 1.071.000. Door het AB is in 2012 een krediet voor Mandelanden/Oude Weer beschikbaar gesteid van € 760.000. In 2013 is voor Bonnerklap € 1.295.000 beschikbaar gesteid. In oktober 2014 is de uitvoering van het project Beekherstel Hunze in het gebied Oude Weer te Gasselternijveen afgerond als onderdeel van het KRW-programma 'De Hunze, Natuurlijk!'. Door een andere financieringsopzet in het KRW-programma 'De Hunze, Natuurlijk!' is het krediet van het waterschap voor Project Mandelanden (afgerond in 2013) op het plan Oude Weer geboekt. De toegezegde subsidies zijn gedeclareerd maar er is nog geen definitieve beschikking binnengekomen. De financiële afronding zal in 2015 plaatsvinden. In 2014 is het plan Bonnerklap in uitvoering genomen, Eind december is de uitvoering van de werken grotendeels afgerond. Het project Beekherstel Hunze in het gebied Bonnerklap is onderdeel van het KRW-programma 'De Hunze, Natuurlijk!'. De afwikkeling van de kosten zal in 2015 worden afgerond. Het tweede onderdeel van Realiseren Overstromingsvlakte Hunze I Annermoeras en Elzemaat is in 2014 in voorbereiding genomen en zijn de bestemmingsplanprocedures doorlopen. In 2015 is de uitvoering van de werken gepland. Verdrogingsbestrijding (417) Krediet € 514.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 103.000. Restantkrediet: € 411.000. De projecten verdrogingsbestrijding Holmers Halkenbroek, Eexterveld- Scheebroekerloopje en Geelbroek zijn onderdeel van het TOP-verdrogingsgebied Drentsche Aa. Oat wil zeggen dat de provincie Drenthe hier met voorrang streeft naar het opheffen van verdroging. Voor de uitvoering van waterhuishoudkundige maatregelen zal het waterschap voor 25% in de kosten bijdragen. De projecten Holmers Halkenbroek en Eexterveld Scheebroekerloopje zijn beiden uitgevoerd. De uitvoering van het project Geelbroek is gestart. Het project Loon is eveneens onderdeel van het TOP-verdrogingsgebied Drentsche Aa. De voorbereidingen voor dit project zijn nog niet gestart omdat er afstemming plaats moet vinden over de uitvoering van de maatregelen die in het kader van het beheerplan Natura 2000 en PAS voor de Drentsche Aa zijn opgesteld. Hiermee wordt voorkomen dat er spijtmaatregelen genomen worden. Natuurvriendelijke oevers kanalen Veenkoloniën (418) Krediet: € 350.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 141.000. Restantkrediet: € 209.000. Voor 2015 moest minimaal 5 km natuurvriendelijke oever worden aangelegd in de kanalen van de Veenkoloniën. De werkzaamheden zijn afgerond in december 2014. De definitieve subsidievaststelling moet nog plaats vinden. De verwachting is dat het project binnen het beschikbare krediet wordt afgesloten. Natuurvriendelijke oevers Oldambt (419) Krediet: € 160.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 75.000. Restantkrediet: € 85.000. In 2014 is gestart met de aanleg van natuurvriendelijke oevers en het ophogen van kaden langs het Suiten Nieuwediep. De werkzaamheden worden in 2015 afgerond.
-59-
Termunterzijldiep
en Opdiep (427)
Krediet: € 850.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 914.000. Restantkrediet: € -64.000. Dit project wordt in samenhang met het Masterplan Kaden uitgevoerd. Voor het project is in eerste instantie een krediet beschikbaar gesteid van € 650.000 waarvan € 400.000 uit het krediet Masterplan Kaden. In november 2014 is door het algemeen bestuur het krediet verhoogd, vanuit het krediet Masterplan Kaden, met € 200.000 wegens een hagere aanbesteding. Het totale krediet bedraagt derhalve € 850.000, waarvan € 600.000 Masterplan Kaden. De werkzaamheden bestaan uit kadeophogingen (Masterplan Kaden), aanleg van natuurvriendelijke oevers (KRW) en het deels vervangen van oeverbeschoeiing. De werkzaamheden worden medic maart 2015 afgerond. Bij de aanvraag van het extra krediet in november is onvoldoende rekening gehouden met bijkomende kosten van o.a. eigen uren en bijkomende kosten derden. Deze kosten zijn met name het gevolg van niet voorziene gesprekken en afspraken met de aangrenzende eigenaren. In het Masterplan Kaden is voor dit traject in totaal € 700.000 geraamd. Hiervan is € 600.000 overgeheveld naar dit project. Inmiddels is het project € 64.000 duurder dan ingeschat. De aanneemsom op basis van de aanbesteding is hierin verwerkt. De verwachting is dat de overschrijding uiteindelijk iets hager zal worden. Binnen het Masterplan Kaden is hiervoor nag (€ 700.000 € 600.000) = € 100.000 beschikbaar. Dit is voldoende am het project verder uit te voeren. Het nag beschikbaar budget van € 100.000 zal vanuit Masterplan Kaden worden overgeheveld naar dit project. Dit ligt in de lijn van de huidige werkwijze van de gecombineerde projecten waarbij het reeds geaccordeerd deel van het krediet van Masterplan Kaden kan worden ingezet voor het project. Onderzoeken KRW I WB21 (428) Krediet: € 983.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 658.000. Restantkrediet: € 325.000. In 2014 zijn de onderzoeken PC-Lake studie Zuidlaardermeer afgerond. Verder is de monitoring van beekpeil verhagende maatregelen voortgezet en is gestart met het onderzoek naar Zoetwaterlenzen in verzilte gebieden (project Spaarwater). Tevens is onderzoek uitgevoerd naar de effecten, op landbouwen ecologie, van het stoppen met doorspoelen van de Oldambt boezem. De Pilot Veenoxidatie in de gebieden Valthermond en Hongerige Wolf is uitgevoerd. Vervangen diverse beschoeiingen 2014 (434) Krediet: € 500.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 442.000 Restantkrediet: € 58.000 De werkzaamheden bestaan uit het vervangen van oeverbeschoeiingen conform het beleid t.a.v. onderhoud aan oeverfixaties. Hiervoor is in 2013 een meerjarig bestek aanbesteed. De werkzaamheden worden in 2015 binnen het budget afgerond Aanschaf onderhoudsmachines (437) Totaal krediet: € 1.000.000. Waarvan afgesloten in 2014: € 950.000. Restant krediet per 31 december 2014: € 50.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € O. Restantkrediet: € 50.000. Voor de aanschaf van machines was in 2014 € 1.000.000 beschikbaar. Door een positief aanbestedingsresultaat en het uitstellen van de aanschaf van een machine is € 140.000 van het krediet niet besteed. Hiervan wordt € 50.000 besteed in 2015 in verband met technische problemen met een mobiele kraan. Op het krediet blijft dan € 90.000 over. Dit is opgenomen in bijlage 2 "afgesloten projecten 2014".
-60-
Oplossen
kneipunten landelijk
gebied 2014 (440)
Krediet: € 250.000. Waarvan afgesloten in 2014: € 215.000. Restant krediet per 31 december 2014: € 35.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 30.000 Restantkrediet: € 5.000 In 2014 zijn uit dit krediet verspreid over het beheersgebied kneipunten in de wateraan- en afvoer opgelost. Het betreft o.a. het lager leggen van duikers, het vernieuwen van plaatstalen duikers en de verbetering van een tweetal stuwen. De totale besteding in 2014 bedraagt € 161.000. In 2015 zal nag € 35.000 worden besteed waarvan in 2014 reeds een verplichting is aangegaan van € 30.000. Van het krediet is € 54.000 niet besteed. Het krediet is, op het nag te besteden bedrag van € 35.000 na, afgesloten. Dit is opgenomen in bijlage 2 "afgesloten projecten 2014". IM uitwijk ICT (442) Krediet: € 200.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 93.000. Restantkrediet: € 107.000. Dit bedrag is geraamd voor het project realisatie van een uitwijk voor ICT. De redundante backup van al onze systemen is in de uitwijklocatie Veele geplaatst. Het krediet is tot nu toe besteed aan de inrichting van de ruimte met daarin een gekoelde kast waarin de apparatuur staat. Het komend jaar gaan we hierin redundante systemen opnemen zodat de primaire applicaties op twee locaties naast elkaar kunnen draaien. IM vervanging IRIS (443) Krediet: € 100.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 70.000. Restantkrediet: € 30.000. Dit betreft de vervanging van de IRIS module Vergunning verlening en handhaving. De oplevering zal in 2015 plaatsvinden. Renovatie rioolgemalen (451) Krediet: € 5.065.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 4.810.000. Restantkrediet: € 255.000. Er zijn 23 rioalgemalen gerenoveerd in een periode van 60 maanden (tim 2014). Eén gemaal wordt in 2015 gerenoveerd vanuit dit krediet. In totaal zijn er 43 afvalwaterpompen één op één vervangen waardoor de restlevensduur van het betreffende gemaal verlengd wordt. Uitvoeringsplan Runde - Ruiten Aa (471) Krediet: € 1.920.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 1.313.000. Restantkrediet: € 607.000. Het project koppeling Runde - Ruiten Aa is gerealiseerd en op zaterdag 4 oktober 2014 met diverse activiteiten langs de Runde, samen met de streek, feestelijk geopend. Het waterschap heeft het opdrachtgeverschap, is trekker, namens de participerende partners. De financiële eindafrekening vindt nag plaats richting partners onderling en subsidiënten (POP/synergie, ILG en Waddenfonds). Als afronding en overdracht naar de onderhoudsdiensten van de verschilIende partners is gestart met het opstellen van een Onderhoudsbeheerplan (OBP) voor de Runde e.o .. Mede door het OBP zal in de toekomst het beoogde streefbeeld van de Runde, als EVZ en landschapselement, in stand gehouden kunnen worden.
-61-
Rapportagetool
(476)
Krediet: € 150.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 68.000. Restantkrediet: € 82.000. De informatie uit de financiële administratie en de projectenadministratie wordt ontsloten met de rapportagetool Cognas. Tot en met 2013 werd gebruik gemaakt van versie 7. Versie 7 was verouderd en wordt niet meer ondersteund door de leverancier. Ook gaf versie 7 problemen met de nieuwe netwerkomgeving en het beheer. Inmiddels zijn we overgestapt op de nieuwste versie, Cognas 10. Deze nieuwe versie biedt ten opzichte van de vorige versie veel meer mogelijkheden voor het ontsluiten van de financiële gegevens en de projectenadministratie. In 2015 zal de verdere uitwerking plaatsvinden. GEO info & metadata (478) Krediet: € 150.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 142.000. Restantkrediet: € 8.000. Het project heeft een langere doorlooptijd dan oorspronkelijk gepland en zal dan oak pas in 2015 worden afgerond. Er is veel tijd gestoken in de voorbereiding en kwaliteit van het product. Daarnaast zijn andere prioriteiten binnen de organisatie een vertragende factor geweest. Oak draagt dit project bij aan een deel van de oplossing voor het Hunze en Aa's Eigen Iris (HEl) project. Een goede afstemming hierin is dus noodzakelijk en beide projecten zullen dan oak naast elkaar blijven lopen. In de voorbereidingsfase is gebleken dat waarschijnlijk onvoldoende krediet geraamd is voor de volledige uitrol. Een deel van de financiering zal daarom ten laste van het HEI-project komen. Vis passages waddenfonds (479) Krediet: € 215.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 291.000. Restantkrediet: € -76.000. In 2010 heeft het AB een krediet van € 215.000 vrijgegeven als cofinanciering voor de realisatie van een vijftal vispassages die als onderdeel van het Waddenfonds project "Van Wad tot Westerwoldse Aa" gerealiseerd zullen gaan worden. Het betreft hier de locaties: stuw De Bult, Stuw Veelerveen, Stuw De Tjamme, gemaal Hongerige Wolf en de sluizen bij Nieuwe Statenzijl. Het overige deel van de kosten wordt betaald vanuit een subsidie van het Waddenfonds en een bijdrage van Rijkswaterstaat. De RWS bijdrage heeft alleen betrekking op de vispassage Nieuwe Statenzijl. De vispassages bij Nieuwe Statenzijl en De Bult zijn gerealiseerd en opgeleverd. De passages bij Veelerveen, Hongerige Wolf en De Tjamme zijn vrijwel gereed. Vanuit de Waddenfonds subsidie worden diverse projecten gefinancierd. Gebleken is dat de te ontvangen subsidie voor interne uren lager is dan waarmee is gerekend. Dit betekent dat de subsidiebedragen waar rekening mee is gehouden in werkelijkheid lager zijn. Momenteel wordt geïnventariseerd wat dit financieel betekent voor alle projecten die worden gesubsidieerd vanuit het Waddenfonds. Hierbij worden de totale kosten (incl. de eigen uren) afgezet tegen de totaal te verwachten subsidiebijdragen. Het zou kunnen zijn dat er per project negatieve en positieve uitkomsten ontstaan. Of het totaal positief of negatief uitkomt is nu nog niet bekend. Wei zal naar verwachting een verschuiving van de kredietbedragen per project moeten plaatsvinden. De besluitvorming zal dan aan het algemeen bestuur worden voorgelegd. Verkiezingen 2015 (481) Krediet: € 702.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € O. Restantkrediet: € 702.000. Dit betreft het krediet voor de waterschapverkiezingen die worden gehouden op 18 maart 2015.
-62-
Groot onderhoud RWZI's 2014 (495)
Krediet: € 352.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 328.000. Restantkrediet: € 24.000. Jaarlijks wordt voor het levensduur verlengend grootonderhoud, volgens het programma Groot Onderhoud RWZI's (GOR), een investeringsbedrag opgevoerd. De voor 2014, op basis van het GOR, geplande onderhoudswerkzaamheden zijn grotendeels uitgevoerd. Per onderdeel is bekeken of vervanging of een grote revisie op dit moment noodzakelijk was. Hierbij is gekeken naar gebruiksduur, toestand en belangrijkheid van de apparatuur in relatie tot de te nemen actie. Van een aantal onderdelen is bepaald dat deze vervangen moest worden. Een in 2014 aangegane verplichting zal in 2015 worden uitgevoerd. De financiële afwikkeling zal derhalve in 2015 plaatsvinden. Masterplan Kaden (500) Krediet: € 65.368.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 38.552.000. Restantkrediet: € 26.816.000. Vanuit dit krediet is de afgelopen jaren voor € 1,8 miljoen overgeheveld naar diverse projecten die gecombineerd met het Masterplan kaden worden uitgevoerd. Het uiteindelijke krediet voor Masterplan Kaden bedraagt momenteel € 65.368.000. In 2014 is in totaal bijna 45 km kaden op veilige hoogte gebracht. In het landelijk gebied betreft het hier met name trajecten langs het Schildmeer, Dannemeer, Siochterdiep, het Nieuwe Kanaal, Suiten Nieuwe Diep en Termuntenzijldiep. In het stedelijk gebied is een grote slag gemaakt in de stad Groningen en langs het Winschoterdiep tussen Zuidbroek en Westerbroek. Door het meeliften met andere ontwikkelingen in het landelijk gebied en de UAV-gc contracten voor de stad Groningen en het traject Zuidbroek-Westerbroek ligt het Masterplan Kaden goed op schema zowel wat de betreft het tijdspad als de kosten. VKA (601) Krediet: € 630.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 518.000 Restantkrediet: € 112.000. Zoals bekend zijn er gesprekken gaande met de bedrijven die zijn aangesloten op de Veenkoloniale Afvalwaterleiding (VKA) om tot een voor ons kostendekkende exploitatie te komen. Uitgangspunt hiervoor is dat de VKA in een goede staat van onderhoud wordt opgeleverd. De komende jaren zullen diverse vervangingsinvesteringen, zoals pompen en schakelkasten van de gemalen, plaatsvinden. Daarnaast is de schakelkast van het VKA gemaal Scheemda in 2011 uitgebrand. In 2013 is het VKA gemaal Scheemda gerenoveerd. Naast de herstelwerkzaamheden als gevolg van de brand is ook de geplande vervanging van de pompen gerealiseerd. De kosten zijn voor een deel gedekt uit de verzekeringsuitkering. In 2014 is begonnen met de aanpassingen van zowel de elektrotechnische alsook de mechanische installatie van het gemaal PPG. Er is vertraging opgetreden omdat Enexis een nieuwe kabel aan moet leggen omdat de huidige niet meer voldoet. De planning is dat Enexis in het voorjaar van 2015 dit heeft gerealiseerd. Tevens is in 2014 gestart met de voorbereiding van het vervangen van de elektrotechnische en mechanische installatie van gemaal AVESE. De uitvoering zal in 2015 plaatsvinden.
-63-
Herinrichting
Oude Veenkoloniën
(604)
Krediet: € 250.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 31.000 Restantkrediet: € 219.000. Er wordt nag een aantal kleine werken uitgevoerd die vanuit de ingebruikname van de terreinen nodig zijn. Daarnaast wordt nag een aantal kleine strookjes grand verworven ten behoeve van de toegankelijkheid van onze objecten. Zoek en Vind GIS (620) Krediet: € 30.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 7.000 Restantkrediet: € 23.000. In 2014 is begonnen met de implementatie van de gekozen zoekoplossing, My-Lex overheid van CContent. De koppelingen met SharePoint, Decos en de netwerkschijven zijn inmiddels gerealiseerd. Eind 2014 is er gestart met de implementatie van My-Lex maps, de koppeling met GIS. Het project wordt medio 2015 afgerond. Zaakgericht werken (621) Krediet: € 25.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 17.000 Restantkrediet: € 8.000. Het project is in 2013 van start gegaan. Een aantal afdelingen werkt inmiddels zaakgericht. Andere afdelingen volgen in 20 15. Begin 2015 wordt de overstap gemaakt van Decos naar de nieuwe versie Decos Join. Voor de zaakgerichte inrichting binnen Join is een aantal dagen ondersteuning nodig. RWZI Scheemda (623) Krediet:€ 411.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 25.000 Restantkrediet: € 386.000. Het project RWZI Scheemda, plaatsen nieuw mengsysteem slibgistingstank, wordt in samenhang uitgevoerd met het project biogasveiligheid. De uitvoering zal in 2015 plaatsvinden. Gemalen Oostwold (637) Krediet: € 750.000. Waarvan afgesloten in 2014: € 250.000. Restant krediet per 31 december 2014: € 500.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 331.000 Restantkrediet: € 169.000. Gemaal Oostwold blijkt sinds de bouw in 2005 een te kleine capaciteit te hebben. Hierdoor zijn verschilIende tuinen langs de Nieuweweg in Oostwold al meerdere keren overstraomd. Het in capaciteit vergrate gemaal Nieuweweg is in juni 2013 in bedrijf gesteid en het nieuwbouwgemaal Kramme Elleboog is in december 2013 in bedrijf gesteid. De werkzaamheden voor de vrije afwatering van 70 ha zijn gerealiseerd en zullen na afloop van de onderhoudstermijn, mei 2015, financieel worden afgerekend. Daarnaast wordt er nag een grandtransactie afgehandeld in 2015. De provincie Groningen draagt voor de helft (€ 750.000) bij aan het project. Het deelproject afkoppelen Kramme Elleboog is in 2014 afgesloten. Zie bijlage 2 "afgesloten prajecten 2014". Noordelijke vaarverbinding (639) Krediet: € 900.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 375.000 Restantkrediet: € 525.000. In 2013 is een deel van onze bijdrage in het project aan de gemeente Oldambt voldaan. Afhankelijk van de voortgang van het project zal de resterende bijdrage in 2015 worden betaald.
-64-
Basisregistratie
Grootschalige
Topografie
(BGT) (646)
Krediet: € 450.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 380.000 Restantkrediet: € 70.000. Dit project omvat de uitvoering, dus het daadwerkelijk realiseren, van deze wettelijk verplichte basisregistratie. Vooraf zijn een aantal pilots uitgevoerd, o.a. in samenwerking met gemeenten. Bovendien is er voor gezorgd dat van een aantal gebieden binnen ons waterschap de data dusdanig opgewaardeerd zijn dat deze gebruikt kunnen worden als basis voor de opwaardering naar de BGT. Verder zijn in 2014 drie gemeenten afgerond en zijn nagenoeg alle andere gemeenten in uitvoering gebracht. Het project is opgedeeld in vier jaardelen, waarvan de tweede (2014) nu is afgesloten. Het project zal binnen het krediet worden afgerond. Hoogwater 2012 (654) Krediet: € 425.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 262.000 Restantkrediet: € 163.000. Het betreft hier een aantal investeringen die nog uitgevoerd moeten worden. Wij maken daarbij gebruik van projecten in de directe omgeving om de maatregelen integraal uit te voeren en spijtmaatregelen te voorkomen. Het betreffen werkzaamheden langs de Westerwoldse A (in samenwerking met Rijkswaterstaat) en kadewerkzaamheden langs het Afwateringskanaal bij Tjuchum. Deze laatste werkzaamheden worden uitgevoerd in het Masterplan Kaden project van de Duurswoldboezem. Deze werkzaamheden worden in 2015 afgerond. Sanering Eemskanaal (662) Krediet: 157.000. Waarvan afgesloten in 2014: € 79.000. Restant krediet per 31 december 2014: € 78.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € O. In 2014 is een krediet verstrekt van € 157.000 als bijdrage aan de provincie Groningen voor de hot spot sanering Eemskanaal en Oosterhornkanaal. In 2014 is hiervan € 79.000 uitbetaald. De afrekening zal in 2015 plaatsvinden. Conform het AB besluit worden deze kosten ten laste gebracht van de bestemmingsreserve bodemsaneringen. De afrekening zal in 2015 plaatsvinden. Gemaal Rozema revisie (674) Krediet: € 192.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € O. Restantkrediet: € 192.000. Als gevolg van de technische veroudering zullen de komende jaren de eerste vervangingsinvesteringen voor het gemaal plaatsvinden. Onder andere telemetrie, besturing, tolkleppen en luchtbehandeling zullen de komende jaren vervangen worden. De voorbereidingen zijn gestart in het najaar van 2014 en de vervangingen zullen in het voorjaar en zomer 2015 plaatsvinden. Persleiding Nieuwbuinen - Gasselternijveen (676) Krediet: € 1.990.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 966.000. Restantkrediet: € 1.024.000. Het project is in 2014 aanbesteed en in december 2014 afgerond. In de nazorgfase dient nog overeenstemming met de gemeente Borger Odoorn te worden bereikt over afkoop herstel fietspad en over de afkoopsom met betrekking tot overdracht van het rioolgemaal Drouwenermond. Hermeandering Deurzerdiep - Anreeperdiep (677) Krediet: € 1.363.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 2.578.000. Restantkrediet: € -1.215.000. De planvoorbereiding van het project is in 2014 afgerond , de aanbesteding voor de uitvoering heeft plaatsgevonden en de uitvoering is gestart. De uitvoering van het project wordt in 2015 afgerond.
-65-
Het negatieve restantkrediet is het gevolg van een aangegane verplichting in 2014 waarvan het subsidiedeel in 2015 wordt verantwoord.
Siochterdiep en zijtakken (679) Krediet: € 15.300.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 14.114.000. Restantkrediet: € 1.186.000. In de AB vergadering van 2 juli 2014 is het projectplan Inrichting Siochterdiep en zijtakken vastgesteld. In het projectplan Inrichting Siochterdiep en zijtakken zijn de maatregelen om de inrichting van het Siochterdiep en zijtakken op kosteneffectieve
beschreven die nodig zijn
wijze voor een groat deel te
taten voldoen aan de geldende beleidskaders en normen VOOi kadehoogte, kade- en oeverstabilitelt, inrichting van natuurvriendelijke
oevers en doorvoercapaciteit
en bevaarbaarheid. Op 28 november
2014 is het Best Value contract voor de realisatie van de Inrichting Siochterdiep en zijtakken ondertekend. De realisatie van het plan zal naar verwachting eind 2016 worden afgerond.
Vaarverbinding Beerta-Oldambtmeer (681) Krediet: € 200.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 160.000 Restantkrediet: € 40.000 Dit betreft een bijdrage aan de provincie Groningen voor een project dat al is uitgevoerd. Het bedrag is deels door het waterschap betaald. De afrekening met de provincie Groningen zal in 2015 plaatsvinden.
Afsluiting Oude Borgsloot (682) Krediet: € 85.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € O. Restantkrediet: € 85.000. De afsluiting van de Oude Borgsloot (dam met afsluitbare duiker) wordt gerealiseerd in het Masterplan Kadenproject in de Duurswoldboezem.
Dit project wordt in 2015 en 2016 inclusief
pro jectplan proced u res u itgevoerd .
Biogasveiligheid (696) Krediet: € 1.746.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 298.000. Restantkrediet: € 1.448.000. Het project biogasveiligheid
bevindt zieh momenteel in de aanbestedingsfase
uitgevoerd.
-66-
en zal in 2015 worden
Afgesloten projecten
in 2014
In 2014 zijn projecten met in totaal een krediet van € 10,5 miljoen afgesloten. Van de in 2014 afgesloten projecten is € 2,0 miljoen van het krediet niet besteed. Deels is dit het gevolg van lagere kosten, onder andere door aanbestedingsvoordelen, en deels door het schrappen van projecten. De afgesloten projecten staan genoemd in bijlage 2 "Overzicht afgesloten projecten 2014". Het overgrote deel van deze projecten is binnen het beschikbare krediet uitgevoerd. De in 2014 afgesloten projecten worden hieronder toegelicht. HIR Westerwolde (033) Krediet: € 160.000, exclusief grondaankoop maaipaden. Uitgaven tot en met 2014: € 78.000. Restantkrediet: € 82.000. Het project HIR Westerwolde is op één deelproject na volledig afgesloten in 2013. Het resterend deelproject betreft het agrarisch gebied rond de Boekweitlanden in Rhederveld is in 2014 afgesloten. Gemaal Rozema (050) Krediet € 240.000. Uitgaven en verplichtingen tot en met 2014 € 193.000. Restantkrediet: € 47.000. Voor het oplossen van schades in de nazorgfase is een krediet beschikbaar gesteid van € 240.000. De totale besteding bedraagt € 417.000. Hiervan is € 224.000 bijgedragen door de Bodemdalingscommissie waardoor de netto kosten € 193.000 bedragen. Stimuleringsregeling afkoppelen /1e aanleg riolering (118) Krediet: € 5.250.000. Uitgaven tot en met 2014: € 4.440.000. Restantkrediet: € 810.000. De regeling heeft tot en met 2009 de gelegenheid geboden om aanvragen in te dienen. In 2014 zijn de laatste definitieve afrekeningen ingediend en uitgekeerd zodat het project kan worden afgesloten. Groot onderhoud terugslagkleppen kwantiteitsgemalen (294) Krediet: € 100.000. Uitgaven tot en met 2014: € 83.000. Restantkrediet € 17.000. Dit betreft de revisie of vervanging van terugslagkleppen van kwantiteitsgemalen. Dit naar aanleiding van een technische inspectie. Het betreft de gemalen: Woudbloem, Oude Zijl, Dorkwerd (pomp 3) Sans Souci (vijzel 2), Westerlanden, De Maten, Vennix (pomp 2) De Borg (vijzel1 en 2). Actieprogramma WB21 (313) Krediet € 100.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 93.000. Restantkrediet: € 7.000. Het project Droge Voeten 2050 is in 2012 gestart met het verbeteren en verder actualiseren van het hydraulische deel van de SOBEK-boezemmodellen. Vervolgens is een statistische analyse gestart. De conclusie uit deze analyse is dat de maximale waterstanden in onze boezemsystemen zowel op dit moment, maar ook in 2025 aan de normen 1/100, 1/300 en 1/1000 voldoen. Tot 2025, maar waarschijnlijk zelfs tot 2050, hoeven we geen aanvullende maatregelen te nemen ter vergroting van de waterafvoer en/of bergingscapaciteit om de klimaatsverandering op te vangen. In 2013 zijn de kosten voor stabiliteit van de kaden bij een norm van 1/300 en 1/1000 onderzocht. Het blijkt dat de tot nu toe gangbare rekenmethode te veel afwijkt van meer geavanceerde rekenmethoden. Daarom wordt geadviseerd het besluit over de stabiliteitsnormen nu nog niet te nemen. Voor de afwikkeling van de kosten is in 2014 nog een bijdrage van de provincies ontvangen, zodat het project binnen het vastgestelde krediet is afgerond.
-67-
Vervangen
diverse beschoeiingen
2013 (433)
Krediet: € 500.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 500.000 Restantkrediet:
€ o.
De werkzaamheden
bestaan uit het vervangen van oeverbeschoeiingen
conform het beleid t.a.v.
onderhoud aan oeverfixaties. Hiervoor is in 2013 een meerjarig bestek aanbesteed. Vanwege de weersomstandigheden is de afwerking van bepaalde trajecten in 2013 niet gereed gekomen en heeft de afronding in het voorjaar van 2014 plaatsgevonden.
Aanschaf onderhoudsmachines 2013 (436) Totaal kredìet: € 202.000. Uitgaven en aangegane verphchtinqen tot en met 2014:
€ 207.000.
Restantkrediet: € -5.000. Vanwege een geconstateerde
afwijking tijdens het fabricageproces
van één van de te leveren
tractoren is in 2013 de productie gestaakt. De levering van de tractor met aanbouw heeft in 2014 plaatsgevonden.
Van het oorspronkelijk
krediet ad € 875.000 in 2013 is derhalve het deel voor de
vertraagde levering van deze tractor naar 2014 doorgeschoven. De aankoop was uiteindelijk € 5.000 duurder dan verwacht. Het OB heeft met deze overschrijding ingestemd hetgeen valt binnen de 5% kredietoverschrijding
waarvoor het OB goedkeuring kan verlenen.
Aanschaf onderhoudsmachines 2014 (437) Totaal krediet: € 1.000.000.
Waarvan afgesloten in 2014: € 950.000. Restant krediet per 31 december
2014: € 50.000. Voor de aanschaf van machines was in 2014 € 1.000.000 positief aanbestedingsresultaat
beschikbaar.
Door een
en het uitstellen van de aanschaf van een machine is € 140.000 van
het krediet niet besteed. Hiervan wordt € 50.000 besteed in 2015 in verband met technische problemen met een mobiele kraan. Dit deel van het krediet is doorgeschoven "kredietoverzicht
naar 2015. Zie bijlage 1
per 31 december 2014".
Oplossen kneipunten landelijk gebied 2013 (439) Krediet: € 85.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 29.000 Restantkrediet: € 56.000 Er is in 2013 een verplichting aangegaan voor het verleggen en plaatsen van stuwen en duikers. Dit werk is in het voorjaar van 2014 afgerond.
Oplossen kneipunten landelijk gebied 2014 (440) Krediet: € 250.000. Waarvan afgesloten in 2014: € 215.000.
Restant krediet per 31 december 2014:
€ 35.000. In 2014 zijn uit dit krediet verspreid over het beheersgebied kneipunten in de wateraan- en afvoer opgelost. Het betreft o.a. het lager leggen van duikers, het vernieuwen van plaatstalen duikers en de verbetering van een tweetal stuwen. De totale besteding in 2014 bedraaqt € 161.000.
In 2015 zal nog
€ 35.000 worden besteed waarvan in 2014 reeds een verplichting is aangegaan van € 30.000. Van het krediet is € 54.000 niet besteed. Het krediet is, op het nog te besteden bedrag van € 35.000 na, afgesloten.
IM 2014 (443) Krediet € 140.000.
Uitgaven tot en met 2014: €136.000.
Restantkrediet: € 4.000. De servers op de buitenlocaties zijn afgelopen jaar grotendeels vervangen.
-68-
Groot onderhoud
stuwen
(467)
Krediet: € 100.000. Uitgaven tot en met 2014: € 101.000 Restantkrediet: € -1.000. Op basis van inspecties en risico's zijn van de volgende stuwen damwanden vervangen: Groote Diep 10A, H2a Hambroeken, Eerste Exloërmond, Tweede Exloërmond en Inlaat Zomerdijk. De stuwen Okkeveen, Horsten en Kruiselwerk zijn mechanisch gezien volledig gereviseerd. Dashboardsyteem RWZI's (488) Krediet: € 100.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 69.000. Restantkrediet: € 31.000. Met behulp van dit systeem zijn de zuiveringsprestaties snel en makkelijk inzichtelijk voor management en preces-operators. Hierdoor kunnen de prestaties van de RWZI's onderling worden vergeleken en ontstaat er de mogelijkheid om beter te sturen op zuiveringsresultaten. In 2014 is nog een beperkte upgrade van het systeem doorgevoerd. Hierdoor is het beheer van het systeem verbeterd. Grootonderhoud sluizen (496) Krediet: € 210.000. Uitgaven tot en met 2014: € 205.000. Restantkrediet: € 5.000. Uit het onderhoudsplan sluizen zijn de voor 2014 geplande werkzaamheden uitgevoerd. In het kader van dit project wordt groat onderhoud op basis van inspecties uitgevoerd aan onder andere deuren, taatsen, drempels, schuiven en E-installaties van sluizen en remmingwerken die een cyclus hebben van 20 tot 40 jaar. Vervanging hekwerk zeedijk (602) Krediet: € 200.000. Uitgaven tot en met 2014: € O. Restantkrediet: € 200.000. De werkzaamheden aan de hekwerken zijn volledig in eigen beheer uitgevoerd. Er is gebruik gemaakt van voorradige materialen en materialen die via de exploitatie aangeschaft zijn. Vervangen laboratoriumapparatuur (615) Krediet: € 200.000. Uitgaven tot en met 2014: € O. Restantkrediet: € 200.000. Als gevolg van de fusieplannen "Waterlaboratorium Noord" zijn de in 2014 voorgenomen investeringen niet gedaan. Gemalen Oostwold (637) Krediet: € 250.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 249.000 Restantkrediet: € 1.000. Betreft het deelproject afkoppelen Kramme Elleboog van het totaalkrediet gemalen Oostwold. Dit deelproject is in 2014 afgesloten. Schouwbare sloten (647) Krediet: € 50.000. Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 50.000 Restantkrediet: € O. Dit project omvat het in schouwbare staat brengen van aangewezen schouwsloten in het gebied van ons waterschap. Vanaf 2013 worden nog maar mondjesmaat nieuwe schouwsloten aangewezen. De sloten die in eerste instantie niet in schouwbare staat zijn dienen door het waterschap éénmalig geschoond te worden. De werkzaamheden zijn in 2014 uitgevoerd en afgerekend.
-69-
Zeegserloopje
(653)
Krediet: € 529.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 428.000 Restantkrediet: € 101.000. De Drentsche Aa is als watersysteem, met daarin de bovenloop het Zeegserloopje, aangewezen als KRW waterlichaam. De ecologische toestand van de Drentsche Aa voldoet nog niet aan de gesteide KRW normen. Om de ecologische toestand van de waterlichamen, die voor de KRW zijn aangewezen binnen ons beheergebied, te verbeteren zijn doelen en maatregelen geformuleerd. Eén van de maatregelen voor de Drentsche Aa is het hermeanderen van vier beektrajecten waaronder het Zeegserloopje. Het hermeanderen van het Zeegserloopje en de aanleg van de vistrap zijn eind 2013 atqerond. In het eerste kwartaal van 2014 is nog beplantinq aanqebracht waarna het project is afgesloten. Herstel 2e en 5e Verlaat Stadskanaal (660) Krediet: € 635.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 493.000. Restantkrediet: € 142.000. Een groot deel van de werkzaamheden (herstel metselwerk en voegwerk) is in 2013 uitgevoerd. De afrondende werkzaamheden zijn in 2014 afgerond. Inundatieberekeningen (661) Krediet: € 120.000 Uitgaven en aangegane verplichtingen tot en met 2014: € 120.000. Restantkrediet: € O. In 2013 zijn tweedimensionale modellen gebouwd van de 16 belangrijkste deelgebieden langs de Eemskanaal Dollard Boezem (EKDB). Met deze modellen zijn inundatieberekeningen gemaakt van ca. 200 mogelijke kade doorbraken. Deze rekenresultaten zijn onder andere beschikbaar in de vorm van inundatiefilms en kunnen worden gebruikt tijdens hoogwatersituaties. De laatste inundatieberekeningen zijn eind 2013 opgeleverd. De financiële afwikkeling in heeft in 2014 plaatsgevonden. Stedelijk waterbeheer 2014 (683) Krediet: € 200.000. Uitgaven tot en met 2014: € O Restantkrediet: € 200.000. Door een goede onderhoudstoestand van het stedelijk water in de gemeenten waarmee we een overeenkomst hebben gesloten, zijn er geen aanvullende of verbeteringswerkzaamheden uitgevoerd. Aandelen Waterkwaliteitscentrum (699) Krediet: € 4.500. Uitgaven tot en met 2014: € 4.500 Restantkrediet: € O. Betreft ons aandeel van 25% in de fusie "Waterlaboratorium Noord".
-70-
Hoofdstuk 3 d. Waterschapsbelastingen
Het belastingstelsel bestaat uit drie heffingen: de watersysteemheffing, de zuiveringsheffing (heffing op indirecte lozingen) en de verontreinigingsheffing "nieuwe stijl' (heffing op directe lozingen). De watersysteemheffing heeft betrekking op de zorg voor de waterkering, de waterkwantiteit en de (passieve) waterkwaliteit waarbij de kosten worden toegedeeld op basis van waardeverhouding (methode Delfland). Binnen de watersysteemheffing zijn vier belastingcategorieën: Ingezetenen, Gebouwd, Ongebouwd (niet zijnde natuur) en Natuur. Voor buitendijks gelegen gebouwde en ongebouwde objecten (niet zijnde natuur) wordt de maximale tariefdifferentiatie (tariefverlaging van 75%) toegepast. Voor alle verharde openbare wegen (basis en buitendijks) wordt vanaf 2013 een tariefdifferentiatie (tariefverhoging) van + 100% toegepast. Tarieven 2014 De tarieven en opbrengsten over 2014 zijn als voigt: Tarievenoverzicht Categorie
€ 67,73
Belasting opbrengst 2014 € 12.006.000
Gebouwd (basis)
0,04994%
€ 19.999.000
Gebouwd (buitendijks)
0,01444%
€ 4.000
Ongebouwd (basis)
€ 51,86
€ 5.508.000
Ongebouwd (buitendijks)
€ 13,58
€ 2.000
€ 102,89
€ 968.000
€ 3,51
€ 216.000
Verontreinigingsheffing
€ 74,44
€ 508.000
Zuiveringsheffing
€ 74,44
€ 40.310.000
Ingezetenen
Ongebouwd (wegen) Natuur
Tarief2014
Kwijtschelding
- € 2.148.000
Totaal belastingopbrengst
€ 77 .373.000
De totale belastingopbrengst over 2014 is € 1.861.000 lager dan geraamd. Dit betreft voor € 1.620.000 de gevolgen van de uitspraak "natuur", In hoofdstuk 2 onderdeel b wordt een gedetailleerde toelichting gegeven op de afwijkingen tussen de jaarrekening en de najaarsrapportage. Uitspraak natuur Op basis van de uitspraak van de Hoge Raad van 7 november 2014 inzake de proefprocedures natuur is een berekening gemaakt van de waarschijnlijk alsnog als natuur te kwalificeren hectares ongebouwd. De vanaf 2009 teveel ontvangen belastingen worden terugbetaald. Hiermee is € 1.620.000 gemoeid. € 1.337.000 heeft betrekking op voorgaande dienstjaren, € 283.000 op 2014.
-71-
Het kwijtscheldingsbeleid
Op grand van de Invorderingswet kan aan belastingplichtigen die niet in staat zijn anders dan met buitengewoon bezwaar hun belastingaanslag geheel of gedeeltelijk te betalen, geheie of gedeeltelijke kwijtschelding worden verleend. Net als de meeste waterschappen heeft oak het algemeen bestuur van ons waterschap hiertoe besloten. Hierbij is de norm op 100% gesteid. Een norm van 100% houdt in dat in de regel kwijtschelding wordt verleend aan belastingplichtigen met een inkomen op of onder bijstandsniveau. Het aantal verzoeken tot kwijtschelding bedroeg in 2014 circa 13.200. Ten opzichte van 2013 een stijging met ongeveer 3%. Van het aantal verzoeken is 72% voliedig of gedeeltelijk toegewezen. Door Hefpunt wordt bij het afhandeien van de kwijtscheidingsverzoeken in een aantai gevaiien samengewerkt met de gemeenten, dit is voor de burger eenvoudiger en duidelijker en drukt de kosten. Kwijtschelding beperkt zieh tot de verontreinigingsheffing en de zuiveringsheffing voor particulieren en de watersysteemheffing ingezetenen. Voor de watersysteemheffing gebouwd, ongebouwd en natuurterreinen is geen kwijtschelding mogelijk omdat de eigendom van woningen, gebouwen, ongebouwd en natuurterreinen vermagen veronderstelt.
-72-
Hoofdstuk 3 e. Weerstandsvermogen
De algemene reserves worden vooral gebruikt als algemeen weerstandsvermogen. Het hebben van voldoende eigen vermogen stelt ons in staat financiële tegenvallers zoals bijvoorbeeld beschreven in de risicoparagraaf op te kunnen vangen zodra ze zich voordoen. Uitgangspunt hierbij is de omvang van deze reserves in overeenstemming te brengen met het in ons financieel statuut gebruikte uitgangspunt dat de reservepositie per taak ligt binnen de bandbreedte van het vastgestelde minimum en maximum. Deze bandbreedte wordt jaarlijks bij de opmaak van de begroting aangepast aan de meest recente informatie. Voor de minimumomvang wordt de risico-inventarisatie geactualiseerd. De maximumomvang wordt jaarlijks aangepast aan de omvang van de exploitatie-uitgaven; (10% van de omzet). Omvang risico's Op basis van de jaarlijkse actualisatie bij de begroting 2015 van de risico-inventarisatie en de actualisering vanuit de jaarrekening is de minimale omvang van de reservepositie vastgesteld op afgerond € 2,0 miljoen. Uitkomst jaarrekening 2014 De uitkomst van de jaarrekening 2014 heeft de volgende gevolgen voor de algemene reserves. Watersysteembeheer 5.601.000 1.082.000
Zuiveringsbeheer 3.176.000 -2.690.000
8.777.000 -1.608.000
Stand 31 december 2014 Mutaties resultaat 2014
6.683.000 742.000
486.000 652.000
7.169.000 1.394.000
Stand 31 december 2014 incl. resultaat 2014
7.425.000
Taak Stand 1 januari 2014 (incl. resultaat 2013) Storting / aanwending algemene reserve
1.138.000
Totaal
8.563.000
Deze stand afgezet tegen bij de begroting 2015 vastgestelde bandbreedtes voor de minimum en maximum omvang is als voigt. Stand per 1 januari 2015
Minimum omvang
Maximum Omvang
Watersysteem beheer Zuiveringsbeheer
7.425.000 1.138.000
1.145.000 855.000
4.217.000 4.360.000
Tekort (-) t.o.v. minimum Overschot (+) t.o.v. maximum + 3.208.000 n.v.t.
Totalen
8.563.000
2.000.000
8.577.000
+ 3.208.000
Taak
Watersysteembeheer De bij de begroting 2015 berekende minimumomvang was inclusief € 1.155.000 voor de kwestie natuur. Inmiddels zijn wij in deze kwestie door de Hoge Raad in het ongelijk gesteid. Op basis van deze uitspraak is een berekening gemaakt van de teveel ontvangen waterschapsbelasting over de periode 2009 tim 2014. De uitkomst hiervan, groat € 1.620.000, is in deze jaarrekening meegenomen.
-73-
Het benodigde minimumomvang
is derhalve met € 1.155.000 verlaagd.
Bij de begroting 2015 is uitgegaan van een stand per 1 januari 2015 van € 6.977.000. De werkelijke stand is met € 7.425.000,- (zie hierboven) € 448.000 hoger. Dit is het gevolg van het hoger voordelig rekeningresultaat voor de taak watersysteembeheer. Zuiveringsbeheer Bij de begroting 2015 is uitgegaan van een stand per 1 januari 2015 van € 506.000. De werkelijke stand is € 632.000 hoger. Dit is het gevolg van het voordeliger rekeningresultaat voor de taak zuiveringsbeheer. Bij de meerjarenraming 2016 tim 2019 zal een voorstel worden opgenomen over de inzet van de algemene reserves.
-74-
Hoofdstuk 3 f. Financiering (treasury paragraaf)
Inleiding Naast het treasurystatuut is de treasuryparagraaf een belangrijk instrument voor het sturen en beheersen van, verantwoorden over, en toezicht houden op de treasury. Het treasurystatuut geeft de infrastructuur voor de treasury. De uitvoering van het treasurybeleid vindt zijn weerslag in de treasuryparagrafen in de begroting en de jaarrekening. In de begroting komen de concrete beleidsplannen aan de orde. In de jaarrekening gaat het om de realisatie van de plannen en om een verschil tussen de plannen en uitkomsten. Aigemene ontwikkelingen Landelijk gaat het met de economie iets beter. De economie als totaliteit (BBP-percentage) groeide licht. De inflatie bedroeg gemiddeld 1 % en tendeert momenteel naar 0% of lager (deflatie). Het EMUsaldo zal hierdoor in 2014 waarschijnlijk lager (= beter) uitkomen dan de -3%. Nederland lijkt uit een diep dal te krabbelen. De werkloosheid is in het najaar gedaald. De prognoses voor 2015 zijn gunstiger. Voor 2015 wordt een continuedng van de lage rentetarieven verwacht. Treasurybeheer Financieringsbehoefte 2014 De financieringsbehoefte voor 2014 was als voigt: (bedragen x € 1 miljoen) Investeringen Aflossing geldleningen Per saldo daling van het eigen vermogen en voorzieningen
15,1 21,5 ____Q_,1 36,9
Totaal Dekking van de financieringsbehoefte: (bedragen x € 1 miljoen) Afschrijvingen (als onderdeel van de exploitatie) Opgenomen langlopende geldleningen
17,1 30,0
10,2
Mutatie financieringstekort
Hieronder wordt nader ingegaan op de diverse dekkingsmiddelen.
-75-
Afschrijvingen
Investeringen worden in een aantal jaren afgeschreven met verschiliende termijnen voor de diverse soorten investeringen. Deze afschrijvingslasten worden jaarlijks ten laste gebracht van de exploitatiebegroting en vormen dus een onderdeel van de belastingheffing. De uitgaven van de gepleegde investeringen worden dus in feite in jaarlijkse termijnen terug ontvangen. Opgenomen langlopende geldlening In 2014 is een nieuwe lening opgenomen van € 30 miljoen met een looptijd van twintig jaar. Het rentepercentage is 2,995%. Mutatie financieringstekart Het financieringstekort per 31 december 2014 is ten opzichte van 1 januari 2014 gedaald met € 10,2 miljoen. Dit betreft enerzijds een lagere schuld in rekening courant en kasgeldleningen bij de Nederlandse Waterschapsbank van € 6,8 miljoen en anderzijds een stijging van het saldo van de kortlopende vorderingen en schulden van € 3,4 miljoen. Financiering voar de karte termijn Volgens de Wet Fido (Financiering decentrale overheden) mag 23% van het totaal van de jaarbegroting met kort geld worden gefinancierd. Dit wordt de kasgeldlimiet genoemd. De kasgeldlimiet voor 2014 bedraagt € 20 miljoen. Oaarnaast mag de kasgeldlimiet twee achtereenvolgende kwartalen worden overschreden. Hiervan wordt gebruik gemaakt omdat de kasstroom van de belastingopbrengst een piek in onze financieringsbehoefte veroorzaakt. Per ultimo 2014 bedraagt de schuld bij de Nederlandse Waterschapsbank € 22,6 miljoen. Deze tijdelijke overschrijding van de kasgeldlimiet valt binnen de termijn van twee kwartalen. Taetsing renterisico's In de Wet Fido zijn de renterisico's gesplitst in normering voor de financiering van de vlottende schuld en de vaste schuld. Het renterisico van de vlottende schuld wordt genormeerd door de zogenaamde kasgeldlimiet. Het renterisico van de vaste schuld door de renterisiconorm. De renterisico's worden door de toezichthouder (de provincie) bewaakt. Zoals reeds eerder genoemd is de doelstelling de kasgeldlimiet niet te overschrijden. Met de renterisiconorm wordt bedoeld het bedrag aan vreemd vermogen waarover in de toekomst een hogere dan wellagere rente moet worden betaald dan nu bestuurlijk wenselijk wordt geacht. Als norm hiervoor wordt een percentage van het begrotingstotaal (totale lasten) per 1 januari van het begrotingsjaar aangehouden. Voor waterschappen bedraagt dit percentage 30%. Met een percentage van 25% in 2014 blijft het waterschap binnen de renterisiconorm. Bij een gelijkmatige opbouw van de leningportefeuille, waarbij niet in enig jaar een onevenredig groat deel van de leningenportefeuille geherfinancierd behoeft te worden, wordt het renterisico op de vaste schuld gespreid over de jaren.
-76-
Hoofdstuk 3.g. Risicoparagraaf Onderdeel van de jaarrekening is de risicoparagraaf. Feitelijk worden twee soorten risico's onderkend. Aigemene risico's, dat zijn risico's die zieh altijd voor zouden kunnen doen. Denk aan overstromingen, het uitvallen van een zuivering enz. Daarnaast is een aantal specifieke risico's benoemd. Dergelijke risico's worden in de risicoparagraaf bij de meerjarenraming, de begroting en de jaarrekening opgenomen. Hieronder worden de specifiek benoemde risico's nader toegelicht. Op de algemene risico's wordt verder niet ingegaan. Wei wordt afzonderlijk ingegaan op een aantal onzekerheden. Deze worden niet gebruikt om de omvang van de algemene reserves te bepalen. Wij vinden dat ze als risico (onzekerheid) hier wei genoemd moeten worden. Het kan zijn dat dergelijke onzekerheden in de toekomst een incidenteel beroep op de algemene middelen vergen. De laatste actualisatie vond plaats bij de begroting 2015. Hierin (zie AB 19 november 2014) zijn de volgende risico's (R) en onzekerheden (O) opgenomen: Veenkoloniale afvalwaterleiding VKA (R) Definitie van natuur volgens de watersysteemheffing (R) Juridische procedures (O) Toetsing regionale keringen (O) Ten opzichte van de begroting is het risico rondom de definitie van het begrip natuur komen te vervallen. Door de uitspraak van de Hoge Raad in november 2014 is grotendeels duidelijk geworden wat natuur is en wat niet volgens de Waterschapswet. De financiële gevolgen zijn in de jaarrekening 2014 verwerkt. Daarnaast zijn de onzekerheden rondom bevingsschade en bruggen opgenomen. RISICO'S •
Veenkoloniale afvalwaterleiding (VKA) Voor de afvoer van het afvalwater uit de Veenkoloniën is in het verleden een afvalwaterleiding naar de Waddenzee aangelegd. De lozingen van afvalwater die middels reguliere technieken kunnen worden gezuiverd vindt inmiddels niet meer plaats op deze leiding. Op deze leiding wordt momenteel door enkele bedrijven aileen nog zout water geloosd. De huidige situatie is dat er een leiding ligt die eigendom is van het waterschap en die door de bedrijfsvoering een risico vormt. De risico's zijn tweeledig: op de eerste plaats is er het milieurisico van een lekkage van zout water en ten tweede is er een financieel risico in de vorm van reparatiekosten en de gevolgen van het stilleggen van de productie van de aangesloten bedrijven. Het waterschap beschouwt de VKA niet als een overheidstaak en wil de integrale kosten bij de gebruikers in rekening brengen. Het betreft de exploitatiekosten en te zijner tijd ook de vervangingskosten van de leiding. Of er in dit geval sprake is van een publieke taak verschilt het waterschap van mening met de bedrijven die van de VKA gebruik maken. Om dit geschil te beslechten is bij de rechter een oordeel gevraagd over deze kwestie. Op dit moment wordt daarnaast een onderzoek naar de aardbevingsbestendigheid van de leiding uitgevoerd. Er is twijfel of deze asbest cement leiding wei tegen schokken vanuit een aardbeving bestand is.
-77-
ONZEKERHEDEN
•
Toetsing regionale keringen Het Masterplan Kaden zorgt ervoor dat de regionale kaden in ons beheergebied weer voldoen aan de hoogtenormen.
Hiervoor is jaarlijks groat onderhoud nodig aan een deel van de kaden.
De provincie Groningen heeft in 2014 de uitgangspunten keringen vastgesteld. Voor de boezemkeringen
voor het toetsen van de regionale
is voor het eerst een farmele toetsing (zoals bij de zeedijk) gestart,
waarbij naast op hoogte oak wordt getoetst op: macro- en microstabiliteit,
piping/heave,
bekleding en dergelijke. Op dit moment is de Eemskanaal kade zuid zijde geavanceerd getoetst en goedgekeurd. Aangezien deze wijze van toetsen in Nederland voor de eerste keer volledig is uitgevoerd wordt de ENW (Expertise Netwerk Waterveiligheid) geavanceerde
gevraagd deze
toetsing te beoordelen zodat er zekerheid is over de juistheid van de
uitkomsten hiervan. Vanuit de uitkomsten van de geavanceerde toetsingen zal duidelijk worden welke maatregelen tegen welke kosten noodzakelijk zijn am de stabiliteit van de regionale kaden te garanderen. Mede vanwege de risico's
door aardbevingen
toetsing te versnellen. De verwachting is dat we media 2015 duidelijkheid uitkomsten van de aardbevingsonderzoeken. dataset van de aardbevingssterkte
is besloten de
hebben over de
Op dit moment wachten we op een definitieve
en duur, er zijn tot nu toe alleen voorlopige gegevens
beschikbaar. Daarna kan de definitieve rapportage over de invloed van aardbevingen
op
dijken worden gemaakt. In de voorlopige rapportage lijkt de Eemskanaal kade voldoende stabtel. In 2016 willen we via een soort scan toetsing een globaal inzicht hebben in de mogelijke toets uitkomsten verbetermaatregel
van alle regionale keringen.
Per afgekeurd kadetraject zal er een
worden uitgewerkt en als project op dat moment in de meerjarenbegroting
worden opgenomen.
•
Toetsing primaire kering op aardbevingsbelasting In de loop van 2015 willen we een toets op de stabiliteit van de primaire kering uitvoeren m.b.t.
de aardbevingen.
Sij een afkeuring kan dat betekenen dat oak voor onze primaire
kering versneid een versterkingsmaatregel
moet worden uitgevoerd. De kans op een
afkeuring lijkt gering maar kan niet worden uitgesloten.
•
Bruggen Uit onderzoek is gebleken dat wij een aantal bruggen in eigendom hebben. De meeste zijn de laatste twintig jaar aangelegd of verbeterd via herinrichtings- en ruilverkavelingsprojecten zijn bij de Wet herverdeling wegenbeheer (uit 1992) niet overgedragen wegbeheerder.
en
aan een
Het gaat vermoedelijk am vijf openbare bruggen en 25 overige bruggen. Deze
bruggen moeten geïnspecteerd en eventueel in een goede staat gebracht worden. Wij starten met de bruggen met een openbare functie, vervolgens brengen wij onze overige bruggen in beeld. Onduidelijk is nag welke financiële impact dit heeft. Daar waar het in de rede ligt gaan we in overleg met de gemeente am de brug over te dragen.
Juridische procedures Momenteel is het waterschap in twee juridische procedures verwikkeld. Het betreft de hiervoor onder risico's genoemde Veenkoloniale Afvalwaterleiding
(VKA) en het beroep bij de Raad van State over
het gasbesluit van de NAM.
-78-
Hoofdstuk
3.h. Verbonden partijen
Het waterschap is uit beleidsoverwegingen samenwerkingsverbanden aangegaan met een aantal partijen. De belangrijkste worden hieronder genoemd. Definitie verbonden partij: Een privaatrechtelijk of publiekrechtelijke organisatie die een bijdrage levert aan onze doelstellingen en waarin het waterschap een bestuurlijk en financieel belang heeft.
Gemeenschappelijke regeling met Noorderzijlvest In de reglementen van de waterschappen Hunze en Aa's en Noorderzijlvest is bepaald dat het waterschap samenwerkt met een of meer andere waterschappen ten behoeve van een doelmatige uitoefening van grootschalige taakonderdelen en dat daartoe een regeling wordt aangegaan. In de vorm van een gemeenschappelijke regeling wordt voor de volgende onderwerpen samengewerkt met waterschap Noorderzijlvest: • Het beheer van zuiveringstechnische werken met grensoverschrijdend afvalwater. • De verwerking van primair zuiveringsslib. • Het ontwateren van zuiveringsslib. • De eindverwerking van zuiveringsslib. • Het beheer van het fonds buiten gebruik gesteide leidingen. • Het beheer en bediening van coupures te Delfzijl. • Het laboratorium. Begin november 2014 is de garantie periode verlopen van de vernieuwde rwzi Garmerwolde. De rwzi heeft aan de effluentnormen voldaan. Wei zijn er uiteindelijk meer chemicaliën kosten (C-bron) gemaakt dan Noorderzijlvest had verwacht. Als gevolg hiervan was er ook een hogere slibproductie. Bij het opstellen van de begroting 2014 was hiermee al rekening gehouden. Zie voor een verdere toelichting de najaarsrapportage 2014. Aan de slibstrategie is in 2014 verder gewerkt. Onderzocht wordt wat de efficiëntste methode van de eindverwerking van slib is. Op 24 september 2014 heeft het bestuur ingestemd met de verdere uitwerking van de samenwerking tussen de gezamenlijke laboratoria van de drinkwaterbedrijven en de waterschappen. Uitgangspunt hierbij was een business case met een verwacht gezamenlijk financieel voordeel van circa € 900.000,. Hierbij is uitgegaan van de btw-koepelvrijstelling. Eind december 2014 is door de Belastingdienst de, schriftelijk toegezegde, toepassing van de btw-koepelvrijstelling voor de dienstverlening aan de waterschappen, per direct ingetrokken. Dit leidt tot een nadeel van ruim € 400.000,-. Het intrekken door de Belastingdienst van de btw-koepelvrijstelling is in lijn met uitspraken van de Belastingdienst in samenwerkingsverkenningen in Noord Holland en Friesland tussen laboratoria van waterschappen en drinkwaterbedrijven aldaar. In deze gevallen is de samenwerking hierdoor geblokkeerd. De directeuren van de drinkwaterbedrijven en waterschappen beraden zich nu op de gevolgen en de mogelijke alternatieven van deze intrekking. Financieel belang Begrote bijdrage 2014 aan deze GR: € 9.678.000,-. Werkelijke bijdrage 2014 aan deze GR: € 9.665.184,-.
-79-
Gemeenschappelijke
regeling
HEFpunt
Ten behoeve van de uitvoering van de heffing en invordering van de waterschapsbelastingen is per 1 september 2007 een gemeenschappelijke regeling aangegaan tussen de waterschappen Noorderzijlvest, Hunze en Aa's en wetterskip Fryslân. Deze samenwerking leidt tot het terugdringen van de perceptiekosten, de kosten om belasting te heffen en te innen. Hefpunt is een flexibel ingerichte overheidsorganisatie. Zij staat voor de verzorging van gemeentelijke en waterschapsbelastingen tegen de laagst mogelijke kosten en een marktconforme kwaliteit. De organisatie maakt hierbij optimaal gebruik van de ICT mogelijkheden en beschouwt haar medewerkers als belangrijk kapitaal am haar doelen te bereiken. De doelstelling is het heffen en innen van lokale belastingen. In eerste instantie voor de drie waterschappen die Hefpunt hebben opgericht. Maar het is de bedoeling dat oak andere lokale overheden aansluiten bij Hefpunt. De doelstelling daarbij is het verlagen van de perceptiekosten door het verqroten van de schaal. De waterschappen zijn van mening dat er blijvend gestreefd moet worden naar het benutten van de mogelijkheden am met gemeenten op belastinggebied samen te werken. Omdat de basisgedachte - gemeenten sluiten aan bij Hefpunt - tot nu toe geen resultaten heeft opgeleverd, is nagedacht over een passende strategie am wei te kamen tot een vorm van samenwerking waarin de belastingtaken blijvend op doelmatige wijze kunnen worden ondergebracht. Hiervoor zijn door de waterschappen in samenwerking met Hefpunt de uitgangspunten voor een gezamenlijke strategie vastgelegd en zijn afspraken gemaakt over de uitvoering daarvan. In de beginjaren van Hefpunt is sterk de nadruk gelegd op het beheersen van de belastingprocessen. Veel interne focus met als resultaat een sterke, degelijke belastingorganisatie gericht op een efficiënte bedrijfsvoering. De financiële doelstellingen die aan de start aan de organisatie zijn meegegeven, zijn dan oak behaald. Momenteel is er sprake van een tweede fase van Hefpunt waarbij de organisatie naast procesgericht werken zich nadrukkelijk richt op een meer klantgerichte aanpak waarbij de dienstverlening vanuit en door Hefpunt een prioritair speerpunt is. De organisatiestructuur is vereenvoudigd met ingang van 1 januari 2015. De werkelijke bijdrage aan deze GR is hager doordat als gevolg van de in 2014 ingezette reorganisatie er personeie voorzieningen getroffen moesten worden. Fínancíeel belang Begrote bijdrage 2014 aan deze GR: € 2.865.300,-. Werkelijke bijdrage 2014 aan deze GR: € 3.079.416,-.
Daarnaast is er nag een aantal lichte samenwerkingsverbanden met de waterschappen Reest en Wieden en Veit en Vecht inzake het zuiveren over de grens.
-80-
Hoofdstuk
3 i. Bedrijfsvoering
Verbeteren van de bedrijfsvoering is een continu proces binnen het waterschap. Hierna zijn cursief de hoofditems voor 2014 weergegeven en is per item verslag uitgebracht. 1. Wij zorgen er voor dat al onze basisgegevens en dossiers beschikbaar zijn: ze vormen voor onze bedrijfsprocessen en voor de burger (E-overheid) geen belemmering. Met onze burgers/ingelanden communiceren wij zo veel mogelijk digitaal, openbare informatie is dan oak digitaal beschikbaar. Onze website en de sociale media zijn hiervoor de aangewezen middelen. Door Hunze en Aa's worden kaartmateriaal en meetresultaten via onze website ontsloten. Wij voldoen daarmee aan de eisen die door de overheid gesteid zijn. Het publiceren en mede in gebruik geven van onze data zal de komende jaren op uitgebreidere schaal gaan plaatsvinden. In 2014 zijn de leggers watersysteem gereedgekomen. Daarmee is de reeks van leggers compleet. De peilbesluiten lopen volgens planning. De daarvoor benodigde informatie is beschikbaar. In 2014 is ons eigen informatiesysteem HEl inclusief een aantal modules waaronder de schouwmodule in gebruik genomen. Onze wettelijk verplichte bekendmakingen doen wij sinds 1 januari 2014 aileen digitaal. Hiervoor is een "waterschapsblad" op onze website ingericht.
2. Wij verhagen de effectiviteit van onze organisatie door ons blijvend af te vragen of activiteiten direct bijdragen aan het realiseren van onze doelen en door het stringenter opvolgen van onze afspraken. De werkplaatsfunctie is in 2014 gecentraliseerd in Veele. Standaardisatie en het wegnemen van verstoringen heeft geleid tot een afname in het uitvoeren van onderhoud aan het materieel door derden. Begin 2015 wordt de verkoop van werkplaats Rolde afgerond. Begin 2015 wordt ook het voorzieningenniveau in Gieten en Veele opgepakt.
3. Wij willen ans ontwikkelen tot een atypische overheid. Wij dringen oak in 2014 de bureaucratie verder terug en verplaatsen ans in onze omgeving. Het dagelijks bestuur heeft algemene regels voor de keur vastgesteld. Hierdoor daalt het aantal vergunningaanvragen met ongeveer 100 per jaar. Aigemene regels dragen bij aan vermindering van de administratieve lastendruk voor burger, bedrijf en overheid. Het vaststellen ervan vraagt een "Ioslaat-"houding met een inschatting van de reële risico's. De vo!gende speerpunten zijn in de begroting 2014 benoemd: 1. Innovatie personeel. In 2014 zullen wij de volgende stappen zetten om ons doel dat uiterlijk in 2017 5% van de huidige formatie zichzelf terugverdient te realiseren. De insteek om 5% van de fte's te benutten voor innovatieve doeleinden die meer winst genereren dan de fte's kosten ligt op koers. Momenteel is € 295.000,- van de € 900.000,- aangemerkt om op de begroting 2017 gereduceerd te zijn/worden.
-81-
2. Samenwerking waterketen en laboratorium.
In 2014 worden naar verwachting de eerste besluiten
genomen. Ook andere samenwerkingsvormen
worden - waar mogelijk - opgepakt.
Lab. Op 24 september 2014 heeft het Aigemeen Bestuur ingestemd met de verdere uitwerking van de samenwerking tussen de gezamenlijke laboratoria van de drinkwaterbedrijven
en de waterschappen.
De afgelopen periode heeft in het teken gestaan van de verdere concretisering van dit besluit. Met name door het eind december 2014 intrekken door de Belastingdienst van de, schriftelijk toegezegde, toepassing van de btw-koepelvrijstelling
voor de dienstverlening
aan de waterschappen,
staat het financiële resultaat van de samenwerking sterk onder druk. Dit leidt tot een nadeel van ruim
€ 400.000,-. Het intrekken door de Belastingdienst van de btw-koepelvrijstelling is in lijn met uitspraken van de Belastingdienst in samenwerkingsverkenningen in Noord Holland en Friesland tussen laboratoria van waterschappen en drinkwaterbedrijven aldaar. In deze gevallen is de samenwerking hierdoor geblokkeerd. Samenwerking waterketen. Als samenwerkingsvorm is gekozen voor samenwerking op basis van professioneie regie. Oaarbij is de optimale schaal van uitvoering soms het niveau van de individuele organisatie maar meestalligt het optimum op een hager niveau: cluster of regia. Het model is geen blauwdruk en detaiIlering wordt in dit stadium achterwege gelaten. Zander een aparte juridische entiteit in het leven te roepen is het mogelijk am werk te maken van Samen Werken. In het najaar is gestart met het inhoudelijke uitvoeringsprogramma. Personeel Statistische gegevens 2014:
Toegestane formatie begrating 2014 (inclusief 6 FTE alqemene dienst) FTE's per 01.01.2014 (inclusief trainees) (inclusief 3,33 FTE algemene dienst) FTE's per 31.12.2014 (inclusief trainees) (inclusief 4,78 FTE alqernene dienst) Gemiddeld aantal FTE's (bezetting) (inclusief 3,57 FTE alcernene dienst) Medewerkers in dienst Medewerkers uit dienst Gemiddelde leeftijd medewerkers Ziekteverzuim
2014
2013
323,50
323,50
317,44
313,48
316,37
318,77
315
317
11
11
9
7
49
48
2,86%
2,87%
-82-
Hoofdstuk 3 j. EMU-saldo
Nederland moet zich ais deelnemer aan de Economische en Monetaire Unie houden aan een aantal speiregeis. Eén van de spelregels is dat het nationale overheidstekort in een jaar niet meer dan 3% van het Bruto Binnenlands Product (BBP) mag bedragen. Als meer dan 3% tekort ontstaat, dreigen sancties vanuit Brussel. Eind 2013 is de wet Houdbare overheidsfinanciën (wet HOF) in werking getreden, waarin Nederland onder meer aangeeft hoe ze regelt het EMU-saldo terug te brengen naar 0%. Het overheidstekort wordt niet alleen bepaald door de nationale overheid, ook decentrale overheden dragen bij in het bepalen van het tekort. Van de decentrale overheden speien de waterschappen hierin een bescheiden rol. Doordat voor het bepalen van het EMU tekort een andere boekhoudmethode wordt toegepast is het goed mogelijk dat bij een sluitende begroting wei een overheidstekort kan bestaan. In de Wet HOF zijn de spelregels opgenomen hoe Nederland het EMU-saldo terug kan brengen tot 0% en welke bijdrage van de decentrale overheden wordt verwacht. Voor de decentrale overheden samen geldt in 2014 een norm van - 0,5% van het BBP. Voor alle waterschappen samen is een tekort toegestaan van ongeveer € 430 miljoen (-0,07%). Voor Hunze en Aa's is een "referentiewaarde" vastgesteld van € 14,8 miljoen. Uit de berekening van ons EMU saldo 2014 blijkt een saldo van € 1,7 miljoen positief. Dit is ruim onder onze referentiewaarde van € 14,8 miljoen negatief.
BEREKENING EMU saldo 2014 (bedragen x
€ 1.000)
1. EMU exploitatiesaldo 2. Invloed investeringen -/bruto investeringsuitgaven + investeringssubsidies + verkoop materiële en immateriële activa + afschrijvingen 3. Invloed voorzieningen + toevoegingen aan voorzieningen t.l.v. exploitatie -/onttrekkingen aan voorzieningen t.b.v. exploitatie -/betaIingen rechtstreeks uit voorzieningen + externe vermeerderingen van voorzieningen 4. Invloed reserves -/betalingen rechtstreeks uit reserves + eventuele externe vermeerderingen van reserves 5. Deelnemingen en aandelen: -/boekwinst + boekverlies
jaarrekening
begroting
2014
2014 -293
-1.609
24.920 9.842
15.000
17.083
17.402
1.056
445
1.079
500
73al
EMU SALDO
-83-
Hoofdstuk 4. BALANS MET TOELICHTING
Balans per
Vaste Activa Immateriële vaste activa
9.807.861 214.182.544
Materiële vaste activa Financiële vaste activa
244.850
224.235.2551
10.030.899 215.964.107 240.350
226.235.3561
Vlottende activa Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar.
40.316
Liquide middelen
6.698
4.102
Kortlopende vorderingen
15.660.927
20.295.211
Overlopende activa
12.139.001
5.141.247
27.846.9421
25.440.5591
252.082.196
Totaal
-84-
251.675.915
31 december (in €)
Eigen vermogen Aigemene reserves Bestem m ingsreserves Exploitatieresultaat
7.168.004
8.464.747
19.025.072
19.103.874
1.393.970
311.911
27.587.0461
27.880.5311
1.698.022
1.721.103
1.698.0221
1.721.1031
168.109.842
158.141.011
168.109.8421
158.141.0111
2.557.110
2.770.399
1.159.384
1.158.153
Voorzieningen Voorzieningen
Langlopende schulden Langlopende leningen
Vlottende passiva Netto - vlottende schulden Schulden aan leveranciers Afdracht belastingen en premies Rekening-courant derden / kasgeldleningen
22.626.874
29.427.573
Aflossingsverplichting 2015 opgenomen geldleningen
20.031.169
21.531.170
1.755.665
2.893.934
6.557.085
6.152.041
54.687.2871
63.933.2701
252.082.196
251.675.915
Overige kortlopende schulden Overlopende passiva
Totaal
-85-
-86-
TOELICHTING
OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2014
Waarderingsgrondslagen: Aigemeen De balans is samengesteid conform de verslaggevingsvoorschriften die zijn vastgelegd in het Besluit Beleidsvoorbereiding en Verantwoording Waterschappen (BBVW). Vaste activa Onder de post immateriële activa zijn opgenomen die activa die niet stoffelijk van aard zijn en niet onder de financiële vaste activa zijn opgenomen. Het betreft met name uitgaven in verband met onderzoek en ontwikkeling, aan derden betaaide afkoopsommen, software en licenties en aan derden verstrekte subsidies. Onder de materiële vaste activa zijn investeringen opgenomen in verbeteringswerken ten behoeve van de primaire taken van het waterschap (keringen, watergangen, kunstwerken) en investeringen ten behoeve van de ondersteunende taken (bedrijfsgebouwen, tractie, automatisering). Onder de post financiële activa zijn de aandelen van de Nederlandse Waterschapsbank opgenomen. De waardering van de vaste activa heeft plaatsgevonden op basis van de historische kostprijs / aanschafwaarde c.q. de verkrijgingsprijs, verminderd met subsidies / bijdragen van derden, bijdragen vanuit de bestemmingsreserves en met de gecumuleerde afschrijvingen. De investeringen worden afgeschreven volgens de lineaire afschrijvingsmethode op basis van de verwachte levensduur. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikname van het activum. De afschrijvingstermijnen zijn vastgelegd in het door het algemeen bestuur vastgestelde financieel statuut. Wettelijk gezien bedraagt de afschrijvingstermijn voor immateriële vaste activa maximaal vijf jaar. Echter in een aantal gevallen wordt hiervan afgeweken. Dit kamt met name voor bij afkoopsommen, subsidies en bijdragen in ruilverkavelingen. Dit zijn over het algemeen bijdragen in bijvoorbeeld onderhoud waterlopen, rioleringen en randvoorzieningen gemeenten. Waar er een directe relatie is tussen de bijdrage en de investering wordt de afschrijvingstermijn van de bijdrage gelijkgesteld aan die van de investering, wanneer deze in eigen beheer zou worden uitgevoerd. Vorderingen, transitoria en liquide middelen Deze activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, onder aftrek van een - eventuele - voorziening voor oninbaarheid. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit een algemene reserve en bestemmingsreserves en wordt gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voorzieningen Onder voorzieningen is de voorziening voor voormalig personeel en bestuur opgenomen. Deze voorziening is gewaardeerd tegen contante waarde. Langlopende en kortlopende schulden De schulden zijn tegen nominale waarde gewaardeerd. Grondslagen ter bepaling van het resultaat De lasten en baten zijn tegen nominale waarde opgenomen voor zover deze bedragen zijn toe te rekenen aan het verslagjaar. Eventuele afwikkelingsverschillen over voorgaande jaren worden verantwoord in het jaar waarin deze verschillen blijken.
-87-
ACTIVA VASTE ACTIVA
Immateriële vaste activa € 9.807.861
10.030.899 599.975 -823.013
Boekwaarde per 1 januari 2014 - Vermeerderingen en verminderingen; per saldo - Afschrijving Boekwaarde per 31 december 2014
9.807.861
De immateriële activa kunnen worden gesplitst in: - werken in exploitatie - onderhanden werken
9.702.796 105.065
Boekwaarde per 31 december 2014
9.807.861
De vermeerderingenlverminderingen betreffen: -
88.008 214.007 297.960
Onderzoek en ontwikkeling bijdragen in eigendom van openbare lichamen Software
599.975 De immateriële vaste activa worden als voigt onderverdeeld:
-
-
Onderzoek en ontwikkeling Bijdragen aan activa in eigendom van: - Openbare lichamen - Rijk - Overigen
Geactiveerde bijdragen aan openbare lichamen Overige immateriële vaste activa - Software - Overige
Boekwaarde ultimo 2014
Boekwaarde ultimo 2013
680.324
768.265
8.374.419 76.430 225.097
8.554.250 79.068 317.036
8.675.946 33.923
8.950.354 42.395
412.488 5.180
256.974 12.911
417.668
269.8851
9.807.861
Totaal
Onderzoek en ontwikkeling Hieronder zijn opgenomen de kosten van diverse KRW onderzoeken. Bijdrage aan activa in eigendom van openbare lichamen Betreft de bijdrage aan de gemeenten in de kosten van de aanleg van de randvoorzieningen rioolstelsels en aanleg in landelijke gebieden.
-88-
1
10.030.899
Bijdrage
aan activa in eigendom
van het Rijk
Hieronder zijn opgenomen de bijdragen in het kader van verdrogingsbestrijding. Bijdrage aan activa in eigendom van overigen Betreft de bijdrage in de kosten van diverse ruilverkavelingen. Geactiveerde bijdragen aan open bare lichamen Dit betreft aan derden betaaide afkoopsommen inzake onderhoudsverplichtingen etc. Software Dit betreft de aankoop van software. Overige Betreft ondermeer de kosten van grondwatermodelien. Materiële vaste activa € 214.182.544 Boekwaarde per 1 januari 2014 - Netto investeringen - Afschrijving
215.964.107 14.478.113 -16.259.676
Boekwaarde per 31 december 2014
214.182.544
De materiële vaste activa worden als voigt onderverdeeld: Boekwaarde 1/1/2014 Werken in exploitatie: - Granden - Machines en werktuigen - Overige bedrijfsmiddelen - Kantoren - Oienstwoningen - Werkplaatsen - Waterkeringen - Watergangen en kunstwerken - Gemalen kwantiteitsbeheer - Transportgemalen - Transportleidingen - Zuiveringsinstallaties - Wegen - Vaarwegen en havens - Overige materiële vaste activa Totaal werken in exploitatie Onderhanden werk: Overige bedrijfsmiddelen Watergangen en kunstwerken Transportgemalen Transporstelsels - Zuiveringsinstallaties
-
Totaal onderhanden werk Totaal materiële vaste activa
OHW
139.168 3.095.902 1.087.906 54.226 6.515.798 199.329 695.356 799.652 94.108.713 2.472.384 11.280.818 8.634.105 101.620 15.504.001 63.476.690 942.801 55.205 4.721.493 1.176.193 211.490.329
3.571.031
63.900 -54.226 3.340.183 -2.472.384 102.411 -101.620 967.282
-942.801
4.473.776 -3.571.031 215.964.105
Investeringen Afschrijving 2014 2014
1.066.026 64.591 -28.588
15.457.816 17.417 204.646 1.012.312 445.240
4.583 816.423 496.568 322.777 5.244 58.128 41.769 5.639.038 1.039.892 690.113 810.654 5.862.649 5.205 326.811 139.822
18.239.460 16.259.676
86.436 5.090.422 460.773 90.914 281.634 6.010.179 24.249.639 16.259.676
-89-
Bijdragen Boekwaarde 2014 31/12/2014
7.746.183 223.376
7.969.559
1.801.965
1.801.965 9.771.524
134.585 3.345.505 710.155 6.193.021 165.497 637.228 757.883 98.653.692 10.034.967 8.250.258 15.705.659 59.002.082 50.000 4.394.682 1.036.371 209.071.5851
96.110 4.156.256 461.564 90.914 306.115 5.110.9591 214.182.544
Onderhanden werk Het verloop van het onderhanden werk is als voigt: 4.473.776 -3.571.031 6.010.179 -1.801.965
Boekwaarde per 1 januari 2014 In 2014 in exploitatie genomen Investeringen onderhanden werk 2014 Subsidies en bijdragen Boekwaarde per 31 december 2014
5.110.959
Het totaal aan nog beschikbare kredieten bedraagt per 31 december 2014 € 44 miljoen. In hoofdstuk 3, onderdeel c lopende investeringen, wordt een toelichting gegeven op de projecten. In bijlage 1, kredietoverzicht per 31 december 2014, wordt een overzicht gegeven per project van de nog openstaande kredieten per 31 december 2014.
Operational lease Voor een deel van de bedrijfswagens is een mantelovereenkomst voor full operational lease afgesloten. In 2011 is een nieuwe overeenkomst afgesloten voor de bedrijfswagens. De kosten bedragen ca. € 765.000 per jaar. De overeenkomst heeft een looptijd van zes jaar. Financiële vaste activa € 244.850 De financiële vaste activa betreft het aandelenbezit in de volgende bedijven: Het aandelenbezit in de Nederlandse Waterschapsbank NV.: 1.915 aandelen A ad € 115,- nominaal en volgestort 175 aandelen Bad € 460,- nominaal, waarop 25% gestort
220.225 20.125
1 aandeel Waterkwaliteitscentrum (WKC)
240.350 4.500
Stand 31 december 2014
244.850
-90-
VLOTTENDE
ACTIVA
Uitzettingen met een looptijd korter dan één ¡aar € 40.316 Dit betreft een kortlopende lening aan de stichting tot behoud van de Groninger Stoomwerktuigen van maximaal € 50.000 voor de voorfinanciering van de afbouw en inrichting van de ontvangstruimte.
Liquide middelen € 6.698 Betreft de volgende saldi per 31-12-2014: Kas waterschapshuis en voorschotkassen ING bank
3.382 3.317 6.698
Kortlopende vorderingen € 15.660.927 Betreft: Debiteuren belastingen af: voorziening oninbaar Nog op te leggen aanslagen Totaal belastingdebiteuren
14.572.729 -634.589 30.000 13.968.140
Debiteuren overig af: voorziening oninbaar Totaal debiteuren overig
1.742.981 -50.194 1.692.787
Totaal
15.660.927
Debiteuren belastingen Het te vorderen bedrag per 31 december 2014 kan als voigt worden gespecificeerd:
-tlm2010 2011 2012 2013 2014
114.601 231.007 492.462 1.093.748 12.640.911
Totaal
14.572.729
-
Voor de voorziening dubieuze belastingdebiteuren (oninbaarheid) is € 634.589 opgenomen. Dit is 4,4% van de openstaande belastingdebiteuren. Nog op te leggen aanslagen: 2012en2013 2014 terugbetaling uitspraak "natuur"
634.000 1.016.000 -1.620.000
Totaal
30.000
-91-
Debiteuren
overig
Ten aanzien van de vorderingen kan het volgende worden opgemerkt: De vorderingen per 31 december 2014 zijn ingeschat op invorderbaarheid en op basis van deze inschatting is de hoogte van de voorziening dubieuze debiteuren bepaald. De vorderingen zijn direct opeisbaar. Overlopende activa € 12.139.001 Specificatie: Vooruitbetaalde kosten Nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen van: (betreft te ontvangen subsidies) - de Europese Unie 2.231.380 - het Rijk 1.145.200 1.294.668 - provincies - overige openbare lichamen 147.157
1.320.704
4.818.405 5.999.892
Overige overlopende activa
12.139.001 Vooruitbetaalde kosten Dit betreffen kosten waarvan de betaling reeds in het jaar 2014 heeft plaatsgevonden, maar waarvan de kosten betrekking hebben op het jaar 2015. Het betreft met name rente en aflossing van geldleningen en de bijdrage in de exploitatie van Hefpunt over het eerste kwartaal 2015. Nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen van Dit betreft subsidies en bijdragen op lopende subsidieprojecten waarvan de subsidies achteraf worden ontvangen. Overige overlopende activa Onder overige overlopende activa is onder andere de afdracht van de belastinginning van Hefpunt over december 2014 opgenomen welke in januari 2015 is ontvangen. PASSIVA Eigen Vermogen € 27.587.046 Het eigen vermogen bestaat uit:
Aigemene reserves Bestemm ingsreserves Exploitatieresultaat *)
31-12-2014
31-12-2013
7.168.004 19.025.072 1.393.970
8.464.747 19.103.874 311.911
27.587.046
27.880.531
*) Het voordelig exploitatieresultaat 2013 ad € 311.911 is als voigt bestemd: algemene reserve watersysteembeheer; onttrekking van het nadeel algemene reserve zuiveringsbeheer; toevoeging van het voordeel
-206.863 518.774 311.911
-92-
Aigemene reserves Het verloop in 2014 is als voigt:
Stand per 1 januari 2014 Exploitatieresultaat 2013 Dotatie / vrijval begroting 2014 Stand per 31 december 2014
Watersysteembeheer
Zuiveringsbeheer
Totaal
5.808.102
2.656.645
8.464.747
-206.863 1.081.602
518.774 -2.690.256
311.911 -1.608.654
6.682.841
485.163
7.168.004
De rente van de algemene reserve wordt volledig ten gunste van de exploitatie gebracht, met andere woorden, de algemene reserve heeft een inkomensfunctie. Dit houdt in dat indien de algemene reserve (gedeeltelijk) wordt aangewend, dit leidt tot een lagere rentebate en uiteindelijk tot een hogere omslag.
Bestem m ingsreserves De samenstelling is als voigt: 31-12-2014 Afkoopsommen - Afkoopsommen sluizencomplex Nieuwe Statenzijl - Afkoopsommen vaarwegen - Afkoopsom automatisering vaartraject Bourtange - Ter Apel - Afkoopsom kanaal Veendam - Musselkanaal - Afkoopsom ABB-projekt - Afkoopsom onderhoud enkele rijkswerken - Afkoopsom Pekelder Hoofddiep Beschoeiing en baggerwerk vaarrecreatie Overname Scheemderverlaat - Afkoop Stadswateren - Afkoopsom fietspad Winschoterdiep - Afkoopsom gemaal de Dallen - Afkoopsom MURA - Afkoopsommen algemeen
537.416 447.079 136.134 635.292 341.697 100.739 66.479 100.840 89.848 14.859.912 47.500 48.000 250.000 17.660.937 17.660.937
Bestem mingsreserves Gemeentelijke waterplannen Bodemsaneringen
31-12-2013
526.892 837.243 1.364.135 19.025.072
17.660.9371 526.892 916.045 1.442.9371 19.103.874
Het verloop van de bestemmingsreserves is als voigt: Stand per 1 januari 2014 onttrekkingen 2014
19.103.874 -78.802
Stand per 31 december 2014
19.025.072
-93-
Toelichting op de bestemmingsreserves Afkoopsommen In het verleden zijn diverse afkoopsommen ontvangen inzake overdracht en beheer van diverse werken. Bij de begroting 2015 is besloten de afkoopsommen in te zetten om minder te activeren. Vanaf 2015 worden de eigen uren aan projecten, de toe te rekenen bouwrente aan projecten en beheersmatige ICT investeringen (onder andere aanschaf PC's, software) niet langer geactiveerd. Dit betekent dat deze kosten van jaarlijks € 1,4 miljoen rechtsteeeks ten laste van de exploitatie komen. De afkoopsommen betreffen volledig de taak
watersysteembeheer. Voor zover deze extra kosten toegerekend worden aan de taak watersysteembeheer worden deze kosten gedekt door afkoopsommen. Aangezien de afkoopsommen de komende jaren hiervoor zijn bestemdt komt de specificatie van de afkoopsommen te vervallen. Gemeentelijke waterplannen Tot en met 2008 werd de bijdrage van het waterschap in de gemeentelijke waterplannen geactiveerd en in vijf jaar afgeschreven. Door wijziging van de verslaggevingsregels worden deze kosten ingaande 2009 niet meer geactiveerd. Bij de bestemming van het resultaat over 2008 is voor de toekomstige kosten (het restantkrediet per 31/12/2008) een bestemmingsreserve gevormd van € 648.000. De jaarlijkse kosten worden ten laste van deze reserve gebracht. Tot en met 2013 is € 121.000 besteed en de stand per 31/12/2014 bedraagt € 527.000. Bestemm ingsreserve bodemsaneringen Deze reserve is in 2009 gevormd uit een ontvangst van de provincie Groningen betreffende niet gebruikte FES-gelden voor de sanering van de voormalige persleiding Groningen-Delfzijl. Door de provincie is als voorwaarde gesteid dat de vrijvallende middelen moeten worden besteed aan bodemsaneringsprojecten. In 2013 is een krediet verstrekt van € 156.000 als bijdrage aan de provincie Groningen voor de hot spot sanering Eemskanaal en Oosterhornkanaal. In 2014 is hiervan € 79.000 uitbetaald. De afrekening zal in 2015 plaatsvinden. Conform het AB besluit worden deze kosten ten laste gebracht van de bestemmingsreserve bodemsaneringen. Exploitatieresultaat Het voordelig exploitatieresultaat ad € 1.393.970 is, in afwachting van een besluit van het algemeen bestuur, afzonderlijk op de balans verantwoord. Voorzieningen € 1.698.022 De samenstelling is als voigt:
Wachtgelden/pensioenen voormalig personeel en bestuur
Wachtgelden/pensioenen voormalig personeel en bestuur Het verloop is als voigt: Stand per 1 januari 2014 Bij: Rentebijschrijving Af: Bestedingen 2014 Dotatie 2014
31-12-2014
31-12-2013
1.698.022
1.721.103
1.698.022
1.721.103
1.721.103 51.633 -299.980 225.266 -74.714
Stand per 31 december 2014
1.698.022
-94-
Toelichting: De toekomstige kosten van het voormalig personeel en bestuur zijn als voorziening opgenomen. Jaarlijks wordt, op basis van de meest actuele gegevens, een berekening gemaakt van de toekomstige kosten. Deze kosten worden tegen contante waarde in de balans opgenomen. Door de jaarlijkse rentebijschrijving groeit de voorziening toe naar het benodigde bedrag. De kosten worden rechtstreeks op de voorziening in mindering gebracht. De herberekening van de voorziening per balansdatum geeft een dotatie in 2014 van € 225.000.
Langlopende schulden € 168.109.842 Restant van de leningen per 1 januari 2014 Bij: opgenomen leningen in 2014 Af: aflossingen 2014
179.672.181 30.000.000 -21.531.170
Restant van de leningen per 31 december 2014 Af: aflossingsverplichting 2015 (kortlopende schuld)
188.141.011 -20.031.169
Langlopende schulden per 31 december 2014
168.109.842
In 2014 is een nieuwe lening opgenomen van € 30 miljoen, met een looptijd van 20 jaar. Het rentepercentage is 2,995%. De ten laste van 2014 komende rentelast van de leningen bedraagt € 7.123.290; dit is 3,87% over het gemiddeld opgenomen bedrag aan leningen. Alle langlopende schulden zijn ondergebracht bij binnenlandse banken en financiële instellingen. Vlottende passiva € 54.687.287 Betreft: Netto -vlottende schulden Schulden aan leveranciers Afdracht belastingen en premies Rekening-courant NWB Kageldlening NWB Aflossingsverplichting 2015 opgenomen geldleningen Overige kortlopende schulden
2.557.110 1.159.384 17.626.874 5.000.000 20.031.169 1.755.665 48.130.2011
Overlopende passiva
6.557.085 54.687.287
Schulden aan leveranciers € 2.557.110 De post "schulden aan leveranciers" heeft betrekking op nota's die in 2014 zijn ontvangen, maar die nog niet zijn betaald. Afdracht belastingen en premies € 1.159.384 Betreft de in januari 2015 afgedragen belastingheffing over december 2014. Rekening-courant derden € 17.626.874 Dit betreft het saldo van de NWB per 31 december 2014. Kageldlening € 5.000.000 Betreft een kasgeldlening over de periode 4 december 2014 tot 9 januari 2015.
-95-
2015 opgenomen geldleningen € 20.031.169 Langlopende schulden zijn de schulden met een looptijd langer dan één jaar. Onder kortlopende schulden vallen de schulden met een looptijd tot één jaar. De aflossingsverplichting 2015 over de langlopende geldleningen valt derhalve onder de kortlopende schulden.
Aflossingsverplichting
Overige kortlopende schulden € 1.755.665 Onder "overige kortlopende schulden" zijn de in 2014 aangegane verplichtingen opgenomen die in 2015 worden betaald. Overlopende passiva € 6.557.085 Specificatie: reservering vakantiegeld en restant vakantiedagen transitorische rente ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren (vooruitontvangen subsidies): - de Europese Unie - het Rijk 97.856 - provincies 305.500 243.009 - overige openbare lichamen
764.286 5.144.645
646.365 1.788
overige
6.557.085 Onder "overlopende passiva" zijn ramingen opgenomen van nog af te wikkelen posten over 2014 in 2015. Onder "vooruitontvangen subsidies" is een aantal in 2014 ontvangen subsidies opgenomen voor projecten die in 2015 en verder worden uitgevoerd. Schatkistbankieren Decentrale overheden zijn verplicht om hun overtollige middelen in's Rijks schatkist aan te houden. Om het dagelijkse kasbeheer te vereenvoudigen is er een drempelbedrag, afhankelijk van het begrotingstotaal, dat buiten de schatkist mag worden gehouden. Het drempelbedrag is gelijk aan 0,75% van het begrotingstotaal indien het begrotingstotaal lager is dan € 500 miljoen. De benutling van het drempelbedrag wordt berekend als gemiddelde over aile dagen in het kwartaal. Gemiddeld mag een decentrale overheid dus maximaal het drempelbedrag buiten de schatkist houden. Voor ons waterschap bedraagt het drempelbedrag € 656.000. Dit is 0,75% van € 87.473.000. Het be!eid van ons waterschap is, nu de rente van kort geld historisch laag is, om binnen de wettelijke mogelijkheden, zoveel mogelijk in onze financieringsbehoefte te voorzien met korte financiering. Overtollige middelen komen niet voor. We zijn wettelijk verplicht te rapporteren over het drempelbedrag en het gebruik daarvan in elk kwartaal. Hieronder is deze verplichte rapportage opgenomen. kwartaal1 drempelbedrag buiten schatkist aan te houden ruimte onder het drempelbedrag
656.000 656.000
Verschil
-96-
kwartaal2
kwartaal 3
kwartaal 4
656.000 656.000
656.000 656.000
656.000 656.000
Hoofdstuk 5. Exploitatierekening Rekening
naar kostendragers
2014 watersysteembeheer
(bedragen x € 1.000) jaarreken i ng 2014
begroting incl. wijzigingen 2014
Netto kosten Bedrag voor onvoorzien Algemene opbrengsten (rente)
37.832
begroting 2014
-1.115
39.894 75 -1.115
40.174 99 -1.078
Netto lasten
36.717
38.854
39.195
Belastingopbrengsten Kwijtscheldingen
39.211 -671
40.891 -662
40.889 -612
Netto belastingopbrengsten
38.540
40.229
40.277
Resultaat voor bestemming
1.823
1.376
1.082
a
Bijdrage uit bestemmingsreserves Toevoeging algemene reserve Resultaat nog te bestemmen
a
a
-1.082
-1.082
-1.082
742
294
O
De taak watersysteembeheer sluit in 2014 met een voordelig resultaat van € 742.000 tegen een verwacht voordelig resultaat bij de najaarsrapportage van € 294.000. Het hoger voordeel van € 448.000 is in hoofdlijnen als voigt: lagere kapitaallasten lagere kosten energie hogere dotatie voorziening dubieuze belastindebiteuren (oninbaar) post onvoorzien lagere kosten goederen en diensten en bijdragen aan derden verkoop percelen grond lagere opbrengst waterschapsbelastingen hogere bijdragen van derden saldo doorberekeningen per saldo diversen
116.000 253.000 -78.000 75.000 426.000 507.000 -1.689.000 374.000 449.000 15.000 448.000
In de analyse per kostensoort zijn de bovengenoemde afwijkingen reeds toegelicht. Bestemming van het resultaat van de taak watersysteembeheer Het algemeen bestuur geeft een bestemming aan het rekeningresultaat. Voorgesteld wordt het voordelig resultaat ad € 742.000 van de taak watersysteembeheer toe te voegen aan de algemene reserve.
-97-
Rekening
2014 zuiveringsbeheer
(bedragen x € 1.000) jaarrekening 2014
begroting incl. wijzigingen 2014
begroting 2014
-127
41.693 108 -127
42.120 108 -98
Netto lasten
40.871
41.674
42.130
Belastingopbrengsten Kwijtscheldingen
40.310 -1.477
40.293 -1.288
40.628 -1.188
Netto belastingopbrengsten
38.833
39.005
39.440
Resultaat voor bestemming
-2.038
-2.670
-2.690
Netto kosten Bedrag voor onvoorzien Aigemene opbrengsten (rente)
40.998 O
Bijdrage uit bestemmingsreserves Aanwending algemene reserve Resultaat nog te bestemmen
O
O
2.690
2.690
2.690
652
21
O
De taak zuiveringsbeheer sluit in 2014 met een voordelig resultaat van € 652.000 tegen een verwacht voordelig resultaat bij de najaarsrapportage van € 21.000. Het voordeel ten opzichte van de najaarsrapportage van € 631.000 is in hoofdlijnen als voigt: lagere kapitaallasten lagere kosten energie post onvoorzien lagere kosten goederen en diensten en bijdragen aan derden hagere opbrengst goederen en diensten derden lagere bijdragen van derden hagere dotatie voorziening dubieuze belastindebiteuren (oninbaar) lagere opbrengst waterschapsbelastingen saldo doorberekeningen per saldo diversen
112.000 82.000 108.000 314.000 258.000 -174.000 -157.000 -172.000 299.000 -39.000 631.000
In de analyse per kostensoort zijn de bovengenoemde afwijkingen reeds toegelicht. Bestemming van het resultaat van de taak zuiveringsbeheer Het algemeen bestuur geeft een bestemming aan het rekeningresultaat. Voorgesteld wordt het voordelig resultaat ad € 652.000 van de taak zuiveringsbeheer toe te voegen aan de algemene reserve.
-98-
Hoofdstuk 6. Exploitatierekening
naar programma's
Kosten per programma
(bedragen x € 1.000) jaarrekening 2014
begroting incl. wijzigingen 2014
begroting 2014
Veiligheid Watersystemen
8.919 55.518
8.788 57.609
8.424 57.993
Organisatie waarvan doorberekend 1)
18.696 5.006
19.804 5.332
20.432 5.332
13.690
14.472
15.100
78.127
80.869
81.517
Totaal
1) Een deel van de kosten van het programma organisatie betreffen de kosten van de ondersteunende producten. De ondersteunende producten "informatiebeleid en automatisering" en "huisvesting" worden middels de verdeling van de uurtarieven personeel doorberekend aan de andere producten. Dit houdt in dat deze kosten aan de programma's Veiligheid en Watersystemen zijn toegerekend. Kosten per programma op kostensoort (bedragen x € 1.000) jaarrekening 2014
begroting incl. wijzigingen 2014
begroting 2014
Veiligheid Kapitaallasten Personeelslasten Overige lasten/baten
3.623 973 4.323
3.462 938 4.388
3.462 938 4.024
Totaal
8.919
8.788
8.424
Watersystemen Kapitaallasten Personeelslasten Overige lasten/baten
17.983 12.141 25.394
18.373 12.271 26.965
18.306 12.271 27.416
Totaal
55.518
57.609
57.993
1.293 9.034 8.369
1.379 9.867 8.558
1.379 10.017 9.036
Organisatie Kapitaallasten Personeelslasten Overige lasten/baten
waarvan doorberekend
18.696 5.006
19.804 5.332
20.432 5.332
Totaal
13.690
14.472
15.100
78.127
80.869
81.517
In hoofdstuk 1, programmaverantwoording, worden de programma's uitgebreid behandeld.
-99-
Het resultaat van de jaarrekening is op kostensoortniveau uitgebreid geanalyseerd. Hierbij wordt nog opgemerkt dat in 2014 een verschuiving van € 161.000 aan kapitaallasten tussen
het programma veiligheid en watersystemen heeft plaatsgevonden. Dit veroorzaakt voor een groot deel het nadeel op het programma veiligheid. Deze verschuiving is veroorzaakt doordat bij de begroting een onjuiste inschatting is gemaakt van de verdeling van de kapitaallasten over deze programma's. Veiligheid (bedragen x € 1.000) Netto lasten jaarrekening Netto lasten begroting inel wijzigingen Nadelig c.q. Voordelig
Watersystemen
Organisatie
Totaal
8.919 8.788
55.518 57.609
13.690 14.472
78.127 80.869
-131
2.092
781
2.742 -1.663
Nadeel belastingen exelusief kwijtschelding
1.079
Voordeel ten opzichte van de najaarsrapportage
-100-
-101-
Hoofdstuk 7. Rekening naar kosten- en opbrengstensoorten nr
omschrijving
1 rentelasten
rekening 2014
begroting incl. wijzigingen 2014
8.400.991
8.418.809
begroting 2014
8.317.503
2 afschrijvingen
17.082.691
17.367.166
17.402.210
3 personeelslasten
22.239.553
22.876.305
23.300.305
4 goederen
2.459.954
2.624.947
2.846.159
5 energie
3.721.516
4.065.309
3.965.309
6 huren, pachten en lease
1.059.599
1.048.118
1.048.118
7 verzekeringen
224.067
206.210
206.210
8 belastingen
118.618
103.127
125.627
5.234.139
5.292.468
4.716.608
24.066.119
24.470.154
24.892.302
O
182.796
207.296
1.055.673
595.000
445.000
78.802
O
9 onderhoud door derden 10 overige diensten door derden
en bijdragen aan derden 11 onvoorzien
12 toevoeging aan voorzieningen 13 ten laste van reserves
Totaal
85.741.721
-102-
87.250.409
87.472.647
nr
omschrijving
1 rentebaten 2 baten in verband met salarissen en sociale lasten 3 opbrengsten goederen, werken en diensten voor derden 4 opbrengst uit eigendommen 5 waterschapsbelastingen Af: kwijtscheldingen
6 bijdrage van derden
rekening 2014
1.263.881
begroting incl. wijzigingen 2014
1.263.823
begroting 2014
1.197.561
97.384
47.741
47.741
3.798.342
2.854.384
2.514.884
58.249
54.621
54.621
79.520.896 2.147.600
81.184.001 1.950.000
81.517.001 1.800.000
77.373.296
79.234.001
79.717.001
1.802.579
1.353.509
1.183.509
1.054.505
1.148.678
1.148.677
1.293.653
1.608.653
1.687.455
1.608.653
1.608.653
-1.393.970
-315.000
O
85.741.721
87.250.409
87.472.647
7 onttrekking aan voorzieningen 8 geactiveerde lasten 9 Resultaat voor bestemming 10 onttrekking aan reserves 11 Resultaat nog te bestemmen
Totaal
293.485
-103-
-104-
Hoofdstuk 8. Topinkomens
De Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) is in werking getreden met ingang van 1 januari 2013. De WNT regelt niet alleen de openbaarmaking van topinkomens in de publieke en semipublieke sector, zoals voorheen de Wopt, maar stelt ook maxima aan de hoogte van de bezoldering van topfunctionarissen en tevens aan de ontslagvergoedingen. De WNT kent het begrip topfunctionaris, dit wordt omschreven in artikel 1.1, onderdeel b. Voor bepaalde publieke lichamen is opgesomd welke functies kwalificeren als topfunctionaris. Zo is voor waterschappen de functie van secretaris aangewezen als topfunctionaris in de zin van de WNT. Ook indien de functie van topfunctionaris anders dan in dienstverband wordt ingevuld, is de WNT van toepassing. Dus ook indien sprake is van detachering, inhuur als zzp'er e.d. De WNT is voorts van toepassing op een interim topfunctionaris, die zijn interim functie binnen een periode van 18 maanden, zes maanden of meer vervult. Maximale bezolderingsnorm en ontslaguitkering De WNT kent een maximale bezoldigingsnorm voor een topfunctionaris. Indien de maximale bezoldigingsnorm wordt overschreden, is er sprake van een onverschuldigde betaling, die teruggevorderd moet worden. De algemene maximale bezoldiging mag in 2014 voor een topfunctionaris niet meer bedragen dan € 230.474. De bezoldering bestaat uit de volgende onderdelen: • beloning (bruto jaarsalaris inclusief loon in natura zoals bijtelling lease auto, vakantiegeld en overige bruto loonbestanddelen), maximaal € 187.340. • belaste vaste en variabele kostenvergoedingen (ook de bedragen die zijn toegewezen aan de zogenaamde vrije ruimte onder de werkkostenregeling), maximaal € 8.263. • beloningen betaalbaar op termijn (zoals werkgeversbijdrage pensioen e.d.), maximaal € 34.871. De drie genoemde bedragen moeten als communicerende vaten worden beschouwd, waardoor bijvoorbeeld een hogere beloning betaalbaar op termijn kan worden gecompenseerd met een lagere beloning, mits de som van de drie bedragen de maximale bezolderingsnorm niet overschrijdt. Indien geen sprake is van een voltijds dienstverband, zal de maximale bezoldigingsnorm pra rata moeten worden aangepast. Sij topfunctionarissen, die niet in loondienst zijn, bedraagt de maximale vergoeding het bezoldigingsmaximum exclusief btw, maar inclusief alle belastbare kosten die het waterschap vergoedt voor de uitoefening van de functie, zoals reiskosten. Ook hier zal de norm pro rata moeten worden toegepast afhankelijk van het aantal uren per week c.q. het aantal maanden dat de functie is vervuld. Ook kent de WNT voor topfunctionarissen een maximale ontslagvergoeding die partijen kunnen overeenkomen. Deze is gelijk aan de som van de beloning en de voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn over de twaalf maanden voorafgaand aan de beëindiging van het dienstverband, maar niet meer dan € 75.000. Alleen indien sprake is geweest van een ontslagprocedure via de rechter kan sprake zijn van een ontslagvergoeding die uitgaat boven de norm.
-105-
Bij het waterschap heeft in 2014 geen overschrijding ontslaguitkering
van de maximale bezoldigingsnorm
en
plaatsgevonden.
Overzicht met aangewezen topfunctionarissen: Naam Beloninq Belastbare vaste en variabele onkostenvergoeding Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar OD termiin Functie Duur en omvang van het dienstverband in het verslaqiaar
H. Küpers € 134.873 € 2.101
€ 22.461 Secretaris-Directeur Duur: 01-01-2014 Um 31-12-2014 Ornvano: 36 uur per week
De bovengenoemde bedragen zijn conform de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) voor Waterschappen. Ten aanzien van interim-functionarissen die geen topfunctie vervullen heeft het waterschap Hunze en Aa's gebruik gemaakt van de mogelijkheid die paragraaf 6 lid 2 van de Beleidsregels toepassing WNT biedt inzake de volledige openbaarmaking van deze interim niet topfunctionarissen. Op basis van de Beleidsregels toepassing WNT kán en hoeft het waterschap Hunze en Aa's niet volledig te voldoen aan de verplichting voor openbaarmaking van deze interim niet topfunctionarissen zoals voorgeschreven in artikel4.2lid 2c van de WNT.
-106-
Controleverklaring
van de onafhankelijke
accountant
Aan: Waterschap Hunze en Aa's
Verklaring betreffende dejaarrekening Wü hebben de in dit verslag opgenomenjaarrekening 2014 van Waterschap Hunze en Aa's te Veendam gecontroleerd. Dezejaarrekening bestaat uit de balans per 31 december 2014 en de exploitatierekening 2014 met de toelichtingen, waarin zÜn opgenomen een overzicht van de gehanteerde grondslagen voor financiële verslaggeving en andere toelichtingen. Verantwoordelijkheio van het daqelíjks bestuur Het daqelijks bestuur van Waterschap Hunze en Aa's is verantwoordelijk voor het opmaken van de jaarrekening, alsmede voor het opstellen van hetjaarverslag, beide in overeenstemming met het in Nederland geldende Waterschapsbesluit. Deze verantwoordelijkheid houdt onder meer in dat de jaarrekening zowel de baten en lasten als de activa en passiva getrouw dient weer te geven en dat de in dejaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen. Rechtmatige totstandkoming betekent in overeenstemming met de begroting en met de relevante wet- en regelgeving, waaronder verordeningen van het waterschap. Het daqelijks bestuur is tevens verantwoordelijk voor een zodanige interne beheersing als het noodzakelijk acht om het opmaken van dejaarrekening en de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten en balansmutaties rnoqelíjk te maken zander afwijkinqen van materieel belang als gevolg van fraude of fouten. Verantwoordelijkheio van de accountant Onze verantwoordelijkneid is het geven van een oordeel over dejaarrekening op basis van onze controle. Wü hebben onze controle verricht in overeenstemming met Nederlands recht. waaronder de Nederlandse controlestandaarden, het Waterschapsbesluit en het controleprotocol WNT. Dit vereist dat wU voldoen aan de voor ons geldende ethische voorschriften en dat wU onze controle zodanig plannen en uitvoeren dat een redelijke mate van zekerheid wordt verkregen dat dejaarrekening geen afwijkinqen van materieel belang bevat. Een controle omvat het uitvoeren van werkzaamheden ter verkrüging van controle-informatie over de bedragen en de toelichtingen in dejaarrekening. De geselecteerde werkzaamheden zijn afhankelijk van de door de accountant toegepaste oordeelsvorming, met inbegrip van het inschatten van de risico's dat dejaarrekening een afwíjkinq van materieel belang bevat als gevolg van fraude of fouten. BU het maken van deze risico-inschattingen neemt de accountant de interne beheersing in aanmerking die relevant is voor het opmaken van de jaarrekening en voor het getrouwe beeld daarvan, alsmede in het kader van de financiële rechtmatigheid voor de naleving van die relevante wet- en regelgeving, gericht op het opzetten van controlewerkzaamheden die passend zi]n in de omstandigheden. Deze risico-inschattingen hebben echter niet tot doeI een oordeel tot uitdrukking te brengen over de effectiviteit van de interne beheersing van het waterschap.
-107-
Een controle omvat tevens het evalueren van de geschiktheid van de gebruikte grondslagen voor financiële verslaggeving en de gebruikte financiële rechtmatigheidscriteria en van de redelijkheid van de door het daqelijks bestuur van het waterschap gemaakte schattingen, alsmede een evaluatie van het algehele beeld van dejaarrekening.
wu zijn van mening dat de door ons verkregen controle-informatie
voldoende en geschikt is om een
onderbouwing voor ons oordeel te bieden. Oordeel betreffende dejaarrekening Naar ons oordeel geeft de jaarrekening van Waterschap Hunze en Aa's een getrouw beeld van de grootte en de samenstelling van zowel de baten en lasten over 2014 als van de activa en passiva per 31 december 2014 in overeenstemming met het Waterschapsbesluit. Voorts zijn wU van oordeel dat de in dezejaarrekening verantwoorde baten, lasten en balansmutaties over 2014 in alle van materieel belang zijnde aspecten voldoen aan de eisen van financiële rechtmatigheid. Dit houdt in dat bedragen in overeenstemming zijn met de begroting en met de in de relevante wet- en regelgeving opgenomen bepalingen, zoals vermeid in het normenkader welke is vastgesteld op 15 februari 2012.
Verklaring betreffende overige gesteide eisen
bU
of krachtens de wet
Ingevolge Artikel109, derde lid, onderdeel d, van de Waterschapswet vermelden wD dat hetjaarverslag, voor zover wD dat kunnen beoordelen, verenigbaar is met dejaarrekening.
Groningen, 7 april 2015
Ernst & Young Accountants LLP
w.g. drs. R.T.H. Wortelboer RA
-108-
Hoofdstuk 10. VASTSTELLING
JAARREKENING
2014
De jaarrekening 2014, met een voordelig resultaat van € 1.393.970 aangeboden door het Dagelijks Bestuur op 7 april 2015.
, dijkgraaf
, secretaris-directeur
Vastgesteld in de vergadering van het Aigemeen Bestuur van het waterschap Hunze en Aa's, op 13 mei 2015.
, dijkgraaf
, secretaris-directeur
-109-
-110-
BIJLAGEN
-111-
........ c: CI)
.s:s In CI)
CI) ...
o:::~
..- ..- C') "
coC')mI'--NOON CDmmmOOO..1'--0CDCOCDOq..COOC')r--:C":ÌCOOCD mC')I'--..-LOmLON m"
OC')O..-NONO"
~~
0..-0
CDI'--....-O"
..-
Cl-= c: Q. ."C CI)
...
CI)
>
ûj + CI)
III Cl
c:
"C
....In CI) CI)
III
coco LOI'--CDC') COO m CD CDoC')omo m ..- I'--mo..-C')o C')ro "
NC')I'--NCOmmoCDCD..-OI'-..-mC')CDC')LO"
coco LOI'--CD C') COO CDoC')omo mCD m..- I'--mo..-C')o ."fm..-lO..-N mCD.,.....C')NN NONLO"
Nl'--l'--NCOmm "
~,,""'T"""'
o
Cl
c: .r: o
o
CD
LO LO
1'--0 ~"
:¡:;
m LO ..-
CD m
a. ...
mcoocooCDI'-mLO"
LO O C') ..-OCO NI'--CD ..-C')"
OCDCD
..-
o o
"
..-CD C')"
co LO
m N
m
..-CD"
CO CO CD I'-"
m m o o C')
CD N
m
o
LO I'--
CI)
> I'--COC')OLO "
o o o
o
CD
..-I
ooooomo ooooomo OOOOONLO C')LOOOO..-1'-LOI'--NLOI'--m"
o o o o
coI
o o o o
00000000 00000000 o..-qqoooo N O OlOOOLOOOO CO O LOC')OOCDNLOLO N.,.....om..-..m LO lO..-
OOOOC')OOO 00000000 0000(")000 OLOLO..-C')OOO oml'--"
omo 0"
co
CD LO lO CD C')
o'
LO O
o o o o o N
C')
000000 OOOOLOO oqqocoo lOOOO"
..-
NN
00 00 00 olO om
OCD N
-::t
..... o
...
N
CI)
.c E CI) cCI)
"C
..... CO')
... .... .r: CI)
Q. (,)
.E! CI)
> o
:¡
"C
e
:::.:::
..... CI)
Cl
~ ......
m
-112-
N
OOLOOOOOOOOOOOOOO 00(")0000000000000 OOI'--OOOLOOq..-OOqooo LO..-I'--OOONOOLOOOLOOOO 1'--"
...... om m'>tco ,<:!:COCO <;O ...... C"",) I'- a N I I'-
a
N
M
M
O<;O ...... NOMCO ONmmOL()1'O~COI'-~MCO NM,.fu)OL()1'mN ...... CO'>tCO'>t ...... ON"'"": '<:!:
......
mCOmL()N a 1'-<;0 <;om <;o ...... roN~ v-~v-N CO ...... N <Ò
~v-v-
N
0)"':
.-I:
"'O CI)
a. ...
1;)+ CI)
'>t ...... COO I'-moo OCONO <;o~,.fo <;O I'<;O mL() ......
...... m N
N
ca O)
I: "C
CI)
I/) CI)
-e-'
I'LO co
N N
tn
O)
I:
a N
m
.~
N
a..
<;omMl'-l'-ml'-<;O N ...... mO'>tI'-'>t'>t mmLOMMomm LOLOM ...... ~~'>tO O<;OI'-M ...... NM MLO'>t M '>t
o<;om o<;oco OMm LÒN ...... I'-m<;o MNN
N N
en
co
ex) '"'""
......
m
N
-e......
<;O
LOLOLO CO'>tN ...... N<;O N<Ò'>t NCO'>t
'>tCOMO 1'-1'- ...... 0 OLOCOO <;OLOo)O <;OLOm<;o ml'- ............
<;O
M
LO
a
M
M
co co
..... It)
M
N
It'i
'"'"" ex) '"'"" N
'>t I'<;O
N'>t N ...... com ...... C"",)
N N
-e--'
CI)
> a a a O'>t a
'>t000 LOOOO NOaa OCOO u) ...... N roooo ...... OLO <;OMLOM N I'- M M<;ON LO <;O
ma
ma NO -e- a
00 COLO
C")
a
co
...... m
C"",)
"-
CI
ci
m
m
CI
en
M
:;::;
..c:
v-
I
00000 00000 00000 LÒ OOO N OOLO '>tLOm'>t
M a 0000000 LO a 0<;000000 M a 01'-00000 LÒI'-NOC"",) 00 LÒ<;O NI'-mm<;o a a co'>t '>t -e-' mM MN I'-
..... N ..... ..... It) ori C")
..... 00 00 00 LO a I'-LO
..... It) .....
N
a co eo
ori
I'-I
...... N
N .....
I
N
-e--' I
OOOMOOOOOOOOO O'>tOLOOOOOOOOOO ~COOLOOOOOOO~~O LO ...... NNOOOLO<;OOOOLO ...... OLOI'-MLOMNMLOOLON NI'-M ............ N NI'-m'>t'>t I'<;O
NOOOO <;00000 LOOOOO <;ONO(')O LOmm<;oo
............
m(')(')
0(')0
aLOa O(')~
OLO<;O oco'>t N '"'""
..... ..... en cO co C") N
C")
.....
'
CI)
.o E o CI) CI)
"'O
.....
C")
"-
CI)
o..
..c: o
.~ CI)
-e
>
"O
CI)
..c:
0Q3
O
oS2'
"'O
~
-
I:
0Q3 > (f)
CI) .-'
ëä
a. Ri
œ O> o
o
...
O
-
RI O
I-
-113-
1'-0)0000 COL()ML()OO L()'l''''':~00 M ...... «;1"00 M
Cl"":
...
.-r::::
Q.
Q)
>
"C
Q)
ûí+ Q)
ca
Cl
r::::
"C
.....Q) fi) Q)
ca
T""L()(OCO(OMO(OT"" I'-Ol'-L()I'-N CO«;l"NL()L()OO) I'-("')ONNO(OO)O) I'-O)«;I"COO)OOL()N ...... «;1" L()NCO ..,f
T""L()(OCO(O 1'-01'- L() I'CO«;l"N L()L() 1'-("')0N N 1'-0)«;1" CO O) ...... «;I" ..,f
O N ~~
MO(O
O N
O N
0)0 O O L() I'- L() O)L() M OCOL() 0(00
O
~
N
...... I'-Mo)
0000
~"":O) ...... (O O (OMO
L()M
O)(OO)T""N L()L()OCOM (ONCOM' I ON 0«;1" T"" T""
00 O
~ O O N
O O L()
N ............ O I'- ...... L() I'-L() OO)T""N 0(00)0) OOL()N LONCO
..................
cOL()
-¢
(O O N
o
Cl
r::::
.....
s:
O
ë.. ... Q)
> 00 00 00 00 (0«;1" -e-'
N
000000000000000 000000000000000 Oo)O~OOOO~OL()O~OLO u)..,fOOOOOOOOcOL()OO«;l" OL() COT""«;I"OO ...... OOLOLONMNO N ...... ..- ...... NNNN L()(O ...... N ............ LO NO)
0000 00 O OO~~ 0000 L()OOO N
O
O
O ...... 0
"":0 N O
LO
o
.....
CI)
o
~ Il) ci
..... 00
00 00 1'-0 N L() I
o
O O T"" u)
o
..... cO Il)
M
I
I
000000000000000000000 000000 ...... 00000000000000 000000«;l"~~~00000000L()00 OOOOOOu)OL()OOOOOOOOOCOL()O (O«;I"L()OOOI'-OCOL()«;I"OO ...... OOL()LONMN ...... N~ ............ LO ...... ~ N .................. NNNN L()(O ...... LO
~ ..... o N
r::::
Q)
1:) Q)
'eQ.
r::::
.....Q)
.S!
fi) Q)
~
.....
.r::::
.~O Q)
>
o N
Q)
Cl
ca ......
iñ
-114-
00
00 OL()
O-¢ O N
o
.....
-.:t
cO O) Il)
ci
.....