Leerling-statuut Utrechtse School
Cursusjaar 2013-2014
1.
Algemeen
1. 1.
Leerling-statuut
1. 1. 1.
Het leerlingenstatuut regelt de rechten en plichten van de leerlingen.
1. 1. 2.
Het leerlingenstatuut wordt vastgesteld door het Samenwerkingsverband Sterk VO, waaronder de Utrechtse School valt.
1. 1. 3.
Het leerlingenstatuut is van toepassing op alle op de Utrechtse School geplaatste leerlingen waarbij zij ingeschreven zijn op de school van herkomst en geldt ten opzichte van alle betrokken schoolbesturen en alle aan de school verbonden organen en personeelsleden. Het leerlingenstatuut geldt in en buiten de schoolgebouwen en terreinen, bij alle activiteiten die van de school uitgaan.
1. 1. 4.
Het leerlingenstatuut heeft een geldigheidsduur van 2 jaar.
1. 1. 6.
1. 2.
Het leerlingenstatuut wordt vermeld in de schoolgids en staat ter inzage op de website van de Utrechtse School. Begrippen In het leerlingenstatuut wordt onder de volgende begrippen verstaan:
het samenwerkingsverband: Sterk VO, het bevoegd gezag; de school: Utrechtse School; leerlingen: alle aan de school ingeschreven leerlingen; ouders: de ouder, voogden en verzorgers van de leerlingen; personeelsleden: alle aan de school verbonden leden van de schoolleiding, docenten, onderwijsondersteunende personeelsleden, stagiaires en vrijwilligers; docenten: de aan de school verbonden leraren en andere personeelsleden met een lesgevende taak; schoolleiding: de directeur en de teamleiders; teamleider: het personeelslid dat een afdeling onderwijsrichting leidt; DL: Dagelijkse leiding door pedagogische medewerker en een lid van de schoolleiding als achterwacht; schoolbesturen: Het bestuur van de Willibrord Stichting, (BCOU) te Utrecht, het bestuur van het Openbaar Onderwijs Utrecht (NUOVO) te Utrecht en het bestuur van het ROC Midden Nederland te Utrecht. medezeggenschapsraad: het orgaan binnen de school ten behoeve van overleg en medezeggenschap; PBS-team: het vertegenwoordigend orgaan van de leerlingen binnen de school; schoolreglement: samenstelling van regels over de rechten en plichten van de personen en organen die deel uitmaken van de schoolgemeenschap; inspecteur: de inspecteur van het OPDC (zie bijlage I); geschillencommissie: de commissie die adviseert over geschillen betreffende de toepassing van het leerlingenstatuut.
1. 3.
Rechten en plichten in algemene zin
1. 3. 1.
De leerlingen, en indien deze minderjarig zijn hun ouders, genieten de rechten en zijn gehouden aan de plichten die voortvloeien uit de onderwijsovereenkomst, die met het samenwerkingsverband is gesloten.
1. 3. 2.
De leerlingen houden in hun gedrag en uitlatingen rekening met de grondslag en doelstelling van de school.
1. 3. 3.
De leerlingen en personeelsleden hebben ten opzichte van elkaar de plicht te zorgen voor een werkbare situatie, waarin goed onderwijs kan worden gevolgd en gegeven in een passende sfeer.
1. 3. 4.
De leerlingen zijn verplicht zich te houden aan de regels die gelden in de school. Evenzo hebben zij het recht organen en personeelsleden te houden aan de regels die ten aanzien van hen gelden in de school.
1. 3. 5.
De leerlingen en personeelsleden zijn respect verschuldigd aan elkaar en aan alle andere personen in de school. Ook zijn zij respect verschuldigd aan alle goederen van andere goederen in de school.
2.
Toelating
2. 1.
Het Samenwerkingsverband Sterk VO, het loket passend onderwijs, stelt de criteria vast op grond waarvan een leerling kan worden toegelaten tot de school, of tot een bepaald leerjaar.
3.
Kwaliteit van het onderwijs
3. 1.
De leerlingen hebben recht op het volgen van goed onderwijs, waaronder een passende begeleiding. Indien een leerling meent dat het onderwijs onvoldoende kwaliteit heeft, kan hij dit gemotiveerd kenbaar maken aan de schoolleiding.
3. 2.
Leerlingen hebben in gelijke situaties recht op een gelijke behandeling.
4.
Dagelijkse gang van zaken
4. 1.
Aanwezigheid
4. 1. 1.
De leerlingen zijn verplicht de lessen te volgen volgens het voor hen geldende rooster; tenzij er voor een bepaalde les een andere regeling is getroffen. Zij dienen voor het volgen van de lessen op tijd in de daartoe bestemde lesruimte aanwezig te zijn.
4. 1. 2.
De leerling die te laat aanwezig is krijgt daarvoor een aantekening in het leerlingvolgsysteem. (LVS Magister). Indien een leerling te laat is, kan de mentor hem zonodig een passende maatregel opleggen.
4. 1. 3.
Indien de docent bij aanvang van de les niet aanwezig is, vraagt de leerling bij de teamleider of de les doorgaat.
4. 1. 4.
Tijdens de pauzes en roostervrije uren mogen de leerlingen alleen in de daartoe bestemde ruimten op school verblijven.
4. 1. 5.
Een leerling heeft alleen verlof om de lessen te verzuimen indien de directeur of leerplichtambtenaar dit op verzoek van de leerling of, indien hij minderjarig is, van zijn ouders – heeft toegestaan.
4. 1. 6.
Indien een leerling ziek is, wordt dit voor de aanvang van het eerste door hem op die dag te volgen lesuur telefonisch aan de administratie gemeld.
4. 1. 7.
Indien een leerling anders dan met verlof of wegens ziekte lessen verzuimt of afwezig is terwijl hij aanwezig dient te zijn, kan de teamleider of leerplichtambtenaar een passende maatregel opleggen.
4. 1. 8.
Indien een leerling afwezig is geweest, meldt hij zich bij terugkomst op school bij zijn mentor om een plan op te stellen voor het inhalen van de opgelopen achterstand.
4. 2.
Gedrag
4. 2. 1.
De leerlingen gedragen zich in en buiten school naar behoren.
4. 2. 2.
Indien een leerling zich tijdens de les onbehoorlijk gedraagt, kan de docent hem uit de les verwijderen. De leerling is dan verplicht zich te melden bij de teamleider.
4. 2. 3.
Leerlingen mogen niet roken in de school en op het schoolplein. Een uitzondering vormen de 4de klassers. Zij mogen roken op het schoolplein op de aangewezen ruimte.
4. 2. 4.
De leerlingen mogen geen alcoholhoudende dranken of verdovende middelen bij zich hebben of gebruiken.
4. 3.
Veiligheid De leerlingen en personeelsleden gedragen zich naar de gegeven voorschriften betreffende de veiligheid in de school en overigens zodanig dat de veiligheid in de school zoveel mogelijk wordt gewaarborgd.
4. 4.
Schade
4. 4. 1.
Het bevoegd gezag aanvaardt geen wettelijke aansprakelijkheid voor schade die buiten zijn verantwoordelijkheid wordt toegebracht aan bezittingen van leerlingen. Het bevoegd gezag aanvaardt ook geen wettelijke aansprakelijkheid voor het verlies van bezittingen van leerlingen die in of bij de school, of tijdens schooltijd zijn zoekgeraakt.
4. 4. 2.
Indien een leerling aan het schoolgebouw, aan de leermiddelen die zich daarin bevinden of aan andere bezittingen van het bevoegd gezag of aan andere onder het beheer van het bevoegd gezag staande zaken, schade toebrengt, dan wordt die schade hersteld op kosten van de leerling die de schade heeft veroorzaakt, of indien deze minderjarig is, op kosten van zijn ouders.
4. 4. 3.
Indien een minderjarige leerling voor enige schade verantwoordelijk is stelt de school de ouders daarvan in kennis.
5.
Huiswerk
5. 1.
De school heeft beleid vastgesteld met betrekking tot het huiswerk en stelt de leerlingen daarvan op de hoogte.
5. 2.
De leerlingen zijn verplicht het opgegeven huiswerk te maken en/of te leren.
5. 3.
De gezamenlijke docenten van een klas of groep streven er naar het huiswerk zodanig op te geven en te spreiden dat van een evenwichtige en een reële belasting sprake is.
5. 4.
De leerling die het huiswerk niet heeft gemaakt meldt dit bij aanvraag van de les aan de betreffende docent onder vermelding van de reden van verhindering. Indien deze reden naar het oordeel van de docent de leerling niet van zijn plicht tot het maken van het huiswerk ontslaat, kan hij hem een maatregel opleggen.
6.
Toetsing, beoordeling, rapportage
6. 1.
Toetsing van de vordering van het onderwijs kan geschieden op de volgende wijze: • repetities • mondelinge of schriftelijke overhoringen • gesprekken of spreekbeurten n.a.v. gelezen boeken, werkstukken, e.d. • practicum, turn en spe(e)l- opdrachten en werkstukken • andere vormen van toetsing
6. 2.
Een repetitie wordt ten minste 1 week van te voren opgegeven. Een repetitie kan alleen lesstof omvatten die niet korter dan een week voordat de repetitie plaatsvindt, is behandeld.
6. 3.
Indien de omstandigheden waaronder een toets wordt afgenomen en welke de leerling niet zijn aan te rekenen, hem bij het maken van de toets onevenredig hebben belemmerd, zal daar bij de beoordeling van deze toets rekening mee worden gehouden.
6. 4.
Een docent beoordeelt een afgenomen toets binnen 2 weken nadat deze is afgenomen, tenzij er zich bijzondere omstandigheden voordoen.
6. 5.
Een leerling heeft recht op inzage in zijn toets, nadat deze is beoordeeld. Indien een leerling het niet eens is met de beoordeling kan hij dit direct na inzage kenbaar maken aan de docent die de toets heeft afgenomen. Wanneer dit niet tot overeenstemming leidt, kan beroep worden aangetekend bij de teamleider.
6. 6.
Indien een toets zich daartoe leent, wordt deze na de beoordeling door de docent met de leerlingen besproken.
6. 7.
Indien een werkstuk meetelt voor een rapportcijfer dan dient van te voren bekend te zijn aan welke normen het moet voldoen, wanneer het gereed moet zijn en welke sancties er staan op het te laat of niet inleveren ervan.
6. 8.
Een rapport geeft de leerling een overzicht van zijn prestaties voor alle vakken over een bepaalde periode.
6. 9.
Indien een leerling zich t.a.v. een toets schuldig maakt aan enige onregelmatigheid, dan kan de docent maatregelen nemen.
6. 10.
De toetsen in klas 3 en 4 (Bovenbouw TL/KBL/BBL) vallen onder het examenreglement van de school (zie 7) en kent een eigen Programma van Toetsing en Afsluiting (PTA).
7.
Overgang, keuze van onderwijs
7. 1.
De schoolleiding stelt de criteria vast waaraan een leerling moet voldoen om naar vervolgonderwijs (schakeling) of het volgende leerjaar te kunnen overgaan. Deze criteria worden overgenomen van de school waar de leerling staat ingeschreven (de “Overgangsregeling”).
8.
Examens en Centraal examen
8. 1.
Aan het begin van het examenjaar, doch uiterlijk voor 1 oktober, wordt de leerlingen van de eindexamenklassen de examenregeling met het programma van toetsing en afsluiting uitgereikt samen met het examenreglement.
9.
Disciplinaire maatregelen
9. 1.
De leerlingen die de in de school geldende regels niet nakomt kan een disciplinaire maatregel worden opgelegd. Zo’n maatregel kan worden opgelegd door een docent, een medewerker, de schoolleiding of door het samenwerkingsverband. Disciplinaire maatregelen kunnen zijn: maken van strafwerk uit de les verwijderd worden nablijven of vroeger op school komen opruimen van gemaakte rommel corveewerkzaamheden uitvoeren ontzegging van toegang tot de school schorsing verwijdering van school
9. 2.
Bij het opleggen van een maatregel moet er sprake zijn van een redelijke verhouding tussen de ernst van de aanleiding tot het opleggen ervan en de zwaarte van de maatregel.
9. 3.
Indien een leerling meent dat hem ten onrechte een maatregel door een docent is opgelegd, kan hij dit aan de teamleider ter beoordeling voorleggen.
9. 4.
Een leerling die de goede voortgang van de les verstoort, is verplicht de les te verlaten zodra de docent hem dit opdraagt. Hij moet zich onmiddellijk melden bij de pedagogische medewerker of de teamleider.
9. 5.
Indien een leerling meent dat hem ten onrechte een maatregel door de docent is opgelegd, kan hij dit aan de teamleider ter beoordeling voorleggen.
9. 6.
Een leerling die bij herhaling de in de school geldende regels overtreedt of die zich schuldig maakt aan wangedrag, kan door of namens het schoolbestuur worden geschorst of definitief van de school worden verwijderd.
9. 7.
Het schorsingsbesluit wordt schriftelijk aan de leerling en indien hij minderjarig is aan zijn ouders meegedeeld, met opgave van redenen. Indien een leerling langer dan een dag wordt geschorst, meldt de schoolleiding dit bij de inspectie, het schoolbestuur en afdeling Leerplicht van de gemeente met opgave van de redenen. Een leerling wordt ten hoogste voor vijf schooldagen geschorst.
9. 8.
Indien het bevoegd gezag een leerling definitief van de school wil verwijderen, stelt het eerst de leerling en indien hij minderjarig is ook zijn ouders in de gelegenheid om zich hierover uit te spreken. Indien het een leerplichtige leerling betreft, dient er eerst overleg te worden gevoerd met de Inspectie.
9. 9.
Tijdens de procedure tot verwijdering kan een leerling worden geschorst.
9. 10.
Een leerling kan niet in de loop van het schooljaar worden verwijderd op grond van onvoldoende resultaten.
9. 11.
Indien een leerling meent dat hem ten onrechte een maatregel door de schoolleiding of het bestuur is opgelegd kan hij dit aan de geschillencommissie ter beoordeling voorleggen.
9. 12.
Het besluit tot definitieve verwijdering wordt schriftelijk aan de leerling en – indien hij minderjarig is – aan zijn ouders meegedeeld, met opgave van redenen. Voorts geeft het schoolbestuur daarbij aan dat er om herziening van het besluit kan worden gevraagd. Indien een leerling definitief wordt verwijderd, meldt het bevoegd gezag dit bij de Inspectie met opgave van redenen.
9. 13.
Een verwijderde leerling en indien hij minderjarig is ook zijn ouders, kan binnen 6 weken nadat hij definitief is verwijderd, aan het bevoegd gezag om herziening van het besluit tot verwijdering vragen. Het bevoegd gezag stelt de leerling en indien hij minderjarig is ook diens ouders, in de gelegenheid zich over de kwestie uit te spreken. Voorts voert het bevoegd gezag overleg met de Inspectie hierover en als het bevoegd gezag dat nodig vindt met andere deskundigen. Het bevoegd gezag stelt de leerling en indien hij minderjarig is diens ouders, in de gelegenheid om adviezen of rapporten die op de beslissing op het verzoek tot herziening betrekking hebben, in te zien. Het bevoegd gezag beslist zo spoedig mogelijk over het verzoek, maar niet later dan na 4 weken na ontvangst ervan.
10.
Privacy
10. 1.
Leerlingenregistratie
10. 1.1.
Van alle leerlingen zijn door de school persoonsgegevens geregistreerd. Deze gegevens dienen correct te zijn. De betrokken leerling en – indien hij minderjarig is – zijn ouders, kunnen deze gegevens inzien, en indien nodig opvragen.
10. 1. 2.
De gegevens van leerlingen zijn alleen toegankelijk voor degene die hiervoor van het bevoegd gezag toestemming heeft gekregen, zoals de schoolleiding, de decanen, de mentoren, de docenten van de betrokken leerling en de leden van de administratie.
10. 1. 3.
De gegevens worden alleen aan anderen dan in de punten 10.1. 1. en 10.1.2. verstrekt indien dit in het belang van het onderwijs aan de betrokken leerling is, indien er een wettelijke plicht voor bestaat of met toestemming van de betrokken leerling of – indien deze minderjarig is – van zijn ouders.
10. 2.
Ongewenste intimiteiten Hier is de regeling ongewenste intimiteiten van toepassing, zie desbetreffende bijlage.
10. 3.
Protocol PC-Gebruik (zie bijlage III)
11.
Inspraak
11. 1.
PBS-team
11. 1. 1.
De leerlingen kunnen voor hun belangen opkomen in het PBS-team. Het PBS-team kan de schoolleiding adviseren en geraadpleegd worden door de schoolleiding over aangelegenheden die voor leerlingen van belang zijn.
11. 1. 2.
De schoolleiding beschrijft jaarlijks de taak en samenstelling van het PBS-team. In het PBS-team zit een leerling afvaardiging.
12.
Vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vergadering
12. 1.
Algemeen
12. 1. 1.
Leerlingen zijn vrij hun mening te uiten mits dit niet in strijd is met de goede gang van het onderwijs en de regels van de school.
12. 1. 2.
Leerlingen dienen elkaars mening en die van anderen te respecteren. Uitingen die discriminerend of beledigend zijn, worden niet toegestaan. Indien er sprake is van discriminatie of belediging kan de schoolleiding passende maatregelen treffen.
13.
Geschillen
13. 1.
Indien leerlingen, personeelsleden en aan de school verbonden organen menen dat het leerlingenstatuut onjuist of onzorgvuldig wordt toegepast, dienen zij het gerezen geschil op te lossen met betrokken persoon/ orgaan of personen / organen met wie het geschil is gerezen. Indien blijkt dat het onderling oplossen van het geschil redelijkerwijs niet is gelukt of redelijkerwijs niet heeft kunnen plaats vinden, kan het geschil worden voorgelegd aan de vaste geschillencommissie. Hier is de regeling geschillen van toepassing, zie (Bijlage lV)
Aldus vastgesteld op: 15 september 2013 Namens het bevoegd gezag van:
Samenwerkingsverband Sterk VO directeur A. Jeurissen
OPDC Utrechtse School directeur K. Brouwer
Bijlage l. Onderwijsinspectie Met vragen en of opmerkingen kan schriftelijk contact opgenomen worden met de Inspectie voor het Onderwijs: Inspectie van het Onderwijs Postbus 2730 3500 GS Utrecht Voor meer informatie: http://www.onderwijsinspectie.nl.
Bijlage II. Protocol PC-gebruik Het protocol bevat regels en afspraken omtrent computergebruik door medewerkers en leerlingen van de Utrechtse School en omtrent de wijze waarop de Utrechtse School omgaat met het registeren, verzamelen en monitoren van tot een persoon herleidbare data omtrent e-mail- en internetgebruik. Doelstelling hiervan is een goede balans te vinden tussen een verantwoord gebruik van internet en e-mail en bescherming van de privacy van medewerkers en leerlingen op de werkplek c.q. op de studieplek. N.B. Waar hij staat, kan uiteraard ook zij worden gelezen. Artikel 1: Werkingssfeer Deze regeling geldt voor een ieder die voor de Utrechtse School werkzaam is dan wel als leerling is ingeschreven op de Utrechtse School. Artikel 2: Algemene uitgangspunten 1. Gegevens die tot een persoon herleidbaar zijn, zullen niet worden geregistreerd, verzameld, gecontroleerd, gecombineerd dan wel bewerkt, anders dan in dit protocol is afgesproken. 2. Persoonsgegevens zullen alleen gebruikt worden voor het doel waarvoor ze verzameld zijn. 3. Het registreren van gegevens die tot een persoon herleidbaar zijn, wordt tot het minimum beperkt. Hierbij wordt gestreefd naar een maximale bescherming van de privacy van medewerkers op de werkplek. 4. Indien zulks uit een oogpunt van noodzakelijk te verrichten werkzaamheden onvermijdelijk is, is het aan het beheer van het netwerk toegestaan om persoonlijke data van gebruikers tijdelijk ontoegankelijk te maken. Artikel 3: Algemene bepalingen ten aanzien van leerlingen 1. Ieder die als studerende staat ingeschreven bij de leerlingenadministratie van de Utrechtse School heeft toegang tot het computernetwerk. De voor het gebruik noodzakelijke gebruikersnaam, wachtwoord en mailadres worden door het systeembeheer verstrekt. 2. De eerste keer dat de leerling gebruikmaakt van het computernetwerk, zal dat worden beschouwd als de totstandkoming van een overeenkomst tussen de Utrechtse School en de leerling met betrekking tot het computergebruik, waarbij de leerling instemt met de in dit protocol verwoorde regels en afspraken. 3. Het recht om gebruik te maken van het computernetwerk vervalt zodra iemand niet meer ingeschreven staat bij de Utrechtse School. 4. Het computernetwerk kan door leerlingen worden gebruikt op daartoe ingerichte werkplekken. 5. Het is niet toegestaan te eten en/of te drinken nabij computers. 6. Leerlingen dienen zich te houden aan de aanwijzingen van de medewerkers van de Utrechtse School. Artikel 4: E-mailgebruik 1. Medewerkers en leerlingen zijn gerechtigd het e-mailsysteem kortstondig voor niet-zakelijk (persoonlijk) verkeer te gebruiken voor het ontvangen en versturen van persoonlijke mailberichten, zowel intern als extern, mits dit niet storend is voor hun dagelijkse werkzaamheden of voor anderen. 2. Het recht van de medewerker en de leerling om persoonlijke mailberichten te ontvangen en versturen is gebonden aan de voorwaarde dat het niet is toegestaan dreigende, intimiderende, seksueel getinte, pesterige, treiterende dan wel racistische of discriminerende berichten te versturen dan wel berichten te versturen die een gewelddadig of beledigend karakter hebben. 3. De Utrechtse School zal niet de inhoud van zowel persoonlijke als zakelijke mailberichten lezen. Gegevens omtrent het aantal mails, de mailadressen en andere data hieromtrent worden wel geregistreerd, voor zover zulks vereist is in verband met wettelijke of contractuele verplichtingen vanuit het optreden als provider op grond van de Telecommunicatiewet.
4. Dit laat onverlet dat controles op incidentele basis (steekproef) of vanwege een zwaarwichtige reden kunnen plaatsvinden. Hiervan wordt melding gemaakt bij de functionaris bescherming persoonsgegevens. 5. De normale gedragsregels, zoals die gelden voor schriftelijke correspondentie (zoals correct taalgebruik), zijn ook van toepassing op e-mail en andere toepassingen (zoals nieuwsgroepen). Artikel 5: Internetgebruik 1.
2.
3.
4. 5.
Werknemers en leerlingen zijn gerechtigd kortstondig het internetsysteem voor niet-zakelijk respectievelijk niet-onderwijsgebonden (persoonlijk) verkeer te gebruiken, mits dit niet storend is voor hun dagelijkse werkzaamheden of voor anderen. De Utrechtse School zal geen persoonsgegevens over internetgebruik, zoals tijdsbesteding en bezochte sites, registeren en/of controleren, tenzij dat voortvloeit uit verplichtingen als provider op grond van de Telecommunicatiewet. Dit laat onverlet dat controles op incidentele basis (steekproef) of vanwege een zwaarwichtige reden kunnen plaatsvinden. Hiervan wordt melding gemaakt bij de functionaris bescherming persoonsgegevens. De Utrechtse School behoudt zich het recht voor om de toegang tot bepaalde sites te beperken. Met name sites met een pornografische, racistische, discriminerende of een op entertainment gerichte inhoud zullen worden geweerd. De Utrechtse School kan het recht op gebruik van (een deel van) internet toestaan, maar ook altijd weer intrekken. Zonder dat recht is gebruik van (een deel van) internet niet toegestaan. Het raadplegen van nieuwsgroepen en sites die gericht zijn op discriminatie, racisme, pornografie, beledigingen en extreme uitingen die aanstootgevend kunnen zijn dan wel die oproepen tot geweld, zijn verboden.
Artikel 6: Gedragsregels 1.
De infrastructuur voor elektronische communicatie kent een eigen vorm van kwetsbaarheid en een eigen vorm van beveiliging. Deze vraagt om speciale aandacht op tenminste de volgende punten: a. Gebruikersnaam (inlognaam) en wachtwoord zijn persoonsgebonden en mogen niet aan anderen worden doorgegeven. De geregistreerde gebruiker is verantwoordelijk voor alle acties die met behulp van zijn gebruikersnaam worden uitgevoerd. b. Het downloaden of kopiëren van software en applicaties is niet toegestaan, tenzij vooraf schriftelijke toestemming is verleend door de verantwoordelijke of de beheerder. Deze toestemming wordt alleen verleend als wordt voldaan aan de geldende rechten en eventuele licenties worden betaald. Gedownloade software en applicaties moeten op virussen zijn gescand voor gebruik. Er mag niet gehandeld worden in strijd met auteursrechtelijke voorschriften. c. Vertrouwelijke gegevens en bedrijfsgevoelige informatie mogen niet zonder toestemming buiten de organisatie worden verstuurd. d. d. Het is niet toegestaan op enige wijze lessen of anderszins ingeroosterde activiteiten te beperken of te hinderen. Tijdens deze lessen en activiteiten is in de betreffende ruimte individueel computergebruik niet mogelijk. e. De gebruiker wordt aanbevolen zelf zorg te dragen voor het maken van een eigen veiligheidskopie. f. De Utrechtse School is niet aansprakelijk voor verlies van data of voor de schade die de gebruiker lijdt in geval van (tijdelijke) onbereikbaarheid van de bestandsopslag of voor schade welke de gebruiker mogelijk lijdt als gevolg van het (tijdelijk) niet bereikbaar zijn van het computernetwerk. g. g. Het is niet toegestaan zonder toestemming andere computers en/of netwerken binnen te dringen (ook wel "hacken" genoemd). Dit geldt voor systemen binnen en buiten de Utrechtse School. h. De Utrechtse School is niet aansprakelijk voor mogelijke onjuiste adviezen die haar medewerkers aan de gebruikers geven, dan wel verkeerde interpretaties door de gebruiker van de gegeven adviezen, noch voor eventueel hieruit voortvloeiende schade, waaronder gevolgschade.
i.
De Utrechtse School is niet aansprakelijk c.q. verantwoordelijk voor verlies van data veroorzaakt door technische storingen bij de Utrechtse School, dan wel andere interne of externe storing indien dit is veroorzaakt door overmacht. De Utrechtse School raadt gebruikers aan een back-up exemplaar van alle bestanden te bewaren. De gebruiker vrijwaart de Utrechtse School van elke aansprakelijkheid die mogelijk zou kunnen ontstaan door informatie en activiteiten die de gebruiker op het computernetwerk en/of het internet plaatst en/of ontplooit. De gebruiker wordt expliciet gewezen op het feit dat overtredingen van buitenlandse wetten en regels (met name die van de USA) met betrekking tot het internet- en e-mailgebruik, kunnen leiden tot ernstige strafrechtelijke gevolgen bij bezoek aan landen waar deze wetten en regels van toepassing zijn.
2.
Het is niet toegestaan inkomende privéberichten te genereren door deel te nemen aan nietzakelijke nieuwsgroepen, abonnementen op niet-zakelijke E-zines, nieuwsbrieven en dergelijke. Onbedoelde inbreuken op beveiliging, van binnenuit of vanuit de buitenwereld, dienen aan de systeembeheerder gemeld te worden.
3.
Het is in het bijzonder niet toegestaan om op internet: a. b. c. d.
e. f. g.
sites te bezoeken die pornografisch, racistisch, discriminerend, beledigend of aanstootgevend materiaal bevatten, dan wel die oproepen tot geweld; materiaal te bekijken of te downloaden dat pornografisch, racistisch, discriminerend, beledigend of aanstootgevend is dan wel oproept tot geweld; films en muziek te downloaden en/of op te slaan; spelletjes te downloaden of uit te voeren, te winkelen, te gokken, deel te nemen aan kansspelen en/of chat-/babbelboxen te bezoeken, tenzij zulks past in het kader van zakelijke of onderwijsactiviteiten (zoals ELO); zich ongeoorloofd toegang te verschaffen tot niet openbare bronnen op het internet; opzettelijk informatie - waartoe men via internet toegang heeft verkregen - zonder toestemming te veranderen of te vernietigen; indien ongevraagd informatie van deze aard wordt aangeboden, dient dat aan de ICTmanager gemeld te worden.
4.
Het is bovendien niet toegestaan om door middel van e-mail: a. berichten anoniem of onder een fictieve naam te versturen; dreigende, beledigende, seksueel getinte, racistische dan wel discriminerende berichten en kettingmailberichten te verzenden of door te sturen ongeacht of de ontvanger deze wilde ontvangen; b. iemand elektronisch lastig te vallen zoals het in hoge frequentie en/of grote omvang berichten versturen in de vorm van bijvoorbeeld bulkmail, junkmail, mailbombing, of welke vorm dan ook.
5.
5. Het is niet toegestaan: a. softwareprogramma's/scripts/commando's te gebruiken, of anderszins activiteiten te ondernemen, welke de beschikbaarstelling van het netwerk aan andere gebruikers op een nadelige wijze zal kunnen beïnvloeden; b. processen/programma's op de systemen van de Utrechtse School is te laten lopen als er geen directe verbinding met het systeem is; c. processen/programma's op de systemen van de Utrechtse School is te installeren zonder uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van de Utrechtse School is; d. buiten de voorgeschreven wijze om gebruik te maken van het netwerk; eigen software te gebruiken (in verband met het gevaar van virussen); gebruik te maken van het netwerk zonder op de gebruikelijke manier in te loggen; zonder toestemming van de rechtmatige gebruiker mail te verzenden, waarin in de header iemand anders zijn verzend- of replyadres wordt vermeld.
6.
De Utrechtse School is gerechtigd zonder voorafgaande bekendmaking het computernetwerk (tijdelijk) buiten gebruik te stellen en/of het gebruik ervan te beperken voor zover dit noodzakelijk is voor het redelijkerwijs benodigde onderhoud en de veiligheid van de systemen.
Artikel 7: Controle 1. Om de veiligheid van het netwerk te waarborgen en toe te zien op een zorgvuldig gebruik overeenkomstig deze regeling, worden van tijd tot tijd controles uitgevoerd. Hiernaast wordt toegezien op de technische integriteit en beschikbaarheid van de infrastructuur en diensten. Het toezicht op het gebruik zal bestaan uit het steekproefsgewijs controleren van het gebruik van internet- en e-mailverkeer. Daartoe kunnen lijsten van bezochte internetsites en van verstuurde e-mails worden uitgedraaid. 2. Binnenkomend internet- en e-mailverkeer wordt zo goed mogelijk gecontroleerd op virussen en soortgelijk ongerief. Mocht blijken dat een e-mailbericht een virus bevat, dan kan dat automatisch tegengehouden worden en worden de verzender en ontvanger daarover ingelicht. Indien desondanks een e-mail wordt ontvangen dat mogelijk een virus bevat, dan dient de ontvanger onverwijld contact op te nemen met de systeembeheerder. 3. Indien mocht blijken dat in strijd met deze regeling wordt gehandeld of indien daarvoor aanwijzingen zijn (zoals klachten, signalen van binnen of buiten de organisatie en systeemstoringen), dan kunnen gegevens van (de) betrokken gebruiker(s) worden uitgedraaid, bekeken en gebruikt. De betreffende gegevens worden bewaard zolang dit in het kader van nader onderzoek en eventueel te treffen maatregelen jegens een gebruiker noodzakelijk is. 4. Indien en voor zover noodzakelijk kunnen derden ingeschakeld worden bij de werkzaamheden ten aanzien van onderzoek en controle. 5. Een beheerder kan tijdens werkzaamheden (kopieerslagen, back-up, restore, reparaties) data zien met betrekking tot een gebruiker. De beheerder gaat hiermee op passende wijze prudent om. Artikel 8: Sancties 1. Bij handelen in strijd met deze regeling, het bedrijfsbelang of de algemeen geldende normen en waarden voor het gebruik van internet en e-mail, kunnen afhankelijk van de aard en de ernst van de overtreding maatregelen worden getroffen. 2. Voor personeel gaat het eventueel om disciplinaire en arbeidsrechtelijke maatregelen zoals berisping, overplaatsing, schorsing en beëindiging van de arbeidsovereenkomst. 3. Voor leerlingen zijn maatregelen denkbaar als ontzegging van de toegang tot het netwerk of tot internet, tijdelijk of permanent, of andere maatregelen zoals schorsing op grond van overtreding van de huis- en orderegels als bedoeld in de Wet op het Voortgezet Onderwijs en in het Leerlingenstatuut. 4. Het is het beheer toegestaan om verboden, aanstootgevend materiaal, bij wijze van voorlopige maatregel, direct te blokkeren. In geval van dreigende storing door gebrek aan opslagcapaciteit is het aan het beheer toegestaan om verboden materiaal (zoals ook amusementsdata, computerspelletjes, film, muziek, pornografie en dergelijke) zonder toestemming van de gebruiker te verwijderen. Artikel 9: Rechten van werknemers en leerlingen Op grond van de Wet Bescherming Persoonsgegevens hebben betrokkenen ten aanzien van de verwerking van persoonsgegevens de navolgende rechten: 1. Inzagerecht: Betrokkenen hebben het recht de over hem aanwezige data in te zien. Verzoeken om inzage worden binnen vier weken ingewilligd. 2. Kopierecht: Betrokkenen hebben het recht van de over hem aanwezige data een kopie te ontvangen binnen vier weken. 3. Correctierecht: Betrokkenen hebben het recht om feitelijk onjuiste gegevens uit de aanwezige data te (laten) verbeteren of aan te vullen. Over verzoeken van correctie of aanvulling wordt binnen vier weken beslist. Indien een verzoek tot correctie of aanvulling wordt ingewilligd, wordt de correctie terstond uitgevoerd. 4. Verwijderingrecht: betrokkenen hebben het recht om de over de hem aanwezige data, die niet (langer) terzake doen, of in strijd zijn met dit protocol of een wettelijk voorschrift te laten verwijderen en te laten vernietigen. Over een verzoek om verwijdering en vernietiging wordt
binnen vier weken beslist. Indien een dergelijk verzoek wordt ingewilligd, vindt de verwijdering en vernietiging terstond plaats.
Artikel 1. 2. 3.
10: Slotbepalingen In alle gevallen waarin dit protocol niet voorziet, beslist het bevoegd gezag. Op dit protocol is uitsluitend Nederlands recht van toepassing. Geschillen tussen partijen die uit dit protocol voortvloeien, worden voorgelegd aan de terzake bevoegde instantie. 4. Schade aan de Utrechtse School of derden veroorzaakt kan op de desbetreffende gebruiker verhaald worden.
Artikel 11: Inwerkingtreding en citeertitel 1. 2.
Dit protocol is vastgesteld door het bevoegd gezag op 15 augustus 2011 en treedt in werking met ingang van 16 augustus 2011. Dit protocol treedt in de plaats van eerdere voorschriften en aanwijzingen en kan worden aangehaald als "protocol pc-gebruik Utrechtse School".
Bijlage lll. Geschillencommissie Klachten over onderwijs Het is niet altijd nodig om een officiële klacht in te dienen. Een gesprek met de persoon die direct bij de klacht is betrokken, kan al veel oplossen. Bij klachten neemt u contact op met de teamleider van de afdeling van de Utrechtse School. Als u niet tevreden bent met de afhandeling van de klacht , dan kunt u de klacht schriftelijk indienen bij de directeur van de school. Gaat de klacht over de directeur, dan kunt u zich wenden tot het bevoegd gezag van het samenwerkingsverband. Mocht dit geen oplossing bieden, dan kunt u een officiële klacht indienen bij de klachtencommissie. De Utrechtse School hanteert de klachtenregeling VO. Samenwerkingsverband Sterk VO Postadres: Postbus 1597 3500 BN Utrecht Bezoekadres: Wittevrouwenkade 4 E:
[email protected] T. 0880117400 Onderwijsgeschillen Postadres: Postbus 85191 3508 AD Utrecht T. 030-2809590 E:
[email protected]