Leerlingen van de Museumklas van het Jaar (van Basisschool de Kosmos uit Hoogland) hebben kunstwerken gemaakt geïnspireerd op de collectie van het Mondriaanhuis in Amersfoort (foto: Fleur Wiersma).
14
Cover Cultuurplein Magazine 04 – Mei 2012
Culturele instellingen Primair onderwijs
Cover
Museumgames: lering, vermaak of marketing? Goed is beter dan gratis om meer kinderen naar musea te lokken. Dat blijkt uit onderzoek van de Nederlandse Museumvereniging. Een belangrijke aanbeveling uit het onderzoek luidt: zoek kinderen online op. Met een game proberen steeds meer musea kinderen te interesseren voor hun collectie. Uit de eerste ervaringen blijkt dat het daarbij zoeken is naar de juiste balans tussen fun, educatie en marketing. In 2009 besloot de Tweede Kamer dat kinderen tot 12 jaar gratis toegang tot musea moesten krijgen. Leuk bedacht, maar onbetaalbaar, berekende toenmalig minister Plasterk van OCW echter al snel. Bovendien wilde hij eerst onderzocht hebben of gratis inderdaad meer groei betekent. In opdracht van OCW heeft de Nederlandse Museumvereniging laten onderzoeken - door de bureaus Paul Postma Marketing Consultancy en APE Public Economics - wat wel en niet werkt om kinderen naar musea te lokken. Dat leverde verrassende inzichten op.
Heel effectief Een onderzoeksconclusie is dat gratis toegang geenszins het ei van Columbus is. “Het kan extra bezoekers opleveren als je het tijdelijk en gedoseerd inzet en dan vooral als ook de ouders gratis naar binnen mogen”, vertelt projectleider Joke Bosch van de Museumvereniging. “Maar je moet niet denken: we maken het gratis en dan komen de kinderen vanzelf.” Ervaringen uit Engeland leren bovendien dat na een eerste piek de bezoekersaantallen snel weer naar normale omvang terugkeren. Wat zijn dan wel goede instrumenten? De onderzoekers hebben gekeken naar manieren om museumbezoek van kinderen in schoolverband en in gezinsverband te bevorderen. Om scholen te lokken, blijken lokale en regionale intermediairs zoals erfgoedkoepels en cultuurpunten belangrijk. “Hun inspanningen om het aanbod van musea onder de aandacht van scholen te brengen zijn heel effectief. Een belangrijke uitkomst in een tijd waarin hun werk op de tocht staat”, meldt Bosch. 60 procent van de scholen gaat minimaal een keer per jaar op museumbezoek. Uit een peiling onder leerkrachten en schooldirecteuren bleken een hoge entree en vervoerskosten een dissatisfier te kunnen zijn, maar dat omgekeerd gratis entree en vervoer geen doorslaggevende redenen zijn om een bepaald museum wel te bezoeken. Scholen kiezen op inhoud: een museum moet interessant zijn voor kinderen, speciale kinderactiviteiten hebben en aansluiten Tekst Bea Ros
bij het lesprogramma. Of zoals Bosch het formuleert: “Input leidt tot output: goede inhoud trekt bezoekers.” Met een jaarlijks evenement zouden de banden met scholen mogelijk verstevigd kunnen worden. Daarom ontwikkelde de Museumvereniging de wedstrijd Museumklas van het Jaar. Onder het motto ‘Maak iets nieuws met iets ouds’ worden schoolklassen uitgenodigd hun museumbezoek te verwerken in bijvoorbeeld een kunstwerk, filmpje of recensie. In april wordt de eerste winnaar bekendgemaakt.
Mijntikkit.nl Een stimuleringsmaatregel voor bezoek in gezinsverband is Museuminspecteurs. Hierbij beoordelen kinderen musea op aantrekkelijkheid voor kinderen. Hun scores leiden tot een jaarlijks Museum van het jaar voor Kinderen. In enkele maanden kwamen er ruim 10.000 stemmen binnen. Maar vooral kinderen die (nog) niet naar een museum gaan, moet je zien te bereiken, aldus een aanbeveling uit het onderzoek. Zoek ze op waar ze zijn, namelijk online. En benut dan vooral hun favoriete digitale kanalen: sociale media en games.
“Input leidt tot output: goede inhoud trekt bezoekers.” Daarom heeft de Museumvereniging Mijntikkit.nl laten ontwikkelen, een website met spelletjes gebaseerd op museumcollecties. Rondom een thema - zoals Nederland waterland – worden games gemaakt die te maken hebben met bijpassende museumcollecties. Bijvoorbeeld Koetsracer waarbij je een snelheidsrace doet met ouderwetse koetsen uit het Amsterdams Museum. Of Prinses Dress up waarbij kinderen kleren en schoenen kunnen shoppen bij diverse musea om hun prinses mee aan te kleden. De verhouding fun-educatie is 80-20. “Onze games zijn op de eerste plaats leuk”, vertelt Bosch. Dat is voor Cultuurplein Magazine 04 – Mei 2012 Cover
15
Homepage Museuminspecteur
diverse musea even wennen, weet Naomi van Stelten van IJsfontein, het bureau dat Mijntikkit heeft ontworpen. “Musea zijn van oudsher gewend veel informatie te geven. Voor hen lijkt het alsof deze spellen dat nauwelijks doen. Het grappige is dat kinderen zelf zeggen dat de spellen heel informatief zijn. Aanvankelijk hadden we er veel meer context in, maar daar zijn we mee gestopt, omdat we merkten dat kinderen die teksten oversloegen en meteen met het spel begonnen. Nu zit de informatie in het spel zelf verstopt.”
16
“Het is meer en meer geaccepteerd om leerlingen via games dingen te leren. Met games sluit je aan bij de leefwereld van kinderen en ben je bezig met activerend leren.”
bij een publiek dat we anders niet zouden bereiken.” Het zijn snelle spelen, beaamt Van Stelten. “Maar het concept gaat wel verder dan zeg blokjes stapelen zoals bij Tetris met beestjes uit Naturalis. We zoeken naar iets lichts dat toch inhoudelijk is. Al spelende zijn kinderen zo bezig met cultureel erfgoed.” En ook dat is een museale ervaring. “Natuurlijk, een game spelen gaat niet zo diep als een museumbezoek. Maar het is wel een eerste aanraking met objecten uit een museum.” Om een grote groep te bereiken, worden de games ook aangeboden via Hyves en spelletjessites als GirlsGoGames en Spel.nl. Op de eigen site wordt gewerkt aan vastere relaties, kinderen moeten daar inloggen. Op dit moment zijn er ruim 10.000 accounts. Uit de eerste evaluaties komt naar voren dat continu vernieuwen essentieel is, vertelt Bosch. “Ook de oude games blijven aantrekkelijk, maar je moet voortdurend traffic naar Mijntikkit.nl genereren.”
Vanuit de achterban klinkt behalve lof ook kritiek. Sommige musea vinden Mijntikkit te oppervlakkig. “Het concept behoeft uitleg”, reageert Bosch diplomatiek. “Ik kan me de weerstand wel voorstellen, maar ons hoofddoel is het bereiken van kinderen die nooit een museum van binnen zien. Het is niet zo dat kinderen na het spelen van een game naar een museum hollen. Wel dat ze spelenderwijs ontdekken dat musea leuk zijn. Je verbetert dus het imago van onze sector
QiGame Een ander gameconcept is beproefd door Tropenmuseum Junior. Bij de tentoonstelling De Qi van China ontwikkelde het museum voor scholen het boek De parel en de draak en voor kinderen in hun vrije tijd de Qigame. “Onze tentoonstelling had maar een beperkte capaciteit en daarom wilden we ook een online product waarmee kinderen iets konden leren over China”, licht museummedewerker Annemiek Spronk toe.
Cover Cultuurplein Magazine 04 – Mei 2012
Tentoonstelling en game zijn nauw verwant, ze delen dezelfde verhalen en activiteiten en in de filmpjes in de game speelt een Chinese tentoonstellingsmedewerker de hoofdrol. Met een museumbezoek zijn bonuspunten te verdienen en een kind dat de game uitgespeeld heeft, kan in het museum een qi-diploma komen halen. “Bonuspunten werken motiverend, al moet je wel oppassen dat je daarmee geen drempel opwerpt voor kinderen die het museum niet hebben bezocht en daardoor denken: dit is niks voor mij.” De opdracht in de game is om de levenskracht (qi) van de parel terug te veroveren en al spelende doen de kinderen kennis op over kungfu, acupunctuur, Chinese karakters en natuurlijk qi. Uit onderzoek van masterstudenten van de VU blijkt dat kinderen daadwerkelijk iets opsteken tijdens het spelen. Daarbij geldt: hoe leuker kinderen het spel vinden, hoe meer ze leren. Het bleek verder dat de leereffecten van game, tentoonstelling en boek ongeveer gelijk zijn.
“De focus ligt in eerste instantie op bereik en niet op educatie. Wij zetten games in om massa te bereiken en zo veel kinderen te betrekken bij cultureel erfgoed.” Met de kennisoverdracht via deze game zit het dus wel snor. Anders is dat voor het wervende karakter van het spel, zo bleek uit de evaluatie die Spronk samen met het Expertisecentrum Games en Game-Design heeft uitgevoerd. “De belangrijkste les was dat een mooie game nog geen marketingmiddel is”, zegt Spronk. “We willen de inhoud van onze tentoonstelling overdragen op nieuw publiek, maar dat publiek komt er niet vanzelf. Daarvoor hadden we echt moeten investeren in marketing, bijvoorbeeld door onze game veel langer op Spel.nl zetten. Maar dat was te duur.” De geplande samenwerking met Hyves liep stuk op niet-corresponderende techniek.
Een game als de Qigame ontwikkelen is duur. Een volgende keer zou Spronk minder geld besteden aan de game zelf en meer budget reserveren voor marketing. “Mijn tip aan anderen: pas op om een rijke game te maken die qua inhoud echt super is. Je kunt namelijk je doel sneller en goedkoper halen. Beter tien simpelere spellen dan één grandioos spel.” Bosch van de Museumvereniging onderschrijft dat: “Regelmatig verfrissen en vernieuwen is belangrijker dan al je geld inzetten op de ultieme game. Je kunt op een bekend format telkens nieuwe inhoud plaatsen.” Voorlopig kan het Tropenmuseum zich nog niet permitteren een nieuwe game te ontwikkelen. “In tijden waarin we afgerekend worden op bezoekersaantallen gaan we ons richten op de beslissers, ofwel de ouders. Die hebben veel minder met games.”
Megamythen Een andere educatieve museumgame is Megamythen, ontwikkeld door het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Aanvankelijk was het spel alleen in het museum zelf, bij de gelijknamige tentoonstelling, te spelen. Maar het bleek zo aan te slaan bij kinderen dat het museum besloot er na afloop van de tentoonstelling een online versie van te maken. In dit spel leren kinderen al spelende meer over Griekse goden en mythen. Ook hier komen kinderen in het spel objecten tegen uit de museumcollectie. Megamythen heet in gamejargon een serious game: anders dan bij een zogeheten casual game staat voorop dat kinderen er iets van leren. “Het is meer en meer geaccepteerd om leerlingen via games dingen te leren. Met games sluit je aan bij de leefwereld van kinderen en ben je bezig met activerend leren”, vertelt educatief museummedewerker Timo Epping. “Persoonlijk vind ik dat er niets boven een boek gaat, maar in een game pikken kinderen makkelijk informatie op door actief bezig te zijn. Daarbij is het ideaal dat een serious game voor kinderen oogt als een casual game, ofwel dat het belerende laagje onzichtbaar is.” Het ontwerpen van een goede serious game komt neer op testen, testen en nog eens testen. “Je moet nadenken over de juiste toon en stijl, over je doelen en over je
In de QiGame leren kinderen dat Kungfu-meesters de bewegingen van dieren volgen, vanwege hun goede gevechtstechnieken.
Tijdens de tentoonstelling de Qi van China beoefenden basisschoolleerlingen zelf deze Kungfu-dierenbewegingen (foto: Ivar Pel).
Cultuurplein Magazine 04 – Mei 2012 Cover
17
precieze doelgroep en telkens testen”, licht Epping toe. “Wat voor jou werkt, hoeft voor een kind niet te werken. Informatie overdragen in tekst werkt bijvoorbeeld niet, kinderen slaan dat over en klikken meteen op ‘start game’.” Megamythen kon ontworpen worden dankzij subsidie van het Gamefonds en SNS Reaal. Het Gamefonds beoordeelt aanvragen op artistieke en niet op educatieve meerwaarde, vertelt bestuurslid Marinka Copier. “De gameplay van
“Iedere game is serious en iedere serious game is ook entertainment.” Megamythen is relatief behoudend, het gaat om acties die je in veel spelen ziet. Maar het spel maakt interessant gebruik van de Griekse mythologie, het is geen rekenspelletje met een sausje van mythologie. Daardoor is de inhoud vernieuwend en de vormgeving is bovendien artistiek.” Megamythen wordt ook door scholen veel gebruikt. “Het is weliswaar een individueel spel, maar we horen dat scholen, tot en met de onderbouw van het gymnasium, het graag gebruiken. Voordeel voor scholen van online games is dat ze duurzaam zijn, de techniek veroudert niet snel.” Spronk van het Tropenmuseum vindt een individueel spel niet geschikt voor het onderwijs. “Als de QiGame een schoolgame was geweest, zou ik leerkrachten een rol hebben gegeven. Ik zou bovendien een game hebben gemaakt waarin je de situatie in de klas benut, bijvoorbeeld dat je kinderen tegen elkaar laat spelen.”
Vuistregels Epping noemt Megamythen een “ander slag game” dan de spelletjes die op Mijntikkit te vinden zijn. “Ik vind de brede basis van Mijntikkit goed. Maar ik ben wel benieuwd naar de effectrapportage eind 2012. Je ziet niet goed wat kinderen van deze spelletjes opsteken en dat kan frustrerend zijn voor educatieve afdelingen.” Buit Mijntikkit de educatieve meerwaarde van games wel voldoende uit? Bosch van de Museumvereniging: “De focus ligt in eerste instantie op bereik en niet op educatie. In de QiGame zorgen kinderen dat de kopjes en schoteltjes van alle klanten van het Chinese restaurant gevuld blijven.
18
Cover Cultuurplein Magazine 04 – Mei 2012
Wij zetten games in om massa te bereiken en zo veel kinderen te betrekken bij cultureel erfgoed. Dat is voor ons de meerwaarde.” Al verschuift, vertelt ze, het volgende thema wel meer richting educatie. Dit mede omdat musea daarom vragen: “Ze hebben zoveel mooie inhoud, die willen ze laten zien. Voor de nieuwe game zijn we in overleg met Entoen.nu, de website van de historische canon, en de publieke omroep voor informatie, educatie en cultuur NTR.” Copier van het Gamefonds, die als lector Play Design & Development bij de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht onderzoek doet naar het gebruik van games in onderwijs, vindt het onderscheid tussen serious en casual eigenlijk niet zo zinvol. “Iedere game is serious en iedere serious game is ook entertainment, want als kinderen het niet leuk vinden, spelen ze het niet. Mijn stelling is dat je in iedere game iets leert, maar je leert niet altijd iets dat er in het onderwijs toe doet.” Ofwel: met Mario Kart train je je reactiesnelheid, bij Megamythen leer je over Griekse goden en mythen. Copier formuleert enkele vuistregels voor educatieve games. Regel 1 is dat je heel goed moet bedenken of de informatie of vaardigheden die je wilt overdragen wel geschikt zijn voor een game. “Als je leerstof niet in actie kunt vertalen, kun je beter een andere werkvorm kiezen. Want in games draait alles om interactie, met de computer en
“Games kunnen museumobjecten tot leven brengen en daardoor spelers laten ervaren wat ze betekenen.” met elkaar.” Copier weerspreekt dat, zoals beweerd wordt, vooral bètavakken zich goed lenen voor games. “Grote delen van wiskunde leer je echt beter door gewoonweg veel sommetjes te maken. Hetzelfde geldt voor onderdelen van taal. Taal als sociale interactie kun je weer bij uitstek goed verwerken in een game.” Ofwel, regel 2, een game is een aanvulling, geen vervanging van andere lesmiddelen. “Je kunt niet tegen je leerlingen zeggen: Tijdens de tentoonstelling de Qi van China bereidden basisschoolleerlingen zelf een Chinese zakenlunch voor en eten alles –met stokjes- op in het restaurant Draak in de Wolken (foto:Ivar Pel).
In Megamythen bereiken kinderen de top van de Olympus via minigames.
speel die game maar, dan komt het vanzelf wel goed.” Ten slotte moet een game interessant en uitdagend, maar ook haalbaar zijn. “In Megamythen bereiken kinderen de top van de Olympus via allemaal minigames. Stap voor stap klim je omhoog. Zo faseer je het leren.” Ook anderszins spiegelt een goede game het ideale leerproces: “Fouten maken mag, want je kunt het opnieuw proberen. En goede prestaties worden beloond met bonuspunten of, nog beter, een inhoudelijke beloning.” Musea kunnen volgens Copier echt hun voordeel doen met games. “Games kunnen museumobjecten tot leven brengen en daardoor spelers laten ervaren wat ze betekenen. Bovendien kunnen musea door de inzet van games museum, school en vrije tijd heel mooi verbinden.”
Tien tips voor museumgames 1. B epaal goed je doel, doelgroep en behoeften van die doelgroep 2. V erstop informatie in het spel, maak deze visueel 3. Leuker is leerzamer 4. Z oek bij sprekende karakters naar de juiste aanspreektoon 5. Maak collectie/tentoonstelling en game nauw verwant 6. Test veel bij je doelgroep 7. B enut bestaande prototypes (zoals racen, dress-up, levels behalen) 8. Liever tien kleinere games dan één ultieme game 9. Zoek kinderen op waar ze zijn 10. Investeer in marketing Projecten Museumvereniging: www.museumklasvanhetjaar.nl www.mijntikkit.nl www.museuminspecteurs.nl
Meer informatie Nederlandse Museumvereniging www.museumvereniging.nl Rijksmuseum van Oudheden www.rmo.nl www.megamythen.nl Tropenmuseum Junior www.tropenmuseumjunior.nl www.qigame.nl
Publicaties De publicaties Kinderen en museumbezoek. Investeren in het publiek van de toekomst. NMV, 2011 (publieksversie) en Stimulering museumbezoek door kinderen. Verantwoording van de experimenten (wetenschappelijk rapport) zijn te downloaden op www.cultuurplein.nl > culturele instellingen > samenwerken met het onderwijs > de voorbereiding De effectrapportage over Museumklas van het Jaar, Museuminspecteurs en Mijntikkit volgt eind 2012. QiGame. Een online serious game bij het cross-mediale project De Qi van China. Evaluatieverslag Tropenmuseum Junior en EGG, 2011. Downloaden: www.tropenmuseum.nl
Alle museumgames online, meer over (serious) games in cultuuronderwijs en discussieer mee over het museum onderzoek: www.cultuurplein.nl/museumgames
Cultuurplein Magazine 04 – Mei 2012 Cover
19