Leerlingenstatuut locatie CSG Beilen
140826 leerlingenstatuut 2014-2015 CSG Beilen/26-8-2014
1
Inhoudsopgave 1.
2. 3. 4.
5. 6. 7. 8. 9. 10.
11.
12.
13. 14.
Algemeen........................................................................................................................... 1 1.1 Leerlingenstatuut .................................................................................................. 1 1.2 Begrippen .............................................................................................................. 1 1.3 Rechten en plichten in algemene zin .................................................................... 2 Toelating ............................................................................................................................ 2 Kwaliteit van het onderwijs ............................................................................................... 3 Dagelijkse gang van zaken ................................................................................................. 3 4.1. Aanwezigheid ........................................................................................................ 3 4.2. Gedrag ................................................................................................................... 4 4.3. Veiligheid ............................................................................................................... 4 4.4. Schade ................................................................................................................... 4 Huiswerk ............................................................................................................................ 4 Toetsing, beoordeling, rapportage ................................................................................... 5 Overgang, keuze van onderwijs ........................................................................................ 6 Schoolonderzoeken, examens .......................................................................................... 6 Disciplinaire maatregelen.................................................................................................. 6 Privacy ............................................................................................................................... 7 10.1. Leerlingenregistratie ............................................................................................. 7 10.2. Ongewenste intimiteiten ...................................................................................... 7 10.3. Klachtenprocedure ................................................................................................ 7 Inspraak ............................................................................................................................. 8 11.1. Leerlingenraad ....................................................................................................... 8 11.2. Andere vormen van inspraak ................................................................................ 8 Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergadering................................................... 8 12.1. Algemeen............................................................................................................... 8 12.2. Schoolkrant............................................................................................................ 8 12.3. Aanplakborden ...................................................................................................... 8 12.4. Bijeenkomsten ....................................................................................................... 9 Geschillen .......................................................................................................................... 9 Slotbepaling ....................................................................................................................... 9
140826 leerlingenstatuut 2014-2015 CSG Beilen/26-8-2014
2
1.
Algemeen
1.1
Leerlingenstatuut
1.1.1 Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van de leerlingen. 1.1.2. Het leerlingenstatuut wordt vastgesteld door het bevoegd gezag. Het bevoegd gezag gaat niet tot vaststelling over voordat het ouders/leerlingendeel van de medezeggenschapsraad en de leerlingenraad zich over het leerlingenstatuut hebben kunnen uitspreken. 1. 1.3. Het leerlingenstatuut is van toepassing op alle aan de school ingeschreven leerlingen en geldt ten opzichte van het bevoegd gezag en alle aan de school verbonden organen en personeelsleden. Het leerlingenstatuut geldt in en buiten de schoolgebouwen en terreinen bij alle activiteiten die van de school uitgaan. 1.1.4. Het leerlingenstatuut treedt in werking na vaststelling door het bevoegd gezag en heeft een geldigheidsduur van twee jaar en wordt stilzwijgend aan het eind van deze periode voor de duur van twee jaar verlengd. 1.1.5. Het leerlingenstatuut kan tussentijds worden gewijzigd op voorstel van hetzij: -
de medezeggenschapsraad de leerlingenraad twintig leerlingen tien personeelsleden tien ouders de schoolleiding het bevoegd gezag
Een voorstel tot wijziging wordt aan het bevoegd gezag aangeboden. Indien het voorstel tot wijziging wordt overgenomen, stelt het bevoegd gezag het statuut opnieuw voor de duur van twee jaar vast. Het bevoegd gezag gaat niet tot wijziging van het leerlingenstatuut over, voordat het ouders/leerlingendeel van de medezeggenschapsraad en de leerlingenraad zich hierover hebben kunnen uitspreken. Indien het voorstel tot wijziging niet wordt overgenomen, deelt het bevoegd gezag dit onder vermelding van de redenen hiervoor aan betrokkenen mee. 1. 1.6. Indien voor een maand voordat de geldigheidsduur van het leerlingenstatuut afloopt het bevoegd gezag geen voorstel tot wijziging heeft ontvangen, zal het leerlingenstatuut in dezelfde vorm wederom twee jaar geldig zijn. 1. 1.7. Het leerlingenstatuut wordt door de directie gepubliceerd en bij aanvang van het schooljaar aan alle leerlingen die voor de eerste maal aan de school zijn ingeschreven, uitgereikt. Het leerlingenstatuut ligt bovendien ter inzage op de school.
1.2
Begrippen In het leerlingenstatuut wordt onder de volgende begrippen verstaan: -
de school: CSG Beilen te Beilen leerlingen: alle aan de school ingeschreven leerlingen ouders: de ouders, voogden en verzorgers van de leerlingen;
140826 leerlingenstatuut 2014-2015 CSG Beilen/26-8-2014
1
-
personeelsleden: de aan de school verbonden leden van de directie, do centen, onderwijsondersteunende personeelsleden, stagiaires en vrijwilligers; docenten: de aan de school verbonden docenten en andere personeelsleden met een lesgevende taak; directie: de directeur en adjunct-directeur; bevoegd gezag: het bestuur van de vereniging voor Christelijk voortgezet onderwijs te Beilen, van welke de school uitgaat; medezeggenschapsraad: het orgaan binnen de school ten behoeve van overleg en medezeggenschap; leerlingenraad: het vertegenwoordigend orgaan van de leerlingen binnen de school; klassenvertegenwoordiger: de leerling die zijn klas of groep vertegenwoordigt; schoolreglement: samenstel van regels over de rechten en plichten van de personen en organen die deel uit maken van de schoolgemeenschap; inspecteur: de inspecteur van het voortgezet onderwijs; geschillencommissie: de commissie die adviseert over geschillen betreffende de toepassing van het leerlingenstatuut.
In dit leerlingenstatuut wordt ten behoeve van de leesbaarheid alleen in de manlijke vorm geschreven. Daar waar manlijke voornaamwoorden worden gebruikt kunnen ook vrouwelijke worden gelezen.
1.3
Rechten en plichten in algemene zin
1.3.1. De leerlingen houden in hun gedrag en uitlatingen rekening met de grondslag en doelstelling van de school. 1.3.2. De leerlingen en personeelsleden zijn respect verschuldigd aan elkaar en aan alle andere personen in de school. Ook zijn zij respect verschuldigd aan alle goederen van elkaar, van alle andere personen in de school en alle andere goederen in de school. 1.3.3. De leerlingen en personeelsleden hebben ten opzichte van elkaar de plicht te zorgen voor een werkbare situatie, waarin goed onderwijs kan worden gevolgd en gegeven in een passende sfeer. 1.3.4. De leerlingen en personeelsleden zijn verplicht zich te houden aan de regels die gelden in de school.
2.
Toelating
2.1.
De directie stelt de criteria vast op grond waarvan een (aspirant-) leerling kan worden toegelaten tot de school, tot een bepaalde schoolafdeling of tot een bepaald leerjaar.
2.2.
Indien de directie weigert een (aspirant-)leerling toe te laten deelt het dit schriftelijk aan hem en - indien hij minderjarig is - ook aan zijn ouders mee, met opgave van redenen. Voorts geeft de directie daarbij aan dat er om herziening van het besluit kan worden gevraagd.
2.3.
De (aspirant-)leerling en -indien hij minderjarig is ook zijn ouders, kan binnen 30 dagen nadat de weigering tot toelating is ontvangen, de directie om herziening van
140826 leerlingenstatuut 2014-2015 CSG Beilen/26-8-2014
2
dit besluit vragen. De directie stelt de leerling en, indien hij minderjarig is, ook zijn ouders in de gelegenheid zich over de kwestie uit te spreken. Voorts voert de directie overleg met de inspecteur hierover en - als het bevoegd gezag dat nodig vindt - met andere deskundigen. De directie stelt de leerling en - indien hij minderjarig is - diens ouders in de gelegenheid om de adviezen of rapporten die op de beslissing op het verzoek tot herziening betrekking hebben, in te zien. De directie beslist zo spoedig mogelijk op het verzoek, maar niet later dan na 30 dagen na ontvangst ervan.
3.
Kwaliteit van het onderwijs
3.1.
De leerlingen hebben recht op het volgen van goed onderwijs, waaronder een passende begeleiding. Indien een leerling meent dat het onderwijs onvoldoende kwaliteit heeft, kan hij dit gemotiveerd kenbaar maken aan de directie. De directie geeft binnen tien werkdagen de leerling een reactie op de klacht.
3.2.
Leerlingen hebben in gelijke situaties recht op een gelijke behandeling.
4.
Dagelijkse gang van zaken
4.1.
Aanwezigheid
4.1. 1. De leerlingen zijn verplicht de lessen te volgen volgens het voor hen geldende rooster, tenzij er voor een bepaalde les een andere regeling is getroffen. Zij dienen voor het volgen van de lessen op tijd in de daartoe bestemde lesruimte aanwezig te zijn. 4. 1.2. De leerling die te laat aanwezig is, dient zich als ‘te laat’ te laten registreren en een briefje voor de toelating in de les te ontvangen. Indien een leerling te laat is, kan een teamleider hem zonodig een passende maatregel opleggen. 4. 1.3. Indien de docent bij aanvang van de les niet aanwezig is, vraagt de klassevertegenwoordiger bij een teamleider of de les doorgaat. De leerlingen wachten, totdat hen door een teamleider anders wordt aangegeven. 4a.l.4. Tijdens de pauzes en roostervrije uren mogen de leerlingen alleen in de daartoe bestemde ruimten op school verblijven. Ook mogen zij de school en het schoolterrein niet verlaten, tenzij door een teamleider anders is aangegeven. 4.1.5. Een leerling heeft alleen verlof om de lessen te verzuimen, indien de teamleider dit op verzoek van de leerling of, indien hij minderjarig is, van zijn ouders heeft toegestaan. 4.1.6. Indien een leerling ziek is, wordt dit voor de aanvang van het eerste door hem op die dag te volgen lesuur telefonisch aan de administratie door de ouders/verzorgers medegedeeld. Indien een leerling anders dan met verlof of wegens ziekte lessen verzuimt of afwezig is, terwijl hij aanwezig dient te zijn, kan een teamleider een passende maatregel opleggen.
140826 leerlingenstatuut 2014-2015 CSG Beilen/26-8-2014
3
4.2.
Gedrag
4.2. 1. De leerlingen gedragen zich in en buiten de school naar behoren. 4.2.2. Indien een leerling zich tijdens de les onbehoorlijk gedraagt, kan de docent hem uit de les verwijderen. De leerling is dan verplicht zich te melden bij de administratie. 4.2.3. Leerlingen uit leerjaar 1,2 en 3 mogen niet roken. Leerlingen uit leerjaar 4 mogen op de daarvoor aangegeven plaats roken. 4.2.4. De leerlingen mogen geen alcoholhoudende dranken of verdovende middelen bij zich hebben of gebruiken.
4.3.
Veiligheid
De leerlingen en personeelsleden gedragen zich naar de gegeven voorschriften betreffende de veiligheid in de school en overigens zodanig dat de veiligheid in de school wordt gewaarborgd.
4.4.
Schade
4.4.1. Het bevoegd gezag aanvaardt geen wettelijke aansprakelijkheid voor schade die buiten zijn verantwoordelijkheid wordt toegebracht aan bezittingen van leerlingen. Het bevoegd gezag aanvaardt ook geen wettelijke aansprakelijkheid voor het verlies van bezittingen van leerlingen die in of bij de school, of tijdens schooltijd zijn zoekgeraakt. 4.4.2. Indien een leerling aan het schoolgebouw, aan de leermiddelen die zich daarin bevinden of aan andere bezittingen van het bevoegd gezag of aan andere onder het beheer van het bevoegd gezag staande zaken, schade toebrengt, dan wordt die schade hersteld op kosten van de leerling die de schade heeft veroorzaakt, of indien deze minderjarig is, op kosten van zijn ouders. 4.4.3. Indien een minderjarige leerling voor enige schade verantwoordelijk is, stelt de school de ouders daarvan in kennis. 4.4.4. Het bevoegd gezag kan voorschriften maken die de schade aan en verlies van bezittingen zoveel mogelijk voorkomen.
5.
Huiswerk
5.1.
Indien de directie beleid heeft vastgesteld met betrekking tot het huiswerk, stelt het de leerlingen daarvan op de hoogte.
5.2.
De leerlingen zijn verplicht het opgegeven huiswerk te maken en te leren.
5.3.
De gezamenlijke docenten van een klas of groep streven ernaar het huiswerk zodanig op te geven en te spreiden dat van een evenwichtige en een reële belasting sprake is.
5.4.
De leerling die het huiswerk niet heeft gemaakt, meldt dit bij aanvang van de les aan de betreffende docent onder vermelding van de reden van verhindering. Indien deze reden naar het oordeel van de docent de leerling niet van zijn plicht tot het maken van het huiswerk ontslaat, kan hij hem een maatregel opleggen.
140826 leerlingenstatuut 2014-2015 CSG Beilen/26-8-2014
4
6.
Toetsing, beoordeling, rapportage
6. 1.
Toetsing van de vordering van het onderwijs kan geschieden op de volgende wijzen: -
proefwerken mondelinge overhoringen schriftelijke overhoringen gesprekken of spreekbeurten n.a.v.gelezen boeken, werkstukken, e.d. praktische opdrachten, turn- en spe(e)lopdrachten en werkstukken andere vormen van toetsing.
6.2.
Van een cijfer dat het resultaat is van een af te nemen toets wordt van tevoren de wegingsfactor ten opzichte van andere vormen van toetsing kenbaar gemaakt. Het cijfer voor een proefwerk weegt zwaarder dan dat van een overhoring.
6.3.
Een proefwerk wordt tenminste één week van te voren opgegeven. Een proefwerk kan alleen lesstof omvatten die, voordat het proefwerk plaatsvindt, is behandeld.
6.4.
Een leerling hoeft niet meer dan één proefwerk per dag te maken, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voor doen, welke door de teamleider gemotiveerd worden aangegeven. Bij herkansing of inhalen mag van deze regel worden afgeweken.
6.5.
Indien de omstandigheden waaronder een toets wordt afgenomen en welke de leerling niet zijn aan te rekenen, hem bij het maken van de toets onevenredig hebben belemmerd, zal daar bij de beoordeling van deze toets rekening mee worden gehouden.
6.6.
Een docent beoordeelt een afgenomen toets binnen één week nadat deze is afgenomen, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen, dit ter beoordeling van de teamleider. De normen van de beoordeling worden door de docent meegedeeld en zonodig toegelicht.
6.7.
Een leerling heeft recht op inzage in zijn toets, nadat deze is beoordeeld. Indien een leerling het niet eens is met de beoordeling kan hij dit aan het einde van de les na inzage kenbaar maken aan de docent die de toets heeft afgenomen.
6.8.
Indien een toets zich daartoe leent, wordt deze na de beoordeling door de docent met de leerlingen besproken.
6.9.
Indien een werkstuk meetelt voor een rapportcijfer, dient van te voren bekend te zijn aan welke normen het moet voldoen, wanneer het gereed moet zijn en welke sancties er staan op het te laat of niet inleveren ervan.
6.10. Een rapport geeft de leerling een overzicht van zijn prestaties voor alle vakken over een bepaalde periode. Een rapportcijfer is gebaseerd op tenminste twee cijfers van afgenomen toetsen. 6.11. Indien de studieresultaten van een leerling aanleiding geven tot het treffen van maatregelen, dienen deze vooraf met de leerling - en indien deze minderjarig is, met zijn ouders - besproken te worden.
140826 leerlingenstatuut 2014-2015 CSG Beilen/26-8-2014
5
7.
Overgang, keuze van onderwijs
7. 1.
De directie stelt de criteria vast waaraan een leerling moet voldoen om naar het volgende leerjaar te kunnen overgaan. Deze criteria worden aan het begin van het schooljaar bekend gemaakt.
7.2.
De leerling kan zijn keuze voor een bepaalde richting van het onderwijs of voor een bepaalde samenstelling van zijn vakkenpakket kenbaar maken. Met deze voorkeur zal bij toelating tot een bepaalde richting of bij de toedeling van een bepaald vakkenpakket zoveel mogelijk rekening worden gehouden.
8.
Schoolonderzoeken, examens
8.1.
Aan het begin van het examenjaar, doch uiterlijk voor 1 oktober, wordt de leerlingen van de eindexamenklassen het programma van toetsing en afsluiting bekend gemaakt. Dit programma bevat regels over de wijze van toetsen van de kennis en vaardigheden van deze leerlingen alsmede op welke wijze het cijfer van het schoolonderzoek wordt vastgesteld.
8.2.
De directie stelt een examenreglement vast. Dit reglement bevat regels over de wijze waarop het examen wordt afgenomen, de wijze waarop de cijfers worden gegeven, regels over verzuim bij examens, examenfraude, herexamen en over de mogelijkheden om tegen beslissingen betreffende het examen bezwaar te maken.
9.
Disciplinaire maatregelen
9.1.
De leerling die de in de school geldende regels niet nakomt, kan een disciplinaire maatregel worden opgelegd. Zo’n maatregel kan worden opgelegd door een docent, door de directie of door het bevoegd gezag. Disciplinaire maatregelen kunnen zijn: -
maken van strafwerk; uit de les verwijderd worden; nablijven; gemiste lessen inhalen; opruimen van gemaakte rommel; corveewerkzaamheden uitvoeren; de toegang tot de school ontzegd worden; geschorst worden; definitief van de school verwijderd worden.
9.2.
Bij het opleggen van een maatregel moet er sprake zijn van een redelijke verhouding tussen de ernst van de aan leiding tot het opleggen ervan en de zwaarte van de maatregel.
9.3.
Indien een leerling meent dat hem ten onrechte een maatregel door een docent is opgelegd, kan hij dit aan de teamleider ter beoordeling voorleggen.
140826 leerlingenstatuut 2014-2015 CSG Beilen/26-8-2014
6
9.4.
Een leerling die de goede voortgang van de les verstoort, is verplicht de les te verlaten zodra de docent hem dit opdraagt. Hij moet zich onmiddellijk melden bij de administratie. Van haar ontvangt hij nadere instructies.
9.6.
Een leerling die bij herhaling de in de school geldende regels overtreedt of die zich schuldig maakt aan ernstig wangedrag, kan door de directie worden geschorst, of definitief van de school worden verwijderd.
9.7.
Met betrekking tot schorsing geldt hetgeen in de procedure schorsing staat vermeld.
9.11. Indien een leerling meent, dat hem ten onrechte een maatregel door de teamleider is opgelegd, kan hij dit aan de directie ter beoordeling voorleggen Indien een leerling meent dat hem ten onrechte een maatregel door de directie of het bevoegd gezag is opgelegd, kan hij dit aan de geschillencommissie ter beoordeling voorleggen.
10. Privacy 10.1. Leerlingenregistratie In het leerlingregister komen alleen gegevens voor die uit onderwijskundig, begeleidings-, of organisatorisch oogpunt nodig zijn. 10.1.1. Elke leerling heeft recht op privacybescherming volgens de wet persoonsregistratie (WPR). Van alle leerlingen zijn door de school gegevens geregistreerd. Deze gegevens dienen correct te zijn. De betrokken leerling en indien hij minderjarig is, zijn ouders, kunnen deze gegevens in zien en indien nodig vragen deze te wijzigen of te verbeteren. 10.1.2. De gegevens van leerlingen zijn alleen toegankelijk voor degene die hiervoor van het bevoegd gezag toestemming heeft gekregen, zoals de directie, de decanen, de mentoren, de docenten van de betrokken leerling en de leden van de administratie. 10.1.3. De gegevens worden alleen aan anderen dan in de punten 10.1.1. en 10.1.2. verstrekt, indien dit in het belang van het onderwijs aan de betrokken leerling is, indien er een wettelijke plicht voor bestaat of met toestemming van de betrokken leerling of indien deze minder- jarig is - van zijn ouders.
10.2. Ongewenste intimiteiten Het bevoegd gezag stelt een procedure vast, waarlangs ongewenste intimiteiten kunnen worden gemeld en waardoor er passend op ongewenste intimiteiten kan worden gereageerd. Deze procedure wordt aan het begin van het schooljaar aan de leerlingen kenbaar gemaakt. Deze procedure is op school verkrijgbaar.
10.3. Klachtenprocedure Het bevoegd gezag stelt een procedure vast, waarlangs klachten kunnen worden gemeld en waardoor er passend op klachten kan worden gereageerd. Deze procedure is op school verkrijgbaar.
140826 leerlingenstatuut 2014-2015 CSG Beilen/26-8-2014
7
11. Inspraak 11.1. Leerlingenraad 11.1.1. De leerlingen kunnen voor hun belangen opkomen door de leerlingenraad. Deze raad kan de directie adviseren en geraadpleegd worden door de directie over aangelegenheden die voor leerlingen van belang zijn. 11.1.2. De directie stelt een reglement vast over de taak en samenstelling van de leerlingenraad, over de verkiezing van de leden van de raad en over de wijze van overleg tussen de leerlingenraad en de directie en over de faciliteiten die de leerlingenraad bij de uitoefening van zijn taak ten dienste staan.
11.2. Andere vormen van inspraak 11.2.1. Het bevoegd gezag legt in het medezeggenschapsreglement regels vast over de verkiezing van leerlingen in de medezeggenschapsraad alsmede over hun rechten en plichten in deze raad. 11.2.2. Het bevoegd gezag kan leerlingen betrekken bij de benoeming van nieuwe personeelsleden.
12. Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergadering 12.1. Algemeen 12.1.1. Leerlingen zijn vrij hun mening te uiten mits dit niet in strijd is met de grondslag van de school en met de goede gang van het onderwijs en de regels van de school. 12.1.2. Leerlingen dienen elkaars mening en die van anderen te respecteren. Uitingen die discriminerend of beledigend zijn, worden niet toegestaan. Indien er sprake is van discriminatie of belediging kan de directie passende maatregelen treffen.
12.2. Schoolkrant 12.2.1. De directie stelt in overleg met de redactie van de schoolkrant een redactie reglement vast, waarin de verantwoordelijkheid en de beschikbaarheid van geld en papier e.d. voor de schoolkrant wordt geregeld. 12.2.2. De directie kan de publicatie van de schoolkrant of een deel daarvan verbieden, indien de schoolkrant in strijd is met de grondslag of doelstelling van de school, dan wel een discriminerende of beledigende inhoud bevat.
12.3. Aanplakborden Op de daartoe aangewezen aanplakborden in de school kunnen leerlingen daarop zonder voorafgaande toestemming mededelingen die voor leerlingen van belang zijn ophangen, voor zover deze niet in strijd zijn met de grondslag of doelstelling van de school en voorzover deze niet discriminerend of beledigend van aard zijn.
140826 leerlingenstatuut 2014-2015 CSG Beilen/26-8-2014
8
12.4. Bijeenkomsten De directie stelt desgewenst ruimte ter beschikking voor bijeenkomsten van leerlingen, e.e.a. binnen de feitelijke mogelijkheden van de school.
13. Geschillen 13.1. Indien leerlingen, personeelsleden en aan de school verbonden organen menen dat het leerlingenstatuut onjuist of onzorgvuldig wordt toegepast, dienen zij het gerezen geschil op te lossen met betrokken persoon/orgaan of personen/ organen met wie het geschil is gerezen. Indien blijkt dat het onderling oplossen van het geschil redelijkerwijs niet is gelukt of redelijkerwijs niet heeft kunnen plaatsvinden, kan het geschil worden voorgelegd aan de landelijke klachtencommissie waarbij de school is aangesloten. Het adres en het reglement van deze commissie worden op verzoek door de school verstrekt. Deze commissie beoordeelt het geschil en adviseert de directie op welke wijze het op het geschil kan reageren.
14. Slotbepaling 14.1
In gevallen waarin het statuut niet voorziet, beslist de directie.
Aldus vastgesteld op namens het bevoegd gezag van de Vereniging voor Protestants Christelijk Voortgezet Onderwijs te Beilen. voorzitter,
datum,
secretaris
140826 leerlingenstatuut 2014-2015 CSG Beilen/26-8-2014
9